Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

76
 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling JOLIEN VYVERMAN MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting JOURNALISTIEK PROMOTOR: PROF. DR. DIRK VOORHOOF COMMISSARIS: JAN LIPPENS  COMMISSARIS: SARAH VAN LEUVEN ACADEMIEJAAR 2010 - 2011 JOURNALISTIEKE AUTONOMIE EN HET REDACTIESTATUUT IN VLAANDEREN aantal woorden: 27212

description

'Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen', de thesis van Jolien Vyverman.

Transcript of Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

Page 1: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 1/76

 

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

JOLIEN VYVERMAN

MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

afstudeerrichting JOURNALISTIEK 

PROMOTOR: PROF. DR. DIRK VOORHOOF

COMMISSARIS: JAN LIPPENS

  COMMISSARIS: SARAH VAN LEUVEN

ACADEMIEJAAR 2010 - 2011

JOURNALISTIEKE AUTONOMIE EN HET REDACTIESTATUUT IN

VLAANDEREN

aantal woorden: 27212

Page 2: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 2/76

 

________________________________________________________________________________________

Inzagerecht in de masterproef (*) 

Ondergetekende, ……………………………………………………. 

geeft hierbij toelating / geen toelating (**) aan derden, niet-

behorend tot de examencommissie, om zijn/haar (**) proefschrift

in te zien.

Datum en handtekening

…………………………..

………………………….

Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit descriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mitscorrecte bronvermelding.

-----------------------------------------------------------------------------------

(*) Deze ondertekende toelating wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren van de scriptie/masterproef die moet worden ingediend.Het blad moet ingebonden worden samen met de scriptie onmiddellijk na de kaft.(**) schrappen wat niet past 

Page 3: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 3/76

 

Abstract

De focus van het onderzoek ligt op de journalistieke autonomie en het belang van redactiestatuten in

Vlaanderen. In een snel veranderend medialandschap en als gevolg van de commercialisering komt de

 journalistiek onder druk te staan. Journalisten zijn gatekeepers. Ze moeten op een objectieve en onaf-

hankelijke manier een raamwerk op de wereld kunnen bieden, maar door interne en externe druk dreigt

dit venster beïnvloed te worden. Autonomie is het hoogste goed en moet gewaarborgd worden. Dat is

noodzakelijk voor kwaliteitsvolle media. Een redactiestatuut kan hiertoe een hulpmiddel zijn. Het biedt

ook bescherming aan de redactionele lijn van een medium. Het onderzoek ging na welke rol het redactie-

statuut speelt in het beschermen van de journalistieke autonomie en de identiteit van een medium. In het

kader van een empirisch onderzoek werd vooraf een literatuurstudie uitgevoerd. Het empirisch onder-

zoek bestaat uit casestudies en diepte-interviews met journalisten, hoofdredacteuren en directieleden. We

onderzochten De Morgen, Humo, WTV, VRT en VTM. Uit de resultaten blijkt dat Vlaamse journalisten

tevreden zijn over hun journalistieke autonomie. De meerderheid van de respondenten erkent overigens

het belang van een redactiestatuut maar vindt het niet altijd noodzakelijk voor de eigen redactie. Het

onderzoek toont aan dat een redactiestatuut een noodzakelijke voorwaarde is voor de Vlaamse media,

maar geen voldoende voorwaarde.

i

Page 4: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 4/76

 

Voorwoord

Gezucht, geblazen, gevloekt en gejammerd. Ik heb het allemaal gedaan terwijl ik deze verhandeling

aan het schrijven was. Hier komt nooit een einde aan is zowat de meest voorkomende zin die uit mijn

mond kwam de laatste maanden. Maar kijk, hij is er. De dagen vastgekluisterd aan mijn bureau zijn

geteld. Opgelucht en ook tevreden. Tevreden over het werkproces, tevreden over het eindresultaat.

Ik wil me nu al verontschuldigen voor het overschrijden van het maximaal aantal toegelaten woorden.

Mijn verhandeling is iets dikker uitgevallen vanwege de krachtige quotes van de respondenten. Voor de

kwaliteit van de scriptie vond ik het noodzakelijk de citaten in de tekst op te nemen. Toch hoop ik dat

elk woord u stuk voor stuk zal boeien.

Ik ben een jonge, sterke en dappere vrouw die het alleen aankan - of dat probeer ik mezelf toch wijs te

maken - maar deze masterproef zou niet geweest zijn wat hij vandaag is mocht ik niet de steun en de

hulp gekregen hebben van een aantal personen. Daarom zou ik deze mensen graag willen bedanken.

Allereerst wil ik mijn promotor prof. Dirk Voorhoof uitvoerig bedanken. Niet alleen voor de hulp, maar

ook voor de vrijheid die ik van hem kreeg. Het was een waar genoegen om voor hem mijn masterproef 

te mogen schrijven.

Daarnaast wil ik in het bijzonder Pol Deltour, nationaal secretaris van de VVJ en de AVBB, bedanken.

De documentatie en het advies dat ik van hem gekregen heb waren enorm waardevol.

Ik wil uiteraard ook iedereen bedanken die met enthousiasme heeft meegewerkt aan de interviews. Bij

de ene was er al wat meer overtuigingskracht nodig dan de andere. Toch, allen bedankt. Zonder u was er

van deze scriptie geen sprake geweest.

Ook David Hollevoet, medestudent, verdient een vermelding. Interviewsoftware Nvivo heeft dankzij

hem geen geheimen meer voor me.

Mijn fantastisch lief, Boris Libeert en mijn fantastische vrienden, bedankt voor de steun in minder goede

dagen. Ook bedankt om de rol van proofreaders op jullie te nemen.

En tenslotte, maar zeker niet onbelangrijk, wil ik ook mijn mama en haar vriend bedanken. Het is dankzij

hen dat ik deze vier jaar heb kunnen volbrengen. Ze hebben me altijd gesteund en stonden altijd achter

mijn beslissingen.

Ik wil ook kort mijn meter vermelden die deze zomer plots overleden is. Ik weet hoe trots je op me was.

Dit is ook voor jou.

Bedankt allemaal.

Jolien Vyverman,

02/08/11,Gent

ii

Page 5: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 5/76

 

Inhoudsopgave

Probleemstelling 1

Inleiding 2

Literatuurstudie 5

1.1 Journalisten en nieuwsbronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

1.2 Veranderingen binnen de journalistiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

1.3 Journalistieke deontologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

1.4 Verhoudingen binnen een mediabedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.4.1 Uitgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.4.2 Directie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.4.3 Hoofdredactie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.4.4 Redactie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.4.5 Redactieraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.5 Autonomie van de journalist en kwaliteit van het nieuws . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

1.6 Het redactiestatuut . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

1.6.1 Definitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

1.6.2 Doelstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

1.7 Redactiestatuut versus Stichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

1.8 Wettelijke bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

1.9 Het redactiestatuut in Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

1.10 B esluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Empirisch onderzoek 242.1 Onderzoeksdesign . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

2.1.1 Situering van het onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

2.1.2 Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

2.1.3 Design . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

2.2 Cases . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

2.2.1 De Morgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

2.2.2 Humo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

2.2.3 WTV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

2.2.4 VRT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302.2.5 VTM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

iii

Page 6: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 6/76

 

Resultaten 33

3.1 Algemene resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

3.2 Resultaten cases . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

3.2.1 De Morgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

3.2.2 Humo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 393.2.3 WTV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

3.2.4 VRT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

3.2.5 VTM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46

Discussie 49

4.1 Algemene bevindingen en terugkoppeling naar de literatuur . . . . . . . . . . . . . . . . 49

4.2 Bevindingen cases . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

4.2.1 De Morgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

4.2.2 Humo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

4.2.3 WTV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

4.2.4 VRT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54

4.2.5 VTM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55

Algemeen besluit 56

Bibliografie 60

Lijst met afkortingen 67

Lijst van de geïnterviewden 68

Lijst bijlagen 69

Bijlagen 70

iv

Page 7: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 7/76

 

Probleemstelling

Naar aanleiding van de snelle veranderingen binnen het medialandschap, waarbij commercialisering,

ontslagen, fusies en concentratiebewegingen termen zijn die bekend in de oren klinken, komt de jour-

nalistiek onder druk te staan. Journalisten zijn waakhonden van de samenleving. Zij staan in voor een

professionele en onafhankelijke berichtgeving. Ze moeten ervoor zorgen dat de burger goed en op een

correcte manier geïnformeerd is over wat er zich afspeelt in de wereld. Dit venster op de wereld wordt

bedreigd wanneer journalisten te kampen krijgen met interne en externe druk op de redactie. Het re-

dactiestatuut is een instrument dat de nodige autonomie aan de redactie waarborgt. Het document regelt

de relatie tussen de directie, hoofdredactie en redactie. Er worden ook bepalingen in opgenomen die de

redactionele lijn beschermen. Althans dit is wat het zou moeten doen. Er is heel wat literatuur voor-

handen die inzichten biedt over de belangrijke rol die het redactiestatuut kan spelen in het waarborgen

van de journalistieke autonomie. Maar blijkt het in de realiteit ook zo’n goede garantie te zijn? Is het

redactiestatuut een geldige waarborg voor de autonomie van de journalist? Of blijft het document eerder

dode letter? Met deze verhandeling trachten we een antwoord te vinden op die vragen, althans voor de

Vlaamse mediasector. Aan de hand van een kwalitatief onderzoek wordt nagegaan welke rol redactie-

statuten spelen bij de Vlaamse media. Het fenomeen wordt onderzocht aan de hand van enkele cases.

Voor zowel de krantensector, magazinesector als de regionale omroepen wordt er één case behandeld,

met name De Morgen, Humo en WTV. Voor de nationale omroepen maken we een uitzondering. Hier

belichten we zowel de VRT als de VTM omdat een openbare omroep niet hetzelfde businessmodel heeft

als een commerciële omroep. Interviews met betrokken journalisten, hoofdredacteurs en directieleden,

moeten ons inzicht bieden in de situatie van het desbetreffende bedrijf. Daarnaast pogen we ook via deze

kwalitatieve onderzoeksmethode de attitudes ten opzichte van de aanwezigheid van een redactiestatuut

in kaart te brengen. We trachten te achterhalen hoe redactiestatuten gehanteerd worden; of ze al dan niet

toegepast worden. Het onderzoek wil nagaan of het redactiestatuut een efficiënte bescherming biedt aan

de onafhankelijkheid van de journalisten in de Vlaamse media en of het zorgt voor het behoud van de

redactionele lijn.

1

Page 8: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 8/76

 

Inleiding

Media bieden een venster op de wereld. Elke dag krijgen we via de televisie, radio, kranten, magazines,

internet en andere digitale wegen een hoop informatie op ons bord. De kracht achter dit alles is het

bijzondere werk dat journalisten elke dag opnieuw afleveren. Journalisten brengen nieuws, journalisten

maken nieuws. In elk boek, in elk artikel wordt het bevestigd: ‘Journalisten zijn de waakhonden van

de maatschappij’. Een journalist moet zorgen voor objectieve en onafhankelijke informatie. Dat is zijn

belangrijkste taak.

Interne en externe druk zorgen ervoor dat dit proces niet altijd even goed verloopt. Media moeten scoren

want het zijn commerciële goederen. Dat wil zeggen dat ze aantrekkelijk moeten zijn voor zowel de

consument, als voor de adverteerder. Directies willen hun producten zo winstgevend mogelijk maken en

daar kan het gevaar schuilen. In een snel veranderende en commerciële omgeving komt de journalistiek 

soms onder druk te staan. Spanningen tussen de commerciële afdeling en de redacties zijn groter dan

ooit (Deltour 2009a).

Ook het Vlaamse medialandschap heeft de laatste jaren een aantal veranderingen ondergaan. De krediet-

crisis van 2009 heeft ook onze media niet gespaard. Kranten- en magazineredacties werden gedwongen

om in te krimpen. Onder andere de redacties van De Persgroep, Corelio en Sanoma moesten er aan

geloven. Daarnaast is er het actuele mediadebat rond de Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT).

De Vlaamse openbare omroep moet besparen. Evenveel kwaliteit met minder? De wellicht grootste

revolutie in het medialandschap dateert van dit jaar: holding De Vijver - het moederbedrijf van produc-

tiehuis Woestijnvis - wordt eigenaar van SBS Belgium. De Finse uitgeverij Sanoma heeft zich hiervoor

vervoegd bij de holding, waardoor De Vijver nu ook voor 100% eigenaar is geworden van het weekblad

Humo.

Dit zijn opvallende veranderingen die heel wat teweeg brengen. Wat hebben deze veranderingen te be-

tekenen voor de redacties? Welke rol spelen journalisten in dit proces? Verschuivingen, overnames,

competitie, commercialisering ... Al deze factoren vormen een gevaar voor de journalistieke autonomie.

Het redactiestatuut kan een remedie zijn tegen deze dreiging. Bondig samengevat regelt een redactiesta-

tuut de verhoudingen tussen de directie, hoofdredactie en de redactie en beschermt het de redactionele

lijn. Het tracht de autonomie van de journalisten zo goed mogelijk te onderschrijven. Zo is een van

de hoofddoelstellingen van een redactiestatuut de journalisten enige vorm van medezeggenschap toe te

wijzen (De Bens & Raeymaeckers, 2007). Het belang van een redactiestatuut is een actueel thema waar-

aan veel aandacht wordt besteed door de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ). Pol Deltour vande Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB) beklemtoont dat redactiestatuten

2

Page 9: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 9/76

 

een extra garantie zijn voor solide media. ’Een redactiestatuut maakt mee het verschil uit tussen een

nieuwsdienst en een koekjesfabriek’, zo zegt hij (Deltour, 2007, p. 46).

Toch leeft het idee van een redactiestatuut bij de Vlaamse media maar met mate. Dat zal ook blijken uit

deze studie. In buurlanden zoals Frankrijk en Nederland is het onderwerp in het verleden veel vaker stof 

tot discussie geweest.

Met deze verhandeling willen we de relatie redactiestatuut-journalistieke autonomie in Vlaanderen on-

derzoeken. Er wordt nagegaan of het redactiestatuut een efficiënt instrument is en of het een belangrijke

tool kan zijn voor de kwaliteit van de Vlaamse media en voor de onafhankelijkheid van journalisten. In

het kader van het empirisch onderzoek is er vooraf een grondige literatuurstudie uitgevoerd. Dit is nodig

om inzichten te verwerven in het onderwerp en de cases. Deze studie vormt de basis en het eerste luik 

van het onderzoek. Hierdoor is het mogelijk een aantal basisbegrippen te situeren en ze goed te begrij-

pen. We houden het beschrijvende gedeelte van de scriptie eerder beknopt. Beschrijvende studies over

redactiestatuten zijn al talrijk voorhanden. Het is niet de bedoeling om in herhaling te vallen.Het tweede luik bestaat uit het empirisch onderzoek. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van

cases en interviews. De focus ligt op de krantensector, weekbladsector, de regionale en de nationale

omroepen in Vlaanderen. Voor de regionale omroep onderzoeken we het voorval WTV waar gewezen

hoofdredacteur Johan Persyn in 2000 plots werd ontslagen. Op nationaal niveau belichten we zowel

de Vlaamse openbare omroep VRT, die een heel uitgebreid redactiestatuut bezit, als de commerciële

televisieomroep VTM. Humo is het voorwerp van onderzoek wat betreft de magazinesector en voor de

krantensector onderzoeken we de turbulente jaren die De Morgen (DM) achter zich heeft. Aan de hand

van interviews met betrokkenen trachten we een antwoord te formuleren op de centrale vraag van dit

onderzoek: is het redactiestatuut een waarborg voor het behoud van de redactionele lijn en de autonomievan de Vlaamse journalist?

3

Page 10: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 10/76

 

‘De concentratie in de media is dermate groot dat ze

hun democratische functie niet langer vervullen.

 De grote eigenaars respecteren steeds minder 

de onafhankelijkheid van de redacties’

Guido van Liefferinge.1

1Een citaat van Guido Van Liefferinge, voormalig uitgever van onder meer Dag Allemaal. Dit citaat is afkomstig van een

speech die hij gaf op 13 februari 2006 ter gelegenheid van de bekendmaking van zijn boek  Glamour en glitter, geld enmacht. Welkom in medialand .

4

Page 11: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 11/76

 

Literatuurstudie

1.1 Journalisten en nieuwsbronnen

Journalistiek is het volledige nieuwsproces waarbij het eindproduct het nieuws van het moment is. Van

het verzamelen van actuele feiten, over research, interviews, bronnen checken, verwerking en bewer-

king tot het eindproduct: het nieuws dat elke dag naar de wereld gecommuniceerd wordt. Vooraleer

iets nieuws kan worden moet er iets gebeuren en moet de gebeurtenis gekend zijn door minstens één

persoon. Zonder de tussenkomst van mensen worden gebeurtenissen geen nieuws. Bij het journalistieke

proces zijn dus drie partijen betrokken: de eerste partij voorziet de informatie, de journalist verwerkt het

materiaal tot nieuws, waarna het eindproduct wordt afgeleverd aan het publiek (Rennen, 2000).

De relatie tussen journalisten en hun nieuwsbronnen kan op verschillende manieren bekeken worden.

Sommigen gaan ervan uit dat journalisten het nieuws brengen, anderen beweren dat journalisten het

nieuws maken. Het is de taak van een journalist om de feiten objectief weer te geven, maar absolute

objectiviteit is een utopie. Elke poging om de waarheid weer te geven draagt enige subjectiviteit met

zich mee want er is altijd sprake van enige selectie, al was het maar door gebrek aan tijd en ruimte (Van

Gorp, 2002). In die zin is nieuws kunstmatig. Het is de taak van journalisten om zo objectief moge-

lijk te zijn, maar uiteindelijk wordt alles vanuit een bepaald standpunt belicht en weergegeven (Davies,

2009). Gans (1979) omschrijft nieuws als een circulair proces. Nieuws is informatie dat door jour-

nalisten overgebracht wordt van de bron naar het publiek, maar het publiek kan ook zelf de bron zijn.

Ook kan het mediagedrag van het publiek de bronnenkeuze door journalisten beïnvloeden. White (1999)

introduceerde het concept gatekeeper. Volgens deze auteur is het de journalist zelf die beslist of iets

nieuws wordt of niet. De journalist bepaalt dat op basis van zijn eigen ervaringen, waarden en verwach-

tingen. Deze omschrijving impliceert dat het selectieproces volledig subjectief is; het ligt volledig in de

handen van de journalist. Ook het conceptueel model van Westley & MacLean (1957) toont aan dat de

gatekeeper niet objectief is. Het model toont aan dat er een subjectieve selectie wordt gemaakt van bood-

schappen die de wereld worden ingestuurd. Aan de hand van deze selectie wordt een eigen, vertekende

realiteit gecreëerd. Deze visie moet uiteraard genuanceerd worden. Heel wat externe factoren, zoals

commerciële druk, ideologie van het medium en het politieke of maatschappelijke klimaat bepalen ook 

mee wat al dan niet als nieuws beschouwd wordt. Onderzoek toont aan dat nieuws door allerlei factoren

gevormd wordt. Het is ongepast om uitspraken te doen over welke factoren de sterkste invloed hebben

op het nieuws (De Clercq & Paulussen, 2007; Reese & Shoemaker, 1996).

Journalisten bepalen wat nieuws is en wat niet. Deze autonomie staat lijnrecht tegenover hun afhankelijk-

heid van bronnen. Gans (1979) splitst het selectieproces in twee componenten: enerzijds de geschiktheid

5

Page 12: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 12/76

 

van het nieuws (relatie journalist-publiek) en anderzijds de beschikbaarheid ervan (relatie journalist-

bron). Journalisten zijn beperkt in tijd en ruimte. Deze organisatorische beperkingen zorgen ervoor dat

slechts feiten over een beperkt deel van gebeurtenissen uit de wereld ook in handen komen van de journa-

list. Lippmann (2006) stelt in deze context dat media genoodzaakt worden om de wereld vereenvoudigd

voor te stellen. Gans (1979, p. 116) omschrijft de afhankelijheidsrelatie als volgt:

’The relationship between sources and journalists resembles a dance, for sources seek access to journa-

lists, and journalists seek access to sources. Although it takes two to tango, either sources or journalists

can lead, but more often than not, sources do the leading.’

Een journalist moet kunnen vertrouwen op zijn bronnen. Zijn journalistieke geloofwaardigheid hangt

volledig af van correcte informatie. Checken en dubbelchecken is één van de belangrijkste taken van

een goede journalist. In een mediaomgeving waar tijd een belangrijke economische factor is, is er steeds

minder tijd over voor bronnencontrole. Nieuws moet snel circuleren, en dat gaat ten koste van juisteinformatie. Internationaal en nationaal onderzoek (Lewis et al., 2008; Paulussen & Raeymaeckers, 2010)

heeft aangetoond dat journalisten bijna blindelings vertrouwen op politici, onderzoekers en overheids-

en bedrijfsbronnen, omdat deze autoriteit meedragen. Ook collega-journalisten spelen een belangrijke

rol. Dit lijkt op een win-winsituatie: de journalist verkrijgt kant-en-klare informatie, wint tijd, en de

bron kan haar publiek vrij gemakkelijk en bovendien op een geloofwaardige manier bereiken. Toch is

deze situatie gevaarlijk. Kant-en-klare informatie is vaak niet objectief. Dit soort fabrieksjournalistiek 

ondermijnt de zelfstandigheid van de journalist die niet langer op een objectieve en onpartijdige manier

kan berichten. Goede, kwaliteitsvolle journalistiek is nochtans van groot belang. Het is de remedie tegen

de informatie-obesitas waar de hele bevolking met te kampen krijgt (Davies, 2009; Deltour, 2009).

1.2 Veranderingen binnen de journalistiek

Met de komst van het internet en de commercialisering van de media is er de laatste decennia heel

wat veranderd binnen de journalistiek. De mediagebruiker wordt vandaag beschouwd als een consu-

ment en nieuws is een economisch goed geworden. De drang naar winstmaximalisatie heeft populaire

 journalistiek, kostenverlagende maatregelen en homogenisering teweeggebracht. Mediaprofessor aan de

Universiteit van Antwerpen, Hilde Van den Bulck, schrijft hierover in Crisis in de media (2009) dat ’het 

moeilijk dansen is op het slappe koord tussen economische en intellectuele waarde. ’

Op het internet geldt de regel: hoe meer clicks, hoe beter. Uitgeverij Corelio startte in oktober 2009 met

 Nieuwsbladshop.be, een half jaar later volgde de Standaardshop (Deltour, 2009a). Dit wekt vragen op

over objectiviteit. De lijnen tussen publiciteit en journalistiek vervagen.

Ook op andere vlakken is de commercialisering goed te voelen. Er is over de jaren heen meer aandacht

gekomen voor schandalen, emotie en incidenten in de berichtgeving (Greven, 2004). Onder de noemer

’If we can sell it, we’ll tell it’ (Davies, 2009, p. 133) worden dit soort verhalen verkocht aan het publiek.

Er is steeds minder plaats voor politiek en buitenlands nieuws. Human interest verhalen en sport hebben

aan belang ingewonnen (Hachten, 2005; Sparks, 1998; Tunstall, 1996). Deze trend heet dumbing down.Nieuws moet vandaag snel, levendig en opvallend zijn (Doig, 1997; McManus, 1994).

6

Page 13: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 13/76

 

De tabloidiseringstrend heeft niet alleen impact op de vorm, maar ook op de inhoud van het nieuws.

Franklin (1997, pp. 4-5) duidt dit aan met de term newszak: nieuws is een product dat ontworpen en

geproduceerd wordt voor een specifieke markt. Het nieuws is heel homogeen en vraagt geen of weinig

inspanning van de gebruiker.

Nog een verandering is de toename van de inhoud van de media (Tunstall, 1996). Onderzoek van Le-

wis et. al (2008) toont aan dat kranten vandaag bijna drie keer zoveel pagina’s tellen als in 1985, maar

het personeel is daar niet evenredig met toegenomen. Volgens Curtin (1999) vertaalt de economische

druk zich in een drastische vermindering van het personeel, maar het onderzoek van Lewis et al. (2008)

spreekt dat tegen. Het onderzoek toont echter aan dat het overkoepelend personeelsniveau een relatieve

stabiliteit kende tijdens de jaren 1990 en zelfs een geleidelijke stijging kent sinds 2000. Deze groei

wordt verklaard door de komst van online nieuwsservices. Toch moeten deze bevindingen genuanceerd

worden. Ondanks de lichte toename van het personeelsbestand moeten journalisten vandaag ongeveer

drie keer zoveel inhoud produceren als twintig jaar geleden. De werkdruk ligt vandaag een stuk hoger.Dat blijkt ook uit een onderzoek uit 2008, gevoerd door het Center for Journalism Studies (CJS), on-

derzoeksgroep aan de Universiteit Gent. 79,4% of acht op de tien journalisten die hebben meegewerkt

aan het onderzoek bevestigen dat het takenpakket van de journalist de laatste jaren alleen maar toeneemt.

Eveneens is 72,3% van de Vlaamse beroepsjournalisten van mening dat de mediaredacties steeds hogere

eisen stellen aan hun journalisten. Ook is 66,6% ervan overtuigd dat journalisten in de toekomst multi-

mediaal en crossmediaal zullen moeten werken. (Paulussen & Raeymaeckers, 2010, p. 34-37).

Een andere factor die de werkdruk verhoogt is de komst van nieuwe communicatietechnologieën. Er zijn

heel wat voordelen aan internet en andere digitale toepassingen, of wat Gert Verschraegen de digitalise-ring van de cultuur noemt, maar tegelijk verhogen deze technologieën de dagelijkse druk op de redacties

(Davis, 2007). De snelheid van het nieuws is een van de belangrijkste kenmerken geworden. De formule

24/7 heeft er voor gezorgd dat deadlines korter zijn geworden en dat er vandaag vooral sprake is van

deskjournalism of  sedentary journalism (Boczkowski, 2009, p. 59). Nieuws wordt nu vooral vergaard

van achter het bureau van de journalist. Uit het onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat tussen 2003

en 2008 de taak veldwerk/nieuwsgaring buiten de redactie gedaald is met 10% (Paulussen & Raeymaec-

kers, 2010, p. 60). De redactie is de voornaamste werkomgeving geworden voor journalisten.

Het valt ook op dat er vandaag veel meer nieuwskanalen zijn dan twintig jaar geleden. Dat zorgt ervoordat het voor de huidige journalist een grotere uitdaging is geworden om originele stukken te maken.

Anderzijds heeft hij nu ook een ruimere keuze aan nieuwswaardige feiten. Door de gigantische infor-

matievloed moeten redacties nu op een andere manier te werk gaan. Internet is een prachtig instrument,

maar tegelijk een doorn in het oog van elk persbedrijf. Het is voor de traditionele media steeds moeilijker

om origineel te zijn of met een primeur voor de dag te komen. Media gaan op mekaar gaan lijken.

In dit verband spreekt Davies (2009) over het ninja turtle syndrome noemt. Media vertonen imitatiege-

drag. Ze gaan verhalen publiceren, ook al hebben die geen nieuwswaarde, alleen maar omdat de verhalen

ook breed verspreid worden door de andere media. Uitgevers kunnen het zich niet veroorloven achter teblijven op de andere media en daardoor misschien zelfs lezers te verliezen aan de concurrentie. (Bocz-

7

Page 14: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 14/76

 

kowski, 2009, pp. 61-64)

’In the news factory, highly dubious stories are published [...] to prevent their consumers being cut out 

of popular debate (and possibly tempted to look elsewhere for their news).’ (Davies, 2009, p. 146).

Ook volgens Picard (1998, p. 38) is een verregaande commercialisering als gevolg van een hopeloze

concurrentiestrijd, de hoofdzaak voor het verlies aan diversiteit.

’To suggest that media were ever free and independent or that breaking up the largest firms will create

 free and independent media is sophistry’.

Davis (2007, p. 42) stelt twee tegenstrijdige trends vast. Enerzijds is het aanbod aan nieuws groter ge-

worden, maar anderzijds is er meer competitie en fragmentie ontstaan. Minder consumenten en minder

 journalisten per medium. Een inkrimping van het publiek veroorzaakt niet alleen slinkende verkoopcij-fers, ook de dalende advertentie-inkomsten zijn een gevolg. De teruglopende inkomsten en competitieve

omgeving zorgen voor een grote economische druk op het medialandschap (Curtin, 1999). McManus

(1994) omschrijft de huidige situatie als market-driven journalism waarbij de nieuwsmachine gedreven

wordt door vier markten: nieuwsbronnen, investeerders, consumenten en adverteerders. Allemaal trach-

ten ze de afhankelijkheid van anderen op hen te verhogen, zonder van elkaar afhankelijk te worden. Deze

relatie wordt ook resource dependence genoemd (McManus, 1994).

De veranderingen binnen de journalistiek mogen er niet toe leiden dat de kwaliteit van het nieuws ver-

mindert. Dat benadrukt ook de Raad van Europa (geciteerd in Deltour, 2009a):

’Gelet op de mediaconcentratie van het voorbije decenium hebben er heel wat journalistieke verschui-

vingen plaatsgevonden’.

Om het label van ‘nieuwsmedium’ vandaag nog te verdienen ’is het van belang na te gaan in welke mate

media nog beantwoorden aan de vereisten van journalistieke professionaliteit, redactionele onafhanke-

lijkheid en redactionele verantwoordelijkheid ’.

1.3 Journalistieke deontologie

Journalisten hebben rechten en plichten, waarden en normen. Ieder van hen dient te handelen als ’een

normaal zorgvuldige en omzichtige journalist’ (Voorhoof, 2000, p. 43). Deontologische regels bepalen

waar de grenzen van het toelaatbare liggen. Er zijn mechanismen uitgewerkt om de kwaliteit van de

 journalistiek te bewaken. De wet kan ingrijpen bij zware inbreuken. Het grootste deel van de regulering

verloopt via zelfregulering. Hoogleraar Dirk Voorhoof is van mening dat het niet de taak van de overheid

is, noch van de politiek om regels van deontologie te bepalen. Wel kunnen er volgens hem positieve

prikkels uitgaan vanwege de overheid. Prikkels die bestaande vormen van zelfregulering en zelfcontrole

kunnen verbeteren (Voorhoof, 1998, p. 24). Journalisten zelf zijn voorstanders van zelfregulering. Op

die manier kan vermeden worden dat de overheid ingrijpt in het journalistieke werk (De Clercq, 2002,p. 44). Ook de AVBB opteert voor gehele zelfregulering, zonder wettelijk kader (Voorhoof, 2000, p. 38).

8

Page 15: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 15/76

 

In de schoot hiervan werd in 2002 de Raad voor de Journalistiek (RvdJ) opgericht.

De RvdJ waakt over de journalistieke deontologie en speelt een belangrijke rol bij het uittekenen van de

lijnen van het toelaatbare binnen de journalistieke praktijk. De RvdJ is er gekomen ter vervanging van

de Raad voor Deontologie en het College voor Deontologie. Het is een Vlaams zelfregulerend orgaandat klachten en vragen rond journalistieke beroepspraktijk behandelt en dat optreedt na een klacht of op

eigen initiatief. Er worden enkel adviezen uitgesproken. Deze adviezen hebben betrekking op journa-

listieke ethiek. Er worden geen formele sancties opgelegd en de adviezen zijn niet bindend. Het gaat

vooral om het morele karakter van de adviezen. De RvdJ wil vooral de alertheid voor de deontologische

regels bevorderen. (Voorhoof, 2000; pp. 38-39).

Regels en voorschriften met betrekking tot journalistieke deontologie zijn opgenomen in verschillende

codes, zowel nationaal als internationaal. Internationaal is er de Internationale code van d e Internatio-

nale Federatie van Journalisten (IFJ), de Code van Bordeaux uit 1954 en de Verklaring der rechten en plichten van de journalist , goedgekeurd in 1971 in München2. Op nationaal niveau beschikt België over

de Code van journalistieke beginselen, aangenomen in 19823. Recent, in 2010, heeft de RvdJ een eigen

deontologische code uitgebracht. (Voorhoof, 1998).

De RvdJ beklemtoont de specifieke rol die een journalist speelt in de maatschappij. Een journalist heeft

het recht en de plicht om het publiek te informeren over zaken die van maatschappelijk belang zijn. De

Code van de Raad voor de Journalistiek 4 moet hen helpen bij het vervullen van die functie. Deze nieuwe

code moet een werkstuk, de basis zijn voor elke journalist. Er zijn een aantal richtlijnen in opgenomen

die maximaal gevolgd moeten worden. Het document kan beschouwd worden als de grondwet van de

 journalistiek, de richtlijnen als wetten (Verhoest, persoonlijke mededeling, 2010, 26 oktober). De codeis een actualisering van de bestaande regels. Een update van de eerdere codes was aangewezen gezien de

digitale en commerciële omgeving van vandaag. Er wordt in de code uitgegaan van vier fundamenten:

waarheidsgetrouw berichten, onafhankelijkheid, fair play en maximaal respect voor integriteit, privacy

en de menselijke waardigheid (Voets, 2010).

De RvdJ en de code zijn goede initiatieven van de media om te bewijzen dat ze zelf in staat zijn controle

uit te voeren en regulerend op te treden (Deltour, 2006; Voorhoof, 1998, 2000). Persvrijheid, kwaliteit

en verantwoordelijkheidsbesef zijn drie elementen die perfect samen kunnen gaan. De deontologische

codes zijn een wegwijzer voor de journalist in zijn professioneel gedrag (De Clercq, 2002, p.61). Deinterne functie van de codes is de samenhang in het persbedrijf en de kwaliteit ervan te verbeteren. Deze

functie wordt gedeeld met het redactiestatuut.

2Respectievelijk bijlagen A, en B3Bijlage C4Bijlage D

9

Page 16: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 16/76

 

1.4 Verhoudingen binnen een mediabedrijf 

1.4.1 Uitgever

Uitgevers bezitten vaak meer dan één titel. Samen met de directeurs van de verschillende units vormen

ze het directiecomité dat aan het hoofd staat van een uitgeversgroep.

1.4.2 Directie

Aan het hoofd van elk bedrijf staat er een directieteam. De directie tekent de beleidslijnen van het bedrijf 

uit en bepaalt de budgetten en de middelen die het mediahuis ter beschikking heeft. De voornaamste

bevoegdheden van dit orgaan zijn het commercieel beleid, het bepalen van de ideologische lijn van het

medium en het personeelsbeleid (Van Den Bulck, 2005, p. 17-18).

De directie neemt beslissingen die grote veranderingen kunnen inhouden voor het bedrijf. De VVJ/AVBB

legt in haar guideline voor het redactiestatuut vast dat over zaken die de redactionele lijn bepalen steeds

vooraf overleg gepleegd moet worden met de redactieraad, vooraleer er definitieve beslissingen genomen

kunnen worden.

1.4.3 Hoofdredactie

De hoofdredactie is de eindverantwoordelijke voor de inhoud van het medium. Ze heeft de leiding over

de redactie en heeft de beslissende stem over het redactionele beleid. Om die reden is het belangrijk 

dat de hoofdredactie een voldoende groot draagvlak heeft bij de redactie (Greven, 2004). Dit orgaan

vormt tevens de buffer tussen de directie en de redactie. Het is dus ook belangrijk dat ze een goede

vertrouwensrelatie heeft met het directieteam. De hoofdredactie kan uit meerdere personen bestaan.

1.4.4 Redactie

De redactie bestaat uit alle journalisten die terwerkgesteld zijn bij het persorgaan. De journalisten geven

invulling aan het medium. De redactie is de motor achter de titel; ’de vertegenwoordiger van het morele

en intellectuele kapitaal van het persorgaan’ (VVJ/AVBB, 2006). Het is belangrijk dat ze autonoom kan

werken, los van enige druk. Journalisten zijn de waakhonden van de democratie. Zij moeten hun taak op

een objectieve en onafhankelijke manier kunnen uitvoeren.

1.4.5 Redactieraad

De rol van de redactieraad is van bijzonder belang. De redactieraad vertegenwoordigt de journalisten

binnen het bedrijf en wordt betrokken in de besluitvorming van het bedrijf. Het is de driehoek directie-

hoofdredactie-redactieraad die cruciaal is bij alle belangrijke journalistieke kwesties in een mediabedrijf 

(Deltour, 2007). In heel wat gevallen kan de directie geen beslissing nemen alvorens de redactieraad te

raadplegen.

10

Page 17: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 17/76

 

1.5 Autonomie van de journalist en kwaliteit van het nieuws

Professionele journalisten hebben een democratische plicht waaraan twee belangrijke functies verbonden

zijn. Ze moeten een onpartijdig forum aanbieden waarin elke mening aan bod kan komen en bekritiseerd

kan worden. Daarnaast is er voor de journalist ook een rol als waakhond van de democratie weggelegd

(De Clercq, 2002). Een journalist is een bewaker over het nieuws. Dankzij de media beschikken de

burgers over voldoende informatie om zich bewust te zijn van wat er in de wereld gebeurt. Het is de

taak van de media een venster op de wereld aan te bieden, van waaruit het publiek zijn eigen opinies

kunnen vormen. Costera Meijer (2003) spreekt hierbij over de publieke vorm van kwaliteit: media spe-

len een specifieke rol in het informeren van de burger. Het is belangrijk dat de media deze informatie

op een duidelijke en verstaanbare manier communiceren zodat het publiek sterker betrokken wordt bij

het politieke gebeuren. Uit nationaal en internationaal onderzoek blijkt dat objectieve en betrouwbare

informatie verschaffen, analyse en duiding verschaffen en informatie zo snel mogelijk verspreiden door

 journalisten tot hun belangrijkste opdrachten worden bevonden (Deuze, 2002, pp. 80-84; Paulussen &

Raeymaeckers, 2010, p. 108).

Autonomie wordt door jouralisten uit de hele wereld gezien als een absolute voorwaarde om hun werk 

op een goede manier te kunnen uitoefenen (McDevitt, 2003). Uit nationaal en internationaal onderzoek 

(Paulussen & Raeymaeckers, 2010; Weaver, 1998) blijkt dat journalisten veel belang hechten aan hun

individuele en redactionele vrijheid. Ze nemen hun gatekeeperfunctie heel ernstig. Uit Amerikaans on-

derzoek (Weaver et al. 2007) blijkt dat het autonomiegevoel onder de Amerikaanse journalisten blijft

dalen. Voornaamste oorzaken voor de daling zijn, zoals hoger reeds werd vermeld, redactionele controle

en commerciële belangen die verder macht inwinnen. In Vlaanderen is dat niet het geval. Uit het on-

derzoek gevoerd aan de Universiteit Gent, blijkt dat de Vlaamse beroepsjournalisten algemeen tevreden

zijn over hun autonomie. Bijna 59% van de journalisten is tevreden over de autonomie van de redactie

ten opzichte van externe druk. Slechts 14% is hierover zeer ontevreden. De overige 27% heeft geen

uitgesproken mening. Ook met de interne druk blijkt het wel mee te vallen. 55,5% heeft geen klachten

over ongewenste druk vanwege de hoofdredactie of de directie. De grootste tevredenheid heerst over

de eigen, persoonlijke autonomie. Ruim 79% van de Vlaamse beroepsjournalisten is meer dan tevre-

den over zijn zelfstandigheid. Opvallend is wel dat journalisten uit de schrijvende wereld zich vrijer en

autonomer voelen dan journalisten die in de audiovisuele media werken. Voor de redactionele vrijheid

geldt dan weer het omgekeerde. Tenslotte blijken beroepsjournalisten die met een redactiestatuut werken

iets meer tevreden te zijn over de redactionele autonomie, dan journalisten die voor een medium zonder

redactiestatuut werken. (Paulussen & Raeymaeckers, 2010, p. 102-104).

Kwaliteit betekent waaheidsgetrouwheid, objectiviteit, accuraatheid en relevantie (Hooghe, 2007, p. 13).

De voorbije jaren is er steeds meer kritiek gekomen op de praktijken van de media. Er zijn critici die spre-

ken van de verkleutering van het nieuws; nieuws wordt te simplistisch weergegeven. Ook hard nieuws

moet steeds vaker plaats ruimen voor het zachte nice to know-nieuws. In dit opzicht zijn er verschillende

auteurs die vinden dat de media hun kritische rol niet meer correct vervullen (Dekeyser, 2000; Postman,

1986; Zinzen, 2006). Ook de journalisten zelf maken zich zorgen over de veranderende mediale om-

geving. Uit het onderzoek van Paulussen & Raeymaeckers (2010, p. 35) blijkt dat 45,6% vindt dat de

globale kwaliteit van het nieuws aan het dalen is en 83% bevestigt dat de afgelopen vijf jaar het sensa-

11

Page 18: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 18/76

 

tiegehalte van het nieuws fors gestegen is. Er is steeds minder ruimte voor onderzoeksjournalistiek of 

buitenlandberichtgeving. Dat blijkt ook uit de interviews die wij afgenomen hebben (cfr. infra). Volgens

Franklin (1997) is de fire wall die kwaliteitskranten van populaire bladen onderscheidt, verdwenen.

Het is belangrijk dat redacties kiezen voor kwalitatieve nieuwsstukken die de burger op een correcte ma-nier informeren en dat ze niet meegesleurd worden in de zee van weetjes en onzin. Het gevaar bestaat

dat de kwaliteit moet inboeten bij de trend naar tabloidisering. Mediahuizen moeten blijven investeren

in goede journalisten en kwaliteitsvol nieuws, relevant zijn en het verschil maken. Uiteraard moet dit op

een aantrekkelijke manier gebeuren zodat het publiek interesse blijft tonen in het product, maar journa-

listieke waarden en normen mogen niet opzij geschoven worden voor betere verkoopcijfers. Kwaliteit

en kwantiteit zijn in eerste instantie tegenpolen, maar het is perfect mogelijk om deze op elkaar af te

stemmen. ’Een krant maken, is een evenwichtsoefening tussen een journalistiek degelijke visie en een

verkoopbaar product.’ (Cathy Galle geciteerd in Bruyland, 2010, p. 13).

Ook de verscheidenheid in de media moet gewaarborgd zijn. Redactionele onafhankelijkheid is één

van de voorwaarden om dit te garanderen. Redactionele autonomie hangt samen met de kwaliteit van

het persorgaan en die autonomie kan gewaarborgd worden door middel van een redactiestatuut. Een

afdwingbaar moreel kader zorgt ervoor dat de journalisten hun opdracht kunnen vervullen op een manier

die van hen verwacht wordt. Objectief, onafhankelijk en autonoom (Deltour, 1998, p. 21). Het statuut

weert de redactie van de commerciële druk die vandaag groter dan ooit is. Volgens Pol Deltour (Deltour

& Van de Looverbosch, 2006) kunnen redactiestatuten - als ze goed nageleefd worden - ’een essentiële

bouwsteen zijn voor de kwaliteit in de nieuwsvoorziening’. In het volgende hoofdstuk wordt hierop

dieper ingegaan.

1.6 Het redactiestatuut

1.6.1 Definitie

Een goede omschrijving van het begrip redactiestatuut  is aangewezen om zo de inhoud ervan goed te

begrijpen en om het begrip goed te kunnen situeren.

Een algemene definitie is niet voorhanden. In de literatuur zijn er veel verschillende definities terug te

vinden voor de term redactiestatuut. Deze definities focussen voornamelijk op de dagbladensector. Tus-

sen de verschillende definities liggen de accenten vaak anders.

De Nederlander Gerard Schuijt (1987, p. 389) beschrijft in zijn proefschrift Werkers van het woord  uit-

gebreid wat de hoofdlijnen van het redactiestatuut zijn:

’Een statuut dient in de eerste plaats een omschrijving te bevatten van de krant of het tijdschrift. Daarmee

weten de journalisten waar zij aan toe zijn. [...] Volgens het modelredactiestatuut is de hoofdredacteur 

verantwoordelijk voor de leiding van de redactie en voor de inhoud van de krant of het tijdschrift. [...]

 Naast de regeling van de positie van de hoofdredacteur bevat het redactiestatuut als belangrijk onderdeel

een medezeggenschapsregeling voor de journalisten. [...] Een volgend element van een redactiestatuut is

een regeling ingeval van gewetensbezwaren en een regeling, waarbij de redacteur bescherming gegeven

12

Page 19: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 19/76

 

wordt tegen hetzij weigering van zijn kopij, hetzij verandering ervan. Het statuut geeft de hoofdredac-

teur een sterke positie tegenover de directie, dat hem in elk geval voor zijn dagelijks beleid onafhankelijk 

maakt van commerciële beïnvloeding’.

Uit deze eerste definitie blijkt al dat een redactiestatuut de positie van de journalist tracht te beschermen.Uit de definitie blijkt ook dat er aan de journalist zelf een actieve rol wordt gegeven bij het maken van

het dagblad of tijdschrift door middel van medezeggenschap.

We staren ons niet blind op één definitie. Pol Deltour (2006) vat een redactiestatuut samen als een docu-

ment dat:

’een gewaarborgd minimum aan inspraak geeft aan de journalisten in het reilen en zeilen van de redac-

tie. De inbreng kan betrekking hebben op de politiek-ideologische lijn van de krant, de wisseling van de

hoofdredactie, een deontologische kwestie die de redactie verdeelt. Het installeert een overlegstructuur tussen een verkozen redactieraad, de hoofdredactie en de directie’

Professor Karin Raeymaeckers, hoofd van het CJS aan de Universiteit van Gent, stelt in haar boek  De

 pers in België (2007, p. 233) dat:

’een redactiestatuut een referentiekader schept voor de redactie en uitgevers waarin bevoegdheden, rech-

ten en plichten, en overlegprocedures zijn vastgelegd. Het redactiestatuut maakt de scheiding tussen de

commerciële afdeling en de redactie duidelijk en geeft de journalisten garanties dat zij zullen worden

betrokken bij het bepalen van het redactionele beleid, en eventueel bij de keuze van de hoofdredacteur [...]. Vooral het vastleggen van de ideologische lijn, de eigen identiteit van de krant is belangrijk’.

Een andere definitie heeft ook aandacht voor de bescherming van de hoofdredacteur:

’[...] bescherming van de redacteuren tegen de willekeur van de hoofdredacteur. [...] Eenzelfde soort 

bescherming spreidt het statuut ook over de figuur van de hoofdredacteur om hem te vrijwaren van

eventuele directionele eigenzinnigheid. [...] wanneer de directeur in het kader van de algemene bedrijfs-

voering een beslissing wil nemen die ook van invloed is op het redactioneel beleid. (Pikkemaat, 1978,

p. 192).

Trees Verleyen (2005, p. 49) stelt vast dat een redactiestatuut de oplossing kan zijn om:

’de verhoudingen tussen de redactieleden onderling en tussen de redactie en de commerciële leiding

te regelen. Daarin worden niet alleen de redactionele uitgangspunten van het blad omschreven, maar 

mogelijk ook de bevoegdheden van de redactieraad en de aanstelling- en ontslagprocedures voor de

hoofdredactie. Zo’n statuut verankert ook de scheiding tussen het management van het blad en de redac-

tie.

13

Page 20: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 20/76

 

Uit deze en andere (Brakman, 1999; De Voeght, 1998; Deltour & Van de Looverbosch, 2006; Neirinck,

1996; Paulussen & Raeymaeckers, 2010; Theeuwen, 1990; Vanheerentals, 2008; Wolfgang Hoffmann

Riem, 1979) bestaande definities kunnen we een aantal essentiële punten voor een goed redactiestatuut

aanhalen:

• Een redactiestatuut legt de identiteit van een medium vast

• Het regelt de verhoudingen tussen de directie, hoofdredactie en de redactie

• Het is een waarborg voor de onafhankelijkheid van de redactie tegenover de commerciële afdeling

• Medezeggenschap voor de journalisten

• De ontslag- en benoemingsprocedure van de hoofdredacteur moet duidelijk geregeld zijn

Op basis van de bestaande literatuur hebben we onze eigen definitie van het redactiestatuut opgesteld.

We aanschouwen deze definitie als geldig voor de hele mediasector.

Een redactiestatuut is een document waarin de identiteit van een medium wordt vastgelegd. Eveneens

regelt het de onderlinge verhoudingen tussen drie partijen: directie, hoofdredactie en redactie en heeft 

het als belangrijkste doel de onafhankelijkheid van de journalisten te beschermen. Het moet hen be-

schermen tegen willekeur van bovenaf. De redactie moet onafhankelijk en los van alle commerciële druk 

kunnen werken.

1.6.2 Doelstelling

Een van de belangrijkste doelen van een redactiestatuut is dat het de identiteit van het medium vastlegt.

In een snelveranderende mediale omgeving is dit zeker niet onbelangrijk. Fusies en concentratievorming

kunnen een bedreiging zijn voor de eigenheid van een medium.

Een ander en eveneens belangrijk doel van een redactiestatuut, is dat het de redactie beschermt tegen

willekeur van bovenaf en tegen commerciële belangen. Daarom is het belangrijk dat de verhoudingen

tussen de directie, hoofdredactie en de redactie goed geregeld zijn. Een duidelijke scheiding tussen de

commerciële afdeling en de redactie kan de geloofwaardigheid van het medium alleen maar verhogen

(Neirinck, 1996, p. 6). Ook Rooij (1974, p. 227) drukt erop aan dat de scheiding belangrijk is voor de

redactionele kwaliteit:

‘Er dient, juist met het oog op de journalistieke zelfstandigheid der redactie een gezonde spanning tussen

haar en de ondernemersleiding te bestaan.’

De wederzijdse rechten en belangen van elke partij moeten goed omschreven zijn. Hierbij is het belang-

rijk dat de journalisten medezeggenschap wordt toegekend in beslissingen die betrekking hebben op de

redactionele lijn van het “merk”. Om ervoor te zorgen dat de redactie inspraak heeft in de redactionele

lijn is het belangrijk dat er een redactieraad gecreëerd wordt.

Elk persorgaan heeft een verantwoordelijke functie binnen de samenleving. Dat is ook het uitgangspunt

van elk redactiestatuut. Het is de redactie die deze taak elke dag opnieuw moet waarmaken. Het belang

14

Page 21: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 21/76

 

van goede en afdwingbare redactiestatuten is een gegeven dat overal ter wereld vastligt. De IFJ vestigt

hier al jaren de aandacht op. In 1995 verenigden vooraanstaanden uit de media uit vijftien Europese lan-

den zich in Milaan om er een aantal richtlijnen vast te leggen waaraan een redactiestatuut moet voldoen.

De Europese Federatie voor Journalisten (EFJ) en de overkoepelende organisatie IFJ hameren op het be-

lang van een grote en kwaliteitsvolle informatiestroom als essentieel goed voor een democratie. Om dedemocratie en het recht op informatie te waarborgen moeten er een aantal garanties zijn die concentratie-

vorming en monopolies tegengaan. Een pluralistisch medialandschap is het belangrijkste goed voor een

sterke democratie. De onafhankelijkheid van de redactie moet gewaarborgd zijn. Het is de redactieraad

die de redactie vertegenwoordigt. De rol van de redactieraad is cruciaal (IFJ/EFJ, 1995):

• de redactieraad onderhandelt met de directie over bepalingen die de redactionele lijn van het me-

dium aanbelangen

• Hij waakt over het redactionele beleid en welke content er wordt geproduceerd.

• Wanneer een hoofdredacteur wordt aangesteld of wordt ontslagen moet de redactieraad hierbij

inspraak hebben.

• Inspraak is ook noodzakelijk bij de invulling van de redactionele taken van de journalisten.

Journalisten moeten het recht hebben om tussenkomsten van bovenaf met betrekking tot het redactionele

beleid te weigeren (IFJ/EFJ, 1995). De Europese Federatie van Journalisten streeft voor goede redactie-

statuten via plaatselijke journalistenbonden (Neirinck, 1996, p. 8).

Voor België is dat de AVBB en op Vlaamse niveau de VVJ. De VVJ en de overkoepelende vereniging

AVBB legden in 2006 een aantal bepalingen vast die de kwaliteit en de eigenheid van een persorgaan

ten goede komen. De guideline van VVJ/AVBB is in grote lijnen gebasseerd op de bepalingen die het

IFJ heeft vastgelegd tijdens de conferentie van 1995 in Milaan (cfr. supra). Ook de vereniging legt in de

guideline (2006) de nadruk op het belang van een redactieraad.

’De redactieraad is het orgaan voor medezeggenschap van de redactie en tevens het informatie-orgaan

en het orgaan van inspraak van de redactie’.

In het redactiestatuut moeten een aantal bepalingen zijn opgenomen waarover de directie verplicht moet

overleggen met de redactieraad vooraleer er een beslissing kan worden genomen. Er moet een verplichte

besluitvorming zijn over onder andere:

• de benoeming en het ontslag van de hoofdredacteur

• wijzigingen in het redactioneel beleid of de redactionele doelstellingen

• wijzigingen in de inhoud of vorm

• wijzigingen in de positie van de redactie

Uiteraard biedt het redactiestatuut geen absolute macht aan de redactie en haar hoofdredactie. Toch mag

het belang ervan niet onderschat worden. In een snelveranderende media-omgeving biedt het de redactie

15

Page 22: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 22/76

 

meer zekerheid. Het redactiestatuut is een stok achter de deur. Sinds jaar en dag schuiven journalisten-

bonden het redactiestatuut naar voor als middel om de autonomie van journalisten te beschermen. Gerard

Schuijt (1990 geciteerd in Brakman, 1993, p. 238) geeft een gepaste omschrijving van de kracht van het

redactiestatuut:

’Het redactiestatuut is geen panacee voor de gevaren die de journalistieke onafhankelijkheid op langere

termijn bedreigen. Het statuut houdt fusies niet tegen, voorkomt niet dat hoofdredacteuren ontslagen

worden of dat hoofdredacteuren benoemd worden tegen de keuze van de redactie in. Het geeft redacties

echter een flinke scheut medezeggenschap bij dergelijke plannen. In de journalistieke praktijk van alle

dag biedt het statuut de hoofdredacteur en zijn redactie een stevig instrument om niet-redactionele in-

vloeden buiten de deur te houden.’

Het is belangrijk dat de redactionele doelstellingen schriftelijk worden vastgelegd, maar nog belangrijker

is dat het statuut een goede toepassing kent. In het verleden is het redactiestatuut al verschillende kerendode letter gebleven (cfr. infra). Of zoals Greven (2004, p. 13) het verwoordt:

’Tekstuele onaantastbaarheid is geen garantie voor naleving’.

1.7 Redactiestatuut versus Stichtingen

In Vlaanderen bestaan er naast redactiestatuten ook stichtingen. Stichtingen waken over de redactionele

beginselen van een titel, maar zijn eerder uitzondelijk. Er bestaat weinig literatuur over.

Stichtingen zijn in tegenstelling tot redactiestatuten geen journalistenraden. In Vlaanderen hebben Het

Laatste Nieuws (HLN) en zusterkrant De Nieuwe Gazet zo’n stichting; De Raad Het Laatste Nieuws

vzw en vzw De Nieuwe Gazet . De leden van de organen zijn vooraanstaande liberalen zoals Herman De

Croo, Luc Coene en Guy Haeze. De Stichting - nu om wettelijke redenen Raad - Het Laatste Nieuws

vzw is ontstaan in 1955, een jaar na het overlijden van de uitgever van de krant, Julius Hoste Jr. De Raad 

 Het Laatste Nieuws vzw vindt haar fundamenten in het Manifest van Oxford 5 uit 1947 dat opgesteld is

om te dienen als ideologische grondslag voor het sociaal en progressief Europees liberalisme. Artikel

drie van de overeenkomst stelt dat de leden van de Raad voorafgaande toestemming moeten geven bij

de aanstelling of bij het ontslag van een hoofdredacteur of een redacteur. Mede bepaalt artikel 4 datde algemene lijnen van de politieke richting van HLN de goedkeuring nodig hebben van de Raad. De

 Raad Het Laatste Nieuws heeft samen met de directie en hoofdredactie een halfjaarlijkse ontmoeting

waarbij opmerkingen en suggesties voor de ideologische aanpak van het dagblad aan bod kunnen ko-

men. Aangezien de samenstelling van de Raad bestaat uit externe personen die actief zijn in de politiek,

de bedrijfswereld of in het maatschappelijk middenveld kunnen er vraagtekens gesteld worden bij de

onpartijdigheid van de krant. De Raad beargumenteert deze opmerking door te stellen dat liberalisme

niet gelijkgeschakeld mag worden met het partijpolitiek liberalisme. (Prevenier, 2006 & persoonlijke

mededeling 2010, 22 oktober).

5Bijlage E

16

Page 23: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 23/76

 

Ook bij Corelio6 is er sprake van een stichting; vzw Redactie. De stichting werd opgericht in 1976 om de

redactionele principes van de krantengroep veilig te stellen toen De Standaard (DS) na zijn faillissement

overgenomen werd door een nieuwe groep. De vzw groepeert de journalisten van de krantenredacties en

ook de hoofdredacteurs. Het is belangrijk dat de hoofdredacteurs ook journalisten moeten zijn. Om het

gesprek tussen redactieleiding en redactievloer te bevorderen, zitten ze ook in de Raad van Bestuur (RvB)van de vzw. Dat hoofdredacteurs erin zitten, is ook een signaal naar de bedrijfsleiding: de hoofdredac-

teurs zijn, zoals de anderen, journalisten. De redacteursvereniging heeft samen met de hoofdredactie een

deontologische code opgesteld die nog altijd gehanteerd wordt op de krantenredacties.7 De vzw werkt

een beetje zoals een redactieraad. Ze is het orgaan van de redactie om de interne discussie – vaak met

de hoofdredactie – te voeren. Ze is ook het orgaan om de discussie tussen redactie en directie te voeren,

die tevens door de hoofdredactie gevoerd wordt. De vzw heeft het recht om vooraf advies te geven bij de

aanwerving van nieuwe hoofdredacteurs. Met de adviezen wordt doorgaans rekening gehouden. De vzw

behandelt enkel journalistieke, redactionele en deontologische thema’s, geen zuivere belangenthema’s.

Die laatste zijn het werkterrein van de beroepsvereniging VVJ en van de vakbonden die een vakbondsde-legatie en verkozenen in de Ondernemingsraad hebben. (Tegenbos, persoonlijke mededeling, 2011, 28

 juli; Vanheerentals, 2008, p.17)

DS heeft sinds 2010 ook een ombudsman in dienst.8 Een ombudsman behandelt opmerkingen of klach-

ten van lezers over de nieuwsaanpak van de redactie. Hij bekijkt of de journalist volgens de geldende

 journalistieke normen heeft gehandeld en schrijft daar adviezen over aan de redactie en de commerciële

directie. De redactionele inhoud wordt getoetst aan de deontologische regels van DS, de beroepsethische

codes en de Code van de Raad voor de Journalistiek . De hoofdredactie waarborgt hem volledige onaf-

hankelijkheid. De ombudsman biedt een extra controle op de kwaliteit van het journalistieke werk en zetde geloofwaardigheid van de krant kracht bij. Het is een post-production functie; de ombudsman kan pas

na klacht optreden. Artikels kunnen op voorhand niet geweigerd worden. (Verhoest, persoonlijke mede-

deling, 2010, december 15). De functie van ombudsman bij DS is uniek in Vlaanderen. (Vanheerentals,

2010, p. 10)

1.8 Wettelijke bepalingen

Het basisprincipe voor het redactiestatuut is de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van menings-

uiting is een universeel mensenrecht dat is vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit wil zeggen dat de redactie in vrijheid en op basis van eigen stand-

punten het medium tot stand moet kunnen brengen, zonder zich hiervoor te verantwoorden bij personen

die niet tot de redactie behoren (De Voeght, 1998, p.1).

Er zijn verschillende manieren om tot een redactiestatuut te komen. Het kan verplicht worden bij wet,

onderdeel vormen van een collectieve arbeisovereenkomst (cao) of tot stand komen op bedrijfsvlak (Nei-

rinck, 1996; VVJ/AVBB, 2006).

6Kranten Het Nieuwsblad, De Standaard en De Gentenaar7Bijlage F8Sinds 15 juni 2011 is Tom Naegels ombudsman bij De Standaard

17

Page 24: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 24/76

 

Een wettelijke verplichting biedt aan journalisten het voordeel dat het redactiestatuut voor elk van hen

een recht wordt en dat ze dat recht ook kunnen opeisen. Anderzijds wordt een wettelijke verplichting

soms als artificieel aangevoeld. Het gevaar bestaat dat het redactiestatuut goed is uitgewerkt op papier,

maar dat het in de realiteit weinig wordt toegepast. Schuijt (1995) stelt dat een wettelijke verplichting

eerder botst met de persvrijheid. Uitgevers moeten zelf de koers van hun blad kunnen bepalen en moetendaarbij zelf kunnen beslissen hoe onafhankelijk de redactie is. Bovendien stellen wettelijke regelingen

volgens Schuijt weinig voor. Statuten voorschrijven zonder te bepalen wat erin moet staan heeft geen

zin. Hij besluit dat vrijwillig aanvaarde statuten meer gewenst zijn dan wettelijke verplichtingen en dat

onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers meer resultaten opleveren (Brakman, 1999, p. 339).

Als het redactiestatuut via een cao geregeld wordt kan de VVJ/AVBB toekijken op de toepassing ervan.

De journalistenvereniging kan de toepassing op die manier ook begeleiden. Wanneer het redactiestatuut

ontstaat binnen een bedrijf, biedt dat het voordeel dat er rekening kan gehouden worden met de eigenheid

van het medium.

De journalistenvereniging van België AVBB en de Vlaamse vleugel VVJ besluiten dat een combinatie

van de drie de beste uitwerking oplevert. Zo kan bij wet beslist worden dat structurele maatregelen zoals

perssteun, slechts mogelijk kunnen zijn wanneer het bedrijf over een redactiestatuut beschikt. Het alge-

mene kader om tot een goed statuut te komen wordt dan uitgewerkt in een cao om vervolgens verder te

specifiëren op bedrijfsniveau (AVBB/VVJ 2006; Neirinck, 1996).

Media is een gemeenschapsbevoegdheid en valt onder de bevoegdheden van het Vlaams Parlement. In

het Belgisch Staatsblad zijn decretale bepalingen opgenomen die mediasectoren ertoe verplichten een

redactiestatuut aan te nemen. De verplichting geldt niet voor alle sectoren.

Redactiestatuten zijn decretaal het langst verplicht voor de regionale omroepen (Deltour, 2007; Jans-

sens, & Van Landuyt, 1998).9 De bepaling werd voor het eerst opgenomen in het voorstel van decreet

houdende statuut, organisatie en erkenning van regionale televisieverenigingen opgesteld door ministers

E. Van Rompuy en P. Chevalier, maar werd toen in vraag gesteld. (Vlaamse Raad, 17 juli 1991) In het

definitieve ontwerp van decreet werd de bepaling dan toch opgenomen. Het huidige decreet voor radio-

omroep en de televisie bepaalt in artikel 169 §9 nog steeds dat regionale televisieomroep om erkend

te worden en te blijven aan een aantal voorwaarden moeten voldoen, waaronder de plicht om over een

redactiestatuut te beschikken:

’Voor de journaals is een hoofdredacteur verantwoordelijk. De redactionele onafhankelijkheid wordt 

gewaarborgd en in een redactiestatuut vastgelegd’.

Ook voor de regionale radio-omroepen geldt een decretale verplichting voor het aannemen van een re-

dactiestatuut10.

Het mooiste voorbeeld van een goed uitgewerkt redactiestatuut is er bij de VRT. Ook de Vlaamse open-

bare omroep is hiertoe verplicht bij decreet:9Decreet van 23 oktober 1991 houdende de organisatie en erkenning van niet-openbare regionale televisieomroepen

10Art. 145 van het huidige decreet van 30 april 2009 betreffende radio-omroep en televisie

18

Page 25: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 25/76

 

’Art. 29. §1. De programma’s van de nieuwsdienst beantwoorden aan de normen inzake journalistieke

deontologie, zoals vastgelegd in een deontologische code, en waarborgen de gangbare redactionele on-

afhankelijkheid, zoals vastgelegd in een redactiestatuut’.

In het redactiestatuut van de VRT is ook een deontologische code opgenomen. Hierin wordt uitgebreidbeschreven hoe de journalist onder meer ’nauwkeurigheid en zorgvuldigheid’ moet nastreven en hoe hij

zich onpartijdig moet gedragen (Deltour, 2007; VRT, 2007).

De meest recente decretale verplichting tot een redactiestatuut dateert van 2009. De Vlaamse overheid

besloot toen dat ook commerciële nationale televisieomroepen die nieuwsuitzendingen maken, over een

redactiestatuut moeten beschikken:

’Art. 164 Als private televisieomroeporganisaties journaals en duidingsprogramma’s brengen, moeten

die worden verzorgd door een eigen redactie. De redactionele onafhankelijkheid wordt gewaarborgd enin een redactiestatuut vastgelegd’.

Voor Vlaanderen betekent dit, dat ook de VTM sinds 2009 een redactiestatuut moet hanteren. Voorlopig

is dat statuut er nog niet. Nationaal secretaris van de VVJ/AVBB, Pol Deltour, kon ons vertellen dat

de VTM wel aan een redactiestatuut aan het werken is (persoonlijke mededeling, 2011, 26 april). Ope-

rationeel hoofdredacteur Nicholas Lataire heeft dit nieuws bevestigd (persoonlijke mededeling, 2011,

1 juni). Meer informatie is er voorlopig niet voorhanden daar het redactiestatuut momenteel nog in de

ontwikkelingsfase zit. Wellicht komt het redactiestatuut van de VTM er dit najaar, maar daarover bestaat

nog geen zekerheid (Wils, 2011, 23 juni).

Noch voor de krantensector, noch voor de sector van de magazines is er een wettelijke bepaling die voor-

schrijft dat de sectoren gebruik moet maken van een redactiestatuut.

Wij zijn van mening dat wettelijke bepalingen nuttig kunnen zijn. De overheid kan een strategie ont-

wikkelen die een garantie biedt voor kwaliteitsvolle journalistiek en onafhankelijke informatie. Media-

pluralisme moet gewaarborgd blijven. De overheid kan hiertoe bijdragen door barrières te creëren die

machtsconcentraties en afhankelijkheid verhinderen. Het idee om perssteun te koppelen aan een redac-

tiestatuut kan een mogelijkheid zijn, mits goede steunmaatregelen.

1.9 Het redactiestatuut in Vlaanderen

België heeft geen echte traditie wat betreft redactiestatuten. In Vlaanderen kwam de eerste eis voor

redactionele inspraak er pas in 1969. De aanleiding was de samenwerking van De Standaardgroep met

uitgeverij De Vlijt voor het oprichten van een nieuwe unit Perexma. De journalisten van de Gazet van

Antwerpen (GvA) - eigendom van De Vlijt - vreesden dat de Standaardgroep zich zou mengen in de

redactionele lijn van GvA. De eis zorgde ervoor dat er twee commissies werden opgericht die de opdracht

kregen te waken over de onafhankelijkheid van nv De Vlijt.Aan de Franstalige zijde van het perslandschap dateert de eerste poging tot redactionele inspraak van

19

Page 26: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 26/76

 

1970. De redactie van La Dernière Heure (LDH) richtte toen een vzw op waarbij elke journalist zich kon

aansuiten. De vzw beschikte over een afvaardiging bij de directie. De redactie richtte de vzw op nadat

de krant La Libre Belgique (LLB) 41% van de aandelen van de uitverij LDH verworven had. De redactie

was bang dat de nieuwe aandeelhouder zich te veel zou bemoeien met de krant die haar eigen koers wou

blijven varen. (De Bens & Raeymaeckers, 2007, p. 233)

In 1991 kwam er opnieuw aandacht voor het belang van een redactiestatuut. De RvB van de Gewestelijke

Investeringsmaatschappij Vlaanderen (GIMV) adviseerde toen om een redactiestatuut op te stellen. De

RvB van GIMV voerde aan dat perssteun aan dagbladen afhankelijk zou moeten zijn van het redactiesta-

tuut waarover het dagblad beschikt. Het idee kwam er naar aanleiding van de studie “Sectoriële opdracht 

van de schrijvende pers”. Met dat advies werd evenwel niets gedaan.

De AVBB benadrukt in 1993 voor de eerste keer zelf het belang van een redactiestatuut tijdens de cao-

onderhandelingen voor dagbladen. De AVBB (geciteerd in: De Voeght, 1998, p.21) stelde dat:

‘In elk arbeidscontract van een journalist duidelijke bepalingen dienen te staan omtrent zijn vrijheid 

van handelen, alsook over de mogelijkheid om in alle objectiviteit te kunnen werken en eventueel zelf 

bepaalde opdrachten te weigeren indien die strijdig zijn met bepalingen van de code van journalistieke

beginselen.’

De eis krijgt geen gevolg. De vereniging herhaalt de eis in 1995 in haar memorandum. In hetzelfde jaar

stelde minister Eric van Rompuy, toenmalig Vlaams minister van media, voor om in samenwerking met

de beroepsjournalisten een redactiestatuut uit te werken voor zowel de gedrukte als audiovisuele media.Hij (geciteerd in: De Bens & Raeymaeckers, 2007, p. 235) beklemtoonde dat:

‘een redactiestatuut een instrument kon zijn om de onafhankelijkheid van de redactie te waarborgen in

een periode waarin de concentratie en de commercialisering steeds toenam’.

De Vlaamse uitgevers reageerden hier negatief op. In een open brief lieten ze weten dat mocht er een re-

dactiestatuut nodig zijn, dit dient te worden uitgewerkt met de uitgevers, niet met de beroepsjournalisten

(De Voeght, 1998; Neirinck, 1996, p.7-8).

Tot op vandaag is er nog steeds geen wettelijke verplichting voor de printsector. In uitgeverskringen

is er weinig enthousiasme voor redactiestatuten. Deltour en Van de Looverbosch (2006) stellen vast de

Vlaamse mediabazen zeggen dat ’ ze die redactiestatuten niet nodig hebben om de onafhankelijkeid van

hun redacties te respecteren’.

Eerder onderzoek, uitgevoerd door de VVJ heeft aangetoond dat er een grote weerstand is tegen redactie-

statuten vanwege uitgevers. Uitgevers zweren dat ze nooit ongeoorloofde druk uitoefenen op de redacties

en dat conflicten steeds onderling en informeel worden opgelost. Volgens Pol Deltour (2007, p. 47) is de

echte reden dat uitgevers niet graag een deel van hun macht afstaan aan de hoofdredactie en de redac-tie(raad). Hoewel uitgevers niet meteen staan te springen voor een redactiestatuut, denken journalisten

20

Page 27: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 27/76

 

daar anders over. 61% van de beroepsjournalisten ziet het nut van een redactiestatuut wel degelijk in.

Zij vinden het een belangrijk tot zelfs zeer belangrijk middel. Slechts een kleine minderheid (5%) vindt

een redactiestatuut totaal overbodig. De overige journalisten nemen een centraal standpunt in. Een kwart

van de Vlaamse beroepsjournalisten lijkt niet te weten of er een redactiestatuut voorhanden is binnen het

medium waarvoor ze werken (Paulussen & Raemaeckers, 2010, p. 104).

Voor de krantensector in Vlaanderen zijn er maar twee titels die over een redactiestatuut beschikken die

de redactionele aangelegenheden concreet vormgeven, namelijk De Tijd en De Morgen. Bij Corelio is

er sprake van een stichting; vzw Redactie (cfr. supra). Ook bij Concentra is er geen sprake van een re-

dactiestatuut. Noch Het Belang van Limburg (HBvL), noch de GvA hebben een statuut. Wel beschikt de

uitgever over een Comité K . Het Comité K bestaat uit twee afgevaardigde journalisten van beide kranten

en bespreekt samen met directie en hoofdredactie knelpunten van de redactievloer. Veelal gaat het over

de werkomstandigheden of over de cao’s. Inhoudelijke kwesties komen zelden aan bod. De redactie

kan te allen tijde samengeroepen worden door de afgevaardigden van het Comité K om te vergaderenover punten die aan bod zijn gekomen tijdens de bijeenkomsten met de directie en hoofdredactie. Deze

overlegmomenten zijn informeel geregeld en vinden ad hoc plaats. HBvL heeft geen klassiek redactie-

statuut, maar hanteert wel haar eigen huisregels. In dit document staan acht waarden die de identiteit van

HBvL vormen. De waarden omschrijven de visie waarmee HBvL de wereld ziet en beschrijft. Naast de

huisregels hanteert het dagblad ook een eigen deontologische code die de handleiding is voor het correct

handelen van de journalisten in hun dagelijkse werk. HLN heeft een charter waarin de ideologische lijn

beschreven wordt, Raad Het Laatste Nieuws (cfr. supra).

In onderstaande tabellen wordt weergegeven welke media met een redactiestatuut werken en welke niet.Er wordt ook aangeduid of er andere documenten aanwezig zijn die de identiteit van het medium of de

autonomie van de journalisten beschermen. De documenten zijn opgenomen in de bijlage.11

Titel Redactiestatuut Stichting Andere

Het Laatste Nieuws Raad Het Laatste Nieuws vzw

De Morgen√ 

De Standaard vzw Redactie deontologische code + ombudsman

Het Nieuwsblad vzw Redactie deontologische code

De Gentenaar vzw Redactie deontologische code

De Tijd√ 

De Gazet van Antwerpen Comité K(nelpunten)

Het Belang van Limburg Comité K(nelpunten)

Tabel 1.1: Krantensector in Vlaanderen

Ook in de magazinesector is er nauwelijkse sprake van redactiestatuten. Wij hebben ervoor gekozen om

enkel te kiezen voor nieuwsmagazines die een nationale verspreiding kennen. We maken geen onder-

scheid tussen populaire en kwaliteitsmagazines.

11Fundamenten van Het Nieuws van VTM zijn niet opgenomen. Dit is een intern document dat niet gebruikt wordt voor

publicatie

21

Page 28: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 28/76

 

Titel Redactiestatuut Stichting Ander

Humo

Story

Teveblad

Goedele

Knack 

Dag Allemaal + Expres

TV-familie + Blik 

Primo Tv Gids

P-magazine√ 

Ché√ 

Tabel 1.2: Nieuwsmagazinesector in Vlaanderen

De Vlaamse openbare omroep VRT heeft in Vlaanderen een toonaangevend redactiestatuut. Naast het

uitgebreide redactiestatuut beschikt de VRT ook over een eigen deontologische code. Bij de Vlaamsecommerciële omroepmaatschappijen, Vlaamse Mediamaatschappij (VMMa) en SBS Belgium zijn er

geen redactiestatuten voorhanden.

Omroep Redactiestatuut Stichting Andere

VRT√ 

Deontologische code + Deontologische adviesraad

VTM Fundamenten van het Nieuws

VT4

Tabel 1.3: Nationale omroepen in Vlaanderen

Regionale televisieomroepen beschikken allemaal over een redactiestatuut. De reden hiervoor is dat

het bij decreet verplicht wordt door de Vlaamse Overheid. Jammer genoeg stellen deze statuten soms

weinig voor en beperken ze zich tot een opsomming van enkele principes die algemeen gelden binnen de

 journalistiek. In het verleden is ook gebleken dat het statuut niet altijd nageleefd wordt. In het empirische

luik van dit onderzoek gaan we hierop dieper in.

Omroep Redactiestatuut? Stichting? Andere

ATV√ 

AVS Oost-Vlaamse Televisie√ 

Deontologische code (opgenomen in redactiestatuut)

Focus√ 

Ring-TV√ 

Rob-tv√ 

RTV√ 

TV-Brussel√ 

TV-Limburg√ 

Beginselverklaring

TV-OOST√ 

WTV√ 

Tabel 1.4: Regionale televisieomroepen in Vlaanderen

22

Page 29: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 29/76

 

1.10 Besluit

In de literatuur komt duidelijk naar voor dat de kwaliteit van een medium en de onafhankelijkheid van

 journalisten samengaan. Journalisten zijn de waakhonden van de maatschappij. Het is hun taak om op

een objectieve manier informatie te verschaffen aan de burgers. Het is belangrijk dat journalisten zich

bewust zijn van hun maatschappelijke functie en dat ze hun bronnen goed checken en dubbelchecken.

Media zijn continu in beweging en aan veranderingen onderhevig. Journalisten moeten daarbij altijd

professioneel blijven. Druk moet geweerd worden en ook in een digitale maatschappij, waarin snel-

heid de belangrijkste factor geworden is, moet er naar kwaliteit gestreefd worden. Het is belangrijk dat

professionele journalisten zich blijven onderscheiden en niet opgeslorpt worden in de informatieover-

vloed. Daarbij moet een journalist zich altijd bewust zijn van de heersende deontologische regels. Met

de nieuwe Code van de Raad voor de Journalistiek  hebben Vlaamse journalisten nu een extra controle

op hun werk. Deontologische codes moeten gestimuleerd worden in het belang van de kwaliteit van de

media. Journalistenverenigingen spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van en het toezicht op de

codes. Elke redactie moet een goed plichtsbesef hebben.

Een ander nuttig instrument is het redactiestatuut. Er zijn vele definities voor te vinden, maar de essentie

is dat het een redactie redactionele bescherming en een vorm van medezeggenschap in redactionele be-

slissingen biedt, de verhoudingen binnen het bedrijf omschrijft en dat de identiteit van het medium erin

opgenomen is. Alle media zouden over een redactieraad of een gelijkaardig orgaan moeten beschikken

die de redactie vertegenwoordigt. Het belang van een redactiestatuut mag niet overschat worden, maar

op voorwaarde dat het goed nageleefd wordt, kan het een houvast zijn voor de redactie.

Het Vlaamse medialandschap telt weinig redactiestatuten. Eén reden daarvoor is dat er geen algemene

verplichting bestaat. De geschreven pers wordt tot zover gevrijwaard van een decretale verplichting.

Sommige bedrijven hebben een stichting die waakt over de ideologische lijn van de titel, maar dit orgaan

wordt niet altijd vanuit de redactie aangedreven. Heel wat mediatitels kunnen geen document voorleggen

waaruit blijkt dat de verhoudingen in het bedrijf op een duidelijke manier geregeld zijn en dat er mecha-

nismen zijn die de autonomie van de redactie en de redactionele koers beschermen. Het idee leeft maar

met mate en uitgevers zijn van mening dat ze geen redactiestatuten nodig hebben om de onafhankelijk-

heid van hun redacties te waarborgen. Marc Van de Looverbosch (geciteerd in: PvL, 2006) zegt in dit

verband:

‘Al jaren pleiten wij voor een degelijk redactiestatuut dat elke zweem van beïnvloeding door de bazen

van de mediahuizen kan wegnemen. Dat blijft een moeilijk discussiepunt.’

Er kan besloten worden dat journalisten waakzaam moeten blijven. Deontologische codes en redactiesta-

tuten kunnen daar een rol in spelen. Deze conclusie moet wel genuanceerd worden want redactiestatuten

zijn geen wondermiddelen. In het verleden zijn ze soms dode letter gebleven. In het volgende luik van

dit onderzoek gaan we het nut van redactiestatuten na.

23

Page 30: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 30/76

 

Empirisch onderzoek

2.1 Onderzoeksdesign

2.1.1 Situering van het onderzoek

Deze verhandeling situeert zich binnen het onderzoek naar de media in de samenleving, onderzoek dat

gevoerd wordt binnen de communicatiewetenschap, in de onderzoekstraditie rond journalistiek. Aan de

hand van interviews werd informatie verzameld over de attitudes binnen een mediabedrijf ten aanzien

van het belang van het redactiestatuut. We gaan na hoe belangrijk een redactiestatuut is voor de goede

dagelijkse werking van een redactie en voor de positie van de journalist. We doen dit voor de Vlaamse

mediasector.

In Vlaanderen bestaat er een onderzoekstraditie in journalistenenquêtes. Hierdoor is het profiel van de

Vlaamse beroepsjournalist vrij goed in kaart gebracht. De eerste Vlaamse studie naar het profiel van

de beroepsjournalist dateert van 1973. Lea Maes nam toen, in het kader van een licentieverhandeling,

de allereerste enquête af bij beroepsjournalisten van de geschreven pers. In de daarop volgende dertig

 jaar is het onderzoek regelmatig geüpdatet en bijgestuurd. In 2008 besloot het CJS, onderzoeksgroep

aan de UGent binnen de vakgroep communicatiewetenschappen, een grootschalige journalistenenquête

te houden. In 2003 werd deze enquête al eens op kleinere schaal uitgevoerd. Omdat er in de volgende

vijf jaar grondige evoluties hadden plaatsgevonden binnen de journalistiek, had het CJS argumenten

genoeg om het onderzoek opnieuw uit te voeren. Aan de hand van enquêtes met beroepsjournalisten

in Vlaanderen werd onderzocht ‘in welke mate de recente economische en technologische ontwikkelin-

gen in de mediasector invloed hebben op het journalistieke beroep’ (Paulussen & Raeymaeckers, 2010,

p.19). De enquête schetste onder andere een gedetailleerd beeld van de professionele opvattingen van de

Vlaamse beroepsjournalisten. De resultaten van dit onderzoek staan beschreven in De beroepsjournalist 

in 2008. (De Bens, 1983 ; Paulussen & Raeymaeckers, 2010). We willen onze onderzoeksresultaten

terugkoppelen aan deze bevindingen.

Tegelijk willen we het onderzoek koppelen aan de bevindingen van de VVJ rond het belang van re-

dactiestatuten. De Vlaamse Vereniging van Journalisten doet regelmatig rondvraag bij de Vlaamse me-

diahuizen, rond de toepassing en het belang van een redactiestatuut. De resultaten hiervan worden op

regelmatige tijdstippen gepubliceerd in het vaktijdschrift ‘De Journalist’. De laatste publicatie dateert

van 2008. De VVJ hecht veel belang aan het bestaan van redactiestatuten. Het is belangrijk dat het

onderzoek hierrond regelmatig herhaald wordt.

Ook internationaal zijn er heel wat voorbeelden te vinden van journalistenenquêtes (cfr. Deuze, 2002;

Johnstone et al., 1976; Weaver et al., 2007; Weaver & Wilhoit 1986 & 1996). Deze studies zijn inspire-

24

Page 31: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 31/76

 

rend voor ons onderzoek bij het opstellen van de vragenlijsten.

De resultaten van dit onderzoek kunnen interessant zijn voor verder onderzoek rond redactiestatuten.

2.1.2 Methode

In het kader van het empirisch onderzoek werd vooraf een grondige literatuurstudie uitgevoerd. Dit is

nodig om inzichten te verwerven in het onderwerp en de cases. Een literatuurstudie is de basis voor een

goed onderzoek. Hierdoor is het mogelijk een aantal basisbegrippen te situeren en ze goed te begrijpen.

Voor het empirische luik van deze verhandeling hebben we gekozen voor een kwalitatieve onderzoeks-

methode. Aan de hand van casestudies en een kwalitatieve survey willen we onze onderzoeksvraag

beantwoorden. Met een casestudy wordt bedoeld dat er één specifieke situatie wordt bestudeerd. Onder-

zoekers bakenen een case af zoals ze die willen bestuderen en beoordelen. Casestudies hebben eerder

een evaluatieve invalshoek (Mortelmans, 2009, p. 133).

Een kwalitatieve survey kent twee subvormen. Eén ervan is onderzoek dat steunt op diepte-interviews.

Een andere mogelijkheid zijn focusgroepen. Wij voeren onderzoek aan de hand van diepte-interviews.

Diepte-interviews zijn gesprekken waarin de onderzoeker vragen stelt aan een of meerdere respondenten.

Wij onderzoeken per mediasector één case met als doel het belang van het redactiestatuut te evalueren.

Voor de nationale televisieomroepen belichten we zowel de openbare omroep VRT als de commerciële

omroep VTM. Omdat de regels en financiering voor de openbare omroep verschillen van die van de

private omroepen is het aangewezen om beide situaties aan bod te laten komen. Om grote hiaten te voor-

komen zorgen we ervoor dat er uit elke mediasector een casus aan bod komt. Zo kunnen er ook eventuele

verschillen tussen de sectoren gevonden worden.

Voor het onderzoek zullen we elke persoon afzonderlijk interviewen. Er is een lijst van de geïnterview-

den opgenomen, op het einde van deze verhandeling. Onze contactpersonen zijn niet at random gekozen.

Het is een logische keuze op basis van de cases die we willen onderzoeken. Het proces verloopt cyclisch.

Interviews worden afgewisseld met een periode van analyseren (Mortelmans, 2009, p. 213). Op basis

van die analyse wordt de vragenlijst aangepast en zetten we ons onderzoek verder met een nieuwe reeks

interviews. Op deze manier kunnen we dieper ingaan op concrete kenmerken van de case en op concrete

antwoorden van de vorige, betrokkene interviewee.

Kwalitatieve diepte-interviews als methode voor dit onderzoek, is het meeste aangewezen om onze in-

formatie te verzamelen. Interviews maken het mogelijke om dieper te graven naar de attitudes, kennis en

opinies van de respondenten en er is geen sprake van groepsdruk of sociale wenselijkheid. De nadelen

aan onze methode zijn dat het een tijdrovende en een relatief dure onderzoekstechniek is.

2.1.3 Design

Alle geïnterviewden worden per e-mail of telefonisch gecontacteerd. In een eerste fase worden de ge-

ïnterviewden per e-mail aangeschreven met daarin de opzet van het onderzoek en een aansporing om

mee te werken. Deze communicatie verloopt niet altijd even vlot. Een aantal potentiële interviewees zijn

25

Page 32: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 32/76

 

uiteindelijk nooit bereikbaar, zo blijkt. Nadat we groen licht krijgen van de geïnterviewden wordt er - in

een tweede fase - een afspraak gemaakt voor de afname van de interviews.

De derde fase van het onderzoek bestaat uit het interview zelf. De interviews zijn face-to-face afgeno-

men. We maken gebruik van semigestructureerde interviews. De grote lijnen liggen vast aan de handvan een vragenprotocol, maar er is nog ruimte voor invulling door de respondent. Bij een vragenprotocol

heeft de onderzoeker een lijst van onderwerpen in gedachte. Van hieruit stelt hij de onderzoeksvragen

op. Er is een vast uitgangspunt voor alle interviews. In ons het geval is dat het onderzoek naar het belang

van het redactiestatuut voor de autonomie van de journalist. Bij elk interview worden aan de hand van

het uitgangspunt ongeveer dezelfde vragen gesteld. De richting en de gedachte van een interview ligt

met andere woorden vast, maar daarnaast is er ook voldoende ruimte voorzien voor het eigen verhaal van

de geïnterviewde (Mortelmans, 2009, p. 218). We moeten ook rekening houden met de case-specifieke

kenmerken en daarom worden een deel van de vragen daarop afgestemd. We werken niet met vooraf 

bepaalde antwoordmogelijkheden. Deze methode hoort thuis in een kwantitatief onderzoek.

De setting van de interviews vloeit voort uit de cases. De interviews vinden plaats op de redactie of op

een andere afgesproken plaats. De setting is in alle gevallen zichtbaar. Informatie en adresgegevens van

een redactie zijn makkelijk te vinden. Wanneer het interview thuis plaatsvindt zijn de adresgegevens

vaak alleen beschikbaar na navraag.

Alle interviews worden nadien getranscribeerd volgens het Verbatim-principe (Mortelmans, 2009, p. 265).

Dit wil zeggen dat de interviews letterlijk worden uitgetypt zoals ze op de geluidsband staan. Een schrif-

telijke vorm van het interview vormt de basis waarvan de kwalitatieve analyse vertrekt.

In de vijfde fase worden de interviews gecodeerd waarbij labels, die met software Nvivo worden ge-

maakt, worden toegekend aan fragmenten uit de interviews. Elk interview wordt grondig geanalyseerd

en wordt toegekend aan verschillende variabelen. Op basis van deze variabelen worden er matrices

uitgewerkt waarbij verschillende variabelen gecombineerd worden. Uit de resultaten van deze toetsing

is het mogelijk een aantal vergelijkingen te maken tussen de cases en de sectoren. De resultaten die

hieruit voortvloeien worden uitvoerig besproken in het onderzoek. In een laatste fase worden er conclu-

sies getrokken en wordt het onderzoek teruggekoppeld naar de literatuurstudie en andere onderzoeken,

opgenomen in deze studie.

26

Page 33: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 33/76

 

2.2 Cases

2.2.1 De Morgen

De krant DM beschikt al sinds 1990 over een redactiestatuut. Het statuut had tot doel ‘de volledige re-

daktionele onafhankelijkheid en de politieke lijn van de redaktie en de krant te waarborgen ten overstaanvan invloeden zowel van binnen als van buiten de krant’ (PVDD, 1990, 15 mei). Er werd een redactie-

raad aangesteld die ‘funktioneert als inspraakorgaan van de hele redaktie in alle zaken die redaktionele

taken en functies betreffen’ (PVDD, 1990, 15 mei).

Het document blijkt meer dan vijftien jaar later dode letter. In 2006 voert De Persgroep namelijk her-

vormingen door binnen het mediaconcern. NV De Morgen, en de andere twee business units - Aurex en

Magnet - van De Persgroep worden geïntegreerd in een nieuw bedrijf, De Persgroep Publishing (DPP).

Wim Coessens, in 2006 directeur van DM, wordt ontslagen. De redactie wordt niet geraadpleegd of om

haar mening gevraagd over de plannen van De Persgroep. Doordat DM toen haar onafhankelijke positieverloor kwam ook de onafhankelijkheid van de journalisten in het gevaar. Met het verdwijnen van NV

De Morgen was er geen buffer meer tussen de krant en de directie of de RvB (Brouwer, 2009; Chris-

tophe, 2006). Verantwoordelijken van De Persgroep sloten redactionele synergieën met de andere media

van de uitgeverij niet uit ‘op voorwaarde dat de redacties daarmee akkoord zouden gaan’ (geciteerd in:

Deltour, 2006). Vandaag zien we dat het financieel-economische nieuws in DM wordt aangevoerd door

het dagblad De Tijd . Het sportnieuws wordt overgenomen van HLN. De financiële krant De Tijd is een

van de titels van Mediafin. Mediafin is een joint-venture van De Persgroep en het Franstalige Rossel. De

drastische veranderingen van 2006 zet DM ertoe aan een stevig nieuw redactiestatuut uit te werken. In

2007 werd het statuut goedgekeurd (Deltour, 2007, p. 51).

In maart van 2007 wordt Klaus van Isacker aangesteld als algemeen hoofdredacteur van DM (VVJ,

2007). Opvallend is dat hij voorheen directeur informatie was bij de VTM, familiezender van de VMMa.

De VMMa is voor 50% in handen van De Persgroep. In hetzelfde jaar wordt Bart Van Doorne hoofdre-

dacteur van DM. Ook hij werkte voordien bij de VTM (DeMorgen.be, 2011). Ook bij deze aanwerving

is er een advies gevraagd aan de redactie, maar dat bleek negatief te zijn. Klaus Van Isacker heeft het

advies naast hem neergelegd.

In 2008 beslist DPP dat de redactie van DM moet verhuizen naar de gebouwen van DPP in Kobbegemwaar ook de redactie van HLN gevestigd is. Sinds 2003 bevond de redactie zich op de Arduinkaai achter

de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) in Brussel. De redactie van DM uit hiertegen protest. Ze is

bang dat de verhuis de onafhankelijkheid in het gevaar zal brengen (Christophe, 2008).

De economische crisis is in 2008 te voelen bij de Vlaamse media. Ook DM blijft niet gespaard. In de-

cember van 2008 maakt De Persgroep een besparingsplan bekend. Een kwart van de banen zou geschrapt

worden. In 2009 wordt duidelijk wat deze turbulente periode teweeg heeft gebracht. Het verzet van de

redactie blijkt efficiënt te zijn geweest. De gedwongen verhuis naar Kobbegem is niet doorgegaan. De

redactie van DM stelde daarnaast ook een alternatief besparingsplan op. In dit besparingsplan zoudengeen ontslagen vallen. (bvb, 2009; christophe, 2009a; Trend.be, 2009). Uiteindelijk vallen er op 16 mei

27

Page 34: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 34/76

 

2009 vijftien ontslagen. Elf jobs konden gered worden. De redactie legde toen uit ongenoegen het werk 

stil waardoor er geen krant verschenen is op 19 mei 2009 (Brouwer, 2009). Liesbeth Van Impe, toen

 journaliste bij DM legde uit waarom de redactie staakte:

’We staken om onze solidariteit te tonen met de collega’s die op de lijst staan. Het is ook een protest tegen de manier waarop de lijst werd opgemaakt. De staking is eveneens een uiting van het geschonden

vertrouwen in de hoofdredactie’ (Liesbeth Van Impe geciteerd in: Christophe, 2009b).

Anderhalf jaar nadat er geherstructureerd werd zijn er opnieuw ontslagen gevallen. Hoofdredacteur

Klaus Van Isacker krijgt een andere functie binnen De Persgroep. Adjunct-hoofdredacteur Peter Mijle-

mans en chef nieuws, Eddy Eerdekens, worden ontslagen. Co-hoofdredacteur Bart Van Doorne behoudt

zijn functie. Wouter Verschelden wordt de nieuwe co-hoofdredacteur. Verschelden werkte voorheen als

politiek journalist bij DS (Cochez, 2010).

In 2011 legt Bart van Doorne zijn functie als co-hoofdredacteur neer. In een mededeling staat te lezen dathij dat in overleg met de directie heeft beslist. Het is niet duidelijk of de redactieraad hier op voorhand

van op de hoogte is gebracht, zoals het redactiestatuut het voorschrijft. Vandaag oefent Wouter Verschel-

den de functie van hoofdredacteur van DM alleen uit (DeMorgen.be, 2011).

Het is duidelijk dat DM een turbulente periode heeft meegemaakt. Het lijkt erop dat er met de redactie

in al die tijd weinig rekening is gehouden. Aan de hand van interviews trachten we te achterhalen hoe

groot de rol van de redactieraad al die tijd is geweest. We gaan na hoe het redactiestatuut bij DM werd

toegepast en hoe vrij de journalisten waren in redactionele aangelegenheden.

2.2.2 Humo

Humo is een Vlaams onafhankelijk weekblad voor radio en televisie. In januari 2010 kwam Humo voor

49% in handen van de holding De Vijver (de holding die ook Woestijnvis beheert). Tot voordien was

Humo volledig in handen van Sanoma Magazines Belgium (SMB), onderdeel van het Finse mediabedrijf 

Sanoma. Sinds 2010 heeft Woestijnvis de dagelijkse leiding over het magazine.

Humo beschikt niet over een redactiestatuut. Via interne bronnen hebben wij kunnen achterhalen dat

er bij SMB in 2008 een voorlopig ontwerp voor een redactiestatuut op tafel lag. Dit statuut zou gelden

voor alle redacties van de groep. Het voorlopig ontwerp voldeed echter niet aan de normen van een echt

redactiestatuut. Nergens in het ontwerp was er sprake van een redactieraad. Het statuut waarborgde geen

medezeggenschap aan de journalisten. Met de hoofdredactie zou er wel rekening gehouden worden. Het

voorlopige ontwerp regelde de verhouding tussen de directie en de hoofdredactie, maar niet de relatie

tussen de directie en de redactie. Bij Humo zouden ze pas instemmen als de rol van de Humo-redactieraad

geregeld werd.

Het voorlopig ontwerp van het redactiestatuut is uiteindelijk nooit door alle partijen goedgekeurd. Van-

daag is er bij SMB nog steeds geen sprake van een redactiestatuut (Pauwels, persoonlijke mededeling,

2011, 11 januari).

28

Page 35: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 35/76

 

In maart 2011 onderging het Vlaamse medialandschap een revolutie. De televisiezenders van SBS Bel-

gium -VT4 en VIJFtv - werden toen gekocht door de holding De Vijver. Voor deze overname is de Finse

uitgeverij Sanoma in het kapitaal van De Vijver gestapt. Sinds 20 april 2011 is Humo volledig in handen

van De Vijver (ivb, dod, vdr, 2011, 20 april).

Geert Jansen, eindredacteur van Humo liet ons weten dat Humo nog steeds over een redactieraad be-

schikt. Volgens hem komt dat er op neer dat ‘de redactie van Humo zich het recht behoudt om haar stem

te laten horen wanneer ze vindt dat dat nodig is’. De redactieraad bestaat uit alle vast in dienst zijnde

redacteurs en eindredacteurs (Jansen, persoonlijke mededeling, 2011, 12 januari). Volgens Geert Jansen

is er weinig veranderd na de overname door de Vijver.

Voor dit onderzoek willen we nagaan of dat ook klopt. We gaan na hoe de overname door De Vijver, met

een dagelijkse leiding door Woestijnvis, is verlopen en of er rekening is gehouden met de redactie van

Humo.

2.2.3 WTV

WTV is de vroegere regionale omroep van Zuid-West-Vlaanderen. Vandaag is de regionale televisieom-

roep versmolten met Focus TV, tot Focus-WTV. De regionale televisieomroepen zijn door het decreet

van 23 oktober 1991 verplicht een redactiestatuut te hebben.

WTV werd opgericht in 1992 en had van bij het begin een redactiestatuut. Johan Persyn was acht jaar

lang, van bij het ontstaan, de hoofdredacteur. Acht jaar na de oprichting van WTV stelde hij vast dat het

redactiestatuut niet effectief was. In een aangetekende brief van 30 mei 2000 werd de hoofdredacteur

door de voorzitter van de RvB, Marleen Verfaellie, meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst beëindigd

werd (Arbrb. Kortrijk, 2003).

Johan Persyn werd in 2000 ontslagen, zonder dat de directie daar vooraf overleg over had gepleegd met

de redactieraad (Vanheerentals, 2006). Het redactiestatuut (1993) stipuleerde nochtans dat ‘schorsing of 

ontslag door de directie pas kan na diepgaand overleg met de redactieraad, die zo snel mogelijk schrif-

telijk advies uitbrengt’. De directie heeft in dit geval pas achteraf de raad bijeengeroepen om hen te

informeren over het ontslag.

Op drie oktober 2000 dagvaardt de ex-hoofdredacteur de vzw West-Vlaamse Televisie-Omroep Regio

Zuid voor de Arbeidsrechtbank van Kortrijk. Beide partijen krijgen voor een deel gelijk. Het vonnis van

23 mei 2002 veroordeelt WTV tot het betalen van een bedrag van 6817,07 euro, vermeerderd met de

verwijlrente vanaf de ingebrekestelling tot de dag van de dagvaarding. Ook de eiser zelf wordt veroor-

deeld wegens overname van een GSM-toestel. Hij moet een klein bedrag van 123,95 euro betalen aan

WTV. WTV werd voor drie vierden veroordeeld tot de gerechtskosten. Het andere kwart werd op Johan

Persyn afgeschoven. Persyn tekent beroep aan tegen het bestreden vonnis van de vierde kamer van de

Arbeidsrechtbank te Kortrijk. Hij vordert WTV tot het betalen van een grotere som, wil dat de kosten

van het geding volledig ten laste van WTV worden gelegd en vindt de tegenvordering - de kosten voor

de GSM - wel ontvankelijk, maar niet gegrond. Ook vindt Persyn het onterecht dat hij geen schadever-

goeding heeft ontvangen wegens het niet inwinnen van het advies van de redactieraad en wegens ontslag

29

Page 36: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 36/76

 

door een orgaan dat daarvoor niet bevoegd is. De zevende kamer van het Arbeidshof te Gent, zetelend in

Brugge beslist op acht december 2003 dat het hoofdberoep ongegrond is en vernietigd een deel van het

vonnis van 23 mei 2002. De zevende kamer veroordeelt zowel WTV als Johan Persyn tot het betalen van

een vergoeding. Het Hof van Cassatie wijst het beroep af. Het hof erkent dat de directie in 2000 fouten

heeft gemaakt, maar legt hierom geen sanctie op aan de regionale televisieomroep (Vanheerentals, 2006).Volgens het Hof van Cassatie moet om verschillende redenen geen sanctie worden opgelegd:

• Zelfs al had de redactieraad advies uitgebracht, heeft dit advies nog steeds geen bindend karakter

voor de werkgever. WTV beslist vrij over een ontslag.

• Nergens in het redactiestatuut, noch in de individuele arbeidsovereenkomst wordt expliciet bedon-

gen dat er een sanctie volgt wanneer de directie het advies van de redactieraad niet vraagt.

• Schuldeiser Persyn heeft geen schade geleden. De geleden financiële schade is vergoed door de

werkgever.

In De Journalist van maart 2006 wordt er gesteld dat ‘het Hof van Cassatie bijzonder licht over het 

redactiestatuut van WTV heen fietste’.

Het hof oordeelde dat het advies van de redactieraad nergens expliciet vermeld staat in het redactie-

statuut. Toch schrijft artikel drie van het redactiestatuut van WTV-Zuid (1993) voor dat de directie in

dergelijk geval - ontslag van de hoofdredacteur - pas een beslissing kan nemen na diepgaand overleg met

de redactieraad.

Dit is een duidelijk geval waarbij het redactiestatuut met de voeten werd getreden. Persyn (vermeld in:

Vanheerentals, 2006, p.10) vindt een redactiestatuut nuttig, maar alleen wanneer het afdwingbaar is. Hij

pleit ervoor dat er in het redactiestatuut ook meteen sancties worden opgenomen voor wanneer het statuut

overtreden wordt.

2.2.4 VRT

De Vlaamse Radio- en Televisieomroep beschikt over een goed uitgewerkt redactiestatuut. Het redac-

tiestatuut van de VRT is een schoolvoorbeeld voor het Vlaamse medialandschap. In 2007 werd het

redactiestatuut vernieuwd. De tekst geeft meer inspraak aan de journalisten dan voordien (Balliauw,

Barrez, Heirbaut & Pauwels, 2005, p.6).

Het doel van het redactiestatuut is ‘een omgeving te scheppen waarbinnen journalisten professioneel en

met eerbied voor de deontologische code, hun taak kunnen uitoefenen onafhankelijk van commerciële,

 politieke, particuliere en groepsbelangen’ (Vanheerentals, 2008, p.11).

Het redactiestatuut geeft de redactie een grote autonomie ten aanzien van de directie en beschermt haar

ook tegen externe druk. De redactieraad bestaat uit twaalf journalisten en is bevoegd om adviezen uit te

brengen over het redactionele beleid. Huidig voorzitter Marc Lamot omschrijft de belangrijkste taak van

het orgaan als stem geven aan de vloer  (persoonlijke mededeling, 2011, 30 juni). De redactieraad is een

intermediair orgaan tussen de redactie en de hoofdredactie of de directie. Opmerkingen, suggesties of 

ongenoegen van redacteurs worden op een structurele manier doorgegeven naar boven.

30

Page 37: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 37/76

 

Daarnaast beschikt de VRT ook als enige medium in Vlaanderen over een deontologische adviesraad,

die waakt over de toepassing van het redactiestatuut en de deontologische code. In de deontologische

adviesraad zetelen vijf journalisten. In grote lijnen waakt dit orgaan over de kwaliteit van de openbare

omroep. Klachten met betrekking tot de inhoud van het nieuws worden door deze raad behandeld. Het

staat de deontologische adviesraad ook vrij om advies te geven over de inhoud van de nieuwsberichten.De Adviesraad moet in sommige gevallen verplicht geraadpleegd worden voor advies. De adviezen zijn

niet bindend. Dit is een heikel punt. Het redactiestatuut zou een nog stevigere basis hebben als het advies

verplicht zou moeten worden opgevolgd. (Vanheerentals, 2006, p. 10).

Het redactiestatuut van de VRT is toonaangevend in Vlaanderen. Toch hebben er ook bij de openbare

omroep in het verleden incidenten plaatsgevonden. In september 2008 nam Jos Bouveroux ontslag als

hoofdredacteur van de VRT-nieuwsdienst. Bij de aanstelling van de nieuwe hoofdredacteur - Liesbet

Vrieleman - heeft de redactieraad daar geen medezeggenschap over gehad (Decaestecker, 2008, 24 juni,

p.21). Ex-topman van de VRT, Dirk Wauters, heeft meegedeeld wie de nieuwe hoofdredacteur werd,maar de raad heeft hierbij geen inspraak gekregen (Vanheerentals, 2008, p.11). In het redactiestatuut is

nochtans opgenomen dat de directie steeds de redactie moet horen alvorens een hoofdredacteur te benoe-

men of te ontslaan.

Recenter is de zaak Robin Ramaekers. In oktober van 2010 was de journalist in Haïti om er een reportage

te maken over de cholera-epidemie die het land had getroffen. Ramaekers bracht onder meer verslag uit

vanuit een tentenkamp van Artsen Zonder Grenzen. Hieruit blijkt dat de omwonenden niet tevreden

zijn met het tentenkamp en dat zowel mensen in het kamp als journalisten bekogeld worden met stenen.

Tijdens de reportage verdwijnt de journalist uit beeld op het moment dat ook hij bekogeld wordt meteen steen. In de reportage, die uitgezonden is op de televisienetten van de VRT, zijn op dat moment ook 

geweerschoten te horen die afkomstig zijn van VN-blauwhelmen die net achter de journalist rubberkogels

afschieten op de omwonende betogers.

Uit analyse blijkt dat de geweerschoten achteraf gemonteerd werden op de reportage, omdat de steen

waarmee de journalist werd bekogeld, niet zichtbaar was in beeld. Dit is een ernstige deontologische

fout die de geloofwaardigheid van de Vlaamse openbare omroep aantast. Het is wel zo dat er op het

terrein effectief geschoten werd door de VN-blauwhelmen op het moment van de opname, zij het niet

in de richting van Ramaeckers. (Bbd, 2011, 13 januari, Pauwels, persoonlijke mededeling, 2011, 25 juli).

We gaan na welke gevolgen aan deze incidenten werden gegeven en trachten hierbij na te gaan of het

redactiestatuut van de Vlaamse openbare omroep vruchten afwerpt.

2.2.5 VTM

De commerciële nationale televisieomroep VTM hanteert geen redactiestatuut, maar er wordt op dit

ogenblik wel aan gewerkt (cfr. supra). Evenmin is er een redactieraad bij de VTM. De omroep be-

schikt wel over een mission statement voor Het Nieuws waarin de zes fundameten van Het Nieuws zijn

opgenomen. Nu, inlevend, eerlijk en echt, uitleg, werelds en sereen zijn de basiswaarden van de nieuws-

redactie. Elke journalist kent deze waarden en handelt daar naar. De omroep heeft net zoals de VRT een

geïntegreerde redactie voor alle nieuwsprogramma’s. (Wils, persoonlijke mededeling, 2011, 23 juni)

31

Page 38: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 38/76

 

Private nationale omroepen zijn lange tijd niet wettelijke verplicht geweest een redactiestatuut te hebben.

In 2009 werd bij decreet dan toch beslist dat ook private omroepen die nieuws- en duidingsprogramma’s

maken, de onafhankelijkheid van de redactie en haar journalisten moeten bepalen in een redactiestatuut.

Het is uitkijken naar het redactiestatuut van de VTM. Een vaste datum voor de invoering van het statuutis er niet voorzien. Aan de hand van interviews zijn wij nagegaan hoe de VTM de onafhankelijkheid van

haar journalisten waarborgt zonder redactiestatuut (cfr. infra).

32

Page 39: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 39/76

 

Resultaten

In het volgende deel worden de resultaten weergegeven die uit het onderzoek naar voor gekomen zijn.

Naast casespecifieke onderwerpen, bevroegen we de respondenten ook over hun visie op de media, hun

autonomie en hun attitudes tegenover redactiestatuten in het algemeen. In het eerste deel worden deze

algemene bevindingen besproken. Daarna worden de cases behandeld.

3.1 Algemene resultaten

Alle geïnterviewden zijn het erover eens dat de media de laatste decennia vercommercialiseerd zijn, maar

uit het onderzoek blijkt ook dat die commercialisering niet meteen een probleem is. Uit de meeste inter-

views komt naar voor dat de media vandaag veel publiekgerichter werken dan in de jaren waarin kranten

nog vasthingen aan politieke zuilen en vakbonden. Er wordt vandaag veel meer rekening gehouden met

wat er leeft bij het publiek en dat bepaalt in grote mate de invulling van het nieuws. Media worden nu

veel onafhankelijker en kwaliteitsvoller bevonden dan dertig jaar terug. De commercialisering mag dan

ook niet gezien worden als een absolute boosdoener. Uiteraard is niet iedereen even tevreden met de

hedendaagse logica. Uit ons onderzoek blijkt dat er vooral een kloof is tussen de oudere en de jonge

generatie journalisten.

’Er is natuurlijk een logica en dat is een commerciële logica. Wat je ziet is dat de functie van de media

als vierde macht, die toch essentieel is in een democratie, dat die alsmaar verder op de achtergrond 

wordt geduwd. Journalistieke principes worden ondergeschikt gemaakt aan commerciële logica. En als

het criterium wordt: gaan we een stuk zetten ja of nee want gaan we daarmee meer kranten verkopen of 

niet? Dan denk ik dat we slecht bezig zijn. En zo ver zijn we ondertussen.’ (Timmerman, persoonlijke

mededeling, 2011, 9 juni)

Er is nauwelijks sprake van interne of externe druk die de redactie zou beïnvloeden. Als er al druk zou

zijn komt die vooral van buiten het bedrijf. Politieke en commerciële druk en ook druk van de kijkcijfers

komen het vaakst aan bod, maar uit de resultaten blijkt dat die druk aan de kant geschoven wordt. Interne

druk komt amper naar voor in het onderzoek. Directies moeien zich niet met de redactionele invulling.

Journalisten oefenen hun werk met trots uit en beïnvloeding wordt geweerd. Uit het onderzoek komt

wel naar voor dat de mate van beïnvloeding afhangt van het medium. Zo zullen lifestylejournalisten er

bijvoorbeeld sneller mee te maken krijgen omdat hun werk vaak gesponsord wordt.

Waar iedereen het wel over eens is, is de toegenomen werkdruk. Journalisten, directeurs en hoofdredac-

teurs bevestigen dat journalisten vandaag veel meer stukken produceren dan voor het internettijdperk. Er

33

Page 40: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 40/76

 

wordt niet ontkend dat dit soms ten koste gaat van de correctheid van de informatie, maar ook daar moet

een nuance worden aangebracht. Journalisten streven kwaliteit na. Inhoudelijke fouten zullen niet snel

voorkomen in de belangrijkste stukken, maar eerder in de randberichten. De toename van de werkdruk 

valt voor een stuk te verklaren door de enorme toename aan communicatietechnologieën. De verande-

rende omgeving - commercialisering en een enorme toename aan communicatietechnologieën - heeft erook voor gezorgd dat er nu veel meer mogelijkheden zijn dan twintig jaar geleden. Het internet, sociale

netwerksites, mobiele telefonie, enzovoort hebben het werk van een journalist er ook gemakkelijker op

gemaakt. De keerzijde van het verhaal is dat er niet alleen meer geproduceerd moet worden, journalisten

moeten vandaag ook een ruimere algemene kennis hebben. Er is veel minder ruimte voor specialisatie

en onderzoeksjournalistiek. De resultaten tonen aan dat journalisten dat jammer vinden.

’Ik ben destijds in de journalistiek begonnen omdat ik heel sterk geloofde dat de pers een soort van vierde

macht was. Een soort waakhondfunctie heeft. We hebben dat nog altijd, maar we moeten wel oppassen

dat we blijven investeren in goede en diepgravende journalistiek om die democratische waarde van de journalistiek gaaf te houden. Om die waakhondfunctie te behouden. Daar geloof ik wel in.’ (Wils, per-

soonlijke mededeling, 2011, 23 juni)

De ondervraagde journalisten zijn tevreden over hun autonomie. Ze zijn er zich van bewust dat ze in een

bedrijf werken en dat daar een hiërarchie bestaat. Hun autonomie is dus relatief. Dat wil zeggen dat ze

de items van de dag kiezen in overleg met de eindredacteur, chefs en de hoofdredacteur. Bij de invulling

van de content zijn de journalisten vrij. Het spreekt voor zich dat een redacteur zich daarbij altijd houdt

aan de geldende deontologische regels en de ideologische lijn van het medium. Medezeggenschap in

structurele zaken is er met mindere mate. Er wordt door de directie meestal wel gepolst welke de meningis van de redactievloer, maar of daar rekening mee gehouden wordt hangt vooral af van het onderwerp

of de situatie. Wensen en noden kunnen gehoord worden op informele wijze of via de redactieraad. In

kleinere mediahuizen zijn vooral de informele contacten belangrijk. Inspraak in de dagelijkse invulling

van het redactionele werk wordt het belangrijkste bevonden want dat is de kerntaak van een journalist.

Journalisten zijn er zich van bewust dat ze een kleine rol spelen in beslissingen die op een hoger niveau

genomen worden. Uit de verschillende interviews is gebleken dat totale democratie onmogelijk is. Wan-

neer er ingrijpende belissingen dienen te worden genomen, is het niet bevorderlijk dat iedereen daarbij

betrokken wordt.

’Er zijn altijd grenzen. Dat is op zich geen probleem. Op voorwaarde dat er genoeg vrijheid is om kri-

tische artikels te maken. Over iedereen en nog wat.’ (Timmerman, persoonlijke mededeling, 2011, 9 juni)

Deontologische codes worden als noodzakelijk beschouwd voor de kwaliteit van de media. Uit de re-

sultaten blijkt dat een stevige deontologische code belangrijker wordt bevonden dan een redactiestatuut.

Als er een redactiestatuut is, dan moet de code er fundamenteel deel van uitmaken. De code bevat de

kernwaarden van een redactie en is een document waarin de autonomie van een journalist onrechtstreeks

wordt beschreven. Er moet ook toezicht zijn op de toepassing van de codes. Hierin speelt de Raad voor 

de Journalistiek een belangrijke rol, maar ook intern kan er controle worden uitgevoerd. Dit is automa-tisch de taak van de hoofdredacteur, maar eveneens kan er een orgaan opgericht worden dat waakt over

34

Page 41: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 41/76

 

de deontologie van het bedrijf. Bij de VRT is de deontologische adviesraad daarvoor bevoegd. De raad

ziet toe op de goede toepassing van het redactiestatuut.

De belangrijkste bepalingen die in het redactiestatuut opgenomen moeten zijn, zijn volgens onze respon-

denten:

• de autonomie van journalisten in redactionele aangelegenheden

• waarborgen voor de medezeggenschap van de redactie

• een goede omschrijving van de identiteit van een medium

Ook de rol van de redactieraad moet goed omschreven zijn. De redactieraad wordt beschouwd als de

spreekbuis van de redactievloer, het orgaan van medezeggenschap en is een doorgeefluik tussen de re-

dactie en haar hoofdredactie of directie. Operationele problemen die het dagelijkse overstijgen worden

door de raad gesignaleerd aan de hoofdredactie. De raad is in eerste instantie een communicatiemiddelnaar de hoofdredactie toe, die op haar beurt communiceert met de directie. Als er een conflict ontstaat

tussen de redactie en haar hoofdredactie dan kan de redactieraad ook rechtstreeks naar de directie stap-

pen. Dit gebeurt eerder uitzonderlijk. Een redactieraad kan advies geven bij veranderingen die impact

hebben op de redactionele lijn of die te maken hebben met de onafhankelijkheid van de journalist. Hei-

kel punt is dat een advies niet bindend kan zijn, waardoor er de facto gemakkelijk van afgeweken kan

worden. Dat blijkt ook uit ons onderzoek. Toch zijn de meeste respondenten het erover eens dat adviezen

niet bindend kunnen worden gemaakt. Niemand vindt dat onlogisch. De meeste respondenten menen dat

een advies een advies moet blijven, maar dat een hoofdredactie of een directie die het beste voorheeft met

haar redactie en de goede werking van het bedrijf, daar sowieso rekening mee zal houden. Er moet op ge-wezen worden dat er in twee van de onderzochte mediahuizen geen redactieraad aanwezig is (cfr. supra).

’Een directie die de redactie(raad) niet au serieux neemt kan dat één of twee of drie keer doen, maar 

daarna gaat ze dat wel voelen hoor.’ (Christiaens, persoonlijke mededeling, 2011, 16 juni)

De meningen over het belang van een redactiestatuut zijn verdeeld. De respondenten van de VRT vinden

een redactiestatuut nodig en nuttig. De resultaten bij Humo zijn verdeeld. Het redactiestatuut kan en is

welkom, maar het kan enkel nuttig zijn als het een sterk en afdwingbaar statuut is. Ook bij de VTM is er

geen eensgezindheid. De verplichting is er, maar de geïnterviewden rijmen dat een redactiestatuut niet

noodzakelijk is voor de goede werking van haar redactie of voor de autonomie van de journalisten. Die

wordt naar eigen zeggen al gewaarborgd, ook zonder statuut. Er wordt vooral verwezen naar een goede

deontologie. Dat het redactiestatuut er komt is wel een extra houvast. Bij DM vinden de hoofdredacteur,

de journalisten en de gewezen journalisten ondanks het verleden, een redactiestatuut nog altijd belangrijk 

omdat er met het statuut een aantal bepalingen erkend worden door de hoofdredactie en directie. Uitge-

ver Van Thillo is geen voorstander van redactiestatuten, maar schiet ze ook niet af. Verschillende media

onder DPP hebben een redactiestatuut. De geïnterviewden rond WTV onderschrijven het belang van het

redactiestatuut, maar bij WTV zelf wordt er zelden naar teruggegrepen vanwege de informele sfeer (cfr.

infra). WTV legt zoals de VTM vooral de klemtoon op de deontologische code. Er wordt op gewezen

dat het redactiestatuut de vuistregels, het DNA van het bedrijf moet bevatten.

35

Page 42: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 42/76

 

Een redactiestatuut is belangrijk, maar het belang ervan mag niet overschat worden blijkt uit het onder-

zoek. Bij zware conflicten zal het redactiestatuut niet het grote verschil maken. Uit de resultaten blijkt

dat het vooral een document is waarnaar er zo weinig mogelijk moet verwezen worden. Ook blijkt dat

 journalisten soms niet weten of er een statuut aanwezig is of niet. Toch is het een extra waarborg voor

de autonomie van de journalisten. Het is meer dan een symbool. Het is een akkoord tussen de basis ende leiding van het bedrijf.

Een redactiestatuut kan geen garantie bieden tegen ontslagen. Dat komt duidelijk naar voor uit dit on-

derzoek. Een directie zal haar beslissing op dat punt niet laten leiden door de mening van de redactie.

Bij een collectief ontslag kan de redactieraad wel een bemiddelende rol spelen. Dat blijkt uit de casus

rond DM. De redactieraad heeft toen door middel van overleg elf banen kunnen redden. Inspraak bij

benoemingen van hoofdredacteurs werkt niet (cfr. infra). Kwaliteitseisen opnemen in het redactiestatuut

heeft ook geen nut omdat die voor iedereen anders zijn. Kwaliteit kan moeilijk gedefinieerd worden. Een

deontologische code als onderdeel van een redactiestatuut kan daaraan tegemoetkomen.

’Mijn basisfilosofie over een redactiestatuut is dat dat een ding is dat je vooral zo lang mogelijk en zo

diep mogelijk in de kast moet laten liggen. En dat de enige echte garantie voor de onafhankelijkheid 

van de redactie een puur economisch gegeven is. Heel simpel, staan er op het einde van het jaar zwarte

cijfertjes op de balans of rode? En als er rode cijfertjes staan gaat de directie zich moeien want dan gaat 

het niet goed en dan moet er iets veranderen. En dan krijg je ofwel besparingen, collectief ontslag ofwel

begint de directie zelf ideeën te hebben over wat een betere krant zou zijn en dan krijg je conflictueuze

situaties. Als het goed gaat en de oplage stijgt, en als die uitgever op het eind van het jaar winst krijgt 

van die krant dan zegt die: ‘doe maar voort he, je bent goed bezig he’. En dan heb je geen last of danheb je geen redactiestatuut nodig he. Dus het is bepalender voor de onafhankelijkheid van een redactie

hoe ze economisch presteert dan of al dan niet dat redactiestatuut wordt toegepast of afgedwongen. ’

(Desmet, persoonlijke mededeling, 2011, 17 juni)

Nadat Johan Persyn ontslagen werd als hoofdredacteur bij WTV, pleitte hij ervoor dat er sancties werden

opgelegd wanneer er inbreuken gepleegd worden op een redactiestatuut. Het onderzoek toont aan dat

dit moeilijk te realiseren is. Redactiestatuten kunnen juridisch niet afgedwongen worden waardoor het

moeilijk is er straffen aan vast te hangen. De RvdJ kan hier volgens sommige respondenten een rol in

spelen.

De meningen zijn verdeeld over de koppeling van de perssteun aan een redactiestatuut. Voor sommige

respondenten is dit een absolute voorwaarde, anderen vinden dat overheidsinmenging. Net zoals elke

andere verplichting tot een redactiestatuut. Niet alle journalisten en uitgevers denken er hetzelfde over.

Commerciële bedrijven staan er argwanender tegenover, maar ook daar is er geen overeenstemming in

de antwoorden. Uit het onderzoek blijkt ook dat er journalisten zijn die denken dat de financiële steun

aanzienlijk zal moeten zijn vooraleer het indruk zal maken op de uitgevers. Perssteun en redactiestatu-

ten hoeven niet voor alle respondenten samen te gaan. Het is wel wenselijk, maar daar kunnen andere

voorwaarden aan verbonden worden. Perssteun kan op verschillende manieren ingevuld worden. Naastfinanciële steun is er ook enthousiasme voor meer ruimte voor opleidingen of investeringen in nieuwe

36

Page 43: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 43/76

 

mediaprojecten. Extra steun zou de kwaliteit van de pers ten goede komen, zo blijkt.

De attitudes tegenover verplichte redactiestatuten zijn verdeeld onder de respondenten. Ook binnen de

verschillende beroepsfuncties bestaat er geen eensgezindheid. De aanzet moet vanuit het bedrijf komen

als een vorm van zelfregulering, vindt een deel van de respondenten. Voorstanders zeggen dan weer dathet ervan afhangt welke bepalingen erin opgenomen worden. De overheid mag geen vereisten hebben

met betrekking tot de invulling van een medium. Dat gaat ondermeer in tegen de principes van de pers-

vrijheid. Bepalingen rond autonomie, verhoudingen en vormen van overleg zijn wel nuttig.

’Die overheidssteun zou het net mogelijk moeten maken dat die redactie op een onafhankelijke manier,

en los van commerciële belangen haar werk kan blijven doen. Dus is het ook maar logisch dat je aan die

overheidssteun kan koppelen, dat er een behoorlijk redactiestatuut moet zijn en dat dit moet gerespec-

teerd worden. Want de gemeenschap vraagt onafhankelijke journalistiek. Hoop ik toch nog. Dat is geen

inmenging. Het is net de overheid die garandeert dat er geen inmenging komt. En die daar een aantalvoorwaarden aan verbindt zoals een redactiestatuut. Waar die overheid dan natuurlijk ook niet van kan

afwijken.’ (Persyn, persoonlijke mededeling, 2011, 7 juni)

’Het punt is dat je je de vraag moet stellen hoe de journalistieke onafhankelijkheid van een redactie het 

best gewaarborgd wordt en mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar een goed werkende stichting die

bemand wordt door externe mensen en die functioneert op basis van heldere afspraken met de redactie

en de uitgeverij. Dit betekent echter niet dat ik radicaal gekant zou zijn tegen een redactiestatuut want 

de meeste kranten van onze groep hebben er een. Maar als de overheid het ons zou willen opleggen,

 zeg ik neen. Wij moeten ons zo onafhankelijk mogelijk opstellen ten opzichte van de overheid en preciesdaarom zouden wij zulke betutteling nooit aanvaarden.’ (Van Thillo, persoonlijke mededeling, 2011, 16

 juli)

3.2 Resultaten cases

3.2.1 De Morgen

Uit het onderzoek blijkt dat het redactiestatuut, dat in 2007 is opgesteld, in de eerste jaren na de fusie

tot DPP weinig betekend heeft. Met de komst van Klaus Van Isacker heeft DM een moeilijke periode

meegemaakt. De aanwervingsprocedure van Van Isacker blijkt wel correct te zijn verlopen. De redac-

tieraad heeft toen een positief advies uitgeschreven, maar toch bestond er argwaan tegenover hem. Er

werd gevreesd dat de krant een grote koerswijziging zou maken. Het imago van VTM-jongen heeft Van

Isacker niet populair gemaakt bij de redactie. Er is bij DM een kloof ontstaan tussen de redactie en haar

hoofdredacteur waarbij een gebrek aan communicatie de grootste oorzaak bleek te zijn voor de verziekte

situatie. Uit het onderzoek blijkt dat Van Isacker na verloop van tijd niet meer naar de vergaderingen

van de redactieraad kwam waardoor de communicatie met de redactie nog meer verzwakte. Over de

dagelijkse invulling van de krant werd er door de hoofdredacteur hoofdzakelijk met de chefs gecommu-

niceerd, de chefs overlegden op hun beurt met journalisten. Een trickle down-effect .

37

Page 44: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 44/76

 

Over de autonomie van de journalisten destijds geven de resultaten geen eenduidig antwoord. Er wordt

besloten dat het redactionele beleid ondoorzichtig was.

’Er is iemand die op het einde moet zeggen: we doen het of we doen het niet. Liefst in zo uitgebreid 

mogelijk overleg met de journalist, en daar schortte het wel aan. Want dat was vrij autoritair, vrij dog-matisch soms. We gaan dat wel doen of we gaan dat niet doen, was niet altijd even doorzichtig waarom.’

(Bultinck, persoonlijke mededeling, 2011, 6 juni)

Van rechtstreekse druk of inmenging was er geen sprake. Uit ons onderzoek blijkt dat Van Isacker wel

de intentie had om de krant in een andere richting te duwen en dat de klemtoon eerder op het zachte

nieuws kwam te liggen. Aangezien dit onderzoek geen inhoudsanalyse bevat kan hierover geen uitsluit-

sel worden gegeven. De aanpak van Van Isacker stuitte op veel verzet bij een deel van de redactie. Uit

de interviews blijkt ook dat de onvrede over de journalistieke vrijheid samenhing met de financiële crisis

waardoor de krant sowieso over minder middelen beschikte.

’Toen is Klaus binnengekomen en die heeft er toch wel duidelijk voor gekozen om De Morgen meer te

 positioneren tegenover Het Nieuwsblad in plaats van tegenover De Standaard. Dat was de bedoeling.

 Die richting wilde hij uitgaan.’ (Corthouts, persoonlijke mededeling, 2011, 14 juni)

’Beïnvloeding, als er is van bovenaf, werkt eigenlijk nooit op de manier van: ‘je mag dat stuk niet maken’

of ‘je mag die mens niet bellen’ of ... Neen, dat wordt minstens altijd ingepakt in inhoudelijke redenen

en soms zijn het ook gewoon inhoudelijke redenen. Dus je gaat daar nooit direct de vinger kunnen op

leggen van ja ‘hier is redactionele inmenging’. Dat gebeurt niet. Het is veel sluwer dan dat.’ (Bultinck,persoonlijke mededeling, 2011, 6 juni)

Bij de aanwerving van Bart Van Doorne werd het redactiestatuut correct toegepast, zij het dat de hoofd-

redacteur en de directie het advies van de redactieraad niet gevolgd hebben. De redactieraad ging niet

akkoord dat Van Doorne werd aangesteld als hoofdredacteur. Er was wel geen bezwaar tegen een ge-

wone indiensttreding. Bij de aanstelling van Wouter Verschelden in 2010 is er eveneens een positief 

advies gegeven. Uit de interviews blijkt dat het klimaat op de redactie verbeterd is. Verschelden staat

dicht bij zijn redactie en vindt de relatie met de redactie ’uitstekend’ (persoonlijke mededeling, 2011, 10

 juni). Ook de interviews met huidige journalisten duiden op tevredenheid.

’De nieuwe hoofdredactie rekent meer op ideeën van onderuit, van de redacteurs op de werkvloer. Onder 

de oude hoofdredactie werd de krant veel meer van bovenuit aangestuurd. De nieuwe aanpak zit meer in

de genen van De Morgen. De Morgen is een krant die werkt op basis van de ideeën van de werkvloer.’

(Corthouts, persoonlijke mededeling, 2011, 14 juni)

De resultaten rond het collectief ontslag tonen aan dat een redactiestatuut geen verweermiddel is tegen

afvloeiingen. Het is een arbeidsrechtelijke procedure waarbij de wetten rond het collectief ontslag gel-

den en wetten primeren op de bepalingen van een redactiestatuut. De redactieraad heeft hier wel haarnut bewezen aangezien er elf jobs gered werden en een verhuis naar Kobbegem (lees: koerswijziging)

38

Page 45: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 45/76

 

is tegengehouden. Uit de interviews en krantenartikels blijkt dat de ontslagen journalisten vooral het

slachtoffer geworden zijn van een persoonlijke afrekening door Van Isacker. Journalisten die zich het

hardst tegen de visie van de hoofdredacteur verzetten zijn ontslagen. Dit is opvallend want in de lijst van

namen stonden een aantal van de beste journalisten van DM.

3.2.2 Humo

Dat Woestijnvis sinds januari 2010 de dagelijkse leiding heeft over het weekblad Humo moet gekaderd

worden door de problemen die er voordien waren met de CEO van SMB, Aimé Van Hecke. Uit het on-

derzoek is gebleken dat de relatie tussen de voormalig hoofdredacteur Jörgen Oosterwael en Aimé Van

Hecke volledig verwrongen was. Tijdens de periode onder Van Hecke dreigde Humo zijn identiteit te

verliezen. De stijl van de CEO stemde niet overeen met die van de hoofdredacteur en zijn redactie en dat

zorgde meerdere malen voor conflicten. Er was geen toekomst bij Sanoma voor Humo.

’Er zijn heel domme, ronduit fnuikende maatregelen uitgevaardigd. En doorlichtingen en denkprocessen

verordend die wij in het verleden al van a tot z, via eenzelfde traject, hadden uitgeprobeerd en verwor-

 pen. Met heel veel opluchting verworpen. Maar voortdurend moest het warm water opnieuw worden

uitgevonden. Als je dan je vak kent en weet waar het allemaal toe zal leiden, is het alleen maar slopend.

 Jörgen heeft daar verschrikkelijk veel uren in vergaderingen voor moeten verspillen, goed wetende dat 

het niets zou helpen. Op de duur ben je zo moegetergd...’ (Mortier, persoonlijke mededeling, 2011, 24

 juni)

Humo heeft geen redactiestatuut, maar wel een redactieraad. Het orgaan is opgericht tijdens de moei-

lijke periode onder Van Hecke. Uit het onderzoek blijkt dat de raad geen doorslaggevende rol speelt. Er

wordt weinig beroep op gedaan. Er zijn ook geen bepalingen voorhanden rond de invulling of de taak 

van de raad. Guy Mortier, die zelf vierendertig jaar hoofdredacteur geweest is bij Humo, is geen echte

voorstander van zo’n orgaan. Op de redactievergadering kan er vanalles besproken worden. De nega-

tieve bijklank van de redactieraad vloeit voort uit het feit dat de raad in crisistijd is opgericht. Mortier

(persoonlijke mededeling, 2011, 24 juni) oordeelt dat de redactieraad eigenlijk een instrument is dat zich

naast of tegenover de hoofdredacteur zet en dat zulke situaties beter vermeden kunnen worden. Het is

zoeken naar de rol van de redactieraad. In het onderzoek is er weinig respons gekomen op het onderwerp.

De redactieraad heeft geen adviserende rol bij de aanwerving of het ontslag van een hoofdredacteur. Bij

de aanwerving van Sam De Graeve en het ontslag van Jörgen Oosterwael vorig jaar is er geen advies

gevraagd. Voorzitter Geert Jansen bevestigt wel dat de redactie instemde met de beslissingen. Uit het

onderzoek is ook gebleken dat de journalisten niet betrokken zijn geweest bij de overname door De

Vijver. Officieel was de redactie op voorhand niet op de hoogte van de overname. Met de toenmalige

hoofdredacteur, Jörgen Oosterwael is er wel overleg geweest. Hij lag mee aan de basis van de overname

van Humo door De Vijver (Humo.be, 2010). Door de uitzichtloze situatie bij Sanoma werd de overname

als een soort van bevrijding bevonden.

’In principe heeft Humo met Woestijnvis een natuurlijke partner gevonden.’ (Jansen & Schaevers, per-

soonlijke mededeling, 2011, 20 juni)

39

Page 46: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 46/76

 

Er is eensgezindheid over de onafhankelijkheid van het blad en haar redacteurs. Ook zonder redactie-

statuut wordt er gewaakt over de identiteit van het eigenzinnige blad. Mortier noemt het niet ideaal dat

de redactie niet om haar mening gevraagd is bij de aanwerving van De Graeve, maar wel begrijpelijk.

Woestijnvis is een productiehuis vol talent en de directie heeft het beste voor met Humo. Sleutelen aan

de eigenheid van Humo zal door niemand worden toegelaten. Mortier (2011, 24 juni) noemt dat net degrote troefkaart van Humo. Humo is geen promotool voor Woestijnvis geworden. Er worden naar eigen

zeggen niet meer Woestijnviscovers gemaakt dan voorheen. Een inhoudsanalyse was in dit onderzoek 

niet aan de orde, maar dit kan een mooie aanzet zijn tot verder onderzoek.

’Het is net de essentie van Humo dat het onafhankelijk is. De redactie, onder leiding van de hoofdredac-

teur, heeft altijd onafhankelijk gewerkt en zal dat ook blijven doen [...]. Er wordt dus bijvoorbeeld niet 

ineens veel positiever, of anders, over de Woestijnvisprogramma’s bericht dan vroeger. Kàn niet. Want 

dan is het gedaan met Humo.’ (Mortier, persoonlijke mededeling, 2011, 24 juni)

Het idee achter een redactiestatuut leeft niet op de redactie. Feitelijke onafhankelijkheid is belangrijker

dan een document. Journalisten Geert Jansen en Mark Schaevers (persoonlijke mededeling, 2011, 20

 juni) stellen dat de redactie tevreden is over haar autonomie ten opzichte van de hoofdredactie, directie

of externe factoren. De meeste contacten verlopen informeel. Woestijnvis is een kleine groep waarbij

de mensen allemaal dicht bij elkaar staan. Ook de gedelegeerde bestuurders Erik Watté en Wouter Van-

denhaute hebben een goed contact met de hoofdredacteur. Mortier, adviseur bij De Vijver, vindt een

redactiestatuut nochtans geen slecht idee (persoonlijke mededeling, 2011, 24 juni).

’Ik denk dat het goed zou zijn dat het er komt, maar het moet wel goed uitgebalanceerd zijn, en iedersrechten en plichten definiëren, zodat misbruik zowel van buiten als van binnenuit verhinderd wordt. En

als er toch ooit zware conflicten komen, dan vrees ik dat een statuut een redactie niet zal redden, maar 

het zal alvast een juridische basis voor weerwerk en eventuele genoegdoening bieden.’

3.2.3 WTV

In 2000 werd de hoofdredacteur van WTV, Johan Persyn, ontslagen zonder dat de directie voorafgaand

advies van de redactieraad had ingewonnen. Uit het onderzoek blijkt dat de redactie pas na de beslissing

van de directie op de hoogte is gebracht. Omdat dit niet de standaardprocedure is en de beslissing al

genomen was heeft de redactie de beslissing enkel ter kennisname ondertekend.12

Volgens afgevaardigd bestuurder van WTV, Marleen Verfaellie, was een voorafgaandelijk advies van de

redactie(raad) niet nodig. Johan Persyn werd om andere redenen dan zijn redactionele visie ontslagen.

De afgevaardigde bestuurder is van mening dat wanneer het niet over redactionele problemen gaat de

redactie geen inspraak hoeft te krijgen. Totale democratie is in zo’n situatie onmogelijk en ongepast.

Uit het onderzoek blijkt dat ook bij de opvolgers van Persyn geen advies is gevraagd. Verfaellie (per-

soonlijke mededeling, 2011, 7 juni) vindt dat een redactie nooit om advies moet worden gevraagd bij de

12 Art. 3 luidt: ’De redaktieraad is het orgaan van medezeggenschap van alle journalisten en direktie in alle zaken die recht-streeks of zijdelings verband houden met de redaktionele politiek. [...] de direktie neemt pas een beslissing na diepgaand overleg met de redaktieraad, die zo snel mogelijk een schriftelijke en zo nodig een gemotiveerd advies zal uitbrengen bijbenoeming, schorsing of ontslag van de hoofdredakteur’.

40

Page 47: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 47/76

 

aanstelling of het ontslag van een hoofdredacteur:

’Wat ik niet verwacht van het redactiestatuut, dat is dat de redactie inspraak zou moeten hebben in be-

noemingen of ontslagen van hoofdredacteurs. Ik vind wel dat er informatiestroming moet zijn en dat er 

daarover communicatie moet zijn met de redactie, maar de casus Johan Persyn heeft ons geleerd dat het systeem zo niet werkt. Dat is een zo ver doorgedreven vorm van democratie dat ik vrees dat ze niet 

werkzaam is. [...] We hebben in het verleden vier hoofdredacteurs weten in huis komen. Ik kan u in

alle openheid zeggen dat wij nooit uitdrukkelijk het advies van onze redactie gevraagd hebben. Wat niet 

betekent dat we geen rekening hebben gehouden met wat leefde op de redactie.’

Opvallend is dat de redactieraad, die opgenomen is in het redactiestatuut van WTV, in werkelijkheid niet

bestaat. Het is pas met het ontslag van de hoofdredacteur dat het orgaan voor de eerste keer ter sprake is

gekomen. De raad bestond niet en was dus ook nog nooit samengekomen. Het idee voor een redactieraad

leefde niet op de redactie. De redactieleden wisten niet dat er zoiets als een redactieraad kon bestaan. Ditwijst erop dat het redactiestatuut geen grote rol speelde. Nochtans konden alle journalisten weten dat er

in het redactiestatuut sprake was van een redactieraad en een voorafgaand advies van de raad, want elke

 journalist krijgt bij zijn aanwerving het redactiestatuut ingesloten bij zijn arbeidsovereenkomst.

Uit alle gesprekken blijkt dat zo’n raad een overbodig orgaan was en is bij WTV. WTV is een kleine

omroep die tevens uit een kleine ploeg bestaat. Op dit moment werken er volgens de website van de

regionale omroep, negen journalisten in vast dienstverband. Er werd ons uitgelegd dat er uit de negen

 journalisten vier zijn die afwisselend de taak van eindredacteur op zich nemen. Voor een afzonderlijke

redactieraad is de redactionele ploeg te klein.

  Ik heb eigenlijk al vier eindredacteurs waarmee we regelmatig overleg plegen. Als ik naast de eind-

redacteurs die ik al heb, nog eens een unit in het leven moet roepen dan heb ik iets van ‘waar zijn we

mee bezig’. Je kan zo eilandjes blijven bouwen. Als er problemen zijn, zijn de eindredacteurs er ook. Er 

 zijn daar dan al vier mensen samen die eigenlijk op een onofficiële manier zouden kunnen dienen als een

redactieraad’ (Bart Coopman, persoonlijke mededeling, 2011, 16 juni).

Er wordt bij WTV voorkeur gegeven aan informele contacten. De mensen staan er dicht bij elkaar

en hebben een goed contact. De hoofdredacteur heeft elke dag contact met zijn redactie en zijn bureaubevindt zich tussen de redactieleden. De open communicatiestructuur is kenmerkend voor het bedrijf.

Zowel redactionele als algemene beslissingen worden besproken met alle journalisten tijdens de dage-

lijkse redactievergadering. Bij belangrijke beslissingen wordt iedereen daarvan op de hoogte gebracht.

’De redactieraad was eigenlijk een bijna dagelijks gegeven voor ons omdat wij telkens ‘s morgens met de 

volledige redactie samenkwamen om beslissingen te nemen over zowel het nieuws van de dag als alge-

mene beslissingen. Een redactieraad in de praktijk dus. Een formele redactieraad was dan ook overbodig 

want er was geen nood om daarbuiten nog een formeel orgaan in gang te steken, als de redactievergade-

ring al bestaat en ook gebruikt werd voor algemene beslissingen, mededelingen of zaken die op bestuur gekomen waren die de redactie moest weten of discussies daar rond.’ (Persyn, persoonlijke mededeling,

41

Page 48: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 48/76

 

2011, 7 juni) 

Een voorbeeld uit de realiteit versterkt dit citaat:

’Een paar jaar geleden is er een trend geweest om meer voxpop te brengen. Ja dan krijg je ook heelveel afval helaas. De hoofdredacteur van toen wou dat dit er meer inkwam. Ja bon, dan hebben wij

gewoon op de redactievergadering regelmatig gezegd: ’bij sommige onderwerpen kan dat, bij andere

heeft dat absoluut geen waarde’. Maar dat is geen conflict. Dat wordt gewoon uitgesproken. En we zijn

ertoe gekomen dat we inderdaad af en toe voxpop doen, wanneer het wenselijk is. Dat is hetzelfde als

advies vragen. Als de meerderheid dat vindt dan leg je je daar als hoofdredacteur bij neer. Je kan dat 

ook overrulen. Je kan dat één keer doen of twee keer, maar je kan dat niet blijven doen.’ (Coopman,

persoonlijke mededeling, 2011, 16 juni)

In de realiteit blijkt het de hoofdredacteur te zijn die het in geval van conflicten opneemt voor de redac-tie. Hij is het officiële kanaal tussen de directie en de redactie. Hoofdredacteur Bart Coopman omschrijft

zichzelf als het bootje tussen twee oever s: de redactie en de directie. De hoofdredacteur maakt deel uit

van het managementteam waardoor hij mee beslissingen kan nemen in het bedrijf. Tegelijkertijd is hij

de verantwoordelijke voor de redactie. Door zijn functie in het managementteam behartigt hij langs deze

weg de belangen van de redactie.

Er wordt gewerkt aan een geüpdatete versie van het redactiestatuut dat nog dateert van 1993. Wanneer het

nieuwe statuut er komt is nog niet duidelijk. Uit de gesprekken is gebleken dat er goed nagedacht wordt

over de invulling van het nieuwe statuut. Wat er zeker in opgenomen moet worden is de deontologischecode (Coopman, persoonlijke mededeling, 2011, 16 juni). Er worden ook journalisten betrokken bij de

opstelling ervan. De gedelegeerd bestuurder is voorstander van een algemeen redactiestatuut dat geldt

voor alle media in Vlaanderen.

3.2.4 VRT

In het redactiestatuut van de Vlaamse Radio- en Televisieomroep staat er dat de directie een hoofdre-

dacteur ontslaat of benoemt, maar dat daarbij een duidelijke procedure gevolgd moet worden, waarbij de

redactieraad gehoord wordt vooraleer een beslissing wordt genomen. Dat is niet het geval gebleken bij

de aanstelling van Liesbet Vrieleman. De redactieraad is toen pas op de hoogte gebracht bij de offici-

ële benoeming. Uit het onderzoek blijkt dat dit kwam door een onduidelijke benoemingsprocedure. De

raad was niet tevreden met de manier waarop de aanstelling verlopen is, maar de fout is wel rechtgezet

toen een jaar later er van vijf naar drie hoofdredacteurs is overgegaan. Toen werd de redactieraad wel

uitgebreid geconsulteerd. Voorzitter van de redactieraad Marc Lamot (persoonlijke mededeling, 2011,

30 juni) eist dat daarover ook zekerheid bestaat:

’Er is nog altijd geen formele procedure. We zouden dat liever zien om garanties te hebben in de toe-

komst want nu is het een beetje afhankelijk van de goede wil van de directie of ze er ons bij betrekken of 

niet.’

42

Page 49: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 49/76

 

Hoofdredacteur Wim Willems heeft laten weten dat er daar rond in het nieuwe redactiestatuut van de

VRT meer duidelijkheid zal komen. Het is de bedoeling dat de redactieraad in de toekomst in een

vroeger stadium advies zal kunnen geven. Op andere vlakken blijkt de redactieraad wel goed te werken.

Zowel de redactie, de hoofdredactie als de directie hechten belang aan de redactieraad en vinden het

belangrijk dat er een orgaan is die de vloer vertegenwoordigt. De macht van de raad mag uiteraard nietoverzien worden:

’Er wordt vaak rekening mee gehouden. Niet altijd natuurlijk. Het is niet zo dat de redactieraad beslist,

voor alle duidelijkheid. In die zin is een bedrijf, en ook de VRT, geen democratie waarbij alles bij plebis-

ciet verloopt en waarbij de mensen over alle beslissingen collectief mogen stemmen. Het is eerder een

controlerende functie die ze hebben ten opzichte van de beslissingen die genomen worden.’ (Willems,

persoonlijke mededeling, 2011, 20 juni)

Uit onderzoek naar de zaak Robin Ramaekers blijkt dat de journalist onjuist gehandeld heeft en dat hijhet sensatiegehalte liet primeren boven duiding bij de reportage. In eerste instantie werd Ramaekers

door zijn rechtstreekse hoofdredacteur, Kris Hoflack op non-actief gezet voor onbepaalde duur, maar en-

kel voor buitenlandse opdrachten. Die beslissing is meegedeeld aan de volledige redactie per e-mail. Uit

onderzoek is gebleken dat deze beslissing heel snel genomen is zonder vooraf enig advies in te winnen

bij de deontologische adviesraad. Dat is niet de correcte procedure. In het redactiestatuut is opgeno-

men dat er in het geval van een conflict of een externe klacht, de deontologische adviesraad, als eerste

formele stap, optreedt als bemiddelaar. De deontologische adviesraad moet in principe bij om het even

welke klacht om advies gevraagd worden. De strafbepaling door Hoflack is een schending van deze pro-

cedure. Als reactie op de beslissing van de hoofdredacteur heeft de deontologische adviesraad een adviesuitgeschreven aan de hoofdredactie, waarin ze duidelijk stelt dat de procedure niet op de juiste manier

verlopen is en dat een advies noodzakelijk is. Hoe zwaar de fout ook is die de journalist begaan heeft,

de journalist moet altijd de kans krijgen om zich te verdedigen, de kans krijgen om gehoord te worden

door de adviesraad. Uit het onderzoek komt wel voort dat Ramaekers het niet nodig vond dat hij gehoord

werd. Na het advies van de deontologische adviesraad en alle krantenberichten rond het incident, is de

 journalist wel van mening veranderd en wou hij toch gehoord worden door de raad. Na het advies heeft

de directie een beroepsprocedure ingeschakeld en heeft ze de zaak naar het deontologisch beroepscollege

van de VRT gestuurd omdat niet de juiste procedure was gevolgd en omdat ze vond dat de straf die de

hoofdredacteur had opgelegd te licht was. Het deontologisch beroepscollege (2011, 17 januari) vraagt inhaar conclusies

’ [...] de verantwoordelijke hoofdredacteuren om de gevolgen van de klacht opnieuw te bekijken. De

maatregel die nu getroffen werd is niet voldoende om het goed functioneren van de nieuwsdienst te vrij-

waren.’

Dit gebeurt eerder uitzonderlijk. Bij de beroepsprocedure heeft Hoflack zich verdedigd door te stellen

dat de maatregel die hij had genomen tijdelijk was. Een advies was volgens hem dan ook niet nodig.

Toch werd de beslissing gemeld aan de redactie. Als dat gebeurt is er sprake van een klacht, eerder danvan een tijdelijke maatregel. Uit het onderzoek is verder ook gebleken dat Hoflack in eerste instantie

43

Page 50: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 50/76

 

aan de adviesraad gevraagd had om tijdelijk niets te doen. Reden hiervoor was dat de andere twee

hoofdredacteurs - Vrieleman en Willems - niet aanwezig waren op de redactie wegens vakantie. De

adviesraad heeft hiermee tijdelijk ingestemd. Achteraf is gebleken dat Hoflack toch een beslissing heeft

genomen zonder advies. Deze fout is door het beroepscollege veroordeeld en aan Robin Ramaekers

werd een tweede en zwaardere straf opgelegd. Zoals ook gelezen kan worden in de krantenartikels isRamaekers niet ontslagen, maar is hij door het beroepscollege veroordeeld om gedurende zes maanden

enkel een ondersteunende functie uit te oefenen. Het werd de journalist verboden om de volgende zes

maanden journalistieke stukken te maken.

Na deze procedure heeft de deontologische adviesraad van de hoofdredacteur de opdracht gekregen om

de zaak verder te onderzoeken. Hierbij werden ook de klank- en beeldman gehoord door de raad. Op

basis van alle gesprekken heeft de deontologische adviesraad een definitief advies uitgeschreven waarin

de conclusie van de adviesraad is opgenomen. Het advies is bekendgemaakt aan zowel de redactie, de

hoofdredacteurs als de directie.

De deontologische adviesraad concludeert dat:

• Ramaekers niet de indruk wou geven beschoten te zijn. Dat blijkt uit zijn verklaringen achteraf 

in Terzake en aan radionetten van de VRT (MNM en Studio Brussel). Mocht dat zijn bedoeling

geweest zijn zou hij dat volgehouden hebben.

• Er is wel duidelijk een grove deontologische fout gemaakt. De zaken werden niet op de correcte

manier weergegeven. De nadruk van het stuk lag op het spectaculaire van de hele situatie.

• De journalist is verantwoordelijk voor de verkeerde indruk die de reportage gekregen heeft. Ra-

maekers legde niet duidelijk genoeg uit dat de VN-blauwhelmen niet in zijn richting schoten.

Bovendien heeft hij ook niet vermeld dat het rubberkogels waren waarmee geschoten werd. Dit is

 journalistiek relevant om weten. Er werd ook nergens vermeld dat de betogers zelf geen geweren

hadden.

• De journalist is deontologische eindverantwoordelijke voor de reportage, niet de klank- en beeld-

mensen.

Er wordt ook begrip getoond voor de situatie:

• de ploeg was heel moe

• er moeten beelden zijn

• begrip voor de situatie die organisatorisch niet vlot verliep

De deontologische adviesraad heeft een advies gegeven waarbij aangeraden wordt dat er met de jour-

nalist in kwestie een aantal gesprekken moeten plaatsvinden voor hij opnieuw zijn functie als journalist

opneemt. Er is ook geadviseerd om te investeren in een cultuur waar informatie en duiding belangrijker

zijn dan scoren met spectaculaire stukken. De adviesraad onthoudt zich verder van de opgelegde straf.

(Pauwels, persoonlijke mededeling, 2011, 25 juli)

44

Page 51: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 51/76

 

De VRT is zich bewust van deze zware deontologische fout en heeft daarom op haar website

(www.deredactie.be) een schriftelijke rechtzetting geplaatst:

’In een reportage van Robin Ramaekers over de cholera-epidemie vorig jaar is een deontologische fout 

gemaakt. Een schot dat tijdens het draaien van zijn reportage viel, is ook gemonteerd onder zijn state-ment. Dat kan uiteraard niet. Aangezien onze geloofwaardigheid en betrouwbaarheid ons allerhoogste

goed is, kunnen we dit als hoofdredactie niet tolereren. De betrokken journalist mag daarom zes maan-

den alleen ondersteunende taken op zich nemen. De hoofdredactie en Robin Ramaekers verontschuldigen

 zich bij het publiek voor deze ontoelaatbare praktijk.’

Naast de rechtzetting is er ook een deontologische opleiding geweest voor alle klank- en cameramensen

over het spanningsveld en de hiërarchie tussen de montageploeg en de journalist. Het doel van deze

opleidingen is om de kwaliteit en de deontologische correctheid van de VRT nog te verbeteren.

We willen erop wijzen dat de krantberichten rond de zaak niet volledig kloppen. In de Vlaamse kranten

is er sprake van een deontologische commissie terwijl deze niet bestaat. Er is enkel de deontologische

adviesraad. Het klopt ook niet dat het de adviesraad zou geweest zijn die de eerste straf heeft uitge-

sproken. Zoals eerder vermeld is deze sanctie opgelegd door de hoofdredacteur duiding, Kris Hoflack.

Het moet duidelijk zijn dat de deontologische adviesraad niet de bevoegdheid heeft om straffen uit te

spreken. De raad geeft deontologische adviezen en heeft de taak om de alertheid voor deontologische

problemen op de redactie te bevorderen (Redactiestatuut VRT). Indicaties over straffen behoren niet tot

de bevoegdheid van het orgaan, maar zijn de opdracht van de hoofdredacteur die de deontologie van het

bedrijf moet afdwingen. Dat de adviesraad vond dat de straf te licht was klopt dus niet. Het is de directiedie dat beslist heeft en daarop het deontologisch beroepscollege heeft aangesteld.

Verder is uit het onderzoek gebleken dat het redactiestatuut goed toegepast wordt. Zowel de redactieraad

als de deontologische adviesraad worden op regelmatige tijdstippen geconsulteerd.

De journalisten zijn tevreden over hun autonomie en de hoofdredacteurs zijn vrij in het bepalen van de

redactionele lijn. Deze bevinding moet wel genuanceerd worden:

’In de praktijk: van politici geen druk. Van hoofdredacteurs ook geen druk op het inhoudelijke vlak,

neen. Er zal eens een opmerking komen over de vorm over formuleringen [...] maar inhoudelijk, neen.’(Pauwels, persoonlijke mededeling, 2011, 14 juni)

’Dat is een relatieve vrijheid. Enfin, ik bepaal dat samen met de ploeg. Dat is een wisselwerking. De

hoofdredactie komt daar eigenlijk niet of nauwelijks in tussenbeide. In heel beperkte mate. Als er heel

gevoelige onderwerpen zijn, bijvoorbeeld iets over de VRT, daarvoor gebruiken wij hem dan een beetje

als klankbord om af te toetsen hoe we dat zouden aanpakken. Uiteindelijk beslissen wij als eindredac-

teurs, maar dat is een relatieve autonomie. Je kan geen beslissing nemen die ingaat tegen wat de rest 

van de redactie doet.’ (Lamot, persoonlijke mededeling, 2011, 30 juni)

45

Page 52: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 52/76

 

’Je bent vrij om de lijn te bepalen als hoofdredacteur, maar je moet wel verantwoording afleggen over 

die lijn. Je hebt een bepaald kader waarbinnen je opereert van mensen en middelen [...] en kwaliteit.

 De programma’s die je moet maken, daarin kan je in grote mate doen wat je wil doen. Je hebt een zekere

autonomie, maar ten langen leste ga je wel verantwoording moeten afleggen over wat je doet, en de

manier waarop je het doet. Ik denk dat dat de beste beschrijving is.’ (Willems, persoonlijke mededeling,2011, 20 juni)

3.2.5 VTM

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de Vlaamse Televisie Maatschappij een heel open com-

municatiestructuur heeft. Problemen en vragen worden vooral op een informele manier behandeld. De

redactie is relatief klein waardoor deze manier van communiceren goed blijkt te werken. De hoofdre-

dacteurs staan heel dicht bij de basis en zijn op elk moment aanspreekbaar. Ze hebben geen apart bureau

en bevinden zich in het midden van de redactievloer. Een formele redactieraad of een redactiestatuut

heeft het bedrijf niet, maar er zijn wel een aantal onofficiële kanalen waar vrij gecommuniceerd kan

worden onder de leden van de redactie, haar chefs, eindredacteurs en hoofdredacteurs. Elke vrijdagmid-

dag wordt er een vergadering gehouden waarbij het journaal geanalyseerd wordt. Dit moment wordt het

 Happy Hour  genoemd. Alle redacteurs worden vrij uitgenodigd om deel te nemen aan dit overlegmo-

ment. Tijdens deze vergadering wordt het DNA van het nieuws besproken en komen alle opmerkingen,

wensen en verbeteringen voor de invulling ervan aan bod. Het is een open forum waar iedereen zijn stem

kan laten horen.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat de VTM investeert in haar kwaliteit door middel van onderzoek 

en workshops. Vorig jaar voerde het bedrijf een grootschalige studie uit naar haar nieuwsuitzendingen.

Hieruit is het mission statement voortgekomen (cfr. supra). Uit de resultaten is gebleken dat de redactie

bij elk proces van het onderzoek betrokken is geweest. Er is ook sprake van een informeel redactie-

overleg waarbij een aantal vertegenwoordigers van de redactie issues bespreken met de hoofdredacteur.

Op een informele manier worden er zaken besproken die de journalisten dwarsliggen. Samen met de

hoofdredacteurs wordt er dan een oplossing gezocht.

De VTM werkt aan een redactiestatuut omdat het sinds 2009 daar decretaal toe verplicht werd. De om-

roep staat niet weigerachtig tegenover een redactiestatuut, maar de redactie heeft nooit de nood gevoeld

om zo’n document in het leven te roepen. Uit het onderzoek blijkt dat er weinig bepalingen in het sta-

tuut zullen staan waarmee de redactie nu nog niet vertrouwd is. De respondenten waren het er allemaal

over eens dat de redactionele opvattingen over hoe het nieuws ingevuld moet worden de belangrijkste

bepalingen zijn die in het statuut moeten worden opgenomen. Er is een grote werktevredenheid op de

redactie. Jouralisten krijgen binnen de visie van de nieuwsdienst de vrijheid die ze nodig hebben. Het 

 Nieuws maakt deel uit van een commerciële omroep, maar de redactie waarborgt dat ze volledig auto-

noom werkt. De resultaten tonen aan dat er geen interne of externe druk is die het goed functioneren van

de redactie zou verhinderen. Redactionele belissingen worden altijd in overleg met de chefs, eindredac-

teurs en hoofdredacteurs genomen. Het eerste aanspreekpunt voor de journalist is zijn eindredacteur.

46

Page 53: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 53/76

 

’Ik vind een redactiestatuut wel belangrijk, ik hoop dat het er ook komt. Dat kan alleen maar de geloof-

waardigheid van deze redactie verhogen. Maar het is niet de eerste bekommernis. Ik kan eigenlijk niet 

 zeggen dat ik dat ooit gemist heb, nee.’ (Leyts, persoonlijke mededeling, 2011, 17 juli)

Wij hebben het voordeel dat wij naar Vlaamse normen een kleine redactie zijn. Hier bij ons heb je altijd een heel dunne lijn gehad tussen de basis en de hoofdredactie. Dat is eigenlijk een heel horizontale

structuur waardoor ook de nood aan een heel formalistisch redactiestatuut of de bescherming van de

redacteur minder nodig was. Zo heb ik het altijd aangevoeld.’ (Wils, persoonlijke mededeling, 2011, 23

 juni)

Ook CEO Peter Quaghebeur (persoonlijke mededeling, 2011, 15 juli) benadrukt de onafhankelijkheid

van de redactie:

’De directie mengt zich niet in de redactionele inhoud of –lijn van onze programma’s. Goede journa-listen zouden dit niet aanvaarden. Bij inmenging zouden ze opstappen. Dat is de beste garantie van

onafhankelijkheid.’

Quaghebeur komt wel geregeld op de redactie om overleg te plegen met de hoofdredacteur, maar dat gaat

over de organisatie van structurele zaken. Hij benadrukt dat het overleg nooit over de inhoud van Het 

 Nieuws gaat. Dit wordt bevestigd door de andere interviews. Er zijn overlegmomenten met de directie,

maar die zijn uitzonderlijk. In de meeste gevallen gaat het dan over veranderingen in de structuur van

de redactie. Tot voor kort had VTM een directeur-informatie, Eric Goens.13 Onder hem was het wel

de traditie dat er overlegmomenten waren over de invulling en de aanpak van het nieuws. Het ging danvoornamelijk over moeilijke kwesties: crisismomenten, sterfgeval van een bekendheid, verkiezingen ...

Opvallend is dat ook de vakbonden een rol spelen op de redactie. In normale omstandigheden gaat

dat over personeelszaken, maar uit het onderzoek is gebleken dat ook inzake redactionele invulling een

beroep kan worden gedaan op de vakbondsafgevaardigde. De grieven van de redactie kunnen door de

vakbondsafgevaardige worden gecommununiceerd in de RvB. Welk effect dat heeft is niet duidelijk.

De redactie heeft geen inspraak bij de aantstelling of het onstlag van een hoofdredacteur. Dat blijkt uit

de recente ontwikkelingen waarbij Bart Van Doorne aangeworven is al co-hoofdredacteur van NicholasLataire en Stef Wouters. De journalisten zijn daarover niet geconsulteerd. Uit de resultaten komt naar

voor dat de VTM oordeelt dat dit niet de functie van een redactie is en dat inspraak daarin niet noodza-

kelijk is om de goede werking van de redactie te waarborgen.

’Waren we daar op voorhand van op de hoogte gebracht, voordat het nieuws bekend gemaakt is? Ja.

 Zijn we daarbij betrokken geweest? Neen. Ik bedoel, het is niet op het niveau van journalisten om te

bepalen wie er de redactie leidt.’ (Leyts, persoonlijke mededeling, 2011, 17 juli)

13Directeur-informatie Eric Goens werd ontslagen eind april 2011

47

Page 54: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 54/76

 

’Ik vind dat een hoofdredacteur vooral zichzelf moet bewijzen, in die zin dat hij het respect van zijn

redactievloer moet verdienen. Je kan nooit door iedereen gedragen worden. Je kan dat nastreven, maar 

dat is een illusie denk ik. Maar een hoofdredacteur die door een te kleine groep van de redactie wordt 

gedragen die zal het niet uithouden. Neem het van mij aan.’ (Lataire, persoonlijke mededeling, 2011, 30

 juni)

48

Page 55: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 55/76

 

Discussie

4.1 Algemene bevindingen en terugkoppeling naar de literatuur

In de literatuur komt vaak naar voor dat redacties onder zware economische druk staan en dat dit de

onafhankelijkheid van de journalisten aantast. In dit onderzoek wordt die stelling verworpen. Uit de

interviews blijkt dat niemand klaagt over ongeoorloofde druk. In de meeste gevallen zijn de journalisten

tevreden over hun onafhankelijkheid. Journalisten zullen zich niet snel laten beïnvloeden door allerlei

interne of externe factoren. Deze bevindingen stemmen overeen met het onderzoek van Paulussen &

Raeymaeckers (2010). Journalisten zijn zich bewust van hun maatschappelijke functie en willen die zo

goed mogelijk vervullen. Onderzoek van Reese & Shoemaker (1996) en van de Universiteit Gent (2010)

heeft aangetoond dat er verschillende actoren zijn die het nieuws bepalen. Dat blijkt ook uit ons onder-

zoek. Er is geen druk in de zin dat een vertekend beeld van de maatschappij wordt weergegeven, maar

het staat wel vast dat het nieuws beïnvloed wordt. De grootste druk komt van het publiek. Journalisten

willen dat hun stukken gelezen, bekeken of beluisterd worden. Dat is ook de essentie van hun functie.

Ze zullen dus bewust of onbewust rekening houden met wat er leeft bij het publiek. Gans (1979) splitst

het selectieproces in twee componenten en noemt dit de geschiktheid van het nieuws. Uit de resulta-

ten van dit onderzoek blijkt dat dit niet problematisch hoeft te zijn. Ook tijd en ruimte beïnvloeden het

werk van een redactie. De selectie van het nieuws is dus ook afhankelijk van de beschikbaarheid ervan.

Dit is het meteen de tweede component waarover Gans spreekt. Commercialisering heeft niet voor de

teloorgang van onze media gezorgd. De klemtonen liggen vandaag anders, maar we concluderen dat

er een grote tevredenheid is over de kwaliteit van de media. Negatieve theoriën over verkleutering en

tabloidisering worden bekritiseerd door onze respondenten. Media gaan publieksgerichter te werk dan

twintig jaar geleden, maar dat staat niet gelijk aan tabloidisering. Journalisten worden ook verweten dat

ze de feiten te simplistisch voorstellen. Uit ons onderzoek blijkt dat journalisten zich pas in hun opdracht

geslaagd voelen als de burger hen verstaat. Dat is geen verkleutering, dit zorgt er net voor dat nieuws

voor iedereen toegankelijk is. De resultaten van ons onderzoek spreken het onderzoek van Paulussen

& Raeymaeckers (2010) op dit punt tegen. Onze respondenten bevinden de Vlaamse media vandaag

van een veel hoger niveau dan twintig jaar terug. Als we kijken naar de populariteit van de journaals in

Vlaanderen en het feit dat de krantenmarkt in Vlaanderen tegenover andere regio’s standhoudt, kunnen

we de commercialisering niet geheel veroordelen. Bovendien is het media-aanbod in Vlaanderen groot

waardoor er voor elk segment van de bevolking een aanbod is.

Gelijk aan het onderzoek uit 2008, gevoerd door het CJS, concluderen we dat de hoge werkdruk het

grootste probleem is. Journalisten bevestigen dat ze veel meer stukken moeten maken dan vroeger en dat

ze multimediaal moeten werken. Het laatste heeft ondermeer te maken met de populariteit van sociale

49

Page 56: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 56/76

 

netwerken zoals Twitter en Facebook. Journalisten gaan minder op pad dan vroeger, maar deze bevinding

moet genuanceerd worden. Televisie- en radiojournalisten zijn genoodzaakt om buiten de redactie nieuws

te maken. Dit onderzoek bevat verder geen grondige resultaten met betrekking tot deskjournalism.

Fouten en slordigheden zijn rechtstreekse gevolgen van de gestegen werkdruk en die vallen niet te tolere-

ren. Journalistiek is mensenwerk en dus zullen er altijd fouten opduiken, maar het blijft toch belangrijk dat er tijd genoeg is om de waarheid achter het nieuws te controleren. Het is verder belangrijk dat er

moet blijven geïnvesteerd worden in onderzoeksjournalistiek. Dat gebeurt nu te weinig. Onderzoeks-

 journalistiek blijft belangrijk voor de de vierde machtsfunctie van de media.

Absolute autonomie is een utopie. Journalisten werken voornamelijk in dienstverband en moet zich zo-

als alle werknemers aan de regels houden. Daar is niets mis mee. Zolang er voldoende communicatie

is tussen de verschillende actoren op de redactie stellen er zich weinig problemen. Autonomie en de

redactionele vrijheid hangen in grote mate ook af van de middelen en tijd en die voorhanden zijn. Zoals

uit onderzoek van Weaver (2008) en van Paulussen & Raeymaeckers (2010) blijkt, benadrukken journa-listen heel hard hun redactionele vrijheid. Dit is een essentiële voorwaarde om hun rol als gatekeeper te

volbrengen. Ook uit ons onderzoek blijkt dat journalisten tevreden zijn over de eigen en de redactionele

autonomie. In tegenstelling tot Paulussen & Raeymaeckers (2010) toont het onderzoek geen verschil aan

tussen journalisten uit de schrijvende en journalisten uit de audiovisuele pers, of tussen journalisten die

werken met een redactiestatuut en journalisten die werken bij een medium dat geen redactiestatuut heeft.

We concluderen wel dat de medezeggenschap van de journalisten vrij beperkt is. Er is een gewaarborgde

inspraak in de operationele invulling van het medium, maar de medezeggeschap overstijgt dit niveau

meestal niet. De redactieraad is belangrijk om de mening van de redactie over te brengen naar de hoofd-redactie of directie, maar veel verschil maakt het orgaan niet. We oordelen dat dit een logisch gevolg is

van de hiërarchie in het bedrijf. Adviezen van de redactieraad kunnen niet bindend zijn want dat zou de

adviesraad beslissingsrecht geven, wat voor een absurde bedrijfssituatie zou zorgen.

Het is goed dat de journalistieke deontologie - op een enkele uitzondering na - nog altijd hoog in het

vaandel wordt gedragen. Journalistieke autonomie gaat samen met kwaliteit en kwaliteit hangt samen

met deontologische codes. Dat een deontologisch bewustzijn noodzakelijk is, blijkt ook uit de inspan-

ningen van de RvdJ die een eigen deontologische code heeft opgesteld. De code is een leidraad voor de

kwaliteit van de Vlaamse media. Toezicht door de RvdJ is heel belangrijk. We concluderen dat het goedzou zijn mocht de RvdJ meer armslag krijgen. Vandaag gaat er vooral morele kracht uit van het orgaan.

Als de raad verplichte sancties kan opleggen bestaat de kans dat er minder inbreuken voorkomen. Het is

niet de taak van de overheid om sancties op te leggen. De pers moet op dit vlak vrij kunnen bewegen, los

van overheidsinmenging. Er is meer appreciatie voor een orgaan dat opereert vanuit de sector, zoals de

RvdJ.

De belangrijkste bepalingen voor een redactiestatuut die in de talloze definities voorkomen, komen ook 

terug in ons onderzoek. We toetsen de resultaten aan onze eigen definitie van het redactiestatuut:

50

Page 57: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 57/76

 

Een redactiestatuut is een document waarin de identiteit van een medium wordt vastgelegd. Eveneens

regelt het de onderlinge verhoudingen tussen drie partijen: directie, hoofdredactie en redactie en heeft 

het als belangrijkste doel de onafhankelijkheid van de journalisten te beschermen. Het moet hen be-

schermen tegen willekeur van bovenaf. De redactie moet onafhankelijk en los van alle commerciële druk 

kunnen werken.

Uit de resultaten blijkt dat aan de eerste voorwaarde voldaan wordt. De respondenten zijn het erover eens

dat de visie van het medium en zijn deontologische opvattingen in het statuut moeten worden opgeno-

men. Een absolute bescherming voor de identiteit is het niet, maar het is wel een hulpmiddel (cfr. supra).

De belangrijkste voorwaarde in onze definitie wordt ook door de respondenten als de meest voornaamste

bevonden.14 Het redactiestatuut moet een extra waarborg zijn voor de autonomie van de journalist die

los van enige druk zijn functie moet kunnen uitoefenen.

Er wordt besloten dat het redactiestatuut absoluut nuttig is voor de redactionele onafhankelijkheid envoor de identiteit van een titel. Als een redactiestatuut een efficiënte bescherming biedt betekent dit dat

het ook een garantie is voor de scheiding tussen redactionele en de commerciële belangen. Autono-

mie moet dus heel nauwkeurig bepaald worden opdat journalisten in eer en geweten hun werk op een

neutrale manier kunnen waarmaken. Bij structurele aangelegenheden, zo blijkt, zal het statuut weinig

verschil maken. Toch is het belangrijk dat er een redactieraad of een gelijkaardig orgaan wordt opgericht

die de wensen van de redactie kan overmaken. Informele contacten en een goede communicatie zijn het

belangrijkste, maar die zekerheden vallen weg wanneer er een conflict ontstaat. Net daarom is een verte-

genwoordigend orgaan dat op papier erkend wordt, zo belangrijk. We denken niet dat een redactiestatuut

kwaliteit kan afdwingen want dan zal er morgen geen roddelpers meer bestaan. Redactiestatuten moetenzich hoofdzakelijk focussen op de autonomie van de journalisten.

Er wordt een contradictie afgeleid uit het onderzoek. Uit de interviews blijkt dat niet alle journalisten

wakker van liggen van een redactiestatuut, maar we stellen vast dat ze er wel waarde aan hechten. Dit

is dus zeker geen aanwijzing dat redactiestatuten opgeheven kunnen worden. Er hangt een soort van

morele zekerheid aan vast die in de hoofden van de redacteurs toch van betekenis is. Redactiestatuten

moeten gestimuleerd worden. Uit het onderzoek komen amper respondenten naar voor die principieel

tegen redactiestatuten zijn. Alleen blijkt de stap zetten soms iets te groot. Zoals ook uit het onderzoek 

van de VVJ blijkt vinden niet alle directies het noodzakelijk om de autonomie van hun redacties te waar-borgen.15 De voorkeur gaat uit naar informele contacten.

Tot slot oordelen we dat een verplichting vanwege de overheid aanvaardbaar is. Onafhankelijke journa-

listen zijn noodzakelijk voor de maatschappij en daarbij mag niet voor 100% op de goedwilligheid van

de directie en de hoofdredactie gerekend worden. Zelfregulering alleen is niet voldoende. Bovendien

bestaat die verplichting al voor de regionale en de nationale omroepen. Hoe die verplichting afgedwon-

gen moet worden is een oefening die we in de toekomst moeten maken. Er perssteun aan koppelen blijft

een punt van discussie. Wat het meeste opvalt is dat de openbare omroep er harder op aanstuurt dan

de commerciële media. Perssteun moet er sowieso zijn. Het is immers noodzakelijk dat de pers vol-14Op Christian Van Thillo en Peter Quaghebeur na, die geen voorstander zijn van een redactiestatuut en daarover niets zeggen15Dit geldt niet voor de VRT. Voor Humo hebben we geen gegevens hieromtrent.

51

Page 58: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 58/76

 

doende middelen heeft om kwaliteit af te leveren. Er zou in de eerste plaats meer geld moeten worden

vrijgemaakt voor opleidingen en nuttige mediaprojecten.

4.2 Bevindingen cases

4.2.1 De Morgen

Uit de resultaten komt duidelijk naar voor dat een redactiestatuut in tijden van crisis nuttig kan zijn. Het

statuut kan geen garantie bieden tegen ontslag, maar toch is het goed dat het voorhanden is als er een

conflict uitbreekt omdat ook de rol van de redactieraad erin beschreven staat.

Er is bij de aanwerving van een nieuwe hoofdredacteur altijd een advies gevraagd aan de redactieraad

al is deze case het bewijs dat een redactieraad op dat vlak weinig macht heeft. Een directie of een

hoofdredacteur kan beslissingen nemen die indruisen tegen het advies van de raad, aangezien het niet

bindend is. Het mag wel duidelijk zijn dat dit een voedingsbodem voor conflicten is. De beginselen

van de krant die opgenomen zijn in het statuut werden onder Van Isacker en Van Doorne niet au sérieux

genomen. Het is gebleken dat zo’n situatie niet houdbaar is.

Het redactiestatuut heeft bij De Morgen de redactionele lijn niet helemaal kunnen beschermen. De per-

soonlijke afrekening bij de ontslagronde is daar het bewijs van. Dat de redactieraad wel nuttig kan zijn

bewijzen de resultaten van de onderhandelingen rond de verhuis naar Kobbegem en het collectief ont-

slag. Het redactiestatuut van De Morgen is niet volledig dode letter gebleven en bewijst dus ook zijn nut.

Een goede bedrijfscultuur blijft de basis voor de journalistieke vrijheid, maar het statuut mag niet opge-

geven worden omdat het toch een extra zekerheid biedt. Het turbulente verleden van De Morgen heeft

aangetoond dat het belangrijk is dat de hoofdredactie op één lijn staat met haar redactie. Dat bevestigt

ook deze quote van ex-journalist van De Morgen, Georges Timmerman (persoonlijke mededeling, 2011,

9 juni) :

’Dat is de logica der dingen: als de hoofdredacteur niet meer het vertrouwen heeft van de redactie dan

kan hij niet meer goed functioneren. Het gaat allemaal over vertrouwen. En dat kan je niet afdwingen.

 Zelfs in de beste redactiestatuten kan je niet afdwingen dat er vertrouwen moet bestaan tussen mensen.

 Dat is er of dat is er niet. Alles staat of valt met de huidige hoofdredactie.’

4.2.2 Humo

Humo heeft naar eigen zeggen een natuurlijke partner gevonden in Woestijnvis, het productiehuis van

holding De Vijver. Uit het onderzoek blijkt dat er bij structurele beslissingen geen voorafgaand advies

wordt gevraagd aan de redactie(raad). Wij stellen ons vragen bij het nut van de redactieraad. Er zijn geen

documenten voorhanden waaruit de rol van de raad blijkt. Bovendien bestaat de raad uit alle journalisten

en eindredacteurs, waardoor de raad zo goed als samenvalt met de redactievergadering.

Dat Humo geen redactiestatuut heeft blijkt voor het bedrijf geen probleem te zijn. De identiteit van

Humo is uniek in Vlaanderen en die wordt dan ook heel hard beschermd. Dat blijkt niet anders te zijnonder hoofdredacteur Sam De Graeve. Dat hij voorheen voor Woestijnvis heeft gewerkt verandert daar

52

Page 59: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 59/76

 

niets aan.

We stellen vast dat de communicatie binnen het bedrijf heel persoonlijk en informeel verloopt. De over-

name was een gezonde beslissing voor het weekblad. In het huidige medialandschap lijkt Woestijnvis

veruit de beste partner. Toch is voorzichtigheid hier aangewezen en moet de mediarevolutie van 2011goed voor ogen gehouden worden. Nu De Vijver ook eigenaar is van VT4 en VIJFTV is waakzaam-

heid op zijn plaats. Een redactiestatuut kan daarbij helpen. Bij de overname heeft Vandenhoute een

redactiestatuut niet uitgesloten, maar dat blijkt voorlopig niet te zijn uitgewerkt. Ook hij (persoonlijke

mededeling, 2011, 25 juli) draagt de onafhankelijkheid van journalisten hoog in het vaandel.

’Journalistieke autonomie, of in eenvoudiger Nederlands, journalistieke onafhankelijkheid is een KERN-

 BEGRIP van de journalistiek. De journalist moet als eerste kunnen waken over zijn eigen deontologie,

en moet zonder druk van bovenaf zijn werk kunnen doen: zich informeren, bronnen checken, waar nodig

bronnen beschermen, hoor en wederhoor. In dat verband kan een redactiestatuut comfort bieden, maar het mag geen fetisj zijn. Beter een goed geleide redactie zonder redactiestatuut, dan een slecht geleide

mét. Een redactiestatuut is een prima middel ter bevordering van de redactionele onafhankelijkheid,

maar geen doel op zich.’

4.2.3 WTV

WTV beschikt over een redactiestatuut, maar in de praktijk wordt er weinig rekening mee gehouden.

Dat blijkt uit de zaak Johan Persyn, maar even goed uit de aanwerving van de latere hoofdredacteurs.

Er is nog nooit een advies gevraagd aan de redactie bij de aanwerving of het ontslag van een hoofdre-

dacteur. Het redactiestatuut zou geen verschil gemaakt hebben bij het ontslag van hoofdredacteur Persyn.

Het redactiestatuut blijft dode letter daar er zelfs geen sprake is van een redactieraad. Bovendien vindt

Verfaellie dat een redactie niet om advies moet worden gevraagd wanneer de beslissingen geen betrek-

king hebben op de redactionele lijn. Daarover is ook niets opgenomen in het redactiestatuut. Uit de

kleinschaligheid van het bedrijf kunnen wij vaststellen dat er ook geen ruimte is voor het orgaan. Er zijn

weinig vaste journalisten waardoor alle contacten voornamelijk informeel verlopen. Wegens de kleine

redactie staat de hoofdredacteur dicht bij zijn journalisten. Zware conflicten tussen de hoofdredacteur

en de redactie zijn er nog nooit geweest. In het redactiestatuut staat dat wanneer een journalist ernstige

gewetensbezwaren heeft of zich niet kan neerleggen bij de beslissing van de hoofdredacteur, dat hij dan

beroep kan doen op de redactieraad. Dat blijkt dus niet het geval te zijn. Uit het citaat van Bart Coopman

(cfr. supra) kunnen we afleiden dat de eindredacteurs dan een bemiddelende rol krijgen.

Zowel de directie, de hoofdredactie als de redactie geloven in een losse communicatie voor de goede

werking van de omroep. Uit de interviews blijkt dat alle lagen van het bedrijf veel waarde hechten aan

de autonomie van de journalisten en er heerst een grote tevredenheid onder de journalisten. De aanwe-

zigheid van een redactiestatuut zal daar weinig aan veranderen.

53

Page 60: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 60/76

 

’ [...] bijvoorbeeld bij ingrijpende wijzigingen in de uitgangspunten van het redactionele beleid, ik kan

me niet inbeelden dat wij dat zouden doen zonder onze redactie daarover te kennen. Dat lijkt mij zo

vanzelfsprekend.’ (Verfaellie, persoonlijke mededeling, 2011, 7 juni)

Uit het onderzoek komt een contradictie voort. Enerzijds vindt men het bestaan van een redactiestatuutbelangrijk, maar anderzijds ligt niemand er echt wakker van. Dit valt te verklaren door de kleinschalige

bezetting en de informele cultuur van het bedrijf. Journalisten hebben niet het gevoel dat ze moeten

opboksen tegen de grote bazen. Er is regelmatig contact, zowel informeel als op vaste tijdstippen. WTV

kan beschouwd worden als een familiebedrijf waar men niet houdt van al te veel regels. Wij constateren

dat er bij WTV vooral wordt vertrouwd op wederzijds respect. Dat blijkt ook duidelijk uit deze citaten:

’Je staat zeer dicht bij de mensen. Ik heb nooit willen denken in termen van wij tegen zij.’ (Christi-

aens, persoonlijke mededeling, 2011, 16 juni)

’Dat was één groep. Wij waren allemaal jong en gedreven. Soms bleven wij langer op het werk om

samen naar het nieuws te kijken.’ (Gheysen, persoonlijke mededeling, 2011, 20 juni)

Redactiestatuten zullen hier niet het grote verschil maken, maar het blijft toch aan te raden een aan-

tal bepalingen uit te werken waarnaar er kan verwezen worden in geval van een conflict.

4.2.4 VRT

Het redactiestatuut van de VRT kan nog bijgewerkt worden in de procedure rond de benoeming en het

ontslag van een hoofdredacteur. De formele procedure waarbij de redactieraad een advies geeft is tot op

vandaag nog niet goedgekeurd. De rechtzetting door de directie een jaar na de aanstelling van Vrieleman,

wijst er wel op dat de VRT zijn fouten inziet.

De zaak Ramaekers heeft voor veel kritiek gezorgd op de VRT. Er is onbegrip over het feit dat de jour-

nalist niet ontslagen werd na zo’n zware fout. Wij kunnen de kritiek begrijpen, maar zijn van mening dat

de VRT de zaak goed heeft aangepakt. Uit het onderzoek komt heel duidelijk naar voor dat de verschil-

lende deontologische instanties van het bedrijf goed werk leveren en wel degelijk hun nut bewijzen. De

rol van de deontologische adviesraad is heel belangrijk en wordt au sérieux genomen. Dit is belangrijk 

voor de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de openbare omroep. De VRT heeft na dit voorval cor-

rect gehandeld door een rechtzetting op zijn website te plaatsen. Ook de hoofdredacteurs hebben meer

uitleg gegeven op de website. Dit getuigt van een groot plichtsbesef van de Vlaamse openbare omroep.

De VRT nieuwsdienst heeft een kwaliteitsvol imago uitgebouwd en probeert dat zo goed mogelijk in

stand te houden. Uiteraard is de openbare omroep niet heilig en worden er zoals in elk bedrijf fouten ge-

maakt, maar het onderzoek toont aan dat deze altijd op een zo correct mogelijke wijze worden rechtgezet.

Er wordt geconcludeerd dat er een enorm plichtsbesef heerst bij alle lagen van het bedrijf. Dat blijkt ook 

uit het redactiestatuut waarin een eigen deontologische code is opgenomen. Elke journalist bij de VRT

beschikt over een deontologisch zakboekje waarin alle bepalingen rond de deontologie van het bedrijf 

zijn opgenomen. Er wordt effectief belang gehecht aan het redactiestatuut door alle lagen van het bedrijf.

54

Page 61: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 61/76

 

’Directies van kwaliteitsmedia zijn net als hun redacties gebaat met een geloofwaardig en duidelijk 

redactiestatuut. Het is een conditio sine qua non voor een kwaliteitsvol en geloofwaardig medium.’

(Hellemans, persoonlijke mededeling, 2011, 27 juli)

4.2.5 VTM

De resultaten tonen aan dat de open communicatiestructuur bij VTM efficiënt werkt. De hoofdredacteurs

staan dicht bij hun redactie en er is dagelijks overleg. Ook uit deze casus komt naar voor dat informele

contacten de voorkeur krijgen bij een kleine redactie.

Er zijn verschillende informele kanalen die wijzen op de inspraak van de redactie. Een echte redac-

tieraad heeft de VTM niet, maar het Happy Hour en het informeel redactieoverleg vullen deze leemte in.

De VTM verzet zich niet tegen de komst van het redactiestatuut, maar uit het onderzoek kan geconclu-

deerd worden dat het redactiestatuut intern voor weinig veranderingen zal zorgen. Het ziet ernaar uit dat

het redactiestatuut een vertaling zal worden van de bepalingen die nu al gelden.

De informele aanpak lijkt te werken voor de VTM. De inspraak van de journalisten blijft echter wel be-

perkt tot de organisatie en de inhoudelijke invulling van het nieuws, zaken op het niveau van de redactie.

Structurele beslissingen worden aan de redactie meegedeeld, maar daarover wordt geen overleg gepleegd

tussen de directie en de redactie. De redactie maakt daar geen punt van. Er zijn geen voorbeelden van

grote conflicten bij de nieuwsdienst van VTM en we concluderen dat een redactiestatuut daar ook weinig

in te betekenen kan hebben.

55

Page 62: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 62/76

 

Algemeen besluit

Journalisten zijn de waakhonden van de maatschappij en die bijzondere functie moet beschermd worden.

In een gecommercialiseerd medialandschap dreigt de journalistiek onder druk te komen en dat is een be-

dreiging voor de onafhankelijkheid van de journalisten en de kwaliteit van de media. Toch blijkt het al bij

al wel mee te vallen met de teloorgang van de journalistieke autonomie. Het valt in dit onderzoek op dat

Vlaamse journalisten veruit tevreden zijn over hun redactionele vrijheid, ongeacht het medium waarvoor

ze werken. We hebben geen verschil kunnen blootleggen tussen de tevredenheid van journalisten die

werken voor een medium met een redactiestatuut en journalisten die zonder werken. We beperken deze

uitspraak tot de door ons onderzochte cases, gezien de beperkte omvang van het onderzoek en aangezien

deze uitspraak het grootschalig onderzoek van Paulussen & Raeymaeckers (2010) tegenspreekt. De in-

terne en externe druk waar zo vaak voor gewaarschuwd wordt, wordt in de casussen sterk gerelativeerd.

Journalisten zijn geen softies. Journalisten zijn mannen en vrouwen met een sterke persoonlijkheid die

zich niet gemakkelijk onder druk laten zetten. Autonomie is het hoogste goed, zo blijkt ook uit deze

studie. Niemand ontkent dat de media sterk vercommercialiseerd zijn, maar die evolutie moet niet enkel

als een bedreiging gezien worden. Nieuws is voor een breed publiek toegankelijk en de respondenten

zijn het erover eens dat de kwaliteit van de media vandaag op een ongezien hoog niveau staat. Ook 

met deze resultaten moeten we voorzichtig omspringen want het onderzoek van Paulussen & Raeymaec-

kers (2010) spreekt ook deze bevinding tegen. Het is in dit onderzoek ongepast om uitspraken te doen

over een mogelijke exponentiële toename van de tabloidisering, maar als tabloidisering betekent dat het

nieuws vandaag veel toegankelijker is dan twintig jaar geleden en dat er nu ook meer rekening gehouden

wordt met de noden en de wensen van het publiek, dan wordt deze trend als een stap vooruit beschouwd.

Een grotere bedreiging is de toegenomen werkdruk. Journalisten moeten enorm presteren, waardoor er

fouten in hun werk sluipen en er minder ruimte is voor onderzoeksjournalistiek.

Uiteraard loopt niet altijd alles even vlot en zijn er voorbeelden in de praktijk waarbij de journalistieke

autonomie wel dreigt te dalen. De internationale journalistenvereniging IFJ en de nationale vereniging

AVBB/VVJ, streven al jaren naar stevige en afdwingbare redactiestatuten die elke zweem van beïnvloe-

ding op de journalisten moet weren. Een redactiestatuut is een contract tussen de redactie, haar hoofdre-

dactie en de directie, dat de autonomie van de journalisten en de redactionele lijn helpt te beschermen.

In Vlaanderen geldt er enkel een verplichting tot een redactiestatuut voor de regionale en nationale om-

roepen. Een rondvraag bij de Vlaamse mediahuizen bracht een medialandschap in kaart waarin redactie-

statuten eerder uitzondering dan regel zijn. Toch zijn er een aantal statuten voorhanden. Uit dit onderzoek 

blijkt dat het ene al wat bondiger is dan het andere.

56

Page 63: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 63/76

 

Het redactiestatuut van de VRT is toonaangevend in Vlaanderen. De VRT beschikt over een eigen de-

ontologische code. Daarnaast bewaken een redactieraad en een deontologische adviesraad de autonomie

en de kwaliteit van de nieuwsdienst. En heikel punt is de procedure rond de benoeming van een hoofdre-

dacteur, maar in de loop naar een nieuwe versie van het redactiestatuut wordt daar aan gewerkt. De zaak 

Robin Ramaeckers heeft aangetoond dat de deontologische adviesraad goed werkt en een belangrijke rolspeelt bij de openbare ormroep.

Redactiestatuten van regionale omroepen blijken vaak niet veel te omvatten, waardoor men het nut ervan

in vraag kan stellen. Het redactiestatuut van WTV blijft dode letter. De redactieraad, die is opgenomen

in het redactiestatuut, bestaat er niet. De redactie blijkt te klein te zijn om allerlei formele raden in te

richten. De voorkeur gaat uit naar persoonlijk contact. Het redactiestatuut kon niet verhinderen dat Johan

Persyn ontslagen werd.

Bij De Morgen wordt de redactieraad geraadpleegd, ondermeer bij de aanwerving van een nieuwe hoofd-

redacteur, zoals het redactiestatuut dat voorschrijft. De onderhandelingen over een verhuis naar Kobbe-

gem en het collectief ontslag bewijzen dat er een kracht uitgaat van de redactieraad. Gematigd enthou-siasme is hierbij aangewezen, want er is ook gebleken dat er niet altijd gehoor aan wordt gegeven. Bij

de aanwerving van Bart van Doorne als hoofdredacteur legden de directie en de hoofdredactie het advies

van de redactieraad naast zich neer. De conflicten tussen de hoofdredactie en de redactie met betrekking

tot de redactionele lijn, bewijzen dat zo’n situatie niet houdbaar is.

Het weekblad Humo heeft geen redactiestatuut, maar wel een redactieraad. Uit het onderzoek komt niet

duidelijk naar voor of de raad veel te betekenen heeft. Net zoals bij WTV verloopt de communicatie heel

vrijblijvend. De identiteit van Humo is uniek in Vlaanderen en wordt door alle leden van de redactie

goed bewaakt. Het lijkt erop dat Humo geen koerswijziging zal maken onder Woestijnvis. We zijn te-

rughoudend in deze uitspraak want het is nog te vroeg om daar nu al definitieve uitspraken over te doen.Wel is zeker dat Humo na de uitzichtloze periode onder Sanoma een natuurlijke partner gevonden heeft

in Woestijnvis.

De VTM heeft geen redactiestatuut. Dat verandert binnenkort vanwege de decretale verplichting. Ook 

hier is de redactie naar Vlaamse normen eerder klein te noemen en is er vooral sprake van informeel con-

tact. Er zijn geen klachten over de autonomie. Er is geen redactieraad, maar andere informele organen

geven redactionele inspraak aan de redacteurs. Die organen zullen ook na de intrede van het redactiesta-

tuut bij de omroep blijven bestaan. Het redactiestatuut zal weinig veranderen aan de huidige situatie. Er

wordt niet verwacht dat er nieuwe bepalingen in het redactiestatuut opgenomen worden.

Er wordt door de onderzochte mediahuizen veel waarde gehecht aan correcte deontologie. Deontolo-

gische codes omvatten de kernwaarden voor het werk van de journalisten en zijn noodzakelijk voor de

kwaliteit van de pers. Redacties achten een code belangrijker dan een redactiestatuut. Een deontologi-

sche code zou deel moeten uitmaken van een redactiestatuut, zoals dat het geval is bij de VRT. Er wordt

door de sector veel belang gehecht aan de RvdJ. Het zou goed zijn mocht de RvdJ meer armslag krijgen

waardoor het de geldende deontologische regels beter zou kunnen afdwingen. Overheidsinmenging in

de journalistieke deontologie is niet gewenst want dat druist in tegen de persvrijheid. Dit beaamt de

bevindingen van Paulussen & Raeymaeckers (2010).

57

Page 64: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 64/76

 

De belangrijkste bepalingen die in een redactiestatuut moeten opgenomen zijn gaan over autonomie,

medezeggenschap en de identiteit van het medium. Als we de resultaten toetsen aan onze eigen defi-

nitie, blijkt dat het een hulpmiddel is om de identiteit van het medium te beschermen. Zowel redacties

als hoofdredacties vinden het belangrijk dat de redactionele lijn vastligt in het statuut. DM toont aan

dat het statuut geen absolute bescherming kan bieden, maar zoals gezegd is zo’n situatie onhoudbaar.Directies en hoofdredacties kunnen niet de hele tijd ingaan tegen de opvattingen van de redactievloer.

Zo’n situaties zorgen voor conflicten en stakingen. Het belangrijkste doel blijft de bescherming van de

autonomie van de redactie. Zonder autonomie geen journalistiek (Paulussen & Raeymaeckers, 2010).

Deze voorwaarde wordt bevestigd door alle geïnterviewden. De redactieraad kan daarin een rol spelen,

maar dat blijkt niet bij alle cases even formeel geregeld te zijn. De raad is een schakel tussen de redactie

en haar hoofdredactie of tussen de redactie en de directie en kan advies geven bij redactionele of andere

operationele zaken. Het advies is niet bindend waardoor de positie van het orgaan eerder zwak is. Dat

wil niet zeggen dat de raad niet nuttig kan zijn. Door regelmatig overleg met de hoofdredactie en de

directie kunnen grieven en suggesties van de redactie overgemaakt worden. Dit bevordert de kwaliteitvan het medium. De cases tonen aan dat de redactieraad veranderingen kan tegenhouden.

Uit het onderzoek blijkt dat een totale democratie op een redactie niet realistisch en niet efficiënt is. Ook 

mediahuizen zijn bedrijven waar er sprake is van een zekere hiërarchie. Op cruciale momenten of in

crisistijden is het noodzakelijk dat de directie een beslissing neemt. Ook de redactieraad kan daarbij

geen doorslaggevende rol spelen, bevestigen de respondenten.

Het belang van redactiestatuten moet niet overroepen worden. Er wordt amper verwezen naar het docu-

ment. Toch is het noodzakelijk dat het bestaat. Het zal geen wonderen verrichten, maar het is beter eenredactiestatuut achter de hand te hebben dan helemaal niets. Het is een extra zekerheid in de hoofden

van de redacteurs omdat de directie de bepalingen die erin opgenomen zijn erkent. Het is een contract

tussen de verschillende lagen van het bedrijf, een indicator en een houvast.

Voorzichtig durven we zeggen dat verplichte redactiestatuten vanwege de overheid aanbevolen zijn.

Wanneer redactiestatuten verplicht worden kunnen ze beter afgedwongen worden. Wetten worden ernsti-

ger genomen dan eender welk ander contract. Uiteindelijk stellen overeenkomsten waaraan geen straffen

verbonden zijn weinig voor. Wie geen zin heeft om zich eraan te houden treedt de bepalingen gewoon

met de voeten. Het is belangrijk dat er wederzijds vertrouwen is binnen een bedrijf, maar we moetendaar ook niet naïef in zijn. Volledige zelfregulering zal nooit effectief zijn want niet alle uitgevers zijn

enthousiast over redactiestatuten. Dat werd ook al aangegeven door de VVJ. Deze constatatie mag niet

doorgetrokken worden naar alle uitgevers in Vlaanderen. In dit onderzoek zijn de meningen verdeeld

over verplichte redactiestatuten, zonder dat er een duidelijk contrast bestaat tussen redacties, hoofdre-

dacteurs en directieleden. Voor sommigen druist het in tegen de vrijheid van de media, voor anderen kan

het alleen maar voordelen hebben. Wel is duidelijk dat de overheid geen inhoudelijke bepalingen mag

vastleggen.

De basisfilosofie blijft een goede communicatie. Een gezonde bedrijfscultuur en een goed contact zijnfundamenteel. Zowel de redactie, hoofdredactie als de directie willen dat hun titel het goed doet. Zij

58

Page 65: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 65/76

 

zullen daar hun opperste best voor doen met wederzijds respect voor elkaar. Het allerbelangrijkste is dat

de redactie een goede relatie heeft met haar hoofdredactie. Een hoofdredacteur is eindverantwoordelijke

voor de invulling van het medium. Als zijn overtuigingen elementair verschillen van de standpunten van

de redactie dan draait het vierkant. Die situatie is onhoudbaar en leidt ertoe dat er ontslagen vallen bij

de redactie of de hoofdredactie. Dat is onlangs nog maar eens gebleken toen Béatrice Delvaux, na eenconflict met haar redactie, ontslag nam als hoofdredactrice van de Franstalige krant Le Soir .16 Als de

redactie op één lijn staat met haar hoofdredactie is de kans ook kleiner dat het tot een aanvaring komt

met de directie. De hoofdredactie is de buffer tussen de basis en de leiding en verdedigt haar redactie

onder normale omstandigheden.

Een redactiestatuut is een noodzakelijke voorwaarde voor de Vlaamse media, maar is geen voldoende

voorwaarde. Het is een schriftelijke erkenning die een extra houvast biedt aan de journalisten bovenop

een goede communicatie en mondelinge afspraken tussen de redactie, hoofdredactie en directie. We be-

sluiten net zoals Guy Mortier (persoonlijke mededeling, 2011, 24 juni) : ’Een redactiestatuut ... Tochmaar doen’.

Er moet op gewezen worden dat dit onderzoek op kleine schaal gevoerd is. Er zijn een aantal media-

huizen gekozen om de probleemstelling te onderzoeken. Daarbij werden er tweeëntwintig interviews

afgenomen met journalisten, hoofdredacteurs en kaderleden. Er is geprobeerd om de subjectiviteit van

de onderzoeker zo veel mogelijk uit te schakelen, maar het moet duidelijk zijn dat dit geen kwantitatief 

onderzoek is waarbij er maar één antwoord het juiste is. Het kan interessant zijn om in de toekomst

gelijkaardig onderzoek uit te voeren, ook bij andere media in Vlaanderen. Op die manier kunnen con-

clusies verder onderbouwd of bijgestuurd worden.

Het Vlaamse medialandschap is voortdurend in ontwikkeling. Dit onderzoek is dus zeker geen eindpunt.

Het is noodzakelijk dat er op regelmatige basis een ondervraging gebeurt waaruit blijkt hoe media en

 journalisten functioneren. Op die manier kunnen theorieën verfijnd en aangepast worden aan de actuele

situatie. Ook internationaal onderzoek blijft nodig.

16Béatrice Delvaux diende haar ontslag in bij Le Soir op 6 juni 2011

59

Page 66: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 66/76

 

Bibliografie

Boeken en (bijdragen uit) readers:

Boczkowski, P.J. (2009). Materiality and mimicry in the journalism field. In B. Zelizer (Ed.), The

changing faces of journalism: tabloidization, technology and truthiness (pp. 56-67). New York, NY:

Routledge.

Davis, A. (2007). The mediation of power: a critical introduction. New York: Routledge.

Davies, N. (2009). Flat earth news. London: Vintage Books.

De Bens, E. (1983). Het profiel van de beroepsjournalist in Vlaanderen. Brussel: V.U.B. uitgaven.

De Bens, E. & Raeymaeckers, K. (2007). De pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers

gisteren, vandaag en morgen. Leuven: LannooCampus.

De Clercq, K. (2002). Journalistieke zelfregulering: het belang van deontologische codes en zelfregule-

ring in de journalistieke ethiek . Leuven: Acco.

De Clercq, M. (2007). Het profiel van de Vlaamse audiovisuele journalist. In M. Hooghe, K. De Swert &

S. Walgrave (Eds.), De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (pp. 23-43).

Leuven: Uitgeverij Acco.

Dekeyser, M. (2000). De media, een pretpark. Vianen: House of books.

Deltour, P. (2007). Over het belang van redactiestatuten. In M. Hooghe, K. De Swert & S. Walgrave

(Eds.), De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (pp. 45-56). Leuven:

Uitgeverij Acco.

Deuze, M. (2002). Journalists in the Netherlands. An analysis of the people, the issues and the

(inter-)national environment. Amsterdam: Aksant.

Deuze, M. (2009) Technology and the individual journalist: agency beyond imitation and change. In Ze-

lizer, B. (Ed.), The changing faces of journalism: tabloidization, technology and truthiness (pp. 82-98).

London & New York: Routledge.

60

Page 67: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 67/76

 

Doig, A. (1997). The decline of investigatory journalism. In M. Bromley & T. O’Malley (Eds.), A jour-

nalism reader (pp. 189-213). London: Routledge.

Franklin, B. (1997). Newszak and news papers. London: Arnold.

Hachten, W. (2005). The troubles of journalism: a critical look at what’s right and wrong with the press.

Mahwah: Lawrence Erlbaum Associates.

Hoffmann-Riem, W. (1979) Innere pressefreiheit als politische aufgabe. Über d. Bedingungen u. Mög-

lichkeiten arbeitsteiliger Aufgabenwahrnehmung in d. Presse. Neuwied: Luchterhand

Gans, J.H. (1979). Deciding what’s news. A study of CBS Evening News, NBS Nightly News, Newsweek 

en Time. New York: Pantheon Books.

Greven, J. (2004). Een kwestie van kwaliteit. Essay en debat. Nijmegen: Valkhof Pers.

Herman, E.S & Chomsky, N. (1988). Manufacturing consent. The political economy of the mass media.

New York: Phanteon Books.

Hooghe, M. (2007). Inleiding: de kwaliteit van het nieuws. In M. Hooghe, K. De Swert & S. Walgrave

(Eds.), De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (pp. 7-21).

Janssens, H. & Van Landuyt, D. (1998). Een doorlichting van de tien regionale zenders. In De Bens,

E. & Raeymaeckers, K. (Eds.), Regionale media in Vlaanderen. Een doorlichting (pp. 43-98). Gent:

Academia Press.

Lippmann, W. (2006). Public Opinion. Boston (Mass.): Indypress.com

McManus, J.H. (1994). Market-driven journalism. Let the citizen beware? Thousand Oaks, CA: Sage

Publications.

Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.

Paulussen, S. & Raeymaeckers, K. (2010). Journalisten. Profiel van een beroepsgroep. Tielt: Lannoo-

Campsus.

Postman, N. (1986). Amusing ourselves to death. London: Heinemann.

Prevenier, W. (2006). Raad Het Laatste Nieuws. Een terugblik . Asse/Kobbegem: Raad Het Laatste

Nieuws vzw.

61

Page 68: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 68/76

 

Reese, S.D. & Shoemaker, P.J. (1996). Mediating the message: theories of influences on mass media

content. New York: Longman.

Rennen, T. (2000). Journalistiek als kwestie van bronnen. Journalist en bron in de dans om het nieuws.

Delft: Uitgeverij Eburon.

Rooij (1974). Kranten, dagbladpers en maatschappij. Amsterdam: Wetenschappelijke Uitgeverij.

Schuijt, G.A.I. (1987). Werkers van het woord. Media en arbeidsverhoudingen in de journalistiek .

Deventer: Kluwer.

Tunstall, J. (1996). Newspaper power. The new national press in Britain. Oxford: Clarendon Press.

Van den Bulck, H. (2009). Media tussen cultuur en commercie: trends in de Vlaamse media anno 2009.In Indymedia.be, Crisis in de media. Brussel: Indymedia.be.

Van Liefferinge, G. (2006). Glamour en glitter, geld en macht. Welkom in medialand . Leuven: Uitgeverij

Van Halewyck.

Verleyen, T. (2005). Printmedia in Vlaanderen. Mechelen: Wolters Plantyn.

Weaver, D.H. (1998). The global journalist. Creskill: Hampton Press.

Weaver, D.H., Beam, R.A., Brownlee, B.J., Voakes, P.S. & Wilhoit, G.C. (2007). The American journa-

list in the 21th century. U.S. news people at the dawn of a new millenium. Mahwah: Lawrence Erlbaum

Associates.

White, D.M. (1964). ’The gatekeeper’: A case study in the selection of news. In L.A. Dexter & D.M.

Manning (Eds.), People, society and mass communication (pp. 160-173). London: free press of Glencoe.

Zinzen, W. (2006). De wereld is een schouwtoneel. Maar wie doet de regie? Kapellen: Pelckmans.

Artikels uit wetenschappelijke en vaktijdschriften:

Balliauw, J., Barrez, D., Heirbaut, R. & Pauwels, T. (2005). Nieuw redactiestatuut geeft VRT-journalisten

meer inspraak. De Journalist, 2005(80), 6.

Boczkowski, P.J. (2009). Technology, monitoring, and imitation in contemporary news work. Commu-

nication, culture & critique, 2(1), 39-59.

Brakman, I. (1999). Het redactiestatuut: houvast voor journalistieke onafhankelijkheid. Mediaforum,11(13), 338-339.

62

Page 69: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 69/76

 

Bruyland, K. (2010). Damesdubbel. Kathy Galle: ’Werken voor De Morgen was meer dan een job’. De

 Journalist, 2010(134), 12-13.

Costera Meijer, I. (2003). What is quality television news? A plea for extending the professional reper-toire of newsmakers. Journalism Studies, 4(1), 15-29.

Curtin, P.A. (1999). Reeavaluating public relations information subsidies: market-driven journalism and

agenda-building theory and practice. Journal of Public Relations Research,11(1), 53-90.

Deltour, P. (1998). Waar of niet waar? Enkele actuele (vast)stellingen over journalistiek. Samenleving

en politiek: tijdschrift voor een democratisch socialisme, 5(4), 14-21.

Deltour, P. (2006). Hoe begin je aan een redactiestatuut en andere vragen. De Journalist, 2006 (90) , 12.

Deltour, P. (2009a). Wie is nog uitgever? De Journalist, 2009(130), 8.

Deltour, P. & Van de Looverbosch, M. (2006). Over het belang van redactiestatuten. De Journalist,

2006 (90), 9.

De Voeght, T. (1998). Redactiestatuten van de Vlaamse dagbladen. Mediagids, Boek en Pers, 1998(25),

1-23.

Lewis, J., Williams, A. & Franklin, B. (2008). Four rumours and an explanation. Journalism Practice,

2(1), 27-45.

McDevitt, M. (2003). In a defense of autonomy: a critique of the public journalism critique. Journal of 

Communication, 53(1), pp. 155-164.

Neirinck, E. (1996). Het redactiestatuut. De Journalist, 1996 (2), 6-8.

Pikkemaat, G. (1978). Het redactiestatuut. Massacommunicatie(1), 191-192.

Schuijt, G.A.I. (1995). Persconcentratie stelt het redactiestatuut op de proef. Mediaforum, 7 (9), 99.

Sparks, C. (1998). Introduction. Javnost/The Public, 5(3), 5-10.

Van Gorp, B. (2002). Werken aan de werkelijkheid. Een casestudie over de inplanting van een asielcen-

trum (1). Tijdschrift voor sociologie, 23(3-4), 326-341.

Vanheerentals, L. (2006). Het ene redactiestatuut is het andere niet. De Journalist, 2006 (90), 10-11.

63

Page 70: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 70/76

 

Vanheerentals, L. (2008). Buffers tegen ongewenste druk. De Journalist, 2008(119), 10-11.

Vanheerentals, L. (2008). Van redactieraad tot achterkamer. De Journalist, 2008(120), 16-17.

Vanheerentals, L. (2010). De Standaard stelt ombudsman aan. De Journalist, 2010(136), 10.

Verschraegen, G. (2002). De digitalisering van de cultuur (1). Tijdschrift voor sociologie, 23(3-4), 303-

326.

Voorhoof, D. (1998). Naar een Raad voor de Journalistiek? Samenleving en politiek: tijdschrift voor een

democratisch socialisme, 5(4), 22-26.

Voorhoof, D. (2000). Journalisten zonder grenzen? Auteurs en media, 2000(1-2), 36-48.

Artikels uit kranten:

Debackere, J. (2010, 8 februari). VRT distantieert zich van Bracke. De Morgen, 6.

Decaestecker, B. (2008, 24 juni). Jong geweld vervangt éminence grise. De Morgen, 21.

Ivb, dod & vdr (2011, 20 april). Vt4 en Vijftv in handen van De Vijver. De Standaard.biz.

PVDD (1990, 15 mei). Redaktiestatuut bij De Morgen. De Standaard .

Internetbronnen:

Bbd (2011, 13 januari). Robin Ramaekers faket schietincident in Haïti. Geraadpleegd op 7 juli op het

World Wide Web: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110113_007

Brouwer, A. (2009, 3 juni). Enzomegavoort. De methode-Van Thillo. Geraadpleegd op 29 oktober 2010

op het World Wide Web: http://www.groene.nl/2009/23/enzomegavoort.

Christophe (2006, 30 augustus). Pol Deltour: “Nieuwe stap in uniformisering perslandschap. Geraad-

pleegd op 29 oktober 2010 op het World Wide Web:

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F3720.html

Christophe (2008, 30 oktober). Redactie van De Morgen ziet gedwongen verhuis niet zitten. Geraad-

pleegd op 29 oktober 2010 op het World Wide Web:

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F30207.html

Christophe (2009a, 21 februari). Alternatief besparingsplan van redactie De Morgen moet ontslagenvermijden. Geraadpleegd op 29 oktober 2010 op het World Wide Web:

64

Page 71: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 71/76

 

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F31868.html

Christophe (2009b, 18 mei). Dinsdag geen De Morgen: “Hoofdredactie schond vertrouwen”. Geraad-

pleegd op 29 oktober 2010 op het World Wide Web:

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F33219.html

Cochez, T. (2010, 6 oktober). Hoofdredactie ‘De Morgen’ door elkaar gegooid. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 29 oktober 2010 op het World Wide Web:

http://www.apache.be/2010/10/hoofdredactie-de-morgen-door-elkaar-gegooid/ 

DeMorgen.be (2011, 28 januari). Bart van Doorne niet langer co-hoofdredacteur De Morgen. Geraad-

pleegd op 16 februari 2011 op het World Wide Web:

http://www.demorgen.be/dm/nl/984/cultuur-media/article/detail/1214865/2011/01/28/Bart-Van-Doorne-

niet-langer-co-hoofdredacteur-De-Morgen.dhtml

Deltour, P. (2006, 29 augustus). De Persgroep onthoofd De Morgen. Geraardpleegd op 29 oktober 2010

op het World Wide Web: http://www.journalist.be/nieuws.php?nieuwsid=455

Deltour, P. (2008, 26 november). Gaat De Morgen Het Volk achterna? Geraardpleegd op 29 oktober

2010 op het World Wide Web: http://www.journalist.be/nieuws.php?nieuwsid=586

Kalb, W. (1997, 2 januari). The clock is ticking. Geraadpleegd op 3 mei 2011 op het World Wide Web:

http://speakout.com/activism/opinions/3148-1.html

Nieuws (2011, 13 juli) Bart Van Doorne wordt co-hoofdredacteur van ’Het Nieuws’. Geraadpleegd op 13

  juli op het World Wide Web: http://vtm.be/over-vtm/artikel/bart-van-doorne-wordt-co-hoofdredacteur-

van-het-nieuws

Trends.be (2009, 25 maart). Minder ontslagen bij De Morgen en geen verhuis. Geraadpleegd op 29

oktober 2010 op het World Wide Web: http://trends.rnews.be/nl/economie/nieuws/bedrijven/minder-

ontslagen-bij-de-morgen-en-geen-verhuis/article-1194635417875.htm#

PvL (2006, 2 maart). Rel rond boek Van Liefferinge draait rond mediaconcentratie en redactiestatuut.

Geraadpleegd op 16 oktober 2009 op het World Wide Web: http://www.indymedia.be/en/node/1556

VVJ Nieuwsoverzicht (2007, 27 maart). Van Isacker algemeen hoofdredacteur De Morgen. Geraad-

pleegd op 16 februari 2011 op het World Wide Web: http://www.journalist.be/nieuws.php?nieuwsid=507

Digital MASSters. Information theory project. (n.d.) Westley & MacLean Theory. Geraadpleegd op 3

 juni 2011 op het World Wide Web: http://www.uri.edu/personal/carson/alexandert/westleymaclean.html

65

Page 72: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 72/76

 

Redactiestatuten en andere documenten:

Code van de Raad voor de Journalistiek, 20 september 2010, Brussel.

Decreet van 23 oktober 1991 houdende erkenning en organisatie van niet-openbare regionale televisie-

verenigingen, Belgisch Staatsblad, 28 december 1991.

Decreet van 27 maart betreffende radio-omroep en televisie, Belgisch Staatsblad, 30 april 2009.

International Federation of Journalists / European Federation of Journalists: Rights for Journalists, Mi-

lan, 1993, March 3-5.

Redactiestatuut De Morgen, 26 maart 2007.

Redactiestatuut VRT, 24 mei 2007, Brussel.

Redactiestatuut WTV-Zuid, 17 december 1993, Kortrijk.

Voorstel van decreet houdende statuut, organisatie en erkenning van regionale televisieverenigingen, 17

 juli 1991.

66

Page 73: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 73/76

 

Lijst met afkortingen

AVBB: Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België

CJS: Center for Journalism Studies

DM: De Morgen

DPP: De Persgroep Publishing

DS: De Standaard

EFJ: European Federation of Journalists / Europese Federatie van Jouralisten

EVRM: Europees Vedrag voor de Rechten van de Mens

GIMV: Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen

GvA: Gazet Van Antwerpen

HBvL: Het Belang Van Limburg

HLN: Het Laatste Nieuws

IFJ: International Federation of Journalists / Internationale Federatie van Journalisten

KVS: Koninklijke Vlaamse Schouwburg

LDH: La Libre Belgique

LDD: La Dernière Heure

SMB: Sanoma Magazines Belgium

VMMa: Vlaamse Media Maatschappij

VRT: Vlaamse Radio- en Televisieomroep

VTM: Vlaamse Televisie Maatschappij

VVJ: Vlaamse Vereniging van Journalisten

Vzw: Vereniging zonder winstoogmerk 

RvB: Raad van Bestuur

RvdJ: Raad voor de Journalistiek 

67

Page 74: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 74/76

 

Lijst van de geïnterviewden

Bultinck Bert (ex-De Morgen)

Christiaens Tom (ex-WTV)

Coopman Bart (WTV)

Corthouts Johan (De Morgen)

Desmet Yves (De Morgen)

Gheysen Jan (ex-WTV)

Hellemans Leo (VRT)

Jansen Geert (Humo)

Lamot Marc (VRT)

Lataire Nicholas (VTM)

Leyts Barend (VTM)

Mortier Guy (Humo)

Pauwels Tim (VRT)

Persyn Johan (WTV)

Quaghebeur Peter (VTM)

Schaevers Mark (Humo)

Timmerman Georges (ex-De Morgen)

Vandenhaute Wouter (Woestijnvis/Humo)

Verfaellie Marleen (WTV)

Verschelden Wouter (De Morgen)

Willems Wim (VRT)

Wils Jeroen (VTM)

68

Page 75: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 75/76

 

Lijst bijlagen

Bijlage A: Code van Bordeaux (1954)

Bijlage B: Verklaring der Rechten en Plichten van de Journalist (1971)

Bijlage C: Code van Journalistieke Beginselen (1982)

Bijlage D: Code van de Raad voor de Journalistiek (2010)

Bijlage E: Manifest van Oxford (1947)

Bijlage F: Deontologische vuistregels Corelio

Bijlage G: Redactiestatuut De Morgen

Bijlage H: Redactiestatuut De Tijd

Bijlage I: Redactiestatuut P-Magazine en Ché

Bijlage J: Redactiestatuut VRT

Bijlage K: Redactiestatuut ATV

Bijlage L: Redactiestatuut AVS Oost-Vlaamse Televisie

Bijlage M: Redactiestatuut Focus

Bijlage N: Redactiestatuut Ring-TV

Bijlage O: Redactiestatuut Rob-TV

Bijlage P: Redactiestatuut RTV

Bijlage Q: Redactiestatuut TV-Brussel

Bijlage R: Redactiestatuut TV-Limburg + Beginselverklaring

Bijlage S: Redactiestatuut TV-OOST

Bijlage T: Redactiestatuut WTV

69

Page 76: Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen

5/10/2018 Journalistieke autonomie en redactiestatuten in Vlaanderen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/journalistieke-autonomie-en-redactiestatuten-in-vlaanderen 76/76

 

Bijlagen

De bijlagen zijn digitaal toegevoegd op cd-rom.

Opmerking: de statuten van AVS Oost-Vlaamse Televisie en WTV worden momenteel herbekeken en

aangepast aan de hedendaagse mediacontext. In deze verhandeling zijn de oude statuten opgenomen.

70