Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

28
Juridische Aspecten van Informatie Tweede les 2013 Steven Laporte | steven.laporte @ gmail.com | +32(0)478499113

description

- Reprorecht - Leenrecht - Recht van afbeelding - Intellectueel eigendomsrecht

Transcript of Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

Page 1: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

Juridische Aspecten van Informatie

Tweede les 2013

Steven Laporte | [email protected] | +32(0)478499113

Page 2: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

2

Auteursrecht Samenvatting auteursrecht

Het auteursrecht is de bekendste vorm van intellectueel eigendom.

Elk werk van letteren en kunst in de meest ruime betekenis, is beschermd door het auteursrecht.

Foto’s, muziekopnamen, software, databanken, schilderijen, boeken, enz.

Bescherming door het auteursrecht ontstaat automatisch bij de creatie van het werk.

Een auteursrechterlijk beschermd werk mag enkel worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt met instemming van de auteur.

Page 3: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

3

Auteursrecht Samenvatting auteursrecht

Waar moet het werk aan voldoen? Originaliteit Concrete vorm

Uitzonderingen op het auteursrecht: Citeren Parodie Akten van de overheid

Page 4: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

4

Auteursrecht Samenvatting auteursrecht

Duur van de bescherming ?

Voor België is de termijn 70 jaar na overlijden van de auteur

Duur van de bescherming in het buitenland: Voor alle EU-lidstaten en VS = 70 jaar China, Canada, … 50 jaar

Overzicht wikipedia

Page 5: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

5

Auteursrecht Samenvatting auteursrecht

Vermogensrechten: = exploitatierecht: Het exclusieve recht van de auteur tot

het toestemming geven van de exploitatie van zijn werk. Overgedragen door erfopvolging

Art. 2. § 1. Na het overlijden van de auteur blijft het auteursrecht gedurende zeventig jaar bestaan ten voordele van de persoon die hij daartoe heeft aangewezen of, indien dat niet is gebeurd, ten voordele van zijn erfgenamen, overeenkomstig artikel 7.

Let op: Er blijft wel steeds het wettelijk voorbehouden erfdeel, dat aan de erfgenamen toekomt. Dit voorbehouden erfdeel is gelijk aan de helft van de nalatenschap indien er één kind (of afstammeling) is, aan 2/3 indien er twee kinderen zijn en aan 3/4 indien er drie kinderen of meer zijn. Als er geen afstammelingen of langstlevende echtgenoot is, dan hebben de vader en de moeder ieder recht op een vierde van de nalatenschap.

Vermogensrecht bestaat uit: a. Reproductierecht b. Recht op mededeling aan het publiek

Page 6: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

6

Auteursrecht Samenvatting auteursrecht

Morele rechten:

Morele rechten zijn wettelijk onvervreemdbaar, d.w.z. dat ze niet in eigendom kunnen worden overgedragen. De morele rechten zijn persoonlijkheidsrechten. Vermits de morele

rechten zo nauw verbonden zijn aan de persoon van de auteur, komen zij, na overlijden van de auteur, niet terecht in het patrimonium van de erfgenamen. Dit heeft tot gevolg dat de erfgenamen de morele rechten niet in eigen naam kunnen uitoefenen, maar uitsluitend in naam van de overleden auteur.

Zij kunnen wel worden gecontracteerd. Een ghostwriter zal bijvoorbeeld afstand doen van zijn

‘paterniteitsrecht’.

Page 7: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

7

Auteursrecht Auteursvereniging SABAM in haar eigen woorden

http://www.youtube.com/watch?v=lC7y_4V4oHs

Page 8: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

8

Auteursrecht Een creatieve oplossing:

http://www.youtube.com/watch?v=OqCMbUKqvDA

Page 9: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

9

Naburige rechten

Naburige rechten

De naburige rechten ‘kleven’ aan de individuele interpretatie van het werk in het kader van de uit- of opvoering ervan.

Komen toe aan de uitvoerende kunstenaars: Zangers Acteurs Dansers enz.

Voorwaarde is dat zij een artistieke prestatie leveren. Niet wanneer het bvb slechts om voorlezen van

verkeersinformatie gaat.

Page 10: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

10

Naburige rechten

Uitvoerende kunstenaars hebben – net als auteurs – vermogensrechten en morele rechten, zij het met afwijkende regels.

Naburige vermogensrechten komen toe aan producenten van bvb fonogrammen en films wat betreft de eerste vastlegging op een drager.

Producenten van geluidswerken, audiovisuele werken en databanken hebben dus een eigen recht om hun vaak aanzienlijke investeringen te beschermen.

Ook een werk dat zelf niet auteursrechterlijk beschermd is kan deze naburige rechten dragen. De beide rechten zijn dus autonoom. De houder van de naburige rechten maakt geen aanspraak op

het auteursrecht van het werk dat hij uitvoert.

Page 11: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

11

Naburige rechten

Toestemming van de auteur van het origineel geeft bijgevolg geen toestemming voor het gebruik van de naburige rechten van de uitvoering van een werk. (en uiteraard ook in de andere richting)

Tijdsduur van naburige rechten: 50 jaar na de datum van prestatie, vastlegging, uitzending,

publicatie of publieke mededeling.

Page 12: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

12

Naburige rechten

Voorbeeld:

Een auteur geeft een voordracht uit eigen werk. Hij beschikt dan zowel over het auteursrecht van het werk als over de naburige rechten van de uitvoering. Indien een tv zender vervolgens de voordracht uitzend beschikt deze zender over bijkomende naburige vermogensrechten ten gunste van de zender.

Uitgevers van boeken: Uitgevers van boeken hebben geen autonoom naburig recht

op de exploitatie van de door hen tot stand gebrachte werken.

Page 13: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

13

Naburige rechten

Een actueel voorbeeld - Oz: The Great and Powerful

Officiële trailer van de Disney film2013

http://www.youtube.com/watch?v=DsfY6aXDFbU

Page 14: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

14

Naburige rechten

Fragment ‘The Wizard of Oz’ 1939

http://www.youtube.com/watch?v=F4eQmTizTSo

Page 15: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

15

Naburige rechten

De feiten:

1. The Wonderful Wizard of Oz) is een Amerikaans kinderboek uit 1900, geschreven door L. Frank Baum.

De illustraties bij het boek werden gemaakt door  W. W. Denslow.  Het boek werd voor het eerst gepubliceerd door George M. Hill. In 1902 kwam er een musical naar het boek op Broadway. Het boek bevindt zich in de Verenigde Staten sinds 1956 in het publiek

domein. In 1939 maakte MGM een bekende filmbewerking van het boek met

Judy Garland in de hoordrol. De rechten op deze film zijn momenteel eigendom van Warner Bros.

In 2013 verschijnt de film Oz: The great and powerfull van producent Disney. Het gaat om een prequel op het alom bekende verhaal.

Page 16: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

16

Naburige rechten

Juridische problemen:

Opmerkingen van Warner Bros. Op OTGAP: OTGAP maakt een zelfde overgang van zwart/wit, sepia naar kleur

aan het begin van de film. Disney werd hiervoor vrijgesproken op grond van het feit dat het niet

tegen de wet is om in zwart wit te filmen. Er werd echter een uitzondering gemaakt voor het gebruik van de groenschakeringen uit de originele film (!).

Make-up artiest Howard Berger kreeg de opdracht een soort groen uit te werken voor het schminken van de heks van het westen die voldeed aan de eisen.

Hoewel de karakters uit het verhaal tot het publieke domein behoren, claimt WB de rechten te hebben om de vormgeving ervan in haar film uit 1939. In 2006 klaagde WB reeds zonder succes een bedrijf aan dat t-shirts

maakte met afbeeldingen van figuren uit het verhaal.

Page 17: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

17

Portretrecht / recht op afbeelding

Page 18: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

18

Portretrecht / recht op afbeelding

Definitie:

De auteurswet bepaalt dat de auteur, eigenaar of bezitter van een portret dit niet mag reproduceren of aan het publiek meedelen zonder toestemming van de geportretteerde of zijn rechtverkrijgenden.

Merk op dat het portretrecht niet als dusdanig tot het auteursrecht behoort, maar er een inperking van is vanuit het persoonlijkheidsrecht. Om auteursrechterlijke bescherming te genieten dient het portret te voldoen aan de eisen van het auteursrecht.

Duur:

De beschermduur van portretten is 20 jaar na het overlijden van de geportretteerde.

Page 19: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

19

Portretrecht / recht op afbeelding

Een afbeelding van een persoon mag dus niet tegen de wil van die persoon worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt.

Uitzonderingen: Voor publieke personen kan er van worden uitgegaan dat er een stilzwijgende

toestemming is die uit concrete omstandigheden kan worden afgeleid. Een voorbeeld hiervan is het vonnis van het hof van beroep in Gent uit 2008 i.v.m.

de publicatie van foto’s van Kim Clijsters: Het hof oordeelde dat foto’s die gemaakt werden tijdens een sportevenement geen expliciete toestemming behoeven voor publiek making (in tegenstelling tot foto’s uit de privé sfeer). Het commercieel uitbuiten van deze foto’s (in dit geval voor de verkoop van posters) werd echter niet toegestaan.

Het portretrecht is doorgaans niet van toepassing op echte groepsfoto’s en actualiteitsfoto’s.

Het portretrecht geldt enkel voor natuurlijke personen en dus niet voor dieren of voorwerpen.

De bewijslast ligt steeds volledig bij de exploitant. Voor een commerciële exploitant gelden doorgaans strengere normen dan voor particulieren.

Page 20: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

20

Portretrecht / recht op afbeelding

Een afbeelding van een persoon mag dus niet tegen de wil van die persoon worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt.

Uitzonderingen: Voor publieke personen kan er van worden uitgegaan dat er een

stilzwijgende toestemming is die uit concrete omstandigheden kan worden afgeleid.

Het portretrecht is doorgaans niet van toepassing op echte groepsfoto’s en actualiteitsfoto’s.

Het portretrecht geldt enkel voor natuurlijke personen en dus niet voor dieren of voorwerpen.

De bewijslast ligt steeds volledig bij de exploitant. Voor een commerciële exploitant gelden doorgaans strengere normen dan voor particulieren.

Page 21: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

21

Portretrecht / recht op afbeelding

Het portretrecht gaat op voor: Foto’s, schilderijen, beeldhouwwerken, illustraties,

(strip)tekeningen, etsen, gravures, films en andere visuele werken.

De persoon die is weergegeven dient herkenbaar te zijn voor derden. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat ook het gezicht herkenbaar moet zijn.

Bij het publiek maken van portretten dient dus niet enkel toestemming van de schilder/fotograaf/beeldhouwer te worden vergregen, maar ook die van de natuurlijke persoon die werd afgebeeld.

Page 22: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

22

Tentoonstellingsrecht

Definitie:

De ‘verkrijger’ (doorgaans de koper) van een schilderij, tekening, ets, etc.– een werk van “beeldende kunst” – verkrijgt het recht om het verworven stuk naar eigen inzicht al dan niet ten toon te stellen, tenzij de maker ervan in een geschreven overeenkomst het tegendeel heeft bedongen.

Maar: De verwerver krijgt geen auteursrecht over het werk. Hij

kan het werk dus niet naar believen vermenigvuldigen of reproduceren.

Page 23: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

23

Reprorecht

Reprorecht in de enge zin:

Het reprorecht is het recht op de materiële vermenigvuldiging van een werk. (drukken, printen, kopiëren, etc.)

Deze vermenigvuldiging kan gebeuren op papier, maar niet noodzakelijk.

De reproductie kan partieel en/of tijdelijk zijn. Dit is van bijzonder belang in de digitale wereld.

Courante voorbeelden uit de boekenwereld zijn het drukken, fotokopiëren (en zelfs manueel overschrijven) van een papieren boek. Het digitaliseren van een boek naar een informatiedrager of het afdrukken van een digitaal boek.

Page 24: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

24

Reprorecht

Onder het regime van de oude auteurswet van 1886 diende voor elke vorm van reproductie voorafgaandelijk de toestemming van de auteursrechthebbende te worden gevraagd.

Nieuwe technologische ontwikkelingen, met de uitvinding van de fotokopiemachine voorop, hebben evenwel geleid tot een bijna dagelijkse praktijk van (onwettig) reproduceren. Dit was vooral zo binnen de domeinen van onderwijs en wetenschapsbeoefening.

In de nieuwe auteurswet van 1994 (AW) heeft de wetgever daarom geopteerd voor een meer pragmatische regeling. Reproducties zijn onder bepaalde voorwaarden toegestaan doch als tegenprestatie komt aan de auteur van de betrokken werken een recht op een billijke vergoeding toe.

In België is vandaag het beheersvennootschap reprobel belast met het innen en verdelen van de billijke vergoeding.

Er bestaat hierop een belangrijke wettelijke uitzondering, namelijk de Reprografieregeling en ook de thuiskopie.

Page 25: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

25

Reprorecht

Uitzonderingen: Er bestaat hierop een belangrijke wettelijke uitzondering,

namelijk de reprografieregeling en ook de thuiskopie. Reprografie:

De auteurswet staat toe om een artikel, foto, illustratie of kort fragment van een boek of van een partituur te kopiëren als het een natuurlijke of rechtspersoon is die de kopie uitsluitend voor privégebruik of voor intern professioneel gebruik maakt of als illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek.

Thuiskopie: Deze uitzondering op het exclusieve recht van de rechthebbende

geeft privépersonen de toestemming om geluids- en audiovisuele werken op een analoge of digitale drager (zoals cd, dvd, harde schijf, usb-stick, video- of audiocassettes) te reproduceren, voor zover de reproductie gebeurt in familiekring en voor strikt privégebruik.

Page 26: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

26

Leenrecht en de billijke vergoeding

Lees artikel ‘Leenrecht: Wie zal er straks betalen?’ Bruno Vermeeren in META, 11/2012

Oefening (per duo uit te voeren)

Vat elke titel kort samen en leg uit aan de groep Wat is de billijke vergoeding? Wie betaalt? Wie profiteert? Wie is vrijgesteld?

Page 27: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

27

Leenrecht en de billijke vergoeding

Het nieuwe KB leenrecht werd in het staatsblad gepubliceerd op 27/12/2012

Krachtlijnen van het nieuwe besluit: De “billijke vergoeding” in geval van openbare uitlening

wordt bepaald aan de hand van twee criteria: He beschikbare collectie van de bibliotheken. (Dit is een nieuw

criterium) Het aantal uitleningen. Dit criterium vervangt het criterium van

het aantal ingeschreven leners uit het oude K.B. van 2004.  Het geeft een objectiever vergoedingsbasis aan de rechthebbenden voor de ontleningen op basis van de opgelegde wettelijke licentie. Ondanks aandringen van de rechthebbenden zijn verlengingen volgens het KB geen ontlening.

Page 28: Juridische Aspecten van Informatie - Les 2

28

Leenrecht en de billijke vergoeding

Verdere kenmerken van het nieuwe KB: Het bedrag van de leenrechtvergoeding wordt samengesteld uit

een forfaitair bedrag in overeenstemming met de omvang van de collectie van de uitleeninstelling en een evenredig bedrag per uitlening.

Tot 2017 wordt er een stijging van beide bedragen voorzien. De tarieven van de vergoedingen voor openbare uitlening worden in het KB bepaald voor verschillende periodes. De eerste periode betreft de referentiejaren van 1 januari 2004 tot 31 december 2012 en houdt dus deels een correctie in op de bestaande regeling.

Een  eerste raming levert een aanvullende vergoeding van 700 à 800.000 euro op voor deze periode of ca. 50.000 euro per jaar; omgerekend is dit per ontlening in deze periode 0,026 eurocent.

De tweede periode betreft de referentiejaren van 1 januari 2013 tot 31 december 2017 waarin de tarieven stapje voor stapje geherwaardeerd worden van 2,4 eurocent naar 4,1 eurocent per ontlening. De derde periode betreft de referentieperiode 2018 en de volgende jaren.