Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie ......Jeroen Zomer, beleidsadviseur...

29
DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie

Transcript of Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie ......Jeroen Zomer, beleidsadviseur...

DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLANDOVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie

Paleogeografie van Nederland

Tussen ca 10.000 en 4.000 v. Chr. verplaatst de kustlijn landinwaarts door de snelle zeespiegelstijging

Zeespiegel-stijging

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

5500 BC

Heden

Paleogeografie van Nederland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

5500 BC

Heden

3850 BC

Paleogeografie van Nederland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

Sedimentaanbodrivieren

Zeespiegel-stijging

Tussen ca 4.000 v. chr. en het jaar 0 verplaatste de kust zeewaarts als gevolg van geringere zeespiegelstijging en aanvoer van sediment.

Achter de strandwal en eventuele duinen ontstaat een veengebied.

5500 BC

Heden

3850 BC

2750 BC

Paleogeografie van Nederland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

5500 BC

Heden

3850 BC

2750 BC

1500 BC

Paleogeografie van Nederland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

5500 BC

Heden

3850 BC

2750 BC

1500 BC

100 AD

Paleogeografie van Nederland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

open waddenkust

gesloten strandwallen-en duinenkust

open estuarium-

kust

Sedimentaanbodrivieren

Zeespiegel-stijging

5500 BC

Heden

3850 BC

2750 BC

1500 BC

100 AD

Paleogeografische deelgebieden van Noord-Holland

Nieuwe tijd

Middeleeuwen

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Mesolithicum

Vos, P.C.. et al. (2012) Atlas van Nederland in het Holoceen

Pleistocene ‘Keileemeilanden’

en Stuwwallen

Holocene Strandwallen

en Jonge duinen

HoloceenVeengebied

Keileem- en stuwwalontginningen

Strandwalontginningen

Veenontginningen

Voormalige veenontginningen op zeeklei

Aandijkingen

Droogmakerijen

Bebouwde kom

Cultuurlandschappen van Noord-Holland

Keileemeilanden Texel en Wieringen

• Al bewoond in de prehistorie

• Afwijkende genese van andere waddeneilanden (bodem en geomorfologie)

• Eigen kleinschalig landschapstype, afwijkend ten opzichte van de omgeving

Keileemgebieden en Stuwwallen (kampen en enken)

Stuwwal van ‘t Gooi

• Al bewoning in de prehistorie (bovenop de stuwwal)

• Huidige esdorpenlandschap vergelijkbaar met stuwwallen elders in NL

• Sinds de Vroege Middeleeuwen:– nederzettingen onderaan de flank

– akkers op de vruchtbare helling

– groenlanden in de Eemvallei

– heidevelden bovenop de stuwwal

Keileemgebieden en Stuwwallen (kampen en enken)

• Strandwallen worden al vanaf de Late Steentijd bewoond

• Strandwallen in gebruik als akkerland (geest); percelering vaak dwars over de strandwal

• Groenlanden in de natte, lage en open strandvlakten

• Doorgaande wegen met boerderijlinten ten weerszijden; de binnen- en buitenweg

• Dorp (en kerk) op uiteinde van de geest (bijvoorbeeld Limmen)

Strandwal van Limmen-Heiloo (1850)

Strandwallen en Jonge duinen (geesten)

Jonge Duinen

• Strandwallen en oude duinen stuiven tussen ca. 1000 en 1900 AD sterk op

• Overdekken de westelijke strandwallen (veel overstoven nederzettingen en cultuurland)

• Kust erodeert en verplaatst zich 1-2 km naar het oosten

Strandwallen en Jonge duinen (geesten)

• Tussen ca. 850 en 1300 na Chr. ontgonnen voor agrarische gebruik

• De vroegste veenontginningen dichtbij reeds bewoonde locaties (oud land)

• Ontginning via de natuurlijke waterlopen (veenstroompjes, riviertjes en getijdegeulen) die fungeren als basis

• Vanuit de rivier worden sloten gegraven om het veen te ontwateren

• Ontginning in fasen; steeds dieper het veen in

Ontginningen omstreeks 800

Veenontginningen

• Veenkoepels (hoogveen) hebben soms een waaiervormig, concentrisch slotenpatroon, soms een rechthoekig of veervorming slotenpatroon

• Veenvlakten (laagveen) hebben vrijwel altijd een evenwijdig lopend slotenpatroon, loodrecht op de ontginningsbasis

Veenontginningen

Veerverkaveling polder Zeevang

Verkavelingspatronen

• Het oorspronkelijke veenreliëf is vaak af te lezen uit de verkaveling

Waaierverkaveling van voormalige hoogveenkoepel bij Nieuw-Loosdrecht

Top veenkoepel

Helling veenkoepel

Voet veenkoepel (ontginningsbasis)

De oorspronkelijke middeleeuwse veenverkaveling van het hoogveengebied ten westen van de middeleeuwse stad weerspiegelt zich nog altijd in het stratenpatroon van de wijk

Oud West in Amsterdam (centraal: de Kostverlorenvaart)

• Ontwatering van veen leidt tot inklinking aangezien 80 tot 90% van veen uit water bestaat

• Ontwatering van veen leidt tot oxidatie, oftewel omzetting in co2

• Zeer snelle bodemdaling van enkele meters per eeuw

• Veel landverlies langs de kust

Ontwatering en bodemdaling

• Als gevolg van oxidatie kwam in sommige gebieden de ondergrond weer boven te liggen; veenlandschap veranderde in een zand- of zeekleilandschap

• In West-Friesland kwam de oude zeeklei weer aan maaiveld te liggen

• Het voormalige veenpakket is nog af te lezen aan de:– verkaveling

– namen met -woud of –broek

– restvenen onder kerken en boerderijen

Veenontginningen: Oude zeekleigebied

• Akkerbouw werd in pure veengebieden steeds moeilijker

• Boeren gingen in 14e en 15e eeuw van gemengd bedrijf (akkerbouw en veeteelt) steeds meer over op veeteelt

• Veengebieden veranderden daardoor in uitgestrekte graslandgebieden (veenweide)

• Uiteindelijk werden de veenontginningen ook deels afgegraven voor de productie van brandstof (turf)

Agrarische transformatie

Eerst veenontginning daarna veenwinning

Polder Jisp (N-Holland): door het stelselmatig ophogen van percelen met slootbagger (toemaak) veranderde de verhouding land-water sterk

Turfwinning bij Amstelveen (18e eeuw)

• Delven van turf onder de waterspiegel; slagturven

• Baggerbeugel aan het begin van de 16e eeuw geïntroduceerd

• Oud Friese (petgaten en legakkers) vsGieterse methode (veenmeren)

Veenwinning: natte vervening

Petgaten, legakkers en plassen rond Loosdrecht anno 1900

• Vanaf de zestiende eeuw werd begonnen met het droogmalen van veelal door menselijk ingrijpen ontstane meren

• Eerste molenbemaling: Achtermeer, 36 ha (1532-1533)

• Eerste stoombemaling: Haarlemmermeer, 18.000 ha (1849-1852)

Droogmakerijen

• Grote delen van het verloren gegane veengebied in de Kop van Noord-Holland tussen de 16e en 20e eeuw ‘opnieuw’ aangedijkt

• Zijpepolder (1597), Wieringerwaard (1610), Paulownapolder (1846), Groetpolder (1847) en Wieringermeerpolder (1930)

Aandijkingen

Energielandschappen uit het verleden

Erfgoed in het heden

Landschapsdynamiek

Dynamisch landschap

?