Kennis met impact: meerjarenstrategie MOVISIE 2012-2015
description
Transcript of Kennis met impact: meerjarenstrategie MOVISIE 2012-2015
Meerjarenstrategie MOVISIE 2012 - 2015
Kennis met impactVoor een krachtige samenleving
Colofon
Redactie: afdeling communicatie MOVISIE
Fotografie: I-Stock, Redmar Kruithof (cover)
Vormgeving: Suggestie en Illusie, Utrecht
Drukwerk: Libertas
Bestellen: www.movisie.nl
Overname van informatie uit deze publicatie is toegestaan
onder voorwaarde van de bronvermelding:
© MOVISIE, kennis en aanpak van sociale vraagstukken.
Utrecht, januari 2012
Kennis met impactVoor een krachtige samenleving
Meerjarenstrategie MOVISIE 2012 - 2015
Inhoudsopgave
MOVISIE de komende jaren 3
Instituut en onderneming 5
Programma’s die aansluiten 7Effectiviteit en vakmanschap 9
Participatie en actief burgerschap 12
Sociale zorg 15
Huiselijk en seksueel geweld 18
Gebiedsgericht werken 21
Realiseer uw maatschappelijke opdracht 24
Door deze brochure heen leest u bij dit
tekentje over de pluspunten van het
werken met MOVISIE. Punten waar u
ons op kan en mag aanspreken.
Graag zelfs.
Zo werken wij
Meerjarenstrategie 2012-2015 3 * * *
FocusWerken aan een krachtige samenleving met burgers
die zoveel als mogelijk zelfredzaam zijn; deze missie
is en blijft actueel en sluit aan bij maatschappelijke en
politieke ontwikkelingen. Zowel politici als betaalde
beroepskrachten spreken steeds vaker van buurtkracht
en burgerkracht. In onze programma’s zullen we ons
duidelijker richten op deze kracht en zelfredzaamheid,
en de ondersteuning daarvan met effectieve kennis.
Impact We willen vaker het verschil maken met onze kennis-
functie. Samen met welzijnsorganisaties, gemeenten,
vrijwilligersorganisaties en belangenbehartigers werken
we aan een stevig kennisfundament voor de sociale
sector en het vakmanschap van de sociale professional.
Door nadrukkelijk voorrang te geven aan visieontwik-
keling, debat, agendering, advies en trendonderzoek
ontwikkelen we een aansprekende en samenhangende
inhoudelijke agenda voor de komende jaren. Dit vormt
de basis voor het verzamelen, valideren, verrijken en
verspreiden van kennis. Effectiviteit en vakmanschap
vormen de spil in al onze programma’s.
Blijvend verbeterenOnderzoek laat zien dat we een goede naam hebben als
partner in het verzamelen, verrijken en verspreiden van
kennis. En ook de adviezen op basis van die kennis wor-
den gewaardeerd. We blijven onze kennis- en advies-
functie aanscherpen door te leren van (zelf)evaluatie en
het volgen van de laatste ontwikkelingen binnen onze
vakgebieden. Zoals u dat van ons gewend bent: betrok-
ken, resultaatgericht en inventief.
MOVISIE de komende jarenIn deze brochure leest u waar onze focus tot en met 2015 ligt en wat onze
ambities zijn. Deze focus en ambities vinden een stevig fundament in de
maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, maar ook in wensen en
behoeften vanuit het veld. Niet voor niets hebben we alle belanghebbenden de
afgelopen jaren regelmatig bevraagd over ons functioneren.
Kennisfunctie
We verzamelen en verspreiden
kennis over sociale vraagstukken.
De adviestrajecten die we uitvoeren
zijn ter ondersteuning van die
kennisfunctie.
Zo werken wij
* * * 4 Meerjarenstrategie 2012-2015
DuurzaamheidEen kennisfundament bouw je niet in korte tijd. Onze
missie en de landelijke kennisfunctie vereisen meerjarige
en duurzame programma’s. Er is immers tijd nodig voor
sociale interventies om hun effectiviteit aan te tonen.
Het kost dus ook tijd om deze interventies te volgen en
te onderzoeken. Ook voor het inbouwen van kennis in
opleidingen en het komen tot een goede en soepele
samenwerking kunnen we niet over één nacht ijs gaan.
Als u ook werkt aan een krachtige samenleving en u
herkent zich in bovenstaande, dan is er alle reden om
onze partner te worden of te blijven.
Marijke Steenbergen, Raad van Bestuur
“ We willen impact realiseren en zetten in op een versterking van onze landelijke kennisfunctie”
Professionalisering
Effectieve kennis krijgt pas echt impact
als de sociale professional haar ook
weet toe te passen. En natuurlijk moet
ook zijn organisatie daarop ingesteld
zijn. Wij werken aan professionalisering
en vakmanschap.
Zo werken wij
Meerjarenstrategie 2012-2015 5 * * *
Onze activiteiten sluiten aan bij beleidsimpulsen en
kenniscycli die in het teken staan van een maatschappe-
lijke opdracht. We zijn er immers voor een krachtige en
zelfredzame samenleving. Dat we daarbij ondernemend
optreden is noodzakelijk om ook als instituut compleet
te zijn. Zonder onze ondernemende zin zou een flink
aantal maatschappelijke vraagstukken onderbelicht
blijven. En de kennis over die vraagstukken zou ook niet
zo maar zijn weg naar het veld vinden. We proberen
maatschappelijke vraagstukken helder te krijgen met
visie en debat, agendering, advies en trendonderzoek.
We verrijken de verkregen kennis en verspreiden deze
door advies, training, kennisuitwisseling en implementa-
tie. Deze laatste vier activiteiten leveren vervolgens een
goede toetsing en weer nieuwe kennis op. Kennis die
ons helpt oplossingen te bieden voor sociale vraagstuk-
ken. Zo is de cirkel weer rond.
Grenzen aan ondernemenWe opereren als kennisonderneming op het snijvlak
van markt en overheid, maar we zijn selectief in onze
marktactiviteiten en laten die ondersteunend zijn aan de
kennisfunctie. Wij zullen geen marktopdrachten uitvoe-
ren die afdoen aan de bereidheid van anderen om kennis
beschikbaar te stellen of die geen meerwaarde bieden
voor kennisontwikkeling. Daarbij mogen de opdrachten
ons niet beperken in met wie we samenwerken. Kennis
maken doe je samen; dat is en blijft ons adagium. Kennis
verspreiden doe je ook samen. Dat betekent dat we advies,
training, kennisuitwisseling en implementatie niet bij
onszelf houden, maar overlaten aan andere partijen zodra
dat mogelijk is.
Instituut én ondernemingWat zijn we? We zijn een onafhankelijke stichting, deels gefinancierd met een
instellingssubsidie van het ministerie van VWS en deels met inkomsten vanuit
marktopdrachten. Een kennisinstituut én een kennisonderneming.
Duurzaamheid
Kennis opdoen en maken vergt geduld
en een lange adem. We leggen daarom
de nadruk op grotere, meerjarige pro-
gramma’s. Korte projecten zijn er om
kennis te toetsen. Het is van belang de
verbinding tussen onderwerpen te zien,
te respecteren en te benutten. Verre-
gaande samenwerking met de overheid
en het veld zijn onontbeerlijk voor een
duurzame implementatie.
Zo werken wij
* * * 6 Meerjarenstrategie 2012-2015
Kennisuitwisseling
Advies
Implementatie
Training
Visie & debat
Agendering
Advies
Trendonderzoek
Onderzoek
Methodiek- en instrumentontwikkeling
Kennisontwikkeling
De functies van MOVISIE in relatie tot de (lokale) samenleving en de sociale sector.
Meerjarenstrategie 2012-2015 7 * * *
De basis voor deze indeling ligt in maatschappelijke
ontwikkelingen. We hebben het dan over de
verzorgingsstaat die in hoog tempo plaats maakt voor
een participatiemaatschappij. Burgers moeten in staat
gesteld worden om hun eigen verantwoordelijkheid
te nemen en meer deel uitmaken van de samenleving
en een sterk sociaal netwerk. Extra moeilijk, want
traditionele samenlevingsverbanden veranderen door
globalisering, technologisering en individualisering.
Soms ten koste van sociale netwerken, maar gelukkig
heel vaak ook ten bate daarvan. Wat we al langer
zagen aankomen, maar wat nu werkelijk plaatsvindt,
is vergrijzing, ontgroening en een flinke toename
van het aantal (kleine) huishoudens. Samen met de
invloed van de multiculturele samenleving vragen deze
ontwikkelingen om nieuwe antwoorden en aanpakken.
Een andere belangrijke ontwikkeling waar we meer
rekening mee gaan houden is het feit dat de sociale
sector zich steeds beter moet verantwoorden en
effectiever en efficiënter moet gaan werken.
Met deze maatschappelijke ontwikkelingen, de beleids-
ontwikkelingen en onze lessons learned hebben we vijf
programma’s ingericht. De programma’s zijn nauw met
elkaar verbonden en benaderen regelmatig dezelfde
problematiek vanuit verschillende, elkaar aanvullende
perspectieven.
Programma’s die aansluitenInvesteren in een krachtige samenleving waarin burgers zoveel als mogelijk
zelfredzaam zijn, vraagt om daadkracht. Daarom hebben we onze programma’s
goed bekeken, geschrapt in wat minder belangrijk is gebleken en de kern in
nieuwe programma’s ondergebracht.
Flexibiliteit
We spelen flexibel in op maatschappe-
lijke ontwikkelingen door onze mensen
ruimte te bieden voor ondernemend
gedrag en verregaande samenwerking.
De grenzen aan inhoudelijke program-
ma’s – voor zover ze bestaan – zijn er
om overschreden te worden.
Zo werken wij
* * * 8 Meerjarenstrategie 2012-2015
De programma’s:1. Effectiviteit en vakmanschap
Kernwoorden: weten wat werkt, effectiviteit van me-
thoden, trendonderzoek, professionalisering, sociale
innovatie, internationale activiteiten, organisatiever-
sterking, visie, debat en agendering.
2. Participatie en actief burgerschap
Kernwoorden: participatie, vrijwillige inzet, cliënten-
en bewonersparticipatie, maatschappelijke partici-
patie door kwetsbare groepen, homo-emancipatie,
mannen- en vrouwenemancipatie en interculturalisatie.
3. Sociale zorg
Kernwoorden: informele zorg, mantelzorg, zelfregie,
empowerment, wonen, welzijn, zorg en preventie.
4. Huiselijk en seksueel geweld
Kernwoorden: veiligheid thuis, in instellingen,
organisaties, bedrijven en in de openbare ruimte.
5. Gebiedsgericht werken
Kernwoorden: integrale aanpak, samenlevingsop-
bouw, plattelandsontwikkeling, sociaal en groen,
kunsten cultuur en welzijn, bedrijven en welzijn.
Over de inhoudelijke focus van deze programma’s leest
u meer op de volgende pagina’s. We willen benadrukken
dat inhoud en domeinafbakening niet statisch zijn maar
zich ontwikkelen aan de hand van de verdere maatschap-
pelijke ontwikkelingen en nieuwe sociale vraagstukken.
Vijf onderscheidende maar met elkaar verbonden programma’s, met Effectiviteit en vakmanschap als programma
dat in de vier andere een sterke voorwaardelijke rol speelt. Het programma Gebiedsgericht begeeft zich in alle
domeinen en staat een integrale aanpak voor.
Effectiviteit en
vakmanschap
Participatie en
actief burgerschap
Sociale zorg
Huiselijk en
seksueel geweld
Gebiedsgericht werken
Meerjarenstrategie 2012-2015 9 * * *
Met het programma Effectiviteit en vakmanschap rich-
ten we ons op een dynamische sociale sector waarin
gedreven, maar vooral ook bedreven beroepskrachten
op effectieve wijze maatschappelijke vraagstukken
aanpakken. Zij maken gebruik van onderbouwde ken-
nis en helpen met het ontwikkelen hiervan. Universi-
teiten, hogescholen en partijen in het veld een kunnen
hierbij een belangrijke rol spelen door onderzoek te
doen. Wij willen dit stimuleren en eraan bijdragen.
Ook een goede aansluiting van beroepsopleidingen op
de beroepspraktijk en -toekomst is onontbeerlijk. Net
als een effectieve samenwerking in ketens, netwerken
en allianties, zodat er een betere afstemming van
werkprocessen tussen bestuurlijke, organisatorische,
uitvoerende niveaus komt.
Een sterke noodzaakSteeds vaker voeren we de discussie over de toege-
voegde waarde van het welzijnswerk. Forse bezuinigin-
gen bij gemeenten en rijksoverheid maken het geven
van een goed antwoord nijpender en tegelijkertijd niet
eenvoudiger. Inhoudelijk klinkt de roep om nieuwe
professionals, die meer outreachend en integraal wer-
ken. Ook vanwege een steeds verder gaande decentra-
lisatie en de behoefte aan nieuwe verhoudingen tussen
overheid, instellingen en burgers. Burgers krijgen daar-
bij een toenemende verantwoordelijkheid voor hun
eigen welzijn en buurt. Concreet stellen veranderingen
als Welzijn Nieuwe Stijl, de aangekondigde decen-
tralisatie van AWBZ naar de Wmo en de Wet werken
naar vermogen, nieuwe eisen aan de professionele
kwaliteit die de uitvoerende organisaties in de sociale
sector moeten kunnen bieden. Eén ding is zeker, laten
zien wat werkt wordt steeds belangrijker. Om goed
verantwoording af te kunnen leggen, maar ook om de
aanwezige middelen goed te gebruiken.
Dat is een grote uitdaging. De professional en zijn
organisatie vormen de basis, door hen moeten me-
thoden de kans krijgen hun effectiviteit te bewijzen.
We moeten ook inzien wanneer iets niet effectief is.
Onderzoek is belangrijk om te achterhalen wat werkt.
Debat en visievorming zijn nodig om te agenderen en
te verspreiden, om kennis te toetsen en zichtbaar te
maken, om de (organisatie)gevolgen in beeld te bren-
gen. En om te verbinden, want kennis maken kunnen
we alleen samen.
Spil en aanjagerHet programma Effectiviteit en vakmanschap is de spil
en aanjager van al onze programma’s. Het programma
kan tegelijkertijd niet zonder de andere programma’s
vanwege de daar opgedane kennis.
Effectiviteit en vakmanschapIedere zichzelf respecterende sector wil en moet effectief zijn
* * * 10 Meerjarenstrategie 2012-2015
Voorbeeldprojecten
Effectieve sociale interventies
Verder ontwikkelen van de databank Effectieve sociale
interventies. Ondersteuning en advies bij ontwikkeling,
implementatie en borging van methoden. Passend be-
wijs voor effectiviteit in de sociale sector ontwikkelen.
Professionaliteit verankerd
Formuleren van kwaliteitsstandaarden voor de uitvoe-
ring van de dienstverlening op de prestatievelden van
de Wmo. Het versterken van de competenties van de
uitvoerende beroepskrachten in de organisaties om hen
toe te rusten voor een goede kwaliteit van uitvoering.
Effectiviteit en vakmanschap in de praktijk
Maatschappelijke organisaties en gemeenten inspireren,
adviseren en begeleiden bij organisatievernieuwing en
nieuwe samenwerkingsvormen.
Trends en debat
Signaleren van trends en stimuleren van debat en
agendering, bijvoorbeeld in de Wmo-monitor 2012, het
Participatiedebat en op www.socialevraagstukken.nl.
Meerjarenstrategie 2012-2015 11 * * *
De eerste prioriteit vanAstrid van der Kooij, manager Effectiviteit en vakmanschap:
“Mijn eerste prioriteit is ervoor zorgen dat effecti-
viteit en professionalisering hand in hand gaan. Als
vrijwilliger wil je dat je inzet er echt toe doet voor
een ander. Als betaalde beroepskracht wil je laten
zien laten dat jouw werk ook echt bijdraagt aan
het aanpakken van sociale vraagstukken. Daarvoor
heb je een werkende combinatie van interventies
én vaardigheden nodig.”
Met wie doen we dat?
“Het vergroten van de effectiviteit en vakman-
schap kan alleen samen met de betrokken partijen
in het veld. Dus met (welzijns)instellingen, ge-
meenten, brancheorganisaties als de MOgroep,
hogescholen, universiteiten en andere kennisin-
stituten. Dit geven we samen met de inhoudelijke
programma’s binnen MOVISIE concreet vorm.”
Het gewenste resultaat?
“Wat ik voor me zie, zijn goede professionals die
heel bewust methodes inzetten die werken en die
daar ook de vaardigheden voor hebben. Daarbij
hoort een onderwijsaanbod waarin zowel vaardig-
heden als interventies aan bod komen.”
“ Weten dat je iets bijdraagt”
* * * 12 Meerjarenstrategie 2012-2015
Met het programma Participatie en actief burgerschap
willen we bereiken dat iedereen naar vermogen mee
kan doen in de maatschappij. Én dat de maatschappij
toegankelijk is voor iedereen, ongeacht sekse, leeftijd,
religie, seksuele oriëntatie, etniciteit, handicap of
sociaaleconomische status. Mensen hebben zoveel
mogelijk zelf de regie over hun leven, kennen hun eigen
kracht en worden daar op aangesproken. Daar waar zij
moeite hebben met participeren, krijgen ze meer kans
zich te emanciperen, maar ook ondersteuning.
Participatie neemt toeSinds de komst van de Wmo in 2007 is de aandacht voor
actieve deelname van alle burgers aan de samenleving
sterk toegenomen. Het gaat om vele vormen van
deelname. Van meedenken over beleid tot het doen
van allerlei soorten vrijwilligerswerk, van het laten
participeren van kwetsbare groepen tot re-integratie
in arbeid, van het vergroten van toegankelijkheid voor
mensen met een beperking aan allerlei activiteiten tot
leefbaarheidsprojecten. Vanuit dit programma wordt
nauw samengewerkt met het programma Sociale
zorg, waarbij onder andere vrijwilligers mensen met
een zorgvraag helpen zelfredzaam te blijven, want
burgerparticipatie wordt steeds belangrijker om het
zorgniveau op peil te houden.
Participatie mogelijk makenWe helpen organisaties en overheden hun
participatieopdrachten zo goed mogelijk te vervullen.
Daarbij richten we onze aandacht op maatschappelijke
participatie (in de vorm van vrijwillige inzet en
burgerinitiatieven), op arbeidsparticipatie (werken
naar vermogen) en participatie voor en door kwetsbare
groepen. In 2012 ligt onze hoogste prioriteit bij de
decentralisatie van extramurale begeleiding (vanuit
AWBZ naar de gemeente) en bij de uitvoering van
de Wet werken naar vermogen. Samen met de
landelijke en lokale bezuinigingen hebben deze
ontwikkelingen directe gevolgen voor mensen die toch
al in een kwetsbare situatie verkeren als gevolg van
een beperking, arbeidsongeschiktheid of langdurige
werkloosheid. Hun maatschappelijk participatie is in
het geding. Organisaties en overheden spelen een rol
in het beperken van deze gevolgen en het versterken
van de zelfredzaamheid van deze mensen, zodat zij
zoveel mogelijk op eigen kracht de gevolgen het hoofd
kunnen bieden.
Participatie en actief burgerschapIedereen doet mee in een open maatschappij
Meerjarenstrategie 2012-2015 13 * * *
De eerste prioriteit vanMarjet van Houten, senior adviseur Participatie en actief burgerschap:
“De synergie die we in dit programma creëren
tussen de verschillende kanten van participatie
is essentieel. De ondersteuning aan kwetsbare
mensen is vaak opgedeeld, maar in het leven zijn
de problemen vaak met elkaar verbonden. Het is
belangrijk dat mensen zelf de regie over hun eigen
leven kunnen blijven voeren. Focussen op participa-
tie breed, vanuit de gedachte van zelfregie, is echt
noodzakelijk.”
Met wie doen we dat?
“Met cliënten en hun organisaties; Wmo-raden,
belangengroepen, actiecomités en ook gewoon
ongeorganiseerde burgers. Afstemming en samen-
werking tussen de wereld van sociale zekerheid
- ik noem hier Divosa - en zorg en welzijn is een
absolute must. Beide sectoren hebben veelal te
maken met dezelfde mensen.”
Het gewenste resultaat?
“Maatschappelijke steun die zo toegankelijk is dat
mensen zich op hun plek voelen in onze samen-
leving. Steun die uitgaat van wat mensen zelf
willen en kunnen, met een optimale mix van eigen
inbreng en externe steun.”
“ Zelf de regie over je leven voeren“
* * * 14 Meerjarenstrategie 2012-2015
Lokaal centraalWe helpen uitvoeringsorganisaties en gemeenten om
de overgang te maken van het ondersteunen naar
het versterken van de eigen kracht van mensen. Deze
empowerment vraagt om verandering op drie niveaus.
Van de cliënt vraagt het om optimale benutting van
zijn of haar eigen mogelijkheden. Van uitvoerende
betaalde beroepskrachten vraagt het om de inzet van
(effectieve) methoden gericht op de versterking van
eigen kracht en het mogelijk maken van zelfregie. Van
beleidsmakers vraagt het om het mogelijk maken van
een krachtgerichte manier van werken. Maatschap-
pelijke organisaties en gemeenten helpen we bij het
maken van de noodzakelijke keuzen: op wie richten
we ons, en op wie niet? Wat doen we, en wat niet?
Op welk moment moeten we iets doen, en wanneer
vooral ook niet? En is hulp en ondersteuning tijdelijk
nodig of blijvend?
Voorbeeldprojecten
Effectieve participatie-interventies
Inventariseren effectieve interventies en verspreiden
gevonden interventies, onder andere via de databank
Effectieve sociale interventies.
Cliëntparticipatie
Kwaliteit van cliëntparticipatie vergroten, innovatie
door cocreatie, in beeld brengen van veranderingen als
gevolg van de decentralisatie AWBZ, Jeugdzorg en de
Wet werken naar vermogen.
Decentralisatie AWBZ
Ondersteunen van gemeenten, welzijnsinstellingen en
organisaties op het terrein van wonen, arbeid en zorg.
Kwetsbare burgers toeleiden naar arbeid
Bevorderen van de maatschappelijke en arbeidsmarkt-
participatie van kwetsbare burgers.
Meerjarenstrategie 2012-2015 15 * * *
Met het programma Sociale zorg willen we bereiken dat
mensen met zorg- of hulpvragen zoveel mogelijk zelfred-
zaam zijn, zeggenschap hebben over hun eigen leven en
naar vermogen meedoen in de samenleving. Dat draagt
bij aan een sterke en leefbare samenleving. Voor de
zorgvragers zelf betekent het dat ze zich optimaal kunnen
ontplooien en kwaliteit van leven ervaren. Het program-
ma draagt bij aan lokaal georganiseerde sociale zorg,
geboden door mantelzorgers, vrijwilligers, zorgverleners,
sociale professionals (zorg, welzijn, wonen), lotgenoten en
ervaringsdeskundigen in de leefwereld van de cliënt.
Rol betaalde beroepskrachtenZorg en welzijn zijn sterk in beweging. De ondersteuning
door mantelzorgers en vrijwilligers wordt steeds belangrij-
ker ten opzichte van de rol van betaalde beroepskrachten.
Deze laatsten moeten hun functie anders invullen en de
nadruk leggen op ondersteuning van eigen kracht en
zelfregie van cliënten in plaats zelf het aanbod vanuit de
professionele organisaties in te vullen. De gemeente is
in toenemende mate verantwoordelijk voor maatschap-
pelijke ondersteuning en zorg mede door de decentrali-
satie van AWBZ-taken naar gemeenten. Dit maakt dat we
samen met organisaties in het veld van zorg, welzijn en
wonen allerlei vormen van maatschappelijke ondersteu-
ning móeten versterken en innoveren. Enerzijds omdat
de zorg anders te duur is, anderzijds om de eigen kracht
en het sociale netwerk van mensen te benutten. Het
programma Sociale zorg legt de nadruk op ondersteuning
die vroegtijdig, zo licht als mogelijk en dichtbij de sociale
leefwereld van mensen wordt georganiseerd. Dit wordt
in samenwerking met het programma Gebiedsgericht
werken vormgegeven.
Kwetsbare burger centraalCentraal staan de kwetsbare burgers en de ondersteuners
in hun directe omgeving (mantelzorgers en vrijwilligers).
Met kwetsbare burgers bedoelen we mensen die behoefte
hebben aan ondersteuning op het snijvlak van zorg,
welzijn en wonen, bijvoorbeeld vanwege beperkingen op
lichamelijk, zintuiglijk, verstandelijk gebied of vanwege
psychosociale of psychiatrische problemen. Mantelzor-
gers kunnen overigens in hun zorg voor hun kwetsbare
naaste(n) zelf ook kwetsbaar worden, wanneer zij overbe-
last raken.
Sociale zorgMensen met een zorg- of hulpvraag, maar ook met eigen kracht
Impact en kwaliteit
Ons werk moet iets teweeg brengen.
Dat lukt met de juiste mensen op het
juiste onderwerp, de samenhang tussen
de verschillende onderwerpen duide-
lijk te maken en integraal te werken.
Samen met partners.
Zo werken wij
* * * 16 Meerjarenstrategie 2012-2015
Voorbeeldprojecten
Wat werkt binnen Sociale zorg?
Verzamelen en beschrijven van nieuwe, werkende inter-
venties en het verspreiden van informatie over werkza-
me methoden, onder andere in de databank Effectieve
sociale interventies.
Zelfregie en eigen kracht
Ondersteunen en toerusten van professionals, vrij-
willigers, ervaringsdeskundigen, mantelzorgers en hun
organisaties om meer en beter te werken vanuit het
concept zelfregie en eigen kracht.
Samenwerking formeel en informeel
Vanuit onderzoek en praktijk bijdragen aan een opti-
male samenwerking tussen betaalde beroepskrachten en
informele zorgers.
Decentralisatie AWBZ
Ondersteunen van gemeenten, welzijnsinstellingen en
organisaties op het terrein van zorg, arbeid en wonen.
In dit project wordt nauw samengewerkt met het pro-
gramma Participatie en actief burgerschap.
Uitdagingen voor een krachtige informele zorg
Aandacht voor (de grenzen aan) het ondersteunen
van zorg in eigen kring. Verkennen risicogroepen met
expliciete aandacht voor ontspoorde mantelzorg. Stimu-
leren van methodisch werken. Investeren in het scholen
van professionals en vrijwilligers.
Meerjarenstrategie 2012-2015 17 * * *
De eerste prioriteit vanHilde van Xanten, senior adviseur Sociale zorg:
“In veel gemeenten zie je dat de samenwerking
tussen (kwetsbare) burgers, mantelzorgers,
vrijwilligers én professionals volop in beweging
is of komt. Mijn prioriteit is het daadwerkelijk
bij elkaar brengen van formele en informele
zorg. Door burgers bewust te maken, door
mantelzorgers en vrijwillige inzet te versterken,
maar ook door professionals binnen organisaties
ruimte te geven.”
Met wie?
“In de driehoek gemeenten, burgers, professio-
nals ontstaat nu urgentie. We werken nu in de
Gemeente Apeldoorn aan een mooie praktijkcasus
waarbij de vraag speelt in hoeverre de zelf-
redzaamheid en kracht van bewoners de ruimte
kan krijgen en worden gefaciliteerd vanuit het
welzijnswerk en de zorg.”
Het gewenste resultaat?
“In Apeldoorn streven we naar een sterkere
samenwerkingsstructuur door onder meer een ge-
deelde wijkagenda. De professionals zullen meer
en meer werken vanuit de participatiegedachte
en Welzijn Nieuwe Stijl. Daarvoor is training en
coaching nodig. Informele zorg en professionele
zorg zijn beide in beeld bij dienstverlening en hulp
aan burgers. Met lokale organisaties (zoals De Kap,
MD Veluwe en WisselWerk) worden afspraken
gemaakt om dit in de praktijk te brengen.”
“ De urgentie is duidelijk”
* * * 18 Meerjarenstrategie 2012-2015
Met het programma Huiselijk en seksueel geweld willen
we een betekenisvol bijdragen aan de preventie en aan-
pak van geweld om daarmee de sociale veiligheid te ver-
groten. Sociale veiligheid, of interpersoonlijke veiligheid,
is een belangrijk aspect van de kwaliteit van leven. Veilig-
heid komt uit elk bevolkingsonderzoek naar voren als
prioriteit van burgers. Een van de ernstigste aantastingen
van deze sociale veiligheid is wanneer iemand huiselijk en
seksueel geweld ondergaat. Uit recent onderzoek komt
naar voren dat negen procent van de bevolking vanaf 18
jaar slachtoffer is van enige vorm van huiselijk en seksueel
geweld. Als gevolg hiervan overlijden jaarlijks 50 kinderen.
Dat gebeurt vaak in een omgeving die vertrouwd en veilig
zou moeten zijn. Buiten de eigen kring is er ook vaak een
gevoel van onveiligheid. Een kwart van de bevolking voelt
zich onveilig op straat.
Enorme gevolgenDe gevolgen van huiselijk en seksueel geweld zijn
enorm. De norm is dat huiselijk en seksueel geweld
niet acceptabel is. Burgers en professionals moeten de
handen in een slaan, gestimuleerd en ondersteund door
professionele organisaties. Organisaties die deskundig
kunnen informeren en in staat zijn effectieve maatregelen
te nemen waar dat noodzakelijk is. Deze betaalde be-
roepskrachten kunnen dat echter niet zonder de inzet van
burgers. Zonder een gezonde sociale controle en burgers
die signaleren en melden, neemt de effectiviteit enorm af.
Samen met professionals We betreden met het programma Huiselijk en seksueel
geweld het privédomein én de wijk en openbare ruimte,
samen met professionals. Geweld vindt op al deze ter-
reinen plaats en verdient een aanpak waarin betaalde
beroepskrachten én burgers ondersteund worden om
de eigen mogelijkheden te benutten en verantwoorde-
lijkheden op te pakken. Er is een duidelijke wens vanuit
het veld naar meer preventie van (intergenerationele
overdracht van) geweld.
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het signa-
leren en stoppen van het geweld en het opheffen van
handelingsverlegenheid van betaalde beroepskrachten.
We zetten nu stappen naar effectieve interventies en
het verzilveren daarvan. Het programma Huiselijk en
seksueel geweld ondersteunt vrijwilligersorganisaties
bij de aanpak van seksueel misbruik en werkt hierbij
nauw samen met het programma Participatie en actief
burgerschap.
Huiselijk en seksueel geweldJe veilig voelen is een belangrijk deel van je welbevinden
Effectiviteit
Toepasbaarheid en effectiviteit van
kennis voor het oplossen van sociale
vraagstukken staan centraal.
Zo werken wij
Meerjarenstrategie 2012-2015 19 * * *
De eerste prioriteit van Bert Groen, senior adviseur Huiselijk en seksueel geweld:
“We beschikken reeds over veel kennis over
geweld en veiligheid. Het verspreiden en toepas-
sen van die beschikbare kennis en meegeven in
welke mate iets effectief is, heeft voor mij absolute
prioriteit. Het bevorderen van een veilige samenle-
ving, waar geen plaats is voor huiselijk en seksueel
geweld, waar mensen zich veilig voelen op straat,
in een openbare ruimte of binnen een instelling
kan immers alleen als we onze lessons learned
ook echt toepassen.”
Met wie?
“We moeten verregaand samenwerken met alle
professionals en intermediairs binnen de justiti-
ele keten en de hulpverleningsketen. Daar ligt
de kracht om de beschikbare kennis effectief
toe te passen. Dat kan natuurlijk niet zonder de
brancheorganisaties.”
Het gewenste resultaat?
“Onze ketenpartners zijn in staat snel, adequaat
en effectief in te spelen op de onveilige gevoelens
van hun cliënten en doelgroepen.”
“ Nu het geleerde toepassen“
* * * 20 Meerjarenstrategie 2012-2015
Voorbeeldprojecten
Wat werkt voor de cliënt?
Inventariseren nieuwe of nog niet geanalyseerde metho-
den, beschrijven van nieuwe interventies voor databank
Effectieve sociale interventies en databank Effectieve
interventies Huiselijk Geweld. Bevorderen gebruik van
beide databanken en de implementatie van de metho-
den. Effectonderzoek methoden over seksualiteit
WE CAN (Young) campagne
Wereldwijde bewustwordingscampagne met als doel het
stoppen van allerlei vormen van geweld tegen vrouwen.
In Nederland is daarnaast een speciale campagne voor
jongeren ingericht.
Werken met een meldcode
Ondersteunen gemeenten bij het invullen van hun
regierol en de mogelijkheden van de meldcode daarbij.
Adviseren (branche)organisaties. Beheren databank met
trainingsaanbod voor professionals.
Partnership aanpak seksueel geweld
Ondersteunen netwerk GGZ Nederland, GGD Nederland,
MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening,
Jeugdzorg Nederland, Federatie Opvang, VSK, MEE
Nederland, Pharos, Politie/justitie, Korrelatie, CASA Ne-
derland, het CCV, Slachtofferhulp Nederland, Nederlands
Jeugdinstituut, Trimbos-instituut en Rutgers WPF.
‘In the picture!’
Preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend
gedrag in instellingen en organisaties.
Meerjarenstrategie 2012-2015 21 * * *
Met het programma Gebiedsgericht werken willen we
bewoners versterken in hun zelforganisatie, zelfsturing
en het nemen van verantwoordelijkheid in hun eigen
leefgebied (buurt, wijk, dorp, streek of regio). Dat
doen we door samen te werken met kansrijke bestaan-
de lokale initiatieven. Daarvan te leren wat werkt en
de kennis te ontsluiten en over te dragen die nodig is
om verbindingen te realiseren op economisch, cultu-
reel en zingevingsvlak. Dit vanuit de leefwereld van
bewoners. In die verbindingen spelen vitale coalities
van bedrijven, sociaal ondernemers, welzijn/zorgor-
ganisaties, corporaties, vrijwilligerszelforganisaties en
de lokale overheid een belangrijke rol. We stimuleren
sociaal ondernemerschap, duurzaam maken van goede
werkwijzen en het tot stand brengen van sociale ver-
dienmodellen. Denk hierbij aan kleine buurtonderne-
mingen op het snijvlak van sociale diensten, buurt- en
groenbeheer, buurtcorporaties en buurtwinkels, kleine
startende bedrijven van uit moeder- en vadercentra.
Aan verbinding tussen scholing, opleiding, empower-
ment en re-integratie met werkervaringsplekken in
de buurt. Aan de inzet van mensen met uitkering of
in een activerende dagopvang die een plek vinden in
een buurtcafé, restaurant of maaltijdvoorziening. Deze
zogeheten buurtkracht speelt een steeds grotere rol in
de zelfredzaamheid van mensen.
Kracht als uitgangspuntDe talenten en de kracht van bewoners kunnen veel
vaker het uitgangspunt en de spil van sociale interven-
ties zijn. Dat blijkt uit de Wmo-praktijk (o.a. de trajec-
ten van Welzijn Nieuwe Stijl), de visitatieronde van de
krachtwijken en veel onderzoek. Professionele instel-
lingen, waaronder de lokale overheid, laten hier kansen
liggen. De inzet van welzijn is effectiever als bewoners
zelf in sturing en uitvoering van het werk een grotere
rol krijgen. Dat vraagt om een andere relatie tussen de
gemeente en de instellingen.
PraktijkvoorbeeldenBij het ontsluiten en ontginnen van praktijkvoorbeel-
den van buurtkracht streven we naar een diversiteit
van context en schaalgrootte: krachtwijk, Vinex-wijk,
bloemkoolwijk, krimp/achterstandstreek, verstedelijkt
platteland etc. Juist het ontdekken van de overeenkom-
Gebiedsgericht werkenEr is zoveel meer mogelijk met sociaal ondernemerschap
Samenwerking
We kunnen het niet genoeg benadruk-
ken: kennis maken doe je samen. We
nemen deel aan netwerken en allian-
ties. We initiëren ze ook. We bevorde-
ren de samenwerking en verbindingen
tussen organisaties en burgers.
Zo werken wij
* * * 22 Meerjarenstrategie 2012-2015
sten in de verschillen tussen stad en platteland levert
nieuwe inzichten op. De gedwongen kleinschaligheid
van het platteland biedt inspiratie tot stedelijk buur-
teigenaarschap en slim omgaan met voorzieningen. De
aanpak op bijvoorbeeld het gebied van talentontwikke-
ling bij stadsjongeren geeft richting aan bestrijding van
jeugdwerkloosheid op het platteland.
Slimme constructiesBezuinigingen in de wijken en de buurten, de opgave
om achterstanden in te lopen en nieuwe doelgroepen in
de verdere decentralisatie van de AWBZ maakt slim en
efficiënt werken noodzakelijk. De aantallen specifieke
cliënten zijn binnen een kleine gemeente soms op een
hand te tellen. Met de decentralisatie zullen gemeenten
in regioverband moeten gaan samenwerken om een
passend aanbod van ondersteuning, opvang en dag-
besteding te kunnen blijven bieden. Daar is een flinke
slag te maken.
Buurtkracht als tegenhangerIn de eerste periode van invoering van de Wmo hebben
gemeenten alle functionaliteiten geregeld. Daarna zijn
ze gaan kantelen naar werken vanuit de behoefte en de
levenssituatie van de burger. Met de decentralisatie van
AWBZ-taken, de jeugdzorg en de toeleiding naar werk
en participatie, gaat in combinatie met bezuinigingen
veel aandacht naar de afbouw en het stoppen van activi-
teiten. Buurtkracht kan hier een goede tegenhanger van
zijn. In dit programma nemen we de ambtenaar mee
als coalitiepartner, waarbij gemeentelijk beleid richting
geeft zonder dat het te dwingend wordt.
Voorbeeldprojecten
Buurt- en dorpskracht in de Wmo
In beeld brengen bestaande verbanden en sociale
ondernemers in buurt- en dorpskracht.
Wmo en domeinverbindingen
Verbinden van bedrijfsleven met sociale inzet in buurt,
van cultuur en community arts met welzijn, van buurt
met sportsector. Bestendigen en uitbreiden allianties op
het thema bevolkingskrimp.
Partnership met bedrijfsleven
Bedrijven en maatschappelijke organisaties weten elkaar
te vinden. Aansluiten op uitvoering van het Nationaal
stimuleringsprogramma MBO. Maatschappelijke beurs-
vloer neemt een vlucht.
Meerjarenstrategie 2012-2015 23 * * *
De eerste prioriteit vanJel Engelen, senior adviseur Gebiedsgericht werken:
“Mijn eerste prioriteit is dat gemeenten beseffen
dat sommige vraagstukken alleen gebiedsgericht
kunnen worden aangepakt. Zoals bij de teruggang
van voorzieningen in krimpgebieden en kleine
dorpen, verpaupering van wijken, de overlast van
jongeren, de participatiebevordering van vrouwen
in achterstandswijken en bijvoorbeeld de inbreng
van bewoners bij wijkrenovaties. We moeten deze
buurtkracht in beeld brengen.”
Met wie
“Samen met burgers (bewoners, ondernemers)
en de sociale professionals (in welzijn, onderwijs,
politie en corporaties.”
Het gewenste resultaat
“Bewoners (burgers) en de verbanden van werk-
groepen, platforms en vrijwilligersorganisaties
zijn steeds beter in staat samen problemen op te
lossen.”
“ Gebiedsgericht soms de enige weg”
* * * 24 Meerjarenstrategie 2012-2015
Samen met onsMOVISIE werkt graag kritisch en opbouwend samen
met opdrachtgevers en samenwerkingspartners in het
behouden en verkrijgen van de kennis die nodig is voor
de aanpak van sociale vraagstukken. Onder andere door
visieontwikkeling, debat, agendering, advies en trend-
onderzoek. Met als doel: een krachtige samenleving met
burgers die zoveel als mogelijk zelfredzaam zijn.
Realiseer uw maatschappelijke opdracht
Heeft u een maatschappelijke opdracht te realiseren? Wij
werken daar graag aan mee. U kunt gebruik maken van
onze kennis, meewerken in onze programma’s en pro-
jecten of ons vragen bij te dragen aan uw projecten. We
kunnen uw kennis toetsen en verspreiden, laat u verrijken
en verrijk ons. Wij werken voor en samen met ministeries,
gemeenten, fondsen, maatschappelijke organisaties en
bedrijven. Professionals uit ons werkveld kunnen ook
direct een beroep doen op onze kennis en expertise.
Schakel tussen landelijk en lokaal
De komende jaren zijn er grote ontwik-
kelingen zoals de decentralisatie van de
ABWZ en de Jeugdzorg en de invoering
van de Wet werken naar vermogen. Wij
willen de schakel tussen landelijk en lo-
kaal niveau zijn bij deze veranderingen.
Zo werken wij Een greep uit onze opdrachtgevers
en samenwerkingspartners
Ministeries van VWS, OCW, SZW, EL&I, BZK
en Justitie * Oranje Fonds * VSBfonds *
ZonMw * FORUM * MOgroep * Politie * Rode
Kruis * Vrijwilligerscentrales * Rabobank *
Lokale steunpunten mantelzorg * Regionale
patiënten- en cliëntenplatforms * Mezzo,
Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en
Vrijwilligerszorg * GGD Nederland * Advies- en
steunpunten huiselijk geweld * COC Nederland
* Federatie Opvang * Huisartsen * ABVAKABO
FNV * Beroepsverenigingen * Een veelheid aan
gemeenten * VNG
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau
voor toepasbare kennis, advies en oplossingen voor de
aanpak van sociale vraagstukken. We werken vanuit
vijf actuele programma’s: Effectiviteit en vakmanschap,
Participatie en actief burgerschap, Sociale zorg, Huiselijk en
seksueel geweld, en Gebiedsgericht werken. Onze ambitie
is het realiseren van een krachtige samenleving waarin
burgers zoveel als mogelijk zelfredzaam zijn.
Werken aan een krachtige samenleving met burgers die zoveel als mogelijk
zelfredzaam zijn; deze missie is en blijft actueel en sluit aan bij maatschappelijke
en politieke ontwikkelingen. In deze brochure over onze meerjarenstrategie leest
u waar onze focus tot en met 2015 ligt en wat onze ambities zijn.
Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl * [email protected]