Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

27
Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff

Transcript of Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Page 1: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Jointly shaping the future of biosimilars

Martin van der Graaff

Page 2: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.
Page 3: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Inhoud

Kernboodschappen Doel Uitwerking kernboodschappen Voorbeeld: EPO Farmacovigilantie Conclusies en aanbevelingen

Page 4: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Kernboodschappen

Biosimilars zijn geen generiek Bijwerkingen correct toewijzen Toepassing liefst onderbouwd met degelijk

onderzoek per indicatie Voorschrijver en patiënt hebben regie

“If it ain’t broke, don’t fix it”

Page 5: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Doel Informatie:

– Veldpartijen maken gezamenlijk handleiding voor gebruik in het veld.

– Bewustwording voorschrijvers, apothekers en patiënten nodig

Farmacovigilantie:– Signaal in de Eudravigilance databank moet

direct éénduidig zijn!– Vigerende regels aanpassen op markt met

veel originators en similars

Page 6: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Uitwerking kernboodschappen

Page 7: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Biosimilars zijn geen generiek Tijdelijke verschillen(?)

– Aantal indicaties– Aantal toedieningsvormen cq sterktes– Kennis over lange termijn effecten

Permanente verschillen (naar verwachting) – Kweeksystemen– Relatieve doseringsverschillen (Dosing

penalties)– Tendens tot genereren antilichamen– Profiel zeldzame ernstige bijwerkingen

Page 8: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.
Page 9: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Verschil biosimilars onderling

Sommige biosimilars ontwikkeld vóórdat EMEA richtlijnen zijn vastgesteld: evolutie in soort dossier

Ieder biosimilar (&origineel) heeft zijn eigen set van indicaties, sterktes, dosing regime, (soms) INN; gevolg: anders kijken naar off-label!

Biosimilar kan alleen similar zijn naar een origineel, niet naar de hele klasse

Page 10: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Redenen voor terughoudendheid Belang patiënt EMEA garandeert geen interchangeability FDA Wet- en regelgeving in SE, ES, FR. Kortweg:

geen substitutie zonder actief medisch toezicht Verenigingen specialisten: eerste tijd geen

switch tenzij op medische grond Juridische argumenten (PW)

Page 11: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Praktijk moet meegroeien

Registratietechnisch Vigilantietechnisch Verzekeringstechnisch Vergoedingstechnisch Bewustwording veld

Page 12: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Dus vragen voor:

CBG: – Hoe gaan we samen het veld voorbereiden?– Waarom hebben biosimilars ‘gratis’ indicaties

waar innovators voor moeten werken?– Welke stappen n.a.v. brief EU Comm. over

farmacogivilantie? VWS:

– Wanneer advies aan CVZ vragen voor vergoedingsstatus van een biosimilar?

Page 13: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Vragen voor CVZ (1/2) Hoe doorlopen biosimilars het

vergoedingstraject :– Via een verkorte procedure zoals bij

generiek? En leidend tot 1A clustering?– Of via een andere route (waarom en hoe)?

– Therapeutische waarde onderbouwen met gegevens? Zo ja, met welke?

Page 14: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Vragen voor CVZ (2/2) In Kompas staat hier en daar: oppassen

met therapeutische substitutie. Dus ook voor biosimilars?

Hoe wordt criterium “ervaring” hier ingekleurd?

Voorstel voor nieuwe categorie: de NBE(New Biosimilar Entity)

Aparte preparaattekst?

Page 15: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Kosten biosimilar producten lager

CVZ beheert pakket, maar: in hoeverre is kostenverschil leidend?

Ontwikkeling kosten product zal anders zijn dan ontwikkeling behandelkosten

Besparingen moeten inverdiend worden

Page 16: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Behandelkosten aandoening Corrigeren voor confounding factors zoals

bijvoorbeeld “dosing penalties” Je gaat na een switch een periode in van

monitoring op bereik stabiele situatie (bijv. Hb moet tussen 10 en 12 g/dl blijven).

Niet alle gevormde antilichamen hebben verwaarloosbaar effect

Page 17: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Voorbeeld EPO

Page 18: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Enige EPO vragen

CBG: Geen klinische gegevens over subcutane toediening

Niettemin: Behandeling begint in predialysefase patiënt (sc noodzakelijk).

Hierover dus geen informatie in de bijsluiter van het biosimilar

Reden voor CBG communicatie?

Page 19: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Registraties EPO’s Verschillen in registraties

– CIA, anemie in premature kinderen, toepassing bij autologe bloedtransfusie

– Verschillen in benodigde wekelijkse dosering (~15%), binnen marge klinische effectiviteit, maar wellicht wel gevolgen voor kosten

– Subcutane indicatie soms zonder studies, hoewel bekend is dat dit problematisch kan zijn

– Post Marketing Commitments (PMC’s) vergen nog heel wat werk

Page 20: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Biosimilar EPOs hebben

Niet alle indicaties (o.a. autologe bloeddonatie)

Niet alle doseringsvormen Geen klinische gegevens over subcutane

toediening Mogelijk zelfs “dosing penalties”

Page 21: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Geregistreerde indicaties erythropoiese stimulerende middelen Eprex (epoëtine alfa)

Biosimilars Abseamed, Binocrit, epo alfa Hexal (INN epoëtine alfa)

Biosimilars Silapo, Retacrit (INN epoëtine zeta1)

Neorecormon (epoëtine beta)

Aranesp (darbepoëtine)

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie IV

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie IV

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie IV

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie IV

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie IV

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie SC

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie SC

Anemie t.g.v. nierinsufficiëntie SC

Oncologie

Oncologie

Oncologie

Oncologie

Oncologie

Autologe Bloeddonatie (ABD)

XXXXXXXXXX

Autologe Bloeddonatie (ABD)

Autologe Bloeddonatie (ABD)

XXXXXXXXXX

Orthopedie

Orthopedie

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

Anemie bij prematuren

XXXXXXXXXX

1 CHMP positieve opinie op 18 oktober 2007. Nog niet geregistreerd.

Page 22: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Farmacovigilantie

Page 23: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Farmacovigilantie is uitdaging Vigilanten weten wat ze nodig hebben,

maar dokters en patiënten weten dat vaak niet.

Biosimilars zonder brand name maken het lastiger (Epoetin alfa …..Hexal)

De kleine lettertjes: α, β, ω, of ζ? In 2008 al 8 EPOs op de markt! Gaat apotheker aandringen op unieke

naam op recept?

Page 24: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Patiënten eenvoudig te volgen? Output Eudravigilance is niet beter dan de

input AE rapporten vaak incompleet (bijv. lot

number, iv of sc gedoseerd?) In NL geen indicatie op recept Niet iedereen bij zelfde apotheek Het kostte de originators jaren om de

PCRA casus te ontleden. Les: traceren kan in NL altijd, maar is daar

de tijd voor?

Page 25: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Waarom samen? Als bijwerking niet traceerbaar: verdenking van

class effect waardoor originators ook terughoudend gebruikt worden

Gevolg is schade voor de patiënt en industrie.

Onbeheerste introductie brengt zowel veiligheid als kostenbesparing in gevaar

Uitdaging is om samen de weg te verkennen.

Page 26: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Conclusies en aanbevelingen

Page 27: Jointly shaping the future of biosimilars Martin van der Graaff.

Conclusies

Inspanning nodig om verwarring te voorkomen

Er moet een goede (medische) reden zijn voor switch

Off-label liefst vermijden Farmacovigilantie is kwestie van

gezamenlijk belang en dus van gezamenlijke aanpak.

Communicatie naar het veld loont