Kabelidentificatie ontvanger CI RX · 6.2 Een kabel identificeren met gebruik van de DC puls...

23
Deze Nederlandse handleiding is een vertaling van de Engelse handleiding editie 10/2016 Meet- en localisatie technieken Measuring and Locating Technologies Kabel-leiding localisatie Line Locating Waternetwerken Water Networks Communicatienetwerken Communication Networks Elektriciteitsnetwerken Power Networks Bedieningshandleiding Kabelidentificatie ontvanger CI RX

Transcript of Kabelidentificatie ontvanger CI RX · 6.2 Een kabel identificeren met gebruik van de DC puls...

Deze Nederlandse handleiding is een vertaling van de Engelse handleiding editie 10/2016

Meet- en localisatie technieken Measuring and Locating Technologies

Kabel-leiding localisatie Line Locating

Waternetwerken Water Networks

Communicatienetwerken Communication Networks

Elektriciteitsnetwerken Power Networks

Bedieningshandleiding

Kabelidentificatie ontvanger CI RX

3

Raadpleging Megger

De huidige systeem handleiding is bedoeld als een bedienings gids en als referentie. Het is bedoeld om uw vragen te beantwoorden en uw problemen zo snel mogelijk en op gemakkelijke manier op te lossen. Gelieve te beginnen met te verwijzen naar deze handleiding mochten problemen voorkomen. Maak gebruik van de inhoudsopgave en lees de relevante paragraven met grote aandacht. Controleer verder alle aansluitingen en verbindingen van het betrokken instrument Mochten er vragen onbeantwoord blijven, kunt u contact opnemen met:

Seba Dynatronic

Mess- und Ortungstechnik GmbH

Hagenuk KMT

Kabelmesstechnik GmbH

Dr.-Herbert-Iann-Str. 6 D - 96148 Baunach

Tel: +49 / 9544 / 68 – 0 Fax: +49 / 9544 / 22 73

Röderaue 41 D - 01471 Radeburg / Dresden

Tel: +49 / 35208 / 84 – 0 Fax: +49 / 35208 / 84 249

E-Mail: [email protected] http://www.megger.com & http://www.sebakmt.com

Megger Limited

Archcliffe Road

Kent CT17 9EN

Tel: +44 1304 502100

Fax +44 1304 207342

[email protected]

seba service nv

Egide Walschaertsstraat 22G

2800 Mechelen

België

Tel.: 02/272.05.90

Fax.: 02/269.90.88

e-mail: [email protected]

Megger

Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit handboek mag worden gekopieerd door fotografische of andere middelen, tenzij Megger voorafgaandelijk hun schriftelijke toestemming heeft verleend. De inhoud van dit handboek is onderhevig aan verandering zonder kennisgeving. Megger kan niet aansprakelijk worden gesteld voor technische of drukfouten of tekortkomingen in dit handboek. Megger wijst ook alle verantwoordelijkheid af voor schade die direct of indirect gevolg is van de levering, of het gebruik van dit materiaal.

4

Garantievoorwaarden

Megger accepteerd onder de voorwaarden hierna vermeld, verantwoordelijkheid voor een aanspraak onder garantie aangebracht door een klant voor een product dat wordt verkocht door Megger. Megger garandeert dat op het tijdstip van levering Megger producten vrij zijn van fabricagefouten of materiële defecten die de waarde of bruikbaarheid aanzienlijk verminderen. Deze garantie geldt niet voor fouten in de geleverde software. Gedurende de garantieperiode, gaat Megger akkoord defecte onderdelen te repareren of te vervangen met nieuwe onderdelen of als nieuwe (met dezelfde bruikbaarheid en levensduur als nieuwe onderdelen), naar gelang van hun keuze. Megger verwerpen alle verdere aanspraken onder garantie, in het bijzonder die van gevolgschade. Elk onderdeel en product vervangen in overeenstemming met deze garantie wordt eigendom van Megger. Alle garantieaanspraken tegen Megger worden beperkt tot een periode van 12 maanden vanaf de datum van levering. Elke component die door Megger binnen de context van de garantie zal ook worden gedekt door deze garantie, voor de resterende tijdperiode, maar voor ten minste 90 dagen . Elke maatregel om te verhelpen aan de aanspraak op garantie zal uitsluitend worden uitgevoerd door Megger of een erkende service werkplaats. Om een aanspraak te registreren op grond van de bepalingen van deze garantie, moet de klant zijn beklag doen over het defect, in het geval van een onmiddellijk aantoonbare fout, binnen 10 dagen vanaf de datum van levering. Deze garantie is niet van toepassing op elke fout of schade veroorzaakt door blootstelling van een product aan voorwaarden niet in overeenstemming met de specificaties,de opslag, transport, of onjuist gebruik, of onderhoud of installatie door een niet geautoriseerde workshop door Megger. Alle verantwoordelijkheid wordt ontkent voor schade als gevolg van slijtage, of de aansluiting op vreemde componenten. Voor schade als gevolg van een schending van hun rechten te herstellen of opnieuw te leveren artikelen, kan Megger aansprakelijk worden gesteld alleen in geval van ernstige nalatigheid of opzet. Iedere aansprakelijkheid voor lichte nalatigheid wordt afgewezen.

5

INHOUDSTABEL

1 Veiligheidsadvies 6

2 Technische beschrijving 7

3 Leveringsomvang 8

4 Ontwerp 8

5 Van start gaan 10

6 Bediening 13

6.1 Algemene hantering van het toestel 13

6.2 Een kabel identificeren met gebruik van de DC puls methode 14

6.3 Fase identificatie met gebruik van de PAS CI (optioneel) 16

6.4 Gebruik van de optionele TFS CI sensor (“getwist veld” methode en belastingstroom detectie) 16

6.4.1 Kabelidentificatie met de “getwiste veld” methode 16

6.4.2 Belastingstroom detectie 20

7 Probleemoplossing 23

8 Vervangen van batterijen 23

6

1 Veiligheidsadvies

Veiligheids-maatregelen

Deze handleiding bevat basisinformatie advies voor de installatie en de werking van de CI RX. Het is essentieel om deze handleiding toegankelijk te maken voor de erkende en vakkundige bedienaar. Hij moet deze handleiding grondig lezen. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan materiaal of mensen als gevolg van niet-naleving van de instructies en de veiligheid adviezen verstrekt door deze handleiding. Lokale toepassing van voorschriften moeten worden nageleefd.

Werken met uitrusting van

Megger

Alle elektrische voorschriften van het land waar het systeem wordt gebruikt moeten worden nageleefd, alsmede de nationale voorschriften voor de preventie van ongevallen en de bestaande regelgeving voor de veiligheid en de werking van de uitrusting van de betrokken ondernemingen.

Originele accessoires zorgen voor een veilige werking van de apparatuur. Het is niet toegestaan en de garantie wordt verloren als andere accessoires dan de oorspronkelijke zijn gebruikt met de apparatuur.

Producten van Megger worden continu verbeterd naar gelang van de stand van de technologie, maar kunnen niet leiden tot claims van welke aard ook, in het bijzonder vergoeding vorderingen, voor oudere versies van het product.

Bedoelde toepassing

De kabelidentificatie CI RX ontvanger mag alleen worden gebruikt op laagspanning en middenspanning kabels, meetcategorie 600 V / CAT IV (EN 61010-1), volgens haar beoogde toepassing.

Veilige werking wordt alleen gerealiseerd wanneer het het toestel gebruikt wordt voor het beoogde doel.

De grenzen beschreven in de technische gegevens mogen niet worden overschreden.

7

2 Technische beschrijving

Functie De kabelidentificatie ontvanger CI RX kan worden gebruikt om laagspanning kabels en middenspanning kabels uit een bos van kabels te identificeren.

De ontvanger dient te worden gebruikt in combinatie met één van de twee generatoren (LCI TX, LCI TX-440 of CI TX) die specifieke pulsen uitzenden op de te identificeren kabel.

Deze stroom van de pulsen genereert een elektromagnetisch veld rond de kabel die wordt opgepikt door de flexibele identificatietang vastgeklemd rond de kabel.

Zo is de bediener in staat om de kabel veilig te identificeren.

Technische gegevens

Parameter Waarde

Scherm o Voeding status LED (groen)

o LED’s voor indicatie van signaal sterkte en versterkingsstand (rood/groen)

Sensor o Flexibele identificatietang AZF 250-CI, Ø 230 mm (optioneel)

o Flexibele identificatietang, AZF 150-CI, Ø 120 mm

o PAS CI fase identificatie sensor (optioneel)

o Getwist veld sensor TFS CI (optioneel)

Versterkings trappen 10-trappen (-3 dB … 24 dB dynamisch bereik)

Voedingsvoorziening 2 x 1.5 V AA batterijen

Werkingstijd >50 h

Gewicht 0,4 kg (met batterijen en sensor)

Afmetingen (B x H x D) 150 mm x 65 mm x 35 mm

Beschermingsklasse IP 54

Werkingstemperatuur -10°C … 60°C

Werk luchtvochtigheid Max. relatieve luchtvochtigheid 93% bij 30°C

Opslag temperatuur -10°C ... 60°C

Meetcategorie 600 V / CAT IV

8

3 Leveringsomvang

Standaard leveringsomvang

De volgende items worden meegeleverd met de standaard verzending van de ontvanger:

Kabelidentificatieontvanger CI RX

• Flexibele identificatietang, AZF 250-CI, Ø 230 mm

• 2 x 1.5 V AA batterijen

Optionele accessoires

Naast de standaard verzending, is een koffer beschikbaar die geschikt is voor een complete kabel identificatie systeem, met inbegrip voor de generatoren CI TX en LCI TX(-440). Bestelnummer 820011292

Een flexibele identificatietang (AZF-150-CI) met een diameter van 120 mm, bestelnummer 820025178.

De fase identificatie PAS CI sensor kan worden gebruikt voor de identificatie van één fase in laagspannings distributie netwerken, bestelnummer 820014535.

De getwist veld sensor TFS CI gebruikt voor kabel identificatie met “getwist veld” methode en voor belastingstroom detectie, bestelnummer 820024979.

4 Ontwerp

De CI RX identificatieontvanger is gebouwd in een stevige ABS-kunststof behuizing. De flexibele identificatietang heeft een diameter van 230 mm (120 mm optioneel) en een kabellengte van 1,5 m. De eenheid is van beschermingsklasse IP 54. De volgende figuur toont de ontvanger en de elementaire controle-en weergave-elementen:

9

Rode signaal-LED’s [ 2 ]

Aan/Uit toets met LED [ 5 ]

Verlaag versterking [ 4 ]

Verhoog versterking [ 3 ]

Groen signaal LED’s [ 1 ]

10

5 Van start gaan

Verbinding van de flexibele

identificatietang

Omsluit de te identificeren kabel bij gebruik van de DC puls methode in combinatie met de CI TX generator, op een zodanige wijze dat de richtingspijl op de identificatietang wijst naar het geaard uiteinde van de kabel zoals weergegeven in de figuur hieronder:

Om onder spanning staande kabels te identificeren in combinatie met de LCI TX generator, moet de identificatietang worden geplaatst rond de kabel met de pijl in de richting van de voeding transformator zoals weergegeven in onderstaande figuur.

11

Teneinde het inductie strooiveld risico te minimaliseren, moet de flexibele identificatie tang (inclusief de aansluitkabel) worden aangesloten op een afstand van tenminste 10 cm van nabijgelegen kabels.

Als er niet genoeg ruimte voor dit is, dan moet in ieder geval de tang sluiting en de aansluitkabel zo ver mogelijk worden geplaatst van de nabijgelegen kabels (zie schema)

Het is bijzonder belangrijk dat de bovenstaande instructies in acht worden genomen, als metingen worden genomen van een multi-aderige kabel en als het nabijgelegen storend object een fase van deze kabel is die retourstroom geleidt. In geval van toegankelijk afzonderlijke fasen (bijv. in laagspanning verdelers), wordt aangeraden de PAS CI sensor voor fase identificatie te gebruiken.

Inbedrijfstelling van de generator

• voorafgaand aan de feitelijke kabel identificatie met de kabel identificatie ontvanger, moet de generator aangesloten worden op de te identificeren kabel en geactiveerd worden.

• Voor detail instructies, verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing

PEN PEN

12

van de betreffende generator

Aanschakelen Het toestel kan aangeschakeld worden door drukken van de aan/uit toets [ 5 ].

Als de ontvanger klaar is voor werking, licht de voedings LED van de aan/uit toets groen op. Na het aanschakel-proces, geven de groene [1] en rode [2] signaal LED's gedurende drie seconden de voorgeselecteerde versterkingstrap (1 tot 10) weer. De volgende figuur toont een voorbeeld voor versterkingstrap 7:

Na de drie seconden begint de ontvanger het signaal niveau te evalueren opgepikt door de identificatie tang. Het kan een paar seconden duren totdat de ontvanger in staat is om duidelijk de binnenkomende impulsen te identificeren en behoorlijk weer te geven

In het geval van bijna lege batterijen, knipperen alle rode en groene signaal LED's voor een korte periode onmiddellijk na het aanschakelen. Daarna wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. De batterijen moeten worden vervangen (zie paragraaf 8).

13

6 Bediening

6.1 Algemene hantering van het toestel

Versterking instelling

Voorafgaand aan de feitelijke kabelidentificatie, zal een controle-meting worden uitgevoerd op de te identificeren kabel in de onmiddellijke nabijheid van de generator, om de geschikte versterkingstrap vast te stellen. De versterking kan worden aangepast in tien 3 dB-stappen (-3 dB ... 24 dB) met behulp van de toetsen [3] en [4] en zal worden ingesteld op de laagste stand waarin alle 10 signaal led’s oplichten. Daarna kan de ontvanger worden uitgeschakeld, waarbij de geselecteerde versterkingstrap wordt opgeslagen.

Voor ideale meetomstandigheden moet een goede signaalkwaliteit worden gegeven, zelfs in lage versterkingstrappen (1 - 4). Als je de versterkingsstap naar 5 of hoger moet verhogen om een volledige uitslag te verkrijgen, moet u de aansluiting controleren en de aansluitcondities verbeteren. Dit is bijna noodzakelijk aangezien de hogere versterkingstrappen het gevaar verhogen op het oppikken van storende signalen die kunnen leiden tot verkeerde beoordeling van de meetresultaten in het slechtste geval.

Als er geen uitslag van de signaal LED's kan worden bereikt met behulp van de vooraf ingestelde versterkingstrap kan deze worden aangepast met behulp van de respectievelijk toetsen. Voor versterking > 5, wordt het uitgezonden signaal van de generator voor het grootste deel opgehoffen door de omgekeerde stroom. In dit geval en in het geval van een hoog signaal niveau verschil ten opzichte van de controle-meting, wordt aanbevolen om de verbinding condities te controleren.

I

14

Automatische uitschakeling

Als de ontvanger niet wordt gebruikt, zal een automatische uitschakeling plaatsvinden drie minuten na de laatste toetsaanslag

Overbelasting-sturing

Als het signaal te hoog is voor een bepaalde conclusie, zullen de groene en de rode 10 LED's knipperen om overbelasting weer te geven.

Verlaag de versterking om het probleem op te lossen.

6.2 Een kabel identificeren met gebruik van de DC puls methode

Signaal niveau indicatie

Het signaal niveau van de pulsen die door de generator worden uitgezonden en opgepikt door de flexibele identificatietang worden weergegeven door de groene [1] of rode [2] signaal LED's (afhankelijk van de richting van de stroom).

In overeenstemming met het aantal signaal LED's, is de indicatie van het signaal niveau verdeeld in 10 stappen.

Aangezien de beide types van generatoren een enkele puls elke 2 seconden uitzend moet de ontvanger de pulsen met precies dezelfde interval weergeven. Als de identificatietang op de juiste manier is geplaatst rondom de kabel, zullen de groene signaal LED's de te identificeren kabel weergeven. Voor alle aangrenzende kabels, dient ofwel geen signaal of een signaal met tegengestelde stroomrichting (aangegeven door de rode LED's) te worden ontvangen.

Goede stroomvloei richting Slechte stroomvloei richting

15

Als er meer dan één kabel een uitslag van de groene LED's veroorzaakt, kan de identificatietang op de verkeerde manier rond de kabel geplaatst zijn (zie vorige paragraaf).

16

6.3 Fase identificatie met gebruik van de PAS CI (optioneel)

Fase identificatie met gebruik van

PAS CI

Bij gebruik van de PAS CI ter identificatie van één enkele fase van een onder spanning staande of spanningsloze kabel (in combinatie met de LCI TX of de CI-TX), moet de sensor worden geplaatst zoals weergegeven in de afbeelding hieronder.

Het type etiket moet naar de richting van de voeding transformator / geaard einde wijzen. Dus de witte pijl op de top van de sensor wijst naar dezelfde richting.

De identificatie van de fase wordt in principe uitgevoerd op dezelfde wijze als de identificatie van een kabel (zie paragraaf 6.2).

Als de sensor oriëntatie correct is, mag alleen de groene LED [1] oplichten

van de fase die is aangesloten op de generator, terwijl de rode LED [2]

moet oplichten op alle andere geleiders.

Elke terugkeer stroom die door de geleiders van aangrenzende kabels

Vloeit moet altijd resulteren in het oplichten van de rode LED's.

6.4 Gebruik van de optionele TFS CI sensor (“getwist veld” methode en belastingstroom detectie)

De TFS CI sensor wordt alleen gebruikt voor kabel identificatie volgens

de "getwiste veld" methode en belastingstroom detectie, zoals beschreven in deze sectie. Gebruik voor de identificatie van niet getwiste kabels kan leiden tot valse identificatie!

6.4.1 Kabelidentificatie met de “getwiste veld” methode

Identificatie generator

Transformator

17

Doel De kabelidentificatie methode met de “getwiste veld” methode, die wordt vereist door verschillende standaarden, wordt specifiek gebruikt in de volgende gevallen:

• Ontoegankelijke kabels (kan niet worden gegrepen door de identificatie tang)

• Kabel-systemen zonder alternatief aarde retourpad (bijv. IT netwerken)

• Ongedefinieerde terugkeer stroom omstandigheden (bijvoorbeeld papier geïsoleerde lood (PILC) kabels met metalen scherm in contact met de aarde)

Vereisten In tegenstelling tot normale kabel identificatie, moet de identificatie generator aangesloten tussen twee fasen bij gebruik van de "getwiste veld" methode.

Alleen de identificatie generatoren LCI TX440 (identificatie onder spanning) en CI TX kan worden gebruikt.

Voor gedetailleerde informatie over hoe de generator aan te sluiten op de te identificeren kabel, verwijzen wij u naar de gebruikershandleiding van de generator.

De TFS CI sensor, verkrijgbaar als optie, moet worden aangesloten op

de ontvanger in plaats van de identificatie tang. Sensor oriëntatie is niet

belangrijk in eenvoudige kabel identificatie.

Werkwijze Door het draaien van de geleiders langs de kabel, zijn de velden gevormd rond de twee geleiders tegen elkaar in roterend.

Aangezien de TFS CI sensor wordt bewogen langs of rondom de te identificeren kabel, lichten de groene [1] en rode [2] LEDs op de ontvanger op in rotatie.

Aangrenzende kabels produceren geen activering van de LED's.

18

Bij het onderzoek van de sensor langs een gedraaide dubbeldraads kabel, blijkt het volgende signaal gedrag:

Longitudinale beweging Axial beweging De ontvanger reageert op de aangesloten kabel

Een interval van min. 2 seconden is nodig tussen de individuele fasen beweging, dat overeenkomt met de signaal pauze van de identificatie generator. Sensor beweging moet langzaam worden uitgevoerd, met in achtneming van de signaal pauzes!

19

Als de sensor oriëntatie wordt omgekeerd, is de kleur van de signaal LED ook omgekeerd.

De "getwiste veld" methode kan ook worden toegepast op drie of vier aderige kabels zonder problemen.

Bij vier-aderige kabels, verdient het aanbeveling de identificatiegenerator aan te sluiten aan twee tegengestelde draden om de beschreven polariteitsomkering zo duidelijk mogelijk te identificeren (zie afbeeldingen).

Het volgende diagram illustreert het signaal reactie wanneer de sensor wordt verplaatst over een vier-aderige kabel in een radiale richting:

Het volgende diagram illustreert de signaal reactie wanneer de sensor wordt verplaatst langs een vier-aderige kabel:

20

6.4.2 Belastingstroom detectie

Het is alleen mogelijk belastingsstroom te detecteren in zeer beperkte mate voor afgeschermde kabels.

Doel De bepaling van de stroom vloeirichting en de 'getwiste-veld " identificatie vertegenwoordigd eenvoudige en betrouwbare kabel identificatiemethoden. Een extra opname van belastingstromen met een frequentie van 50 Hz of 60 Hz kan verder de betrouwbaarheid verhogen van de kabel identificatie in sommige gevallen, bijvoorbeeld in het geval van twee kabels waarvan enkel één zeker onder spanning is.

Schakelen naar belastingstroom

detectie

Wanneer de ontvanger is ingeschakeld, is dit altijd in de identificatie modus. Om naar belastingstroom detectie modus te schakelen , drukt u gelijktijdig op de + [3] - [4] knoppen. Nadat deze mode-succesvol is ingeschakeld, toont het volgende scherm dat de belastingstroom detectie is geactiveerd:

21

Versterking afregeling

De versterking wordt ingesteld op een soortgelijke wijze als de identificatie methode (Zie paragraaf 6.1). In tegenstelling tot de identificatie methode, in de belastingstroom detectie mode, LED’s 1 en 10 knipperen om overbelasting weer te geven. Als dit gebeurt, zelfs als versterking trap 1 wordt geselecteerd, zal u de afstand vergroten tussen de sensor en de kabel (bijvoorbeeld door het plaatsen van uw hand ertussen in).

Procedure Om een belastingstroom identificatie uit te voeren, moet de TFS CI sensor worden geplaatst op de kabel die moet worden gecontroleerd. De sensor moet gedurende enkele seconden worden gehouden in deze positie. Als het scherm van de ontvanger niet reageert, betekent dit dat geen belastingstroom wordt gedetecteerd. Dit resultaat moet worden gecontroleerd op andere punten langs de kabel voor een goede meting.

Zelfs als er geen belastingstroom is-gedetecteerd, is de kabel niet per se spanningsloos! De CI RX kan niet worden gebruikt om de afwezigheid van spanning te testen!

Als belastingsstroom wordt gedetecteerd, moet anderzijds de kabel als onder spanning staan worden beschouwd.

22

Als een detecteerbare stroom door de kabel vloeit, dan wordt dit gesignaleerd door de per seconde knipperende rode en groene LED's. Het volgende onderscheid wordt gemaakt:

Halve-schaal uitslag Volle-schaal uitslag

Afhankelijk van de versterking instelling van de CI RX, kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

De detectie van de belastingstroom vervangt de stroom meting niet met een gekalibreerde stroomtang.

Ampère metingen kunnen alleen worden beschouwd als geschatte waarden en zijn onafhankelijk van de sensor afstand en positie ten opzichte van de stroomgeleidende fase / scherm.

De detectie van de belastingstroom vervangt de stroom meting niet met een gekalibreerde stroomtang.

Ampère metingen kunnen alleen worden beschouwd als geschatte waarden en zijn onafhankelijk van de sensor

afstand en positie ten opzichte van de stroomgeleidende fase / scherm.

Belastingstroom detectie kan ook worden uitgevoerd wanneer een kabel identificatie generator is aangesloten.

Echter, een vergelijkende meting zal worden genomen dichtbij de generator om vooraf in te schatten wat een aflezing kan worden verwacht aan het meetpunt.

23

7 Probleemoplossing

Probleem-oplossing

Niet duidelijk te identificeren kabel kan worden veroorzaakt door de volgende redenen: • De te identificeren kabel is niet onder de geteste kabels. • De identificatie generator (alleen voor LCI TX / LCI TX-440) is aangesloten op een IT-of TT-aardbeschermingssysteem. Verbinding is niet effectief in dit geval als gevolg van isolatie van het systeem van de aarde. • De te identificeren kabel is in een lus. • De te identificeren kabel bestaat uit verschillende parallelkabels, resulterend in een stroomverdeling van de testpuls (alleen voor LCI TX / LCI TX 440). • De stroom in de te identificeren kabel is > 120 A of de transiënte storingen zijn te hoog (alleen voor LCI TX). • De batterij van de identificatie ontvanger is aan de platte kant. • Terugkeer stromen die worden geleid door het kabel-scherm, PEN of metalen scherm heffen het signaal op.

• Sensor beweging te snel gedurende de getwiste veld identificatie.

8 Vervangen van batterijen

De batterij behuizing bevindt zich aan de achterkant van de ontvanger en kan worden geopend met behulp van de schuifsluiting. Twee identieke 1,5 V AA batterijen moeten worden gebruikt als vervanging.