Jaarverslag USR '12 - '13
-
Upload
studentenraadvu -
Category
Documents
-
view
56 -
download
3
Transcript of Jaarverslag USR '12 - '13
1
2
Voorwoord
Geachte lezer,
Voor u ligt het jaarverslag van de Universitaire Studentenraad der Vrije Universiteit 2012-2013
(nader te noemen USR). In dit jaarverslag beschrijven wij onze werkzaamheden in het academisch
jaar 2012-2013. Tevens leggen wij verantwoording af aan de studenten die ons hebben verkozen.
In ons beleidsplan van september 2012 blikten wij vooruit op het raadsjaar dat voor ons lag. Toen al
constateerden wij dat de universiteit zich in een roerige periode bevond. Dit is gedurende het jaar
niet veranderd. Onder meer de aanhoudende onrust rondom de reorganisatie van de
bedrijfsvoering, de geïntensiveerde samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, het aftreden
van drie leden van de Raad van Toezicht, de onrust naar aanleiding van de proefaudit, het aftreden
van de rector magnificus en de veelal negatieve media-aandacht hebben hieraan bijgedragen.
Ook stelden wij in ons beleidsplan dat het onderscheidende karakter van de VU op het gebied van
onderwijs nog weinig herkenbaar was. Daarom pleitten wij destijds voor het opnieuw handen en
voeten geven aan het onderscheidende karakter van de universiteit. Alhoewel het een moeizaam
proces is, constateren wij dat hiertoe nu langzamerhand de eerste stappen worden gezet.
De USR is trots op haar kritische doch constructieve bijdrage in het afgelopen jaar.
Wij hopen dat dit jaarverslag een goede inkijk geeft in het werk dat wij het afgelopen jaar verricht
hebben. Veel leesplezier.
Met vriendelijke groet,
Universitaire Studentenraad 2012-2013
Joeri van Raalte (voorzitter) Harmen van der Steenhoven (vice-voorzitter) Eveline Baas Vincent Benjamin Sybren van Dokkum Roel van Hulten Fiaz Malik Karim Tabaouni Femke Wijman
3
Achtergrondinformatie Universitaire Studentenraad
De USR is het centrale medezeggenschapsorgaan dat bestaat uit studenten van de Vrije Universiteit
en komt op voor de rechten en belangen van alle VU studenten. De USR bestaat uit negen
raadsleden, die hun plaats in de raad door universiteitsbrede verkiezingen hebben bemachtigd.
De USR heeft een aantal bij wet vastgestelde instemming- en adviesbevoegdheden op het terrein
van strategisch beleid, organisatie en bestuur van de universiteit. Daarnaast heeft de USR het
initiatiefrecht om zelf dossiers op de bestuurlijke agenda van de universiteit te plaatsen. Zes keer per
jaar vindt een overlegvergadering tussen de USR en het College van Bestuur (CvB) plaats.
Verder maakt de USR deel uit van de Gezamenlijke Vergadering (GV), waarin ook de
Ondernemingsraad is vertegenwoordigd. De GV heeft onder meer instemmingsrecht op de
begroting, het jaarverslag en het instellingsplan. In de regel vindt vier keer per jaar een
overlegvergadering tussen de GV en het CvB plaats. In het collegejaar 2012-2013 zijn daarnaast om
verscheidene redenen vier extra ingelaste vergaderingen ingepland.
4
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD .................................................................................................................................................. 2
ACHTERGRONDINFORMATIE UNIVERSITAIRE STUDENTENRAAD ..................................................................... 3
1. ONDERWIJS .................................................................................................................................................. 6
1.1. RICHTLIJNEN GRADUATE EN UNDERGRADUATE ONDERWIJS IN FORMAT OER ............................................................... 6
1.2. TOETSBELEID ................................................................................................................................................... 6
1.3. SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ........................................................................................................................... 7
1.4. INSTELLINGSAUDIT ............................................................................................................................................ 7
1.5. ONDERWIJSVISIE .............................................................................................................................................. 7
1.6. HONOURS PROGRAMMA .................................................................................................................................... 8
1.7. INGANGSEISEN ENGELSTALIGE MASTEROPLEIDING ................................................................................................... 8
1.8. INSTELLINGSCOLLEGEGELD .................................................................................................................................. 9
1.9. ONDERWIJSPRIJS .............................................................................................................................................. 9
2. FACILITEITEN & HUISVESTING .................................................................................................................... 11
2.1. CAMPUSONTWIKKELING ................................................................................................................................... 11
2.2. REGLEMENT GEDEELDE TENTAMENRUIMTES ........................................................................................................ 11
2.3. QUICK WINS FCO .......................................................................................................................................... 12
3. STUDENTENMEDEZEGGENSCHAP EN VERENIGINGEN ................................................................................ 13
3.1. MASTERPLAN MEDEZEGGENSCHAP ..................................................................................................................... 13
3.2. OVERDRACHTSDAG USR EN FSR’EN .................................................................................................................. 13
3.3. VERKIEZINGEN ............................................................................................................................................... 13
3.4. ADVIES HERZIEN KIESSTELSEL ............................................................................................................................. 14
3.5. LUCHT-JE-HART-WEEK ..................................................................................................................................... 14
3.6. GRIFFIOENBIJEENKOMSTEN ............................................................................................................................... 15
3.7. FOS ............................................................................................................................................................. 15
3.8. COMMUNICATIE STUDENTENRADEN ................................................................................................................... 15
3.9. SCHERMEN CENTRALE HAL ................................................................................................................................ 16
4. INTERNATIONALISERING ............................................................................................................................ 17
5. SAMENWERKING MET UVA........................................................................................................................ 18
6. REORGANISATIE BEDRIJFSVOERING ........................................................................................................... 20
6.1. VOORGESCHIEDENIS ........................................................................................................................................ 20
6.2. BEVINDINGEN DOMEINCOMMISSIES ................................................................................................................... 20
5
7. FINANCIËN ................................................................................................................................................. 22
7.1. JAARPLAN 2013............................................................................................................................................. 22
8. BESTUURLIJKE ONRUST EN BENOEMINGEN TOEZICHTHOUDERS EN BESTUURSLEDEN ............................... 23
8.1. RAAD VAN TOEZICHT ....................................................................................................................................... 23
8.2. RECTOR MAGNIFICUS ...................................................................................................................................... 23
8.3. VOORZITTER CVB ........................................................................................................................................... 23
BIJLAGE A – PORTEFEUILLEVERDELING USR 2012-2013 .................................................................................. 25
BIJLAGE B – VERZONDEN ADVIEZEN, NOTITIES EN BRIEVEN USR ................................................................... 26
BIJLAGE C – VERZONDEN ADVIEZEN, NOTITIES EN BRIEVEN GV ..................................................................... 27
BIJLAGE D – LIJST MET AFKORTINGEN ............................................................................................................ 28
CONTACT ....................................................................................................................................................... 29
6
1. Onderwijs
1.1. Richtlijnen Graduate en Undergraduate onderwijs in Format OER
Dit dossier kent een lange voorgeschiedenis. Het idee van een model (of format) onderwijs en
examenregeling werd in het vroege voorjaar van 2011 aan de commissie Onderwijs en Onderzoek
van de GV medegedeeld. Er werd afgesproken dat het redelijk was om de GV hierop
instemmingsrecht te geven omdat het een (dwingende) richtlijn betrof waarop de facultaire GV geen
instemmingsrecht had. Het instemmingverzoek werd uiteindelijk in het voorjaar van 2012 gedaan,
maar vervolgens werd het kort daarna weer ingetrokken. Rond dezelfde tijd werden de richtlijnen
Graduate en Undergraduate vastgesteld door de respectievelijke programmacommissies. Ook bij de
totstandkoming van deze richtlijnen werd de GV van instemmingsrecht onthouden. Daarnaast werd
door de GV geconstateerd dat de richtlijnen gingen over de inhoud van het onderwijs en niet alleen
maar de organisatie van het onderwijs betroffen. De GV heeft formeel instemmingsrecht bij
beleidsmaatregelen die aan de inhoud van het onderwijs raken.
Toen het informele overleg, maar ook het formele overleg met de rector in de GV niets opleverde,
kon de GV in de zomer van 2012 niets anders dan de gang naar de landelijke geschillencommissie
maken. Die commissie oordeelde in het najaar van 2012 echter dat de GV eerst de Raad van Toezicht
had moeten vragen om te bemiddelen in dit geschil. Ongeveer tegelijkertijd ontving de commissie
O&O een verzoek van de staf van het College om de informele overleggen te hervatten. Die nieuwe
overleggen leidden al snel tot concrete resultaten.
In het uiteindelijke advies van de GV werd een aantal kleinere zaken geadresseerd en twee
substantiële zaken. De GV adviseerde tegen het opnemen van de zogeheten 4-regeling en tegen het
opnemen van 30 EC academische kern in de richtlijn. Beide op basis van het feit dat dit de facultaire
autonomie over de inrichting van het onderwijs zou aantasten. Op andere punten werd het college
tegemoet gekomen en op 28 november 2012 werd dit in zijn geheel aan het College gepresenteerd
als advies van de GV. De 4-regeling ging tijdens de vergadering definitief van tafel en betreffende de
30 EC academische kern werd een alternatieve tekst gemaakt die de faculteiten het recht gaf om de
invulling van de academische kern zelf te bepalen.
1.2. Toetsbeleid
Met het toetsbeleid VU waarover in september om instemming werd gevraagd, kon door de GV in
desbetreffende vorm niet worden ingestemd. Niet alleen was er een groot aantal vragen en
opmerkingen die nog in de tekst zouden moeten worden verwerkt, maar de GV had ook een
7
principieel bezwaar. Met betrekking tot het principiële bezwaar van de GV – dat de richtlijnen
dermate ingrijpen in de facultaire autonomie dat de bewegingsruimte van opleidingen en
examencommissie zouden worden ingeperkt – is over en weer erkend dat dit onderwerp raakt aan
het geschil over de format OER en de richtlijn Graduate. De instemming van de GV met het
toetsbeleid VU hing dus mede af van de uitkomst van het geschil rond de format OER. Nadat de GV
en het CvB overeenstemming hadden bereikt over de inhoud van de richtlijn Graduate, kon ook
worden ingestemd met het Toetsbeleid.
1.3. Systeem van kwaliteitszorg
In het najaar van 2012 bereikte de GV het nieuwe systeem kwaliteitszorg onderwijs. De GV heeft
hier in haar vergadering van november mee ingestemd. De GV stelde dat zij, gezien de
instellingsaccreditatie die al voor april 2013 stond gepland, feitelijk niet anders kon. De GV stemde
echter in onder de voorwaarde dat er zo snel mogelijk gegevens beschikbaar kwamen aangaande de
kosten en de tijdsbelasting voor de medewerkers in verhouding tot de opbrengsten van het
betreffende kwaliteitszorgsysteem. De GV kon zich voorstellen dat deze gegevens nog niet
beschikbaar waren en behield zich het recht om op het moment dat dit wel het geval was,
bijvoorbeeld bij de interne audit over twee jaar, op haar standpunt terug te komen.
1.4. Instellingsaudit
De USR is op verschillende manieren betrokken geweest bij de aanloop naar de geplande
instellingsaudit in april 2013. Zo heeft de GV ingestemd met het systeem van kwaliteitszorg (zie
hierboven) en zetelde een raadslid uit de commissie Onderwijs & Onderzoek in de stuurgroep die de
instellingsaudit vanuit de organisatie voorbereidde. Toen in januari de proefaudit plaatsvond, heeft
een afvaardiging van de USR (samen met een aantal afgevaardigde FSR-leden) een uur gesproken
met de auditcommissie. Na het falen van de proefaudit en het uitstellen van de instellingsaudit,
heeft het DB van de GV met het college gesproken over een wenselijke nieuwe datum voor de
instellingsaudit.
1.5. Onderwijsvisie
Reeds in het begin van het jaar besteedde de USR uitgebreid aandacht aan de onderwijsvisie van de
VU. In het beleidsplan stelde de USR vast dat deze nog te weinig herkenbaar was en dat de VU zich
bovendien niet meer onderscheidde op het gebied van onderwijs. Een zorgelijke stand van zaken
8
dus. Tijdens de USR-CvB conferentie1 van begin december, is de onderwijsvisie op initiatief van de
USR dan ook uitgebreid besproken. Waar de USR toen al pleitte voor meer heldere keuzes en een
duidelijke richting, was het CvB wat meer terughoudend. Na het falen van de proefaudit besloot het
CvB toch een werkgroep in te stellen die onderwijsvisie opnieuw in kaart zou brengen. De USR
besprak de uitkomsten met deze werkgroep en gaf daarbij aan nog niet geheel tevreden te zijn met
de richting en de keuzes van de voorliggende onderwijsvisie. Met het aanstellen van de nieuwe
rector werd een heldere en onderscheidende onderwijsvisie eindelijk een urgent onderwerp op de
bestuurlijke agenda. Tijdens de laatste overlegvergadering met het CvB sprak de USR haar
waardering uit voor de voorliggende onderwijsvisie, die in lijn met de kritiek van de USR meer
heldere keuzes maakte.
1.6. Honours programma
Gedurende het jaar werd duidelijk dat de VU poogde het Honours programma aan te passen. In het
nieuwe programma (werktitel: Honours 2.0) zou het interdisciplinaire karakter van het programma
verdwijnen. Bovendien zouden de specifieke bovenfacultaire Honours-vakken verdwijnen, Honours-
studenten zouden zich slechts nog kunnen onderscheiden door in de reguliere vakken extra stof te
behandelen en zwaardere tentamens te maken. De USR was hier fel tegen gekant en vooruitlopend
op de besluitvorming heeft de USR het initiatief genomen om een advies aan het CvB op te stellen.
In dit advies benadrukte de USR de absolute meerwaarde van interdisciplinariteit van het Honours
programma en pleitte zij voor het behoud hiervan. Het CvB stond positief tegenover dit standpunt
van de USR en in de verdere uitwerking van Honours 2.0 is de interdisciplinariteit van het
programma gewaarborgd.
1.7. Ingangseisen Engelstalige masteropleiding
De USR 2010-2011 wees al op het feit dat het huidige bachelor curriculum geen rekening houdt met
de ontwikkelingen in het masteronderwijs. Zo stelden zij dat als er eisen m.b.t. de Engelse
taalvaardigheid zijn verbonden aan de toegang tot een masteropleiding, er in de bachelor aandacht
moet zijn besteed aan de Engelse taalvaardigheid. Heden ten dage wordt de masteropleiding als een
zelfstandige opleiding beschouwd en de ingangseisen van de een masteropleiding zijn dus niet per
definitie gelijk aan de eindtermen van een bacheloropleiding.
1 Ieder jaar komen de USR en het voltallige CvB bij elkaar voor de USR-CvB conferentie. Tijdens deze
bijeenkomst, die drie uur duurt, bepaalt de USR de agenda en kunnen beide partijen uitgebreider ingaan op relevante onderwerpen.
9
De USR heeft deze lacune onder de aandacht van het CvB gebracht middels een advies. In dit advies,
dat werd besproken op de overlegvergadering van 29 augustus, bood de USR twee mogelijke
oplossingen. De eerste oplossing betreft het verplicht stellen van een Engelse taaltoets voor
bachelorstudenten die een Engelstalige masteropleiding gaan volgen. Op deze manier kunnen
studenten hun niveau meten, indien het niveau niet voldoende is, moeten de studenten in de
gelegenheid worden gesteld een bijspijkercursus te volgen. De tweede voorgestelde oplossing
behelst het opnemen van het vak Academic English als verplicht vak van de Academic Core voor die
faculteiten die enkel Engelstalige masteropleidingen aanbieden.
1.8. Instellingscollegegeld
De USR heeft adviesrecht op de vaststelling instellingscollegegeld welke ieder jaar leidt tot discussie
met het CvB. Zo ook dit jaar. De totstandkoming het instellingstarief was ook dit jaar weer het
struikelblok. Het voorgestelde instellingstarief voor 2013-2014 was onvoldoende onderbouwd.
Hierdoor was niet transparant of het instellingstarief redelijk is. De USR heeft echter toch positief
geadviseerd onder het voorbehoud dat een werkgroep die het nieuw rekenmodel ontwikkelt snel
zou rapporteren. Hetgeen ook is gebeurd. Het resultaat van deze werkgroep is een sterk verbeterd
rekenmodel, alhoewel de USR nog een aantal op- en aanmerkingen heeft gebaseerd op een aantal
aannames waar het rekenmodel vanuit gaat.
1.9. Onderwijsprijs
Zoals ieder jaar heeft een raadslid van de USR de coördinatie van de Onderwijsprijs op zich
genomen. De commissie Onderwijsprijs heeft alle facultaire studentenraden gevraagd docent voor
te dragen die aan de betreffende faculteit verbonden is en in aanmerking zou moeten komen om
mee te dingen naar de prijs VU-docent van het jaar. Bij de oproep tot voordracht is ook het
beoordelingskader meegestuurd van punten waar de commissie op gelet heeft. Het kader valt
ruwweg op te delen in 5 categorieën: inspirerende eigenschappen, betrokkenheid, gebruik van
hulpmiddelen, overbrenging van een academische zienswijze, en didactische kwaliteiten. Alle
facultaire studentenraden, op één na, hebben aan deze oproep gehoor gegeven waarna er
vervolgens met alle voorgedragen docenten gesprekken zijn gevoerd.
Na de gesprekken zijn de gesprekskaders door de commissie ingevuld aan de hand van een 3
puntsschaal. Uit het optellen van het totaal aantal gescoorde punten volgde er een top drie van de
voorgedragen docenten. Van deze genomineerden is vervolgens een kort college van 10 min.
opgenomen met 5 minuten uitloop/afronding. Het opnemen van de colleges diende vooral ten doel
om de beoordeling te laten plaatsvinden op kwaliteiten die tijdens een college naar voren komt.
10
Omdat de colleges zijn opgenomen kon de commissie op deze manier de colleges terugkijken,
waardoor er nieuwe dingen opvielen, en er specifiek vergeleken kon worden op basis van
didactische en methodologische kwaliteiten. Tijdens de opening van het academische jaar op 2
september 2013 is de Onderwijsprijs uitgereikt aan Kilian Wawoe, docent aan de faculteit
Psychologie en Pedagogiek.
11
2. Faciliteiten & huisvesting
2.1. Campusontwikkeling
De USR het laatste jaar actief bezig geweest op het gebied van de campusontwikkeling. Hierbij heeft
de USR een campus die op nationaal niveau tot de verbeelding zou spreken en daarbij een
internationaal karakter zou krijgen in het achterhoofd gehouden.
Allereerst heeft de USR deelgenomen aan de Europese aanbesteding van de catering. Alle
documenten en presentaties overwegend, heeft de USR ervoor gekozen Sodexo naar voren te
schuiven als meest geschikte cateraar op de campus. De USR is dan ook tevreden met het feit dat
Sodexo uiteindelijk als winnaar uit de bus is gekomen en de gunning heeft gekregen. Het valt ronduit
bitterzoet te noemen dat nog niet alle geledingen binnen de universiteit Sodexo momenteel
omarmd hebben als de nieuwe cateraar. Echter, wegens de flexibiliteit van de cateraar, in
combinatie met het vernieuwde aanbod, zijn wij ervan overtuigd dat Sodexo enerzijds haar draai zal
vinden het komende jaar en dat anderzijds de verschillende geledingen binnen de universiteit de
catering zullen waarderen.
Ten tweede heeft de USR ook actief deelgenomen aan de invulling van de plintvisie. Door middel van
het bijwonen van verschillende presentaties, het doornemen van informatie en het bereiken van
interne overeenstemming, heeft de USR haar bijdrage geleverd aan de plintcommissie. De USR is
dan ook blij te vermelden dat Spar University en Doppio Espresso inmiddels hun gang naar de
campus hebben gevonden en vooralsnog een doorslaand succes lijken te zijn. De komst van de
koffiespeciaalzaak en de mini-supermarkt lijken dan ook de opmaat te zijn naar een nieuwe
dynamische campus.
Tot slot heeft de USR het afgelopen jaar nadrukkelijk gekeken naar de komst van het Sportcentrum
VU en Cultuurcentrum De Griffioen naar de campus van de Vrije Universiteit. De USR heeft
herhaaldelijk in woord en geschrift benadrukt dat de komst van zowel het sport- als cultuurcentrum
naar de campus een positieve uitwerking zou hebben op de levendigheid op de campus, maar dat de
voorwaarden hiervoor wel kritisch moeten worden afgewogen.
2.2. Reglement Gedeelde Tentamenruimtes
Sedert 5 september 2012 is het Reglement Gedeelde Tentamenruimtes van kracht, welke de regels
die er bestaan tijdens het maken van tentamens in de RAI en TenT vastlegt. Het document
veroorzaakte reeds in de eerste tentamenweek van het jaar reuring onder studenten. De USR zag
12
zich wegens een aantal onwenselijke passages in het document genoodzaakt het CvB te adviseren
het document te wijzigen. De belangrijkste kritiekpunten betroffen het te strikte beleid rondom het
te laat komen, de bevoegdheden van surveillanten t.o.v. examinatoren, het toiletbezoek tijdens
tentamens en het eten en drinken tijdens tentamens. Het CvB herkende de kritiek maar gaf ook aan
dat in verband met fraudebestrijding er strenge maatregelen zijn getroffen. Als gevolg van het advies
van de USR is de evaluatie van het reglement een half jaar naar voren geschoven. In de
evaluatiecommissie zetelde ook een USR-lid. De evaluatiecommissie kon echter niet tot een
gedeelde uitkomst komen, waardoor aan het eind van het jaar nog geen besluit over het bijstellen
van het reglement is genomen.
2.3. Quick Wins FCO
Al een aantal jaar scoort de VU slecht in de Nationale Studenten Enquête (NSE). Op verzoek van de
dienst FCO heeft de USR daarom een advies opgesteld waarin een aantal issues aan de orde worden
gesteld die betrekkelijk eenvoudig kunnen worden verholpen; de zogeheten quick wins. Onder meer
de bij tijd en wijlen haperende WiFi-verbinding op de campus, het gebrek aan studieruimtes, het
huren van congreszalen door verenigingen en onduidelijke communicatie rondom de verbouwing
van de centrale hal werden in de advies aan de orde gesteld. Het CvB en de diens FCO hebben de
aanbevelingen van de USR ter harte genomen en zullen deze meenemen in hun beleid om de
voorzieningen voor studenten te verbeteren.
13
3. Studentenmedezeggenschap en verenigingen
3.1. Masterplan medezeggenschap
Reeds aan het begin van het raadsjaar was de USR voornemens de banden met de FSR’en en,
indirect, de OLC’s te intensiveren, waardoor kennisdeling en samenwerking tussen de verschillende
studentenraden zou worden gestimuleerd. Hiertoe heeft het dagelijks bestuur van de USR bij
aanvang van het jaar een werkbezoek gebracht aan alle FSR’en om kennis te maken en het plan toe
te lichten.
In het kader van het plan zijn de interfacultaire overleggen anders ingericht. Zo’n zes keer per jaar
heeft er een presidiumoverleg plaatsgevonden, waarbij voorzitters van de FSR’en, als ook het
dagelijks bestuur van de USR aanwezig was. Het doel van deze overleggen was voor de USR om haar
dossiers met de FSR’en te bespreken en zo bruikbare input te verkrijgen. De FSR’en konden de
dossiers die op hun faculteit speelden op tafel leggen. Daarnaast heeft zo’n vier keer per jaar een
FSR’en-overleg plaatsgevonden. Voor dit overleg werden alle leden van alle FSR’en en de USR
uitgenodigd. Tijdens deze overleggen stonden brainstorm-sessies (bijvoorbeeld over anoniem
tentamineren), discussies (over bijvoorbeeld de academische kern) en presentaties van gastsprekers
(bijvoorbeeld over de AFS-plannen) op de agenda. Zowel de presidiumoverleggen als de FSR’en-
overleggen zijn het hele jaar goed bezocht en voor zowel de FSR’en als de USR bleek de nieuwe
opzet van toegevoegde waarde. Het masterplan medezeggenschap is dus een groot succes
gebleken!
3.2. Overdrachtsdag USR en FSR’en
Naar aanleiding van het succes van de geïntensiveerde samenwerking tussen USR en FSR’en is op 4
juli de gezamenlijke overdrachtsdag van USR en FSR’en georganiseerd. Achterliggend idee voor de
dag was om de goede samenwerking tussen FSR’en en USR te continueren. Tijdens deze dag
kwamen alle huidige en nieuw verkozen raadsleden bijeen bij Cultuurcentrum Griffioen om kennis te
maken en om in groepjes te komen tot het beste idee om de VU te verbeteren. Hierin zijn de diverse
groepjes met vlag en wimpel geslaagd. De USR heeft haar laatste overlegvergadering met het CvB
van 29 augustus dan ook aangegrepen om de beste ideeën te presenteren, vergezeld met concrete
adviezen over de te nemen vervolgstappen om deze ideeën ook daadwerkelijk te verwezenlijken.
3.3. Verkiezingen
De verkiezingen vonden dit jaar plaats in de laatste week van april. Voorheen vonden de
verkiezingen altijd plaats in mei, maar wegens de vele feestdagen, de collegevrije week en de
14
tentamenweek bleek dat nu geen optie. De USR heeft de verkiezingen zoveel mogelijk georganiseerd
in samenwerking met de FSR’en. Zo heeft de USR collectief promotiemateriaal verspreid en via de
gemeente gezorgd voor stemhokjes. Daarbij heeft de USR, ter bevordering van de zichtbaarheid van
de verkiezingen het initiatief genomen voor een verkiezingsrubriek in de Ad Valvas, voor een banner
op VUnet, als ook een banner bij het aanmelden op de VU pc’s. De opkomst voor de verkiezingen,
die voor het vijfde jaar op rij werden gewonnen door VUSO, was 14,5%, een significante stijging ten
opzichte van het voorgaande jaar. Alle verkozen kandidaten hebben na afloop hun zetel in de raad
aanvaard.
3.4. Advies herzien kiesstelsel
Ondanks de stijging van dit jaar, is de opkomst voor de verkiezingen van de USR al jaren op rij
teleurstellend laag. Daarom heeft de USR na afloop van de verkiezingen van dit jaar initiatief
genomen om het kiesstelsel voor de USR te herzien. Waar in de huidige opzet studenten hun stem
kunnen uitbrengen op één kandidaat van de SRVU of VUSO, wordt het partijenstelsel in het
voorgestelde kiesstelsel juist los gelaten. In de nieuwe opzet is het idee dat kandidaten individueel
campagne voeren voor de onderwerpen die hen echt aan het hart gaan. Dit levert de volgende
voordelen op: (1) er valt voor studenten meer te kiezen en (2) het is voor studenten duidelijker
waarvoor ze stemmen. Het CvB heeft het advies van de USR omarmt en naar aanleiding van het
advies is er een projectgroep, die de mogelijkheden om het advies te verwezenlijken zal verkennen,
ingesteld.
3.5. Lucht-je-hart-week
In navolging van een jarenlange traditie heeft de USR ook dit jaar de Lucht-je-hart-week (LJHW)
georganiseerd. Het doel van de LJHW is om input van studenten te verzamelen aangaande
verbeterpunten van de VU. Hiertoe heeft de USR FSR’en en studieverenigingen benaderd om samen
een week lang activiteiten te organiseren. Ook is er een website gelanceerd waar studenten hun
klacht of idee konden uploaden, welke in een database zijn opgeslagen. Ondanks alle inspanningen
van het organiserende comité viel de opkomst bij de activiteiten en de input op de website tegen.
De USR zag daarom aanleiding om het de komende jaren over een ander boeg te gaan gooien.
Aangezien de LJHW in de periode van de NSE-enquête valt, heeft de USR het CvB geadviseerd om
samen te werken in het promoten van de NSE-enquête en input van studenten te verzamelen. Het
CvB heeft hier positief op gereageerd en in najaar 2013 zullen de USR en de dienst C&M van de VU
een gezamenlijk plan van aanpak maken.
15
3.6. Griffioenbijeenkomsten
Ieder jaar organiseert de USR samen met de dienst DSZ (inmiddels SOZ) drie Griffioenbijeenkomsten.
De eerste bijeenkomst van dit jaar, waar de FSR’en waren uitgenodigd, vond plaats op 3 december.
Het thema was ‘Studentbegeleiding in de toekomst’. Onder meer de nadruk op persoonlijke
begeleiding, een informatief digitaal serviceplein en heldere voorlichting aan eerstejaarsstudenten
werden als belangrijke punten genoemd. De uitkomsten van de bijeenkomst vormden vervolgens
input voor de domeincommissie Studentgerichte Ondersteuning (zie H5.).
Voor de tweede Griffioenbijeenkomst op 18 februari waren alle studieverenigingen uitgenodigd. Het
thema van deze bijeenkomst was ‘Verder kijken als vereniging’. Uit deze bijeenkomst kwam naar
voren dat onder meer een grotere betrokkenheid van verenigingen bij de nieuwe campusplannen,
het hanteren van speciale ‘verenigings-tarieven’ voor het afhuren van zalen op de VU voor carrière-
evenementen en een betere samenwerking met faculteiten bij het aanbieden en monitoren van
bijlessen concrete verbeterpunten zijn voor de studieverenigingen en de VU. Een aantal concrete
suggesties zijn door de USR meegenomen in het advies Quick Wins FCO.
De derde Griffioenbijeenkomst, voor de niet-facultaire studentenorganisaties, vond plaats op 15
april met als thema ‘Klaar voor de toekomst?’. Voornamelijk het alumnibeleid bleek de aandacht van
de aanwezige verenigingen te hebben. In reactie op deze uitkomst heeft de USR contact opgenomen
met het nieuw opgerichte alumnibureau om alle betrokken partijen bij elkaar te brengen.
3.7. FOS
De USR heeft instemmingsrecht op de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS), die ieder
jaar opnieuw wordt vastgesteld. Ieder jaar leidt dit dossier tot discussie tussen USR en CvB. In de
voorgenomen regeling voor 2013-2014 was een studievoortgangeis van 12 punten voor bestuurders
van studieverenigingen voorzien. Dit zou tot problemen leiden voor studieverenigingen, aangezien
het besturen van een vereniging een intensieve taak is, die zich moeilijk laat combineren met het
volgen van colleges. Uiteindelijk heeft het CvB besloten de studievoortgangeis op te schorten in
afwachting van een uniforme regeling met de UvA. Hierop heeft de USR ingestemd met de Regeling
FOS 2013-2014.
3.8. Communicatie Studentenraden
De USR en FSR’en hebben moeite om hun achterban (digitaal) te bereiken. De VU-site voor
studentenraden is niet up-to-date en het is voor de raden niet mogelijk deze zelf bij te werken. Als
gevolg hiervan is er geen geschikt platform voor studentenraden om met hun achterban te
16
communiceren. De USR heeft het CvB derhalve geadviseerd om de studentenraden te faciliteren in
geschikte communicatiekanalen. Het CvB heeft het probleem onderkend en de dienst C&M zal in het
najaar van 2013 met de USR om tafel gaan om de mogelijkheden voor geschikte
communicatiekanalen te verkennen.
Facebook is voor studenten en medezeggenschap een goed communicatiekanaal gebleken. Dit jaar
heeft de USR veel gebruik gemaakt van Facebook om de achterban op de hoogte te houden. Met
een stijging van maar liefst 250 likes en een persoonlijke pagina met 300 vrienden, neemt het bereik
steeds verder toe. Ook door te delen via pagina’s van FSR’en en studieverenigingen. Daarnaast heeft
de USR events gecreëerd voor openbare vergaderingen, waardoor het publiek hiervan steeds groter
werd. Ook Whatsapp is een veelgebruikt communicatiemiddel voor studenten, in navolging van de
studentenombudsman heeft de USR een smartphone aangeschaft waar studenten anoniem een
bericht kunnen sturen. Op deze manier is de USR al diverse keer benaderd met klachten en
suggesties. Het inloopspreekuur van de USR, dat als try-out diende, bleek te weinig animo te hebben
om dit voort te zetten. Verder heeft de USR een eigen nieuwsbrief, bestemd voor o.a. FSR’en en
verenigingen, gemaakt waarin de uitgebrachte adviezen aan het College en andere ontwikkelingen
te lezen zijn.
3.9. Schermen centrale hal
De centrale hal van het hoofdgebouw wordt grondig verbouwd. In de plannen voor deze verbouwing
is geen ruimte voor promotieposters van verenigingen. Dit is een groot verlies voor de verenigingen.
Ter compensatie werden twee digitale schermen in het vooruitzicht gesteld. Dit zou echter niet
voldoende compensatie voor de verenigingen zijn. Gedurende het hele jaar heeft de USR veel tijd en
energie gestoken in de lobby voor meer schermen voor de verenigingen. Uiteindelijk zijn, na
inmenging van het CvB, twee extra digitale schermen in de centrale hal toegezegd, dit tot
tevredenheid van de USR en de verenigingen. Daarnaast komt er een scherm bij de ingang van de
0D-gang om het medezeggenschapsnieuws te promoten.
17
4. Internationalisering
Rondom Internationalisering hebben er verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden. Zo is met de
reorganisatie van het domein Internationalisering een meer efficiëntie organisatie bereikt.
Desondanks is de USR niet tevreden met het tijdelijke onderkomen van het International Office in
Paviljoen Uilenstede.
Uit verscheidene gesprekken van de betreffende portefeuillehouders van de USR met internationale
studenten is gebleken dat zij de VU een prettige universiteit vinden goed onderwijs en prima
voorzieningen. Echter missen ze het contact met de Nederlandse studenten en heerst het gevoel dat
de twee groepen langs elkaar heen leven. De taalbarrière speelt hier een grote rol in. Naar
aanleiding van deze gesprekken heeft de USR getracht een start te maken de kloof te overbruggen.
Door de nieuwe internationale studenten die in februari jongstlede in Nederland zijn aangekomen
persoonlijk op te halen van Schiphol en naar hun nieuwe verblijfplaatsen te brengen is de basis
gelegd voor een betere cohesie tussen de Nederlandse en internationale studenten. Daarnaast heeft
de USR voor de internationale studenten een welkomstevenement georganiseerd ter eerste
kennismaking met de universiteit. Dit alles is gebeurd in samenwerking met ESN VUniverse, de
studentenvereniging voor Erasmus uitwisselingsstudenten. Op het evenement spraken dr. Annette
Mosher (GGL) en prof. dr. Wim Janse (GGL). Tevens was de Britse cabaretier William Sutton
uitgenodigd die zijn mening over die rare Nederlanders niet onder stoelen of banken stak. Natuurlijk
mocht ook de borrel niet ontbreken. Met een opkomst van zo’n 100 internationale studenten
mochten we dit een geslaagd evenement noemen.
Ook heeft de USR klachten gehad over het gebrek aan internationale atmosfeer op de campus.
Een van de oplossingen is een tweetalige campus en deze is een stap dichterbij gekomen met de
zogenoemde wayfinding, de bewegwijzering, in het Engels die snel haar intrede zal doen op onze
campus. Echter om een beter internationaal gevoel te creëren op de campus is een ware
cultuuromslag nodig.
18
5. Samenwerking met UvA
De plannen voor samenwerking met de UvA kennen een lange voorgeschiedenis. Zo tekenden beide
instellingen na een jaar van verkenningen in mei 2012 een intentieovereenkomst waarin de intentie
om onder meer de bètafaculteiten van beide instellingen te integreren. In september 2012 is er
vanuit de instellingen een programmabureau AAA (Amsterdam Academic Alliance) ingesteld, met
Liduine Bremer als programmamanager. Deze commissie bereidt de diverse dossiers m.b.t.
samenwerking voor, waaronder de plannen voor de AFS (Amsterdam Faculty of Science), de
geïntegreerde bètafaculteit.
Op 7 september heeft de GV samen met de COR (Centrale Ondernemingsraad) en CSR (Centrale
Studentenraad) van de UvA op een gezamenlijke conferentie nagedacht over medezeggenschap,
zowel centraal als decentraal, in het kader van de plannen rondom de samenwerking tussen beide
instellingen. Vervolgens hebben de voorzitters van de OR, COR, USR en CSR van VU en UvA daarover
apart nog eens overlegd en op 26 september 2012 een voorstel aan de GV gedaan over hoe de
medezeggenschap zou moeten worden ingericht. De GV heeft ingestemd met de inrichting van de
Centrale Commissie Medezeggenschap (bestaande uit afvaardigingen van de COR, CSR, OR en USR)
die op gezette tijden met de programmamanager en de stuurgroep spreekt en die preadviezen zal
voorbereiden. In oktober zijn de informele gesprekken tussen de medezeggenschapscommissie en
de programmacommissie van start gegaan. De gesprekken vonden iedere maand plaats en verliepen
goed ondanks veel onduidelijkheid over inhoud van de plannen.
Tegelijkertijd startte de USR het overleg met de FSR’en van de faculteiten FALW en FEW.
Ontwikkelingen op centraal en decentraal niveau werden besproken zodat de belangen van
studenten op beide niveaus het beste konden worden behartigd. Deze overleggen leveren de USR
veel bruikbare informatie op, waardoor de USR prangende kwesties bij de programmacommissie of
het CvB aan de kaak kan stellen.
Begin 2013 leek de besluitvorming over het samengaan met UvA uitgesteld. Een delegatie van de
medezeggenschap wordt nog steeds regelmatig informeel bijgepraat door programmamanager
Liduine Bremer. Het instemmingsverzoek werd nu verwacht rond 1 april 2013. Dit bleek echter niet
haalbaar en eind april 2013 ontving de GV ter informatie een groot aantal documenten, waaronder
afspraken tussen de beide colleges in aanloop naar de besluitvorming. De GV sprak hierover op 8
mei 2013. GV heeft besloten een opiniestuk te maken t.b.v. GVO van 22 mei 2013. Deze is met het
College besproken in de overlegvergadering op 22 mei.
19
In de zomer van 2013 ontving de GV het instemmingsverzoek voor de vorming van de AFS met
daarin ook een tijdpad: uiterlijk 15 oktober 2013 dient instemming aan de orde te komen. Het DB
heeft zich daartegen in een overleg met de Colleges van beide instellingen op 5 juli uitgesproken. De
GV heeft een redelijke termijn nodig, te meer omdat de financiële onderbouwing pas half oktober
beschikbaar is. In juli en augustus kwam een afvaardiging van de GV en de betrokken ODC’s en
FSR’en bijeen om een eerste reactie op het instemmingsverzoek voor te bereiden. Deze werd tijdens
de GV van 3 september besproken.
20
6. Reorganisatie bedrijfsvoering
6.1. Voorgeschiedenis
In het voorjaar van 2012 nam het College van Bestuur het voorgenomen besluit voor de
reorganisatie van de bedrijfsvoering van de VU. Ondanks een negatief advies van de OR, werd dit
besluit in juli definitief gemaakt. De OR besloot vervolgens de gang naar de Ondernemingskamer te
maken en het besluit aan te vechten. Bij aanvang van het jaar in september stond de USR dus voor
een veelbewogen dossier dat zich in volle gang verder ontwikkelde. Medio oktober werd de
rechtsgang echter voorkomen door het bereiken van een bemiddelingsakkoord tussen het CvB en de
OR. Naar aanleiding van dit bemiddelingsakkoord werken de voorzitters van de OR, USR, de
programmamanager Bedrijfsvoering en CvB-lid Bernadette Langius de afspraak om de
medezeggenschap nader te betrekken bij de reorganisatie bedrijfsvoering verder uit. Dientengevolge
worden voor ieder domein in de reorganisatie domeincommissies gevormd, welke regelmatig met
de kwartiermakers zullen overleggen. De USR neemt zitting in de domeincommissies IT,
Communicatie & Marketing (C&M), Universiteitsbibliotheek (UB), Internationalisering, Onderwijs- en
Onderzoekondersteuning en Studentgerichte Ondersteuning (SO).
6.2. Bevindingen domeincommissies
De plannen voor reorganisaties van de domeinen IT, UB en C&M kwamen reeds december in een
flinke stroomversnelling. Deze plannen moesten voor eind januari afgerond worden en dit leverde
een enorme tijdsdruk op voor de kwartiermakers. De kritieken van de domeincommissies konden
daardoor niet afdoende worden meegenomen in de totstandkoming van deze plannen. In februari
heeft de USR het CvB middels een brief geïnformeerd over haar bevindingen in deze
domeincommissies. Het belangrijkste bezwaar van de USR was dat de plannen voor de
reorganisaties van deze domeinen voornamelijk leken te richten op het werken op efficiënte wijze,
waarbij kwaliteitsstandaarden niet helder werden gedefinieerd.
In het voorjaar van 2012 werden ook de plannen voor de reorganisaties van de domeinen
Internationalisering, Onderwijs- en Onderzoekondersteuning en SO verder uitgewerkt. Bij de eerste
twee domeinen verliep dit in hoog tempo en tot tevredenheid van de USR. Ook de kwartiermaker SO
was aanvankelijk van plan om nog voor de zomer tot een definitief plan te komen. Echter besloot
het CvB dat dit domein een dusdanig belangrijke rol speelde in de ondersteuning van de uitvoering
van de Onderwijsagenda waardoor temporisatie van de plannen tot reorganisatie op zijn plek waren.
Dit kon op instemming van de domeincommissie rekenen. Bij aanvang van het overleg tussen de
21
kwartiermaker en de domeincommissie bleek namelijk dat er behoorlijk veel verschillen van inzicht
waren. Deze betroffen voornamelijk de voorgenomen digitalisering van studentbegeleiding en het
korten van de formatie van studieadviseurs, studentdecanen en studentpsychologen. Gedurende
het voorjaar leverden de overleggen tussen de kwartiermaker en de domeincommissie echter goede
inzichten op en de USR is dan ook tevreden met de voortgang die de kwartiermaker heeft gemaakt.
22
7. Financiën
7.1. Jaarplan 2013
Met betrekking tot het jaarplan en de begroting voor 2013, heeft de GV het college
gecomplimenteerd met de wijze waarop het college en de eenheden grotendeels ‘in control’ zijn ten
aanzien van de VU-financiën. Daarnaast heeft de GV een aantal inhoudelijk adviezen gegeven.
De GV adviseerde het college om een gedegen onderzoek te doen naar de oorzaken van de lage
studentwaardering voor de VU en de voorgestelde kritische prestatie-indicatoren daarop ‘’SMART”,
af te stemmen. De GV adviseerde verder om het doorbelastingsysteem van de UvA op
toepasbaarheid op de VU te onderzoeken. Ook werd geadviseerd om een analyse te maken van de al
gerealiseerde vermindering van obp en daar een nieuwe peildatum voor te kiezen. 1 april 2013 werd
voorgesteld, aangezien dan ook de aansturing van groepen medewerkers zou wijzigen. De GV
adviseerde ook om een gedegen projectorganisatie op te zetten voor de investeringen die gedaan
gaan worden en de GV periodiek over de voortgang te informeren.
23
8. Bestuurlijke onrust en benoemingen toezichthouders en
bestuursleden
8.1. Raad van Toezicht
Naar aanleiding van de bestuurscrisis bij het VUmc na onder meer de Eyeworks-kwestie werd een
onderzoek gedaan naar het functioneren van de Raad van Toezicht. De uitkomsten werden begin
december bekend wat leidde tot het aftreden van drie toezichthouders. Hiermee kwam het aantal
vacatures in de raad op vijf (van de zeven). Samen met de OR van het VUmc heeft de GV een reactie
gegeven op het evaluatierapport en het profiel van nieuwe leden: het rapport dient naar de mening
van de GV de opmaat te vormen voor een verdergaande heroriëntatie van het toezicht binnen de
stichting VU-VUmc. Het was noodzakelijk om de functie van het toezicht en van de relatie van de
raad met de besturen, de medezeggenschap en de stakeholders opnieuw te definiëren, onder meer
door het formuleren van een visie op de doelstellingen, de verantwoordelijkheden en de invulling
van het toezicht. De GV noemde ook elementen die daarin van belang waren, waaronder de
publieke taak en de bijzondere signatuur van de instellingen. Over het profiel voor nieuwe leden
stelde de GV dat het van belang is dat deskundigheid die direct verband houdt met de uitdagingen
waarvoor de instellingen zich gesteld zien binnen de raad aanwezig zou zijn, evenals een
evenwichtige sekseverhouding en affiniteit met Nederlanders van een niet-westerse achtergrond.
8.2. Rector magnificus
Eind maart trad rector magnificus Lex Bouter af nadat een brief van het College van Decanen aan de
Raad van Toezicht was uitgelekt. De USR betreurde deze gang van zaken en de reputatieschade voor
de VU die daarmee gemoeid ging. In de onrustige periode met veel media-aandacht die vervolgens
uitbrak, bracht de USR twee persberichten uit, waarin zij het CvB en de decanen opriep om weer
eensgezind aan de slag te gaan. In de weken hierna sprak de USR met zowel de Raad van Toezicht als
een afvaardiging van het College van Decanen om de gebeurtenissen te bespreken.
In april heeft de RvT heeft prof. dr. Frank van der Duijn Schouten als interim-rector maginificus
benoemd en het dagelijks bestuur van de GV heeft voor zijn benoeming de kans gekregen om met
de nieuwe rector magnificus een gesprek te voeren. De eerste indrukken op basis van dit gesprek
waren positief en het DB heeft derhalve geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming.
8.3. Voorzitter CvB
In het voorjaar van 2012 wordt duidelijk dat René Smit niet doorgaat als voorzitter van het CvB na
het aflopen van zijn tweede termijn op 1 november 2013. In juni adviseert de GV de RvT over de
24
profielschets voor de nieuwe collegevoorzitter. In dit advies stelt de GV dat zij het bij de opdracht
van de voorzitter vindt horen dat deze binnen de universiteit de dialoog aan dient te gaan en de
verschillende opvattingen over de koers van de VU bijeen brengt. Verder stelt de GV onder meer
voor dat de voorzitter een hoogleraar of een persoon die professorabel is moet zijn en dat de
nieuwe voorzitter affiniteit heeft met het emancipatoire karakter van de VU. Het DB van de GV sprak
in juni met het searchbureau dat de werving op zich had genomen om het advies van de GV toe te
lichten. Eind augustus bleek dat er één kandidaat was overgebleven en een afvaardiging van het DB
van de GV nam zitting in de selectieadviescommissie (waarin ook twee decanen en een
dienstdirecteur zetelden) die met de betreffende kandidaat sprak. De gehele selectiecommissie was
positief en in dezelfde week werd prof. dr. Jaap Winter aangesteld als voorzitter van het CvB per 1
december 2013.
25
Bijlage A – Portefeuilleverdeling USR 2012-2013
Joeri van Raalte
Voorzitter
- Dagelijks bestuur - Bedrijfsvoering - Onderwijs & Onderzoek - Samenwerking met UvA - Studentgerichte Ondersteuning
Harmen van der Steenhoven
Vice-voorzitter
- Dagelijks bestuur - Coördinator FSR’enoverleg - IT - Samenwerking met UvA
Eveline Baas
Algemeen raadslid
- Coördinator Public Relations - Communicatie - Bibliotheek
Vincent Benjamin
Algemeen raadslid
- Onderwijs & Onderzoek - Honours & Excellentie - Amsterdam University College - Internationalisering
Sybren van Dokkum
Algemeen raadslid
- Onderwijs & Onderzoek - Juridische Zaken - Instellingsaudit
Roel van Hulten
Algemeen raadslid
- Facilitaire Zaken - Huisvesting - Catering - Sport en Cultuur
Fiaz Malik
Algemeen raadslid
- Financieel Economische Zaken - Penningmeester - Fractievoorzitter VUSO - Contact Studieverenigingen - Faciliteitencommissie - Studentgerichte Ondersteuning - Reglement FOS
Karim Tabaouni
Algemeen raadslid
- Public Relations - Diversiteit - Duurzaamheid
Femke Wijman
Algemeen raadslid
- Internationalisering - Onderwijs & Onderzoek - Duurzaamheid - Interne Zaken - Fractievoorzitter SRVU
26
Bijlage B – Verzonden adviezen, notities en brieven USR
2012.92 Notitie prestaties niet-westerse allochtonen VU 2012.96 Notitie USR-CvB conferentie 12 december 2012 2012.105 Advies Reglement Gedeelde Tentamenruimtes 2013.16 Brief aan CvB inz. bevindingen domeincommissies 2013.19 Advies Studeren met een functiebeperking 2013.20 Advies Instellingscollegegelden 2013.33 Advies Honours 2.0 2013.34 Advies Schermen centrale hal 2013.35 Advies Communicatie Studentenraden 2013.56 Terugkoppeling Griffioenbijeenkomsten 2013.62 Advies beslisdocumenten sportcentrum en Grifioen 2.0 2013.64 Brief USR inzake reorganisatie Internationalisering 2013.65 Advies herzien kiesstelsel USR 2013.66 Instemmingsverzoek FOS 2013.67 Advies LJHW en NSE 2013.68 Advies Quick Wins FCO 2013.70 Instemming Studentenstatuut 2013.81 Advies ingangseisen Engelse masteropleiding 2013.82 Advies Criteria decentrale selectie 2013.83 Reactie USR op instellingscollegegeld 2013.84 Advies terugkoppeling overdrachtsdag USR-FSR’en
27
Bijlage C – Verzonden adviezen, notities en brieven GV
2012/074v Brief met zorgen over Kwaliteitszorg 2012/081v Reactie op toetsbeleid naar aanleiding van GVO 26 september 2012/084v Definitief advies Kadernota 2013 2012/100v Definitieve instemming met systeem voor kwaliteitszorg 2012/105v Advies richtlijn Bachelor en Graduate in Format OER 2012/106v Advies Jaarplan 2013 2012/108v Reactie medezeggenschap op adviesaanvraag profiel leden RvT 2013/002v Instemming met toetsbeleid VU 2013/022v Planning aanlevering instemmingsverzoek AFS 2013/025v Definitief advies Instellingsaudit 2013/028v Aanbevelingen criteria m.b.t. alpha-gammadomein 2013/029v Advies op rector magnificus 2013/041v Voordracht in RvT (mw. Ottow) 2013/045v Brief inzake BBR en onderliggende regelingen 2013/053v Advies profiel collegevoorzitter 2013/054v Afspraken rond samenwerking UvA 2013/057v Definitief advies financiële jaarstukken 2012
28
Bijlage D – Lijst met afkortingen
AAA Amsterdam Academic Alliance AFS Amsterdam Faculty of Science COR Centrale Ondernemingsraad (UvA) CSR Centrale Studentenraad (UvA) CvB College van Bestuur, C&M Communicatie & Marketing DB Dagelijks Bestuur DC Domeincommissie DSZ Dienst Studentenzaken FALW Faculteit der Aard en Levenswetenschappen FCO Facultaire Campus Organisatie FEW Faculteit Exacte Wetenschappen FOS Financiële Ondersteuning Studenten FSR Facultaire Studentenraad GGL Godgeleerdheid GV Gezamenlijke Vergadering, vergadering met OR en USR GVO Gezamelijke Vergadering Overleg met CVB NSE Nationale Studenten Enquête ODC OnderdeelCommissie OER Onderwijs en Examenreglement OLC Opleidingscommissie O&O Onderwijs en Onderzoek OR Ondernemingsraad PR Public Relations SOZ Student- & Onderwijszaken USR Universitaire Studentenraad VU Vrije Universiteit VUmc Vrije Universiteit Medisch Centrum
29
Contact
Bezoek- en postadres Telefoon E-mail
Kamer 0D-12, Hoofdgebouw 020 59 85074 [email protected] De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
30