Jean Klein - Ik ben

111

Transcript of Jean Klein - Ik ben

Page 1: Jean Klein - Ik ben
Page 2: Jean Klein - Ik ben

Ik Ben

Page 3: Jean Klein - Ik ben

Ik

Ben

Jean Klein

Samengesteld en geredigeerd door Emma Edwards

samsara

Page 4: Jean Klein - Ik ben

© Emma Edwards/Jean Klein Foundation Oorspronkelijke uitgave: Non-Dualicy Press Oorspronkelijke titel: I Am

© Nederlandse uitgave: Samsara uitgeverij bv 2014

Vertaling: Prema van Harte Omslagontwerp: Erik Thé: www.erikthedesign.com Lay-ouc: Studio 28, Hillegom

ISBN: 978-94-91411-19-9 I NUR 728

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke eoestemming van: Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341, 10 16 AZ Amsterdam www.samsarabooks.com

Voorwoord

Sommigen van u die dit boek lezen krijgen mis­

schien een zeker déjà vu-gevoel bij bepaalde pas­sages. Dat komt doordat een eerder werk, Neither This

Nor That I Am {Watkins 1981) volledig gereviseerd in

dit boek opgenomen is. Ik vond dat het eerdere werk herschreven moest worden; dit boek Ik Ben is een dui­

delijkere wegwijzer naar de waarheid.

J.K.

Page 5: Jean Klein - Ik ben

Voor de lezer

Ik ben een moeder. Ik ben een zoon. Ik ben dokter.

Ik ben advocaat. Ik ben muzikaal. Ik ben groot. Ik ben klein. Ik ben Amerikaan. Ik ben Fransman. Ik ben

joods. Ik ben christen. Ik ben zwart. Ik ben homo. Ik ben ongetrouwd. Ik ben gedeprimeerd. Ik ben blij. Ik ben getrouwd. Ik ben dit. Ik ben dat.

We kennen onszelf alleen in relatie rot iets. We kennen slechts een beperkt 'ik'. Wanneer we 'ik ben' zeggen vraagt de geest: 'Wat ben ik? Ik ben wat?' Dit boek gaat over het 'ik ben' dat voorafgaat aan iedere kwalificatie, wat wij zijn voordat de geest zich ermee bemoeit.

Hoe kunnen we kennen wat niet gekwalificeerd kan worden? Dat vraagt om een nieuw soort kennen, geen kennis die voortvloeit uit de opeenstapeling van feiten en ervaringen. We kunnen wel elk verschenen

Page 6: Jean Klein - Ik ben

boek in ons opgenomen en elk avomuur beleefd heb­ben, maar dat brengt ons geen stap dichter bij weten dat 'ik ben'. Dit nieuwe weten begint ermee dat je het weken in ervaringen en informatie uit de tweede hand opgeeft. Opgeven wil niet zeggen dat we passief wor­den; in tegendeel, door onze mechanisch aangeleerde reacties los te laten, staan we open voor ons volle po­tentieel, onze creativiteit, een dynamische nieuwe we­reld. De natuurlijke staat van het ontspannen brein is multidimensionale aandacht. Dit behoeft geen stand­punten, gegevens, meningen, herinnering om alert te zijn. Wanneer al deze instructies ophouden, blijft er een organische, ongerichte waakzaamheid. Dit is de ingang tot 'ik ben.'

Dit boek gaat daarom over dat wat niet voorstel­

baar is of wat geobjectiveerd kan worden. Het gaar over onze ware aard, waarheid, een waarheid die niets van doen heeft met het verzamelen van feiten. Zij is zonder oorzaak, autonoom en alleen in die zin wer­kelijk. Zij heeft geen intermediair nodig om gekend worden en is zelf het bewijs. Zij heeft geen andere dan directe kennis, weten als zijn, en is als wdanig niet ob­jectiveerbaar. Zij staat dichter bij ons dan ieder denken of voelen. Zij is onze ingrond.

8

Aangezien 'ik ben' geen abstractie, concept of idee is, is het onderricht in deze waarheid geen overdracht van conceptuele kennis. Het begrijpen van deze dia­

logen gebeurt niet met het verstand. Natuurlijk bren­gen de woorden zoals ze functioneren op het verbale niveau, de geest rot grotere helderheid, wdar hij een

duidelijke, geometrische voorstelling heeft van wat het verstand te boven gaat en hij ook de grenzen van zijn begrip beseft. Maar de omvang en echte betekenis van deze woorden is gelegen in het feit dat ze niet vooreko­men uit het denken, maar uit de stilte daarachter, uit 'ik ben.' De antwoorden verschijnen in deze stilte, de openheid die aanwezig is bij afwezigheid van een per­soon, en zijn doortrokken van 'de geur' van hun bron. Hierin ligt hun transformerende kracht: ze omstaan uit en wijzen naar onze ware aard, onze autonomie, op elk moment. Aldus zijn ze een voortdurende uitda­ging, een uitdaging voor geloof, opvoeding en gerond verstand. Ze bevrijden ons van de reflex onszelf als ie­mand, als denker, zoeker, doener, slachtoffer te zien.

Als deze uitspraken nier bedoeld zijn om begrepen te worden in de gebruikelijke zin van her woord, door de geest; als we ze niet moeten interpreteren met be­hulp van onze verworven kennis en ervaring, hoe moe­ten we dit boek dan lezen?

Zoals we poëzie lezen. Bij her lezen van poëzie zoe­ken we geen insremming of meningsverschil, de kri­tische geest wordt rijdelijk uitgeschakeld om te kun­nen voelen wat het gedicht wil zeggen. Wanneer we poëzie lezen, z:.;n we dichter. We blijven passief alert, laten de woorden actief zijn, luisteren hoe ze op elk niveau resoneren, hoe ze klinken, welke beweging ze in ons veroorzaken, hoe we erdoor geroerd worden. We wachten aandachtig, ronder conclusies, tot het gedicht ons vindt. Deze alerte ontvankelijkheid voor alle reso­nanties in zijn psychosomatische structuur is van vitaal

9

Page 7: Jean Klein - Ik ben

belang voor de waarheidszoeker. Net als de dichter laat de waarheidszoeker zijn persoonlijkheid los, zodat hij openstaar voor gedachten, gevoelens en reacties. Net als de dichter verwelkomt de waarheidszoeker ze als

geschenken, als aanwijzingen bij het onderzoek.

Alleen in deze ontvankelijkheid kan de stilte in de woorden ons bereiken, want ontvankelijkheid is het 'ik

ben', onze ware aard. De woorden zijn slechtS kataly­

sator voor de ware formulering die in de lezer plaats­vindt.

E.E.

10

We moeten onderzoeken en onszelf, wat we in

het algemeen verstaan onder ons lichaam en

onze psyche, leren kennen. Meesral leven we in reac­

tie en dubbele reactie, zoals wanneer we reageren met

boosheid maar ook nog proberen kalm en beheerst te

blijven. We proberen veel verschillende vluchtroutes uit. Daardoor beperken we voorrdurend onze moge­

lijkheden en draaien we in een kringetje rond. De enige uitweg is om eenvoudig te observeren. Dar

stelt ons in staat onze fysieke reacties, onze mentale in­

stelling en patronen en onze motivaties op te merken op het moment zelf dat ze er zijn. Daar komt geen evaluatie, geen analyse die op herinnering gebaseerd is aan te pas. Eerst vindt de beschouwer her misschien

moeilijk om onpersoonlijk te zijn, om nier te evalu­eren. Hij is geneigd het object te beklemeonen en zo

11

Page 8: Jean Klein - Ik ben

medeplichtige te worden. Later komt de nadruk echter re liggen op het observeren van zichzelf en wordt her natuurlijker, frequenter. Er komt een moment waarop zich een zekere neutraliteit vestigt russen de waarne­mer en war hij waarneemt, en verliezen beide polen hun stuwkracht. Er is stilte, we voeden het geconditio­neerde object niet meer.

Wat is de primaire motivatie voor onze daden?

Op bepaalde mornemen als we alleen zijn, voelen we een groot gemis van binnen. Dit gemis is het voor­naamste, waar alle andere uit voortkomen. De behoef­re dit gemis te lenigen, deze dorst te lessen, dwingt ons tor denken en handelen. Zonder her ook maar re

onderzoeken, lopen we er hard voor weg. We probe­ren her eerst aan te vullen met een object en dan met nog een, en vervolgens gaan we teleurgesteld van de ene compensatie naar de andere, van mislukking naar mislukking, van de ene bron van lijden naar de andere, van de ene oorlog naar de volgende. Dit is her lot waar een groot deel van de mensheid zich aan overgeeft. Sommigen berusten in deze roestand, die ze onvermij­delijk achten. Anderen, aanvankelijk misleid door de bevrediging die ze teweegbrengen, komen rot her besef dat deze objecten aanleiding geven tor walging en zelfs rot onverschilligheid. Sommigen komen ertoe beter te kijken. Het object bevredigt ons een korte tijd hele­maal, terwijl we terug zijn bij onze intrinsieke aard, vervulling. Op het moment van vervuld zijn is er geen

12

bewustzijn van een object. Het object kan dus niet de oorzaak van onze ervaring zijn. Het is essentieel dar we deze mornemen van vreugde zonder object leren kennen.

We schrijven gewoonlijk een oorzaak roe aan vreug­de, we maken van vreugde een object omdat het ge­heugen de twee met elkaar verbindt, maar in werke­lijkheid zijn ze allebei heel verschillend van aard. Zo beseffen we dat her object opbrandt in de vreugde van ons zijn.

Is het waar dat wanneer we vanuit stiL gewaarzijn naar

onze omgeving kijken, ze tot haar natuurLijke staat van

harmonie komt?

Alleen door stil gewaarzijn kunnen we lichamelijk en geestelijk veranderen. Deze verandering is volkomen spontaan. Als we moeite doen om te veranderen doen we niet meer dan onze aandacht van her ene niveau, van het ene ding, naar het andere verplaatsen. We blijven in een vicieuze cirkel ronddraaien. Dit brengt slechts energie van het ene punt over naar het andere. Daar­door blijven we steeds heen en weer slingeren van lijden naar genot, waarbij her ene onvermijdelijk terugvoert naar het andere. Alleen levende stilte, stilte zonder dat iemand probeert stil re zijn, is in staat de conditione­ring die wij in biologische, emotionele en psychische zin hebben ondergaan teniet te doen. Er is geen contro­leur, niemand die kiest, geen persoonlijkheid die keuzes maakt. Bij keuzeloos leven krijgt de situatie de ruimte

13

Page 9: Jean Klein - Ik ben

om zich te ontvouwen. Je pakt niet één aspect ten koste

van het andere, want er is niemand die iets pakt. Wan­neer je iets begrijpt en ernaar leeft zonder dat je vastzit aan de formulering, lost wat je hebt begrepen op in je openheid. In deze stilte vindt verandering vanzelf plaats, wordt het probleem opgelost en eindigt duali­

teit. Jij blijft achter in je gelukzaligheid waarin niemand

iets heeft begrepen en niets is begrepen.

U heeft gezegd dat de enige reden waarom objecten be­staan is om naar de uiteindelijke waarnemer te wijzen, naar wat wij werkelijk zijn. Denkt u niet dat er objec­ten bestaan die door hun aard ons rechtstreeks in contact brengen met het Uiteindelijke? Ik denk dan aan kunst­werken, want die lijken me direct uit het hart van de

kunstenaar te komen.

Als we over kunstwerken praten, moeten we allereerst onderscheid maken tussen echte kunstwerken en wat we artistiek werk zouden kunnen noemen. Een kunst­werk ontstaat uit de achtergrond: bewustzijn. Of het

nu gaat om muziek, schilderkunst, architectuur, poëzie of beeldhouwkunst, het wordt door de kunstenaar al­

tijd in een oogwenk gezien, als een bliksemflits, eerwijl het uit zijn diepste binnenste omhoog komt. Nader­hand werkt hij het uit, geeft het subscantie en vorm,

in tijd en ruimte. Het laatste avondmaal van Leonardo da Vind is ongetwijfeld in volrnaakte gelijktijdigheid bedacht. Dat kunnen we ook zeggen van Die Kunst der Fuge van Bach en van bepaalde composities van

14

Mozart. Een kunstenaar die de naam waardig is maakt zich nooit druk om het materiaal dat hij gebruikt, zelfs

niet om het onderwerp of de anekdotische kant van zijn werk. Het enige waarin hij geïnteresseerd is, is in

het rangschikken van de verschillende elementen in volmaakte harmonie zodat ze zich met elkaar vermen­

gen en de kijker niet meer als afZonderlijke voorwerpen voorkomen. De objectieve kant van zijn werk wordt

zo geëlimineerd. Tagore zei dat het doel van een echt kunstwerk is om vorm te geven aan wat zich aan een definitie onttrekt. Dan zal de toeschouwer niet meer verleid worden door het gebruikte materiaal en zelfs

niet door de anekdotische inhoud; in plaats daarvan zal

hij onmiddellijk in een staat van niet-bestaan geworpen

worden, wat de esthetische ervaring juist is. Later zal hij

het object beoordelen als mooi omdat het hem bewust

maakte van zijn eigen schoonheid. Zo kunnen we zien dat een kunstwerk eigenlijk maar een voertuig is, een

middel waardoor we naar de ervaring geleid worden.

Het is waarlijk creatief. We voelen war de kunstenaar zelf voelde toen hij het maakte: een spontane offergave, vrij van elk verlangen naar goedkeuring.

Alle objecten wijzen naar het Uiteindelijke, maar

her verschil tussen een gewoon object en een kunst­werk is dat het gewone object op een passieve manier

naar het Uiteindelijke wijst, terwijl het kunstwerk dat actief doet.

U zei dat het object onze eigen schoonheid wekt, maar ik dacht dat schoonheid geen oorzaak had ...

15

Page 10: Jean Klein - Ik ben

Blijkbaar wekt iets moois onze eigen schoonheid, omdat zintuiglijke waarneming in tijd en ruimte functioneert. Maar op het moment waarop je de schoonheid beleeft is er geen voorwerp of iemand die ervaart aanwezig. Het is een tijdloos moment, waarin je jezelf ten volle ervaart. Oorzaak en gevolg zijn er dus alleen op het relatieve niveau. Het zijn maar con­cepten, want ze kunnen niet gelijktijdig ervaren wor­den. Bewustzijn is altijd één met zijn object. Ze zijn nooit twee - altijd één.

Wát geeft het object zijn kracht?

Alleen een kunstwerk geboren uit schoonheid, in ge­lijktijdigheid, kan verwijzen naar schoonheid. Schoon­

heid is herzelfde in alles. Wanneer de kunstenaar spon­taan zijn diepste zelf aanbiedt en door zijn talent de expressie ervoor vindt die er het dichtst bij komt, wekt het in de beschouwer, de luisteraar, zijn eigen diepste innerlijk. Maar wanneer je leeft in schoonheid en kijkt vanuit schoonheid, wijst alles op verschillende manie­ren naar je heelheid. Je leeft niet meer vanuit de ver­deelde geest. Alles hoort bij jouw totaliteit.

Maar ik weet niet zeker of iedereen in staat is om vrijuit ontvankelijk te zijn voor dergelijke kunstwerken.

Alvorens mensen aan te moedigen schoonheid te vin­den in een kunstwerk, moeren we hun eerst leren kij­ken, leren luisteren. We zullen algauw beseffen hoe

16

moeilijk dit is: luisteren en zien zijn al een kunst op zich. Om tot esthetische ervaring re komen moeten we helemaal ontvankelijk, verwelkomend, vrij van herin­nering zijn, zodat we openstaan voor het spel van kleur, geluiden, ritmes en vormen. Deze openheid, dit zien, is het licht dar de basis is voor alle gewaarwordingen en vroeg of laar merken we dat we bewust in dit licht staan. Op die manier naar een kunstwerk kijken is echt creatief. Analyse maakt er geen deel van uit. Telkens wanneer we erdoor getroffen worden, brengt het ons terug bij ons ware Zelf.

Naarmate men u meer nabij komt, is er een moment waarop u uw vrienden aanmoedigt om de schoonheid in kunst, muziek en natuur te leren appreciëren. U vindt dit kennelijk een heel belangrijke 'sadhana: Hoe kan ten waardering voor kunst ons precies helpen om de vraag 'Wie ben ik?' meer effectief te stellen?

Al onze zintuigen: zien, horen, aanraken, proeven, en ruiken zijn gekanaliseerd of verspreid ter persoonlijke verdediging en agressie, gebruikt als middelen om de persoon te handhaven. Door appreciatie voor kunst worden de eigenschappen gevoeligheid en ontvanke­lijkheid gewekt. De energie wordt gaande gehouden en de zintuigen vinden hun natuurlijke mulridimensi­onaliteit. Bij echt luisteren reikt het oor nier naar het geluid maar blijft volkomen ontspannen en ontvanke­lijk voor geluid, stilte en ritme. Het wordt een creatief middel voor het overbrengen van geluid naar her hele

17

Page 11: Jean Klein - Ik ben

lichaam. De zinruigen werken niet meer gefragmen­

teerd maar het hele lichaam is één zintuig. Zonder deze verwelkomende openheid, universeel gevoel en gevoe­

ligheid, blijft de vraag: 'Wie ben ik?' een inrelleccuele. Als het ooit een levende vraag wil worden, moet hij

naar elk niveau van ons wezen getransponeerd worden.

De openheid in de levende vraag is de poort naar het levende antwoord.

18

Bevrijding betreft niet de persoon, want bevrijding

is verlost zijn van de persoon. Eigenlijk zijn de

leerling en de leraar identiek. Beide zijn de rijdloze as

van alle handeling en waarneming. Het enige verschil

is dat de een zichzelf'kenr' voor wat hij is, en de ander

niet.

Maar persoonlijkheid speelt een heel belangrijke rol in het dagelijks leven, alles hangt er van af, of niet?

De persoonlijkheid is niets anders dan een projectie, een gewoonte die in het leven wordt geroepen door

herinnering en wordt gevoed door verlangen. Stel je­zelf de vraag: 'Wie ben ik?' en observeer duidelijk dat

de vraagsteller, denker, doener, lijder allemaal vormen zijn die verschijnen en verdwijnen in het bewustzijn

19

Page 12: Jean Klein - Ik ben

van 'ik ben', de altijd aanwezige achtergrond. Ze zijn zelf niet echt. Wat we de persoon noemen komt voort uit een vergissing. Gedachten, gevoelens en daden vcr­schijnen en verdwijnen aan een stuk door, en scheppen daarbij een illusie van continuïteit. Het idee een per­soon, een ego, te zijn is niets anders dan een beeld dar door herinnering bijeen wordt gehouden.

Scheppen is een uitdrukking van het ultieme, maar wanneer men vergeren is dat men zelf her ultieme is, is er onzekerheid en identificatie met het geschapene.

De wereld van zogenaamde objecten is net als het ego slechts een projectie. Denken dat je zus of zo bent komt alleen maar voort uit je verbeelding, als hallu­cinatie. De leraar laat je door zijn onvoorwaardelijke aanwezigheid en het geschenk van onderricht begrij­

pen dat je object noch ego bent. Wat je wezenlijk bent kan nier geobjectiveerd worden. Het verwijst nier naar rijd of ruimte.

Hoe kan ik mezelf bevrijden van geestelijke verward­heid?

Wees je er eenvoudig gewaar van. Observeer hoe je functioneert, zonder ook maar iets te willen verande­ren. Waakzaamheid zuivert de geest en zal je er vroeg of laat bewust overheen helpen.

Je maakt ups en downs mee in je zoektocht naar

het Zelf, omdat je dingen niet in hun ware perspectief -als een geheel- ziet. Deze instabiliteit zal voortduren zolang jij jezelf ziet als lichaam en geest. De geest zal je

20

op een dwaalspoor brengen totdat je ziet wat zijn ware aard is. Dit inzicht is her resultaat van luisteren zonder dar het verleden een rol speelt. Leef met de uitspraken van de leraar en de herinneringen aan de waarheid die zij wakker maken. Deze stille herinneringen zijn het parfum van datgene waarnaar zij verwijzen. Stem je af op deze stilte en niet op wat je niet bent. Waarom zou je je identificeren met de wereld? Het hele bestaan is een uitdrukking van bewustzijn. Wat je wezenlijk bent

heeft geen oorzaak, is volkomen autonoom, zodat het een illusie van het ego is om jezelf aan te zien voor een individueel handelende persoon die leeft in een zelfge­

kozen wereld. Je moer je zo vaak als de gelegenheid zich voordoet

richten op deze onpersoonlijke achtergrond. Neem

er notitie van dat je aandacht voortdurend herzij op objecten, hetzij op ideeën gericht is. Het gevoel er

te zijn, zonder enige bepaling, is je volkomen onbe­kend. Word de toeschouwer, word je gewaar van de natuurlijke levensstroom, je morieven, daden en wat eruit voortkomt. Observeer de muur die je om je heen hebt gebouwd. Naarmate je je bewuster wordt van je lichaam en geest, zul je jezelf beter leren kennen. Als dit beeld van hoe jij denkt dat de dingen zijn wegzakt, krijg je een helder inzicht in wat je bent - heel iets anders dan een product van de geest. Je zult je langza­merhand steeds minder betrokken voelen bij alles wat er opkomt en op een dag zul je ontdekken dat je je in het waarnemen bevindt. Als je je eenmaal bevrijdt

van het idee 'ik ben mijn lichaam' en van de gevolgen

21

Page 13: Jean Klein - Ik ben

van dit idee, zul je je bewust worden van je natuurlijke staat. Geef je helemaal over aan deze ontdekking. Echt gewaarzijn kan niet verkregen worden door je bekende

elementen voor te stellen in de vorm van ideeën en waarnemingen. Wat je wezenlijk bent kan nier ervaren worden door de rede; je komt er alleen als je elimineert war je nier bent.

Een sterk ego verhindert je te zijn. De getuige moet het toneel betreden en je in staat stellen het ego te her­kennen voor wat het is, een object. Deze getuige is een pedagogisch middel dat de deur naar zijn opent. Het

ego kan zichzelf niet 'kennen', omdat het zich identifi­ceert met wat het denkt, voelt, ervaart. Voor het ego is

er niets dan weerstand, verdediging, onrust. Het is de

getuige die licht geeft en laat zien war het ego is, een

illusie.

De contemplatieve staat van getuige-zijn maakt dat wij ontdekken wat wij niet zijn. We worden ons gewaar van ons lichaam en onze denkpatronen, de

redenen achter onze daden waarvan we ons daarvoor nauwelijks bewust waren. Wanneer we het denken ob­serveren zonder ons ermee te bemoeien of het te be­oordelen, zonder verwijzing, verdwijnt de gedachte bij

het observeren. Aangezien de nadruk niet meer valt op denkproces en inhoud, maar op her observeren zelf,

wordt deze getuige-staat een zuivering, een loslaten, zonder dat er een persoon is die zuivert of loslaat. Een hele wereld van onvermoede energieën komt vrij. Men­

tale activiteit is niet meer zo koortsachtig en neemt

spontaan zijn natuurlijke loop. We ontdekken onszelf

22

in aandacht. We laten de 'ik ben dit, ik ben dar'-reAex volkomen varen. Deze aandacht overstijgt de ervaring

en degene die ervaart. Het is zuiver gewaarzijn. De wereld bestaar alleen wanneer we eraan denken;

scheppingsverhalen zijn voor kinderen. In werkelijk­

heid wordt de wereld elk moment geschapen. Het is alleen de herinnering die de valse indruk van conrinu­ireit geeft. Het individu heeft geen onafhankelijk be­staan. Het is een verzinsel van herinnering en gewoon­

te. Altijd geagiteerd, hoopt het en eist het op, in het streven om te vergaren, in het zoeken naar bevestiging

en zekerheid. Eigenlijk is het bang en durft zichzelf niet grondig te onderzoeken.

Alle waarnemingen, alle ervaringen zijn verbonden

met tijd, zijn voorbijgaand, maar onze ware natuur

overstijgt tijd. Een gebrek aan scherpzinnigheid maakt dat wij ons identificeren met tijdelijkheid. Wanneer tijdloze momenten je verlokken, neem de uitnodiging dan aan. Ga er diep in, tot je jezelf vindt in je afwezig­

heid.

U zei een keer: Er is alleen waarheid. Is het ego dan ook

geen waarheid?

De enige waarheid is zijn, dat zonder oorzaak is, au­

tonoom. Wanneer je onechte dingen ziet voor wat ze zijn dan is dat verlichting. Er wordt afstand van gedaan

zonder dat er iemand is die afstand doet. Hier, in het directe pad waarin niet gekozen wordt, komt energie

vrij en verwijl je spontaan in je ware wezen.

23

Page 14: Jean Klein - Ik ben

De wereld besraar omdat jij bestaat, maar jij bent niet de wereld. Objecten van bewustzijn, namen en vor­men, zijn de wereld. Maar de werkelijkheid, immer stil, overstijgt deze. Het is louter reflex dat je hamert op naam en vorm, en zo omgaat je de werkelijkheid.

Er is niets buiten bewustzijn. Het universum, je persoonlijke ik- alles verschijnt erin. De verbeelding heeft ons gescheiden van dit gewaarzijn, dit bewustzijn, en we hebben ons omringd, ingesloten, met angsten, ideeën en beelden. Oe waakeoestand en de droomstaat maken beide gebruik van dit state gewaarzijn dat we allen gemeen hebben.

Wat je doet is van geen enkel belang; wat van be­lang is, is de manier waarop je het doet, je innerlijke houding. De rol die je op het wereldtoneel speelt heeft

geen andere betekenis dan de heldere blik waarmee je hem speelt. Verlies jezelf niet in je voorstelling - dar vertroebelt de visie van je innerlijke wezen alleen maar.

Belangeloos handelen legt je niet aan banden, maar laat je daarentegen helemaal vrij. Leef in het moment, wéés alleen maar. Bij kiezen wordt vertrouwd op her­innering en dat leidt gemakkelijk roe slavernij. Leef als zijn en je zult je bewust worden van vreugde.

24

'\VJij zijn niet het lichaam. Maar voordat we dit

W zeggen, vind ik dat we precies moeten weten

wat het lichaam, dat we niet zijn, is. Het lichaam bestaar uit de vijf zintuigen. Zonder deze

zintuigen rouden we niet van een lichaam kunnen spre­ken. We ervaren het voornamelijk als gevoel: we voelen het aan. De gewaarwordingen die we krijgen kunnen zeer gevarieerd zijn: ik voel me zwaar oflicht, warm of koud, gespannen of ontspannen. Deze gewaarwordingen zijn herinneringen en gewoonren waaraan we gewend zijn. Het zijn maar middelen waarmee her idee 'ik ben het lichaam' ziclv.elf geruststelt dat het bestaat. Dat wil zeg­gen dat ze aan de natuurlijke oerstaar van het lichaam roegevoegd zijn. Wanneer we dus zeggen: 'Ik moet eerst

weten wat ik niet ben,' berekent dir dat we ons volkomen gewaar moeten zijn van deze toevoegingen.

25

Page 15: Jean Klein - Ik ben

U heeft het over het voelen van de oerstaat van het li­chaam. Hoe kunnen we dit primaire gevoel leren ken­nen?

Zoals ik al zei, gewaarwordingen zoals we ze kennen zijn geconditioneerde gevoelens die horen bij het idee 'ik ben het lichaam.' Juist in deze toevoeging vindt de persoon, de ik, houvast, want de persoon moet zich afbakenen met gewaarwordingen of met ideeën. De enige manier om vrij te komen van conditionering is om te kijken zonder geheugen, zonder de handlanger van de conditionering. Laat ieder gevoel dat in je ver­schijnt opkomen zonder het te visualiseren of je erop te concentreren. Door het gevoel te laten verschijnen voor de getuige 'ik', voor aandacht zonder omerek of

middelpunt, gaat het lichaam door verscheidene gra­daties van eliminatie, want alle eoevoeging lost op in het bijzijn van deze getuige. Je zult het loslaren van de conditionering observeren. De nadruk die ten onrech­te werd gelegd op de conditionering om zo de persoon gerust te stellen, gaar nu naar de observatie, naar her getuige zijn, en je zult je spoedig bevinden in het licht

voorbij het getuige-zijn. Dit is je natuurlijke staat van algehele verruiming die energie is, leeg en licht.

In het begin zal het nieuwe lichaamsgevoel fragiel zijn en kun je lastig gevallen worden door de oude

patronen. Maar het lichaam heeft een natuurlijke herinnering, een herinnering aan zijn natuurlijke vredige staat, die eenmaal opnieuw gewekt en vol­gehouden, vroeg of laat permanene wordt. De oude

26

gewaarwordingen zullen je vreemd worden. Je vindt het misschien zelfs moeilijk de herinnering eraan op te roepen. Dan zul je je herinneren dat her lichaam verschijm in jou, in gewaarzijn, en dat je niet ver­dwaald bene in het lichaam.

U noemt dit nieuwe lichaamsgevoel energie. Is dit gevoel min of meer stabiel of vibreert het?

Dit nieuwe lichaamsgevoel hoort niet tot het neuro­musculaire systeem, het is veel fijner van aard. Het ver­spreidt zich en straalt in de ruimte om je heen. Deze energie is van dien aard dar het geen belemmering kent, het doordringt alles wat een obstakel is voor her fysieke lichaam, het is heilzaam, het is liefde.

Het lijkt mij dat de straling waar u het over heeft hoort tot de tastzin. Wzt is de ervaring van de natuurlijke staat van onze andere zintuigen, horen, zien, ruiken en proeven?

Wanneer de zintuigen bevrijd zijn van conditionering grijpen ze niet meer om zich heen, ontspannen ze zich en zijn ontvankelijk voor het nieuwe van elk moment. Merk bij het horen op dat je het geluid vasthoudt. Laat her gaan. Er moet geen concentratie zijn. In dit on­gerichte horen, dit multidimensionale horen, worden veel geluiden na elkaar gehoord. Zonder dat je een be­paald geluid uitkiest of er een voorkeur voor toont, kun je observeren dar ze geëlimineerd worden rot er

27

Page 16: Jean Klein - Ik ben

slechts één geluid overblijft. Als je je niet op dit ge­

luid concentreert sterft het ook weg en bevind je je in

zuiver luisteren. Op dezelfde manier kom je, wanneer

alle smaak uit de mond is geëlimineerd, tot de smaak

van de mond zei( Maar om terug te komen op het

horen, uiteindelijk gaat het weer volledig op in zuiver

gewaarZJJn.

U ugt dat deu energieën volkomen vrij zijn, niet gebon­den aan de fysieke structuur van het lichaam. Betekent dit dat we met het energielichaam allerlei bewegingen

kunnen maken, bro1egingen die voor het fysieke lichaam

onmogelijk zijn?

Het subtiele lichaam waar we het over hebben is vol­

komen vrij van de fysieke structuur van het lichaam. Oe energie die het heeft is volkomen ongeconditio­neerd, ze hoort bij het echte lichaam, het energetische lichaam. Deze energie is in staat alle conditionering die diep in onze zenuwen en spieren verborgen ligt te verbranden. Ze zuivert her fysieke lichaam van de toe­standen en gevoelens, toegevoegd door her idee 'ik ben het lichaam', door de persoon die her nodig heeft zich afgebakend en veilig te voelen. Deze persoon handelt via voorkeur en afkeer, via angst, handelingen die op hun beurt een reactie geven in het neuromusculaire stelsel die de vicieuze cirkel van conditionering in het leven roept.

Wanneer deze energie tot leven komt is zij niet ge­bonden aan de fysieke gedaante van het lichaam. Ze is

28

volkomen vrij; dar berekent dar ze elke mogelijke vorm kan aannemen. Alleen via dit subtiele lichaam kun­nen de geconditioneerde bewegingen van her fysieke lichaam bevrijd worden. Laten we een paar asana's of lichaamshoudingen in gedachten nemen. In de eerste plaats voeren we de beweging uitsluitend uit met her subtiele lichaam. We moeten gewaar, alert zijn zodat

her fysieke lichaam volkomen leeg blijft, want in het begin komen herinnering en gewoonte tussenbeide, telkens wanneer we het lichaam in beweging bren­gen, waarbij ze een reactie op het neuromusculaire vlak veroorzaken. Wanneer we een beweging met dit fijne, energetische lichaam maken, moet de beweging dus geheel vrij zijn van alle gewoontereflexen. Alleen wanneer we deze leegte voelen kunnen we het fysieke

lichaam aan de beweging laten meedoen. Maar nu be­weegt het fysieke lichaam binnen het grotere lichaam en treden de bewegingen op een nieuwe manier op. Het is belangrijk de geconditioneerde gewaarwordin­gen nier weer de overhand te laten krijgen, maar her gevoel van leegte bewust aan te houden. Dit is de enige manier waarop we creatief verder kunnen met het li­chaam, anders versterken we de conditionering.

Meestal ontstaat deze energie niet met dezelfde intensiteit in alle lichaamsdelen. Bepaalde delen zijn bijzonder begiftigd om deze subtiele gewaarwording te verwezenlijken, de handpalmen bijvoorbeeld, of de binnenkant van de mond. Dit zijn misschien wel de eerste lichaamsdelen waarin deze subtiele energie het sterkst optreedt. Als we aandacht geven aan de hand-

29

Page 17: Jean Klein - Ik ben

palm zonder ons die voor te stellen of enige moeite te doen, als we de tactiele gewaarwording de mogelijk­heid bieden uit zichzelf tot leven te komen, dan zal her zich door ons hele lichaam verspreiden. Vind dus eerst het beginpunt en laat de energie dan vandaar uit stromen.

Hoe kan deze fysieke benadering en bepaalde voedingi­

wijzen om helpen het onpersoonlijke zelf te vinden?

Als we het lichaam van dichtbij bekijken, beseffen we al gauw dat her belast is met residuen van ondeugdelijke voeding in een eerdere periode. Dit geeft een indruk van compactheid en stompt onze zintuigen af, waar­door we onze transparantie niet kunnen voelen. Het is heel interessant om waar te nemen dar het lichaam, als we er de juiste voorwaarde voor scheppen, deze re­siduen elimineert. Met een goed uitgebalanceerd di­eet van gezond voedsel gaat ons hele lichaam anders reageren en dit brengt ongetwijfeld veranderingen op het mentale en psychische vlak met zich mee. Evenzo kunnen sommige vormen van lichaamsbeweging erroe bijdragen dar we ons bewust worden van de lichaams­delen die overbelast, massief, compact en verstopt zijn en waar ze zich bevinden. Ze helpen om ons te bevrij­den van vastgeroeste ideeën over wat het lichaam is en stellen ons in staar ons lichaam re voeden met adem. Daar bedoel ik mee dar de bewegingen met gewaarzijn worden uitgevoerd en verwijzen naar dat niet-objec­tieve standpunt dat het onderwerp van dit gesprek is.

30

Alle mechanische lichaamsoefening versterkt de con­ditionering.

Als ik mijn Lichaam en gust hun natuurlijke gang laat

gaan zonder enige discipline, gaan ze er dan niet als wil­de paarden vandoor?

Je lichamelijke en geestelijke bewegingen hun na­tuurlijke gang laten gaan betekent niet er passief aan toegeven en je ermee te identificeren. Dat leidt alleen tot slavernij en narigheid. Je moet onderscheid maken tussen passief laten gaan en actief laten gaan. •Bij actief laten gaan blijf je volledig aanwezig, met heldere blik, nier betrokken en actief alert. Geleidelijk aan verliest her ego zijn greep, totdat het weer in zuiver gewaarzijn is opgegaan. De dingen niet meer vanuit een centrum zien is de eerste stap naar permanente vrijheid, die alleen kan optreden als we vrij zijn van iedere vorm van projectie of verwachting. Als we iets verwachten, verstoort dit alleen maar het natuurlijke proces dar de kans moet krijgen vanzelf tot voltooiing te komen. Het gewaarzijn dat werkt als een bliksemflits van hel­der zien kan zich onmogelijk worrelen in een geest die belast is.

Wanneer je je goeroe ontmoet, moet je een heel an­dere benadering hebben dan je meestal hebt wanneer je mensen in het dagelijkse leven ontmoet waarin aanval en verdediging worden gebruikt om het een of andere doel na te jagen. Bij deze ancmoering moet je jezelf totaal accepteren, je overgeven, bereid zijn te ontvan-

31

Page 18: Jean Klein - Ik ben

gen. Dan zal je manier van luisteren zeer aandachtig zijn, volkomen vrij van alle vooropgezette ideeën. De aanwezigheid en de woorden van de leraar vormen de spiegel die je herinneren aan je eigen ontvankelijke luis­terhouding, aan je eigen aanwezigheid, en deze weer­spiegelen. Zo wordt de weg getoond, wordt de deur naar genade opengezet en bevind je je op de drempel, klaar om veroverd te worden door je ware zelf.

32

Er zijn eigenlijk rwee bekende benaderingen van

de waarheid, de geleidelijke en de directe. Bij de directe benadering is de premisse dat je de waarheid bent, dat er niets te bereiken is. Elke stap om iets re bereiken is er vandaan gaan. Her 'pad' dat strikt geno­men geen pad is van de ene plaats naar de andere, is om alleen de waarheid, het 'ik ben', te verwelkomen, je ervoor open te stellen. Wanneer je eenmaal een glimp hebt opgevangen van je ware aard, maakt hij contact met jou. Er valt daarom niets te doen, alleen je er zo

vaak als je ertoe wordt uitgenodigd op afstemmen. Er zit geen enkel element van wil bij deze afstemming. Niet de geest stemt zich af op het 'ik ben', maar het 'ik ben' neemt de geest in zich op.

Bij de geleidelijke benadering ben je gebonden aan

de geest. De geest koestert de illusie dat als hij veran-

33

Page 19: Jean Klein - Ik ben

dert, toestanden wijzigt, ophoudt met enzovoort, hij opgenomen zal worden in war hij niet begrijpt. Deze misvatting leidt tot de meest tragische situatie waarin een waarheidsweker zich kan bevinden: hij heeft zich gevangen in zijn eigen web, een web van de meest sub­tiele dualiteit.

Als ik volmaakt ben en er niets te doen valt, waarom ben ik dan hier, wat is de reden van dit bestaan?

De enige reden is: bewust te zijn in deze volmaaktheid. Volmaaktheid en onvolmaaktheid zoals jij die begrip­pen bezigt zijn ideeën, van elkaar afhankelijke pendan­ten. De waarheid is dat je meest nabije fundamentele aard geen complementair deel heeft. Bij afwezigheid

van volmaaktheid en onvolmaaktheid leef je in je aan­wezigheid, je heelheid. Wees aanwezigheid.

Meneer, het antwoord dat u zojuist aan deze dame heeft gegeven leek haar tevreden te stellen, maar ik begrijp het niet. Kunt u afdalen tot mijn niveau?

Je hebt het vermogen van gewaarzijn om je gewaar te zijn van die momenten waarop je onvolmaaktheid, ge­mis, verveling, ontevredenheid voelt. Wanneer ik zeg

'wees je gewaar' bedoel ik niet: benoem deze gevoelens alleen maar en wend je er dan van af, nee, geef al je aandacht aan de waarneming. Het duurt misschien een tijdje, want je bent het misschien niet gewend om naar jezelf te kijken. Als je onderzoekt wat vervelmg of gemis

34

is, zul je merken dat je je er niet langer in verliest, omdat je meer in beslag wordt genomen door het onderzoek dan door het object. Je zult ruimte vinden in jezelf en het onderzochte. Je blijft niet meer steken in de verve­ling, de waarneming, en op een zeker moment lost die plotseling op, en bevind je je in aanwezige helderheid.

Het duurt me erg lang om achter de ware aard van mijn bestaan te komen. Omdat ik nog steeds geen echte helder­heid heb, word ik weer gegrepen door objecten. In plaats van meer word ik minder verlokt tot stilte.

Wees aleer op die momenten waarin er een verlangen vervuld en een daad volbracht is. Wees op deze mo­menten afgestemd. Ze zullen je verlangen om te zijn

verfrissen. Als de geest eenmaal van bezorgdheid, angst en ontevredenheid verlost is, zul je zien dar je enige echte verlangen is om te zijn. Dit verlangen is volko­men vrij van onrust en verstrooidheid. De vurige we­ker stormt niet langer vooruit in zijn zoektocht, want hij ziet duidelijk dar er niets te vinden is, omdat er nooit iets verloren is. Het is altijd aanwezig geweest. Wanneer we duidelijk zien dar we misleid worden door de 'zoeker', de persoonlijkheid die we aanzagen voor onszelf, verdwijnt zij vanzel( Het verlangen om re zijn komt rechtstreeks van de Verlangde - met an­dere woorden, het Zelf zoekt naar zichzel( Dit inzicht leidt ertoe dat wij onze behoefte opgeven om te verza­melen, te grijpen, re presteren en re hebben, en zwakt de activiteit van de geest vaak a(

35

Page 20: Jean Klein - Ik ben

Een grondig begrip hiervan brengt ons spontaan terug naar onze basis. Genade trekt ons naar zich toe. Dit is niet te beschrijven, het kan alleen beleefd worden.

Hoe kan ik me bevrijden van de voortdurende stroom van onrustige gedachten?

Zie ze eenvoudig komen en gaan. Hou ze niet tegen en stimuleer ze niet. Stuur ze in geen geval. Blijf on­persoonlijk alert. Je zult spoedig merken dat er ge­dachten, gevoelens en gewaarwordingen verschijnen in deze richtingloze alertheid, je openheid. Ze bestaan alleen omdat jij bent, daarom wijst hun verschijning op hun thuisbasis, je ware zelf. Eerst z.ul je merken dat

je je steeds met je gedachten bemoeit, ze onderdrukt

of erdoor inbeslaggenomen wordt. Dat doe je vanwege

de onzekerheid die een ego voelt dat op het punt staat

te sterven, een geïsoleerd ego. Maar wanneer je verlost bent van het mentaal actief of passief zijn, bevind je je in je natuurlijke kalme aandacht.

Dus deze natuurlijk staat van aandacht betekent niet dat ik volkomen zonder enige gedachte moet zijn?

Ze is niet afhankelijk van de afwezigheid van denken. Ze is dat waarin gedachten verschijnen en verdwijnen.

Ze bevindt zich 'achter' het denken. Doe jezelf dus niet zoveel geweld aan in de hoop je te bevrijden van onrust, maar wees helder in je hoofd. In eenvoudige openheid die jou verwelkomt zul je je negatieve gevoelens, ver-

36

langens en angsten leren accepteren en kennen. Een­maal verwelkomd in ongerichte aandacht zullen deze gevoelens zichzelf opbranden, met achterlating van

slechts stilte. Wees alert, klaar voor elke verschijning,

en je zult spoedig merken dat je de objectieve waarne­mer van je gedachten bent. Als dit eenmaal een vast feit is, zul je, of er nu gedachten in je geest komen of niet, er niet meer aan gebonden zijn.

Als ik u dus goed begrijp, moet ik, wanneer ik word over­stroomd door het werkschema voor morgen, door familie­problemen of fantasieën, daar noch aan toegeven, er pas­siefin meegaan, noch ze met geweld wegduwen- maar de nadruk gewoon van de gedachte naar de observatie ervan laten gaan.

Ja.

En komen er zodra ik de ongerichte aandacht heb gevoeld nog steeds gedachten op? Of komen en gaan ze sneller zon­der een heel verhaal te worden?

Ze worden niet meer geformuleerd.

Zodat er een moment komt waarop de gedachten hele­maal niet geformuleerd worden en er slechts de impuls is

om te denken?

Zelfs die beweging verdwijnt. Er is geen brandstof meer voor. Het is het subject dat het object in stand houdt.

37

Page 21: Jean Klein - Ik ben

Wanneer er geen subject meer is heeft her object geen houvast. Wanneer je actief of passief bent ren aanzien van het komen en gaan van gevoelens en gedachten, kijk je en handel je vanuit her centrale ego, maar wan­neer je de illusoire aard van dit centrum leert kennen sta je automatisch buiten het proces. Her is de sudden death van alle gerichte energie.

In het observeren van het denken of een subtiele impuls besraat er toch nog een subject-objectrelatie. Her wijst nog steeds op een centrum. Wanneer je ge­waar bent is er geen centrum meer. Het gewaarzijn is zich gewaar van zijn omgeving en van het feit dar het gewaar is.

De omgeving verschijnt in het gewaarz.ijn. Daarom is er uiteindelijk geen noodzaak om de meditatieruimte in te gaan, wam er is geen object meer, geen gedachte of beweging.

Het ziet er dus naar uit dat er tussen de staat van een op­gewonden geest en het verdwijnen van de beweging om te denken, te projecteren, een overgangsfase is. Is dat zo?

Vanaf het allereerste begin benadrukken we de uitein­delijke non-staat, het gewaarzijn zelf. Er is geen voor­uitgang van de ene toestand of her ene niveau naar het andere. Gedachten en bewegingen verschijnen in dit gewaarz.ijn. Men kan geen vooruitgang maken in me­ditatie. Er is geen evolutie in bewustzijn. Observeren als de ultieme getuige is een onmiddellijke gebeurtenis. Ervaringen en experimenten treden op in deze natuur-

38

lijke non-staat. In vooruitgang is er geen vooruitgang. Vorderingen en overgangen verschijnen gelijkelijk in her continuüm dar nooit vooruit- of achteruitgaat.

Als er geen vooruitgang is, wat is dan herinnering?

Herinnering is een manier van denken. Wanneer er een gedachte is, verschijnt deze gedachte in her nu. Wij noemen het tweeduizend jaar geleden of gisteren, maar de benoeming is ook een gedachte van nu. Er is maar één functie tegelijk aanwezig, zodat je op her mo­ment van die functie één bent met het functioneren.

Als ik éin ben met het functioneren en er daarbuiten niets is, hoe kan het dan later herinnerd worden?

Het feit dat je het je herinnert bewijst dat het ver­scheen in je alomvarrende gewaarzijn. Dit is wat we bedoelen als we zeggen dat bewustzijn en object één zijn. Her wordt soms ook getuige zijn genoemd. In dit alomvattende gewaarzijn verschijnen dingen van her zogenaamde verleden of toekomst, maar ze beho­ren alle tot het universele heden. In werkelijkheid is er daarom geen herinnering. Het is functie in gewaarzijn, in getuige zijn.

Wánneer zijn we getuige van onze handelingen?

Je bent altijd getuige van je handelingen, probeer het dus niet opzettelijk te zijn. Getuige zijn is geen functie

39

Page 22: Jean Klein - Ik ben

en kan niet weergegeven worden. Het is uiterst belang­rijk dat je beseft dat je getuige bent en dat je het niet kunt proberen te zijn. Het is genoeg dat je je volle­dig gewaar wordt dat je getuige bent, want dat wist de oude patronen uit en je gewoonte jezelf als de denker of doener te beschouwen.

Wanneer je handelt ben je één met de handeling, pas achteraf eigent het ego zich de daad, waarbij het afwezig was, toe en zegt: 'Dat heb ik gedaan.' Op het moment van handelen is er alleen handelen, zonder dader.

Als het tussenbeide komende subject wordt her-kend als niet-bestaand, verdwijnt het. Wat blijft is zui­ver bewustzijn. Zonder het ego als subject kan er geen subject-objectrelatie bestaan, wdat wat een object leek dat in eigenlijke zin niet meer kan zijn. Het is niets dan een uitdrukking van deze werkelijkheid, deze stilte.

Zouden we niet enige moeite moeten doen om onszelf tt

verbeteren?

Wat wil je verbeteren? Je bent volmaakt; neem de be­dekking weg van de persoon die vindt dat er iets ont­breekt, en wat overblijft is volmaaktheid. Wat onwaar is verdwijnt vanzelf, als het eenmaal gezien is als on­waar. Je identificeert je met je lichaam en je geest en daarom wil je je verbeteren. Je zult net zo lang door deze instrumenten beheerst worden als je erin gelooft.

Zodra je niet meer meent dat je het lichaam en de geest bent zal de energie die deze vergissing kost vrijko-

40

men. Laat geest en lichaam vrij om te zijn wat ze zijn, dan zul je er niet meer de slaaf van zijn. Het zijn slechts fragmenten van het geheel dat jij bent. Merk gewoon je onvolmaaktheden op, dan draagt dit gewaarzijn er wel zorg voor. Als je eenmaal hebt begrepen dat je niet

het lichaam en de geest bent, kun je alles wat er ge­beurt accepteren. Inzicht in je fundamentele aurono­mie brengt je tot een houding van algehele acceptatie.

Ieder ding wordt gezien in het licht van deze ver­welkoming, vcrschijnt en verdwijnt erin. Als gevolg daarvan komt alles tot zijn volledige betekenis en her­stelt de harmonie zich. Deze verwelkoming is een alert

gewaarz.ijn, onbelast door het verleden. Het laat alles wat zich presenteert zich ontvouwen in en wijzen naar de verwelkoming, zonder beperkt te zijn door het ego

of misvormd door herinnering. In deze Eenheid ontdekken we onze aard: ultieme

vreugde, en volmaaktheid.

41

Page 23: Jean Klein - Ik ben

Er zijn momenten in het dagelijkse leven waarop de

geest nier onrustig is. Er zijn openingen waardoor

Waarheid kan binnenstromen. We zouden ons gewaar

moeten zijn van deze momenten. Ze komen niet tot

srand door wil of discipline, maar het zijn de uiterlijke omstandigheden die de geest tot rust brengen. Als de

geest eenmaal niet meer probeert alles te begrijpen, als

er geen moeite meer wordt gedaan om iets te bereiken

en te worden, als er geen energie meer wordt gesro­

ken in strategie en doel-bereiken, keert hij weer tot een

staat van evenwicht waarin alles vredig blijft en gericht

is op stil gewaarûjn, waarin alle gedachten en waarne­

mingen komen en gaan.

Maar kunnen we geen kalmte van geest tot stand brengen door meditatie?

43

Page 24: Jean Klein - Ik ben

Deze kalme geest waarover ik spreek is niet de afwezig­heid van denken. Afwezigheid van denken is een roe­stand die kunstmatig opgewekt wordt, maar de geest die vrij is van onrust heeft zijn eigen ritme, zijn eigen trilling. Tussen deze trillingen zieten gaten waarvan men zich gewaar moet zijn. Ze betekenen geen afwe­zigheid van iets of een wezenloze tOestand. Ze zijn vol leven, aanwezig. Laat je erdoor meenemen.

Waarheid kan niet waargenomen worden. Ze kan alleen maar beleefd worden in het non-duale continu­urn, de non-staat waarin ziener noch geziene bestaat.

Maar bepaalde vormen van meditatie brengen je tot kalmte van geest en bereiden je voor om meegenomen te worden door wat zich achter de mantra bevindt.

Een mantra juist uitspreken is een grote kunst die iemand zelden beheerst. Juist uitgesproken heeft de manera de kracht om de geest tot rust te brengen. Wanneer het hele uitspreken van de manera is opge­lost door de klankvibratie ben je één met de waar­neming, de vibratie. Deze vibratie is nog steeds een object van observatie, maar zoals je van je goeroe hebt geleerd dat je het licht bene achter alle waarneming, lost zelfs dit meest subtiele object op als je gewaar bent.

De kunst van het mantra-zingen is magisch en er is heel veel tijd en een zeer begaafde leraar nodig om het te leren. Meestal sterf je voordar je de kunst mees­eer bent!

44

Kunnen we vrijheid en vrede bereiken door anderen te helpen, zoals het christendom leert?

Als je anderen wilt helpen, moet je zelf helemaal geen hulp nodig hebben. Wanneer je dit voelt, ben je de grootSt mogelijke hulp voor iedereen om je heen. Juist in niet-handelen wordt al her handelen rot stand ge­bracht. Jij bene nier de uitvoerder van je daden, jij bene het gewaarzijn waaruit het handelen voortkomt. In relaties tussen persoonlijkheden, tussen objecten, is alleen sprake van zoeken naar zekerheid, van vragen. Zelfs zogenoemd geven gebeurt mee het oog op krijgen. Zuiver geven is je ware aard, is liefde. Wanneer de situ­atie vraagt om je hulp, help je spontaan, en de hulp die voortkomt uit heelheid, uit liefde, zal buieengewoon

werkzaam zijn. Maar wanneer je een professionele hel­per bene die handelt op basis van een idee dat je van je­zelf of van de wereld hebt, zal je hulp altijd gering zijn.

Maar is voordat ik gerealiseerd ben heel weinig hulp niet beter dan helemaal geen hulp?

Het idee van helpen is verwachting. Her is handeling die voortkomt uit reactie. Zie het diepe motief van je verlangen om te helpen. Echt helpen, zoals ik al zei, komt voort uit niet-handelen. Wanneer de wereld om hulp vraagt, help dan natuurlijk, help met onderschei­dingsvermogen, maar wees geen helper.

Wát bedoelt u met 'help met onderscheidingsvermogen'?

45

Page 25: Jean Klein - Ik ben

Geef je medemens wat hij nodig heeft om tot stand te brengen wat het leven van hem vraagt. Leg een ander niet jouw idee op hoe hij het best kan leven. Onzorg­vuldige 'hulp' is overal om ons heen. Die komt nier voort uit ego-loosheid. In zekere zin is dergelijke be­moeienis geweld, oorlog.

Wáarom zegt u dat waarnemen dichter bij de waarheid is dan een idee?

Een waarneming is de eerste boodschap die door de zin­ruigen wordt gegeven voordat het brein haar benoemt of de psychologische geest haar beschrijft. Bij de meeste mensen is het waarnemen van hun lichaam geatrofieerd, omdat ze de waarneming ontlopen door die onmiddel­lijk in een idee om te zetten. De waarneming gebeurt altijd in het heden, onmiddellijk, maar ideevorming is herinnering. Het grootste deel van de tijd voelen en functioneren we door middel van het geheugen.

In het leven van elke dag geven we gewaarwordin­gen zelden de tijd om zich te doen voelen. We komen vroegtijdig tussenbeide, door er een idee van re maken en ze te kwalificeren. Waarnemingen en ideeën kunnen niet gelijktijdig bestaan en we breken de waarneming vaak af voordat ze helemaal tot bloei is gekomen.

Dus de zintuigen, als ik het goed begrijp, zijn in con­tact met onze omgeving, maar wij zien dit contact niet omdat we leven in de herinnering aan eerdere gewaar­wordingen?

46

Ja, we hebben zintuiglijke gewaarwording tot een idee gemaakt, haar geconcretiseerd, benoemd. Waarneming, dar wil zeggen: kennen, en benoeming, herkenning, zijn natuurlijke functies die spontaan plaatsVinden ronder de noodzaak van een referentiepunt, een ik, een verkon­diger van meningen. Maar we lopen weg voor deze di­recte functies, we wachten nier tot de waarneming zich ontvouwt, we verwelkomen niet wat onze omgeving ons biedt. Wanneer we in de herinnering leven, snijden we ons af van het universum, we leven in isolement. Dit is de oorzaak van alle lijden.

Is waarneming non-duaal of kunnen we dichter bij non­dualiteit komen?

Waarneming zelf is non-duaal, het is één met her ge­waarzijn waarin her verschijnt.

Hoe kunnen we ons gewaar worden van het gewaarzijn waarin waarneming optreedt?

Zuivere waarneming ligt vervat in wat we gewaarzijn noe­men. In dit voorbeeld zijn het vat en de inhoud identiek. Hij die de inhoud kent, met andere woorden, hij die zich gewaar is, die zichzelf 'kent' als gewaarzijn en niet als de psyche, is bewust gewaar, is aanwezig op het moment van waarnemen. Hij is de levende getuige, tegelijkerrijd her publiek en de acteur. Zodra deze waarneming eindigt, of russen twee gedachten in, is hij zich gewaar dar hij is,

maar daar is geen gewaarwording aan verbonden.

47

Page 26: Jean Klein - Ik ben

De achtergrond is als een wit laken waarop we teke­nen: er verschijnen lijnen, de tekening neemt vorm aan en toch verdwijnt het witte doek niet. De teke­ning bedekt, camoufleert het wit, maar het wit zit er nog steeds onder. Gewaarwordingen camoufleren

net zoals de tekening, dus hij die zichzelf niet kent, 'hij die zich nier gewaar is', ziet alleen de onderbro­ken lijnen los van elkaar, het witte laken ziet hij niet. Hij verliest zich in de gewaarwording, vergeet zich­

zelf.

Is dit gewaar zijn van jezelf ook een waarneming?

Nee, het is van groot belang dat je begrijpt dat ge­waarzijn nooit een object kan worden; her is buiten

noch binnen, het sraat los van tijd en ruimte. Het is de uitgestrektheid, her var, waarin alle staten, alle objec­ten verschijnen. Het is het dichtste bij je en kan nooit

waargenomen worden aangezien het oog het zien nier kan zien. Het uiteindelijke kennende kent zichzelf op

eigen kracht. Het heeft geen intermediair nodig om gekend te worden. Gewaarzijn is geen waarneming. Het is apperceptie.

�t is het verschil tussen apperceptie en wat u directe waarneming nonnt?

Waarneming heeft een subject-object relatie nodig. Directe waarneming gaar niet via de geest. Her is het­zelfde als apperceptie.

48

Waarom kan er geen regressie ad infinitum zijn van waarnnners?

Bewustzijn is onze totaliteit, onze totale expressie Hgt

in her bewustzijn. Als bewustzijn waargenomen kon worden rou het niet onze totaliteit zijn.

�arom moeten we een totaliteit hebben? Kan om wezen

geen oneindige regressie zijn?

Als we niet onze totaliteit leven, leven we in delen, in subject-object relaties, in gebrek aan samenhang. Dar

geeft strijd in ons leven. Accepteer eerst deze staat van

alle verschijnselen, de discontinuïteit van het bestaan. In echte acceptatie zit het geaccepteerde in het accep­

teren. Dit accepteren is je heelheid. Maar het moet

geen concept, geen informatie uit de tweede hand blij­

ven. Het moet geleefd worden, eerstehands gemaakt worden.

Hebben we zeer weinig zuivere waarnemingen?

Ja, inderdaad heel weinig, wanneer je in aanmerking neemt dat een soort geheugenbank zeer frequent tus­

senbeide komt. Wanneer een waarneming zuiver is, is er geen herinnering. Ik kan bijvoorbeeld mijn aan­

dacht op de bloem richten en denken dat ik het voel, maar ik voel het nier echt, ik heb alleen het geheugen geprikkeld. Als ik daarentegen aanwezig kon blijven

bij de bloem en niet zou refereren aan het verleden,

49

Page 27: Jean Klein - Ik ben

aan de herinnering, zou de bloem verschijnen als veel

meer dan ik in mijn herinnering heb opgeslagen. Zij

zou alle verwachtingen overtreffen en in al haar vol­heid voor mijn onschuldig oog verschijnen.

Is dit aanwezig blijven zonder herinnering tussenbeide te laten komen hetgeen u bedoelt met luisteren?

Ja. Luisteren heeft geen centrum, het is multidimensi­onale verwelkoming.

U zegt dat we niet kunnen gaan mediteren. Wát u medi­tatie noemt is de achtergrond, het vat, maar is zitten en luisteren, aanwezig blijven, niet wat wij normaal medi­tatie zouden noemen?

Dit zitten is een practicum voor het onderzoeken van

het motief om te willen mediteren, voor het vinden

van de entiteit die zoekt naar god, vrede, geluk. Zo­

lang je de aard van een mediterende niet hebt ontdekt,

blijf je zitten en ernaar zoeken. Maar uiteindelijk zul

je zien dat de mediterende nooit vrede, god of geluk

kan vinden, omdat het toebehoort aan de geest, aan het intellect. Wanneer dit gezien wordt, en dat gebeurt

plotseling, is er geen dynamiek 'om te mediteren:' het

enige dat overblijft is aanwezigheid waarbij niemand

ergens bij aanwezig is.

Zou ik dan regelmatig moeten zitten tot ik het medite­rende vind, of merk dat het niet te vinden is?

50

Je kunt het op elk moment in je leven vinden. Maak

geen praktijk, gewoonte, verslaving van zitten. Wacht

tot je de uitnodiging voelt om eenvoudig stil te zijn.

Wát zal ik doen als de uitnodiging niet erg vaak komt? Ik heb een druk leven dat de uitnodigingen lijkt weg te moffilen.

Zie dat je je verliest in je bezigheden. Zodra je dit ziet

is er enige ruimte russen jou en je bezigheden.

Maar ik weet wel dat ik opga in mijn bezigheden. Ik ben me zeer bewust van dit feit, en dat is de reden waarom ik hier ben gekomen en u de vraag heb gesteld. Het zien is niet genoeg.

Je hebt van dit zien van jou een idee gemaakt, want je

leeft in ideeën. Je hebt een gedachte gemaakt van jezelf

verliezen en druk zijn. Met zien bedoel ik niet inrel­

leccueel zien; echt zien is directe waarneming zoals we

hiervoor besproken hebben. Het is de feiten, de waar­

neming, de toestand zoals hij is onder ogen zien zonder

een goedprater, een controleur, zonder ze te rationalise­

ren of erover na te denken. Er is geen ziener in zien. Het

is een onmiddellijke apperceptie die optreedt wanneer

je niet langer probeert de feiten te ontlopen. Dan zijn

alle bezigheden in jou maar ben jij niet in de bezighe­den. Je hebt dan niet meer het gevoel dat je je verliest in

bezigheden, je voelt je er niet meer mee geïdentificeerd.

Bezigheden verliezen zich daarentegen in jou.

51

Page 28: Jean Klein - Ik ben

Als ik mediteer heb ik soms last van mijn ademhaling; ik voel die als iets campacts waarmee ik liever wil op­houden.

Je moet noch willen ademhalen noch willen ophou­den met ademhalen. Er moet geen enkele wil zijn. Kijk gewoon naar het komen en gaan van de adem zoals je naar een wolk of een vogel kijkt. Je zult zien dat je ademhaling vol spanning is. Door haar eenvoudig re laren functioneren zal je ademhaling een natuurlijke, organische beweging worden. Belangrijk is dat je komt tot dat moment waarop je jezelf voelt in het gewaar zijn. Gewaar zijn is luisteren, luisteren naar alles war zich voordoet, net zoals wanneer er veel verschillende geluiden zijn: dat er een kind speelt, een motor loopt,

een vogel zingt in een boom, en jij niet kiest russen deze geluiden of je erop concentreert. Je probeert noch ze te negeren noch aandacht re geven. Op deze manier kan wat je hoon zich niet in je vastzetten en zal de energie die meestal wordt gebruikt voor concentratie op iets, voor het willen beheersen van de ademhaling of het gehoorde geluid, tot zichzelf terugkeren en zul je het ware luisteren ervaren.

Is dit luisteren geen waarneming?

Nee, her is geen waarneming. Hoewel deze werkelijk­heid zichzelf kent, is het geen subject-object kennen. Luisteren, ongerichte aandacht, is het natuurlijke, aan­geboren functioneren van het brein.

52

Is luisteren dan hetzelfde als bewustzijn of is het een ui­ting van bewustzijn?

Luisteren is soortgelijk van aard als bewustzijn. On­voorwaardelijk luisteren is de meest subtiele functie. Wanneer her luisteren wordt volgehouden ontvouwt het zich in het bewustzijn.

Hoe kunnen we dit bewustzijn, deze stilte zijn en tege­

lijkertijd met iets bezig zijn waarvoor het geheugen, het hanteren van ideeën en andere vormen van aandacht no­dig zijn?

Al onze dagelijkse bezigheden vinden hun volle bete­kenis in zelfkennis, in dit bewustzijn, dat ook beant­

woordt aan al hun mogelijkheden. Als je eenmaal weet dat je dit gewaarzijn bent, vereenzelvig je je niet meer met de geest. Dan ervaar je een dynamische energie, ongeacht waar je mee bezig bent, maar zij zal geen drij­vende kracht meer zijn die door de wil gedomineerd wordt, die je aan een object bindt. Ook dit is een ui­ting van bewustzijn.

Hoe smaakt, hoe voelt zelfkennis? Ik neem aan dat ze niet helemaal smaakloos is?

Het Zelf kent zichzelf, uit zichzelf, zonder tussenkomst van enig middel. Het is niet te beschrijven omdat het zich niet leent voor vergelijking of aanvulling. Je kunt

het branden van wierook niet ruiken of het blad van

53

Page 29: Jean Klein - Ik ben

een plant zien zonder de overeenkomstige zintuigen re gebruiken, maar bewustzijn kent zichzelf terwijl de verschillende aspecten van manifestatie zich voordoen. Water wordt nier anders doordar er zoveel verschil­lende vissen in zwemmen, het is altijd water. Ik kan je nog een analogie noemen. Je proeft alleen de dingen die je in je mond hebt, maar de mond heeft zijn eigen smaak.

Misschien kun je de ware kijk op dingen niet he­lemaal begrijpen, omdat je er nog niet helemaal van overtuigd bene dat er buiten jou niets besraat op zich­zelf, dat alles zijn bestaan vindt in jou. Wat je ziet en doet zijn scheppingen van het moment. Alleen herin­nering creëert de illusie van continuïteit. Her is herin­nering die verkondigt dat jij hier gisteren of eergisteren

was.

Zouden we dan kunnen zeggen dat deze kennis honing is en dat we die tegelijkertijd proeven?

Kennen kent alleen zichzelf. Het is zich gewaar van de omgeving en zich regelijkerrijd gewaar dat het ge­waar is.

Mijn grootste struikelblok is de wereld van verschil die er is tussen de inzichten die ik krijg in meditatie en het feit dat alles vergeten is zodra ik aan mijn dagelijkse bezighe­den begin. Op het laatst begin ik me af te vragen waarom ik überhaupt mediteer, want een uur later ben ik alles vergeten en word ik opnieuw overspoeld door objecten.

54

Her probleem is dit: je voelt en ziet dar tijdens de me­dicatie je geest leeg is, en war je waarneemt is afwezig­heid van activiteit. Je kent deze afwezigheid, maar kent nog niet degene die haar kent. Als je bewust degene bent die haar kent, zul je het kennen zelf zijn, of de geest nu actief of passief is. Er zal dan geen verschil, geen verandering zijn. Vanaf dat moment zal dit ge­waarzijn een onwankelbare zekerheid zijn.

De torale leegte die je in de medicatie zult ervaren is in zeker opzicht nog steeds een object. Afwezigheid van denken impliceert altijd zijn eventuele comple­ment aanwezigheid van denken. Hoewel je dus een staat van diepe vrede voelt, vrij van activiteit, is het heel belangrijk deze lege staat, de lege geest, niet te be­nadrukken. Levende medicatie is nier de afwezigheid

van mentale activiteit, maar de 'ondersteuning' van activiteit en geen activiteit. Als je de nadruk legt op degene die de lege geest kent en niet op de lege geest zelf, zal deze leegte, dit oningevulde, op een dag ook verdwijnen en zul je opperste stilte ontmoeten. Deze stilte zal tijdens alle bezigheid blijven bestaan.

Tot nu toe heb je gekeken naar een tot rust geko­men geest, maar als er een vogel zou zingen of iemand zou praten, dan is je innerlijke stilte verbroken. Daar­om stel je deze vraag. Her is de aard van de geest om af en toe leeg re zijn; niettemin is hij niets dan een instrument.

Wát moeten we doen wannur er tijdens de meditatie sprake is van een poging iets te bereiken?

55

Page 30: Jean Klein - Ik ben

Observeer dar gewoon. De aandacht zal zich dan al

gauw verleggen naar her observeren en nier naar het object dat je observeert. Je zult aandacht zijn, aandacht

zonder object. Dit lijkt misschien een zinloze manier om over aandacht te praten omdat we gewend zijn

aandachtig te zijn voor iets. Maar zuivere aandacht kenr absoluut geen richting. Het is niet gericht op een object, het heeft geen enkele herinnering. Het is een­

voudigweg een grote alertheid.

U had het over geluid. Als er eenmaal geen nadruk meer op komt te liggen horen we het dan nog wel?

Zolang het kind huilt hoor je het omdat her oor nu

eenmaal hoort. Wanneer de nadruk nier meer op het

geluid ligt, dat wil zeggen, wanneer je je aandacht er

niet meer op richt, ervoor kiest, het benoemt, wat blijft

er dan over? De ingebouwde functie blijft bestaan, het is vibratie. Het specifieke geluid sterft volkomen uit en

wat overblijft is louter luisteren.

Trekken de zintuigen zich dan niet terug?

Helemaal niet. De zinruigen terugtrekken is een zaak

van de wil en eist diepe concentratie. Deze terugtrek­king is nog steeds uit op resultaat en bewaart de subject­objectdualiteit op een subtiel niveau. Je kunt nooit rot onvoorwaardelijk luisteren komen door terugtrekking.

Door ze terug te trekken kun je naruurlijk wel de

vibratie, de natuurlijke functie van de zintuigen uit-

56

sluiten. Het is een soort samadhi*, een ervaring die je

ingaat en weer verlaat. Maar waarom zou je dergelijke ervaringen najagen? Ze hebben niets met sahaja*'�� re

maken. Her woord meditatie is misbruikt door vele tradities, die heel veel technieken hebben roegepast.

Is het bewustzijn waarin manifestatie plaatsvindt één?

Vanuit dit standpunt kun je niet spreken van jij of ik. 'Jij' en 'ik' als lichaam en geest verschijnen en verdwijnen elk met hun eigen karakteristieken, maar ze zijn niets dan een

verzameling herinneringen die op zichzelf nier bestaan.

Ner zoals golven en schuim niets anders zijn dan de zee,

bestaan ze als afwnderlijke entiteiten slechts tijdelijk.

Kunnen we deze herinneringen niet aan de persoon toe­schrijven?

Zolang je jezelf beschouwt als 'een golf' of als 'het

schuim' kun je deze waarheid niet zien. Alles wat ik je

vraag is om op te houden jezelf ermee te identificeren. Dan zul je weten wat je echt bent: 'de zee.'

Maar verhoedt dit niet dat we de golven zien, kunnen we ze zien en toch weten dat we de zee zijn?

Pas als men alles ziet vanuit het standpunt van de zee,

kan men spreken van golven en schuim, want dan zijn

• Samadhi - Gelukzalige sraar

.. Sahaja- Naruurlijke sraar

57

Page 31: Jean Klein - Ik ben

het echt golven en schuim. Ze staan niet op zichzelf,

het zijn geen afZonderlijke projecties van de herinne­

ring meer. Ze krijgen hun ware betekenis en ware rela­

tie als manifestaties van het geheel.

Hebben we in het dagelijks leven geen geheugen nodig?

Nee, de situatie verschaft altijd de passende houding, niet het geheugen. Jij bent de eigenaar van alle herin­

neringen, maar je bent die herinneringen niet. Je moet je realiseren dat je nu alleen maar een verzameling con­

venties, gewoonten bent, wat de maatschappij van jou

heeft gemaakt. Als je die allemaal kwijt bent, zul je

beseffen dat het verdedigingsmechanismen en agres­

sieve gedragingen waren, met als enig doel dit ego dat

gewoon niet bestaat, in stand te houden. Dan komt

het echte Zelf tevoorschijn. Dit is geen deel van de herinnering. Het is er omdat het er is. Zie dit! Luister!

Je bent die herinnering niet. Leer die momenten ken­nen waarop je niets bent; je zult een enorme vrijheid

voelen! Dan is alles mogelijk.

Is er een tussenstaat tussen herinnering en vrijheid?

Nee, halverwege bestaat niet. In de stilte waarover we

praten zijn we onvoorwaardelijk vrij. In deze stilte zijn

we strikt gesproken niets. Herinnering komt alleen tussenbeide wanneer we menen dat we iemand zijn.

Wanneer we niets zijn, is alles mogelijk. Deze vrijheid

heeft zijn eigen unieke smaak; zij is niet het gevolg van

58

een politiek of sociaal standpunt; die komen er juist

uit voort. Zolang je dit zelf niet ervaren hebt, is er geen vrijheid, in politieke noch in sociale zin; er is slechts

dictatuur.

Is er enig verschil tussen deze vrijheid en genade?

Vrijheid is genade en genade is vrijheid.

Is deze genade blijvend?

Genade is er altijd geweest en is er altijd. Zij wacht tot

ze verwelkomd wordt. Wanneer er genade is gekomen, kunnen we niet meer spreken van genade, anders blijft

het een idee. We kunnen alleen zeggen dat ze het wer­

kelijk leven in het moment is. Daarin schuilt vreugde,

totale zekerheid zonder oorzaak, want dit leven in het

tijdloze moment is zonder oorzaak.

Maar het is louter kwelling om hierover gehoord te heb­

ben zonder er naar te kunnen leven!

Dit idee dat jij hebt van kwelling is het enige struikel­

blok voor die ervaring.

�nneer ik deze ervaring omzet in een idee, wanneer ik het objectiveer, vergeet ik de waarheid en keer ik terug naar de verwarring van het leven. Het is onbegrijpelijk

voor mij dat dit zou kunnen gebeuren, maar ik heb het gevoel dat het zo is.

59

Page 32: Jean Klein - Ik ben

Het is het karakter van waarheid dat het zich als een object manifesteert, maar aangezien het object ontstaat uit waarheid, bewaart de zoeker intuïtief kennis van zijn oorsprong. Doordat hij die kent is de zoeker niet meer afgeleid maar gefocust op waarheid, en de voor­smaak van werkelijkheid is heel sterk. Dit inzicht zorgt voor loslaten, op je schreden terugkeren, dat leidt tot zuiver bewustzijn, tot je moeiteloze zijn.

60

Hij die ernaar verlangt zijn ware aard re kennen moet eerst zijn verkeerde identificatie met objec­

ten begrijpen: 'Dit ben ik,' 'Dat ben ik.' Alle identifi­caties, iedere staat is voorbijgaand en daardoor onwaar. Het 'ik' met het een of ander identificeren is de oorzaak van onwetendheid. Stel jezelf de vraag wat door alle le­vensstadia heen blijvend is. Het zal blijken dat er op de vraag 'Wie ben ik?' geen antwoord is. Je kunt niet erva­ren wat blijvend is in een subject-objecrrelatie, als iets waarneembaars. Je kunt alleen formuleren en verklaren wat je niet bent. War je fundamenteel en altijd door bent kan niet onder woorden gebracht of beredeneerd worden. Zijn is non-duaal, absoluut en constant, im­mer aanwezig ongeacht de omstandigheden.

Wanneer we kijken naar de kennende als onaf­hankelijk van kennis, blijkt hij louter getuige te zijn.

61

Page 33: Jean Klein - Ik ben

Wanneer kennis en kennende één zijn, is er geen plaats meer voor een getuige.

Alle verbeelding is onwerkelijk, gebaseerd op her­innering. Maar alles wat niet voorzien is, alles wat onverwacht is, wat zorgt voor verwondering, verba­zing, komt voort uit de levende werkelijkheid. Het zoeken naar genot, naar bevrediging, is geboren uit lijden, uit herinnering. Verwelkom het leven zoals het komt; leg de nadruk niet op de wereld, maar verander je houding ertegenover. Jouw idee van de wereld, van de maatschappij, stamt uit het geloof dat je een afz.onderlijk ego bent. Wees je totaliteit en de wereld zal veranderen. Oe wereld is niet anders dan jij. De wereld zit in jou; de maatschappij begint bij jou.

U zegt dat we niet moeten proberen de wereld te verande­ren maar dat we onze houding ertegenover kunnen veran­deren. Is dit wat u bedoelt wanneer u zegt dat het bestaan de film is maar dat wij niet de film zijn, dat wij het licht zijn dat de film zichtbaar maakt?

Ja. Jij kunr de film niet veranderen, want alle pogingen tot verandering horen bij de Hlm.

Identificatie met je lichaam en je karakter bindt je, maakt je afhankelijk. Onze zimuiglijke waarnemingen zijn opgebouwd door herinnering en impliceren een kenner. We moeten de aard van de kenner goed bestu­deren. Dit vereist al onze aandacht, al onze liefde. Zo zul je ontdekken wat je werkelijk bent. Dit is de enige

62

sadhana. Het gewaarzijn van het Zelf integreren is vrij­heid. Het Zelf zorgt overal voor.

Beelden verschijnen en verdwijnen in de spiegel van bewustzijn, en herinnering creëert de illusie van con­tinuïteit. Herinnering is maar een manier van denken, ze is louter voorbijgaand. Op een dergelijke onsolide basis bouwen we een hele wereld van personages. Deze illusie verhindert helder zien.

Het streven naar verbetering of vooruitgang brengt ons nog meer in verwarring. Uiterlijkheden kunnen ons laten geloven dat we een staat van stabiliteit heb­ben bereikt, dat er veranderingen plaatsvinden, dat we vooruit gaan en op de drempel van genade staan. Maar feitelijk is er niets veranderd. We hebben onze meubels slechts verplaatst. Al deze activiteit vindt plaats in het denken, het is een hersenspinsel.

Het is allemaal veel eenvoudiger. Waarom zou je het zo ingewikkeld maken? Wat je fundamenteel bent is al­tijd hier, altijd volledig. Het heeft geen zuivering nodig. Het verandert nooit. Voor het Zelf is er geen duister­nis. Je kunt waarheid niet ontdekken of worden, want je bent waarheid. Er valt niets te doen om die dichterbij te brengen, er valt niets te leren. Je hoeft alleen maar te zien dat je voortdurend probeen om wat je bent te ontlopen. Hou op tijd en energie te verspillen door te projecteren. Leef dit ophouden, niet lui en passief, maar leef de alertheid die het ophouden met verwachten en hopen kenmerkt. Ook dit is je sadhana.

Er is geen ruimte voor verbetering in de werkelijk­heid. Zij is volmaaktheid zelf. Hoe zou je er in vredes-

63

Page 34: Jean Klein - Ik ben

naam dichterbij kunnen komen? Er is geen methode

om haar te benaderen.

Is het niet fatalistisch om te zeggen dat we de film niet kunnen veranderen?

Fatalistisch betekent dat je je identificeert met de film

en je eraan overgeeft. Maar de film gaat verder, eer­

wijl jij toekijkt. Jezelf buiten de film plaatsen zal je een

nieuwe kijk geven op wat de film eigenlijk is. Vanuit deze universele, onbegrensde manier van kijken, die

geen gezichtspunt meer is, die niet in tijd of ruimte

plaatsvindt, gebeurt alles in volmaakte gelijktijdigheid.

Daarom valt er niets te veranderen.

Om terug te komen op om eerdere gesprek, u zei dat de wereld verandert wanneer mijn waarneming ervan ver­andert. Hoe kan dat?

Iemand die tot volle wasdom is gekomen, die zich be­

wust is wie en wat hij is, zal zich niet altijd conforme­

ren aan de sociale conventies. Zo iemand zal handelen

op het juiste moment zoals de situatie voorschrijft,

zonder dat er iemand ook maar enigszins gehinderd

wordt. Als jouw daden door je verlangens gedicteerd

worden, heb je geen enkele vrijheid. Aan de andere

kant doe je wat juist is, als je doet waar de situatie om

vraagt, en dan zijn jij en je omgeving vrij.

De wijze heeft niet het minste idee dat hij iemand is wanneer hij handelt, voelt, denkt. Het ego is totaal

64

afwezig. Het ego zelf is niet meer dan een gedachte en

er kunnen twee gedachten regelijk bestaan, dus vindt identificatie met her ego alleen plaats als de gedachte

aan het object is verdwenen. Dan eist het deze gedach­

te op als de zijne. Her gevoel van eigendom, 'dit heb fk gezien, die heb Ik gedaan,' komt achteraf en heeft niets

met het feit te maken. Als dit mechanisme je eenmaal

duidelijk is, besef je dat de identificatie die je vroe­

ger voor waar hield maar een illusie is. Je bent meester

noch slaaf van de situatie. Je ware aard oversrijgt het.

Stil gewaarzijn is geen staat maar het continuüm waar­in alle staten, alle dingen verschijnen en verdwijnen.

De woorden waarvan we ons in de waaktoestand be­

dienen om over de non-staat re praten zijn een uiting

van dit gewaarzijn. Wanneer we leven in gewaarzijn is

alles een uiting van gewaarzijn.

De wereld die je waarneemt is niets anders dan een hersenspinsel gebaseerd op herinnering, angst, be­

zorgdheid en verlangen. Je hebt je in deze wereld inge­

sloten. Zie dit zonder conclusies te trekken en je zult

vrij zijn. Het is absoluut niet nodig dar je je bevrijdt uit

een wereld die slechts in je verbeelding bestaat.

Wat je voor de werkelijkheid aanziet is slechts een idee dar oprijst uit je herinnering. Herinnering ont­

staat uit de geest, de geest uit de getuige, de getuige

uit her Zelf Jij bent de getuige, de roeschouwer die

aan de oever staat en de rivier voorbij ziet stromen. Je

beweegt niet, je bent onveranderlijk, voorbij de beper­

kingen van tijd en ruimte. Je kunt niet waarnemen wat

blijvend is, omdat jij dat bent.

65

Page 35: Jean Klein - Ik ben

Koester niet de ideeën die je om je heen hebt opge­bouwd noch het beeld dat mensen van je hebben. Wees noch iemand noch iets, blijf vrij van de eisen van de maatschappij. Speel haar spel niet mee. Dit zal je bevestigen in je autonomie.

Het voorbeeld, zo vaak in vedanta genoemd, van de slang en het stuk touw, verwijst naar de wereld aan de ene en de uiteindelijke waarheid aan de andere kant. De slang vertegenwoordigt de wereld van de dingen waarin we personen, gedachten en gevoel vinden; het touw vertegenwoordigt de uiteindelijke werkelijkheid, stil gewaarzijn. Zodra we het touw niet meer voor een slang aanzien, valt het idee van de slang weg en zien we het touw voor wat het werkelijk is. Het is volstrekt natuurlijk dat vergissingen hun essentie verliezen en

verdwijnen wanneer de waarheid evidem wordt. Aan­gezien het denken een onafscheidelijk onderdeel is van de illusie, kan het onmogelijk de uiteindelijke werke­lijkheid aan ons openbaren. 'Isheid', aanwezigheid, die de bron is van alle ervaring, overstijgt de dualiteit van waarnemer/waargenomen. Wanneer het accent ligt op gewaar zijn en niet op het denken of op waarneming, raken we langzamerhand diep omspannen, zowel op het neuromusculaire als op het mentale vlak.

Als we belangeloos het opkomen en verdwijnen van alle toestanden die we ervaren observeren, komen we al gauw tot het besef dat elke toestand, elke waarne­ming, elke gedachte weer opgenomen wordt in een onuitgesproken weten, weten als zijn, als wezen. Dit, het continuüm, de enige werkelijkheid, is er voordat

66

activiteit begint. Laat je diep in deze stilte zinken, zo

vaak zij zich laat voelen. Je kunt niet verwachten dar de werkelijkheid ver­

schijnt, want ze is er altijd. Gebeurtenissen komen en gaan. Vergeet nooit her voorbijgaande karakter van ie­dere ervaring, dit is alles wat je hoeft te doen en de deur naar genade zal voor je opengaan. Zodra menin­gen en reacties als 'hier hou ik van, hier hou ik nier van' tussenbeide komen, ben je vervallen tot de eigen gewoonte, weef je een web om jezelf en verlies je je ware aard uit het oog. Gevoelens van voorkeur en af­keer maken dat je je van het Zelf afwendt. Je ideeën van verandering, vooruitgang, beter en slechter zijn fragmentarisch en persoonlijk. Wanneer je vanuit heel­heid naar de wereld kijkt zal de wereld veranderen in

jou. Jij bent de wereld.

Is de vrijheid van denken die ik in de meditatie ervaar dicht bij mijn ware aard? Is het dezelfde stilte als die waarover u spreekt?

In wat gewoonlijk meditatie wordt genoemd, tracht je je van alle bedoelingen en ideeën te bevrijden. Zo

bevind je je voor een scherm dat vrij is van gedach­ten, objectieve of subjectieve. Na je bevrijd te hebben van deze gedachten verschijnen er andere, meer op­standige, die je lukraak belagen en die jij weer uitbant. Het is waar dat, als je dit een tijdlang hebt geoefend, de mentale activiteit afneemt. Maar, als de zoeker niet begeleid wordt door een waarachtige leraar zal dit lege

67

Page 36: Jean Klein - Ik ben

scherm altijd een mysterie blijven. Her stille gewaar­zijn waarover we praten overstijgt de afwezigheid of aanwezigheid van gedachten, woorden, activiteit of passiviteit. Deze ontstaan uit en worden weer opgeno­men in stilte voorbij de geest, stilte voorbij vrij zijn van denken. Hoegenaamd niets kan deze kalmte aantasten. Objectieve kennis wordt waargenomen doormiddel van het betreffende orgaan in het lichaam, maar stil gewaarzijn heeft geen middel nodig.

Zijn conflict en oorlog onvermijdelijke kenmerken van de mens?

Conflict is een kenmerk van het individu, niet van de mens. In je ware aard die één is, is geen conflict moge­lijk. Inspanning, wedijver en agressie betreffen alleen de persoon. Stel jezelf de vraag hoezeer je eigenlijk de slaaf bent van je meningen en gewoonten, die de bron zijn van eeuwige strijd. Observeer hoe je geest werkt, kijk hoe hij functioneert, kijk zonder vooropgezette ideeën. Er zal een moment komen waarop je jezelf ontdekt in het kijken, niet in de geest. En dan, wan­neer ieder streven is opgelost, zul je beseffen dat je het licht bent dat zelfs boven de beschouwer uitstijgt. De werkelijkheid is geen product van de geest noch het resultaat van een hele reeks gedachten, het Is gewoon. Je moet beseffen dat je je ware zelf nooit door waarne­ming kunt vinden. De enige methode die we kunnen aanraden is om zonder te analyseren te observeren hoe je geest in verschillende omstandigheden van het da-

68

gelijkse leven reageerr. Verander je leven niet op grond van een idee. Leef zoals tevoren, door te denken en te voelen; word je er alleen van bewust dat het gewoon functies zijn, op die manier zul je er vanzelf van losko­men. Dan zal wat je als je persoonlijkheid beschouwt verdwijnen en alleen de getuige overblijven. Ten sloree zal ook deze zich verliezen in het hoogste weten.

Wat onverwachts opwelt, spontaan, zonder enige oorzaak, vrij van het verleden; wat ontstaat zonder wortels, en bloeit noch verwelkt; wat het meest na­tuurlijk is, vrij van spanning, is het Zelf

69

Page 37: Jean Klein - Ik ben

Het levende 'ik ken', omdat het kennen is, ont­

trekt zich volledig aan de herinnering. Je kunt je alleen herinneren wat je op een gegeven moment feite­

lijk begrepen hebt op mentaal vlak, dat wil zeggen, een ervaring. Maar het leven zelf is niet gebonden aan tijd

en ruimte, het is niet ervaring, niet objectiveerbaar. Le­

ven helemaal los van de greep van het denken is non­

duaal, louter zijn. De ware leraar die het leven kent,

staat boven wat hij leert. Het Zelf kennen, kennen

zijn, kan niet alleen in taal gecommuniceerd worden. Het onderricht is maar een 'voorwendsel' om de leer­

ling tOt een nieuwe kwaliteit van luisteren te brengen,

luisteren dat totaal open is, ontvankelijk en zonder

enig idee of verwachting. Deze openheid is de eigen ware aard van de leerling: stil zijn, hoogste kennis. Het

onderricht hoort nooit een houvast te bieden aan enige

71

Page 38: Jean Klein - Ik ben

fysieke of psychische fixatie. Wanneer de leraar vrij is van leraarschap, wijst het onderricht, al is dat in tijd en ruimte, standvastig naar het ware wezen, het domein waaruit het onderricht ontstaat. De zogenaamde leraar helpt de zogenaamde leerling zich te bevrijden van li­chamelijke en geestelijke patronen, en laat hem zo zijn echte autonomie en ultieme zekerheid, de constante non-staat vinden.

Objectief dingen leren is altijd een fragmentarisch proces. Oe goeroe geeft de kennis van de waarheid in zijn totaliteit door, want hij is één met zijn onderricht. Eenvoudig door zijn of haar aanwezigheid helpt de leraar, omdat deze aanwezigheid de zoeker herinnert aan zijn eigen aanwezigheid, die hij gemeen heeft met de leraar en waarin het hele bestaan verschijnt. Onop­

zettelijke herinneringen aan de totaliteit komen zo tot stand waartoe de leerling zich aangetrokken zal voelen. Wat bewust geleefd is in de aanwezigheid van de leraar zal zich vernieuwen. Blijvend in de werkelijkheid ko­men is onmiddellijk; de reorganisatie van het lichaam­geestmechanisme is een kwestie van tijd.

Als ik het goed begrijp, wijst het onderricht van de goeroe naar ons ware Zelf en geeft ons daarmee veel herinne­ringen mee aan wat er in zijn aanwezigheid plaatsvond. Woorden zijn slechts een opstapje en zullen spoedig weg­sterven en daarmee stilte zonder objecten, volledigheid, het Zelf openbaren.

Helemaal juist.

72

�t is de jtûste manier om naar de goeroe te luisteren wanneer hij praat over het spirituele perspectief

De leerling moet alles wat de leraar hem vertelt totaal aanvaarden. Dit houdt in dat hij volkomen vrij is van elk vooropgezet idee, manier van denken of geloof. Zijn geest is totaal open. Gedurende het onderricht zal zijn innerlijke natuur zich doen voelen, aangezien wat hij niet is steeds duidelijker zal worden en uitgebannen wordt.

Wát is het voornaamste obstakel voor vervulling?

Het voornaamste obstakel voor de vervulling van ons potentieel is het idee van een ik. Het is niets dan een hersenspinsel dat in het leven wordt geroepen door de herinnering en door de sociale context waarin we ons bevinden.

Het is een feit dat als een voorwerp waarnaar ver­langd wordt eenmaal verkregen is, er een kort moment zonder verlangen is, een ogenblik zonder enig plan, zonder her ik, de kennende en het gekende. Pas later legt het ik een claim op deze ervaring en transformeert het tot 'ik ben gelukkig,' rot een subjecr-objectrelatie. Het ik is nooit aanwezig, maar bestaat uit herinnering en gebruikt herinnering zo om te bestaan. Hoewel er dus geen ik is op het moment van de ervaring, geen subject-objectrelatie, schrijft het geheugen de oorzaak van dit wonder om zonder verlangen te zijn toe aan een object, en versterkt daardoor her hele proces dat ons vervulling doet zoeken in dingen.

73

Page 39: Jean Klein - Ik ben

Maar als het ego doorgaans eenheid tenietdoet, waar komt het verlangen naar vervuiling, naar verlangenloos­

heid dan vandaan?

Als her ego maar enigszins van zijn bron gescheiden wordt, hunken het ernaar die weer te vinden. Deze zoektocht komt voort uit de herinnering aan eenheid en overvloed. Zoals elke ervaring voortvloeit uit de niet­ervaring die ons ware wezen is, draagt het ik ook de geur van zijn bron. Deze herinnering wordt gewekt door die momenten van verlangenloosheid en in de diepe slaap. Het ego is zo voortdurend in conflict, tegelijkertijd ver­langend naar zijn eigen vergetelheid in eenheid én door­gaans juist vechtend voor zijn bestaan.

Het zich herinneren dat het object de oorzaak van

het wonder was, versterkt de subject-objectrelatie waarin het ik koning is. Inzien dat het object alleen maar een verwijzing is naar het object-loze verplaatst de nadruk die er op gelegd is. Dit brengt een grondige bewustwording teweeg, een voorgevoel van heelheid

dat samen met het ego oplost, waardoor spontaan her Zelf geopenbaard wordt.

Hoe kunnen we ons verlossen van het idee van het ego?

In ons zit het diepgewortelde geloof, gebaseerd op il­lusie, dat alle objecten en onze omgeving gescheiden van ons, buiten ons zijn. Toch idenriflceren we ons met lichaam, zintuigen en geest, en scheppen een af­zonderlijke wereld van ik en jij. In het begin helpt het

74

om ons geloof zo groot mogelijk re maken en onze gevoelens, ons lichaam, onze gedachten enzovoort re zien als objecten zoals andere, een boom, een paard,

een vogel. Dit schept wat ruimte in de irrationele, ge­spannen relatie die we met lichaam en geest hebben. We gaan inzien dat onze gedachten, de ik-gedachte, emoties, voorkeur en afkeer alle evenzeer waarneemba­re objecten zin. Dit standpunt maakt dat we spomaan beseffen dar wij de kennende zijn, en verliest de notie een persoonlijke entiteit te zijn iedere betekenis.

De opvatting van onze omgeving als een massa objecten zal omgevormd worden. Het object is naar waarheid geen object meer; van nu af is het een uit­

breiding, een uiting van de kennende, bewustzijn. Die is het gevolg van een totaal inzicht dat in een ogenblik

omstaat. Dit is een geheel andere ervaring dan het ana­lytische proces dat stap voor stap vordert.

Kan dit inzicht elk moment ontstaan?

Deze flits van inzicht kan op elk moment gebeuren, hetzij in de waaktoestand, hetzij in de droomstaat of wanneer je van de diepe slaap in de waakeoestand komt. Alleen hierdoor verdwijnen alle vaste patronen

en gaan ze op in het geheel. Voor de meeste mensen is aandacht alleen te begrij­

pen als concenrrarie die op iets gericht is, of als voort­

komend uit de aantrekkingskracht van een voorwerp. De nadruk die we leggen op het voorwerp dat ons belang inboezemt schept de illusie van continuïteit.

75

Page 40: Jean Klein - Ik ben

Door nier-gerichte aandacht kan het object versmelten met stilte, het ultieme non-duale bewustzijn, dat de achtergrond is van alle ogenschijnlijke dualiteit.

Totaal inzicht is ogenblikkelijk en laat geen enkele ruimte voor een vraag of interpretatie. In deze flits van helder-zien worden tijd en ruimte opgeheven. Kiezen rus­

sen lang en kort, goed en kwaad, is een conceptueel pro­ces, te wijten aan onze identificatie met de materiële kant van de dingen, het lichaam. Inzicht is van andere aard, het stijgt uit boven tegenstelling en complementariteit. Alleen dit totale kennen kan alle conditionering oplossen.

Vtzn spirituele zaken gesproken, wat is uw idee van God?

Her is een concept.

Wát is een concept?

Een idee of een gedachte.

En wat is een gedachte?

Een beeld opgeroepen door visuele, auditieve of ge­voelsherinnering, een object.

Zijn alle gedachten objecten?

Ja, behalve de gedachte 'ik ben', die geen stoffelijke inhoud heeft en rechtstreeks uit niet objectiveerbaar leven ontstaat.

76

Hoe kan ik tot deze ervaring komen?

Zij overstijgt rijd en ruimte en kan nier ervaren wor­den.

Kunt u hier meer over zeggen, zodat ik het uiteindelijk zou kunnen begrijpen?

Ga weg van overtuigingen, ideeën en concepten naar wat her dichtst bij je is, je lichamelijke en psychische staat op dit moment. Je omgeving begint bij je lichaam, je vitali­teit. War zich spontaan aandient moer aanvaard worden als een geheel (aanvaard wil zeggen: los van de wil, wc hebben het nu niet over de tegenstellingen acceptatie en weigering). Veroordelen of weigeren zal je niet vrij ma­

ken; in tegendeel, die drukken je slechts omlaag, zetten je gevangen. Je kunt alleen feiten zien als niemand kiest, en alleen door de feiten kun je de totale vrijheid vinden.

Wanneer je luistert ronder aanvallend te zijn of je re verzetten, wordt je hele lichaam dit luisteren, dat nier beperkt blijft tot de oren. Alles om je heen wordt in dit alomvattende luisteren opgenomen, en uiteindelijk is er geen luisteraar meer of iemand naar wie geluisterd wordt. Je bevindt je dan op de drempel van non-dua­liteit. Je hebt de ideeën achter je gelaten. Praat er niet alleen over, leef er naar.

Als ik het goed begrepen heb, is leven wat er over is nadat het hele denken tot stilstand is gekomen, wanneer alle ge­waarwordingen zijn weggezakt.

77

Page 41: Jean Klein - Ik ben

Je manier van denken is vol van oordelen. Leven is een absoluut niet-objectiveerbaar continuüm, een immer aanwezig nu. Alle denken, voelen en gewaarworden ont­staan spontaan uit dit leven. Bewustzijn is niet afhanke­lijk van de afwezigheid van denken of voelen. Benadruk niet de afwezigheid van objecten. Benadruk alleen de aanwezigheid van bewustzijn, van leven. Bewustzijn is er in afwezigheid en aanwezigheid van denken en voelen.

l%t zijn in dit geval de wereld en de objecten die om omringen?

Wanneer het lichaam 's morgens ontwaakt, verschijnt de wereld. Die wordt waargenomen door de vijf zinrui­gen en geformuleerd door het zesde zintuig, het brein.

Er zijn oneindig veel vormen en namen, maar buiten het bewustzijn bestaan ze niet. Om her zen-gezegde te parafraseren: eerst zijn er conceptuele bergen, dan zijn er geen concepten en dan zijn er echte bergen.

Huft de relatie tussen het ik en de wereld enige beteke­nis?

Er is geen doel. God is volmaaktheid en niet re verbe­teren. Als we in termen van een doel willen praten, zijn de wereld en objecten er alleen om het uiteindelijke subject, 'ik ben', re openbaren.

Is God hetzelfde voor u als bewustzijn? Is om natuurlijke wezen God?

78

Ja. Er zijn geen twee. In onze afwezigheid als iemand is er God. Deze afwezigheid is ook van God. Er is al­leen God.

79

Page 42: Jean Klein - Ik ben

"'\VJi j ontmoeten elkaar hier allemaal, maar in wer­W keiijkbeid ontmoeten we slechts onszelf. Bij

een bijeenkomst van persoonlijkheden is er slechrs sprake van eisen, vragen, her verlangen om het gevoel van isolement en onzekerheid dat het ego altijd heeft, te overwinnen. Zogenaamde liefde en welwillendheid russen persoonlijkheden, tussen objecten, komt altijd voort uit onzekerheid en de behoefte aan zekerheid. Echt contact wordt er gemaakt zodra er niemand is om te ontmoeten, op een plaats die niet in tijd en ruimte is te plaatsen.

We wisselen ideeën uit om te weten wat ze waard zijn, om de juiste manier te vinden om de dingen te zien, maar onder geen beding proberen we onszelf in relatie tot een gedachte of een projectie te situeren. Ei­genlijk is het een vorm van hogere rede die bedoeld

81

Page 43: Jean Klein - Ik ben

is om zijn eigen uitroeiing tot stand te brengen, zo­dat je vroeg of laat merkt dar er geen ruimte is voor eigen identiteit. Dan wordt alles wat voorafging aan het levende kennen geheel en al uitgewist. Er blijft al­leen een diepe innerlijke vrede over, vrij van strijd en problemen, waaraan niets toegevoegd en waarvan niets afgetrokken hoeft te worden. In diréé n-zijn is er geen enkel verschil russen jou en mij. Maar je huidige siru­atie is dat je je gedachten, je emoties en gevoelens kent,

maar niet degene die ze kent. Dit is her enige verschil tussen ons nu.

Het antwoord, gegeven door iemand die weet dat hij is, is nooit ontleend aan herinnering. Elk wezen­lijk antwoord vloeit voort uit deze kennis omtrent zijn zijn. Verwelkom het antwoord met bewuste aandacht

en vergeet het dan. Het is essentieel dat we het ge­sproken woord loslaten zodat de essentie erachter bij

de vraagsteller plotseling tot leven kan komen. Bij het nadenken over de uitspraken van de goeroe herinner je je die, niet zozeer vanuit het denken maar vanuit de Waarheid waaruit ze ontstaan. Het is niet de woorde­lijke tekst die transformerende kracht heeft, maar de bron waaruit de woorden komen, en waarmee ze door­desemd zijn.

Is het net als wanneer je ver van je geliefde bent en je de drang voelt bij haar te zijn en er een sterk verlangen is om alleen te zijn, ergens rustig te gaan wandelen, weg te zijn van de het drukke dagelijkse bestaan? je hebt het sterke verlangen op te gaan in liefde.

82

Dat is perfect zolang je je niet fixeert op de fysieke aanwezigheid.

Maar is het niet belangrijk de woorden met het intellect te begrijpen?

Als je mentaal actief blijft, als je probeert alles op het mentale vlak te begrijpen, kan het ware antwoord jou niet vinden. Alleen wanneer het denken oplost, komt het ware antwoord tot leven. Proberen de woorden

te evalueren met je kennis houdt je slechts vast in de vraag. We moeten nauwkeurig onderscheid maken tussen vragen op basis van herinnering, van het verle­den, en die vragen die opborrelen op het moment zelf

en vrij zijn van informatie uit de tweede hand. Derge­

lijke creatieve vragen bevatten reeds het zaad van het antwoord. Wanneer we de vraag stellen weren we her antwoord nog niet, maar we voelen intuïtief dat het heel dichtbij is.

Blijkbaar zijn voor velen van ons hier de woorden nog niet duidelijk. Ik zie mensen om u heen zitten met een glimlach op hun gezicht die geen vragen hebben. Wáar zijn die?

Ze zijn verzwolgen door gevoel, door een bepaalde staat, en voelen zich in de ezelstal. Bepaalde mensen moeten in de stal zijn om de weg naar buiten te pe­ren kennen. Op een dag zullen ze deze sraat objectief bekijken en weten dat zij, degenen die zien, eruit zijn.

83

Page 44: Jean Klein - Ik ben

Hetzelfde proces geldt voor intellectuelen die opgeslo­

ten zinen in concepten en ideeën. Op het moment dat ze de situatie zien, weten ze duidelijk dat de ziener uit

zijn kooi is. Inzicht moet helder geformuleerd zijn in het intel­

lect. Een helder intellect bevrijdt je van de grip van een of andere staat en van projectie. Op een bepaald punt geeft het intellect zich spontaan over aan het kennen

dat hij is, en heb je gemoedsrust.

U zegt dat we wij het formuleren van vragen en het luis­teren naar antwoorden niet moeten analyséren, evalue­ren of interpreteren. Ik vind dat het natuurlijke intellect hiermet ontkend wordt en een staat van passief niet-on­derzoeken teweegbrengt. Wát is precies de functie van het

intellect bij het vragen en luisteren?

Bij het luisteren gaat het antwoord door het intellect,

maar blijf jij er niet in steken. Het gezegde gaat met­een naar het begrijpen. Het intellect moet de woorden

begrijpen, de symbolen, en tot een soort heldere, ge­

ometrische voorstelling komen van datgene waarnaar

zij verwijzen. Maar tegelijkertijd kent het intellect zijn grenzen, dat beperkt wordt door de voorstelling, en

dan lost de voorstelling op en blijft alleen de essentie over. Laten wc het duidelijker maken: Als ik 'peer' zeg,

kun je daar niet aan denken zonder hem mentaal of

zintuiglijk weer te geven. Maar als we praten over 'die­pe vrede' of 'onvoorwaardelijke liefde' laat je spontaan het weergeven ervan achterwege en kom je bij gevoel

84

dat alle ideeën laat oplossen. De leraar gebruikt woor­den alleen om de leerling te helpen tot dit oplossen van ideeën te komen, zodat wat er over is alleen vrede of liefde is.

Brengt de leraar ons altijd op de een of andere manier te­rug naar voorstellingloosheid, ongeacht wat de vraag is?

Ja. De leraar kan in bepaalde omstandigheden stil blij­ven. De stilte, het zijn, geeft geen houvast om je iets

voor te stellen, om het een of ander te zijn. De woorden

wijzen voorbij denken, zintuigen en gevoel. Je weet hoe verschillende woorden je treffen: tafel, vork of tas blij­ven eenvoudig voor te stellen, maar echtgenote, min­naar, kind, stiefvader, oorlog, dood, mijn land hebben

allemaal een sterke, emotionele impact. De woorden

van de goeroe zijn noch voor het gebied van de voor­stelling noch voor dat van de psyche, en zouden nooit

op dat niveau moeten blijven. Pas als ze oplossen in het luisteren kunnen ze hun uitwerking hebben.

Dus als iemand uw woorden niet begrijpt of ze vergeet, kunnen ze toch van nut zijn?

Wanneer je noch probeert je ze te herinneren noch te vergeten, wanneer je geen enkele persoonlijke relatie tot de woorden hebt, kunnen ze effectief zijn. De geur

van de woorden zal weer tot je komen op een bepaald moment. Probeer ze je niet te herinneren, maar laat je

eraan herinnerd worden.

85

Page 45: Jean Klein - Ik ben

En als ik nüt begrijp wat u zegt?

Wanneer je zegt 'ik begrijp' heb je het nier begrepen,

her enige dat je hebt gedaan is de woorden interprere­ren volgens je inteUectuele raamwerk en vermogens.

Inzicht komt niet op her memale niveau. Oir wil nier zeggen dar het intellect slaperig of pas­

sief moet zijn. Integendeel, een heldere geest is essenti­eel om niet in emotionele of psychische toestanden te

vervallen.

Wát mij dwars zit en wat ik zie als een Catch-22 van leraren op het spirituele pad is dat ze je per definitie naar jezelf terugverwijzen. Alles wat lijkt op onjuist onderricht of gedrag wordt goedgepraat als gebrek aan inzicht van de kant van de leerling. Op deze manier houden veel valse profeten een groot publiek. Hoe kunnen we de ware lera­ren en de valse uit elkaar houden? En zijn twijfel en onze eigen intuïtie niet wezenlijke instrumenten om daarover te kunnen oordelen?

Mijn eerste reactie is als een leraar zegt: 'Jij bent niet ... ',

dat hij zich onderscheidt van de leerling, hem maakt

tot iets anders. De zogenaamde Ieraar legt nooit de nadruk op her

nier-weten, omdat er in werkelijkheid niets valt te we­

ten. Tot op zekere hoogte moer de leerling de Ieraar

vertrouwen en zijn advies volgen, dat wil zeggen hij

moet zorgen dat de informatie zijn eigen informatie

is, uit de eerste hand. Hij hoort snel momenten van

86

helderheid re bereiken die hem ervan overtuigen dar

hij de waarheid heeft gevonden. Hij moet zich meer autonoom voelen. Zo niet, dan moet hij niet blijven om secundaire redenen, om compensaties.

Echte twijfel is wanneer je momenten van waarheid

kent, van geen twijfel, en vervolgens terugvalt in de

oude patronen. Stel jezelf de vraag: 'Wie twijfelt er?'

en leef ermee.

Hoe komt het dat ik zo'n sterk voorgevoel heb van waar­heid, maar het niet voortdurend kan zijn?

Wees je gewaar van het precieze moment waarop je

eruit gaar en je zult het mechanisme en de omstandig­heden ontdekken waarom je eruit gaar. Je bent er zo

aan gewend jezelf als middelpunt te voelen, dat deze

gewoonte je doet verkrampen rot minder dan je heel­

heid. Je keert je af van een wijds niets om een klein iets

te kunnen worden. Je keert je af van je Afwezigheid

om een aanwezigheid te scheppen.

Maar als heelheid volkomen zekerheid en vervulling is en ik beleef dat op momenten, dan begrijp ik niet waarom de gewoonte niet onmiddellijk ophoudt.

Her objectiveren van jezelf is heel diepgeworteld. Word je gewaar van de overgang tussen niets en het verlan­

gen iets re zijn, russen uitgestrektheid en middelpunt

zijn. Je kunt deze overgang duidelijk voelen tussen de slaap- en de waaktoestand. Merk op hoe lichaam en

87

Page 46: Jean Klein - Ik ben

geest en al hun gewoonten wakker worden in je, in je leegte. Dit is heel belangrijk.

Dus vóór het moment van heelheid bevindt de gewoonte zich in het duister en erna is het nog steeds een gewoonte, die nu als zodanig gezien wordt?

Ja, precies, hij bevindt zich in het licht.

Moeten we bij het mediteren alle gedachten die tot ons komen verjagen? \.%t zouden we moeten doen wanneer ze komen? Heel vaak raken we erin verstrikt en laten we ons meeslepen.

Aha! Jij brengt me terug tot deze vraag waarvan ik dacht dat ik die al heel vaak had besproken. Zie dat je in een droomstaat leeft. Of je je gedachten verjaagt of je erdoor laat meeslepen, je eindigt in precies dezelfde situatie. Je blijft in de subject-objecrrelatie. De doener wordt versterkt.

Maar wat moet ik dan doen?

Absoluut niets. Doen en niet doen komen op precies hetzelfde neer. Het laatste wat je moer doen is proberen rust te krijgen, proberen kalm te worden.

Je hebt het opgemerkt, je hebt jezelf al meegesleept zien worden door je gedachten. Alleen al het zien im­pliceert een overdracht van energie van je verliezen in je gebruikelijke denkpatronen naar de werkelijkheid. Er is

88

al enige afstand, zodat terwijl er andere gedachten ko­men, zich een heel andere houding in je zal vestigen en je je uiteindelijk buiten het hele proces zult bevinden. Ten slotte word je je gewaar van een stroom van energie die aan elke gedachte voorafgaat. Het voortdurende heen en weer slingeren tussen hebben en worden zal ook wegeb­ben en je zult opgaan in het heden, 'nu.' Dan is er vrede, stilte, rust, maar geen persoonlijke identiteit die stil is.

I k merk al jaren op dat ik door gedachten word meege­voerd. Als er een overdracht van energie is geweest, heeft die geen verschil gemaakt voor mijn leven. Ik zie niet in hoe simpelweg notitie nemen van iets genoeg kan zijn, tenzij ik dat natuurlijk op de verkeerde manier doe.

Notitie nemen berekent niet dat je het opschrijft in je mentale dagboek en het dan vergeet. Je maakt er nu een idee van. Je hebt het feit benadrukt, niet het zien. Dit is de luie manier, de passieve manier. Notitie van iets nemen wil zeggen dat je alert blijft, je ziet het feit en de alertheid blijft na het zien van het feit. Zie hoe het zien op je uitwerkt, hoe het voelt degene te zijn die het ziet. Oe achtergrond krijgt nadruk. Daar vindt de overdracht van energie plaats.

Hoe kunnen we in hemelsnaam een dagelijks leven leiden en 'zijn' tegelijkertijd?

Dagelijks leven en 'zijn' zijn geen twee dingen zoals je nog steeds denkt, omdat bewustzijn en liet object

89

Page 47: Jean Klein - Ik ben

ervan, daad of gedachte, één zijn. Dagelijks leven ver­

schijnt in bewustzijn. Jij bent dit bewustzijn, maar je bent niet wat er dag na dag verschijnt. Stel jezelf seri­

eus de vraag: Aan wie verschijnen deze dingen? Wie beoordeelt ze, wie veroordeelt ze? Wie wordt heen en weer geslingerd tussen voorkeur en afkeer, en wie

maakt ook wezenlijk deel uit van wat er verschijnt? Je

kent de persoon die weigert, aanvaardt of kiest. Je kent momenten waarop je een keus maakt en andere waarin er geen sprake van keus is. Wat je fundamenteel bent,

overstijgt dit alles volkomen. Maak onderscheid in jezelf tussen de persoon die

betrokken is bij her kiezen, die functioneert vanuit een standpunt, en de waarnemer die nooit keuzes maakt. Leef steeds meer vanuit het onpersoonlijke, en op een

dag zul je bewust in deze onpersoonlijke aanwezigheid

zijn. Hierin schiet wat we dagelijks leven noemen wor­tel en bloesemt. Hierin bestaar er geen persoon die, bevangen door angst, verlangen of bezorgdheid de na­

tuurlijke levensstroom afkapt of onderbreekt. Uit wat je hebt gezegd zou je denken dat het dagelijkse leven niets dan een last was. Voor wie? Laat de wie vallen en je zult spoedig zien dat er geen last te dragen is.

Het gaat er dus niet zouer om naar de wereld te verlan­gen} maar te zoeken naar iets diepers, het verlangen om te zijn?

Ja, dit is het enige waarop we kunnen hopen, de rest is compensatie.

90

Is dit verlangen essentieel?

Ja.

Wé moeten dus niet elk verlangen systematisch uitroeien?

Nee, want het kan een aanwijzing zijn. Wanneer we

van de ene compensatie naar de andere gaan, raken we versnipperd. Als we deze versnippering zien voor wat

ze is, kan het verlangen gericht worden. Aangezien je je verlangen zo helder gedefinieerd

hebt en je je hebt gerealiseerd dat het in werkelijkheid een verlangen is om te zijn, impliceert dit dat je in

staat bent onderscheid te maken. Je hebt misschien

het voorgevoel dat je zonder karakterisering bent, dat

je bent zonder dat je vader, acteur, minnaar, advocaat

of dominee bent. Zijn is de oorsprong, vóór dit alles. Als je dit eenmaal diep in jezelf voelt, streef je er niet langer naar her een of het ander te worden, want dat zou maar weer een doel, projectie of compensatie zijn. En war gebeurt er wanneer je elk worden loslaat? Je kunt helemaal nergens meer naar verwijzen. Verleden

en roekomst zijn er niet meer. .. er is slechts het niets, stilte. Deze stilte kan niet gelokaliseerd worden in de

ruimte en is tijdloos, jij bent toraal aanwezig, en uit dit

inzicht komt het verlangen voort om te zijn.

Waarom blijft deze stilte niet?

Zij blijft wel. Ze is er altijd, maar jij scheidt je ervan.

91

Page 48: Jean Klein - Ik ben

Wat ik zou willen is in staat zijn uit te drukken wat ik ben.

Maar dat doe je voortdurend, je kunt nooit uitdruk­ken wat je nier bent.

Ik krijg ck indruk dat ik niets u.itdruk behalve wat de mensen van me gemaakt hebben.

Goed, bevrijd je dan van wat anderen van je gemaakt hebben en je zult zijn wat je bent. Het is mogelijk. Strip jezelf volledig. Elimineer alle aangeleerde ken­merken, die ben je niet echt. Het zijn maar een massa gewoonten die op hun plaats worden gehouden door de herinnering.

Wanneer je tuiniert of auto rijdt, functioneer je eenvoudig, er is niemand die zegt 'ik graaf, ik rijd.' Waar is op dat moment de persoon die door anderen gemaakt is? Hij is geheel afwezig. Hij verschijnt alleen wanneer eraan gedacht wordt. Het is een idee als elk ander idee. Je moer het zien op het moment dat het gebeurt, het ogenblik zelf waarop de 'ik' tevoorschijn springt en zich de handeling roe-eigent. Zie het op het moment en verandering volgt moeiteloos en vanzelf.

Sinds ik heb gezien dat een groot deel van mijn leven een compensatie is voor iets dat dieper gaat, ben ik niet meer in mijn leven geïnteresseerd, zelfi niet in mijn baan en mijn gezin. Het voelt heel ongemakkelijk om in de ouck situatie te blijven zitten. Ik voel me net als Siddhartha

92

ertoe aangetrokken al mijn tijd en energie te besteden aan het ontdekken van ck ware aard van het bestaan. Ik heb het gevoel niet veel tijd te hebben en toch kan ik mijn vrouw en werk natuurlijk niet zomaar in de steek laten, ook al wordt mijn verlangen door geen van beide begre­pen. Heeft u suggesties?

Zie dat je jezelf rot dusverre in categorieën hebt in­gedeeld, aan jezelf hebt gedacht als echtgenoot, vader en bankier, en dar je in je leven van de ene staar naar de andere bent gegaan. Waarom zou je je met al deze functies identificeren? Waarom deze beperking? Wan­neer je dit automatische gedrag echt ziet, zal er een echte achtergrond in je verschijnen die je weg zal sleu­ren van de identificatie mee al deze categorieën. Jij zult deze acheergrond zijn in alle levensfuncties en deze zul­len niet meer in een kader zinen, je daden zullen vrij zijn van de herinnering. Ze lijken je misschien zelfs volkomen nieuw toe. Je zult je niet meer gekooid of beperkt voelen. De verschillende rollen in het leven bestaan in jou maar jij bestaar daar niet in. Ze zijn nier jij, maar ze horen bij je en je gaat er niet in verloren. Pas dan kan er sprake zijn van heldere visie en creatief gedrag.

93

Page 49: Jean Klein - Ik ben

Er kan een moment komen in het leven waarop de

wereld ons niet meer stimuleert en wij ons intens apathisch voelen, in de steek gelaten zelfs. Dit kan ons

motiveren op wek te gaan naar onze ware aard, voorbij

de fenomenen. Wanneer we geen belangstelling meer hebben voor bezigheden en situaties, wanneer we niet veel plezier meer hebben in objecten en menselijke re­laties, kan het zijn dat we ons afvragen of er iets mis is met deze wereld of met onze houding ertegenover.

Deze ernstige twijfel kan verder maken dat we ons af­

vragen wat de zin van het bestaan is, wat het leven is,

wat ik ben, wat mijn ware aard is. Vroeg of laat stelt ieder intelligent mens deze vragen.

Als we met deze vragen leven, er goed naar kijken, worden we ons gewaar dat de 'ik' in het centrum van alles altijd allerlei rollen lijkt te spelen: 'Ik heb het

95

Page 50: Jean Klein - Ik ben

koud. Ik ben moe. Ik ben aan het werk.' Als we meer

onbevooroordeeld alert zijn, wordt duidelijk dat het lichaam het koud heeft, moe is, of aan het werk is,

nier 'ik.' Evenzo zien we, wanneer we kijken naar de

verschillende staten waarin we verkeren: 'Ik wens. Ik ben gedeprimeerd. Ik herinner me. Ik verveel me,' dat

we ons geïdentificeerd hebben met het denken of het

gevoel. Bij het kijken naar deze relatie russen de ik en

zijn kwalificaties wordt het duidelijk dat we deze als vanzelfsprekend hebben aangenomen en menen dat

wij deze 'ik' zijn. Deze 'ik' heeft dus geen duurzame werkelijkheid.

Het is een valse toe-eigening. Hij leeft slechts in relatie

tot zijn kwalificaties, zijn objecten. Hij is fundamenteel onstabiel. Maar omdat we ons echte zelf hebben aan­

gezien voor deze bedrieger, voelen we een onzekerheid,

een twijfel, een gemis, een gevoel van isolement. De 'ik'

kan alleen leven in relatie tot objecten, daarom steken

we al onze energie in pogingen de onverzadigbare on­zekerheid van deze ik weg te nemen. We leven in angst,

bezorgdheid en verlangen, en proberen tegelijkertijd zo individualistisch mogelijk te zijn en dit isolement te overwinnen. De 'ik' die met onderbrekingen verschijnt

wordt voor een continuüm gehouden. In feite is her

slechts een kristallisatie van gegevens en ervaring, bij­eengehouden door herinnering. Aangezien hij fragmen­

tarisch is, is zijn gezichtspunt dat ook en functioneert

hij via voorkeur en afkeer. Zijn contact met zijn omge­

ving is gebaseerd op dit willekeurige kiezen. Op deze manier leven is ellendig. De eenzaamheid van een der-

96

gelijk bestaan wordt misschien tijdelijk gecamoufleerd door compensatoire activiteit, maar vroeg of Iaat zal,

zoals we al zeiden, onze ware aard zich doen voelen en zullen onze vragen dringender worden. We zullen gaan

voelen dat wat we aanzien voor lichaam en geest niet de

feitelijke stand van zaken is. Bij diepgaander onderzoek voelen we enige afstand ontstaan russen de onderzoeker

en zijn omgeving, bezigheden en meningen. Een tijd­lang voelen we ons misschien een beschouwer van ons

leven, de toeschouwer van het schouwspel. Ons lichaam

en onze geest zijn instrumenten om te gebruiken. We observeren de veranderingen van de psychosomatische structuur naarmate we ouder worden. We worden ge­

waar dat veel, zo niet de meeste, van onze daden auto­matische reacties zijn. Al deze gebeurtenissen worden

gezien vanuit de onpersoonlijke beschouwer. We gaan ons dichter bij de kenner van deze veranderingen voe­

len en minder geïdentificeerd met, of verloren in, wat

er verandert. Ten slotte wordt de conclusie bereikt dar de zoeker is waarnaar gezocht werd.

Wát bedoelt u met die laatste uitspraak, 'de conclusie wordt bereikt dat de zoeker is waarnaar gezocht werd?'

Je zoekt je ware aard. Waarnaar je zoekt is wat je bent,

niet wat je zult worden. Wat je al bent is het antwoord

en de bron van de vraag. Hierin ligt de kracht van transformatie. Het is werkelijkheid, iets dat hier en nu een feit is. Verwachten dat iets nog wat wordt is vol­komen conceptueel, ligt op het niveau van ideeën. Dat

97

Page 51: Jean Klein - Ik ben

is nier reëel en nier effectief. De zoeker zal ontdekken dar hij is wat hij zoekt en dar wat hij zoekt de bron van het onderzoek is.

Het lijkt mij dat niet iedereen die zoeker is dit intense

gevoel van onvervuld of in de steek gelaten zijn heeft er­

varen waar u over praat.

Dar is waar. Er zijn mensen die vanwege hun verleden, het goddelijke diep in zichzelf verankerd voelen. In dergelijke gevallen is er geen motivatie. Zoals Meester Eekhart zei: 'God zoekt zichzelf.'

\%t bedoelt u met: 'zij die vanwege hun verleden het god­

delijke in zich voelen?

Her is een poëtische formulering die resten van ge­loof in een eerdere incarnatie verraden. Natuurlijk is er geen eerdere incarnatie, want er is geen verleden. Zolang je jezelf aanzier voor een iemand, is er sprake van incarnatie. Maar sommige mensen leven met het gevoel van dat wat nooit geboren is. Zij herinneren zich hun oorspronkelijke gezicht.

Is het kennen van ons ware zelf wat we transcendentale kennis noemen?

We kunnen nooit onze ware aard kennen, we kunnen alleen weten wat we niet zijn. We kunnen het trans­cendente nooit kennen, we kunnen alleen kennen

98

wat we al weten. Kennis van de wereld van vormen en gedaanren is geen ware kennis. Object-gerelateerde kennis is slechts roegevoegde waarneming, emotie of idee. Ware kennis is 'kennis zijn.' Die is niet objecti­veerbaar of waarneembaar. Het verlangen hiernaar is de motivatie, de onderliggende reden voor alles wat wij doen. Aangezien we ons niet bewust zijn van dit ei­genlijke motief, zijn onze dagelijkse activiteiten in het algemeen zeer uiteenlopend en hebben we meesral een leraar nodig om ons te leiden, om ons de weg naar een beter begrip te wijzen.

Lichaam en geest hebben op zich geen werkelijk­heid, ze zijn geheel en al afhankelijk van bewustzijn. Ze veranderen voortdurend. Her is de onveranderlijke achtergrond die ons dit laat beseffen. Ze verschijnen

en verdwijnen in ons, in het bewustzijn, maar wij zijn niet in lichaam en geest. Lichaam en geest komen al­

leen tot bestaan wanneer we eraan denken, en kunnen daarom als discontinu worden beschouwd.

Wanneer we deze kennis omtrent her zijn objective­ren, wanneer we die proberen in te kaderen in lichaam en geest, lijkt her bewustzijn zelf discontinu te zijn. Voor de psycholoog is dit zo. Maar indien juist waargenomen, kunnen we duidelijk en zonder enige twijfel zien dar dit een vergissing is, een gemis aan diepgaand onderzoek.

In de waakroestand of wanneer we dromen zijn we betrokken bij her objecr. In de diepe slaap niet. Maar deze drie toestanden vinden hun grond in zuiver be­wustzijn, het continuüm. Dit continuüm bevindt zich in het interval russen twee gedachten, twee waarne-

99

Page 52: Jean Klein - Ik ben

mingen of in de diepe slaap. In her algemeen leggen we de nadruk op de afwezigheid van vorm. We leg­

gen her accent op de objectieve kam van de ervaring, waardoor deze negatief lijkt. Als we de afwezigheid van objecten niet benadrukten zouden we ons de positieve

kant ervan herinneren, de aanwezigheid van zuiver be­wustzijn, heelheid.

Elke vraag die we onszelf rouden kunnen stellen

over onze ware aard komt voort uit het gevoel van zijn, anders rouden we ons de vraag nier eens kunnen voor­stellen. Het blijkt spontaan uit het antwoord zelf. Als de zoeker zich eenmaal verliest in stilte, zich overgeeft

aan dit voorvoelen van de waarheid, zal hij ontdekken dat hij zelf deze waarheid is. De weker is wat gewchr werd, en wat gevonden is. Deze ontdekking is niet

gebonden aan tijd en ruimte. Het is een onmiddel­

lijk inzicht. In dit inzicht verliest de aanbidder elke dynamiek, alle wil, en tegelijkertijd juist zijn bestaan als aanbidder. Hij ziet dat hij aanbidding is. Zodra aanbidder en aanbedene zijn verdwenen, is er één-zijn. Dan kunnen we spreken van echte intimiteit met ons­

zelf, we kennen onze eigen waarheid en wezen, onze

ware as. Het is geen geval van bewustzijn reduceren tot

kennis van iets, maar onmiddellijk, direct inzicht dat bewustzijn brengt zonder object. Het woord transcen­dentie impliceert zijn complement, immanentie. Dit

zijn concepten. Levende kennis is geen concept.

�t betekent relatie als er geen sprake is van subject en object, niets om zich toe te verhouden in een relatie?

100

Voor jou is je omgeving niets dan een beeld, een idee of een object. Jij bent zelf een idee, een beeld of object waarmee je geïdentificeerd bent. Op die manier is je re­

latie met je omgeving niet meer dan een relatie russen twee objecten, twee ideeën, twee staten. Iedere actie op dit niveau is eigenlijk reactie, als wdanig onderkend om­

dat het beoordeeld wordt als prertig of onaangenaam.

Maar soms bevind je je in de non-staat, die noch

iets is van het lichaam, noch van de geest. Ze kan niet mentaal of fysiek geplaatst worden, want ze is gedachte noch gevoel. Wanneer je vrij bent van bepaling, iden­tificatie en locatie is er geen sprake van scheiding van

je omgeving. Bij afwezigheid van een ik-centrum ver­schijnt alles in je onbegrensde zijn. In deze non-staat is er geen omgeving, omdat er geen referentiepunt is dat

mij en jou, omtrek, binnen en buiten, naam en vorm

projecteert. Wanneer je bijvoorbeeld naar een boom

of een bloem kijkt, verschijnt hij via je zinruigen en eigen je je hem toe door hem te benoemen als deze

of gene soort. In het eerste geval is er waarneming via her lichaam, in het tweede is er een idee in de geest. Maar aangezien een waargenomen object en een idee

er niet tegelijkertijd kunnen zijn, is er, wanneer beide oplossen, slechts de essentie van de boom die je ermee gemeen hebt. Dit is liefde. Een wetenschapper houdt daarom op bij her waargenomen object en het idee,

maar een echte dichter laat zich voorbij beide naar de boom Zelf voeren.

De naam en vorm komen voort uit deze eeuwige

achtergrond. Alleen binnen deze alomvarrende ach-

101

Page 53: Jean Klein - Ik ben

tergrond kan echte verwantschap bestaan. Hoe kan

er vanuit het bekrompen, gefragmenteerde standpunt

van individualiteit echte verwantschap zijn. Relaties

verschijnen in her bewustzijn. Van het standpunt van

bewustzijn is er alleen maar een relatie met alles. An­

ders is er sprake van isolement en afgescheidenheid.

102

De spirituele zoektocht vindt ogenschijnlijk plaats

op verschillende niveaus, maar uiteindelijk heb­

ben ze een gemeenschappelijke bron, het intense ver­langen om te weten, om het weten te zijn. Elke con­

versatie van spirituele aard moet hier rekening mee

houden en de relatieve verschillen niet benadrukken.

De dialoog moet op elk moment verwijzen naar de ul­

tieme drijfveer en juist deze drijfveer in de vraag moet

aan de orde worden gesteld en nier een eventuele te­genspraak in de formulering van de vraag.

Waar moeten we naar op zoek bij onze eerste ontmoeting met een leraar dat ons bewijst dat onze beruuiering de juiste is?

Op het moment dar de waarheid zich laar ervaren bij het eerste waarachtige contact met onderricht, neemt

103

Page 54: Jean Klein - Ik ben

je hele leven een andere wending. Je wordt je gewaar dar je een volslagen nieuwe kijk op alles hebt, je voelt je onafhankelijker, je gewoonten, emoties, gevoelens en beslissingen worden helderder. Je voelt dat je den­ken en doen gereorganiseerd wordt en bevrijd van alle afleiding. Deze verandering vindt plaats ronder de minste wil daartoe van de kant van de persoon. Dit voorvoelen van waarheid is beslissend bij het elimine­ren van war onecht is. We zien duidelijk hoe we onszelf aanzien voor iets dat we niet zijn, en hoe al onze daden en gedachten, onze ideeën van succes en falen, echt en onecht, voortkomen uit dit onware idee van zijn. Vanuit dit nieuwe gezichtspunt bestaat alleen het on­persoonlijke echte. De persoonlijkheid verschijnt als iets dat over het echte heen is gelegd. Het is een naam, een vorm, begrensd door tijd en ruimte, voortgebracht door de omstandigheden.

Waarheid, datgene war geen middelaar nodig heeft om gekend te worden, is nier voor re stellen. Ze kan niet bedacht worden, alleen beleefd. Het verlangen om auto­noom te zijn, om bewust re zijn zonder middelaar, heeft zijn wortels in her bewustzijn zelE Het is een roep van

diep in jezelf, van je naaste. Er kan geen object van ver­langen van gemaakt worden. Als je dit eenmaal begrijpt, zal de energie waarmee het onwerkelijke ondersteund werd, vrijkomen en terugkeren naar haar oorspronke­lijke bron, het uiteindelijke Zelf, Waarheid.

Het leven is niets dan pijn en lijden. De wereld is voort­durend in de rouw. �t heeft u hierop te zeggen?

104

Pijn en lijden is wat her individu voelt. Dit individu noemt de afwezigheid van genot lijden. Maar deze el­kaar aanvullende staten worden waargenomen in her bewustzijn. Het is daarom overduidelijk dat de waar­nemer iets anders is dan war wordt waargenomen. De persoon, her individu, het ego, is maar een object van

waarneming. Alleen uit gewoonte en vergissing identi­ficeren we ons met wat we waarnemen en dit is zelf de oorzaak van al ons lijden.

De persoon besraar alleen binnen de structuur van pijn en genot. Her ego houdt zich staande door eeu­wig het ene na te streven en het andere te ontlopen; het leeft door steeds te kiezen, door zich steeds iets voor te nemen. Her eerste inzicht toont ons dat het hele voornemen, de hele wil erop gericht is om aan de

pijn, opgelopen door het illusoire ego, te ontsnappen. Kiezen, iets bereiken en ambiëren zijn een nodeloze aanwending van energie. Het object zelf bevat lijden noch genot, maar is volslagen afhankelijk van de per­soon erachter. Ons onvermogen alle elementen van een situatie eenvoudigweg als feiten te zien, met an­dere woorden, de situatie te accepteren, is te wijten aan de keuzes, gemaakt door de illusoire persoonlijkheid. We lijden, maar lijden en pijn zijn sterke aanwijzingen die ons uimodigen om te vragen wie er precies lijdt.

Met het diepe verlangen deze vraag te stellen ver­schuift het accent van het waargenomene naar de uit­eindelijke waarnemer wiens aard is: vreugde die genot of de afwezigheid ervan te boven gaat. Zo zouden we kunnen zeggen dat lijden tot vreugde leidt.

105

Page 55: Jean Klein - Ik ben

Welke rol speelt het denken bij het zoeken naar waarheid?

Als her als een afronderlijke entiteit wordt opgevat, wordt het denken door de meeste mensen als een mid­del van agressie en verdediging gebruikt. Her denken is samengesteld uit het verleden, de herinnering, maar is heel wel in staar zijn eigen beperkingen ce beseffen en wijkt uiteindelijk voor zijn bron, voor stilte en zijn. Het ontstaat uit stilte en verliest zich in stil re. Zo is her zijn functie om te wijzen naar dat waaruit het ontstaat, her uiteindelijke, dar ondenkbaar is.

Gedachten worden altijd gevorderd door het ego om zijn bestaan mu te versterken, maar is het idee van het ego niet dieper in ons ingebed dan het denken?

Her ego is niets dan een van de vele gedachten. Het is een product van de herinnering, van het verleden. Omdat het meent dat het een afz.onderlijke entiteit is, stelt her zichzelf zeker door een scherm op re zetten en reageert het tegen alles war dit veronderstelde bestaan, de veronderstelde contimiiteit misschien bedreigt. Dit geloof is de oorzaak van onrust, zorgen en onsamen­hangend optreden.

Maar hoe kunnen we ons bevrijden van dit fontoom en zijn scherm?

Het ego dar worstelt om re overleven klampt zich 6f vast aan zijn verzamelde herinneringen, óf projecteert

106

verlangens naar de roekomst waarmee hij een aan­zienlijke hoeveelheid energie verbruikt. Verzamelen, kiezen, in detail uitwerken vinden allemaal plaats op her horizontale vlak, in tijd en duur. De energie keert voortdurend terug naar zichzelf en creëert een vicieuze cirkel. Als je niet in deze beweging, deze afleiding, dit

onvruchtbare heen-en-weergeslinger tussen verleden en roekomst meegevoerd wordt, worden de energieën die deze gewoontepatronen in stand houden rot rust gebracht en ontwaken we eindelijk in bevrijdend ge­waarzijn. Dan convergeren de energieën verticaal in her eeuwige nu. Alleen gewaarzijn dat niets ce maken heeft met mentale bedrijvigheid, dat vrij is van iedere verwijzing naar her verleden, vrij van lichamelijke en psychische gewoonten, vrij van selectie en herhaling,

kan de deur openen voor spontaan inzicht. Onmiddel­lijk inzicht brandt dwaling weg en de energie die eer­der de dwaling voortbracht verlaar deze en integreert met de waarheid die zijn is.

Wees zo vaak je kunt bewust stil en je zult geen prooi meer zijn van het verlangen het een of ander te zijn. Je zult in de alledaagse gebeurtenissen van het le­ven de diepe betekenis achter de voltrekking van het

geheel ontdekken, want het ego is toraal afwezig, Door voortdurend met strategie bezig te zijn, door

de complexe verwachtingen die je hebt, te wijeen aan een patroon van bezorgdheid en verlangen, word je verhinderd te vinden wat je zoekt, dat wat in werkelijk­heid nooit verloren is gegaan. Onrustig heen en weer geslingerd worden van verleden naar toekomst verhin-

107

Page 56: Jean Klein - Ik ben

dert je om nu in vervulling re leven. In je natuurlijke staar hoef je nergens aan herinnerd re worden omdat er niets vergeren is.

Gedachten en gevoelens stromen als eb en vloed, je identificeert je ermee en zegt: 'Mijn gedachten, mijn ge­voelens.' Her lichaam is een massa van compact gevoel op een min of meer vaste plaats. De geest is evenzo een verzameling denkpatronen en emoties; maar je lichaam en je geest zijn maar manifestaties van her Zelf, jij besraar omdat je uiting bent van zuiver bewustzijn. Her is je aard alert te zijn en gewaar van wat er in jou verschijnt, maar je moer dit bewust zijn, weren dar je gewaar bent. Je bent de uiteindelijke kenner van alles; directe waarneming maakt je bewust van dit leven, dit zijn.

Je kunt je ware aard niet kennen door logische ana­

lyse. Door meditatie in her dagelijkse leven re laren op­bloeien wordt de vervulling ervan rot stand gebracht.

Zijn we, wanneer we in het 'nu' leven altijd creatief? .

Alle latente krachren komen rot hun vervulling over­eenkomstig hun innerlijke vermogen, maar wij zijn deze krachren niet. Alles heeft zijn natuurlijke beloop zonder russenkomst van de persoon. Je bent creatief wanneer je nergens naar streeft, wanneer je niets doet. Alles voltrekt zich in jou, zonder dat je er met opzet aan deel hoeft te nemen. Geef je hele hart en intel­ligentie aan war zich maar van het ene moment op het andere aanbiedt, laar elk moment sterven en verwel­kom her volgende.

108

Ik weet zeker dat alles zich zonder enige moeite in jezelf voltrekt wanneer je al open bent, maar is er niet een zeke­re mate van concentratie nodig voordat je deze openheid bereikt? Anders lijkt het me te leiden tot passief opgeven, wanneer je zegt 'er valt niets te doen. '

In concentratie loop je vooruit op war hoort tot het reeds bekende. Her is het bekende dar de verrassing versluiert. In actieve acceptatie komt her onverwachte tor je.

Wanneer ik zeg: 'Er valt niets te doen,' bedoel ik dat er niets valt te projecteren en dar niemand iets doet. Leef zonder herinnering. Er is niets passiefs aan nier-doen. Her is opperst alert, een mentale en fysieke bereidheid, een oprechte verwelkoming van her leven

zoals her rot je komc. En dan niet verwelkomen met als doel de fatalistische overgave met daarin nog een zweem van de wil iets re bereiken. Her is verwelko­ming om de verwelkoming zelf. Verwelkoming, open­heid, is de aard van her leven .

Het lijkt mij dat er denken bestaat dat teweeg wordt ge­

bracht door herinnering en spontaan denken.

Intentioneel denken maakt gebruik van het reeds be­kende, van herinnering. Spontaan denken komt voort uit de altijd in alles aanwezige bron van het leven.

Vroeg of laat verliezen de denkpatronen die her ego in zijn zelfverdediging heeft uitgewerkt hun emo­tionele invloed en gaan opnieuw op in her al-moge-

109

Page 57: Jean Klein - Ik ben

lijke waarvan ze sleehes onderdeel zijn. Een geest vol gedachten over het reeds bekende is niet ontvankelijk voor de levensstroom die voortvloeit uit het al-moge­lijke.

Wáar is het geheugen gelokaliseerd?

Het conceptuele geheugen zetelt in het brein. Het is ge­concretiseerde waarneming. Her is de herkenning van naam en vorm. Wanneer we slechts leven in concept en herkenning leven we in abstractie. Met abstractie bedoel ik dat we gescheiden van de waarneming le­ven, in delen. Het lichaam is er niet bij inbegrepen.

Het werkelijke begrip is her totale begrip waarin het lichaam ook meespeelt.

Er is ook biologisch geheugen, dat in lichaamscel­len wordt bewaard. Her lichaam kan het oproepen, maar zoals conceptueel geheugen ons scheidt van de waarneming van een bloem, zo leven we gescheiden

van de waarneming van ons feitelijke lichaam. Dit bi­ologische geheugen wordt meestal verlamd door een overactief intellect, een intellect dat door verlangen en

welbewuste denkactiviteit wordt gedreven.

Welke rol speelt meditatie in het elimineren van de effic­ten van herinnering?

Ware meditatie is de afwezigheid van iemand die me­diteert en iets waarover wordt gemediteerd, de afwe­

zigheid van de subject-objectrelatie. Alleen deze ware

110

meditatie, tijdloos gewaarzijn, kan ons bevrijden van de greep van automatische reacties van denken en

geheugen. Deze aanwezigheid bevrijdt en reguleert

- zonder enig verlangen daarroe - de energieën die bij deze reacties betrokken zijn.

Welk verband is er tussen de permanente staat en de staat van meditatie?

De meditatieve staat, onze ware aard, is strikt geno­men geen staar. Het is juist de essentie, de achtergrond

van alle Staten. Er is geen verwachting, geen projectie,

geen streven naar een doel of resultaat. Het is zwijgen­de aanwezigheid. We kunnen binnen niet van buiten onderscheiden, daarom kunnen we her fysiek of psy­

chisch niet plaatsen. Uitstijgend boven tijd en ruimte

is het zijn.

Wát is meditatie? Hoe moeten we eigenlijk mediteren?

Allereerst dien je je af te vragen waarom je wût medi­

teren. Denk er niet over na, kijk sleehes naar wat zich ook maar aandient zonder daar een antwoord uit te distilleren. Je kunt nooit met opzet mediteren. Je kunt

alleen leren op te geven wat geen meditatie is. Elke moeite die je doet om iets uit te wissen of iets te wor­

den is zinloos, omdat de poging zelf onderdeel is van wat je probeert teniet te doen.

Totaal inzicht, onmiddellijk gewaarzijn, roept iedere

intentie en de drijvende kracht erachter een halt toe. De

lil

Page 58: Jean Klein - Ik ben

nadruk op het object, de ongerustheid, vervaagt zon­

der iemands tussenkomst. In stilte worden we leeg. Er is meditatie, volheid en liefde; in het Uiteindelijke is er

geen verlangen om lief te hebben of bemind te worden.

Alle objecten van meditatie of aanbidding, alle af­beeldingen van Ishtamurti* zijn memale creaties, ge­projecteerde eigenschappen van het goddelijke die ons

in de subject-objectrelatie houden door ons gevoel te prikkelen. Dergelijke afbeeldingen hebben alleen uit­

werking wanneer de bewonderaar volkomen opgaat in de bewonderde, zodat er geen emotionaliteit of afbeel­

ding blijft bestaan.

Zintuigen en mentale vermogens die voortdurend komen en gaan, verschijnen en verdwijnen, kunnen

nooit bijdragen aan de ervaring van het Ultieme, her

continuüm. Het laatste overstijgt denken en zintuigen. Elk object is een aanwijzing voor uiteindelijke werke­

lijkheid, maar we moeten het terugbrengen tot: zijn ge­nerieke vorm en zo zijn veranderlijke aard uitwissen,

om zijn essentie re laren zien, de levende werkelijkheid

waarmee wij één zijn.

Om de bron, de essentie van Ishtamurti, te bereiken, moeten vorm en idee helemaal opgegeven worden.

Veel zoekers, verserikt in het web van subject en object, merken dat ze geconfronteerd worden mee een laat­

ste object, een blanco staat. Het object is gereduceerd

tot zijn generieke vorm, maar deze ongedjfferentieerde

mogelijkheid wordt dan een object dat niet thuis kan

* lshtamurti -Iemands persoonlijke beeld van God

112

komen. Het dreigt altijd weer gedifferentieerd te wor­

den. Er is een zekere inspanning nodig om deze blanco -

staar vol te houden. Voor wie in deze subtiele dualiteit

gevangen is, wordt de blanco staat een mysterie dat de

geest nooit kan oplossen. Nadat een zoeker zijn duale

conditionering versterke heeft door her naar het meest

subtiele niveau re brengen, kan hij nooit uit deze zelf­

gemaakte gevangenis ontsnappen. Het is een tragisch

raadsel dar alleen door gezegende en onverwachte om­

standigheden opgelost kan worden.

Houden deze gezegende omstandigheden per se de aanwe­zigheid van een leraar in?

Niet per se. Het leven is vol verrassingen en er zijn om­

standigheden die je uit het denken kunnen halen. Bij

verbijstering en bewondering is het denken niet aan­

wezig en leef je ten volle, omdat je uit de subject-ob­jectrelatie wordt gehaald. Dergelijke omstandigheden

zijn zeldzaam. Een waarachtige leraar is ook zeldzaam, maar eenmaal op je pad gekomen stimuleert hij de

aanwezigheid achter het denken. Het is de aanwezig­

heid van de leraar die de kracht heeft de non-duale aanwezigheid van de leerling te wekken.

Handelt de Leraar ooit met opzet? Gebruikt hij ooit zijn kracht om vrijheid te stimuleren?

Het gebruik van alle krachten behoort tot het denken,

het ego, en fixeert de leerling onvermijdelijk in het

113

Page 59: Jean Klein - Ik ben

leerlingschap. Dit gebeurt heel vaak in de goeroewe­reld!

Alleen in een relatie tussen de ene en de andere geest is er gebondenheid. Als je vrij bent van het denken leef je je autonomie. Er kan geen sprake zijn van opzet in de woorden of daden van een waarachtige leraar.

De leraar lost het conflict dus niet op, maar brengt hij de

leerling zo ver dat hij zichzelf bevrijdt?

De leraar bevindt zich blijvend in het non-duale en laar de leerling door zijn aanwezigheid en door wat hij zegt zien dat hij de kenner is van dit raadsel. Wanneer de leerling ervan overtuigd is dar de leraar de blanco staat kent, staar hij open voor de nieuwe dimensie van non­

duale aanwezigheid. In deze openheid lost de vastge­zette energie op die de blanco staat in stand hield. De woorden van de leraar komen rechtstreeks uit de vrij­heid waar de leerling het meest naar verlangt en maken deze vrijheid wakker in de leerling. De goeroe bevrijdt de leerling niet, maar brengt hem tot de drempel van waar vrijheid is. De leerling wordt meegenomen door zijn eigen autonomie. Daarna schijnt het hem toe dat er niets bereikt is, maar dat hij altijd vrij is geweest. Hij ziet in dat de blanco staat onderdeel van het denken was en dat hij nu voor altijd aan de andere oever staat.

�nneer u zegt dat er niets te doen of te leren valt, dat er alleen sprake is van ongedaan maken en afleren, is dat dan niet een spel met woorden? Afleren is blijkbaar een

114

vorm van leren die bovendien veel moeilijker is dan ken­nis verwerven.

Onze natuurlijke staat heeft het niet nodig te leren. Er zijn richtingen waarin sprake is van het afleren van verkeerde kennis, maar dit is een methode van gelei­delijkheid die ten slotte toch een nieuw leren is. Blijf vrij van leren en afleren, doen en ongedaan maken. Er is geen wil voor nodig om te zien dat je geconditio­neerd bent. Bij het in één ogenblik zien van alles wat je niet bent, wordt er geen beeld gevormd van een andere staat omdat het niet mogelijk is je een ongeconditio­neerde staat voor te stellen. Bij het zien war onecht is, geef je alles spontaan op en is het enige dat overblijft de ongeconditioneerde, onvoorstelbare non-staat, die

jij bent. Daarom is het directe pad zo eenvoudig, je verblijft

in het zien en de rest zorgt voor zichzelf, precies zoals tachtig procent van ons functioneren verantwoordelijk is voor zichzelf.

Hoe werkt onrkrscheidingsvermogen?

Feiten zien zoals ze zijn is onderscheidingsvermogen, maar om feiten te zien moet degene die onderscheidt afwezig zijn. Er wordt dus alleen onderscheid gemaakt wanneer er geen controleur is, geen persoon die dat doet.

Welke gewoonten versterken het ego?

115

Page 60: Jean Klein - Ik ben

Gewoonten wals gehecht zijn aan dingen, terugkijken naar her verleden, voorbije ervaringen en war ze emo­

tioneel berekenen oproepen, wishful thinking en dag­

dromen in her zoeken naar zekerheid voor de continu­

ireit van de persoon, doen dar allemaal. De persoon is een verschijnsel van rijd, maar zijn is eeuwig.

Je ware aard overstijgt geest en lichaam. Daarom

kan de vraag: 'Wie ben ik?' nooit beantwoord worden.

Die heeft geen var op jou: alle onderzoeksopdrachten

glijden weg en jij ontwaakt in alles beantwoordende stilte. Naar jezelf zoeken is sowieso complete tijdver­

spilling. Dit feit moet je volmaakt duidelijk worden.

Twijfel niet eindeloos aan deze vanzelfsprekendheid.

Leven is te vinden in het tijdloze 'nu.' Vergaar dus niet meer dingen, leer nier meer meditatietechnieken of

methoden om je te ontspannen of te zuiveren. Al deze

accumulatie van staten, gewaarwordingen en merho­

den is niets dan ijdelheid. Zij hoort nog steeds rot de persoon die zoekt naar zekerheid en bevestiging. Con­

flicten en problemen komen alle voort uit de geest die

probeert zijn bestaan re rechtvaardigen. Wanneer je

dit plotseling inziet, word je je, in de grootste over­ruiging van totaal gewaarzijn, bewust van war je nooit

bent opgehouden te zijn: de onpeilbare vreugde van het Zelf.

116

In de non-duale staat die eigenlijk geen sra�r is, is

er geen subject die waarneemt noch een object d3:_t waargenomen wordt; creativiteit ontwikkelt zich spon­

taan, vrij van de gespleren geest. Een staat is tijdelijk;

hij komt voort uit en gaar terug in een achtergrond die

fungeert als ondersteuning van alle verschillende staten

die optreden. Dit continuüm is opperste zekerheid en

vrede. Als her ons ontbreekt aan helderheid maken we

onszelf gemakkelijk wijs dar de vrede van de-z.e non-staat

het gevolg is van actie. Daarom schrijven we haar roe

aan iets buiten onszelf. Spontaan en scherp kijken lost

alle patronen op die een staar veroorzaken en laat ons

zien dat er voor de non-staat geen oorzaak is, hij bestaar

in zichzelf door zichzelf. Zonder het object verdwijnt de zoeker. Her enige dat overblijft is wat er bij het begin al

was. Dit voorval kan verlichting genoemd worden.

117

Page 61: Jean Klein - Ik ben

Deze woorden kunnen alleen volledig tot oorwikke­ling en re-integratie komen in niet-gericht luisteren. Dit luisteren is ontvankelijkheid, levende meditatie. Alles wat bij dit luisteren gehoord wordt wijst recht­srreeks naar de uiteindelijke werkelijkheid. Dit is niet in woorden of gedachten voor te stellen. We voelen het op sommige momenten in ons leven, bijvoorbeeld in een staat van gedachteloosheid, verwondering of ver­bazing.

Het ware doel van ons bestaan is re zijn, ronder voorwaarden. Dit is de enige manier van leven die vreugde, vrijheid en vrede belooft. Er zijn vele wegen die leiden naar het kennen van onze situatie, afhanke­lijk van iemands temperament. Her is echter essentieel dat we, zelfs nier voor even, uit het oog verliezen dar her Zelf, her continuüm, het Leven, geen mentale of psychische ervaring is en niet gevonden kan worden op her niveau van ervaring of geestesarbeid. Alleen een heldere geest die zijn grenzen kent kan de weg vrijma­ken voor wat hem re boven gaat. Als de geest verward blijft en ernaar blijft streven iets te bereiken, hoe subtiel ook, hoe onbevooroordeeld ook, zaJ hij ren slotte on­vermijdelijk binnen dezelfde oude structuren in krin­getjes rond blijven draaien. Een dergelijke zogenaamd geleidelijke benadering is rotaal onwerkzaam. Diep­gaand nadenken over de uiteindelijke werkelijkheid is geen kwestie van dialectiek, maar het loslaren van het gefragmenteerde, intellectuele houvast, om plaats re maken voor een oorwaken van universeel bewustzijn. Een ervaring van deze orde gaat iedere beschrijving te

118

boven. Zij is gespeend van alle conceptuele inhoud. Zij komt overeen met wat wij zijn buiten de rijd, en openbaart zich met het overstijgen van de waarneming als eeuwigheid.

Her wezen van de mens ontkomt aan de kwalifica­ties, gegeven door zijn omgeving. Zodra hij zich niet meer identificeert met de definitie van die omgeving, ontdekt hij dat hij uniek is en vrij. Totale, levende vrij­heid is gespeend van alle ideeën wals her beeld van het ego. De voorstelling van een 'ik-beeld' als elk ander object wordt bepaald door zuiver toevallige factoren, maar is altijd afhankelijk van her onveranderlijke, uit­eindelijke subject: zuiver bewustzijn. Alleen het denk­beeldige ik voelt zich beroofd van vrijheid. Bij afwezig­heid van dit ik kan een dergelijk gevoel van verlies niet

ontstaan. Vragen omtrent het 'Wie ben ik?' komen altijd

voort uit een staat van verstoord evenwicht. Voor wie is de wereld een probleem? Voor wie bestaan genot, pijn, voorkeur en afkeer? Voor de ik die slechts een schepping van de maatschappij is, een fictieve entiteit. Wanneer het ego dit feit heel duidelijk ziet, verdwijnen al zijn problemen. Deze vragen vinden hun anrwoord in verlichting, het 'ik ben' voorbij woorden, denken en expressie. De zoektocht neemt je mee voorbij het be­kende, naar de achtergrond van het bekende. De vraag hier wordt het anrwoord en wordt opnieuw opgeno­men in stil gewaarzijn.

Het ego stuurt graag dingen en omstandigheden in overeenstemming met zijn wensen, maar zijn bestaan

119

Page 62: Jean Klein - Ik ben

is slechts een schaduw, afhankelijk van het lichaam­geestorganisme dat het projecteert. In de aanwezig­

heid van de goeroe wordt het ego niet afgewezen,

maar bevrijdt het heldere inzicht dat de leraar op ons

overbrengt ons geleidelijk aan van de kenmerken diê

het ego zich ten onrechte toe-eigende. Vroeg of laat wordt dit doorzichtig geworden ego weer opgenomen

in zijn essentie en thuisgrond: heldere aanwezigheid. Het treedt alleen op wanneer erom gevraagd wordt en steelt nooit meer het licht voor zichzelf.

Verlichting is onmiddellijk, maar de geest wordt

langzamerhand helderder. De helderheid van de geest

brengt de ontspanning in oude patronen teweeg, een

bevrijding van energie die op haar beurt helder zien sti­muleert. Daardoor kunnen we leven zonder enig streven

iets te bereiken, bevrijd van de spanning veroorzaakt

door wachten tot er iets gebeurt, verwachting.

Terwijl we luisteren naar de leraar als hij het spirituele perspectief uiteenzet, /ijkt alles heel duidelijk, zonder pro­blemen, maar naderhand gaan we blijkbaar weer uit ons ware centrum. Hoe komt dat?

Als we luisteren naar de leraar die over de waarheid

spreekt, is ons luisteren totaal ontvankelijk, we staan

open voor wat er gezegd wordt. Het neemt vorm aan

in ons. Later krijgen de oude patronen van het ego, onderbroken toen we naar de goeroe luisterden, weer

houvast in het alledaagse leven. Je moet ze zien als ob­

jecten; op die manier zul je je spontaan buiten hun

120

actieradius bevinden. Als je niet gehoorzaamt aan je oude patronen, zullen ze alleen komen te staan; daar­

door zal je ware aard zich weer in je nestelen, zoals je die voelde in aanwezigheid van de wijze. Deze toe­

stand, dit opstapje, zal wegvallen naarmate de ervaring

zich vaker voordoet.

Kunnm we dichter komen bij het begrijpen van de wer­kelijkheid, 'dingen op zichzelf: door woord en gedachte?

Taal en woorden kunnen onmogelijk uitdrukken wat onvoorstelbaar is. Woorden staan onder de willekeur

van..een egocentrisch empirisme. Ze hebben hun basis

in het bewustzijn waaruit ze ontstaan en waar ze naar

terugkeren. Het ego vindt zijn oorsprong in een men­

t-aal beeld: 'Ik ben het lichaam.' Spontaan denken ontkomt aan iedere tegenspraak,

laat geen samskara, geen residu achter. Boven de tegen­

polen mooi-lelijk, goed-slecht uit is er een eenmakend

bewustzijn dat niet veroverd kan worden noch begre­

pen door de geest, want het overstijgt alle ideeën.

We kennen de dingen niet, we kennen ze alleen als

verschijnsel, hetgeen niets dan naam en vorm is. We kunnen de werkelijkheid van iets alleen zien wanneer

we die werkelijkheid zijn: kennis zonder object.

Ik ken momenten waarop ik volkomen tevreden ben, er niets ontbreekt en ik vrij bm van elk streven, iedere ver­wachting. Afgezien van die zeldzame momenten voel ik me vaak nogal somber gestemd.

121

Page 63: Jean Klein - Ik ben

Het ego leeft in complementariteit en is soms som­ber, dus zoekt het genot om her regendeel 'somber­heid' re vermijden. Somberheid vermijden is geheel

onmogelijk, want blijheid en somberheid zijn als kop en munt. De momenten van bevrediging die je er­

vaart heb je niet in een subject-objectrelatie waarin je kunt zeggen: 'Ik ben vrij, ik ben blij.' Deze momen­ten zonder gedachte, droom of afbeelding zijn onze ware aard, heelheid, die niet voor re stellen is. Her is een ervaring die je hebt wanneer er niemand is die

het ervaart noch iets dar ervaren wordt. Alleen deze werkelijkheid is spiritueel. Alle andere staten, 'highs,' hetzij teweeggebracht door technieken, ervaringen of drugs, zelfs de zo vaak verheerlijkte samadhi, zijn fe­nomenen - en dragen sporen van objectiviteit. Met

andere woorden, aangezien war je bent geen staat is, is het zonde van de tijd en de energie om meer en meer ervaringen na te jagen in de hoop dichter bij de non-ervaring te komen.

Hoe kunnen ervaringen opgegeven worden, opdat we tot

universeel inzicht komen?

Je ziet dat in een ervaring er nog steeds iemand is die ervaart, die blijft steken in het patroon dat hij in een bepaalde staat komt en er weer uitgaat. Universeel in­zicht is het plotselinge gewaarzijn dat de waarnemer van deze staten er onbewogen onder blijft, dat ze op­

treden in de waarnemer. Dit inzicht is er in een flits, wanneer alle fragmenten die ons verhinderen re begrij-

122

pen maar er toch naar verwijzen, zich in de niet-be­trokken getuige ontvouwen.

Gewaarzijn is het wezenlijke element dat ervoor wrgt dar niet-begrijpen begrijpen wordt. Her komt niet voort uit vergaren, wals wanneer we iets leren, een taal of een instrument bijvoorbeeld. Het gebeurt bliksemsnel, als een bliksemschicht waarin de verschillende elementen die eraan voorafgaan plotseling op hetzelfde moment re zien en opnieuw gearrangeerd zijn, wals de deeltjes die een magneet aantrekt in een patroon vallen wanneer ze

zich eraan hechten. Dit plotselinge visioen kan alle vroe­gere problemen uitwissen zonder de geringste schaduw van nier-begrijpen achter re laren. Dit opnieuw opge­nomen worden in toraal inzicht bevrijdt alle energieën die meesral tot vaste patronen gevormd zijn en opent de

weg naar de uiteindelijke waarheid, één-zijn.

Dat wij onszelf zien als een au ronome entiteit, een in­dividu, is de fundamenrele vergissing van onze con­ditionering. Dit fragmentarische standpunt maakt in­zicht rot een onmogelijkheid. Het is een bedenksel dat iedere substantie en onafhankelijkheid mist, net als de beelden die in dromen verschijnen. Alles wat we doen

op het niveau van het idee 'ik' is opzetrelijk en impli­ciet. Elke handeling onder invloed van het idee van het individu ik brengt ons in een vicieuze cirkel. In deze omstandigheden zijn we de doener, de denker, en zit­ten in een psychische relatie aan de daad of gedachte vasrgeklonken.

Zuivere, spontane actie, vrij van keuze, de actie van oneindig bewustzijn, is geheel onverschillig voor con-

123

Page 64: Jean Klein - Ik ben

venrionele moraliteit of immoraliteit, positief of nega­tief. Vanuit moralistisch srandpunr uitgewerkte ideeën beperken slechts de actie die op zich rotale volmaakt­heid is. Wanneer de actie spomaan gebeurt, is zij vol­komen vrij van de tegengesrelde kracht die elke vorm van keuze inhoudt. Waar keuze is, is iemand die kiest, een standpunr, doener, denker. Maar in echte creatieve mornemen vindt alles plaats zonder dat zich een ik er­mee bemoeit. Alles gebeurt vanzel( Dergelijke actie is totale actie.

Wanneer er verlangen opkomt zonder vooralsnog zijn uitdrukking te hebben gevonden in woorden of een ftxacie op een object, zouden we ons ervan bewust moeten worden terwijl we volkomen onbetrokken blijven. Op die manier houdt de onrust op en sterft de dynamiek weg naar de beschouwer, de ik die alles om­vat en niemand anders dan zichzelf kan verlangen. Het moroenrum van het verlangen wordt helemaal gevoeld. Het is een streven in het duister naar de een of andere vorm van expressie. Men moet zich volledig bewust worden van dit verlangen zonder dat het kristalliseen in een idee, een richting. Deze niet-gerichte energie brengt ons terug bij onze ware aard die objectloos is. Als we eenmaal bij deze heldere visie aangekomen zijn, lijkt niets duidelijker dan de uiteindelijke werkelijk­heid van grenzeloos bewustzijn.

Het echte leven is voorbij leven en dood, verschij­nen en verdwijnen. Het kan niet gereduceerd worden rot het denken of beperkt door het geheugen. Het le­ven, verborgen in de verschijning, openbaart zich wan-

124

neer we helder zien dat hoe we gewoonlijk leven een compensatie is. Dit inzicht verliest zijn concreetheid en wordt opnieuw opgenomen in stilte. Op het ter­rein van het bekende is alles bepaald, geclassificeerd en opgeslagen. Voorbij het bekende is er een nooit eindigende onrdekking. Alles wijst naar gewaarzijn en wordt er weer in geïntegreerd.

Angst en bezorgdheid zijn de pionnen van de her­innering en het bekende. Emotionele betrokkenheid verblindt ons; dit is niets anders dan een reactie, voore­gebracht door een psyche die afgesneden is van haar bron. Ideeën en idealen zijn een vlucht van vooredu­rende vernieuwing.

Wanneer we het object eenmaal opvatten als een aanwijzing voor wat wij zijn, openr zich een pad voor

ons; het is een startpunr voor zelfkennis. Vanaf dat mo­menr krijgt het leven een heel andere betekenis. Het onderzoek dat de leraar voorstelt leidt ons intuïtief naar deze zelfkennis. Eenmaal op de juiste weg gaan we ons daar vanzelf uitsluitend mee bezig houden.

Logisch redeneren, met welomschreven voorne­mens, kan nooit tot zijn leiden. Directe inruïtie van perspectief verlicht ons, laat ons zien dat er niets re winnen is bij verzamelen of verwerven. Dan verliest de zoeker al zijn sereven en sterft. Zodra iedere illusie is vervlogen, wordt duidelijk dat de zoeker het object van zijn zoektocht was.

Uiteindelijke harmonie kan alleen bestaan als je ge­vestigd benr in het Zelf, waarin geest, uel en lichaam een harmonieuze eenheid vormen. Ons gehele psycho-

125

Page 65: Jean Klein - Ik ben

somatische organisme baadt in dit welbehagen en alle mentale activiteit komt tot rust wanneer vreugde op­welt. Laat jezelfbij haar allereerste liefkozing meenemen in gelukzaligheid. Op dat moment zijn objecten niets anders dan afspiegelingen van deze vreugde, deze onein­dige vrede, deze werkelijkheid, voortdurend aanwezig, en onderstroom van onze dagelijkse bezigheden.

In het algemeen is wat wij 'bewust zijn' noemen in ons dagelijks bestaan een zwakke afspiegeling van het Zelf. De wezenlijke aard van het Zelf, Aanwezigheid, schittert in de leegte tussen de ene gedachte en de an­dere, het ene gevoel en her andere en de ene staat en de andere. Meestal negeren we de leegte als een afwezig­heid van objecten, een 'verlies van bewustzijn.' Maar uiteindelijk zullen we ons er bewust van worden, ook

als er objecten zijn. Waarachtig onderzoek is openstaan voor het onbe­

kende. Het wil zeggen dar waarnemingen, objecten, zich vrij van alle kwalificaties die voortkomen uit een centrum, uit het controlerende ego, mogen uiten.

Als we tijdens deze niet naderbepaalde momenten in contact blijven met rastzin of gehoor, eenvoudig als de niet-betrokken getuige, is er geen bemoeienis met of beperking van de zintuiglijke waarneming en wordt deze opnieuw geïntegreerd in de stille toeschouwer. In deze herintegratie verdwijnen alle sporen van object en toeschouwer. Wat overblijft is alleen maar zijn, stilte, wat wij fundamenreel zijn.

Wat wij zijn, ons Zelf, alomtegenwoordigheid, be­staat niet in tijd en ruimte. Op het plan van bestaan

126

kan men spreken van leven en sterven, wat door de geest gevormde beelden zijn, maar wat we zijn over­stijgt geboorte en dood. Wanneer we over geboorte spreken bedoelen we de geboorte van het ego, van de ik, en met dood bedoelen we de dood van het ego.

Alle verschijnselen ontwikkelen zich in ruimte en tijd. Dit is de aard van het bestaan. Het bestaan be­staat in zijn, dat tijdloos is en zonder ruimte. Jezelf een bepaalde tijd ervan willen weerhouden om te den­ken komt voort uit een ego waarvan je een beeld hebt gemaakt en versterkt het. De poging er je geen beeld van te maken is ook een beeld, en een daad van ge­weld tegenover het bestaan. Objectivering belemmert ons, houdt ons tegen om de weg te vinden naar wat we werkelijk zijn. Het enige dat we kunnen doen is ervan overtuigd worden dat we nooit verlichting kun­nen vinden in het domein van denken en ideeën. Onze ware aard kan nier geobjectiveerd worden. Ieder stre­ven door de ik is een hindernis. Wanneer we dit laten varen verdwijnen alle ideeën, worden we ondergedom­peld in Genade en wordt de achtergrond, bewustzijn, een levende werkelijkheid voor ons.

Het Zelf is stil gewaarzijn, maar deze stilte over­stijgt ideeën en complementaire begrippen en kan niet benoemd worden als stilte tegenover lawaai. Daarom blijven we door pogingen om ons te bevrijden van on­rust om zodoende een toestand van stilte te bereiken, in conflict met onszelf. Ze houden ons op het plan van tegenstand, verdediging, vechten, bereiken en afwijzen. Maar als we daarentegen de onrust accepteren, als een

127

Page 66: Jean Klein - Ik ben

uiting van stilte, lost hij op in de acceptatie. Dan zul je de stilte van het Zelf bereiken, voorbij stilte en onrust. Je kunt niet hopen jezelf te bevrijden van onrust als je op die golflengte blijft, je moet ernaar luisteren als een eenheid. Dan sterft hij in de stilte, want hij is niets anders dan stilte.

Wanneer we over het heden praten, bedoelen we het eeuwige heden, aanwezig zijn voor het Zelf, wat onvoorstelbaar is en geest en psyche overstijgt.

De zoeker kan beschouwd worden als een verbeeld ego dat gemis voelt. Afgescheiden van zijn heelheid streeft het er tevergeefs naar aan deze spanningstoe­stand te ontsnappen. Wanneer het zinloze van de zoektocht wordt ingezien, wordt ze opgegeven en wordt de energie, de drijvende kracht erachter op­

nieuw opgenomen in de stille beschouwer. De ver­

beelde energie van het ego die een middelpuntzoe­kende beweging is, wordt centrifugaal. De zoeker, die niet langer prooi is van de drijvende kracht achter het zoeken, integreert met wat gevonden wordt, met zijn ware aard, waarvan hij intuïtief weer dat die altijd aanwezig is.

Alleen een verbeeld ego, een geobjectiveerd 'ik ben', kan vastgebonden, gevangen ofbevrijd worden. Zodra gewoonte en reacties wegvallen kunnen we niet meer spreken van vrijheid of slavernij.

Ieder streven naar objectivering van de kennende, die niet als een idee opgevat kan worden, verhindert de directe waarneming van onze ware aard, die zijn ofwel non-duaal weren is.

128

Iedere voorstelling, objectivering, is een projectie van energie, een vertrek van onze nabijheid waarin binnen noch buiten is. Alleen de geest verzint dergelijke idee­en als binnen en buiten, vrijheid en gevangenschap. Dergelijke uitvindingen verdwijnen zonder moeite of discipline als ze eenmaal worden gezien als bedrog. Er is zijn, weten en liefde. Uit deze levende stilte komt het parfum van het bestaan tot ons.

Welke plaats heeft Genade in advaita?

Wanneer we iets krijgen waar we zeer naar verlangd hebben, precies op dat moment wordt het ego uitge­wist. Op dit moment zijn zowel object als ego afwezig. Het is een totaal advaitische ervaring, waarin noch be­

schouwer, noch het beschouwde bestaat. Maar omdat we ons er niet van bewust zijn, leven we er overheen en vangen er slechts een verre echo van op in ons lichaam of onze geest. We schrijven de oorzaak ervan toe aan

een speciaal object. Emotionele en lichamelijke erva­ringen zijn niet meer dan toestanden die komen en gaan. Vaak verwarren we non-duale ervaring met der­gelijke toestanden. De non-duale ervaring overstijgt de subject-objectrelatie en is strikt genomen geen erva­ring, omdat het geen middel nodig heeft om gekend te worden. Wanneer we dit heel duidelijk zien, ontwaakt er een voorvoelen in ons, een herinnering die niets te maken heeft met geheugen, hetgeen een mentale func­tie is. Door het spoor van dit voorvoelen van onze oor­sprong re volgen, stellen we ons open voor Genade.

129

Page 67: Jean Klein - Ik ben

Het gekende object en de kenner ervan, het subject, zijn één. Als we ze als afzonderlijke grootheden be­schouwen leidt dit tor de notie van een ego. De doe­

ner is een intrinsiek onderdeel van het object waarmee hij doende is, zoals nervositeit en de mens die nerveus is een en hetzelfde zijn. Als we die eenmaal duidelijk zien, valt de opzettelijkheid van de ik, de experimenta­tor, weg en gaat over in lucide observatie, stÜte, verlost van het kiezen.

Er zijn veel verschillende benaderingen die de werkelijk­

heid van de wereld onderzoeken. Wát moeten we daaruit opmaken?

De wereld is zowel echt als onwerkelijk. Hij lijkt echt

wanneer we ernaar kijken vanuit het standpunt van de wereld, het ego, maar gezien vanuit een universeel ge­zichtspunt is dit standpunt beperkt en daarom onwer­

kelijk. Wanneer bewustzijn zichzelf kent als de bron van de wereld, lijkt de wereld zeer echt. Welk verschil

is er dan tussen deze twee werkelijkheden: die van hem die onwetend is van het Zelf en die van hem die weet

dat hij is? Hij die niet weet, die de waarneembare we­reld voor echt houdt, vernauwt hem tot patronen, sy­stemen, ideeën en overtuigingen. Deze stellen een on­zeker ego gerust. Maar het is een hypothetische wereld, zowel rusteloos als passief, een levenloze wereld. Voor

degene die weet dat hij is, is de wereld een uitdruk­king van uiteindelijke kennis. Het is een verlenging, een emanatie van de totaliteit die onze ware aard is. De

130

wereld wordt voortdurend opnieuw van moment tot moment, geschapen, is immer nieuw. De wereld ver­schijnt altijd aan ons overeenkomstig her gezichtspunt dat we innemen; voor de zinruigen is hij vorm, voor de geest is hij een idee, voor het Zelf, her één geheel vormende bewustzijn, is hij bewustzijn.

Dit is de betekenis van het zen-gezegde: Eerst zijn er

bergen, dan zijn er geen bergen, dan zijn er weer ber­gen. Eerst zijn de bergen objecten en worden ze echt genoemd door de onwetende. Vervolgens worden ze

niet als objecten gezien omdat de subject-objectrelatie verdampt. Maar dan worden ze vanuit het universele standpunt weer gezien, niet als objecten in de vorm

van bergen, maar als uitingen van eenheid. De bergen verschijnen nu binnen het geheel.

131

Page 68: Jean Klein - Ik ben

Ware kennis is zijnskennis, die is de enige ken­

nis die de naam waardig is. Waarheid, zijnde kennis, is geen onderdeel van gewoon denken dat

afhankelijk is van de subject-objectrelatie. Gewoon

denken komt voort uit wat bekend is, maar zijnsken­nis staat buiten het terrein van kennis hebben. Het

kan niet 'gehad' of 'gekregen' worden; het kan alleen maar zijn. Als we ons het reeds bekende voorstellen, vormen we sleehes een vicieuze cirkel om ons heen.

Deze houding zal het onbekende, onze ware aard niet ontsluiten. Stel je open voor een nieuwe dimensie.

Dit zal er onmiddellijk in resulteren dat er niets ge­projecteerd wordt, in een stilte waarin je openstaat

voor de werkelijkheid. Dan zal denken zijn grenzen verliezen en zal de inhoud ervan wegzakken in zijn

bron, die kennis is.

133

Page 69: Jean Klein - Ik ben

Wanneer een object herkend wordt als een uiting van

bewustzijn, lost zijn essemie op in kennis, levende stil­

te, vrede en luciditeit. Dit licht is er altijd voordat het object verschijnt. Verdeelde, relatieve kennis verschijnt

en verdwijnt in ongedeeld bewustzijn. De verschijning

van objecten is dus onderbroken, maar bewustzijn is

constant. Kennis van objecten gaat op in zuiver be­

wustzijn, universeel bewustzijn, en vroeg of laat raak

je erin gevestigd. Wat je ook doet, je bent altijd bewustzijn, her kan

niet anders. Verwardheid bevangt je zodra je gelooft

dat jij de doener, de denker, de willer bent; maar in

werkelijkheid ben je louter de getuige van je daden. Laten we bijvoorbeeld veronderstellen dat je je een

gedachte herinnert die je gisteren had. Je bent nu de

getuige van die gedachte. Wanneer je je een gedachte over het verleden herinnert is het een volslagen nieuwe

gedachte, die hoegenaamd niets te maken heeft met de

gedachte uit het verleden. Als je beseft dat je de getuige

bent van de gedachte die je je herinnert, hou je op de

gedachte te verwarren met de getuige.

Hoe kan ik me bevrijden van de bekoring van mijn ge­dachten, van herhaling? Met andere woorden, hoe kan ik creatief leven?

Het denken kan zichzelf niet veranderen, het eigenzin­

nige ego is slechts één aspect van de geest. Het kan

nooit een verandering teweegbrengen door te analyse­

ren en te kiezen, zich te verontschuldigen, te verklaren,

134

te kritiseren of te concluderen. Het grootste deel van

de rijd is actie slechts re�tie, veroorzaakt door angst, bezorgdheid en verlangen. Dit zijn aspecten van een

geest die werkt als een caleidoscoop die slechts een bepaald aantal stukjes kan herschikken, een geest in

stand gehouden door het ego, her reeds bekende, her­

innering. Door universeel inzicht wordt alle wil, alle

intentie opgegeven, waarna slechts stil gewaarzijn, to­

tale aanwezigheid, overblijft. Deze stille aanwezigheid

bevrijdt ons van de patronen die het ego heeft gecon­

strueerd, en opent zo een hele nieuwe wereld van ener­

gieën voor ons.

We verdelen tijd in vastgestelde periodes die we

verleden, heden en toekomst noemen, maar wanneer

we aan het heden denken, hoort het al tot het verle­

den. Het enige heden dat echt bestaat is aanwezigheid.

De notie van tijd wordt geboren als gedachten elkaar

opvolgen. Stil bewustzijn is altijd aanwezig, of we nu

denken of nier. Als het anders was, hoe zouden we dan

mogelijkerwijs kunnen spreken van een afwezigheid

van denken?

De werkelijkheid wordt een levende aanwezigheid

wanneer we in niet-gericht gewaarzijn een dwaling zien

voor wat het is. Zij verdwijnt dan, waardoor waarheid en aanwezigheid geopenbaard worden. We ervaren dit in een flits.

In dit alom-aanwezige gewaarzijn, vrij van ieder wil­

len, vrij van ieder kiezen, zien we dwaling in haar ware

gedaante. Gezien in een bliksemschicht wordt waar­

heid een helder ziende, stralende zekerheid. Waarheid

135

Page 70: Jean Klein - Ik ben

is, en is haar eigen bewijs, haar enige bewijs. Zij straalt in volle luister en werpt licht op wat onwaar is.

In oorzaak en gevolg denken is alleen gebruikelijk

in het dagelijkse leven. Wanneer we aan de oorzaak denken is er geen gevolg, wanneer we aan het gevolg denken, houdt de oorzaak op te bestaan; geen twee dingen kunnen regelijk bestaan. Evenw is her onder­scheid tussen subject en object, her vergelijken van sympathieën en antipathieën, niets dan herinnering. Herinnering is slechts een gedachte onder vele andere, zij is zelf niet werkelijk. Of we nu denken aan het ver­leden of aan de toekomst, in werkelijkheid is het altijd nu. We kennen tijd alleen als een opeenvolging van ge­dachten, gebaseerd op herinnering. Wanneer we herin­nering duidelijk herkennen als slechts een gedachte,

verlaar de illusie van tijd ons. Zonder object is er geen subject, noch object zonder

een subject. Wanneer we echt waarnemen is het sub­ject afwezig, pas naderhand zeggen we dar we iets heb­ben gezien of gehoord. Subject en object zijn twee ge­scheiden gedachten. We kunnen slechts één gedachte, fysieke bezigheid of zintuiglijke waarneming regelijk hebben. Denken, geheugen en tijd komen voort uit stil gewaarzijn - her zijn zuivere uitingen van immer aanwezige eeuwigheid. Elke waarneming is een geheel nieuwe wereld, waarvan lichaam en psyche onderdeel zijn. De wereld wordt met elke nieuwe gedachte op­nieuw geschapen.

We proberen vaak het denken te beheersen, her te kalmeren door concentratie, maar door helder te

136

gaan zien beseffen we al gauw dar concentratie en af­leiding beide horen bij de verdeelde geest. We kun­nen de geest onmogelijk beheersen met behulp van de geest. Concentratie wrgc slechts voor ftxatie, gevangen in een kooi als een kanarie. Stil gewaarzijn overstijgt verstrooidheid en concentratie. Eenmaal in dit licht gezien, geeft de geest her streven op, verdwijnt onrust langzamerhand en maakt zo de weg vrij voor levende aanwezigheid.

Als we erin slagen gedachten re stoppen door con­centratie, blijven we niettemin in een eoestand van strijd. Wanneer de geest op deze manier tot kalmte is gekomen nemen we een leegte, een gevoel van rust waar waardoor we ren onrechte zouden geloven dar we het uiteindelijke hadden bereikt. Her is essentieel om

re accepteren dar ons ware Zelf nooit re vinden is in een waarneming, in een object. We kunnen nooit zoe­ken in het bekende naar war eraan ontstijgt. Als we een vooropgezet idee van het ultieme hebben, zullen we proberen het te bereiken. Her streven zelf wordt dan het grootste obstakel. We moeeen dus mediteren over de uitspraken van de goeroe en ons door de inhoud naar niet object-gerelateerde ervaring laten leiden. Wanneer het object niet meer het centrum van onze aandacht is, verlaat aandacht het object en wordt weer opgenomen in het uiteindelijke subject. Deze ervaring wordt beleefd op een heel ander vlak dan de gewone dualistische relatie van subject en object.

Het is her ego zelf dar al onze problemen creëert want daaruit ontstaan ze juist. De leraar helpt ons dit

137

Page 71: Jean Klein - Ik ben

te begrijpen, en dan verdwijnen schepper en creatie. Aangezien de schepper nier meer is dan een projectie van de geest, blijft alleen onze ware aard over, immer aanwezig, eeuwigdurend. We kunnen haar verkrijgen noch bereiken.

Nle problemen van de wereld zijn onze eigen pro­blemen, voortkomend uit het ego. Ze komen en gaan als golven, het ene na het andere. De deskundigen, uitgezocht om ze op te lossen, proberen verandering teweeg te brengen, waarbij ze negeren wie de proble­men eigenlijk veroorzaakte. Wanneer er dus op het ene gebied een verandering tot stand is gebracht, manifes­teert het probleem zich op het andere. Bij een juiste be­nadering zoeken we wat het probleem heeft gevoed, de kern van het hele conflict, en doen we een stap terug.

Vanuit het onpersoonlijke, alomvattende standpunt

wordt het ego mét zijn problemen weer opgenomen in zuiver bewustzijn, aandachtig gewaarzijn. Dan zijn er geen problemen meer en zullen er nooit meer zijn. N­leen uit deze alomvattende visie komen intelligentie en juiste handeling voort, en kan blijvende verandering plaatsvinden.

Zegt u dat we sociale strijd negeren wanneer we in be­wustzijn leven?

Strijd is helemaal te wijten aan ons gefragmenteerde gezichtspunt. Een fragment is altijd in een toestand van disbalans. Met die als startpunt kunnen wt al­leen maar meer fragmenten, meer conflicten en een

138

grotere toestand van disbalans creëren. Sociologen en

economen die sociale conflicten proberen uit re ban­nen doen onvermijdelijk niet meer dan nieuwe creë­ren. Ze beschouwen het conflict als iets dat buiten het individu staat, terwijl hij juist degene is die het in het leven roept. Niets kan er veranderd worden vanuit het standpunt van de maatschappij: war we kunnen ver­anderen is onze zienswijze en dan zijn we automatisch her meest effectieve lid van de maarschappij om veran­

dering aan te brengen. Ns we de gefragmenteerde visie van het ego een­

maal achter ons laten en een onpersoonlijk standpunt innemen - dat van bewustzijn - neemt de strijd af De wereld op zich kan niet de oorzaak van conflict zijn. Wij zijn degenen die her uit her niets opbou­

wen. Zolang iemand zichzelf als lichaam ziet, is hij slaaf van zijn klieren, zijn lichaamsfuncties, zijn mentale projecties, van wat we zijn conditionering zouden kunnen noemen. Maar als hij onderkent dar zijn lichaam zelf niet werkelijk is, dat wil zeggen niet

onafhankelijk, dat het geheel afhankelijk is van de waarnemer, komt hij tor het besef dar her lichaam

niet meer dan een object is. Door dit besef is hij geen medeplichtige meer aan het lichaam dat hij erfde. Hij zal inzien dat hij volmaakte harmonie is. Dit komt overeen met een onpersoonlijke visie. Er vindt een ontwikkeling plaats waarbij het lichaam zijn inner­lijke wijsheid, bewustzijn, zal ontdekken. Nles war hij doet zal nu onbevooroordeeld, passend bij iedere

situatie, roestand en probleem zijn.

139

Page 72: Jean Klein - Ik ben

Bewustzijn is de haard waaruit vonken spatten en zich verliezen. We identificeren ons ten onrechte met deze vonken. Her zijn maar deeltjes. Dualiteit is van deze haard verbannen.

U zei dat mensen die de maatschappij trachten te veran­deren slechts één conflict verkleinen, maar dat er onver­mijdelijk een ander ontstaat. Dit klinkt heel abstract. Op praktisch niveau zijn sommige veranderingen toch beter dan andere? Wij kunnen hier niet maar gaan zeggen dat alle samenlevingen even humaan of zelfi maar even func­tioneel zijn. Er moet ruimte zijn voor relatieve verande­ring voordat we allemaal verlicht zijn. Anders lijkt zelf onderzoek een louter egoïstische manier van leven. Kunt u hier iets over zeggen?

Alleen een heldere visie en diep inzicht kunnen ver­andering brengen. Er komt verandering wanneer je de feiten ziet, omdat elke situatie haar eigen oplossing heeft. Zolang je kijkt vanuit een persoonlijke zienswij­ze kun je geen feiten zien. Leer dus eerst je eigen con­ditionering, de diepte van je persoonlijke opvatting,

kennen. Echt handelen is nooit persoonlijk. Wanneer je een situatie onpersoonlijk tegemoet treedt, zul je tot juist handelen worden gebracht.

U zei dat we vanuit een positie die vrij van indivi­duele wil en keuze is volmaakt in staat zijn elke situ­atie die zich aanbiedt tegemoet te treden. Hoe is dit

mogelijk?

140

Jezelf in een positie plaatsen waarin je een keuze moet maken schept verdeeldheid. Wanneer je startpunt al

verdeeld is, kan dit onmogelijk iets anders dan meer verdeeldheid voortbrengen, die dan weer conflict ver­oorzaakt en een roesrand van disbalans. Een positie die vrij is van keuze impliceerc dar je helemaal beschikbaar bent, ontvankelijk voor het moment en open voor alle mogelijkheden. Elke actie die volgt ontstaat uit de har­monie die impliciet is in de eenheid van leven, die vrij is van tegenstelling en tegenspraak. Daarbuiten besraat er niets. Zij oversrijgt de drie verdelingen van tijd in verleden, heden en toekomst. Ze oversrijgt de dualiteit goed en kwaad, situaties waarin we zeggen daar hou ik van en daar heb ik een hekel aan, of situaties die aanleiding geven voor negatieve of positieve reacties.

We zijn volledig vrij van herinnering, in absolute on­zekerheid, maar in die onzekerheid vinden we eeuwig­durende zekerheid.

U zei eerder dat we zouden moeten mediteren op de woor­den van de goeroe en ons door de inhoud laten leiden. Wát betekent dit? En is de inhoud van de woorden even

belangrijk als de aanwezigheid van de goeroe?

We moeten de uitspraken volkomen rot ons laren doordringen. Aangezien de uitspraken voortkomen uit waarheid lost de tekststructuur op en is wat er overblijft de essentie die we allen gemeen hebben. De

inhoud van de woorden is hetzelfde als de aanwezig­heid van de goeroe en onze eigen aanwezigheid. Om

141

Page 73: Jean Klein - Ik ben

er volkomen van doordrongen te zijn moeten we de woorden of de goeroe, het ogenschijnlijke 'buiten' niet

benadrukken, maar aandachtig luisteren naar hoe ze in ons resoneren, hoe ze onze waakzaamheid stimuleren.

We kunnen ons nier vasthouden aan de uitspraken,

maar moeren ze laten oplossen opdat ze in ons hun

werk kunnen doen.

Is dit werk door de woorden in ons zichtbaar of onzicht­

baar?

Beide. De werkelijke, effectieve kracht is onzichtbaar,

omdat je die niet kunt zien, maar de echo ervan in ons is wel re zien.

142

Wanneer bewustzijn zich identificeert met zijn

object wordt er een subject-objectrelatie ge­

schapen. Dan kunnen we spreken van een lijder en

een object van lijden. Maar degene die beide kent is geen object.

Alle waarnemingen zijn in her bewustzijn waarge­

nomen objecten. Angst is dus zo'n object, zo'n waar­

neming. Voordar we her hier benoemen is er geen

angst, er is alleen de directe waarneming, her gevoel. Zodra we die benoemen raken we het contact met de

waarneming kwijt en leven we in her idee, de naam,

want ideeën en waarnemingen kunnen nier co-exi­

steren. De angst wordt verbeeld door het relatieve

subject, dar ook een object is. Dit subject bestaat niet onafhankelijk, her bestaat alleen binnen de gegeven

omstandigheden.

143

Page 74: Jean Klein - Ik ben

Jezelf voor een persoon aanzien is een gewoome als elke andere. Het is het verlangen zich te onderschei­den van de omgeving, anders dan anderen te zijn. De persoon bestaat wanneer hij geformuleerd is als een gedachte, en zo zien we dat het niets dan herin­nering is. Herhaling geeft hem vastheid, een plaats om zich in re situeren. Het is een toestand van dis­balans die zich alleen maar kan bestendigen, waarbij ze meer angst en bezorgdheid creëert. Deze herhaling geeft aanleiding tot stereotiepe situaties: we hebben geen geld, we zijn eenzaam, we zijn ziek ... zij ere­eert denkpatronen die zich in de geest nestelen en cyclisch worden. De persoon kan zich er nooit van bevrijden.

Het van zijn oorsprong afgesneden ego raakt ge­makkelijk vervuld van angst. We leven in angst om te lijden; de persoon is niets dan lijden. Dit lijden moet eerst helemaal gevoeld worden en kan alleen maar ge­voeld worden wanneer het geaccepteerd is. Geaccep­teerd als een feit, in objectieve, niet in fatalistische zin. Deze werenschappelijke benadering kan alleen plaats­vinden wanneer er geen psychologische relatie met de angst is, wanneer deze gezien wordt vanuit het onper­soonlijke standpum. Wanneer we ons geen voorstel­ling maken van angst gaat hij weg, want we voeden hem niet meer. Waargenomen in helder ziende aanwe­zigheid is hij gedoemd re verdwijnen.

Het inzicht dat het ego zelf niet echt is komt regel­recht voort uit ons ware zijn. Het is niet het gevolg van enige inspanning, maar is onmiddellijk, niet discur-

144

sief noch mentaal. Het zorgt voor totale aanwezigheid, heelheid, waarin angst geen plaats heeft.

U zei dat alk waarnemingen in bewustzijn worden ge­daan. Betekent dit niet dat bewustzijn waarneemt, func­tioneert?

Waarnemen is geen functie. Daarom leidt wat waarge­nomen is onmiddellijk tot waarneming. Bewustzijn is waarneming. Je kunt het waarnemen niet waarnemen omdat je het bent.

Wát betkJelt u precies met 'wat waargenomen is leidt tot waarneming'?

Het is de kortste weg naar bewustzijn. Zodra het ob­ject zijn voorstelling opgeeft leven we in stille waarne­ming waarin niets wordt gezien en niemand ziet. Het is non-duaal.

Hoe geeft het object zijn voorstelling op?

Een schilder onderzoekt her object. Hij benadrukt het object. Het object is passief en zijn visie is actief, extra­vert. De waarheidszoekcr benadrukt het zien, het ver­welkomen. Hij onderzoekt het object niet als zodanig, maar gebruikt het slechts om zich in het zien te vesti­gen. Het object ontvouwt zich in aandacht, brengt je terug naar aandacht. De schilder is tijdelijk receptief, maar dit is ook doelgericht. Hij zoekt iets en wanneer

145

Page 75: Jean Klein - Ik ben

hij her vindt, houdt hij het. De waarheidszoeker vindt

zichzelf in her kijken.

Hoe kunnen we ons bevrijden van dit gevoel van bezorgd­heid dat ons ondermijnt?

Als je er eenmaal grondig van overtuigd bent dat je

noch de doener noch de denker bent, ben je niet rus­

teloos meer. Alleen een object, het onzekere ego, kan rusteloos en angstig zijn. Je zult je gewaar worden van een massa energieën waar je nooit van gedroomd had.

Je relatie met de mensen om je heen zal volmaakt har­monieus 2ijn, want je bent niet meer op zoek naar re­

sultaat en verwacht niets terug. Je handelt vanzelfspre­

kend met de beste bedoelingen en laat je alleen door de

omstandigheden leiden.

Ieder handelen wordt door talloze factoren in het leven geroepen en jij bent er maar een van. Als je een­

maal hebt begrepen wat jouw rol hierin is, zul je volko­

men in staat zijn een samenleving te creëren die bijeen wordt gehouden door relaties die je niet binden maar, integendeel, bevrijden.

Wát voor een leven moeten we dan gaan leiden om tot zo'n ideale maatschappij te komen?

Ten eerste moet je beseffen dat niemand leeft, er is al­

leen maar leven. Het is de onjuiste overtuiging dat er een persoonlijkheid leeft, die maakt dat je zoekt naar

�kerheid in objecten, dat je een gevoel van continu-

146

iteit in stand houdt, dat het leven probeert te beheer­sen. Het idee dat jij degene bent die doet wat je doet is de enige belemmering om echt re kunnen leven. Het leven is vrij, zonder angst, het volgt zijn natuurlijke loop. Stem je af op het leven, wees er één mee.

We moeten onze psychosomatische reikwijdte leren

kennen, ons gewaar worden hoe we functioneren, zon­der te proberen te veranderen. Dat betekent: de feiten

van ons dagelijkse leven onder ogen zien, zonder te proberen ze te omlopen of te rechtvaardigen. We ho­ren absoluut notitie te nemen van de manier waarop

al onze gedachten en daden uit een centrum voortko­men en keuze inhouden. We moeten ook het resultaat

van de handelingen van de verdeelde, kiezende geest opmerken. Op die manier leren we onszelf kennen en

aangezien de maatschappij niet losstaat van ons, leren we de maatschappij kennen. Wanneer we bekend ra­

ken met de onpersoonlijke positie, komen er nieuwe aspecten aan de situatie, die verborgen lagen onder meningen, sympathieën en antipathieën. Deze roevoe­

gingen veranderen her schaakbord volledig. Voor mij is sadhana dit leren kennen van hoe je

functioneert, de feiten van het leven onder ogen zien.

Ik denk dat ik begrijp wat u zegt, maar ik zie niet hoe ik de conflicten die mij voortdurend irriteren kan vermij­den.

Conflicten ontstaan wanneer je denkt dat je alles en nog wat bent. Deze verkeerde identificatie beperkt je.

147

Page 76: Jean Klein - Ik ben

Je wilt een probleem oplossen door een antwoord te vinden in het verleden, in de herinnering, in wat je weet. Maar het verleden besraat uit ervaringen op basis van genot, pijn, hoop en alle andere illusies van het ego. Bevrijd je van dit patroon van verlangen en angst. Al je problemen komen eruit voort. De oplossing voor huidige problemen ligt niet in verwijzing naar je ver­leden, maar in het zien van de feiten van de situatie vanuit de ruimst mogelijke visie.

Het ego is niets dan herinnering, een stel definities die beperkend zijn. Je gelooft sterk in deze patronen die je zelf hebt geschapen en je herhaalt ze mechanisch. Ze worden slechts uit gewoonte in stand gehouden, waardoor ze bestendig lijken. Laat ze nu voor altijd gaan.

Verdwijnt alle strijd wanneer men leeft zonder ego?

Een conflict bestaat voor iemand. Wie is er nog die in conflict blijft? Je weet dar gewaarzijn zonder span­ning, wanneer je niet betrokken bent en geen conclu­sie zoekt, totaal gewaarzijn is. Juist dit gewaarzijn stelt je in staat alles duidelijk te zien in jezelf. ledere in­tentie om de toekomst te manipuleren komt voort uit een gedeeltelijke visie, die van het ego. Onvermijdelijk kweekt ze conflict. In totaal gewaarzijn verdwijnen het ego en zijn conflict. Wanneer je een probleem probeert op te lossen door in het verleden, het reeds bekende, de herinnering, te zoeken, voel je je misschien even gekal­meerd, maar deze tevredenheid berust op falsificatie en

148

kan niet duren. Je blijft in de schaduw, de dreiging van conflict leven. Er kan geen duurzame vrede zijn door te proberen tot een vergelijk met het ego te komen.

Ik kan niet in die meditatieve staat leven, ik word con­stant afgeleid door andere beslommeringen. Hoe kan ik vermijden afgeleid te zijn van wat wezenlijk is?

Oe meditatieve staat is een staat van zijn. Dit betekent dat we ons keuzeloos gewaar zijn van het leven in ons, van onze omgeving. Het is geen verdeelde toestand waar inspanning voor nodig is. Cultuur, opvoeding, sociale en economische factoren hebben ons lichaam en onze geest geconditioneerd en vaste mentale patro­nen gevormd. Die zijn allemaal in ons werkzaam, maar

we zijn er niet mee geïdentificeerd. Ons ware zijn is niet betrokken bij of beïnvloed door deze beperkingen. Het is volkomen vrij. Als we ons dit realiseren opent zich een volkomen nieuwe dimensie voor ons; duali­teit komt ten einde, de doener en wat wordt gedaan verdwijnen volledig, de object-subjectrelatie sterft uit zonder ook maar iets na te laten.

\%nneer doet de vraag: 'Wie ben ik?' zich het sterkst voelen?

Hoewel de vraag: 'Wie ben ik?' gestimuleerd kan wor­den door een crisis, komt hij niet voort uit tegenslag, het verlies van bezittingen of een intellectuele teleur­stelling. Hij ontspruit rechtstreeks aan het innerlijke

149

Page 77: Jean Klein - Ik ben

zelf. Hij ontstijgt tijd, heeft geen oorzaak, is vrij van enig streven - wam elke motivatie hindert.

De vragende toestand bevrijdt alle latente ener­gieën in ons. De suoom van deze energieën werd op alle niveaus door de rigiditeit van het ego belemmerd. Het verlangen om te zijn, om het levende antwoord te zijn, stamt rechtstreeks van het Zelf, het antwoord zelf. Daarom kan de vraag 'Wie ben ik?' niet in de geest op­komen. Hij heeft niets te maken met herinnering. Alle herinnering is opgenomen in het levende onderzoek dat alleen in het moment plaatsvindt. Bewustwording gaat noch onmiddellijk noch geleidelijk, maar is een ogenblikkelijke bewuste waarneming. De Ene - wat wij zijn - overstijgt tijd. Wanneer de geest dit beseft, verliest hij zijn angst en verlangen- verlangen dat heen

en weer slingert tussen hebben en worden. Leven is dan die stralende helderheid die zich open­

baart als autonome, eeuwigdurende vervulling. Het is de al-aanwezigheid waarin waakbewustzijn, droom­toestand en diepe slaap verschijnen en verdwijnen.

Welke herinnering wordt bedoeld met de uitspraak: 'Her­inner je het gezicht dat je had voordat je geboren werd. '?

Wanneer je probeert je je gezicht te herinneren van voor je werd geboren, kun je her niet. Dit ontslaat je van elke voorstelling, van herinnering. In die afwezig­heid van elke voorstelling vang je een glimp op van jezelf, je hoedanigheid of zodanigheid, een dimensie zonder object. Als je niets meer bent, geen geboorte

150

hebt in de tijd, merk je dat wat jij bent nooit is gebo­ren en nooit sterft.

Bij het 'ons herinneren' van het ongeborene gebrui­ken we herinnering om tot het uitwissen van herinne­ring te komen.

Maar er wordt vaak gezegd, zoals Wordsworth het formu­leerde: 'Onze geboorte is een vergetm ... 'm onze wetÛr­geboorte is een herinneren.

De glimp van wat we zijn is geen herinnering, het is een herkenning.

Kunt u iets zeggen over de diepe slaap? Hoe kunnen we in die toestand gewaar zijn?

Gewaarzijn bestaat niet in een staat. Staten bestaan in gewaarzijn. Alleen gewaarzijn maakt een toestand mo­gelijk. Diepe slaap is de zuiverste uitdrukking van het Zelf, omdat het niet in de dualiteit is. Wat wij diepe slaap noemen duurt niet erg lang - als we een begrip als tijd kunnen bezigen - en in de halfslaap waarin we ons daarna bevinden keren we terug naar de subject­objectrelatie.

Omdat we onszelf niet kennen behalve in relatie tot objecten proberen we ons altijd in relatie tot objecten te bevinden. We willen voortdurend kiezen, beheersen, regelen, classificeren, bepalen. Dit is een enorme ver­spilling van energie. In helder gewaarzijn weet je dat er geen slaper is, geen entiteit die zich verheugt of die

151

Page 78: Jean Klein - Ik ben

lijdt. Jij bent dat heldere gewaarzijn waarin objecten hun invloed kwijtraken. Met her diepgaande inzicht dar de 'doener', de 'wil! er', een illusie is, bevind je je in

volkomen stilte na een daad of een gedachte. Je slaap zal een nieuwe vredigheid krijgen en dan zal het idee dat je hersrelt terwijl je slaapt zich wijzigen.

Ten eerste zul je niet meer dromen, omdat dromen

slechts een uitbreiding van de waaktoestand, van de frustraties en verdedigingsmanoeuvres zijn die in het waakleven niet echt doorleefd zijn. Dit zal je natuur­lijk niet verhinderen dromen te hebben waarin je niet

meer betrokken bent, waarin je louter een toeschou­

wer bent. Zonder dat je er iets voor doet, ga je merken dat je veel dieper slaapt en precies lang genoeg om he­lemaal uitgerust te zijn.

Als je naar bed gaat 's avonds, bereid je er dan op

voor, zodat je je dagelijkse zorgen niet mee naar bed neemt. Observeer wat zich ook aandient, zonder be­

trokken te worden bij de observatie. Als je moe bent, bijvoorbeeld, kijk er echt naar, dan merk je spontaan

dat je er niet bij betrokken bent. Vroeg of laat zal de vermoeidheid niet meer het centrum van je aandacht

zijn en verdwijnen, opgebrand in dit gewaarzijn. Doe herzelfde met alle zorgen die je bezighouden. Je zult

een gevoel van harmonie ervaren. Laar je lichaam ren slotte diep in slaap vallen.

Wanneer je 's morgens wakker wordt, ga dan niet onmiddellijk een relatie met objecten aan. Blijf in dat moment, voordat de oude patronen terugkeren. Het is je echte wezen. Wees om te beginnen intens gewaar,

152

laat her ego en de wereld later in je gewaarzijn tot leven komen.

Wanneer je lichaam uitgeput is, is dat in het alge­meen een gevolg van voortdurend reageren. Als je een­

maal van her ego verlost bent, voel je je niet moe meer,

je bent bevrijd van alle vaste patronen, want die kun­nen geen greep meer op je krijgen. Uit eigen beweging beëindigen ze hun relatie met jou. Je zult soepeler wor­

den wanneer je geconfronteerd wordt met zaken die je vroeger hinderden, je zult er niet meer gebukt onder

gaan, maar herkennen dat het louter mentale patronen zijn, clichés die een vals gevoel van zekerheid geven en

je regenhouden om je energiek te voelen.

Is het niet aan te raden om te proberen korter te slapen? Is

die voortdurende behoefte aan rust niet alleen maar een

compematie?

Als je met opzet probeert minder re slapen, leg je je

alleen maar discipline op. Dit is belachelijk, en vanuit

ons standpunt van geen enkel belang. Slaap normaal, naar waar je lichaam behoefte aan heeft. Her weet be­

ter dan jij wat het nodig heeft.

U had het over dromen zonder betrokkenheid. Welk on­derscheid maakt u tussen dromen en dromen zonder be­

trokken te zijn?

Dromen, zoals ik al heb gezegd, zijn een middel om re­acties te verwijderen die in de waaktoestand niet volle-

153

Page 79: Jean Klein - Ik ben

dig doorleefd zijn. De droom- en de waakroesrand zijn

identiek, in de zin dar je jezelf in beide niet kent, maar jezelf alleen kent in objecten. Terwijl je droomt zijn de

objecten echt voor je. Alleen in de waaktoestand zeg je: 'Ik heb gedroomd', maar je relatie met de appel in

de droom en met de appel als je wakker bent is precies dezelfde subjecr-objectrelatie.

In de droom waar je niet bij betrokken bent, de

spontane droom die niet louter uit dagresten bestaat, is het subject-ego afwezig; deze dromen zijn de enige

belangrijke dromen, poorten naar je universele we­zen.

Soms kan er, in het moment russen in slaap zijn

en wakker zijn voordat je teruggekeerd bent naar de oude patronen, een onmiddellijk gevoel van werkelijk­

heid zijn, waardoor je deze werkelijkheid buiten elke

analyse begrijpt. Deze werkelijkheid leven in de waak­

roesrand lijkt op een droom waarin je niet betrokken

bent, waarin geen objecten of subjecten bestaan.

Ik begrijp niet wat u ugt over wakker worden, niet voor een object maar voor wat w� intrinsiek zijn. Wakker wor­den is voor mij nu juist de terugkeer van de obj�cten.

Ik sprak niet over wakker worden voor de alledaagse wereld van objecten, maar over het ontwaken in onze

ware aard. Dit is het enige waar we ons hier mee be­

zighouden. Het daagt ons langzamerhand dat we niet de per­

soon zijn, dat we dit gewaarzijn zijn; dit wordt steeds

154

tastbaarder. Wanneer we echt ontwaken, lijkt wat we vroeger wakker zijn noemden ook wel een droom.

Kan deze non-duale ervaring in de waaktoestand gevoeld worden, in het dagelijkse leven?

Ja. Het kan heel onverwacht gebeuren. Plotseling voe­

len we dat we loslaten. We worden niet meer aange­zet rot actie door omstandigheden van buiten. Abrupt

worden we gewaar en is de geest kalm, hij wordt weer

stil. Laat deze momenten niet voorbijgaan en zie ze niet als slechts een afwezigheid van objecten. Je zult er vaak door uitgenodigd worden, bijvoorbeeld voor het optreden van een gedachte of een handeling en erna.

Je aandacht wordt misschien zelfs tijdens een hande­

ling gewekt, wanneer je voelt dat de handeling in jou

is, maar jij niet in de handeling bent. Wees alert op dergelijke uitnodigingen.

Kunnen w� g�waarzijn omschrijven?

Nee, we kunnen het uiten in hoe we leven, maar we

kunnen het niet in woorden vanen. Alle actie die spon­taan ontstaat vindt vervolgens plaats in tijd en ruimte

en doet een beroep op je intelligentie om het tot een goed einde te brengen. Alleen als je zelf helemaal afwe­

zig bent, is er totale aanwezigheid.

Er zijn heel wat mensen die inttllectueel zeer helder zijn, die, zoals u heeft gezegd, een heldere geometrische vo_orstel-

155

Page 80: Jean Klein - Ik ben

ling van waarheid hebben. Ze geloven misschien, na enige tijd zo geleefd te hebben, dat ze verlicht zijn. De meer­derheid van de leraren die ik heb ontmoet, zijn daarin blijven steken. Wát kunt u hierover zeggen? Hoe kan een zoeker iemand die intellectueel helder is onderscheiden van iemand die zijn ware aard kent? Kan de intellectuele gids ook helpen? En hoe kun je deze valkuil vermijden of

eruit komen?

Ja, ze hebben zich een voorstelling gemaakt van het inzicht en dit is niet 'het inzicht zijn' geworden. De enige uitweg is je bewust te zijn van wat er gebeurd is, dit in nederigheid en eenvoud onder ogen te zien, vrij van het ego.

De zoeker kan waarnemen of de leraar zijn intel­lectuele helderheid ook toont in het dagelijkse leven. Maar de echte test is of de zoeker merkt dar hij onaf­hankelijker wordt van, of juist meer gebonden aan, de zogenaamde leraar.

In India is er een groep gidsen die upa-goeroes he­ten die de leerling voorbereiden voor de uiteindelijk goeroe.

U zei: 'Leef alsofje bewustzijn bent, alsofje verlicht bent. ' Schuilt er niet een groot gevaar in dit advies?

Toen ik dit zei hoorde het bij dat moment. Het werd gezegd om te bereiken dat inzicht wordt omgezet in leven, ofwel om het idee 'ik ben niet vrij' te doen ver­dwijnen. Ik herinner het me niet precies, om dat het

156

een pedagogische uitspraak was die op dat moment naar voren kwam. Natuurlijk zijn wwel vrijheid als onvrijheid ideeën. Maar zeggen: 'doe alsof je vrij bent' is heel treffend. Het stimuleert spontaan handelen, functioneren wnder dat er een doener is.

157

Page 81: Jean Klein - Ik ben

Stilte betekent niet dat je geest vredig is, want

een vredige geest is iets en stilte is niet-iets. De

geest kan tijdelijk kalm zijn maar dat is geen stilte. Als we ons bewust zijn geworden van de stilte voor­

bij de geest, zal de laatste ophouden onrustig te zijn,

hij zal gereduceerd worden rot zijn functie, te weten: beweging. Stilte wordt niet in het minst beïnvloed door deze beweging. Het is onnauwkeurig om te zeg­

gen dat de geest in stilte niet meer functioneert. Het ligt in de aard van de geest om in beweging te zijn, hoewel er spontane momenten van onbeweeglijkheid

kunnen zijn, waarop het denken tijdelijk stilligt door verwondering, verbazing, bewondering of welk on­

verwacht verschijnsel dan ook dat niet verwijst naar eerdere ervaringen, of het moment waarop een be­geerd object is verkregen. Functie en geen functie ho-

159

Page 82: Jean Klein - Ik ben

ren bij de geest, maar ze verschijnen en verdwijnen in stilte die geen functie is.

Onrust wordt teweeggebracht door verlangen, het verlangen van het individuele ik om een eind te ma­

ken aan zijn isolement, het afgescheiden zijn van zijn

oorsprong. In zijn smart probeert het elk voorstelbaar

middel om genot en zekerheid te creëren. Uiteinde­lijk verlangt het naar vreugde. Hoewel momenten van

genot en bevrediging afspiegelingen zijn van uiteinde­

lijke vervulling, blijven ze geconditioneerd door tijd en ruimte. Ze zijn tijdelijk en de angst bestaat altijd dat

eenzaamheid en leegte terugkomen. Ziet her ego eenmaal dat her alleen maar zoekt war

het al kent, dat zijn verlangens geconditioneerd zijn

en dat zijn echte verlangen uitgaat naar blijvende ze­

kerheid en kalmte, dan verliest het zijn dynamiek om

zichzeif in waarneembare dingen te weken. Dan wordt geopenbaard wat zich achter het verlangen, het ego, de geest, bevindt. We blijven achter in verwondering en

alle verstrooide activiteit lost op in dit wonder.

Hoe kan ik storende ideeën kwijtraken?

Dergelijke ideeën, in her verleden verzameld, komen

ongevraagd op. Als we proberen ze tegen te houden of te beheersen, duren ze alleen maar langer. De per­

soon die ze wil beheersen is vergelijkbaar met het ob­ject dat hij wenst te beheersen. Als we ons er niet mee bemoeien, verliezen ze hun kracht en worden ze weer opgenomen in onze stille observatie.

160

Is de weg omhoog (die stap voor stap realisatie wil be­

reiken) in enig opzicht vergelijkbaar met de benadering waar u over spreekt?

Luisteren is niet afhankelijk van her niveau, wat dar

niveau ook mag zijn. Proberen één niveau hoger te ko­men, of van het ene naar het andere te gaan, is volsla­

gen nutteloos.

Hoe kunnen we tot het besef komen dat we alleen zoeken wat we al kennen?

Wanneer we weken hebben we een doel, we willen resul­

taat hebben. Dit doel is gebaseerd op het reeds bekende. Daarom verhindert het ons om volkomen ontvankelijk te

zijn voor het onbekende, voor het volledig nieuwe. Alle denken is herinnering en komt altijd tot uiting

via de zintuigen. Denken is afhankelijk van het kader van tijd en ruimte, het verschijnt en verdwijnt en kan

dus gezien worden als discontinu. Maar dit kader is op zijn beurt geheel en al afhankelijk van het tijdloze,

ruimtevrije continuüm, onze ware aard die eeuwig is,

immer daar, boven geboorte en dood uit. De idealen van Schoonheid, Waarheid en het Goe­

de komen rechtstreeks voort uit onze thuisgrond. De

voorstelling ontstaat uit stilte, niet uit enige bekende

voorstelling. Net als creatief denken beginnen deze ar­chetypen niet bij het fenomenaal bekende, maar bij

kennen zijn. Ze ontstaan niet in de geest maar in de

overtuigdheid van zijn.

161

Page 83: Jean Klein - Ik ben

Als we met deze idealen leven zonder ze ons voor te stel­len of te reduceren tot algemene, modieuze noties van het goede, waarheid en schoonheid, kunnen ze ons dan tot absolute vrijheid brengen?

Deze oorspronkelijke gevoelens hoeven niet gecodifi­ceerd te worden omdat ze horen tot ons fundamentele stelsel van Denken, Voelen en Willen. Door ermee te leven komen ze spontaan tot uiting in het dagelijkse leven. Ze hebben niets van doen met worden, mooi of goed worden, maar uiten zich van moment tot mo­ment.

De hindoetraditie zegt dat al ons lijden ontstaat in avi­

dya. Wát is avidya?

Avidya is de identificatie met wat we niet zijn, onze fysieke en mentale functies. Door helder inzicht komt de realisatie dat deze functies altijd afhanke­lijk zijn van hun kenner: vidya. Wanneer het accent niet meer ligt op het object waarmee we ons ge­idenrificeerd hebben, her ego - de staat, her denken of de functie - bevinden we ons spontaan in stil luisteren, in non-functie, in het kennen zijn. Wat we ren diepste zijn wordt levende aanwezigheid. Wat daarvoor als onwetendheid werd gezien wordt nu ervaren als een uiting van weten. Alles is een uiting van stilte. Er is geen complementair denken meer. Kennis zijn wist de dualiteit van kennis en onwetendheid uit.

162

Zou u met ons over het lijden dat voortkomt uit gefrag­

menteerd zijn kunnen spreken?

Gebeurtenissen kunnen op veel verschillende niveaus geïnterpreteerd worden, kunnen op veel verschillende manieren uitgewerkt worden, maar deze manipulatie kan nooit een uitweg uit het lijden zijn. Het is het object, het lichaam-geestorganisme dat lijdt, maar wat we zijn is de kenner van het lijden. Zodra we onszelf herkennen als de kenner en niet 'de lijdende' verdwijnt alle psychische pijn. De lichamelijke pijn wordt opvallend veel minder wanneer hij objectief bekeken wordt.

Geloven dat je iemand bent, een onafhankelijke persoon, objectiveren, projecteren, zijn allemaal objec­ten zoals andere, ze zijn louter verbeelding. Projectie is maar een fragment van her geheel. Beslissingen nemen en denken vanuit deze verdeelde, fragmentarische vi­sie kan alleen een gefragmenteerd resultaat opleveren. Een fragment is een toestand van disbalans en rus­balans kan geen toestand van evenwicht bereiken of scheppen. We kunnen onmogelijk het grotere begrij­pen met het kleinere. Fragmenten veroorzaken onze­kerheid, lijden en een gemis van heelheid. Dit gevoel van gemis vindt zijn oorsprong in het voorvoelen van heelheid en is zich daar intuïtief van bewust. Verlan­gen of gemis voert terug naar zijn oorsprong. Als er geen herinnering aan, geen intuïtieve wetenschap van zijn oorsprong zou zijn, zou er geen verlangen kun­nen zijn. Op dit punt hebben we een meester nodig

163

Page 84: Jean Klein - Ik ben

om ons erop te wijzen dat alle objecten de weg terug wijzen naar ons ware zijn.

Zou u willen spreken over luisteren en waar het vandaan

komt?

Om je diepste innerlijk te ontdekken moet je beginnen waar je op die moment bent, waar dat ook is. Je kunt nergens anders beginnen. Alles wat er voor je verschijnt

- je lichaam, gewaarwordingen, gevoelens, gedachten enzovoort- moet in zijn geheel geaccepteerd worden, gehoord worden. Dit berekent niet dat je zou moeeen analyseren, interpreteren, begrijpen of zoeken naar een verborgen betekenis. Belangrijk is om zelfhet luisteren te ontdekken, dat je vroeg of laat geopenbaard zal wor­den. Eerst ligt het accent op dat waarnaar geluisterd wordt, de gewaarwording, het gevoel of de gedachte. Maar hoe meer het luisteren wordt volgehouden, hoe meer de nadruk verschuift naar die luisteren zelf, ron­der dat er naar iets geluisterd wordt. Dan sta je op de drempel van de bron waaruit het luisteren voortkomt. Precies op dat moment zal luisteren een levende wer­kelijkheid worden.

Waarachtig luisteren kan noch verbeterd noch ver­volmaakt worden, want het is de volmaaktheid zelf. Het openbaart zich wanneer de geest wordt getroffen door verwondering, wanneer hij die niet meer kan te­rugvoeren tot enig object. Deze vervulling wordt later een onrechte eoegeschreven aan een object, maar ie­mand die zich van het ware perspectief bewust is weet

164

dat de oorzaak van die vredige gevoel niet in een object te vinden is, maar een zuivere weerspiegeling is van stilte, van wat Is.

Luisteren ontstaat uit verwondering, waar het ook naar verwijst - een staat waarin er geen projectie is, waarin niets verschijnt. Het is alsof je plotseling de ramen van een donkere kamer vol voorwerpen open­doet, en daar stroomt het daglicht naar binnen. Alles wordt in een mum van tijd duidelijk.

\%t maakt het uit of we de leer intellectueel begrijpen of

niet? Ik zit liever gewoon in uw aanwezigheid.

Wanneer je de nadruk legt op intellectueel begrip kun je het nooit begrijpen. Je begrip is dood. Je moet ver­der gaan. Wanneer het intellect het echt heeft begre­pen, weet het dat het geen rol meer heeft te spelen en schakelt het zich vanzelf uit. Dan leef je in open licht.

De aanwezigheid van de leraar is de spiegel van je eigen aanwezigheid, herinnert je eraan. Wanneer je zie en de stilte fiXeert, er een waarneming van maakt, raak je misschien ontspannen, maar je kunt nooit echte stilte worden. Door jezelf in een zekere toestand te brengen of te focussen op de aanwezigheid van de le­raar sta je niet open voor directe overdracht. Alleen weten dat alles waargenomen kan worden is zelf niet wezenlijk. Wanneer die duidelijk gezien is, opent dit perspectief het onbekende gebied dat we zijn. Er zijn wonderbaarlijke momenten zoals we eerder hebben be­sproken, momenten waarin her denken tijdelijk staakt.

165

Page 85: Jean Klein - Ik ben

Voor iemand die zich gewaar is van het perspectief, voelt de gedachteloze staar nier als afwezigheid van iets, maar als zijn eigen aanwezigheid. Hierin schittert het licht achter de geest. In het andere geval worden

deze mornemen ervaren als leegte of verstrooidheid, de afwezigheid van enige werking. Degene die weer wat

aanwezigheid is, vreugde zonder object, heeft geen en­kele verwachting, bij hem is er geen enkele dynamiek om 'de leegte te vullen'; hij verwelkomt de ervaring

van louter zijn. Verwachting, vooruitzien, drukt de ontvankelijkheid dood. Stel je voor dat je al jaren een

Perzisch tapijt hebt en het op een dag naar de stomerij brengt. Het duurt misschien enige rijd voordat je de vloer echt kunt zien, omdat je alleen de afwezigheid

van het tapijt ziet. Kom dus tot de afwezigheid van de

afwezigheid.

Alleen door zelfkennis worden onze energie en mo­gelijkheden harmonieus samengebracht. Anders is er sprake van versnippering en leven in het proces van worden, doelen bereiken en ambitie. Een eerzuchtige

geest kan nooit een vrije geest zijn. Alle intenties zijn gericht op het vinden van genot

en zekerheid en het ontsnappen aan denkbeeldig lij­

den. Er zijn veel boeken geschreven en veel methoden aangeboden hoe te ontsnappen aan ziekte en onge­

mak, maar deze gaan uit van feiten die fictie zijn. Om

uit de eindeloze cirkel van de genot- en pijnstructuur te geraken moeten we leren het feit, de waarneming

te aanvaarden en ons niet met het idee bezighouden.

Luisteren impliceert onderkennen dat genot en pijn

166

beide onderdeel zijn van hetzelfde proces, dat op het­

zelfde niveau ervaren wordt. Ze hebben hun relatieve bestaan in tijdloze vreugde. Overvloed is de achter­grond van genot, pijn, droefenis en tevredenheid. Dit zijn allemaal dingen van de geest. Als we ze met nier

betrokken aandacht onderzoeken vloeien de comple­

menten samen en lossen op in hun bron, vreugde zon­

der object.

167

Page 86: Jean Klein - Ik ben

Wat we ook doen of denken, we zijn gewaarzijn,

dus waarom zouden we proberen het te zijn of te denken? Als we niet gewaar waren, zouden we geen kennis kunnen nemen van de toestanden waarin we ons bevinden. Als gewaarzijn slechts een mentale functie als alle andere was, zou het net als alle functies verdwijnen. Maar het verdwijnt nooit. Ik kan dit niet zonder meer bewijzen. Het zijn is het bewijs. Maar ik kan je wel vertellen hoe je het kunr onrdekken. Ver­trouw me maar! Het zal aanvankelijk informatie uit de tweede hand zijn, maar blijf niet steken in geloven. Maak het je eigen.

Dit gewaarzijn is er ook in diepe slaap en in het interval russen twee gedachten. Het zuivere bewustzijn dat we 'ik ben' noemen overstijgt lichaam en geest. Het is niet onderworpen aan discontinuïteit. Alle gewaar-

169

Page 87: Jean Klein - Ik ben

wordingen en feiten zijn geheel afhankelijk van deze zuivere werkelijkheid. We kunnen ons afwezigheid van gevoelens, afwezigheid van waarneming, maar nooit afwezigheid van bewustzijn voorstellen. Je zult dit nogal onbegrijpelijk vinden, zolang je de eeuwige aanwezigheid niet ervaren hebt.

De wereld bestaat uit vormen en namen. Hij wordt in het leven geroepen door jouw gedachten en zintui­gen. De wereld is er alleen omdat jij er benr, het eeu­

wige heden, de onveranderlijke 'ik ben.' Waarneming is geheel afhankelijk van de waar­

nemer en van het waargenomen object, war maar ideeën zijn. Waarneming is leven, de enige werke­lijkheid, nu. Elke waarneming is een non-duale er­varing van zuiver gewaarzijn. Vervolgens zeggen we

misschien: 'Ik dacht dit, of dar,' of 'Ik hoorde een akkoord in C majeur' maar op het moment zelf was er geen gedachte, alleen de waarneming die in her 'ik ben' optrad. Als we hier diep van overtuigd zijn zal dit feit wortelschieten in ons en zullen we geen moeite meer hoeven doen om het ons te herinneren. Alleen dit echte inzicht maakt van 'ik ben' werke­lijkheid.

Kunt u meer zeggen over hoe het 'ik ben' te leven?

Het 'ik ben' straalt in alle glorie wanneer je verlost bent van de twee wilsuitingen: doen en niet doen.

Welke tekens zijn er om ons naar zelfkennis te leiden?

170

Aangezien de zintuigen niet zonder het brein kunnen functioneren, zijn objecten die aan onze zinruigen be­kend zijn er evenzeer van afhankelijk. Van deze kant bekeken is de wereld een projectie van de geest. De geest bestaat binnen gewaarzijn. Het ligt in zijn aard dit gewaarzijn tot uiting te brengen doormiddel van naam en vorm. Alles wat in de geest verschijm doet dat in universeel gewaarzijn. Dit inzicht verschuift her accent van het object naar gewaarzijn, vaak her uitein­delijke subject, 'ik ben', genoemd.

Hoe kunnen we ophouden te geloven in het totale ver­dwijnen na de dood?

Je vindt het antwoord door eerst re vragen: wat is het

leven? Je kunt je gewaar worden van de verschijning van het lichaam, maar je kunt je nooit gewaar worden van de verschijning van het leven, omdat je leven bent. Stel dus vragen over het leven en je zult ontdekken dar vragen stellen het leven zelf is. We nemen heel veel ri­sico's met ons lichaam. Denk aan de zeeman of de vrij­willig dienstplichtige. Zou hij dergelijke risico's nemen als hij echt in de dood geloofde? Hij weet zonder het re weten dat alleen het lichaam sterft, dat zijn essentiële zelf leven en dood overstijgt.

Wát is dit zelf Wie ben ik?

Je ware naruur is stilte, licht, uitgestrektheid ronder centrum of omtrek. Ze is onvoorwaardelijk zijn, liefde.

171

Page 88: Jean Klein - Ik ben

Maar je ziet het niet, wam je benreen gevangene van je verbeelding en van informatie uit de tweede hand. Je

hebt jezelf opgesloten in een universwn van ideeën en overtuigingen. Het ego is maar een functie, en je ermee identificeren is een gebrek aan juist inzicht. Gedachten,

gevoelens en daden verschijnen opeenvolgend voor de getuige en laten hun afdruk achter in je brein. Oe her­

innering eraan maakt dar je gelooft in een continuïteit

die in feite non-existent is. Maar herinnering is een nu

aanwezige gedachte, gedachten aan her verleden treden op in het heden. In werkelijkheid is er alleen aanwe­

zigheid, non-duaal bewustzijn. We zien onszelf ten on­

rechte aan voor her een of ander, maar alleen her ware 'ik ben', voorbij tijd en ruimte, bestaat.

�t is het ware karakter van de vergissing die ik heb ge­maakt?

Iers verlangen dat niets dan een illusie is, dat hoege­naamd geen fundament heeft; bang zijn voor waar­heid, die zuiver gewaarzijn zonder gedachte is.

�arom zou ik bang zijn voor waarheid?

Omdat waarheid leven is en je bang bent om te le­ven. Je ziet jezelf aan voor een object dat is geboren en sterft, en je vreest het sterven omdat je het leven niet

kent. Het is maar een object dat bang is en dit object probeert op alle mogelijke manieren zichzelf te bevrij­

den. Zie dat de inspanning om vrij te worden hoort

172

bij her geloof in een object. Draai zodra je het ziet je hoofd om en kijk achterom.

Op welk niveau kunnen we het ware antwoord vinden?

Elke vraag over de uiteindelijke werkelijkheid die ant­woord wil hebben op het niveau van de waarneembare

verschijnselen is complete verspilling van energie. De juiste vraag is her antwoord. De juiste vraag komt niet uit het intellect, boeken of horen zeggen. Hoe, waar­

om, wanneer, zijn allemaal vragen van het ego. Dat

laatste is louter een verzinsel en zoekt voortdurend een verklaring op zijn eigen niveau. Er is op dit niveau

geen ancwoord te vinden. Een echte vraag is er een die

op her momene zelf opkomt. Hij is schitterend van

nieuwheid en bevat een voorsmaak van her antwoord.

Het ancwoord komt onverwacht van het levende Ant­woord. Het is stilte; het kan niet gedacht worden. Om

het re ontvangen moeren we ervoor openstaan, luiste­

ren zonder daarbij onze ervaring re betrekken. Deze openheid is de sleutel, dat is de aard van de vraag en

het antwoord. Openheid is onze ware aard.

Hoe kan ik een stap naar achteren doen en mezelf en de

verschillende situaties die ontstaan observeren? Met an­dere woorden, hoe kan ik een toeschouwer zijn en er niet bij betrokken?

Je bent niet de doener, de denker die zich verheugt en die lijdt. Geloof dat nu maar en probeer geen toeschou-

173

Page 89: Jean Klein - Ik ben

wer, afstandelijk, te zijn. Het feit dat je je de daden uit het verleden kunt herinneren bewijst dat je er getuige van was. Probeer dus bovenal geen getuige te zijn -dat is alleen maar projectie, die je binnen het kader van ideeën en verwachtingen houdt. Als je dit aanvaardt zal er een verandering in je optreden, waarschijnlijk zonder dat je je het op het moment zelf realiseert.

De getuige is alleen een kruk die je helpt begrijpen dat je niet de doener bent. Als je eenmaal van het doe­nerdom verlost bent zal er een asverschuiving plaats­vinden en zal de energie die eerst op het object gericht was overgaan naar het getuige zijn. Ten slotte lossen alle resten subjectiviteit en daarmee de getuige op. Je ontdekt jezelf als datgene waarin object en subject be­staan, maar ook dat jij noch het een noch het ander bent. Dan is er alleen levende stilte.

Wîlt u ons laten beseffen dat identificatie met het lichaam ons aan objecten, aan situaties en aan de wereld bindt?

Je ware aard wordt verduisterd omdat je je onafhan­kelijk, een op zichzelf staande entiteit waant. Dat bindt je en zorgt dat je in de cyclus van genot en pijn blijft leven. Zie in, dat verwerpen en streven kruis en munt zijn. Zolang je gelooft dat je het lichaam­geesmrganisme bent zul je vormen en gedaanten om je heen zien die niet meer zijn dan beelden die tegen­over elkaar staan. Wat voor realiteit zou een dergelijk proces mogelijkerwijs kunnen hebben? Als zuiver be­wustzijn sta je buiten de cyclus van subject en object

174

en geniet je de echte relatie die alleen in levende niet­relatie ontstaat.

Maar ongemak brengt ons vaak terug naar ons lichaam.

Wie kent het lichaam wanneer het moe of uitgerust is?

Ik.

Wie is deze ik? Niets anders dan de geest. En wie kent de geest? De ware 'ik.' De geest is gewoon een activi­teit die komt en gaat. De getuige legt dit gebrek aan continuïteit vast: lichaam en geest zijn slechts waarne­mingen en ideeën. Stille ongerichte aandacht laat je dit

zien en daardoor word je vervuld van levende aanwe­zigheid: je leeft in gewaarzijn en het is heilig. Dit is je ware aard.

Hoe weet ik zeker dat het niet de een of andere staat is die mijn ego heeft gecreëerd?

In deze non-staat is er geen verlangen of bezorgdheid.

175

Page 90: Jean Klein - Ik ben

176

Problemen laten zich niet oplossen door te kie­zen en te beslissen. Meningen ontstaan vanuit

de gefragmenteerde geest. Wanneer de ik afwezig is, presenteert de situatie zich aan je als een ver­zameling feiten. Wanneer niemand bij deze feiten betrokken is ontstaat spontaan de juiste actie. Alle feiten zien vraagt acceptatie. Waar geen psycho­logische betrokkenheid meer aanwezig is, zijn er geen tegenwerkende factoren en is er daarom geen verkiezing van sommige feiten, sommige elemen­ten boven andere. Acceptatie komt niet uit het li­chaam-geestorganisme, zij komt uit onze heelheid voort. Als alle elementen van de situatie verwel­komd worden in onze onbeperkte acceptatie, vraagt de situatie zelf om actie, maar beginnen we er niet al gewapend aan.

177

Page 91: Jean Klein - Ik ben

De maatschappij waarin we leven is vol van lijdm. Ik vind het moeilijk me hierbij neer te leggen.

Vanuit jouw standpunt kun je dit onmogelijk accep­teren. Zoals ik al vaak heb gezegd, kun je geen genot ervaren zonder ook pijn te ervaren; je kunt niet het ene hebben zonder het andere. Je hebt medelijden met het lijden van de maatschappij, maar beseft niet dat jij de oorzaak bent van het lijden. Heb dus maar eerst medelijden met jezelf!

Hoe kunnen we onszelf nu helemaal accepteren?

De weigering om re accepteren impliceert verdedi­ging en agressie: je isoleert jezelf, snijdt jezelf af van

je omgeving - her is alsof je de levenslijn hebt door­gesneden. Acceptatie is onze intrinsieke staat, non­acceptatie is kunstmatig, gemaakt. We hoeven ons niet re forceren om te accepteren, onderken dit feit eenvoudigweg. Als je deze non-acceptatie op ver­schillende momenten van de dag duidelijk ziet, sta je buiten het proces. De energieën die op die ma­nier gefixeerd waren in non-acceptatie of verspreid waren in allerlei vluchtgedragingen zullen naar hun bron terugkeren. Als je eenmaal in je natuurlijke staat van observatie leeft, zullen je daden geen enkel spoor meer in je nalaten. Je zult weren wanneer de situatie volkomen geaccepteerd, volledig doorvoeld is, omdat je je er helemaal vrij van voelt. Zij verschijnt in jouw vrijheid.

178

Wáar komt die angst die me zo vaak bevangt vandaan?

Angst komt voort uit herinnering. Her is een object. Hij treedt alleen op in relatie tot bepaalde situaties, bepaalde ervaringen. Hij heeft niet meer realiteit dan het ego. Je kunt niet denken in termen van 'ik' zonder te denken aan de situatie waar het mee te ma­ken heeft. Het is inherent aan her mens-zijn dat hij zich ergens lokaliseert, in een lichamelijke gewaar­wording of een gedachte. Maar er zijn momenten waarop we de vraag stellen of we wel bestaan zonder deze relatie tot objecten en of we onszelf misschien op een andere manier kunnen kennen. Als we alles vrijuit laten stromen zullen we ontdekken dat we observatie zijn. Jezelf kennen blijft niet beperkt tot

een subject-objectrelatie, tor een patroon van ob­serveren en het geobserveerde, het is een toestand van vreugde, van vrede, gelukzaligheid, duurzame zekerheid.

U zei dat waarachtig inzicht een houding van totale ac­ceptatie brengt. Ik ben vijfendertig en stervend aan aids. Hoe kan ik dit ogenschijnlijk onaanvaardbare feit onder ogen zien?

Wanneer je zegt dat het niet aanvaardbaar is, zie dan direct wat je bedoelt met 'niet aanvaardbaar.'

Niet slechts voor mij onaanvaardbaar, maar ook voor mijn familie.

179

Page 92: Jean Klein - Ik ben

Zie de ziekte objectief, alsof ze voor je staat, zodat je je er niet in verliest. Kijk naar je lichaam alsof het een ander toebehoort. Dan vang je een glimp op van vrij zijn van de last die ze is, een ogenblik van ruimte, in psychologische zin. Raak geïnteresseerd in dit gevoel van vrijheid, en het zal moeiteloos vol te houden zijn. Alleen vanuit dit perspectief van vrijheid kun je heel juist handelen. Je bent niet het lichaam, noch het ge­zonde noch het ongezonde. Daarom is je ziekte een geschenk om je sneller te realiseren wat je nier bent. Deze geesteshouding, die geen houding van de geest is omdat ze voortkomt uit heelheid, uit het Leven, zal je

omgeving, je familie en vrienden stimuleren. Het zal het Leven in hen stimuleren. Bewust of onbewust zul­len ze het Leven met je delen en jij noch zij zullen zich

eenzaam voelen. Dit gevoel van Leven zal blijven na de

verdwijning van wat je niet bent, het fysieke lichaam. Het leven is eeuwig en daarin zijn allen één.

Er is geen ziekte. Ziekte is niets dan een toevallig­

heid. In werkelijkheid is er alleen gezondheid. Het woord, het idee alleen al van ziekte predisponeert je

voor ziekte, creëert die zelfs. Zodra we onze gewaar­wordingen onderbrengen in categorieën om ze te kunnen benoemen, voedt onze fantasie, geladen door

emotionaliteit - al heel levendig op dit terrein - wat we een defect zouden kunnen noemen.

Je moet dit defect nooit benoemen, want daardoor

wordt de verbeelding alleen maar gevoed en je ziekte bevestigd. Dat op zich laar her defect langer duren.

Volgens mij is een defect een wegwijzer.

180

De beste manjer om een defect re laten eindigen, zowel op fysiek als op psychisch vlak, is om de gewaarwor­ding, de waarneming niet re weigeren. Je moet die ac­cepteren, maar dit betekent geen morele of psychische

acceptatie die allebei vormen van fatalisme zijn. Accep­

teer de ziekte totaal, actief. Acceptatie is helder, waak­zaam gewaarzijn waarin alle feiten gezien worden. Deze acceptatie van de feiten van de situatie brengt genezing teweeg. Wanneer je leeft in acceptatie, heeft ziekte geen

inhoud meer, en dan heb je de grootst mogelijke kans

beter te worden. Niet accepteren verhindert elke moge­lijkheid dat er een genezing tot stand komt.

Het eerste dat een dokter moet doen is dus de pa­tiënt de juiste houding bijbrengen zodat hij met zich­

zelf kan leven. Alle elementen van de situatie helder

zien is her geval wanneer het waarnemen zonder be­trokkenheid gebeurt, wanneer alles objectief bezien

wordt. Dit niet-betrokken zijn is de eerste stap naar zelfbevrijding. Pas wanneer alle feiten gezien zijn vindt creatieve actie plaats.

U zei dat acceptatie de genezing teweeg brengt, maar u

doet ook suggesties voor wat we kunnen doen om genezing te bevorderen. Zou u zeggen dat we alleen wanneer we

iets accepteren echt weten wat er gedaan moet worden?

Door acceptatie ontstaan intelligentie en juiste hande­ling. Acceptatie bevrijdt her hele potentieel.

Is ziekte vaak psychisch?

181

Page 93: Jean Klein - Ik ben

Ja, vaak. Ik zou zeggen dat we, zolang we blijven ge­loven dat de persoon bestaat psychische problemen zullen tegenkomen die fysieke reacties voortbrengen. De persoon sluit zich op in een vesting van agressie en zelfverdediging. Dit bouwwerk is niets dan angst, verlangen en bezorgdheid. Het is een ingewikkelde barrière voor de natuurlijke levensstroom in ons. Deze natuurlijke levensstroom kan volmaakt voor zichzelf zorgen, daar is de persoon niet voor nodig.

Ziekte, defecten, komen voort uit deze tegenwer­king.

Geneest het lichaam zichzelft

Een cel werd een cel door gezondheid. Als de cel geen herinnering had aan deze toestand van gezondheid, zou hij zichzelf niet kunnen genezen. Hij kent zich­zelf als gezonde cel en het is onnodig om je ermee te bemoeien.

Men moet de cel helpen om te herstellen. De eerste stap is het accepteren van de feitelijke roesrand van de cel, het lichaam. Acceptatie wil zeggen het objectiveren van de waarneming, niet proberen ervoor te vluchten, haar re beheersen of te onderdrukken. In deze rotale acceptatie herwint het lichaam zijn gezondheid, want gezondheid kent het al.

Hoe kan ik de gedeprimeerdheid die ik soms voel te boven komen?

182

Laten we een paar voorbeelden noemen. Stel je voor dat je rustig zit, zonder een bepaald doel, veilig en met een gevoel van tevredenheid, vrij van een speci­fiek verlangen om iets te zijn of te doen. Je kijkt nier achterom, je veroordeelt niet; je denkt na over jezelf en vindt jezeff aardig, je bent helemaal opgenomen in aanwezigheid, zelfs wanneer er een zekere afWezigheid van lichaam is.

Laten we nog een voorbeeld nemen. Door één­puntige concentratie scheppen we een vacuüm, een indruk van leegte, maar dit is nog ste�ds een relatie van beschouwer en wat beschouwd wordt. Iemand die niet direct gericht is op de uiteindelijke non-re­latie blijft in deze staat, die ten slotte alleen maar resulteert in een hol gevoel van gemis. Wanneer we daarentegen weten dar we wat we zoeken nooit in een object kunnen vinden, hoe subtiel ook, verschuift onze aandacht van de staat naar de observatie zelf, de absolute, universele leegte waarin nu gelukzalige overvloed ontwaakt.

Bestaat het object voordat we eraan denken?

Dat is een zuiver hypothetische vraag, een intellectuele vraag. Het object verschijnt in jou en verdwijnt in jou. Het is, omdat jij bent. Het wordt gecreëerd zodra jij eraan denkt.

Hoe ontwaakt het Zelf in ons?

183

Page 94: Jean Klein - Ik ben

Her is altijd wakker, wij zijn degenen die in slaap zijn. We zijn wakker in objecten, maar niet in het Zelf.

De werkelijkheid verbergt zich achter haar eigen schepping, achter de energie die zij uitzendt. Zij open­baart zich door haar eigen genade; ze kan onmogelijk bereikt worden door iets te doen, de mens verschijnt in dit absolute, dit gewaarzijn dat we spontaan ervaren zonder dar er een reden voor is. Er is slechts luisterrijke eenheid.

Welk verschil ziet u tussen gewaarzijn dat niet op het ab­solute gericht is en dat slechts objecten voor zich ziet, en het gewaarzijn dat regelrecht wijst naar het uiteindelijke subject?

Iemand die niet gericht is verliest zich gemakkelijk in allerlei afleidingen en bezigheden die voortkomen uit het verlangen om te vergaren, dingen te bezitten, in het geloof dat het leven bestaat uit dingen doen, uit worden. De gerichte persoon negeert zijn ego en wan­neer dat geen aandacht meer krijgt, sterft het.

Wanneer je aandachtig voor iets bent, ben je op het object gefixeerd, maar wanneer je eenvoudigweg aandachtig bent, reik je nergens naar. Er is een diepe ontspanning die voortkomt uit het uiteindelijke zelf en waarin je hele wezen zich moeiteloos en vreugdevol ontvouwt. Hierin wijst het Zelf terug naar zichzelf.

Als ik u goed begrepen heb, bestaat er bewustzijn van ob­jecten, wat Atmananda Krishna Menon Junctioneel be-

184

wustzijn' noemde, en 'zuiver bewustzijn: Ik begrijp niet hoe er twee soorten van bewustzijn kunnen zijn in een­heid.

In de hedendaagse psychologie is bewustzijn altijd ge­richt op een object. Wc beweren dar we ons van iets bewust zijn, zodat het interval russen twee waarnemin­gen als niets wordt beschouwd en de diepe slaap ook als niets wordt beschouwd.

Hier daarentegen weten we, wanneer we spreken van bewustzijn, dar we russen twee waarnemingen to­taal aanwezig zijn voor onze ware aard; ook de diepe slaap is vrij van elke opzettelijke activiteit en daarin zijn we ons wezen, zuiver bewustzijn voorbij tijd en ruimte. Probeer dit niet intellectueel te begrijpen; er­

over nadenken is absoluut zinloos, want er valt niets te vinden. Je kunt deze zuivere aanwezigheid, die altijd is, alleen leven. Zuiver bewustzijn manifesteert zich in functioneel bewustzijn, waarvan je kunt zeggen dat het reeds in zicht is om mee waar te nemen. Ontvankelijk

zijn voor zichzelf is zuiver bewustzijn, openstaan voor objecten is functioneel bewustzijn. Maar dit zijn geen twee dingen, het is hetzelfde.

Maar als zuiver bewustzijn geen objecten heeft is het dan geen abstractie?

Het is een abstractie zolang je het niet leeft. De rijdloze aanwezigheid, de achtergrond achter en tussen waar­nemingen, gedachten, is zuiver bewustzijn. Denken,

185

Page 95: Jean Klein - Ik ben

waarnemen is functioneel bewusrzijn. Zuiver bewust­zijn gaat altijd door, funcrioneren gaat met onderbre­kingen.

Klopt het dat men een Lichaam en em geest heeft voor fonctioneel bewustzijn, dat het wordt geborm en sterft, maar dat zuiver bewustzijn er is voordat we geboren zijn, en nooit sttrfi?

Ja.

Is fonctioneel bewustzijn dan het gereedschap waardoor zuiver bewustzijn gekend wordt?

Door het bekende openbaart het onbekende zich. Maar er zijn er geen twee. Het uiteindelijke manifes­teert zich in ruimte en tijd en sterft dan weer af in zich­zelf. Het goddelijke geniet van zijn eigen manifestatie. Het is het goddelijke spel zonder doel.

ja, wanneer ik een kind zie spelen heb ik nooit twijfels. Waarom zouden we het goddelijke spel analyseren?

Het is alleen het denken dat vragen heeft!

186

Wat we het Zelf noemen is niet zoiets als een ziel, een staat, het is de ononderbroken stroom van

het leven. We kunnen het niet begrijpen met de ver­mogens die we elke dag gebruiken zoals indrukken, gevoelens of herinnering, die behort:n tot het gefrag­menteerde, object-gerelateerde standpunt. We kunnen het niet bedenken omdat we het zijn. In de stilte die schoonheid is laten gerichte energieën zoals ideeën van tijd, ruimte en de individuele herinnering geen spoor na. Dingen verliezen zich in bewustzijn maar bewust­zijn verliest zich niet in dingen. Zo gaan activiteiten door en blijven wij stevig in ons ware zijn gevestigd.

Deze levende vreugde begeleidt elk van zijn uitin­gen. Zoals ik al eerder zei, is functioneel bewustzijn een verlenging van en één met zuiver bewustzijn. De gemiddelde mens kan alleen de grof zichtbare kant

187

Page 96: Jean Klein - Ik ben

van dingen zien, want hij wordt volkomen beheerst door her relatieve, subjectieve aspect van zijn ervaring. Aldus verkregen vreugde is maar een fragiel interval tussen twee momenten van lijden. Het verdwijnt bij­voorbeeld gemakkelijk door hoofdpijn of teleurstel­ling. Ware vreugde is niet gekoppeld aan uiterlijke om­standigheden, die vloeit regelrecht voort uit het Zelf. Je zult hiervan overtuigd raken als je je bewust wordt van momenten van kalmte zoals je die ervaart voordat angst en verlangen vat op je krijgen.

Op welke manier kan yoga ons helpen?

We beoefenen yoga in de hoop ons diepe verlangen naar vervulling te verwezenlijken. Her is een wetenschap, of liever, een kunst, die helpt om ons te bevrijden van wat we ten onrechte menen te zijn. De basis van alle yoga is aandacht, luisteren, stille observatie, zien en horen zonder je te verliezen in wat je ziet, war je hoort. In de spiegel van je geest verschijnt en verdwijnt alles. Wees alert, zie het wnder erbij betrokken te raken, dan zul je jezelf ontdekken in dit aanhoudende observeren en zul je vrede en zekerheid vinden.

Het ultieme doel - als er al een is - is om je van deze identificatie met de persoon te bevrijden. Tot nu toe heb je jezelf altijd omringd met ingebeelde beper­kingen, je hebt jezelf beelden opgelegd. Deze conditi­onering is de oorzaak van alle vergissingen en bewrgt jou en anderen leed. Vroeg of laat zullen je fysieke en psychische bronnen uitgeput zijn. Tot wanhoop gedre-

188

ven zal de vraag 'Wie ben ik' in je opkomen, en zul je ten langen leste het antwoord vinden. Een levend antwoord.

Ik hunker naar een levtn zonder opschudding, om verlost te zijn van dit voortdurend heen en weer slingeren tussen genot tn lijden. Is er een staat van permanmte heelheid, vrij van alle strijd?

Jij bent wat permanent is, je kunt het niet verlaten, nog geen minuut. Je kunt vrij van denken zijn maar je kunt nooit ophouden te zijn wat je in de grond bent. Dingen die onophoudelijk veranderen kunnen je nooit brengen bij wat je wezenlijk bent: onverander­lijk en iedere verandering omvattend. Veranderingen behoren alleen tot de geest. Wat verwacht je erdoor te bereiken? Geen enkele inspanning kan je naar deze ultieme harmonie leiden, elke poging voert je er verder van vandaan. Alleen onderscheidingsvermogen wrgt voor het ontwaken van dit inzicht.

Hoe kan ik mezelf overtuigen van de zinloosheid van alle inspanning?

Zolang je denkt dat je vrijheid kunt bereiken door te denken, zullen al je daden gemotiveerd worden door angst, bezorgdheid of verlangen. Er komt geen eind aan, je problemen en je lijden zullen zich blijven opsta­pelen. In de stroom van denken en doen zullen daden die gemotiveerd worden door angst je slechts terug-

189

Page 97: Jean Klein - Ik ben

brengen bij je startpunt en je zo opsluiten in een vici­euze cirkel. Zie de zinloosheid van je willen aanpassen, veranderen of eraan ontsnappen. Zien, niet meer beïn­vloed door het verleden of de geprojecteerde toekomst, is universeel inzicht.

Je moet het idee van verbetering achter je laten. Er valt niets te vinden, niets te bereiken. Zoeken en iets wU­Ien bereiken vormen de voeding voor de entiteit die je denkt te zijn. Projecteer geen idee van werkelijkheid, van vrijheid. Wees je eenvoudig gewaar van de feiten van je bestaan zonder te willen veranderen. Door alles op deze manier te zien zul je in een staat van diepe fysieke en psy­chische ontspanning komen. Zelfs deze staat wordt een

object van waarneming en lost op in je observatie waar

geen waarnemer of waargenomen staat meer is.

Bent u bewust tijdens de toestand van diepe slaap?

De vraag laat een fundamenteel misversrand zien. Be­wustzijn is in geen enkele staat te vinden. Diepe slaap is in bewustzijn te vinden. Diepe slaap is dichter bij je natuurlijke non-staat dan de waaktoestand of de droomstaat omdat het zonder ego is, zich niet in de

subject-objectrelatie bevindt. De ervaring van diepe slaap is een diepe herinnering aan ons zijn. Deze her­innering is nog altijd een biologisch bepaalde herin­nering omdat ons hele fysieke stelsel wordt getroffen door de vrede van leven in afwezigheid van de wil.

Deze herinnering aan aanwezigheid nodigt ons uit tot onderzoek, tot meditatie.

190

Laat de uitnodiging van de staat van diepe slaap ons ver­langen naar non-duaal leven in alle staten?

Ja. Alleen in de waal((oestand kunnen we ons duale be­staan onder ogen zien, maar we kunnen ook tot het in­

zicht van non-dualiteit komen tijdens de droomstaat.

Maar is dit inzicht blijvend?

We kunnen diep getroffen zijn zodat het zijn uitwer­

king in ons achterlaat, maar de sterkste inzichten ko­men in de toestand vóór ontwaken of in de waaktoe­stand.

Maar wat is dit inzicht waar u het over heeft?

Het is een onmiddellijke apperceptie dat je totale we­

zen altijd aanwezig is, altijd in het 'nu.' Naargelang de invloed van inzicht op onze psychosomatische struc­tuur benoemen we het als vrede, vreugde, volheid, maar dit zijn symbolen, suggescies om een ervaring te beschrijven waarvan de beleving niet te beschrijven is. Een 'appel' is geen appel!

Hoe kan ik mijn fantasie de baas worden? Met andere woorden: hoe kan ik mijn geest leiden?

Deze geest is een uitbreiding van ons wezen, daarom kan hij alleen harmonieus functioneren wanneer hij hierdoor verlicht wordt. Alle vormen van beheersing

191

Page 98: Jean Klein - Ik ben

onderwerpen ons aan het geheugen. Een beheerste

geest kan nooit vrijelijk of spontaan handelen. Naruur­

lijk kunnen we zeggen dat het geheugen, de ervaring,

het beste gereedschap is in de relatieve wereld, maar

het is onvoldoende om te kennen wat eraan ontstijgt,

want het functioneert binnen het raamwerk van het

reeds bekende. Het onbekende is ons her meest nabij, te dichtbij om waargenomen te worden. Het is dich­

terbij dan een bloem die je plukt, zoals de Oepanisjads

zeggen.

Door helder-ziend gewaarzijn van oorzaak en gevolg,

zal een andere opvatring over de dingen, een nieuwe di­

mensie van her leven voor je geopend worden.

Hoe kan ik mijn zoeken intensiever maken, zodat ik me­zelf ervan kan overtuigen dat 'ik ben'?

De overtuiging komt uit het 'ik ben.' Er is een oor­

spronkelijk verlangen in je om bewust jezelf re zijn.

Dit verlangen wordt je hele leven gevoed door de diepe

slaap en momenten van grote rust. Het verlangen om

re zijn verlaat je nooit, verwelkom her dus en volg het zoals je een bergbeek zou volgen naar de bron. Je zou

nooit proberen de loop van de beek te veranderen of

er op enige manier iets mee te doen. Je blijft alleen zijn

metgezel. Wees dan de intieme metgezel van je diepste

verlangen. Het zal je altijd brengen bij wat je het liefste

wenst.

Het ultieme verlangen is leven zonder verlangen,

waar geen ruimee meer is voor het idee iemand te zijn.

192

Laat dit duidelijk worden in je binnenste. Laat het je volkomen ernst zijn. Leef er mee met heel je hart.

Wees innig vertrouwd met de zekerheid dat absoluut

niets voorsrelbaars gelukzaligheid kan garanderen.

Hoe kunnm we deze illusie die ons laat geloven dat we de persoon zijn teniet doen?

Je zult deze illusie door onderwek onderkennen. Alles wat je persoonlijk opvat, alles war de ik creëert of her­

haalt, is onecht. Bevrijding besraat erin dat je vrij bent

van de ik. Inzicht hierin komt onmiddellijk, totaal, in­

eens. Het is een plotselinge opening naar een nieuwe

dimensie die ons achterlaat in stille vervulling waarin

er niemand is die iets opeist en niemand die lijdt.

Wánnur ik me voor u bevindt, verkeer ik in een staat van verwondering. Ik kan alle vragen die me een ogen­blik geleden van levensbelang leken niet meer voelen of

formuleren.

Wanneer men toraal verwonderd of verbaasd is, is er

volmaakte non-dualiteit tussen de kenner en her ge­

kende. Her is levende realireit. Laar je er volkomen in

opgaan, dan zullen denken en doen direct voortkomen

uit deze verwondering die de achtergrond, je natuur­

lijke staat, is.

Ik voel me omringd door middelmatigheid; ik vind het leven heel oninteressant.

193

Page 99: Jean Klein - Ik ben

War er op dit moment gebeurt of war je je herinnert: beide verschijnen in her gewaarzijn. Wanneer je aan nu denkt, hoort het al tot het verleden. Dus zijn al je

kwalificaties en gevoelens over het leven al verleden

tijd. Problemen, vermoeidheid, verveling, depressie komen alleen voort uit het verkeerde idee om jezelf

aan te zien voor een bepaald persoon met bepaalde ideeën, een zekere achtergrond enzovoort. Onze moeilijkheden ontstaan wanneer onze projecties naar de toekomst, in de hoop op her bereiken van een of

ander resultaat, worden gedwarsboomd. We kiezen de resultaten en doelen die we het beste vinden, maar her is een keuze die helemaal afhangt van war we prettig

of onaangenaam vinden, onze persoonlijke conditi­

onering, onze instelling. Daarom zitten we, hoeveel

dingen we ook verzamelen, hoeveel vergaarde kennis

of ervaring, onontkoombaar opgesloten in de cirkel van genot en pijn. Alleen wanneer we leven in onze heelheid, vrij van de persoon, vrij van alle doelen,

voorkeur en keuze, kunnen we ons totaal manifes­

teren in het leven. Wanneer we leven zonder nadere bepaling, leven we in her moment, het eeuwig hui­

dige 'nu'. Hier, in afwezigheid van gedachten aan het verleden en verlangens voor de toekomst, zijn we in onze totaliteit. Uit die totaliteit stroomt liefde en alle

handelingen gebeuren uit liefde. Onvoorstelbare Aanwezigheid is je ware natuur

waarin alles verschijnt. Omdat je je identificeert met

je gedachten in plaats van met aanwezigheid, voel je je

begrensd, beperkt. Als je je uit deze beperking bevrijdt,

194

kun je je onbegrensdheid beleven. Dan zal alles wat er in je leven gebeurt een nieuwe betekenis krijgen.

195

Page 100: Jean Klein - Ik ben

Een mens kan zich in zijn leven veel vragen stellen, maar ze draaien allemaal om één vraag: 'Wie ben

ik?' Alle vragen komen voort uit deze ene. Zodat het antwoord op 'Wie ben ik?' her antwoord op alle vra­gen, het ultieme antwoord is. Maar we moeten over bepaalde zaken heel duidelijk zijn, opdat we deze vraag niet gebruiken als zomaar een van de vele ideeën.

Een mens spreekt altijd over zichzelf als ik en geeft deze ik vele rollen: ik ren, ik eet, ik heb honger, ik zit, ik slaap. Al deze bezigheden verwijzen naar het li­chaam waarvan hij vast gelooft dat hij dat is. Hij zegt ook: ik herinner me, ik denk, ik ben verrast, bezorgd enzovoort, enzovoort. Zo ziet hij zichzelf aan voor zijn gedachten. Hier identificeert een ik-beeld zich met her lichaam en de geest. Maar als we beter naar de dingen kijken, zullen we al gauw beseffen dat her lichaam de

197

Page 101: Jean Klein - Ik ben

hand>liogen verricht en de geest het denken doet. Zij zijn het gereedschap dar functioneert zonder een ik­beeld.

Onze memale en fysieke bezigheden veranderen door de vier stadia van her leven voortdurend. Deze ervaringen bewijzen dar er iemand is die ervaart, die de ervaringen, daartoe opgewekt, terugbrengt. Maar war

duidelijk gezien moet worden is dat her doen herleven net als de gebeurtenis zelf in het heden plaatsvindt.

De gedachte aan een verleden is een gedachte in her heden. Dit doorlopende heden is war we bedoelen met de uitspraak dat bewustzijn een is met zijn object.

Herinnering en verandering zijn aldus fundamenteel bezien illusies die oplossen in aanwezigheid. Iedere herleving vindt plaats in deze tijdloze, onveranderlijke

achtergrond. Degene die ervaart is een met deze ach­tergrond.

We kunnen alleen kennen en ons herinneren wat we al hebben ervaren, iets dar ons overkwam, een ge­dachte die we hadden of iets dat we deden. Tijdens

het denken of doen zelf is er alleen denken of doen, niets anders. Op het moment van doen is er geen doe­ner. De geest en het object van zijn waarneming zijn geen twee. De wereld en de geest zijn niet verschillend.

Ze zijn discontinu, maar verschijnen in het aanwezige continuüm dat stil gewaarzijn is, zodat we ten slotte zouden kunnen zeggen dat alles gewaarzijn is.

In de staat van diepe slaap is het ego niet betrokken en gaan lichaam en brein door met functioneren. Er is

alleen het zuivere gewaarzijn dat aanwezig is wanneer

198

het ik-beeld afwezig is, wanneer we vrij zijn van alle gedachteconstrucries.

Vanuit dit gewaarzijn worden dingen gezegd als 'ik

heb lekker geslapen.' Bewustzijn is zijn eigen licht, het

heeft geen medium nodig. Objecten, daarentegen, zijn geheel afhankelijk van het bewustzijn. Anders zouden ze niet waargenomen kunnen worden. Her bewustzijn kent zichzelf door zichzel( Als we de waarheid hiervan eenmaal duidelijk inzien zijn we verlost van ons men­tale kader en openbaart de ware ik zich bewust.

De vraag: 'Wie ben ik? komt voort uit her 'ik ben.' Her antwoord is al aanwezig voordat we de vraag nog maar kunnen stellen, de vraag wordt zelfs in het leven geroepen door het antwoord.

De vraag zelf kan, op her niveau waarop hij ge­

steld wordt- het niveau van conflict- geen antwoord

opleveren, want wanneer we er beter naar kijken, kunnen we het antwoord onmogelijk onder woorden brengen, laar staan bedenken. Maar de kracht die ons

voortdrijft om een antwoord te vinden met behulp van het denken wordt ten slotte zwakker en gaat weer op in de eeuwige, alles-beantwoordende aanwezig­

heid, ik ben.

Maar wanneer ik wakker word en zeg: 1k heb Lekker geslapen' heb ik het dan niet alleen over een gevoel van ontspanning?

Dat wel, maar je zegt hiermee nog iets meer dan al­

leen dat het lichaam ontspannen is. Er is een heerlijk

199

Page 102: Jean Klein - Ik ben

gevoel van welbehagen dat is ontstaan uit gebaad zijn in zoetheid zelf

Luister, wanneer iemand je vraagt: 'Leef je? Ben je bewust?' zeg je onmiddellijk: 'Ja,' zonder re hoeven na­denken. Je verwijst niet eerst naar een gevoel of een beeld. Dit spontane 'ja' komt voort uit de diepe over­tuiging dat je bewustzijn bene.

Als we inzicht niet kunnen naderen, hoe vindt het dan pl.aats?

Elke vorm van beoefening is gebonden aan een doel, aan een resultaat. Maar dit is een obstakel, wanneer er geen doel te bereiken is, aangezien waar je naar zoekt altijd al hier en nu is. Wanneer de geest vrij is van ieder

verlangen naar wording, is het vredig en verplaatst de aandacht zich spontaan van het object naar her uitein­delijke 'subject,' een voorsmaak van je ware Zelf. Wees waakzaam, zie helder, wees je gewaar van je gedurige verlangen om her een of ander re zijn en doe geen enkele moeite. Wat je bent kent geen doel; daarom houdt ieder doel je af van bewust zijn war je bent. In dit loslaren van alle pogingen besraat tijd niet meer, is er geen verwachting meer. Als er geen naam en vorm

is, hoeveel ruimte is er dan voor angst en onzekerheid?

Wanneer er geen projectie is, is er het voorvoelen van heelheid.

Komt volwassenheid voort uit onderzoek of komt onder­zoek voort uit volwassenheid?

200

Volwassenheid komt voort uit onderzoek. Onderzoe­ken is normaal voor ons, kijk naar baby's en kleine kinderen. Helaas koesteren de maatschappij en her onderwijssysteem deze aangeboren onderzoekingsdrift niet en raakt het kind vaak verveeld. Wij leren om het verleden op her heden en de roekomst te leggen en zo verliezen we her prikkelende, her nieuwe van het mo­ment. Het vraagt alertheid om dit mechanische func­tioneren re zien.

Misschien krijg je even te zien dat elk moment uniek is en word je spontaan teruggebracht naar de achtergrond van echt onderzoek: aandacht, openheid. Dit onderzoek beperkt zich nier rot een concept of een beeld. Er zit geen vooruitkijken, verwachten of wor­

den bij. Wanneer je alles om je heen duidelijk ziet zo­als her is, met je hele wezen, vindt rijping plaats. Je ziet het onechte als alleen maar onecht, zonder tijd en energie te verspillen met analyseren waarom het on­echt is, het te verdedigen of te verklaren. Het hoort ge­woon nier meer bij je. Je bent er overheen. Je voelt je in een sfeer van helderheid. In dit opzicht oversrijgt het onderzoek van de waarheidszoeker dat van het kind. Terwijl het kind zich nog concentreert op het object van onderzoek, richt de volwassen zoeker zich op het onderzoeken zelf, en hij ontdekt op een dag dat hij het onderzoeken is.

Is er, zelfs als je onafhankelijk wordt van je sociale con­ditionering - familie, onderwijs enzovoort - niet een fundamentele 'toestand' die hoort bij het mens-zijn, die

201

Page 103: Jean Klein - Ik ben

te maken heeft met overleving in biologische zin door de eeuwen heen?

Ik geef toe dar er altijd een zekere hoeveelheid cultu­rele en biologische conditionering bestaat. Die hoort

bij ons bestaan. Vrij zijn betekent niet dat je deze con­dirionering ontkent, uitbant met je wil of weigert. Het

betekent dat je er nier mee geïdentificeerd bent, er niet

in blijft steken. Je bevrijdt je niet omdat je weet dat je

vrij bent. Er is dus geen reactie regen het verleden, te­gen de maatschappij. Tot op zekere hoogte functioneer je binnen je conditionering. Je verspilt geen energie met proberen het re accepteren, omdat het je werke­

lijke zelf niet raakt. Om te weren dat je niet bent, weet

je wat je niet bent. Je kent dus je mechanisme, je bent

op de hoogte van je conditionering, maar omdat je er niet aan gebonden bent, betekent het geen beperking.

De mensheid heeft de aarde miljoenen jaren be­

woond, maar vrijheid en liefde zijn nooit veranderd noch geconditioneerd. Vrijheid en liefde staan boven

denken en voorstelling, tijd en ruimte.

Wánneer we leven in wachten, in ontvankelijkheid, wat is de prikkel om actie te veroorzaken? Hoe zou actie über­haupt tot stand kunnen komen? Met andere woorden, hoe kan de pijl zichzelf afichieten en zijn doel vinden zonder schutter?

Eerst moeren we inzien dat het niet mogelijk is open

te willen zijn omdat we van nature open zijn. Elk

202

miniem overblijfsel van willen of wensen open re zijn

verwijdert ons van war we zijn. Willen komt nooit verder dan willen. De enige manier om van deze cir­

kelgang verlost re zijn is dus om in een flits de waar­

heid re zien dat openheid de egoloze staat is, dat ze

hier en nu is.

Deze openheid heeft geen centrum en omtrek; er is geen controleur, waarnemer, iemand die kiest of be­

slist. Ieder functioneren vindt spontaan plaats. Bij ob­

servatie zonder waarnemer verschijnt en verdwijnt wat geobserveerd wordt zonder tussenkomst van de herin­

nering. Om jouw voorbeeld van het boogschieten te

nemen, dit berekent dat her doelwit en de positie en

de staat van het lichaam en de pijl allemaal worden waargenomen zonder oogmerk of intentie. Op een ze­

ker moment komen de juiste elementen bij elkaar en wordt de pijl spontaan losgelaten, maar er is niemand

die hem loslaat. Wanneer er geen boogschutter is, is

het de non-staat van de man van Tao, wiens volmaakte ontspannenbeid midden in de handeling de stroom van Tao binnenlaat.

Betekent dit dat we niet juist kunnen handelen, tenzij we onze openheid ervaren hebben?

Ja, want tot dat moment handelt alleen de geest. We

kunnen niet juist of accuraat handelen uit herinne­ring, omdat geen enkele situatie zich ooit herhaalt.

Elke schietoefening, elke ontmoeting is nieuw. Juist handelen komt uit het moment zelf.

203

Page 104: Jean Klein - Ik ben

Hoe denkt u over gedragscodes, wettelijke, sociale en mo­rele of religieuze, die ons een gedragswijze leren en zeggen dat we kunnen leren dit gedrag volgens het boekje in alle situaties toe te passen?

Handelen volgens een code is nooit moreel.

Maar onze maatschappij is niet klaar voor spontaan le­ven ...

Dat is waar. Voorlopig hebben we krukken nodig, maar op een dag kunnen we zonder krukken. Een juist sociaal gedrag vraagt om gevoeligheid, maar wanneer

er geen gevoeligheid is hebben we regels nodig, maar

wat jij als kruk gebruikt moet jou duidelijk worden.

U bedoelt dat we onze krukken moeten kennen?

Precies. Verlies je er niet in, in patronen. Onderzoek

zal je leren war een kruk is, wat herinnering is en war bij het creatieve moment hoort.

Lijkt gedrag volgens codes vaak niet net zo goed en wijs als spontaan juist handelen?

Misschien. Maar wanneer je aangeleerd handelen ziet,

zijn er momenten dat er verkeerde accenten worden

gelegd, die nier voortkomen uit de stroom van spon­taneïteit. Alleen iemand die in het licht is kan dit dui­

delijk zien.

204

U heeft gezegd dat we ons inzicht moeten overbrengen naar het dagelijkse leven. Wàt is het verschil tussen dit doen en een aangeleerd sociaal gedrag in praktijk bren­gen?

Eerst moeten we inzien dar we in her dagelijkse leven

niet naar ons inzicht handelen. Wanneer je her onechte

als onecht ziet, is war overblijft waarachtig.

Ik heb hier meer duidelijkheid over nodig. Zodra er een flits van de waarheid doordringt, zodra het principe ge­zien is: dat we niet zijn wat we denken en wat we zijn helder te zien is, dat bepaalde elementen van ons leven dan spontaan veranderen, zich herschikken, wegvallen, wat u een herorkestratie van onze energie noemt, is het zo?

Ja.

Maar zijn er toch geen andere gebieden, meer ondoor­dringbaar en complex, die meer tijd nodig hebben om ge­ïntegreerd te worden? Is hier niet enige inspanning nodig om inzicht over te brengen naar ons leven?

Inspanning doet het niet, maar intelligentie wel. Deze

intelligentie hoort bij je moeiteloze openheid. Een en­

kele glimp van waarheid kan deze intelligentie prik­

kelen. Overbrenging vindt plaats door analogie, het overbrengen van inzicht van het ene plan naar het an­dere. Wat de boogschutter leert in zijn kunst kan naar

205

Page 105: Jean Klein - Ik ben

alle levensgebieden omgezet worden. Boogschieten is slechts een middel rot analogie.

Een ingang naar Levenskunst?

Ja. De manier waarop we lichaamswerk doen is ook een ingang. De benadering van je lichaam op her fysie­

ke vlak, dar je volkomen openstaat om waar re nemen, moer naar alle levensgebieden overgebracht worden.

Het Lijkt of Taoïsme met de levensstroom meegaat en of yoga de Levensstroom beheerst. Misschien zijn ze uitein­delijk niet verschiLlend, maar voor zover tradities gaan, wat zijn de verschillen volgens u? Kan de weg van beheer­sing, de weg van macht, iemand ooit tot vrijheid brengen?

Onze huidige maatschappij Lijkt op dit geloofgebaseerd te

zijn, dat beheersing harmonie kan brengen.

Laten we eerst helder krijgen wat er bedoeld wordt met 'meegaan met de levensstroom.' Wanneer je geïdenti­

ficeerd bent met een persoon, een idee, een lichaam dat je denkt te zijn, dan is dit objecr-objecrrelatie. In deze relatie kun je nooit zien hoe de oceaan van het

leven je uitnodigt. Je kunt niet overeenstemmen met het komen en gaan van de golven. Je handelen en nier­handelen zijn altijd reacties, omdat je leeft in beelden,

in de geest. Je handelt of handelt nier overeenkom­stig zekere motieven, een zekere moraliteit, bepaalde

ideologieën of spirituele ideeën. Je aanvaardt her le­

ven eigenlijk nier, maar onderwerpt je eraan. Dan is

206

er sprake van fatalisme. Fatalisme bestaat alleen op her

niveau van leven als individu, als persoonlijke entiteit. Echt met de levensstroom meegaan is 'passief-actief',

passief in die zin dat her ego, de persoonlijkheid vol­komen afwezig is, er is geen intentie, wil, oogmerk of

motief. Maar actief in de zin dar je, in afwezigheid van

het ego, in je aanwezigheid, je gewaarzijn leeft en dat je hele energie en talent bevrijd is. Je bent alert, bekwaam voor elke situatie, altijd waakzaam, klaar voor alles. Her

is een staat zonder keuze, waar uit de situatie blijkt hoe re handelen en niet-handelen een handeling blijkt. In

gewaarzijn is er geen gedachte aan handeling of nier, je functioneert eenvoudigweg in her moment zelf

Wat yoga betreft, yoga is een Indiaas systeem, een

discipline die volledig gebaseerd is op dualiteit. Dit

dualistische systeem kan je nooit tot de advaitische non-staat brengen. Het kan je echter laren zien dat je in een dualistisch systeem zit en door her re zien sta je

erbuiten. Maar ik heb kennisgemaakt met een andere, onorthodoxe manier om naar yoga re kijken roen ik een swami ontmoette in India in de vijftiger jaren en

hem vroeg war hij onder 'yoga' verstond. Hij gaf een antwoord dat me verbaasde; hij zei: 'Het betekent goed

zitten.' Toen voegde hij er nog aan roe: 'goed lopen en goed handelen.' Voor hem ging yoga niet over asana's

en kundalini, het berekende zitren zoals de sroel aangaf en handelen zoals de situatie aangaf1 We kunnen dus

zeggen dar vanuit het uiteindelijke standpunt het le­ven laten stromen in je alertheid en bekwaam voor alle

omstandigheden precies heczelfde zijn.

207

Page 106: Jean Klein - Ik ben

Onze hedendaagse maatschappij legt de nadruk op de gefragmenteerde persoonlijkheid die de oorsprong is van competitie, streven, agressie en oorlog. We wor­den gestimuleerd om steeds meer gespecialiseerd te zijn. Daardoor raken we verwijderd van onze ware universele natuur. Maar

, overheersen, je handhaven en

manipuleren kunnen nooit wijsheid en een gerondere maatschappij opleveren. In tegendeel, het licht van wijsheid, liefde en harmonie gaat verborgen onder de persoonlijkheid en zijn kenmerken. Onze maatschap­pij leeft in het duister. Maar liefde en wijsheid zijn on­eindig geduldig, onveranderlijk, immer aanwezig sinds mensenheugenis.

Is er enig verschil tussen de mystieke staat van eenwording

waarin subject en object oplossen, en de non-staat waarin subject en object oplosun?

In de mystieke benadering ontvangt de volgeling de be­weging naar God van God. In de directe benadering komt het onderzoek naar wat we zijn niet zijn voort uit wat we zijn. In beide is er sprake van terugkomen naar waar we in oorsprong thuishoren. In beide is er op het niveau van de verschijnselen dankbaarheid en dankzegging.

Maar is er voor de mysticus niet altijd een gevoel van dankbaarheid naar God?

In dat geval is de mysticus in relatie gebleven, van aan­bidder tot aanbedene. Op een bepaalde manier is er

208

nog iemand. Bij de hoogste eenwording is deze aan­bidder, deze iemand, niet meer aanwezig. Er is alleen God. Zoals meeseer Eekhart zei: 'God is wanneer jij niet bent.'

De onderzoeker leeft in de openheid van onderwek dat voorekome uit het antwoord zelf. Deze openheid kan nooit een object, een waarneming, een staat zijn. Ze is vrij van iedere bevestiging.

Wát is het laatste object dat oplost?

Het laatste en eerste is het idee iemand te zijn. De blanco staat en alle subtiele staten komen voorr uit dit idee.

�t bedoelt u met 'blanco staat'?

In de blanco staat is het object opgelost, maar blijft de subject-objectrelatie bestaan; her object is er in poten­tie nog steeds. Met andere woorden, de afwezigheid

van her object is nog steeds een object. Oir is het on­ontkoombare gevolg van geleidelijke eliminatie door­middel van de wil.

U heeft gezegd dat de echte ontmoeting plaatsvindt na de ontmoeting, maar kan er niet een tijdloze non-staat zijn in de ontmoeting tussen twee minnaars, bijvoorbeeld?

De inhoud van de ontmoeting op her niveau van ver­schijnselen komt tot zijn integratie wanneer er geen

209

Page 107: Jean Klein - Ik ben

ik en daarom geen ander is. Er zijn misschien zeld­zame gelegenheden waarbij deze integratie plaatsvindt tijdens de ontmoeting, maar aangezien gebeurtenissen op het fysieke plan na elkaar plaatsvinden en gebon­

den zijn aan tijd en ruimte, treedt de totaliteit van de ontmoeting alleen op als deze restricties er niet zijn.

Zij leeft in volle glorie in jouw tijdloze gewaarzijn.

Hoe maakt u onderscheid tussen zuivere waarneming en

directe waarneming?

In een directe waarneming ben je één met wat je ziet.

In een zuivere waarneming ledigt de waarneming zich in de thuisgrond, het zien, zodat je één bent met het zien.

�nnur de leerling autonoom wordt, wat is dan zijn re­

latie met zijn goeroe? In welke staat is de leerling wannur hij zich onafhankelijk voelt, maar geen echte dankbaar­heid voelt?

In de praktische benadering (in regenstelling tor de theoretische), is er geen leerling en geen leraar. Als die er waren zou er geen sprake zijn van overdracht van zijn, van één-zijn. Er zou alleen onderricht op mentaal niveau zijn.

De leerling hoort van zijn goeroe dat hij niet het

lichaam, de zintuigen en de geest is, dus houdt hij tij­

delijk op ze re benadrukken en focust op wat hij is. Nadat hij in zijn ware aard bestendigd is, worden li-

210

chaam, zintuigen en de geest in de volledigheid van zijn wezen geïntegreerd en brengen ze het 'stempel' van de goeroe met zich mee. Er blijft een stroom van liefde en vriendschap en dankbaarheid voor de over­dracht van de vlam, het oorspronkelijke geschenk.

Iemand die zich onafhankelijk voelt van iets is in reactie. Op dat moment is hij geen leerling. De goeroe vergeten is zichzelf vergeten.

Wie is de kenner van mijn ware aard?

Je ware aard is kennen. Hij kan niet gekend worden. Alles war de geest kan kennen ben jij niet. Jouw 'ik'

wordt een levende werkelijkheid zodra her idee dat de maatschappij je heeft gegeven, dat je een afgescheiden

entiteit bent, je helemaal heeft verlaten - samen met

bijbehorende verlangens, angsten en fantasieën, het geloof dat het zus of zo is. Eén herinnering, één voor­smaak van je onbeperkte wezen zal het onmiddellijk duidelijk maken dat deze niet de werkelijkheid zijn, maar haar manifestaties. Je zult ogenblikkelijk over­

tuigd zijn van wat je bent. De waarheid van de aard van het bestaan zal je spontaan geopenbaard worden:

dat jij alles wat er bestaat het licht doet zien. Zonder gewaarzijn zou er niets zijn. Wat op het niveau van de verschijnselen ervaren wordt, ben jij nier, maar is een uitbreiding van jou. Ervaren gebeurt in jou, maar jij bent niet de ervaring.

In levende vrijheid ben je vrij van kiezen, van stre­ven, van de noodzaak jezelf in enig opzicht te begren-

211

Page 108: Jean Klein - Ik ben

zen of te beperken. Alles wat er bestaat verschijnt in bewustzijn, maar bewustzijn heeft zich niet verloren in

het bestaan. Ik kan je dit niet met woorden bewijzen

en informatie uit de tweede hand kan je er ook niet van overtuigen. Maak het tot een levend bewijs en je

zult je stille thuisgrond vinden. Dan is er alleen dank­

baarheid en niemand die dankzegt. Je bent dit noch dat. Je bent de kenner van alles,

fundamenteel inzicht, oorspronkelijk, grenzeloos zijn.

212

Eerder verschenen

bij uitgeverij Samsara

Adams, Robert Slilte van het hart, deel 1

Adams, Ro�n Srilre van het hart, deel 2

Adyashanri Dansende leegte Adyashanri Ware meditalie Adyashanri - Het einde van je wereld Adyashanti -Genade Adyashanti - De weg van bevrijding Alles over Niets (boek met 2 dvd's) Balsekar, Ramesh - Er was eens ... Balsekar, Ramesh- Nou én? Bancroft, Annc - Woorden van Boeddha Beintema, Rira- Jnana yoga in de prakrijk Bern ie, Jon -Alledaagse vrijheid Bongers, Sally- Alledaagse verlichting Boogaard, Han v.d. I Wei Wu Wei - Leven zonder tranen Boogaard, Han v.d. - Dat war Is Byrom, Thomas- Het hart van bewustzijn Caraway, Morgan- Een aangename ontgoocheling Cohen, Alan - Bent u net zo gelukkig als uw hond? Cohen, Alan- Wijsheid uit het hart Crowley, Gary -Van hier naar hier

Page 109: Jean Klein - Ik ben

Delden, Jan van -Terug van nooit weggeweesr Delden, Jan van Vele wegen, één thuis Dych, William Anthony de Mdlo, een bloemlezing Foster, Jeff-Leven zonder middelpunt Foster, Jeff- Een buitengewone afwezigheid Foudraine, Jan-Metanoia Gangaji- Vrijheid in overgave Gieles, Lenne-Thuis Glassman, Bernie-Oneindige cirkel Greven, John-Eén Hamill, Sam I Lao Tse-Tao Te Tsjing Harding, Douglas-Open voor de bron Harrison, Steven -Zoek geen ancwoord Harrison, Steven-Het gelukkige kind Harrison, Steven - Eén-zijn in relaties Harrong, Leo- Ontwaken in de droom Heyboer, Anton-De filosofie van een oorspronkelijke geest Heyboer, Amon- The philosophy of an original mind Hillig, Chuck- Verlichting voor beginners Hillig, Chuck-Parels voor de ziel Hyde, Unmani Liza-Ik ben het leven zelf Inzicht, vingers wijl.Cnd naar de maan Joncheere, Zoë -Leven als God Jourdain, Stephen I Farcet, Gilles -Zomaar verlicht Karz, Jerry- Non-Dualiteit Keers, Wolter Vrij zijn Keers, Wolter -J na na Yoga Kicken, Pauick & Smit, Paul Praten over bewum.ijn Kiloby, Scan -Liefdes stille revolutie Klein, Jean-Ik Ben Koehoorn, Jan -Zelfonderzoek Krishnamurri, U.G.-De denkbeeldige geest Lake, Gina-Her mechanisme van verlangen Lammers van Toorenburg, Wendy-Hoogbegaafd, nou én? Lammers van Toorcnburg, Wendy-Werkboek I loogbegaafd Lawry, Kalyani -Sailor Bob Adamson, leven en leer Liquorman, Wayne-Never mind Lucille, Francis-Eeuwigheid NU! McKenna, Jed-Spirituele verlichting? Vergeer het maar! McKenna, Jed- Spiritueelincorrecte Verlichting

McKenna, Jed -Spirituele Oorlogvoering McKenna, Jed- Norilies McKenna, )cd-Jed's MeKeona's theorie van alles Mello, Anrhony de-Bewusrzijn Mello, Anrhony de - De weg van stilte Morinaga, Soko - Van leerling tor meester Nisargadarta Maharaj In woord en beeld Norquisr, Steven -De waarheid over verlichting Oever, Jan van den -Ik weer nier wie ik ben Parsons, Tony Zoals her is Parsons, Tony- Niemand hier Parsons, Tony-Niemand daar Parsons, Tony-Alles en Niets Parsons, Tony- Her open geheim Raaijmakers, Annette-Volledig vrij Ram Tzu - Wie zoekt z.al niet vinden Ram a na Maharshi -In woord en beeld Rigrer, Bob -Zen rijd Rossum, Jan van- Je bent nier war je denkt Schoonderwoerd, Sirnon -Een chrisren op sarsang Sengtsan -Oorspronkelijke Geest ShanriMayi-Ons hart weet alles Shapiro, Isaac-Het gebeurt vanzelf Smir, Alexander-Kennendbeid Smir, Alexander- Geschenk van het Absolute Smit, Paul -Non-dualiteit voor managers Smit, Paul -Vcrlichting voor luie mensen Spira, Ru pen- De helderheid der dingen Sterren, Paul van der- Verlichting in een lege verpakking Sterren, Pa ui van der-Over het brein, non-dualiteit en vrije wil Sylvesrer, Richard-Geen zelf, geen ander Tathagata, Florian -Zijn Terreroo, Tosca-Alles over edelsreentherapie Tollifson, Joan-Ontwaken in her alledaagse Tollifson, Joan-Niets om je aan vast re houden Vingerwijzingen- Anikelen uit tien jaar InZicht Warts, Alan -Word wat je bent Wei Wu Wei - Onwerelds wijs Whenary, Roy- De structuur van zijn Zuijderhoudt, C.B.-Meester Eekhart versus advaita

Page 110: Jean Klein - Ik ben

Voor een overzicht van onze ritels (met tekstfragmenten)

kunt u ook kijken op onze website:

www.samsarabooks.com

Daar vindt u informatie over de boeken in voor­bereiding, de agenda met informatie over lezingen van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze

nieuwsbrief of een catalogus aanvragen.

Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341

1 016 AZ Amsterdam Telefoon: 020- 5550366

Fax: 020- 5550388

E-mail: [email protected]

Page 111: Jean Klein - Ik ben