Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3...

32
3 6 13 1 Kleur alle even getallen groen en alle oneven getallen rood. 2 Vul het schema verder aan. EVEN GETALLEN eindigen op ___________________________ . hebben bij deling door twee als rest _______ . ONEVEN GETALLEN eindigen op __________________________ . hebben bij deling door twee als rest _______ . 3 Lees en los op. Noteer alle even getallen tussen 40 en 50: ____________________________________________ . Noteer alle oneven getallen tussen 80 en 90: __________________________________________ . Wat is het kleinste even getal dat uit twee cijfers bestaat? _________ Wat is het grootste oneven getal dat uit twee cijfers bestaat? _________ Wat is het grootste even getal dat uit drie verschillende cijfers bestaat? _________ Wat is het kleinste oneven getal dat uit drie verschillende cijfers bestaat? _________ 4 Maak getallen tot 1 000. Lees goed en vul verder aan. Maak even getallen. Gebruik elk cijfer maar één keer. 3______ 45______ 60______ 1______ Maak oneven getallen. Gebruik elk cijfer maar één keer. 80______ 4______ 33______ 50______ Noteer drie even getallen. Maak getallen van minstens twee cijfers. Noteer drie oneven getallen. Maak getallen van minstens twee cijfers. 5 Zoek de getallen waarvan je precies de helft kunt nemen. Kleur die getallen groen en noteer de helft eronder. 12 71 120 30 500 85 90 100 79 600 Getallenkennis LES 1 Getalbegrip tot 1 000 42 899 756 600 601 85 1 000 777 111 98 13 324 42, 44, 46, 48 81, 83, 85, 87, 89 10 99 986 103 7 8 5 6 3 4 1 2 11 32 85 68 637 456 1 0 1, 3, 5, 7 of 9 0, 2, 4, 6 of 8 6 60 15 250 45 50 300 1 Naam:_________________________________ Klas:__________ Datum: ________________ 1

Transcript of Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3...

Page 1: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

3 6

13

1 Kleur alle even getallen groen en alle oneven getallen rood.

2 Vul het schema verder aan.

EVEN GETALLEN

eindigen op ___________________________ .

hebben bij deling door twee als rest _______ .

ONEVEN GETALLEN

eindigen op __________________________ .

hebben bij deling door twee als rest _______ .

3 Lees en los op.

Noteer alle even getallen tussen 40 en 50: ____________________________________________ .

Noteer alle oneven getallen tussen 80 en 90: __________________________________________ .

Wat is het kleinste even getal dat uit twee cijfers bestaat? _________

Wat is het grootste oneven getal dat uit twee cijfers bestaat? _________

Wat is het grootste even getal dat uit drie verschillende cijfers bestaat? _________

Wat is het kleinste oneven getal dat uit drie verschillende cijfers bestaat? _________

4 Maak getallen tot 1 000. Lees goed en vul verder aan.

Maak even getallen. Gebruik elk cijfer maar één keer.

3______ 45______ 60______ 1______

Maak oneven getallen. Gebruik elk cijfer maar één keer.

80______ 4______ 33______ 50______

Noteer drie even getallen. Maak getallen van minstens twee cijfers.

Noteer drie oneven getallen. Maak getallen van minstens twee cijfers.

5 Zoek de getallen waarvan je precies de helft kunt nemen. Kleur die getallen groen en noteer de helft eronder.

12 71 120 30 500 85 90 100 79 600

Getallenkennis LES 1 Getalbegrip tot 1 000

42 899 756 600601 85

1 000777 111 98

13 324

42, 44, 46, 48

81, 83, 85, 87, 89

10

99

986

103

78 56 34 12

1132 8568 637456

10

1, 3, 5, 7 of 90, 2, 4, 6 of 8

6 60 15 250 45 50 300

1

Naam:_________________________________ Klas: __________ Datum: ________________

1

Katapult_3_Target_6_WB.indd 1 27/03/19 11:35

Page 2: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

1 Los op en vul de zinnen verder aan.

8 x 9 = .

40 x 4 = .

9 x 8 = .

4 x 40 = .

100 x 4 = 4 x . = .

3 x 12 = 12 x . = .

Bij een vermenigvuldiging mogen we de ______________________________________van plaats

_____________________________________ .

2 Zoek de uitkomst en doorstreep wat niet past in de zinnen.

(11 x 3) x 2 = _______________________

11 x (3 x 2) = _______________________

36 : (6 : 3) = _______________________

(36 : 6) : 3 = _______________________

Bij een vermenigvuldiging mogen we de haakjes wel / niet verplaatsen.

Bij een deling mogen we de haakjes wel / niet verplaatsen.

3 Los deze bewerkingen op.

vermenigvuldigen

4 x 17 = (4 x 10) + (4 x 7) = ______ + ______ = ______

5 x 32 = (5 x ______) + (5 x ______) = ______ + ______ = ______

6 x 23 = (______ x ______) + (______ x ______) = ______ + ______ = ______

8 x 70 = (8 x 7) x 10 = ______ x 10 = ______

delen

420 : 2 = (400 : 2) + (20 : 2) = ______ + ______ = ______

735 : 7 = (700 : 7) + (____ : ____) = ______ + ______ = ______

190 : 2 = (180 : 2) + (____ : ____) = ______ + ______ = ______

315 : 3 = (____ : ____) + (____ : ____) = ______ + ______ = ______

4 Los deze delingen met rest op.

13 : 2 = . rest .

59 : 8 = . rest .

31 : 7 = . rest .

48 : 6 = . rest .

87 : 10 = . rest .

230 : 100 = . rest .

BewerkingenLES 2 Hoofdrekenen: vermenigvuldigen en delen tot 1 000 (splitsen en verdelen)

72

160

33 x 2 = 66

11 x 6 = 66

40

15030

120

56

66

200

1007

2

33

35

10

15300

90

100

28

102

18320

10

5

5

5

68

160

138

560

210

105

95

105

36 : 2 = 18

6 : 3 = 2

factoren

verwisselen

72

160

100

3

400

36

1

3

3

0

7

30

6

7

4

8

8

2

2 2

Katapult_3_Target_6_WB.indd 2 27/03/19 11:35

Page 3: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Lees en los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat!

Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

Boer Hans wil 663 plantjes gelijk verdelen over 3 rijen.

V Hoeveel plantjes komen er in elke rij?

Ik schat: _____________________

Op een ander veld zal boer Hans 462 plantjes gelijk verdelen over 2 rijen.

V Hoeveel plantjes komen er in elke rij?

Ik schat: _____________________

6 6 3 3 4 6 2 2

. .

. . . .

. .

. . . .

. .

. .

A In elke rij komen ______ plantjes. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

A In elke rij komen ______ plantjes. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

2 Los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat! Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

864 : 2 = _______________ OK

Ik schat: ___________________

669 : 3 = _________________ OK

Ik schat: ______________________

8 6 4 2 6 6 9 3

. .

. . . .

. .

. . . .

. .

. .

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

B

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

BewerkingenLES 3 Cijferen: delen tot 1 000 (opgaande delingen)

B

660 : 3 = 220

221

460 : 2 = 230

231

–6 2 2 3

0 6

–6

0 9

–9

0

–4 2 3 1

0 6

–6

0 2

–2

0

–8 4 3 2

0 6

–6

0 4

–4

0

–6 2 2 1

0 6

–6

0 3

–3

0

3

3

2

2

2

2

3

3

15

30

10

20

10

20

15

30

432 223

860 : 2 = 430 660 : 3 = 220

3

Katapult_3_Target_6_WB.indd 3 27/03/19 11:35

Page 4: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

3 Zoek het quotiënt door te cijferen. Werk met potlood en lat!

933 : 3 = _______________ OK 884 : 4 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. .

. .

804 : 2 = _______________ OK 505 : 5 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. .

. .

399 : 3 = _______________ OK 484 : 4 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. .

. .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

4 8 4 4

–4 1 2 1

0 8

–8

0 4

–4

0

5 0 5 5

–5 1 0 1

0 0

–0

0 5

–5

0

8 8 4 4

–8 2 2 1

0 8

–8

0 4

–4

0

3 9 9 3

–3 1 3 3

0 9

–9

0 9

–9

0

8 0 4 2

–8 4 0 2

0 0

–0

0 4

–4

0

9 3 3 3

–9 3 1 1

0 3

–3

0 3

–3

0

4

4

5

5

4

4

3

3

2

2

3

3

20

40

25

50

20

40

15

30

10

20

15

30

121

101

221

133

402

311

4 3

Katapult_3_Target_6_WB.indd 4 27/03/19 11:35

Page 5: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Welke muntstukken en biljetten heb je nodig om gepast te betalen?

Gebruik zo weinig mogelijk munten en biljetten. Je mag meer dan één kruisje zetten in een hokje.

Ik koop ...

2 euro en 45 cent

11 euro en 75 cent

9 euro en 95 cent

26 euro en 35 cent

2 Lees en los op.

EEN NIEUWE TUIN VOOR DE FAMILIE VERDEGEMPapa wil de tuin helemaal opfrissen voor de zomer.Hij begint met nieuwe tuinmeubelen.Hij koopt een tafel van € 350 en zes stoelen van elk € 60.

V Hoeveel kost dit allemaal samen?

G ____________________________________________________

B ___________________________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

Een week later koopt hij ook een nieuwe barbecue.De barbecue kost 141 euro en 55 cent.Papa betaalt met een briefje van 200 euro.

V Hoeveel krijgt papa terug van 200 euro?

B

S

A _______________________________________________________________________ OK

Bewerkingen / Meten en metend rekenenLES 4 Toepassingen met geld

Papa krijgt 58 euro en 45 cent terug.

Samen kost dit 710 euro.

(6 x e 60) + e 350 = e 360 + e 350 = e 710

tafel: e 350, stoelen: 6 x e 60

+ 45 c. + e 58 = e 58 en 45 c.

e 141 e 142 e 200 55 c.

5

Katapult_3_Target_6_WB.indd 5 27/03/19 11:35

Page 6: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

3 Lees en los op.Terwijl papa in de tuin werkt, gaan mama en Noor op zoek naar leuke planten en mooie bloemen.Ze kopen in totaal voor 65 euro en 80 cent aan bloemen en planten.

V Hoeveel krijgt mama terug van 100 euro? Kruis het juiste kassaticket aan.

S

A _______________________________________________________________________ OK

4 Lees en los cijferend op.Noor en haar drie zussen willen heel graag een trampoline in de tuin. De trampoline kost 584 euro. Papa en mama betalen 100 euro.De rest moeten Noor en haar drie zussen zelf bijleggen met hun spaarcenten.

V Hoeveel moeten Noor en haar drie zussen elk bijleggen?

G ___________________________________________________________________________

B ___________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

. . . .

.

. .

.

. .

.

.

S

5 x . = .

10 x . = .

5 x viooltjes € 103 x margrieten € 84 x zonnebloem € 232 x bloembak € 182 x varens € 6,80

––––––––––––––––––––––TOTAAL € 65,80Ontvangen € 100Terug € 34,80

5 x viooltjes € 103 x margrieten € 84 x zonnebloem € 232 x bloembak € 182 x varens € 6,80

––––––––––––––––––––––TOTAAL € 55,80Ontvangen € 100Terug € 34,20

5 x viooltjes € 103 x margrieten € 84 x zonnebloem € 232 x bloembak € 182 x varens € 6,80

––––––––––––––––––––––TOTAAL € 65,80Ontvangen € 100Terug € 34,20

fleurs fleursfleurs

Mama krijgt 34 euro en 20 cent terug.

+ 20 c. + e 34 = e 34 en 20 c.

e 65 e 66 e 10080 c.

De vier meisjes moeten elk 121 euro betalen.

trampoline: e 584, ouders betalen e 100

e 584 – e 100 = e 484 4 8 4 4

–4 1 2 1

0 8

–8

0 4

–4

0

4

4

20

40

6 4

Katapult_3_Target_6_WB.indd 6 27/03/19 11:35

Page 7: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Vul het grondplan aan met de juiste cijfers.

2 Hoeveel blokken tellen deze bouwsels?

gele blokken

blauwe blokken

rode blokken

paarse blokken

MeetkundeLES 5 Ruimtelijke oriëntatie: syntheseles

1

1

2

1

1

2

2 1

2

3

33

8

6

5

3

11

2 1

7

Katapult_3_Target_6_WB.indd 7 27/03/19 11:35

Page 8: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

51

3 Waar ben ik? Zet de letters in het juiste hokje! Teken een pijl in de richting die ik kijk.

A ➝ Recht voor mij zie ik de achterkant van een huis en rechts van mij is er een sportwinkel.B ➝ Recht voor mij zie ik de zijkant van een huis en links van mij een sportwinkel.C ➝ Rechts van mij zie ik drie bomen en recht voor mij rijdt een jongen op de fiets.D ➝ Recht voor mij rijdt een jongen op de fiets. Ik kan ook links van mij een auto zien.

4 Noteer bij elk gezichtspunt het juiste aanzicht. Kies uit: vooraanzicht / achteraanzicht / zijaanzicht.

Dit is het ___________________________ . Dit is het ___________________________ .

A

B

D

C

vooraanzicht zijaanzicht

8

Katapult_3_Target_6_WB.indd 8 27/03/19 11:35

Page 9: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Rekenen tot 100: los de bewerkingen op.

17 + 31 = _______________

56 + 17 = _______________

45 + 28 = _______________

64 + 27 = _______________

75 – 23 = _______________

100 – 57 = _______________

81 – 25 = _______________

65 – 47 = _______________

70 – 49 = _______________

38 + 45 = _______________

92 – 22 = _______________

15 + 49 = _______________

2 Rekenen tot 1 000: los op. Gebruik tussenstappen indien nodig!

250 + 560 = ____________________________

315 + 224 = ____________________________

456 + 125 = ____________________________

159 + 367 = ____________________________

630 – 280 = ____________________________

574 – 341 = ____________________________

963 – 436 = ____________________________

853 – 569 = ____________________________

3 Vermenigvuldigen en delen: los op. Denk aan de afspraken!

5 x 6 = .

5 x 60 = .

70 x 5 = .

10 x 8 = .

100 x 8 = .

3 x 80 = .

450 : 5 = .

450 : 50 = .

240 : 6 = .

210 : 7 = .

80 : 10 = .

560 : 7 = .

1 000 : 10 = .

60 : 6 = .

400 : 5 = .

4 Denk goed na en los op. Splits uit in deeltjes!

2 x 212 = (2 x 200) + (2 x 10) + (2 x 2) = _______ + _______ + _______ = _______

3 x 152 = (3 x 100) + (3 x 50) + (3 x 2) = _______ + _______ + _______ = _______

5 x 114 = (____ x ____ ) + (____ x ____) + (____ x ____)

= _______ + _______ + _______ = ______

7 x 95 = ___________________________________________________________________

945 : 9 = (900 : 9) + (45 : 9) = _______ + _______ = _______

180 : 5 = (____ : 5) + (_____ : 5) = _______ + _______ = _______

432 : 4 = (_____ : _____) + (_____ : _____) = _______ + _______ = _______

BewerkingenLES 6 Hoofdrekenen: de vier hoofdbewerkingen tot 1 000

100

50

20

150

1004

10 4

4

100

32

5 5

400

5

150 30 30

5

20

4

6

500

(7 x 90) + (7 x 5) = 630 + 35 = 665

400

300

8

6

105

570

424

456

108

36

30

300

350

80

800

240

519 293459 353

576556 533563

810

539

456 + 100 + 20 + 5 = 581

159 + 300 + 60 + 7 = 526

48

73

73

91

52

43

56

18

21

83

70

64

350

233

963 – 400 – 30 – 6 = 527

853 – 500 – 60 – 9 = 284

90

9

40

30

8

80

100

10

80

9

Katapult_3_Target_6_WB.indd 9 27/03/19 11:35

Page 10: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

5 Los op. Zoek het quotiënt en de rest. Maak ook de omgekeerde bewerking.

44 : 6 = . rest . want ( . x 6 ) + . = 44

60 : 7 = . rest . want ( . x 7 ) + . = 60

37 : 4 = . rest . want ( . x . ) + . = .

134 : 10 = . rest . want ( . x . ) + . = .

6 Zoek de uitkomst. Los eerst de bewerking tussen de haakjes op!

(24 + 24) + (33 + 17) = __________ + __________ = ___________

(750 – 250) : 2 = _______________________________________________________________

(320 + 480) – (800 : 4) = ________________________________________________________

(3 x 50) + (60 x 4) = ____________________________________________________________

7 Tel in elk kasteel de getallen op en noteer de oplossing bovenaan in het kasteel.

8 Lees het rekenverhaal. Markeer de vraag. Stel een bewerking op en los op. Noteer een passende antwoordzin.Mama koopt bij de slager 100 g salami, 150 g vleessalade, 300 g kippenwit en 450 g gehakt.

V Hoeveel gram vlees kocht mama in totaal bij de slager?

B ___________________________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

Hannah heeft drie zakjes met zes blauwe speldjes, twee zakjes met twaalf groene speldjes en vier zakjes met elf rode speldjes.

V Hoeveel speldjes heeft Hannah in totaal?

B ________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

300250

150

____

75120

540

____

25630

110

____

277120

380

____

2

4

1

4

37

134

7

8

9

13

7

8

9

13

2

4

1

4

4

10

48

150 + 240 = 390

100 g + 150 g + 300 g + 450 g = 400 g + 600 g = 1 000 g = 1 kg

(3 x 6) + (2 x 12) + (4 x 11) = 18 + 24 + 44 = 86

Mama kocht 1 000 g of 1 kg vlees bij de slager.

Hannah heeft in totaal 86 speldjes.

800 – 200 = 600

500 : 2 = 250

50

735 777765700

98

10 5

Katapult_3_Target_6_WB.indd 10 27/03/19 11:35

Page 11: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Lees en los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat!

Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

Op het schoolfeest doen we een dansje met de hele school. 357 kinderen verdelen zich gelijk over drie rijen.

V Hoeveel kinderen staan er in elk rij?

Ik schat: _____________________

In een tweede dansje doen er 278 kinderen mee die zich gelijk verdelen over twee cirkels.

V Hoeveel kinderen staan er in elke cirkel?

Ik schat: _____________________

3 5 7 3 2 7 8 2

. .

. . . .

. .

. . . .

. . . .

. .

A In elke rij staan ______ kinderen. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

A In elke cirkel staan ______ kinderen. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

2 Los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat! Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

565 : 5 = _______________ OK

Ik schat: ___________________

684 : 6 = _________________ OK

Ik schat: ______________________

5 6 5 5 6 8 4 6

. .

. . . .

. .

. . . .

. . . .

. .

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

B

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

BewerkingenLES 7 Cijferen: delen tot 1 000 (T niet deelbaar)

800 – 200 = 600

360 : 3 = 120

119

280 : 2 = 140

139

–6 1 1 4

0 8

–6

2 4

–2 4

0

–2 1 3 9

0 7

–6

1 8

–1 8

0

–5 1 1 3

0 6

–5

1 5

–1 5

0

–3 1 1 9

0 5

–3

2 7

–2 7

0

6

6

2

2

5

5

3

3

30

60

10

20

25

50

15

30

113 114

550 : 5 = 110 660 : 6 = 110

11

Katapult_3_Target_6_WB.indd 11 27/03/19 11:35

Page 12: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

3 Zoek het quotiënt door te cijferen. Werk met potlood en lat!

972 : 3 = _______________ OK 651 : 3 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. . . .

. .

856 : 4 = _______________ OK 784 : 7 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. . . .

. .

951 : 3 = _______________ OK 892 : 4 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. .

. . . .

. . . .

. .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

8 9 2 4

–8 2 2 3

0 9

–8

1 2

–1 2

0

7 8 4 7

–7 1 1 2

0 8

–7

1 4

–1 4

0

6 5 1 3

–6 2 1 7

0 5

–3

2 1

–2 1

0

9 5 1 3

–9 3 1 7

0 5

–3

2 1

–2 1

0

8 5 6 4

–8 2 1 4

0 5

–4

1 6

–1 6

0

9 7 2 3

–9 3 2 4

0 7

–6

1 2

–1 2

0

4

4

7

7

3

3

3

3

4

4

3

3

20

40

35

70

15

30

15

30

20

40

15

30

223

112

217

317

214

324

12 6

Katapult_3_Target_6_WB.indd 12 27/03/19 11:35

Page 13: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33 Meten en metend rekenenLES 8 Kloklezen tot op één minuut nauwkeurig

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

1 Hoe laat is het op deze klokken? Noteer het uur zowel in woorden als digitaal. Kijk goed naar de tekening en denk na: is het voor of na de middag?

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

. . : . . . . : . . . . : . . . . : . .

2 Hoe laat is het op deze toestellen? Noteer het uur in woorden.

11 : 02 09 : 47 20 : 36 19 : 15

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

Het is _____________

__________________ .

3 Hoe laat is het? Noteer het uur digitaal. Denk goed na: is het voor of na de middag?

Armel staat op om 5 voor 7. . . : . .

Fran gaat slapen om kwart over 8. . . : . .

Robin gaat zwemmen om 12 voor 4. . . : . .

Yasser gaat met oma naar de markt om 13 over 11. . . : . .

Bas en Josse vertrekken naar school om 6 over 8. . . : . .

20 voor 4 /

10 over half 4 (3 uur 40)

13 voor 10

(9 uur 47)

25 over 6 /

5 voor half 7 (18 uur 25)

kwart over 7

(19 uur 15)

24 voor 9 /

6 over half 9 (20 uur 36)

kwart over 3

(15 uur 15)

2 over 11

(11 uur 02)

7 voor 11

(10 uur 53)

18 : 25

06 : 55

20 : 15

15 : 48

11 : 13

08 : 06

03 : 40 10 : 5315 : 15

13

Katapult_3_Target_6_WB.indd 13 27/03/19 11:35

Page 14: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

43

4 Hoe laat is het? Let op: het is voor de middag! Vul aan.

40 minuten later

. . : . .

. . : . .

15 minuten later

. . : . .

. . : . .

5 Hoelang nog tot …? Let op: het is na de middag! Vul aan.

Hoelang nog tot het 16.15 uur is?

➝ nog _______________________________

Hoelang nog tot het 21.30 uur is?

➝ nog _______________________________

6 Op stap met de bus. Noteer het uur digitaal. Lees en vul in.

Dorpsplein Grote markt Schoolstraat Kerk

. . : . . . . : . . . . : . . . . : . .

Lena en haar vriendinnen gaan winkelen. Zoek op waar ze op de bus stappen.

Lena neemt de bus om 12 over 3. Zij stapt op aan _______________________________ .

Oona stapt 6 minuten later op de bus dan Lena. Zij stapt op aan ____________________________ .

Anouck stapt vroeger op de bus dan Lena, om 2 over 3. Zij stapt op aan ______________________ .

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

30 minuten

Grote markt

Schoolstraat

Dorpsplein

10 minuten

10 : 4704 : 45 10 : 3204 : 05

15 : 3215 : 12 15 : 1815 : 02

14 7

Katapult_3_Target_6_WB.indd 14 27/03/19 11:35

Page 15: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

52

1 Teken nauwkeurig. Gebruik je lat en tekenpotlood!

een punt E een rechte p een lijnstuk CD

2 Zoek en geef de juiste kleur!1) Zoek twee rechten die evenwijdig zijn aan elkaar en overtrek ze met groen.2) Zoek twee rechten die loodrecht op elkaar staan en overtrek ze met rood.3) Zoek twee rechten die elkaar niet loodrecht snijden en overtrek ze met paars.

a

x

z

b n

mc

3 Welke hoek vormen de wijzers van de klok? Kruis aan.

❏ rechte hoek❏ scherpe hoek❏ stompe hoek

❏ rechte hoek❏ scherpe hoek❏ stompe hoek

❏ rechte hoek❏ scherpe hoek❏ stompe hoek

❏ rechte hoek❏ scherpe hoek❏ stompe hoek

4 Teken zelf de juiste hoek. Gebruik het been dat reeds klaar staat.

rechte hoek B scherpe hoek C stompe hoek K

MeetkundeLES 9 Vormleer: synthese punten, lijnen, vlakken en hoeken

B

C

K

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

E pC

D

15

Katapult_3_Target_6_WB.indd 15 27/03/19 11:35

Page 16: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Welk deel van het geheel is gekleurd? Noteer de passende breuk.

2 Kleur het gevraagde deel.

Kleur 24

. Kleur 34

. Kleur 15

.

3 Noteer en teken het geheel.

Teken hier het geheel ofwel .

Teken hier het geheel ofwel .

4 Nu omgekeerd! Teken de breuk.

Dit is het geheel. Teken .

Dit is het geheel. Teken .

.

.

.

.

24

23

GetallenkennisLES 12 Breuken: herhaling

.

.

.

.

.

.

.

.

23

15

5

3

3321

5

3

5666

16

Katapult_3_Target_6_WB.indd 16 27/03/19 11:35

Page 17: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

15

5 Breuk van een getal: los op. Noteer eerst de tussenoplossing links!

x van 12 is .

. :

van 15 is .

van 35 is .

van 32 is .

x van 40 is .

. :

van 60 is .

van 45 is .

van 63 is .

x van 150 is .

. :

van 200 is .

van 1 000 is .

van 1 000 is .

6 Verdeel, kleur het gevraagde deel en noteer de passende breuk.

Verdeel in 3 gelijke delen.Kleur 2 delen.

Welk deel is gekleurd?Verdeel in 2 gelijke delen. Kleur 1 deel.

Welk deel is gekleurd?

7 Breukenraadsels: trek een kring rond het juiste antwoord.Jan heeft grote honger en wil het grootste stuk van de pizza. Welk stuk kiest hij? of van de pizza

Eli en Bart krijgen elk een stuk van de verjaardagstaart. Eli krijgt en Bart krijgt van de taart. Bart of EliWie krijgt het grootste stuk?

Hoe heet het bovenste deel van een breuk? teller of noemer

Ik heb van het geheel. Hoeveel heb ik nog te kort voor het geheel? of

Hoe heet het onderste deel van een breuk? teller of noemer

14

13

15

18

12

15

18

13

45 5

515

24

13

45

110

36

25

67

610

.

.

.

.

3 20 50

5 30 80

7 36 100

4 54 600

3 10 50

5 10 40

7 9 100

4 9 100

x x x

x x x

x x x

: : :

: : :

: : :

2 13 2

17 9

Katapult_3_Target_6_WB.indd 17 27/03/19 11:35

Page 18: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

27

1 Word een rekenkampioen! Welke getallen kun je heel gemakkelijk optellen? Duid deze aan en los de bewerkingen op.305 + 295 + 212 = (305 + 295) + 212 = _______ + _______ = _______

350 + 540 + 60 = _______________________________________________________________

449 + 320 + 151 = _______________________________________________________________

145 + 130 + 270 = _______________________________________________________________

189 + 253 + 201 = _______________________________________________________________

Flexibel rekenen, zo doen we dat:

. + 199 = . + 200 – 1 = . . – 199 = . – 200 + 1 = .

. + 299 = . + 300 – 1 = . . – 299 = . – 300 + 1 = .

2 Maak het jezelf gemakkelijk en rond één van beide getallen af. Reken uit.356 + 299 = 356 + 300 – 1 = ____________

128 + 397 = ____________________________________________________________________

456 + 298 = ____________________________________________________________________

658 – 198 = ____________________________________________________________________

436 – 299 = ____________________________________________________________________

3 Los op. Reken eerst de bewerking tussen de haakjes uit! Doorstreep wat niet past.

(95 – 30) – 25 = _________________________

95 – (30 – 25) = _________________________

(150 – 40) – 25 = ________________________

150 – (40 – 25) = ________________________

Bij een aftrekking mogen we de haakjes wel / niet verplaatsen.

4 Lees en los op.Helena, Anna en Freek deden sprintjes in de turnles.Hieronder kun je zien hoeveel afstand ze liepen.

V Wie liep in totaal het meest? G

B Helena: ____________________________________________________________________

Anna: ______________________________________________________________________

Freek: ______________________________________________________________________

A _______________________________________________________________________ OK

BewerkingenLES 13 Hoofdrekenen: flexibele oplossingsmethoden

Helena Anna Freekronde 1 199 m 205 m 198 mronde 2 123 m 197 m 199 m

128 + 400 – 3 = 525

456 + 300 – 2 = 754

658 – 200 + 2 = 460

436 – 300 + 1 = 137

199 m + 123 m = 200 m + 123 m – 1 m = 322 m

205 m + 197 m = 205 m + 200 m – 3 m = 402 m

198 m + 199 m = 200 m + 200 m – 3 m = 397 m

65 – 25 = 40

95 – 5 = 90

110 – 25 = 85

150 – 15 = 135

350 + 600 = 950

600 + 320 = 920

145 + 400 = 545

390 + 253 = 390 + 200 + 50 + 3 = 643

655

600 212 812

Anna liep in totaal het meest.

640590

18 10

Katapult_3_Target_6_WB.indd 18 27/03/19 11:35

Page 19: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Lees en los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat!

Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

Buurman Jos wil 328 knikkers gelijk uitdelen aan zijn twee buurjongens.

V Hoeveel knikkers krijgt elke jongen?

Ik schat: _____________________

Oma heeft voor haar kleinkinderen € 825 gespaard. Ze wil het gelijk verdelen onder haar vijf kleinkinderen.

V Hoeveel euro krijgt elk kind?

Ik schat: _____________________

3 2 8 2 8 2 5 5

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. . .

. .

A Elke buurjongen krijgt ____ knikkers. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

A Elk kleinkind krijgt ____ euro. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

2 Los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat! Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

564 : 4 = _______________ OK

Ik schat: ___________________

717 : 3 = _________________ OK

Ik schat: ______________________

5 6 4 4 7 1 7 3

. .

. . . .

. . .

. . . .

. . .

. .

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

B

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

BewerkingenLES 14 Cijferen: delen tot 1 000 (H niet deelbaar, H > deler)

330 : 2 = 165

164

800 : 5 = 160

165

–6 2 3 9

1 1

–9

2 7

–2 7

0

–5 1 6 5

3 2

–3 0

2 5

–2 5

0

–4 1 4 1

1 6

–1 6

0 4

–4

0

–2 1 6 4

1 2

–1 2

0 8

–8

0

3

3

5

5

4

4

2

2

15

30

25

50

20

40

10

20

141 239

560 : 4 = 140 720 : 3 = 240

19

Katapult_3_Target_6_WB.indd 19 27/03/19 11:35

Page 20: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

3 Zoek het quotiënt door te cijferen. Werk met potlood en lat!

655 : 5 = _______________ OK 783 : 3 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. .

. .

736 : 2 = _______________ OK 576 : 4 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. . . .

. .

852 : 6 = _______________ OK 711 : 3 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. . .

. . . .

. . . .

. .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

7 1 1 3

–6 2 3 7

1 1

–9

2 1

–2 1

0

5 7 6 4

–4 1 4 4

1 7

–1 6

1 6

–1 6

0

7 8 3 3

–6 2 6 1

1 8

–1 8

0 3

–3

0

8 5 2 6

–6 1 4 2

2 5

–2 4

1 2

–1 2

0

7 3 6 2

–6 3 6 8

1 3

–1 2

1 6

–1 6

0

6 5 5 5

–5 1 3 1

1 5

–1 5

0 5

–5

0

3

3

4

4

3

3

6

6

2

2

5

5

15

30

20

40

15

30

30

60

10

20

25

50

237

144

261

142

368

131

20 11

Katapult_3_Target_6_WB.indd 20 27/03/19 11:35

Page 21: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

45

1 Rangschik en nummer van kort (1) naar lang (4).

De breedte van je duimnagel. De lengte van de bordlat.

De hoogte van de klasdeur. De afstand tussen de buitenste ooghoeken.

2 Vul aan met een passende maateenheid!Sandy heeft een lengte van 1_____ en 35_____.

In een gewone emmer kan er wel 10_____ water.

Een pakje beschuiten weegt 100_____.

De afstand tussen Brussel en Oostende is 113 _____.

In een brikje chocomelk kan er precies 2 _____.

Dit leesboek heeft een dikte van maar liefst 5_____.

3 Maak zelf een schatting.

Ik schat.

1 de lengte van de klas

2 de hoogte van je lessenaar

3 de inhoud van de emmer

4 het gewicht van de boekentas van de juf of meester

5 het gewicht van je pennenzak

4 Rangschik van zwaar naar licht.

200 g 3 kg anderhalve kg kg 1 kg

. > . > . > . > .

5 Zet om naar de gevraagde maat en vul in. Gebruik de tabel indien nodig!

4 m = . dm

50 dm = . cm

2 x 100 cm = . dm

anderhalve l = . cl

600 cl = . l

25 dl = . l en . cl

kg = . g

10 x 100 g = . kg

kg = . g

6 Rangschik van minder naar meer.

6 liter 80 dl halve l 400 cl 20 cl

. < . < . < . < .

12

12

14

Meten en metend rekenenLES 15 Herhaling lengte, gewicht en inhoud

3 kg

20 cl

anderhalve kg

halve l

1 kg

400 cl

kg

cm

dl

km

g

l

m cm

24

31

6 liter

200 g

80 dl

500

1

250

150

6

2 50

40

500

20

1 2

21

Katapult_3_Target_6_WB.indd 21 27/03/19 11:35

Page 22: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Bespreek deze vlakke figuren samen met de juf of meester.

Schrijf bij elke vlakke figuur één passende eigenschap!

1 2 3

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

4 5 6

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

7

8

9

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

_________________________

2 Geef deze vlakke figuren een passende naam.

figuur 1 is een

figuur 3 is een

figuur 4 is een

figuur 7 is een

figuur 8 is een

figuur 9 is een

MeetkundeLES 16 Vormleer: eigenschappen van vlakke figuren

4 rechte hoeken

3 gelijke zijden

4 rechte hoeken

vierkant

rechthoekige driehoek

gelijkzijdige driehoek

rechthoek

stomphoekige driehoek

veelhoek (achthoek)

twee zijden die evenwijdig

zijn aan elkaar

4 verschillende zijden

1 stompe hoek

1 rechte hoek

zijden zijn evenwijdig

aan elkaar

8 stompe hoeken

22

Katapult_3_Target_6_WB.indd 22 27/03/19 11:35

Page 23: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

54

3 Teken volgende vierhoeken. Gebruik je lat en tekenpotlood!

een rechthoek een vierkant een vierhoek zonder evenwijdige zijden

4 Maak deze driehoeken verder af. Gebruik je lat en tekenpotlood!

een stomphoekige driehoek een gelijkbenige driehoek een rechthoekige driehoek

Kleur de stompe hoek blauw. Kleur de gelijke zijden rood. Kleur de rechte hoek groen.

5 Verdeel deze figuren. Gebruik je meetlat en tekenpotlood!

Verdeel deze figuur in twee gelijkbenige driehoeken.

Verdeel deze figuur in twee vierkanten.

Verdeel deze figuur in vier rechthoekige driehoeken.

23

Katapult_3_Target_6_WB.indd 23 27/03/19 11:35

Page 24: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

6

1 Zoek het patroon en vul de trein verder aan.

262 252 242

Het patroon is telkens ________________________ .

725 750 775

Het patroon is telkens ________________________ .

2 Vul de gekleurde hokjes van 3 Zijn de getallen even of oneven? de honderdvelden in. Schrijf het er naast!

4 Rond de getallen af naar het dichtstbijzijnde H. dichtstbijzijnde T.

5 Getallen uitsplitsen: vul aan.

7 4 3 3 E = . 4 T = .

7 H = .

6 0 9 . E = . . T = .

. H = .

6 Noteer in de juiste kolom.Klas 3A en klas 4B van de tweede graad besluiten om samen bonen te planten.Dat zijn samen 20 + 15 = 35 leerlingen.In totaal hebben ze 35 tonnen en 2 zakken met telkens 20 liter potgrond in.

hoeveelheid bewerking rangorde verhouding code

7 Lees en los op. Noteer een bewerking naast de rekenzin indien nodig.Verminder 1 000 met 250. ➝ . ______________________________________________

410 meer dan 495 is ➝ . ______________________________________________

1 000 is 4 keer ➝ . ______________________________________________

GetallenkennisLES 17 Getallen, patronen en structuren

642 644 805

816

976 980

998

256

801

1 000

697

821 ➝ .

372 ➝ .

632 ➝ .

416 ➝ .

232

550

– 10

– 25

222

575

212

600

202

625

1 000

989

978

663 825

652

827

654

807

93

040

600700

9

0

6

192

650

182

675

172

700

800

400

630

420

even

oneven

even

oneven

1 000 – 250 = 750

495 + 410 = 905

4 x 250 = 1 000

35 tonnen2 zakken tweede 3A

4B20 + 15 = 35 20 liter

750

905

250

24 12

Katapult_3_Target_6_WB.indd 24 27/03/19 11:35

Page 25: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

1 Zoek het product. Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

164 x 4 = _____________ OK

Ik schat: __________________

305 x 3 = _____________ OK

Ik schat: __________________

89 x 7 = ______________ OK

Ik schat: __________________

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

2 Los de vermenigvuldigingen cijferend op.

206 x 4 = _____________ OK 195 x 4 = _____________ OK 223 x 4 = _____________ OK

313 x 3 = _____________ OK 237 x 4 = _____________ OK 124 x 7 = _____________ OK

3 Lees en los cijferend op. Duid de gegevens aan.De papa van Ali koopt zes kistjes aardbeien op de markt.In elke kist zitten 158 aardbeien.

V Hoeveel aardbeien zijn dit samen?

B

A _______________________________________________________________________ OK

BewerkingenLES 18 Cijferen: vermenigvuldigen met onthouden

Vergeet het bewerkingsteken niet

te schrijven.

2 0 6 1 9 5 2 2 3

x 4 x 4 x 4

8 2 4 7 8 0 8 9 2

3 1 3 2 3 7 1 2 4

x 3 x 4 x 7

9 3 9 9 4 8 8 6 8

1 6 4 3 0 5 8 9

x 4 x 3 x 7

6 5 6 9 1 5 6 2 3

780

948

915

300 x 3 = 900

824

939

Dat zijn samen 948 aardbeien.

656

150 x 4 = 600

2

1 2

2 3

2 1

1

1

2 1

6

892

868

623

90 x 7 = 630

4 31 5 8

x 6

9 4 8

25 13

Katapult_3_Target_6_WB.indd 25 27/03/19 11:35

Page 26: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Lees en los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat!

Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

Assan en zijn vader reizen naar het Zuiden. Iedere dag liften ze even ver.Na drie dagen hebben ze 273 km afgelegd.

V Hoeveel km legden ze elke dag af?

Ik schat: _____________________

Na zes dagen gaven ze 186 euro uit aan eten, drinken en slaapplaats.Elke dag gaven ze evenveel uit.

V Hoeveel euro gaven ze per dag uit?

Ik schat: _____________________

2 7 3 3 1 8 6 6

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. .

. .

A Elke dag legden ze ____ km af. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

A Elke dag gaven ze ____ euro uit. OK

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

2 Los de delingen cijferend op. Werk met potlood en lat! Maak eerst een schatting! Vergelijk de uitkomst met je schatting.

318 : 6 = _______________ OK

Ik schat: ___________________

534 : 6 = _________________ OK

Ik schat: ______________________

3 1 8 6 5 3 4 6

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. . . .

. .

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

Mijn schatting was ❏ goed. ❏ niet goed.

B

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

BewerkingenLES 19 Cijferen: delen tot 1 000 (H niet deelbaar, H < deler)

270 : 3 = 90

91

180 : 6 = 30

31

–0 0 8 9

5 3

–4 8

5 4

–5 4

0

–0 0 3 1

1 8

–1 8

0 6

–6

0

–0 0 5 3

3 1

–3 0

1 8

–1 8

0

–0 0 9 1

2 7

–2 7

0 3

–3

0

6

6

6

6

6

6

3

3

30

60

30

60

30

60

15

30

53 89

300 : 6 = 50 540 : 6 = 90

26

Katapult_3_Target_6_WB.indd 26 27/03/19 11:35

Page 27: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

21

3 Zoek het quotiënt door te cijferen. Werk met potlood en lat!

738 : 9 = _______________ OK 450 : 5 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. . .

. .

324 : 6 = _______________ OK 292 : 4 = _______________ OK

. . . . . . . .

. .

. . . .

. . . .

. . . .

. . . .

. .

1 000 : 5 = _____________ OK 1 000 : 4 = _____________ OK

. . . . . . . . . .

. . .

. . . .

. . .

. . . .

. .

. .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

5 x . = .

10 x . = .

1 0 0 0 4

–8 2 5 0

2 0

–2 0

0 0

–0

0

1 0 0 0 5

–1 0 2 0 0

0 0

–0

0 0

–0

0

2 9 2 4

–0 0 7 3

2 9

–2 8

1 2

–1 2

0

4 5 0 5

–0 0 9 0

4 5

–4 5

0 0

–0

0

3 2 4 6

–0 0 5 4

3 2

–3 0

2 4

–2 4

0

7 3 8 9

–0 0 8 2

7 3

–7 2

1 8

–1 8

0

4

4

4

4

5

5

5

5

6

6

9

9

20

40

20

40

25

50

25

50

30

60

45

90

250

73

90

200

54

82

27 14

Katapult_3_Target_6_WB.indd 27 27/03/19 11:35

Page 28: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

331 Zijn deze figuren juist gespiegeld? Kruis aan.

❏ juist❏ niet juist

❏ juist❏ niet juist

❏ juist❏ niet juist

2 Kleur de vakjes zodat links en rechts elkaars spiegelbeeld zijn!

3 Welke spiegelbeeld is juist? Kruis aan.

MeetkundeLES 21 Meetkundige relaties: symmetrie en spiegelen

as

as

as

as

28

Katapult_3_Target_6_WB.indd 28 27/03/19 11:35

Page 29: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

60

4 Zijn deze symmetrieassen juist getekend? Kruis aan.

❏ juist❏ niet juist

❏ juist❏ niet juist

❏ juist❏ niet juist

5 Teken alle juiste symmetrieassen in deze vlakke figuren. Gebruik je meetlat en tekenpotlood!

29

Katapult_3_Target_6_WB.indd 29 27/03/19 11:35

Page 30: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

337 Los deze bewerkingen op. Denk aan de afspraken!

3 x 19 = (3 x 10) + (3 x 9) = ____ + ____ = ____

6 x 28 = _______________________________

420 : 2 = (400 : 2) + (20 : 2) = ___ + ___ = ___

735 : 7 = _______________________________

8 Kijk of je flexibel kunt rekenen en los de bewerkingen op.

405 + 195 + 317 = ________________________________________________

149 + 233 + 501 = ________________________________________________

9 Los volgende bewerkingen cijferend op. Werk netjes en overzichtelijk!a) Wat is het product van 105 en 7?b) De factoren zijn 69 en 8. Wat is de uitkomst?c) Het deeltal is 564 en de deler is 4. Wat is het quotiënt?

B a) __________________ OK B c) __________________ OK

B b) __________________ OK

10 Noteer het uur analoog en digitaal. 11 Noteer het aantal minuten.

De les begint:

Het is _____________

__________________

voor de middag.

Het is _____________

__________________

na de middag.

De les eindigt: 16 : 30

De les duurt . minuten.. . : . . . . : . .

B

B

B

x

. . . .

.

. .

. .

. .

.

.

5 x . = .

10 x . = .

x

MMR MMR

1 Noteer en teken het geheel. 2 Nu omgekeerd! Teken de breuk.

Teken hier het geheel ofwel . Dit is het geheel. Teken .

3 Los op. Gebruik de pijlen indien nodig!

13 van 12 is .

14 van 16 is .

17 van 21 is .

25 van 40 is .

48 van 32 is .

36 van 36 is .

14

van 200 is .

25

van 100 is .

4100 van 1 000 is .

4 Kleur alle oneven getallen rood. Kleur alle even getallen groen.

5 Lees de zin en noteer de functie van wat aangeduid is. Kies uit: hoeveelheid / code / maatgetal / rangorde / bewerking.

Mohammed woont in flat 2H. ➝ __________________________________

Hij heeft thuis 3 goudvissen. ➝ __________________________________

Zijn flat bevindt zich op de vierde verdieping. ➝ __________________________________

Dat zijn 4 x 15 trappen! ➝ __________________________________

Ofwel bijna 20 meter hoog! ➝ __________________________________

6 Los de optellingen en aftrekkingen op. Noteer tussenstappen indien nodig!

350 + 160 = ___________________________

425 + 324 = ___________________________

258 + 125 = ___________________________

559 + 276 = ___________________________

530 – 270 = ___________________________

854 – 243 = ___________________________

953 – 539 = ___________________________

761 – 296 = ___________________________

GK GK

.

.

GK

GK

GK

B

LES 22 Herhaling

132

4

12 50 1 26 711 1 000 903 503

code

hoeveelheid

rangorde

bewerking

verhouding of maatgetal

510

749

258 + 100 + 20 + 5 = 383

559 + 200 + 70 + 6 = 835

260

611

953 – 500 – 30 – 9 = 414

761 – 200 – 90 – 6 = 465

358

759

453

561

378

829

423

471

4

4

3

16

16

18

50

40

40

8

4

6

20

10

x

x

x

x

x

:

:

:

:

:

44

12 50 1 26 711 1 000 903 503

30

Katapult_3_Target_6_WB.indd 30 27/03/19 11:35

Page 31: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

33

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

7 Los deze bewerkingen op. Denk aan de afspraken!

3 x 19 = (3 x 10) + (3 x 9) = ____ + ____ = ____

6 x 28 = _______________________________

420 : 2 = (400 : 2) + (20 : 2) = ___ + ___ = ___

735 : 7 = _______________________________

8 Kijk of je flexibel kunt rekenen en los de bewerkingen op.

405 + 195 + 317 = ________________________________________________

149 + 233 + 501 = ________________________________________________

9 Los volgende bewerkingen cijferend op. Werk netjes en overzichtelijk!a) Wat is het product van 105 en 7?b) De factoren zijn 69 en 8. Wat is de uitkomst?c) Het deeltal is 564 en de deler is 4. Wat is het quotiënt?

B a) __________________ OK B c) __________________ OK

B b) __________________ OK

10 Noteer het uur analoog en digitaal. 11 Noteer het aantal minuten.

De les begint:

Het is _____________

__________________

voor de middag.

Het is _____________

__________________

na de middag.

De les eindigt: 16 : 30

De les duurt . minuten.. . : . . . . : . .

B

B

B

x

. . . .

.

. .

. .

. .

.

.

5 x . = .

10 x . = .

x

MMR MMR

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

0055 05

35 25

50 10

40 20

45 15

30

1211 1

7 5

10 2

8 4

9 3

6

57 21027

7 x 105 = 735

69 x 8 = 552

564 : 4 = 141

5 voor 9

(20 uur 55)

20 over 3 /

10 voor half 4 (3 uur 20)

45

1030 200

600 + 317 = 917

650 + 233 = 883

(6 x 20) + (6 x 8) = 120 + 48 = 168 (700 : 7) + (35 : 7) = 100 + 5 = 105

3

7

1 0 5

7

7 3 5

6 9

8

5 5 2

20 : 5503 : 20

5 6 4 4

–4 1 4 1

1 6

–1 6

0 4

–4

0

4

4

20

40

260

611

953 – 500 – 30 – 9 = 414

761 – 200 – 90 – 6 = 465

31

Katapult_3_Target_6_WB.indd 31 27/03/19 11:35

Page 32: Katapult 3 Target 6 WB - DERDE LEERJAAR LANGELEDESCHOOL · 8 4 0 2 0 0 – 0 0 4 – 4 0 9 3 3 3 – 9 3 1 1 0 3 – 3 0 3 – 0 4 4 5 5 4 4 3 3 2 2 3 3 20 40 25 50 20 40 15 30 10

312 Zet om naar de gevraagde maateenheid. Gebruik je tabel indien nodig!

8 m = . dm

42 dm = . cm

anderhalve m = . dm

60 dl = . l

75 dl = . l en . cl

3 x 50 cl = . dl

kg = . g

5 x 100 g = . g

kg = . g

13 Geef gepast terug! Lees goed en los op.Henny koopt een voetbal van 15 euro en een springtouw van 3 euro en 50 cent.Hij betaalt met 20 euro.

V Hoeveel euro krijgt Henny terug? B ___________________________________________

S

A _______________________________________________________________________ OK

14 Kijk goed naar de rechten en los de opdrachten op.1) Zoek de rechte die evenwijdig is aan rechte b en overtrek ze met groen.2) Zoek de rechte die loodrecht staat op rechte a en overtrek ze met paars.

15 Overtrek de hoeken 16 Teken een vlakke figuur met vier met de juiste kleur. gelijke zijden en vier rechte hoeken.

één scherpe hoek groen één stompe hoek blauw één rechte hoek oranje

17 Maak het spiegelbeeld! Kleur de vakjes. 18 Teken alle symmetrieassen.

MMR

12

14

MMR

MK

MKMK

MK

MK

d

ae b

c

Dit is een ________________________ .

Herdruk 2018/908 - Bestelnummer 60 1002 346 - ISBN 978 90 4861 907 8KB D/2014/0147/219 - NUR 192Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 BruggeRPR 0405 108 325© Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 1 9 0 7 8

500

500

250

6

7

15

50

80

420

15

vierkant

Henny krijgt 1 euro en 50 cent terug.

e 15 + e 3 + 50 c. = e 18 en 50 c.

+ 50 c. + e 1 = e 1 en 50 c. e 18 e 19 e 2050 c.

Herdruk 2019/432 - Bestelnummer 60 1002 476 - ISBN 978 90 4861 958 0KB D/2014/0147/219 - NUR 192Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 BruggeRPR 0405 108 325© Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 1 9 5 8 0 15

Katapult_3_Target_6_WB.indd 32 27/03/19 11:35