Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

12
doe het zelf DOE HET GOED in deze uitgave HOF DEN BOSCH 22 SEPTEMBER 2015 ECLI:NL:GHSHE:2015:3672 MR. H. NIEUWENHUIZEN ADVOCAAT TAYLOR WESSING AVDR.NL juriprudentie

description

 

Transcript of Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

Page 1: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

doe het zelfDOE HET GOED

in deze uitgave

HOF DEN BOSCH 22 SEPTEMBER 2015

ECLI:NL:GHSHE:2015:3672

MR. H. NIEUWENHUIZENADVOCAAT TAYLOR WESSING

AV

DR

.N

Lju

ripr

uden

tie

Page 2: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"
Page 3: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"
Page 4: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

Doe het zelf, doe het goed

Een recht-toe-recht-aan bouwzaak leidt tot een uitgebreid arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Hof Den Bosch 22 september 2015 ECLI:NL:GHSHE:2015:3672 KLIK HIER voor uitspraak

Wat is er aan de hand? In 2009 wordt een woning verkocht en geleverd. In2012 blijkt dat de badkamer – die al enige tijd wat muf rook – lekt. Deschade is omstreeks € 7.500,-- en koper wil die van verkoper vergoed krij-gen. Verkoper is daar niet toe bereid; koper dagvaardt verkoper en na eenuitgebreide procedure bij het kantongerecht (inclusief comparitie, tussen-vonnis, deskundigenbericht en eindvonnis) wordt de vordering toegewezen.Verkoper laat het er niet bij zitten en gaat in hoger beroep. In hoger beroepvoert hij bij memorie van antwoord in incidenteel appèl – voor het eerst! –aan dat de badkamer niet in 2008 is aangelegd, maar in 2006.

De discussie leidt tot een arrest, waarin een aantal procedurele en een in-houdelijk aspect opvallen.

Dat verkoper niet ontvankelijk wordt ver-klaard in zijn hoger beroep tegen hetambtshalve gewezen comparitievonnis ver-baast niet, gelet op de laatste volzin vanartikel 131 Rv, waarin is vervat dat tegeneen dergelijke beslissing geen rechtsmiddelopen staat.

Opvallender is het oordeel van het hof inoverweging 4.8. Verkoper heeft – bij her-haling – gesteld en erkend dat de badka-mer in 2008 was aangelegd, maar voert inhet allerlaatste processtuk ineens aan datdat al in 2006 is gebeurd. Koper had bijdagvaarding gesteld dat de badkamer in2008 was aangelegd en dat is door verko-per zowel in eerste aanleg als bij memorievan grieven bevestigd. Het hof passeert ditgewijzigde standpunt, nu sprake is van eengerechtelijke erkentenis in de zin van 154Rv waar in beginsel niet op kan worden te-ruggekomen. Ook op dit punt blijkt deprocespositie van partijen van belang; alsniet koper maar verkoper de procedurewas begonnen, of als de stelling niet doorkoper in de dagvaarding was opgenomenmaar door verkoper – bijvoorbeeld – in deconclusie van antwoord, dan zou geensprake zijn van een gerechtelijke erkente-nis maar van een eenvoudige stelling waarmen in hoger beroep zonder veel proble-men op terug kan komen.

Juridisch de meest belangwekkende over-weging is overweging 4.9. Verkoper be-toogt – uitgebreid – dat de badkamervoldoet aan redelijkerwijs daaraan te stel-len eisen, waarbij hij in ogenschouwneemt dat de badkamer door hem zelf, endus als een doe-het-zelver is aangelegd.Vanuit dat perspectief vindt hij dat de bad-kamer aan alle redelijkerwijs te stelleneisen voldoet.

Het hof ziet geen andere maatstaf voordoe-het-zelvers, dan voor professionelepartijen, zoals uit overweging 4.9 blijkt:

‘Terecht heeft de kantonrechter hierbij alsmaatstaf gehanteerd “de eisen van deug-delijk vakwerk”. Niet alleen omdat [appel-lant] zelf in zijn conclusie van antwoord

onder 5 heeft gesteld dat hij de badkamerop professionele wijze heeft geplaatst,maar ook omdat het recht anders dan [ap-pellant] aanvoert, niet zonder meer deregel kent dat bij eigenhandig verrichtewerkzaamheden een lagere kwaliteits-maatstaf heeft te gelden. Dit kan anderszijn indien partijen daar expliciete afspra-ken over hebben gemaakt of explicietewaarschuwingen zijn geuit, maar [appel-lant] heeft het één noch het ander gesteld.

De standpuntverandering van [appellant] ,die in nr. 5 van zijn conclusie van antwoordnog heeft gesteld dat hij de badkamer opprofessionele wijze heeft geplaatst, maarin nr. 16 van de dagvaarding in hoger be-roep zonder verdere toelichting aanvoertdat [geïntimeerden c.s.] de woning hebbenaanvaard en geleverd gekregen met eenniet-professioneel aangelegde badkamer-vloer, dus minder duurzaamheid en minderkwaliteit, kan hiermee onbesproken blij-ven.’

De wat vileine verwijzing naar het verande-rende standpunt van de verkoper, is tenovervloede.

Dat het hof oordeelt dat er geen ander cri-terium geldt voor professionele, dan vooreen door een doe-het-zelver aangelegdebadkamer, behoudens indien partijen daarexpliciete afspraken over hebben gemaaktof expliciete waarschuwingen zijn geuit,komt mij juist voor. Het kan niet zo zijn dateen koper een minder goede badkamermag verwachten, alleen omdat de verko-per heeft aangegeven de badkamer zelf tehebben aangelegd. Bovendien zou daar-mee het hek van de dam zijn; als er onder-scheid wordt gemaakt tussen professioneelaangelegde badkamer (of keuken, of elek-triciteitsleidingen of wat dan ook) en doe-het-zelf aangelegde badkamers, waarhoudt het dan op? Moet de koper dan ookinformeren welke professionele partij debadkamer heeft aangelegd, om dan zelfeen oordeel te kunnen vormen over devraag aan welke eisen de badkamer zoumogen voldoen? Moet de koper dan ookeen onderscheid maken tussen, bijvoor-

beeld, een badkamer die professioneel isaangelegd door een bedrijf met een goedereputatie en één die professioneel is aan-gelegd door een bedrijf met een mindergoede reputatie, of is aangelegd doormensen die overdag werkzaam zijn bij eenprofessioneel bedrijf, maar ’s avonds en inhet weekend ‘bijklussen’? Over al dat soortvragen moet een koper zich niet hoeven tebekommeren; een koper koopt een wo-ning en mag verwachten dat alle onderde-len daarvan, behoudens explicieteafspraken of waarschuwingen, voldoenaan de reguliere eisen van deugdelijk vak-werk.

De door verkoper ingeschakelde deskun-dige, die had aangegeven:

‘Vanuit het oogpunt van een doe-het-del-ver is de badkamer mijns inziens redelijkgoed gebouwd, wat betreft de zwaluw-straatvloer, gedeeltelijk kimband etc. Alsdeze werkzaamheden op deze manier uit-gevoerd zouden zijn door een aannemerzouden er hogere eisen zijn gesteld, maardat is het verschil tussen de professional ende thuisklusser.’

heeft dus het verkeerde criterium gehan-teerd. Het verschil tussen een professionalen een thuisklusser kent het hof niet, enartikel 7:17 B.W. (het conformiteitsver-eiste) trouwens ook niet. Ook een dooreen doe-het-zelver aangelegde badkamerdient aan de eisen van deugdelijk vakwerkte voldoen.

De voorwaardelijk ingestelde vordering (alsniet alleen de badkamer lek is maar de bal-ken zijn ook verrot dan wil ik die schadenu ook vast vergoed zien) wordt door hethof in 4.14 afgewezen, omdat een voor-waardelijke veroordeling alleen mogelijk isals die voorwaarde berust op 3:38. Die be-perking heb ik in de Groene Serie en de ju-risprudentie niet terug kunnen vinden;daar wordt slechts de beperking van hethebben van voldoende belang bij de voor-waardelijke veroordeling genoemd. Nooitte oud om te leren denk ik dan maar.

[ 04 ]

Page 5: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

H. Nieuwenhuizen

[ 05 ]

Page 6: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

De Magna Carta is het belangrijkste juridisch docu-ment. Wat heeft deze "wet" voor u voor een betekenis?

De Magna Carta perkte voor het eerst de absolute machtvan de monarch in. Wat mij betreft een buitengewoon

goede zaak; we zouden moeten overwegen eens een stapverder te gaan en het hele monarchistische stelsel opheffen.Het is niet meer van deze tijd. Vooruitlopend daarop dienenzaken als belastingvrijstelling en kosten van onderhoud vanpaleizen en boten heroverwogen te worden.

[ 06 ]

Page 7: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

[ 07 ]

Page 8: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

Het aloude arrest van de hollende kleur-ling. Destijds was de HR nog van oordeeldat een kennelijk discriminerende redenvoor aanhouding strafrechtelijk niet zonder

gevolgen kon blijven. Ik vraag mij af of deuitspraak heden ten dage dezelfde zouzijn. Het Openbaar Ministerie krijgt steedsmeer ruimte om allerlei fouten te corrige-

ren, en wellicht zou een aanhouding opeen dergelijke discutabele grond nu ookvoor het O.M. ongestraft blijven.

VRAAG 1 Welk arrest heeft bij u het meest losgemaakt en waarom?

Artikel 3:45; de pauliana. Naar Nederlandsrecht vereist een beroep op de paulianadat de schuldenaar een onverplichterechtshandeling heeft verricht. Paulianeus

nalaten bestaat naar Nederlands recht niet.Als een schuldenaar, bijvoorbeeld, nalaatzich op een legitieme portie te beroepenkunnen zijn schuldeisers daar in beginsel

niets tegen doen. Naar Frans recht kan datwel, en kunnen de schuldeisers zo nodigde rechten van hun schuldenaar uitoefe-nen (action directe).

VRAAG 2 Welk wetsartikel zou u willen veranderen en waarom?

[ 08 ]

Page 9: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

[ 09 ]

Page 10: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

klik hier

Page 11: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"
Page 12: Jurisprudentie "Doe het zelf, Doe het goed"

THIS ISMAGNACHARTA