Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in...

23
1 Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 Focus en verbinding

Transcript of Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in...

Page 1: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

1

Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018

Focus en verbinding

Page 2: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

2

1. Inleiding

Roermond is veiliger geworden en dat willen wij zo houden. Het duurzaam terugdringen van

criminaliteit vergt blijvende aandacht, doorzettingszettingsvermogen en creativiteit. Onder invloed van

(maatschappelijke) ontwikkelingen verandert criminaliteit ook. Wij anticiperen daarop. Aanpak die

werkt wordt gecontinueerd en tegelijkertijd blijven wij op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden en

innovatieve werkwijze. In deze kadernota staat de koers beschreven van de veiligheidsaanpak voor

de jaren 2015-2018.

Deze kadernota gaat over veiligheid in de breedste zin van het woord. Het gaat bijvoorbeeld om

veiligheid in de woonomgeving, veiligheid van bedrijven, veilig uitgaan, verkeersveiligheid en

georganiseerde criminaliteit. Deze kadernota kan gezien worden als een paraplu over alles op het

gebied van veiligheid. Met integraal wordt, naast de brede scope van veiligheid, ook de hele

veiligheidsketen bedoeld, van preventie tot repressie en nazorg. De voorbereiding en uitvoering van

de fysieke veiligheidstaken zoals rampenbestrijding, externe veiligheid en brandveiligheid zijn op

regionaal niveau neergelegd bij de veiligheidsregio. De taken die de veiligheidsregio hierbinnen

uitvoert, maken geen onderdeel uit van deze kadernota1.

Gezien het brede terrein van veiligheid is het van belang om keuzes te maken in onderwerpen die

extra aandacht nodig hebben. Niet ieder veiligheidsthema kan, mede gezien de niet onbeperkte

capaciteit en middelen, evenveel aandacht krijgen. Dat betekent dat wij keuzes moeten maken. Door

het stellen van prioriteiten hebben wij de meeste kans op het sorteren van effect. Dat betekent niet dat

de andere onderwerpen geen aandacht krijgen, of niet van belang zijn. Veel van deze onderwerpen

zijn met succes opgepakt en ingebed in bestaande werkwijze. Het zijn onderwerpen die in sterke mate

‘going concern’ zijn. In deze kadernota staan de veiligheidsthema’s centraal die de komende drie jaar

een extra impuls nodig hebben. Het gaat om een drietal veiligheidsonderwerpen die extra prioriteit

krijgen: mobiel banditisme, de aanpak van de high impact delicten en overlast in de wijken. Het zijn

veelomvattende thema’s, die alleen kans van slagen hebben als wij samenwerken met onze partners.

De afgelopen jaren is daarvoor een stevige basis gelegd waarop wij kunnen voortborduren.

De kadernota Integrale Veiligheid is tot stand gekomen in de periode voorafgaand aan de

decentralisaties, waarin het Rijk per 1 januari 2015 taken op het gebied van jeugd, zorg en participatie

naar gemeenten overhevelt. Centraal daarbij staat de visie en het uitgangspunt dat inwoners meer

eigen verantwoordelijkheid krijgen en meer hun ‘eigen kracht’ en sociale netwerk moeten gaan

benutten. Met de nieuwe Jeugdwet is vroegsignalering en vroegtijdig ingrijpen wettelijk verankerd. Dit

biedt mogelijkheden om effectiever veiligheidsbeleid te voeren, met aandacht voor een goede

verbinding tussen het zorg- en het veiligheidsdomein

Bewoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers en raadsleden hebben belangrijke input

geleverd aan deze kadernota. Dat past binnen de visie van regisserende gemeente en een groeiende

overtuiging dat burgers, bedrijven en overheid samen verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van

overlast en criminaliteit. Wij willen meer vertrouwen op de kennis en expertise bij andere partijen en bij

onze inwoners. Deze visie vormt het vertrekpunt van de kadernota en komt in alle hoofstukken in meer

of mindere mate terug.

1 De gemeenteraad wordt middels separate agendering en besluitvorming betrokken bij de

ontwikkelingen binnen de veiligheidsregio.

Page 3: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

3

Leeswijzer

De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het

veiligheidsbeeld. Het veiligheidsbeeld is opgebouwd uit vier bouwstenen. Een objectief gedeelte van

voornamelijk politiecijfers, een subjectief gedeelte afkomstig van de veiligheidsmonitor, recente

ontwikkelingen en tenslotte het beeld van onze bewoners, partners en ondernemers.

Hoofdstuk drie beschrijft onze visie op veiligheid. De visie gaat vooral in op de samenwerking met

andere partijen, de relatie tussen veiligheid en flankerende beleidsvelden en de verbinding tussen

veiligheid en het sociale domein.

In hoofdstuk vier zijn de prioriteiten tot 2018 benoemd. Op hoofdlijnen is een opsomming gegeven van

de overige veiligheidsactiviteiten, zodat een compleet beeld van de veiligheidsaanpak Roermond

ontstaat.

Tenslotte wordt in het laatste hoofdstuk vijf ingegaan op de organisatorische borging. Hierin staat

beschreven hoe de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie en communicatie worden vorm gegeven.

Page 4: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

4

2. Veiligheidsbeeld

De politiecijfers over de afgelopen vier jaar van vermogens- en geweldscriminaliteit laten een daling

zien, maar dit gaat gepaard met een nauwelijks afnemende overlastbeleving2. Dat geldt niet alleen

voor Roermond. Diverse criminaliteitscijfers laten zien dat Nederland steeds veiliger wordt. Toch

ervaren mensen nog net zoveel sociale overlast en gevoelens van onveiligheid als voorheen. De

daling van criminaliteit gaat dus niet gelijk op met de manier waarop burgers veiligheid en vooral

sociale overlast beleven3.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de veiligheidssituatie op het gebied van criminaliteit, overlast en

(on) veiligheid. Deze paragraaf is opgebouwd op basis van de vijf veiligheidsvelden van het kernbeleid

veiligheid. Meer informatie over de ontwikkeling van de veiligheid in de afgelopen jaren kunt u vinden

in de diverse ‘voortgangsrapportages integrale veiligheid’ en de ‘gebiedsscan 2013 Criminaliteit &

overlast gemeente Roermond’ van de politie.

In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan hoe de inwoners de veiligheid van Roermond ervaren, het gaat

om de subjectieve veiligheid. Daarnaast gaan we in op de meest recente veiligheidskwesties en

tenslotte op de input die wij hebben verkregen van onze inwoners, maatschappelijke organisaties en

ondernemers.

2.1 Criminaliteit, overlast en (on) veiligheid4

Veilige woon- en leefomgeving

Het aantal vermogensdelicten is de afgelopen jaren gedaald. De doelstelling van een daling van 10%

van het aantal aangiften de afgelopen jaren voor de delicten straatroven en overvallen is ruim

behaald5. Voor woninginbraken is nagenoeg de vastgestelde daling bereikt, maar wij zien het laatste

jaar een toename van inbraken uit garages en schuren. In 2011 werd Roermond onaangenaam

verrast door een explosieve stijging van diefstal van motorvoertuigen en is gebruik gemaakt van

onder andere lokmiddelen om deze criminaliteit een halt te roepen. Ook met succes. In 2013 zijn 106

motorvoertuigen gestolen en is de doelstelling bereikt om een afname van tien procent te realiseren

ten opzichte van het indexjaar 2009/2010. Het aantal fietsendiefstallen daalt, maar de diefstal uit

motorvoertuigen is licht toegenomen met 1%.

Alhoewel de geweldsdelicten de afgelopen jaren zijn afgenomen, komt in Roermond relatief veel

geweld voor in vergelijking met andere gemeenten in Limburg. Het gaat om verschillende vormen van

geweld, waaronder ook huiselijk geweld. Doordat huiselijk geweld de laatste jaren meer aandacht

krijgt, stijgt het aantal aangiften: deels waarschijnlijk omdat het meer voorkomt, maar ook omdat er

steeds meer aandacht voor is door middel van campagnes. Uit het onderzoek ‘veel voorkomende

criminaliteit in Roermond’ blijkt dat geweld wortelt in sociale problemen of misstanden. Daders en

2 Bureau Veiligheidsmonitor heeft, in opdracht van de Raad voor de Veiligheidsmonitor, voor het jaar 2012 aanpassingen gedaan in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor. Door deze methodebreuk adviseert Bureau Veiligheidsmonitor de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2012-2013 niet zonder meer te vergelijken met de uitkomsten van de Integrale Veiligheidsmonitor 2008-2011. Ondanks dat de uitkomsten niet één op één vergelijkbaar zijn, concluderen wij dat de veiligheidsbeleving nagenoeg hetzelfde is als in 2010. 3 Trendsignalement 2013 van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) 4 Voor het objectieve veiligheidsbeeld maken wij vooral gebruik van geregistreerde politiecijfers. Hierbij is een kanttekening op zijn plaats. Op landelijk niveau blijkt dat 35% van de ondervonden delicten bij de politie terecht komt, waardoor de werkelijke criminaliteit hoger ligt dan de cijfers die wij presenteren. Om de aangiftebereidheid in Roermond te vergroten wordt o.a. de mogelijkheid geboden om de aangifte thuis te laten invullen. 5 In deze kadernota wordt in principe uitgegaan van cijfers tot en met 2013, tenzij de huidige cijfers relevant zijn om te vermelden.

Page 5: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

5

slachtoffers van bedreigingen en vooral mishandelingen komen vaak uit dezelfde kringen. De

onderzoekers spreken over een diffuus slachtoffer/daderschap waarmee wordt bedoeld dat het

slachtoffer een ander moment dader is. De slachtoffers beschikken relatief vaak over antecedenten.

Vroegtijdig ingrijpen is belangrijk om het point of no return voor te zijn. De oorzaken schuilen volgens

de onderzoekers ook in cultuurpatronen. Het gaat in Roermond onder meer om de culturen in

autochtone gezinnen en families met problematische leef- en opvoedingssituatie, maar ook het

aandeel allochtone daders is fors. In alinea 4.2.2. (High Impact Crime) kunt u lezen wat wij daaraan

gaan doen.

Overlast is een breed begrip. Onder de noemer ‘overlast’ vallen allerlei zaken waar bewoners zich

ernstig aan storen of duidelijk last van ondervinden. De overlast veroorzaakt door drunkies en de

junkies is aanzienlijk afgenomen, terwijl de overlast door verwarde personen de laatste jaren is

toegenomen. Het meerjarige beeld van burenoverlast is grillig, maar in 2013 is het aantal meldingen

ten opzichte van het jaar daarvoor afgenomen. De drugsoverlast is na een piek in 2012, weer

dalende.

De afname van het aantal overlastmeldingen van drunkies en junkies is voornamelijk toe te schrijven

aan het project ‘drang en dwang’. Het gaat om een gezamenlijke aanpak onder de vlag van het

Veiligheidshuis en heeft o.a. geleid tot een afname van het aantal overlastgevende dak- en thuislozen

van ongeveer 130 tot 25. Overlast door verwarde/overspannen personen is de laatste jaren

toegenomen. Dit vraagt veel capaciteit van de politie, die niet zelden een groot deel van hun dienst

daarmee bezig is. In Roermond komt relatief veel burenoverlast voor. De meeste burenconflicten

ontstaan door geluidsoverlast, ook pesten en tuin- en grondgeschillen komen regelmatig voor, naast

verloedering en persoonlijke problematiek. Buurtbemiddeling is een middel om laagdrempelig het

gesprek aan te gaan en conflicten in de kiem te smoren. In 2013 is in 74% van de aangedragen zaken

tot een oplossing voor het conflict of de overlastsituatie gekomen. Na een toename van drugs- en

drankoverlast in 2012 door de invoering van de wietpas, zijn we erin geslaagd om een beheersbare

situatie te bereiken. Dat hebben we bereikt door een zeer intensieve aanpak met een verscheidenheid

aan maatregelen.

Fysieke veiligheid

Op het gebied van fysieke veiligheid is er sprake van een halvering van het aantal

verkeersoverlastmeldingen ten opzichte van 2009/2010 en een daling van het aantal

snelheidsovertredingen. Het aantal vernielingen is in 2013 na een daling in de voorafgaande jaren,

toegenomen maar nog steeds minder dan in 2009/2010. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten

grondslag, zoals veelvuldig vernielingen gepleegd door één persoon, vernielingen rondom

maatschappelijke voorzieningen en vernielingen aangericht door het uitgaanspubliek.

Bedrijvigheid en veiligheid

De bedrijfscriminaliteit (bedrijfsinbraken en winkeldiefstal) is de afgelopen jaren fors gedaald, vooral

de daling van bedrijfsinbraken is spectaculair. In 2013 zijn in totaal 393 misdrijven geregistreerd in de

categorie bedrijfscriminaliteit, hiervan valt 70% onder winkeldiefstal. Na jarenlange daling van het

aantal winkeldiefstallen, is sprake van een negatieve kentering en zien we weer een toename van het

aantal winkeldiefstallen.

Het aantal incidenten van zakkenrollerij is al langer aan het toenemen. De vele winkels, weekmarkt en

andere evenementen zorgen in Roermond voor een grotere toeloop aan mensen. Daar waar veel

mensen samenkomen is de kans op zakkenrollerij groter. De slachtoffers betreffen winkelend publiek

en bezoekers van de stad. In de periodes van grote evenementen zoals carnaval en Solar zijn pieken

waarneembaar. De stijging van zakkenrollerij past in de landelijke en regionale trend. In toenemende

Page 6: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

6

mate is sprake van rondreizende groepen criminelen, dit wordt mobiel banditisme genoemd. Zij

houden zich bezig met onder andere winkeldiefstallen, zakkenrollerij, babbeltrucs, knuffeltrucs en

maken daarbij veelal ouderen en buitenlandse bezoekers slachtoffer. Sierraden en portemonnees zijn

meestal de buit. De pakkans van deze dadergroep is erg klein, omdat ze maar korte tijd op een plek

actief zijn en vervolgens weer verder trekken. In alinea 4.2.1. (mobiel banditisme) kunt u lezen waar

onze aanpak uit bestaat.

Jeugd en veiligheid

De hoeveelheid incidenten jeugdoverlast is in de afgelopen jaren fors gedaald. In overeenkomst

daarmee is het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt op plekken waar jongeren

rondhangen ook afgenomen, maar in duidelijk mindere mate. Ook op schaal van de eenheid Limburg

constateert de politie, alhoewel bij straatroof sprake is van een verjonging, afname van de

jeugdcriminaliteit. In dezelfde lijn is ook het totaal aantal jeugdgroepen in Roermond sterk afgenomen,

in 2013 was er één hinderlijke en één criminele jeugdgroep. In de aanpak van de criminele jeugdgroep

zijn belangrijke stappen gezet in de ontwrichting ervan.

Integriteit en veiligheid

Op het gebied van georganiseerde criminaliteit (het gaat om georganiseerde vormen van

mensenhandel, outlaw motorgangs, milieucriminaliteit, hennepteelt, misbruik en vastgoedhandel,

mensenhandel en pasteraanpak) zijn op het niveau van Limburg geen harde kwantitatieve gegevens

beschikbaar. De aanpak is provinciaal belegd bij het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum

(RIEC).

Op lokaal niveau controleert het lokaal interventieteam in Roermond vanaf 2013 minstens 20

woningen op jaarbasis. In totaal hebben er vijf sluitingen van woningen plaats gevonden (in 2013 en

begin 2014) in verband met een onmiddellijk brandgevaarlijke situatie.

Op het gebied van radicalisering en polarisatie waren er tot voor kort geen bijzonderheden te

vermelden. Momenteel vormt jihadisme echter een substantiële bedreiging voor de nationale

veiligheid van Nederland en voor de internationale rechtsorde. In paragraaf 2.3. wordt daar verder op

ingegaan.

Daders

De afgelopen jaren is het aantal aangehouden personen in Roermond gestegen van 894 in 2010 naar

1019 in 2013, waarvan 729 heterdaad aanhoudingen. Het aantal veelplegers in Roermond is de

afgelopen jaren sterk afgenomen naar 25 meerderjarige veelplegers en drie minderjarige meerplegers,

2.2. Subjectieve veiligheid: Veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap

Roermond heeft in 2013 deelgenomen aan de landelijke veiligheidsmonitor, een bevolkingsonderzoek

naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap6. In onderstaande paragraaf vergelijken wij steeds

de uitslag van Roermond met de referentiegemeenten Heerlen, Venlo en Maastricht, de gemeenten

van de veiligheidsregio Limburg-Noord en de rest van Nederland. Ten opzichte van drie

referentiegemeenten – Heerlen, Venlo en Maastricht- , zijn de resultaten van de gemeente Roermond

veelal positiever. De resultaten op gemeenteniveau zijn vaak minder positief dan de resultaten op het

niveau van de veiligheidsregio Limburg-Noord en het landelijke gemiddelde.

6 Aan de veiligheidsmonitor 2013 hebben in totaal 2.204 inwoners deelgenomen. De respons in Roermond was daarmee 44 procent.

Page 7: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

7

Binnen de gemeente Roermond zelf springen er vier wijken opvallend uit, omdat de inwoners op bijna

alle veiligheidsitems negatiever scoren dan het gemeentelijke gemiddelde. Het gaat om de

Binnenstad, Roermond-Oost, Donderberg en Hoogvonderen. Zo voelen inwoners van deze wijken

zich het vaakst onveilig en is de waardering van bijvoorbeeld de leefbaarheid het laagst.

Daartegenover staan wijken als Roerzicht-Voorstad, Maasniel, Herten, Swalmen en Willem-Alexander

e.o., waar de resultaten in veel gevallen positiever zijn dan het gemeentelijke gemiddelde.

Als het gaat om leefbaarheid van de buurt, geven de inwoners van Roermond een 7,1 als

rapportcijfer. Roermond scoort niet slecht op de waardering van de fysieke kwaliteit. Het gaat om

buitenverlichting in de buurt, onderhoud van wegen, plantsoenen en parken en over de speelplekken.

Deze score is nagenoeg hetzelfde als in Venlo en Heerlen, hoger dan Maastricht en vergelijkbaar met

het gemiddelde van de veiligheidsregio Limburg-Noord en het landelijk gemiddelde. Inwoners van de

gemeente Roermond zijn positiever dan de inwoners van de gemeente Maastricht en Heerlen over de

sociale kwaliteit. Het gaat om de mate waarin burgers vinden dat zij zelf en anderen betrokken zijn bij

hun woonbuurt. Maar de sociale kwaliteit wordt in Roermond lager gewaardeerd dan in Venlo, de

veiligheidsregio Limburg-Noord en het landelijk gemiddelde.

Er is ook gevraagd naar de veiligheidsbeleving in de eigen wijk. Ruim een kwart (27%) van de

inwoners van Roermond voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt en 3 % van de inwoners geeft

aan zich vaak onveilig te voelen in de eigen buurt. Dit is vergelijkbaar met Venlo, Maastricht en

Heerlen, maar hoger dan in de veiligheidsregio en het landelijke gemiddelde. De

onveiligheidsgevoelens in de Binnenstad, Roermond-Oost, Donderberg en Hoogvonderen zijn

substantieel hoger dan het gemeentelijke gemiddelde. In de Donderberg en Hoogvonderen gaat het

om respectievelijk 43 en 42 procent van de inwoners die zich wel eens onveilig voelt. In Roermond

vindt 9 procent van de inwoners dat de eigen buurt vooruit is gegaan in het afgelopen jaar en vindt 19

procent dat de buurt erop achteruit is gegaan. De veiligheid in de woonbuurt wordt door de inwoners

beoordeeld met een 6,7.

Wij scoren niet slecht op het item slachtofferschap. Van de inwoners van Roermond is 19 procent in

de afgelopen twaalf maanden slachtoffer geworden van een bepaald voorval of delict. De kans om

slachtoffer te worden van een bepaald delict is daarmee in Roermond lager dan in de

referentiegemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo. De kans op slachtofferschap is in Roermond

nagenoeg hetzelfde als in de veiligheidsregio Limburg-Noord en het landelijke percentage.

Op gemeenteniveau is een kwart van de inwoners tevreden over het functioneren van de politie in de

buurt, circa een op de tien is ontevreden. De inwoners van Roermond zijn meer tevreden over de

politie dan in de referentiegemeenten Venlo, Heerlen en Maastricht. Ze zijn nagenoeg even tevreden

als de inwoners in de veiligheidsregio Limburg-Noord en in de rest van Nederland. Een derde van de

inwoners is tevreden over het functioneren van de gemeente Roermond op het gebied van

leefbaarheid en veiligheid. Dat is hoger dan in de referentiegemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo,

vergelijkbaar met de veiligheidsregio en lager dan het landelijk gemiddelde.

Inwoners van Roermond nemen vaker preventieve maatregelen om zich te beschermen tegen

criminaliteit dan elders in Nederland. Zij nemen vaker dan landelijk gemiddeld sociopreventieve

maatregelen zoals ’s avonds het licht laten branden. Ook technopreventieve maatregelen worden in

Roermond vaker getroffen dan landelijk.

2.3. Recente ontwikkelingen

Decentralisaties van jeugd, WMO en participatie

Page 8: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

8

Per 1 januari 2015 hevelt het Rijk taken op het gebied van jeugd, zorg en participatie over naar

gemeenten. Een van de opgaven van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is naast het

bevorderen van de sociale samenhang, ook de veiligheid en de leefbaarheid en het voorkomen en

bestrijden van huiselijk geweld. Maar ook het bevorderen van de zelfredzaamheid en de participatie

van personen met een beperking of met psycho-sociale problemen in de eigen leefomgeving. Dat zal

onherroepelijk effecten hebben op de leefbaarheid en veiligheid in de wijken. Doordat professionals

veel meer in de buurt aanwezig zullen zijn, kan vroegsignalering, essentieel om overlast en criminele

carrières te voorkomen of te doorbreken, beter ingebed worden. Meer eigen verantwoordelijkheid en

vaker een beroep doen op het eigen netwerk kan echter ook betekenen dat mensen later in beeld

komen bij instanties. Met de nieuwe Jeugdwet is vroegsignalering en vroegtijdig ingrijpen wettelijk

verankerd. De jeugdhulp richt zich niet alleen op de jeugdige, maar ook op het gezin en de sociale

omgeving. Hierdoor is het mogelijk om effectiever veiligheidsbeleid te voeren en kan de aandacht zich

richten op een goede verbinding tussen het zorg- en het veiligheidsdomein.

Nieuwe bevoegdheid burgemeester7

Ook krijgt de burgemeester per 1 januari een nieuwe positie binnen het stelsel van de herziene

kinderbeschermingsmaatregelen. De burgemeester kan de Raad voor de Kinderbescherming

verzoeken een maatregel tot verplichte opvoedingsondersteuning op te leggen. Het gaat dan om

situaties waarin opvoedingsondersteuning voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is, maar

waarin deze niet vrijwillig wordt aanvaard.

AMHK

De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid om bovenlokaal één Advies- en Meldpunt Huiselijk

Geweld en Kindermishandeling (AMHK) in te stellen. Deze samenvoeging van het Steunpunt Huiselijk

Geweld (SHG) en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) wordt via de Jeugdwet wettelijk

verankerd in de WMO. Het AMHK is het aanspreekpunt voor preventie en de aanpak van

kindermishandeling en geweld in huiselijke kring. Er zijn twee redenen om een AMHK te organiseren.

Ten eerste omdat er op die manier meer samenhang komt tussen de aanpak van huiselijk geweld en

die van kindermishandeling. Ten tweede ontstaat, met de vorming van de AMHK’s, één meldpunt voor

burgers en professionals voor huiselijk geweld én kindermishandeling. De Veiligheidshuizen zijn een

belangrijke partner in de aanpak van complexe, ketenoverstijgende casussen van huiselijk geweld.

Jihadisme

In een kamerbrief van ministers Opstelten en Ascher wordt gewaarschuwd voor het Jihadisme. Het

jihadisme vormt een substantiële bedreiging voor de nationale veiligheid van Nederland en voor de

internationale rechtsorde. Niet alleen in Nederland maar ook elders in de wereld is er toenemende

bezorgdheid over de diverse brandhaarden. De huidige dreiging die van het Jihadisme uitgaat vraagt

om een aangescherpte brede aanpak die niet alleen de harde kern van het Jihadisme bestrijdt maar

ook de verspreiding van het gewelddadige gedachtegoed. De minister van veiligheid heeft hiertoe een

landelijk actieprogramma aangeboden. Dit actieprogramma is besproken in onze lokale driehoek. Er is

besloten om te starten met het vergroten van de awareness bij de wijkpartners. Hiervoor worden

bijeenkomsten georganiseerd met professionals uit het veld. Wij zullen de ontwikkelingen van

radicalisering en Jihadisme monitoren.

7Vanaf 1 januari 2015 krijgen gemeenten ook de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen bij overtreding van artikel 1b van de Woningwet. Het gaat dan om situaties waar eigenaren niets doen aan de staat van gebouwen, open erven en terreinen, waardoor de leefbaarheid van wijken wordt aangetast.

Page 9: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

9

2.4. Veiligheidsbeeld bewoners en maatschappelijke partners

In juni 2014 zijn bijeenkomsten geweest met inwoners, justitie, maatschappelijke partners,

ondernemers en raadsleden over veiligheid. In dialoog is gesproken over veiligheid en hebben de

deelnemers aangegeven welke thema’s belangrijk zijn. Justitiepartners en ondernemers hebben de

aanpak van mobiel banditisme als meest belangrijk onderwerp voor de komende jaren geprioriteerd,

naast de persoonsgerichte aanpak van daders. Bij de inwoners waren de veiligheidsonderwerpen zeer

wisselend en afhankelijk van hun woonwijk, maar het thema woninginbraken werd bij uitstek het meest

genoemd. De bewoners hebben hun bereidheid uitgesproken om zelf bij te dragen aan de veiligheid

van hun wijk en vragen om daarin gefaciliteerd te worden. Bij de maatschappelijke partners leeft de

overtuiging dat de veiligheidsaanpak meer in de wijken moet plaatsvinden. Volgens hen is aandacht

nodig voor een goede infrastructuur en verbinding tussen casuïstiek lokaal en regionaal (tijdige op- en

afschaling van lokale casussen naar het Veiligheidshuis). Tenslotte werd het onderwerp huiselijk

geweld vaak genoemd.

Page 10: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

10

3. Visie

In lijn met de vorige kadernota blijven wij streven naar een veilig Roermond met een centrale rol voor

onze inwoners, ondernemers en bezoekers. Met hen en vóór hen, blijven wij investeren aan een veilig

Roermond. Onze visie op de aanpak is op basis van ervaringen de afgelopen jaren verder

geëvolueerd. Voordat wij ingaan op de prioriteiten in hoofdstuk vier, beschrijven wij in dit hoofdstuk

onze visie op de veiligheidsaanpak. Deze uitgangspunten geven in de kern aan wat wij belangrijk

vinden in de integrale veiligheidsaanpak.

Ambitie ten aanzien van veiligheid

Wij zijn een gemeente waar inwoners, ondernemers en bezoekers zich veilig voelen en veilig zijn.

Inwoners en ondernemers nemen zelf verantwoordelijkheid voor een veilige leefomgeving en leveren

hieraan een positieve bijdrage. De overheid en maatschappelijke partners faciliteren hun hierbij.

Focus op een beperkt aantal prioriteiten

Als alles prioriteit heeft, krijgt niet echt iets prioriteit. Wij richten onze tijd en capaciteit dan ook op een

beperkt aantal veiligheidsthema’s. Bovendien hebben we te maken met bezuinigingen bij onze

maatschappelijke partners en kampen ook justitiepartners zoals het Openbaar Ministerie en de

reclassering met bezuinigingen en daardoor hebben zij minder capaciteit. Dat dwingt organisaties

keuzes te maken wat betreft hun inzet.

Veiligheid als flankerend beleid

Een effectief veiligheidsbeleid is sterk afhankelijk van andere beleidsvelden binnen de gemeente

(naast uiteraard de samenwerking met externe partners). Wij stemmen af en overleggen met andere

flankerende beleidsdomeinen. Meest relevant zijn het handhavingsbeleid, het zorg- en welzijnsbeleid

met de drie decentralisaties in het sociale domein en het wijkgericht werken. De beleidsvorming is

belegd bij de betreffende afdelingen. Echter afstemming en samenwerking is voorwaardelijk voor een

veilige leefomgeving, uiteraard zonder elkaars verantwoordelijkheden over te nemen. Vaak is het zo

dat verschillende domeinen tegelijkertijd aan zet zijn, ieder vanuit zijn eigen deskundigheid, om zo een

passend en volledig aanpak tot stand te brengen.

Nauwe aansluiting tussen het sociale en het veiligheidsdomein

Het veiligheidsbeleid kan niet los worden gezien van de implementatie van de nieuwe Jeugdwet, de

WMO 2015 en de participatiewet. Er zijn tal van thema’s die het veiligheidsdomein direct danwel

indirect raken. Wij zijn overtuigd dat een goede verbinding tussen het zorg- en het veiligheidsdomein

nodig is voor een samenleving waarbij iedereen naar vermogen meedoet met bijzondere aandacht

voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Om een goede verbinding tot stand te brengen

tussen het zorg- en het veiligheidsdomein worden op strategisch, beleidsmatig en op operationeel

niveau nieuwe verbindingen gelegd of bestaande versterkt.

Integraliteit in aanpak

Wij richten ons bij veiligheidsproblemen altijd op een gecombineerde preventieve en repressieve

aanpak. In samenwerking met justitie en maatschappelijke partners wordt gezocht naar een logische

samenhang en opbouw in het pakket van maatregelen. De maatregelen zijn divers en bestaan naast

preventie en zorg uit strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen. Dit vereist nauwe

samenwerking op lokaal niveau tussen gemeente, maatschappelijke partners, politie, Openbaar

Ministerie en bewoners. Belangrijk is om samen de strategie te bepalen en keuzes te maken voor de

inzet van maatregelen.

Page 11: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

11

Regisserende gemeente

De gemeente Roermond wil zich (nog) nadrukkelijker opstellen als regisseur binnen de Roermondse

gemeenschap. De samenleving krijgt meer ruimte en verantwoordelijkheid8. Dat is deels noodzakelijk

omdat een maatschappelijk vraagstuk zoals onveiligheid niet door de overheid alleen kan worden

opgelost. Bovendien beschikt de overheid over steeds minder financiële middelen. Maar het is ook

passend voor de tijdsgeest9, er bestaat een groeiende overtuiging dat burgers, bedrijven en overheid

samen verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van overlast en criminaliteit. De gemeente is steeds

meer één van de maatschappelijke spelers geworden in een netwerksamenleving waarin inwoners,

bedrijven, overheden en andere organisaties samen verantwoordelijk zijn voor de gemeenschap.

Onze rol is vooral gericht op het in positie brengen van bewoners, ondernemers en partners.

De veiligheidshuizen als belangrijk koppelstuk tussen zorg- en veiligheid

De veiligheidshuizen hebben een belangrijke positie als het gaat om koppeling van de zorg- en de

veiligheidsketen. Hier vindt samenwerking plaats tussen gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en

zorginstellingen. Het doel van deze samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld

en criminaliteit bij complexe sociale casuïstiek. Het Veiligheidshuis speelt een cruciale rol in de

aanpak van meerdere thema’s van deze kadernota.

Toezicht en Handhaving

De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) van de gemeente zijn belangrijk voor het realiseren

van onze ambitie. De nog op stellen kadernota ‘toezicht en handhaving openbare ruimte’ vormt samen

met deze kadernota een belangrijk strategisch kader voor het veiligheidsbeleid van onze gemeente.

De visie van de regisserende gemeente vormt voor beide kadernota’s een belangrijke bouwsteen.

De politie focust zich op criminaliteit en de boa op handhaving van overlastfeiten, beiden diensten zijn

complementair aan elkaar10. Een boa mag op grond van de aan hem toegekende bevoegdheid geen

opsporingsactiviteiten ontplooien voor de veelvoorkomende criminaliteit en high-impact-crimes11. Wel

kijken zij onder regie van de politie live camerabeelden uit om verdachten te herkennen en worden

preventieve acties gehouden. Zowel de politie als Stadstoezicht wisselen voor een goede uitoefening

van hun taken de vereiste informatie aan elkaar uit.

Bij ernstige overlast is er sprake van een gezamenlijke focus tussen politie en stadstoezicht. De

bevoegdheden van Stadstoezicht kunnen optimaal ingezet worden op het veiligheidsthema ‘overlast in

de wijken’.

Wijkgerichte aanpak

De wijken krijgen een duidelijke positionering in het veiligheidsbeleid. De veiligheid per wijk verschilt.

Ook de mate waarin bewoners actief bezig zijn met veiligheidsthema’s in de wijk is divers. Reden te

meer om voor ‘maatwerk’ in de wijken te gaan. Een ‘one size fits all’ benadering voor een aantal

thema’s sluit niet langer aan bij wat leeft en speelt in onze wijken. Natuurlijk is hierbij een onderscheid

tussen ‘veilig zijn’ en ‘veilig voelen’. Bewoners zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het

creëren en behouden van een prettige leefomgeving. Wij hebben de ambitie dat inwoners zich veilig

voelen en veilig zijn. Inwoners, gemeente, politie en partners hebben vertrouwen in elkaar. Zij letten

op elkaar, nemen hun eigen verantwoordelijkheid en worden serieus genomen wanneer zij om hulp

vragen. Hierover wordt transparant met elkaar gecommuniceerd. Bij deze aanpak staat vooral de

8 Coalitieakkoord Gemeente Roermond 2014-2018 ‘Mensen maken onze stad’. 9 Trendsignalement 2013 van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) 10 De samenwerking tussen politie en toezicht en handhaving in de openbare buitenruimte, staat uitvoerig beschreven in een brief van minister Opstelten aan de Tweede kamer (1 april 2014 Voortgang samenwerking politie en toezicht en handhaving in de openbare ruimte). 11 Het kader van regelgeving, waarvoor de boa’s bevoegd zijn, is vastgelegd in de boa-circulaire.

Page 12: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

12

vraag centraal wat bewoners belangrijk vinden als het gaat om het veiliger maken en veilig houden

van hun wijk. Wat kunnen bewoners hierin vervolgens zelf betekenen en wat kunnen zij van de

overheid en andere partners verwachten.

Page 13: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

13

4. Veiligheidsthema’s

In dit hoofdstuk wordt inzage gegeven in de activiteiten gelegen op het brede veiligheidsterrein (‘going

concern’) om vervolgens te trechteren naar de prioriteiten voor de komende vier jaar. Tenslotte wordt

inzicht gegeven in de relatie tussen de veiligheidsactiviteiten ‘going concern’ met de geprioriteerde

veiligheidsthema’s.

4.1. Veiligheidsaanpak

In onderstaande paragraaf wordt een totaal beeld geschetst van de veiligheidsaanpak op actviteiten

niveau. Veel van deze activiteiten zijn in het verleden met succes opgepakt en ingebed in bestaande

werkwijze bij de diverse gemeentelijke afdelingen. Het zijn onderwerpen die in sterke mate ‘going

concern’ zijn, waar inzet plaatsvindt op basis van een onderhoudsniveau.

Veilige woon- en leefomgeving

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Persoonsgerichte aanpak van notoire overlastgevers (drunkies en junkies) door het

Veiligheidshuis.

Buurtbemiddeling bij burenruzies.

Integrale aanpak van drugsoverlast door samenwerking partners en bewoners en door

preventieve, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen.

Cameratoezicht.

Integrale aanpak van henneppanden door publieke en private samenwerking.

Monitoren gereguleerde hennepteelt.

Vergroten burgerparticipatie door projecten zoals Waaks en Burgernet.

De pilot Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (BIJ) voor risico-inschatting bij verlof en de

invrijheidstelling van plegers van zware gewelds- en zedendelicten.

Verbeteren veiligheid in- en rondom het station.

Klankbordgroepen met bewoners bij voorkomen of terugdringen overlast.

Toezicht en handhaving APV.

Publieksvoorlichting om mensen bewust te maken van veiligheidsrisico’s.

PKVW advies bij gebiedsinrichting.

Preventieve activiteiten woninginbraken

Snelle afdoening van overtredingen door ‘ZSM tafel’.

Tegengaan heling door digitaal opkopers register.

Fietsenacties.

Lokfietsen, auto’s en motoren voor voertuigcriminaliteit.

Bedrijvigheid en veiligheid

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Faciliteren van winkeliersvereniging het blokske OM.

Samenwerking tussen ondernemers, veiligheidspartners en gemeente

(winkelstraatmanagement).

Uitvoeren horeca-convenant, o.a. inzet beveiliging bij nachtvergunning.

Periodiek horecaoverleg met Koninklijk Horeca Nederland.

Preventie- en handhavingsplan drank- en horecawet.

Plan alcohol- en drugspreventie jeugd.

Cameratoezicht.

Page 14: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

14

Beoordelen vergunningen voor evenementen en coördinatie.

Jeugd en veiligheid

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Groepsgerichte aanpak bij jongerenoverlast.

Inzet 4 fasenmodel bij overlastgevende groepen12.

Persoonsgerichte aanpak criminele jongeren.

Overlast op parkeerplaatsen van sportverenigingen.

Convenant veilige school.

Onderwijs en Veiligheid13

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Een actieve aanpak van de gemeente richting schoolbesturen als het om integrale veiligheid

gaat, zonder in de specifieke verantwoordelijkheid van de scholen te treden,

Preventie op scholen als het gaat om pestgedrag, drugsgebruik en omgaan met geld,

Signalering op scholen van radicalisering en jeugd die onder invloed staat van loverboys; directe

communicatie met hulpverleners

Deskundigheidsbevordering en ondersteuning van en door hulpverleners,

Actieve ondersteuning in de meest brede zin van het woord van scholen bij de genoemde

veiligheidsthema’s.

Fysieke veiligheid

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Verkeersveiligheid.

Verkeersveiligheid rondom scholen.

Bouw- en brandveiligheid (bouwveiligheidsplan).

Externe veiligheid van gevaarlijke stoffen.

Milieuveiligheid-en handhaving (risicomatrix).

Ruimtelijke ordening en veiligheid (bestemmingsplannen en bouwprojecten).

Waterveiligheid (berging-kades-evacuatie)

PKVW advies bij bouwplannen.

Integriteit en veiligheid

Wij zetten op hoofdlijnen in op :

Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC).

Controle van verdachte (voornamelijk verhuur) panden door het lokale interventieteam.

Toepassen van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet

BIBOB) bij de verlening van vergunningen voor horeca-inrichtingen en seksinrichtingen

12 Het 4-fasen gericht werken bestaat uit procesafspraken tussen de veiligheidspartners. Het begint bij schriftelijke waarschuwingen door het verzenden van brieven door de burgemeester en de politie, gevolgd door thuisbezoeken (preventief) en uiteindelijk handhavend optreden door politie en stadstoezicht. Het doel is om in een korte periode de overlast op te heffen door een zeer intensieve gefaseerde inzet van alle partners. 13 Aanvullend aan de vijf veiligheidsthema’s van het kernbeleid is onderwijs en veiligheid toegevoegd aan deze Kadernota.

Page 15: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

15

Meldpunt radicalisering en Jihadisme

Centrum functie voor Noord- en Midden Limburg voor de Anti Discriminatievoorziening via een

Gemeenschappelijke Regeling.

4.2 Prioriteiten

Voor de komende vier jaar zijn een drietal veiligheidsthema’s geprioriteerd. Het gaat om de

onderwerpen mobiel banditisme, high Impact crime en tenslotte de aanpak van (sociale) overlast in

onze wijken. Deze onderwerpen kunnen binnen de bestaande middelen en capaciteit rekenen op

extra inzet van de gemeente en de politie en hebben ook draagvlak bij onze veiligheidspartners en

inwoners. De komende vier jaar bepalen deze onderwerpen de bestuurlijke agenda, is beleidsmatig

volop aandacht voor de onderwerpen en wordt extra ingezet door politie en de gemeentelijke

toezichthouders.

De prioriteiten zijn gebaseerd op de bijeenkomsten met inwoners, partners en ondernemers, op de

politiecijfers en op de uitkomsten van de veiligheidsmonitor. Zoals ook in paragraaf 2.4 beschreven

hebben de justitiepartners en ondernemers de aanpak van mobiel banditisme als meest belangrijk

onderwerp voor de komende jaren geprioriteerd, naast de persoonsgerichte aanpak van daders. De

noodzaak om mobiel banditisme aan te pakken, wordt ondersteund door de politiecijfers met

explosieve stijgingen van het aantal winkeldiefstallen en zakkenrollerij. Bovendien drukt de

afhandeling van deze delicten op de capaciteit van de politie.

De reden om de high impact crime (HIC) aan te pakken, is niet gebaseerd op politiecijfers, want deze

zijn de afgelopen jaren gedaald. De reden voor prioritering is gelegen in de grote impact die deze

delicten hebben op slachtoffers en op mensen uit de omgeving. Bij HIC delicten is de recidive hoog

(met name bij woninginbraken) en de kans op herhaald slachtofferschap groot. Het thema

woninginbraken leeft ook bij onze eigen inwoners en is het meest genoemd op de bewonersavond.

Veiligheid is zoals gesteld niet enkel afhankelijk van de criminele feiten die er daadwerkelijk gepleegd

worden, het is ook een gevoelskwestie. Daarbij is een duidelijke relatie zichtbaar tussen de ervaren

overlast en gevoelens van onveiligheid: mensen die meer overlast ervaren voelen zich vooral in de

eigen buurt vaker onveilig. Om het veiligheidsgevoel van onze inwoners te vergroten is daarom het

thema overlast voor de komende vier jaar tot prioriteit benoemd.

4.2.1. Mobiel banditisme

In Nederland en specifiek ook in Roermond is in toenemende mate sprake van een nieuw

criminaliteitsfenomeen: mobiel banditisme. De Europese definitie hiervoor luidt als volgt: een mobiele

(rondtrekkende) dadergroep is een vereniging van daders die zich stelselmatig verrijkt door middel van

vermogenscriminaliteit of fraude (met name winkel- en ladingdiefstal, inbraak in woningen en

bedrijven, oplichting, skimming en zakkenrollerij), binnen een breed gebied waarin ze activiteiten

uitvoeren en die internationaal actief zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek wordt geprognosticeerd dat

mobiel banditisme zich de komende jaren sterk blijft ontwikkelen.

We zien in het afgelopen jaar een toename van delicten die gerelateerd zijn aan mobiel banditisme,

vooral zakkenrollerij kent een forse toename en we zien een stijging in het aantal aangiften van

winkeldiefstal. Deze dadergroep zoekt hun slachtoffers zorgvuldig uit. De slachtoffers zijn vaak de

oudere en kwetsbare personen in onze samenleving. De daders hanteren hierbij verschillende trucs.

De ene keer lezen ze de pincode af in een winkel waarna ze buiten op straat de portemonnee

wegnemen. De andere keer beroven ze personen op straat van hun sierraden. Het patroon hierbij is

moeilijk te ontdekken omdat het gaat om rondreizende en zich frequent verplaatsende groepen.

Page 16: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

16

Roermond biedt voor deze rondtrekkende dadergroepen aantrekkelijke criminele

gelegenheidsstructuren. De stad kent o.a. vanwege het Designer Outlet Centrum (5,2 miljoen

bezoekers op jaarbasis), het Retailpark en de historische binnenstad grote bezoekersaantallen. Hierbij

komt nog eens bij dat de stad op steenworp ligt van België en Duitsland.

De dadergroep vormt zich meestal uit niet Nederlands sprekende daders en de opsporing en

aanhouding legt een grote aanslag op de dagelijkse capaciteit van de politie. De politie geeft aan dat

er nog geen duidelijk vat op deze doelgroep is.

Aanpak op hoofdlijnen:

1. Integrale verkenning van de aard en de omvang van het fenomeen in Roermond;

2. Samenwerkingsvormen met ondernemers (publieke en private samenwerking);

3. Interventiestrategieën bepalen op basis van de analyse (o.a. op basis van barrièremiddel CCV);

Indicatoren/doelstellingen

Wij streven, ondanks de toekomstige uitbreiding van Roermond als koopstad, naar een stabilisering

van het aantal aangiften zakkenrollerij en winkeldiefstal ten opzichte van 2014.

Indicator Bron Gem meting ’13 en‘14 Streef

waarde 2018

Zakkenrollerij BVI (politie) 343 343 Winkeldiefstal BVI (politie) 287 287

4.2.2. High Impact Crimes

Delicten met een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (de zogenaamde High Impact Crime)

zijn en blijven prioriteit de komende jaren. Het gaat om woninginbraken, overvallen, straatroof en

geweldsdelicten. Het gaat ook om huiselijk geweld. Ondanks dat het aantal woninginbraken, straatroof

en overvallen de afgelopen jaren zijn afgenomen, blijft de prioriteit hoog vanwege de grote impact op

het slachtoffer, diens direct omgeving en het veiligheidsgevoel in de maatschappij. Bij HIC delicten is

de recidive hoog (met name woninginbraken) en de kans op herhaald slachtofferschap hoog.

Deze vormen van criminaliteit vergen een gerichte gemeenschappelijke integrale aanpak; zowel

gebiedsgericht als dadergericht. Voor een succesvolle aanpak van HIC is een intensieve daderaanpak

nodig, maar ook een versterking van de heterdaadkracht, dat wil zeggen het vermogen om kort na het

delict de dader te pakken. We zetten in op o.a. het verbeteren van communicatie met de burger, op

burgerparticipatie en de doorontwikkeling van het cameratoezicht.

Alle HIC delicten even hoog prioriteren is niet realistisch, maar we willen ons tegelijkertijd niet

beperken tot één delict voor de komende vier jaar. Dat zou geen recht doen aan de werkelijkheid. Om

deze reden krijgt één HIC delict jaarlijks de hoogste prioriteit binnen de veiligheidsketen, terwijl de

reguliere aanpak voor de overige HIC wordt gecontinueerd. Samen met de partners wordt bepaald

welk delict voor het komende jaar geprioriteerd wordt. Dat vindt zijn beslag in de jaarlijkse

uitvoeringsprogramma’s.

Aanpak op hoofdlijnen:

1. Jaarlijkse prioritering van één HIC feit voor een intensieve integrale aanpak vanuit de keten;

2. Vergroten bewustzijn van onze inwoners;

3. De aanpak is preventief, delict en dadergericht:

Page 17: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

17

4. Verbinding AMHK en het Veiligheidshuis voor huiselijk geweld:

5. Burgerparticipatie stimuleren en burgerinitiatieven faciliteren voor het verhogen van de

heterdaadkracht;

6. Doorontwikkeling van cameratoezicht;

7. Top X14 aanpak;

8. Inzet van innovatieve instrumenten.

Indicator/doelstelling

In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt het geprioriteerde delict voorzien van concrete cijfers.

Onze doelstelling is gericht op een afname van de aangiften met tien procent. Onze inspanningen

moeten ook zichtbaar zijn in de ophelderingscijfers, we streven naar het verhogen van het

ophelderingspercentrage met 10%. Tegelijkertijd streven wij ernaar om de overige delicten High

Impact niet verder te laten stijgen.

Indicator Bron Gem. meting

’13 en ‘14 Streef waarde 2018

Aangiften delict BVI (politie) -10% Ophelderingspercentage BVI (politie) +10%

4.2.3. Overlast in de wijken

Wij willen dat onze inwoners zich veilig voelen in de wijk waar ze wonen. De buurt mag geen

bedreiging zijn. Ruim een kwart van onze inwoners voelt zich wel eens onveilig in de eigen wijk.

Overlast kan van grote invloed zijn op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Onder de noemer

‘overlast’ vallen allerlei zaken waar bewoners zich ernstig aan storen of duidelijk last van ondervinden.

Het gaat om woonoverlast veroorzaakt door buren of door psychisch kwetsbare personen. Overlast

kan ook worden ervaren in- en rondom een maatschappelijke voorzieningen. Of door drugshandel,

hennepteelt of verdachte panden. Circa vijf procent van de Nederlanders heeft vaak overlast van

buren. Burgers ervaren burenoverlast als een steeds groter probleem. Buurtbemiddelaars in veel

grotere steden constateren een toename van het aantal burenruzies. In Roermond zien we dat ook.

De economische crisis zou een van de redenen zijn voor de toename van het aantal conflicten, omdat

meer mensen de hele dag thuis zitten.

Overlast is persoonlijk (subjectief) gekleurd en maar gedeeltelijk objectief vast te stellen. De één is

toleranter dan de ander en ergert zich daarom minder snel aan zaken. Ook de wijze waarop bewoners

met een overlastsituatie omgaan verschilt. De één stapt er zelf op af en probeert de zaken persoonlijk

op te lossen, de ander belt de politie of schakelt buurtbemiddeling in. Er zijn ook bewoners die zich

storen aan overlast, maar verder geen actie ondernemen.

Een studie naar de samenhang tussen leefbaarheid en buurtparticipatie benadrukt de positieve

werking van bewonersparticipatie15. Er zijn aanwijzingen dat buurtparticipatie in positieve zin bijdraagt

aan de ontwikkeling van de leefbaarheid van buurten. Het aandeel Nederlanders dat zich actief inzet

op het verbeteren van de buurt is de afgelopen jaren significant toegenomen. Ook in Roermond zien

we een jaarlijkse toename van inwoners die zich aanmelden voor burgernet en projecten zoals

Waaks. De aanpak van overlast in de wijk is, hoe kan het ook anders, wijkafhankelijk.

14 Landelijk is een ‘Top X’ lijst samengesteld van personen die verantwoordelijk zijn voor High Impact Crime (overvallen, straatroof, geweldsdelicten en woninginbraken) en waar de kans op recidive groot wordt geacht. De aanpak bestaat uit een intensieve persoonsgerichte daderaanpak onder de vlag van het Veiligheidshuis. 15 Zie trendsignalement 2013 CCV

Page 18: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

18

Uit onderzoek blijkt ook dat de leefbaarheid in een buurt verbeterd als bewoners zowel vertrouwen

hebben in elkaar als in professionals die actief zijn in de buurt16. Vertrouwen winnen professionals als

bewoners zien wat effecten zijn van interventies in de buurt en als zij langdurig ervaringen opdoen met

professionals.

Aanpak op hoofdlijnen

1. De aanpak in de wijk vormt vertrekpunt, afhankelijk van problematiek wordt opgeschaald;

2. Bewoners leveren zelf een bijdrage aan de veiligheid van hun wijk, zij worden daartoe geactiveerd

en ondersteund;

3. Bij de aanpak maken wij gebruik van verschillende instrumentarium (preventief, bestuursrechtelijk,

en strafrechtelijk);

4. Vanuit de basiseenheid van de politie vervullen wijkagenten een hoofdrol. Zij weten goed wat er in

hun wijk speelt en welke kwesties aandacht van de politie vragen.

5. De wijkaanpak is in grote mate afhankelijk van flankerend beleid. De gemeentelijke organisatie

heeft hiervoor aandacht en faciliteert daarin de wijkregisseurs;

6. Wij verkennen het project ‘Community based policing17’ als instrument om de bewoners nog meer

centraal te stellen en te activeren;

7. De boa heeft een wezenlijke rol bij de overlastaanpak in de wijken. De uitkomsten van de

veiligheidsmonitor vormen vertrekpunt voor hun inzet;

8. Resultaten worden gecommuniceerd op wijkniveau.

Indicatoren

Wij willen bereiken dat de inwoners van Roermond zich veilig voelen en veilig zijn. Inwoners,

gemeente, politie en partners hebben vertrouwen in elkaar. Inwoners letten op elkaar en nemen hun

eigen verantwoordelijkheid en worden serieus genomen wanneer zij om hulp vragen. Hierover wordt

transparant naar elkaar gecommuniceerd. Als indicator gebruiken wij de veiligheidsmonitor en het

politiecijfer van overlast gestoorde personen.

Indicator Bron Gem

2013

Streef

waarde

2018

Beoordelen veiligheid in de eigen wijk Veiligheidsmonitor 6.7 >6.7

Overlast gestoorde personen BVI (politie) 134 -10%

4.3. Samenhang tussen veiligheidsaanpak

Er bestaat een samenhang tussen de geprioriteerde veiligheidsthema’s en de ‘going concern’ aanpak.

De ‘going concern’ activiteiten dragen bij aan het realiseren van de doelstelling van de geprioriteerde

thema’s. Het zijn bouwstenen om effect te sorteren op deze thema’s. In onderstaande afbeelding is de

relatie grafisch weergeven.

16 Zie trendsignalement 2013 CCV 17 Community Oriented Policing (COP) richt zich op het verbeteren van de samenwerking tussen de politie en burgers bij de aanpak van criminaliteit en onveiligheid.

Page 19: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

19

Integrale Veiligheid

Veilige woon- en

leefomgeving

Bedrijvigheid en

veiligheid

Jeugd en

Veiligheid

Fysieke

veiligheid

Integriteit en

veiligheid

Tegengaan Heling

Buurtbemiddeling

Integrale aanpak

drugsoverlast en

henneppanden

Vergroten

burgerparticipatie

Pilot BIJ

Klankbordgroep

bewoners

Publieksvoorlichting

Toezicht en

handhaving APV

ZSM

Samenwerking

ondernemers,

veiligheidspartners

en gemeente

Faciliteren

winkeliersvereniging

Cameratoezicht

Horecaconvenant

Persoonsgerichte

aanpak VHH

PKVW

Controle

verdachte

panden

BIBOB

Meldpunt

radicalisering en

Jihadisme

Mobiel banditisme

High Impact Crime

Overlast in de wijken

Afbeelding: De relatie tussen de veiligheidsactiviteiten ’going concern’ en de geprioriteerde

veiligheidsthema’s.

4.4. Verbinding zorg- en veiligheidsdomein

De veiligheidshuizen hebben een belangrijke positie als het gaat om de koppeling van de zorg- en de

veiligheidsketen. Hier vindt samenwerking plaats tussen gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en

zorginstellingen. Het doel van deze samenwerking is het terugdringen van overlast en recidive,

huiselijk geweld en criminaliteit bij complexe sociale casuïstiek. Het Veiligheidshuis speelt een cruciale

rol in de aanpak van meerdere thema’s van deze kadernota, zoals het terugdringen van huiselijk

geweld en de persoonsgerichte aanpak o.a. door de Top X aanpak.

Het Veiligheidshuis wordt verder doorontwikkeld, met een stevig juridisch en financieel fundament.

Bestuurlijk is besloten om de Midden-Limburgse schaalgrootte van het Veiligheidshuis te behouden.

Deze schaalgrootte beidt de meest optimale aansluiting met de regionale zorgstructuur.

Met de transities van het sociaal domein komen er meer nieuwe taken bij het gebied van veiligheid. Bij

complexe sociale casuïstiek is maatwerk nodig en moet integraal samen worden gewerkt. Er moet

gewerkt worden aan een goede aansluiting tussen zorg en veiligheid. Maar ook tussen de verbinding

wat er lokaal in de wijken gebeurt en regionaal in het Veiligheidshuis. Hiervoor is een sluitende

zorgstructuur nodig met tijdige op- en afschaling van casuïstiek.

Page 20: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

20

Op basis van de nieuwe WMO worden de bestaande meldpunten voor kindermishandeling en huiselijk

geweld samengevoegd tot één meldpunt, het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en

Kindermishandeling (AMHK). Samen met het Veiligheidshuis vormt dit een krachtige infrastructuur

voor de meest kwetsbare burgers. Met het nog te vormen AMHK zijn afstemmingsafspraken nodig.

Tenslotte hebben wij aandacht voor het monitoren van de effecten van de decentralisaties op de

wijken.

Page 21: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

21

5. Uitvoering en organisatie

Met deze kadernota worden de kaders voor het veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar bepaald.

De uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt plaats op basis van de kadernota. Jaarlijks wordt een

uitvoeringsprogramma opgesteld met daarin concrete activiteiten. De activiteiten worden samen met

de partners bepaald en uitgevoerd.

De taken en verantwoordelijkheden van de gemeenteraad

Artikel 38b van de nieuwe politiewet verplicht de gemeenteraad om ten minste eenmaal in de vier jaar

doelen vast te stellen die de gemeente op het terrein van veiligheid nastreeft. Het integraal

veiligheidsplan van de gemeente is het belangrijkste middel om de algemene kaders vast te leggen.

De verordenende bevoegdheid is een andere vorm van kaderstelling van de gemeenteraad. Met de

algemene verordenende bevoegdheid (APV) heeft de raad de mogelijkheid om voor uiteenlopende

zaken in plaatselijke verordeningen regels vast te stellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om

camerabewaking, preventief fouilleren en bestuurlijk ophouden, maar ook om regels voor de horeca,

samenscholingsverboden en omgevingsverboden. De politie heeft deze regels nodig om effectief te

kunnen optreden als situaties daar om vragen. En de gemeente heeft politie en Openbaar Ministerie

nodig om de gestelde regels gehandhaafd te krijgen. Het vaststellen van de verordeningen is een taak

van de gemeenteraad. Ook hoort de burgemeester de gemeenteraad over het ontwerpbeleidsplan

van de regionale eenheid. De raad kan zo nodig de burgemeester aanvullende kaders meegeven.

Voor de eenheid Limburg zijn de doelstellingen vastgelegd in het beleidsplan Politie Limburg 2015-

2018 (betekenisvolle interventies: begrenzen, beschermen en bekrachtigen). Voor de eenheid

Limburg zijn vier thema’s benoemd, overlast en ernstige veelvoorkomende criminaliteit, jeugd,

burgerparticipatie en integriteit.

Landelijke en regionale context

Deze kadernota Integrale Veiligheid is een lokaal plan; het heeft betrekking op de inwoners, de

bezoekers en ondernemers van Roermond en op de organisaties die in Roermond actief zijn.

Veiligheid gaat echter breder dan de gemeentegrenzen van Roermond. Naast de landelijke

veiligheidsagenda wordt op eenheidsniveau (conform artikel 39 van de Politiewet) eens per vier jaar

een beleidsplan vastgesteld. Voor de eenheid Limburg zijn de doelstellingen vastgelegd in het

beleidsplan Politie Limburg 2015-2018 (betekenisvolle interventies: begrenzen, beschermen en

bekrachtigen). Het regionaal meerjarenbeleidsplan is bedoeld als een versterking en aanvulling van

het lokaal veiligheidsbeleid en bevat de door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde

doelstellingen, ter verwezenlijking van de landelijke beleidsdoelstellingen18. Er is geen sprake van

hiërarchie tussen de landelijke en lokale prioriteiten. Het lokale gezag bepaalt wat er in een concrete

situatie moet gebeuren en kan een lokale prioriteit prefereren boven een landelijke prioriteit, of

omgekeerd.

Bestuurlijke en ambtelijke coördinatie

Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de geprioriteerde veiligheidsthema’s.

De activiteiten voor de veiligheidsthema’s worden samen met de partners19 bepaald en uitgevoerd.

Twee keer per jaar wordt aan de commissie Bestuur en Middelen verantwoording afgelegd over de

wijze waarop het integraal veiligheidsbeleid is uitgevoerd en hoe de samenwerking met betrokken

18 De zes landelijke prioriteiten zijn: aanpak van ondermijnende criminaliteit, cybercrime, fraude, kinderporno; High Impact Crimes (waaronder criminele jeugdgroepen) en afpakken van crimineel vermogen. 19 Het gaat onder andere om de politie, Openbaar Ministerie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Wel.kom, ondernemers, Bureau Jeugdzorg, Reclassering, onderwijs en de Geestelijke Gezondheidszorg.

Page 22: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

22

partners is verlopen. Bij tussentijds belangrijke veiligheidsontwikkelingen wordt de gemeenteraad

separaat geïnformeerd.

In de lokale driehoek worden afspraken gemaakt over de inzet van de politie op de lokale prioriteiten

en de criminaliteitsbeheersing. De lokale driehoek wordt gevormd door de burgemeester, de chef van

de basiseenheid en de officier van justitie van het Openbaar Ministerie. De burgemeester is belast met

het gezag over de politie voor de handhaving van de openbare orde. De officier van justitie heeft het

gezag als het de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde of de taken ten dienste van justitie

betreffen. Naast de lokale driehoek is er een wekelijks afstemmingsoverleg onder voorzitterschap van

de burgemeester met de politiechef van de basiseenheid Roermond, de clustermanager

Stadstoezicht, de clustermanager Welzijn, de teamleider en de programmamanager Integrale

Veiligheid.

De centrale coördinatie van veiligheid is belegd bij de burgemeester. Het verhogen van veiligheid

hangt sterk samen met tal van andere gemeentelijke beleidsvelden, iedere portefeuillehouder heeft op

de een of andere wijze raakvlakken met veiligheid. De burgemeester stemt de veiligheidsaanpak af

met de wethouders en waar nodig wordt gezamenlijk richting gegeven aan de uitvoering en aanpak.

Uiteindelijk is het totale college verantwoordelijk voor het lokale veiligheidsbeleid.

De ambtelijke coördinatie van het integraal veiligheidsplan is belegd bij de programmamanager

Integrale Veiligheid. De verdeling van de veiligheidstaken ‘going concern’ wordt ongewijzigd

voortgezet. De verantwoordelijkheid over de prioriteiten in deze Kadernota wordt in het

uitvoeringsprogramma verder geconcretiseerd.

Communicatie

Veiligheid is een gevoelig onderwerp omdat aandacht voor veiligheid ook gevoelens van onveiligheid

kan oproepen. Je hoeft namelijk niet over veiligheid te communiceren als er niets aan de hand is, zo

luidt het credo van velen. Juist vanwege deze gevoeligheid is het belangrijk goed na te denken over

de wijze van communiceren. Wij willen de communicatie van onderop (dus in de wijken) laten

ontstaan. We sluiten aan bij de wijkagenten en de wijkregisseurs, zij weten wat er speelt in hun wijk en

betrekken daarbij de bewoners.

Het accent in de communicatie over veiligheid ligt dus vooral op wijkniveau en op de individuele

wijkbewoners. Onze boodschap is daarbij tweeledig:

1. Bewustwording en gedragsbeïnvloeding door het verstrekken van informatie.

2. Resultaten over de aanpak zichtbaar maken.

Het is van belang dat mensen zich bewust zijn of worden van de veiligheid in hun eigen leefomgeving

en wat ze eraan kunnen doen om die te vergroten. Met de inzet van sociale media zoals Facebook en

Twitter proberen wij meer mensen bij het wijkgebeuren te betrekken, tips te verstrekken, resultaten te

delen, wijkagenten ‘onder het volk’ bekend te maken en de meldingsbereidheid te vergroten. Wij

maken kenbaar wat onze regels zijn en wat mensen zelf kunnen doen om hun veiligheid te vergroten.

Ook wijkbladen en buurtbijeenkomst hebben daarbij onze volle aandacht.

De resultaten zullen veelal door de politie naar buiten worden gebracht (bijvoorbeeld twitterberichten

van de wijkagent), daar waar preventieve items meer een zaak zijn van de gemeente (zoals een

informatiepagina met tips over veiligheid op de gemeentelijke website, met een link naar de website

(www.politie.nl). Beide organisaties kunnen elkaar versterken door optimaal gebruik te maken van

elkaar bereik.

Page 23: Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 · 2016. 5. 19. · 3 Leeswijzer De kadernota begint in hoofdstuk twee met een analyse van de veiligheidssituatie; het veiligheidsbeeld. Het

23