KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u...

24
KETTERIJEN Must of ballast in je gemeente? Bezinning op die vreemde woorden van Paulus in 1 Korinthe 11 : 18-19 Leendert H. de Kluijver

Transcript of KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u...

Page 1: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

KETTERIJENMust of ballast in je gemeente?Bezinning op die vreemde woorden van Paulus

in 1 Korinthe 11 : 18-19

Leendert H. de Kluijver

Page 2: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Lezen1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 1917 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot

erger samenkomt.18 Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente, zo hoor ik, dat er scheuringen zijn

onder u; en ik geloof het ten dele;19 Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn,

openbaar mogen worden onder u.

Gelijkenis van het onkruid (Math. 13 : 24-30 en 36-4324 Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der

hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.25 En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en

ging weg.26 Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich

ook het onkruid.27 En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt

gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid?28 En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden

tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?29 Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve

de tarwe niet uittrekt.30 Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot

de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur.

36 Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.

37 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;38 En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het

onkruid zijn de kinderen des bozen;39 En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der

wereld; en de maaiers zijn de engelen.40 Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook

zijn in de voleinding dezer wereld.41 De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk

vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen;42 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der

tanden.43 Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die

oren heeft om te horen, die hore.

Page 3: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

KETTERIJENMust of ballast in je gemeente?Bezinning op die vreemde woorden van Paulus

in 1 Korinthe 11 : 18-19

Leendert H. de Kluijver

Page 4: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Politieke allegorie op de overwinning van de contraremonstranten dankzij het ingrijpen van prins Maurits, 1618. In aanwezigheid van Gomarus, Arminius, Johan van Oldenbarnevelt en anderen, worden de argumenten van contra­remonstranten en remonstranten tegen elkaar afgewogen. Maurits liet de balans doorslaan, ten gunste van de contra remonstranten, door zijn zwaard op de weegschaal te leggen. Door een venster zie je het ‘afdanken van de waardgelders’ door Maurits, op de Neude te Utrecht. Onder de prent staat een vers van Vondel. Bij deze latere druk van de prent is aan het einde een strookje papier met twee extra regels, gesigneerd met de naam E. Israels, opgeplakt.

Page 5: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

5

* Apologetiek: dat deel van de theologie dat zich bezighoudt met verdediging en verbreiding van het christendom.

** Tijdens de commotie over de Nashville­Verklaring rees de vraag of de kerk nog wel in staat is dit soort heikele punten in de wereld van vandaag duidelijk te maken? Wordt het spreken van de kerk sowieso nog wel serieus genomen of moet de kerk hier anders mee leren omgaan?

*** Zie de plaat op het omslag, uitgelegd op pagina 4

Voorwoord

Toen wij in de Bijbelkringserie over de Eerste Korinthe-brief hoofdstuk 11 kregen toebedeeld, gebeurden er twee dingen. Allereerst kwam een vruchteloze discussie boven over de hoofdbedekking van de vrouw (en van de man),

eind vorig jaar; een tweede discussie over deze kwestie waarover nogal uiteenlopende visies bestaan in de kerk, leek ons niet heilzaam. Een soortgelijk probleem deed zich voor bij het tweede deel van dit hoofdstuk, waar het gaat over vreugdemaaltijden, die wij niet meer kennen. Na enkele onderwerpen in deze brief, die te ver afstaan van de westerse kerk in de 21e eeuw, bleef de vraag over: wat nu?

Het tweede wat ons triggerde was iets zinvollers: in het midden van dit hoofdstuk staat een tekst, die ons al langer bezighoudt. Paulus spreekt er over ketterijen die aanwezig ‘moeten’ zijn in de gemeente. Waarom? En Paulus zegt er ook nog iets vreemds bij, vlak voor die woorden over het ‘moeten’: “Ik heb gehoord… en ik geloof het ten dele.” Gelooft hij de mensen in Korinthe niet op hun blauwe ogen? Of gelooft hij maar ten dele dat het hier gaat om ketterijen: dus dat het eigenlijk gaat om een verschil in beleving? Moet de christelijke kerk niet apologetisch optreden tegen dwalingen. Zowel de vroege kerk als de kerk in de 21e eeuw? Apologetiek*… zijn we daar nog wel toe in staat, met de afnemende kennis van Bijbel en ethiek in onze tijd?**

Omdat we al vaker zorgen hebben gedeeld over verschuivingen in de gemeente en de schade die dat heeft berokkend aan het geestelijk klimaat, willen we niet ‘op de man spelen’ met deze bijbelstudie, maar puur kijken wat Paulus bedoelde in 1 Kor. 11 : 18-19 en of dat ons iets kan leren. En niet in de laatste plaats, omdat het nu (2018-2019) vierhonderd jaar geleden is dat op de Synode van Dordt*** een groot aantal predikanten (remonstranten) uit ons land werd verbannen vanwege hun ketterij. Was dat terecht? Wat leert Gods Woord ons?

Page 6: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

6

De tekst lezen

Allereest kijken we naar de tekst en lezen die in enkele vertalingen. We gebruiken hiervoor vier vertalingen: de Deux Aes Bijbel (voorloper van de SV), de Staten-vertaling, de Herziene Statenvertaling en de BasisBijbel.

Deux Aes Bijbel18. Want ten eersten / als ghij vergadert zijt / so hoore ick / dat daer tweedracht onder u is / ende ick gheloovet eens deels.19. Want daer moeten oock secten onder u zijn / op dat sy die recht­sinnich zijn / onder u / openbaer worden.

Statenvertaling18. Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente, zo hoor ik, dat er scheuringen zijn onder u; en ik geloof het ten dele;19. Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u.

Herziene Statenvertaling18. Want ten eerste hoor ik dat er als u samenkomt in de gemeente verdeeldheid onder u is, en ten dele geloof ik dat. 19. Want er moeten ook afwijkingen in de leer onder u zijn, opdat wie beproefd blijken te zijn, in uw midden openbaar komen.

Basisbijbel18. Want ten eerste heb ik gehoord dat jullie niet één zijn met elkaar als jullie bij elkaar komen. Dat jullie verdeeld zijn en ruzie maken. En ik denk dat dat wel waar is. 19. Want er móet wel verdeeldheid komen. Daardoor zal duidelijk worden wie van jullie wel en wie niet echt bij de Heer horen.

Page 7: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

7

* Onze ogen en ons gehoor nemen nooit alles 100% waar; de hiaten daarbij worden ingevuld door een mechanisme dat gebruik maakt van onze ‘herinnering’, ‘ervaring’ of ‘vermoeden’. Bij mensen met dislexie of met een gehoor­ of zichtprobleem komt dit mechanisme heel duidelijk tot uitdrukking.

Gerucht van verdeeldheid

Wanneer de gemeente ‘samenvergadert’, drukt zij net zo duidelijk en oprecht uit dat zij één is, als wanneer zij het Heilig Avondmaal viert. Onterecht verheft men de viering van het Avondmaal boven de reguliere kerk-

dienst. Daarom is de week van voorbereiding ook niet zoveel heiliger dan de wekelijkse voorbereiding op de kerkdienst. In beide gevallen is het: God ontmoeten. En in beide gevallen ‘blijf je zitten’ of ‘sta je op’ en kom je respectievelijk uit voor je ongeloof of voor je kleingeloof.

Paulus zet in deze verzen het ‘samenkomen’ of ‘vergaderen’ tegen-over het ‘gescheiden zijn’ of de ‘verdeeldheid’. Je voelt aan: dat vloekt met elkaar. Helaas heeft Paulus het niet met eigen ogen kunnen zien en moet hij bij de beoordeling dus enigszins afgaan op wat hem is verteld. Dat heeft het risico in zich van ingekleurde informatie.

Als iemand iets vertelt over wat een ander heeft gezegd of gedaan, dan zit daar altijd de onzuiverheid van ons zondige brein* tussen. Je kunt nooit helemaal blind afgaan op iemands waarneming. Daarom bouwt Paulus die reserve in: “ik geloof het ten dele’. Ik heb gehoord dat er ‘tweedracht’ (DAB), ‘scheuring’ (SV), ‘verdeeldheid’ (HSV), ‘niet een zijn met elkaar’ (BB) is in de gemeente.

Niet alleen vanuit wat jullie mij hebben gezegd, maar ook vanuit de praktijk van het leven concludeer ik dat dit tot op zekere hoogte zeker waar zal zijn. Het gaat mij niet om de precieze waarheid, zo wil Paulus zeggen, maar dat dit maar weer bewijst dat het waar is: waar de HEERE Zijn Kerk bouwt, bouwt de duivel zijn kapel er direct naast!

Uit Paulus’ manier van reageren blijkt hoe betrokken hij is op deze gemeente, hoewel hij er op dit moment niet aanwezig is. Hij geeft – zeker ook na intens gebed om wijsheid – direct en concreet raad. De vraag komt voorzichtig boven of wij kunnen begrijpen wat Paulus hier stelt en of het ons ook in onze tijd iets concreets wil leren?

Page 8: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

8

Religie overwint heresie en haat; beeldhouwwerk door Pierre Legros de Jongere (1695–1699). Een drie meter hoog, marmeren fragment van een enorm altaar (zie inzet) in de Kerk van ‘Santissimo Nome di Gesù’ (kortweg Chiesa del Gesù, de aller heiligste naam van Jezus) in Rome, Italië. In deze kerk ligt de bekende/beruchte Ignatius de Loyola (1491­1556), stichter van de Jezuïetenorde, begraven onder een altaar van lapis lazuli.

Page 9: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

9

* Gr. ‘schisma’: scheur; metafoor voor onenigheid.

** Gr. ‘hairesis’: 1. keuze; 2. groep mensen met een eigen opvatting (ook wel: sekte); 3. geschil dat ontstaat door verschil van opvatting of doelstelling.

Waarom gelooft Paulus het ‘ten dele’?

Natuurlijk is het zo dat Paulus incalculeert dat de inwoners van Korinthe ook mensen van vlees en bloed zijn, zoals iedereen. Dus dat ook zij last hebben van een verdorven waarneming. Maar is dat alles?

Wekt hij met die woorden niet het beeld op dat hij ze niet helemaal vertrouwt? Zoals er soms over mensen die sterk kunnen overdrijven wordt gezegd: “Als je de helft van zijn of haar verhalen gelooft, geloof je nóg teveel!”

De Deux Aes Bijbel zegt “ik geloof het eens deels”. Er is dus nog een ander deel dat iets anders gelooft. En dat betekent niet dat Paulus er dus ook rekening mee houdt dat ze liegen. Of dat hij vermoedt dat zij anderen zwart maken, terwijl ze zelf ook niet vrijuit gaan.

Het lijkt er sterk op dat hij wat voorzichtig is met het woordje ‘schisma’* (scheuringen). Het is direct zo definitief. Er is iets anders aan de hand dan dat twee groepen uit elkaar scheuren. Dat is de reden waarom hij er in het volgende vers ‘hairesis’** (ketterijen) aan verbindt. In rooms-katholieke kringen is het woord ‘heresie’ een sterk beladen woord; de Inquisitie ontketende een ware razzia op alles wat ketters was. In het marmeren fragment van een altaar in Rome, zie hiernaast, wordt het met grote adoratie uitgebeeld.

Maar die kant wil Paulus niet op. Godsdienst is niet het middel om scheuren tegen te gaan of ketterijen te lijf te gaan. Er is iets anders en dat heeft vooral te maken met inzicht of onderscheidingsvermogen.

Wat Paulus heeft gehoord, gelooft hij dus ten dele als waarheid. Maar er is meer over te zeggen. De scheuring zit minder zwart-wit in elkaar. Misschien is voor ons een pas op de plaats gepast; laten we bijvoorbeeld eens nadenken over de breuk van 2004!

Page 10: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

De Rooms Katholieke Kerk verheerlijkte het geweld tegen ketterijen en boekstaafde de successen voor het nageslacht. Doen reformatorische kerken dat ook niet met het

verheerlijken van de overwinning van de zuivere leer in de kerkgeschiedenis? En verschilt de Inquisitie van weleer echt wel zoveel van het curatorium bij veel

predikantenopleidingen in afgescheiden kerken?

Page 11: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

11

* De situatie die Paulus hier onder de loep neemt is die van een gemeente van belijdende christenen; dus het gaat hier niet om een geschil tussen christenen en goddelozen. De gemeente was één, toen Paulus er was. Maar zij raakte verdeeld over diverse religieuze zaken. Sommigen ontspoorden in hun uitleg en visie; hoe moet men hiermee omgaan in de gemeente?

Wat zijn ketterijen?

Ketterijen geven ons meestal het gevoel van distantie. Als het woord ‘ketter’ valt, hoef je die persoon alleen maar te negeren of liever nog te elimineren. Dan kan de rust weerkeren en kunnen we weer ‘gewoon’ doen.

Het is echter de vraag, zo vervolgt Paulus, of daarmee alles gezegd is! De mensen in Korinthe spraken – was het klikken? – over scheuring of schisma. Alarmbellen rinkelen. De jonge gemeente dreigt uiteen te vallen! Help, Paulus. Wat moeten we doen?

“Ik hoor van jullie dat er schisma’s in de gemeente* van Korinthe zijn,” concludeert Paulus, “en dat klinkt heftig! Maar vertel eens: hoe zijn die barsten in het gemeenteleven ontstaan?” Zijn het scheuren van onwrikbare tegenkanting of is het een proces van vervreemding?

Laten we bij het begin beginnen. Een verschil van inzicht kan de vorm van een geschil aannemen: een geschil, ontstaan door verschil van opvatting of doelstelling. Je had je jouw gemeente zo anders voor-gesteld… het zou iets nieuws of iets beters worden.

En… omdat er nog geen compleet Nieuw Testament bestaat, is het Oude Testament de enige leidraad, samen met de instructies en de brieven van Paulus en andere kerkelijk werkers in de stad. Maar nadat Paulus vertrokken was – en de interpretatie van het Oude Testament in deze heidense omgeving toch zo helder leek – waren er mensen opgestaan die niet alleen een andere interpretatie van het Oude Testament bezigden, maar die de exegese van Paulus zelfs onder zware kritiek stelden.

Daarmee leken ze niet alleen een andere visie te hebben – en die bleek in de gemeente ook nog brede aanhang te krijgen – maar ze zetten ook een andere stip op de horizon. Een stip waar jij je niet geheel – of zelfs totaal niet – in kon vinden. Maar… hoe zit het nou? En… hoe breng je dat onder woorden? Verwarring alom! Schisma?

Page 12: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

12

* Met name de haardracht van de man (vs. 14); wanneer de hoofdbedekking tot twist dreigt te escaleren, kapt hij de discussie af met: “zo zijn we dat niet gewend”.

** Vanaf vers 17 begint hij aan een nieuw stuk in zijn brief: een reprimande op de ketterijen en schisma’s rond de vreugde­maaltijden en de viering van het Heilig Avondmaal.

*** Het blijft onduidelijk hoe de mensen die Paulus hierover schreven, zelf in de gemeente stonden en hoe zij deze situatie zelf beleefden.

De oorzaak

Om toch nog even iets te zeggen over het gehele hoofd-stuk: wat was nu het onderwerp, de oorzaak, van die scheiding van ideeën? Was het de hoofdbedekking of de haardracht die hete hoofden en koude harten maakte?

Nou, als je goed leest hoe Paulus met die kwestie omgaat dan laat hij dát* aan het gezonde verstand van de mensen in Korinthe over.

De kern van de schisma’s ligt juist bij de viering van het Heilig Avondmaal; eigenlijk bij de daaraan voorafgaande vreugdemaaltijden. De standverschillen veroorzaken in de gemeente een wedijver en een houding van buitensluiten. Dit verschil in visie op de maaltijden** én op het Heilig Avondmaal veroorzaakte verwijdering. En verwijdering kan een schisma tot gevolg hebben.

Als onverwachte geesten opkomen en gemoederen een zeker punt van onverdraagzaamheid passeren, ontstaan er karaktertrekken die gelijke tred houden met asociaal gedrag. Er worden harde dingen over en weer gezegd, er worden hakken in het zand gezet. Kwaad bloed – een geestelijke infectie die tot een geestelijk hartinfarct kan leiden – kan vormen aannemen die onwaardig zijn aan het beeld dat God Zelf heeft van Zijn gemeente.

Hadden de gedupeerden, de minder bedeelden (minderheid), dan geen gelijk? Maakten die rijken – in het geval van Korinthe – er dan geen potje van en werd zo het beeld van Christus niet vertekend? Ja, tot zekere hoogte wel. Paulus ontkent het niet, maar hij gelooft het ten dele; je mag ook vertalen: ‘Ik vertrouw het ten dele’ of ‘ik ben er ten dele van overtuigd’. Dit is de uiting van een ander, onderhuids, kwaad!

Er komt een geestelijk onderscheidingsvermogen in Paulus tot leven. Hij ziet dieper en raakt van iets anders overtuigd. Hij is niet een dokter die aan symptoombestrijding doet. Hij zoekt naar de wortel van het kwaad*** Wat gebeurt hier nu eigenlijk precies?

Page 13: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

13

* Dit boekje van Hanna Anderson gaat deels over de gave van het onderscheid met betrekking tot goed en kwaad

Onderscheidingsvermogen

Het kan zijn dat er dingen fout gaan in de gemeente, terwijl je er niet precies je vinger op kunt leggen ‘wát er nu misgaat’. Je voelt het aan. Nog een stap verder: het kan zijn dat je dingen waarneemt die niet goed zijn – en

je bent ook nog in staat om ze onder woorden te brengen – maar er zijn maar weinig mensen die je kunnen volgen of die dat ook zo zien.

Hannah Anderson* schrijft daarover in haar boek ‘All that’s good’. Het boek gaat vooral over wat ‘goed’ in bijbels perspectief is en hoe je omgaat met dat ‘zoeken van het goede’ voor de gemeente als geheel en voor de individuen onderling.

Zij merkt dat zij dingen waarneemt die anderen niet zien. En het frustreert haar, omdat ze meent dat het de verkeerde kant opgaat wanneer daar niets mee wordt gedaan. Haar man Nathan legt echter de vinger bij een ander probleem, bij haarzelf.

Eigenlijk zegt Nathan hetzelfde als Paulus: Ik geloof het ten dele. Ik snap wel wat je bedoelt, en ik deel dat ook! “Maar,” zegt hij, “lees 1 Korinthe 12 eens: “4. En er is verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest; 8. Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest; 10. […] en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; […]. 11. Doch deze dingen alle werkt een en dezelfde Geest, delende aan een iegelijk in het bijzonder, gelijkerwijs Hij wil.”

Het probleem is dat God jou de gave van onderscheiden gaf – Hij gaf je inzicht en een goede intuïtie – maar Hij laat je op een ander front weer meer afhankelijk zijn: geduld om met mensen om te gaan die anders in elkaar steken. Om dat geduld moest jij bidden; afhankelijk. De frustratie had bijna tot een schisma geleid. Net als in de gemeente van Korinthe. Dáár kwam overigens nog iets anders ingewikkelds bij: de historie van de gemeente (zie daarover pagina 17).

Page 14: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Jan de Bakker, priester te Woerden, op het Binnenhof te Den Haag wegens ketterij gewurgd en verbrand, 1525; hij was de eerste martelaar – of één van de eerste martelaren

– van de kerk der Reformatie; maar Rome zag in hem juist een ketter, die moest worden uitgeroeid om erger te voorkomen!

Getekend door Jacobus Buys (1778­1795) met pen en penseel in grijs, h 82mm × b 56mm

Page 15: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

15

* Paulus wilde van de overpriesters brieven om die mensen “die van die weg waren” helemaal in Damaskus te kunnen grijpen en arresteren (Hand. 9 : 2).

Ketterij hoort erbij?

Even wrijf ik mijn ogen uit. Staat dat er echt? Wil Paulus beweren dat er ketterijen móeten zijn in de gemeente? Laten we nog een keer kijken hoe de diverse vertalingen het onder woorden brengen.

“Er moeten ook sekten onder u zijn…” (DAB), “Er moeten ook ketterijen onder u zijn…” (SV), “Er moeten ook afwijkingen in de leer onder u zijn…” (HSV), “Want er móet wel verdeeldheid komen…” (BB). De laatste suggereert wellicht nog dat ‘trouw zijn aan een (op de Bijbel gebaseerd) principe altijd ‘weerstand’ en dus ‘verdeeldheid’ zal oproepen. De andere drie vertalingen lijken min of meer een duidig te beweren dat sekten, afwijkingen in de leer, ketterijen, een must zijn in de gemeente. Een sekte vormt overigens al een definitieve afsplitsing!

Ketterij of sekte is in het grieks hetzelfde woord: ‘Hairesis’. Dit woord komt in de Bijbel vaker voor. Saduceeën worden in Hand. 5 : 17 een sekte genoemd; in Hand. 26 : 5 noemt Paulus de Farizeeën een sekte. Je kunt ze een ‘partij met eigen opvattingen’ noemen. Christenen vond men ook sectarisch (Hand. 24 : 14 en 28 : 22). Eerst benoemen de Joodse leiders de christenen (waarvan Paulus dus een voorman is geworden) in vers 5 als “de sekte der Nazarenen”. En verderop in dit hoofdstuk, vers 14, legt Paulus uit: “Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg*, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is”.

Dus hoewel christenen door joden een sekte worden genoemd, wijken ze toch niet werkelijk af van de essentie van de wet en de profeten! Christenen werden pas later zo genoemd; aanvankelijk sprak men van ‘de gelovigen van de weg’.

Maar binnen de christelijke gemeente kan er blijkbaar ook nog verschil van inzicht bestaan en kan men elkaar ‘ketter’ noemen. En Paulus zegt niet ‘roei hen dan uit’, maar ‘dat moet nu eenmaal’.

Page 16: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

16

* In 1 Kor. 5 : 2 schrijft hij nog: “En zijt gij nog opgeblazen, en hebt niet veel meer leed gedragen, opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft?” Hier lijkt het toch te gaan om een persoon en niet om een mening of daad! Zou er verschil zitten tussen ‘ketterij’ (verschil van inzicht) en liederlijke zonde, zoals hoererij? Moet de motivatie dus meewegen in hoe we met dit soort ketterijen omgaan? Zijn wij mensen in staat elkaars ‘nieren te proeven’ (ieders motivatie helder te krijgen)? Of wil Paulus ons juist aanzetten tot een gesprek om die motieven helder te krijgen?

Beproef de geesten

Moet dat echt? Worden we niet juist opgeroepen om de dwalingen en ketterijen uit te bannen*? Moeten we op zijn minst niet de geesten beproeven of ze uit God zijn? (1 Johannes 4 : 1)? Ja. Dat onderscheiden van de geesten

is niet maar een aangeleerd truckje, het is voor een gemeente even onmisbaar als alle andere geestelijke gaven.

Toch zegt Paulus dat ketterijen er moeten zijn. Noodgedwongen weliswaar. Want juist de aanwezigheid van dwalingen, ketterijen, brengt de gemeente in beweging. Het voorkomt dat we indutten en begeren om het genoegelijk met elkaar te hebben. De gemeente is zich niet aan het settelen op de aarde, maar zich aan het voorbereiden op de komst van de Bruidegom. Niet meer, maar zeker niet minder! En alles wat haar afhoudt van die Stip op de horizon, is ballast.

Maar dwaalt Paulus niet een beetje als hij beweert dat ketterijen het verschil tussen gelovigen en ongelovigen zichtbaar maken? Let erop dat hij ook speelt met de term ‘scheiding’ of eigenlijk ‘openbaar worden’. Is hij niet voorbarig en strijdt dit niet met de gelijkenis over het onkruid, dat moet blijven opgroeien mét de tarwe? Op de Jongste Dag zal het verschil tussen geloof en ongeloof toch pas openbaar komen?

Moet je degenen die afwijkende ideeën verkondigen over Gods liefde (of juist over Zijn toorn en oordeel) dan maar dulden in de kerk? Moet je hen ootmoedig en van ganser harte ‘uitnemender achten dan jezelf’? Nee. Elders in de Bijbel is het helder dat er geen legitieme plek is voor dwaling. In Galaten 5 : 22 worden “vijandschappen, twisten, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen” werken van het vlees genoemd.

En Petrus zegt: “Er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere […] verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende” (2 Petr. 2 : 1).

Page 17: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

17

* In 3 Johannes spreekt de apostel over “Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan. Daarom, indien ik kom, zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende tegen ons; en hiermede niet vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de Gemeente.” Hier wordt de kerkelijke ban in de gemeente bedoeld, aldus de Kanttekeningen! Johannes waarschuwt om als gemeente niet op eenzelfde manier te werk te gaan. “…volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien.”

Uitroeien of laten staan?

In het Oude Testament wordt herhaaldelijk gesproken over het uitroeien van verleiders, uit het midden van het volk. Bijvoorbeeld die afgodendienaar die Molech wilde vereren met een offer: “Ik zal Mijn aangezicht tegen dien

man zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want hij heeft van zijn zaad den Molech gegeven, opdat hij Mijn heiligdom ontreinigen, en Mijn heiligen Naam ontheiligen zou” (Leviticus 20).

Of de lasteraar: “… de ziel, die iets gedaan zal hebben met opgeheven hand, hetzij van inboorlingen of van vreemdelingen, die smaadt den HEERE; en diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit het midden van haar volk…” (Numeri 15).

Of de mensenhandelaar: “…zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen” (Deuteronomium 24).

Toch lijkt het Nieuwe Testament door Jezus’ komst een andere weg in te slaan. In die gelijkenis van het onkruid zegt Jezus iets heel belangrijks over het ‘laten staan van het onkruid (zij die dán nog dwalen)’: “… opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt” (Mattheüs 13). Goed opletten dus!*

Even terug naar de gemeente van Korinthe: het was een gemeente van mensen met allerlei soorten achtergronden. Joden, heidenen, mensen die juridisch heel star dachten en mensen die bij ‘vrijheid’ en ‘verlossing’ een weer heel andere associatie hadden dan de anderen; en niet te vergeten: armen en rijken! Hoe krijg je die op één lijn?

Moet je dan alles maar goed vinden? Hannah Anderson reageerde tegen haar man: als het dan geen zin heeft om mensen voor gevaren te waarschuwen, moet ik dan mijn mond maar houden? Het levert toch maar frustratie op! Nathan zei echter dat ze juist níet moest zwijgen, ondanks het onbegrip; dan zou de gemeente overrompeld worden door het kwade! Dus zwijgen is geen optie! Maar handel wel met geduld.

Page 18: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

De oude Mozes bidt tot God, ondersteund door de nóg oudere Aäron en zijn eveneens oudere zwager Hur (echtgenoot van Mirjam), tijdens de strijd tegen de Amelekieten

(Exodus 17). Dit olieverfschilderij van de mormoonse kunstschilder Joseph F. Brickey draagt als titel ‘One before God’. Een veelzeggende titel, trouwens! Wat is je motivatie in de strijd?

Page 19: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

19

* De kerkelijke ban of tucht richt zich niet op het wegsturen van mensen uit de gemeente, maar op het afhouden van grove zondaars van het Avondmaal. Lees daarover op Refoweb. Over het functioneren van de ban in de kerk (zeker ook na 2004) staat ook een aardig artikel op Refoweb! Klik in beide gevallen op de link in het woord ‘Refoweb’! De ban is geen verbanning naar een ver gelegen land, maar het hek waarachter men tot inkeer moet komen en in het formulier dat hierbij wordt gebruikt staat een ernstig gebed om bekering, waaruit de bewogenheid over zondaars spreekt!

Lastige kwesties

Echter… onkruid laten staan, ketterijen laten bestaan in de gemeente, dat kan toch onmogelijk Gods bedoeling zijn? Was die breuk in 2004 dan wel gerechtvaardigd? Moesten we dan niet blijven in de gemeente waarin we

zijn geboren? Moeten we doelloos blijven wijzen op misverstanden over het Woord, de theologie en de dogmatiek?

En … danken we God niet elk jaar voor de Reformatie? Dankzij die beweging is er toch een schisma van jawelste ontstaan met Rome? En verder terug: moesten die eerste christenen dan niet in de synagoge blijven om er voortdurend te wijzen op Christus?

Kijk, Abraham moest uit Ur weg, omdat God hem dat beval. Israël moest uit Egypte weg, omdat God Mozes had aangesteld als leider van de grote Exodus. En de Joden moesten weg uit Babel, toen Kores door God werd aangesteld om Zijn volk weer terug te krijgen in Israël.

Vóór dat je nu verstrikt raakt in een wirwar van argumenten tegen de stelling dat ketterijen in de kerk thuishoren, wil ik voorop stellen dat ik dat innerlijk ook zo zag. Mijn gemoed kwam hier gierend tegen in opstand. Onkruid is ballast; je moet je tuin ook wieden, je huis stof-vrij maken, je lichaam reinigen, je hart zuiveren. Weg met dat vuil!

Maar als het in het Nieuwe Testament gaat om ‘wegdoen’, ‘doden’, dan gaat het bijna altijd om zonden in het eigen hart. Johannes schrijft: “Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn” (1 Joh. 2 : 18-19). Ze gingen zélf weg, maar werden er niet uitgegooid door medebroeders. Wegdoen barricadeert de kans op terugkeer… het resulteert in verharding.*

Page 20: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Onder: d’Arminiaensche dreckwaghen, anonieme spotprent op de arminianen uit 1618. De voorstelling toont hoe de belangrijkste vertegenwoordigers van de remonstranten en enkele andere hervormers in een wagen worden

afgevoerd. De wagen wordt getrokken door twee wilde paarden genaamd ‘onenichheyt’ die allebei een andere kant uit willen gaan. In de wagen zitten Johannes Uytenbogaert (op de bok), Jacobus Arminius, Petrus Bertius, Conradus Vorstius, Jacobus Taurinus, David Joris, Adolphus Venator, Dirck Volkertsz Coornhert en de ‘Afvallighe Wederdooper’.

Voor de wagen staan twee jesuïeten. Rechts op de voorgrond proberen twee arminianen tevergeefs ook een contraremonstrantse predikant op de wagen te krijgen. De man links met een brandende fakkel wijst de wagen

de weg en stelt Johan van Oldenbarnevelt voor.

Linksboven: Johannes Bogerman, voorzitter van de Dordtse Synode; aan de muur achter hem hangt een fragment van de plaat die rechtsboven staat afgebeeld: een van de vele vergaderingen op de Synode van 1618­1619.

Page 21: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

21

* Uit Digibron; klik hier voor het gehele artikel: “Ieder van ons weet hoe praeses ds. Johannes Bogerman aan het einde van een felle redevoering uiteindelijk de Remonstranten wegstuurt: “Dimittimini. Exite!” (Gij wordt weggezonden, gaat heen!). Ds. Trigland schijnt jaren later nog onder de indruk te zijn van de imposante ds. Bogerman: “Twelck (ghelijck ick met een schrick ende ontsettinghe mijns gemoets ghehoort en ghesien heb) alsoo noch met een ontstelling gedencke”. Tot in onze tijd zijn de Synode en haar besluiten ten aanzien van de Remonstranten een omstreden zaak. In Calvinistische kringen wordt het als één der hoogte ­ punten uit de kerkgeschiedenis beschouwd, omdat de zuivere leer in Dordrecht werd verdedigd. Anderen verwijten de Contra­ Remonstranten echter vergaande onverdraagzaam­heid.”

Handelde ds. Bogerman in Dordt onbijbels?

Jezus zei: “Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt!” (Mattheüs 18 : 7).Daaruit zou je kunnen concluderen dat ‘onkruid’ niet

voortijdig moet worden uitgeroeid. Je moet ermee ‘dealen’.Maar Paulus is tegen Titus (3 : 9-11) een stuk stelliger: “Verwerp

een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; wetende, dat de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelf veroordeeld.”

De vraag dringt zich op: ging Johannes Bogerman zijn boekje te buiten toen hij de Remonstranten wegstuurde en er niets aan deed toen ze door Prins Maurits werden verbannen uit ons land?

Ik blijf er 400 jaar na dato moeite mee houden dat deze contra-remonstranten de tijd rijp achtten om op hun beurt de remonstranten uit te schelden, te bespotten met prenten die voordien juist over hén werden gemaakt en hen het leven in ons land onmogelijk te maken!

Moet dat onkruid niet blijven opgroeien met de tarwe? Moet het gesprek over dwalingen ons niet veel (kerk)cultuurkritischer maken en uit onze comfortzone halen? We zouden de polemiek veel minder moeten schuwen, maar juist argumenten aandragen die hout snijden!

Hoeveel dwalingen en ketterijen hebben er niet voor gezorgd dat belijdenisgeschriften werden opgeschreven. Hoeveel ketters hebben met hun vervolgingen en twistgesprekken niet juist meegewerkt aan de hechte groei van de christelijke gemeenten?

Hoeveel twijfelzaaiende ketterijen hebben ervoor gezorgd dat er nieuw onderzoek in de Bijbel ontstond, dat een betere fundering in Gods Woord en een standvastiger geloof als resultaat had? Of zijn we vooral bang voor andersdenkenden omdat die onze ‘rust’ verstoren?

Page 22: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

22

* Wat de opstellers van de Nashville­ Verklaring beoogden was goed. Ze wilden een duidelijk stuk opstellen dat richting geeft aan de visie op en het gesprek over homo­sexualiteit etc. Wat helaas mis ging was dat de pers hier heftig bovenop dook, dingen uit hun verband rukte en duidelijk maakte dat apologetisch spreken in deze moderne wereld meer vereist dan puur theologische kennis van zaken. Iets van Paulus op de Areopagus werd gemist: de feeling met het denken van de samenleving; overigens was het stuk daar niet voor bedoeld, al had men deze commotie wel kunnen voorvoelen!

Maar wat dan?

Moeten we afwijkende visies in de gemeente met de mantel der liefde bedekken? Dat zij verre! Dan verwoest je de gemeente! We worden geroepen om dwalingen op grond van de Schrift apologetisch aan de kaak te stellen.*

Maar het is de vraag of we ook legitimatie krijgen van Gods Woord om mensen te elimineren uit de gemeenschap. Marc Verhoeven geeft ons een paar teksten door (klik op de link voor het hele artikel); hij stelt: “Wij moeten hen in het oog houden en ons van hen afwenden!”

“Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeen­stemming is met de godsvrucht … Wend u af van dit soort mensen” (1 Tim 6:3-5).“Als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord door middel van deze brief, maak hem als zodanig bekend en laat u niet met hem in, opdat hij tot inkeer komt. En beschouw hem niet als een vijand, maar vermaan hem als een broeder” (2 Thess 3:14-15).“Wijs hen daarom streng terecht, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof” (Tit 1:13).“Broeders, indien ook een mens overvallen ware, door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt de zodanige terecht met de geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelf, opdat ook gij niet verzocht wordt” (Gal 6:1).“Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u zijn uitgesproken, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt. En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden. Bij hen horen Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan over­gegeven heb, opdat zij het lasteren zouden afleren” (1 Tim 1:18-20).

Page 23: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Stellingen

1. De groei van de islam of de invloed van anti-christelijke geluiden in ons land (zoals de homolobby, het voltooid-leven of de zondagsopenstelling van winkels) vormen voor christenen geen bedreiging, maar juist een testcase.

2. De visie van Jean de Labadie (de gemeente moet betaan uit enkel weder geboren gelovigen) is in veel rechtse kerken – waaronder onze kerk – nog springlevend; alleen lijkt het te zijn verworden tot: een kerk is een eenheid van gelijkgezinde gereformeerde belijders.

3. Het advies van Petrus (“… zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze”, 1 Petr. 3 : 15) is te soft voor de kerk/gemeente in de 21e eeuw.

4. De kerkelijke ban is eigenlijk onbijbels; zeker als we daarmee mensen met afwijkende ideeën de gemeente willen uitzetten.

5. Het eigen gelijk in debatten (denk bijv. aan de commotie rond de Nashville-Verklaring) verblindt vaak het zicht op het eeuwig behoud van ketters.

6. Een gezond kerkelijk leven heeft de schuurvlakken van dwaalleer nodig om er zich aan te scherpen.

7. Ketterijen bestaan eigenlijk niet; we hebben gewoon allemaal een verschillend zicht op de waarheid.

8. Mensen die de gemeente verlaten – omdat ze het niet eens zijn met de predikant, de richting van de kerkenraad of de visie van de meerderheid van het kerkvolk – zondigen tegen het Lichaam van Christus en plaatsen zichzelf ten diepste onder censuur.

9. Kerkelijke eenheid is iets anders dan het ontbreken van geestelijke verschillen.10. De (bekeerde) zondaar in zijn beleving centraal stellen in de preek is een recht-

zinnige variant van de ketterij van de remonstranten.11. Spreken over een ‘Bible-belt’ is not-done in de 21e eeuw! We moeten ons niet

distantiëren van, maar juist infiltreren in deze wereld! Er is veel werk aan de winkel; búiten die Bible-belt, maar misschien ook wel juist er binnen!

Page 24: KETTERIJEN...Lezen 1 Korinthe 11 : 17-19; uitgangspunt is vers 18 en 19 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

KETTERIJENMust of ballast in je gemeente?

Veel kerkmensen zijn behept met een haast panische angst voor afwijkende ideeën. Waar komt die angst vandaan? Worden zij onrustig van mensen met een andere visie op de Schrift? Of brengt die onbalans eigenlijk hun eigen twijfel of ongeloof aan het licht? Wat drijft hen?

Ketters werden in het verleden scherp ondervraagd en bij aantoonbare afwijkingen streng veroordeeld; met ban, gevangenisstraf of liever nog met de doodstraf! Zou de invoering van de doodstraf weer rust in de kerk brengen? Zou het weer verboden moeten worden om vrij over Gods Woord te denken? Zitten er trouwens grenzen aan die vrijheid? Wel goed om over na te denken. Maar juist in de discussie over ‘hoe groot die vrijheid is’ ontstaan de schisma’s, de scheuringen, waarover Paulus in 1 Korinthe 11 : 18-19 schrijft.

Paulus stelt dat er ketterijen in de gemeente móeten zijn. Maar waar baseert hij dat op en klopt dat eigenlijk wel met de rest van de Bijbel? Laten we het Oude en het Nieuwe Testament eens naast elkaar leggen en zien of daar verschillen tussen zitten.

Maar laten we vooral Paulus’ woorden eens serieus bekijken. Zou het kunnen zijn dat hij toch wel gelijk heeft; en dat Jezus’ gelijkenis over de tarwe en het onkruid wellicht iets belangrijks zegt over dit punt? Weerbarstige woorden, in een even weerbarstige kerkelijke structuur. Nota bene in een tijd dat de kerk naar de marge van de samenleving wordt gedrukt (denk aan de Nashville-commotie). Vinden we dat bedreigend?

En moeten we moslims buiten ons leven houden? Moeten we er alles aan doen om hen het leven onmogelijk te maken? Moeten we fors investeren in de kerk met geld, grote gezinnen en ledenwerfacties? Zegt die angst voor islamisering of voor de homolobby wellicht iets over onze angst voor de vervolging, de verantwoording van ons geloof (waarover Paulus ook schrijft) en ten diepste ons eigen klein- of ongeloof?

Zijn we anno 2019 wel in staat om de wereld om ons heen te overtuigen met een Nashville-Verklaring of met belijdenisgeschriften als de Dortse Leerregels? Is dogmatiek van theologen die ver van de samenleving af staan – door zich op te sluiten in veilige studeerkamers en die zich uiten via uitgevers van publicaties voor osm’ers – hier wel toe in staat? Die woorden van Paulus maken een hoop los. Kunnen we dat eigenlijk wel aan of moeten we wellicht onze visie bijstellen? Moeten we onze 21e-eeuwse kerkelijke levensstijl eens serieus leggen naast die van vervolgde christenen elders in de wereld?