Kansen voor fauna in natuurbeheer › Uploaded_files › Zelf › obnbrochure-kan… ·...
Transcript of Kansen voor fauna in natuurbeheer › Uploaded_files › Zelf › obnbrochure-kan… ·...
Kansen voor fauna in natuurbeheer
ontwikkeling+beheer natuurkwaliteit
Inhoud
1 Kansen voor fauna 4
2 De 4 V’s voor fauna 6
3 Fauna in het landschap 8
4 Microbiotopen voor fauna 19
5 De invloed van fauna op het ecosysteem 22
6 Fauna en voedsel 24
Ter verdieping 30
Uitgave:OBN / VBNE
Publicatie vanuit het
OBN-Expertisegroep Fauna
Redactie:Marijn Nijssen, Hein van Kleef (Stichting Bargerveen), Jaap
Bouwman (Unie van Bosgroepen) & Jinze Noordijk (EIS Ken-
niscentrum Insecten)
Foto’s:
Jap Smits: Voorzijde + pag 7, 12 (midden) l Kees van
Bochove: pag 25 (kalkdoorntje) l Lech Borowiec: pag
16 (l-boven) | Jaap Bouwman: pag 15, 16 (l-onder) l Ed
Colijn: pag 25 (aaskever) l Fokko Ehrhart: pag 28 (midden)
l Theodoor Heijerman: pag 14 (r-midden), 20 (l-onder), 23
(inzetjes) l Jelger Herder: pag 13 (inzet) l Paul van Hoof: pag
10 l Kim Huskens: pag 27 (l-onder) l Jetze Kamerling: pag
22 (boven en midden) l Marijke Kanters: pag 25 (kadaver) l
Roos Loeb: pag 23 (midden) l Marijn Nijssen: pag 5, 18, 24,
25 (l-onder), 31 l Jinze Noordijk: pag 8 (rechts), 12 (boven),
20 (midden) l John Smit: pag 7 (inzet), 20 (r-boven) l Petra
Tenge: pag 27 (rechts) | Twan Teunissen: pag 9 (midden) l
Remco Versluijs: pag 2, 8 (links) l Mick Vos: pag 13 (links en
r-boven) l Maaike Weijters: pag 26 l Blikonderwater: pag
19, 21 (rboven) | Wiki Commons: pag 3, 14 l Wikipedia: pag
11 (links), 21 (r-onder) l Vilda: Yves Adams: pag 20 (l-onder)
| Jeroen Mentens: pag 22 (onder) | Lars Soerink: pag 20
(l-boven), 21 (l-boven), 25 (raaf) | Saxifraga: Ab Baas: pag 3,
14 l Kees van Berkel: pag 28 (l-onder) | Frits Bink: pag 6 (r-
boven), 9 (r-onder), 17 | Henk Bosma: pag. 6 (l-boven) l Rob
Felix: pag 9 (l-onder) | Luc Hoogenstein: pag 28 (r-boven) |
Willem van Kruisbergen: pag 9 (r-boven) l Rik Kruit: pag 6
(l-onder) | Piet Munsterman: pag 9 (l-boven) | Jan van der
Straaten: pag 11 (rechts), 27 (midden) | Mark Zekhuis: pag 6
(r-onder), 12 (onder), 14 (boven en l-boven), 21 (l-onder), 29.
Vormgeving: Aukje Gorter
Druk: KNNV Publishing
Wijze van citeren:Nijssen, M., J. Bouwman, H. van Kleef & J. Noordijk, 2019.
Kansen voor fauna in natuurbeheer. OBN Expertisegroep
Fauna, KNNV Publishing, Zeist. OBN/VBNE, Driebergen.
2
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
2
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Kansen voor fauna in natuurbeheer
• Besefdatverschillendediersoortenookopverschillendeschaalniveausinhetlandschapwerken.Grotemobielesoortengebruikenhethelelandschap,maarveeldiersoortenhebbeneenleefgebieddatkleinerisdanéénhectare,ofzelfskleinerdan10m2.
• Bijhetontwikkelenvanbeheerplannenmoetenkennisoverdeecologieenverspreidingvandiersoortenenkennisoverdebelangrijkegradiënteninhetlandschaphandinhandgaan.
• Hetbehoudenofontwikkelenvanmicrobiotopenisvangrootbelangvoorfauna.
• Bouwers,gravers,grazers,predatorenenafvaleters–ookzeerkleinealsspringstaartenenaaltjes–bepalensamenmetschimmelsenbacteriëndestructuurenchemievanbodemenwaterensturendeontwikkelingvandevegetatie.
• Kiesbijhetafvoerenvanbiomassaenstikstofenbijherstelvanbodemchemievoormaatregelendiedebodemnietverstoren.Hierdoorisereenveelgroterekansopherstelvanhetsysteemenvandenutriëntenbalansinplanten.
• Faunaiseenfunctioneelonderdeelvanhetecosysteem,maarprofiteertnietvanzelfsprekendmeebijbeheergerichtopvegetatieenbodemkwaliteit.
• EengebiedisgeschiktvooreensoortwanneerercontinuaandevierV’s–Voedsel,Veiligheid,Voortplanting&Verplaatsing–wordtvoldaanopeenoppervlakdatvoldoendegrootisomeenpopulatietehuisvestenmetvoldoendegenetischevariatie.
• Koestergradiëntenenmozaïekeninhetlandschap.Zevormendebasisvoorgeschiktleefgebiedenbiedendierenderuimteomopteschuivennaardemeestgunstigecondities.
• Dynamiekisnoodzakelijkomgradiëntenenmozaïekenineenlandschaptebehouden,telatenveranderenenverderteontwikkelen.Zowelverstarringalseentehogedynamiekzijndedoodindepotvoorfauna.
3
1 Kansen voor fauna
Dertigjaarnaverschijnenvanhetboek‘Insektenbe-heer’entwintigjaarnahetOBNPreadviesFauna,iserveelveranderdinhetnatuurbeheer.Totindejaren1990warenmaatregelenvooralgerichtopbodemenplanten.Faunazouautomatischmeeprofiterenvandemaatregelen,ookwanneerdezegrootschaligwerdeningezet.Dezeaannamebleekvaakonterechtendeaandachtvoorspecifiekeknelpuntenenmogelijkeop-lossingenvoorfaunaisdanooksterkgegroeid.
Tochvaltervoorfaunainnatuurbeheernogveelwinsttebehalen.Dezebrochuregeefthiervoorhandvatten,waarbijtweethema’sinhetoogspringen.Teneerstedebindingvandiersoortenmethetlandschap;hetbelangvanmozaïekenengradiënten,dynamischeprocessenenkleinelandschapselementen(microhabitats)voordiersoorteniszeergroot,terwijldezemoeilijkzijnteplaatsenintermenvanvegetatie-ofhabitatdoelen.Tentweedeblijkt–vaakonzichtbaarvoorhetmenselijkoog–dekwaliteitenbeschikbaarheidvanvoedselvoordiersoortenaftenemen.Nietalleendoorverzuringenvermesting,maarookalsonbedoeldneveneffectvanherstelmaatregelen.
Dezebrochurewilbeheerdersinspireren:welkekansenvoordefaunakunneninjouwgebiedbeterbenutwordenenzijnbedreigingenineenvroegstadiumtesignaleren?Hiervoorstellenweeersthetdiercentraal:watbepaalthunkwetsbaarheidoftolerantievoorveranderingeninhunleefomgeving?Daarnawordtdezekennisvertaaldnaardepraktijkvanbeheer-enherstelmaatregelen.Uiteraardisdezebrochurenietuitputtend.VoorverdiepingoverfaunainnatuurbeheerstaanercontactinformatieeninteressantepublicatiesopdesiteNatuurkennis.nlendelaatstepagina’svandezebrochure.
Fauna wordt in natuurbeheer steeds vaker als functioneel onderdeel gezien van het ecosysteem, niet als vanzelfsprekendheid of als kers op de taart bij beheer van vegetatie en bodemkwaliteit.
4
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Geelbuikvuurpadden in een langzaam droog-vallende plas in een mergelgroeve. Omdat zowel natuurlijke habitats als geschikte plekken in het oude cultuurland-schap zijn verdwenen, is deze soort zowel voor voortplantingsplekken als winterhabitat afhankelijk van soortgerichte maat-regelen.
5
2 De 4 V’s voor fauna
Dierenstellenaanhunleefomgevingeisenvoorvoedsel,voortplan-tingenveiligheid.Hiervoormoetendemeestedierenzichtijdenshunlevenscycluskunnenverplaatseninhetlandschap.Vooralgrote,mobielediersoortenhebbeneenflinkruimtegebruikenontbrekenveelalinkleinenatuurterreinen.Bovendienkunnenslechtsweinigdiersoortenongunstigeomstandighedenlangeretijdoverleven.Ditmaaktdierengevoeligvoor(tijdelijke)veranderingeninhetland-schapalsgevolgvanaantastingofbeheeringrepen.EengebiedisgeschiktvooreensoortwanneerercontinuaandevierV’swordtvoldaanopeenoppervlakdatvoldoendegrootisomeenpopulatietehuisvestenmetvoldoendegenetischevariatie.
VoortplantingZondersuccesvollevoortplantingstervenpopulatiesuit.Sommigesoortenkunnenpasnaenkelejarenvoornageslachtzorgen,maardemeestesoortenhebbenéénofzelfsmeerderegeneratiesperjaar.Ofplekkenvooreendiergeschiktzijnomeierentelatenontwikkelenofjongentekrijgen,hangtonderandereafvan de hoeveelheid warmte die nodig is, de beschikbaarheid van voedsel voor de jonge dieren en beschutting te-gen predatie of parasieten.Voordathetechterzoverismoetereenpartnerwordengevondenenverleid.Veeldiersoortenhebbenhiervoorspecifiekelocatiesnodig,zoalsopenplekkenindevegetatie,solitairebomenofhogergelegendeleninhetlandschap.
Natuurbeheer houdt rekening met de eisen van diersoorten in alle levensfasen, zoals de beschikbaarheid van voedsel. Voor rupsen zijn dit vaak specifieke waardplanten, larven van rupsendoders worden gevoerd met rupsen. De volwassen dieren van beide soort-groepen eten nectar en boomsappen voor hun energie.
VoedselVrijwelalledodeenlevendebiomassaindenatuurdientalsvoedselvoordieren.Sommigesoortenzijnalleseters,anderenzijngespecialiseerdopéénspeci-fiekevoedselbronenveeldierenhebbenzelfsverschil-lendesoortenvoedselnodiginanderefasenvanhunlevenscyclus.Voorallesoortengeldt:een afname in hoeveelheid, bereikbaarheid of kwaliteit van het voedsel levert direct een probleem op voor overleving of voortplanting.Dezeproblemenverwachtjebijspeci-alisten,maartredenookopbij‘alleseters’dieeenkorte,snelleontwikkelingdoormaken–endusveelvoedselinkortetijdnodighebben–ensoortenmeteenlangzameontwikkelingwaarvoorvoedselgedurendelangetijdbeschikbaarmoetzijn.Voorinsectivoreniszowelvari-atieaanprooisoorten(biodiversiteit)vanbelang,alseengrootaanbod(biomassaliteit)vandezeprooien.
6
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Variatie in het landschap is noodzakelijk voor de zeldzame Ericabij: droge, zandige bodem vormt de voortplantingsplek, het nest wordt bekleed met blaadjes van loofbomen en Gewone dophei is nodig om de larven van geschikt voedsel te voorzien. Wanneer deze variatie binnen een straal van ± 200 meter ontbreekt of door grootschalig be-heer verdwijnt, dan is het gebied ongeschikt voor de Ericabij.
VeiligheidSchuilgelegenheidisnoodzakelijkomongunstigeconditiesteoverleven,bijvoorbeeldalsei,popofvolwassendierinwinterrust,tijdensdrogeofjuistzeernattezomersenbijaanvallenvanpredatoren.Variatieinvegetatiestructuurinclusiefonbegroeidebodemenkleinemicrohabitatsinhetlandschapbiedendiersoor-tenveiligeschuilplaatsen.Dierenverscholeninstrooiselofondiepeholenzijnonzichtbaarvoorbeheerdersenkunnenzichzelfnietinveiligheidbrengenbijversto-ring. Onbedoeld negatieve effecten van maatregelen als plaggen, begrazing of het sterk verhogen van waterpeilen, treden vooral bij deze groep op.
VerplaatsingOmvoldoendevoedsel,beschutting,eenpartneréneenvoortplantingsplektevinden,moetendierenzichinhetlandschapkunnenbewegen.Duidelijkestructuur-patroneninhetlandschapzorgendatdiersoortenzichkunnenoriënteren.Vooralrand-enzoomvegetatiesmetabrupteofsubtieleovergangeninstructuurspeleneenbelangrijkerol.Omgekeerdkunnenonderdelenineenlandschapookalsbarrièreoptredenenverplaatsingvandierenjuisttegenhouden,zoalsbossenvoorsoortenvanopenvegetatiesenvice versa.Plekkenmetvoedsel,schuil-envoortplantingsplekkenmoetenbinnenbereik-bareafstandvanelkaarteliggenomfunctioneeltezijn.Het schaalniveau waarop de nodige variatie aanwezig is en waarop maatregelen worden uitgevoerd zijn daarom erg belangrijk.Voorkleineimmobielesoortenmoethetmozaïekkleinschaligerzijndanvoorgrote,mobielesoorten.
Ericabij
7
3 Fauna in het landschap Inonsdichtbevolktelandschapwordenveelnatuurlijkeprocessendoordemensaanbandengelegdofzijnvervangendoorlandgebruikenbeheermaatregelen.Dithalf-natuurlijkelandschapisbehoorlijkstar.Biotopen–aldannietaangewezenalshabitattypeofbeheertype–kennenscherpevastegrenzen;gradiëntentussenbiotopenzijnvaakkortofgeheelafwezig.Sommigediersoortenkomenhierinhogeredichthedenvoordanondernatuurlijkeomstandigheden,maarvooranderesoortenzijndezelandschappenongeschiktofzijnerteweiniguitwijkmogelijkhedenomalspopulatieteoverleven.
Herstel van natuurlijke processen, zoals wind- en waterero-sie, begrazing en uittreding van kwelwater, is een belang-rijke basis voor de vorming van gradiënten en mozaïeken. In alle (half)natuurlijke landschappen zijn geleidelijke gradiënten aanwezig, met daarbinnen nog kleinschalige variatie.
In stabiele landschappen verschillen de patronen tussen jaren zeer geleidelijk, zoals in broekbossen met een in-tacte hydrologie. In dynamische landschappen verschuiven patronen snel, zoals de afwisseling tussen begroeiing en kaal zand in kustduinen.
Complexe, rijke landschappenGevarieerde,complexelandschappenherbergeneenhogerediversiteitaandier-enplantensoortendaneenvormigelandschappen.Datklinktlogisch,maarhoewerktdiecomplexiteitvoorfaunaenhoekunjehiermeeinnatuurbeheeren-herstelrekeninghouden?Hiervoorishetvanbelangomhetlandschaptezienalseenmozaïekvanbiotopenmethiertussengeleidelijkeofkortegradiënten.Mozaïeken en gradiënten worden gevormd door de wisselwerking tussen bodem- en vegetatieontwikkeling en de dynamische processen die deze ontwikkelingen afremmen of teniet doen.
8
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Landschap: een mozaïek van biotopenBinneneenlandschapzijnaltijdmeerderebiotopenteonderscheiden:oppervlaktesmeteeneigenstructuurensetaanplanten-endiersoortenalsgevolgvandeplaatselijkecondities.Eenblauwgraslandiseenanderebiotoopdanhetnaastgelegenwilgenstruweel,netalseenslenkofpetgatineenveengebiednaasteenveen-mosbultofverlandingsvegetatie.Wanneerbinneneenlandschapverschillendebiotopennaastelkaarvoorkomensprekenweovermozaïeken.Mozaïeken zijn voor fauna van groot belang, omdat het diersoorten de noodzakelijke variatie biedt om binnen een gebied te foerageren, schuilen én voort te planten. Kleine,weinigmobielediersoortenzijnveelal
gebondenaaneenfijnkorreligemozaïek,terwijlgrotemobielesoortenvangrootschaligemozaïekengebruikkunnenmaken.Dekleinstedieren,zoalsbodemfauna,levenveelalbinnenéénbiotoop,waarbinnenzegebruikmakenvandesubtielevariatiedieookdaaraanwezigis.Hoegroterdevariatieaanbiotopenbinneneengebied,hoegroterhetaantaldiergroependathiereenplekinweettevinden,zoalsprooien,gastheren,grazersenbestuivers,dieiedereenbelangrijkerolspeleninhetfunctionerenvaneenecosysteem.Elkebiotoopmoetuiteraardwelvoldoendeoppervlakhebbenomeenrobuustepopulatievaneendiersoorttefaciliteren.
Mozaïeken komen zowel op kleine schaal voor – bijvoorbeeld binnen pionierbegroeiingen – als op grotere schaal, zoals tussen pionierbegroeiin-gen, kruidenrijke ruigtes en bossen. Blauwvleugel-sprinkhanen en Wolfs-melkpijlstaart leven in de meest open delen waar ze gebruik maken van de warmte voor hun ontwik-keling en van kruiden en grassen als voedsel. De Sikkelsprinkhaan leeft in de ruige vegetaties waar eieren in holle stengels worden gelegd. De Kneu broedt in het struweel, maar foerageert op de bodem en in de ruigere vegetaties op insecten voor hun jongen en zaden voor eigen voedsel.
Sikkelsprinkhaan
Blauwvleugel-sprinkhaan
Kneu
Wolfsmelkpijlstaart
9
Mozaïeken beheren voor de Brede geelgerande waterroofkever
PraKTijKVOOrbeelD VenHersTel
DeBredegeelgerandewaterroofkeveriseensoortdiebinneneenveneenmozaïekaanbiotopennodigheeftdieaanallevierdeV’svoldoen.Devolwassenkeversleveninopenwateromtefoeragerenenvorstvrijteoverwinteren(1)maarleggeneiereninwaterdriebladensnavelzeggeindeverlandingsvegetatie(2).Desnel-groeiendelarvenzijnvoorhunbouwstoffenenenergieafhankelijkvanhogedichthedenaankokerjuffers,dievooralvoorkomenineensmalle,voedselrijkerezonemetoverhangendetakkenenbladinval(3).Alsvolgroei-delarvekruipenzeindedrogegrondopdeoeveromopeenveiligeplekteverpoppen(4).Wanneeréénvandezevierbiotopenverdwijnt–bijvoorbeelddoorhetverwijderenvanstruweellangsdeoeverinhetkadervanvenherstel–ofwanneerdebiotopentevervanel-kaarverwijderdliggen,ishetvennietmeergeschiktalsleefgebiedvoordeBredegeelgerandewaterroofkever.
Brede geelgerande waterroofkever
10
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheerOBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
10
Landschap: gradiënten als overgang van biotopen
Ecologischegradiëntenkomenineenlandschapvoortussentweebiotopen,alsgevolgvanovergangeninabiotischeconditieszoalsvoedselrijkdomvandebo-dem,defrequentievanoverstromingenofdeintensiteitvanbegrazing.Ookscherpeovergangenzoalsbosran-denleverenecologischegradiëntenopdoorvariatieinschaduwwerking,windluwteenbladval.Insommigegevallenwordengradiëntenalsapartebiotopenofdoeltypenonderscheiden,zoalsmantel-enzoomvege-taties.
Wanneer enkel de bio-topen bos en grasland voorkomen, zonder zoom-vegetatie als gradiënt, dan ontbreekt de unieke combinatie van warmte, beschutting en voldoende voedsel voor de Hazel-muis. Wanneer bos zich uitbreidt of wanneer door storm of brand open plek-ken in het bos ontstaan, schuift de zoomvegetatie van nature op in het land-schap. In het cultuurland-schap blijft deze gradiënt echter alleen door gericht beheer langdurig op de-zelfde locatie aanwezig.
Meestalvallengradiëntenbuitendegedefinieerdedoe-len,waardoorzeinhetnatuurbeheerminderaandachtkrijgendanzeverdienen.Gradiënten bieden dieren de mogelijkheid om op te schuiven in het landschap bij geleidelijke veranderingen. Daarnaastkomenerabi-otischeconditiesvoordieindeafzonderlijkebiotopenaanbeideeindenvandegradiëntontbreken.Soortenvanoeverskunnenmetdeveranderingeninwaterpeilmeebewegeneningoedontwikkeldezoomvegetatieskunnendierenopschuivenomhunlichaamstempera-tuurtereguleren.
Hazelmuis
11
Kleinschalige beheerbrand tegen de wind in om vergrassing van de heide tegen te gaan en weer allerlei plekjes kale grond te creëren waar plan-ten kunnen kiemen en warmteminnende dieren kunnen leven. Inzet: de Kleine vuurvlinder komt snel op brandplekken, omdat haar voedselplant, Schapenzuring, hier goed groeit. Ook de Gladde slang maakt gebruik van de kale plekken om op te warmen, maar alleen wan-neer er dichte vegetatie naast ligt om in te kunnen schuilen tegen teveel warmte en predatoren. Grootschalig brand- of plagbeheer of intensieve begrazing is funest voor deze soort.
Natuurlijke dynamiek, gebruik en beheer
Bodemenvegetatieontwikkelenzich–afhankelijkvanhoeveelheidneerslag,temperatuurenbeschikbarevoedingsstoffen–snelofzeertraag.Indynamischeterreinenzoalsdeduinenenhetrivierengebiedzorgenwindenwatervoorpioniersituatiesenontstaancontinudynamischegradiëntentussenoudeenjongevegetatie.Maarookin‘langzame’systemenwerkendezeproces-sen.Inoudebossenontstaatdoorstormenboom-sterftevariatieinbegroeiingstypeneninlaagvenenzaktzwarebegroeiingsomsdoordeveenlaagheen,waardoorweeropenwaterontstaatdatweerlangzaambegroeidraakt.Diersoortenzelf,indevormvanbouwers,grazers,graversenzaadverspreiderscreërenookdynamische,sturendeprocesseninnatuurgebieden.Dynamiek is noodzakelijk om de variatie in een landschap te be-houden, te laten veranderen en verder te ontwikkelen die nodig is om diersoorten een geschikte leefomge-ving te bieden.Verstarringisdedoodindepotvoorfauna.
Steedsvakerwordt–waarmogelijk–gekozenvoorher-stelvandynamiekdoornatuurlijkeprocessen.Hierdoorontstaangevarieerde,veranderendeen‘spannende’leefgebiedenwaarindierpopulatieszichkunnenont-wikkelen.Inhetcultuurlandschapwordtdezedynamiekvervangendoorlandgebruikenbeheermaatregelendiedesuccessievanbodemenvegetatieafremmenofterugzetten.Kleinschaligelandschappenmeto.a.hooilanden,heideakkers,vloeiveldenenhakhoutbos-senzijnbijcontinubeheergevarieerd,maarstabielindetijdendaardoorrijkaanplanten-endiersoorten.Dezevormvanbeheerisminderduurzaam–indiezindaterfrequenttijd,geldenenergiegestokenmoetworden–danherstelvannatuurlijkeprocessen,maarkansoortenrijkecultuurlandschappenenpopulatiesvankwetsbaresoorteninstandhoudenwanneerherstelvannatuurlijkedynamiek(nog)nietmogelijkis.
Gladde slang
Kleine vuurvlinder
12
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Gefaseerd beheer voor de Grote modderkruiper
PraKTijKVOOrbeelD DynaMieK DOOr beHeer
InhetNatura2000-gebiedLangstraatzijnveeloudeslotenmetbelangrijkenatuurwaardengrotendeels,ofzelfsgeheel,dichtgegroeidalsgevolgvanachterstalligonderhoud.DezeldzameGrotemodderkruiperkomthiervoorinslotenmetdrijvendekraggenvanwater-planten.Desoortverdwijntbijgeheeldichtgroeien,maarookgeschoondeslotenzijnjarenlangongeschiktalsleefgebied.Daaromwordtbijherstelbeheerjaarlijksalleeneendeelvandeslotenuitgebaggerdenwordthierselectief30tot80%vanhetleefgebiedmetrustgelaten.Bovendienwordterminderdiepgebaggerdenwordthetslibineendunnelaagafgezetopdeoever,waardoormodderkuipersdoorvrijwilligerswordengevondenenteruggezet.Ditgefaseerdebeheerleidttoteenduurzamepopulatievandezezeldzamevissoortinhetgebied.
Grote modderkruiper
1313
Elke soort zijn eigen schaalMozaïekenengradiëntenineenlandschapwordendoorelkediersoortanderservaren.Eenbelangrijkefactorhiervoorisdeschaalwaaropdezevariatieaanwezigisinverhoudingtotdegrootteenmobili-teitvaneensoort.Erzijngeenhardegrenzentussen‘kleinschalig’en‘grootschalig’.Alspraktischhandvatkanonderstaandeindelingwordengebruikt:
• Kleineongewerveldenalsspringstaarten,aaltjesenwortelluizenleveninofopdebodemopmicro-schaal.
• Ietsgrotere,nietvliegendeongewerveldenzoalsspinnen,pissebeddenenveelsoortenloopkeverslevenopmesoschaal.
• Groterevliegendeinsectenengewerveldenlevenopmacroschaal.
• Grotegewerveldenlevenoplandschapsschaal.
besef van deze verschillende schaalniveaus is van groot belang voor het uitvoeren van beheer- en herstelmaatregelen.Probeerjehiervoorteverplaat-senineendiersoortendoordezeogenjeterreintebekijken.Jaarlijks1procentplaggenvaneenheideter-reinvan500halijktmisschienkleinschalig,maarvooreenloopkeverofsprinkhaaniseenaaneengeslotenplagvlaktevaneenhalvehectarealgigantisch.
Macroschaal>1ha
Mesoschaal10m2-1ha
Microschaal<10m2
Landschapschaal>100ha
14
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Te hoge dynamiekBehoudofherstelvandynamischeprocessenisnodigomeengevarieerdlandschaptebehouden.Dematevandynamiekkanechterooktehoogzijn.Inuiter-waardenvanrivierenisdeoverstromingsdynamiekzohoogdatervrijwelgeenlaag-dynamischeplekkenmeervoorkomen.Ookindelandbouwisdegebruiks-intensiteitvanbemestenenoogstenzohoogdatersprakeisvaneenoverdaadaandynamiek,meteenlagefaunadiversiteitalsgevolg.Overdaadaandynamiekkanookoptredenbijplotselingeengrootschaligeherstel-maatregelen.Hetisdaarombelangrijkommaatregelen
geleidelijkuittevoeren,zodatsoortendetijdhebbenmeetebewegeninhetlandschap.Omsoortenvoldoenderuimtetebieden,ishetvanbe-langdatgradiëntenenmozaïekenkunnenopschuiventot‘voorbij’derandenvanhetbestaandenatuurgebied.Kennis van de verspreiding en de ecologie van de aanwezige soorten en waar binnen het landschap zich de belangrijke gradiënten bevinden moet hier hand in hand gaan. Doorvoorafinbeeldtehebbenwaardezesoortenlaterinhethersteldelandschaphunleefgebiedhebben,kanbijdeinrichtingrekeningwordengehou-denmetdespecifiekeeisenvandesoorten.
Wanneer maatregelen op grote schaal worden uitgevoerd dan verschui-ven de gradiënten in het landschap, en daarmee ook de diersoorten die in deze gradiënten leven. De Levendbarende hagedis komt in natte heide en venen altijd voor aan de randen of op plekken met overgangen naar iets hogere delen. Deze over-gangen schuiven op bij herstel van de hydrologie, waarbij de oude leef-gebieden in het gebied ongeschikt worden. Door aan de randen of in buffer-zones rondom het gebied ruimte te creëren is het voor de soort mogelijk om mee op te schuiven.
15
Herstel natuurlijke gradiënten in het Korenburgerveen
PraKTijKVOOrbeelD HersTel Van HOOGVeen
HetKorenburgerveeniseenschoolvoorbeeldvaneengevarieerdnatuurterreinwaarinveelbijzonderediersoortenvoorkomen.Hetgebiedligtopdeflankvaneenoudesmeltwatergeulenwordtdoorsnedendoordekzandruggenenkentdaardooreeningewik-keldehydrologie.Hetveenwordtzowelgevoedmetregenwater,alsmetlokaalgrondwatervandeflanken
diep,goedgebufferdgrondwaterviadeoudegeul.Indejaren1990zijnhoutendamwandengeplaatst(debruinelijnenopdekaart)omhetwegsijpelenvanwateruithetveenpakketafteremmen.Ditleiddetotdegewenstevernattingvanhetveen,veengroeienherstelvanleefgebiedvoorzeldzamesoortenalsdewaterkeverHydroporus glabriusculus,maarooktothet‘verdrinken’vanschralegraslandenwaarZilverenmaanvoorkwam.Dekomendejarenwordtgewerktaanherstelvandenatuurlijkecomplexehydrologie.Doordevernattinggeleidelijkuittevoerenwordengradiëntenhersteldenkrijgendiersoortendekansomopdezegradiëntmeeteschuiven.
Hydroporus glabriusculus
Zilveren maan
16
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
16
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Intensivering beheer met behoud van variatie
Doorovermaataanstikstofdepositiegaatdevegeta-tiesuccessiesnellerenkrijgenbreedbladigegrassen(vergrassing)enstruweel(verruiging)deoverhand.Incombinatiemeteenafnamevannatuurlijkedynami-scheprocessenenlandgebruikmaaktdatbeheerenherstelmaatregelensteedsvakerofintensiveruitge-voerdmoetenworden.Plaggen,maaienenbegrazen,voerenbiomassaen(daarmee)nutriëntenaf.Degroteplagmachinesuitdejaren1990blijveninmiddelsindeschuur,maarhetblijftlastigomdejuistebalanstevindentussenbehoudvanwaardevolleelementenzoalsbloemaanbodénvoldoendeafvoervannutriënten.
Ingraslandenwordtvaakgekozenvoormaaibeheer.Hoemeerovergangenenvariatieinhetmaaibeheerwordengerealiseerd,hoemeerruimteeraanwezigisvoorfauna.Ditkandoorgefaseerdtemaaien,bijvoor-beeldmethetzogenaamdesinusbeheer.Hierbijwordtineenslingerendevormgemaaidwaarbijsteedsca.40%vanhetgraslandnietwordtgemaaid.Bijelkemaai-beurtwordteenanderdeelgespaard,waarbijjaarlijksbinneneenperceelsteedswisselendedelenblijvenoverstaan.Naverschillendemaaisessieszalereendiversvegetatiepatroonontstaanmetaltijdvoldoendeleefgebiedvoordehieraanwezigesoorten.SommigedelenwordenhethelejaarnietgemaaidenvormenprimaschuilgelegenhedenvoorbijvoorbeeldPatrijs,
terwijlopdelendieindezomerzijngespaardinsep-tembernogplanteninbloeistaan,waardoorookdanvoldoendenectaraanwezigisvoorbijenenvlinders.
Ookbegrazingwordtvaakalsmaatregelingezet.Ditlevertonderdestreepnauwelijksafvoervannutriëntenop,maarzorgtwelvooreenafnamevandichtegrasseneneentoenamevandestructuurvariatie,zonderdaarbijdebodemsterkteverstorenenbelangrijkenutriëntenaftevoeren.Begrazingkanopverschillendemanierenplaatsvinden.Devormvanbegrazingisafhankelijkvanonderanderedeoppervlaktevanhetterreinendevari-atiediedaarbinnenaanwezigis.Ingroteheideterreinenmetvoldoendevariatiekanzowelgekozenwordenvoorjaarrondbegrazingalsdeinzetvaneengescheperdekudde.Inkleinereterreinenishetvanbelangomcon-stantdevingeraandepolstehoudenomsterftevanfaunadooroverbegrazingtevoorkomen.
Voor hommels is het van groot belang dat gedu-rende een lange periode pollen en nectar aanwezig zijn. Zonder maaibeheer zullen bloemrijke gras-landen verdwijnen, maar bij integraal maaibeheer valt het bloemaanbod in het seizoen geheel weg. Gefaseerd maaien levert wel continu een geschikte voedselbron op.
17
Meer afvoer nutriënten én meer fauna op kalkgrasland
PraKTijKVOOrbeelD beHeer Van GraslanDen
Begrazingvormteenessentieelonderdeelvoorhetinstandhoudenvangevarieerdehellingschraallanden,zekeropplekkendietesteilzijnommaaibeheeruittekunnenvoeren.Voorveelinsectensoorteniszoweldeaanwezigebloemrijkdomalseenopenvegetatiestruc-tuurmeteenwarmmicroklimaatbelangrijk.Cyclischgefaseerdbeheerisdebesteoptieombeideteberei-ken,maarhiervoormoetwelvoldoendeoppervlakaan-wezigzijn.Opkleinegraslandenishetlogistiekvrijwelonmogelijkomtefaseren,maarnogbelangrijker:omeenpopulatiediersoortenteherbergeniseenbepaaldminimumoppervlaknodigvangeschiktleefgebied.OpverschillendehellingschraallandeninZuid-Limburg,zoalsopdeBemelerberg,isdeafgelopenjarengeëx-perimenteerdmethetfaserenvanbegrazing,waarbijzowelinmei,julialsinseptemberéénderdedeelvanhetgraslandwerdaangepakt.Andersdanbijintegraal
beheerwasergeennegatiefeffectopbloembezoekers,sprinkhanenenloopkevers,dievanandereterreindelengebruikkondenmaken.VoorsoortenalsdeKnautiabijwasercontinuvoldoendebloeiendBeemdkroonvoor-handen.Bovendienwasdeafvoervanbiomassameteengescheperdekudde–die’savondsineenparkeer-weidewerdgeplaatst–veelgroterdanmeteencontinuingeschaardekuddeenprofiteerdedevegetatiemeteengroterevariatieaankarakteristiekeplantensoorten.Indeafgelopenjarenishetoppervlakhellingschraal-landruimtweemaalzogrootgewordendoornatuur-ontwikkelingopnaastgelegenvoormaligelandbouw-gronden.Ditlevertmeerruimteopvoordebeheerderomtefaseren,maarookblijktdezeldzameVeldparel-moervlinderzichtekunnenhandhavenopdeietskoe-lere,ruigeredelenvanhethersteldegebied,wanneerdesoortindrogejarenophetoudekalkgraslandniettotvoortplantingkomt.Zoweldevergrotingvanhetoppervlakalsdeextravariatiewerpendusvruchtenafvoordekarakteristiekediergemeenschap.
Knautiabij
Veldparelmoervlinder
18
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
18
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
4 Microbiotopen voor fauna
Dierenkomennooithomogeenverdeeldovereennatuurterreinvoor.Bijzondereaandachtverdienenmi-crobiotopen;kleineplekkenmeteengrotewaardevoorfaunadienietaltijdalsdusdanigworden(h)erkend. Het behouden of ontwikkelen van deze microbiotopen is noodzakelijk voor fauna in natuurbeheer.Kennisoverdezemicrobiotopenisvangrootbelangomtevoorkomendatdezenietonbedoeldverdwijnendoorbeheermaatregelen.Belangrijkisomdezebijzondere
biotopeninhetveldteherkennen,bijvoorbeeldmetdehulpvansoortspecialistenenvastteleggeninbeheer-kaarten,zodatalleterreinmedewerkersvandeexacteliggingophoogtezijn. Belangrijkemicrobiotopenzijndodeenkwijnendebomen,hoogstobbeninopenlandschap,steilranden,plekkenmetreliëf,ongemaaideoverhoekjes,plukkenruigtevegetatie,vloedmerkenofhoogwaterrandenopstranden,broeihopen,kadaversenmest.Ookvegetatie-kundigoninteressantebegroeiingenkunnenhierondervallen,zoalspitrusveldenwaarsomshogedichthedenreptielen,amfibieënenspinnenaanwezigkunnenzijnofdichteonderwatervegetatiesvoorspecifiekesoortenwaterkeversvanhoogvenenenzurevennen.
Een bijzondere microbio-toop treedt op wanneer dieren elkaars microbio-toop vormen. De Bitter-voorn zet haar eieren af in grote zoetwatermosselen, zoals de Zwanenmossel. De eieren ontwikkelen in de mossel, waarna de wegzwemmende voorntjes in hun kieuw-filamenten larven van de zwanenmossels met zich mee dragen en versprei-den over het leefgebied van de mossels. Ook voor sommige zoetwatermijten vormen de grote mos-sels een noodzakelijke microbiotoop om in voort te planten. Door bij bag-gerwerkzaamheden te werken met aangepaste apparatuur worden de grote zwanenmossels gespaard en daarmee de leefomgeving voor andere diersoorten.
19
Larve van mierenleeuw
Bosmieren
Variatie in het heidelandschap PraKTijKVOOrbeelD MicrObiOTOPen i
Inheideterreinenwordtaangeradenomregelmatigeenboomtelatenstaan.Dezebiedenschuilmogelijkhedenopwarmedagen,oriëntatiepunten,ontmoetingsplek-kenvoorparing,zangpostenvooro.a.Nachtzwaluwenzijnleveranciersvanvoedsel,zoalsbijvoorbeeldhoningdauwvandebladluizenwaarrenmierenenbosmierenvanafhankelijkzijn.
Ooksteilrandenzijnbelangrijkemicrobiotopenvoorbijenenanderegravendeinsecten.Urntjeswespenbouwennestenindesteiledelen,terwijllarvenvanmierenleeuweninhetdrogelossezandlevenonderderand.Doordezesteilrandennietteonderhouden,maarlangzaamaantelatendichtgroeienentegelijkertijdeldersnieuwerandentegraveniseenheelpaletaanschralebiotopenaltijdaanwezigineenterrein.
20
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheerOBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
20
Hout op het land en in het water PraKTijKVOOrbeelD MicrObiOTOPen ii
Doodhoutiseenvandebekendstevoorbeeldenvaneenzeerrijkmicrobiotoopenwordtdoorveelterreinei-genarenookgestimuleerd.Veelkeversoorten,zoalsdeVermiljoenkever,levenalslarveenkelinkwijnendebo-menenstaandenliggenddoodhout.DeZwartespechtleeftweervankeverlarven–metnameboktorren-enmierennestenindoodhout.HoewelinhetNederlandseboshetaandeeldoodhoutdelaatstedecenniaistoegenomen,komtditindemeestebossenveelalniet
bovende6%.Ditisnietveelwanneerjebedenktdatinnatuurlijke,oudebossentotwel40-50%vanhetaanwe-zigehoutdoodis.Nietalleenophetland,ookinhetwaterzijndodebomenbelangrijk.Omgevallenbomeninrivierenenbekenzijnvestigingsplaatsenvooralgenenongewer-veldenenbiedenzowelvariatie(o.a.instroomsnelheidvanwater)enschuilmogelijkheidvoorjongevissen.Hetlatenliggenofbewustplaatsenvanbomeninrivierenenbekenleverteengrotesoortendiversiteitop.
Zwarte specht
Vermiljoenkever
2121
5 De invloed van fauna op het ecosysteem
Bouwers en verbouwersKlimaat,bodemtypeenhydrologiebepaleningrotematedevormenhetfunctionerenvanhetlandschap,endaarmeewelkeplant-endiersoortenvoorkomen.Dieren spelen echter ook een belangrijke sturende rol in hoe een ecosysteem functioneert en ontwik-kelt.BekendevoorbeeldenzijndeBeverdiedelokalehydrologieverandertenKonijnendiedoortegrazenentegravendynamiekbrengeningrazigevegetatiesopzandbodems.Inveelnatuurterreinensturengrotegrazersdevegetatiestructuurendoorselectiefeetge-dragookdesamenstellingvandevegetatie.Groteénkleinegrazersherverdelenvoedingstoffenindevormvanmestoverhetgebiedenmakendezebeschikbaarvooranderedierenenvoorplanten.Ditkanzoweleenfijne,gelijkmatigeherverdelingzijn–bijvoorbeelddoormuizen–maarkanookleidentotmozaïekpatronenvanzeerschraleenvoedselrijkeplekken,zoalslatrinesvanpaardenenkonijnen.Minderzichtbaar,maarminstenszobelangrijk,isdein-vloedvanbodemdierenalsmollen,muizen,mierenenregenwormenophetreliëf,destructuurenchemischekwaliteitvandebodem.Doordieptegravenwordtverszandnaarbovengehaald,komterluchtindebodemenwordtmineralebodemvermengdmetdodeplantenres-ten.Decombinatievandeverschilleninmicroklimaatdierondommieren-enmolshopenaanwezigzijn,hetomhoogwerkenvanversmineraalrijkzandénhetdoormierenverzamelenvanzadennaarhetnest,zorgtvooreenverhogingvandeheterogeniteitvaneengebiedopkleinschaalniveau.Vrijwelonzichtbaariseengrotegroepvanondergrond-sebodemfauna,vooralaaltjes,mijten,nematodenenspringstaarten,diesamenmetschimmelsenbacteriëndestructuurenchemievandebodembepalen.Dezeprocessenzijnsterksturendopdeontwikkelingvande(variatiein)vegetatiesamenstellingen-structuurendaarmeeookopdebovengrondsefauna.
Mieren zijn van groot be-lang door hun graafwerk (ecosystem engineer) én hun belangrijke ecolo-gische rol als gastheer (paraplusoort). In Junner Koeland zorgen gele wei-demieren en mollen met hun graafactiviteit voor de vorming van gradiënten in bodemreliëf, microkli-maat en bodemchemie. Belangrijke nectarplanten als Grote tijm en Geel walstro komen alleen op de bulten voor. Begrazing van de graslanden zorgt ervoor dat de dichtheid aan mieren hoog is.
Gele weidemier
22
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Bodemfauna, bacteriën en schimmels verdwijnen vrijwel compleet bij het afgraven van de bodem en herkolonisatie van deze groepen duurt zeer lang. Door bij natuurontwikke-ling delen van de bodem intact te laten of door op afgegraven delen bodem-materiaal en maaisel uit een donorgebied op te brengen, komen nood-zakelijke bodemproces-sen eerder op gang en ontwikkelt de vegetatie zich beter. Plekken die kaal worden gelaten zijn lang geschikt voor warm-teminnende loopkevers als Harpalus attenuatus en Microlestes minutulus.
Gebruik maken van bodemfauna na ontgronden
PraKTijKVOOrbeelD
naTuurOnTwiKKelinG OP zanDGrOnDen
Ontgrondenofplaggenzijnsomsnoodzakelijkomsterkvermesteofvervuildegrondkwijtterakeninsterkge-eutrofieerdenatuurterreinenofbijnatuurontwikkelingopvoormaligelandbouwgrond.Hierbijwordtechterookeengrootdeelvandebodemorganismenverwij-derd,zoalsschimmels,bacteriënenkleinefaunaalsaaltjes,springstaartenenmijten.Herkolonisatieenver-dereontwikkelingvandebodemgemeenschapverlooptuitersttraag.Steedsvakerwordtervoorgekozenombodemfaunainditsoortgebiedentestimulerendoorhetopbrengenvanmaaisel,waardooriniedergevaldekarakteristiekeplantensoortensnelterugkeren.IndevoormaligelandbouwenclaveNoordenveldinhetDwingelderveldisdaarnaastgeëxperimenteerdmethet
opbrengenvanverseheidebodem.Opplekkenwaarzo-welbodemmateriaalalsmaaiselwerdeningebrachtont-wikkeldedevegetatiezichveelmeerinderichtingvaneenrijkeheidevegetatie,meteenhogerebedekkingvansoortenuitheischraalgraslandeneenlagerebe-dekkingvanplantensoortenvanmesotrofegraslanden.Uitexperimenteninkassenblijktdatdebodemorganis-mendegraslandsoortenstevigaanpakken,waardoordesoortenvanheischralevegetatiesjuistgestimuleerdworden.Belangrijkisdattoegevoegdplagselofmaaiseluitheteigenterreinmoetkomenom‘faunavervalsing’envervagingvanbiodiversiteitspatronentegentegaan.InhetvoormaligezadenteeltgebiedDeReijerscampblekennaontgrondenjuistdepionierstadiaveelinte-ressantertezijnvoorzeldzamesoortenloopkeversdaneengoedontwikkeldeheidevegetatie.Ookbijnatuur-ontwikkelingopvoormaligelandbouwgrondenishetdusbelangrijkomkleinschaligengevarieerdtewerken.
Microlestes minutulus
Harpalus attenuatus
2323
Veldkrekels die planten-materiaal eten met een normale verhouding tus-sen stikstof en fosfor, zo-als op een oude heideak-ker, hebben een drie maal hogere productie van uitkomende eieren dan krekels die voedsel met een hoge N:P-ratio eten, zoals van oude geplagde heide.
6 Fauna en voedsel
De balans in voedingswaarde van planten
Degroei,voortplantingenoverlevingvandierenwordtinbelangrijkematebepaalddoordehoeveelheidvoe-dingsstoffendiezijtothunbeschikkinghebben.Uiter-aardmoethetvoedselindejuistevormaanwezigzijn,bijvoorbeeldalsspecifiekewaardplanten,prooidieren,rottendhout,etc.,maarookdechemischesamenstel-lingvanditvoedselisvanbelang.Eenhogestikstofdepositieuitdeluchtleidttoteenoverschotvanstikstof(N)inrelatietotfosfor(P)enanderebelangrijkevoedingsstoffen.Bovendienversnelt
deverzuringvandebodemdooreenhogestikstofdepo-sitie.Dezeverzuringmaaktelementenalscalcium(Ca),magnesium(Mg)enijzer(Fe)vrijuithetbodemcom-plex,waardoordezesnelleruitspoelenenverdwijnenuithetsysteem.Deverhoudingtussenstikstofendeandereessentiëlevoedingsstoffeninplantenraaktdoordezeprocessenuitbalansenditheefteendirecteffectopdeplanteneters,metnameopzandigebodemsdiegevoeligzijnvoorverzuring.Veel maatregelen die de laatste decennia zijn uitge-voerd om de effecten van verzuring en vermesting te verzachten, blijken voor de plantkwaliteit averechts te kunnen werken,zoalsafvoerenvanbiomassauitbos-sen.Doorintensiefplagbeheerishetprobleemvaneenverstoordebalansinvoedingsstoffentoegenomen,om-datdaarmeenaaststikstofookveelnuttigevoedings-stoffenzijnverdwenendieindeorganischebodemzitten.Ditleidttoteensterkeafnamevandeaantallensoortenentotalebiomassavanongewervelden,endaarmeevooreengebrekaanvoedselvooronderan-derehetKorhoen.Omdebodemkwaliteitendaarmeedeplantkwaliteitteverbeterenwordtgeplagdeheidevaakbekalkt.DitbrengtechtereenchemischeschokmetzichmeedoordatderesterendePdoorkalkwordtvastgelegd.Ditschokeffectontbreektbijhettoepassenvansteenmeel,maardezemaatregelwordtmomenteelenkelopexperimenteleschaaluitgevoerdenerisnogteweinigvande(neven)effectenbekendomdezeopgroteschaaluittegaanvoeren.Veelbelangrijkerisomdebestaandebodemzoveelmogelijkintacttelaten(nietplaggen)engerichtdevoorplantenbeschikbarestikstofuithetsysteemteverwijderen(bijvoorbeeldmetbrandenendrukbegrazing).
24
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
Dode en levenloze biotopen PraKTijKVOOrbeelD MicrObiOTOPen iii
Microbiotopenwordengemakkelijkoverhethoofdgezien.Kleinerotsenenlossekalkbrokkenhebbeneenzeerwarmmicroklimaatinvergelijkingmetomlig-gendegraslanden,enzijndaarmeevanbelangvoorwarmtebehoevendesoortenalshetKalkdoorntje.Zelfsdegatenenscheurenindesteenvormenweerapartemicrobiotopenvoorongewerveldedieren.Naastdoodhoutvormenookdodediereneenbijzon-deremicrobiotoop.Plekkenwaardezemogenblijvenliggen,ofdesnoodsnaartoegesleeptworden,zijnwareparadijzenvoorallerleidiersoorten.NietalleenvoorgroteaasetersalsdeRaaf:eenaanzienlijkaantalkever-soortenkomtalleenvooropkadavers.
Kalkdoorntje
Raaf
Aaskever
2525
Herstel voedselkwaliteit planten voor fauna
PraKTijKVOOrbeelD HersTel
nuTriënTenbalans OP DrOGe zanDbODeMs
Bijplaggenverdwijntnietalleenstikstof(N),maarookveelvandeaanwezigefosfor(P)enanderebelangrijkeelementenuithetsysteem.OmdatNvanuitdeluchtsnelwordtaangevuld,zorgtplaggenjarenlangvooreenhogebeschikbaarheidvanNtenopzichtevanP.PlaggenkanwordengecombineerdmethettoevoegenvanPenbufferstoffenomverzuringtegentegaan,maarnogbeterzijnalternatievenalschopperen(metbehoudvanorganischebodem)ofbrandenvanheidemetaanslui-tenddrukbegrazing.DezemaatregelenlevereneenopenvegetatieeneenafnamevanbeschikbaarNop,terwijldebodemopbouwintactblijftenPenanderees-sentiëlevoedingsstoffeninhetsysteemblijven.Omdevergrassingnabrandentegentegaankanenkelejarenmetdrukbegrazingwordengewerkt.Uitonderzoekisgeblekendatdoordezecombinatiedebeschikbarehoeveelheidstikstofvoorplantensterkafneemt,terwijldeoverigebelangrijkevoedingsstoffenbeschikbaar
blijven.DoorPijpenstrootjegedomineerdevegetatieskunnenzobinnenenkelejarenomgevormdwordentotstructuurrijkeheiden,zonderaanvoedselkwaliteitinteboeten.Ookhetaanleggenvannatuurakkerskantoteensterkverbeterdevoedselkwaliteitvanhetheide-landschapleiden;overigensgeldtditookinbossenopdrogezandbodems.Hoeweleenaantalvogelsoortenprofiteertvanhetsteedsouderwordenvanbossen–zoalsMiddelstebontespechtenBoomklever–iserinveeldrogebos-seneensterkeafnamevandedichtheidaanzangvogels,duiven,enongewerveldenalsmieren.Netalsopdeheidewordtmomenteelgeëxperimenteerdmetsteen-meelomdeontbrekendemineralenaantevullen.Daar-naastwordtonderzochtwelkeboomsoorteneffectiefmineralenuitdieperebodemlagenkunnenopnemenenzodoendealsmineralenpompkunnendienenomdezestoffenbeschikbaartemakenvoorhetsysteem.Ditisalleenduurzaamfunctioneelinbossenmetopmine-raalrijkzandofmetondergrondseleemlagenwaarinnutriëntenaanwezigzijnomoptenemen.
26
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheerOBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
26
Kokerjuffer Limnephilus stigma
Gevlekte glanslibel
Alternatieve bronnen van bufferingInonzehuidigenatuurterreinenbeïnvloedtdemensaleeuwenlangdehoeveelheidenbeschikbaarheidvannutriëntenvoorplanten.Deelsdoorbiomassaenbo-demaftevoeren,bijvoorbeeldindevormvanhakhout,strooiselofplaggen,maarookdoordeaanvoervannutriëntenopheideakkertjesenvloeiweiden,ofhetbeschikbaarmakenvannutriëntendoorbrand.Dezerijkereplekkeninhetlandschapkendenaltijdaleen
Een bijzonder voorbeeld van een antropogene invloed zijn de van oor-sprong zure vennen in Noord-Brabant die in het verleden voor visteelt zijn aangekoppeld aan gebuf-ferd grond- of opper-vlaktewater, waardoor er gradiënten in waterkwa-liteit zijn ontstaan. Met name het zwak gebufferde deel van deze gradiënt vormen refugia voor ka-rakteristieke diersoorten als Gevlekte glanslibel en de kokerjuffer Limnephi-lus stigma, waarvan het natuurlijk habitat door ontginning vaak is vernie-tigd door ontwatering en verzuring.
hogebiodiversiteit,maarnadecenniavanbodemverzu-ringzijnzenogbelangrijkergewordenalsrefugiavoorbijzonderesoorten.Ookhethuidigeterreingebruikkentvoorbeeldenvanalternatievebronnenvanbufferstof-fen.Fiets-enwandelpadendiemetschelpenwordenverhardzijnbronnenvoorbufferendestoffendieindenatuurgebiedenmomenteelhardnodigzijn.Hetbe-houdvandezepadenis,netalsonverhardezandpaden,ergwaardevolvoorfauna.
27
Watersnip
Blauwe reiger
28
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheerOBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
28
Herstel biomassaliteit door subtiele dynamiek
PraKTijKVOOrbeelD VOeDselweb MOerassen
Dynamiekbetekentletterlijkbewegingofverandering.Ditkangrootschaligofplotselingoptreden,maarookzeergeleidelijk.Hetrivierengebiedisbijuitstekeendynamischlandschap,metgradiënteninoverstroming.DoordeaanlegvandijkenenhetinsnijdenvandestroomgeulbestaathetNederlandserivierengebiedechterhoofdzakelijkuitpermanentnattedelen(hoofd-geul)envrijwelgeheeldrogedelen(uiterwaarden).Laagdynamischegebiedenmeteenoverstromings-frequentievan20-150dagenperjaarkomennauwelijks
meervoor.Wanneerweleenoverstromingoptreedtwordthetwaterzosnelmogelijkafgevoerd.Hetzijnechterjuistdelangdurigeplas-drassituatiesdieinhetrivierengebiedvoorzeerhogedichthedenaanalgen,muggenlarven,slakkenen(jonge)viskunnenzorgen.Indeuiterwaard‘BuitenOoij’isnadewinterhoogwatersin2008en2009alsexperimenthetwaternietkunst-matiguitgelaten,maarvastgehouden,zodathetopnatuurlijkewijzekanwegzijgenrichtingderivier.Ditleiddeinhetvoorjaarenzomertoteenhogebiomassaaanongewerveldenenviseneentoenamevano.a.Dodaars,Fuut,Roerdomp,ZomertalingenWatersnip.
Informatie over soorten en systemenInNederlandlevenongeveer27.000diersoorten,ruimtienkeerzoveeldanhetaantalsoortenhogereplanten.Hetisonbegonnenwerkommetaldezediersoortenspecifiekrekeningtehoudenoftebehandelenindezebrochure.Belangrijkeknelpuntenzoalsversnipperingenisolatievanpopulaties,invasieveexoten,pesticide-gebruikengevolgenvanextremeweersomstandighe-denzijnhierachterwegegelaten.Dezebrochuregeeftinspiratieenhandvatten,maarerzullengenoegvragenoverblijven.Voorvrijwelallediergroepenzijnerechtersoortor-ganisatiesenexpertsdiekunnenhelpenbijspeci-fiekevrageninnatuurbeheer.Opdezepaginaisvoorverschillendediergroepeneenoverzichtopgenomenvannon-profitorganisatiesdiehulpkunnenbiedenbijhetoptimaliserenvannatuurbeheer.Voorvragenoverwetgevingenmogelijkhedenvoor(financieringvan)soortbeschermingkancontactmetdeprovincieswordenopgenomen.
Vogels:• SovonVogelonderzoekNederland(sovon.nl)• VogelbeschermingNederland(vogelbescherming.nl)
zoogdieren:• Zoogdiervereniging(zoogdiervereniging.nl)
reptielen, amfibieën Vissen:• RAVON(ravon.nl)
Dag- en nachtvlinders, libellen:• DeVlinderstichting(vlinderstichting.nl)
Microvlinders: • TINEA(kleinevlinders.nl)
insecten e.a. ongewervelden:• EISKenniscentrumInsecten(eis-nederland.nl)
weekdieren en mariene flora en fauna:• StichtingAnemoon(anemoon.org)
Onderzoeksinstellingen fauna in natuurbeheer• OBNExpertisegroepFauna(natuurkennis.nl/
deskundigenteams)• SectieThijsse-NederlandseEntomologische
Vereniging(nev.nl/thijsse/)• NederlandsInstituutvoorEcologie(NIOO.KNAW.nl)
29
Ter verdieping
Bink,F.A.,A.J.Beintema,H.Esselink,J.Graveland,H.Siepel&A.H.P.Stumpel1998.Fauna-aspecten van effectgerichte maatregelen; preadvies fauna.RapportIBN-DLO341.
Bijlsma,R.J.,H.P.J.Huiskes,R.H.Kemmers,W.A.Ozinga,W.C.E.P.Verberk,M.J.J.laHaye,J.Vogels&H.H.vanKleef2010.Complexe leefgebieden: het belang van gradiëntecosystemen en combinaties van ecosystemen voor het behoud van biodiversiteit.Alterrarapport1965.
Koster,A.1988.Insektenbeheer: Gewenst beheer van sterk door de mens beïnvloede levensgemeenschap-pen zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied.StichtingUitgeverijKNNV,AdviesgroepVegetatiebe-heer.
Noordijk,J.,J.T.Smit,J.Smit&D.Vreugdenhil2016.De insectengemeenschap van aangelegde steilranden op de heide.EntomologischeBerichten,76(2),48-55.
Nijssen,M.,R.Bobbink,M.Geertsma,R.Huiskes,J.Kuper,M.Scherpenisse,N.Smits,E.Bohnen-Verbaar-schot,P.Verbeek,R.Versluijs,M.WallisdeVries,M.Weijters,B.Wouters&B.Aukema2016.Beheeropti-malisatie Zuid-Limburgse hellingschraallanden. Effec-ten van gefaseerde begrazing op bodem, vegetatie en fauna.Rapportnr.2016/OBN209-HE,VBNE
Smits,J.&J.Noordijk2013.Heidebeheer: moderne methoden in een eeuwenoud landschap.KNNVUitgeverij.
VanKleef,H.,G.vanDijk,I.Scholten,E.Scheurs&J.Brouwer2018.Habitateisen van brede geelgerande waterroofkever ontrafeld door af te dalen langs de voedselketen.DeLevendeNatuur199-5
Van’tHof,S.1992.Minimilieus van Minifauna. Het belang van zeer kleine landschapselementen als leefgebied van ongewervelde dieren.CommissievoorInventarisatieenNatuurbeschermingNEV&StichtingLONL.
Vogels,J.,A.vandenBurg,E.Remke&H.Siepel2011.Effectgerichte maatregelen voor het herstel en beheer van faunagemeenschappen van heideterreinen: Evalu-atie en ontwerp van bestaande en nieuwe herstel-maatregelen (2006-2010).Rapportnr.2011/OBN152-DZ,Bosschap.
Vogels,J.,R.Loeb,E.Brouwer,R.Felix&M.Scherpenis-se2017.Optimaliseren van herstelmaatregelen voor habitattypen van droge heide – De stikstofverwijde-ringspotentie van de gecombineerde maatregel bran-den en drukbegrazen.RapportStichtingBargerveen.
WallisdeVries,M.2016.Vlindervriendelijk maaien, hoe doe je dat?Vlinders,29(3),10-13.
Wubs,E.J.,W.H.vanderPutten&M.Bosch2016.Natuurherstel door grondtransplantatie.Landschap33(1),11-14.
Themanummers De Levende Natuur:• OBN:vanstandplaatstotlandschap(maart2009)• Ongewerveldenennatuurbeheer(september2013)• Voedselketensontrafeld(september2018)
Meer publicaties zijn te vinden op:www.natuurkennis.nl/publicaties
Praktijkvoorbeelden uit OBN veldwerkplaatsenzijntevindenop:www.veldwerkplaatsen.nl
30
OBN Kansen voor fauna in natuurbeheer
FritsBink(1937-2019)Infebruari2019,tijdenshetafrondenvandezebrochure,overleedFritsBink.FritswasinNederlandeenvandegrondleggersvanonderzoeknaarecologischesoorteigenschappen–vooralvandagvlinders–diehetvoorkomenendeknelpuntenvanongewerveldediersoortenkunnenverklaren.Hijwasmede-oprichtervanDeVlinderstichtingenvanafhetbeginlidvandeOBNExpertisegroepFauna.VeelvanzijnkennisisverankerdinpublicatiesalsdeEcologischeAtlasvandeDagvlindersvanNoordwest-EuropaenhetOBNPreadviesFauna.Zijnkennisenenthousiasmezullenhopelijknoglangdoorwerkenindepraktijkvanhetnatuurbeheer.
31
Kennisnetwerk OBN wordt gecoördineerd door de VBNE en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en BIJ12
Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE)
Princenhof Park 73972 NG Driebergen
0343-745250
drs. W.A. (Wim) WiersingaAdviseur Plein van de kennis/
Programmaleider Kennisnetwerk OBN0343-745255 / 06-38825303
M. (Mark) Brunsveld MScProgramma-medewerker OBN0343-745256 / 06-31978590