Jaarverslag en jaarrekening 2015 - Homepagina - Dingstede · bestuurder is eindverantwoordelijk...

52
JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2016 STICHTING VOOR PROTESTANTS CHRISTELIJK ONDERWIJS VOOR MEPPEL E.O. (50182) Postadres: Postbus 119 7940 AC Meppel Bezoekadres: Gerard Doustraat 13 7944 HD Meppel

Transcript of Jaarverslag en jaarrekening 2015 - Homepagina - Dingstede · bestuurder is eindverantwoordelijk...

JAARVERSLAG EN

JAARREKENING 2016

STICHTING VOOR PROTESTANTS CHRISTELIJK

ONDERWIJS VOOR MEPPEL E.O. (50182)

Postadres: Postbus 119 7940 AC Meppel

Bezoekadres: Gerard Doustraat 13

7944 HD Meppel

Jaarverslag en jaarrekening 2016

1

Voorwoord De transitie van de vereniging naar stichting is in 2016 uitgevoerd, na een zorgvuldige

voorbereiding en begeleiding. Het antwoord op de vraag ‘van wie is de school?’ was traditioneel: ‘van de vereniging’. Zij was de hoeder van de grondslag van CSG Dingstede. In de praktijk verschenen echter al jaren slechts enkele leden op de

jaarvergadering. De vereniging functioneerde in die zin dus niet meer. Het besluit om de transitie naar de stichtingsvorm uit te voeren, is daarmee logisch en

bovendien in lijn met de landelijke ontwikkelingen. In historisch perspectief geplaatst bestaat de vrijheid van onderwijs in 2017 een eeuw1. De leden van de vereniging zijn in de transitieperiode betrokken en zorgvuldig

geïnformeerd. De komende jaren wil de Raad van Beheer actief betrokkenheid genereren onder de stakeholders. Dit is van waarde en belang voor het goed

functioneren van de Raad. Met het oog hierop is een verkenning gestart op een eigentijdse formulering van artikel 2 uit de statuten. Het is en blijft de doelstelling van

de school om de onderwijskundige identiteit daar waar kan te verbinden met de christelijke identiteit. In 2016 heeft de Raad van Beheer besloten om een tweehoofdige directiestructuur in

te voeren op CSG Dingstede. De kwetsbaarheid van een eenhoofdige directie wordt hiermee beperkt; zeggenschap, medezeggenschap en toezicht komen beter in balans.

De Raad van Beheer ziet toe op onder meer de implementatie van de visie en een gezonde financiële huishouding, terwijl de rector-bestuurder eindverantwoordelijk blijft voor het dagelijkse reilen en zeilen van de school. De focus in de aansturing ligt

op duurzaam goede resultaten, maatwerk en ondernemend leren voor de leerling. De eisen die aan het (school)leiderschap worden gesteld, zijn hoog. Er is visie nodig

én slagvaardigheid, beleid én bedrijfsvoering, ruimte geven én bijsturen, tempo én draagvlak. Een goede balans tussen beheer en regelen, verbeteren en veranderen en vernieuwen, kan sterker worden geborgd in een tweehoofdige directie. In 2017 zal de

tweehoofdige directievoering dan ook worden geïmplementeerd. De kwetsbaarheid van de school als éénpitter is een zorg in relatie met betaalbaarheid

en kwaliteit. Alhoewel de krimp in het Meppeler voortgezet onderwijs bescheidener is dan elders, is daling van het aantal leerlingen toch een realistisch toekomstscenario. Die krimp heeft repercussies voor de werkgelegenheid. Daarop anticiperend is CSG

Dingstede een samenwerking aangegaan met p.c. scholen in Drenthe en Groningen voor het personeelsbeleid. De samenwerking is vastgelegd in een overeenkomst.

Daarnaast is de school, los van de denominatie, op de bedrijfsvoering een samenwerking aangegaan met vo scholen in Wolvega, Steenwijk en Meppel. Het is de verwachting dat dit verband in 2017 een formele overeenkomst aangaat.

Op het huisvestingsdossier is 2016 een voorbereidingsjaar geweest voor een besluit over renovatie van de school dat in 2017 wordt voorzien. Medio 2015 concludeerden

school en gemeente dat sprake is van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Het is de stellige overtuiging van de Raad van Beheer dat het van groot belang is dat vaart gemaakt wordt met de renovatie.

CSG Dingstede boekte in 2016 bevredigende financiële en onderwijsresultaten. De inspectie sprak haar waardering uit over het pedagogische klimaat en de transparantie

in de verantwoording van de schoolleiding. De kwaliteit van de school is op de harde cijferkant voldoende en op de zachte indicatoren heel goed. Er groeien mooie mensen op in het schoolklimaat van Dingstede! Er is warmte en bezieling bij de docenten en

andere medewerkers in de school! Daarvoor dank en waardering!

Koos Neuvel, rector bestuurder 1Jong, W. de ‘Heer & meester. Vrijheid van onderwijs 1917-2017’. Meppel, 2017.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

2

Inhoud Jaarverslag van het bestuur ................................................................................ 6

Algemene informatie ..................................................................................... 6

Aanduiding kernactiviteiten .................................................................... 6

Juridische structuur ............................................................................... 6

Mentaal en moreel kompas van de school ................................................. 6

Organisatiestructuur .............................................................................. 6

Gang van zaken gedurende het verslagjaar ..................................................... 7

Verslag Raad van Beheer (Stichting PCVOM) ............................................. 7

Financiële resultaten ..................................................................................... 8

Inkomsten ............................................................................................ 8

Kosten ................................................................................................. 8

Kengetallen ............................................................................................... 10

Investeringen ............................................................................................. 11

Ontwikkelingen ................................................................................................ 11

Ontwikkelen kernactiviteiten ................................................................. 11

Digitale ontwikkelingen ........................................................................ 13

Huisvesting......................................................................................... 13

Boekenfonds ....................................................................................... 14

Inkoop en aanbesteding ....................................................................... 14

Financiering en treasurybeheer ............................................................. 14

Onderwijs ....................................................................................................... 15

Rapportage vorderingen in 2016 ........................................................... 15

Basiskwaliteit op orde .......................................................................... 15

Uitblinken op alle niveau ’s ................................................................... 15

Burgerschapsvorming voor alle leerlingen ............................................... 16

Ruimte voor de docent ......................................................................... 17

Goede en betrouwbare examens ........................................................... 17

Samenwerkingsverbanden ........................................................................... 17

Samenwerkingsvormen ........................................................................ 18

Klachtenbeleid ........................................................................................... 18

Continuïteit ..................................................................................................... 19

A: Gegevensset .......................................................................................... 19

A1 Ontwikkelingen in het leerlingenaantal .............................................. 19

A1: Personele bezetting ....................................................................... 19

A2 Balans ........................................................................................... 22

A2 Raming van Baten en Lasten ............................................................ 23

B: Overige rapportages ............................................................................... 24

B1 Risicobeheersing en interne controle ................................................. 24

Treasury .................................................................................................... 25

Jaarverslag en jaarrekening 2016

3

Governance ............................................................................................... 25

B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden .................. 25

Ontwikkelingen leerlingenaantal ............................................................ 25

Personeelsbeleid ................................................................................. 26

Beleidsvoerend vermogen .................................................................... 26

Stille bezuinigingen OCW ...................................................................... 26

ICT-rijk onderwijs ................................................................................ 26

Huisvesting......................................................................................... 27

Imago ................................................................................................ 27

Ouderbijdrage ..................................................................................... 27

B3 Rapportage Raad van Beheer ........................................................... 28

Jaarrekening 2016 ........................................................................................... 29

Balans na resultaatbestemming per 31 december 2016 ................................... 30

Staat van Baten en Lasten over 2016 ............................................................ 31

Grondslagen voor de jaarrekening 2016.............................................................. 33

1. Algemeen .............................................................................................. 33

1.1 Activiteiten.................................................................................... 33

1.2 Stelselwijzigingen .......................................................................... 33

1.3 Toelichting op het kasstroomoverzicht .............................................. 33

1.6 Schattingen................................................................................... 33

2. Grondslagen voor waardering van activa en passiva .................................... 33

2.1 Algemeen ................................................................................. 33

2.2 Vergelijking met voorgaand jaar ...................................................... 34

2.3 Materiële vaste activa ..................................................................... 34

2.4 Voorraden ..................................................................................... 34

2.5 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa............................ 34

2.6 Vorderingen .................................................................................. 35

2.7 Liquide middelen ........................................................................... 35

2.8 Eigen vermogen ............................................................................ 35

2.9 Voorzieningen ............................................................................... 35

2.10 Kortlopende schulden ................................................................... 35

2.11 Operationele leasing ..................................................................... 36

3. Grondslagen voor bepaling van het resultaat .............................................. 36

3.1 Algemeen ..................................................................................... 36

3.2 Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies .................... 36

3.3 Overige baten ............................................................................... 36

3.4 Afschrijvingen op materiële vaste activa ........................................... 36

3. 5 Personeelsbeloningen .................................................................... 36

3.6 Financiële baten en lasten ............................................................... 37

Jaarverslag en jaarrekening 2016

4

Toelichting op de onderscheiden posten van de balans ......................................... 38

1.2 Materiële vaste activa ........................................................................... 38

Voorraden & Vorderingen ............................................................................ 39

1.4 Voorraden ............................................................................................ 39

1.5 Vorderingen ......................................................................................... 39

1.7 Liquide middelen ................................................................................... 40

2.1 Eigen vermogen .................................................................................... 40

2.2 Voorzieningen ....................................................................................... 41

2.5 Kortlopende schulden ............................................................................ 42

Model G Overzicht geoormerkte subsidies OCW ................................................... 43

model G 1 verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule: ...... 43

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule ..................... 43

model G2-A aflopend per ultimo verslagjaar .......................................... 43

Model G2-B doorlopend tot in het volgend verslagjaar ............................. 43

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen ..................................... 44

(Meerjarige) financiële verplichtingen .................................................... 44

Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten ............... 45

Baten ........................................................................................................ 45

Lasten ....................................................................................................... 46

Accountantshonoraria .......................................................................... 48

Verbonden partijen .......................................................................................... 48

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders .................................................. 49

Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ......................................................... 49

x.1 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - met dienstbetrekking ................................................................................. 49

x.2 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - zonder

dienstbetrekking ................................................................................. 49

x.3 Bezoldiging overige functionarissen - met dienstbetrekking ................. 50

x.4 Bezoldiging overige functionarissen - zonder dienstbetrekking ............. 50

x.5 Uitkeringen bij einde dienstverband topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen ............................................................................... 50

x.6 Uitkeringen bij einde dienstverband overige functionarissen ................ 51

Overige gegevens ............................................................................................ 51

Voorstel bestemming saldo staat van baten en lasten ..................................... 51

Gebeurtenissen na balansdatum ................................................................... 51

Jaarverslag en jaarrekening 2016

5

Jaarverslag en jaarrekening 2016

6

Jaarverslag van het bestuur

Algemene informatie

Aanduiding kernactiviteiten

CSG Dingstede is een schoolgemeenschap voor atheneum, havo en mavo (vmbo-t).

Juridische structuur

CSG Dingstede gaat uit van de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Meppel en omgeving (St. PCVO Meppel e.o.). De rechtsvorm bij

aanvang van het verslagjaar was nog die van vereniging. Medio 2016 is via de kantonrechter de rechtsvorm gewijzigd in die van stichting. De nieuwe rechtsvorm

past beter in het huidige tijdsgewricht.

Mentaal en moreel kompas van de school

Kader voor te voeren beleid van de schoolgemeenschap CSG Dingstede:

financieel op orde en passend binnen het regulier toezicht van OCW

opbrengsten/resultaten passend binnen het regulier toezicht met ambitie op

verbetering

vanuit de christelijke identiteit wil de school midden in de samenleving staan

de school wil met ‘Oog voor verschil. Delen is verbinden.’ vorm en inhoud aan

het leerproces geven, met de ambitie om te verbeteren.

Organisatiestructuur

CSG Dingstede heeft een éénhoofdige centrale directie bestaande uit een rector

bestuurder. De organisatie is verder opgebouwd in drie onderwijsteams en een team bedrijfsvoering. Schematisch als volgt weergegeven:

Jaarverslag en jaarrekening 2016

7

Gang van zaken gedurende het verslagjaar

Verslag Raad van Beheer2 (Stichting PCVOM)

Door de managementrapportages beschikt de RvB over een afgestemd en ingericht

instrumentarium aan sturingsindicatoren. De monitoring van de onderwijsresultaten is zodanig dat per direct en op ieder moment zicht is op de vorderingen, waardoor

sturing op maat de praktijk is. De inrichting hiervan is gepresenteerd aan de RvB. Rapportage naar de RvB op hoofdlijnen.

In 2016 is in de Raad van Beheer het besluit genomen om de directiestructuur te versterken. Een éénhoofdige centrale directie kan als kwetsbaar worden ervaren als

het gaat om borging, overdraagbaarheid en het borgen van “countervailing powers”. Kortom, de continuïteit. In 2016 is verkend op welke wijze dit het beste in te passen

is. Hiervoor werd externe deskundigheid ingehuurd. Dit was niet voorzien in de begroting en heeft dus geleid tot een overschrijding op dit punt. Concretisering volgt per augustus 2017.

In de school staat duurzame verbetering van de leeropbrengsten centraal. Gemeten

naar het eigen rendement zijn de resultaten opnieuw verbeterd. De tweede publicatie ‘CSG Dingstede op weg naar meer leerlingsucces en hogere leeropbrengsten’ is de leidraad waarlangs de onderwijsontwikkeling en de duurzame verbetering van de

onderwijsresultaten vorm krijgen.

In de medezeggenschap, de zeggenschap en het toezicht (de MR, de rector bestuurder en de RvB), zijn de afbakening van elkaars speelveld en de relatie tot elkaar duidelijk gemarkeerd. De Raad van Beheer houdt toezicht op verwezenlijking

van de visie, onderwijsopbrengsten en een verantwoord financieel beleid; de rector-bestuurder is eindverantwoordelijk voor het geven van vorm en inhoud aan de visie,

de aansturing en uitvoering van het onderwijsleerproces en de bedrijfsprocessen op CSG Dingstede. Een beleidsjaarkalender helpt bij de ordening, het elkaar aanspreken op en het verantwoorden.

Van de inspectie ontving de school een verzoek om mee te doen aan een pilot op

basis van het nieuwe toezicht. Het onderzoek leverde op dat Dingstede de resultaten op orde heeft, dat er een goed pedagogisch klimaat is, dat de mix van het potentieel van onze leerlinigen met een grote variatie aan kwaliteiten onder de docenten

oplevert dat we alles in huis hebben om verder te verbeteren. Vooral in maatwerk bieden is verbetering nodig. De inspectie sprak uit dat Dingstede een school is

waarmee de inspectie graag de dialoog aangaat.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

8

Financiële resultaten

Het verslagjaar 2016 is afgesloten met een negatief exploitatieresultaat van € 66.228. De begroting ging uit van een klein positief resultaat van € 3.647. Dit verschil tussen begroting en realisatie is ontstaan door een hogere rijksbijdrage en

hogere overige inkomsten maar tegelijkertijd hadden we ook hogere kosten extern personeel en meer inhuur van derden en hogere reserveringen.

Inkomsten

De inkomsten voor de reguliere bekostiging personeel en exploitatie zijn ongeveer

0,3% hoger dan begroot. De rijksvergoeding is bijgesteld naar aanleiding van de cao-verhoging. De kosten hiermee gepaard gaande zijn overigens fors hoger dan de stijging van de reguliere bekostiging.

De inkomsten voor lichte en zware ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband

Passend Onderwijs zijn beduidend hoger uitgevallen dan begroot, ruim € 107.000. Hier tegenover staat het in dienst hebben van mensen uit dat samenwerkingsverband. De andere inkomsten vanuit het Rijk zijn min of meer conform begroting, met één

uitzondering: er is een geoormerkte subsidie ontvangen vanuit het Leraren Ontwikkel Fonds (€ 39.000). Hiervan is een derde vrijgevallen in 2016.

De overige baten vallen circa € 57.000 hoger uit ten opzichte van de begroting. Hieraan ligt onder meer ten grondslag dat eigen personeelslasten ten laste kunnen

worden gebracht van de subsidie Zomerschool die in 2015 is ontvangen alsmede inkomsten uit ouderbijdragen Cambridge Engels voor extra personele inzet.

Kosten

Tegenover hogere inkomsten staan in 2016 ook hogere kosten. De directe

personeelslasten van het eigen personeel zijn bijna 2 procent hoger uitgevallen dan begroot. Hiervoor zijn onder meer als redenen aan te voeren de cao-verhoging die is doorgevoerd per 1 juli alsmede de reserveringen voor personeelsvoorzieningen

voortvloeiende uit cao-regelingen. Een deel van deze meerkosten is opgevangen binnen de exploitatie. De stijging van de rijksbijdragen is namelijk bij lange na niet

kostendekkend. Verder is de procentuele stijging van de eigen personeelslasten beperkt door meer inhuur extern personeel.

De inhuur van extern personeel is hierdoor wel € 136.000 hoger uitgevallen dan begroot. Conform het beleid wordt per vacature of vervangingsvraag een afweging

gemaakt of een dit via een intern of extern dienstverband plaats kan vinden. Hierin speelt met name de vervanging tijdens zwangerschapsverlof en van langdurig zieken een rol. Daar waar mogelijk is vervanging opgevangen binnen de eigen organisatie

omdat de kosten van inhuur fors hoger liggen. De mogelijkheden hiertoe zijn wel beperkter geworden als gevolg van de Wet werk en zekerheid. Daarnaast is de

verwachting dat in de komende jaren de lesvraag af zal nemen en dus zijn er in de toekomst wellicht meer tijdelijke oplossingen nodig.

De afschrijvingslasten zijn ruim € 34.000 lager uitgevallen dan in de begroting opgenomen. Een voordeel dat met name is behaald door lagere voorraden

leermiddelen en op de afschrijvingslasten van de inventaris. Bij de component ICT is een verschuiving waar te nemen van hardware (bijna allemaal lease) naar software. Het aantal pakketten en onderhoud neemt toe.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

9

De huisvestingslasten zijn in 2016 bijna € 10.000 hoger uitgevallen dan begroot,

werkelijk € 352.800 versus begroot € 343.750. In hoofdzaak laat zich dit kenmerken door nadelen op beveiliging, schoonmaak en gasverbruik. Voor de schoonmaak zijn

een aantal extra opdrachten verstrekt. De beveiligingskosten vielen hoger in verband met noodzakelijke aanpassingen aan de brandmeldinstallatie, een verplichte NEN-inspectie en meer onderhoud aan de brandblussers. Daarnaast is de gasprijs

gedurende het jaar fors gestegen. Tegenover deze nadelen staan voordelen behaald op onderhoudscontracten en niet uitgevoerd onderhoud.

De begrote overige lasten worden overschreden met € 84.600. Hierin laten zich ook diverse posten met voor- en nadelen zich onderscheiden. Nadelig ten opzichte van de

begroting zijn onder meer de opgenomen voorziening oninbare debiteuren (€ 10.000), een hogere bijdrage VAVO-leerlingen (€ 12.900), hogere kosten leermiddelen secties

als gevolg van onder meer de eigen kosten Entrepenasium (€ 37.100), hogere PR- en communicatiekosten (€ 6.900) en de inhuur van externe deskundigen ( € 89.000). Hoewel de component ICT in z’n geheel nagenoeg conform begroting is gerealiseerd is

een opmerking van elk jaar toenemende licentiekosten zeker op z’n plek.

Tegenover de hogere overige lasten staat een tweetal posten die ruim binnen de begroting werden afgesloten. Ten eerste de kosten voor leerlingenzorg. Hierop werd als gevolg van minder kosten Rebound, een vrijval voor een reservering schoolarts en

beduidend minder hulpmiddelen een aanzienlijk voordeel (€ 34.900) op de begroting behaald. Ten tweede is een voordeel van € 39.200 behaald ten opzichte van de

begroting als het gaat om de leermiddelen en dan met name de werkboeken. Ook hier werpt de aanscherping van het leermiddelenbeleid en proces in combinatie met stringenter voorraadbeheer z’n vruchten af.

Dit alles samen maakt dat het resultaat uiteindelijk uitkomt op € 66.228 negatief

tegenover een begroot positief resultaat van € 3.646. In de in dit verslag opgenomen balans is dit negatieve resultaat ten laste gebracht van de algemene reserve. 2 Samenstelling Raad van Beheer

Dagelijks bestuur: De heer J.N.P. Neuvel, rector bestuurder

Algemeen bestuur: De heer T. Hollenbeek Brouwer, voorzitter

Mevrouw N.L. Steller, vice voorzitter De heer E. Knorren, penningmeester

De heer B. Leijenaar De heer R. Genee Mevrouw W.M.J.M. Bloemen-Bekx

Mevrouw S. Buissink

Jaarverslag en jaarrekening 2016

10

Kengetallen

Vanuit de balans en resultatenrekening over 2016 zijn de volgende kengetallen berekend:

Budgetbeheer signaleringswaarde 2012 2013 2014 2015 2016

liquiditeit (current ratio) 0,50-1,50 0,3 0,5 0,7 1,1 1,1

liquiditeit (quick ratio) 0,50-1,50 0,3 0,5 0,7 1,1 1,1

rentabiliteit 0-5 0,6 0,4 -0,7 2,8 -0,7

Vermogensbeheer signaleringswaarde 2012 2013 2014 2015 2016

solvabiliteit 1 > 20% 0,633 0,657 0,663 0,642 0,649

solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen) > 20% 0,70 0,72 0,722 0,712 0,742

weerstandsvermogen > 10% 0,27 0,258 0,256 0,266 0,265

kapitalisatiebuffer 35 – 60% 0,17 0,198 0,195 0,245 0,248

-1,00

-0,50

0,00

0,50

1,00

1,50

2,00

2,50

3,00

2012 2013 2014 2015 2016

Budgetbeheer

liquiditeit (current ratio) 0,50-1,50 rentabiliteit 0-5

0,00

0,10

0,20

0,30

0,40

0,50

0,60

0,70

0,80

2012 2013 2014 2015 2016

Vermogensbeheer

solvabiliteit 1 solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen)

weerstandsvermogen kapitalisatiebuffer

Jaarverslag en jaarrekening 2016

11

Investeringen

De investeringsbesluiten zijn in 2016 zeer beperkt gebleven. Het verantwoorde investeringsbedrag in dit jaarverslag is echter wel ruim € 423.000. Dit bedrag is hoofdzakelijk terug te voeren op het in 2015 genomen besluit de aula en de

leerpleinen opnieuw in te richten. De financiele afhandeling daarvan alsmede de leveringen hebben echter in januari 2016 plaatsgevonden. Besluiten tot investeringen

in de 2016 hebben zich beperkt tot leermiddelen, herinrichting van zes klaslokalen, noodzakelijke vervangingen van installaties en een klein deel ICT.

Ontwikkelingen

Ontwikkelen kernactiviteiten

De visie ‘Oog voor Verschil. Onderwijs is communicatie. 2009 – 2013’ werd medio 2014 op implementatie gericht geactualiseerd in de notitie ‘CSG Dingstede op weg

naar meer leerlingsucces en hogere leeropbrengsten’. In september 2015 verscheen een vervolg op dit rapport met een looptijd tot en met het schooljaar 16/17. De rapporten zijn gebaseerd op inbreng van docenten. Vastgesteld is dat de destijds

geformuleerde visie, gerelateerd aan opbrengstgericht werken, in het leerproces van iedere les zichtbaar moet zijn. Iedere docent weet dat en levert hier een bijdrage aan.

De teamleider maakt bij het lesbezoek, in het kader van de gesprekscyclus, gebruik van een kijkwijzer die specifiek gericht is op het zichtbaar maken van opbrengstgericht werken en eigenaarschap van leerlingen op het leerproces. Via het

mentoraat wordt de leerling gevolgd op de ontwikkeling van het voortschrijdende gemiddelde. Iedere leerling waarmee het in het leerproces en de resultaten niet goed

gaat, is snel en gericht in gesprek met de mentor. De ouders worden daar ook nadrukkelijk bij betrokken. In de monitoring is een duidelijk op verbetering gericht doel vastgesteld. Zo werken we nu voor het derde jaar en daarom is deze werkwijze

goed ingeregeld.

Wij willen dat meer leerlingen zonder doubleren de eindstreep halen. In de praktijk betekent dit op het niveau van de klas dat een mentor weet dat het aantal doublanten

onder ‘x’ moet blijven. Begeleiding van iedere individuele leerling is gericht op het doen, het willen en het verbeteren. Maakbaarheid, meetbaarheid en controleerbaarheid is in een school beperkt mogelijk. Balans tussen inspanning -

moeite doen en ontspanning - creativiteit is essentieel.

De resultaten zijn snel beschikbaar voor de betrokken docent, de mentor, de leerlingcoördinator en de teamleider. Als de actie naar de leerling niet snel resulteert in verbetering, volgt de leerling een verplicht traject naast het reguliere lesrooster.

Hiervoor organiseert de school studiebegeleiding. Hiervoor heeft de school de samenwerking gezocht met een externe partner. Een deel van de kosten wordt door

de school gedragen via de ouderbijdrage. Ouders van CSG Dingstede zijn hierin solidair. Een principe dat goed past bij de identiteit. Als het begeleidingstraject van langere duur is, zijn de kosten voor de betrokken ouder. Ook hier is een vangnet uit

de reguliere bekostiging van de school vastgelegd. Door deze aanvulling op al bestaande inzet wil CSG Dingstede verdere duurzame verbetering van de

leeropbrengsten realiseren. Juiste advisering van de basisschool en een accurate determinatie maken daar ook deel van uit.

Het palet aan profileringen van CSG Dingstede start met de invoering van godsdienst als verplicht examenvak, 10 jaar geleden. Al een decennium is de kwaliteit van dit

aanbod in goede handen bij de auditcommissie waarin een aantal scholen met

Jaarverslag en jaarrekening 2016

12

godsdienst als examenvak samen werken. Het technasium doorstond in 2015 de eerste kritische en professionele audit met glans.

Entreprenasium, Technasium, Cambridge, DELF (Frans), Goethe (Duits) en een aantal

bijzondere projecten of trajecten zoals het Model European Parliament (MEP) en de profielwerkstukken, met standaard een externe opdrachtgever, verrijken het aanbod van de school. Leerlingen krijgen niet uitsluitend maar wel voor een substantieel deel

via deze profileringen ruimte om te excelleren. Vermeldenswaardig is dat de school het predicaat ‘Olympiade school’ in 2015 heeft ontvangen. Dit is mogelijk geworden

omdat een divers aantal leerlingen deel neemt aan Olympiades en het daarin ook goed doet. In het entreprenasium netwerk is besloten dat ‘ondernemend leren’ stimuleren belangrijker is dan ‘leren ondernemen’. Daarom gaat dit netwerk vanaf

december 2016, georganiseerd in een cooperatieve vereniging verder onder de naam ‘Scholen voor Ondernemend Leren’(SOL).

De verschillende programma’s dragen bij aan ontwikkeling van een klimaat in de school waarin eigenaarschap en leiderschap van leerlingen op het leerproces toe

neemt. Dit wordt gezien als voorwaardelijk voor ondernemend leren. Bij ondernemend is de leerling als individu aan zet in het leerproces. Dan is maatwerk echt mogelijk.

De docent is dan meer de ontvanger dan de zender. Het pedagogisch didactische morele kompas in de school is er de komende jaren op gericht dit verder te ontwikkelen. Dit monitoren we met de Kijkwijzer die we tijdens de lesbezoeken

gebruiken. Voor iedere docent volgt aansluitend een gesprek met een doelstelling om verder te verbeteren.

Docenten en schoolleiding willen de komende jaren leiderschap, op de transitie in de didactiek die nodig is om ondernemend leren mogelijk te maken, verder opbouwen.

De school is hierin leidend in de SOL scholen en in het netwerk Noord C, een opleidingsnetwerk van Drentse scholen met de Lerarenopleiding Windesheim. In dit

netwerk ontvangen de scholen studenten met affiniteit op ondernemend leren. De scholen koppelen deze studenten aan vakcoaches die in hun lespraktijk inzetten op ondernemend leren.

In onze schoolgemeenschap zien we een verband tussen deze ontwikkeling en de

implementatie van IT. CSG Dingstede investeert steeds meer in digitale voorzieningen en randvoorwaarden. Toch is bij ons het boek als leermiddel nog het vertrekpunt.

Invoering van het device als basis leermiddel wordt voorzien. De relatie met ondernemend leren is relevant omdat IT betekenisvoller wordt naarmate de leerling als regel zelf aan zet is bij het leren en daarin dan ook zelf keuzes maakt.

Begin 2016 voerde de inspectie een pilotonderzoek uit op CSG Dingstede. Het ging om

in de praktijk leren hoe het nieuwe onderzoekskader dat in 2017 ingaat werkt. De inspectie deed het verzoek omdat er op onze school geen rare dingen worden verwacht, omdat het op orde is. Deelname was vrijwillig. Het verzoek hiertoe hebben

wij graag en met vertrouwen gehonoreerd. De rapportage was voldoende tot goed op 9 indicatoren. Voor bedrijfsvoering / financiën kreeg de school drie keer voldoende.

Goed kan daar niet. Voor de 6 ónderwijsindicatoren kreeg de school twee keer goed en 4 keer voldoende. Opgemerkt werd dat de 4 voldoendes geen zesminnetjes waren. Verder werd opgemerkt dat het pedagogisch klimaat in de school bijzonder goed is.

Het bezoek is geregistreerd door Nieuwsuur. De rapportage van dit inspectiebezoek wordt wel opgenomen in het dossier van de

school maar heeft geen betekenis voor het toekennen van het bestaande basisarrangement.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

13

In 2016 vond het tweede tevredenheidsonderzoek plaats onder leerlingen, ouders en medewerkers. Net als in 2014 zijn leerlingen en ouders gemiddeld positiever over de

school dan medewerkers. De schoolleiding kreeg van de medewerkers een lagere waardering. Dit gegeven is mede de grond om de directiestructuur te herzien.

Het leerlingaantal is in 2016 op de peildatum 1 oktober 1.289 (inclusief vavo leerlingen). In 2016 was sprake van een herstel van de aanmelding voor de brugklas.

Het nieuwbouweffect van Ezinge lijkt daarmee in één jaar overwonnen. Mogelijk hebben de drie maatregelen die begin 2016 zijn geeffectueerd hieraan bijgedragen.

Deze maatregelen zijn:

Een nieuwe organisatie en presentatie voor de bezoeken aan de basisscholen

Een nieuwe website

Een nieuwe inrichting van de aula, de leerpleinen en het muzieklokaal

De onderwijsresultaten zijn in 2016 voor het vijfde jaar licht verbeterd. De indicatoren op de opbrengstenkaart 2016 staan allemaal op groen.

Digitale ontwikkelingen

CSG Dingstede wil langs de geleidelijke weg ook de digitale ondersteuning van het onderwijsproces verder de school inbrengen. De ontwikkelingen in de

leermiddelenmarkt maakt dat verder gepersonaliseerd leren steeds dichterbij komt. De eerste stappen zijn gezet in de verkenning op welke wijze leerlingen kunnen

worden voorzien van een eigen device en welke consequenties dat heeft voor het leermiddelenbeleid en de financiën.

CSG Dingstede maakt voor de ICT gebruik van een leaseconstructie met vervangingsmogelijkheden. Dat geeft de nodige flexibiliteit zonder meteen een fors

beslag te leggen op liquiditeit. Dat heeft ook in 2016 de mogelijkheid gebracht een aantal verouderde laptops te vervangen en de beschikbare hoeveelheid uit te breiden met één extra laptopkar.

In 2016 is daarnaast ingezet op vervanging en verbetering van de infrastructuur. Het

Wifi-netwerk is volledig vernieuwd en ook de servers en switches zijn grotendeels vervangen. Verder is in 2016 de exchange-server vervangen door Office 365. Daarmee is ook verdere toenemende belasting van ons eigen serverpark het hoofd

geboden en daarmee meer stabiliteit gewaarborgd.

Huisvesting

Het boekjaar 2016 heeft met betrekking tot de huisvesting vooral in het teken

gestaan van de verkenning, samen met de gemeente, op toekomstige huisvesting in hetzelfde gebouw. Dat betekent dat is verkend op de mogelijkheden van

levensduurverlengend renoveren. Het samen met de gemeente hierop verkennen is belangrijk omdat dit ook betekent dat er van beide zijden de bereidwilligheid moet zijn een substantiële bijdrage te doen voor de noodzakelijke investeringen.

Een renovatie moeten leiden tot een aanzienlijke besparing van de exploitatielasten,

meer gebruiksmogelijkheden van de beschikbare ruimte en een sterk verbeterd binnenklimaat. Samen met een extern adviseur zijn verschillende opties bekeken en daaruit is vervolgens een keuze gemaakt. Leidraad bij deze keuzes was noodzaak,

overlast tijdens uitvoering en exploitatieresultaten. De gesprekken bevinden zich nu in de fase van afronden als het gaat om de bijdragen die zowel de gemeente als de

Jaarverslag en jaarrekening 2016

14

stichting kan en wil leveren. De RvB staat op het standpunt dat dit proces te traag verloopt.

Vooruitlopend op besluitvorming is in 2016 al twee maal een SDE+ subsidie

aangevraagd voor zonnepanelen. CSG Dingstede heeft de wens de elektriciteitsrekening naar nul te brengen en ook eventueel omwonenden te laten meeprofiteren van een grote hoeveelheid opgewekte zonne-energie. De subsidie is

helaas twee maal afgewezen. In 2017 worden opnieuw aanvragen ingediend. Interessant is dat CSG Dingstede in het tweede deel van 2016 initiatiefnemer was in

de ontwikkeling van N.I.C.E. (Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie) dat in Meppel is gevestigd. Gestart is met een verkenning op de mogelijkheden / kansen om Dingstede circulair te renoveren.

Boekenfonds

Zoals reeds eerder aangegeven levert het nieuwe proces rondom het boekenfonds naast tijdwinst ook financieel voordeel op. Dit heeft het mogelijk gemaakt de

werkboeken weer gewoon als koopboeken in te zetten. CSG Dingstede werkt de laatste jaren samen met Reestmond bij het samenstellen en

uitreiken van de pakketten. Hoewel we deze samenwerking graag voortzetten, is er vanuit Reestmond aangegeven dat het steeds lastiger wordt voldoende geschikte

mensen vrij te maken voor de opdracht. Dat vraagt dus in ieder geval om verkenning van andere mogelijkheden.

De combinatie met de ontwikkelingen op de leermiddelenmarkt leidt ertoe dat gesprekken met Van Dijk Educatie worden gestart over de haalbaarheid van een

extern boekenfonds en liever nog een flexibel boekenfonds. Deze vinden in 2017 plaats.

Inkoop en aanbesteding

Er wordt op diverse fronten samengewerkt met betrekking tot de inkoop. In het verleden is gebleken dat schaalvoordelen te behalen zijn. De samenwerking met

anderen moet echter ook leiden tot deskundigheidsverbetering op de inkoopportefeuille. Met name ontwikkelingen in wet- en regelgeving is vaak een onderwerp dat niet

noodzakelijkerwijs in onze eigen vakliteratuur etc. aan de orde komt. Zoals bijvoorbeeld in 2016 de wijzigingen met betrekking tot het aanbesteden van de inhuur van extern personeel. Hoewel het financieel voordeel van de betrokken externe partijen niet de

aanbestedingsgrens overschrijdt is een dergelijke ingrijpende wijziging wel een signaal dat specifieke kennis van inkoop en dan met name aanbestedingen onvoldoende

verankerd is in de organisatie. Hoe dat het beste is te organiseren is nog in onderzoek.

Financiering en treasurybeheer

De stichting kent geen vreemd vermogen in 2016 en heeft geen geldleningen aan

derden verstrekt. De liquiditeitspositie van de stichting voldoet aan de door de Raad van Beheer gestelde eisen.

In 2016 heeft de Raad van Beheer besloten dat CSG Dingstede een tweehoofdige directie krijgt. Dit besluit wordt budgettair neutraal verwerkt in de begrotingen 2017

e.v. Concreet zal dit betekenen dat de teamleiders onderwijs een aanzienlijk lesgevende taak gaan vervullen.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

15

Onderwijs

Rapportage vorderingen in 2016

We streven in de school naar een cultuur waarin je altijd zoekt naar verbetering. Naarmate we het onderwijs beter kunnen laten aansluiten bij het niveau waar de

leerling is, zullen de leerprestaties verbeteren. Het leersucces staat zo voor iedere leerling centraal.

In de voorzieningen voor leerlingen is begin 2016 veel verbeterd. De inrichting van de aula waar onze leerlingen pauzeren / ontspannen is nieuw en met de inrichting van de

leerpleinen opent zich voor docenten en leerlingen de mogelijkheid om het leerplein op een aantrekkelijke wijze als leeromgeving in te zetten.

Brede vorming en verbinding met de omgeving krijgt steeds meer betekenis en vorm in de school door alle programma’s / profileringen die gericht zijn op verbinding met de samenleving. Succesvolle voorbeelden zijn genoemd in ‘ontwikkelen

kernactiviteiten’.

Voor de docent in een professionele school hebben we gekozen voor inzet op ontwikkeling van een onderzoeksmatige houding. In 15/16 werkten we aan het sturen in groepsprocessen (het scheppen van een optimaal leerklimaat) en aan een

professionele cultuur van werken vanuit een onderzoeksmatige houding. In 16/17 staan doelen stellen en feedback centraal.

Basiskwaliteit op orde

Sinds het schooljaar 2013-2014 is verder vormgegeven aan het specifiek inzetten van de extra middelen voor kwaliteitsverbetering van reken- en taalonderwijs. Docenten worden extra gefaciliteerd in het taakbeleid om extra in te zetten op

rekenvaardigheid. De resultaten van de leerlingen zijn boven de benchmark. Voor taalvaardigheid is ook toenemend aandacht. Taalbeleid wordt geïntegreerd in alle

lessen.

Voor wat betreft taal– en rekenprestaties is door genoemde inzet, betrokkenheid van leerlingen, docenten en op de achtergrond ook de ouders aantoonbaar meer aandacht. In de komende jaren gaat blijken dat door dit aanbod de prestaties

verbeteren. Dit moet resulteren in een dalend percentage leerlingen met vertraging in de schoolloopbaan en een verbetering van de eindexamenresultaten voor de bèta, taal

en zaakvakken. In januari 2016 ontvingen wij het bericht dat het rekenniveau van onze leerlingen in

alle drie afdelingen boven het landelijke gemiddelde is.

Uitblinken op alle niveau ’s

Een groeiend aantal leerlingen excelleert in één van de profileringen of in de reguliere

lessen. De profilering Entreprenasium ontwikkeld zich steeds sterker als een paraplu of podium voor diversiteit in excelleren. Het feit dat de school Olympiade school is geworden markeert dat de school met een gevarieerd en omvangrijk aantal leerlingen

deelneemt aan Olympiades. Leerlingen worden hierin uitgedaagd zich te meten in een nationale en later internationale competitie. Doorgaans zijn categoriale gymnasia

Olympiade school. In het Model European Parliament was het feit dat een leerlinge van onze school twee resoluties mocht voorzitten tijdens de nationale zitting in Den Haag buitengewoon. Dit was reeds aangekondigd in 2015 maar heeft in 2016 dan ook

daadwerkelijk plaatsgevonden.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

16

Een passende kwalificatie voor alle leerlingen betekent dat de leerling ten minste op

het verwachte niveau presteert. Met uitblinken op alle niveaus richten we ons op de ambitie dat het talent van de leerling binnen de setting van gepersonaliseerd

onderwijs, waarin differentiatie gebaseerd op de ‘hoe leer jij’ vraag, vorm krijgt. Deze ambitie is gebaseerd op de visie / strategie nota ‘Oog voor verschil’. Enkele collega’s hebben voor het eerst kennis gemaakt met het ‘gepersonaliseerd leren’. Er zijn

enthousiaste maar natuurlijk ook gereserveerde reacties. Het doel om maatwerk en gepersonaliseerd leren te realiseren zal meer of beter bereikt worden naarmate we er

in slagen de regierol van de docent te ontwikkelen van minder als zender en meer als ontvanger.

Human Dynamics is een methode om structuur te zien in verschillen tussen mensen. Ook hier is de verbinding met gepersonaliseerd leren heel goed te maken. Human

dynamics in de lessen betekent dat docent en leerling samen inzetten op leren volgens een emotionele, fysieke en mentale dynamiek of een combinatie daarvan. Daarin heeft iedere leerling (en docent) een persoonlijk aangrijpingspunt. Een aantal

collega’s werkt in bijvoorbeeld het mentoraat met deze methodiek. De benadering spreekt leerlingen, ouders en docenten aan.

Burgerschapsvorming voor alle leerlingen

Door systematisch in te zetten op burgerschapsvorming via bijvoorbeeld entreprenaisium, maatschappelijke stage, technasium of profielwerkstuk opdrachten

gaan de leerlingen bewuster en gemakkelijker bewegen in de samenleving. Het aantal situaties waarin onze leerlingen in klas of groepsverband of individueel via de school in contact komt met de samenleving is de laatste jaren sterk toegenomen. De school

zet daar zeer bewust op in.

De leerlingen leren via de school, maar niet altijd via een schoolvak verbinding te maken met de samenleving. Ook door programma’s in lessen over duurzaamheid (en voorlichtingsprogramma’s over gezond leven (project schoolfruit) en mediawijsheid

maakt de leerling kennis met en gaat bewuste(re) keuzes maken. CSG Dingstede is geen fair trade school meer, predikaat verlenging was niet mogelijk. Eind 2016 werd

het initiatief om van en voor de leerlingen van Dingstede de duurzame relatie met de omgeving meer fundamenteel op te nemen gelanceerd. In 2017 wordt Cirkelschool Dingstede verder vorm en inhoud gegeven. CSG Dingstede wil met haar leerlingen in

het hart van de samenleving staan. Genoemde programma’s zijn hierbij goede voorbeelden. De schoolleiding betreurt het politieke besluit over de maatschappelijke

stage waardoor geen middelen meer beschikbaar zijn om het mooie programma in volle omvang te handhaven. Bijzondere voorbeelden in het bestek van burgerschapsvorming zijn het

sectorwerkstuk voor de mavo 3 leerlingen en het model european parliament (MEP) voor vwo 4 leerlingen. De schooleditie waarbij alle vwo 4 leerlingen betrokken zijn is

een groot succes. Het gebruik van de raadszaal in het stadskantoor voor de algemene vergadering geeft dit simulatiespel extra realiteitswaarde. Eind 2016 is het personeel geinformeerd en gemotiveerd over inzet op circulair

economische thema’s in ons onderwijs. Jarenlang had de school het predikaat fair trade. Helaas voldoen we niet langer aan de criteria. We hebben daar geen prioriteit

aan gegeven. Doel van de inzet op circulaire economie is dat alle leerlingen meer inzicht krijgen op de bewustwording van hun bijdrage aan een duurzame wereld.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

17

Ruimte voor de docent

Het aantal lessen dat een docent geeft is bij CSG Dingstede vastgesteld op 25 lessen

per voltijdsaanstelling. In combinatie met de ingevoerde vaste vergadermiddag geeft dit de docent de nodige ruimte zich te richten op persoonlijke en professionele

ontwikkeling, al dan niet in samenwerking met collega’s. Voor de docent in onze school betekent dat in toenemende mate een beroep gedaan

wordt op zijn vermogen tot professionele ontwikkeling. Voor individuele docenten bijvoorbeeld door een traject tot scholing in vakbekwaamheid of in een mastertraject

‘leren en innoveren’ . Voor alle docenten is willen verantwoorden en verantwoordelijkheid nemen aan de

orde. Dit wordt omarmd door de publicatie van een communicatienota waarin het belang van de rol van de vakdocent en de vakgroep wordt aangegeven. In de

ingevoerde gesprekscyclus zet de docent met de leidinggevende in op persoonlijke professionele ontwikkeling die gebaseerd is op vastgestelde en competenties.

Deze verrijkende persoonlijke en professionele ontwikkeling is van grote waarde bij verdere vormgeving van het onderwijsconcept.

In de docentenvergaderingen is aandacht voor wetenschappelijke inzichten op het gebied van leren, bijv. het werk van Robert Marzano, Fullan, Hargreaves, Kessels en

Hattie. De inzet op de genoemde leerthema’s voor docenten is vooral gebaseerd op het werk van Hattie. In het tweede rapport over duurzame verbetering van de

leeropbrengsten is vastgelegd dat er twee specifieke leerthema’s onderscheiden worden. Binnen deze begrenzing kiest iedere docent voor een thema en neemt deel aan een professionele leergemeenschap.

In augustus 2015 is de nieuwe wet op de onderwijstijd ingegaan. Als

onderwijsorganisatie krijg je met deze wet meer mogelijkheden met betrekking tot de inrichting van het primaire proces en de onderwijsinhoudelijke zaken. In de cao is bepaald dat op grond van deze wijziging van de wet- en regelgeving een transitieplan

moet worden opgesteld hoe de onderwijsorganisatie van de oude norm onderwijstijd naar de nieuwe situatie gaat. CSG Dingstede heeft gesprekken gevoerd met de

docenten en heeft een diverse onderwerpen, mogelijk voorkomend in het transitieplan, in werkgroepen besproken. Dit heeft niet geleid tot wijzigingen in

lessentabel, curriculum, lestijden, etc. en daarmee ook niet geleid tot een inhoudelijk transitieplan. Dit houdt echter niet in dat in de komende jaren geen ontwikkelingen zullen plaatsvinden in deze onderwerpen. Indien wenselijk zal dan alsnog een

inhoudelijk transitieplan worden opgesteld.

Goede en betrouwbare examens

CSG Dingstede kent een intern getoetste kwaliteit van de schoolexamens. Externe

toetsing is aan de orde, door de vergelijking met de resultaten van het centraal examen die zichtbaar zijn via de opbrengstenkaart van de Inspectie, en ook via Vensters voor Verantwoording (kwaliteitszorginstrument via de VO-raad). In de

vergelijking c.e. – s.e. krijgt CSG Dingstede een voldoende van de Inspectie, hetgeen betekent dat de school binnen de marge afwijking van 0.5 punt blijft.

Samenwerkingsverbanden

CSG Dingstede is lid van de VO-raad, Verus (opvolger Besturenraad) en de VTOI. Verder maakt de school deel uit van twee samenwerkingsverbanden, Vroegtijdig School

Jaarverslag en jaarrekening 2016

18

Verlaten en Passend Onderwijs. In laatstgenoemd verband is in de eerste helft van 2014 de voorbereiding afgerond voor de inrichting van Passend Onderwijs, bij wet ingegaan

per augustus 2014. In 2016 is de werkwijze en inrichting passend onderwijs in het samenwerkingsverband 22.03 verder ingeregeld. Het School Ondersteuningsprofiel

(SOP) van de deelnemende scholen is vastgesteld. De rector bestuurder van CSG Dingstede is voorzitter van het AB van het samenwerkingsverband.

Het netwerk van de protestants christelijke v.o. scholen in Drenthe en Groningen is in het netwerk met Windesheim voor het opleiden van docenten doorbroken op de

denominatie. Tromp Meesters uit Steenwijk en het Linde College uit Wolvega maken nu ook deel uit van dit netwerk. In het netwerk Noord C werken de Drentse p.c. scholen samen met Windesheim aan

verbetering van de kwaliteit van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding. In 2016 is de voorbereiding gestart om met dit netwerk ‘opleidingsschool’ te worden.

Ook in dit netwerk is focus ontstaan op ‘ondernemend leren’. De p.c. scholen in Groningen en Drenthe hebben een intentieverklaring tot samenwerking getekend. Doel is om gezamenlijk sterker te anticiperen op krimp van

het aantal leerlingen in relatie met het personeelsbestand. Doel is bij krimp werknemers perspectief te bieden op behoud van werkgelegenheid, in stand houden van reguliere

en structurele arbeidsplekken, het behoud van kwalitatief goed personeel én op binding van de medewerkers aan de scholen.

Het samenwerkingsverband van de scholen in Wolvega, Steenwijk en Meppel (Reest tot Linde) richt zich op gedeelde dienstverlening. De agenda gaat over synchronisatie en

keuze van gezamenlijke pakketten. Verder maakt de school deel uit van netwerken of samenwerkingsverbanden gekoppeld aan de profileringen.

Samenwerkingsvormen

Er is met een tweetal schoolorganisaties samenwerking aanwezig, waarbij leerlingen die voor hun examen gezakt zijn het volgende schooljaar de lessen bij één van de twee scholen opnieuw mogen volgen. Dit is de zogenaamde VAVO regeling. Gedurende het

schooljaar 2016-2017 maken 22 leerlingen van de regeling gebruik.

Klachtenbeleid

Er is een klachtenregeling aanwezig. Vorig jaar werden drie schriftelijk klachten ontvangen die naar tevredenheid van de klagers werden afgewikkeld.

In gebruik is de “Klachtenregeling voor een Veilig Schoolklimaat” zoals deze is samengesteld door de overkoepelende organisatie: Besturenraad voor het Christelijk Onderwijs.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

19

Continuïteit

A: Gegevensset

A1 Ontwikkelingen in het leerlingenaantal

Voor het schooljaar 2016/2017 is het leerlingenaantal nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Uiteindelijk had de school op peildatum 1 oktober 2016 1.267 leerlingen in het eigen onderwijs en 22 Vavo-leerlingen. Daarmee

lijkt in ieder geval de terugloop ten opzichte van eerdere jaren voor wat betreft de aanmeldingen te zijn opgevangen. Ook lijken de gerichte investeringen in leerpleinen

en aula te hebben bijgedragen aan een positieve mindset bij het kiezen van een school. Verder wordt behoedzaam begroot als het gaat om leerlingenaantal.

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17

Beginstand 1.141 1.245 1.261 1.285 1.325 1.265

Instroom (klas 1) 278 245 245 265 223 244

Uitstroom 174 229 221 225 283 242

Totaal op peildatum 1-10 excl. Vavo 1.245 1.261 1.285 1.325 1.265 1.267

Vavo-leerlingen 13 27 16 7 15 22

A1: Personele bezetting

In deze paragraaf wordt ingegaan op de personele bezetting in dienst bij de stichting. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel en het management. In onderstaande tabel en

grafiek staat de bezetting weergegeven in fte. Dit is exclusief personeel van derden.

0100200300400500600700800900

1.0001.1001.2001.3001.400

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17

Leerlingenaantal

Totaal op peildatum 1-10 excl. Vavo Instroom (klas 1)

Jaarverslag en jaarrekening 2016

20

De verdeling hiervan was als volgt:

verdeling fte onderwijzend

personeel onderwijsondersteunend

personeel Teamleiders Directie totaal

31-12-2015 68,55 16,22 4,0 1,0 89,77

31-12-2016 67,1 17,0 4,0 1,0 89,1

Uit bovenstaande is af te leiden dat het aantal fte docent in loondienst licht is afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat heeft onder meer te maken met

een betere verdeling van de lesvraag over de beschikbare docenturen en meer externe inhuur van docenten. De toename in OOP bestaat uit de Intern Begeleider en 4 uur uitbreiding bezetting OLC in verband met het niet langer beschikbaar zijn

van een vrijwilliger.

Naast bovenstaand personeel op de loonlijst kent CSG Dingstede ook personeel van derden. Zoals beschreven wordt hiervoor bij docenten de balans gezocht tussen eigen personeel/flexibele schil. Voor het OOP geldt dat via de inhuur van mensen van het

werkvoorzieningsschap invulling wordt gegeven aan de sectorverplichting voor banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Via Reestmond is in dit geval een

0 10 20 30 40 50 60 70 80

OP

OOP

Teamleiders

PCVOM directie

Ontwikkeling personeel in vaste dienst

2015 2016

1510

1520

1530

1540

1550

1560

1570

lesvraag

Lesvraag

16/17 15/16 14/15 13/14

Jaarverslag en jaarrekening 2016

21

conciërge en een algemene administratieve ondersteuning ingehuurd. Voor het ondersteunende personeel geldt daarnaast in beginsel dat vacatures eerst worden

uitgezet onder de eigen medewerkers en het samenwerkingsverband van Reestmond, gemeente Meppel en het UWV. Op deze wijze willen wij ook invulling geven aan onze

maatschappelijke verantwoordelijkheid in de Meppeler samenleving.

Bovenstaande grafiek geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van het

personeelsbestand. Na een forse instroom van jongere docenten is nu een afvlakking waar te nemen. Overigens kent CSG Dingstede een relatief jong personeelsbestand.

Hieronder treft u aan een overzicht over het ziekteverzuim en de meldingsfrequentie voortschrijdend tm medio maart 2017. Door de conversie naar een eigen licentie van

Afas en een nieuwe administratie zijn geen specifieke jaarcijfers 2016 beschikbaar. De getoond grafiek geeft echter een goed beeld over de ontwikkeling. De gemiddelde verzuimduur wordt sterk beïnvloed door een aantal langdurig zieken. Deze re-

integreren momenteel waarmee de gemiddelde verzuimduur onder normale omstandigheden terug zal lopen.

2013 2014 2015 2016

Leeftijdsopbouw

0-24 25-34 35-44 45-55 55-59 60+

Jaarverslag en jaarrekening 2016

22

A2 Balans

BALANS gerealiseerd

X € 1.000 2016 2017 2018 2019

Activa

Vaste activa

materiële vaste activa 2.593 2.472 2.419 2.366

Vlottende activa 1.041 1.078 1.021 962

Totaal activa 3.634 3.550 3.440 3.328

Passiva

Eigen vermogen

algemene reserve 1.542 1.496 1.497 1.498

bestemmingsreserves publiek 818 823 823 823

totaal eigen vermogen 2.360 2.319 2.320 2.321

Voorzieningen 336 220 200 200

Kortlopende schulden 938 1.011 920 807

Totaal passiva 3.634 3.550 3.440 3.328

Middels een meerjarenonderhoudsplan wordt de staat van het gebouw en de kosten

onder controle gehouden. De reserve voor de BAPO loopt naar verwachting de komende jaren af door versobering van de regels. Hierdoor mag niet meer worden

gespaard voor de BAPO richting pensionering. Het aantal deelnemers die hiervan nog gebruik kan maken neemt de komende jaren verder af. In 2015 is een verplichting

opgenomen voor de rechten in het kader van het persoonlijk budget, zoals vormgegeven in de cao, en uitstaande verlofrechten. In 2016 is hieraan aan onttrokken en gedoteerd.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

23

A2 Raming van Baten en Lasten

Raming van baten en lasten gerealiseerd

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

BATEN

Rijksbijdrage 8.797 8.926 8.820 8.790

Overige overheidsbijdragen 4 4 3 3

Overige baten 107 124 105 81

TOTAAL BATEN 8.908 9.054 8.928 8.874

LASTEN

Personeelslasten 7.157 7.342 7.207 7.148

Afschrijvingen 405 415 420 420

Huisvestingslasten 353 360 360 366

Overige lasten 1.053 925 928 926

TOTAAL LASTEN 8.968 9.042 8.915 8.860

Saldo financiële bedrijfsvoering -60 12 13 14

Rente -7 -7 -8 -8

TOTAAL RESULTAAT -67 5 5 6

In de raming van baten en lasten voor de volgende jaren is rekening gehouden met

het licht afnemen van het aantal leerlingen. Het aanbod van leerlingen uit het basisonderwijs neemt af en bij een gelijkblijvend marktaandeel daarmee ook de

aanmeldingen voor CSG Dingstede. Het school 2016/2017 is in dat opzicht bijzonder omdat het aantal leerlingen gelijk is gebleven. De prognoses van DUO worden sterk overtroffen en de laatste prognoses van Pronexus worden niet gehaald. Dat betekent

dat we ook onze eigen inschatting maken om enig houvast te krijgen voor het leerlingenaantal.

Er wordt gerekend met onveranderd beleid ten aanzien van de personele bezetting. Daarnaast wordt telkens een zorgvuldige afweging gemaakt bij de noodzaak van

uitbreiding en of dit via een eigen dienstverband loopt of extern wordt ingevuld. Op die manier behouden we flexibiliteit om mee te bewegen met leerlingenaantallen en

ontwikkelingen. Binnen afzienbare tijd zullen keuzes gemaakt moeten worden of het aanbod van de school en de wenselijkheid voor ouderbijdragen bij bepaalde keuzes.

De huisvestingskosten lopen op als gevolg kostenstijgingen, met name gas en schoonmaak. De uitkomst van de discussie over de renovatie van het gebouw kan

uiteindelijk deze kosten positief beïnvloeden. De lasten worden middels budgettering in de hand gehouden. Periodiek wordt aan de budgethouder en toezichthouders verslag gedaan van de uitputting van het budget.

De gepresenteerde raming van baten en lasten is gebaseerd op ‘going concern’

oftewel ongewijzigd beleid. Wel zijn in de nabije toekomst een aantal keuzes te maken met betrekking tot het primaire proces. Denk hierbij aan verdergaande automatisering

of wijzigingen in de aangeboden vakken. Hierbij wordt vanzelfsprekend ook rekenign gehouden met externe ontwikkelingen en onderkende risico’s.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

24

B: Overige rapportages

B1 Risicobeheersing en interne controle

In de begroting over de periode 2016-2021 is opgenomen het meerjarenexploitatieoverzicht, de financiële ontwikkelingen in de personeelsformatie, een prognose van de ontwikkeling van het aantal leerlingen, een meerjaren

investeringsbegroting en de verwachte ontwikkeling in de financiering en liquiditeitsverloop.

De normale uitvoering kenmerkt zich door het snel en adequaat inzicht hebben voor wat betreft de liquiditeit en de resultaten. De Raad van Beheer wordt elk kwartaal

geïnformeerd over de financiële stand van zaken waarbij ook een prognose ultimo boekjaar wordt gegeven. Deze wordt afgezet tegen de begroting, waarbij een analyse

wordt gegeven van de belangrijkste verschillen.

Ten aanzien van de liquiditeit zijn eisen gesteld als het gaat om de ondergrens. In 2017 zal aan de hand van de uitkomsten van de gesprekken rondom de huisvesting nader worden gekeken naar de totale financiering en de noodzaak tot het aanhouden

van een kredietfaciliteit.

In 2016 is samen met een scholengemeenschap uit Steenwijk een traject gestart voor de selectie van een nieuw administratiekantoor voor het jaar 2017. Het beperkt zich eerst tot één jaar zodat we daarna gezamenlijk met anderen nog meer schaalgrootte

kunnen genereren en prestatieafspraken kunnen maken. De noodzaak voor een nieuw administratiekantoor is tweeledig: enerzijds twijfels over het voortbestaan van Helder

Onderwijs (rechtsopvolger OSG/Metrium) en anderzijds de kwaliteit van de dienstverlening. Vooruitlopend hierop heeft de stichting in ieder geval de Afas-administratie ontvlochten uit die van Helder Onderwijs. Dit betekent dat er sneller

geschakeld kan worden indien daar noodzaak toe ontstaat en dat meer vrijheid bestaat bij het optimaliseren van bedrijfsprocessen. Een traject om dit verder vorm te

geven wordt voltooid in 2017. De samenwerking met andere scholen is er ook op gericht te leiden naar verdere

borging van andere processen, kennis en voldoen aan wet- en regelgeving betreffende inkoop, contractbeheer en continuïteit in de bedrijfsvoering.

Het is wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Inzicht in de risico’s stellen de organisatie in staat afgewogen en

verantwoorde besluiten te nemen. Op deze wijze worden risico’s nu en toekomstige risico’s van investeringen afgezet tegen de vermogenspositie van de stichting.

De risico-inventarisatie is op dit moment een oordeel van diverse functionarissen binnen de organisatie. Het is wenselijk dit structureler in te bedden. Het onderwerp

risicobeheersing en -inventarisatie is daarom ook onderwerp van gesprek bij de verkenning over samenwerking op bedrijfsvoeringterrein met andere scholen. Doel is

dit structureler in te bedden en daarmee ook structureel het benodigde weerstandsvermogen vast te kunnen stellen.

De intentie is om in 2017 een nadrukkelijkere risico-inventarisatie uit te voeren met behulp van daarvoor geschikte tools. Op die manier kan ook adequater aan

risicobeheersing worden gedaan. Vooruitlopend daarop kunnen een aantal risico’s ook nu reeds worden onderkend. Bij onderdeel B2 wordt hier nader op ingegaan.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

25

Treasury

Bij de Stichting PCVOM is een treasurystatuut aanwezig. De algehele doelstelling hieruit is de financiële continuïteit van de organisatie te waarborgen. Hierin past het beleid om de beschikbare middelen risicomijdend te beleggen.

De stichting kent op dit moment geen belegde middelen, vreemd vermogen of verstrekte geldleningen.

Governance

Toezicht en verantwoording dienen op transparante wijze te zijn geregeld.

Governance is er op ieder niveau en begint bij de verantwoording van de docent voor de leerlingen in zijn klas. Extern toezicht is er via de Inspectie V.O. Het basisarrangement is van toepassing voor CSG Dingstede. De Code Goed Bestuur en

het rapport van de commissie Don maken het belang van intern toezicht duidelijk. Het toezicht ontvangt periodiek managementrapportages. Meting van het

bovenbouwrendement is ingevoerd als instrument om de ontwikkeling van de resultaten te monitoren en de sturen. CSG Dingstede wil de leeropbrengsten

duurzaam verbeteren. De stichting voert het Raad van Beheer model met een rector-bestuurder als dagelijks

eindverantwoordelijke voor de school. De bijbehorende mandaatregelingen zijn overeenkomstig dit model vastgesteld. Er wordt nu intern verder gewerkt aan de

invoering van een integrale verantwoordelijkheid voor de teamleiders, vanzelfsprekend met bijbehorende mandaten.

Het managementteam van de school bestaat uit vijf personen. De rector-bestuurder, drie teamleiders met een onderwijsontwikkelgroep en een teamleider bedrijfsvoering.

De teamleiders met een onderwijsontwikkelgroep worden in hun taken ondersteund door leerlingcoördinatoren (LCD). Per onderwijsontwikkelgroep zijn twee LCD’s, die naast hun taak als docent, zich bezighouden met de leerlinggebonden zaken.

Voor het jaar 2017 wordt, zoals eerder opgemerkt, een wijziging voorzien in de

schoolleiding. De raad van Beheer heeft besloten dat naast de rector-bestuurder een conrector wordt benoemd die zich bezig gaat houden met verdere ontwikkeling van het primaire proces.

B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

Ontwikkelingen leerlingenaantal

De demografische ontwikkelingen en het veranderende keuzeprofiel van leerlingen

brengt een zeker risico met zich mee als het gaat om de inkomstenzijde van de organisatie. Als tegenmaatregel is hiervoor een zekere bewegingsruimte in het

personeelsbestand noodzakelijk. De inschatting is dat op dit moment voldoende kan worden meebewogen indien het leerlingenaantal daarom vraagt.

Ook is het nog onzeker hoe uiteindelijk de gewijzigde adviestructuur in het PO (het recht op een dubbel advies) zal uitwerken voor de leerlingenaantallen van CSG

Dingstede en dan met name voor de Mavo-afdeling. CSG Dingstede biedt alleen VMBO-TL aan.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

26

Personeelsbeleid

Naast veranderende leerlingstromen brengt ook de veranderende lesvraag

onzekerheid met zich mee bij de formatieplanning. Juist afenemende aantallen resulteren soms in een aanbod overschot voor bepaalde vakgroepen. Frans en in

mindere mate Biologie zijin hier voorbeelden van. Steeds vaker wordt een beroep gedaan op een tweede bevoegdheid van een docent. Collegascholen herkennen deze problematiek en in gezamenlijkheid wordt gezocht naar een oplossing bijvoorbeeld

door vacatures gezamenlijk in te vullen of eerst onderling te delen. Ook het gezamenlijk beleid maken over hoe om te gaan met overschotten, jongeren en oudere

medewerkers, her- en omscholing en moeilijk invulbare vacatures kunnen dit risico beperken.

Daarnaast kent het personeelsbestand van CSG Dingstede een onevenredige samengesteld functiemix. Door de samenloop van omstandigeheden van een zeer

hoge lesvraag op het moment van in werking treden van het entreerecht kent CSG Dingstede een hoog percentage LD-docenten. Dit heeft z’n weerslag op de financien maar ook op de kansen in de werving en selectie van moeilijk invulbare vacatures.

Beleidsvoerend vermogen

De toenemende eisen aan het beleidsvoerend vermogen brengt een risico met zich mee van mogelijke extra kosten voor de uitbreiding van de staf om dit beleidsvoerend

vermogen te vergroten. Teneinde dit risico te beperken is zoals bekend een verkenning gestart voor samenwerking met andere scholen. Het is aannemelijk dat dit

traject het risico niet volledig afdekt. Daarmee blijft het risico bestaan dat de huidige bezetting van de staf onvoldoende in staat is om in te spelen op de sterk toegenomen eisen t.a.v. de kwaliteit van het beleidsvoerend vermogen.

Stille bezuinigingen OCW

Een onderkend risico is ook de onzekere financiering van leerlingenstromen (lagere bekostiging per leerling doordat het ministerie bekostigingsvoorwaarden aanscherpt of

delen uit de bekostiging bezuinigt). Het komt regelmatig voor dat een kostenstijging niet geheel of geheel niet wordt gecompenseerd door een hogere bijdrage van het ministerie. Bij het begroten gaan we daarom zeer terughoudend om met het

anticiperen op hogere rijksbijdragen. Op die manier zijn we minder afhankelijk.

Ook is het afwachten wat de besprekingen van een nieuwe bekostigingssystematiek voor gevolgen brengen.

ICT-rijk onderwijs

De verdere invoering van digitaal onderwijs is niet alleen een financieel risico maar zeker ook een onderwijskundig risico. Het raakt vele aspecten van het primaire proces en de bedrijfsvoering.

Verdere digitalisering vraagt niet alleen deskundigheid van het onderwijzend

personeel, maar vraagt ook meer inzet zowel in arbeidskracht als kapitaal voor ICT-middelen. De ICT-infrastructuur van CSG Dingstede is recentelijk vernieuwd. Zo zijn de servers vervangen en is een nieuw draadloos netwerk geïnstalleerd. Dit verlaagt

het ICT-risico. Op het gebied van mankracht is echter vast te stellen dat CSG Dingstede een minimale en daarmee kwetsbare bezetting kent op ICT. Om dit risico te

beperken is onder meer ICT een speerpunt bij de besprekingen over samenwerking met andere scholen.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

27

Ten aanzien van de onderwijszijde van verdere digitalisering kan worden gesteld dat dit hogere kosten met zich meebrengt. Zeker in de eerste jaren als een nieuw concept

verder wordt uitgerold. De leermiddelen zijn over het algemeen duurder en de huidige leermiddelen worden geleidelijk aan uitgefaseerd. Dat betekent een financieel risico

op het leermiddelenbudget. De beveiliging van het netwerk en van de digitale leeromgeving is adequaat. Actualisering van beveiliging is voortdurend een item in de zich snel ontwikkelende

digitale wereld.

Huisvesting

De huidige huisvesting vormt in zekere mate een risico op meerdere terreinen.

Allereerst is er ondanks onderhoud het risico van onvoorziene reparaties. Dat kan naast een financieel risico ook iets betekenen voor de voortgang van het primaire proces. Om dit risico te beperken is vanzelfsprekend wordt gepland onderhoud

uitgevoerd. De huisvestingsdiscussie verhoogt het risico enigszins omdat ook groot onderhoud soms wordt vertraagd.

Imago

Als onderwijsinstelling loop je een zeker risico op imagoschade bij incidenten met leerlingen binnen of buiten de onderwijsinstelling. Zeker als daar veel publiciteit mee

gemoeid is. Dit kan vervolgens gevolgen hebben in het vertrouwen in de onderwijsinstelling en daarmee de ontwikkeling van leerlingenaantal. Om dit risico beheersbaar te houden is het daarom noodzakelijk ten allen tijde adequaat en

zorgvuldig te reageren en te acteren naar aanleiding van incidenten.

Ouderbijdrage

CSG Dingstede int de (vrijwillige) ouderbijdrage middels een daartoe geëigend extern

pakket. In 2016 is de leverancier hiervan failliet verklaard, maar via een andere grote partij in de markt, Wis collect, is de vertraging met inning gelukkig beperkt gebleven en de dienstverlening gewaarborgd.

Naast het risico van inning is er ook een toenemend risico van oninbaarheid. Dit

ingegeven door de af en toe lastige fianciele positie van het gezin waaruit een leerling afkomstig is. Steeds vaker zien we een verwijzende functie naar instelling als Stichting Leergeld en/of kwijtscheldingen door de school. Dit risico moet worden meegewogen

verdere ontwikkeling van het onderwijsaanbod en de daarvoor benodigde middelen. Door demografische ontwikkelingen is het de verwachting dat over enkele jaren het

aantal leerlingen zal dalen. Dat brengt de noodzaak met zich mee in te kunnen spelen op deze wijzigingen als het gaat om personele bezetting. Dat vraagt een zekere

flexibiliteit zowel in kwantiteit als ook kwaliteit. Een ander bedrijfsvoeringsrisico is zoals reeds eerder beschreven de huisvesting. Een

aantal vaklokalen is echt aan renovatie toe. Daar nu aan beginnen loopt echter vooruit op de uitkomst van het proces met de gemeente. De veiligheid blijft een belangrijke

graadmeter. In dat kader moet ook vermeld worden dat in 2016 de BHV organisatie opnieuw vorm is gegeven en dat in 2017 verder uitvoering zal worden gegeven aan de training, opleiding en uitvoering hiervan. Ten aanzien van digitale veiligheid is te

melden dat in 2016 een protocol datalekken is vastgesteld. Daarnaast heeft de fysieke beveiliging van ons netwerk continue aandacht van de ICT-afdeling.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

28

B3 Rapportage Raad van Beheer

De Raad van Beheer laat zich periodiek informeren door de rector-bestuurder. Ondersteunende documenten hierbij zijn onder meer de managementrapportages. In

deze periodieke rapportages komen vaste onderwerpen aan bod. Onderdelen van de rapportages zijn de voortgang op het strategisch beleid en de doelstellingen voor het schooljaar alsmede de financiën en relevante HRM-stuurgetallen.

De dagelijkse leiding van de school is in handen van de rector-bestuurder, die ook

deel uitmaakt van de Raad van Beheer. Op een aantal momenten voorafgaand aan een vergadering van de voltallige Raad van Beheer, heeft deze ook vergaderd in afwezigheid van de rector-bestuurder. Op deze wijze kan invulling worden gegeven

aan de toezichthoudende rol op de verantwoordelijke schoolleiding.

De Raad van Beheer heeft in 2016 ook meer informeel en op individueel initiatief, op afspraak de school bezocht. De leden van de Raad van Beheer worden vooraf aan behandeling van of vaststelling van een dossier uitgenodigd de rector bestuurder te

adviseren. In 2015 heeft de raad met klem aangedrongen op duurzame verbetering van de leeropbrengsten. Zij heeft haar vertrouwen over de ingezette koers en de te

behalen doelstellingen in een bijeenkomst met de teamleiders en de rector-bestuurder uitgesproken. CSG Dingstede meet de vooruitgang in het bovenbouwrendement, een

intern ontwikkeld instrument. De ambitieuze daaraan gerelateerde doelstelling werd door 2 van de 3 afdelingen helaas niet gehaald. Wel was er vooruitgang in alle 3 afdelingen.

De Raad van Beheer bedankt directie en medewerkers voor hun inzet in 2016.

Meppel, 5 april 2017

De leden van de Raad van Beheer en bestuur:

Dhr. T. Hollenbeek Brouwer Dhr.J.N.P. Neuvel (voorzitter) (rector bestuurder)

Mevr. N. Steller Dhr. B. Leijenaar (vice-voorzitter) (lid)

Dhr. E. Knorren Mevr. W.M.J.M Bloemen-Bekx (penningmeester) (lid)

Dhr. R. Genee Mevr. S. Buissink

(lid) (lid)

Jaarverslag en jaarrekening 2016

29

Jaarrekening 2016

Jaarverslag en jaarrekening 2016

30

Balans na resultaatbestemming per 31 december 2016

1 Activa

31 december 2016 31 december 2015

€ € € €

Vaste Activa

1.2 Materiële vaste activa 2.593.012 2.574.796

Totaal vaste activa 2.593.012 2.574.796

Vlottende activa

1.4 Voorraden 7.170 15.500

1.5 Vorderingen 173.599 135.857

1.7 Liquide middelen 860.583 1.051.387

Totaal vlottende activa 1.041.352 1.202.744

Totaal activa 3.634.364 3.777.540

2 Passiva

31 december 2016 31 december 2015

€ € € €

2.1 Eigen Vermogen 2.360.001 2.426.229

2.2 Voorzieningen 336.494 261.891

2.4 Kortlopende schulden 937.869 1.089.420

Totaal passiva 3.634.364 3.777.540

Jaarverslag en jaarrekening 2016

31

Staat van Baten en Lasten over 2016

Baten

Realisatie 2016 Begroting

2016 Realisatie 2015

€ € €

3.1 Rijksbijdragen 8.797.085 8.651.743 8.933.372

3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.600 3.000 3.600

3.5 Overige baten 107.418 50.000 183.163

TOTAAL BATEN 8.908.103 8.704.743 9.120.135

Lasten

4.1 Personeelslasten 7.156.577 6.944.977 7.051.049

4.2 Afschrijvingen 405.272 439.500 411.347

4.3 Huisvestingslasten 352.793 343.750 400.921

4.4 Overige lasten 1.052.883 968.300 1.000.548

TOTAAL LASTEN 8.967.525 8.696.527 8.863.865

Saldo baten en lasten -59.422 8.216 256.270

5 Financiële baten en lasten -6.806 -4.570 -2.213

NETTO RESULTAAT - 66.228 3.646 254.057

Jaarverslag en jaarrekening 2016

32

Kasstroomoverzicht over 2016

2016 2015

€ €

Saldo Baten en Lasten -59.422 256.270

Aanpassing voor:

Afschrijvingen 405.272 411.347

Mutaties voorzieningen 74.603 67.545

Veranderingen in vlottende middelen

Voorraden 8.330 13.693

Vorderingen 57.700 53.728

Schulden -246.993 177.543

Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 239.490 980.126

Financiële baten en lasten -6.806 -2.213

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 232.684 977.913

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -423.488 -370.377

Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 35.388

Overige investeringen in financiële vaste activa 0 0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -190.804 642.924

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 0 0

Mutatie liquide middelen -190.804 642.924

Het verloop van de liquide middelen:

stand per 01 januari 1.051.387 408.463

stand per 31 december 860.583 1.051.387

mutatie -190.804 642.924

Jaarverslag en jaarrekening 2016

33

Grondslagen voor de jaarrekening 2016

1. Algemeen

1.1 Activiteiten

De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit het aanbieden van onderwijs.

1.2 Stelselwijzigingen

In 2016 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.

1.3 Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Er zijn geen kasstromen in

vreemde valuta aanwezig. Ontvangsten/betalingen uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

1.4 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)

publieke sector heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van de jaarrekening gehanteerd.

1.5 Toegepaste grondslagen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en

resultaatbepaling zijn, evenals voorgaande jaren, gebaseerd op historische kosten

1.6 Schattingen

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen

toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Inherent aan het maken van

schattingen is dat de werkelijke uitkomst kan afwijken.

1.7 Continuïteit De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continïteitsveronderstelling.

2. Grondslagen voor waardering van activa en passiva

2.1 Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving

Onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 boek2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ660 Onderwijsinstellingen)

van toepassing zijn met in acht neming van de daarin aangeduide uitzonderingen

Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.

Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het

kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

34

2.2 Vergelijking met voorgaand jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn

ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

2.3 Materiële vaste activa

Bedrijfsgebouwen en –terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus

bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen

indien die per balansdatum worden verwacht. In 2016 zijn geen bijzondere waardeverminderingen gerealiseerd.

Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen

gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten.

De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd:

- Gebouwen : 3,33, 5 en 10 - Terreininrichting : 10

- Inventaris : 5, 10 en 20 - ICT : 10, 20 en 33,33

- Inrichting vaklokalen : 5, 10 en 20 - Kantoormeubilair : 5 en 20 - Lesmaterialen : 25

Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere

opbrengstwaarde.

2.4 Voorraden

De voorraden worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in first out) of lagere opbrengstwaarde. De verkrijgingsprijs

omvat de inkoopprijs en eventuele bijkomende kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van de voorraden.

Bij de waardering wordt rekening gehouden met eventueel op balansdatum

opgetreden waardeverminderingen.

2.5 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien

dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele

actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de

realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

35

2.6 Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.

Voor onderwijsinstellingen vallende onder de Wet VO is het op basis van artikel 5 van de (Gewijzigde) Regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging

bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op het Ministerie van OCW.

Hiervan is geen gebruik gemaakt. Volstaan wordt met de vermelding in de toelichting onder de “niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen”.

2.7 Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met

een looptijd korter dan twaalf maanden. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking.

2.8 Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of –fondsen. De bestemmingsreserves zijn opgebouwd uit publieke middelen.

De bestemmingsreserves betreffen een onderhoudsreserve voor de huisvesting en een personele reserve ter dekking van risico’s het personeel aangaande. De kosten voor groot onderhoud (mits gezien als een belangrijk bestanddeel van een

materieel vast actief) worden via de Staat van baten en lasten in mindering gebracht op de Onderhoudsreserve.

De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperkte bestedings-

mogelijkheid, die door het bestuur is aangebracht.

2.9 Voorzieningen

Algemeen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De

voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders

vermeld.

Voorziening jubilea De voorziening jubilea dienen ter egalisatie van de kosten van de 25- en 40 jarige

jubilea. Hiertoe wordt per medewerker een evenredig deel van de verwachte uitkering gedoteerd, vermenigvuldigd me de verwachte kans dat de medewerker ten tijde van

het jubileum in dienst is van de organisatie. De waardering vindt plaats tegen contant waarde rekening houdende met een rentepercentage van 4%. Uitgekeerde jubileumgratificaties worden ten laste van de voorziening gebracht.

2.10 Kortlopende schulden

De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

36

Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bedragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken

periode zijn toegerekend.

2.11 Operationele leasing

Bij de instelling zijn leasecontracten aanwezig waarbij een groot deel van de voor- en

nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. De leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire

basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.

3. Grondslagen voor bepaling van het resultaat

3.1 Algemeen

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn

verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de

jaarrekening bekend zijn geworden.

3.2 Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies

Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de Staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of

wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de

condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de

afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten.

3.3 Overige baten

De post “Overige baten” omvat onder andere de baten uit hoofde van de verhuur van

accommodaties, verhuur van lockers en baten ingevolge de detachering van medewerkers. Baten worden genomen voor zover zij op balansdatum zijn

verwezenlijkt.

3.4 Afschrijvingen op materiële vaste activa

Op materiële vaste activa wordt vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet

afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan

worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en –verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder

de bijzondere baten/lasten.

3. 5 Personeelsbeloningen

Onder personeelslasten zijn begrepen de in het in boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten,

verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

37

Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen pensioen- en sociale lasten worden op grond van de

arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

Pensioenen Nederlandse pensioenregelingen: De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op

deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de

instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan

105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden

opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

De beleidsdekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP bedroeg per 31

december 2016 91,7%.

Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal

plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de

uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde

van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.

3.6 Financiële baten en lasten

Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de

rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op ontvangen leningen.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

38

Toelichting op de onderscheiden posten van de balans

1.2 Materiële vaste activa

De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven:

Gebouwen en terreinen

Inventaris en apparatuur

Les- materialen

Totaal

€ € € €

Stand per 1 januari 2016

Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen 2.354.820 2.080.688 1.907.766 6.342.734

Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

810.544 1.396.144 1.561.250 3.767.938

Boekwaarden 1.543.736 684.544 346.516 2.574.796

Mutaties

Investeringen 12.100 193.056 218.332 423.488

Herwaarderingen 0 0 0 0

Desinvesteringen 0 0 0 0

Afschrijvingen 126.745 113.412 165.115 405.272

Afschrijvingen desinvesteringen 0 0 0 0

Saldo mutaties -114.645 79.644 53.216 18.216

Stand per 31 december 2016

Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen 2.366.380 2.273.744 2.126.098 6.766.222

Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

937.289 1.509.556 1.726.365 4.173.210

Boekwaarden 1.429.091 764.188 399.732 2.593.012

Afschrijvingspercentages 3,33, 5 en 10 5,10,20 en 33 25

De gebouwen zijn, met uitzondering van de door de Stichting PCVOM gefinancierde

uitbreiding in 2011, in eigendom van de gemeente Meppel.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

39

Voorraden & Vorderingen

1.4 Voorraden

31-12-2016 31-12-2015

€ €

1.4.1 Gebruiksgoederen 7.170 15.500

Voorraden 7.170 15.500

Specificatie

1.4.1.1 Diplomamappen 0 1.250

1.4.1.2 Rekenmachines/gymshirts 7.170 12.160

1.4.1.3 Promotiemateriaal 0 1.500

4.1.4 Overige materialen 0 590

Gebruiksgoederen 7.170 15.500

1.5 Vorderingen

31-12-2016 31-12-2015

€ €

1.5.1 Debiteuren 85.979 78.207

1.5.7 Overige vorderingen 8.698 42.396

1.5.8 Overlopende activa 0 15.254

Vorderingen 94.677 135.857

Specificatie

1.5.1 Debiteuren 102.147 84.710

Voorziening wegens oninbaarheid -16.168 -6.503

Debiteuren 85.979 78.207

1.5.7 Dubieuze vorderingen 0 0

Overige posten 8.698 42.396

Overige vorderingen 8.698 42.396

1.5.8 Overige 0 15.254

Overlopende activa 0 15.254

Jaarverslag en jaarrekening 2016

40

1.7 Liquide middelen

31-12-2016 31-12-2015

€ €

1.7.1 Kasmiddelen 2.947 1.132

1.7.2 Tegoeden op

bankrekeningen 857.652 1.052.390

1.7.4 Overige liquide middelen -16 -2.136 Liquide middelen 860.583 1.051.387

Hoewel het niet gebruikelijk is in deze staat een negatief saldo te presenteren is hier

de lijn van afgelopen jaren doorgetrokken. Het gepresenteerde saldo onder ‘overige liquide middelen’ betreft de post kruisposten.

2.1 Eigen vermogen

Stand per

01-01-2016

Resultaat

2016

Overige

mutaties

Stand per

31-12-2016 € € € €

Algemene reserve 1.603.049 -61.477 0 1.541.572

Bestemmingsreserves

(publiek)

Onderhoudsreserve 307.346 0 0 307.346

BAPO reserve 54.834 -4.751 50.083

Personele reserve 461.000 0 0 461.000

Totaal 2.426.229 -66.228 0 2.360.001

Het totaal vermogen bedraagt ultimo 2016 26,4% van het totaal aan baten inclusief financiële baten. Dit was ultimo 2015 26,6%. Er dienen reserves te worden

aangehouden ter financiering van een op onderwijskundige ontwikkelingen gericht strategisch beleidsplan gedurende de periode 2016 tot en met 2018.

Het bedrag van de Onderhoudsreserve betreft toekomstig groot onderhoud aan met

name de daken. De BAPO reserve betreft verplichtingen uit het verleden opgebouwd van door

personeelsleden gespaarde bedragen. Het doel was om middels financiering van individuele werktijdvermindering actief werkzaam te kunnen blijven tot de

pensioengerechtigde leeftijd. Er zijn 10 personeelsleden die hebben geopteerd voor de regeling waarvan er momenteel 1 gebruik maakt van de regeling tot opname.

Naar aanleiding van aanpassingen in de cao komen er geen nieuwe BAPO gevallen meer bij. Er worden daarom geen bedragen meer toegevoegd aan deze reserve.

De Personele reserve is aanwezig ter dekking van de uitgaven voor personeel gedurende één maand en dient mede om de continuïteit van de organisatie te

waarborgen.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

41

Bestemmingsreserves zijn ingesteld door het bestuur van de Stichting.

2.2 Voorzieningen

31-12-2016 31-12-2015

€ €

Stand per 1 januari 261.891 194.346

Dotaties 112.071 82.396

Onttrekkingen -37.648 -14.851

Stand per 31 december 336.494 261.891

Specificatie

Spaarverlof 132.415 157.265

Jubilea/gratificaties 88.282 36.647

Persoonlijk Budget 115.797 67.979

Totaal 336.494 261.891

De dotaties aan voorzieningen in 2016 komen onder andere voort uit verplichtingen in

het kader van het Persoonlijk Budget. Het persoonlijk budget is in de cao overeengekomen en behelst per full timer 50 uur op jaarbasis voor een aantal gespecificeerde bestedingen. Eén daarvan is het sparen gedurende maximaal 4 jaar

om ze vervolgens later in te zetten. Op grond daarvan is een voorziening getroffen voor toekomstige uitgaven.

Verder komen door de gestegen pensioenleeftijd meer mensen in aanmerking voor een jubileumuitkering. Hierdoor is de voorziening jubilea/gratificaties aangepast.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

42

2.5 Kortlopende schulden

31-12-2016

31-12-2015

€ €

2.4.3 Crediteuren 152.146 203.923

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 284.748 274.212

2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 79.081 76.095

2.4.9 Overige kortlopende schulden 765 161.532

2.4.10 Overlopende passiva 421.129 373.658

Kortlopende schulden 937.869 1.089.420

Specificatie

2.4.7.1 Loonheffing 280.541 271.053

2.4.7.2 Omzetbelasting 4.207 3.159

Belastingen en premies sociale verzekeringen 284.748 274.212

2.4.9.2 Overige 765 161.532

Overige kortlopende schulden 765 161.532

2.4.10 Overlopende passiva

2.4.10.2 Vakantiegeld en –dagen 285.730 271.734

2.4.10.3 Accountants- en administratiekosten 10.817 8.833

2.4.10.4 Ouderbijdragen vooruitontvangen 53.926 57.714

2.4.10.5 Aanspraken bindingstoelage 27.178 23.552

2.4.10.6 Overige 43.478 11.825

Overlopende passiva 421.129 373.658

De kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan een jaar.

De post ‘overige’ 2.4.9.2 kent een groot verschil ten opzichte van 2015. In dat verslagjaar zijn nog te betalen posten opegenomen voor onder meer de investeringen

in de leerpleinen, de realisatie van de nieuwe website, de subisidie Zomerschool en nog een aantal kleinere posten. De facturen hiervoor zijn in januari en februari 2016

ontvangen. Het bedrag van € 765 voor 2016 bestaat uit het saldo van vooruitbetaalde bijdrage Vavo, ambulante begeleiding en een aantal kleinere posten.

Het verschil bij 2.4.10.6 is ontstaan door nog een fors hoger saldo (€ 27.000) op studie- en schoolreizen die nog gerealiseerd moesten worden. Bijvoorbeeld de BSM-

reis naar Oostenrijk.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

43

Model G Overzicht geoormerkte subsidies OCW

model G 1 verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule:

niet van toepassing

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

model G2-A aflopend per ultimo verslagjaar

Omschrijving Toewijzing Bedrag van toewijzing

Ontvangen t/m 2016

Totale kosten 2016

Te verrekenen per 31-12-2016

Kenmerk Datum € € € €

0 0 0 0

0 0 0 0

Model G2-B doorlopend tot in het volgend verslagjaar

Omschrijving Toewijzing Bedrag van toewijzing

Saldo 01-01-2016 Ontvangen

t/m 2016

Totale kosten 2016

Te verrekenen

per 31-12-2016

Kenmerk Datum € € € € €

Lerarenbeurs 775475 20-09-2016 27.436,32 0 27.436,32 27.436,32 0

Lerarenbeurs 778057 20-10-2016 - 9.020,16 0 - 9.020,16. - 9.020,16 0

Lerarenbeurs 779870 22-11-2016 3.674,88 0 3.674,88 3.674,88 0

Leraren Ontwikkel Fonds

LOF 15-0527

28-06-2016 39.168,60

0 39.168.60 13.056,20 26.112,40

22.091,04 0 22.091,04 22.091,04 0

Het totaal per 31 december 2016 van overzicht G2-A en G2-B bedraagt € 26.112,40,

welk bedrag onderdeel is van het bedrag ad € 43.478,- genoemd in post 2.4.10.1 in de balans op pagina 40 van dit verslag. De negatieve bijdrage betreft een terugbetaling van een eerder toegekende lerarenbeurs. Hiervoor is in september een

beschikking ontvangen.

Ultimo 2016 zijn geen “niet geoormerkte” bedragen vooruitvangen vanuit het

Ministerie van OCW.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

44

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

(Meerjarige) financiële verplichtingen

Schoonmaak Er is een onderhoudscontract op de schoonmaak aanwezig voor een vaste termijn van

drie jaren vanaf 01 april 2011 plus vijf optiejaren tot 01 april 2019. Het optiejaar 2017/2018 is inmiddels gegund, zodat de aangegane verplichting € 123.000

bedraagt. De verplichting gemeten over de duur tot maximaal één jaar (2017) bedraagt € 98.500.

Automatisering Voor financiering van ICT middelen is een leasecontract onder nummer 340011

aanwezig waarbij tot 01 april 2021 de verplichtingen een bedrag van € 638.911 omvatten.

Kopieëren Ten behoeve van kopieer- en printwerkzaamheden is een huurcontract onder nummer

40840667936 aanwezig. Het contract is ingegaan op 01-06-2013 en eindigt op 01-06-2018. Per 31 december

2016 bedragen de verplichtingen € 33.320. Leermiddelen

Voor de aanschaf van leermiddelen is een contract aangegaan met een looptijd tot 31 mei 2017. Het bedrag waarvoor verplichtingen zijn aangegaan kan vanaf 01 januari

2017 worden berekend op € 0 voor aanschaffingen betreffende het schooljaar 2017/2018. De investeringen aangaande het schooljaar 16/17 hebben allemaal plaatsgevonden in het verslagjaar 2016.

Vordering op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

In verband met het voorwaardelijke karakter van de vordering op het ministerie van OCW is deze in de balans niet gewaardeerd.

Per 31 december 2007 bedroeg de theoretische vordering € 155.469. Vanaf het verslagjaar 2008 is de vordering gewaardeerd op € 0.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

45

Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van

baten en lasten

Baten

Realisatie 2016

Begroting 2016

Realisatie 2015

€ € €

3.1 Rijksbijdragen

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 7.935.294 7.907.272 8.104.202

3.1.2 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 226.896 119.000 116.468

3.1.3 Overige subsidies OCW 634.894 625.471 712.702

Rijksbijdragen 8.797.085 8.651.743 8.933.373

Specificatie

3.1.1.1 OCW personeel en materieel 7.935.294 7.907.272 8.104.202

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies OCW 22.091 30.000 41.318

3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies OCW 612.803 595.471 671.384

Overige subsidies OCW 634.894 625.471 712.702

3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies

3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.600 3.000 3.600

Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.600 3.000 3.600

Specificatie

3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.600 3.000 3.600

Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.600 3.000 3.600

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur gebouw 12.398 10.000 11.972

3.5.2 Ouderbijdragen mediatheek 17.398 15.000 18.649

3.5.4 Verhuur opbergkastjes 19.746 20.000 26.153

3.5.5 Detachering 9.618 5.000 0

3.5.6 Overige 48.258 0 126.389

Overige baten 107.418 50.000 183.163

De overige baten zijn in 2016 beduidend lager dan in het voorgaande verslagjaar. In 2015 is een incidentele bate ontvangen terug te onvangen BTW. De ouderbijdrage

mediatheek is uit te splitsen in een bijdrage van € 15.000 ter dekking van kosten mediatheek en € 2.400 bijdrage van leerlingen voor printen en kopiëren.

De overige ouderbijdragen worden verantwoord via de balans als ontvangsten en uitgaven.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

46

Lasten

Personeelslasten Realisatie

2016

Begroting

2016

Realisatie

2015

€ € €

4.1 Personeelslasten

4.1.1 Lonen en salarissen 6.510.860 6.451.977 6.173.998

4.1.2 Overige personele lasten 707.077 508.000 910.450

4.1.3 Af: uitkeringen -61.360 -15.000 -33.399

Personeelslasten 7.156.577 6.944.977 7.051.049

Specificatie

4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 5.216.407 5.149.938. 4.928.228

4.1.1.2 Sociale lasten 643.562 618.586 606.558

4.1.1.3 Pensioenpremies 650.891 683.453 639.212

Lonen en salarissen 6.510.860 6.451.977 6.173.998

4.1.2.1 Mutaties personele voorzieningen 90.454 - 67.545

4.1.2.2 Peroneel niet in loondienst 485.999 350.000 619.847

4.1.2.3 Overig 130.624 158.000 223.058

Overige personele lasten 707.077 508.000 910.450

De brutolonen en salarissen in combinatie met het personeel “niet in loondienst” zijn in 2016 ten opzichte van de begroting gestegen. Een cao-stijging alsmede keuzes over het zelf in dienst nemen of extern onderbrengen zijn hier debet aan. Aan de

personele voorzieningen is een totaal van € 115.304 toegevoegd en € 24.850 onttrokken. Het verslagjaar 2016 was het eerste volledige verslagjaar waarbij

medewerkers gebruik konden maken van zogenoemde LBP-uren. De regeling is in 2016 ook verder uitgewerkt door de sociale partners. Gevolg hiervan is onder meer dat veelvuldig is gekozen de uren te sparen. In de begroting 2017 is wel rekening

gehouden met een aanvullende dotatie. Ook kennen we een toename van personeelsleden die in aanmerking komen voor een jubileumuitkering. Onder meer als

gevolg van het verhogen van de de pensioenleeftijd.

Afschrijvingen Realisatie

2016 Begroting

2016 Realisatie

2015

€ € €

4.1 Afschrijvingen

4.2.2. Materiele vaste activa 405.272 439.500 411.347

Afschrijvingen 405.272 439.500 411.347

De gerealiseerde afschrijvingen over 2016 zijn ten opzichte van de begroting lager door lagere afschrijvingen in met name de ICT en leermethoden.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

47

Huisvestingslasten

Realisatie

2016 Begroting

2016 Realisatie

2015

€ € €

4.3 Huisvestingslasten

4.3.3 Onderhoud 43.947 76.750 116.037

4.3.4 Energie en water 112.724 97.500 98.589

4.3.5 Schoonmaakkosten 148.829 132.000 146.895

4.3.6 Heffingen 5.100 6.000 5.915

4.3.7 Overige 42.193 31.500 33.485

Huisvestingslasten 352.793 343.750 400.921

De kosten voor huisvesting zijn hoger dan verwacht door met name gestegen kosten

voor energie en schoonmaak. De kosten voor onderhoud zijn lager uitgevallen in verband met het uitstellen van schilderonderhoud. Dit is weer een gevolg van de

gesprekken die gevoerd worden omtrent de toekomst van de huisvesting. De overige kosten zijn hoger uitgevallen door een wijziging in kostenallocatie voor beveiliging. Hieronder vallen vanaf 2016 nu ook kosten voor brandveiligheid.

Overige lasten

Realisatie 2016

Begroting 2016

Realisatie 2015

€ € €

4.4 Overige lasten

4.4.1 Administratie en beheerslasten 215.544 117.500 129.790

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 683.356 679.200 658.758

4.4.4 Overige lasten 153.983 171.600 212.000

Overige lasten 1.052.883 968.300 1.000.548

De lasten voor administratie en beheer zijn ten opzichte van de begroting met name toegenomen door meer kosten voor ingewonnen extern advies. Dit externe advies valt uiteen in een aantal posten. Zo is er externe ondersteuning geweest bij het opstellen

van een renovatieplan van de huisvesting en is gebruik gemaakt van een Afas-consultant bij het verder optimaliseren van de eigen Afas-omgeving. Verder is

ondersteuning ingehuurd voor het evalueren en herinrichten van de gesprekkencyclus en bij het verder uitwerken van de organisatiestructuur als gevolg van de invoering van een tweehoofdige directie.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

48

Accountantshonoraria

In het verslagjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van

het resultaat gebracht:

Accountantshonoraria Realisatie

2016 Realisatie

2015

€ €

Controle jaarrekening 17.496 17.400

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend werkzaamheden die bij de instelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 Wta (Wet toezicht accountants organisaties). De werkzaamheden

betroffen het onderzoek op de jaarrekening.

Financieel en buitengewoon

Realisatie 2016

Begroting 2016

Realisatie 2015

€ € €

5 Financiële baten en lasten

5.1 Rentebaten 939 2.231 5.453

5.5 Overige kosten -7.745 -6.801 -7.667

Financiële baten en lasten -6.806 -4.569 -2.213

Verbonden partijen In het verslagjaar 2016 zijn met de Stichting PCVO Meppel e.o. geen verbonden

partijen aanwezig.

Jaarverslag en jaarrekening 2016

49

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

Is er een bezoldiging van bestuurders: j Is er een bezoldiging van toezichthouders: j

Arbeidsovk/

werk

zaamheden

Arbeidsovk/

werk

zaamheden

Ingang

dienst

verband

Taak

omvang

Dienst

betrekking/

Interim

Beloningen

periodiek

Bonusbet.

/gratificatie

Beloning

bet. op

termijn

Uitk.

beëindig.

dienstv.

vanaf tot fte D of I € € Є €

Bestuurders

uitsplitsing

J.N.P. Neuvel 1-11-2008 1-11-2008 1 D 98.022 0 0 0

Totaal Bestuurders 98.022 0 0 0

Toezichthouders

uitsplitsing

T.J. Hollenbeek Brouwer 4-6-2009 1.500 0 0 0

E. Knorren 4-6-2009 1.200 0 0 0

R. Genee 20-6-2012 1.000 0 0 0

N. Steller 20-6-2012 1.200 0 0 0

A. Bloemen-Bekx 17-6-2015 1.000 0 0 0

S. Buissink 17-6-2015 1.000 0 0 0

A. Leijenaar 17-6-2015 1.000 0 0 0

Totaal Toezichthouders 7.900 0 0 0

Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging

topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

x.1 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - met dienstbetrekking

Naam functie(s) beloning belastbare

vaste en variabele

onkosten-

vergoedingen

voorzieningen

ten behoeve van beloningen

betaalbaar op

termijn

Totale

bezoldi-ging

duur van

het dienst-

verband

in het jaar

omvang

van het dienst-

verband in

het jaar

(in dagen) (fte)

J.N.P. Neuvel rector-

bestuurder

98.020

-

-

98.020

365

1

Toepasselijk WNT

maximum 2016

117.000

117.000

Gegevens 2015

J.N.P. Neuvel rector-

bestuurder

97.706

-

-

97.706

365

1

x.2 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - zonder dienstbetrekking

Jaarverslag en jaarrekening 2016

50

Naam functie(s) totale

bezoldiging

duur van het

dienstverband

in het jaar

omvang van

het

dienstverband

in het jaar

(in dagen) (fte)

niet van toepassing

x.3 Bezoldiging overige functionarissen - met dienstbetrekking

Functie belastbare vaste

en variabele

onkosten-

vergoedingen

voorzieningen

ten behoeve

van

beloningen

betaalbaar op

termijn

Totale

bezoldiging

duur van het

dienstverband

in het jaar

omvang van

het

dienstverband

in het jaar

(in dagen) (fte)

niet van toepassing

x.4 Bezoldiging overige functionarissen - zonder dienstbetrekking

Functie totale bezoldiging

duur van het dienstverband

in het jaar

omvang van het

dienstverband

in het jaar

(in dagen) (fte)

niet van toepassing

x.5 Uitkeringen bij einde dienstverband topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen

Naam functie(s) jaar waarin

dienstverband is beëindigd

uitkeringen

bij einde dienstverband

niet van toepassing

Jaarverslag en jaarrekening 2016

51

x.6 Uitkeringen bij einde dienstverband overige functionarissen

Functie jaar waarin

dienstverband

is beëindigd

uitkeringen

bij einde

dienstverband

niet van toepassing

Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording

Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 10 november 2015 van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. De Stichting PCVO Meppel eo herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen, en heeft

deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT verantwoording betrokken.

In de volgende bijzondere gevallen bieden de beleidsregels onvoldoende aanknopingspunten. Hiervoor heeft de Stichting PCVO Meppel eo de volgende standpunten ingenomen:

- Er vindt geen afwijking plaats van de geldende beleidsregels.

Overige gegevens

Voorstel bestemming saldo staat van baten en lasten

Het boekjaar 2016 is afgesloten met een negatief exploitatiesaldo van € 66.528 In de statuten van de Stichting is geen artikel opgenomen omtrent de bestemming van het resultaat over het verslagjaar. Er wordt voorgesteld om € 61.777 in mindering

te brengen op de Algemene reserve en een bedrag van € 4.751 te onttrekken aan de BAPO reserve. Dit voorstel is als zodanig verwerkt in de balans na resultaat-

bestemming.

Gebeurtenissen na balansdatum

Na afsluiting van het boekjaar 2016 zijn geen opmerkelijke gebeurtenissen te

noemen.