Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller...

32
5 3 Getallenkennis LES 1 Procenten/percenten PROCENT/PERCENT PRO/PER _____ 15 % = 15 100 1 Naar school: lees aandachtig en los op. Aan 100 kinderen werd gevraagd hoe ze meestal naar school komen. Dit zijn de resultaten. Hoe? Hoeveel kinderen? totaal aantal kinderen groen te voet 22 100 blauw met de fiets 32 100 rood met de auto 40 100 geel met de bus 6 100 Kleur de opgegeven aantallen in het gevraagde kleur in het honderdveld. Noteer daarna het juiste percentage. te voet: ______ % met de fiets: ______ % met de auto: ______ % met de bus: ______ % 2 Voorkeuren: lees aandachtig en vul aan. Aan dezelfde kinderen werd gevraagd wat hun lievelingsmaal is. Ze konden kiezen uit: spaghetti (S), pizza (P), frietjes (F), worst met appelmoes (W) of balletjes in tomatensaus (B). Dit is het resultaat. - Het totaal is ______ %. - Het minst graag eten ze ____________________________. Dit is ______ %. - De kinderen eten het liefst __________________________, wel ______ %. Hier vind je een strook van 10 cm (of 100 mm). Deze strook stelt 100 % voor van de kinderen. Gebruik dezelfde kleuren uit het cirkeldiagram en kleur de gegeven procenten/percenten in het juiste kleur. 25% 20% 35% 5% 15% B W S P F 1 Naam:_________________________________ Klas:__________ Datum: ________________ 22 32 40 6 100 5 worst met appelmoes frietjes 35 100

Transcript of Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller...

Page 1: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

5 35 3GetallenkennisLES 1 Procenten/percenten

PROCENT/PERCENT

PRO/PER _____ 15 % = 15100

1 Naar school: lees aandachtig en los op. Aan 100 kinderen werd gevraagd hoe ze meestal naar school komen. Dit zijn de resultaten.

Hoe? Hoeveel kinderen?

totaal aantal kinderen

groen te voet 22 100

blauw met de fiets 32 100

rood met de auto 40 100

geel met de bus 6 100

Kleur de opgegeven aantallen in het gevraagde kleur in het honderdveld. Noteer daarna het juiste percentage.

te voet: ______ % met de fiets: ______ %

met de auto: ______ % met de bus: ______ %

2 Voorkeuren: lees aandachtig en vul aan.Aan dezelfde kinderen werd gevraagd wat hun lievelingsmaal is. Ze konden kiezen uit: spaghetti (S), pizza (P), frietjes (F), worst met appelmoes (W) of balletjes in tomatensaus (B). Dit is het resultaat.

- Het totaal is ______ %.

- Het minst graag eten ze ____________________________.

Dit is ______ %.

- De kinderen eten het liefst __________________________,

wel ______ %.

Hier vind je een strook van 10 cm (of 100 mm). Deze strook stelt 100 % voor van de kinderen. Gebruik dezelfde kleuren uit het cirkeldiagram en kleur de gegeven procenten/percenten in het juiste kleur.

25%

20%35%

5%

15%B

WS

PF

1

Naam:_________________________________ Klas: __________ Datum: ________________

22 32

40 6

100

5

worst met appelmoes

frietjes

35

100

Katapult_5_Target_3_WB.indd 1 27/03/19 13:19

Page 2: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

553 Vul de verhoudingstabel in.

4

op 10 op 20 op 100 op 200 op 50 op 500

4 Schrijf in breuken en procenten/percenten. Kleur het honderdveld.

.100

= ______ %

.100

= ______ %

9100

= ______ %

32100

= ______ %

rest .100

= ______ %

5 Welk deel is aangeduid? Kijk goed en vul aan.

.10

= .100

= _____ % .

5 = .

100 = _____ %

.20

= .100

=_____ %

6 Los op: vergelijk de procenten/percenten en kleur het beste resultaat.

7 Vul in.

720

= .100

= _____%

310

= .100

= _____%

2250

= .100

= _____%

42 % = .100

71 % = .100

14 % = .100

100100

= _____%

2100

= _____%

625

= .100

= _____%

1320

= .100

= ____%7

10 = .

100 = ____%

2430

= ..

= .100

= ____%

2 291

8 200208040

2020

1515

9

32

24

6020

24

606201

757515

65

70

65

70

35 100

30 2

44 24

35 42

30 71

44 14 24

8080810

Katapult_5_Target_3_WB.indd 2 27/03/19 13:19

Page 3: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Maak de vermenigvuldigingen. Wees aandachtig. Wat kun je besluiten?

3 x 0,3 = ________________

3 x 3 = ________________

6 x 0,12 = _______________

6 x 12 = _______________

4 x 0,013 = ______________

4 x 13 = ______________

Bij vermenigvuldigingen geldt: als ik 1 of 2 factoren vermenigvuldig met een getal,

dan moet ik daarna ___________________________________________________.

2 Vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,1.

4 x 0,4 = __________

5 x 0,7 = __________

2 x 0,5 = __________

4 x 0,9 = __________

6 x 0,7 = __________

3 x 0,3 = __________

0,8 x 2 = __________

0,2 x 9 = __________

3 Vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,01.

9 x 0,01 = ______________________________

7 x 0,07 = ______________________________

4 x 0,09 = ______________________________

2 x 0,44 = ______________________________

5 x 0,52 = ______________________________

8 x 0,24 = ______________________________

1 x 0,5 = ________

0,1 x 0,5 = ________

4 x 0,6 = ________

0,4 x 0,6 = ________

7 x 0,7 = ________

0,7 x 0,7 = ________

0,6 x 8 = ________

0,6 x 0,8 = ________

4 Vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,001.

4 x 0,004 = ____________________________

9 x 0,002 = ____________________________

2 x 0,028 = ____________________________

0,008 x 7 = ____________________________

0,003 x 6 = ____________________________

0,011 x 5 = ____________________________

1 x 0,07 = _______

0,1 x 0,07 = _______

2 x 0,09 = _______

0,2 x 0,09 = _______

10 x 0,004 = _____

100 x 0,004 = _____

10 x 0,345 = _____

100 x 0,345 = _____

5 Kleur elke opgave met dezelfde oplossing in hetzelfde kleur.

4 x 0,8 0,8 x 0,4 3 x 0,07 0,3 x 0,07

0,21 0,32 0,021 3,2

BewerkingenLES 2 Hoofdrekenen: vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,001

____ ____ ____ ____ ____ ____

3 472

16 : 10 = 1,6

35 : 10 = 3,5

3 x 0,3 = 0,9

3 x 3 = 9

6 x 0,12 = 0,72

6 x 12 = 72

4 x 0,013 = 0,052

4 x 13 = 52

0,5

0,05

0,07

0,007

(9 x 1) : 100 = 9 : 100 = 0,09

(7 x 7) : 100 = 49 : 100 = 0,49

(4 x 9) : 100 = 36 : 100 = 0,36

(4 x 4) : 1 000 = 16 : 1 000 = 0,016

(9 x 2) : 1 000 = 18 : 1 000 = 0,018

(2 x 28) : 1 000 = 56 : 1 000 = 0,056

(2 x 44) : 100 = 88 : 100 = 0,88

(5 x 52) : 100 = 260 : 100 = 2,6

(8 x 24) : 100 = 192 : 100 = 1,92

( 8 x 7) : 1 000 = 56 : 1 000 = 0,056

( 3 x 6) : 1 000 = 18 : 1 000 = 0,018

(11 x 5) : 1 000 = 55 : 1 000 = 0,055

10 : 10 = 1

36 : 10 = 3,6

2,4

0,24

0,18

0,018

42 : 10 = 4,2

9 : 10 = 0,9

het product delen door dat getal

4,9

0,49

0,04

0,4

16 : 10 = 1,6

18 : 10 = 1,8

4,8

0,48

3,45

34,5

x 10 : 10 x 100 : 100 x 1 000 : 1 000

Katapult_5_Target_3_WB.indd 3 27/03/19 13:19

Page 4: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2

7 =

natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10

noemer blijft gelijk dus 7 107

1 Lees aandachtig en los het volgende probleem op.In de pizzeria is het vandaag buffet. Zita en haar familie hebben van het buffet gesmuld. Hier zie je in hoeveel stukken elke pizza op het buffet verdeeld is.

HAWAÏ POLLO SPECIALE MARGHERITA

De familie eet 5 stukken van de pizza Hawaï, 3 stukken van de pizza pollo, 2 stukken van de pizza speciale en 4 stukken van de pizza margherita. Kleur deze aantallen in de juiste pizza’s.

Hoeveel at de familie van de pizza Hawaï? _____ x 16

=

Hoeveel at de familie van de pizza pollo? _____ x 18

=

Hoeveel at de familie van de pizza speciale? _____ x 14

=

Hoeveel at de familie van de pizza margherita? _____ x 16

=

2 Natuurlijk getal x breuk: reken uit en vereenvoudig waar het kan.

2 x 13

= 4 x 12

= 5 x 17

= 4 x 28

=

5 x 320

= 9 x 13

= 6 x 25

= 7 x 34

=

3 Breuk x natuurlijk getal: reken uit en vereenvoudig waar het kan.

15

x 3 = 12

x 10 = 23

x 3 = 25

x 10 =

29

x 3 = 45

x 3 = 56

x 8 = 23

x 12 =

4 Kun je deze oefeningen ook oplossen? Vul in.

De helft van 20 is __________ .

Het dubbel van 34

is ________ .

Het viervoud van 23

is _______ .

45

van 50 is _______________ .

20 keer 12

is _______________ .

Een vierde van 49 is ________ .

BewerkingenLES 3 Hoofdrekenen: natuurlijke getallen vermenigvuldigen met een breuk en omgekeerd

4 523

5

3

2

4

56

46

= 23

24

= 12

38

23

1520

= 34

35

69

= 23

202

= 10

64

= 32

83

= 2 en 23

45

x 50 = 2005

= 40

202

= 10

494

= 12 en 14

42

= 2

93

= 3

102

= 5

125

= 2 en 25

57

125

= 2 en 25

63

= 2

406

= 203

= 6 en 23

88

= 1

214

= 5 en 14

205

= 4

243

= 8

Katapult_5_Target_3_WB.indd 4 27/03/19 13:19

Page 5: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Geef elke vierhoek de best passende naam en noteer hun eigenschappen.

Je vindt ze hier nog eens op een rijtje.

evenwijdigheid hoeken zijden

- 1 paar evenwijdige zijden - gelijke overstaande hoeken - gelijke overstaande zijden

- 2 paar evenwijdige zijden - 4 gelijke hoeken - 4 gelijke zijden

een __________________ met

- ________________________

________________________

- ________________________

________________________

- ________________________

________________________

een __________________ met

- ________________________

________________________

- ________________________

________________________

- ________________________

________________________

een __________________ met

- ________________________

________________________

een ________________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- ______________________________________

een ________________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- ______________________________________

MeetkundeLES 4 Vormleer: eigenschappen van de zijden en hoeken van vierhoeken / omstructureren van veelhoeken

5 1044

parallellogram

rechthoek ruit

vierkant trapezium

2 paar evenwijdige

zijden

gelijke overstaande

hoeken

gelijke overstaande

zijden

2 paar evenwijdige zijden

4 gelijke hoeken

gelijke overstaande zijden

2 paar evenwijdige zijden

gelijke overstaande hoeken

4 gelijke zijden

2 paar evenwijdige

zijden

4 gelijke hoeken

4 gelijke zijden

1 paar evenwijdige

zijden

Katapult_5_Target_3_WB.indd 5 27/03/19 13:19

Page 6: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55Een diagonaal van een vlakke figuur is ___________________________________________

_____________________________________________________________________________ .

1 Noteer de best passende naam van de figuur. Teken de diagonalen en duid alle eigenschappen aan.

naam: _________________________________❏ De diagonalen zijn even lang.❏ De diagonalen staan loodrecht op elkaar.❏ De diagonalen snijden elkaar middendoor.

naam: _________________________________❏ De diagonalen zijn even lang.❏ De diagonalen staan loodrecht op elkaar.❏ De diagonalen snijden elkaar middendoor.

naam: _________________________________❏ De diagonalen zijn even lang.❏ De diagonalen staan loodrecht op elkaar.❏ De diagonalen snijden elkaar middendoor.

naam: _________________________________❏ De diagonalen zijn even lang.❏ De diagonalen staan loodrecht op elkaar.❏ De diagonalen snijden elkaar middendoor.

2 Teken de diagonalen in de vierhoeken van kopieerblad 6 uit les 5.

MeetkundeLES 5 Vormleer: eigenschappen van diagonalen in vierhoeken

6

een lijnstuk dat twee niet-aanliggende hoekpunten

verbindt

rechthoek

vierkant

ruit

parallellogram

Katapult_5_Target_3_WB.indd 6 27/03/19 13:19

Page 7: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

553 Kruis aan wanneer de eigenschap op de figuur van toepassing is.

De figuren vind je terug op kopieerblad 6 uit les 5.

naam De diagonalen zijn even lang.

De diagonalen staan loodrecht op elkaar.

De diagonalen snijden elkaar middendoor.

1 _____________________

2 _____________________

3 _____________________

4 _____________________

5 _____________________

6 _____________________

7 _____________________

8 _____________________

4 Teken de volgende vierhoeken aan de hand van de eigenschappen van de diagonalen.

een vierhoek waarvan: - de diagonalen loodrecht op elkaar staan; - de diagonalen niet even lang zijn; - de diagonalen elkaar middendoor snijden.

een vierhoek waarvan: - de diagonalen even lang zijn; - de diagonalen elkaar middendoor snijden; - de diagonalen niet loodrecht op elkaar staan.

een vierhoek waarvan: - de diagonalen elkaar middendoor snijden; - de diagonalen niet loodrecht staan; - de diagonalen niet even lang zijn.

naam: ____________________ naam: ____________________ naam: ____________________

7 105

ruit

vierkant

rechthoek

trapezium

ruit

parallellogram

vierhoek

vierkant

ruit rechthoek parallellogram

Katapult_5_Target_3_WB.indd 7 27/03/19 13:19

Page 8: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Kleur en vul in.

35100

= _____ % 810

= .100

= _____% 1320

= .100

= _____%

2 Zet om.

25 % = .

. = .

.

0,36 = .

. = .

.

75 % = .

. = .

.

2100

= _______ %

710

= ____,_____

0,3 = .

.

0,47 = .

. = _______ %

45 % = .

. = ____,_____

45

= .

. = _______ %

3 Kleur en vul aan.

32100

= _____ % = ____,_____

220

= .100

= _____ % = ____,_____

15

= .100

= _____ % = ____,_____

rest = .100

= _____ % = ____,_____

4 Vul de tabellen aan.

25 % = .

. = ____,_____ 100 % = .

. = ____,_____

______ % = 810

= ____,_____ ______ % = 35

= ____,_____

______ % = .

. = 0,9 5 % = .

. = ____,_____

______ % = 33100

= ____,_____ ______ % = 220

= ____,_____

______ % = .

. = 1,10 65 % = .

. = ____,_____

GetallenkennisLES 6 Procenten/percenten, breuken en kommagetallen tot op 0,001

8

35 80

2 47

0 45

80

0 7

80 65 65

25

10 38

20

10014

47100

36100

925

45100

75100

34

80100

310

032 020

010 038

32 2

1 38

25 100

90 5

110 65

100 100

100 100

100 100

0 1

080 60 0

0

0

033 10

110

90

0

25

8 6

05

65

33 1

Katapult_5_Target_3_WB.indd 8 27/03/19 13:19

Page 9: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

555 Vul in met >, < of =.

12

. 40 %

10 % . 0,2

710

. 0,8

34

. 50 %

25 % . 14

0,25 . 21 %

1520

. 0,6

60200

. 30 %

6 Rangschik de gegeven getallen in de balk. Let goed op de symbolen! Zet eerst om.

710

25

82 % 36 % 0,64

< < < <

110

20 % 0,31 15100

0,4

> > > >

7 Internetkoopjes: rangschik de prijzen van hoog naar laag.

Deze schoenen kosten normaal e 120.

Bij winkel A betaal je 34

van de prijs.

Bij winkel B betaal je 80 % van de prijs.

Bij winkel C betaal je 78100

van de prijs.

Bij winkel D betaal je 120 % van de prijs.

winkel . > winkel . > winkel . > winkel .

e 120

9 295

>

<

<

>

=

>

>

=

36 %

0,4

70100

10100

25

0,31

40100

20100

0,64

20 %

82100

31100

710

15100

36100

15100

82 %

110

64100

40100

D

78 %

75 %

B C A

Katapult_5_Target_3_WB.indd 9 27/03/19 13:19

Page 10: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Vul deze verhoudingstabel aan.

1 3 8 7 15 0,5

5 10 50 100 60

2 Zet de breuk om in procent/percent. Kleur het passende deel.

35 op 100 = ______ % = ______ op 200

5 op 100 = ______ % = ______ op 200

25 op 100 = ______ % = ______ op 200

20 op 100 = ______ % = ______ op 200

____ op 100 = ______ % = ______ op 200

3 Hoeveel euro korting krijgt de klant? Bereken en vul de tabel aan.

op e 100 op e 200 op e 500 op e 50

5 %

10 %

25 %

4 Neem een procent/percent van een natuurlijk getal.

10 % van 200 = 25 % van 400 =

60 % van 500 = 50 % van 800 =

20 % van 300 = 110 % van 600 =

30 % van 900 = 1 % van 700 =

BewerkingenLES 7 Hoofdrekenen: procent/percent nemen van een natuurlijk getal

K OO P

JEK O

O PJ

E SS

10

2 10 20 12

15 40 35 75 2,5

35

1515

20

25

5

70

30

40

50

10

e 5 e 10 e 25 e 2,5

e 10 e 20 e 50 e 5

e 25 e 50 e 125 e 12,5

10100

x 200 = 2 000100

= 20 (400 : 100) x 25 = 100

(700 : 100) x 1 = 7

(600 : 100) x 110 = 660

(800 : 100) x 50 = 40060100

x 500 = 30 000100

= 300

20100

x 300 = 6 000100

= 60

30100

x 900 = 27 000100

= 270

OF

x 2 x 5 : 2

Katapult_5_Target_3_WB.indd 10 27/03/19 13:19

Page 11: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

555 Welke school heeft de grootste fietsenstalling nodig? Bereken.

Rangschik de scholen. School 1 heeft het meest fietsers, school 7 het minst.

BS Het eiland: 10 % fietsers van 350 leerlingen

BS De horizon: 50 % fietsers van 480 leerlingen

BS Duinpanne: 20 % fietsers van 555 leerlingen

BS Stormvogel: 25 % fietsers van 160 leerlingen

BS De polderbloem: 60 % fietsers van 600 leerlingen

BS Rivierterras: 75 % fietsers van 640 leerlingen

BS Zoethout: 15 % fietsers van 180 leerlingen

6 Fietsen: bereken de nieuwe prijzen! Zoek eerst de korting in euro. Noteer de tussenstappen in je kladschrift.

prijs korting in % korting in e nieuwe prijs

mountainbike e 1 500 20 % e _______ e _______

koersfiets e 900 50 % e _______ e _______

driewieler e 60 25 % e _______ e _______

motorfiets e 6 000 40 % e _______ e _______

bakfiets e 1 200 9 % e _______ e _______

7 Neem een procent/percent van een kommagetal. Werk naar analogie.

10 % van 4,5 = 50 % van 12,6 =

20 % van 6,5 = 75 % van 4,8 =

25 % van 2,8 = 100 % van 0,23 =

11 296

10100

x 350 = 3 500100

= 35

50100

x 480 = 24 000100

= 240

20100

x 555 = 11 100100

= 111

25100

x 160 = 4 000100

= 40

60100

x 600 = 36 000100

= 360

75100

x 640 = 48 000100

= 480

15100

x 180 = 2 700100

= 27

10100

x 4,5 = 45100

= 0,45 (12,6 : 100) x 50 = 6,3

(0,23 : 100) x 100 = 0,23

(4,8 : 100) x 75 = 3,620100

x 6,5 = 130100

= 1,3

25100

x 2,8 = 70100

= 0,7

300 1 200

450 450

15 45

2 400 3 600

108 1 092

6

3

4

5

2

1

7

OF

Katapult_5_Target_3_WB.indd 11 27/03/19 13:19

Page 12: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55basisformule oppervlakte vierkant, rechthoek en parallellogram: _____________________

1 Bereken de oppervlakte van deze figuren en voorwerpen.Meet en teken nauwkeurig de hoogte.

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

Kijk goed en bereken de oppervlakte.

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

2 Het terras: lees aandachtig en los op.Hannah en Hans hebben gebouwd. Ze willen hun terras aanleggen met tegels.

V Hoeveel m2 tegels moeten ze daarvoor kopen?

B _________________________________________

_________________________________________

A _____________________________________ OK

1,5

m

1 m

h = 4 m

z = 3 m

90 cm70

cm

20 c

m

Meten en metend rekenenLES 8 Oppervlakte van vierkant, rechthoek en parallellogram

12 837

b x h

1 cm2 x 3 x 3

= 9 cm2

1 cm2 x 20 x 20

= 400 cm2

1 cm2 x 5 x 3

= 15 cm2

hhh

1 m2 x 1 x 1,5

= 1,5 m2

1 cm2 x 4 x 4

= 16 cm2

1 cm2 x 90 x 70

= 6 300 cm2

1 m2 x 3 x 3 = 9 m2 1 m2 x 3 x 4 = 12 m2

9 m2 + 12 m2 = 21 m2

Ze moeten 21 m2 tegels kopen.

Katapult_5_Target_3_WB.indd 12 27/03/19 13:19

Page 13: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Bereken de omtrek en de oppervlakte van deze vierhoeken.

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

2 Bereken de omtrek en de oppervlakte van deze driehoeken.

Basisformule oppervlakte driehoek:

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

3 Kleur de oppervlakten van de driehoeken in de vierhoeken erboven. Bespreek.

Meten en metend rekenenLES 9 Omtrek en oppervlakte van een driehoek

13

3 cm + 5 cm + 3 cm

+ 5 cm = 16 cm

3 cm + 5 cm + 5,8 cm

= 13,8 cm

1 cm2 x 3 x 5 = 15 cm2

(1 cm2 x 3 x 5) : 2

= 15 cm2 : 2 = 7,5 cm2

4 cm + 4 cm + 4 cm

+ 4 cm = 16 cm

4 cm + 4 cm + 5,7 cm

= 13,7 cm

1 cm2 x 4 x 4 = 16 cm2

(1 cm2 x 4 x 4) : 2

= 16 cm2 : 2 = 8 cm2

3 cm + 4,5 cm + 3 cm

+ 4,5 cm = 15 cm

3 cm + 4,5 cm

+ 4,1 cm = 11,6 cm

1 cm2 x 3 x 4 = 12 cm2

(1 cm2 x 3 x 4) : 2

= 12 cm2 : 2 = 6 cm2

basis x hoogte OF (basis x hoogte) : 2 2

Katapult_5_Target_3_WB.indd 13 27/03/19 13:19

Page 14: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

554 De Bermudadriehoek: lees aandachtig en los op.

De Bermudadriehoek is een denkbeeldige driehoek in de Atlantische Oceaan. Ze is wereldberoemd (of -berucht) doordat daar veel vliegtuigen en schepen verdwijnen. Een duidelijke verklaring hiervoor is er niet. (Als je hierover meer wilt weten, dan kun je het internet raadplegen.)

V Hoe groot is deze mysterieuze driehoek? Bereken de oppervlakte. Gebruik je zakrekenmachine.

B _______________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

5 Zonneterras: lees goed en los op.

Vader wil een terras (T) aanleggen in de tuin. Daarnaast legt hij een moestuin (M) aan.

V1 Hoe groot is de oppervlakte van het terras?

B1 __________________________________

__________________________________

A1 __________________________________

______________________________ OK

V2

Hoeveel kosten de tegels als je weet dat de prijs e 48 is per m2?

B2 __________________________________

__________________________________

A2 __________________________________

______________________________ OK

6 De kerstboom: lees, kijk en bereken.Dit is het kunstwerk dat mijn broer maakte. Hij zaagde drie driehoeken uit hout.

V Hoe groot is de totale oppervlakte van de drie driehoeken samen als je weet dat 1 cm op de tekening gelijk is aan 1 dm in werkelijkheid? Gebruik je ZRM.

B ____________________________________________________________

____________________________________________________________

____________________________________________________________

A ________________________________________________________ OK

A 1 500 km

B 1 700 km

A

B

M

4 m

2,5 m

M

T

14 828

(1 km2 x 1 700 x 1 500) : 2 = 1 275 000 km2

De Bermudadriehoek heeft een oppervlakte van 1 275 000 km2.

(1 m2 x 4 x 2,5) : 2 = 10 m2 : 2 = 5 m2

Het terras heeft een oppervlakte van 5 m2.

(1 dm2 x 1 x 1) : 2 = 0,5 dm2 (1 dm2 x 2 x 1,5) : 2 = 1,5 dm2

(1 dm2 x 3 x 2) : 2 = 3 dm2

0,5 dm2 + 1,5 dm2 + 3 dm2 = 5 dm2

De totale oppervlakte bedragt 5 dm2.

5 x e 48 = e 240

De tegels kosten e 240.

1 dm

1,5 dm

2 dm

3 dm

2 dm

1 dm

Katapult_5_Target_3_WB.indd 14 27/03/19 13:19

Page 15: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Vermenigvuldig het natuurlijk getal met het kommagetal.

3 x 1,1 = _______________________________

5 x 0,9 = _______________________________

2 x 2,2 = _______________________________

4 x 4,3 = _______________________________

6 x 1,04 = ______________________________

6 x 0,21 = ______________________________

7 x 1,51 = ______________________________

9 x 0,13 = ______________________________

2 x 0,201 = _____________________________

8 x 0,031 = _____________________________

6 x 0,125 = _____________________________

5 x 0,505 = _____________________________

2 Los de roosters op.

x 0,7 1,2 0,05 x 3,6 0,28 0,044

4 10

0,4 100

6 50

0,6 25

3 Louis is jarig! Lees goed en los op.Louis is jarig. Om de kinderen uit de klas te trakteren haalt zijn moeder toffe gelpennen. Een setje kost € 1,23. Louis heeft 8 klasgenoten. Louis krijgt natuurlijk ook een setje.

V Hoeveel betaalt mama voor alle setjes gelpennen samen?

B ___________________________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

_________________________________________________________________________________

Justine wil slingers maken voor de verjaardag van Louis. Ze knipt hiervoor een blad in stroken van 4,2 cm breed. Het blad is 29,7 cm lang.

V Hoeveel centimeter papier heeft ze nog over/te kort als ze 7 stroken nodig heeft?

B _________________________________________________________

_________________________________________________________

A _________________________________________________________

_____________________________________________________ OK

4,2 cm

29,7 cm

BewerkingenLES 12 Hoofdrekenen: vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,001

15 479

(3 x 11) : 10 = 33 : 10 = 3,3

(5 x 9) : 10 = 45 : 10 = 4,5

(2 x 22) : 10 = 44 : 10 = 4,4

(4 x 43) : 10 = 172 : 10 = 17,2

(2 x 201) : 1 000 = 402 : 1 000 = 0,402

(8 x 31) : 1 000 = 248 : 1 000 = 0,248

9 x e 1,23 = (9 x e 1) + (9 x e 0,20) + (9 x e 0,03) = e 11,07 e 9 e 1,80 e 0,27

Mama betaalt e 11,07 voor alle setjes samen.

7 x 4,2 cm = (7 x 4 cm) + (7 x 0,2 cm) = 29,4 cm 28 cm 1,4 cm

29,7 cm – 29,4 cm = 0,3 cm

Ze heeft nog een strookje met een breedte van 0,3 cm over.

2,8 4,8 0,2

0,28 0,48 0,02

4,2 7,2 0,3

0,42 0,72 0,03

36 2,8 0,44

360 28 4,4

180 14 2,2

90 7 1,1

(6 x 104) : 100 = 624 : 100 = 6,24

(6 x 21) : 100 = 126 : 100 = 1,26

(7 x 151) : 100 = 1 057 : 100 = 10,57

(9 x 13) : 100 = 117 : 100 = 1,17

(6 x 125) : 1 000 = 750 : 1 000 = 0,75

(5 x 505) : 1 000 = 2 525 : 1 000 = 2,525

Katapult_5_Target_3_WB.indd 15 27/03/19 13:19

Page 16: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Bereken het product. Schat eerst en vergelijk je oplossing met je schatting.

12 x 178,23 = ____________

Ik schat: ______________ OK

1 7 8 2 3

x1 2

+

,

24 x 561,08 = ____________

Ik schat: ______________ OK

29 x 314,5 = _____________

Ik schat: ______________ OK

2 Bereken het product. Vergelijk de oplossing met je schatting. Let op de komma’s!

1,2 x 457,8 = _____________

Ik schat: ______________ OK

4 5 7 8

x1 2

+

,

,

3,5 x 784,6 = _____________

Ik schat: ______________ OK

6,8 x 4 571,25 = __________

Ik schat: ______________ OK

3 Lees aandachtig en cijfer op een geruit blad. Noteer hier de bewerking en je uitkomst. Controleer de uitkomst met je zakrekenmachine.Het naaiatelier heeft 9,6 spoelen per maand nodig om de kledij te naaien.Op één spoel zit 5 127,8 cm draad.

V1 Hoeveel centimeter draad gebruikt het atelier gemiddeld per maand?

B1 ______________________________________________________

A1 __________________________________________________ OK

___________________________________________________________Eén spoel kost e 14,95.

V2 Hoeveel euro kost de draad gemiddeld per maand?

B2 ___________________________________________________________________________

A2 _______________________________________________________________________ OK

BewerkingenLES 13 Cijferen: vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,001

16 58

9,6 x 5 127,8 cm = 49 226,88 cm

Elke maand gebruiken ze gemiddeld 49 226,88 cm draad.

2 138,76

12 x 200 = 2 400

549,36

1 x 458 = 458

13 465,92

25 x 500 = 12 500

2 746,1

4 x 800 = 3 600

9 120,5

30 x 300 = 9 000

31 084,5

7 x 4 500 = 31 500

9,6 x e 14,95 = e 143,52

De draad kost gemiddeld e 143,52 per maand.

1 7 8 2 3

x1 2

3 5 6 4 6

+1 7 8 2 3

2 1 3 8 7 6

, 5 6 1 0 8

x2 4

2 2 4 4 3 2

+1 1 2 2 1 6

1 3 4 6 5 9 2

3 1 4 5

x2 9

2 8 3 0 5

+6 2 9 0

9 1 2 0 5

4 5 7 8

x1 2

9 1 5 6

+4 5 7 8

5 4 9 3 6

,

,

7 8 4 6

x3 5

3 9 2 3 0

+2 3 5 3 8

2 7 4 6 1 0

4 5 7 1 2 5

x6 8

3 6 5 7 0 0 0

+2 7 4 2 7 5 0

3 1 0 8 4 5 0 0

, ,

, ,

,

,,,

,,

,,

111

1

1 11

1

11

1 1 3 2

1 1

4 4 1

1

1 1 1 3 2 4

1 1 2

4 2 1 5 4

3 1 4 3

Katapult_5_Target_3_WB.indd 16 27/03/19 13:19

Page 17: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55km2 m2 dm2

ha a ca

1 Herleid deze oppervlaktematen.

5 m2 = ________ dm2

0,75 m2 = ________ dm2

300 dm2 = _________ m2

0,1 km2 = _________ m2

8 m2 3 dm2 = _________ m2

0,007 km2 = _________ m2

100 m2 = ________ dm2

8 dm2 = _________ m2

0,05 m2 = ________ dm2

12

km2 = _________ m2

370 dm2 = _________ m2

3 m2 3 dm2 = ________ dm2

800 000 dm2 = _________ m2

816 dm2 = 8 ___ + 16 ___

750 dm2 = __ m2 + __ dm2

2 Herleid de volgende land- en oppervlaktematen.

1 ha = ___________ a 1 ha = ____________ ca 1 a = _____________ ca

800 ca = ________________ a

3 ha 5 a = _______________ a

8 a 8 ca = ______________ m2

5 a = __________________ ca

125 m2 = ______ a _______ ca

25 ha = _________________ a

15 ca = ________________ m2

120 a = ________________ m2

7 500 a = 75 ______________

351 m2 = ______ a _______ ca

1 500 ca = 15 _____________

7 ha = _________________ m2

4 ha = __________________ a

7 ha 3 ca = _____ a ______ ca

1 408 ca = 14 ______ 8 _____

3 Vul de juiste landmaat in.

100 keer 14 a is 14 _____.

100 keer 15 ca is 15 _____.

10 000 keer zo klein als 5 ha is 5 _____.

10 000 keer zo klein als 1 ha is 1 _____.

10 000 keer 47 ca is 47 _____.

100 keer zo klein als 89 a is 89 _____.

4 Kruis het juiste antwoord aan.De totale oppervlakte van het Zoniënwoud bij Brussel is 4 381 ha. Dit is ❏ 4,381 km2. ❏ 43,81 km2. ❏ 438,1 km2. ❏ 4 381 km2. ❏ niet gegeven.

Het marktplein van Sint-Niklaas heeft een oppervlakte van 3 ha 19 a. Dit is ❏ 319 m2. ❏ 3 019m2. ❏ 3 190 m2. ❏ 31 900 m2. ❏ niet gegeven.

Papa heeft al één vijfde van de tuin omgespit. Dat is 1 are. Hoeveel moet hij nog omspitten? ❏ 25 m2. ❏ 400 m2. ❏ 75 m2. ❏ 40 m2. ❏ niet gegeven.

Mijn broer heeft een stuk bouwgrond van 615 m2 gekocht. De koopakte vermeldt ❏ 6 a 15 ca. ❏ 61 a 5 ca. ❏ 6 ha 15 ca. ❏ 61 ha 5 a. ❏ niet gegeven.

Meten en metend rekenenLES 14 Oppervlaktematen en landmaten

17 7510

500

75

3

100 000

8,03

8

305

808

500

1 25

7 000

10 000

0,08

5

500 000

2 500

15

12 000

ha

3 51

3,7

303

8 000

m2 dm2

7 50

a

70 000

400

700 3

a ca

100

ha ca

a ha

ca ca

10 000 100

Katapult_5_Target_3_WB.indd 17 27/03/19 13:19

Page 18: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Het voetbalveld: lees aandachtig en los op.

Er moeten kalklijnen getrokken worden die het voetbalveld afbakenen.

V1 Bereken de lengte van de rode lijn.

De lengte van de rode lijn noemen we de _______________.

B1 ___________________________________________________________________________

A1 _______________________________________________________________________ OK

________________________________________________________________________________Op het veld wil de club een groene mat leggen.

V2 Hoe groot moet die mat zijn?

De grootte van de groene mat noemen we de _____________________________.

B2 ___________________________________________________________________________

A2 _______________________________________________________________________ OK

2 De tennisclub: lees, vul aan, verdeel en bereken.De omtrek van het terras van de tennisclub is 24 m. Vul de ontbrekende maten in op de tekening.

V Bereken de oppervlakte van het terras.

B ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

5 m

______

3 m

3 m

______

______

1 m

2 m

2 m

2 m

120 m

70 m

Meten en metend rekenenLES 15 Toepassingen: omtrek en oppervlakte van vierkant, rechthoek, parallellogram en driehoek

TipJe zult het terras moeten verdelen in

vierkanten en rechthoeken. Doe dit meteen potlood en een geodriehoek.

18

omtrek

120 m + 70 m + 120 m + 70 m = 380 m

De omtrek van het voetbalveld bedraagt 380 meter.

oppervlakte

1 m2 x 120 x 70 = 8 400 m2

De groene mat moet 8 400 m2 groot zijn.

1 m2 x 2 x 2 = 4 m2 1 m2 x 2 x 3 = 6 m2 1 m2 x 3 x 2 = 6 m2

1 m2 x 1 x 2 = 2 m2 Totale oppervlakte: 4 m2 + 6 m2 + 6 m2 + 2 m2 = 18 m2

De oppervlakte van het terras is 18 m2.

1 m2 m

3 m

Katapult_5_Target_3_WB.indd 18 27/03/19 13:20

Page 19: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

553 Dansen: lees aandachtig en los op.

Voor het sintfeest in de dansclub knutselen de dansers een lange slinger met vlaggetjes.

V Bereken hoeveel stof ze nodig hebben voor 100 vlaggetjes.

B ___________________________________

___________________________________

___________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

Daarna versieren de dansers de zaal met deze ster. Daarvoor hebben ze geel en rood papier nodig.

V1 Hoeveel geel papier hebben ze nodig?

B1 De gele figuren zijn ______________________ .

_______________________________________

_______________________________________

A1 __________________________________ OK

V2 Hoeveel rood papier hebben ze nodig?

B2 De rode figuren zijn ______________________ .

___________________________________________________________________________

A2 _______________________________________________________________________ OK

V Bereken de omtrek en de oppervlakte van onze dansvloer.

B omtrek: _______________________________________

oppervlakte: ___________________________________

______________________________________________

______________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

8,5 m

5,5 m

5 m

2 m

6 m

15 cm

30 cm

40 cm

40 cm

8 m

19 6511

(1 cm2 x 15 x 30) : 2 = 1 cm2 x 450 : 2

= 225 cm2

100 x 225 cm2 = 22 500 cm2

De dansers hebben 22 500 cm2 stof nodig voor 100 vlaggen.

parallellogrammen

1 cm2 x 40 x 40 = 1 600 cm2

4 x 1 600 cm2 = 6 400 cm2

Ze hebben 6 400 cm2 geel papier nodig.

driehoeken

(1 cm2 x 40 x 40) : 2 = 800 cm2 4 x 800 cm2 = 3 200 cm2

Ze hebben 3 200 cm2 rood papier nodig.

8,5 m + 6 m + 8 m + 2 m + 5,5 m = 30 m

(1 m2 x 1 x 8) : 2 = 4 m2

1 m2 x 8 x 5 = 40 m2 (1 m2 x 2 x 5) : 2 = 5 m2

Totale oppervlakte: 4 m2 + 40 m2 + 5 m2 = 49 m2

De dansvloer heeft een omtrek van 30 m en een oppervlakte van 49 m2.

1 m

Katapult_5_Target_3_WB.indd 19 27/03/19 13:20

Page 20: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Hieronder zie je driehoeken. Kruis aan wat juist is.

A

BC

D E

F

G

I

H

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

2 Wat ben ik? Lees aandachtig en vul in. Benoem naar zijden en hoeken.Ik heb 3 zijden die niet gelijk zijn en 3 hoeken die kleiner zijn dan 90°.

Ik ben een _________________________, __________________________ driehoek.

Ik ben een driehoek met 2 gelijke zijden en één hoek die groter is dan 90°.

Ik ben een _________________________, __________________________ driehoek.

3 Teken alle symmetrieassen van deze driehoeken.

MeetkundeLES 16 Vormleer: eigenschappen van zijden en hoeken van driehoeken - symmetrieassen

20 100

ongelijkbenige/ongelijkzijdige scherphoekige

gelijkbenige stomphoekige

Katapult_5_Target_3_WB.indd 20 27/03/19 13:20

Page 21: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Welk deel van het honderdveld is gekleurd? Vul aan en zet om in procent/percent.

.100

= _____% .100

= _____% .100

= _____%

2 Welk deel is hier gekleurd? Zet eerst op noemer 100 vooraleer je omzet in procenten/percenten.

.

. = .

100 = _______ % .

. = .

100 = _______ % .

. = .

100 = _______ %

3 Lees aandachtig, kleur en vul in.

BLAUW 20 ten honderd van 200 20 % van 200 =

GROEN30

100 van 200 30 % van 200 =

ROOD14

van 200 25 % van 200 =

REST _______ (aantal) van 200 _______ % van 200

GetallenkennisLES 17 Procenten/percenten, breuken en kommagetallen tot op 0,001

21

44 40 88

801060 416

44 40 88

8010

40

60

50

6051010

2550

Katapult_5_Target_3_WB.indd 21 27/03/19 13:20

Page 22: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

554 Vul de tabellen aan.

50 % = .

. = ____,_____ 42 % = .

. = ____,_____

______ % = .

. = 0,11 ______ % = 3

4 = ____,_____

______ % = 710

= ____,_____ 30 % = .

. = ____,_____

______ % = .

. = 0,85 ______ % = .

. = 0,4

______ % = 15

= ____,_____ ______ % = 2020

= ____,_____

15 % = .

. = ____,_____ ______ % = .

. = 1,25

5 Plaats de getallen op de getallenas.

12

20 % 710

95 % 45

0 1

6 Vul de verhoudingstabellen aan.

blauwe kralen 4 40 16 60

rode kralen 5 10 100

zakgeld € 5 € 50 € 75

aantal weken 1 3 7 20

7 Vul in met >, < of =.

12

. 30 %

1,25 . 1210

0,8 . 45

64 % . 0,6

25 % . 0,31

25

. 25 %

610

. 6 %

1 . 910

22 29

50 42

11

30

85 4

15 125

0 0

0

0 0

0 1

0

70

125

11 75

85 40

20 100

5 42

75

7 30

2

15

100 100

100

100

100 10

100 100

20 % 12

710

45

95 %

8

e 15 e 35

1510

e 100

50 20 75

80

>

>

=

>

<

>

>

>

Katapult_5_Target_3_WB.indd 22 27/03/19 13:20

Page 23: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Hoe kom je naar school? Lees en los op.

Van de 30 leerlingen in klas 5B komt 25

met de fiets en 16

met de bus. De rest komt te voet.

V1 Welk deel van de klas gebruikt een vervoersmiddel?

B1 ____________________________________________________ A1

_____________ OK

_________________________________________________________________________________

Van de 27 leerlingen in klas 5A komt er 13

met de fiets.

V2 Welk deel van het vijfde leerjaar (5A en 5B) komt met de fiets?

B2 ____________________________________________________ A2

_____________ OK

2 Tel de breuken op.

34

+ 13

= 25

+ 17

=

16

+ 45

= 49

+ 12

=

37

+ 1 = 1 + 18

=

3 Pizza: lees en los op.

Een pizzaverkoper heeft vlak na sluitingstijd nog 34

van een pizza over.

De jobstudent vraagt of hij 38

van de oorspronkelijke pizza mag hebben.

V Hoeveel blijft er van die pizza over?

B __________________________________________________________

A ______________________________________________________ OK

4 Trek de breuken af.

45

– 17

= 56

– 38

=

12

– 19

= 57

– 12

=

1 – 35

= 1 – 37

=

BewerkingenLES 18 Hoofdrekenen: rekenen met breuken en procenten/percenten

T

23

25

+ 16

= 1230

+ 530

= 1730

1730

13

+ 25

= 515

+ 615

= 1115

1115

912

+ 412

= 1312

= 1 en 112

1435

+ 535

= 1935

37

+ 77

= 107

= 1 en 37

88

+ 18

= 98

= 1 en 18

530

+ 2430

= 2930

818

+ 918

= 1718

34

– 38

= 68

– 38

= 38

Van de pizza is er nog 38

over.

2835

– 535

= 2335

2024

– 924

= 1124

55

– 35

= 25

77

– 37

= 47

918

– 218

= 718

1014

– 714

= 314

Katapult_5_Target_3_WB.indd 23 27/03/19 13:20

Page 24: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

555 Vermenigvuldig de breuk met een natuurlijk getal of omgekeerd. Vereenvoudig.

4 x 12

= 8 x 34

= 3 x 23

=

13

x 5 = 27

x 6 = 19

x 6 =

2 x 112

= 4 x 415

= 7 x 57

=

6 Neem een procent/percent van een geheel aan de hand van een tekening. Kleur en vul aan.

rood: 25 %groen: 5 %blauw: 42 %

rest: _____ % oranje: 10 % grijs: 50 %

rest: _____ %

30 % van 300 = _________

25 % van 300 = _________

5100

van 300 = _________

12 ten honderd van de 300 = _________ rest: ______ van 300 = _______ %

7 Neem een procent/percent van een geheel.

10 % van 300 = 20 % van 350 =

25 % van 500 = 50 % van 640 =

75 % van 800 = 5 % van 400 =

12 % van 1 200 = 22 % van 600 =

1 % van 900 = 46 % van 1 000 =

4 % van 200 = 15 % van 550 =

24 5112

10100

x 300 = 3 000100

= 30 (350 : 100) x 20 = 70

(640 : 100) x 50 = 320

(400 : 100) x 5 = 20

(600 : 100) x 22 = 132

(1 000 : 100) x 46 = 460

(550 : 100) x 15 = 82,5

25100

x 500 = 12 500100

= 125

75100

x 800 = 60 000100

= 600

12100

x 1 200 = 14 400100

= 144

1100

x 900 = 900100

= 9

4100

x 200 = 800100

= 8

42

= 2

53

= 1 en 23

212

= 16

244

= 6

127

= 1 en 57

1615

= 1 en 115

63

= 2

69

= 23

357

= 5

28

40

90

75

15

36 2884

OF

Katapult_5_Target_3_WB.indd 24 27/03/19 13:20

Page 25: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55recht evenredige verhoudingen: meer meer minder minder

1 Werken met de verhoudingstabel: vul de tabellen aan.

Met hoe meer personen je bent, hoe meer bakjes friet je zult bestellen. Reken even mee.

personen 2 4 10

bakje friet 1 3 10 7

Eén leesboek per kind kost € 15. Maar wat als er meer kinderen zijn? Reken uit.

€ 15 30 150 60

leesboek 1 3 8

2 Brochettes: lees goed en los op.

Voor een feest maakt mama allerlei hapjes die op stokjes geprikt worden.Als voorgerecht zijn het prikkertjes met mozzarella en tomaat. Voor elke drie stukken tomaat zitten er twee stukken mozzarella op.

V Hoeveel stukken mozzarella heeft mama nodig als we 120 stukken tomaat hebben? Hoeveel stokjes kan ze dan maken?

B tomaat 3

mozzarella 2

stokjes 1

A Mama heeft ________ stukken mozzarella nodig voor ________ stokjes. OK

_________________________________________________________________________________

Voor het hoofdgerecht zijn er vleesbrochettes voorzien. Ze zijn samengesteld uit kip, rundvlees en varkensvlees. Voor elke drie stukken rundvlees, is er één stuk kip en twee stukken varkensvlees.

V Hoeveel stukken heeft mama nodig van elke soort vlees om 54 brochettes te maken?

B varkensvlees

rundvlees

kip

stokjes

A Mama heeft _____ stukken varkensvlees, _____ stukken rundvlees en _____ stukken kip nodig. OK

TipWerk met boogjes.

BewerkingenLES 19 Hoofdrekenen: recht evenredige verhoudingen

25

2

2

6

45

120

80

40

5

10

20

120

14

4

2 108

3 162

1 54

1 54

80

108

40

162 54

Katapult_5_Target_3_WB.indd 25 27/03/19 13:20

Page 26: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

553 Zijn deze verhoudingen gelijkwaardig? Vul de tabellen aan en los op.

Marie heeft 14 op 20 en Jules 22 op 30. Zijn de resultaten gelijkwaardig? ______________________

Mariescore

Julesscore

totaal totaal

Mats eet 4 van de 6 koeken en Bo 3 van de 4 koeken. Wie eet er naar verhouding meer? _________

Matsopgegeten

Boopgegeten

totaal totaal

4 Schrijf deze verhoudingen zo klein mogelijk.

12 op 20 ____ op ____

80 op 140 ____ op ____

8 op 18 ____ op ____

28 op 42 ____ op ____

150 op 200 ____ op ____

120 op 240 ____ op ____

5 Appeltaart: bereken hoeveel je volgens het recept nodig hebt voor één, zes en twintig personen.

boter kristalsuiker bloem eieren appelen

4 personen 200 g 100 g 280 g 4 2

1 persoon

6 personen

20 personen

6 Lees aandachtig en bereken de prijzen.

Een pakje peperkoek van 250 gram kost € 1,15. V1 Wat is de prijs per kilogram?

B1prijs

A1 ____________ OKgewicht

Voor 1 liter benzine betaal je € 1,44. V2 Hoeveel betaal je voor 30 liter?

B2prijs

A2 ____________ OKinhoud

Voor 300 gram hespenworst betaalt oma € 2,43. V3 Wat is de prijs per kilogram?

B3prijs

A3 ____________ OKgewicht

26 6513

50 g 25 g 70 g 1 0,5

300 g 150 g 420 g 6 3

1 000 g 500 g

e 1,15

e 1,44

e 2,43 e 0,81 e 8,10

e 4,60

e 43,20

250 g

1 l

300 g 100 g 1 000 g

1 000 g

30 l

1 400 g 20 10

14

4

22

3

42

8

44

9

20

6

30

4

60

12

60

12

3 4 3

4 2 1

5 9 4

7 3

e 4,60/kg

e 43,20

e 8,10/kg

2

Neen.

Bo.

Katapult_5_Target_3_WB.indd 26 27/03/19 13:20

Page 27: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Korting in euro: Jitske trekt met haar mama een middag de stad in.

Daar zijn het koopjes. In verschillende winkels staan er interessante spullen. Bereken de nieuwe prijs.

€ 105,50 voor 12nu € 25,50 korting

__________________

__________________

nieuwe prijs: € ______

€ 62,90 voor 5nu € 18,00 korting

__________________

__________________

nieuwe prijs: € ______

€ 70nu € 32,50 korting

__________________

__________________

nieuwe prijs: € ______

€ 18nu € 9 korting

__________________

__________________

nieuwe prijs: € ______

2 Korting met procent/percent: mama wil haar keuken wat opfrissen. Ze koopt deze artikelen. Bereken wat ze per artikel moet betalen. Vul aan in de tabel.

€ 35nu 20 % korting

€ 24nu 50 % korting

€ 25nu 40 % korting

€ 15nu 80 % korting

korting in euro nieuwe prijs

peper- en zoutvat _______________________________ _______________________________

fruitmand _______________________________ _______________________________

koffiekan _______________________________ _______________________________

lunchset _______________________________ _______________________________

Meten en metend rekenenLES 20 Toepassingen: korting

27

e 105,50 – e 25,50

= e 80

80

e 62,90 – e 18,00

= e 44,90

44,90

e 70 – e 32,50

= e 37,50

37,50

e 18 – e 9

= e 9

9

OF

OF

OF

20 % van e 35 = e 7

50 % x e 24 = e 12

40100

x e 25 = e 10

(e 15 : 100) x 80 = e 12

e 35 – e 7 = e 28

e 24 – e 12 = e 12

e 25 – e 10 = e 15

e 15 – e 12 = e 3

Katapult_5_Target_3_WB.indd 27 27/03/19 13:20

Page 28: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55

€ 72nu 25 % korting

€ 30nu 60 % korting

€ 20nu 45 % korting

€ 125nu 40 % korting

korting in euro nieuwe prijs

broodrooster _______________________________ _______________________________

kookpot _______________________________ _______________________________

pan _______________________________ _______________________________

koffiezetapparaat _______________________________ _______________________________

3 Jitske krijgt van mama nieuwe winterkleren. Verbind het etiket met de prijs die mama nog betaalt.

• Mama betaalt e 108 voor een wollen trui.

• Mama betaalt e 70 voor een jeansbroek.

• Mama betaalt e 90 voor een paar laarzen.

• Mama betaalt e 20 voor een winterjas.

4 Maak zelf een vraag bij de volgende afbeelding. Los de oefening daarna ook op.

V ___________________________________________________________

B ___________________________________________________________

A _______________________________________________________ OK

gps € 215 € 129

1 Kleur het honderdveld in de gevraagde kleuren.

ROOD22

100 = _____ %

BLAUW16

100 = _____ %

GROEN51

100 = _____ %

REST.

100 = _____ %

2 Vul in. Zet de breuken en procenten/percenten naar elkaar om.

320

= .100

= _____ %

45

= .100

= _____ %

15 % = .100

69 % = .100

710

= _____ %

1100

= _____ %

3 Zet om naar procent/percent, breuk en kommagetal.

10 % = .

. = ____,_____ ______ % = 47

50 = ____,_____

______ % = .

. = 0,25 80 % = .

. = ____,_____

4 Vul in met >, < of =.

15

. 30 % 0,5 . 25

20 % . 0,21 710

. 70 %

5 Vul in: waar of niet waar.

Aantal leerlingen

Kleuters

Leerjaar 1 en 2

Leerjaar 3 en 4

Leerjaar 5 en 6

Er zijn meer kleuters dan kinderen in de lagere school. _______________________________

Kinderen van het 1e, 2e, 3e en 4e leerjaar vormen samen de helft van de leerlingen van de school. _______________________________

GK

GK

GK

GK

GK€ 100%%30 %

KORTING

€ 80%%75 %KORTING

€ 180%%50 %KORTING

€ 120%%10 %KORTING

28 65

OF

OF

OF

25 % van e 72 = e 18

60 % x e 30 = e 18

45100

x e 20 = e 9

(e 125 : 100) x 40 = e 50

e 72 – e 18 = e 54

e 30 – e 18 = e 12

e 20 – e 9 = e 11

e 125 – e 50 = e 75

Hoeveel procent/percent korting krijgt Nic op deze gps?

129215

x 100 = 60 Nic moet 60 % betalen.

Nic krijgt 40 % korting op de gps.

bv.

Katapult_5_Target_3_WB.indd 28 27/03/19 13:20

Page 29: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

551 Kleur het honderdveld in de gevraagde kleuren.

ROOD22

100 = _____ %

BLAUW16

100 = _____ %

GROEN51

100 = _____ %

REST.

100 = _____ %

2 Vul in. Zet de breuken en procenten/percenten naar elkaar om.

320

= .100

= _____ %

45

= .100

= _____ %

15 % = .100

69 % = .100

710

= _____ %

1100

= _____ %

3 Zet om naar procent/percent, breuk en kommagetal.

10 % = .

. = ____,_____ ______ % = 47

50 = ____,_____

______ % = .

. = 0,25 80 % = .

. = ____,_____

4 Vul in met >, < of =.

15

. 30 % 0,5 . 25

20 % . 0,21 710

. 70 %

5 Vul in: waar of niet waar.

Aantal leerlingen

Kleuters

Leerjaar 1 en 2

Leerjaar 3 en 4

Leerjaar 5 en 6

Er zijn meer kleuters dan kinderen in de lagere school. _______________________________

Kinderen van het 1e, 2e, 3e en 4e leerjaar vormen samen de helft van de leerlingen van de school. _______________________________

GK

GK

GK

GK

GK

LES 22 Herhaling

20 %

26 % 22 %

32 %

29

22

16

51

1111

15 15

80 69

15

25

< > < =

94 00

0

941

8

niet waar

niet waar

70

80 1

10

25 80

100

100 100

Katapult_5_Target_3_WB.indd 29 27/03/19 13:20

Page 30: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

556 Maak deze vermenigvuldigingen.

3 x 0,07 = ___________________________

0,15 x 5 = ___________________________

0,8 x 0,3 = ___________________________

3 x 0,025 = ___________________________

7 Vermenigvuldig de breuk met een natuurlijk getal of omgekeerd.

4 x 25

= 8 x 34

= 17

x 7 = 47

x 9 =

8 Bereken de korting in euro. Zoek daarna de nieuwe prijs.

prijs korting in % korting in € nieuwe prijs

tafelkleed € 25 20 % € __________ € __________

12-delig bestek € 48 25 % € __________ € __________

6 glazen € 50 10 % € __________ € __________

9 Verhoudingen en foto’s. Ik heb een foto gemaakt en ik wil die in verschillende kaders steken. Bereken de afmetingen in de tabel.

lengte 15 cm 60 cm __________ 30 cm

breedte 10 cm __________ 70 cm __________

10 Tel deze breuken op of trek ze af.

27

+ 56

=

78

– 13

=

46

+ 12

=

57

– 25

=

11 Cijferen: vermenigvuldig. Schat eerst.

2,7 x 412,8 = ____________________

Ik schat: _____________________ OK

B

B

B

B

B

B

12 Bereken de omtrek en de oppervlakte van deze figuren.

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

13 Voor onze tuin van 8 meter bij 6 meter willen we nieuw gras kopen. Hoeveel m2 gras moeten we kopen? Kruis aan.

❏ 24 m2 ❏ 48 m2 ❏ 14 m2 ❏ 28 m2

14 Herleid naar de aangegeven oppervlakte- en landmaten.

23 m2 = _______________ dm2

3 a = __________________ ca

700 cm2 = _____________ dm2

15 ha = _________________ a

0,8 m2 = ______________ dm2

70 000 ca = _____________ ha

15 Noteer de eigenschappen van de vierhoeken, volgens evenwijdigheid, zijden en hoeken. Geef de vierhoek de best passende naam.

Dit is een ____________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- _____________________________________ .

Dit is een ____________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- _____________________________________ .

MMR

MMR

MMR

MK

30

( 3 x 7) : 100 = 21 : 100 = 0,21

(15 x 5) : 100 = 75 : 100 = 0,75

1 114,56

3 x 400 = 1 200

(8 x 3) : 100 = 24 : 100 = 0,24

(3 x 25) : 1 000 = 75 : 1 000 = 0,075

5

12

5

105 cm

40 cm 20 cm

20

36

45

85

= 1 en 35

244

= 6 77

= 1 367

= 5 en 17

1242

+ 3542

= 4742

2124

– 824

= 1324

46

+ 36

= 76

2535

– 1435

= 1135

4 1 2 8

x2 7

2 8 8 9 6

+8 2 5 6

1 1 1 4 5 6

,

,

,

1 115 1

1

Katapult_5_Target_3_WB.indd 30 27/03/19 13:20

Page 31: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

55 12 Bereken de omtrek en de oppervlakte van deze figuren.

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

omtrek: __________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

opp.: ____________________

_________________________

13 Voor onze tuin van 8 meter bij 6 meter willen we nieuw gras kopen. Hoeveel m2 gras moeten we kopen? Kruis aan.

❏ 24 m2 ❏ 48 m2 ❏ 14 m2 ❏ 28 m2

14 Herleid naar de aangegeven oppervlakte- en landmaten.

23 m2 = _______________ dm2

3 a = __________________ ca

700 cm2 = _____________ dm2

15 ha = _________________ a

0,8 m2 = ______________ dm2

70 000 ca = _____________ ha

15 Noteer de eigenschappen van de vierhoeken, volgens evenwijdigheid, zijden en hoeken. Geef de vierhoek de best passende naam.

Dit is een ____________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- _____________________________________ .

Dit is een ____________________________met

- ______________________________________

- ______________________________________

- _____________________________________ .

MMR

MMR

MMR

MK

31

4 cm + 3 cm + 4 cm

+ 3 cm = 14 cm

2 300

300

7

1 500

80

7

vierkant

2 paar evenwijdige zijden

4 gelijke zijden

4 gelijke (rechte) hoeken

ruit

2 paar evenwijdige zijden

4 gelijke zijden

gelijke overstaande/tegenoverliggende hoeken

4 cm + 2,2 cm + 4 cm

+ 2,2 cm = 12,4 cm

3 cm + 4,3 cm

+ 4,3 cm = 11,6 cm

4,3 cm

2,2 cm

3 cm

4 cm4 cm4 cm

3 cm 2 cm

1 cm2 x 4 x 3 = 12 cm2 1 cm2 x 4 x 2 = 8 cm2 (1 cm2 x 3 x 4) : 2 = 6 cm2

Katapult_5_Target_3_WB.indd 31 27/03/19 13:20

Page 32: Katapult 5 Target 3 WB5 5 een natuurlijk getal x een breuk bv. 5 x 2 7 = natuurlijk getal x teller dus 5 x 2 = 10 noemer blijft gelijk dus 7 10 7 1 Lees aandachtig en los het volgende

516 Teken een rechthoek ABCD met een basis van 10 cm en hoogte van 4 cm.

17 Waar of niet waar?

De diagonalen van een rechthoek staan loodrecht op elkaar. ______________________

De diagonalen van een ruit zijn niet even lang. ______________________

18 Bekijk de driehoeken aandachtig. Kruis aan wat juist is.

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

❏ gelijkzijdige driehoek❏ gelijkbenige driehoek❏ ongelijkbenige/ongelijkzijdige driehoek

❏ rechthoekige driehoek❏ scherphoekige driehoek❏ stomphoekige driehoek

MK

MK

MK

M

O N

Q S

V U

T

R

Herdruk 2018/1386 - Bestelnummer 60 1002 383 - ISBN 978 90 4861 925 2KB D/2014/0147/183 - NUR 192Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 BruggeRPR 0405 108 325© Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 1 9 2 5 2

32

niet waar

waar

A B

D C

Herdruk 2019/432 - Bestelnummer 60 1002 440 - ISBN 978 90 4863 413 2KB D/2014/0147/229 - NUR 192Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 BruggeRPR 0405 108 325© Copyright die Keure, Brugge

Katapult_5_Target_3_WB.indd 32 27/03/19 13:20