Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

24
tuters en kwakers Sigis waar blijf je nou! Een bieje kan zoem m'en steek'n HOBBY OF PASSIE? STEEDS MEER BELANGSTELLING VOOR IMKEREN UITGAVE JUNI 2013 PRIJS 4,95 JUBILEUM UITGAVE 100-JARIG BESTAAN IMKERVERENIGING DEVENTER Jaar 100 100 Jaar SINDS 1913 Een eeuw imkeren in Deventer e.o.

description

Uitgave ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Imkervereniging Deventer, afdeling van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging.

Transcript of Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Page 1: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

tuters en kwakers

Sigis waar blijf je nou!

Een bieje kan zoem m'en steek'n

HOBBY OF PASSIE?

STEEDS MEER BELANGSTELLING VOOR IMKERENUITGAVE JUNI 2013

PRIJS 4,95

JUBILEUM UITGAVE 100-JARIG BESTAAN IMKERVERENIGING DEVENTER

UITGAVE JUNI 2013

Jaar100 100 Jaar

SINDS 1913

Een eeuw imkeren in Deventer e.o.

Page 2: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Voorwoord

Prachtigeverhalen...Met trots presenteren we u de jubileumuitgave

van Tuters en Kwakers ter gelegenheid

van ons 100-jarig bestaan.

Het was bijzonder leuk om in de

geschiedenis van onze vereniging te

duiken. We hebben prachtige verhalen en

documenten gevonden die we u niet willen

onthouden. Maar er is in deze uitgave ook aandacht

voor de imkers van nu. We zijn er trots op deze

verhalen met u te kunnen delen. Dank aan iedereen

die een bijdrage heeft geleverd aan de inhoud van

dit boekje.

Veel leesplezier!

De redactie

Remco, Sia, Wilbert en Herman.

Colofon

Uitgave ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Imker-vereniging Deventer, afdeling van de Nederlandse Bijenhouders-vereniging. www.imkersdeventer.nl

Redactie: Remco Bijkerk, Wilbert Derk-

sen, Herman Naeff , Sia Prins

Ontwerp: Patrick Nijhuis - Tomatos.nl

Foto’s: Janny Druijff

Drukwerk: Drukwerkdeal

In de geschiedenis duiken was bijzonder leuk!

Page 3: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

3

inhoudsopgaveJUBILEUMUITGAVE JUNI 2013

10 1802 Voorwoord

04 Imkervereniging Deventer 100 jaar

08 De Diepenveense ijmkers vergaderen

in de Halve Maan

10 Interview met Sigis Sparenberg

14 Interview met Albert Muller�

16 Alphabetische Ledenlijst der Afdeling

17 Wat betekenen bijen in mijn leven

18 De biejenkoning

21 Sterke verhalen in het

dialect uut ‘62!

22 Deventer imkers al een eeuw

van alle markten thuis

24 Leuke Anekdotes

Tuters en kwakers is met de grootste zorg samengesteld. Aan de verstrekte informatie kunt u desondanks geen rechten ontlenen.

tuters en kwakers

Page 4: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Jaar van oprichting:

19131913

Ik ben één met de bijenen de bijen met mij.

Page 5: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Sinds zaterdag 1 februari 1913

“Vroeger was het heel gewoon dat

sigaar rokende imkers tijdens de jaar-

vergaderingen rond het biljart zaten”

De eerste vergadering van de nieuwe vereniging vond plaats in uitspanning “De Halve Maan” te Diepenveen onder voorzitterschap van A.J. Roetert Steen-bruggen. Overige bestuursleden waren B. Stoevenbeld als secretaris en P.H. Wimmers als penningmeester. Voor de oorlog waren in en rond Deventer nog twee afdelingen actief namelijk afde-ling ‘Deventer’ en afdeling ‘de IJssel’ met Twello en omstreken. Ook toen al waren imkers afkomstig uit alle rangen en standen van de maatschappij. Het aantal leden van de afdeling ‘Diepen-veen’ nam al snel toe tot 54.

Fusies Nadat de afdeling ‘Diepenveen’ in 1913 was opgericht volgde in 1933 afdeling ‘Colmschate’. In 1974 fuseerden Die-penveen en Colmschate omdat beide verenigingen te maken kregen met een afnemend ledenbestand. In 1984 werd per notariële akte de subvereniging van de NBV ‘Deventer – Diepenveen’ opgericht en vanaf 1 januari 1999 draagt de vereniging de huidige naam “Imkervereniging Deventer”. Onze vereniging is ingedeeld bij de regionale groep Achterhoek.

Van korf naar kunststofkastBegin vorige eeuw werd voornamelijk met de ronde bijenkorf geïmkerd. Deze manier van imkeren bestaat mis-schien al wel 1000 jaar. De bouwstof van de korf was stro. Een ronde korf

heeft een groot voordeel voor de bijen want in de korf blijft het ‘s zomers koel en ‘s winters warm. Een nadeel van deze korf is de vaste bouw. De raten worden namelijk door de bijen aan de korfwand vastgebouwd. Later kwam er een behuizing voor de bijen met een losse bouw. Rond 1830 werd - in Gel-derland - de Boogkorf of Gravenhorster korf ontwikkeld. Dit was de eerste korf met losse bouw, de imker kon nu losse raampjes in de korf plaatsen en er weer uithalen andere bekende voor-beelden zijn de enkelwandige Spaar-kast en de dubbelwandige Simplexkast. Een bekende imker uit Diepenveen, Jan Henk Wigersma, bouwde de Koers-hofkast, een verbeterde versie van de Simplexkast.

In de huidige tijd viert de kunststofkast hoogtij. De aanschafkosten zijn wel hoger dan die van houten kasten, maar de onderhoudskosten en slijtage zijn minder. De meest bekende kunststoff en kast is de Segebergerkast. Het kunst-stofmateriaal is Styropor.

De imker en het caféImkers komen graag bij elkaar in een café. Vroeger was het heel gewoon dat sigaar rokende imkers tijdens hun jaarvergaderingen rond het biljart za-ten. De gehele ruimte gevuld met rook. Bekende uitspanningen waren destijds café de Bloemendal in Diepenveen, café Berghuis en Jans in Schalkhaar en

daarna jarenlang café de Lindeboom, ook in Schalkhaar. Na de fusie van de afdelingen Diepenveen en Colmschate in 1974 werden de vergaderingen in café Starink en later in café Cellarius te Colmschate gehouden. Af en toe een uitstapje naar de Kuip in Colmschate,

de Elegast in Deventer of het Weter-man in Diepenveen. De laatste jaren zijn de jaarvergaderingen in het Mi-lieucentrum “de Ulebelt” te Deventer. Bij al deze vergaderingen staat één vraag zeer centraal. De ene imker vraagt de andere imker: Hoeveel honing heb jij ei-genlijk geslingerd? En direct daarop de volgende vraag: Hoe hebben de bijen overwinterd, had jij nog bijensterfte? En misschien een derde vraag: Ga je nog naar het koolzaad of de heide?Vroeger was de suikerprijs een heikel

5

Op zaterdag 1 februari 1913 werd de afdeling ‘Diepenveen en omstreken’ der Vereniging ter bevordering der bijenteelt in Nederland off icieel opgericht. Vóór 1913 bestond in Diepen-veen een lokale vereniging als onderdeel van de landbouw-vereniging.

Imkervereniging Deventer 100 jaar

tuters en kwakers

Page 6: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

punt. De ware imker is zich altijd zeer bewust van prijzen. De bijensuiker was aanvankelijk afkomstig van bietsuiker maar later vooral van rietsuiker. Vol-gens de imkers was rietsuiker beter voor de bijen. Suiker was lange tijd ac-cijnsvrij. De bijensuiker werd gedenatu-reerd met de kleurstof methylviolet en met paprika en /of peper. Tegenwoor-dig speelt de suikerprijs veel minder een rol omdat de prijs op een veel lager niveau is komen te liggen.

Een belangrijk agendapunt op de vergadering was zeker ook het reizen. Vroeger werd veel gezamenlijk gereist. Eerst met paard en wagen en later samen met de auto naar het fruit, het koolzaad, de distel, de borage (kom-kommerkruid), de linde en de heide. Meestal werden de volken voor dag en dauw naar het drachtgebied gebracht en een paar weken later ‘s avonds in het schemerdonker weer opgehaald.Een niet goed afgesloten kast of een honinglekkende kast kwam nog al eens voor, met alle gevolgen van dien....

Honingmarkten en ImkerdagenIn de jaren 20 en 30 werd in Deventer op de vrijdagmarkt een Honingmarkt gehouden, maar vanwege de vele roofbijen overdag werd de verkoop verplaatst naar dezaterdagavond op de bloemenmarkt. Dit bleek een groot succes, per avond werd meer dan 600 pond honing verkocht.

In Nederland werden vanaf 1924 ieder jaar de zogenaamde landelijke Imker-dagen gehouden. Vaak in combinatie

met een land- en tuinbouwtentoon-stelling. Op 17 september 1927 vond de vijfde Imkerdag plaats. Dit keer in Deventer, te weten in “Flora”, aan de Assenstraat. Er waren meer dan 700 deelnemers. In de ochtend werd een programma gewijd aan bijenziekten en de bezichtiging van het centrum van Deventer. Daarna volgde de lunch en ‘s middags kon je een bezoek brengen aan de land- en tuinbouwtentoonstel-ling. De lunch verliep nogal chaotisch, er was niet gerekend op zoveel deel-nemers. De restauranthouder bleek spoorloos, de mensen moesten zelf de lunch klaarmaken er werd dan ook fl ink gemopperd.

Oorlogsjaren 1940-1945Tijdens de oorlogsjaren ‘40 - ‘45 werd er in de Lindeboom te Schalkhaar vergaderd. Drie leden - de heren de Fooy, Jansen Op den Haar en Wichink - hadden uit principiële redenen het lidmaatschap opgezegd. Het gehele landelijke hoofdbestuur werd door de bezetter afgezet, voorzitter Ridder van Rappard werd door een verenigingslei-der vervangen. Alle lokale verenigingen moesten zich hierbij aansluiten, de bijenteelt werd ondergebracht bij de Nederlandse Landstand, onderafdeling “Kleindierenteelt”.

Het bijenblad “Het Groentje” verscheen niet meer. Het ledenaantal van de afdeling bleef echter wel hoog. Dit had een bijzondere reden, namelijk het verkrijgen van bijentabak. Een imker kreeg per jaar 1 kg bijentabak, buiten de distributie om. Een rokende niet-imker zou die tabak ook wel graag willen. Desnoods zou hij ” zo’n korf met stekers” wel in de tuin willen hebben als het maar ook tabak opleverde.

In de oorlog ontstond een langdurige discussie over een verplichte honing-levering. Voor de imker was deze verplichting niet acceptabel. De ”Wehr-machtsverplegungsamt” te Deventer schreef dat de afdeling Diepenveen 1000 kg honing moest leveren of wel 10 kg per kast. De honing was be-stemd voor U-boot bemanningen. De

Kriegsverwaltungs inspekteur Phaling gebruikte zelfs dreigende taal als de imkers zich zouden blijven verzetten. Gelukkig kwam deze regeling niet van de grond.

Aan het einde van de oorlog kwam er nog een verbod tot vergadering, maar desondanks werd er - illegaal - verga-derd. In het jaarverslag stond dat we in “deze moeilijke tijden elkaar tot steun moeten zijn”.

1953In 1953 bestond de vereniging 40 jaar. Wegens geringe belangstelling van de leden en de hoge onkosten vonden geen feestelijkheden plaats. Wel werd vanwege de Watersnoodramp f. 25,00 gestort in het fonds van de getroff en imkers. Ook werden een Boogkorfkast en een Simplexkast toegezegd, die later naar Schouwen Duiveland werden gebracht.

Middag- of avondvergadering?Tot 1960 vonden de vergaderingen al-tijd ‘s middags plaats, maar het bestuur hoopte op een hogere opkomst als ‘s avonds zou worden vergaderd. Inder-daad bleek dit het geval.

1964 - 1975Tussen 1964 en 1975 vonden geen ledenvergaderingen plaats vanwege te weinig belangstelling. Het dagelijks

6

Een bieje kan zoem m'en steek'nSTEEDS MEER BELANGSTELLING Voor IMKEREN

tuters en kwakers

Page 7: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

bestuur onder leiding van Spoelstra kwamen alleen nog bijeen voor de lopende zaken.

Een nieuwe mijtziekteIn 1979 werd tijdens de jaarvergade-ring gevraagd of het bestuur al iets wist over een nieuwe mijtziekte. Tot dat moment was de aandacht gericht op reeds bekende bijenziekten als Nosema, Amerikaans en Europees vuilbroed, Roer en Kalkbroed. De eerste jaren na 1979 werd er weinig geklaagd over bijensterfte maar in 1983 kwam Varroa voor het eerst massaal voor in Oost-Nederland. Deze nieuwe bijenziekte breidde zich snel uit. Eind jaren ‘80 hadden de imkers allemaal Varroa in de volken. In zwaar besmette volken werden soms meer dan 500 mijten geteld.Bestrijdingsmiddelen waren - naast de natuurlijke manieren zoals de darren-raatmethode met een arrestraam- Pe-rizin, Folbex, “Tik Tak,” en Mierenzuur. In de loop der jaren zijn de volgende drie chemische middelen overgebleven: Mierenzuur, Thymovar en Oxaalzuur.

Mannen van goudEen aantal mensen zijn heel belang-rijk geweest voor de vereniging zoals de heren Spoelstra, Plant, Starink en Vunderink. In 1981 kregen allen een lintje. Spoelstra heeft 22 jaar bestuurs-functies vervuld, eerst als secretaris en later ook als voorzitter. Vunderink en Starink zorgden jarenlang voor de verdeling van suiker onder de leden. Zij organiseerden ook reizen naar de

verschillende drachtgebieden zoals het koolzaad en heide.

VoorzittersBehalve Spoelstra hebben twee voor-zitters een groot stempel op de ver-eniging gedrukt. In de eerste plaats Albert Muller die van 1981 tot 1996 de scepter zwaaide. Hij is een van de initiators voor de oprichting van een milieucentrum te Deventer, de latere “De Ulebelt”. Iedereen kent hem ook als voorvechter van het BD-imkeren. Het verenigingsblad “Praatraat” was ook zijn idee. Het blad bestond kort. Onder leiding van de huidige voorzitter Sigis Sparenberg kwam er een bijenstal bij het milieucentrum. Als bijenteeltleraar is hij de stuwende kracht achter de cursussen voor beginnende en gevor-derde imkers. Het aantal leden is de laatste jaren verdubbeld tot 70, hieron-der bevinden zich ook enkele jongeren. In Olst/Wijhe is vorig jaar een nieuwe afdeling opgericht met zeer enthousi-aste leden. ImkerdepotSinds 2008 heeft Deventer een Imker-winkel. Hilbrand Meijer is depothouder. Gastvrij ontvangt hij op de zaterdag-ochtend imkers uit Deventer en verre omstreken. Zij kunnen alle benodigd-heden bij hem aanschaff en en hoeven niet meer naar Wageningen te reizen.

NieuwsbriefSinds enkele jaren stelt Sia Prins iedere kwartaal de nieuwsbrief “Tuters en Kwakers” samen, waarin het wel en

wee van de vereniging op een prach-tige manier wordt vormgegeven.

Inwintering van de imker Een heel bijzondere activiteit in de win-ter is de “Inwinteravond”. Niet de bijen maar de imker wordt ingewinterd. Tij-dens het eten van stamppotten worden mooie verhalen met elkaar uitgewis-seld. Tevens worden de diploma’s aan geslaagde imkers uitgereikt.

Kinderen en bijenEen aantal imkers zijn in de zomer-maanden actief met het lesgeven aan schoolkinderen. Jaap Keizer coördi-neert de les samen met Maike Nelissen van de Ulebelt. De kinderen worden in één middag door het bijenjaar geleid. Met een bijenkap op wordt met de im-ker in het bijenvolk gekeken. Een grote opwinding ontstaat als de gemerkte koningin op een raam wordt gevonden. n

Herman Naeff

tuters en kwakers 7

"TOT 1960 VONDEN DE

VERGADERINGEN ALTIJD ‘S

MIDDAGS PLAATS"

Page 8: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

"Hij noemt het ene gelukkig verschijn-sel dat de bijenteelt sinds eenigentijd de belangstelling wekt van alle rangen en standen onzer maatschappij. Het omgaan met bijen werkt namelijk ver-eedelend op den mensch en ze zijn een voorbeeld van orde, vlijt, zindelijkheid, samenwerking en zelfs van patriotisme. Na een stuk over de geschiedenis van de bijen vanaf de oudheid tot nu ver-telt de spreker over het belang van een goed ingericht bijenbedrijf die wat

zindelijkhied en zuiverheid aan alle eischen voldoet. Tenslotte riep hij alle ijmkers op lid der vereeniging te wor-den en spreekt de hoop uit dat ook de meer gegoede kant tot het inzicht mag koomen van het nut der bijenteelt." n- Citaat uit het Deventer Dagblad van 1901

De eerste vergadering van de nieuwe vereniging vond plaats in uitspanning ‘De Halve Maan’ te Diepenveen onder voorzitterschap van A.J. Roetert Steenbruggen. Overige bestuursleden waren B. Stoevenbeld als secretaris en P.H. Wimmers als penningmeester.

In de krant

De Diepenveense ijmkers

VERGADEREN IN DE HALVE MAANDe Diepenveense ijmkers vergaderen in de Halve Maan. Die avond is er een voordracht van de heer A. Beil, ijmker uit Dinxperlo over de nieuwe methode der bijenteelt. De avond wordt bezocht door 23 van de 30 leden der vereeniging.

8 tuters en kwakers

Page 9: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

“Tenslotte riep hij alle ijmkers

op lid der vereeniging te worden”

"Het doel der afdeeling is hetzelfde als in de Statuten

en Huishoudelijk Reglement dier Vereeniging omschreven.

Speciaal ook het bevorderen van productiviteit in het

ymkersbedrijf."

Het oprichtingsboekje

Page 10: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Interview Sigis Sparenberg

HOBBY OF WERK?In de aanloop naar het eeuwfeest van de Imkervereniging Deventer is een interview met voorzitter Sigis Sparenberg vanzelfsprekend, temeer omdat hij deze functie al ruim zestien jaar met enorme gedrevenheid en enthousiasme vervult.

HOBBY OF We beslotende uitdagingaan te gaan.

10 tuters en kwakers

Page 11: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

“Je hebt deftige, fl amboy-

ante en knuffel-imkers”

Onder zijn leiding is de vereniging let-terlijk en fi guurlijk gegroeid: het aantal imker-leden is meer dan verdubbeld en de organisatie functioneert op een volwassen moderne wijze. Met name de actieve toenadering tot het grote publiek wordt door de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) gezien als landelijk voorbeeld.

Als men bij Sigis vroeger informeerde naar zijn beroep, antwoordde hij stan-daard: ‘Ik ben imker maar daar kan ik niet van leven, daarom werk ik als bedrijfsleider bij de Diepdruk in Deven-ter’. In het onderstaande verhaal vertelt hij van zijn liefde voor de imkerij.

Fascinatie voor dierenOnder het wakende licht van ‘Lange Jaap’, de vuurtoren van Huisduinen in de kop van Noord-Holland, werd in oktober 1948 onder vredig gezoem een bijzondere baby geboren: Sigismundus Sparenberg. Als kleuter was er al veel interesse voor de natuur bij hem aan-wezig. Sigis ging ‘s zomers steevast met zijn moeder en tantes enkele keren

bramen plukken bij het Zwanen Water bij St. Maartenszee. Sigis: ‘Onderweg passeerden we altijd een ouderwetse korvenstal. Elke keer weer verstijfden daar mijn beentjes en gefascineerd bleef ik staren naar de in- en uitvlie-gende ‘gevleugelde, gouden beestjes’. Pas als mijn moeder uit de verte riep: “Sigis!!!, ..waar blijf je nou?”, schrok ik wakker en kwam er weer beweging in de beentjes’.

Als puber vond Sigis het leuk om, na schooltijd, boer Tesselaar te helpen op zijn bedrijf. Hij genoot van het buiten zijn en het werken met de vele dieren op de boerderij. Sigis was 16 jaar toen hij bevriend raakte met een imker uit het dorp, Joh Verzijeden. Van hem leerde hij veel over het gedrag van bijen. Toch was de stap om zelf met de hobby te beginnen nog te groot. Die zette hij pas jaren la-ter, toen hij op de HTS in Haarlem zat.

Tijdens een stage bij de zwavelzuurfa-briek van AKZO Ketjen in Amsterdam leerde hij Henk Wellinkhof kennen die van plan was imker te worden. Hij had allerlei boekjes gekocht die Sigis ook wel mocht lezen. Vooral na het lezen van ‘Bijenhouden met Succes’ van Van Gool besloot Sigis gelijk de daad bij het woord te willen voegen. Hij ging thuis meteen naar zijn vriend Joh Verzijeden en die beloofde dat, als Sigis zelf een kast zou bouwen, hij dan van Joh een bijenvolk zou krijgen. ‘Ik kreeg van Joh een kast mee naar huis om na te bou-wen. Gelukkig had ik als goede strand-jutter al eerder wat aangespoelde balkjes en houtplaten thuis verzameld en daarvan wist ik dezelfde dag nog een bijenkast in elkaar te timmeren en zo kreeg ik van hem mijn eerste ei-gen volk. Ik was de koning te rijk’. Het was zomer 1975 en het begin van een hobby die nooit meer zou ophouden.

De hobby groeit uitAl gauw groeide het aantal kasten in de tuin bij zijn ouders tot tien en op zijn studentenadres in Bloemendaal had Sigis in de dakgoot naast zijn kamer-raam ook nog een bijenvolk in een ouderwetse korf. Die had hij gekocht op de bijenmarkt in Haarlem. Opmer-kelijk is dat Sigis toen ook al educa-tieve capaciteiten ten toon spreidde, ‘Ik had toen echt een missie’, vertelt Sigis, ‘Ik was zo geïntrigeerd door het bijzondere gedrag van bijen dat ik het heel normaal vond dat de rest van de wereld daar ook kennis van mòest nemen. Mijn imkervriend Joh wist ik te enthousiasmeren voor het plan om een voorlichtingsmiddag te geven. Zo stonden er drie weken later dertig stoeltjes, geleend uit de plaatselijke kerk, achter mijn ouderlijk huis midden in het duinzand opgesteld. Dankzij een heerlijk zonnetje was er mooie opkomst en die middag, waar ik een vurige be-toog hield over de bijen, werd een groot succes.

Na de HTS-tijd werd Sigis bij Diep-drukkerij Nederlandse Rotogravure in Haarlem als technicus aangenomen. Hij werkte er met veel plezier. Rond 1980 verkaste hij naar Deventer. Eerst woonde hij tijdelijk in Holten. Sigis: ‘Ik genoot er volop van de mooie afwis-selende fl ora, heel anders dan het voor

mij zo vertrouwde vlakke landschap in Noord-Holland. Hier is het veel ide-aler voor bijen: minder wind, hogere temperaturen, goede voorjaars- en zomerdracht en waarschijnlijk minder vervuild oppervlaktewater door minder intensieve landbouw.’ Daarna woonde hij doordeweeks op het Gildenburg in Colmschate. In de weekenden werd er nog steevast op en neer naar Huisdui-nen gereisd, gezellig voor de familie maar ook belangrijk voor verzorging van de inmiddels tot wel dertig volken uitgegroeide bijenstand.

Maar, natuurlijk, ook in Deventer kwa-men er bijenkasten te staan. ‘Twee op mijn balkon op het Gildenburg, eerst natuurlijk wel netjes toestemming aan de buren gevraagd. De ene buurman was lid van de Bhagwan en had een heel positief mensbeeld, de andere was een ruimhartige Antilliaan die “thuis” wel andere insecten gewend was en ze vonden het beiden prima’, vertelt Sigis. ‘Bij de parkeerplaats van de Diepdruk was een goede plek met veel openbaar groen in de buurt en daar kwamen ook nog eens drie kasten te staan’. Toch een beetje thuis in een omgeving waar je als recht-toe-recht aan “westerling” een beetje aan moet wennen’.

Sigis was lange tijd lid van de imker-vereniging Den Helder geweest maar was nu natuurlijk ook lid van imker-vereniging Diepenveen/Colmschate geworden. Vergaderd werd altijd in café Staring in Colmschate dat toen nog een donker rokerig café was, waar de gasten en met name ook de leden van de imkervereniging - voornamelijk heren op leeftijd - er lustig op los paf-

11tuters en kwakers

Page 12: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.
Page 13: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

“Ik moest lijdzaam toezien hoe pater

Casimirus de as van zijn sigaar niet in

het asbakje...”

ten. Voorzitter was de toen nog jonge Albert Muller, een zeer kundig imker en gediplomeerd bijenteeltleraar. Sigis: ‘Samen met hem, Jaap Keizer en Roel van de Worp waren we toen de “jon-kies” van onze club’.

Naar DiepenveenEen jaar later, begin 1982, verhuisde Sigis naar het huis waar hij nu nog woont, een mooie bungalow aan de Boxbergerweg in Diepenveen. Niet ver daarvandaan - hemelsbreed - is kloos-ter Sion waar pater Hilarius toen de ‘bijenpater’ was, een zeer deskundige imker. Beroemd was zijn heerlijke me-dedrank. Toen Hilarius in 1983 over-leed moest de ‘kippenpater’ de bijen er maar bijnemen van de abt. Helaas werd dat een heuse puinhoop. Kippen ver-zorgen bleek toch wel heel wat anders te zijn dan bijen gezond houden en zodoende werd de imkervereniging om hulp gevraagd. Sigis: ‘Ik wilde deze pa-ter Casimirus wel helpen, maar dat viel niet mee. Mijn hulp bleek onontbeerlijk, maar gelukkig maakte de pater er wel

dankbaar gebruik van. Echter, ècht blij was hij dat hij, dankzij mij, voortaan ook mee mocht naar de imker-vergaderin-gen in café Staring. Prachtig vond hij dat! Dan was hij even de ‘tent uit’. Op weg naar Colmschate pikte ik hem dan met mijn Renault 4-tje voor de Sion-poort op. Altijd stond hij ruim op tijd te wachten, steevast met zijn dikke sigaar in de brand. Onderweg moest ik dan lijdzaam toezien hoe Casimirus, druk pratend en niet oplettend, steeds de as van zijn sigaar in het ventilatiesysteem van mijn auto mikte, in plaats van in het daarvoor bedoelde bakje. Met als gevolg dat als ik later de blower van de auto inschakelde, er een enorme grijze aswolk door de cabine stoof’.

In 1987 leerde Sigis Paula Smit ken-nen. Zijn vriendin en toekomstige vrouw was en is ‘niet zo van de bijen’ maar toch deed ze dapper mee. Een liefde die niet stuk kan en ze trouwen in 1989. Samen kregen ze in de jaren

daarna twee leuke dochters: Margriet en Annemiek.

De kar trekkenIn 1992 ging Sigis bij de fi rma Aldi-press in Amsterdam werken. Veel extra reistijd en ‘s avonds laat thuis. Daar-door werd zijn beschikbare tijd veel minder. Toch nam Sigis het voorzit-terschap van de imkervereniging over toen hem dat in 1996 gevraagd werd. Hij stelde wel één voorwaarde: voort-aan kon er alleen op zijn enige vrije avond vergaderd worden, de vrijdag-avond. Het was geen gemakkelijke be-gintijd want net als bij alle andere Ne-derlandse imkerverenigingen was het ledenbestand fl ink vergrijsd en terug-gelopen. Ook had de bijenteelt steeds meer last van verdwijnende drachtge-bieden en nieuwe ziekteverwekkers zo-als de varroamijt. In die beginfase werd het nieuwe bestuur benaderd door Frank Leenen van Stichting De Ulebelt. Frank, imker en eerste directeur van deze ideële organisatie op het gebied van natuur- en milieueducatie wilde heel graag dat de vereniging actief het centrum zou gaan ondersteunen door de bouw van een bijenstal en het geven van bijen-cursussen aan volwassenen en schoolkinderen.

“Eerst was het bestuur terughoudend want in wezen zijn imkers eenzelvige mensen en nu werd ons gevraagd om actief met het grote publiek contact te gaan zoeken. Gesteund door het toen-malig bestuur, met name Jaap Keizer toen secretaris, Harry Beijer en Roel van de Worp zagen we toch kansen en we besloten de uitdaging aan te gaan. Uiteindelijk bleek dit een gouden stap want door belangstelling bij het publiek te kweken kregen steeds meer mensen begrip en waardering voor onze hobby en door de imkercursussen steeg ook het aantal bijentelers in deze regio behoorlijk. Zo zijn er zelfs ìn de stad Deventer nieuwe imkers gestart met hun bijenkasten in stadstuinen en zelfs - als het niet anders kon - op daken en balkons. Toen jaren later de lande-lijke noodklok werd geluid omtrent het drastisch teruggelopen aantal bijen en imkers in Nederland, hadden wij al een enorme voorsprong.Toen Sigis in 2002 met vervroegd pensioen kon gaan werd hij ook buiten

Deventer actief. Zo richtte hij de im-kervereniging Olst-Wijhe opnieuw op en was hij lange tijd voorzitter van de Imkergroep Achterhoek.

Volwassen geworden Nu, anno 2013, is Imkervereniging Deventer op verschillende manieren volwassen geworden. Het aantal leden is van 37 naar ruim 70 gegaan. Op de Ulebelt is een prachtige grote bijenstal gebouwd waar de vereniging goedbezochte cursussen geeft. In de vereniging zelf worden de diverse taken nu goed door zelfstandig opere-rende werkgroepen uitgevoerd en op het Deventer industrieterrein heeft de vereniging een goedlopende regionale winkel/info-punt voor imkers onder handbereik. Dit depot is van Hilbrand Meijer. Hij is er voor leden, maar steeds vaker weten ook andere imkers uit de regio de weg naar zijn depot te vinden. Niet alleen speelt de gezelligheid een grote rol. Aan de lange koff ietafel kun-nen de imkers elkaar ook informeren en ondersteunen als er vragen zijn. Sigis: ‘Mensen die bijen houden, zijn erg divers en dat maakt het zo leuk om mee te werken! Deftig of eenvoudig, rustig of fl amboyant, imkers die veel honing willen of knuff elimkers’. Die laatste groep is al tevreden met het bezig zijn in de natuur en vindt het niet nodig om de bijen van hun honing te beroven’.

Tot slotSigis is inmiddels ook gediplomeerd bijenteelt-leraar en gezondheidscoör-dinator en geeft in de regio bij diverse verenigingen cursussen bijenteelt. De door hem in Deventer ontwikkelde lesmethode wordt ook in diverse an-dere plaatsen in het land met succes gebruikt. Al met al heeft Sigis dus redenen genoeg om trots te zijn op wat hij samen met de vereniging tot stand heeft gebracht. ‘Natuurlijk!’, zegt hij zelf, zal hij nog lange tijd werkzaam blijven in de bijen en gaat hij proberen het record van één van zijn voorgangers, voorzitter Spoelstra, te breken. Die was 22 jaar aan het roer van de vereniging.

n

13tuters en kwakers

Page 14: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Interview met:

ALBERT MULLER�

Op een koude zonnige middag bezoek ik Albert in Nijbroek. Hij woont hier sinds 1975 met zijn vrouw Jetty in een mooie oude boerderij. De tuin staat vol bloeiende sneeuwklokjes, bij dit koude weer (4-5 °C) vliegt er af en toe een bij. De ‘Einraumbeute’ (éénraamskasten), zo kenmerkend voor de BD-imker, � staan verspreid in de boomgaard.

Op 14-jarige leeftijd had hij het eerste contact met bijen. In de tuin van het ouderlijke huis zat er ineens een bijen-zwerm in een boom. Dat was natuurlijk

een prachtig gezicht, maar hij mocht van zijn vader deze zwerm niet hou-den. "Die bijen steken, zij moeten weg." Iemand anders ging er met de bijen vandoor. Albert voelde zich bekocht. Tijdens zijn studie biologie in Utrecht werd het contact met bijen hersteld. Op de universiteit was een imkerij. Tijdens de studie koos hij als specia-lisatie vergelijkende dierfysiologie. Hij bestudeerde onder andere de commu-nicatie in een bijenvolk. Hoe zit het nu eigenlijk? Volgen de bijen de koningin of volgt de koningin de bijen? Dat was

een zeer interessante vraag. In 1975 kocht hij zijn eerste volk. Hij was pas in Nijbroek komen wonen, hij moest binnen een straal van 10 km van zijn werk in Twello de woning zoeken. Hij werd lid van de afdeling Colmschate/ Diepenveen. De vergaderingen vonden plaats in café Cellarius te Colmschate. Rond de vergadertafel zat hij met be-kende imkers zoals Spoelstra, Vunder-ink, Starink, Kok en Plant.Twee leden, Herman Schenk en Jan Lindhout, stimuleerden hem te begin-nen met het zachtaardige ras Carnica.

Oud-voorzitter van onze vereniging tussen 1981 en 1996, leraar bijenteelt, honingkeur-meester, Imkermeister (opleiding in Duitsland) en docent voor biologisch-dynamisch (BD) imkers. Ziedaar het ‘imker-CV’ van Albert Muller. En dan heb ik het nog niet eens gehad over zijn werkzaamheden als leraar veehouderij en dierenverzorging, stagecoördinator en decaan van de Lagere Agrarische school te Twello, later het AOC (Agrarisch Onderwijs-centrum) Oost. Ook begeleidt hij een uitwisselingsproject met imkers in Oeganda.

Albertverzorgt cur-sussen in heel Nederland.

14 tuters en kwakers

Page 15: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Hij bestelde twee Schiermoeren. De eerste keer zette Van Gend en Loos twee drieraamskastjes af op het sta-tion, helemaal aan het einde van het perron. Zij hadden blijkbaar gezoem gehoord, het gevolg was dat de bijen uren in de hitte stonden en daardoor bijna ‘over de rooie’ gingen. Later heeft hij nog een volk gehad met een Kaukasische koningin, maar hij is ten slotte teruggekeerd naar de Hollandse Bij, door hem ook wel de Nederlandse Landbij genoemd.

De twee afdelingen Colmschate en Diepenveen zijn in 1975 gefuseerd. Tus-sen beide afdelingen zijn wel fricties geweest, dit had te maken met verschil van opvatting over het bijenhouden en er waren ook duidelijke cultuurver-schillen.

In 1978 heeft hij samen met Herman Schenk, Jan Lindhout en Ben Eff ing een korte tijd het afdelingsblad Praat-raat uitgegeven. De tekeningen werden gemaakt door Jenny, de vrouw van

Albert. Helaas is het blad door tekort aan kopij ter ziele gegaan.

In 1981 volgde hij Spoelstra op als voorzitter. In 1984 werd de naam van de afdeling Colmschate-Diepenveen gewijzigd in de afdeling Deventer-Diepenveen. Gedeeltelijk uit tactische overwegingen, het bestuur hoopte op deze manier dat de gemeente Deven-

ter welwillend zou staan ten opzichte van de imkers. En er kwam zo meer aandacht voor drachtplanten in het groen van Deventer. In die jaren is er veel contact geweest met de natuur-consulent van de gemeente, de heer Brinksma. Ook was er overleg over de vestiging van een gemeentelijke bij-enstal respectievelijk clubgebouw. Uit dit overleg is later het milieucentrum de Ulebelt voortgekomen. De imkers kregen hier een prominente plaats.

In 1979 kwam Albert in contact met het biologisch-dynamisch imkeren. Tijdens een lezing in de aula van de Pedagogische Academie te Deventer werd hij enthousiast gemaakt. De basis voor deze wijze van imke-ren werd gelegd door de antroposoof Rudolf Steiner (1861-1925). Het volk, de imme, wordt beschouwd als één organisch geheel, een organisme op zich. Koningin, werksters, darren, de raten, het broed, het stuifmeel en de honing horen er allemaal bij, evenals het drachtgebied rondom het volk.

Albert is een BD-imker in hart en nieren. Bij het imkeren zijn de volgende regels van belang: geen gebruik van kunstraat, geen ijzerdraad in de kast, het volk in een natuurlijke zwermstem-ming laten komen, inwinteren op eigen honing of eventueel met suiker + ka-mille. De bijenkasten zijn Einraumbeute, éénraamskasten met één bepaald soort

hoograam. De kasten en ramen worden gemaakt in het centrum Fischermühle in Zuid Duitsland, dichtbij de plaats Rosenfeld.

Albert verzorgt cursussen in heel Ne-derland. Ook geeft hij lessen in België en Duitsland. Afgelopen jaar had hij 140 cursisten. Door deze activiteiten kan hij maar sporadisch aanwezig zijn op de vergaderingen van de afdeling Deventer. Twee jaar geleden is hij op zijn werk met pensioen gegaan, maar met de huidige werkzaamheden hoeft hij geen angst te hebben ooit nog in een zwart gat te vallen.

Over de Imkervereniging Deventer is hij zeer te spreken. Er worden veel activiteiten georganiseerd. In de plaat-selijke samenleving zijn imkers en bijen bij velen bekend, denk maar eens aan de activiteiten voor schoolkinderen op de Ulebelt, de marktkramen en de aandacht voor bijensterfte. Het in-zaaien van drachtplanten in het open-baar groen, het zogenaamde ‘bijenlint’, wordt daarom breed door de bevolking gesteund.

Na dit leerzame bezoek aan een bevlo-gen imker keer ik weer huiswaarts. n

Herman Naeff

15

een leuk YouTube fi lmpje met Albert Muller in de hoofdrol:

“BIJvoorbeeld: Bijen steken niet!”

tuters en kwakers

Page 16: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.
Page 17: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

De imker vertelt

Wat betekenenbijen in mijn leven: Bijen houden is voor mij de spanning tussen mens en natuur, het begrijpen van het mechanisme, dat sturen en dan zien wat je er van maakt.

Het is vroeg in de ochtend in mei, de zon is al warm aan het worden en ik hang boven uit het raam op de eer-ste verdieping. Onder mij staan twee bijenkasten op de erker. Ja, ze halen al en volop. Blijf kijken wat ze halen. Som-mige zwaar al met nectar. Anderen met klonten stuifmeel. Wist niet dat er zoveel soorten geel bestaan. Sommigen gaan als een speer naar binnen. Anderen zijn nog aandoenlijk onhandig en doen het mis-schien wel voor de eerste keer. Ze halen en halen alsof er geen morgen is. Ik blijf kijken, vergeet de tijd en alles om me heen. Bijen hebben mij doen beseff en dat je meer moet leven op de dag zelf. Niet gisteren, niet morgen, maar vandaag.

Een kort antwoord: Bijen houden is een verslaving. Er is geen afkickmethode beschikbaar, dus ik zal altijd een api-junk blijven.

Een nieuwe wereld gaat er voor je open. Ook al imker je al 5 jaar, het blijft fascinerend en geen imkerjaar is hetzelfde. Je bent je veel meer bewust van de seizoenen en je ziet ze overal vliegen.

Imkerles geven op de Ulebelt aan kinderen van de lagere school was voor mij het hoogtepunt van dit jaar. Het en-thousiasme en de onbevangenheid was enorm.

Sigis Sparenberg

Petra van Dalen

Piet Scholten

Sia Prins

Frans van der Laan17tuters en kwakers

Page 18: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Over imker Jan Henk Wigersma

DE BIEJEN-KONINGOudere Diepenveners zullen zich hem nog wel herinneren, imker Jan Henk Wigersma, in Diepenveen algemeen bekend als de biejenkoning. Jarenlang woonde hij op de Koershof, een uitgebouwd voormalig jachthuis behorende bij landgoed Nieuw Rande dat op dat moment in bezit was van Baron Stratenus.

DE BIEJEN-Ik ben één

met de bijenen de bijen met mij.

18 tuters en kwakers

Page 19: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

“Soms worden de kinderen

Wigersma ook ingeschakeld om een

bijenzwerm op de fi ets te volgen”

Het huis lag in het bos tussen de Wetermansweg en de Bouwhuisweg en kreeg uiteindelijk Bouwhuisweg 2 als adres. Het huis werd in 1968 door de familie in vervallen staat verlaten en werd niet lang daarna afgebroken.

‘’De Koershof’’Wigersma huurt een huis van de op Nieuw-Rande wonende Baron Stra-tenus.Tijdens de oorlog is Wigersma uit liefhebberij met bijen begonnen. Na de oorlog wordt hij beroepsimker en is er “uit liefhebberij een beroep gegroeid”, zoals hij later in één van zijn publica-ties zegt.

KoershofkastDat Jan Henk Wigersma voor het beroep van imker koos was heel bijzon-der, omdat niets in zijn opvoeding in die richting gewezen had. Aanvankelijk houdt hij zich vooral bezig met de ver-koop van producten die met de bijen-teelt te maken hebben. Zo verschijnt in 1947 in het maandschrift voor de bijenteelt een advertentie van de

Koershof, waarin met het oog op Sint Nicolaas allerlei artikelen rondom de bijenteelt te koop aangeboden worden. Sommige van die producten zijn ook eigen ontwerpen, zoals het Koershof voederbakje. Grote bekendheid krijgt hij in 1947 als hij met de Koershofkast op de markt verschijnt, een zelf ontworpen bijenkast die hij bij de in de nabijheid wonende timmerman Brand laat ma-ken.

Het bijzondere is dat hij een aantal kenmerkende verbeteringen aanbrengt op de tot dan toe veel gebruikte Sim-plexkast. Hoewel ook hij uitgaat van 10 ramen per kastdeel ligt de verbetering vooral in het inschuiven en afsluiten van de vliegopening met behulp van een vliegplank. Een ander voordeel is dat deze kast ook voorzien is van een vast reisraam waardoor er makkelijker mee gereisd kan worden. De inloop is zo gemaakt dat het afsluiten van

het dak voor vervoer daardoor veel gemakkelijker is geworden. Bovendien is het dak van zink en loopt het aan de achterkant iets door, waardoor het beter bestand is tegen weer en wind. De kast is op dat moment verkrijgbaar voor de prijs van 29.50 gulden. Ondanks de kennelijk hoge kwaliteit komt de doorbraak er niet.

Beroepsimker Wigersma gaat zich meer en meer richten op het beroep van imker, op het produceren van honing. Met in totaal 50 à 60 volken behoort hij tot de grote imkers. Een groot deel van het jaar brengen de bijenvolken door op de heide van de Holterberg of op de koolzaadvelden van de net drooggeval-len polders.Imker Wigersma heeft intussen al lan-delijke bekendheid gekregen en velen komen bij hem voor advies. Zo komt in 1948 de Rotterdamse Imkervereniging op bezoek.

Rondom de Koershof ontstaat een hevige bedrijvigheid, want er is veel te doen. Hij slingert de honing zelf en er worden al gauw twee honingschu-ren gebouwd om de voorraad onder te brengen. Hij heeft op een gegeven moment ook mensen in dienst. Veel honing wordt aan huis verkocht. Re-clamespullen, maar ook de etiketten voor de honingpotten ontwerpt hij zelf. Klanten kunnen een voorproefje nemen door een wafeltje te eten waarop een beetje honing is uitgestreken.Natuurlijk wordt er ook honing uit de raat verkocht nadat die heel zorgvuldig is uitgesneden.Voor de kinderen levert een bijproduct van de imker nog wat extra plezier op. Het darrenbroed (eitjes waar later de mannetjesbijen uit zullen ontstaan) blijkt heel goed bruikbaar om jonge kraaien mee te lokken. Het lukt de kin-deren zo tamme kauwtjes te kweken. Vaak vliegen ze mee naar de dorps-school in Diepenveen, waarna ze ge-duldig op het stuur van de fi ets blijven wachten tot de school uit gaat. Ondertussen gaat hij ook de mark-ten af. Wekelijks is hij te vinden op de markten van o.a. Utrecht, Zwolle, Hil-versum en Amersfoort. Hij bouwt een heel netwerk op en wordt leverancier van speciaalzaken. “De toptijd van de

honing lag ongeveer in 1954, maar ondanks alle drukte was het een karig bestaan en hadden we het niet breed!”

BiejenkoningIn Diepenveen staat hij dan al lang be-kend als de biejenkoning. Toch liggen zijn activiteiten niet direct bij de Die-penveense Imkervereniging. Wel wordt hij regelmatig in het dorp opgeroepen om een wespennest te verwijderen. Ook krijgt hij een seintje als er ergens een bijenzwerm gesignaleerd wordt. Soms worden de kinderen Wigersma ook in-geschakeld en aangespoord om op de fi ets een bijenzwerm volgen. Opvallend is dan weer de onverschrokkenheid van vader Wigersma die nooit een wit pak draagt en ook niks ziet in het dragen van een kap. “Nooit in paniek raken en geduldig blijven”, is zijn devies.

KoninginneteeltZijn activiteiten met het imkergebeu-ren liggen vooral op landelijk terrein. Niet alleen op het gebied van de ver-koop, maar ook zet hij zich in om zijn deskundigheid te verspreiden. In 1950 wordt dat nog eens extra benadrukt als zijn boekje “Koninginneteelt” verschijnt.In zijn inleiding zegt hij: “de Konin-ginneteelt heeft mij altijd al geboeid. Ik heb veel methoden gebruikt, veel fouten gemaakt en veel mislukkingen geboekt. Koninginneteelt is nodig om onze bijenteelt vooruit te brengen, want we hebben een achterstand op het buitenland!” Naast dit ver gelegen ideaal heeft hij echter ook een dichter-bij gelegen doel op het oog:“Het zal uw vreugde in het imkeren vermeerderen en tenslotte uw honing-opbrengst vergroten.” n

19tuters en kwakers

Page 20: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Koershof verlatenRond 1958 doet hij z’n bedrijfsattribu-ten van de hand. Voortaan houdt hij zich alleen nog bezig met de verkoop van honing. De lichamelijke beperking

en de vervallen staat van het huis ma-ken het dringend noodzakelijk op zoek te gaan naar een andere bewoning. Bij de keuze van de nieuwe woonplek gaat de imkerij nog een belangrijke rol spelen.

Wigersma is in z’n hoedanigheid als imker regelmatig bij diverse boeren op bezoek geweest. Zo ook in Averlo bij Willem Bolink, alias “Willem met de dikke glazen”. Hij heeft in Averlo gezien dat er een stukje bos te koop is waar gebouwd zou kunnen worden.Er komt een kink in de kabel als blijkt dat er een agrarische bestemming op de grond ligt. Wigersma verzint een list en leent bij eerder genoemde Wil-lem een drietal bijenkasten die hij op het te koop staande perceel zet. Hij gaat naar de gemeente en zegt dat hij op het door hem gekochte perceel een bedrijfswoning wil zetten, immers een imker is een agrariër!?De gemeente ligt dwars, maar moet uiteindelijk bakzeil halen. Het karakte-ristieke huis de Koershof is dan al zo vervallen dat het kort daarna wordt afgebroken.

AverloDe honingverkoop gaat ook in Averlo nog even door. Wigersma levert vooral

aan winkels en de tussenhandel. Toch neemt Wigersma na verloop van tijd volledig afscheid van de honinghandel. Hij doet zijn bedrijf over aan de fi rma Mellona.

Dit artikel is een samenvatting uit het interview dat .. heeft gehouden met Baltus Wigersma en … Wie het inter-view wil lezen, en dat is de moeite waard, verwijzen we naar onze website www.imkersdeventer.nl.

n

maar moet uiteindelijk bakzeil halenDE GEMEENTE LIGT DWARS!

20

Uit de oude doos!uut 1953

tuters en kwakers

Page 21: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Belèvenissen. In onze streek heulen vrogger heel vôle boeren- Biej‘n, Of lemen zo-as ze vrogger zèèn, En zag iej bie de schure vaeke een iemenschoer stoan, Woar de biejenkörven in stond ‘n. ‘s Zommers wodden dan de biejen noar de Lemelerbarg e ‘brach, woar ze op de bleuiende heide de honing zoch ‘n. det vot breng ‘n mos ‘s nachts gebeur‘n. want anders zaten de biejen niet allemoal in de körven.

Onderweg wod’n dan an ‘e leg in cafe” ‘de vette henne’ öm koff ie te drink‘n. De leu die de biejen weg brach’n klop ‘n doar an ‘t raam en de vrouwe kwam dan ‘t bedde uit, in ‘t poarsbonte nachtjak en rooie baaien onderrok, öm ze bin ‘n te loaten. De vrouwe raakel‘n ‘t vuur op en al gauw was de koff ie gaar. De luu atten dan de boterhams, die ze bie zich had‘n, op.

Een buurman van ons heul ok biejen, en mien Va en nog een andere buurman ‘ging ‘n een keer met de biejen weg breng ‘n. Ze kwam ‘m dus ok in “de vette henne“ en zet ‘n zich ön het vuur. Eene buurman veel in sloap, ‘n ander zat met de tange in ‘t vuur te reur’n, en toen die zag det zien buurman sleup, zei die teeg’n mien Va: “zak öm is een zwarte neuze maak ‘n?”

Met det ‘e det ‘e zeg had, kneep‘e de tange öm de neuze van de sloapende buurman. Mar o leeve deugd, hèè had der niet an ‘e dach det de tange heite ‘e wod’n was. ‘t Snisteren zei mien. Va, ‘t vel bleef an de tange hang‘n.

Det de buurman wakker won ‘n is duudelijk,-- en wat ‘e toe zei ok. Zo wod’n öm letterlijk en fi guurlijk het vel over de neuze haalt.

En hoe ‘t verder is ‘e goan, Och, hè zal ‘t vermoedelijk nooit weer hem ‘m ‘e doan

En zo zie mar weer een bieje kan zoem ‘m en steek‘n, Döt- ‘e det goed dan veul ie ‘t nog week ‘n. Mar as ie oe vingers brand an een ander zien neuze, Kun ie bèter maak ‘n de ‘j weg komt, det is de enige keuze.

En de verbrande neuze?-- Och gewoon in een pot met honing steek ‘n, Dan duurd det branderege geveul echt geen week ‘n.

21

Sterke verhalen inhet dialectuut ‘62!

Sterke

tuters en kwakers

Page 22: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Deventer imkers al een eeuw

VAN ALLEMARKTENTHUIS

In het Deventer Dagblad van 27 janu-ari 1915 wordt melding gemaakt van een honingmarkt te Deventer die elke vrijdag gehouden werd. “Het afgeloopen jaar is bijzonder gunstig geweest voor de imkers”. Op de markt ging alles vlug van de hand tegen goeden prijs!En in september 1920 bericht dezelfde krant over een driedaagse bijenten-toonstelling en honingmarkt. Uit het

achterzaaltje van Spijker ruikt men al voor men binnen is de zoete geu-ren der honingmarkt. Met dahlia’s en heistruiken versierd zijn daar de blanke honigraten en groote waskazen en de potjes honig en honingkoeken uitge-stald. (DD 22/9/1920, 35stejaargang no. 10680).Op 2 februari 1932 meldt het Deventer Dagblad: ‘Deventer Honingmarkt een

overweldigend succes!’ En ook: ‘Het mag bekend verondersteld worden, dat Deventer al jaren lang één der drukste, en voor de imkers, in verband met den honingprijs één der belangrijkste ho-ningmarkten heeft uit ons land. Er was echter wel een behoorlijk probleem: De gezellige gemoedelijkheid op deze dagmarkt kon echter wreed worden verstoord daar tallooze roofbijen, welke

Tijdens het archiefonderzoek naar het verleden van onze Deventer Imkervereniging kwamen we steeds verwijzingen tegen naar de honing- en bijenmarkten die in Deventer gehouden werden. Reden om daar meer onderzoek naar te doen. Dit leverde leuke informatie op die we jullie niet willen onthouden.

DeventerHoningmarkt

een groot succes!

tuters en kwakers22

Page 23: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

“Al zou er regen vallen, dan nog

gaat men naar de Goede Vrijdag-

markt te Deventer”

op zonnige herfstdagen van uit hunne in de nabijheid staande woningen de markt eveneens met een bezoek “vereerden”. De koopers bleven dan beangst op een respectabelen afstand; en den imkers bleef op zulke mooie najaarsdagen veelal weinig meer over dan de klandizie der bijen. We heb-ben het niet zelden bijgewoond, dat de verkoopers van honing genoopt waren hunne heerlijke zoetigheid in te pakken en ... huiswaarts te gaan.’

Het was voornamelijk de kwestie van dit roofbijenbezoek, die aan deze buitengewoon goed bezochte markt een onaangename bijsmaak gaf. Geen wonder dus, dat het bestuur van afde-ling Deventer en omstreken al jaren lang naar een oplossing zocht ‘om te ontkomen aan het bezoek en den dus misplaatsten ijver der roofbijen. Er werd geprobeerd de honingmarkt ondergebracht te krijgen in een afge-sloten ruimte, temeer daar op de markt zoo tallooze bijen noodeloos werden afgemaakt’. Maar telkens zijn daar bezwaren.

Zo bleef de honingmarkt te Deventer, ook al blaakte ze van gezondheid, toch sukkelen. Tot er een oplossing kwam waar niemand aan had gedacht:Er was des Zaterdags op een der groot-ste pleinen een bloemenmarkt, welke in den laten namiddag, kort voor zons-ondergang aanving. Een der leden van deze marktcommissie gaf ons bestuur een wenk, te trachten vergunning te krijgen voor honing verkoop op deze Zaterdagavonden, en toen stond het bestuur plotseling ten volle gemobili-seerd voor het idee, dat de oplossing zou brengen, Een honingmarkt zonder roovende bijen en temidden van bloe-men. De spanning of er wel voldoende belangstelling voor deze avondmarkt zou zijn bleek ongefundeerd. Op den eersten avond was ongeveer 1200 pond honing aanwezig, waarvan ± 1100 pond werd verkocht. Volgens de gegevens, van de marktmeester, die

dus off icieel zijn, is op negen zater-dagavonden niet minder dan 6408 pond honing verkocht. De aangevoerde honing kwam niet alleen uit de naaste omgeving: er waren imkers, die na afl oop van de markt nog eenige uren moesten fi etsen om thuis te komen; en zelfs toen de honingmarkten beëindigd waren, kwam er nog een aanvrage om toelating van een imker uit de buurt van Almelo. (G.J. LANKKAMP,Voorz. der afd. Deventer e.o. 2/2/1932)

Bijenmarkt te DeventerHet is april 1938 als er een Deventer bijenmarkt komt met op goede vrijdag 15 april een bijenmarkt en 15 en 16 april een bijententoonstelling. De lucht moge betrokken zijn, het weer guur, ja, al zou er regen vallen, dan nog gaat men naar de Goede Vrijdag-markt te Deventer. Midden door de opeenge-hoopte mensen wandelt een bijenkorf, waaronder een paar benen steken van een bekend deventer reclame-loper. Al-ler aandacht concentreert zich op deze man in zijn stroohuisje, die zich onder grote hilariteit langzaam over het plein verplaatst om dan in een der straten te verdwijnen. De burgemeester die de tentoonstelling en de bijenmarkt opende verwees naar Maeterlinck’s “La vie des abeilles”, welk werk een zulk interessant beeld geeft van de bijenmaatschappij, van de bijen-dictatuur zelf en de rol welke daarin de bijenkoningin speelt. Groot is de ge-meenschapszin. Naast de ethische zijde van dit bijenleven staat de practische betekenis ervan. Bekend zijn het nut van de honing, de onmisbaarheid der bijen in de fruitteelt, het gebruik van de wasproducten. Deventer kent het be-lang van den honing in de koekfabrica-ge. Hier zij men, als steeds, voorzichtig met de bijen, die niet gestoord wensen te worden en dan allerminst gevaarlijk zijn. Een goede sigaar heft trouwens alle gevaar op.

Dat men ook vroeger al veel aandacht besteedde aan een leuke aankleding om mensen aan te trekken blijkt uit het volgende: De tentoonstelling; De entree is een strokorf met een vlieggat waardoor telkens een persoon tegelijk kan passeren. Binnen in de aardig met gekleurd papier gedecoreerde ruimten is veel te zien. Deventer koek, mooie

bloemenstands, prachtig bewaard fruit en honing. Imkersgereedschappen en ook het vlechten van strookorven. Een stand met de meest uiteenlopen wasproducten waaronder wasbeits en daarmee uitgevoerde kleine schilderij-tjes. Er staat een antieke honingpers. Het bijenleven in demonstratiekasten en allerlei insecten in een grote ver-zameling daarvan. Tenslotte staat er buiten raat in kast met af- en aanvlie-gende bijen. En verder, op de Beesten-markt, wordt, op een met jute afgezet gedeelte, de bijenmarkt gehouden, waar de imkers hun korven en kasten met bijenvolken hebben aangevoerd. (Deventer Dagblad 53ste jaargang no. 52090)

Zoals in het artikel van Herman Naeff al is weergegeven was er na de oorlog een periode van minder georgani-seerde marktactiviteit. Pas eind jaren ’90 begint het weer op te leven als de vereniging een bijenstal realiseert op het Milieu Centrum Deventer (nu anno 2013 de Ulebelt geheten). Vanaf 1997 heeft de vereniging daar haar “eigen bijenstal”. Vanaf de oprichting van het milieucentrum worden er steeds meer activiteiten ontplooit en tegenwoordig is er elk jaar in de maand september een oogstfeest. Op dit feest is de Im-kervereniging Deventer ook van de partij met verschillende producten uit de imkerij waaronder natuurlijk: al-lerlei soorten honing, wasproducten en honingwijn. Ook staat de vereniging met haar eigen kraam op markten en braderieën. Stond vroeger de verkoop van honing centraal nu vooral het en-thousiast maken van mensen voor de imkerij en alles wat daarbij komt kijken.n

23tuters en kwakers

Page 24: Jubileumuitgave 100-jarig bestaan imkervereniging Deventer e.o.

Kijk ook eens op onze website: www.imkersdeventer.nl

Zwerm“Een zwerm...op een ronde paal ... pro-beren te scheppen met een ronde korf. Driekwart van de bijen valt er naast, precies in mijn klompen. Een voordeel is dat ik nu volledig immuun ben voor bijengif...” - Piet Scholten

Stuifmeel“Voor het eerst het wonder ontdekt van het stuifmeel van de Phacelia (bijen-voer). Diep paars, bijna zwart. Schitte-rend!” - Jore Bron, eerstejaars imker

Imker-virus“Pas toen ik zelf ging imkeren kwam ik erachter dat zowel mijn opa in de vijfti-ger jaren als de opa van mijn vrouw in de zestiger jaren ook imker waren. Van een familielid kreeg ik twee zwerm-korven van opa. Die waren al die jaren bewaard gebleven voor het geval dat een familielid besmet zou raken met het imkervirus.” - Henk van Hoorn

Een prikkelbaar volk“Mijn kast stond op Brinkgreven. Per ongeluk heb ik de boven- en onderbak samen opgetild. Het hele volk kwam op mij af. Ik zag dat het niet goed zat,

ik kreeg steeds meer steken. Ik ben zelf naar het ziekenhuis gefi etst. Kort daarop was ik opgenomen en lag ik aan allerlei infusen en zuurstof.

Ook kreeg ik een aantal injecties. Ge-lukkig ging het snel voorbij, twee uur later fi etste ik al weer naar huis. Het leek alsof ik helemaal geen 40 steken had gehad”. - Dragana Pereboom Urban Bee Keeping“Samen de basiscursus doen. Jouw eerste 6-ramer, jouw eigen volk opha-len bij de Ulebelt. De bijen waren wat onrustig, het ging onweren maar na een uurtje wilden we toch naar huis. De kast moest thuis alleen nog even naar het dakterras worden gebracht. In de auto zagen we wel wat verdwaalde bijen. Althans dat dachten we. Toen Bert de kast door het huis de trap op bracht, zagen we dat de bijen niet in de kast zaten maar onder de kast hingen... Ik schrok ontzettend. Het enige wat ik uit kon brengen was: lópen, lóópen. Oner-varen als je bent schrik je je rot terwijl ik nu denk ‘ze blijven toch wel hangen’.” - Wil Bouwman

De tocht naar de hei. “Mijn eerste opwindende ervaring als klein jochie met de bijen was niet zo lang na de Tweede Wereldoorlog. De kasten en korven werden op een platte boerenkar met paard naar de hei ge-bracht. Het was altijd spannend of de kasten wel dicht bleven zitten en geen bijen ontsnapten. Want bij een paard kon dat problemen geven. Wij woonden in het gebied aan de Veluwezoom waar de Engelsen bij de Airborne geland waren. Sommige kasten waren schuif geworden door granaatscherven die er dwars doorheen waren gegaan.

Het waren toen nog Simplexkasten en de binnenbakken gingen daarom soms schuiven. Met veel krantenpapier werden de gaten dicht gestopt, want schuimrubber was er nog niet. Mijn vader zei altijd, als je door de modder en de plassen naar de hei gaat, wordt het een goed heidejaar. En zo werd het dicht stoppen van de gaten soms toch nog beloond met veel honing.” - Bas van Scherrenburg

Wist u datjes en andere...

LEUKE ANEKDOTES

[email protected] www.imkersdeventer.nl

Kijk ook eens op onze website: www.imkersdeventer.nl