KIDS RIGHTS 4 ALL Lesboekje

60
Dit boekje is van: Groep: School:

description

Lespakket over kinderrechten

Transcript of KIDS RIGHTS 4 ALL Lesboekje

Dit boekje is van:

Groep:

School:

Rechten van het kind

Alle kinderrechten staan in het Kinderrechten- verdrag van de Verenigde Naties. Het Kinderrechtenverdrag gaat over alles waar je mee te maken kan krijgen, vanaf je geboorte tot aan je achttiende verjaardag. Het gaat over school, wonen, gezondheid, geloof, ouders en vrienden. Het Kinderrechtenverdrag is ook voor jou belangrijk! Rechten van kinderen gelden namelijk voor alle kinderen in 193 landen. Ook voor kinderen en jongeren in Nederland.

Elk kind heeft rechtop ...

een naam en nationaliteit

geen kinderarbeid

een eigen mening

opgroeien bij familie

veilig en gezond leven

zorg voor gehandicapten

onderwijs

geen mishandeling

bescherming bij oorlog

spel en ontspanning

Naam en nationaliteit

Elk kind heeft bij de geboorte recht op een naam en een nationaliteit.

Naam en nationaliteit

Je naam heb je van je ouders gekregen toen je werd geboren. Je naam is ook bij het gemeentehuis vastgelegd.

Jouw nationaliteit wordt bepaald door de nationaliteit van je ouders óf door het land waar je bent geboren. Als je gaat verhuizen naar een ander land, kun je misschien je nationaliteit veranderen. Maar daar zijn strenge regels voor.

Jouw naam en nationaliteit staan in je paspoort of identiteitskaart.

In Nederland is het vanzelfsprekend dat ieder kind op het gemeentehuis wordt geregisteerd. Er zijn landen, vooral arme landen, waar dat niet zo vanzelfsprekend is. Kinderen zonder geboortebewijs bestaan officieel niet en hebben ook geen papieren om te bewijzen wie ze zijn.

1) Wat heb je nodig: - Gekleurd A4 karton - Scharen, lijm en stempelkussen - Pennen en potloden - Spiegel, meetlat, weegschaal

2) Dit kun je in je paspoort schrijven:

3) Maak met een spiegel een zelfportret 4) Druk met je wijsvinger of duim in het stempelkussen

en maak hiermee een vingerafdruk

Opdracht 1

Maak je eigen paspoort

- Je achternaam- Je voornaam- Je nationaliteit- Je geboortedatum - Je woonplaats- Ben je jongen/meisje?- Je lengte- Je gewicht- Kleur van je ogen

- Kleur van je haar- Je schoenmaat- Heb je broers/zussen?- Je school - Je lekkerste eten- Je mooiste film- Je mooiste boek- Je mooiste kleur- Je lievelingswens

plak hier je zelfportret

Ik heet

Ik ben jaar

Mijn vingerafdrukken:

Voornaam

Achternaam

Geboren op

Jongen / meisje

Lengte cm

Kleur ogen

Kleur haar

Mijn handtekening:

Paspoort

Geen kinderarbeid

Geen kinderarbeid

Klusjes thuis, zoals helpen met de afwas, de auto wassen of je kamer opruimen zijn geen kinderarbeid. Wel als je zoveel moet werken dat je niet naar school kunt of te moe bent om huiswerk te maken.

In Nederland mag je vanaf je dertiende werken buiten schooltijd. Daar zijn wel speciale regels voor, zodat het niet te zwaar is.

In arme landen moeten kinderen soms hele dagen werken omdat hun ouders niet genoeg geld verdienen. Ze werken in een fabriek, op het land, of hakken stenen. Ze kunnen niet naar school en leren soms niet eens lezen en schrijven.

Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Met name in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie.

Opdracht voor thuis: Heitje voor een karweitje.Vraag aan je buurman of buurvrouw of ze een klein klusje voor je hebben, zoals: opruimen, auto wassen, vuilnis buiten zetten, plantjes water geven of iets anders. Zeg wel dat ze daar een klein bedrag (heitje) voor moeten betalen. Dat heet een ‘heitje voor een karweitje’. Het geld kun je in je spaarpot doen.

Heb je wel eens iets gehoord of gezien over kinderarbeid?

Wat vind jij van kinderarbeid?

Waarom is kinderarbeid zo slecht voor kinderen?

Opdracht 2

Heitje voor een karweitje

Karweitjes die je hebt gedaan:

Wat heb je verdiend:

1

2

3

4

5

6

+

+

=

=

+ =

7

Wat wil jij met je ‘heitjes’ doen?

Elk kind heeft het recht om zijn mening te geven en informatie te verzamelen.

Eigen mening

Eigen mening

Iedereen heeft recht op een eigen mening. Jouw mening is belangrijk als het over onderwerpen gaat die met jou te maken hebben. Zoals waar je gaat wonen als je ouders gaan scheiden of hoe de speeltuin bij jou in de buurt eruit moet zien. Daarom moet er ook naar jouw mening worden gevraagd, door je ouders, leraren en de regering.

Niet iedereen is het altijd met elkaar eens, meningen kunnen verschillen.Je eigen mening bepaal jezelf, deze kan dus anders zijn dan de mening van je vrienden en vriendinnen maar ook als die van je vader en moeder, juf of meester.

Vind jij dat iedereen zomaar

moet kunnen zeggen wat hij/ zij vindt?

Jouw juf of meester schrijft een uitspraak op het bord.Alle kinderen mogen hun mening geven over deze uitspraak.Ben jij het ermee eens of juist niet, en waarom?Zo kan er een discussie (debat) op gang komen.

De juf of meester zal het debat leiden.

Opdracht 3

Kinderdebat

De school is een plek waar je moet kunnen zeggen wat je denkt of voelt, zonder een ander te storen of te kwetsen.• bij wat je zegt, houd jij rekening met de gevoelens van een ander. • je geeft een ander de gelegenheid om boosheis, pijn, verdriet

of blijdschap te uiten.• je spreekt een ander er op aan, als je vindt dat hij/ zij kwetsend

praat.

Waar ging het kinderdebat over?Wat is jouw mening?

Aan wie stel jij je vraag?

je juf of meesterje papa of mamaje vriendinnetje of vriendjeje broer of zus

Wat wil je hierover nog weten?Schrijf je vragen op.

Elk kind heeft het recht om op te groeien bij familie.

Opgroeienbij familie

Opgroeienbij familie

Alle kinderen hebben het recht om bij hun ouders te wonen. Alleen als het even niet anders kan, mag je tijdelijk worden gescheiden van je ouders.

Als je vader en moeder gaan scheiden, wonen ze niet meer bij elkaar maar ze moeten wel voor jou blijven zorgen. Jij zal dan of bij je vader of bij je moeder gaan wonen. Als je niet meer bij (één van) je ouders kunt wonen, dan heb je recht om contact met ze te hebben, als dat tenminste niet slecht voor je is.

Als je ouders allebei niet meer voor je kunnen zorgen dan wordt er binnen je familie gezocht naar een thuis voor jou.

Soms kunnen gezinnen niet bij elkaar blijven. Bijvoorbeeld als er oorlog is in een land en vlucht een deel van het gezin naar een ander land. De overheid moet dan zijn best doen om het gezin met elkaar te herenigen.

Een stamboom is een schema waarin je familie beschreven staat.Er staat bijvoorbeeld wie je papa en mama zijn. Of je broertjes en/ of zusjes hebt en hoe ze heten.Maar ook wie de ouders zijn van jouw papa en mama (jouw opa en oma) en of zij broertjes of zusjes hebben.

Hoe zit jouw familie in elkaar?Maak een stamboom van je eigen familie. Misschien heb je wel twee mama’s of heb je stiefbroertjes of zusjes, ook deze mag je natuurlijk in jouw eigen stamboom zetten.Zo maak je een schema van jouw eigen familie!

Je kan natuurlijk altijd je papa of mama vragen je te helpen.

Opdracht 4

Maak je eigen stamboom

ik

Vul de stamboom in door foto’s van jouw familie te verzamelen of je familieleden te tekenen.Je kan ook je eigen stamboom maken, plak die in je werkboek.

ELKAAR HELPEN IS LEuK!

Kinderen hebben het recht op voldoende eten en veilig drinkwater, en op de juiste inentingen en op medicijnen, als ze ziek zijn.

Veilig en gezond leven

Veilig en gezond leven

Als je ziek bent ga je naar een dokter. Helaas is dat niet zo vanzelfsprekend voor alle kinderen op de wereld. Sommige kinderen gaan dood aan een bepaalde ziekte omdat ze de dokter niet kunnen betalen. Daarom moeten kinderen medische zorg kunnen krijgen, ook als ze niet kunnen betalen.

In Nederland komt er schoon water uit de kraan. Je kunt het altijd pakken als je dorst hebt. In sommige landen in bijvoorbeeld Afrika is er maar heel weinig schoon water. Daar moeten de mensen heel lang lopen voor ze bij een waterput komen. Je kunt erg ziek worden als je vies water drinkt. Daarom is het belangrijk dat ook mensen in Afrika toegang krijgen tot schoon drinkwater.

1) Wat heb je nodig: - een pot, of kistje - aarde - groentezaadjes - een gieter met water

2) Dit kan je planten in de klas: - tuinkers - radijsjes - worteltjes - sla - ...

3) Plant de plantjes of de zaadjes samen met je klas in de bakken en potten...

4) Maak samen met je klas en de juf of meester een schema voor het verzorgen van de plantjes

Opdracht 5

Groentetuintjemaken en verzorgen

Welke groenten staan er in jullie tuintje? Schrijf op wanneer jullie elk plantje geplant hebben.Wanneer beginnen ze te groeien?

Op welke dagen moet jij voor de plantjes zorgen? Schrijf het op zodat je het niet vergeet!

.......... dag ....-....- 20....

.......... dag ....-....- 20....

.......... dag ....-....- 20....

Zorg voor gehandicapten

Alle kinderen hebben het recht op bijzondere zorg als ze gehandicapt zijn.

Zorg voor gehandicapten

Een handicap is een beperking op een bepaald deel van je lichaam. Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld niet lopen en zitten daarom in een rolstoel. Andere kinderen kunnen niet zo goed leren en hebben een (verstandelijke) handicap.

Als je gehandicapt bent, is het vaak moeilijker om dezelfde dingen te doen als kinderen die niet gehandicapt zijn.

De regering moet gehandicapte kinderen helpen om hun leven zo normaal mogelijk te maken. Dat betekent dat ze recht hebben om zoveel mogelijk thuis te wonen en naar een gewone school te gaan.

In sommige landen is het niet vanzelfsprekend dat je hulp krijgt als je gehandicapt bent. Zonder hulp kunnen deze kinderen niet meedoen en meetellen in hun gemeenschap. Ze kunnen bijvoorbeeld niet naar school waardoor ze later weinig of geen geld kunnen verdienen.

Gymles met een handicap.

Voorbeelden:- hinkelen- basketballen met een arm op de rug- blinddoekje- ....

.... verder in te vullen door /met de gymleraar.

Opdracht 6

Gymen met een handicap

ELKAAR HELPEN IS LEuK!

ScHOOL

Alle kinderen hebben het recht om te leren lezen, schrijven en rekenen.

Onderwijs

Onderwijs

Op school leer je lezen, schrijven, rekenen, en nog veel meer. Dit heb je nodig om later een goede en leuke baan te vinden. Misschien heb je niet altijd even veel zin om naar school te gaan, toch mag je blij zijn dat je naar school kan. Want miljoenen kinderen kunnen niet naar school. Ze moeten bijvoorbeeld werken. Meer dan de helft daarvan zijn meisjes. Onderwijs biedt kinderen de kans om te ontsnappen aan armoede omdat ze meer kans hebben op een goede baan.Dit recht laat zien dat de dingen waar je recht op hebt, ook plichten met zich meebrengen. Je hebt recht op onderwijs, maar je hebt ook de plicht om naar school te gaan.

In veel landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika gaan niet alle kinderen naar school. Meer dan de helft van de niet-schoolgaande kinderen zijn meisjes. Ouders geven hun zoons meestal voorrang. Meisjes trouwen vaak jong en zijn thuis nodig voor huishoudelijk werk en ze zorgen voor jongere broertjes of zusjes.

Ben je heel goed in boten tekenen? Of kan je heel goed rekenen?Ren jij het hardste van de hele klas? Maak jij de leukste grapjes?Luistert iedereen aandachtig als jij een verhaal vertelt?

Iedereen is wel ergens goed in. Wat kan jij heel goed?

Maak een groepje van twee. Jullie gaan elkaar leren waar je goed in bent. Let dus goed op dat je met iemand een groepje vormt die iets anders heel goed kan dan jij...

Leg elkaar uit waar jullie goed in zijn. Leg ook uit waarom je daar zo goed in bent. Heb je een speciaal trucje voor die moeilijke sommen?Of heb je een geheimen techniek voor het harde rennen... leer het elkaar! Dan kunnen jullie straks allebei nog iets heel goed.

Opdracht 7

Onderwijs

Wat ga je aan iemand anders leren?Hoe ga je dat aanpakken?

Wat heb jij geleerd?Van wie heb je dat geleerd?

Geen mishandeling

Geen mishandeling

Ieder kind heeft recht op bescherming tegen mishandeling. Kinderen kunnen niet altijd voor zichzelf opkomen, zeker niet als het om een volwassene gaat die ze mishandelt.

Geen mishandeling

Geen mishandeling

Niemand mag jou slaan, uitschelden of je in de steek laten. Het Kinderrechtenverdrag zegt dat de regering jou daartegen moet beschermen.

Als je mishandeld wordt, is het moeilijk om het aan iemand anders te vertellen. Veel kinderen schamen zich of zijn bang dat ze bij hun ouders worden weggehaald. Toch is het belangrijk om erover te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Dat kan een oom zijn of een tante, opa of oma, of misschien een leraar of een buurman of buurvrouw. Je kunt ook altijd de Kindertelefoon bellen.

Je kunt de kindertelefoon gratis (ook met je mobiel)bellen: 0800-0432

Opdracht 8

Schild maken

1) Wat heb je nodig: - stiften - schaar - lijm - stevig karton - extra knutselspullen die je wilt gebruiken

2) Wat ga je doen? Een schild maken waar je jezelf mee kunt beschermen.

3) Knip de vorm van jouw schild uit het karton.

4) Beplak je schild zoals jij het wilt hebben.

5) Maak een handvat aan de achterkant van je schild, zodat je het goed kunt vasthouden.

ELKAAR HELPEN IS LEuK!

Elk kind heeft het recht op speciale bescherming bij een oorlog, als kind mag je niet mee vechten in de oorlog.

Bescherming bij oorlog

Beschermingbij oorlog

Oorlog lijkt iets voor volwassenen. Toch hebben heel veel kinderen hier last van. Kinderen kunnen in de oorlog doodgaan of hun ouders verliezen. Door de erge dingen die kinderen in oorlogen zien en meemaken, kunnen ze jaren later nog nachtmerries hebben. Ook al is het oorlog, de regering moet kinderen toch zoveel mogelijk beschermen.In sommige arme landen vechten kinderen mee in de oorlog. Kinderen die als kindsoldaat meedoen aan een oorlog, kiezen hier niet zelf voor. Kindsoldaten zijn ook slachtoffer, omdat ze vreselijke dingen meemaken die ze hun hele leven niet meer vergeten.

In Nederland mag je in het leger als je 17 jaar bent, maar je mag pas meevechten vanaf je 18e.

Oorlog: een hele grote ruzie tussen verschillende groepen/ landen.Wereldoorlog: een oorlog waaraan (bijna) de hele wereld mee doet.Burgeroorlog: een oorlog in 1 land tussen verschillende groepen.

Stel je voor dat je naar een nieuw land gaat varen. Daar woont nog niemand, dus als je daar aankomt zul je zelf het land moeten opbouwen. Welke spullen neem je mee en welke laat je achter?

De klas wordt in groepjes verdeeld, elk groepje krijgt een envelop met kaartjes. Dit zijn de dingen die jullie meenemen naar het nieuwe land. Leg deze kaartjes voor jullie neer en bekijk ze goed.

De boot gaat vertrekken naar het nieuwe land. In het begin is de bootreis erg leuk. De zon schijnt en de zee is rustig. Dan steekt er opeens een storm op. De boot gaat tekeer op de hoge golven. Die golven zijn zo hoog dat de boot bijna zinkt! De boot zal alleen blijven drijven wanneer je vier kaarten overboord gooit. Welke kaarten gooien jullie overboord? Leg de kaarten op een stapeltje. Denk er om dat je deze spullen niet meer terug krijgt.

Uiteindelijk is de storm uitgeraasd. Iedereen is opgelucht. Maar... de kapitein krijgt nu het bericht dat er een orkaan op komst is! Om te overleven moeten jullie drie kaarten overboord gooien. Let er wel op wat je weggooit want je kunt het nodig hebben in het nieuwe land.

Gelukkig, we hebben het op het nippertje gered. En we zijn gelukkig heel dicht bij ons nieuwe land. Dat is wel heel fijn. We zien het nieuwe land in de verte liggen. Maar dan wordt de boot geraakt door een enorme walvis. Met zijn staart slaat hij een gat in de boot. Jullie moeten er voor zorgen dat er geen water in de boot komt. Hij moet dus weer lichter worden. Gooi opnieuw drie kaarten overboord.

Het land is bereikt. Wat hebben jullie meegebracht naar het nieuwe land? Hebben jullie alles wat je nodig hebt om te overleven meegenomen? Missen jullie iets om op te groeien en je verder te ontwikkelen? Bron: Compasito. Manual on human rights education for children. Council of Europe, november 2007, bewerkt door SAZZA

Opdracht 9

‘ ik moet vluchten en ik neem mee...’

Alle kinderen hebben het recht op een veilige plek waar ze kunnen spelen.

Spel enontspanning

Spel enontspanning

Als kind heb moet je kunnen spelen en je kunnen ontspannen. Het is dan ook belangrijk dat kinderen plaats en tijd hebben om te spelen, zich te ontspannen en hun talenten te ontwikkelen.

Je hebt dus recht op een plek waar je kunt spelen.Natuurlijk moet de plek waar je gaat spelen wel veilig zijn.

Organiseer met elkaar een spelletjesmiddag door de school heen! De juffen en meesters zullen jullie hierbij helpen.

Opdracht 10

Spel en ontspanning

Eind opdrachtvoor de hele klas

Nu heb je al een aardig idee welke rechten er voor kinderen zijn vastgelegd.

Het is belangrijk dat alle kinderen dit weten.Daarom gaan jullie met de klas een poster- tentoonstelling maken.

De klas wordt in tien groepjes verdeeld. Elk groepje maakt met elkaar een grote poster over een kinder-recht. In de poster moet duidelijk worden wat het recht inhoudt.

De posters worden in school opgehangen zodat alle kinderen van de school ze kunnen bekijken. Zo leren alle kinderen van de school ook de kinder-rechten kennen die jullie net geleerd hebben.

/

© SAZZA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SAZZA. KidsRights4All is een initiatief van SAZZA.SAZZA is een ontwerpbureau gespecialiseerd in visuele communicatie voor non-profitorganisaties.

Met dank aan:Montessorischool De Wegwijzer

SAZZA / Entrepotdok 20A / 1018 AD Amsterdam / 020 364 24 65 / www.sazza.nl