Jg. 18/2 Milieu & Natuur

16
Jaargang 18, nr. 2 - 2016 Slimme en plezante ideeën rond duurzaam consumeren

description

Driemaandelijks tijdschrift over het provinciale milieu- en natuurbeleid Headlines: * Concrete voorbeelden rond duurzaam consumeren * Wat je altijd al wilde weten over teken * Agenda

Transcript of Jg. 18/2 Milieu & Natuur

Jaargang 18, nr. 2 - 2016

› Slimme en plezante ideeën rond duurzaam consumeren

Woord vooraf

Duurzame consumptie Concrete voorbeelden rond duurzame consumptie is het centrale thema waarrond dit nummer is opgebouwd. In Limburg zie je fantastische initiatieven rond duurzaam consumeren ontstaan en vorm krijgen.

Ook het provinciebestuur zet hier actief en op verschillende manieren op in. Binnen de provinciale werking staan interne milieuzorg en maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal. Provinciale initiatieven zoals evenementen en campagnes moeten een duurzaamheidstoets doorstaan. Verder hebben verschillende provinciale diensten projecten of een samenwerking met partners. ‘Stroomlijners’ geeft bijvoorbeeld tips om slim om te gaan met huishoudelijke toestellen. De Duwolimplus-lening begeleidt Limburgers in de duurzame renovatie van hun woning. Bij Mobidesk Limburg kunnen werkgevers, werknemers en werkzoekenden terecht voor gratis mobiliteitsadvies. Enzovoort. In dit nummer kijken we met een duurzaamheidsbril naar de keuken, outfit en inboedel. We leren delen en maken kennis met een alternatieve munt via het initiatief Uitmuntend Limburg. De dienst Milieu en Natuur speelt hier op in door projecten te ondersteunen via de subsidiereglementen voor kleine duurzame projecten en voor initiatieven die hergebruik van producten stimuleren. Ook de dienst Landbouw en Platteland trekt de kaart van de korte keteninitiatieven met brochures, het organiseren van studiedagen en promotionele campagnes voor hoeve- en streekproducten en gerichte hefboomprojecten.

Beste lezer,

Wil je originele en tegelijk duurzame ideetjes opdoen om je outfit te verfraaien, je menu klaar te maken met producten van dichtbij huis, je nieuw reisboek aan te schaffen … lees dan zeker dit nummer van Milieu en Natuur rond duurzame consumptie. Een bewustere kijk op kopen, is verre van saai en belerend en kan nog goed zijn voor je portemonnee ook. Ideaal dus voor de soldenjacht van start gaat!

De korte keten krijgt vanzelfsprekend veel aandacht. Het kwaliteitslabel ‘Kortweg Natuur’ bijvoorbeeld, kort niet alleen de productieketen van voedingsproducten in, het stimuleert ook de lokale economie en verhoogt de biodiversiteit in het Haspengouws landschap. ‘Puur Natuur’ en ‘Hartenboer’ geven lokale producenten dan weer een platform om hun seizoensgebonden producten op een grotere schaal te vermarkten. De klant betaalt een eerlijke prijs en kent de herkomst van het product. Puur Limburg en Hartenboer slaan tevens een brug tussen duurzaamheid en sociale tewerkstelling. Wil je meer zijn dan een klant en deelnemen aan de voedselproductie dan is ‘community supported agriculture (CSA)’ misschien iets voor jou. Voor een vast bedrag per jaar krijg je een deel van de oogst. Je beslist ook mee over de bedrijfsvoering. De CSA-boerderij is verder een echte ontmoetingsplaats.

Sociale contacten zijn eveneens een belangrijk gegeven binnen de organisatie van repaircafés en ruilbeurzen. En binnenkort brengt sociaal en duurzaam engagement ook ‘iets op’ via het opzet van ‘Uitmuntend Limburg’. Je acties leveren namelijk punten op waarmee je dan duurzame aankopen kan doen.

Tot slot iets heel anders: teken. Na een zachte winter horen we dat veel mensen weer last hebben van teken. Daarom verwijs ik graag naar het artikel met meer basisinformatie over teken.

Ik wens jullie veel leesplezier en een heel mooie zomer.

2 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Ludwig Vandenhovegedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

© De Wroeter

3 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

In Haspengouw vind je tegenwoordig landschapsbouwers in plaats van landbou-wers. Het zijn landbouwers die een extra inspanning doen om de natuur terug een kans te geven. Het kwaliteitslabel ‘Kortweg Natuur’ geeft de landschapsbouwers een duwtje in de rug. Het doel is de productieketen in te korten, de lokale econo-mie te stimuleren en de biodiversiteit in het landschap te verhogen. Op natuurvlak krijgt vooral de tanende akkervogelpopulatie extra aandacht.

Landbouw en natuur in Haspengouw

© RLH

4 Milieu & Natuur 18/2 - 20164 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Haspengouw heeft vooral een uniek cultuurlandschap en weinig grote, aaneengesloten natuurgebieden. Door de eeuwenlange band tussen landbouw en biodiversiteit ontstond in akkergebieden, hooilanden en boomgaarden wel een bijzondere natuur. De modernisering van de landbouw veranderde het landschap echter drastisch. Het oogsten ging dan wel een stuk effi ciënter en de velden werden groter, maar er bleven minder randjes en kantjes over voor de natuur. De banden tussen landbouw, natuur en landschap gingen zo voor een groot stuk verloren en typische soorten van het open landschap, zoals grauwe gors en veldleeuwerik, kregen het erg moeilijk.

Op weg naar een meer duurzame manier van voedselproduceren en consumeren

Dorpermolen in Stevoort maalt voor Kortweg Natuur

De Dorpermolen in Stevoort dateert van 1775. Na jaren van restauraties in samenwerking met Molenzorg Zuid-Limburg is de graanmolen met de molenaarswoning terug helemaal tot leven gekomen. De voorbije jaren kreeg de molen zowel een biocertifi caat als een goedkeuring van het federaal agentschap voor de voedselveiligheid, het FAVV.

Bij het malen van graan komt heel wat kijken en daarom is het belangrijk dat er op een voedselveilige manier wordt gewerkt. Het FAVV ziet toe op de traceerbaarheid van het maalgoed en een eerste kwaliteitscontrole, maar ook op het zuiver houden van de molen en het netjes verpakken en etiketteren.

De Dorpermolen kreeg groen licht van het FAVV om voedingsmiddelen te produceren, te verwerken en in de handel te brengen. Heel bijzonder is dat ze de toelating geven aan een vrijwillige molenaarsvereniging, Molenzorg Zuid-Limburg. De vereniging engageert zich om binnen het project Kortweg Natuur jaarlijks 15 000 kg te malen voor De Wroeter (brood en meel) en Distillerie ’t Stookkot in Stevoort.

Granen voor brood en natuur

De start van het kwaliteitslabel ‘Kortweg Natuur’ was graan dat lokaal geteeld en verwerkt wordt tot meel of ambachtelijk brood, het b.akkersbrood. Lokale landbouwers telen graan, een lokale molen maalt het tot meel en via lokale afzetkanalen vertrekt het meel naar de klant of de bakker. Verre transporten komen er niet meer aan te pas.

Ook de natuur pikt een graantje mee. Dat is de slogan van Kortweg Natuur, maar dat mag je heel letterlijk nemen. Minstens 10% van de totale graanoogst blijft immers op de akkers staan voor de akkernatuur in de winter. Op momenten dat de velden kaal zijn, zorgen die stroken voor een veilige haven en bron van voedsel voor heel wat diersoorten. Naast tal van akkervogels genieten ook typische akkerplanten mee, zoals korenbloem en klaproos. Het meel van Kortweg Natuur gaat nog een stapje verder. Het wordt biologisch geteeld, wat wil zeggen dat er in het proces geen gebruik gemaakt wordt van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen of gentechnologie.

Kortweg Natuur is niet gestopt bij enkel meel. Nieuwe producten zijn bier, echte Hasseltse jenever en het biesonder appelsapje, van de boomgaard rond Alden Biesen. Van de opbrengst van die producten gaat ook een deeltje naar de Haspengouwse natuur. Zo ontving de vereniging de Grauwe Gors onlangs een cheque van 1000 euro om te investeren in akkernatuur.

Een verhaal met een fl inke staart

Kortweg Natuur gaat ook over mensen samenbrengen. Dat werkt stimulerend en zorgt voor meer partners. Zo kreeg de Dorpermolen in Stevoort een plaats in de korte keten.

Meer info: - Van akker tot bakker: https://www.youtube.com/watch?v=z1FZcWxmmBo- Help de natuur een s(t)apje verder: https://www.youtube.com/watch?v=_U8JQbpXbgE

© RLH

5 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Landbouw in samenwerking met de natuur

© T. Dehaen

Jos De Clercq is Hartenboer en al jaren één van de drijvende krachten achter Kortweg Natuur. Ook op zijn eigen boerderij, de Natlandhoeve, probeert hij landbouw en natuur zoveel mogelijk met elkaar te laten samengaan.

“Mijn ouders hadden een melkveebedrijf. Naast een goede dosis gezond boerenverstand en de goesting om hard te werken, kreeg ik er ook een passie voor koeien door”, vertelt Jos. “Begin jaren 90 las ik het boek ‘100 jaar boeren’ en het was voor mij een echte eye-opener. Eén van de grote problemen van de landbouw wordt er benoemd: we hebben de handel uit handen gegeven. Toen ik in 1995 zelf startte met een zaak, besefte ik heel goed dat ik twee pijlers nooit uit het oog mocht verliezen: landbouw integreren in de natuur enerzijds en mijn eigen afzet in handen houden en de afgewerkte producten zelf vermarkten anderzijds. Sterke limousinrunderen werden de basis van mijn bedrijf: ze kunnen perfect leven van de ruwe gewassen en kruiden in natuurgebieden en leveren tegelijkertijd vlees van uitzonderlijke kwaliteit.”

“Toen mijn bedrijf uitbreidde, zat ik echter met een gewetensprobleem. Een aantal percelen was geschikt om als akker te worden gebruikt, maar daar zou ik dan gras op zetten om mijn koeien eten te geven. Ik wilde niet inboeten op het principe volledig zelfvoorzienend te zijn en had dus ook graan nodig om de sterk groeiende stieren niet alleen gras te moeten geven. Ik bouwde een teeltrotatie uit met grasklaver, gerst, haver en tarwe. Maar ik besefte dat dit voor mij geen landbouw was: enkel eten produceren voor de dieren. Ik wilde ook eten produceren voor de mensen.”

“Op dat moment was Kortweg Natuur zover dat het b.akkersbrood gelanceerd was. Het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren stelde voor om een biologisch broertje voor Kortweg Natuur te maken en bij gebrek aan biologische bakkers, zijn we biologisch meel

gaan verkopen. Alle initiatieven op elkaar laten aansluiten, producten en proces voortdurend aanscherpen zijn een interessante oefening. De structuur van het biomeel, de bakkwaliteit van het meel, de juiste prijsvorming … zijn allemaal aandachtspunten.”

“In de nabije toekomst zien we uitdagingen opduiken. Misschien zal de schaalvergroting zorgen voor nieuwe bedrijfsstructuren. Een beetje verlegen, maar toch al luidop, denken we na over ‘iets wat een coöperatie zou kunnen worden’. De Natlandhoeve is sinds een paar jaar gekoppeld aan het biologisch groentebedrijf De Nieuwe Winning van Koen Meuwis. De akkerbouw doen we samen en dat geeft een prachtig totaalconcept. De runderen eten zomer en winter gras of hooi uit natuurgebied. Het mest van de runderen gebruiken we op de akkers, waar we tarwe, spelt, aardappelen en groenten telen. Zo krijgen we een gesloten kringloop met uiteindelijk hoogwaardig, kwalitatief voedsel voor mensen. Dat is een voorbeeld van agro-ecologie, dat steeds meer gezien wordt als de enige manier om de voedselvoorziening voor de mens in de toekomst te garanderen.”

6 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

© De Wroeter

Lokale producenten een platform geven om hun seizoensgebonden pro-ducten op een grotere schaal aan de man te brengen. Dat is de gemeen-schappelijke factor van Hartenboer en Puur Limburg. Wat maakt deze initiatieven dan zo duurzaam?

“In de eerste plaats de transparantie: de klant weet wie het product heeft geteeld of gemaakt en je betaalt een eerlijke prijs. Zo bied je de produ-cent een perspectief voor de toekomst”, zegt Sander Dragt van maatwerk-bedrijf De Wroeter in Kortessem.

Hartenboer is het initiatief waarbij twaalf primaire producenten gezamenlijk hun producten aanbieden aan de Limburgse voedselteams. Leden van de voedselteams bestellen wekelijks online hun groenten, fruit, brood, zuivel- en vleesproducten. Eén keer per week wordt hun bestelling zonder verpakkingen in een afhaalpunt dichtbij hun woonplaats geleverd. Dat is interessant voor de klanten, want zij bundelen hun aankoopkracht. Je weet waar je geld naartoe gaat, kan op bezoek gaan bij de boer en weet dat je niet bedonderd wordt. Maar het is ook interessant voor de boer, want zij hoeven minder tijd en energie te steken in de individuele verkoop en krijgen een eerlijke vergoeding.

Puur Limburg is een overkoepelend merk en een distributieplatform voor zo’n 35 lokale, Limburgse producenten die hun ambachtelijke producten in eigen streek te koop aanbieden. Dat gaat via een online winkel, maar ook via Limburgse supermarkten. “Op die manier bereik je een heel ander publiek dan via de Voedselteams. Puur Limburg zorgt ervoor dat je ook lokale, duurzame producten kan kopen in je vertrouwde supermarkt. Het project kent een gestage groei sinds de start in 2011: we zien nu een jaarlijkse groei van 15 tot 20%.”

Zowel Hartenboer als Puur Limburg zijn initiatieven van De Wroeter in Kortessem, waar duurzaamheid samengaat met sociale tewerkstelling. Zij bieden mensen een job aan in horeca, tuin, groen, verkoop. “We kweken onze eigen bioproducten in volle grond, in en rond een niet-verwarmde serre in de buurt van Hasselt. Die verkopen we op markten, in de boerderijkwinkel, maar ook via Hartenboer. De collega’s van het Dagcentrum De Wroeter staan in voor bakkerij, catering, maar bijvoorbeeld ook voor het maken van confi tuur. Als je tegenwoordig in Koe-vert, de taverne in domein Kiewit iets gaat drinken of eten, krijg je grotendeels Limburgse kost geserveerd. Dat is een heel aangename manier om een nieuw publiek te bereiken, helemaal anders dan het opgeheven vingertje waarmee biologische en duurzame producten lang gepaard gingen. We bieden daar een kwalitatief en fatsoenlijk product aan, met als achterliggend effect dat de kleinschalige landbouw met zorg voor milieu en natuur er wel bij vaart. Ook de

Pastorie in Gors en Greenville werken op die manier. Of de Fietsbar in Hasselt, waar twee jonge gasten met een heel eigen concept startten: een bar waar je zowel je fi ets kan laten herstellen en tegelijk een lekker, biologisch en lokaal ontbijt of lunch kan nuttigen.”

Een initiatief dat het ook erg goed doet, is de zelfoogsttuin in Hasselt. “140 gezinnen betalen een vast bedrag per jaar. Elke week krijgen ze een mail met hun oogstaandeel. In de tuin hangt er een groen vlaggetje bij de zone waar ze mogen oogsten en een rood waar het nog niet mag. Die zelfoogsttuinen doen het super in stedelijke gebieden. Stedelingen en vaak ook oma’s en opa’s met hun kleinkinderen vinden het heerlijk om hun eigen groenten te gaan oogsten, met hun hoofd in de wind te zijn, met hun handen in de aarde te wroeten.”

“Biologisch, lokaal en seizoensgebonden eten is niet het enige antwoord op de uitdagingen waarmee onze samenleving geconfronteerd wordt, maar het doet wel al een heel pak. In

Eten mettoekomstperspectief

7 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

© De Wroeter

Eten met

vergelijking met Duitsland staan we in België qua aandeel biologische landbouw nog nergens, maar we voelen wel de kentering. Een langzame groei is niet erg als het zich verankert in de maatschappij en deel gaat uitmaken van onze dagelijkse boodschappen.”

“Duurzame voeding betekent voor ons ook perspectieven op een duurzame toekomst voor onze werknemers en boeren. Bedrijven zijn enkel in staat om goede producten te maken als ze een eerlijke prijs krijgen, zodat ze ook kunnen investeren in de toekomst. Hoeveel gangbare boeren zie je momenteel niet leven, maar nauwelijks overleven? Ook onze werknemers, die vaak in een kwetsbare situatie zitten, willen we op langere termijn perspectieven bieden. Want we merken ook daar een tendens: hoe minder aan armoedebestrijding gedaan wordt, hoe harder wij dat hier voelen.”

Duurzame consumptie stimuleren doe je ook door constant te blijven vernieuwen. “Vorig jaar lanceerden we voor de feestdagen

‘Limburg eet meer’: een box met lokale ingrediënten en menukaarten met suggesties om de ingrediënten klaar te maken. Dat was een samenwerking met het provinciebestuur en de Hotelschool in Hasselt. Voorafgaand aan het project gingen we met leerlingen naar een aantal deelnemende boeren. Dat bleek een erg nuttige uitstap, want zelfs leerlingen uit zo’n specifi eke opleiding als de hotelschool weten vaak niet waar hun ingrediënten vandaan komen. Ook in de tweede stap waren die leerlingen belangrijk, want ze hebben dan een menu gekookt met lokale ingrediënten en dat aan ambassadeurs uit de media en de korte keten aangeboden. Daarna gingen de boxen naar de klanten en het project was zo succesvol, dat we het dit jaar herhalen.”

“Al deze projecten tonen aan dat je veel mensen kan overtuigen duurzaam te consumeren als je het hen gemakkelijk maakt en er een gezellige omgeving rond kan creëren.”

toekomstperspectief

8 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Win-win

Consumenten worden bij een CSA-boerderij eigenlijk deelnemers. Ze stappen uit hun rol van ‘klant’ die enkel op zoek gaat naar de laagste prijs voor een product. In feite

CSA: betrokken bij je groenten van zaad tot bord

© Het Vrije Veld

Ontmoetingsplaats

Naast het telen van groenten wilt de CSA-boerderij ook een ontmoetingsplaats zijn. Via workshops, meewerkdagen, samenwerking met plaatselijke scholen … komen zowel de deelnemers als andere geïnteresseerden opnieuw in verbinding met natuur en landbouw. Maar de boerderij kan zo ook een voorbeeld zijn voor ecologische, duurzame en sociale alternatieven, waar lokale zelfvoorziening en het respect voor de natuur centraal staan.

De grond van de zaak

Het succes van de CSA-boerderijen maakt dat uitbreiding aan de orde is. En daar zou het schoentje kunnen wringen, want grond kost geld. Maar ook op dat vlak kan de consument een duit in het zakje doen. Eind 2014 richtte een netwerk van middenveldorganisaties de coöperatie van De Landgenoten op. Zij willen boeren en consumenten laten samenwerken aan een betere toegang tot landbouwgrond voor de boeren. Door middelen samen te brengen, via aandelen, schenkingen en legaten, kunnen ze grond aankopen die generaties lang kan beheerd worden als biologische landbouwgrond.

Meer info:www.hetvrijeveld.bewww.csa-netwerk.bewww.wervel.bewww.delandgenoten.bewww.bioforum.be

Het Vrije Veld

Een mooi voorbeeld van een Limburgse CSA-boerderij is Het Vrije Veld van Souliman en Lore in Zutendaal. Sinds 2010 voorzien ze Limburgse gezinnen tussen mei en december wekelijks van groente- en kruidenpakketten. De drie pijlers van hun CSA-boerderij zijn biologische landbouw, lokale en seizoensgebonden producten en de ontmoetingsfunctie tussen deelnemers onderling, maar ook voor andere partijen, zoals scholen uit de buurt.

De dienst Landbouw en Platteland van de provincie Limburg stelde samen met het Vlaams Agrarisch Centrum (VAC) een digitale gids samen waarin alle administratieve verplichtingen voor het oprichten van een CSA-bedrijf overzichtelijk gebundeld staan. Deze gids vind je via: http://www.limburg.be/producten#45043

Community Supported Agriculture, kortweg CSA, betekent vrij ver-taald dat een groep consumenten de opbrengst van een boerderij deelt. De consumenten betalen een vast bedrag per jaar en krijgen daarvoor hun deel van de oogst rechtstreeks van bij de boer. De boer verhoogt de betrokkenheid bij het productieproces door activiteiten op en rond het veld.

betalen ze zelfs niet voor groenten en fruit, maar ze nemen deel aan de kosten van het telen, waarbij het loon van de boer is inbegrepen. Ze engageren zich voor een heel seizoen, betalen meestal vooraf en dragen op die manier eigenlijk ook mee het risico dat vaak alleen door de boer gedragen wordt. Maar het is een mes dat langs twee kanten snijdt, want ook van meeropbrengsten mogen ze mee profi teren. Het principe komt tegemoet aan de groeiende behoefte van de consument om meer te weten over het voedsel op het bord.Ook voor de boeren is CSA een goede zaak. Zij krijgen betere prijzen, een inkomenszekerheid en ze worden voor een stukje verlost van de marketinglast.

Openheid

De CSA-boer biedt zijn deelnemers openheid over zijn bedrijfsvoering. Er is inspraak over het assortiment, de boekhouding … Het project wordt op die manier gemeenschappelijk gedragen. Dit maakt het voor plaatselijke kleine tot middelgrote ecologische landbouwbedrijven mogelijk om op een duurzame manier te blijven bestaan. Het biedt ook kansen voor het versterken van het consumentenvertrouwen in landbouw en voedselproductie.

9 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

CSA: betrokken bij je groenten van zaad tot bord

© E. Verwaest

Over delen, herstellen, ruilen en sparen

10 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

“Als je ziet wat we allemaal weggooi-en, vraag je je af waar we mee bezig zijn”, zegt Ann Hollosi van de vzw Mosa in Maaseik. Maandelijks organiseert ze een Repair Café, twee keer per jaar een kledingruil in het zaaltje dat de vzw uitbaat. Ann ziet tijdens haar ac-tiviteiten dat duurzaam consumeren en sociale contacten onderhouden hand in hand gaan.

Zaal Mosa kent een lange traditie van mensen samenbrengen. Oorspronkelijk was het een politiek gekleurd zaaltje naast de Voorzorg. “Van de verzuiling zie je hier niet veel meer”, vertelt Ann. “Mensen shoppen op dat vlak meer dan ooit. Als er iets interessants voor hen tussen de activiteiten zit, heb je ze mee. Wij hebben hier dan ook niet echt een vast doelpubliek: iedereen is welkom! Vroeger organiseerden wij activiteiten voor mensen die het fi nancieel moeilijk hadden. Nu zien we dat armoede niet altijd fi nancieel is en dat sociale armoede vaak nog meer verdoken is. Daarom is de sociale mix die we hier zien zo mooi.”

Sinds vorig jaar kan je elke derde zaterdag van de maand naar het Repair Café met spullen die het niet meer doen. “Dat mag je gerust ruim interpreteren”, zegt Ann. “We gaan aan de slag met kleding, meubels, elektrische apparaten, speelgoed,

fi etsen enzovoort. Belangrijk is wel dat we samenwerken om de spullen een nieuw leven te gunnen. We willen geen concurrenten zijn van kleine zelfstandigen die hun brood verdienen met reparaties van elektrische apparaten of naaisters die retouches doen aan kleding. De ontmoetingsfunctie en inspiratie kunnen opdoen, is voor ons zeker zo belangrijk. En we willen werken aan een mentaliteitswijziging. Nu volgen veel mensen de redenering: kapot? Dan gooien we het weg. Wij willen dat mensen denken: kapot? Dan herstellen we het!”

“Dat is ook zo bij kleding: we kopen met z’n allen massaal veel kleding die we na een paar keer dragen weer afdanken. Vaak vreten die kledingstukken eerst een tijd stof in de kast of op de zolder, waarna we ze in een kledingcontainer smijten. Tijdens de kledingruil willen we hiervoor een waardig alternatief bieden: je geeft je kleding een tweede of derde leven en neemt zelf een andere outfi t mee naar huis. Concreet werken we hiervoor met ruilkaarten. Bij het binnenbrengen, controleren wij alle kledij op kwaliteit, want het mag geen voddenruil worden. Voor elk T-shirt krijgt de deelnemer één punt op de ruilkaart, voor een rok of broek twee punten en voor een jas drie. Met die ruilkaart kunnen ze dan op de beurs andere spullen aanschaffen. Wat er overblijft na de ruilbeurs, gaat naar de kringwinkel.”

Repair Café

elke derde zaterdag van de maandvan 14 tot 17 uurKosten: een vrijwillige bijdrage

“Kapot? Dan maken we het!”

“Met de ruilbeurzen trekken we een divers publiek aan. Je ziet ook heel wat milieubewuste, jonge mensen. Mijn dochter van 18 bijvoorbeeld koopt nooit kleding in een gewone winkel, maar altijd via tweedehandswinkels of ruilbeurzen. Je kan je niet voorstellen hoeveel geld zij uitspaart ten opzichte van leeftijdsgenoten die vinden dat ze quasi wekelijks nieuwe kleding moeten kopen. Om nog maar te zwijgen van de herkomst van die goedkope kledij in grote ketens. Via ruilbeurzen kom je voor een prikje aan degelijke kledij. Maar het zijn niet alleen jongeren: we merken dat een groeiende groep mensen bewust gaat consumeren. Het wordt niet meer als vies beschouwd om tweedehandskleren te dragen. Maar in de marge van zo’n kledingruil komen ook hartverwarmende verhalen naar boven. Zo hadden we vorige keer een mevrouw die zakken vol goede kleren binnenbracht. Ze wilde haar kleren ruilen voor kleren van een andere maat, opdat ze een meisje in haar straat die het niet zo breed heeft, zou kunnen helpen. Da’s toch fantastisch!”

“In de marge van de kledingruil zijn we ook gestart met een boekenruil. Die is volledig gratis: je geeft een boek en kiest uit het aanbod ook weer eentje om mee naar huis te nemen. Dat doen we samen met de mensen van Oxfam hier in Maaseik, want zij bieden dat ruilprincipe ook aan in hun winkel.”

Kledingruil

één keer in april en één keer in oktober/ novemberzaterdagnamiddag van 14 tot 18 uurKosten: 2 euroLocatie: Zaal Mosa, Eikerstraat 42, 3680 MaaseikMeer informatie: [email protected] - 0472 13 25 62

© vzw Mosa

© vzw Mosa

11 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Scholen leren hoe duurzaam delen is

Delen is hip. Allerlei initiatieven rond het ‘delen’ van materialen, kennis of diensten schieten als paddenstoelen uit de grond. Ook het Vlaamse basison-derwijs doet mee. Tien pilootscholen in Vlaanderen en Brussel, waaronder twee Limburgse basisscholen, startten afge-lopen schooljaar alvast met het project ‘Ik deel’ op school.

‘Delen’ in de klas of school gaat over het gedeelde gebruik van materialen, kennis en vaardigheden tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Voorbeelden zijn het werken met leespeters en -meters, het organiseren van een ruilbeurs of rommelmarkt, knutsel- en herstelateliers, een fietsbeurs en een weggeefkast. Het project ‘Ik Deel’ (www.ikdeel.be) van Ecolife, Broederlijk Delen, Studio Globo en MOS speelt hier op in. Leerlingen en leerkrachten werken rond de sociale en ecologische meerwaarde van delen in de leefwereld van kinderen. Ze focussen ook op de ongelijke verdeling van grondstoffen en materialen tussen Noord en Zuid. Tien Vlaamse en Brusselse pilootscholen namen dit schooljaar deel aan het project, waaronder twee Limburgse basisscholen: De Reinpad (Genk) en De Springplank (Eversel, Heusden-Zolder).

De Reinpad

Elk jaar organiseert basisschool De Reinpad in Genk een familiedag. Al twee schooljaren gaf de school het thema duurzame consumptie een belangrijke plaats tijdens dat evenement. Tijdens de familiedag afgelopen 6 maart deelden leerlingen en hun ouders er lustig op los. De school toonde verschillende acties die ze in het kader van het ‘Ik deel’-

project hadden voorbereid, aan de ouders van de leerlingen. Tijdens de familiedag brachten kinderen fruit van thuis mee en dat verwerkten ze tot lekkere fruitstokjes. Een laagje gesmolten chocolade van meegebrachte repen toverde het fruit om tot snoepjes voor lekkerbekken. De school deelde dit lekkers met alle aanwezigen, gratis! En van de overschotjes maakten ze chocolademelk. Maar ook aan de theeliefhebbers hadden ze gedacht. In de school kweken de leerlingen namelijk samen kruiden. Tijdens de familiedag kon iedereen die van thee houdt, zijn kruiden kopen voor een lekker kopje thee. Tot slot knutselden de leerlingen ook nog met afgedankte kleding. Die kregen een nieuw leven als droomkussen.

De Springplank Basisschool De Springplank focuste op drie thema’s: duurzaam feesten, kledij en voeding. Op het einde van het eerste trimester hebben de MOS-werkgroep en de leerlingenraad samen een duurzaam kerstfeest georganiseerd. Leerlingen en leerkrachten maakten zelf gebakjes en water met een smaakje. Alles werd van thuis meegebracht en kosteloos gedeeld met iedereen. Het project zorgde voor meer betrokkenheid bij de leerlingen. Tijdens het tweede trimester verzamelden de leerlingen tweedehandskledij, die ze sorteerden, pimpten of hermaakten. De kledij werd getoond op het schoolfeest, dat hapjes en drankjes serveerde uit de school- en thuistuintjes. Ook tijdens de voorleesweek was er aandacht voor duurzaamheid. Kinderen brachten een boek van thuis mee om te verkopen voor een democratisch prijsje. De opbrengst ging naar een goed doel. Via de MOS-blog hield de school de ouders op de hoogte over de leuke acties, toffe foto’s of ideeën.

Meer info: www.ikdeel.be

12 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

De VZW Uitmuntend Limburg is in mei 2016 opge-richt om de activiteiten van de e-portemonnee over te nemen en uit te breiden. Het wordt een Limburgs waarderingssysteem dat mensen, organisaties, bedrijven en overheden verbindt en activeert rond drie grote thema’s: duurzaamheid, gemeenschaps-zin en lokale producten. Een interview met Wim Van De Putte, de kersverse coördinator.

Een Limburgs waarderingssysteem, wat is dat precies?

Wim Van De Putte: Limburgers worden uitgenodigd om zich in te zetten voor duurzame en sociale doelen en zo nog meer gemeenschapszin te tonen. Wanneer ze participeren, kunnen ze punten krijgen, die ze dan aan duurzame producten of sociale activiteiten kunnen besteden. Iedereen wordt er dus beter van. Gelijkaardige systemen bestaan al in het buitenland. In Japan hebben ze een munt ‘Fureai Kippu’ waarmee de mensen die zorgen voor hun oudere buren door de familieleden gewaardeerd worden. In het Londense Brixton kunnen inwoners de ‘Brixton Pound’ gebruiken om onder andere gemeentetaksen te betalen. Dichter bij huis in Gent zijn er de ‘Torekes’ die buurtbewoners stimuleren om hun wijk Rabot gezellig en proper te houden en de oogst van de wijktuintjes met elkaar te delen.Hoewel deze systemen mijlenver van elkaar verwijderd lijken, zijn ze op dezelfde leest geschoeid: mensen zorgen voor mensen en helpen zo elkaar en hun buurt vooruit. Sommige systemen hebben echte biljetten, maar wij hebben gekozen voor een digitale munt, vandaar de e-portemonnee. De punten worden heel eenvoudig via elektronische weg opgeslagen en de betaling verloopt zoals met een gewone betaalkaart, die nu ook door (bijna) iedereen gebruikt wordt.

Wat wil dit initiatief uiteindelijk bereiken?

Wim Van De Putte: Engagement en betrokkenheid worden tastbaar en zichtbaar gemaakt. Gemeenschapsmunten overtuigen mensen om op een zorgzame manier te leven en met elkaar om te gaan. Ze motiveren tot vrijwilligerswerk en versterken de sociale cohesie. Dit is waar wij bij Uitmuntend Limburg voor gaan. We hebben in de provincie Limburg al een uitzonderlijk wij-gevoel en dit initiatief moet dat nog versterken.

Wie zijn de initiatiefnemers van Uitmuntend Limburg?

Wim Van De Putte: Limburg.net wou de e-portemonnee uitbreiden. Dit puntensysteem ontstond meer dan negen jaar geleden en moest mensen stimuleren om meer afval te recycleren. De ideeën rond duurzaamheid en bewust burgerschap zijn de laatste jaren enorm geëvolueerd en ook de technologie staat niet stil. Vandaar dat de tijd rijp was voor vernieuwing. Er kwamen nieuwe partners om vorm te geven aan een bredere visie. De provincie kon niet ontbreken omdat dit systeem enkel duurzaam kan werken op provinciaal niveau. Samenlevingsopbouw RIMO Limburg behartigt de sociale component van de munt. De experts van Fairfin brengen know-how in over de complementaire munten die bestaan in heel Europa. Het Belang van Limburg tot slot is de onmisbare partner voor het communiceren met de Limburger. Met deze diversiteit aan partners bieden we op verschillende domeinen de nodige expertise en zichtbaarheid, waardoor dit initiatief een maximale kans op slagen krijgt.

Je sprak van een complementaire munt. Is dat dan geld?

Wim Van De Putte: Nee, eerder een puntenspaarsysteem met duurzame en sociale doelstellingen op provinciaal niveau. Gemeenten, bedrijven en organisaties kunnen deze punten aan mensen schenken als ze duurzame en sociale acties vervullen en zo de levenskwaliteit in lokale gemeenschappen verbeteren. Met die punten kunnen burgers dan kortingen krijgen bij diezelfde gemeenten, maar binnenkort ook aankopen doen bij winkels of producenten van duurzame lokale goederen. De gebruiker kan betalen met deze punten, vandaar dat we het een munt noemen.

Kan je enkele voorbeelden geven van duurzame en sociale acties?

Wim Van De Putte: Op dit moment kan je al punten verdienen door niet-gebruikte huisvuilzakken terug te geven. Elk gezin krijgt een aantal huisvuilzakken dat gebaseerd is op een ‘normaal’ gedrag. Limburgers die goed recycleren en composteren, zullen huisvuilzakken over hebben. Die gespaarde rol(len) kunnen worden omgezet in punten waarmee je lokale goederen of diensten kunt aankopen en betalen. In Genk loopt een ander initiatief. Daar kan je deelnemen aan zwerfvuilacties. Je claimt een stukje gebied en houdt dat proper. Elke volle zak zwerfvuil binnengebracht bij de gemeentelijke dienst levert onmiddellijk punten op de identiteitskaart op. In Zonhoven verdien je dan weer punten als je deelneemt aan de actie “Met belgerinkel naar de winkel”. In Leopoldsburg door het ondertekenen van het charter drinKraantjeswater.

Een munt die verbindt en stimuleert

13 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

En wat leveren die opgespaarde punten op?

Wim Van De Putte: Je kan er nu al bioscoop- of bustickets, spaarlampen of scharrelkippen mee kopen. Het team van Uitmuntend Limburg wil dit aanbod gevoelig uitbreiden en het voor de gebruikers letterlijk waardevoller maken. Natuurlijk zal je niet eender wat kunnen verkrijgen. De focus ligt op duurzaamheid, gemeenschapszin en lokale producten. Aardbeien kopen in de winter zit er dus niet in, aardbeien in de zomer en bij de lokale aardbeienboer wel.Op de bestaande site van de e-portemonnee, http://mijn.limburg.net/e-portemonnee, vind je wat je met gespaarde punten nog kunt doen. Deze site geeft ook aan hoe je je kan registeren en waar je je punten kan omruilen.

Gemeenschapsmunten overtuigen mensen om op een zorgzame manier te leven en met elkaar om te gaan.

Wat zijn de belangrijke uitdagingen voor de nieuwe vzw?

Wim Van De Putte: De bestaande IT-technologie moet omgevormd worden tot een modern en gebruiksvriendelijk instrument waar gemeenten en burgers punten kunnen opsparen en uitgeven voor mooie cadeaus. Dit zal zeker enkele maanden duren. Tegelijk gaan we bij alle Limburgse gemeenten langs om de nieuwe aanpak voor te stellen. Een 10-tal gemeenten zijn nu al actief met de e-portemonnee. De rest heeft de stap nog niet gezet. We willen hen met de mogelijkheden van de nieuwe aanpak laten kennismaken. Ook bedrijven en organisaties willen we mee in het ‘duurzame bad trekken’, want zij zijn heel belangrijke partners richting een meer sociale samenleving. Eenmaal voorgaande stappen afgewerkt, zullen we actief naar de burgers communiceren. De communicatie moet begrijpelijk en duidelijk zijn zodat het voor iedereen direct helder is hoe hij of zij actief kan bijdragen aan een Uitmuntend Limburg en er zelfs nog iets voor terugkrijgt. Op termijn willen we graag 10% van de Limburgers enthousiasmeren, motiveren, stimuleren en activeren.

© W. Steegmans

14 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Wat je altijd al wou weten over ‘teken’Een tekenbeet kan grote gevolgen hebben. Dat de kleine bloedzuiger de ziekte van Lyme kan verspreiden, is ondertussen gekend. Maar niet alle soorten teken zijn verlekkerd op mensen, niet alle teken zijn besmet, een besmette teek draagt niet noodzakelijk ziektes over en bij besmetting word je niet per se ziek. Er is dus geen reden tot paniek. Wel zijn alertheid en voorzorgen aan de orde.

Op de vraag of “teken het goed doen”, antwoordt onderzoekster Isra Deblauwe van de Eenheid Veterinaire Entomologie van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen genuanceerd: “Er is over het algemeen een lichte stijging in aantallen teken zichtbaar. In sommige jaren, zoals na mastjaren, is er een sterkere stijging, maar vervolgens zijn er dan soms weer veel minder.”

Dit artikel wil naast tips gefundeerde achtergrondinformatie geven. Teken zijn geen insecten. Ze zijn verwant aan mijten en spinnen. Kenmerkend zijn de acht poten, het ontbreken van vleugels en antennes, een kleine kop en opvallend achterlijf. Een volgezogen teek lijkt bijna bolvormig.

De teek is een parasietTeken ontwikkelen zich in vier stadia: ei, larve, nimf en adult (het volwassen mannetje of vrouwtje). Afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel kan het jaren duren voor een teek zich volledig ontwikkelt. De larve, nimf en het volwassen vrouwtje zuigen bloed van een gastheer. Teken kunnen twee of drie gastheren hebben, “tweegastherige” of “driegastherige” soorten. “Eengastherige” soorten verblijven heel hun leven op één gastheer of in het nest van die gastheer. Omdat teken niet kunnen springen of vliegen, klimmen ze in grassen en struiken. Ze gaan af op lichaamswarmte, koolstofdioxide, geluid, trillingen en geur. Komt een gastheer in de buurt, dan klampen ze zich vast en zoeken een geschikte plaats op het lichaam om gedurende enkele dagen bloed te zuigen. De beten worden niet opgemerkt omdat de teek een pijnverdovend middel inspuit op de plaats van de beet. Teken zijn er bij ons het hele jaar door. Vanaf 6° Celcius kunnen ze al actief worden.

Ziekten overgedragen door de schapenteekDe schapenteek (Ixodes ricinus) heeft een slechte reputatie omdat deze de ziekte van Lyme, anaplasmose en tekenencefalitis kan

veroorzaken. Een beet van een andere tekensoort komt bij ons zelden bij de mens voor. Een volgezogen vrouwelijke schapenteek lijkt wat op de vrucht van de wonderboom, Ricinus communis, vandaar de Latijnse naam. Schapenteken vind je vooral in bossen. Ze zijn een voorbeeld van een driegastherenteek. De larven verkiezen vooral kleine knaagdieren, zoals muizen. Nimfen prefereren dan weer kleine tot middelgrote dieren (vogel, eekhoorn, egel) en adulten de Europese ree en het everzwijn. Mensen en huisdieren zijn accidentele gastheren.De klimaatopwarming heeft de parasiet een fi kse duw in de rug gegeven. Warme winters verkorten de ontwikkelingscyclus van de teek van vijf tot drie jaar. Bovendien is het aantal gastheren toegenomen. De reeën en everzwijnen doen het goed. En van goede muizenjaren profi teren teken ook omdat muizen belangrijke gastheren zijn van de teeklarve.De teek verankert zich op het lichaam met een steeksnuit waarmee bloed opgezogen wordt. Meestal is die beet onschuldig en veroorzaakt hij enkel wat roodheid en jeuk. Maar de teek kan drager zijn van virussen of bacteriën die kunnen worden overgedragen. Belangrijk om weten is dat niet alle teken besmet zijn, een besmette teek niet noodzakelijk ziektes overdraagt en je bij besmetting niet per se ziek wordt.

Lyme en anaplasmoseDe ziekte van Lyme en anaplasmose zijn infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, respectievelijk Borrelia-genotypes (dit zijn bacteriën die op genetisch niveau licht van elkaar verschillen) en Anaplasma phagocytophilum. Deze ziekteverwekkende bacteriën komen in België voor.De symptomen van anaplasmose — hoge koorts en spier-, hoofd- en soms gewrichtspijn — lijken op die van griep en verschijnen vijf à vijftien dagen na de tekenbeet. Huiduitslag is er meestal niet.Die huiduitslag kan wel aanwezig zijn bij de ziekte van Lyme. Bij Lyme ontwikkelen die ziektebeelden zich langzaam en ze kunnen gevarieerd van aard zijn. De Borrelia-genotypes kunnen verschillende symptomen veroorzaken. Bij de ziekte van Lyme is het belangrijk om de eerste acht weken na de tekenbeet goed op te letten. In 8 van de 10 gevallen verschijnt bij ‘besmetting met ziekte’ huiduitslag in de vorm van een vlek of kring. Deze groeit langzaam en heeft een diameter van minstens 5 cm. Tegelijk kunnen koorts en spier- of gewrichtspijn optreden. Ook zonder de huidvlek kunnen die griepsymptomen zich binnen de acht weken voordoen. Het toedienen van een antibioticum zorgt ervoor dat de kans op een verdere ontwikkeling van de ziekte met een ontsteking van de zenuwen, gewrichten en het hersenvlies uitermate zeldzaam wordt. Er stelt zich wel een probleem wanneer er geen alarmbel rinkelt — noch de vlek of ring noch de griepsymptomen treden op — en de ziekte zich wel ontwikkelt. Maar ook dan kan nog gestart worden met de juiste antibioticakuur. Voor zowel de ziekte van

In deze rubriek gaan we in op een vraag die regelmatig gesteld wordt aan de provinciale dienst Milieu en Natuur.

De vraagbaak

15 Milieu & Natuur 18/2 - 2016

Lyme als anaplasmose geldt dat hoe langer de teek blijft zitten hoe groter het risico op besmetting wordt. Preventieve medicatie bestaat niet; een behandeling met antibiotica is wel mogelijk.

Een nieuwkomerHet fl avivirus kan op zijn beurt bij de mens leiden tot symptomen die lijken op die van de griep (koorts, spierpijn, hoofdpijn, misselijkheid) of tot erge complicaties als spierverlamming of ontsteking van de hersenvliezen of van het hersenweefsel (ook gekend als Frühsommer Meningo-Enzephalitis (FSME) of tick-borne encephalitis (TBE)). Het virus wordt meteen na het vastzetten van de teek doorgegeven. Hoewel antilichamen van dit virus al gedetecteerd zijn in het bloed van Belgische runderen en everzwijnen, is het virus voorlopig nog niet in België geregistreerd bij mensen, maar het rukt op. Voor toeristen in Centraal-Europa, Zweden, Denemarken en de Baltische staten is een mogelijke besmetting alvast een aandachtspunt. Voor tekenencefalitis bestaat geen behandeling. De ziekte kan wel voorkomen worden door vaccinatie.

Tekenbeten vermijden De bovenstaande informatie mag je niet tegenhouden om op pad te gaan. Je kan tekenbeten vermijden door op de paden te blijven en kledij te dragen die het lichaam helemaal bedekt. Ook bij warm weer zijn lange mouwen, broeken, kousen en laarzen aangewezen. Controleer je lichaam grondig na een tocht. Check zeker warme, vochtige plaatsen zoals de liezen, oksels, knieholten en gevoelige zones als oogleden, oren en schedel.

Tekenbeten aanpakkenBen je toch gebeten, verwijder de teek dan zo snel mogelijk met een aangepaste tekentang of pincet. Neem de kop vast en trek de teek langzaam recht naar boven uit de huid. Bij draaibewegingen kan de steeksnuit afbreken. Ontsmet de wonde en pincet of de tang grondig en was je handen. Verdoof of ontsmet de teek nooit met alcohol of andere middelen. Controleer de plaats van de tekenbeet regelmatig gedurende enkele weken en let hierbij op vlekken, ringen, griepsymptomen of een verdacht ziekteverschijnsel. Treden deze op, raadpleeg dan zo snel mogelijk je arts. Er kan een antibioticumbehandeling worden voorgeschreven. Voor tekenencefalitis kan je je (minstens) 1 maand op voorhand laten vaccineren.

Meer info:https://tekennet.wiv-isp.be/Om meer informatie te verzamelen over waar en wanneer teken actief zijn heeft het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid TekenNet gelanceerd. Op deze website kan je een tekenbeet melden en aangeven waar die beet is opgelopen en of daarna de ziekte van Lyme werd vastgesteld.

Activiteitenkalender

provincie Limburg, Universiteitslaan 1B-3500 HASSELT

Juli

10 Wandeling - Wilde kruiden; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

16 Wandeling - Op zoek naar de nachtzwaluw; samenkomst: 21.30 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected]. Geen honden.

17 Wandeling - Verhaaltjes en weetjes over de natuur; samenkomst: 14.00 uur;

Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg, Tessenderlo.

Info: 0477 61 47 09, [email protected].

17 Wandeling - Bos en heide; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

17 Wandeling (kinderen van 3 tot 7 jaar) - Kabouters; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren.

Info: www.limburgs-landschap.be, 011 53 02 51. Deelname: € 2,00, leden gratis.

24 Wandeling - Terril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

24 Wandeling - Vlinders; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef,

Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren.

Info: www.limburgs-landschap.be, 011 53 02 51. Deelname: € 2,00, leden gratis.

27 Activiteit - Kinderen met ouders en/of grootouders; samenkomst: 14.00 uur;

Herenhuis Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt.

Info: 011 24 60 23, [email protected].

31 Wandeling - Libellen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip,

Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

Augustus

6 Wandeling - Nachtvlinders; samenkomst: 20.30 uur;

Herenhuis Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt.

Info: 011 24 60 23. Zaklantaarn is handig.

7 Activiteit (kinderen van 7 tot 12 jaar) - Grote vlinderweekend;

samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: www.vlinderweekend.be, 011 45 01 91, [email protected].

Deelname: € 5,00.

7 Wandeling - Grote vlinderweekend; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De

Watersnip; Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: www.vlinderweekend.be, 011 45 01 91, [email protected].

7 Activiteit - Honing slingeren & bijenhotel bouwen; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren.

Info: www.limburgs-landschap.be, 011 53 02 51.

14 Wandeling - Bos en beekvallei; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De

Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

21 Wandeling - Heide; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe

Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, [email protected].

24 Activiteit - Kinderen met ouders en/of grootouders; samenkomst: 14.00 uur;

Herenhuis Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt.

Info: 011 24 60 23, [email protected].

27 Activiteit (kinderen van 7 tot 12 jaar) - Nacht van de Vleermuis;

samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected]. Deelname: € 5,00.

28 Wandeling - Stevig stappen op de terril; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum

De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

28 Wandeling - Heide; samenkomst: 14.00 uur; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg,

Tessenderlo.

Info: 0477 61 47 09, [email protected].

28 Wandeling - Heide; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef,

Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren.

Info: www.limburgs-landschap.be, 011 53 02 51. Deelname: € 2,00, leden gratis.

September

4 Wandeling - Koerselse bossen; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

4 Evenement - Landschap doe-dag, Park Rooierheide; samenkomst: 13.30 uur;

Rooierheidestraat 100, Diepenbeek.

Info: www.rlh.be, 011 31 38 98.

11 Activiteit - Begeleide boszoektocht voor het gezin; samenkomst: 14 uur;

Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden.

Info: 011 68 79 81. Stevige wandelschoenen en aangepaste kledij nodig.

18 Activiteit (kinderen van 7 tot 12 jaar) - Over paddenstoelen en kabouters;

samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2,

Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected]. Deelname: € 2,00.

21 Wandeling - Paddenstoelen leren herkennen; samenkomst: 14.00 uur;

Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel.

Info: 011 45 01 91, [email protected].

Colofon:Uitgave: de deputatie van de provincieraad van Limburg:

Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Frank Smeets, Ludwig Vandenhove,

Igor Philtjens, Erik Gerits, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden;

Renata Camps, provinciegriffi er

Hoofdredactie: Johan Van den Broek

Tekst: Barbara Creemers

Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens

Redactieraad: Patrick Boucneau, Jan Mampaey, Nadine Moens, Sonja Scheurs,

Daphne Tubée en Johan Van den Broek

Cover: De Wroeter

Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Vormgeving en drukwerk: print-id, Overpelt

Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur, Universiteitslaan 1,

3500 Hasselt, 011 23 83 38, [email protected], www.limburg.be

Oplage: 10 500 exemplaren

Papier: Kringloop Cyclus Offset 115 g

D/1999/5857/17

Natuur langs de Maas Tijdelijke tentoonstelling

De Grensmaas herbergt een schatkamer aan biodiversiteit. In natuurgebieden zoals

Negenoord-Kerkeweerd krijgt die alle kansen om zich te ontwikkelen.

Ontdek in de Wissen wat zo typisch is aan die Maasnatuur en bekijk de Maas daarna

buiten met een andere bril!

Een tentoonstelling van Limburgs Landschap vzw ism Maascentrum De Wissen,

Provinciaal Natuurcentrum, Ark Natuurontwikkeling.

Van 28 mei tot 31 oktober 2016 in Maascentrum De Wissen, Maaspark z/n,

Dilsen-Stokkem: alle dagen van 9.00-16.00 uur.