KDV, Peuteropvang en BSO Odaschool - De Verbinding · 2 Inhoud Locatie specifiek beleid KDV,...

39
1 KDV, Peuteropvang en BSO Odaschool Locatie specifiek beleid Oktober 2017

Transcript of KDV, Peuteropvang en BSO Odaschool - De Verbinding · 2 Inhoud Locatie specifiek beleid KDV,...

1

KDV, Peuteropvang en BSO Odaschool

Locatie specifiek beleid Oktober 2017

2

Inhoud

Locatie specifiek beleid KDV, peuteropvang en BSO Odaschool te Sint-Oedenrode 6

Inleiding 6

Soort opvang 7

Pedagogische visie 7

Uitgangspunten 7

Gordon methode 7

Risico inventarisatie gezondheid en veiligheid 7

Groepsoverleg 7

Klachtenregeling voor ouders 8

Signaleren, ondersteunen en doorverwijzen 8

Pedagogische doelstellingen 10 Emotionele veiligheid 10 Stimuleren van persoonlijke competentie 12 Stimuleren van sociale competentie 12 Overbrengen van waarden en normen 13 Respect voor diversiteit 13 Gezondheid en veiligheidsbeleid 14 VVE-beleid 22

Bijzonder maar toch gewoon 22

Uk en Puk 22

Overgang naar de basisschool 22

Doorgaande leerlijn 22

Samenwerken met Odaschool 23

Visie 23

Plan van aanpak 24

VVE en kinderen met bijzondere hulpvragen 24

Peuter-kleuteroverleg 24

Kennismaken peuters met bassischool Odaschool 24

Beroepskrachten 25

Leidsters 25

3

Stagiaires 25

Afwijken van het breroepskracht-kindratio 25

Openingstijden 26

Voorschoolse opvang 26

Vier ogen beleid 26

Achterwacht 26

Voedselbereiding: 27

Peuteropvang 27 kinderdagverblijf 27 Buitenschoolse opvang 27

Zindelijkheid: 28

Verschonen peuteropvang en kinderdagverblijf 28

Begeleiding 28

Overige punten: 29

Intake 29 Zieke kinderen 29

Schoonmaken 29

Extra opvang 29

Huisregels 29

De ruimte 30

De groepsruimtes 30

De speelhal 30

Keuken KDV en peuter/BSO 30

Slaapkamer KDV 30

Verschoningsruimte 30

Sanitaire ruimte 30

Buitenspeelruimte binnenplaats 31

Buitenspeelruimte schoolplein BSO 31

Kinderopvang 32

Dagplanning 32

Uitleg dagprogramma 32

Overdracht 33

4

Kring 33

Vrij spel 33

Buiten spelen 33 Activiteiten 33

Thema’s 34 Overige punten kinderopvang 34

Verjaardagen 34

Stamgroepen 34

Wennen 34

Peuteropvang 35 Dagplanning 35

Uitleg dagprogramma 35

Overdracht 36

Kring 36

Vrij spel 36

Buiten spelen 36 Activiteiten 36

Thema’s 36 Overige punten peuteropvang 37

Verjaardagen 37

Stamgroepen 37

Wennen 37

Buitenschoolse opvang 38

Dagplanning 38

Uitleg dagprogramma 38

Overdracht 38

Vrij spel 38

Buiten spelen 38 Activiteiten 38

5

Overige punten buitenschoolse opvang 39

Vakantieopvang 39

Verjaardagen 39

Wennen 39

Basisgroepen 39

6

Locatie specifiek beleid KDV, peuteropvang en BSO Odaschool Inleiding: U heeft nu het Locatie specifiek beleid van KDV, peuteropvang en BSO Odaschool te St-Oedenrode, voor u. Hierin staat het specifiek beleid beschreven wat de leidsters en de stagiaires op deze locatie hanteren. Het beleid van de Verbinding is hierin verwerkt. Het uitgebreide plan is te lezen via de website; www.deverbinding-sintoedenrode.nl

7

Soort opvang KDV, peuteropvang en BSO Odaschool is gevestigd binnen de muren van basisschool Odaschool in St-Oedenrode. De groepen zijn kleinschalig en verticaal van aard. De kinderopvang bestaat uit een groep met maximaal 12 kindplaatsen in de leeftijd van 0-4 jaar. (Deze groep is momenteel nog niet geopend) Tevens wordt er peuteropvang aangeboden in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. De groep bestaat uit 16 peuters maximaal. De BSO is bestemd voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot 12 jaar. Het kind centrum werkt nauw samen met basisschool Odaschool en is vooral bestemd voor kinderen die leerling zijn van deze school. Thema’s waarmee gewerkt wordt worden veelal afgestemd met de thema’s van school. Kinderen met bijzondere hulpvragen kunnen aldus op een voor hen herkenbare wijze worden benaderd en begeleid zowel binnen de school als binnen het kind centrum. Wij werken op de groep met sensitieve gekwalificeerde beroepskrachten. Ze zijn allen in het bezit van een MBO plus of HBO opleiding. We houden de wettelijke BKR normen aan. We zullen daar op de groep nooit scheef in zitten. Verder in het locatie specifiek beleid lichten we de groepen verder toe. Pedagogische visie Wij werken op de groep volgens de pedagogische visie van De Verbinding, wij werken ontwikkelingsgericht, deskundig en betrouwbaar.

Ontwikkelingsgericht werken wij door steeds te zoeken naar een balans tussen kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling en ze de rust te geven om deze eigen te kunnen maken. Wij kijken naar alle kinderen individueel, dus naar wat zij nodig hebben op dat moment om hun ontwikkeling te stimuleren. Wij proberen kinderen op een goede manier uit te dagen, zonder ze te overvragen. Ieder kind is uniek, en daar passen wij ons op aan.

Deskundig zijn wij door de opleiding die wij gevolgd hebben. Daarnaast blijven wij ons ontwikkelen in ons vakgebied, dit door bijvoorbeeld het volgen van cursussen.

Betrouwbaarheid laten wij in ons werk zien. Integriteit, respect en een open houding naar zowel ouders en kinderen vinden wij hierbij erg belangrijk. Voor kinderen proberen wij een sfeer te creëren waarbij zij zich vertrouwd en geborgen voelen. Wij streven er naar om samen met de ouders partner te zijn in de opvoeding van hun kind. Dit door goed en open contact te houden met ouders hierover. Vanuit onze visie werken wij met verschillende doelstellingen, deze komen in het volgende hoofdstuk uitgebreid aan bod.

Gordonmethode Bij de Verbinding werken wij met de Gordonmethode, een uitgebreide handleiding van deze methode is te vinden in de GGD-map. Nieuwe leidsters en stagiaires worden hier altijd op gewezen. De belangrijkste punten uit de methode zijn de ik-boodschappen. Wij gebruiken deze dan ook om te communiceren met zowel kinderen, collega's als ouders. Belangrijk hierbij is om mensen met respect te behandelen en in hun waarde te laten, dit wordt met deze methode gedaan. Specifiek naar de kinderen wil dit zeggen dat wij ze positief benaderen, ik-boodschappen geven en een actieve luisterhouding hebben ten opzichte van de kinderen.

Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid Ieder jaar wordt de locatie gecontroleerd op veiligheid en gezondheid. Dit gebeurt aan de hand van een inventarisatie op basis van de wet kinderopvang. De uitkomsten worden besproken met de oudercommissie. De GGD onderzoekt en controleert op verzoek van de gemeente jaarlijks steekproefsgewijs de risico inventarisatie. Een verslag van deze controle is ter inzage aanwezig op de locatie. Groepsoverleg Maandelijks is er een groepsoverleg met de directie, op onze locatie (Odaschool) is dit met Ingrid van den Biggelaar. In dit overleg zullen de Risico-inventarisatie (RI) en het beleid telkens terugkeren. Iedere keer zal er gekeken worden hoe het er nu voor staat en welke veranderingen er zijn met betrekking tot deze punten. Daarnaast kunnen er in dit gesprek punten besproken worden over algemene zaken die spelen bij directie of pedagogisch medewerkers. De notulen van dit overleg zijn terug te vinden in de GGD-map.

8

Klachten ouders Klachten worden binnen de Verbinding beschouwd als een gratis advies. Klachten zijn welkom bij de pedagogisch medewerkers en voor zover nodig bij de directie van De Verbinding (Patty van den Biggelaar en Ingrid van den Biggelaar). Op 01 januari 2016 zijn er een aantal wettelijke regels veranderd. Zo is er een landelijke geschillencommissie kinderopvang en peuteropvang gekomen. Wij als kinderopvangorganisatie zijn verplicht om ons daarbij aan te sluiten. De Verbinding is dan ook per 01 januari 2016 aangesloten. Ouders kunnen een geschil indienen bij de geschillen commissie kinderopvang en peuterspeelzalen als:

De kinderopvangorganisatie niet binnen zes weken heeft gereageerd op een schriftelijke klacht.

De ouders en de kinderopvang organisatie het niet binnen zes weken eens zijn geworden over de afhandeling van de klacht.

De kinderopvangorganisatie geen adequate klachtenregeling heeft. In uitzondering op het bovenstaande mogen ouders meteen een geschil indienen bij de geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen als in redelijkheid niet van ouders kan worden verlangd dat zij onder de gegeven omstandigheden een klacht indienen bij de kinderopvangorganisatie. Dit kan bijvoorbeeld zijn klachten over intimidatie of wanneer ouders bang zijn dat het voorleggen van hun klacht vervelende repercussies kan hebben. De geschillencommissie beoordeelt in individuele gevallen of aan de voorwaarden hiervoor wordt voldaan. Oudercommissies kunnen vanaf 01 januari 2016 een geschil over de toepassing van het advies recht direct voorleggen aan de geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen. De geschillencommissie toetst in deze gevallen alleen of de kinderopvangorganisatie redelijkheid heeft gehandeld. De geschillencommissie moet volgens de wet binnen 6 maanden uitspraak doen. In de meeste gevallen zal de commissie sneller een uitspraak doen. Indien nodig zal de commissie een versnelde procedure volgen. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend voor zowel de ouders en oudercommissies als de aangesloten kinderopvangorganisatie. De geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen publiceert geanonimiseerde uitspraken op haar website. Formulieren voor het invullen van een klacht zijn te vinden op onze website.

Signaleren, ondersteunen en doorverwijzen De wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Wanneer er kinderen zijn met speciale hulpvragen, gaan we samen met ouders in gesprek om de ontwikkeling van het kind te bespreken, dit doen we d.m.v. tien minuten gesprekken die we voeren op de groep. We hanteren daarbij de KIJK-observatie lijsten. We zien dan heel gericht of kinderen goed mee kunnen in hun ontwikkeling of uitvallen. Tevens hebben we de methode Uk & Puk waar we ook in ons algemeen beleid verder op in gaan. Wanneer kinderen uitvallen is er voor ouders de mogelijkheid om een orthopedagoog in te schakelen. De kosten van deze orthopedagoog wordt in twee delen gesplitst. De helft voor De Verbinding de andere helft voor de ouders zelf. Daarnaast verwijzen we ouders door naar het consultatie bureau en of anders de huisarts. Daarnaast is onze energie erop gericht om minder door te verwijzen. Het decentralisatie beleid van de overheid is erop gericht om kinderen te begeleiden in de lokale gemeenschap wanneer dat enigszins kan. De gedachte die daar achter zit is dat nu te lichtvaardig wordt doorverwezen. Wij scholen en begeleiden onze medewerkers om in samenspraak met de basisscholen meer te kunnen betekenen voor kinderen met zorg en begeleidingsvragen. We gaan ook samenwerkingsverbanden aan met lokale professionals om minder te hoeven doorverwijzen. Ons beleid is succesvol. Er wordt steeds minder doorverwezen. Het welzijn van kinderen is beter gediend met het krijgen van kansen en mogelijkheden in hun eigen omgeving, dan met het verwijderd worden uit het eigen netwerk.

9

De wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. In samenspraak met Edukien heeft De Verbinding een mooi opleidingsplan samengesteld zodat de kwaliteit van de kinderopvang erg hoog is en blijft. Daarnaast hebben we verschillende medewerkers met een HBO pedagogiek opleiding in dienst die heel goed in staat zijn om kinderen met specifieke hulpvragen en kinderen met problematieken te herkennen en te zien. Daarnaast heeft Patty van den Biggelaar zelf de opleiding SPH gevolgd. Daarnaast is zij werkzaam geweest op een Medisch Kinderdagverblijf gedurende vijf jaar. Wanneer medewerkers aanlopen tegen moeilijk verstaanbaar gedrag of bij ontwikkelingsvragen, vragen ze eerst of Patty op de groep komt kijken. Wanneer zij ook twijfels heeft, wordt er een gesprek met de ouders gepland om te bekijken of ouders dezelfde hulpvraag hebben als het kind. En of ouders tegen dezelfde problematieken aanlopen. De eerste gesprekken doen de pedagogisch medewerkers (pm’ers) zelf. Deze gesprekken worden geëvalueerd met Patty van den Biggelaar om een actieplan op te stellen. Wanneer de pm’er het gevoel heeft er niet goed door te komen, wordt er een tweede gesprek gepland met de leidinggevende van de groep. Hierin worden mogelijkheden voor ouders geschetst en wordt de hulpvraag scherp gesteld. Wanneer de hulpvraag scherp is gesteld vragen we aan ouders of ze behoefte hebben aan een MDO: Multi disciplinaire team overleg. Dit overleg wordt ingepland om kinderen warm over te dragen. Daarna komt De Verbinding op afstand.

10

Pedagogische doelstellingen

In ons pedagogisch handelen, sluiten wij ons aan bij de vier pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven (hoogleraar op de leerstoel “theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang). Hierbij voegen wij nog twee belangrijke doelstellingen toe. Op onze groep willen wij kinderen het volgende bieden:

Emotionele veiligheid

Stimuleren van persoonlijke competentie

Stimuleren van sociale competentie

Overbrengen van waarden en normen

Gezondheid en veiligheid

Respect voor diversiteit

Emotionele veiligheid

Wij vinden het erg belangrijk om kinderen emotionele veiligheid te bieden. Wij bieden de kinderen een sfeer van geborgenheid en een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Een onveilig klimaat staat het realiseren van andere pedagogische doelstellingen in de weg. Dit is de reden dat het bieden van emotionele veiligheid als eerste pedagogische doel staat. Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen. Een gevoel van veiligheid creëren wij door vaste beroepskrachten op de groep. Zo kennen de kinderen de pm’ers, maar pm’ers de kinderen ook goed. Een kind weet dan wie ze kunnen vertrouwen en de pedagogische medewerkers kennen het kind goed genoeg om het passend te begeleiden en stimuleren. Op sommige momenten zal er een invaller op de groep aanwezig zijn. Wij stellen deze aan de kinderen voor en geven de kinderen het vertrouwen dat ook de invaller fijn met ze komt spelen en goed voor ze zal zorgen. Iedere pedagogische medewerker werkt aan een band met elk kind individueel. Dit doen we door persoonlijk contact te maken met de kinderen. We gaan op ooghoogte zitten en kijken de kinderen aan als we met ze praten. We nemen de tijd om met kinderen te knuffelen en op schoot te nemen. Wij vinden het ook belangrijk om kinderen positief te benaderen en ze te complimenteren. Als kinderen fijn aan het spelen zijn of iets moois maken zullen wij hen complimenteren en laten merken dat we trots op hen zijn. Ook tijdens de dagelijkse verzorging zorgen we ervoor dat de kinderen zich op hun gemak voelen. Dit doen we door bijvoorbeeld bij het verschonen kinderen te vertellen wat we doen en door een praatje te maken met het kind. Ook bouwen wij een band op met de kinderen door op de hoogte te zijn van hun leefwereld. In het contact met kinderen kunnen wij deze vertrouwde en herkenbare dingen aandragen. Tijdens de overdracht met ouders bespreken wij daarom dingen die er in de leefwereld van het kind spelen. Als ouders bijvoorbeeld vertellen dat ze afgelopen weekend in de dierentuin zijn geweest, maken wij een praatje met het kind over de dierentuin. Verder proberen wij in te spelen op de behoeftes van kinderen. Dit doen wij door te kijken en luisteren naar de kinderen. Zowel naar de verbale- als non-verbale signalen. Wat heeft een kind op dat moment nodig of waarom wil hij iets liever niet doen? Dat zijn vragen die wij ons stellen bij het inspelen op de behoeftes. De volgende stap die wij dan nemen is kijken in hoeverre wij in kunnen spelen op die behoeften. Bijvoorbeeld een kind dat zijn mandarijn niet meer wil eten, terwijl hij normaal altijd goed zijn fruit eet. Samen kijken we dan waarom het kind zijn mandarijn niet opeet. Als er dan uitkomt dat het kind geen honger meer heeft proberen we te achterhalen hoe dat komt. Heeft het kind misschien buikpijn of vindt hij de mandarijn niet lekker. Inspelen op de behoefte van de kinderen wil echter niet zeggen dat we de wensen van kinderen zoals zij die zelf kenbaar maken altijd (direct) inwilligen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich in hun eigen tempo ontwikkelen. Wij kijken naar het kind zelf, waar moeten we het kind in stimuleren of waar is het juist heel goed in. Wij vinden het belangrijk dat een kind, kind kan zijn. Wij geven kinderen ruimte voor eigen initiatief. Kinderen mogen vrij spelen en eigen materiaal uitkiezen. Merken wij echter dat kinderen hierin vastlopen, begeleiden wij hen hierin. Bijvoorbeeld als we merken dat een kindje puzzelen heel erg leuk vindt, maar het nog niet zo goed kan. Begeleiden wij het kind bij het puzzelen om zo succeservaring op te laten doen. Tijdens het spel en activiteiten moedigen we kinderen aan en dagen we ze uit tot verdere ontwikkeling. Dit doen wij door te kijken hoe ver een kind is in zijn of haar ontwikkeling en bieden hierbij passend materiaal aan. Merken wij dat kinderen dit materiaal of de activiteit steeds meer onder de knie hebben, zullen we de activiteit uitbreiden of een activiteit daarop volgend in de ontwikkeling aanbieden. Indien nodig vragen we de school om passend materiaal.

11

Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders Wij vinden het belangrijk om goed contact met de ouders te onderhouden. Wij streven ernaar om de ouders te spreken bij ieder breng- en haalmoment. Tijdens deze momenten bespreken we de gemoedstoestand van de kinderen, wat ze beleeft hebben en bijzonderheden van die dag. Ook op dit moment wordt de ontwikkeling van de kinderen besproken. Boven genoemd voorbeeld over de puzzel bespreken wij aan het einde van de dag met de ouders zodat de ouders op de hoogte worden gehouden. Indien wij of de ouders het nodig vinden kan hierover ook een gesprek op een later tijdstip plaatsvinden. Voor ieder kind van het KDV is er eenmaal per jaar een 10-minutengesprek. Bij de peuteropvang wordt dit voorafgaand aan het vieren van de derde en vierde verjaardag. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van de observatielijst (KIJK) die wij jaarlijks invullen. Voor kinderen tot 1 jaar houden wij een overdracht schriftje bij. Hierin staat het ritme van het kindje en bijzonderheden beschreven. In het contact met ouders vinden wij respect en openheid heel belangrijk. Wij luisteren naar ouders en staan open voor suggesties. Samen met de ouders willen wij graag een lijn trekken in de opvoeding van hun kind. Mocht er iets op de groep voorvallen nemen wij direct contact op met ouders, dit kan bijvoorbeeld bij ziekte of een ongeval zijn. Samen met ouders overleggen wij over het verdere handelen. Uitgangspunt hierbij is dat er niemand het kind beter kent dan de ouders zelf, wij hebben het vertrouwen in de ouders dat zij hierna handelen en kijken naar wat het beste is voor het kind. Het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderling Wij als pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie voor kinderen. Hier zijn wij ons bewust van. Wij als pedagogisch medewerkers tonen aan de kinderen hoe je op een goede manier met elkaar omgaat. Wij communiceren op een beschaafde manier en laten zien hoe je goed kan samenwerken. Dit laten wij bijvoorbeeld zien door een collega gezondheid te wensen als ze niest of door als je iets vraagt, hier alsjeblieft bij te vermelden. Structuur in de dag en de aangeboden activiteiten Wij creëren een gevoel van veiligheid door de kinderen een vast dagritme aan te bieden. Iedere dag werken wij met hetzelfde dagritme. Dit dagritme staat verderop in dit beleid beschreven. De kinderen kunnen op de groep zien welke activiteiten er zijn gedurende de dag. Dit gebeurt door pictogrammenkaarten van uk en puk, die we duidelijk zichtbaar op de groep hebben hangen. Wij handelen consequent en voorspelbaar voor de kinderen. Hierdoor weten de kinderen wat ze kunnen verwachten en wat er van hen verwacht wordt. Tijdens het handelen vertellen en leggen we zo veel mogelijk uit over wat er gaat gebeuren. Hierdoor worden situaties voorspelbaar en overzichtelijk voor een kind. Als we van activiteit gaan wisselen geven we dit op tijd aan zodat de kinderen zich hier op kunnen voorbereiden. Wij werken met thema’s en activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. De thema’s zijn van uk en puk of hebben te maken met jaargetijden of feestdagen. Deze worden via een vaste structuur aangeboden waarbij de pop Puk een vaste leidraad is. Puk is een vriendje voor de kinderen, hij is veilig en herkenbaar voor hen. Puk neemt hen mee naar verschillende nieuwe ervaringen. Het vieren van de verjaardagen van zowel kinderen als pedagogisch medewerkers vinden wij belangrijk. Kinderen voelen zich bijzonder als ze jarig zijn. Ieder kind is bijzonder voor ons, dus dat willen wij hen op deze dag ook laten merken. Het kind staat in het middelpunt van het feest, merken wij dat een kind dit niet fijn vind spelen wij hier op in. Ook schenken wij ruim de aandacht aan een kind dat afscheid neemt en kijken we wat voor invloed dit heeft op de kinderen. Een kindvriendelijke omgeving Een overzichtelijke, duidelijk ingedeelde ruimte draagt bij aan het gevoel van veiligheid van kinderen. Daarom hebben wij onze ruimte onderverdeeld in verschillende hoeken. Hierbij kun je denken aan een poppenhoek of een bouwhoek. Wij zorgen ervoor dat deze hoeken behouden blijven, zodat ze veilig en vertrouwd zijn. Wel zorgen we voor nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld door materiaal aan te passen of de themahoek in te richten bij het thema waar we mee bezig zijn. Bijvoorbeeld als we werken met het thema Hatsjoe!, dan maken we van de poppenhoek een ziekenhuis. Voor baby’s bieden wij deze veiligheid door een eigen plekje te creëren. Dit kan zijn in een hoge box, hier liggen de kinderen veilig maar hebben ze toch overzicht op de groep. We creëren zo’n plekje ook op het plateau, hier kunnen meerdere baby’s samen spelen en ontdekken. De inrichting en het speelmateriaal is afgestemd op de ontwikkelingsfase van de kinderen en biedt geborgenheid. In deze uitdagende ruimte leren kinderen elkaar kennen en raken ze vertrouwd.

12

Persoonlijke competentie Met persoonlijke competentie bedoelen we: emotionele vrijheid, veerkracht, zelfstandigheid, nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze kenmerken zijn belangrijk en onderling nauw verbonden. Jonge kinderen gaan op zoek naar ervaringen en de grenzen van hun kunnen. Stimuleren en motiveren bij de persoonlijke ontwikkeling Wij stimuleren en motiveren de kinderen bij hun persoonlijke ontwikkeling. Dit doen wij bijvoorbeeld door kinderen zelf te laten ontdekken en zelf te laten ervaren wat ze wel of niet kunnen. Bijvoorbeeld een baby die een verhoging aan het ontdekken is. Wij laten het kind de verhoging ontdekken, maar blijven erbij zodat dit in alle veiligheid kan gebeuren. Wij als pedagogisch medewerkers schatten het kunnen van een kind in en laten hen ontdekken en ervaren. We geven kinderen de ruimte om zelf fouten te maken en te ontdekken hoe het misschien anders kan of waarom het fout is. Dit laten we ze ontdekken door ze vragen te stellen zodat ze hier zelf over na gaan denken. Bij de jongeren kinderen doen we dit door het goede voorbeeld te geven. Wij bieden kinderen ook verschillende materialen aan om hun persoonlijke competentie te vergroten. We dagen het kind uit om nieuwe activiteiten te doen, ze te stimuleren en motiveren tijdens het uitvoeren en ze trots te laten zijn bij het behalen van het einddoel. Dit doen we door met de kinderen bezig te zijn en ze zowel verbaal als non-verbaal te ondersteunen. Hierbij kun je denken aan een aai over het hoofd of een compliment. Hierdoor bouwen de kinderen zelfvertrouwen op. Ook door de relatie met andere kinderen werkt een kind aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Wij leren kinderen om onderdeel van een groep te zijn en de daarvoor belangrijke vaardigheden te ontwikkelen. Hierbij kun je denken aan leren delen, samenspelen, op je beurt wachten etc. Taalontwikkeling is gekoppeld aan de ervaringen en waarnemingen van het kind en hoe wij daar als volwassenen op reageren. Wij stimuleren de kinderen spelenderwijs in hun taalontwikkeling. Dit doen wij door bijvoorbeeld dingen te benoemen waar ze naar wijzen of ze uit te dagen tot spreken. Ook benoemen wij wat we gaan doen en waarom we het gaan doen. Ook spelen we bijvoorbeeld het spel lottino, hierbij zien kinderen verschillende plaatjes en moeten ze het plaatje benoemen. De kinderen leren op spelenderwijs de woorden. Sociale competentie Met sociale competentie bedoelen we de kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, andere kinderen helpen, op je beurt wachten, voor jezelf opkomen, om kunnen gaan met conflictsituaties, rekening houden met elkaar etc. Stimuleren en motiveren bij de sociale ontwikkeling. Deze sociale vaardigheden leren de kinderen in interactie met elkaar maar ook met de pedagogisch medewerker. Ons doel hierbij is om deze interactie tussen kinderen te versterken en verbeteren. Dit doen wij door kinderen zelf contact te laten zoeken met andere kinderen en hen hierbij te stimuleren als ze hierin vastlopen. Wij stimuleren groepsactiviteiten en moedigen kinderen aan om contact met elkaar te maken en samen wat te ondernemen. Verschillende activiteiten worden zowel in grotere groepen als kleinere groepen gedaan. Hierbij is er aandacht voor het functioneren van het individuele kind in de groep. Hoe gaat het kind om met de groep, waar heeft het kind moeite mee of waar gaat het juist heel goed mee? Dat zijn dingen die wij ons hierbij afvragen en waar we op in spelen. Als wij merken dat een kind nauwelijks contact met andere kinderen zoekt, begeleiden wij dit kind. Wij bieden het kind vaker groepsactiviteiten aan waarbij we ze begeleiden, of zorgen dat het opgenomen wordt in het spel van andere kinderen. Sommige kinderen hebben soms echter behoefte aan individueel spel. Dit laten ze dan vaak in hun gedrag zien. Wij bieden kinderen dan meestal een activiteit aan tafel aan zodat ze even een momentje voor zichzelf hebben. Wij hebben een verticale groep, dit is bij uitstek de plaats om kinderen elkaar te laten helpen. De grotere kinderen vinden het leuk om de kleine kinderen te helpen als iets niet lukt. Ze vinden het ook leuk om het goede voorbeeld te geven. Dit stimuleren wij dan ook bijvoorbeeld door aan de oudere kinderen te vragen of ze kunnen laten zien hoe iets moet of door het oudere kind het kleinere kind te helpen met een verkleedjurk aandoen. Tijdens conflicten laten wij kinderen zoveel mogelijk zelf proberen het op te lossen. Kinderen komen vaak direct naar ons toe als een kindje iets afpakt. Wij gaan met het kind naar het andere kind en helpen hem in de communicatie om aan te geven wat hij of zij niet fijn vindt en wat hij of zij graag zou willen. Een kind leert hierdoor aan te geven wat hij of zij niet fijn vindt, op te komen voor zichzelf en dingen zelf op te lossen. Als er emoties bij betrokken zijn wijze wij de kinderen hier op. Bijvoorbeeld als een kindje huilt, vragen wij of het andere kind ziet wat er is en wat het dan betekend dat het andere kind moet huilen. Op deze manier leren ze zich ook verplaatsen in anderen.

13

Waarden en normen Wij vinden het hebben van waarden en normen en het overdragen hiervan erg belangrijk. Veel van deze waarden en normen hebben te maken met omgaan met elkaar, rekening houden met elkaar, respect hebben voor elkaar, delen met elkaar, op je beurt wachten etc. Overdragen van waarden en normen Een norm die wij op de groep hanteren is dat we ieder kind als gelijkwaardig en waardevol beschouwen. Dit laten we zien door open te staan voor diversiteit en in te gaan op dingen die voor een kind “anders” kunnen zijn. Wij vinden het ook belangrijk dat kinderen goed omgaan met dieren, natuur en materialen. Dit zijn dingen waar je rustig en met respect mee omgaat. Voor dieren hoor je lief te zijn, blaadjes hoor je niet van de boom af te trekken en materialen dienen gebruikt te worden waar ze voor gemaakt zijn. Wij hebben verschillende normen en waarden die ook verbonden zijn met onze huisregels. Deze leven wij na en we wijzen de kinderen hierop. Wijzelf zijn bij het overbrengen van normen en waarden van belang. Wij passen onze houding op onze waarden en normen aan, wij geven het goede voorbeeld. Merken wij dat de kinderen de bij ons geldende waarden en normen niet naleven zullen wij met ze in gesprek gaan en ze proberen uit te leggen waarom die bepaalde waarde of norm van belang is. Een voorbeeld hierbij is als kinderen blaadjes van de struiken trekken. Op dat moment gaan wij met de kinderen in gesprek. We vragen wat ze aan het doen zijn en waarom ze dat doen. Nadat we naar hen geluisterd hebben leggen we uit waarom het niet goed is om de blaadjes van de struiken te trekken. Diversiteit Wij staan open voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind zich thuis voelt bij ons, daar besteden wij dan ook veel aandacht aan. Op deze manier leren wij kinderen respect te hebben voor zichzelf, elkaar en hun omgeving.

Respect voor jezelf, anderen en je omgeving

Wij leren een kind respect te hebben voor zichzelf. Dit doen we door het kind zijn eigen behoeftes en emoties te laten herkennen en verwoorden, eigen keuzes te maken, zelfvertrouwen te ontwikkelen en voor zichzelf op te leren komen. Dit alles zoals beschreven staat bij de vorige ontwikkelingsdoelen. We leren kinderen respect te hebben voor elkaar en andere mensen in hun omgeving door verschillen te benoemen en te laten zien dat iedereen anders en uniek is, maar daarom net zo leuk en lief. Het is goed dat kinderen zien dat niet alles voor iedereen vanzelfsprekend is of alles net zo gemakkelijk gaat. Bijvoorbeeld met een kind met een handicap leggen we de kinderen uit wat het kindje wel kan en niet kan, en kijken we samen met de kinderen hoe we elkaar kunnen helpen om toch zoveel mogelijk samen te kunnen doen.

14

Gezondheids- en veiligheidsbeleid Wij vinden gezondheid en veiligheid belangrijke dingen op onze groep. Een gezonde en veilige omgeving zorgt ervoor dat kinderen zich op een goede manier kunnen ontwikkelen. Gezondheidsbeleid Risico-inventarisatie Ieder jaar voeren wij de risico monitor betreft gezondheid uit. Via deze monitor worden de risico’s geïnventariseerd. Om de risico’s zo klein mogelijk te maken voeren wij het actieplan uit die voortkomt uit de risico monitor. Tevens nemen wij regels, die van belang zijn voor de gezondheid van de kinderen, op in onze huisregels en leven deze na. Handhygiëne Ziektekiemen worden onder meer via de handen overgedragen. Een goede handhygiëne door pedagogisch medewerkers, maar ook door de kinderen, is een van de meest effectieve manieren om besmetting te verkleinen. Wij letten extra op de handhygiëne door minimale sieraden te dragen aan onze handen en polsen. Daarnaast wassen wij onze handen bij;

Het aanraken en bereiden van voedsel, het (helpen bij) eten, voor het aanbrengen van zalf of crème en het verzorgen van wonden.

Na het toiletgebruik / billen afvegen.

Na het contact met lichaamsvochten zoals speeksel, snot, braaksel, urine/ontlasting, wondvocht of bloed, wondverzorging.

Na het zichtbare verontreiniging van de handen.

Na hoesten, niezen en snuiten.

Na het verschonen van een kind.

Na het buiten spelen.

Na het contact met vuile was, textiel afval of de afvalbak.

Na het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden. De handen worden met vloeibare zeep en flink stromend water gewassen en afgedroogd met papieren handdoeken of stoffen handdoeken. De stoffen handdoeken worden iedere dag vervangen door een schone handdoek. Tevens zien wij er op toe dat de kinderen hun handen grondig en zorgvuldig wassen. Hoest- en niesdiscipline Ziekteverwekkers uit mond, neus en keel verspreiden zich via de lucht en lichaamsvloeistoffen. Om verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen leren wij de kinderen hoest- en niesdisciplines aan, zoals hand voor de mond, een schone zakdoek gebruiken bij het snuiten van je neus e.d. Bij de jongste kinderen maken wij de neuzen zelf schoon, zodat de ziekteverwekkers niet verspreid kunnen worden via de handen of zakdoek van het kind. De zakdoeken worden direct weggegooid in een afgesloten prullenbak en de ruimte wordt geventileerd. Hygiëne betreffende verschonen en toiletgebruik Verschonen gebeurt in het geval van kinderen op het kinderdagverblijf en peuteropvang op een verschoontafel op een verschoonkussen en in de nabijheid van een wasgelegenheid. Luiers worden na gebruik direct in een gesloten luieremmer gegooid. De luieremmer verschonen wij ieder dagdeel en wordt wekelijks schoon gemaakt. Na het verschonen wassen wij altijd onze handen. Zolang kinderen nog niet zelfstandig naar het toilet gaan, gaat er ten allen tijde een pedagogisch medewerker mee om het kind te begeleiden. Kinderen die opgevangen worden in onze buitenschoolse opvanglocaties worden geacht zelfstandig naar het toilet te kunnen. Een ongelukje kan echter altijd gebeuren. In dit geval gebeurt het verschonen in de toiletruimte. Daar verschoont een kind zich zoveel mogelijk zelfstandig, voor de jongere kinderen geldt dat dit onder toezicht gebeurt van een pedagogisch medewerker. De vervuilde kleren worden vervolgens in een vuilniszak/tas gedaan, afgesloten en aan de kapstok gehangen voor de ouders. Het betreffende kind en de pedagogisch medewerker wassen na het verschonen de handen.

Wondverzorging Wonden en blaasjes zijn broeinesten voor bacteriën, hierdoor moet extra gelet worden op een goede wondverzorging. Met de volgende punten houden wij rekening:

Pus/wondvocht wordt voor het gaat lekken gedept, hiermee voorkom je dat andere kinderen hiermee in aanraking kunnen komen.

Wondjes worden afgedekt met een pleister of steriel gaasje.

15

Als materialen en oppervlakte verontreinigd zijn met pus/wondvocht worden deze direct met reinigingsmiddel schoongemaakt (op iedere locatie moet een flesje reinigingsalcohol aanwezig zijn).

Handen worden na verzorging en aanraking van wonden gewassen (ook die van kinderen die hiermee in aanraking zijn geweest).

Mocht een kind een koortslip hebben dan ziet de pedagogisch medewerker er op toe dat dit kind geen anderen zoent.

Hygiëne betreffende zwembaden In de zomermaanden gebruiken wij wel eens zwembaden, bij warm weer. Voor een goede hygiëne letten wij erop dat:

Zwembaden zonder pomp met filter moeten dagelijks voorzien worden van schoon water.

Bij tussentijdse vervuiling (denk aan vogelpoep) wordt het zwemwater ook ververst.

Bij speelgoed voor in het zwembad wordt geen speelgoed gebruikt dat aanzet tot het drinken

De pedagogisch medewerkers zien erop toe dat kinderen geen zwembadwater drinken. In het zwembad wordt niet gegeten en niet gedronken.

Voor kinderen die nog niet zindelijk zijn worden zwemluiers gebruikt.

Na gebruik worden de zwembaden droog opgeborgen. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu Het binnenmilieu is de leefomgeving binnen in een gebouw. Voor een gezond binnenmilieu zorgen wij voor:

Luchtverversing.

Temperatuur.

Vochtbalans en de kwaliteit van de (binnen)lucht. Om de luchtkwaliteit goed op peil te houden nemen wij onderstaande maatregelen. Koude/warme ruimte De temperatuur wordt regelmatig gecontroleerd. De optimale temperatuur is 20ºC. Wij zien er op toe dat de temperatuur niet onder de 17ºC komt. Ook mag er geen verschil tussen de ruimten zijn die groter is dan 5ºC. Mocht de temperatuur oplopen tot boven de 25ºC dan word er extra geventileerd om de temperatuur verder te laten dalen. Stoffige ruimte Als er binnen gespeeld wordt met het krijtbord, dan wordt er gebruik gemaakt van stofvrij schoolkrijt. Het bord wordt schoongemaakt met een vochtige doek. Van planten (echt of plastic) wordt ook regelmatig het stof verwijderd. Stoffering Textiel, zoals de gordijnen wassen wij 1 keer per half jaar. Textiel, zoals poppenkleren e.d. wassen wij maandelijks. Het vloerkleed wordt dagelijks gereinigd. Speelgoed Het speelgoed maken wij maandelijks schoon. Het speelgoed dat niet in gebruik is, wordt in kasten opgeborgen. Speelgoed dat zichtbaar verontreinigd is wordt direct gereinigd. Babyspeelgoed dat in de mond wordt genomen en speelgoed dat uitnodigt om in de mond te nemen wordt dagelijks gereinigd. Speelgoed dat aangeschaft word, wordt geselecteerd op eenvoudig te reinigen en slijtvastheid. Beschadigd speelgoed wordt vervangen en speelgoed voor binnen en buiten wordt vanuit hygiënisch oogpunt van elkaar gescheiden gehouden. Bedden Voor een goede hygiëne in de slaapkamers leven wij de voorschriften na. Door deze regels in acht te nemen beperken wij dat kinderen in contact komen met allergenen of ziektekiemen via het beddengoed.

Eventueel zichtbaar vervuild beddengoed wordt direct vervangen.

Dekbedovertrekken en hoeslakens worden wekelijks gewassen.

De dekbedden zelf worden maandelijks gewassen.

De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat alle kinderen eigen beddengoed hebben en indien van toepassing een eigen slaapzak hebben.

Bij gedeelde bedjes wordt het bed eerst verschoond voordat een ander kind te slapen wordt gelegd.

Rook Binnen De Verbinding, dus ook bij locatie Odaschool, geldt een rookverbod. Wij zien er op toe dat er niet in de buurt van kinderen gerookt wordt (denk hierbij bijvoorbeeld aan: Er staat iemand op het plein te roken, vraag of deze persoon het plein wil verlaten).

16

Vluchtige stoffen In binnenruimten mogen geen spuitbussen gebruikt worden denk hierbij aan verf, haarlak en luchtverfrissers, deodorant etc. Ook wordt er geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën op de groep gebruikt. Daarnaast wordt er ook geen verf, vlekkenwater of boenwas gebruikt als kinderen in de ruimte aanwezig zijn. Er mag alleen lijm op waterbasis gebruikt worden. Ventilatieluchtkwaliteit Ieder dag van de week ventileren wij in de ruimten door de ramen en/of ventilatieroosters open te zetten. Tijdens beweegspelletjes, het stofzuigen, bedden opmaken en andere activiteiten die stof of verontreiniging verspreiden wordt extra geventileerd. Gedurende de nacht en wanneer er niemand aanwezig is staat de aanwezige ventilatie aan. Voor het in gebruik nemen van de ruimten die ’s nachts eventueel niet geventileerd kunnen worden, worden de ruimten gelucht. Ventilatieroosters worden op regelmatige basis gereinigd en het ventilatiesysteem is zo aangelegd dat verontreinigde lucht niet via de ventilatievoorzieningen in de binnenruimten terechtkomt. Eventuele mechanische ventilatie staat in de stand die ervoor zorgt dat het CO2 gehalte laag genoeg blijft. De luchtfilters van deze eventueel aanwezige mechanische luchttoevoer worden periodiek vervangen volgens de gebruiksaanwijzing. De kwaliteit van de lucht leggen wij dagelijks vast in een logboek d.m.v. de CO2 meter. Lawaai Bij geluidsoverlast worden passende maatregelen genomen. Wij zorgen ervoor, mits mogelijk, dat de oorzaak van de geluidsoverlast wordt weggenomen. Als het niet mogelijk is de geluidsoverlast te stoppen zoeken wij een rustigere ruimte op of gaan naar buiten. Luidruchtige werkzaamheden worden zo gepland dat geluidsoverlast voorkomen wordt. Huisdieren Huisdieren zijn niet aanwezig. Als uitzondering op de regel kunnen huisdieren incidenteel en kort toegelaten worden na overleg met ouders, bijvoorbeeld in verband met een bepaald thema. Schoonmaken Wij maken gebruik van een schoonmaakschema. In dit schema staan dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse schoonmaakwerkzaamheden. Bij het inrichten van de ruimten en de aanschaf van nieuwe materialen wordt gekozen voor meubilair en materialen die gemakkelijk zijn schoon te houden. Bij handmatig stofwissen gebruiken wij stofbindende doeken, zoals bijvoorbeeld een vochtige doek. Vaatdoeken worden met heet stromend water uitgespoeld. Alle gebruikte doeken worden aan het einde van de dag vervangen. Na het gebruik van (wegwerp)handdoekjes bij het schoonmaken van kinderen worden deze direct weggegooid of bij de was gedaan. Keuken Specifiek voor de keuken gebruiken wij de volgende schoonmaakrichtlijnen:

Algemene en vaak terugkerende schoonmaakwerkzaamheden worden gedaan volgens een schoonmaakrooster waarop de taken afgevinkt moeten worden (dit rooster wordt door iedere locatie zelf opgesteld).

Al het materiaal wat gebruikt wordt in de keuken en bij het eten dient zorgvuldig schoongemaakt te worden met het juiste schoonmaakmiddel volgens aanwijzingen op de verpakking.

Bij het gebruik van de koelkast wordt er in het bijzonder gelet op het wekelijks reinigen van de binnenkant van de koelkast, het ontdooien van de diepvries zodra ijsvorming optreedt en het regelmatig reinigen van de rubberen randen.

Materiaal wat gebruikt is bij de bereiding van voedsel moet schoongemaakt worden en mag geen resten meer bevatten van het bereidde voedsel.

Al het schoongemaakte materiaal moet droog opgeborgen worden om bacterie vorming tegen te gaan. Let voornamelijk op serviesgoed wat uit de vaatwasser komt.

Het werkblad wordt iedere dag goed gereinigd.

Tevens worden alle handvatten iedere dag schoongemaakt.

Wanneer vaat handmatig afgewassen wordt, wordt warm water gebruikt met afwasmiddel. Na het afwassen wordt de vaat direct gedroogd met een schone theedoek.

Bij het gebruik van een vaatwasser dient het correcte programma gebruikt te worden, wat per vaatwasser kan verschillen.

17

Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu Ook buiten zijn er verschillende gezondheidsrisico’s. Om deze risico’s te beperken houden wij rekening met onderstaande punten. Planten Op het buitenterrein staan zo min mogelijk planten die allergeen stuifmeel verspreiden. Hiermee wordt bij de aanschaf van nieuwe planten rekening gehouden. Wanneer er samen met de kinderen een uitstapje gemaakt wordt, controleren wij welke kinderen allergieën hebben zoals hooikoorts en wordt hier rekening mee gehouden. Insectenbeten Bij activiteiten in de natuur wordt erop gelet dat kinderen beschermende kleding dragen, om beten te voorkomen. Buiten wordt er zo min mogelijk zoet gegeten en plakkerige handen en monden worden meteen schoongemaakt, om insecten te voorkomen. Ouders worden gevraagd na afloop van het uitstapje hun kind nogmaals goed te controleren op teken. Zon/warmte Op een mooie dag is het heerlijk om buiten te zijn met de kinderen. Wel brengen de zon en warmte gevaren met zich mee waar rekening mee moet worden gehouden. Wij zien er op toe dat kinderen niet te lang in de zon spelen, indien nodig worden er schaduwplekken gecreëerd d.m.v. parasols, bomen e.d. Kinderen onder de 12 maanden worden niet aan direct zonlicht blootgesteld. Er wordt voor kinderen antizonnebrandmiddel gebruikt met een factor (SPF) van ten minste 20. Deze zonnebrand moet ook bescherming bieden tegen uv-a-straling en uvb- straling. Kleding biedt bescherming. Wij laten daarom de kinderen zoveel mogelijk met een shirt aan buitenspelen. Bij extreme hitte wordt het buitenspelen beperkt en het spel aangepast, zodat grote inspanning wordt vermeden. De werkinstructie "Extreem warme/koude dagen" treedt op een dergelijk moment in werking. Tussen 12:00 en 15:00 wordt er alleen binnen ofwel in de schaduw gespeeld. Bij hoge temperaturen bieden wij de kinderen extra drinken aan. Daarnaast mogen kinderen ook te allen tijde water drinken. Om zonverbranding tegen te gaan worden kinderen van begin mei tot eind september ingesmeerd, dit geldt voor alle dagen dat het zonnig of half bewolkt is. Ook als de kinderen alleen in de schaduw spelen. Kou Bij lage temperaturen wordt de duur van het buiten spelen beperkt en wordt er gezorgd dat de kinderen goed beschermend naar buiten gaan d.m.v. jassen dicht, sjaal aan etc. Voor kinderen tot 4 geldt dat zij bij temperaturen onder 0˚C niet langer dan een half uur buiten mogen spelen. Tevens bieden wij de kinderen bij koud weer, meer bewegingsactiviteiten aan. Bij lage extreem lage temperaturen treed de werkinstructie "Extreem warme/koude dagen" in werking. Zandbak Om katten en honden te weren uit de zandbak dekken wij deze af met een zeil. Voor gebruik wordt de zandbak geïnspecteerd op vervuiling. Er mag niet in de zandbak gegeten en gedronken worden en handen moeten gewassen worden na het spelen in de zandbak. Jaarlijks wordt het zand van de zandbak vervangen. Dieren Wanneer kinderen buiten in aanraking komen met dieren dan zien wij er op toe dat kinderen niet gekrabd en gebeten worden. Mocht dit onverhoopt wel gebeuren dan worden passende maatregelen getroffen. Wanneer ongedierte wordt aangetroffen verhelpen wij dit direct door de leidinggevende te bellen. Zo nodig wordt de ongediertebestrijding dienst ingeschakeld. Bij de bestrijding van ongedierte wordt er op de geldende veiligheidseisen gelet betreffende locaties waar kinderen verblijven. Kinderen mogen in geen geval in aanraking kunnen komen met bestrijdingsmiddelen. Uitwerpselen van ongedierte worden direct opgeruimd. Om ongedierte en knaagdieren te weren worden eventuele kieren en naden ten allen tijde gedicht. Kinderboerderijen worden alleen bezocht met kinderen wanneer er geen dierenziektes bekend zijn in Nederland en in overleg met de ouders. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (niet) medisch handelen Als het kind geneesmiddelen nodig heeft gedurende het verblijf kunnen de ouders hun zeggenschap over de toediening van de medicamenten overdragen aan de pedagogisch medewerkers. Om fouten in het medisch handelen te voorkomen heeft De Verbinding Kinderopvang per categorie enkele richtlijnen geschreven. Medicatie Indien ouders aan ons vragen of wij de medicatie aan hun kind willen geven dienen ouders vooraf schriftelijk toestemming te geven. De medicatie wordt verstrekt door een vaste pedagogisch medewerker. Het verstrekken van

18

medicatie dient te worden vastgelegd in het standaard formulier "overeenkomst gebruik geneesmiddelen". Dit formulier dient door de ouders ondertekend te worden. Wanneer het gaat om het verstrekken van geneesmiddelen gedurende een langere periode moet regelmatig (afhankelijk van het ziektebeeld) met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende geneesmiddelgebruik. Als de medicatie meerdere dagen toegediend dient te worden, wordt er een logboek aangelegd van de toe te dienen medicijnen. Ook wordt er een afstreeplijst gebruikt om het twee keer toedienen van medicijnen te voorkomen. Medicatie wordt alleen verstrekt wanneer de medicatie in de originele verpakking zit met de bijsluiter en op de juiste manier bewaard is (bijv. koelkast). Voor verstrekken moet altijd de houdbaarheid datum gecontroleerd worden. Medicijnen moeten thuis al eerder gebruikt zijn door het kind. Alle betrokkenen zijn op de hoogte van de bijzonderheden. Om calamiteiten te voorkomen kunnen wij ten allen tijden de huisarts bellen. Medische handelingen Binnen De Verbinding zijn medewerkers niet bekwaam om zogenaamde ‘voorbehouden handelingen’ te verrichten. Wij kunnen wel eenvoudige medische handelingen verrichten. Hierbij gaat het om de ‘huis-, tuin- en keukenhandelingen’ zoals het verzorgen van schaafwondjes en verwijderen van pleisters, en het toedienen van medicijnen anders dan injecties. Thermometer Wanneer er gebruikgemaakt wordt van een thermometer om na te gaan of een kind koorts of verhoging heeft wordt er gebruik gemaakt van een hygiënisch hoesje om de thermometer. Na gebruik wordt de thermometer gereinigd met water en zeep. Tevens wordt deze voor en na gebruik gedesinfecteerd met alcohol 70%. Zalf en crème Bij het aanbrengen van zalf of crème worden spatels, vingercondooms of rubberen handschoenen gebruikt. Daarbij wordt er geen zalf gebruikt uit potjes (wel uit tubes en wegwerpflacons).

Veiligheidsbeleid Risico-inventarisatie Ieder jaar voeren wij de risico monitor betreft veiligheid uit. Via deze monitor worden de risico’s geïnventariseerd. Om de risico’s zo klein mogelijk te maken voeren wij het actieplan uit die voortkomt uit de risico monitor. Tevens nemen wij regels, die van belang zijn voor de veiligheid van de kinderen, op in onze huisregels en leven deze na. De inventarisatielijst Brandveiligheid biedt een overzicht van de belangrijkste aandachtsgebieden op gebied van brandveiligheid. Deze inventarisatielijst wordt ook jaarlijks ingevuld en gecontroleerd, zodat wij weten waar de nooduitgangen etc. zijn. Tevens is er iedere dag op locatie Odaschool één BHV’er aanwezig. Registratie Hoewel wij onze uiterste best doen om bestaande risico’s te verkleinen en uit te sluiten, kunnen helaas niet alle incidenten voorkomen worden. Wanneer er een incident plaatsvindt, vullen wij een registratieformulier in. Er zijn twee registratieformulieren: “registratie ongevallen” en “registratie gevaarlijke situaties”. Het doel van het registreren van incidenten is het in kaart brengen hoe en waar iets gebeurt en hoe dit in het vervolg voorkomen kan worden. Dit vergroot de veiligheid op de groep. Alle registraties worden besproken met de leidinggevende en in een locatie overleg geëvalueerd, waarna er een actieplan opgesteld wordt. Actieplan Aan de hand van de prioritering van de gezondheidsrisico’s wordt een actieplan samengesteld. Een onderdeel van het actieplan is het opnemen van nieuwe maatregelen en-/of huisregels om de geïnventariseerde risico’s uit te sluiten of te verkleinen. Veiligheidsverslag Het veiligheidsverslag is een beknopte en overzichtelijke samenvatting van alles wat er binnen de groep op het gebied van (brand)veiligheid jaarlijks is gebeurd. Het omvat de ingevulde Veiligheidsinventarisatielijsten, de formulieren voor de registratie van onveilige situaties en-/of ongevallen en het actieplan. Jaarlijks worden de stappen herhaald om het veiligheidsbeleid te bewaken en daar waar nodig te verbeteren. Preventie Voor de veiligheid vinden wij het belangrijk dat iedereen zijn of haar bijdrage levert. Wanneer onveilige situaties opgemerkt worden bespreken wij deze met onze naaste collega’s en vervolgens met de leidinggevende, zodat deze verder opgepakt worden.

19

Ontruimingsoefening Ter bevordering van de veiligheid voeren wij minimaal één keer per jaar een ontruimingsoefening uit. Dit doen wij tegelijk met de basisschool. Door deze oefening worden de kinderen en pedagogisch medewerkers voorbereid op eventuele noodsituaties die voor kunnen komen. Tevens zijn wij op de hoogte van de procedures, instructies en taken van het noodplan in overleg met de basisschool. Ieder heeft zijn of haar eigen taak. Voor de medewerkers is informatie over het ontruimen te vinden in het noodplan, bij de locatie verantwoordelijke, in de weekmail en door aanwezig te zijn bij overleggen en themabijeenkomsten. Bedrijfshulpverleners (BHV’ers) hebben hiernaast nog extra verantwoordelijkheden. BHV’ers nemen de leiding in het geval van ontruiming en calamiteiten en zorgen ervoor dat het noodplan goed wordt gevolgd. BHV’ers zorgen er daarnaast voor dat hun directe collega’s goed de inhoud weten van het noodplan. Bij de Odaschool is er altijd één BHV’er aanwezig. Wanneer op het moment van ontruiming maar 1 medewerker aanwezig is dan start deze persoon de ontruiming conform het noodplan op. Na een ontruimingsoefening worden ouders bij het ophalen van hun kind geïnformeerd dat een ontruimingsoefening heeft plaats gevonden. Het verloop van de ontruimingsoefeningen worden omschreven in een verslag. Deze verslagen zijn terug te vinden in de protocollen map. Medewerkers Achterwacht: op sommige dagen kan het voorkomen dat er één pedagogisch medewerker werkzaam is binnen de Odaschool. Op deze dagen is er altijd een achterwacht aanwezig (Ingrid van de Biggelaar). Zij kan binnen 15 minuten aanwezig zijn wanneer er zich calamiteiten voordoen. Richtlijnen voor medewerkers Wij houden ons aan de richtlijnen die De Verbinding heeft opgesteld om incidenten en calamiteiten te voorkomen. De medewerker:

- Zorgt ervoor dat lucifers en aanstekers veilig opgeborgen worden. - Zorgt ervoor dat een tas met persoonlijke eigendommen opgeborgen wordt op een plek waar kinderen niet

bij kunnen. Dit zorgt ervoor dat kinderen niet in contact kunnen komen met o.a. sigaretten en medicijnen. Pedagogisch medewerkers dienen sigaretten goed op te bergen op een plek waar kinderen niet bij kunnen komen.

- Let op touwen, koorden of linten waar kinderen verstrikt in zouden kunnen raken en verwijdert deze zo mogelijk.

Brandveiligheid Voor de brandveiligheid gelden regels die wij naleven:

- er mag geen open vuur aanwezig zijn op de locaties. - ballonen mogen alleen worden opgeblazen met een niet brandbaar gas. - (plafond) versiering hangt minimaal 2,50 meter boven de vloer, en is bevestigd met ijzerdraad. - er mag geen versiering opgehangen worden boven de looppaden. - alle versieringen etc. moeten moeilijk brandbaar zijn (geïmpregneerd). In het geval van een evenement moet

specifiek aandacht worden besteed aan brandveiligheid. Wanneer kinderen aanwezig zijn op de locatie buiten de reguliere tijden om dan geven wij dit door aan de brandweer (wanneer er vuur gebruikt wordt). Zolang er open vuur is blijven de kinderen onder toezicht. Kinderen blijven ten allen tijde op afstand van het vuur.

Veiligheid binnen Ondanks het feit dat iedere locatie anders is en iedere locatie eigen veiligheidsregels heeft, zijn er een aantal overkoepelende richtlijnen omtrent het bevorderen van de veiligheid. Binnenkomst Bij binnenkomst worden de jassen en tassen aan de kapstok gehangen in de gang. Schoenen mogen aangehouden worden. Mochten kinderen wel hun schoenen uitdoen, dan worden deze in de gang bij de jassen en tassen opgeborgen. Er mag niet op blote voeten gelopen worden, wel op sokken of sloffen. Nooddeuren Er staat geen speelgoed/meubilair voor de nooddeuren. Tevens kunnen deze zonder sleutel geopend worden. In de buurt van de nooduitgangen en blusmiddelen plaatsen wij geen obstakels. Keuken

20

Kinderen mogen alleen onder begeleiding van een pedagogisch medewerker in de keuken komen. Mocht er voor een activiteit een oven nodig zijn dan worden de handelingen uitgevoerd door de pedagogisch medewerker en kijken de kinderen toe. Om veiligheidsredenen plaatsen wij de schoonmaakmiddelen hoog in een kast. Ook plastic verpakkingsmateriaal wordt buiten het bereik van kinderen opgeborgen. Als er messen in een vaatwasser zitten, dragen wij er zorg voor dat kinderen geen mogelijkheid krijgen om hiermee in aanraking te komen. Ze mogen nooit de vaatwasser openmaken. Sanitair Aan het einde van de dag maken wij de toiletten schoon en de vloer droog, i.v.m. hygiëne en uitglijden. In de ochtend controleren wij nogmaals of de toiletten en vloeren schoon zijn. Kinderen krijgen regelmatig de mogelijkheid om naar het toilet te gaan, onder toezicht van de pedagogisch medewerker. Zonder begeleiding van een medewerker mogen er niet meerdere kinderen naar het toilet. Als een kind tijdens het spelen naar het toilet wil, dient dit eerst gevraagd te worden. Op deze manier blijven wij op de hoogte waar het kind is. Slaapruimte De sluitingen van het spijlenhek en de bedbodem worden dagelijks gecontroleerd. Indien het hek niet goed meer sluit, mogen daar geen kinderen in liggen en melden wij dit aan de leidinggevende. Gymzaal Wanneer er op een gymmat gespeeld wordt, worden de schoenen uitgetrokken. Wij zorgen voor voldoende ruimte voor de oefeningen of het spel. Druk en rustig spel wordt uit elkaar gehaald. Daarnaast hanteren wij duidelijke regels, plaatsen wij kinderen met ongeveer dezelfde lichaamsbouw bij elkaar en passen het spel aan aan de vaardigheid van de kinderen. Medicatie Medicijnen bewaren wij in de koelkast (als dit nodig is voor het medicijn) of in de bovenkast van de keuken. Deze kast in onbereikbaar voor kinderen. Veiligheid buiten Wanneer er met kinderen buiten gespeeld wordt, bakenen wij het speelterrein af. Het hek richting Humanitas wordt gesloten en de kinderen worden in de gaten gehouden dat zij niet verder lopen dan is toegestaan. De kinderen mogen niet op/over de hekken klimmen. De speelplaats wordt tevens gecontroleerd op zwerfvuil, losse stenen en takken. Kinderen worden bewust gemaakt van oneffenheden op de weg zoals wortels van een boom, en gladde wegdekken. De materialen (zoals fietsjes, steppen etc.) worden opgeruimd wanneer er niet meer mee gespeeld wordt of worden “geparkeerd” tegen de muur, zodat deze niet midden op het pad liggen. Los speelmateriaal in de buurt van speeltoestellen wordt direct opgeruimd om struikelen te voorkomen. In de wintermaanden, wanneer het eerder donker is, maken wij een inschatting of het buiten te donker is om nog veilig op het buitenterrein te kunnen spelen. Zo nodig wordt gekozen om binnen verder te spelen. Uitstapjes Ten tijden van een uitstapje hebben wij altijd een E.H.B.O. set bij ons en een mobiele telefoon, de kind gegevens, hesjes en sleutels. Voordat we vertrekken hangen wij een briefje op voor de ouders, waarop staat:

- waar men heen is. - hoe men bereikbaar is. - hoe laat men weer terug is.

Gedurende een uitstapje geven wij het goede voorbeeld met betrekking tot de verkeersregels. Alle kinderen dragen een veiligheidshesje zodat zij goed zichtbaar zijn in het verkeer. In het verkeer lopen de kinderen twee aan twee en altijd op de stoep. Wanneer er door omstandigheden geen stoep beschikbaar is, zorgen wij voor een veilige looproute. Tijdens uitstapjes mag er niet gespeeld worden in de buurt van afval(bakken), containers, glasbakken, zwerfvuil, en andere viezigheid. Mochten bij het uitstapje ook dieren aanwezig zijn dan raadplegen wij eerst het hygiënebeleid en worden alle ouders op de hoogte gebracht van het uitstapje in verband met kinderen met eventuele allergieën. In veel buitenruimtes komen planten voor. Wij zien er op toe dat kinderen hier voorzichtig mee zijn en wij maken de kinderen bewust van het feit dat sommige planten giftig zijn of kunnen prikken. Water

21

Wanneer er een wateractiviteit aangeboden (zwemmen, vlotten bouwen etc.) wordt, mogen alleen kinderen met een A en B zwemdiploma meedoen. Wij zorgen hierbij voor een veilige omgeving. Kinderen mogen niet zonder toezicht op bevroren plassen/sloten spelen. Huisregels De overige huisregels van locatie Odaschool, m.b.t. veiligheid zijn terug te vinden aan het einde van het locatie specifiek beleidsplan.

22

VVE beleid

Ten einde methodisch te kunnen werken met peuters werkt De Verbinding met de methode Uk en Puk. Op elke VVE locatie ontvangen de pedagogisch medewerkers hiervoor een cursus aangeboden door Edukien. De cursus leidt tot certificering. Voorafgaand is door de leiding van de Verbinding en de schooldirecties de cursus VVE management gevolgd. Een aantal pedagogisch medewerkers binnen De Verbinding hebben voorafgaand samen met een aantal leerkrachten de basiscursus en verdieping VVE sterk gedaan.

Bijzonder en toch gewoon Het VVE beleid is in het bijzonder bedoeld voor kinderen waarvan door het consultatiebureau is geconstateerd dat ze te maken hebben met een taalachterstand. Zij krijgen via het VVE programma bijzondere aandacht met het doel de achterstand zoveel als mogelijk in te lopen, zodat ze goed toegerust aan de basisschool kunnen beginnen. De samenwerking die er al is met de basisschool en verder wordt uitgebouwd biedt hen extra kansen. Omdat het VVE beleid integraal is opgenomen in het programma voor de peutergroepen voelen de VVE kinderen zich gewoon onderdeel van de groep en gaat het extra leren grotendeels spelenderwijs. Uk en Puk Zoals hierboven beschreven wordt er op de groep met de methode Uk en Puk gewerkt. Volgens een planning wordt deze methode aangeboden in blokken van 6 weken. Vooraf wordt er een planning gemaakt over welke activiteiten wij per thema met de kinderen gaan doen, en welke ontwikkelingsgebieden hierbij extra aandacht krijgen. De groepsruimte wordt afgestemd en ouders worden hierover ingelicht d.m.v. een brief op het mededelingenbord. Gedurende het uitvoeren van de activiteiten worden kinderen geobserveerd en de score geregistreerd. Aan de hand van deze registratie is voor ons te zien hoe ver een kind is in zijn ontwikkeling. We krijgen een overzicht van ontwikkelingsvoorsprong of ontwikkelingsachterstand. Hierdoor kunnen wij een specifiek programma per kind aanbieden.

Overgang naar de basisschool De Verbinding vindt het erg belangrijk om voor kinderen een goede doorgaande lijn naar de basisschool te vinden. In het kader hiervan observeren de leidsters de kinderen voor hun derde en vierde verjaardag en werken hun bevindingen over het kind uit in een verslag. In dit verslag staat omschreven hoe een kind is, hoe het zich ontwikkeld heeft en waar leerkrachten eventueel rekening mee kunnen houden. Dit verslag wordt met de ouders besproken wanneer zij de verjaardag van hun kind komen vieren. Aan hen word gevraagd om dit verslag over te dragen aan de leerkrachten van de basisschool. Mocht het nodig zijn dan kan er een warme overdracht samen met de ouders en school gepland worden.

23

Creëren van een doorgaande leerlijn met Odaschool Sinds schooljaar 2015-2016 werken basisschool Odaschool en kinderopvangorganisatie de Verbinding met elkaar samen. Doel van deze samenwerking is het creëren van een doorgaande leerlijn. Visie: Samen met basisschool Odaschool spreken wij de intentie uit om door intensieve samenwerking maximale ontwikkelingskansen te bieden aan kinderen die naar Basisschool Odaschool gaan. Wij willen een soepele overgang van dagcentra naar basisschool realiseren en stemmen ons beleid hier op af. Uitganspunten hierbij zijn:

- Het educatief aanbod, de jaarplanning - Het pedagogisch handelen, - Het educatief handelen, - De zorg en begeleiding van kinderen - De rol van ouders - Daarnaast zal waar mogelijk en haalbaar met elkaar een gezamenlijk aanbod worden vormgegeven voor

kinderen met bijzondere hulpvragen. Om de doorgaande lijn te realiseren is samenwerking van groot belang. Om inzicht te krijgen in elkaars werkwijze en een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen, is het essentieel dat pedagogisch medewerkers en leerkrachten zowel op organisatorisch als inhoudelijk vlak samenwerken. Een niet onbelangrijke rol hierbij hebben de ouders. Vier factoren bevorderen de overgang:

1. Voorbereiding van kinderen op de overgang; 2. Overdracht van informatie over individuele kind-kenmerken; 3. Doorgaande lijn van pedagogische en didactische aanpak; 4. Ouderbetrokkenheid

Zeven fasen voor een soepele overstap:

1. informatie verzamelen gedurende de voorschoolse periode; 2. informatie vastleggen voor de overdracht; 3. intake basisonderwijs; 4. overdrachtsgesprek voorschoolse instelling en basisschool; 5. kennismaking op en overgang naar basisschool; 6. gebruik maken van de informatie op de basisschool; 7. Terugkoppeling van basisschool naar voorschoolse instelling.

De voorschoolse instellingen en de basisschool komen door het volgen van deze fasen stap voor stap tot gezamenlijke afspraken. Na de uitwerking van de gewenste situatie en de op maat gemaakte overdrachtsprocedure is het belangrijk om de implementatie van de overdrachtsprocedure te borgen. Deze borging dient plaats te vinden op het niveau van zowel de gemeente, bestuur en management als op het niveau van pedagogisch medewerkers en leerkrachten. Deze visie wordt gevolgd door een concreet plan van aanpak.

24

Plan van aanpak Onder leiding van Brede School Coördinator Karin Adams wordt het Plan van Aanpak uitgewerkt. Vanuit De Verbinding functioneert Ingrid van den Biggelaar als contactpersoon en vanuit school is Ria Bongers het aanspreekpunt. Daarbij wordt in elk geval nagegaan: Welke stappen gezet moeten worden gedurende de voorschoolse periode (kinderen en peuteropvang) om tot een goede overgang naar de basisschool te komen. Uitgangspunten zijn

o VVE certificering door scholing in de methode Uk en Puk; o de bestaande vormen van samenwerking; o doorgaande leerlijnen; o welke informatie wordt vastgelegd om tot een goede overdracht te komen; o de vorm en inhoud van het overdrachtsgesprek; o de wijze van vooraf kennismaken en oriënteren binnen de basisschool; o de terugkoppeling van de basisschool naar de kinderopvang; o het handen en voeten geven aan de verantwoordelijkheid en de betrokkenheid van de ouders in het

proces. Elke stap wordt na uitwerking voorgelegd aan een oudervertegenwoordiging. School doet dit door te overleggen met de MR; wij als de Verbinding zullen dit voorleggen aan de oudercommissie. VVE en kinderen met bijzondere vragen. De pedagogische medewerker van De Verbinding werkt per VVE kind een hulpverleningsplan uit dat regelmatig wordt geëvalueerd. Voor zover mogelijk wordt voor enkele kinderen met bijzondere hulpvragen een gezamenlijk hulpverleningsplan opgesteld, zowel inhoudelijk als op het punt van het genereren van de benodigde middelen. De verdere uitwerking van de visie, de implementatie en de borging hiervan zijn regelmatig onderwerp van gesprek in een in te stellen overleg tussen de schooldirectie, de directie van De Verbinding en de Coördinator Brede School. Peuter-kleuteroverleg Regelmatig zal er een peuter-kleuteroverleg zijn. Bij dit overleg zullen de volgende personen aanwezig zijn:

- Maria Jennissen en Marieke Kapteijns, namens de leerkrachten van groep 1-2 - Karin Adams, brede-school coördinator - Lindy Hooijmaijers, namens de peuteropvang en dagopvang

Het doel van dit overleg is om samen tot een goede samenwerking te komen en te kijken hoe er een doorgaande leerlijn in de praktijk gebracht kan worden. In dit gesprek zullen de punten uit het plan van aanpak naar voren komen. Zo wordt er hier samen een jaarplanning ontwikkeld en gekeken bij welke activiteiten we aansluiting kunnen vinden. Onze werkwijzen worden besproken en er wordt gekeken op welke manier wij de overdracht van opvang naar basisschool zo goed mogelijk vorm kunnen geven. Dit overleg zal op regelmatige basis terugkeren, de data zijn terug te vinden in de jaarplanning die wordt opgesteld. Kennismaking peuters met basisschool Odaschool Wij willen voor de peuters de overgang naar de basisschool zo klein mogelijk maken door samen met hen activiteiten te doen. Kinderen van 2,5 jaar en ouder mogen hieraan deelnemen. Op deze manier krijgen de kinderen een kijkje in de klas. Zo ervaren zij hoe een klaslokaal eruit ziet, welke kinderen en docenten er in de klas aanwezig zijn en op welke manier er in een klas gewerkt wordt. Op dit moment is dit in opstartfase, het streven is om een jaarplanning op te stellen waarin vastgelegd wordt welke activiteiten gezamenlijk uitgevoerd zullen worden.

Ouders worden door een briefje op het mededelingenbord op de hoogte gesteld van de activiteiten die wij samen met de kleuterklassen doen. Wij vermelden op dit briefje wat de activiteit is en wanneer deze plaats gaat vinden. Daarnaast hebben de ouders van de kinderen vanaf 2,5 jaar een overeenkomst getekend voor het verlaten van de stamgroep om naar activiteiten op school te gaan. Deze tekenen ouders voor de tijd tot hun kind 4 jaar is.

Tijdens deze activiteiten gaat er altijd een pedagogisch medewerker mee met de kinderen naar school. Het aantal kinderen wat mee zal gaan is afhankelijk van het leidster-kind ratio. Wij zorgen voor een kloppend ratio zowel op de groep als voor de kinderen die mee gaan naar de activiteit.

25

Beroepskrachten: Medewerkers: Op Kind centrum Odaschool werken we met een vaste leidsters. De kinderen hebben dus gedurende de week (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) vaste gezichten die zij telkens zien. Alle medewerkers op dit kind centrum zijn in het bezit van een geldig diploma en een VOG. In onderstaand schema kunt u zien wie wanneer werkt en op welke groep aanwezig is. Rooster Peuteropvang: geopend van 08.45 uur tot 11.45 uur.

Maandag Dinsdag Vrijdag

NVT Lindy Hooijmaijers Lindy Hooijmaijers

Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel)

Rooster Kinderdagverblijf : geopend van 07.45 uur tot 18.15 uur.

Maandag Dinsdag Donderdag

Laura Tijbosch Laura Tijbosch Laura Tijbosch

Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel)

Rooster BSO Odaschool: geopend van 14.15 uur tot 18.30 uur.

Maandag Dinsdag Donderdag

Naomi Kantelberg Naomi Kantelberg Naomi Kantelberg

Lindy Hooijmaijers Lindy Hooijmaijers Lindy Hooijmaijers

Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel) Stagiaire (eventueel)

Rooster VSO Odaschool: dagelijks geopend van 7.30 uur tot 8.20 uur.

Maandag Dinsdag Donderdag Vrijdag

Nikkie Pennings Nikkie Pennings Nikkie Pennings Lindy Hooijmaijers

Stagiaires Veelal zijn er stagiaires op de groep aanwezig. Vaak is dit een stagiaire per dag. Meestal komen deze stagiaire op vaste dagen voor een langere periode. Dit zorgt ervoor dat zij de kinderen leren kennen en deze vertrouwd kunnen worden met hen. Voor de stagiaires gelden dezelfde regels en protocollen als voor de leidsters. Bij het begin van de stage worden stagiaires hierop gewezen. Daarnaast wordt hen gewezen op het VOG en op de GGD map. In de ggd-map staat het BPV-beleid en de informatiemap voor stagiaires. Hier is alle informatie te vinden over de omgang en begeleiding tussen leidsters en stagiaires. Afwijken van het beroepskracht-kind ratio: Er zijn enkele momenten per dag dat wij afwijken van ons beroepskracht- kind ratio. Dit is tijdens de pauze van de pedagogisch medewerksters en tijdens het openen en sluiten van de groep bij het KDV. Bij de peuteropvang en BSO wordt niet afgeweken van het beroepskracht-kind ratio . Openen en sluiten van de groep: Aan het begin en het einde van de dag staat er een pedagogisch medewerkster een half uur alleen. Dit is van 7.45 tot 8.15 en van 17.45 tot 18.15. In de praktijk blijkt dat wij op deze momenten nooit over het leidster-kind ratio gaan. Wanneer er nog teveel kinderen aanwezig zijn voor een pedagogisch medewerkster, zal de andere pedagogisch medewerkster aanwezig blijven tot het kind aantal zo is dat het verantwoord is te gaan.

26

Pauzes: Zowel leidsters en stagiaires hebben 's middags recht op een uur pauze. Deze pauze kan buiten de groep gehouden worden, dit echter enkel mits het verantwoord is. De pauzes worden altijd gehouden op tijden dat de meeste kinderen aan het slapen zijn, tussen 12.30 en 15.00. Op deze tijden is het toegestaan om af te wijken van het leidster/kind-ratio. Daarnaast worden wanneer er stagiaires aanwezig zijn de pauzes zo ingedeeld dat er ten alle tijden 2 personen op de groep aanwezig zijn. Openingstijden De openingstijden van kind centrum Odaschool zijn van 07.45 uur tot 18.15 uur. De kinderopvang is geopend op maandag, dinsdag, donderdag. Deze dagopvanggroep bestaat uit maximaal 12 kinderen. De peuteropvang wordt aangeboden op twee dagdelen. Deze dagdelen zijn aan elkaar gekoppeld. Op deze dagen zijn dezelfde leidsters aanwezig zodat de kinderen zich veilig en geborgen kunnen voelen. Momenteel zijn wij alleen geopend op dinsdag en vrijdag. Bij voldoende vraag, zullen de maandag en donderdag hier aan toegevoegd worden. De peuter opvangtijden zijn van 08.45 uur tot 11.45 uur. Kinderen vanaf 2,4 jaar gaan naar deze groepen. De groep bestaat uit maximaal zestien kinderen. De BSO op locatie dagcentrum Odaschool is geopend op maandag, dinsdag en donderdag. De openingstijden van deze BSO zijn van 14.15 uur tot 18.30 uur. Voorschoolse opvang De openingstijden van de VSO Odaschool, maandag, dinsdag donderdag en vrijdag zijn van 07.30 uur tot 08.20 uur. De kinderen van de VSO worden opgevangen in het BSO lokaal. Vier ogen principe Het vierogen principe hebben we op deze locatie geborgd door altijd twee mensen op de groep te hebben werken. Wanneer er volstaan mag worden met 1 pedagogisch medewerker is er meestal een andere medewerker aanwezig op het KDV, peutergroep of BSO. Op maandagochtend, donderdagochtend en vrijdagochtend is dit niet direct het geval. Tijdens deze ochtenden loopt er regelmatig een leerkracht van de Odaschool naar binnen. Deze controle momenten leggen wij vast op papier d.m.v. de datum en een paraaf. Wanneer kinderen naar het toilet moeten, loopt er altijd een pedagogisch medewerker mee. Op het toilet staat een camera (geluidsrecorder), zodat er iemand mee kan luisteren wat er op de toiletten gebeurd. Achterwacht: Dagcentrum Odaschool, peuteropvang en Buitenschoolse opvang Odaschool bevinden zich op dezelfde locatie. Wanneer er zich calamiteiten voordoen kunnen de leidsters terugvallen op elkaar. Ook is basisschool Odaschool gevestigd in het gebouw, indien nodig kunnen de pedagogisch medewerkers ook terugvallen op hen. Tenslotte kan er altijd iemand vanuit het kantoor binnen 15 minuten aanwezig zijn zodat er voldoende hulp geboden kan worden wanneer zich er dingen voordoen.

27

Voedselbereiding: Al het voedsel wordt (voor)bereid in de keuken. Voor de voedselbereiding gelden de regels die in de protocollenmap beschreven staan. Peuteropvang Er is een vast eetmoment per ochtend. Dit is namelijk het fruit. Voor het fruit zorgen de ouders zelf. Fruit eten doen wij altijd gezamenlijk aan tafel. De kinderen eten het fruit met een vorkje of met hun handen. Indien nodig worden de handen na het fruit eten gewassen. In principe wordt dit gedaan met een washand die bij ieder kind vernieuwd wordt. Wij streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren om hun fruit op te eten. Hierbij kijken wij echter wel naar het kind. Is het kind misschien niet helemaal fit, vindt het kind wat het te eten krijgt niet lekker of is het kind de leidster aan het uitproberen zijn vragen die wij ons hierbij stellen. Aan tafel gelden enkele regels. Zo dienen de kinderen aan tafel te blijven zitten totdat zij hun fruit op hebben. Kinderdagverblijf Voor het fruit zorgen de ouders zelf. Dit wordt op het kinderdagverblijf schoongemaakt en gesneden voor de kinderen. Hierbij houden wij ons aan het protocol voedselvoorbereiding. Kinderen wassen altijd hun handen voor het eten en krijgen indien nodig een slabber. We eten gezamenlijk aan tafel, voor dat we beginnen met het eten zingen we het liedje ‘smakelijk eten’ daarna mogen de kinderen beginnen aan hun fruit. We streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren om hun fruit op te eten. Na het fruit eten poetsen de kinderen hun handjes en hun mondje. De broodmaaltijd wordt verzorgd door de verbinding. Hierbij hanteren wij de zelfde werkwijze en regels als bij het fruit. De kinderen krijgen eerst een gezonde boterham daarna mogen ze zelf het beleg kiezen. De Boterhammen worden door de leidster aan tafel gesmeerd zodat we met alle aan tafel eten een gezellige huiselijke sfeer creëren voor de kinderen. De kinderen eten maximaal 3 boterhammen en krijgen daarna een beker melk. Dit kan natuurlijk per kind verschillen als ze bijvoorbeeld een allergie hebben. Voor het warm eten in de avond zorgen de ouders zelf. Ouders dienen voordat de kinderen warm eten krijgen bij De Verbinding een overeenkomst te ondertekenen. Hierin is aangegeven dat De Verbinding niet aansprakelijk wordt gesteld als kinderen ziek worden van het warm eten. Ouders dienen er zelf voor te zorgen dat het warm eten op een goede manier van thuis naar de BSO gebracht wordt. Wanneer eten is ingevroren dienen ouders dit naar het BSO te brengen in een daarvoor bestemde diepvries tas. Om half 5 gaan we warm eten. Alle kinderen gaan mee aan tafel, de kinderen die geen warm eten hebben krijgen nog een stuk fruit of een soepstengel. Buitenschoolse opvang Voor het warm eten in de avond zorgen de ouders zelf. Ouders dienen voordat de kinderen warm eten krijgen bij De Verbinding een overeenkomst te ondertekenen. Hierin is aangegeven dat De Verbinding niet aansprakelijk wordt gesteld als kinderen ziek worden van het warm eten. Ouders dienen er zelf voor te zorgen dat het warm eten op een goede manier van thuis naar de BSO gebracht wordt. Wanneer eten is ingevroren dienen ouders dit naar het BSO te brengen in een daarvoor bestemde diepvries tas.

28

Zindelijkheid Verschonen peuteropvang en KDV Het verschonen is op een vast moment namelijk, voordat we naar buiten gaan. Natuurlijk zullen wij een kind ontlasting in de luier heeft of een volle luier heeft deze direct verschonen. Tijdens het verschonen op de commode dient de leidster ten alle tijd contact te houden met het kind, zodat het nooit alleen op de commode ligt. Tijdens het verschonen letten wij altijd op de hygiëne en werken wij volgens de regels en protocollen die in de GGD-map beschreven staan. Hierbij valt te denken aan het wassen van de handen en het reinigen van het verschoningskussen. In de verschoningsruimte staat een kast met bakjes. Ieder kind dat een luier draagt heeft een eigen bak (op het KDV) of een rugzak met daarin luiers en billendoekjes. Tijdens het verschonen proberen we het kind op zijn of haar gemak te laten voelen, dit doen wij door een praatje te maken met het kind en door te vertellen wat we doen. Begeleiding Als wij merken dat kinderen hieraan toe zijn of op verzoek van de ouders beginnen wij met zindelijkheidstraining. Dit alles gebeurt te allen tijde in overleg met ouders. Hiervoor gebruikten we de vissenkom met stickers. Dit is het beloningssysteem dat wij gebruiken. Als een kind op het toilet plast mag het een sticker plakken in de vissenkom. De volgende stappen worden ondernomen in het traject om een kind zindelijk te maken:

Als een kind een droge luier heeft tijdens het verschonen word het kind enthousiast gemaakt om op de wc te zitten. Komt er een plas/poep dan wordt het kind beloont met een sticker.

De volgende stap is om het kind regelmatig op het toilet te zetten om succeservaringen te krijgen. Hierbij is het belangrijk om de kinderen enthousiast te maken en ze te belonen.

Heeft het kind regelmatig succeservaringen dan wordt de luier uitgedaan. Plassen of poepen kinderen dan op het toilet mogen zij weer een sticker plakken. Hierbij wordt gestreefd om kinderen zelf aan te laten geven wanneer ze naar het toilet moeten, maar is het ook nog steeds van belang om als leidster de kinderen regelmatig even op het toilet te laten zitten.

Als het kind gedurende de dag geen luier meer aan heeft en het aantal “ongelukjes” tot een minimum is gereduceerd zijn wij van mening dat een kind zindelijk is. De periode van zindelijk worden wordt dan ook afgesloten door de vissenkom mee naar huis te geven.

Bij alle stappen is het van belang om kinderen 's avonds erbij te betrekken om mededelingen te doen naar ouders. Bijvoorbeeld als ze geplast hebben op het toilet of geen luier aangehad hebben. Op deze manier bouwen zij trots op voor wat ze doen.

29

Overige punten Intake De eerste intake voor het kinderdagverblijf en de BSO wordt altijd met het managementteam gehouden. Zij heeft een gesprek met de ouders op een van de locaties. Mochten de ouders enthousiast zijn over onze opvang en is er een locatie gekozen dan nemen de ouders contact met de leidsters van de groep op. Er wordt een afspraak gemaakt met de ouders zodat zij kennis kunnen maken met de leidsters en tevens de groep kunnen zien. Er is bewust voor gekozen om deze ouders overdag te laten komen zodat zij meteen de sfeer op de groep kunnen voelen en kunnen zien hoe de leidsters werken. Op de groep wordt er dan een gesprek gevoerd met de ouders. In dit gesprek komen praktische dingen aan bod, krijgen de ouders de ruimte te zien en is er mogelijkheid tot het stellen van vragen. Aan het einde krijgen zij formulieren mee naar huis. Dit is een formulier met praktische informatie en een invullijst voor belangrijke gegevens. Dit wordt altijd gedaan zodat bij de eerste dag alle gegevens van het kind aanwezig zijn. Mocht het kind al geboren zijn is hij/zij bij dit gesprek ook aanwezig, is dit niet het geval wordt er aan de ouders voorgesteld om als het kind bijna in opvang komt een wenochtend te plannen.

Bij de peuteropvang worden de ouders en het aangemelde kind uitgenodigd voor een kennismaking rond 10.30 uur zodat er een leidster met de kinderen in de kring kan en de andere leidster met de ouder wat informatie kan overdragen. Ouders krijgen ook een informatiebrief mee naar huis.

Zieke kinderen Voor het omgaan met een ziek kind hebben wij een protocol genaamd: Protocol Ziek kind. Deze is te vinden in de ggd/protocollenmap. Schoonmaken Wij houden zelf onze groepsruimte bij. Om overzichtelijk te werk te gaan is er een poetslijst opgesteld. Op deze lijst staan dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse taken. Deze lijst is te vinden in de mappen op de groepen. Extra opvang Voor elk kind is er een contract met daarin opgenomen welke dag(en) en dagdelen het kind komt. Dit contract wordt ondertekend door ouders. Als het kind door omstandigheden een dag niet is geweest, kan de ouder in overleg met de leidster eventueel een dag ruilen als er plek is op de groep. Huisregels De huisregels van locatie Odaschool bevinden zich in de GGD-map op de locatie.

30

De ruimte: Groepsruimtes Dit is de ruimte voor de kinderen. Hier mogen zij vrij spelen maar is er ook ruimte voor activiteiten. De ruimte is warm en uitdagend ingericht zodat kinderen zich er thuis voelen maar ook uitgedaagd worden om zich verder te ontwikkeling. Voor deze ruimte zijn regels opgesteld voor de veiligheid en gezondheid van de kinderen, deze regels zijn te vinden bij de huisregels. Er is 1 groepsruimte voor het kinderdagverblijf en 1 groepsruimte die s’morgens wordt gebruikt voor de peuteropvang en ’s middags voor de BSO. In de groepsruimte bevinden zich ook de keuken en de verschoningsruimte. Deze worden hieronder nog los toegelicht. Speelhal In het eerste gedeelte van de hal (portaaltje) is de kapstok te vinden voor de kinderen van de peuteropvang en BSO. Na de klapdeuren is aan het einde van de speelhal een kast te vinden met vakken voor de verzorgingstassen en jasjes van de kinderen van het kinderdagverblijf. Daarnaast functioneert deze speelhal als extra speelruimte voor de Peuteropvang en bovenal BSO. Hier zijn diverse speel- en bouwhoeken ingericht. Onder begeleiding van de PM-er mogen kinderen hier spelen. De klapdeuren die in de hal bevinden dienen dan gesloten te zijn. Daarnaast wordt de hal “afgesloten” middels verrijdbare kasten. Hierdoor kunnen de kinderen niet doorlopen richting de klaslokalen en is er sprake van een afgescheiden speelhal voor de kinderen. Keuken KDV en Peuter/BSO De keuken is een plek voor de leidsters. In principe dienen de kinderen hier niet zelfstandig te komen. Omdat de verschoningsruimte zich bij de keuken bevindt mogen kinderen hier alleen onder toezicht komen. In de keuken gelden voor het bereiden van voedsel en voor de hygiëne de regels die gesteld staan in de GGD-map en de protocollenmap. In de keuken is ook veiligheid erg belangrijk, daarom zijn er verschillende regels voor deze ruimte die terug te vinden zijn bij de huisregels. De keuken in het BSO peuterlokaal is ook alleen voor gebruik van de leidsters. Tijdens de peuteropvang wordt gebruik gemaakt van het verschoningsmeubel op het kinderdagverblijf. Slaapkamer KDV Wij hebben een slaapkamer met 6 bedjes. Een van de bedjes heeft een aeromatras. Daarnaast zijn er nog 2 stretchers waar kinderen op slapen indien er niet voldoende bedjes zijn. In de slaapkamer hangt een lijst met daarop belangrijke regels die gelden in de slaapkamer. Ook hangt er een indeling van de bedjes, hierop staat welk kindje in welk bedje dient te slapen. Dit zorgt ervoor dat kinderen zoveel mogelijk hun eigen bedje hebben. In de slaapkamer is veiligheid erg belangrijk. In de huisregels staan daarom verschillende regels opgenomen om de veiligheid in de slaapkamer zoveel mogelijk te waarborgen. Verschoningsruimte In deze ruimte mogen kinderen alleen komen als ze meegenomen worden door de leidster, ze mogen er dus niet spelen of alleen heen gaan. De verschoningsruimte bevindt zich bij de keuken. Tijdens het verschonen op de commode dient ten alle tijden contact te zijn met het kind, het mag dus nooit alleen op de commode liggen. Er is een trapje aanwezig in deze ruimte. Deze dient ten alle tijden gesloten te zijn en mag enkel open zijn als een leidster erbij is om een kind het trapje op te begeleiden. In de verschoningsruimte gelden de hygiëne regels die gesteld staan in de GGD-map en de protocollenmap. Sanitaire ruimte Aan het einde van de speelhal is een toiletgroep voor kinderen. Hier wordt alleen gebruik van gemaakt door de kinderen van de BSO/ Peuteropvang en het kinderdagverblijf. In deze ruimte bevinden zich 3 kindertoiletjes en 1 volwassen toilet met een hoge gesloten deur. De kinderen maken gebruik van de kindertoiletjes.

31

Buitenspeelruimte Binnenplaats Zowel door het KDV als de Peuteropvang wordt gebruik gemaakt van de nieuw aangelegde binnen speelplaats. Deze speelplaats is volledig omheind door het schoolgebouw en bevat 1 hoge poort De poort van het buitenspeelterrein is ten alle tijden gesloten en wordt niet gebruikt al toegangspoort. De trampoline in de binnentuin wordt niet door ons gebruikt, hetgeen is opgenomen in de huisregels.

De binnentuin wordt bereikt via de peuter gymzaal van de school van binnen uit. Deze gymzaal is gelegen naast de groepsruimte van het kinderdagverblijf.

Buitenspeelruimte schoolplein voor BSO

Het schoolplein direct grenzend aan de groepsruimte van de BSO wordt alleen gebruikt door de BSO. Hier spelen de kinderen onder toezicht.

32

Kinderopvang

Dagritme KDV

07.45 uur: Kinderen worden gebracht door de ouders. Ouders kunnen tijdens de overdracht in de morgen vertellen hoe het met hun kind gaat.

07.45 uur- 09.00 uur: Kinderen mogen vrij spelen. Hieronder wordt verstaan dat ze zelf mogen kiezen wat ze willen gaan doen. Soms biedt de pedagogisch medewerker de kinderen spelmateriaal aan.

09.00 uur- 09.30 uur: Kinderen krijgen fruit. De pedagogisch medewerkers maken het fruit van de kinderen schoon. Kinderen brengen dit fruit zelf mee naar de locatie. Wanneer het fruit is schoongemaakt eten de kinderen dit fruit samen op aan tafel.

09.30 uur- 10.00 uur: Kinderen gaan vrij spelen. Tijdens het vrij spelen wordt er soms met een klein groepje kinderen een activiteit uitgewerkt. Dit kan zijn een spelletje met Puk of een knutselwerkje.

10.00 uur-10:15 uur: Kinderen gaan in de kring; tijdens de kring komt Puk en wordt er samen met Puk een koekje uitgedeeld. Kinderen eten hun koekje op en er wordt een verhaal voorgelezen. Dit wordt gedaan samen met boekenbeer. Samen met de kinderen zingen we het liedje van Boekenbeer en dan komt boekenbeer met een boek tevoorschijn. Na het lezen van het verhaal worden er liedjes gezongen. Na het zingen tovert Puk ranja samen met de kinderen. Eventueel wordt er daarna nog een klein spelletje gespeeld met de kinderen aan tafel.

10.15 uur- 10:30 uur: De kinderen worden verschoond en gaan naar de wc. 10:30 uur-11:30 uur: Kinderen mogen buiten spelen, wanneer het weer dat toelaat. Op kinderdagverblijf

Basisschool Odaschool werken we hard aan het realiseren van een speelplaats in de “binnentuin” van de school, die volledig omheind is. Kinderen van het kinderdagverblijf mogen niet spelen op de grote speelplaats. Wanneer het weer slecht is maken we gebruik van het speelzaaltje.

11.30 uur: kinderen krijgen een boterham. De Verbinding verzorgt de broodmaaltijd van de kinderen. Dit hoeven ze dan ook niet mee te nemen van thuis. Er wordt gezorgd voor zowel hartig als zoet beleg. Daarnaast zorgt De Verbinding dat de kinderen melk krijgen. Er wordt zoveel mogelijk gestimuleerd om vanuit een beker te drinken voor de mond motoriek.

11.00 uur- 12.00 uur: Baby’s krijgen de fles. 12.15 uur: Kinderen die naar bed moeten gaan naar bed. Kinderen krijgen van De Verbinding

een eigen pyjama en een slaapzak. Deze worden door De Verbinding uitgewassen. 13.00 uur: Pauze van de leidsters. De leidsters gaan pauzeren. Ze mogen van de groep om

pauze te houden. Dit moet dan wel haalbaar zijn en er moet altijd vier ogen op de groep zijn.

14.00 uur: Kinderen komen uit bed. De leidsters zorgen ervoor dat de kinderen hun kleren aankrijgen en dat de kinderen goed verzorgd worden.

14.30 uur- 15.00 uur: Kinderen mogen werkjes doen aan tafel of vrij spelen Wanneer de kinderen werkjes gaan doen aan tafel doen we dat met een doel. We willen kinderen bijvoorbeeld kleuren aan leren. We willen kinderen trainen in hun fijne motoriek door het maken van kralen planken. Het maken van een ketting. De knip techniek aanleren door ze te laten knippen. We leren de kinderen plakken. We leren de kinderen hoe ze een pen vast moeten houden.

15.00 uur: Baby’s krijgen de Fles 15.00 uur: Kinderen gaan in de kring, ze krijgen drinken en een koekje. In de kring herhalen we

hetzelfde programma als in de ochtend. Wij zijn van mening dat kinderen leren door herhaling.

15.30 uur: Wanneer het weer dat toelaat gaan kinderen buitenspelen. Dit op de daarvoor bestemde speelplaats kinderen van het Kinderdagverblijf mogen niet spelen op de grote speelplaats.

16.30 uur: Kinderen en Baby’s krijgen warm eten. 17.30 uur- 18.15 uur: Kinderen worden opgehaald door hun ouders. Wanneer ouders hun kind ophalen

zorgen we voor een goede overdracht. De pedagogisch medewerker ontvangt de ouders en verteld hoe het die dag gegaan is met hun kind. Je kunt dan denken aan

33

eten, slapen en drinken. Maar daarnaast informeert de leidsters de ouders ook naar de ontwikkeling van het kind. Wat zijn aandachtspunten. Wat kan een kind al heel goed, maar waar moet het zich nog in ontwikkelen.

Dit Schema is een leidraad voor de pedagogisch medewerkers. Wanneer kinderen moe zijn mogen ze uit of naar bed. Het belangrijkste is dat de pedagogisch medewerkers zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van het individuele kind met daarbij structuur en duidelijkheid. Overdracht Overdracht met ouders/verzorgers vinden wij erg belangrijk, de belangrijkste overdracht is mondeling met de ouders /verzorgers tijdens de haal- en brengmomenten. Op deze momenten worden dagelijkse dingen over de kinderen besproken zoals eten en slapen, daarnaast worden er op deze momenten ook bijzonderheden uitgewisseld. Kring Op het kinderdagverblijf doen we ’s ochtends en ’s middags een kring van 20 minuten. Er zijn verschillende redenen en ontwikkelingsgebieden die in de kring aan bod komen. Allereerst leren de kinderen veel vaardigheden in de kring. Hierbij valt te denken aan het leren wachten op hun beurt, op een stoel blijven zitten en uitdelen. Daarnaast worden er ook activiteiten gedaan om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Zo wordt er een verhaal voorgelezen en liedjes gezongen voor de taalontwikkeling. Worden er gezamenlijk dingen gedaan zoals dansen, leren kinderen op hun beurt wachten en te delen om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Worden er activiteiten gedaan met bijvoorbeeld tellen of kleuren om de cognitieve ontwikkeling te stimuleren. Daarnaast worden er ook nog activiteiten gedaan zoals dansen of springen om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Alle activiteiten worden uitgevoerd samen met Puk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen en zo de betrokkenheid te vergroten. Door deze ontwikkelingsgebieden te stimuleren zijn we bezig om de kinderen voor te bereiden op de basisschool. Zo wordt er bijvoorbeeld op de basisschool verwacht dat kinderen op hun stoel blijven zitten, dit proberen wij de kinderen hier te leren. Hierbij houden wij natuurlijk rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsstadia van het kind zodat het niet over- of ondervraagd wordt. Vrij spelen In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er zijn open kasten waar zij zelf speelgoed uit mogen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten bakken staat. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte zijn en welk speelgoed daarbij past. Als we merken dat het kind toe is aan fijne motorische spelletjes dan bieden wij ze bijvoorbeeld een kralenketting aan. Buitenspelen Mits het weer het toelaat worden kinderen gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten mogen de kinderen vrij spelen. De buitenspeeltijden zijn van 10.30 tot 11.15 en van 15.30 tot 16.15. De kinderen zijn altijd onder toezicht van een leidster buiten. Kinderen van de groepen van 0-4 jaar spelen in de “binnentuin”van de odaschool die volledig omheind is. Soms spelen de peuters met de kleuters samen op de grote speelplaats. We doen de peuters dan allemaal een gekleurd vestje aan zodat ze goed zichtbaar zijn. De kinderen mogen in de zandbak of spelen met buiten speelmateriaal zoals, fietsjes, stepjes of autootjes. Stagiaires mogen niet alleen met de kinderen van de speelplaats af. Bij mooi weer wordt er ook wel eens met de kinderen gewandeld. De kleinste kinderen die nog niet kunnen lopen zitten in de wandelwagen en de andere kinderen houden de hand van de leidster of de kinderwagen vast. We wandelen altijd vaste routes met zo min mogelijk verkeer. Wanneer het weer slecht is maken we gebruik van het speelzaaltje van school. Activiteiten Naast het vrij spelen bieden wij de kinderen ook regelmatig activiteiten aan. Veel activiteiten komen voort uit het Uk & Puk thema dat er op dat moment is. Daarnaast zijn er de seizoen thema’s zoals bijvoorbeeld: herfst, kerst en carnaval. Het uitgangspunt hierbij is dat de kinderen plezier hebben maar ook zeker dat hun ontwikkeling gestimuleerd wordt. We hebben uitlopende activiteiten van rollenspellen, woordspelletjes, denkspelletjes tot kleien, verven en plakken. Ieder jaar is er een Sinterklaasviering die met alle kinderen en ouders van de peuteropvang gezamenlijk gevierd wordt.

34

Thema's Wij werken themagericht. Dit wil zeggen dat wij gedurende een aantal weken met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Wij kiezen voor thema's die op dat moment actueel zijn met betrekking tot bijvoorbeeld feestdagen of seizoenen. Wij hebben een themahoek op de groep en voor sommige thema’s krijgen de kinderen een werkboekje. Op deze manier kunnen de kinderen aan de ouders laten zien met welk thema wij bezig zijn. Voor de kinderen is het ook een punt van herkenning. Zij lopen er vaak naartoe en vertellen bijvoorbeeld wat ze geleerd hebben of kijken naar de dingen die er staan. De uitwerking van het thema is zichtbaar in de hal en deels op groep. Daarnaast worden er verschillende knutselwerkjes omtrent het thema gemaakt. Overige punten Kinderopvang Verjaardagen Samen met de ouders spreken we een datum af voor de verjaardag van het kind. Tijdens de verjaardag mogen de ouders aanwezig zijn. We vieren de verjaardagen meestal in de ochtend rond half 11 of de middag rond 3 uur. Voorafgaand van het vieren van de verjaardag wordt de observatie ‘KIJK’ besproken. Voor traktaties geldt dat het mag maar niet hoeft, ouders zijn vrij of ze iets doen en wat ze dan doen. De traktaties worden altijd mee naar huis gegeven zodat ouders zelf kunnen beslissen wat zij met de traktatie doen. Wennen Bij nieuwe aanmeldingen op de groep plannen wij een wenmoment in met de ouders. Voorafgaand aan dit moment is er al een intake geweest waarbij ouders, en in sommige gevallen het kind, al kennis gemaakt heeft met de pedagogisch medewerkers en de groep. Er wordt dan een afspraak gemaakt dat het kind komt wennen. Dit is een ochtend of middag op een dag dat het kind ook in opvang komt. Wij vinden een wenmoment erg belangrijk omdat wij zowel ouder als kind vooraf leren kennen. Onze ervaring is ook dat ouders het prettig vinden om hun kind gedurende een korter moment vast te laten wennen. In samenspraak met ouders wordt en gekeken wat het beste moment is om dit in te plannen. Er wordt de tijd genomen voor de overdracht, waarbij zowel oog is voor het kind als de ouder. Op de groep wordt het kind geïntroduceerd en, indien dit mogelijk is, wordt er een introductiespel gedaan met alle kinderen samen.

35

Peuteropvang In de ochtend hebben we op Odaschool een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 4 maanden tot 4 jaar. Deze opvang noemen we de peuteropvang. De peuteropvang bestaat uit maximaal 16 kinderen. De tijden van de peuteropvang zijn van 08.45 uur tot 11.45 uur op dinsdag en vrijdag. De peuteropvang is gedurende het basisschooljaar geopend. In de schoolvakantie is er geen peuteropvang. Dagplanning Op de peuteropvang wordt met het volgende dagritme gewerkt 08.30 uur- 09.00 uur: Kinderen worden gebracht door de ouders. Ouders kunnen in het kort aangeven

hoe het met het kind gaat. Zijn er nog aandachtspunten moet de leiding ergens op letten?

09.00 uur- 09.30 uur: Leidster gaat met de kinderen in de kring om een welkoms-moment te hebben met Puk en de leidsters en het kind te kiezen die die dag de baas mag zijn. De baas benoemd de dagritmekaarten zodat de kinderen weten hoe de ochtend gaat verlopen (structuur). Vervolgens starten we met de kring. Ze “baas” mag de koekjes uitdelen. De leidster leest een boekje voor m.b.t. het thema en zingen bijbehorende liedjes. Ten slotte gaan we drinken toveren.

09.30 uur- 10.20 uur: De kinderen mogen vrij gaan spelen. Hieronder wordt verstaan dat ze zelf mogen kiezen wat ze willen gaan doen. Soms biedt de pedagogisch medewerker de kinderen spelmateriaal aan. In het aanbieden van spelmateriaal kan gedacht worden aan het aanbieden van ontwikkelingsgericht materiaal. We mogen gebruik maken van het spelmateriaal van de basisschool wanneer we dat willen. Tussendoor is er ruimte om werkjes te maken (knutselactiviteit, puk activiteit etc.).

10.20 uur- 10.30 uur We zingen het liedje “10, 10, 10” en gaan gezamenlijk het speelgoed opruimen. 10.30 uur- 10.45 uur: Het fruit wordt schoongemaakt, en we gaan gezamenlijk fruit eten. De kinderen

nemen zelf hun eigen fruit mee. 10.45 uur- 11.00 uur De kinderen gaan plassen of krijgen een schone luier. Vervolgens gaan we onze

jassen aan doen om naar buiten te gaan. 11.00 uur- 11.40 uur: Kinderen mogen buiten spelen, wanneer het weer dat toelaat. Kinderen van de

peuteropvang mogen gebruik maken van de binnentuin van de school, die volledig omheind is. Bij slecht weer gaan we met de kinderen naar het speelzaaltje. Dat bevindt zich in de school.

11.40 uur- 11-45 uur: We gaan naar binnen of terug naar de klas en sluiten in de kring de ochtend samen af. De baas mag de deur opmaken voor de ouders. Kinderen worden opgehaald door hun ouders en gaan naar huis. Wanneer ouders hun kind ophalen zorgen we voor een goede overdracht. De pedagogisch medewerker ontvangt de ouders en vertelt hoe het die dag gegaan is met hun kind. Je kunt dan denken aan eten, spelen en bijzonderheden die voorgevallen zijn. Maar daarnaast informeert de leidsters de ouders ook naar de ontwikkeling van het kind.

36

Overdracht Overdracht met ouders/verzorgers vinden wij erg belangrijk, de belangrijkste overdracht is mondeling met de ouders/verzorgers tijdens de haal- en brengmomenten. Op deze momenten worden dagelijkse dingen over de kinderen besproken zoals eten, daarnaast worden er op deze momenten ook bijzonderheden uitgewisseld. Kring Op de peuteropvang doen wij twee keer per dag een kring moment, met als grootste doelen: “het bevorderen van de concentratie”, “leren op je beurt te wachten”, “leren om op een stoel te zitten”, “taalontwikkeling stimuleren d.m.v. boekje, voorlezen, spelletje”. In de activiteiten zitten ook de andere ontwikkelingsgebieden verwerkt zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling tijdens het gezamenlijk dansen, of rekenontwikkeling d.m.v. tel spel e.d. In de eerste kring (30 min.) kiezen we een baas, wordt het dagritme besproken en bijzonderheden verteld. De baas mag vervolgens de koekjes uitdelen. Tijdens het eten van een koekje leest de leidster een boekje voor die betrekking heeft op het thema van dat moment. Na het boekje gaan we liedjes zingen of een leerzaam spelletje spelen, die ook te maken hebben met het thema. Tot slot gaan we drinken toveren. De tweede kring is een eind kring om de dag af te sluiten. We bespreken de ochtend en zingen “dag”. Vervolgens mag de baas de deur open maken om de ouders binnen te laten. Vrij spelen In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er zijn open kasten waar zij zelf speelgoed uit mogen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten bakken staat. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte zijn en welk speelgoed daarbij past. Als we merken dat het kind toe is aan fijne motorische spelletjes dan bieden wij ze bijvoorbeeld een kralenketting aan. Buitenspelen Mits het weer het toelaat worden kinderen gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten mogen de kinderen vrij spelen. De kinderen zijn altijd onder toezicht van een leidster buiten. De kinderen spelen in de “binnentuin” van de school, die volledig omheind is. Bij mooi weer wordt er ook wel eens met de kinderen gewandeld. Wanneer het weer slecht is maken we gebruik van het speelzaaltje van school. Activiteiten Naast het vrij spelen bieden wij de kinderen ook regelmatig activiteiten aan. Veel activiteiten komen voort uit het Uk & Puk thema dat er op dat moment is. Daarnaast zijn er de seizoen thema’s zoals bijvoorbeeld: herfst, kerst en carnaval. Het uitgangspunt hierbij is dat de kinderen plezier hebben maar ook zeker dat hun ontwikkeling gestimuleerd wordt. We hebben uitlopende activiteiten van rollenspellen, woordspelletjes, denkspelletjes tot kleien, verven en plakken. Ieder jaar is er een Sinterklaasviering die met alle kinderen en ouders van de peuteropvang gezamenlijk gevierd wordt. Thema's Wij werken themagericht. Dit wil zeggen dat wij gedurende een aantal weken met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Wij kiezen voor thema's die op dat moment actueel zijn met betrekking tot bijvoorbeeld feestdagen of seizoenen. Wij hebben een themahoek op de groep en voor sommige thema’s krijgen de kinderen een werkboekje. Op deze manier kunnen de kinderen aan de ouders laten zien met welk thema wij bezig zijn. Voor de kinderen is het ook een punt van herkenning. Zij lopen er vaak naartoe en vertellen bijvoorbeeld wat ze geleerd hebben of kijken naar de dingen die er staan. De uitwerking van het thema is zichtbaar op groep. Daarnaast worden er verschillende knutselwerkjes omtrent het thema gemaakt.

37

Overige punten peuteropvang Verjaardagen Verjaardagen van de kinderen worden gevierd. Er wordt met de ouders een afspraak gemaakt om de verjaardag te vieren. De ouders of opa's en oma's mogen hierbij aanwezig zijn. Hierbij geldt maximaal 3 personen. De ouders komen voor een kind wat 3 of 4 jaar wordt om 11.15 uur. Na het vieren van de verjaardag wordt de observatie ‘KIJK’ besproken. Voor traktaties geldt dat het mag maar niet hoeft, ouders zijn vrij of ze iets doen en wat ze dan doen. De traktaties worden altijd mee naar huis gegeven, zodat ouders zelf kunnen beslissen wat zij met de traktatie doen. Stamgroepen Op Odaschool is er één peutergroep aanwezig. Op dit moment alleen geopend op dinsdag en vrijdag van 8.45 uur tot 11.45 uur. De groep bestaat uit maximaal 16 peuters in de leeftijd van 2,4 - 4 jaar. De meeste kinderen komen 2 dagen zodat er een stabiele en herkenbare groep wordt gevormd. Echter kijken we ook naar de vraag van ouders (en het kind) waardoor het een enkele keer voorkomt dat een kind maar 1 keer komt. Op Odaschool is 1 peutergroep aanwezig waardoor het voor kan komen dat broertjes en zusjes bij elkaar op de groep geplaatst worden. We gaan met slecht weer met de kinderen naar het speelzaaltje. Dit is een zaaltje dat zich binnen de school bevindt. De kinderen gaan hier onder begeleiding van een pm’er naar toe. Daar worden spelletjes gedaan en met ballen, hoepels en ander klein materiaal gespeeld. Er wordt geen gebruik gemaakt van de toestellen omdat de pm’ers daar niet gecertificeerd voor zijn. Kinderen mogen ook nooit zonder begeleiding in het zaaltje spelen. Tijdens de vakantie en feestdagen is de peuteropvang gesloten. Wennen Bij nieuwe aanmeldingen op de groep plannen wij een kennismaking tevens wenmoment in met de ouders. Dit is een ochtend op een dag dat het kind ook in opvang komt. Wij vinden een wenmoment erg belangrijk omdat wij zowel ouder als kind vooraf leren kennen. Onze ervaring is ook dat ouders het prettig vinden om hun kind gedurende een korter moment vast te laten wennen. In samenspraak met ouders wordt en gekeken wat het beste moment is om dit in te plannen. Vaak is dat om 09.00 uur zodat er een leidster met de kinderen in de kring kan gaan en een leidster informatie kan overdragen aan de ouder. Er wordt de tijd genomen voor de kennismaking, waarbij zowel oog is voor het kind als de ouder. Op de groep wordt het kind geïntroduceerd en, indien dit mogelijk is, wordt er een introductiespel gedaan met alle kinderen samen.

38

Buitenschoolse opvang Dagplanning Op VSO en BSO Odaschool wordt met het volgende dagritme gewerkt: 07.30 uur: Kinderen worden gebracht door de ouders. In BSO lokaal. 07.30 uur: Kinderen mogen vrij spelen. 08.20 - 08.30 uur: Kinderen gaan naar de klas. De kinderen worden door hun leerkracht gehaald of

gaan zelfstandig. 14.15 uur: Kinderen komen binnen en krijgen een soepstengel en drinken. Er wordt even gepraat over van alles wat de kinderen bezig houdt of meegemaakt

hebben. Nieuwe kinderen worden voorgesteld. Soms wordt er een verjaardag gevierd of een boek voorgelezen.

14.30 - 15.30 uur: Er worden afspraken met kinderen gemaakt voor wat betreft de activiteiten die ze gaan doen. Er wordt ook altijd een (knutsel)activiteit aangeboden.

15.30 – 15.45 uur: Kinderen krijgen een koekje en drinken. Er worden vervolgens nieuwe afspraken gemaakt voor wat betreft de activiteiten die ze gaan doen.

15.45 – 16.45 uur: De kinderen mogen vrij spelen of een activiteit doen. Hierbij mogen wij ook gebruik maken van het speelzaaltje. De kinderen die graag naar buiten willen, gaan onder begeleiding naar buiten.

16.45 uur: De kinderen die warm eten bij zich hebben gaan eten. De andere kinderen gaan buitenspelen.

16.45 - 18.30 uur: Kinderen worden opgehaald door hun ouders. Er is een mondelinge overdracht. Alle schema’s dienen als leidraad voor de pedagogisch medewerkers. Het belangrijkste is dat de pedagogisch medewerkers zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van het individuele kind met daarbij structuur en duidelijkheid.

Overdracht: Overdracht met ouders/verzorgers vinden wij erg belangrijk, de belangrijkste overdracht is mondeling met de ouders/verzorgers tijdens de haal- en brengmomenten. Op deze momenten worden dagelijkse dingen over de kinderen besproken zoals eten en slapen, daarnaast worden er op deze momenten ook bijzonderheden uitgewisseld. Vrij spelen: In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er zijn open kasten waar zij zelf speelgoed uit mogen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten bakken staat. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte zijn en welk speelgoed daarbij past. Als we merken dat het kind toe is aan fijne motorische spelletjes dan bieden wij ze bijvoorbeeld een kralenketting aan. Buitenspelen: Mits het weer het toelaat worden kinderen gestimuleerd om buiten te spelen. De kinderen mogen buiten vrij spelen. Hieronder verstaan we spelen in de zandbak met zandbakspeelgoed (alleen bij droog weer) en spelen met rijdend materiaal. Tevens is er een bak met andere buitenspeelgoed aanwezig (springtouw en voetbal) waar de kinderen gebruik van mogen maken. De kinderen spelen zowel in de binnentuin als op het schoolplein. Altijd onder toezicht van de pedagogisch medewerkster. Activiteiten: In de vakantie wordt er gewerkt met thema’s. Hierbij wordt er gekeken naar wat op er op dat moment speelt en naar de groepsgrote/leeftijd. Op deze manier wordt er een planning gemaakt.

39

Overige punten Buitenschoolse opvang

Vakantieopvang Kinderen die verblijven op locatie BSO Odaschool worden in de vakantie periode soms opgevangen op BSO de Boerderij. Dit is een andere locatie van De Verbinding. Wanneer kinderen naar de Boerderij gaan worden ouders daarvan tijdig op de hoogte gebracht. Wanneer er genoeg kinderen van BSO Odaschool komen in de vakantie blijft locatie Odaschool open. Kind-leidster ratio is 1 op 10. Ouders geven hun goedkeuring voor vakantieopvang op een andere locatie door middel van het tekenen van een overeenkomst. Verjaardagen Op de BSO worden de verjaardagen van de kinderen gevierd. De pedagogisch medewerkers plannen deze in rondom de verjaardag van het kind afhankelijk van de aanwezigheid van het kind. Na schooltijd wordt tijdens het kringmoment liedjes gezongen met de kinderen en kan ieder kind de jarige feliciteren. Er wordt bij ieder kind cake met eventueel slagroom getrakteerd wat de jarige ronddeelt aan alle kinderen. De cake wordt door De Verbinding verzorgd zodat iedere traktatie gelijk is en ouders hier niet zelf voor hoeven te zorgen. Na de viering gaan de kinderen verder met het middagprogramma. Wennen Wanneer ouders daar prijs opstellen mogen kinderen komen wennen op de BSO. Dit wennen mag twee keer. Wij adviseren om dit zo dicht mogelijk te doen op de start van de BSO. Wennen is niet verplicht, ouders mogen daar zelf voor kiezen. Basisgroepen In totaal biedt de opvang 20 kindplaatsen. De kinderen starten bij de BSO in hun eigen basisgroep waar zij worden opgevangen met de vaste leidster(s). Wanneer er gedurende de BSO-tijd iets voorvalt, kunnen de kinderen naar de vaste leidster om bijv. hulp te vragen. Zij is/zijn het vaste aanspreekpunt voor de kinderen. Op BSO Odaschool is er 1 basisgroep. Met slecht weer gaan we met de kinderen naar de speelzaal van basisschool Odaschool. De kinderen gaan hier altijd onder begeleiding van een pm’er naar toe. Daar worden spelletjes gedaan of met ballen/hoepels en met ander klein materiaal gespeeld. Er wordt geen gebruik gemaakt van de toestellen omdat de pm’ers hier niet bevoegd voor zijn. Kinderen mogen niet zonder begeleiding in het zaaltje spelen. Wanneer we in het zaaltje zijn hangt er voor de ouders een briefje op de deur van het BSO lokaal zodat zij weten dat ze hun kind in het speelzaaltje op kunnen halen. Buiten het schoolplein op het grasveld spelen mag alleen onder begeleiding van een pm’er.