Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1...

108
Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Jaarverslag 2018

Transcript of Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1...

Page 1: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds

Wolters Kluwer Nederland

Jaarverslag

2018

Page 2: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Adres : Staverenstraat 15

7418 CJ Deventer

Bezoekadres : Hanzeweg 18

7418 AT Deventer

Postadres : Postbus 23

7400 GA Deventer

Telefoon : 0570 – 64 80 81

E-mailadres : [email protected]

Website : www.pensioen-wk.nl

Als u vragen over het jaarverslag heeft, kunt u contact opnemen met:

De heer A.P. Keur, telefoon 0570 – 648084, of

De heer J.L. van Wieringen, telefoon 0570 – 648014

Page 3: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 3

Inhoud

Belangrijkste ontwikkelingen in 2018 5

1. Karakteristieken Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland 6

1.1 Profi el 6

1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6

1.2.1 Doelstelling 6

1.2.2 Missie 6

1.2.3 Visie 6

1.2.4 Strategie 7

1.3 Korte beschrijving van de pensioenregeling 7

1.4 Toeslagen- en kortingsbeleid en toeslagverlening per 1 januari 2019 8

1.4.1 Toeslagenbeleid 8

1.4.2 Kortingsbeleid 9

1.4.3 Toeslagverlening per 1 januari 2019 10

1.5 Premiebeleid 10

1.5.1 Kostendekkende (nominale) premie 10

1.5.2 Feitelijke premie 10

1.5.3 Premiedekkingsgraad 11

1.6 Beleggingsbeleid 11

1.7 Organisatie 12

1.7.1 Bestuur 12

1.7.2 Pensioenbureau 14

1.7.3 Verantwoordingsorgaan 14

1.7.4 Raad van toezicht (intern toezicht) 15

1.7.5 Compliance offi cer en externe compliance adviseur 15

1.7.6 Externe controle 16

1.7.7 Interne audit 16

1.7.8 Externe ondersteuning en uitbesteding 16

1.7.9 Sociale pensioencommissie (geen fondsorgaan) 16

2. Kerngetallen 17

3. Verslag van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur 18

3.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan 18

3.2 Reactie van het bestuur 20

4. Verslag van de raad van toezicht en reactie van het bestuur 21

4.1 Verslag van de raad van toezicht 21

4.2 Reactie van het bestuur 25

5. Verslag van het bestuur 26

5.1 Hoofdlijnen 26

5.1.1 Financiële toelichting 2018 26

5.1.2 Realisatie doelstelling van het fonds en jaarplan 2018 27

5.1.3 Herijking strategische heroriëntatie en SWOT-analyse 28

5.1.4 Nieuw pensioenstelsel 28

5.1.5 Organisatie & governance 29

5.1.6 Evaluatie fi nanciële opzet en evenwichtige belangenafweging 30

5.1.7 Naleving Code Pensioenfondsen 31

5.1.8 Bestuurscommissies 34

Page 4: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

4 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.1.9 Beloningsbeleid en beloningsstructuur 46

5.1.10 Zelfevaluatie functioneren bestuur 47

5.1.11 Fraudebeheersing en naleving wet- en regelgeving 47

5.1.12 Gedragscode 47

5.2 Pensioenzaken 48

5.2.1 Collectieve omzetting pensioenaanspraken van pensioen-

richtleeftijd 67 naar 68 jaar 48

5.2.2 Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) 48

5.2.3 Evaluatie kernrisico operationeel proces – pensioenuitvoering

en datakwaliteit 48

5.2.4 Juridische toets pensioenregeling 49

5.2.5 Afkoop kleine pensioenen 49

5.2.6 Klachten en geschillen 49

5.2.7 Aantallenoverzichten participanten 49

5.3 Risicoparagraaf 51

5.3.1 Risicohouding 51

5.3.2 IRM-beleid 52

5.3.3 Financiële risico’s 52

5.4 Beleggingen 53

5.4.1 Politieke en economische ontwikkelingen 53

5.4.2 Strategisch beleggingsbeleid 53

5.4.3 Samenstelling van de beleggingsportefeuille 54

5.4.4 Vastrentende waarden 55

5.4.5 Zakelijke waarden 55

5.4.6 Maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid en stembeleid 56

5.4.7 Rendementen 58

5.5 Uitvoeringskosten en kosten vermogensbeheer 60

5.6 Herstelplan en haalbaarheidstoets 63

5.6.1 Herstelplan 63

5.6.2 Uitkomsten van de haalbaarheidstoets 2018 64

5.7 Actuariële analyse 64

5.8 Vooruitzichten 66

Jaarrekening 2018 69

Balans per 31 december 2018 69

Staat van baten en lasten 2018 70

Kasstroomoverzicht 2018 71

Toelichting op de jaarrekening 2018 72

1. Inleiding 72

2. Overeenstemmingsverklaring 72

3. Grondslagen voor waardering van activa en passiva en voor

resultaatbepaling 72

4. Toelichting op de balans per 31 december 2018 76

5. Risicobeheer 83

6. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 90

7. Verbonden partijen 90

8. Toelichting op de staat van baten en lasten 2018 91

9. Aantal personeelsleden 95

10. Vergoedingsregeling bestuur en raad van toezicht 95

11. Belastingen 95

12. Gebeurtenissen na balansdatum 95

13. Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur 95

Uitvoeringsovereenkomst met WKNL van 1 januari 2018 96

Overige gegevens 97

Begrippenlijst 105

Page 5: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 5

Belangrijkste ontwikkelingen in 2018

1. De feitelijke dekkingsgraad daalde in 2018 van 112,9% naar 108,6%, vooral

door de daling van de rente en het negatieve rendement op de aandelen in het

vierde kwartaal. De beleidsdekkingsgraad is in 2018 gestegen van 110,4% naar

112,9%, omdat de eerste drie kwartalen van 2018 nog een goede performance

hadden.

2. Het totaal nettorendement was in 2018 (−/− 1,6%) lager dan in 2017 (4,8%).

Het vijfjaarsgemiddeld rendement bedroeg 6,7%.

3. De beleidsdekkingsgraad lag ruim boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van

104,0%. Een korting van de pensioenaanspraken en -rechten is daarmee momen -

teel niet aan de orde. Het fonds heeft nog nooit kortingen toegepast.

4. Omdat de beleidsdekkingsgraad nog wel lager was dan de vereiste dekkings-

graad van 116,3% eind 2018, was er nog steeds sprake van een reservetekort.

Daarom is begin 2019 een nieuw herstelplan opgesteld, waaruit blijkt dat herstel

tot de vereiste dekkingsgraad ruim binnen de gestelde termijn van acht jaar

mogelijk is.

5. Onzekerheid rond de handelsbesprekingen tussen de Verenigde Staten en China

en de gevolgen van de brexit kunnen veel beweeglijkheid op de fi nanciële mark-

ten en in de rente blijven veroorzaken, waardoor de feitelijke dekkingsgraad en

de beleidsdekkingsgraad kunnen variëren.

6. Per 1 januari 2019 heeft het fonds een beperkte toeslag verleend van 0,48%.

7. De uitvoeringskosten per participant zijn in 2018 gestegen van € 99,– naar € 104,–,

vooral door toegenomen compliance vereisten.

8. De onderhandelingen tussen sociale partners over een nieuw pensioenstelsel zijn

in 2018 mislukt. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

heeft begin 2019 in een brief aan de Tweede Kamer plannen over een nieuw stel-

sel neergelegd, die – indien doorgevoerd – grote invloed op de operationele

bedrijfsvoering van het fonds kunnen hebben.

Page 6: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

6 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

1. Karakteristieken Stichting Pensioen-

fonds Wolters Kluwer Nederland

1.1 Profi el

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland (hierna: het fonds), statutair

gevestigd te Deventer, is op 4 oktober 1991 ontstaan uit de fusie van de Stichting

Pensioenfonds Wolters Samsom Groep en de Stichting Kluwerpensioenfonds 1966.

Het statutaire doel van het fonds is het verlenen van pensioenaanspraken om nu en

in de toekomst uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden te verstrekken

ter zake van ouderdom en overlijden.

Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Wolters

Kluwer Holding Nederland B.V. (WKNL) en de met haar gelieerde ondernemingen,

die vallen onder de werkingssfeer van de tussen het fonds en WKNL gesloten uit-

voeringsovereenkomst. Hiertoe wordt ultimo 2018 in totaal voor ruim 7.500 parti-

cipanten1 € 1.066 miljoen vermogen aangehouden.

De laatste statutenwijziging heeft plaatsgevonden per 1 januari 2018.

Het fonds is een ondernemingspensioenfonds, staat ingeschreven bij de Kamer van

Koophandel onder nummer 41244973 en is lid van de Pensioenfederatie.

1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie

1.2.1 Doelstelling

In zijn doelstelling geeft het fonds aan wat zijn bestaansgrond is en wat het

nastreeft: het verstrekken van pensioenaanspraken en pensioenrechten aan zijn

participanten, met het streven (voorwaardelijk: voor zover de middelen van het

fonds het toelaten en afhankelijk van de dekkingsgraad) naar het waardevast hou-

den van de pensioenaanspraken en pensioenrechten.

1.2.2 Missie

In de missie wordt beschreven waarvoor het fonds staat en welke waarden en iden-

titeit het fonds kenmerken. Het fonds wil een zo goed mogelijke invulling geven aan

de uitvoering van de pensioenovereenkomst die WKNL heeft gesloten met haar

(gewezen) werknemers. De uitvoering dient correct, evenwichtig, transparant, risi-

cobewust, maatschappelijk verantwoord en effi ciënt te geschieden. Het fonds wil

een duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds zijn dat zijn ambities en verplichtin-

gen naar zijn participanten waar kan maken, nu en in de toekomst.

1.2.3 Visie

In de visie wordt beschreven waarvoor het fonds gaat, en wat ten grondslag ligt aan

het handelen van het fonds. Het fonds wil klantgericht zijn en dicht bij zijn partici-

panten staan. Het fonds realiseert transparantie naar en betrokkenheid bij zijn par-

ticipanten door de communicatie zodanig vorm te geven dat het zijn participanten

en de werkgever daadwerkelijk helpt om de juiste pensioenkeuzes te maken en

inzicht te geven in de risico’s, rechten en koopkracht. Het bestuur streeft na dat de

grootste meerwaarde voor de belanghebbenden wordt gecreëerd en heeft voort-

durend aandacht voor de continuïteit van het fonds.

1 Onder participanten wordt verstaan de actieve en gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden.

Page 7: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 7

1.2.4 Strategie

Met de strategie wordt aangegeven hoe het fonds de doelstelling, missie en visie wil

waarmaken, welke middelen het fonds daartoe wil inzetten en op welke manier.

Om de doelstelling, missie en visie van het fonds te kunnen uitvoeren, streeft het

bestuur – als onderdeel van periodieke management- en planningscycli – een solide

en professioneel beleid na, in overeenstemming met wet- en regelgeving en de

Code Pensioenfondsen. Belangrijke onderdelen van de strategie zijn onder meer het

beleggingsbeleid, de beheersing van de uitvoerings- en vermogensbeheerkosten,

het premiebeleid, het toeslagen- en kortingsbeleid, de medezeggenschap van alle

belanghebbenden, de beginselen van goed pensioenfondsbestuur en een gedegen

risicomanagement- en communicatiebeleid. Het bestuur toetst periodiek of de uit-

komsten en zijn handelen in overeenstemming zijn met de doelstelling, missie, visie

en strategie van het fonds en legt hierover verantwoording af. Externe dienstverle-

nende partijen worden zorgvuldig uitgekozen en regelmatig geëvalueerd.

Een goed pensioen is belangrijk voor de participanten en de werkgever. Het fonds

moet daarom wendbaar en klaar zijn voor de toekomst met een mogelijke wijziging

van het pensioenstelsel in Nederland.

Een analyse van sterke en zwakke punten van de huidige situatie, in combinatie met

een analyse van de verschillende uitvoeringsvormen, heeft geleid tot de strategi-

sche keuze om het huidige bestuursmodel of het uitvoeringsmodel op dit moment

niet aan te passen.

Zodra meer inzicht ontstaat in eventueel gewijzigde afspraken tussen de sociale

partners en/of nieuwe wet- en regelgeving, zal het fonds zich opnieuw beraden op

de toekomstbestendigheid en het bestuurs- en uitvoeringsmodel.

1.3 Korte beschrijving van de pensioenregeling

De huidige pensioenregeling is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonrege-

ling. In overeenstemming met artikel 10 van de Pensioenwet kwalifi ceert de pen-

sioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.

De pensioenregeling (2018) heeft de volgende kenmerken:

■ Pensioenrichtleeftijd: 68 jaar; de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is

de 1e dag van de maand vóór de 68e verjaardag.

■ Inkomensgrondslag: het per 1 januari van dat jaar, of latere datum van aanvang

van het actief deelnemerschap, geldende vaste jaarsalaris vermeerderd met een

percentage wegens vakantietoeslag. Per 1 januari 2018 was de maximale inko-

mensgrondslag € 105.075 (2017: € 103.317). Dit maximum wordt jaarlijks in

overeenstemming met de fi scale regelgeving aangepast aan de contractloon-

ontwikkelingsfactor.

■ Franchise: per 1 januari 2018 € 13.344 (2017: € 13.123), 10/7,5 maal de AOW-

uitkering plus vakantie-uitkering die geldt voor gehuwden met een partner ouder

dan de AOW-leeftijd.

■ Pensioengrondslag: de inkomensgrondslag verminderd met de franchise.

■ Opbouwpercentage: het opbouwpercentage wordt jaarlijks vastgesteld en is af -

han kelijk van de hoogte van de premiebijdrage van WKNL en de actieve deel-

nemers. Voor 2018 bedroeg het opbouwpercentage 1,875%, zijnde het fi scaal

maximum bij een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar (2017: 1,875% bij een pen sioen -

richtleeftijd van 67 jaar).

■ Toetredingsleeftijd: er geldt geen minimum toetredingsleeftijd.

■ Partnerpensioen: voor de actieve deelnemer is het partnerpensioen op risico-

basis verzekerd. Gewezen deelnemers en gepensioneerden kunnen kiezen voor

een partnerpensioen. Ook is er recht op een wezenpensioen.

■ Toeslagverlening: zie paragraaf 1.4 over het toeslagen- en kortingsbeleid.

Page 8: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

8 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

1.4 Toeslagen- en kortingsbeleid en toeslagverlening

per 1 januari 2019

1.4.1 Toeslagenbeleid

De pensioenaanspraken en -rechten van de actieve deelnemers en de gewezen

deelnemers respectievelijk de (pre)pensioengerechtigden worden jaarlijks verhoogd

met maximaal de stijging van de prijsindex over de maand september ten opzichte

van het prijsindexcijfer over de maand september in het voorgaande jaar (Consu-

menten Prijsindexcijfer Alle Huishoudens, zoals door het Centraal Bureau voor de

Statistiek (CBS) vastgesteld).

Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en -rechten worden

aangepast. Voor de voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en

wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit het beleggingsrende-

ment gefi nancierd. De voorwaardelijkheid geldt niet alleen voor de toeslagverle-

ning, maar ook voor de nominale aanspraken en rechten.

Het bestuur hanteert ten behoeve van de besluitvorming de volgende tabel als

richtsnoer:

Hoogte beleidsdekkingsgraad(1) Toeslagverlening

Lager dan 110% Nee

Tussen 110% en 123,2%(2) Ja, maar gedeeltelijk. Beleidsdekkingsgraad mag niet onder de 110% komen als

gevolg van de toeslagverlening.

Boven 123,2% Ja, volledige toeslag.

Ruim boven 123,2% Ja, volledige toeslag + mogelijke inhaaltoeslag (als er jaren zijn geweest zonder

toeslag, gedeeltelijke toeslag of korting). De inhaaltoeslag kent een aantal

restrictieve voorwaarden.

(1) Per 31 december.

(2) Het percentage van 123,2% is afhankelijk van de hoogte van de rente en de infl atie en varieert per jaar.

Bij een gedeeltelijke toeslagverlening tussen een beleidsdekkingsgraad van 110%

en 123,2% worden de wettelijke richtlijnen toegepast ten aanzien van de toe-

komstbestendigheid van toeslagverlening, waarbij niet meer toeslag wordt ver-

leend dan naar verwachting in de toekomst te realiseren is. Met uitzondering van

een inhaaltoeslag, zullen alle participanten in geval van toeslagverlening op een

gelijke wijze en met een uniform percentage toeslag ontvangen.

Inhaaltoeslag ter compensatie van een niet toegekende toeslag of een doorge-

voerde korting van pensioenaanspraken en -rechten in het verleden kan eventueel

worden verleend, zodra volledige toeslagverlening mogelijk is en aan de volgende

twee condities is voldaan:

■ De beleidsdekkingsgraad is hoger dan het maximum van enerzijds de vereiste

dekkingsgraad en anderzijds de beleidsdekkingsgraad waarbij volledige toeslag-

verlening in de toekomst mogelijk is; en

■ In enig jaar wordt ten hoogste een vijfde van het vermogen, dat voor deze toe-

slagverlening beschikbaar is, aangewend.

Indien het vermogen voor inhaaltoeslag beschikbaar is, wordt deze als volgt toege-

kend:

■ Indien zowel sprake is van niet toegekende toeslagen als van kortingen van pen-

sioenaanspraken en -rechten worden eerst de kortingen ingehaald.

■ Achterstanden worden om fi scale redenen per individuele participant geregis-

treerd. Voor iedere participant wordt cumulatief bijgehouden hoeveel korting is

toegepast en hoeveel gemiste toeslagverlening er is.

Page 9: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 9

■ Bij inhaaltoeslag wordt een voor iedereen gelijk percentage van de achterstand

toegepast.

■ Bij overlijden van een participant wordt de cumulatieve achterstand overgehe-

veld naar de partner(s) en/of kinderen (indien aanwezig en aanspraakgerech-

tigd), in de bestaande verhouding van de aanspraken op nabestaandenpensioen.

■ Geen inhaaltoeslag vindt plaats na overlijden (zonder recht op nabestaanden-

pensioen), bij waardeoverdracht of afkoop.

■ De hoogte van de cumulatieve achterstanden worden ‘opgerent’ met het per-

centage waarmee de prijsindex stijgt, onder aftrek van de verleende toeslag.

■ Nabetaling van in het verleden gemiste pensioenuitkeringen vindt niet plaats.

1.4.2 Kortingsbeleid

Een pensioenfonds kan op basis van artikel 134 van de Pensioenwet uitsluitend een

korting toepassen op de verworven pensioenaanspraken en -rechten indien:

■ de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de eisen ten aanzien van het minimaal

vereist eigen vermogen (MVEV) of het vereist eigen vermogen (VEV);

■ het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan het MVEV

of het VEV zonder dat de belangen van de participanten of de werkgever oneven-

redig worden geschaad; en

■ alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggings-

beleid, zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 138 of artikel 139 van de

Pensioenwet.

Kritische dekkingsgraad en hersteltermijn

Jaarlijks wordt de kritische dekkingsgraad (of kortingsgrens) vastgesteld en vastge-

legd in het fi nancieel crisisplan in de actuarieel en bedrijfstechnische nota (ABTN).

Bij deze kritische dekkingsgraad is herstel tot het MVEV mogelijk in drie jaar, zonder

kortingsmaatregelen. Deze hersteltermijn is korter dan de maximale wettelijke ter-

mijn van vijf jaar, omdat het fonds heeft gekozen om indien nodig eerder in te grij-

pen. De kritische dekkingsgraad van het fonds ultimo 2018 bedraagt 96,4%.

Op basis van deze periode van drie jaar wordt de hersteltermijn ten behoeve van

het herstelplan bepaald. De hersteltermijn is de termijn waarin het fonds vanuit de

kritische dekkingsgraad kan herstellen tot de vereiste dekkingsgraad van 116,3%

(niveau ultimo 2018). Deze hersteltermijn is vastgesteld op acht jaar en is daarmee

korter dan de maximale wettelijke termijn van tien jaar. De hersteltermijn wordt

ieder jaar opnieuw vastgesteld.

Kortingsstaffel

Het fonds heeft het kortingsbeleid als volgt vastgesteld:

■ Indien de beleidsdekkingsgraad en de feitelijke dekkingsgraad op de peildatum

van 31 december lager zijn dan de kritische dekkingsgraad, wordt het verschil

tussen de feitelijke dekkingsgraad en de kritische dekkingsgraad met een direct

door te voeren korting op de pensioenaanspraken en -rechten overbrugd. Deze

korting volgt uit het herstelplan.

■ Indien de beleidsdekkingsgraad op de peildatum van 31 december en in de jaren

daarvoor op drie opeenvolgende peildata lager is dan de minimaal vereiste dek-

kingsgraad van 104,0% en op dat moment de feitelijke dekkingsgraad ook lager

is dan 104,0%, wordt het verschil tussen de feitelijke dekkingsgraad en 104,0%

met een direct door te voeren korting op de pensioenaanspraken en -rechten

overbrugd. Deze korting volgt uit het herstelplan.

■ Indien de beleidsdekkingsgraad op de peildatum, die afhankelijk is van de

ingangsdatum van het herstelplan, lager is dan de vereiste dekkingsgraad en het

fonds niet in staat is om binnen de vastgestelde hersteltermijn van acht jaar te

voldoen aan het VEV, dan worden de pensioenaanspraken en -rechten gekort,

zodanig dat het fonds naar verwachting wel binnen deze termijn kan herstellen

tot het VEV. Deze korting wordt gespreid over de horizon van de hersteltermijn,

waarbij alleen de korting in het eerste jaar onvoorwaardelijk is. De kortingen

voor latere jaren zijn voorwaardelijk. Jaarlijks wordt de effectiviteit van de kor-

ting getoetst en indien nodig aangepast in het herstelplan.

Page 10: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

10 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

In geval van een korting zullen alle participanten op gelijke wijze worden gekort,

met een uniform kortingspercentage. Het fonds informeert de participanten, de

werkgever, de Centrale Ondernemingsraad (COR), het verantwoordingsorgaan, de

raad van toezicht en de toezichthouder schriftelijk over het besluit tot korting van

de pensioenaanspraken en -rechten. Pensioengerechtigden moeten ten minste drie

maanden voordat een korting wordt doorgevoerd hierover worden geïnformeerd.

Voor actieve deelnemers, gewezen deelnemers en andere aanspraakgerechtigden is

die termijn één maand.

1.4.3 Toeslagverlening per 1 januari 2019

Op grond van het in paragraaf 1.4.1 geformuleerde toeslagenbeleid en de hoogte

van de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 van 112,9%, heeft het bestuur

besloten om de daarvoor in aanmerking komende pensioenaanspraken en -rechten

per 1 januari 2019 met 0,48% te verhogen (1 januari 2018 met 0,04%). Het prijs-

index cijfer voor 2018 bedroeg 1,88% (2017: 1,45%). Er is daarmee in beide jaren

een gedeeltelijke toeslagverlening toegekend. Gezien de hoogte van de feitelijke

dekkingsgraad van 108,6% en de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 blijft

toeslagverlening voor de komende jaren onzeker.

1.5 Premiebeleid

1.5.1 Kostendekkende (nominale) premie

Het fonds berekent jaarlijks de hoogte van de kostendekkende premie volgens arti-

kel 128 van de Pensioenwet. Deze premie is gebaseerd op het 120-maandsgemid-

delde van de nominale rentetermijnstructuur (gedempte premie), zoals die door De

Nederlandsche Bank (DNB) wordt gepubliceerd. Door toepassen van de gedempte

premie worden schommelingen in de premie en kortingen op het opbouwpercen-

tage op de korte termijn beperkt. Deze premie bestaat uit:

■ de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onder-

delen van de pensioenregeling;

■ een opslag voor de uitvoeringskosten; en

■ een opslag die nodig is voor het in stand houden van het VEV.

In deze premie is geen opslag ten behoeve van de toeslagverlening opgenomen. In

2018 bedroeg de gedempte kostendekkende premie € 7,8 miljoen (2017: € 7,2

miljoen).

Daarnaast berekent het fonds de zuivere kostendekkende premie, waarbij geen ren-

tedemping wordt toegepast. Deze premie bedroeg in 2018 € 10,4 miljoen (2017:

€ 10,9 miljoen). De zuivere kostendekkende premie wordt gebruikt in de berekening

van het actuarieel resultaat (zie paragraaf 5.7).

1.5.2 Feitelijke premie

De hoogte van de feitelijke premie, die in rekening wordt gebracht bij WKNL,

bedraagt 24% van de pensioengrondslag en is vastgesteld in de sociale pensioen-

commissie (het overlegorgaan tussen werkgever en werknemers) voor de duur van

drie tot vijf jaar vanaf boekjaar 2015. De feitelijke premie bedroeg in 2018 € 7,8

miljoen (2017: € 7,8 miljoen).

Indien de feitelijke premie hoger is dan de gedempte kostendekkende premie, wordt

het overschot toegevoegd aan de premie-egalisatiereserve. Indien de feitelijke pre-

mie lager is dan de gedempte kostendekkende premie, wordt de opbouw evenredig

verlaagd, tenzij de onttrekking uit de premie-egalisatiereserve toereikend is om de

opbouw in de contractperiode op peil te houden. Ultimo 2018 bedroeg de premie-

egalisatiereserve € 2,5 miljoen (2017: € 2,5 miljoen).

Page 11: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 11

De feitelijke (ontvangen) premie en de kostendekkende premies worden hieronder

gespecifi ceerd:

Premies en koopsommen

2018 2017

Ontvangen

Periodieke premies werkgevers 5.234 5.207

Periodieke premies deelnemers 2.598 2.562

Totaal 7.832 7.769

Gedempte kostendekkende premie

Actuarieel benodigde premie 6.539 6.062

Opslag voor uitvoeringskosten 200 200

Opslag voor instandhouding van het VEV 1.092 982

Totaal 7.831 7.244

Zuivere kostendekkende premie

Actuarieel benodigde premie 8.755 9.169

Opslag voor uitvoeringskosten 200 200

Opslag voor instandhouding van het VEV 1.462 1.485

Totaal 10.417 10.854

1.5.3 Premiedekkingsgraad

In 2018 bedroeg de premiedekkingsgraad 87,2% (2017: 76,8%). De premiedek-

kingsgraad geeft de verhouding weer tussen de ontvangen premie (exclusief de

opslag voor uitvoeringskosten en de toevoeging/onttrekking aan de premie-egali-

satiereserve) en de zuivere kostendekkende premie (exclusief de opslag voor uitvoe-

ringskosten en de opslag voor het VEV). In 2018 is de premiedekkingsgraad geste-

gen, omdat de zuivere kostendekkende premie lager was doordat de marktrente per

1 januari 2018 hoger was dan per 1 januari 2017. In 2019 zal de premiedekkings-

graad naar verwachting stijgen naar 89,4% omdat een onttrekking zal plaatsvinden

uit de premie-egalisatiereserve.

1.6 Beleggingsbeleid

De doelstelling van het beleggingsbeleid is het op lange termijn realiseren van een

zo hoog mogelijk rendement uitgaande van de strategische asset allocatie bij een

acceptabel risico, rekening houdend met de verplichtingenstructuur en de risico-

bereidheid van het fonds. Daarnaast stuurt het fonds op een risicobudget ten

opzichte van de pensioenverplichtingen tegen de marktrente (euro-swaprente).

Het fonds voert minstens iedere drie jaar een Asset & Liability Management (ALM)

studie uit. In de ALM-studie wordt het strategisch beleggingsbeleid vastgesteld. In

de in 2018 uitgevoerde ALM-studie is de verhouding tussen vastrentende waarden

en zakelijke waarden ongewijzigd vastgesteld op 65% vastrentend en 35% zakelijk.

Verder wordt het valutarisico grotendeels afgedekt. De mate van nominale rente-

afdekking is dynamisch en mede gebaseerd op een beleidsstaffel, die is gerelateerd

aan de 20-jaars euro-swaprente (zie paragraaf 5.4.2).

Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid, zie paragraaf 5.4.

Het fonds past een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid toe (zie para-

graaf 5.4.6).

Page 12: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

12 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

1.7 Organisatie

1.7.1 Bestuur

De samenstelling van het bestuur per 29 mei 2019 is als volgt:

Naam Leeftijd Functie Vertegenwoordiging Lid sindsEinde

zittingstermijn

Aantal

herbenoemingen

F.A.J. van Buren 53 Voorzitter Werkgever 01−01−2014 31−12−2020 1

Mw. M.C. Gelmers-Hollink 50 Lid Werkgever 01−05−2012 31−12−2020 2

Mw. D. Schaafsma 41 Secretaris Actieve deelnemers 01−01−2015 31−12−2022 1

H. van de Bunt 61 Lid Actieve deelnemers 01−01−2017 31−12−2020 −

J.C. Derriks 71 Lid Gepensioneerden 01−01−2013 31−12−2019 1

R.H. Alsen 63 Lid Gepensioneerden 26−01−2018 26−01−2022 −

P.C. van Aalst 54 Lid Onafhankelijke deskundige 01−01−2012 31−12−2021 2

Het bestuur draagt op basis van de uitvoeringsovereenkomst met WKNL zorg voor

de uitvoering van de pensioenregeling. De taken en bevoegdheden van het bestuur

zijn vastgelegd in artikel 12 van de statuten. Het bestuur bestuurt het fonds en

beheert het vermogen. Het bestuur is bevoegd tot alle daden van beheer en

beschikking binnen de statutaire doelstelling van het fonds.

Gezien de gewenste pariteit heeft het bestuur besloten het aantal bestuurszetels

namens de gepensioneerden per 1 januari 2018 naar twee uit te breiden. In de ont-

stane vacature is de heer Alsen benoemd. Overeenkomstig de procedure konden

gepensioneerde deelnemers andere kandidaten bij het bestuur voordragen tot 26

januari 2018. Er zijn geen tegenkandidaten gemeld, zodat de heer Alsen, na goed-

keuring op 29 november 2018 door DNB, benoemd is als bestuurslid namens de

gepensioneerden.

Het bestuur bestaat uit zeven leden: twee vertegenwoordigers van de werkgever,

twee vertegenwoordigers van de actieve deelnemers, twee vertegenwoordigers van

de gepensioneerden en één extern onafhankelijk bestuurslid. De vertegenwoordi-

gers van de werkgever worden benoemd door de directie van WKNL. De vertegen-

woordigers van de actieve deelnemers en de gepensioneerden worden benoemd

door het verantwoordingsorgaan. Het extern onafhankelijk bestuurslid wordt

benoemd door het bestuur.

Statutair was er tot 2018 geen maximum aan het aantal herbenoemingen en/of de

zittingstermijnen van een bestuurslid. Besloten is de zittingsduur per 1 januari 2018

in lijn te brengen met de Code Pensioenfondsen, die aangeeft dat een bestuurslid

voor een periode van maximaal vier jaar benoemd wordt en maximaal twee keer

kan worden herbenoemd.

Aan het eind van ieder jaar vindt evenwel een evaluatie plaats van het extern onaf-

hankelijk bestuurslid door de overige bestuursleden over continuering van het

bestuurslidmaatschap.

Mevrouw Schaafsma heeft zich, na het beëindigen op 31 december 2018 van haar

zittingstermijn als bestuurslid namens de actieve deelnemers, herkiesbaar gesteld.

Na afronding van de verkiezingsprocedure, de toetsing aan de profi elschets door de

raad van toezicht en de aanmelding en goedkeuring bij en door DNB, is haar

bestuurstermijn met een periode van vier jaar verlengd.

Page 13: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 13

Aandachtsgebieden

De aandachtsgebieden zijn als volgt over de bestuursleden verdeeld:

■ Besturen van een organisatie F.A.J. van Buren en D. Schaafsma

■ Relevante wet- en regelgeving F.A.J. van Buren, M.C. Gelmers-Hollink en J.C. Derriks

■ Pensioenregelingen en pensioensoorten M.C. Gelmers-Hollink en J.C. Derriks

■ Vermogensbeheer en fi nancieel technische aspecten P.C. van Aalst en J.C. Derriks

■ Verslaglegging J.C. Derriks en F.A.J. van Buren

■ Administratieve organisatie en interne controle R.H. Alsen, D. Schaafsma en H. van de Bunt

■ Uitbesteden van werkzaamheden R.H. Alsen, J.C. Derriks en P.C. van Aalst

■ Communicatie M.C. Gelmers-Hollink en H. van de Bunt

Bijzondere aandachtsgebieden van individuele bestuursleden:

■ Sleutelfunctiehouder risicobeheer Tot 1 juli 2019 ad interim ingevuld door E.P.S. van der

Steen van Deloitte Pension Risk Services

■ ICT D. Schaafsma

■ Sleutelfunctiehouder interne audit H. van de Bunt

■ Robuustheid en kwaliteit pensioenadministratie H. van de Bunt

■ Gegevensbescherming en privacywetgeving H. van de Bunt

Bestuursmodel

Het fonds heeft een bestuursmodel waarbij de nodige verankeringen zijn aange-

bracht vanuit de diverse bestuurscommissies naar het bestuur. Ieder bestuurslid

dekt één of meer aandachtsgebieden af en heeft zitting in één of meer bestuurs-

commissies. Naast een vertegenwoordiging vanuit het bestuur, maakt het pensi-

oenbureau (evenals een vertegenwoordiger vanuit het verantwoordingsorgaan als

toehoorder en eventuele externe deskundigen) ook altijd deel uit van een bestuurs-

commissie. Per bestuurscommissie is een voorzitter uit het bestuur aangewezen.

De voorzitter van de bestuurscommissie is de linking pin naar het voltallige bestuur

en de periodieke bestuursvergaderingen. Daarnaast is er voor elke bestuurscommis-

sie een zogenoemd reserve-bestuurslid aangewezen die als challenging partner in

de bestuursvergaderingen fungeert (een verdere invulling van de gewenste counter-

vailing power binnen het bestuur).

Het fonds kent zes bestuurscommissies, die als volgt zijn samengesteld:

■ Beleggingscommissie P.C. van Aalst (voorzitter), J.C. Derriks, A.P. Keur,

J. L. van Wieringen en G.W.J. Dessing (externe deskundige)

Toehoorder vanuit het verantwoordingsorgaan: G.J. Gijzenij

Countervailing power vanuit het bestuur: F.A.J. van Buren

■ Communicatiecommissie M.C. Gelmers-Hollink (voorzitter), H. van de Bunt, A.P. Keur,

B.J. Lefeber en J.A.M. van der Meer-van der Zwet

Countervailing power vanuit het bestuur: J.C. Derriks

■ Geschiktheidscommissie D. Schaafsma (voorzitter), H. van de Bunt en A. P. Keur

Countervailing power vanuit het bestuur: M.C. Gelmers-Hollink

■ Jaarverslagcommissie J.C. Derriks (voorzitter), F.A.J. van Buren, A.P. Keur en

J.L. van Wieringen

Toehoorder vanuit het verantwoordingsorgaan: F.G. Visser

Countervailing power vanuit het bestuur: H. van de Bunt

■ Risicobeheercommissie E.P.S. van der Steen van Deloitte Pension Risk Services ad interim

tot 1 juli 2019 (voorzitter), R.H. Alsen, D. Schaafsma, A.P. Keur,

B.J. Lefeber en J.L. van Wieringen

Toehoorder vanuit het verantwoordingsorgaan: P.E. Duijff

Countervailing power vanuit het bestuur: P.C. van Aalst

■ Uitbestedingscommissie R.H. Alsen (voorzitter), J.C. Derriks, A.P. Keur en J.L. van Wieringen

Toehoorder vanuit het verantwoordingsorgaan: B. Damen

Countervailing power vanuit het bestuur: P.C. van Aalst

In 2018 zijn er vier reguliere bestuursvergaderingen geweest. Daarnaast werden er

twee conference calls en vier themabijeenkomsten georganiseerd.

Page 14: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

14 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

1.7.2 Pensioenbureau

De samenstelling c.q. personele bezetting van het pensioenbureau per 29 mei 2019

is als volgt:

Naam Leeftijd Functie

A.P. Keur 64 Directeur pensioenfonds

Mw. B. Bussink 42 Medewerker pensioenadministratie

R. Heidemans 36 Medewerker vermogensbeheer en interne controle

Mw. F.W. de Jong 59 Directie assistent

Mw. E.H. Kerkhof 56 Pensioenconsulent

Mw. B.J. Lefeber 55 Hoofd pensioenzaken

J.L. van Wieringen 58 Chief investment officer

Het bestuur heeft de beleidsvoorbereiding ten behoeve van de bestuurlijke taken en

de uitvoering van de pensioenregeling gedelegeerd aan het pensioenbureau. De

kernwerkzaamheden van het pensioenbureau betreffen bestuursondersteuning,

vermogensbeheer, pensioenadministratie, risicomanagement en pensioencommu-

nicatie. Het pensioenbureau profi leert zich daarnaast als het kenniscentrum pen-

sioenen binnen WKNL. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de

Pensioenwet, verantwoordelijk is voor de juiste uitvoering van de gedelegeerde

taken. De interne uitvoeringsorganisatie is zodanig ingericht dat de doelstelling van

het fonds op een effectieve en effi ciënte wijze kan worden gerealiseerd.

Het pensioenbureau staat onder leiding van de directeur, die zich terzijde laat staan

door de chief investment offi cer, het hoofd pensioenzaken en de overige stafmede-

werkers.

1.7.3 Verantwoordingsorgaan

De samenstelling van het verantwoordingsorgaan per 29 mei 2019 is als volgt:

Naam Leeftijd Functie Vertegenwoordiging

F.G. Visser 50 Voorzitter Actieve deelnemers

Mw. B. Damen 48 Lid Actieve deelnemers

C.W.J. Wellenberg 57 Lid Werkgever

P.E. Duijff 65 Secretaris Pensioengerechtigden

P.G. Berlijn 71 Lid Pensioengerechtigden

R.G.C. Crommelin 67 Lid Pensioengerechtigden

J. van Dijk 80 Lid Pensioengerechtigden

G.J. Gijzenij 72 Lid Pensioengerechtigden

Mw. J.A.M. van der Meer-van der Zwet 70 Lid Pensioengerechtigden

Het verantwoordingsorgaan is samengesteld uit vertegenwoordigers van actieve

deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever, en vergadert tweemaal per

jaar samen met het bestuur. De taken en bevoegdheden van het verantwoordings-

orgaan zijn vastgelegd in artikel 16 van de statuten. Het verantwoordingsorgaan

adviseert het bestuur gevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het

fonds betreffen. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan het instemmingsrecht

over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot het beleid op het gebied van

beloningen en elk voorgenomen besluit tot ontbinding, fusie en splitsing van het

fonds. Het bestuur legt periodiek verantwoording af over het gevoerde beleid aan

het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid om

na afl oop van ieder boekjaar een oordeel te geven over het handelen van het

bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid en beleidskeuzes voor de toekomst.

Page 15: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 15

Na het beëindigen per 1 juli 2018 van de reguliere zittingsperiode van vier jaar van

het verantwoordingsorgaan dienden er verkiezingen plaats te vinden.

In overleg met het verantwoordingsorgaan heeft het bestuur besloten het aantal

zetels van het verantwoordingsorgaan met ingang van de nieuwe zittingsperiode

van acht naar negen zetels te verhogen. Voor de nieuwe zetelverdeling werd vol-

gens de statuten uitgegaan van de onderlinge getalsverhoudingen per 31 december

2017. Dit betekent dat er per 1 augustus 2018 voor een periode van vier jaar twee

leden namens de actieve deelnemers, één lid namens de werkgever en zes leden

namens de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan zitting hebben.

Het aantal reserveleden namens de pensioengerechtigden werd teruggebracht van

vier naar twee, het aantal reserveleden namens de actieve deelnemers bleef twee.

Mevrouw A. van Rhijn-van der Veer en de heren J. Kamminga, N.W.J. van der Kleij en

H.J.H.D. van der Staak traden terug als lid namens de pensioengerechtigden. De

heren G.J. Vork en W.J.M. van der Hoorn traden terug als reservelid namens de pen-

sioengerechtigden. Het bestuur is hen allen bijzonder veel dank verschuldigd voor

hun actieve en positief kritische inbreng de afgelopen jaren.

Conform de statuten heeft het bestuur voor het verantwoordingsorgaan een regle-

ment verantwoordingsorgaan opgesteld, waarin de rechten en bevoegdheden van

het verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd.

Het verantwoordingsorgaan heeft twee commissies geformeerd, die als volgt zijn samengesteld:

■ Financiële commissie F.G. Visser, J. van Dijk en J.H.M. Timmerman

(reservelid namens de actieve deelnemers)

■ Juridische/reglementen commissie R.G.C. Crommelin, J. van Dijk en B. Damen

1.7.4 Raad van toezicht (intern toezicht)

Ondernemingspensioenfondsen met een paritair bestuursmodel en een belegd ver-

mogen van meer dan € 1 miljard zijn wettelijk verplicht om in plaats van een jaar-

lijkse visitatiecommissie een permanente raad van toezicht in te stellen.

De per 1 april 2018 ingestelde raad van toezicht is belast met het intern toezicht op

het bestuur. De raad van toezicht is, na een bindende voordracht van het verant-

woordingsorgaan en na de goedkeuring door DNB, ingesteld door het bestuur en

bestaat uit drie leden: de heren E.C.H. Klijn (voorzitter) en E.R. Capitain, en

mevrouw L.L.F. Rutgers.

De taak van de raad van toezicht is toezicht te houden op het beleid van het bestuur

en op de algemene gang van zaken in het fonds. De raad van toezicht is ten minste

belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenaf-

weging door het bestuur, legt verantwoording af over de uitvoering van zijn taken

en de uitoefening van zijn bevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan en de

werkgever, en doet verslag daarvan in het jaarverslag c.q. bestuursverslag van het

fonds. De raad van toezicht staat het bestuur met raad ter zijde en is medebeleids-

bepalend.

Conform artikel 19 van de statuten heeft het bestuur een reglement intern toezicht

opgesteld, waarin de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn vast-

gelegd.

1.7.5 Compliance offi cer en externe compliance adviseur

Het bestuur is verantwoordelijk voor het naleven van de wet- en regelgeving door

het fonds. Het bestuur dient zorg te dragen voor het vaststellen van effectieve

beheersmaatregelen om aan de compliance verplichtingen te voldoen, evenals het

monitoren en sanctioneren daarvan. Het bestuur heeft de directeur als compliance

offi cer van het fonds aangesteld. De compliance offi cer wordt ondersteund door

een externe compliance adviseur. Deloitte Risk Advisory (Deloitte) is de externe

compliance adviseur van het fonds, waarbij de heer M.J. Eleveld als de contact-

Page 16: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

16 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

persoon vanuit Deloitte optreedt. Binnen het bestuur is de voorzitter van het

bestuur verantwoordelijk voor de naleving van de wet- en regelgeving. De compli-

ance offi cer en de externe compliance adviseur rapporteren minimaal één keer per

jaar aan de voorzitter en aan het hele bestuur.

1.7.6 Externe controle

De externe accountant (KPMG Accountants N.V.), die door het bestuur is benoemd,

controleert jaarlijks de jaarrekening en de DNB-pensioenstaten. De externe actuaris

(Towers Watson Netherlands B.V., onderdeel van Willis Towers Watson) controleert

jaarlijks het actuariële verslag en stelt een actuariële verklaring op. Met ingang van

13 januari 2019 vervult de certifi cerend actuaris van Willis Towers Watson tevens

het houder- en vervullerschap van de actuariële functie.

1.7.7 Interne audit

In het kader van de IORP II-richtlijn heeft het bestuur BDO aangewezen als vervul-

ler van de interne audit functie met ingang van 1 februari 2019.

1.7.8 Externe ondersteuning en uitbesteding

Het fonds wordt ondersteund en geadviseerd door de volgende externe deskundi-

gen/organisaties:

■ Sprenkels & Verschuren, adviserend actuaris, adviseur ALM en juridisch adviseur.

■ BlackRock, strategisch advies vermogensbeheer, risicobudgettering en risico-

rapportage.

■ Kas Bank: beleggingsadministratie, performancemeting en risicomonitoring.

■ De heer P.C. van Aalst, extern onafhankelijk bestuurslid en voorzitter van de

beleggingscommissie.

■ De heer G.W.J. Dessing, corporate treasurer van Wolters Kluwer N.V., externe

deskundige en lid van de beleggingscommissie.

■ Bridgevest, adviseur pensioencommunicatie.

■ Willis Towers Watson, adviseur voor selectie, evaluatie en monitoring van de

externe vermogensbeheerders en adviseur pensioencommunicatie.

■ ICT Spirit, provider van de ICT-infrastructuur (systeembeheer, werkplekken,

servers , fi rewall, back-up, cybersecurity, etc.).

■ Idella (leverancier software pensioenadministratiepakket IVPA).

■ Deloitte Risk Advisory (Deloitte), adviseur integraal risicomanagement c.q.

externe risico-manager.

Het fonds heeft de beleggingen volledig ondergebracht bij externe vermogens-

beheerders in vier discretionaire mandaten en door te participeren in (beleggings)

fondsen (zie paragrafen 5.4.4 en 5.4.5).

Voor de uitbesteding van werkzaamheden of het selecteren en monitoren van leve-

ranciers wordt verder verwezen naar paragraaf 5.1.8.5.

1.7.9 Sociale pensioencommissie (geen fondsorgaan)

De inhoud van de pensioenregeling, voor zover dit zaken betreft die niet zijn gere-

geld in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), wordt vastgesteld in de sociale

pensioencommissie. De sociale pensioencommissie bestaat per 29 mei 2019 uit

twee werkgeversvertegenwoordigers (de heer S.G. Abrahamse, die tevens voorzitter

van de sociale pensioencommissie is en de heer J.J. Spiertz) en twee werknemers-

vertegenwoordigers vanuit het verantwoordingsorgaan (de heer F.G. Visser en

mevrouw B. Damen), die door de COR zijn benoemd. Pas na instemming van de

COR kunnen wijzigingen in de pensioenregeling worden doorgevoerd. Het

pensioen bureau voert het secretariaat van de sociale pensioencommissie. Voor de

sociale pensioencommissie is door WKNL een reglement sociale pensioencommis-

sie opgesteld.

Page 17: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 17

2. Kerngetallen

(bedragen in € miljoen) 2018 2017 2016 2015 2014

Aantal participanten

– Actieve deelnemers 744 749 745 783 818

– Gewezen deelnemers 4.160 4.219 4.236 4.258 4.301

– Pensioengerechtigden 2.680 2.607 2.568 2.522 2.451

Totaal participanten 7.584 7.575 7.549 7.563 7.570

Premies en uitkeringen

Feitelijke premie (in %) 24,0 24,0 24,0 24,0 23,7

Ontvangen premie 7,8 7,8 7,4 7,6 7,5

Zuivere kostendekkende premie (FTK) 10,4 10,9 9,4 9,1 8,0

Premiedekkingsgraad (in %) 87,2 76,8 79,1 82,2 105,2

Pensioenuitkeringen 30,2 29,9 29,6 29,3 28,8

Toeslagverlening (in %) (1) 0,48 0,04 − − −

Stijging prijsindexcijfer (in %) (2) 1,88 1,45 0,07 0,60 0,88

Solvabiliteit

Fondsvermogen 1.066,3 1.106,2 1.079,3 1.018,7 1.032,3

Voorziening pensioenverplichtingen 982,3 980,2 1.016,0 966,3 931,7

Garantievermogen 86,5 128,5 65,3 53,4 100,7

Dekkingsgraden (in %)

Beleidsdekkingsgraad 112,9 110,4 102,6 107,3 110,1

Feitelijke dekkingsgraad 108,6 112,9 106,2 105,5 110,9

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,0 104,0 104,0 104,0 104,0

Vereiste dekkingsgraad 116,3 116,7 116,2 115,9 112,0

Grens voor volledige toeslagverwachting 123,2 123,6 121,5 123,4 124,0

Reële dekkingsgraad (3) 91,6 89,3 84,4 87,0 84,2

Gemiddelde rente RTS (in %) (4) 1,3 1,4 1,3 1,6 1,8

Rendement (in %)

Totaal nettorendement −1,6 4,8 8,4 0,7 22,7

Benchmark −1,5 3,8 7,2 0,2 20,1

Totaal netto driejaarsgemiddelde 3,8 4,6 10,2 7,9 12,8

Benchmark driejaarsgemiddelde 3,1 3,7 8,9 6,8 11,1

Totaal netto vijfjaarsgemiddelde 6,7 7,4 9,4 9,4 11,1

Benchmark vijfjaarsgemiddelde 5,7 6,3 8,1 8,2 9,7

Uitvoeringskosten (in €)

Uitvoeringskosten per participant 104 99 97 98 101

Idem exclusief gewezen deelnemers 231 223 222 224 235

Vermogensbeheerkosten (in %)

– Beheerkosten 0,30 0,34 0,34 0,32 0,33

– Transactiekosten 0,09 0,10 0,12 0,14 0,13

Totaal vermogensbeheerkosten 0,39 0,44 0,46 0,46 0,46

(1) Toeslagpercentage per 1 januari volgend op het boekjaar.

(2) De stijging van het Consumenten Prijsindexcijfer Alle Huishoudens over de maand september ten opzichte van het prijsindex-

cijfer over de maand september in het voorgaande jaar.

(3) De reële dekkingsgraad wordt vanaf 2015 berekend volgens de nieuwe wettelijke defi nitie: beleidsdekkingsgraad gedeeld

door de grens voor volledige toeslagverwachting. In 2014 werd nog uitgegaan van de reële rentetermijnstructuur, waarbij de

nominale rente werd gecorrigeerd voor de Europese infl atie (Eurozone harmonised index for consumer prices).

(4) De gemiddelde rente is vanaf 2015 gebaseerd op de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur en wordt gewogen met de

pensioenverplichtingen. In 2014 werd nog een driemaandsgemiddelde toegepast.

Page 18: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

18 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

3.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan is door het bestuur ingesteld. Op basis van de uit-

gangspunten van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en de Code Pen-

sioenfondsen is door het bestuur een reglement verantwoordingsorgaan vastge-

steld.

Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur gevraagd of uit eigen beweging

over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voor-

genomen besluit van het bestuur over de volgende punten:

■ Het nemen van maatregelen van algemene strekking.

■ De wijziging van de statuten en reglementen.

■ De vaststelling van het jaarverslag c.q. het bestuursverslag, de jaarrekening, de

kostenbegroting, de ABTN, het herstelplan en de haalbaarheidstoets.

■ De vermindering van de verworven pensioenaanspraken en -rechten, indien de

fi nanciële toestand van het fonds daartoe aanleiding geeft.

■ Het vaststellen of wijzigen van het toeslagen- en kortingsbeleid.

■ De gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het fonds of de

overname van verplichtingen door het fonds.

■ Het sluiten, wijzigen of beëindigen van de uitvoeringsovereenkomst.

■ Het terugstorten van premie of geven van een premiekorting.

■ De vorm en inrichting van het intern toezicht.

■ Het vaststellen en wijzigen van de interne klachten- en geschillenregeling.

■ Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid.

Het verantwoordingsorgaan heeft instemmingsrecht over elk voorgenomen besluit

van het bestuur over de volgende punten:

■ Het beleid op het gebied van beloningen.

■ De samenvoeging van het fonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

■ Het omzetten van het fonds in een andere rechtsvorm.

■ De ontbinding, fusie en splitsing van het fonds.

In het overleg tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan zijn de volgende

onderwerpen ter advisering voorgelegd of ter kennisneming aan de orde geweest:

■ De voortgang en realisatie van de jaarplannen 2018 van het bestuur.

■ Het aangescherpte beleid van interne beheersing, het integraal risicomanage-

ment en de implementatie van de IORP II-richtlijn.

■ De kwartaalrapportages en de fi nanciële positie c.q. dekkingsgraad.

■ De LCP benchmark uitvoeringskosten en vermogensbeheerkosten pensioenfond-

sen.

■ De wijzigingen op het gebied van de governance, de herziene doelstelling, missie,

visie en strategie en de Code Pensioenfondsen.

■ De gewijzigde vorm en inrichting van het intern toezicht en de personele bezet-

ting van de raad van toezicht.

■ De samenstelling en verdeling van de aandachtsgebieden van het bestuur, de

samenstelling van de bestuurscommissies en de verkiezing van de (reserve)leden

per 1 augustus 2018 en de samenstelling en deskundigheidsbevordering van het

verantwoordingsorgaan.

3. Verslag van het verantwoordings-

orgaan en de reactie van het bestuur

Page 19: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 19

■ De uitkomsten van de herijking strategische heroriëntatie 2018 en de SWOT-

analyse.

■ De wijziging van de fondsstukken, het compliance handboek en de compliance-

documenten.

■ Het aangescherpte beleid van de interne beheersing van de uitbestedingsrisico’s.

■ De uitvoering van het communicatiebeleid.

■ Het contingencyplan en het crisisplan.

■ De evaluatie van de fi nanciële opzet en de evenwichtige belangenafweging.

■ De verdere invulling van het duurzaam beleggingsbeleid.

■ De strategische normportefeuille en het beleggingsplan 2019.

■ De evaluatie van de investment beliefs, het vaststellen van de risicobereidheid,

de ALM-studie 2018 en het beleggingsbeleid.

■ De kostenbegroting 2019.

■ De rolinvulling van het verantwoordingsorgaan en de samenwerking met het

bestuur en de raad van toezicht.

■ Het toeslagen- en kortingsbeleid en de toeslagverlening per 1 januari 2019.

■ De uitkomsten van de haalbaarheidstoets 2018 en het herstelplan 2019, markt-

ontwikkelingen en eventuele maatregelen.

■ De naleving van de gedragscode/compliance 2018.

■ Het eindrapport 2018 van de raad van toezicht en de reactie van het bestuur.

■ De beantwoording door het fonds van de DNB uitvraag ‘Risico-inventarisatie

strategische risico’s’ en de DNB uitvraag ‘Niet-fi nanciële risico’s’.

■ Het accountantsverslag 2018.

■ Het actuarieel rapport 2018.

■ Het overall jaarplan 2019 van het bestuur en de vooruitzichten.

Het verantwoordingsorgaan heeft over alle zaken die voor advies zijn voorgelegd,

positief geadviseerd.

Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van zijn taakuitoefening het jaarver-

slag c.q. het bestuursverslag en de jaarrekening 2018 beoordeeld en heeft kennis-

genomen van de door het bestuur gegeven toelichtingen op de relevante ontwik-

kelingen en het gevoerde beleid. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan

overleg gehad met de raad van toezicht.

Bevindingen verantwoordingsorgaan

Inleiding

De ontwikkelingen van het pensioenfonds zijn in de reguliere vergaderingen tussen

het bestuur en het verantwoordingsorgaan besproken. De raad van toezicht heeft

zijn bevindingen in mei 2019 gepresenteerd aan het verantwoordingsorgaan.

Op 29 mei 2019 heeft het verantwoordingsorgaan met het bestuur gesproken over

het in 2018 gevoerde beleid. Aan de hand van het jaarverslag en bestuursverslag

2018 zijn de resultaten van het jaar, de jaarplannen en de realisering daarvan aan de

orde gekomen.

Oordeel

Het verantwoordingsorgaan constateert dat het bestuur voortdurend aandacht

schenkt aan de toekomst van het fonds, en de ontwikkelingen op pensioengebied

nauwgezet volgt. Het verantwoordingsorgaan is vooral positief gestemd over de

inrichting van het maatschappelijk verantwoord beleggen.

Het verantwoordingsorgaan stemt in met het door het bestuur gevoerde beleid in

2018 en spreekt zijn waardering uit voor de verdere professionalisering van de

samenwerking met het bestuur en het pensioenbureau van het fonds.

Page 20: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

20 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Deventer, 29 mei 2019

Verantwoordingsorgaan:

F.G. Visser, voorzitter

P.E. Duijff, secretaris

P.G. Berlijn

R.G.C. Crommelin

Mw. B. Damen

J. van Dijk

G.J. Gijzenij

Mw. J.A.M. van der Meer-van der Zwet

C.W.J. Wellenberg

3.2 Reactie van het bestuur

Het bestuur heeft kennisgenomen van de reactie van het verantwoordingsorgaan

op het jaarverslag c.q. het bestuursverslag en de jaarrekening 2018 en kan zich

vinden in de bevindingen en conclusie van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur

bedankt het verantwoordingsorgaan voor de prettige en constructieve samen-

werking.

Page 21: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 21

4.1 Verslag van de raad van toezicht

Algemeen

De raad van toezicht is per 1 april 2018 geïnstalleerd. Voordien had het fonds een

visitatiecommissie als intern toezichtsorgaan.

De raad van toezicht bestaat uit drie personen. De leden zijn benoemd op basis van

vooraf vastgestelde profi elschetsen, met daarin opgenomen eisen ten aanzien van

geschiktheid, deskundigheid, competenties, onafhankelijkheid en beschikbaarheid

en na een bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan.

De raad van toezicht is als volgt samengesteld:

■ E.C.H. Klijn (voorzitter), met de aandachtsgebieden governance, pensioenrege-

ling en communicatie.

■ E.R. Capitain, met de aandachtsgebieden risicomanagement en fi nanciële opzet.

■ Mevrouw L.L.F. Rutgers, met de aandachtsgebieden vermogensbeheer en balans-

management.

De leden van de raad van toezicht zitten in hun eerste benoemingstermijn van

maximaal vier jaar, met de mogelijkheid van maximaal één herbenoeming. Een

rooster van aftreden is opgemaakt, zodanig dat termijnen niet gelijktijdig eindigen.

De leden hebben aangegeven, naast de andere werkzaamheden die zij vervullen,

voldoende tijd beschikbaar te hebben voor het fonds. Zij voldoen aan de VTE-score

zoals die voor bestuurders en leden van de raad van toezicht voor pensioenfondsen

wordt gehanteerd. De leden zijn onafhankelijk, zijn geen participant bij het fonds en

hebben ook geen zakelijke belangen bij het fonds. Hoofd- en nevenfuncties van de

leden van de raad van toezicht zijn vermeld op de website van het fonds.

Werkwijze

De raad van toezicht kan beschikken over alle bestuursstukken van het fonds en

heeft – in overleg met het bestuur – toegang tot alle gremia en het pensioenbureau

van het fonds. Als daar aanleiding toe is, nodigt de raad van toezicht het bestuur of

het pensioenbureau uit om nadere toelichtingen te geven.

De raad van toezicht heeft in 2018 driemaal vergaderd zonder derden. Daarnaast

heeft de raad van toezicht eenmaal vergaderd met het bestuur, eenmaal met de

voorzitter van het bestuur en de directeur, eenmaal met het pensioenbureau en

eenmaal met het verantwoordingsorgaan. Leden van de raad van toezicht wonen

jaarlijks een aantal bestuurs- en commissievergaderingen bij (in 2018 één of meer-

dere malen de communicatiecommissie, de beleggingscommissie, de risicobeheer-

commissie en de uitbestedingscommissie). Verder is de voorzitter van de raad van

toezicht aanwezig geweest bij een tweetal themadagen van het bestuur.

De voorzitters van de raad van toezicht, het bestuur en het verantwoordingsorgaan,

alsmede de directeur en de secretaris van het bestuur en het verantwoordings-

orgaan hebben na elke bestuursvergadering een kort telefonisch terugkoppelings-

overleg.

4. Verslag van de raad van toezicht en

reactie van het bestuur

Page 22: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

22 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

De raad van toezicht wordt actief geïnformeerd over de ontwikkelingen in het

fonds, ook als die niet de goedkeuring van de raad van toezicht behoeven.

De raad van toezicht stelt jaarlijks toezichtthema’s vast. Voor 2018 waren dat de

volgende thema’s:

■ De samenwerking van de raad van toezicht met het bestuur.

■ De governance.

■ De opzet en werking van het risicomanagement.

■ De toekomst van het fonds (fi nanciële opzet, relatie met de sponsor, pensioen-

regeling en het nieuwe pensioenstelsel).

■ De uitbesteding.

■ De beleggingen.

■ De communicatie.

De raad van toezicht legt verantwoording af over de uitvoering van zijn taken en de

uitvoering van zijn bevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan. In overleg met

de werkgever is de wettelijke verantwoordingsplicht aan de werkgever belegd in de

verantwoording aan (de werkgeversdelegatie in) het verantwoordingsorgaan.

Toezichtkader

De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het

bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De raad van toezicht ziet

toe op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het

bestuur en staat het bestuur met raad ter zijde om op die wijze bij te dragen aan de

kwaliteit en de effectiviteit van de organisatie en de besturing, alsmede aan een

integere en beheerste bedrijfsvoering. Tevens heeft de raad van toezicht een aantal

goedkeuringsrechten ten aanzien van besluiten van het bestuur.

De taak van de raad van toezicht wordt bepaald door het wettelijk kader, inclusief

de Code Pensioenfondsen, de statuten en de reglementen van het fonds.

Bij de uitvoering van de wettelijke taken past de raad de VITP-Toezichtcode toe.

Toepassing is niet wettelijk verankerd, maar wel aanbevolen door de VITP (Vereni-

ging Intern Toezichthouders Pensioensector). Op 17 april 2019 heeft de VITP een

herziene code vastgesteld. De raad van toezicht zal deze VITP-code toepassen in

2019. Aangezien de raad van toezicht deze herziene principes en normen al groten-

deels toepast, zal dit geen majeure impact hebben. De toepassing is op basis van

het principe ‘pas toe of leg uit’.

Goedgekeurde besluiten

Op grond van de Pensioenwet behoeft een aantal bestuursbesluiten de goedkeu-

ring van de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft in 2018 zijn goedkeuring

verleend aan de volgende bestuursbesluiten:

■ De herziening van de profi elschets van het bestuur.

■ De voorgenomen benoeming als bestuurslid van de heer R.H. Alsen.

■ De herbenoeming als bestuurslid van mevrouw D. Schaafsma.

De raad van toezicht heeft over de vaststelling van het bestuursverslag en de jaar-

rekening over 2018 overleg gevoerd met de jaarverslagcommissie, het bestuur, het

verantwoordingsorgaan, de accountant en de certifi cerend actuaris. Op grond hier-

van heeft de raad van toezicht op 15 mei 2019 het besluit tot vaststelling van het

jaarverslag en de jaarrekening goedgekeurd.

Opvolging aanbevelingen uit toezichtrapport visitatiecommissie 2017

De raad van toezicht heeft kennis genomen van en toelichtingen gekregen bij de

observaties, bevindingen en aanbevelingen van de visitatiecommissie. De raad van

toezicht heeft de bevindingen en aanbevelingen uit het rapport van de visitatie-

commissie over 2017 gemonitord op opvolging door het bestuur en vastgesteld dat

het bestuur adequaat heeft gehandeld.

Page 23: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 23

Code Pensioenfondsen

Het bestuur legt in haar bestuursverslag verantwoording af over de wijze waarop de

normen van de Code Pensioenfondsen worden toepast. De Code is in 2018 herzien.

De raad van toezicht stelt vast dat het bestuur een grondige analyse heeft gedaan

naar de toepassing van ook de herziene normen. Alle normen worden adequaat

toegepast, zowel naar de letter als de geest.

Bevindingen en aanbevelingen

Missie, visie en strategie

De missie, visie en strategie zijn passend bij de doelstellingen en ambities van het

fonds. Het bestuur evalueert met een voldoende frequentie de strategie mede aan

de hand van een periodieke (externe) herijking van een sterkte-zwakte analyse,

waarbij zeven risico-indicatoren zijn geïdentifi ceerd om de toekomstbestendigheid

van de huidige opzet van de uitvoering van de regeling te toetsen.

Besturing

Het bestuur doet de goede dingen en doet de dingen goed. Het bestuur is vol-

doende deskundig, evenwichtig qua samenstelling en gecommitteerd aan zijn

bestuurlijke taken en verantwoordelijkheden. Er zijn goede ‘checks- & balances’ in

het bestuur en de bestuurscommissies. Er is een open cultuur met een zakelijke en

professionele insteek. De vergaderingen van het bestuur en de bestuurscommissies

zijn goed gedocumenteerd en zeer gedegen voorbereid door het pensioenbureau en

de commissieleden. Bij vrijwel iedere bestuurscommissievergadering is een niet-

commissielid van het bestuur en een vertegenwoordiger van het verantwoordings-

orgaan aanwezig.

Het pensioenbureau is belast met de dagelijkse gang van zaken. Agendering en

documentatie voor beleids- en besluitvorming worden goed voorbereid. Bij beleids-

keuzes en besluitvorming wordt steeds een goede afweging gemaakt tussen risico’s,

kosten, noodzakelijkheid en toegevoegde waarde.

Bedrijfsvoering

Het risicomanagement krijgt veel aandacht. Er is een goed onderbouwd risico-

manage mentbeleid dat jaarlijks herijkt wordt. Alle kernrisico’s worden gemonitord

en het risicomanagementbeleid wordt jaarlijks (extern) gescoord op het volwas-

senheidsniveau. Deze score is conform de gestelde doelen en is gelijk en hoger dan

de benchmark in de pensioensector. Op basis van roulatie vinden periodiek

(externe) risico-scans plaats ten aanzien van compliance, fi scaliteit, beleggingen,

juridische risico’s, ICT en pensioenuitvoering.

In het kader van de invoering van Europese wetgeving (IORP II) in 2019 zal de

governance rondom risicomanagement wijzigen met de benoeming van sleutel-

functiehouders voor actuariaat, risicomanagement en interne audit. Het bestuur

heeft regelmatig overlegd met de raad van toezicht over deze wijzigingen en heeft

het advies van de raad van toezicht daarbij meegenomen in de besluitvorming.

De uitbesteding is effectief en kwalitatief goed. De kwaliteit wordt gemonitord op

basis van vastgelegde prestatie-indicatoren. De kwaliteit van de vaste adviseurs/

certifi ceerders wordt jaarlijks geëvalueerd. De raad van toezicht heeft kennisgeno-

men van deze evaluaties en vastgesteld dat hieraan voldoende aandacht wordt

gegeven. In 2018 hebben het bestuur en het pensioenbureau zich gericht op de

invoering van de AVG (privacywetgeving). Alle noodzakelijke maatregelen zijn

getroffen. De raad van toezicht meent dat een en ander goed is ingeregeld. In 2019

zal nogmaals een evaluatie van de AVG plaatsvinden. De raad van toezicht zal hier-

van kennisnemen.

Page 24: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

24 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Beleid

De in het jaarplan 2018 gestelde doelen zijn behaald. Het beleid wordt met regel-

maat geëvalueerd en het bestuur is continu op zoek naar verbetering. De raad van

toezicht wordt periodiek geïnformeerd over de ontwikkeling van de fi nanciële posi-

tie. De fi nanciële positie van het fonds is in 2018 verslechterd ten opzichte van

2017. Dit is een direct gevolg van de tegenvallende ontwikkelingen op de fi nanciële

markten in met name het vierde kwartaal van 2018. De fi nanciële positie van het

fonds blijft daarmee kwetsbaar, maar gaf wel voldoende ruimte om een beperkte

toeslag te verlenen.

De kosten van het fonds worden adequaat beheerst. In 2018 zijn de uitvoeringskos-

ten gestegen ten opzichte van 2017, maar deze blijven nog wel onder de bench-

mark (LCP) met vergelijkbare ondernemingspensioenfondsen.

Het beleggingsbeleid van het fonds voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het

wordt consistent uitgevoerd, waarbij voldoende rekenschap wordt gehouden met

het beperken van het risico en is in lijn met de beoogde risicohouding/-bereidheid.

De raad van toezicht waardeert de grotere aandacht voor maatschappelijk verant-

woord beleggen. Dit zal vanwege het toenemende belang ook voor 2019 een

belangrijk aandachtspunt blijven voor het bestuur. Binnen de beleggingscommissie

is veel aandacht voor het risicomanagement. De beleggingscommissie wordt hierbij

door externe adviseurs ondersteund met behulp van zowel presentaties, rapporta-

ges en kennisbijeenkomsten. Een aandachtspunt is dat de grote hoeveelheid infor-

matie mogelijk een diepgaande discussie over onderwerpen in de weg kan staan.

Communicatie krijgt veel aandacht van het bestuur en heeft een hoge prioriteit. Er

is een gedegen communicatiejaarplan dat goed gevolgd wordt. De participanten

worden continu centraal gesteld. Er is in 2018 met succes een deelnemerspanel

georganiseerd. In 2020 zal een nieuw deelnemersonderzoek plaatsvinden. De ver-

anderende wetgeving (met als gevolg onder andere langer doorwerken en de onze-

kerheid over de AOW-leeftijd en de fl exibilisering van de pensioenvoorwaarden)

wordt samen met HR van de werkgever opgepakt.

Zelfevaluatie en deskundigheidsbevordering

De raad van toezicht doet jaarlijks een zelfevaluatie, voor het eerst in het eerste

kwartaal van 2019.

Er is bij leden van de raad van toezicht in 2018 voldoende aandacht geweest voor

het onderhouden van hun deskundigheid:

■ De leden van de raad van toezicht zijn lid van het VITP en participeren regelmatig

in de kennissessies.

■ Twee leden van de raad van toezicht zijn lid van de redactiecommissie van de

herziening van de VITP-Toezichtcode.

■ Leden van de raad van toezicht zijn aanwezig geweest bij diverse lezingen met als

onderwerpen onder meer:

● Vertrouwenscrisis in de pensioensector.

● Impact van innovatie op de sector.

● Impact van digitalisering op de strategie van pensioenfondsen.

■ Een lid van de raad van toezicht heeft de commissarissenopleiding van Heming-

way gevolgd.

■ Een lid van de raad van toezicht heeft de VU-leergang ‘Refl ectie op pensioentoe-

zicht’ gevolgd.

Page 25: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 25

Toezichtthema’s 2019

Naast de reguliere aandachtsgebieden zal in 2019 door de raad van toezicht speci-

fi ek aandacht worden gegeven aan de volgende onderwerpen:

■ De toekomstbestendigheid van het fonds.

■ De inrichting en de implementatie van IORP II-richtlijn.

■ De governance rondom vermogensbeheer.

■ De successieplanning van het bestuur en de overige fondsorganen.

Deventer, 15 mei 2019

E.C.H. Klijn

E.R. Capitain

Mw. L.L.F. Rutgers

4.2 Reactie van het bestuur

Het bestuur kan zich vinden in het verslag en het oordeel van de raad van toezicht

en bedankt de leden van de raad van toezicht voor de professionele en voort-

varende wijze waarop het intern toezicht in 2018 is vormgegeven en uitgevoerd.

Het bestuur onderkent de toegevoegde waarde van het intern toezicht voor het

fonds.

Page 26: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

26 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.1 Hoofdlijnen

5.1.1 Financiële toelichting 2018

De fi nanciële markten ontwikkelden zich in 2018 negatief, vooral in het laatste

kwartaal. De aandelenmarkten gingen omlaag en de euro-swaprente daalde. Het

totaal nettorendement op de beleggingen was 1,6% negatief en lager dan in 2017

(een positief rendement van 4,8%). Het lagere rendement was vooral het gevolg

van het negatieve rendement op aandelen en de negatieve bijdrage van de valuta-

hedge.

Het fonds behaalde in 2018 een negatief resultaat van € 42,0 miljoen (in 2017 was

het saldo van baten en lasten € 63,2 miljoen positief). Het eigen vermogen daalde

daardoor naar € 61,5 miljoen (2017: € 103,5 miljoen). Inclusief de achtergestelde

lening van € 25,0 miljoen bedroeg het garantievermogen ultimo 2018 € 86,5 mil-

joen (2017: € 128,5 miljoen).

Het verloop van de feitelijke dekkingsgraad in 2018 was als volgt:

Ontwikkeling feitelijke dekkingsgraad

in procenten 2018 2017

Feitelijke dekkingsgraad per 1 januari 112,9 106,2

Resultaat op premie −0,2 −0,3

Pensioenuitkeringen 0,4 0,2

Toeslagverlening − 0,0

Overrendement −4,2 5,3

Wijziging marktrente (UFR) per 31 december −1,5 1,4

Wijziging sterftegrondslagen 1,1 −

Overige oorzaken 0,1 0,1

Feitelijke dekkingsgraad per 31 december 108,6 112,9

De feitelijke dekkingsgraad daalde in 2018 van 112,9% naar 108,6%. De belangrijk-

ste negatieve factoren waren het overrendement (−/− 1,5%-punt) en de daling van

marktrente (−/− 4,2%-punten), deels gecompenseerd door de positieve invloed van

de overgang op de Prognosetafel AG2018, waarin de levensverwachting iets

gedaald was ten opzichte van de AG2016 (1,1%-punt).

Het negatieve effect van de premie was 0,2%-punt, omdat de ontvangen premie

lager was dan de zuivere kostendekkende premie (zie paragraaf 5.7 en de toelich-

ting op de jaarrekening nummer 8). Pensioenuitkeringen hebben, zolang de feite-

lijke dekkingsgraad hoger is dan 100%, een positief effect door de vrijval van de

buffer (0,4%).

5. Verslag van het bestuur

Page 27: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 27

De beleidsdekkingsgraad steeg desondanks naar 112,9% ultimo 2018 (2017: 110,4%).

Omdat de beleidsdekkingsgraad lager was dan de vereiste dekkingsgraad van

116,3%, heeft het fonds nog steeds een reservetekort. Daarom is begin 2019 een

nieuw herstelplan opgesteld, waaruit blijkt dat herstel ruim binnen de gestelde ter-

mijn van acht jaar mogelijk is (zie paragraaf 5.6.1). Er was echter geen sprake van

een dekkingstekort, omdat de beleidsdekkingsgraad hoger was dan de minimaal

vereiste dekkingsgraad van 104,0%.

De feitelijke, beleids- en reële dekkingsgraad van het fonds hebben zich in 2018 als

volgt ontwikkeld:

0

20

40

60

80

100

120

Beleidsdekkingsgraad

Feitelijke dekkingsgraad

Reële dekkingsgraad

Dekkingsgraad

112,9 108,6

91,6

Ultimo 2018 Ultimo 2017U

1112 912,9

999911,6

000UUltimoimo 222

999911,6 ,

1111118888

110,4 112,9

89,3

202020

888899,3

110,4112,9

UltUltimoimo 222

,

01010177777

Per 1 januari 2019 is een beperkte toeslag verleend van 0,48% (1 januari 2018:

0,04%). De indexatieachterstand is daardoor wel toegenomen. De lasten van deze

toeslagverlening worden verwerkt in boekjaar 2019 en hebben een negatieve

invloed op de feitelijke dekkingsgraad van 0,5%.

5.1.2 Realisatie doelstelling van het fonds en jaarplan 2018

Pensioenambitie

Het streven naar een waardevast pensioen werd in 2018 niet gerealiseerd omdat de

toeslagverlening beperkt was (zie paragraaf 5.1.1). Het herstelplan van begin 2018

ging uit van een herstel naar de vereiste dekkingsgraad in twee jaar. Door de slechte

resultaten in 2018 wordt in het herstelplan 2019 verwacht dat de periode van her-

stel nog vier jaar zal duren (zie paragraaf 5.6.1). Dat betekent dat de toeslagverle-

ning voorlopig beperkt zal blijven. Bij een lagere dekkingsgraad is ook de kans op

korting van de pensioenen groter.

Jaarplan

De belangrijkste zaken uit het jaarplan 2018 zijn gerealiseerd:

■ De herijking van de strategische heroriëntatie in verband met de toekomst-

bestendigheid van het fonds leidde tot de conclusie dat het fonds nog steeds het

beste alternatief is om de pensioenregeling van WKNL uit te voeren (zie para-

graaf 5.1.3).

■ De raad van toezicht werd geïnstalleerd (zie paragraaf 1.7.4).

■ Het uitvoeren van een ALM-studie en de evaluatie van de risicohouding. Het

ALM-beleid en de risicohouding werden na de studie en de evaluatie ongewijzigd

vastgesteld (zie paragrafen 5.3.1 en 5.4.2).

Page 28: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

28 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

■ Het maatschappelijk verantwoord beleggen werd geïntensiveerd bij de beleg-

gingen in aandelen door over te gaan op een mandaat dat alleen belegt in bedrij-

ven met de beste scores op het gebied van maatschappelijk verantwoord onder-

nemen (zie paragrafen 5.4.5 en 5.4.6).

■ De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) werd geïmplementeerd

(zie paragraaf 5.2.2)

■ Voor het integraal risicomanagement (IRM) is een beleidsnota opgesteld en is

het ‘three lines of defence model’ ingevoerd (zie paragraaf 5.1.8.4).

5.1.3 Herijking strategische heroriëntatie en SWOT-analyse

In 2018 is opnieuw een studie naar het bestaansrecht van het fonds uitgevoerd. Op

basis van de scenario’s die in 2017 door het bestuur zijn onderzocht, is stilgestaan

bij de vraag of deze scenario’s nog van toepassing zijn, eventueel in een ander dag-

licht zijn komen te staan en of de scenarioset nog volledig is. Aan de hand van de

geactualiseerde scenarioset is onderzocht welke scenario’s/veranderingen met

betrekking tot het bestaansrecht van het fonds denkbaar zijn, wat daarvan de con-

sequenties zijn en hoe het fonds daarop reageren kan. In het verlengde van de stu-

die is tevens de SWOT-analyse van het fonds geactualiseerd en is met een aantal

alternatieve pensioenuitvoerders gesproken.

De conclusie van het vervolgonderzoek in 2018, waarin rekening is gehouden met

de zeven door DNB geformuleerde risico-indicatoren, is dat in de huidige opzet

voor de korte termijn de risico’s beperkt zijn. Het fonds functioneert goed en op dit

moment is er geen beter alternatief, vanuit het oogpunt van het pensioenresultaat,

het verleende serviceniveau, de geformuleerde risicohouding van alle stakeholders,

de uitvoerings- en vermogensbeheerkosten en de integrale risicobeheersing. De

uitdaging is te blijven voldoen aan wat belanghebbenden mogen verwachten van

een pensioenuitvoerder. Er zijn ontwikkelingen (zoals een turbulent en onzeker eco-

nomisch klimaat met een lage marktrente, de vergrijzing van de populatie, de sta-

bilisatie van een relatief klein aantal actieve deelnemers, het beperkte premiestuur,

de mogelijkheid dat de werkgever de (uitvoering van de) pensioenregeling gaat

heroverwegen, de druk op hoogte van de uitvoeringskosten als gevolg van toegeno-

men compliancy- en toezicht vereisten, de afnemende bereidheid bij participanten

van pensioenfondsen om risico’s te delen in solidariteit, de maatschappelijke en

politieke discussies over de houdbaarheid van het pensioenstelsel), die ook gevol-

gen kunnen hebben voor de besturing en inrichting van het fonds. Al deze ontwik-

kelingen maken het noodzakelijk om de uitvoering van de pensioenregeling via een

eigen ondernemingspensioenfonds periodiek te toetsen en te evalueren. In 2019 zal

daarom opnieuw een evaluatie plaatsvinden.

5.1.4 Nieuw pensioenstelsel

Vakbonden, werkgevers en kabinet zijn al jarenlang verwikkeld in een discussie over

een nieuw pensioenstelsel. Alle partijen lijken het er over eens te zijn dat het pen-

sioenstelsel aan vernieuwing toe is, maar op inhoud lopen de meningen fl ink uiteen.

Ook in 2018 is er opnieuw geen akkoord tot stand gekomen. Om de impasse te

doorbreken, stuurde minister Koolmees van SZW op 1 februari 2019 een brief aan de

Tweede Kamer, waarin de minister aangeeft hoe hij verder wil gaan na het vastlopen

van de pensioenonderhandelingen met de sociale partners eind 2018. Het kabinet

benadrukt dat hervormingen van het pensioenstelsel noodzakelijk zijn en dat het

openstaat voor aanvullingen in overleg met sociale partners, pensioenuitvoerders

en toezichthouders. De minister benoemt tien onderwerpen waarmee het kabinet

aan de slag wil en die nog vóór de zomer van 2019 tot concrete resultaten moeten

leiden. Het is echter zeer de vraag of een en ander binnen deze termijn gaat lukken.

De belangrijkste onderwerpen voor het fonds zijn:

■ Uitwerking wetgeving voor de afschaffi ng van de doorsneesystematiek.

In het huidige pensioenstelsel wordt voor en door de actieve deelnemers een

gelijke premie betaald, terwijl de pensioeninkoop voor oudere actieve deel-

nemers duurder is dan voor jongere. Het kabinet wil af van deze premieherverde-

ling. Het gevolg zal zijn dat de pensioenopbouw afhankelijk wordt van de leeftijd:

Page 29: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 29

jongeren gaan meer pensioen opbouwen en ouderen minder. Onevenredig nega-

tieve effecten voor de oudere actieve deelnemers zullen vermeden moeten wor-

den. Het kabinet komt hiervoor met een transitieplan, dat in nadere wetgeving

zal worden vastgelegd. In de fi scale wetgeving zullen de huidige regels voor

maximale pensioenopbouw worden vervangen door een maximale fi scaal aftrek-

bare premie-inleg.

■ Meer maatwerk in het beleggingsbeleid.

De meeste pensioenfondsen hanteren momenteel een uniforme beleggingsmix.

In de opbouwfase lopen de actieve en gewezen deelnemers dezelfde beleggings-

risico’s als pensioengerechtigden in de uitkeringsfase, ondanks het verschil in

risico-draagkracht. Het kabinet wil in de wet vastleggen dat pensioenfondsen

hun beleggingsbeleid baseren op het zogenaamde ‘lifecycle principe’, waarbij de

beleggingsrisico’s en de toe te rekenen beleggingsresultaten beter zijn afge-

stemd op de verschillende leeftijdsgroepen.

■ Omzetting bestaande aanspraken naar pensioencontract met persoonlijke pen-

sioenvermogens.

Voor het overdragen van de reeds opgebouwde pensioenen naar het nieuwe

pensioenstelsel met persoonlijke pensioenvermogens zal een waarderingskader

worden opgesteld. Indien sectoren en ondernemingen dit invaren niet gewenst

vinden, dan zullen zij de oude en nieuwe pensioenopbouw bij verschillende pen-

sioenuitvoerders moeten onderbrengen.

■ Onderzoek naar de koppeling tussen levensverwachting en pensioenleeftijd.

De toekomstige AOW- en pensioenrichtleeftijd zijn volgens afgesproken reken-

regels één op één gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Er

worden alternatieve varianten onderzocht die passen binnen houdbare over-

heidsfi nanciën.

De economische crisis, de lage rente en de toegenomen levensverwachting hebben

de laatste tien jaar grote gevolgen gehad voor pensioenfondsen. Toch staat het

Nederlandse pensioenstelsel in de wereld bekend als ‘best in class’. De paradox is

echter dat het vertrouwen in het pensioenstelsel bij de belanghebbenden al jaren

afneemt. Tien jaar pensioendiscussie over een nieuw pensioenstelsel heeft nog wei-

nig concreet resultaat opgeleverd, heeft niet bijgedragen aan het vertrouwen in de

pensioensector en, op korte termijn lijkt er geen (volledige) overeenstemming te

verwachten.

Met de tien punten-brief wil het kabinet haast maken met de hervorming van het

pensioenstelsel. Een beoogde invoeringsdatum wordt niet genoemd, maar de

minister informeert de Tweede Kamer voor de zomer van 2019 met een

hoofdlijnen brief over de onderwerpen die van belang zijn voor de transitie naar een

nieuw pensioenstelsel. Voor de gehele pensioensector zal de impact enorm zijn,

maar ook voor alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtig-

den, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsmarkt. Het fonds zal de ontwikkelingen

op de voet volgen en acteren als daar aanleiding toe is.

5.1.5 Organisatie & governance

Het bestuur heeft het afgelopen jaar uitgebreid aandacht besteed aan de organisa-

tie & governance. In 2018 zijn de volgende aandachtsgebieden aan de orde geweest:

■ Per 1 januari 2018 zijn de statuten gefl exibiliseerd (bestuursleden namens de

actieve deelnemers of de pensioengerechtigden hoeven zelf geen actief deelne-

mer respectievelijk gepensioneerde te zijn), kwam een extra bestuurslid namens

de gepensioneerden in het bestuur en is de zittingstermijn van bestuursleden

gemaximeerd (zie paragraaf 1.7.1), is de samenstelling van het verantwoordings-

orgaan aangepast (zie paragraaf 1.7.3) en is het beloningsbeleid gewijzigd (zie

paragraaf 5.1.9).

■ Per 1 april 2018 is de raad van toezicht ingesteld (zie paragraaf 1.7.4).

■ Met ingang van 13 januari 2019 is de IORP II-richtlijn in werking getreden, waar-

bij drie sleutelfuncties moesten worden ingericht (een actuariële functie, een

risicobeheerfunctie en een interne auditfunctie). Het fonds heeft de drie sleutel-

functies als volgt ingericht:

Page 30: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

30 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Sleutelfunctie Houderschap Vervullerschap

Actuariële functie Certifi cerend actuaris Willis

Towers Watson (J.L.A. Schilder)

Certifi cerend actuaris Willis Towers Watson

(J.L.A. Schilder)

Risicobeheerfunctie Deloitte Risk Advisory

(E.P.S. van der Steen)

Pensioenbureau met ondersteuning van

Deloitte Risk Advisory, met een monitorende

rol van de risicobeheercommissie

Interne audit functie Bestuurslid (H. van de Bunt) BDO (mw. G.J. Strampel)

5.1.6 Evaluatie fi nanciële opzet en evenwichtige belangenafweging

Het bestuur geeft invulling aan evenwichtige belangenafweging door bij de beslui-

ten die het neemt voortdurend te toetsen of die voldoen aan de doelstelling, missie,

visie en strategie van het fonds. Het bestuur zorgt ervoor dat de participanten en de

werkgever zich op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen bij de

afweging van hun belangen.

Eind 2018 heeft het bestuur tijdens een themadag stilgestaan bij het onderwerp

evenwichtige belangenafweging. Centraal stond de vraag in welke mate invulling

werd en wordt gegeven aan evenwichtige belangenafweging en of dat nog steeds

passend is. Deze vraag was vooral ingegeven omdat de premiedekkingsgraad de

afgelopen vier jaar lager was dan 100% (in 2018: 87,2%) en er achterstanden zijn

in de toeslagverlening. De conclusies van deze themadag waren als volgt:

■ Premiebeleid

Tot en met 2019 staan de premie en de pensioenopbouw vast vanwege het con-

tract dat tussen de werkgever en de werknemers in de sociale pensioencommissie

is gesloten. Overigens kan de premie, met de huidige samenstelling van de popu-

latie, slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan een verhoging van de dekkings-

graad. Dit nog afgezien van de vraag of het evenwichtig is om nieuwe deelnemers

te laten betalen voor eerder ontstane tekorten.

In de loop van 2019 zal het bestuur nader onderzoek doen naar de premiestelling

(lees de premiesystematiek) voor het jaar 2020 en de jaren daarna. Het bestuur is

van mening dat bij het afsluiten van een nieuw contract tussen de werkgever en de

werknemers een ondergrens aan de premiedekkingsgraad moet worden gesteld om

een verdere ‘verwatering’ van de dekkingsgraad tegen te gaan. Het effect van de

premie op de totale dekkingsgraad van het fonds is marginaal (de laatste vijf jaar

was dat gemiddeld −/− 0,1% per jaar). Desondanks hecht het bestuur in principe

aan een ondergrens van de premiedekkingsgraad.

Het bestuur acht dat evenwichtig, omdat een te lage premiedekkingsgraad bete-

kent dat de actieve deelnemers voor de toekomstige opbouw profi teren van de vrije

middelen van het fonds, terwijl de actieve en gewezen deelnemers en pensioen-

gerechtigden geen (volledige) toeslagverlening krijgen over de in het verleden

opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. Omdat hun pensioenrechten niet

worden aangepast, voelen de pensioengerechtigden dit direct in hun portemonnee.

■ Beleggingsbeleid

Het fonds heeft met een ALM-studie begin 2018 het beleggingsbeleid geëvalueerd

en opnieuw vastgesteld (zie de paragrafen 5.1.8.1 en 5.4.2). Het beleggingsbeleid

past bij de risicohouding van de sociale partners en het bestuur. De evaluatie van de

evenwichtige belangenafweging gaf geen aanleiding het beleggingsbeleid opnieuw

tegen het licht te houden.

Page 31: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 31

■ Toeslagenbeleid

Voor het fonds is het (al of niet gedeeltelijk) achterwege laten van toeslagverlening

een effectief sturingsmiddel om de fi nanciële positie in geval van tekorten in ieder

geval niet verder te laten verslechteren. Dit sturingsmiddel treft alle participanten

in nagenoeg gelijke mate, en is daarmee evenwichtig.

Het bestuur heeft ook aandacht besteed aan inhaaltoeslag (zie paragraaf 1.4.1).

Inhaaltoeslag is wettelijk mogelijk vanaf de dekkingsgraadgrens voor toekomst-

bestendige toeslagverlening (eind 2018: 123,2%). Het bestuur vindt het evenwich-

tig om daarbij de zogenaamde ‘evenredige methode’ toe te passen. Alle participan-

ten worden op deze manier op dezelfde wijze behandeld. Het nabetalen van in het

verleden niet toegekende en uitbetaalde toeslagen of kortingen aan pensioen-

gerechtigden is niet marktconform, legt een zware en dure wissel op de pensioen-

administratie en wordt daarom niet evenwichtig bevonden.

■ Kortingsbeleid

Het korten van pensioenaanspraken en -rechten is als sturingsmiddel uiteraard ook

effectief en treft ook alle participanten. Gelukkig heeft het fonds dat sturingsmid-

del nog nooit hoeven inzetten. De fi nanciële positie van het fonds is eind december

2018 dusdanig dat de kans op pensioenkortingen de komende paar jaar beperkt

zijn.

Het kortingsbeleid van het fonds gaat uit van een kortingstermijn van drie jaar in

plaats van de wettelijk voorgeschreven termijn van vijf jaar (zie paragraaf 1.4.2).

Hiervoor is bewust gekozen omdat het fonds relatief veel pensioengerechtigden

heeft in vergelijking met het aantal actieve deelnemers. Het bestuur vindt het

evenwichtig dat bij een verslechterde fi nanciële positie sneller kan worden bij-

gestuurd, ten einde een situatie waarbij de dekkingsgraad niet meer kan herstellen

te vermijden. Dit is in het belang van alle participanten.

5.1.7 Naleving Code Pensioenfondsen

De Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid hebben in 2013 de Code Pen-

sioenfondsen (hierna: de Code) opgesteld. Op 1 januari 2014 is de Code in werking

getreden en verankerd in de Pensioenwet. Het doel van de Code is het bijdragen aan

het verder verbeteren van het functioneren van pensioenfondsen en dit functione-

ren inzichtelijk(er) te maken. Dit om het vertrouwen te vergroten van belangheb-

benden dat pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld goed beheren en alle

belangen evenwichtig afwegen. De kern van de Code is de inhoud van goed pen-

sioenfondsbestuur, de verantwoording en het toezicht daarop. De Code is een

gedragscode voor de pensioenfondsensector en bestaat uit normen die de sector

zichzelf oplegt.

De Code is in 2018 aangepast: het aantal normen is gereduceerd van 83 naar 65 en

deze zijn gerubriceerd naar acht herkenbare thema’s. Deze nieuwe indeling maakt

dat het bestuur en het intern toezicht gerichter met elkaar in gesprek kunnen gaan

over de essentialia van de Code en de acht thema’s waar goed pensioenfonds bestuur

om draait: ‘Vertrouwen waarmaken’, ‘Verantwoordelijkheid nemen’, ‘Integer

handelen’, ‘Kwaliteit nastreven’, ‘Zorgvuldig benoemen’, ‘Gepast belonen’, ‘Toezicht

houden en inspraak waarborgen’ en ‘Transparantie bevorderen’. De Code gaat in op

de rol van het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht.

Het bestuur beoordeelt en toetst periodiek de naleving van in de Code geformu-

leerde normen en doet daar verslag van in het jaarverslag c.q. bestuursverslag. De

Code is gebaseerd op het principe ‘pas toe of leg uit’. Bepalend voor de werking van

de Code is hoe pensioenfondsen met de intenties van de Code omgaan, niet de

mate waarin ze die naar de letter naleven. De waarde zit in de dialoog en afgewo-

gen besluitvorming over de onderwerpen en thema’s in de Code. Dat betekent dat

er ruimte is om af te wijken van de normen, mits dit weloverwogen en gemotiveerd

gebeurt.

Page 32: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

32 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Bij de introductie van de Code in 2014 hebben de Pensioenfederatie en de Stichting

van de Arbeid een Monitoringcommissie ingesteld die toeziet op de naleving van de

Code. De Monitoringcommissie onderzoekt jaarlijks, aan de hand van de door de

pensioenfondsen gepubliceerde jaarverslagen c.q. bestuursverslagen, hoe pen-

sioenfondsen de Code naleven. Zij publiceert haar bevindingen in een rapport,

waarin de commissie ontwikkelingen signaleert en met aanbevelingen komt over

aanpassingen en toepassingen van de Code.

In onderstaand overzicht worden de 65 in de Code geformuleerde normen thema-

tisch doorlopen en wordt vastgesteld in welke mate het fonds hieraan, op basis van

de situatie per 31 december 2018, voldoet. Bij geen van de thema’s en normen zijn

specifi eke afwijkingen aan de orde.

Thema’s Normen Toepassing c.q. naleving van de normen door het fonds

1. Vertrouwen waarmaken 1 t/m 9 ■ Het bestuur voert de regeling uit, met een evenwichtige afweging van

belangen.

■ Het bestuur heeft een doelstelling, missie, visie en strategie

opgesteld en zorgt voor een heldere en gedocumenteerde beleids- en

verantwoordingscyclus (zie paragraaf 1.2).

■ Het bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor het

waarmaken van het vertrouwen en legt middels het jaarverslag c.q.

bestuursverslag verantwoording af over het gevoerde beleid, de

gerealiseerde uitkomsten van dit beleid en de beleidskeuzes voor de

toekomst. Het bestuur geeft in paragraaf 5.3 en 5.6.2 daarbij ook

inzicht in de risico’s voor de belanghebbenden op korte en lange

termijn, gerelateerd aan het overeengekomen ambitieniveau en de

risicohouding.

■ Het bestuur bevordert en borgt een cultuur waarin risicobewustzijn

vanzelfsprekend is en zorgt ervoor dat het integrale

risicomanagement adequaat georganiseerd is (zie paragraaf 5.1.8.4).

■ De ‘Noodprocedure om in spoedeisende gevallen te kunnen

handelen’ is in 2018 geactualiseerd.

2. Verantwoordelijkheid

nemen

10 t/m 14 ■ Het bestuur zorgt voor een heldere en expliciete taak- en rolverdeling

tussen bestuur en pensioenbureau (zie paragraaf 1.7.1 en 1.7.2)

■ Het bestuur zorgt dat het zicht heeft op de uitbestedingsketen,

evalueert jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering versus de kosten

van de externe partijen en neemt adequate maatregelen als een

dienstverlener onvoldoende presteert (zie paragraaf 5.1.8.5).

■ Het bestuur toetst het beloningsbeleid van externe partijen en zorgt

ervoor dat dit beloningsbeleid niet aanmoedigt om meer risico’s te

nemen dan voor het fonds aanvaardbaar is (zie paragraaf 5.1.9).

3. Integer handelen 15 t/m 22 ■ Het bestuur heeft een interne gedragscode opgesteld en ziet er op

toe dat de bij het fonds betrokken personen daarvan op de hoogte

zijn en zich daarnaar gedragen (zie paragraaf 5.1.12).

■ Nevenfuncties en tegenstrijdige belangen of reputatierisico’s worden

gemeld. Het bestuur zorgt dat onregelmatigheden kunnen worden

gemeld en dat betrokkenen weten hoe en bij wie (zie paragraaf

5.1.8.4).

■ Het bestuur kent de relevante wet- en regelgeving en interne regels,

weet hoe het fonds daar invulling aan geeft en bewaakt de naleving

en compliance (zie paragraaf 5.1.8.4).

Page 33: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 33

Thema’s Normen Toepassing c.q. naleving van de normen door het fonds

4. Kwaliteit nastreven 23 t/m 30 ■ Het bestuur is collectief verantwoordelijk voor zijn functioneren.

De voorzitter is het eerste aanspreekpunt. Hij is als eerste

verantwoordelijk voor zorgvuldige besluitvorming en procedures.

■ Het bestuur zorgt voor een permanente educatie van zijn leden, de

medebeleidsbepalers, de medewerkers van het pensioenbureau en de

leden van de andere fondsorganen (zie paragraaf 5.1.8.3).

■ Het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht

evalueren jaarlijks het eigen functioneren. Het bestuur en het

verantwoordingsorgaan betrekken daarbij eens in de twee jaar een

onafhankelijke derde partij.

5. Zorgvuldig benoemen 31 t/m 40 ■ Het fonds streeft ernaar dat de samenstelling van de fondsorganen

wat betreft geschiktheid, complementariteit en diversiteit een

afspiegeling van de belanghebbenden is. Zowel bij de aanvang

van een termijn, als ook tussentijds bij de zelfevaluaties vindt een

beoordeling over het functioneren plaats (zie paragraaf 5.1.8.3).

■ Het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht

leggen bij een vacature de eisen voor de vacante functie in een

profi elschets vast en houden rekening met het diversiteitsbeleid van

het fonds (zie paragraaf 5.1.8.3).

6. Gepast belonen 41 t/m 45 ■ Het fonds voert een beheerst en duurzaam beloningsbeleid en is zeer

terughoudend met prestatiegerelateerde beloningen. Dit beleid is in

overeenstemming met de doelstellingen van het fonds (zie paragraaf

5.1.9).

7. Toezicht houden en

inspraak waarborgen

46 t/m 57 ■ De raad van toezicht stelt zich onafhankelijk op en betrekt de Code

bij de uitoefening van zijn taak (zie paragraaf 4.1).

■ Het bestuur weegt de aanbevelingen van de raad van toezicht

zorgvuldig, volgt deze op of motiveert afwijkingen (zie paragraaf 4.2).

■ Het bestuur gaat de dialoog aan met het verantwoordingsorgaan bij

het afl eggen van verantwoording (zie paragraaf 3).

■ Het bestuur beoordeelt ieder jaar het functioneren van onder

andere de accountant en de certifi cerend actuaris en stelt de raad

van toezicht en het verantwoordingsorgaan van de uitkomst op de

hoogte (zie paragraaf 5.1.8.5).

8. Transparantie bevorderen 58 t/m 65 ■ Het bestuur geeft via de website van het fonds en in het jaarverslag

c.q. bestuursverslag publiekelijk inzicht in doelstelling, missie, visie en

strategie (zie paragraaf 1.2).

■ Het bestuur legt zijn overwegingen omtrent verantwoord beleggen

vast en zorgt ervoor dat deze beschikbaar zijn voor belanghebbenden

(zie paragraaf 5.4.6).

■ Het bestuur stelt beleid vast rond transparantie en communicatie en

evalueert dit beleid periodiek (zie paragraaf 5.1.8.2).

■ Het bestuur rapporteert in het jaarverslag c.q. bestuursverslag over de

naleving van de interne gedragscode en de evaluatie van het bestuur

(zie paragraaf 5.1.12 en paragraaf 5.1.10).

■ Het bestuur zorgt voor een voor belanghebbenden toegankelijke

klachten- en geschillenprocedure en rapporteert in het jaarverslag,

c.q. bestuursverslag over de afhandeling van de klachten (zie paragraaf

5.2.6)

Alles overziend voldoet het fonds aan de Code. Het bestuur realiseert zich dat blij-

vend invulling moet worden gegeven aan de intenties van de Code.

Page 34: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

34 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.1.8 Bestuurscommissies

Alle onderwerpen die in de beleggings-, communicatie-, geschiktheids-, jaarverslag-,

risicobeheer- en uitbestedingscommissie zijn behandeld, zijn daarna in de bestuurs-

vergaderingen aan de orde gekomen. Voor de samenstelling van de commissies zie

paragraaf 1.7.1.

5.1.8.1 Beleggingscommissie

De beleggingscommissie adviseert het bestuur over het beleggingsbeleid en is

bevoegd, binnen het door het bestuur vastgestelde beleid, beleggingsbeslissingen

te nemen.

BlackRock is naast beheerder van vier vermogensbeheermandaten en de valuta-

hedging, aangesteld als strategisch adviseur van het fonds. Daarnaast werkt de

beleggingscommissie samen met externe adviseurs voor ALM-studies en de moni-

toring en de selectie van vermogensbeheerders. Kas Bank verzorgt de beleggings-

administratie, compliance controle, performancemeting en de ex post risicomoni-

toring. De werkzaamheden van de beleggingscommissie vinden plaats binnen het

kader van het door het bestuur vastgestelde strategisch beleggingsbeleid en het

jaarlijks vastgestelde beleggingsplan.

In 2018 heeft de beleggingscommissie vier reguliere vergaderingen gehad, waarbij

altijd een bespreking plaatsvond met BlackRock. Voorts waren er gedurende het

jaar conference calls met BlackRock, waarin een update werd gegeven van de ont-

wikkelingen en risico’s op de fi nanciële markten. De beleggingscommissie heeft

samen met BlackRock een zogenoemde ‘heidag’ georganiseerd en met Willis

Towers Watson was er een bespreking van de ManagerWatch. Verder heeft (een

afvaardiging van) de beleggingscommissie gesprekken gehad met de portefeuille-

managers van CBRE, Wilshire en BlackRock credits.

De volgende zaken zijn in 2018 afgerond of worden in 2019 (verder) opgepakt:

■ Strategisch risicomanagement

● ALM-studie

In 2018 is met Sprenkels & Verschuren een ALM-studie uitgevoerd. In de stu-

die zijn het premie-, toeslagen-, kortings- en beleggingsbeleid opnieuw vast-

gesteld, rekening houdend met de wettelijke regels en de risicobereidheid van

het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de sociale partners. Het beleid

werd niet aangepast. De eerstvolgende ALM-studie zal uitgevoerd worden in

2021, tenzij er eerder aanleiding toe is.

● Strategisch advies en risicobudgettering

BlackRock heeft als strategisch adviseur vooral de rol om de verbinding te

leggen tussen de uitkomsten van de ALM-studie en de implementatie van het

beleggingsbeleid. Daarnaast is met BlackRock een risicorapportage ontwik-

keld, die gebruikt wordt naast de risicomonitor van Kas Bank. De belangrijkste

activiteiten in 2018 waren het opstellen van de strategische normportefeuille

(SNP) 2019, de overgang van de aandelenbeleggingen (developed) naar MSCI

ESG Focus, de evaluatie van het LDI-mandaat (inclusief de central clearing),

het treffen van voorbereidingen voor de mogelijke gevolgen van een ‘harde’

brexit (waaronder een aanpassing van de contracten) en de invulling van

opleidingsactiviteiten. De activiteiten met BlackRock worden vastgelegd in

een jaarplan en voor lopende zaken wordt een actielijst bijgehouden.

De belangrijkste zaken voor 2019 zijn:

– De juridische en financiële gevolgen van brexit blijven monitoren en

daarop reageren.

– Een verdere invulling geven aan het ESG-beleid bij de vastrentende waar-

den.

– Het uitwerken en opvolgen van de ‘Shareholders Rights Directive II’.

Page 35: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 35

– De evaluatie van het LDI-mandaat (inclusief de central clearing van de

rented erivaten).

– Het opstellen van de SNP en het beleggingsplan 2020.

■ Risicoanalyse en control

Beleggingsrisico’s zijn een onderdeel van het strategisch risico-universum van het

fonds (zie paragraaf 5.1.8.4), waarvoor een deel-risicomatrix is samengesteld. Deze

wordt ieder kwartaal door de beleggingscommissie getoetst en gerapporteerd aan

het bestuur. De deel-risicomatrix beleggingen/vermogensbeheer wordt minimaal

één keer per jaar geëvalueerd en aangepast als daar aanleiding toe is. Daarnaast is

voor elk mandaat een dossier samengesteld met onder andere de beweegredenen

waarom het mandaat is aangegaan en wat het inhoudt, de zogenaamde ‘invest-

ment cases’. Deze investment cases worden ieder jaar geactualiseerd.

In 2016 is met Willis Towers Watson een onderzoek in de vorm van een bruto/

netto-risicoanalyse uitgevoerd op de beleggingsrisico’s. Deze analyse wordt in 2019

opnieuw uitgevoerd, waarbij een verdere aanpassing aan de uniforme bruto/netto-

methodologie van het fonds zal plaatsvinden en, om compliant te zijn met de IORP

II-richtlijn, zullen de ESG-risico’s in het strategisch risico-universum van het fonds

en in de op te stellen ‘Eigen Risico Beoordeling’ (ERB) worden meegenomen.

■ ManagerWatch

Het fonds gebruikt de ManagerWatch van Willis Towers Watson. De ManagerWatch

geeft ondersteuning bij de jaarlijkse kwalitatieve beoordeling van de (schaduw)

managers (vermogensbeheerders), of eerder bij relevante wijzigingen bij vermo-

gensbeheerders. In 2018 is de gehele dienstverlening van zowel Willis Towers Wat-

son als BlackRock geëvalueerd. Op basis daarvan werd besloten de relatie te conti-

nueren. Deze evaluaties worden jaarlijks uitgevoerd. In 2018 zijn de beheer -

vergoedingen van de vermogensbeheerders beoordeeld op basis van een rapport

van Willis Towers Watson. De beheervergoedingen met BlackRock zijn na heronder-

handeling aangepast.

■ Maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid

Het fonds heeft een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid (MVB of ESG).

In 2018 is een nieuwe stap gezet bij de aandelen door over te gaan van de ‘ESG

screened index B-funds’ naar een mandaat dat de ‘MSCI ESG Focus index’ volgt. Op

deze portefeuille is ook het ‘voting en engagement’ beleid van BlackRock van toe-

passing. In de credit portefeuille worden bedrijven die in strijd handelen met de UN

Global Compact regels uitgesloten. Begin 2019 is besloten deel te nemen aan het

IMVB-convenant en later in 2019 zal een verdere invulling worden gegeven aan het

ESG-beleid bij de vastrentende waarden.

■ Custody en vermogensbeheerdiensten

Kas Bank levert custody diensten aan het fonds en daarnaast zijn de beleggings-

administratie, performancemeting, ex post risicomonitoring en compliance con-

trole bij Kas Bank uitbesteed. Met deze uitbesteding zijn operationele risico’s van

het pensioenbureau beperkt, vindt onafhankelijke performancemeting plaats en

wordt middels de rapportages en de toegang tot een dashboard via internet ‘look

through’ beleggingsinformatie beschikbaar gesteld voor de beleggingscommissie en

het bestuur. De integrale dienstverlening van Kas Bank is na de jaarlijkse evaluatie

gecon tinueerd.

■ Transparantie vermogensbeheerkosten

Het fonds voldoet aan de aanbevelingen van de Pensioenfederatie over de rappor-

tage en communicatie door pensioenfondsen van de uitvoeringskosten en de ver-

mogensbeheerkosten. In 2018 is een benchmarkanalyse uitgevoerd door Lane Clark

& Peacock (LCP). Daarbij is de relatie van de vermogensbeheerkosten met het risico

en het gerealiseerde rendement aan de orde gesteld. In 2019 zal het fonds opnieuw

deelnemen aan deze benchmarkanalyse.

Page 36: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

36 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.1.8.2 Communicatiecommissie

Pensioencommunicatie is een belangrijk speerpunt van het fonds. De communica-

tiecommissie adviseert het bestuur over het communicatiebeleid en richt zich,

samen met de expertise van Willis Towers Watson en Bridgevest, op de pensioen-

communicatie in brede zin.

De volgende zaken zijn in 2018 afgerond of worden in 2019 (verder) opgepakt:

■ Wet- en regelgeving pensioencommunicatie

● Wet pensioencommunicatie

Het laatste openstaande punt met betrekking tot de implementatie van de

Wet pensioencommunicatie ‘het opnemen van informatie voor pensioen-

gerechtigden in het Nationaal Pensioenregister’ is begin 2018 gerealiseerd.

● Wet waardeoverdracht klein pensioen

Deze wet is vanaf 1 januari 2018 gefaseerd in werking getreden. Vanaf 1 janu-

ari 2019 ontstaat onder andere het recht op automatische waardeoverdracht

van kleine pensioenen voor pensioenuitvoerders. Dit zorgt ook voor een aan-

tal communicatieverplichtingen. Het beleid van het fonds met betrekking tot

het gebruik maken van het recht op automatische waardeoverdracht is begin

2019 vastgelegd in de algemene- en in de deelnemer specifi eke informatie.

● URM en navigatiemetafoor

Op 30 september 2019 moet de navigatiemetafoor (het communiceren van

het te bereiken pensioen in drie scenario’s (pessimistisch, verwacht en opti-

mistisch)) zijn opgenomen in het Nationaal Pensioenregister en vanaf 2020

ook op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) worden vermeld. De input voor

het vaststellen van de scenario’s is gebaseerd op de jaarlijks uitgevoerde haal-

baarheidstoets. Idella levert de software om met de data uit de haalbaar-

heidstoets de scenario’s, middels de door de overheid aangereikte ‘Uniforme

RekenMethodiek’ (URM), per individu vast te stellen en deze vervolgens te

importeren in het Nationaal Pensioenregister.

● IORP II-richtlijn

De IORP II-richtlijn die op 13 januari 2019 gefaseerd is ingaan, stelt een groot

aantal eisen aan de informatieverstrekking van pensioenfondsen. Met uitzon-

dering van het tonen van het te bereiken pensioen in drie scenario’s (zie hier-

boven), voldoet het fonds begin 2019 aan alle gestelde eisen.

■ Deelnemersonderzoek pensioenbewustzijn

De participant moet kunnen weten hoe hij er voor staat en welke risico’s hij loopt.

De communicatie kan hieraan bijdragen door de informatie af te stemmen op de

kenmerken en de belevingswereld van het eigen participanten bestand. Conform de

Wet pensioencommunicatie moet het effect van de pen sioencommunicatie en het

serviceniveau door de pensioenuitvoerder periodiek worden gemeten.

Het laatste deelnemersonderzoek naar het pensioenbewustzijn onder alle partici-

panten is in 2016 door Bridgevest uitgevoerd. Uit dat deelnemersonderzoek bleek

dat alle onderzoeksgroepen meer dan tevreden zijn over de pensioencommunicatie

en het serviceniveau van het fonds.

In 2018 is geen deelnemersonderzoek pensioenbewustzijn onder alle participanten

uitgevoerd. Om tussentijds de vinger aan de pols te houden, is een deel nemerspanel

georganiseerd. Uit alle drie geledingen (actieve- en gewezen deelnemers en pen-

sioengerechtigden) waren participanten aanwezig. Het overall oordeel van het

deelnemerspanel was dat de pensioencommunicatie en het serviceniveau van het

fonds goed is. Er zijn vanuit het panel wel een beperkt aantal verbetersuggesties

gedaan. Deze suggesties betreffen onder andere het gebruiksvriendelijker maken

Page 37: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 37

van het ‘rekenmodel fl exibilisering pensioen’ op de website van het fonds, het op

een aantal plaatsen aanpassen en verduidelijken van de pensioenbrieven, het meer

betrekken van jongeren bij het fonds (ook bij het in 2019 opnieuw te organiseren

deelnemerspanel) en het gebruikersvriendelijker maken van het encrypted mailen

door het fonds naar de participanten.

■ Online tool Op Koers

Gedreven door de grote behoefte van de actieve deelnemers aan hulp bij fi nanciële

planning, stimuleert het fonds in samenwerking met de werkgever al een aantal

jaren het gebruik van de online tool ‘Op Koers’ van Bridgevest. De tool geeft inzicht

en handvatten om de individuele pensioensituatie helder in beeld te krijgen.

Op een aantal kleinschalige afdelingsbijeenkomsten is Op Koers het afgelopen jaar

opnieuw onder de aandacht gebracht. De cumulatief gerealiseerde responseper-

centages van ruim 50% maken duidelijk dat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt

van de tool.

■ Mijnoverheid.nl – berichtenbox

In 2017 heeft het fonds zich aangesloten bij de ‘Berichtenbox’ (de persoonlijke digi-

tale brievenbus van de overheid) om ook via dit distributiekanaal pensioeninforma-

tie naar de participanten te verzenden. Er zijn het afgelopen jaar verschillende

acties ondernomen om de aanmelding van participanten bij de berichtenbox te

stimuleren. Eind 2018 stonden respectievelijk 48% van de actieve deelnemers, 31%

van de gewezen deelnemers en 42% van de pensioengerechtigden als gebruiker van

de berichtenbox van het fonds geregistreerd.

Naast bovengenoemde initiatieven zet het fonds nog de volgende overige com-

municatiemiddelen in:

■ Het Nationaal Pensioenregister.

■ Het Pensioen 1-2-3 en de Pensioenvergelijker.

■ Nieuwsbrieven, pensioenbrochures, verjaardagskaarten voor 45- en 60 jarigen

en de pensioenkrant.

■ Eventgerichte – en overige pensioenbijeenkomsten.

■ Pensioenspreekuren op locatie of middels een in 2018 gecreëerde skype verbin-

ding.

■ De website van het fonds en Yammer van WKNL.

■ Samenwerking met de afdeling HR van WKNL en de inzet van HR-business partners

De voorlichtingsbijeenkomsten aan de HR-business partners, de recruiters van de

afdeling HR van WKNL en de afdeling HR Support en hun rolinvulling met betrek-

king tot het onderwerp pensioen hebben de afgelopen jaren geresulteerd in een

goede samenwerking van het fonds met de afdeling HR van WKNL. In de voorlich-

tingsbijeenkomsten zijn de door het fonds opgestelde checklist van zogenoemde

life-events, de checklist van de Pensioenfederatie voor de werkgever ‘Weg wijs in

het pensioen’, Op Koers, het Pensioen 1-2-3 en de Pensioenvergelijker besproken.

■ Integraal risicodashboard pensioencommunicatie

Het risicodashboard pensioencommunicatie van het fonds, dat ieder kwartaal

wordt opgesteld en in de communicatiecommissie wordt besproken, is inmiddels

een aantal jaren in gebruik. Als leidraad is alle relevante informatie verzameld, zoals

wettelijke verplichtingen (met name de open normen met betrekking tot evenwich-

tigheid, juistheid en tijdigheid), de uitkomsten van het deelnemersonderzoek pen-

sioenbewustzijn en het deelnemerspanel, de uitkomsten van de periodieke compli-

ance scan en het onderwerp ontvangen klachten en/of discussiepunten. In 2018

heeft de communicatiecommissie in samen werking met Willis Towers Watson het

dashboard pensioencommunicatie geëvalueerd en op een aantal plaatsen uitge-

breid.

Page 38: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

38 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

■ Onderzoek ‘Financiële opzet & informatie’

De AFM en DNB hebben in 2016 onderzocht in hoeverre de door pensioenfondsen

verstrekte informatie consistent is met de voor de participanten te verwachten

pensioenuitkomst. In de loop van 2017 hebben de AFM en DNB besloten tot een

vervolgonderzoek. De tweede meting, die middels een steekproef bij een aantal

pensioenfondsen (waar het fonds geen deel van uitmaakte) heeft plaatsgevonden,

is bedoeld om inzicht te krijgen in de voortgang ten opzichte van 2016. In het eerste

kwartaal van 2018 is het vervolgonderzoek afgerond en zijn de uitkomsten daarvan

gepubliceerd. Voor het fonds had deze uitkomst, naast het advies om de begrijpe-

lijkheid van de communicatie uitingen te toetsen middels een te organiseren deel-

nemerspanel, geen gevolgen.

■ Onderzoek ‘tonen van het persoonlijk aandeel in het pensioenvermogen’

Om de angst ‘er zit voor mij straks geen geld meer in de pot’ weg te nemen, is een

aantal grote pensioenfondsen (waaronder het ABP) een onderzoek gestart naar een

methode om participanten duidelijk te maken dat er wel degelijk geld voor hen is

als zij met pensioen gaan.

Het fonds heeft in 2018, middels het gebruik van enkele maatmannen, onderzocht

of het mogelijk is de hiervoor benodigde informatie te verzamelen. Dit blijkt moge-

lijk te zijn, maar is dusdanig bewerkelijk en arbeidsintensief, dat dit op dit moment

niet eenvoudig voor de volledige populatie uitgevoerd kan worden. Ook gezien de in

2019 extra te verstrekken informatie zal het extern tonen van het persoonlijk aan-

deel in het pensioenvermogen door het fonds niet voor 2020 worden uitgevoerd.

5.1.8.3 Geschiktheidscommissie

De onderwerpen geschiktheid, beschikbaarheid en deskundigheidsbevordering

staan hoog op de agenda van het fonds. Daarom is er een aparte geschiktheidscom-

missie, die zich richt op het bevorderen en het waarborgen van de geschiktheid en

beschikbaarheid van de individuele (aankomende) bestuursleden en het bestuur als

geheel, van de leden van de verschillende bestuurscommissies, van de medewerkers

van het pensioenbureau, van de leden van de raad van toezicht en van de (reserve)

leden van het verantwoordingsorgaan.

Het bestuur en de overige fondsorganen dienen in termen van bezetting ten minste

te beschikken over een minimale capaciteit. Daarnaast zijn de beschikbaarheid over

voldoende tijd voor het naar behoren kunnen uitvoeren van de taken en verant-

woordelijkheden en het beschikken over een vastgesteld kennisniveau en specifi eke

competenties vereisten voor het goed functioneren van zowel het bestuur als de

overige fondsorganen. Het risico van het tekortschieten op een van deze criteria

wordt aangeduid als het risico op bestuurlijke capaciteit.

De werkgever van een bestuurslid of een (reserve)lid van het verantwoordings-

orgaan dient de bestuurlijke- en verantwoordingsfunctie te erkennen en voldoende

tijd voor het uitvoeren van de taken in te ruimen. Hieromtrent zijn afspraken met de

werkgever gemaakt. Daarnaast geldt dat de opvolging binnen het bestuur en de

overige fondsorganen wordt voorbereid door middel van ‘succession planning’ en

door vroegtijdig te anticiperen op de invulling van verwachte vacatures, waarbij

rekening wordt gehouden met complementariteit en de diversiteitsuitgangspunten

van het fonds. Ter borging van het kennisniveau zijn voor alle posities binnen het

bestuur en de overige fondsorganen profi elen opgesteld op basis waarvan deskun-

digheid en geschiktheid jaarlijks worden getoetst. Het fonds voorziet ten slotte de

bestuursleden en de leden van de overige fondsorganen van een ontwikkel- en

opleidingsplan om het vereiste kennisniveau permanent op peil te houden.

Het risico op bestuurlijke capaciteit is door het bestuur beoordeeld als een risico

dat impact heeft op de realisatie van de doelstellingen van het fonds en verstorend

zou kunnen werken. In geval onvoldoende bezetting resteert, kunnen specifi eke

besluiten niet rechtsgeldig worden genomen. Daarnaast betekent een te beperkte

Page 39: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 39

bezetting dat de belasting van het zittende bestuur en de overige fondsorganen

wordt verhoogd. Evenzo geldt dat als de kennis en kunde van het bestuur en de

overige fondsorganen als collectief onder druk staat of als deze organen oneven-

wichtig zijn samengesteld, het risico bestaat dat besluiten worden genomen die van

mindere kwaliteit zijn.

De geschiktheidscommissie richt zich op het beheersen van het risico op onvol-

doende bestuurlijke capaciteit. Aan het begin van ieder jaar wordt een geschikt-

heidsprogramma opgesteld en ieder kwartaal wordt over de voortgang van dit pro-

gramma gerapporteerd aan het bestuur.

Na de inwerkingtreding van de Code Pensioenfondsen en de Wet versterking

bestuur pensioenfondsen wordt nog meer de nadruk gelegd op een verdere verbe-

tering van het functioneren van het bestuur, het verantwoordingsorgaan en het

intern toezicht. In de ‘Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur 2017’ van de

Pensioenfederatie wordt onderscheid gemaakt in de geschiktheidsniveaus A, B/B-

plus en E (expertniveau). Iedere bestuurder wordt verondersteld ten minste aan

niveau A te voldoen, uit oogpunt van verdere professionalisering wordt niveau B/B-

plus of E aangeraden. Uiteraard is daarbij differentiatie op onderdelen aan te beve-

len, zeker als het gaat om een aan een bestuurslid toegewezen aandachts- of des-

kundigheidsgebied. De niveaus B/B-plus of E sluiten aan bij de al bestaande

toetsingspraktijk en zijn speciaal van toepassing voor bestuursleden met de aan-

dachtsgebieden risicomanagement en vermogensbeheer.

Er worden zeven deskundigheidsgebieden onderkend waar de bestuurders, de

medebeleidsbepalers en de leden van het verantwoordingsorgaan op getoetst wor-

den.

Het bestuur streeft voortdurend naar adequate geschiktheid, aansturing en conti-

nuïteit binnen het fonds. Bij dit streven wordt gekeken naar een evenwichtige taak-

en aandachtsverdeling binnen het bestuur en of er voldoende wordt ingespeeld op

de ontwikkelingen op pensioengebied. De toetsing van geschiktheid, complemen-

tariteit en diversiteit vindt plaats door middel van de volgende activiteiten:

■ Het DNB-toetsingstraject van aankomende bestuursleden en zittende bestuurs-

leden die in het kader van een herbenoeming of functieverzwaring zijn voorge-

dragen.

■ Het DNB-toetsingstraject van medebeleidsbepalers.

■ De jaarlijkse zelfevaluatie van de deskundigheid van de individuele bestuurs-

leden, de medebeleidsbepalers en de leden van het verantwoordingsorgaan.

■ De jaarlijkse zelfevaluatie van het bestuur, waarin de onderwerpen geschiktheid,

het werven van zogenoemde reservebestuursleden, complementariteit en diver-

siteit binnen het bestuur worden meegenomen.

■ De jaarlijkse zelfevaluatie van het verantwoordingsorgaan.

■ De jaarlijkse zelfevaluatie van de raad van toezicht.

■ Overleg van de geschiktheidscommissie met de individuele bestuursleden, de

medebeleidsbepalers, de voorzitters van de diverse bestuurscommissies, het ver-

antwoordingsorgaan en de sociale pensioencommissie ten aanzien van de

geschiktheid en deskundigheid en de daaruit voortvloeiende opleidingswensen.

■ Het onderwerp geschiktheidsbevordering, aan de hand van een periodieke rap-

portage van de geschiktheidscommissie, ieder kwartaal in de bestuursvergade-

ring te bespreken.

De uitkomsten van de jaarlijkse zelfevaluaties van de deskundigheid zijn vastgelegd

in een deskundigheidsmatrix. Op basis van de toegewezen aandachtsgebieden (zie

voor de verdeling per bestuurslid paragraaf 1.7.1) wordt jaarlijks bepaald welke

acties moeten worden ondernomen om de vereiste deskundigheid c.q. geschiktheid

van het bestuur te halen en te behouden. Het niveau van de toetsing ligt vast in de

gedefi nieerde eindtermen.

Page 40: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

40 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Naast de zeven deskundigheidsgebieden worden ook de vaardigheden en compe-

tenties van de (aankomende) bestuurders en medebeleidsbepalers in het toetsen

door de toezichthouder meegenomen. De geschiktheidscommissie heeft een pro-

fi elschets opgesteld voor (nieuwe) leden van het bestuur, het verantwoordings-

orgaan en de raad van toezicht. De vaardigheden en competenties moeten onder

andere blijken uit opleiding en werkervaring. De competenties worden getypeerd

door het drieluik: denken – voelen – kracht.

Met de bestuurswisselingen in 2017 en in 2018 is de nodige aandacht besteed om

de groepsdynamiek op het juiste niveau te handhaven, zodat zorgvuldige besluit-

vorming gewaarborgd bleef en in lijn was en is met de Code Pensioenfondsen, de

Wet versterking bestuur pensioenfondsen en de ‘Handreiking geschikt pensioen-

fondsbestuur 2017’ van de Pensioenfederatie. De binnen het bestuur georgani-

seerde countervailing power droeg eraan bij dat er ruim voldoende tegenspraak was

en kritische vragen niet vermeden werden.

Onderstaand een opsomming van de belangrijkste gerealiseerde zaken uit het

geschiktheidsprogramma 2018:

■ Het inwerken en het afronden van het daarbij behorende opleidings- en het DNB

goedkeuringstraject van het nieuwe bestuurslid.

■ Het organiseren van een sessie ‘Risicohouding en beleggingsbeleid’ naar aanlei-

ding van de in 2018 uitgevoerde ALM-studie voor het bestuur en het organiseren

van een soortgelijke sessie voor de sociale pensioencommissie, de COR en het

verantwoordingsorgaan.

■ De afronding van de ALM-studie 2018 en de presentatie van het eindrapport aan

het bestuur en het verantwoordingsorgaan.

■ Het in samenwerking met Deloitte organiseren van een themadag voor het

bestuur ‘Herijking strategische heroriëntatie 2018’. Tijdens de themadag is de

SWOT-analyse van het fonds geactualiseerd en is het ‘Strategic risk sensing

model’ van Deloitte geïntroduceerd met als doel het inzicht in de belangrijkste

strategische (externe) risico’s’ te versterken.

■ Het organiseren van een trainingsmiddag AVG en de aangescherpte privacywet-

geving’ voor de medewerkers van het pensioenbureau.

■ Het in samenwerking met Willis Towers Watson organiseren van een workshop

‘Evaluatie van het IRM-risicodashboard pensioencommunicatie’ voor de com-

municatiecommissie.

■ Het na de verkiezing van het verantwoordingsorgaan in augustus 2018 inwerken

van de nieuwe (reserve)leden van het verantwoordingsorgaan.

■ Het kernrisico ‘Risico bestuurlijke capaciteit-geschiktheid’ van het strategisch

risico-universum is geëvalueerd en aangepast.

■ Het in samenwerking met de externe compliance adviseur Deloitte organiseren

van een ‘Integriteitsawareness-sessie’ voor de deelnemers aan de bestuursverga-

dering.

■ De organisatie van de jaarlijkse zelfevaluaties van zowel het bestuur als het ver-

antwoordingsorgaan. De zelfevaluatie van het bestuur heeft onder leiding van

een externe moderator plaatsgevonden.

■ Het volgen van een meerjarig opleidingstraject ‘Chartered Financial Analyst’ van

de medewerker vermogensbeheer en interne controle van het pensioenbureau.

■ Een aantal bestuursleden en leden van het verantwoordingsorgaan heeft deelge-

nomen aan het door BlackRock georganiseerde opleidingstraject ‘Beleggingen

voor bestuurders’.

■ Een aantal leden van het verantwoordingsorgaan heeft deelgenomen aan de

themamiddagen ‘Platform medezeggenschap pensioenfondsen’.

■ Het in samenwerking met BlackRock organiseren van een ‘heidag’ voor de beleg-

gingscommissie.

■ Het in samenwerking met Sprenkels & Verschuren organiseren van een thema-

dag voor het bestuur ‘Financiële opzet en evenwichtige belangenafweging’. Ver-

volgens is tevens een bijeenkomst over dit onderwerp voor het verantwoordings-

orgaan georganiseerd.

Page 41: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 41

■ Het organiseren van een bijeenkomst voor het bestuur en de risicobeheercom-

missie waarin het strategisch risico-universum van het fonds is geëvalueerd en

de keuzes met betrekking tot de implementatie van de IORP II-richtlijn in 2019

zijn besproken.

■ De jaarlijkse zelfevaluatie deskundigheid van de bestuursleden, de medebeleids-

bepalers en de leden van het verantwoordingsorgaan. De geschiktheidscommis-

sie heeft de uitkomsten van deze zelfevaluaties geëvalueerd en verwerkt in het

opgestelde geschiktheidsprogramma 2019.

Gezien de ontplooide activiteiten, de gevolgde opleidingen en de geïnvesteerde tijd

over alle relevante pensioenaandachtsgebieden is het bestuur van mening dat het

bestuur, de medewerkers van het pensioenbureau en de leden van de raad van toe-

zicht zowel individueel als collectief voldoen aan de geschiktheidseisen en dat de

deskundigheid van het verantwoordingsorgaan als collectief op een goed niveau is.

5.1.8.4 Risicobeheercommissie

Risicomanagement is een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering van het fonds,

waarbij wordt gewerkt aan de continue verfi jning van het integraal risicomanage-

ment (IRM)-beheerssysteem. De risicobeheerfunctie ziet erop toe dat relevante

risico’s tijdig worden vastgesteld c.q. herijkt en dat deze waar mogelijk adequaat in

de organisatie zijn belegd. Tevens toetst de risicobeheerfunctie de hoogte van de

(waargenomen) risico’s aan het beleid en de risicobereidheid van het bestuur. Dit

risicomanagementproces wordt voortdurend verder ontwikkeld, enerzijds als

gevolg van veranderende risico’s en bestuurlijke inzichten, anderzijds als gevolg van

toenemende compliance eisen. De risicobeheerfunctie rapporteert aan het bestuur

over het risicobeheersysteem.

Het fonds heeft een risicobeheercommissie die de risicobeheerfunctie monitort.

De risicobeheercommissie beoordeelt nieuwe risico’s en zij adviseert het bestuur

over het te voeren risicomanagement en verdere te nemen maatregelen, zij moni-

tort de ontwikkelingen van de overige risico’s en de effectiviteit van de (eventueel)

door het bestuur daarvoor genomen beheersmaatregelen. Daarmee worden de

belangrijkste soorten risico’s en de links met de daarvoor in de organisatie en het

bestuur verder opgezette bestuurscommissies en governance maatregelen direct in

de risico beheercommissie geborgd.

De hoofddoelstelling van het IRM-beleid is het vaststellen en (doen) managen van

de risico’s binnen de kaders van de geformuleerde risicobereidheid, zodat de reali-

satie van de doelstellingen van het fonds geen gevaar loopt, en het periodiek afl eg-

gen van verantwoording daarover. Daarmee is het risicomanagementbeleid een

richtsnoer voor het gecontroleerd effectueren van de doelstellingen van het fonds.

Bij IRM gaat het om de combinatie van het identifi ceren van risico’s, het inschatten

van de noodzakelijke beheersmaatregelen, het uitvoeren of toezien op de uitvoering

daarvan, de periodieke (her-)beoordeling en bijsturing binnen een heldere structuur

en het verslagleggen daarvan.

De risicobeheercommissie actualiseert ieder kwartaal het strategisch risico-univer-

sum en het risicoraamwerk van het fonds. Het strategisch risico-universum is de

top-risicostructuur die aansluit bij de thema’s waarop het bestuur toezicht wenst te

houden. In het risicoraamwerk zijn de risico’s en de beheersmaatregelen per gede-

fi nieerd risicogebied beschreven en staan tevens alle relevante documenten ver-

meld. Het strategisch risico-universum stelt de risicobeheercommissie en het

bestuur in staat de belangrijkste risico’s (kernrisico’s) effectief te monitoren en te

managen. Op kwartaalbasis wordt geëvalueerd of risico’s qua kans en impact zijn

gewijzigd, alsmede of het huidige risico nog binnen de risicobereidheid van het

fonds valt. De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van het beoordelen van (per

kernrisico) onderliggende ‘key risk indicators’ (KRI’s), die geconsolideerd leiden tot

een representatief en gewogen beeld van het risico. Het strategisch risico-univer-

sum en het risicoraamwerk worden, samen met het verslag van de vergadering van

de risicobeheercommissie, in iedere bestuursvergadering besproken.

Page 42: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

42 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Het fonds heeft de ingezette koers om het risicomanagement verder te versterken

het afgelopen jaar doorgezet. Dit heeft tot gevolg gehad dat de overall risico-

volwassenheid van het fonds, door Deloitte afgezet tegen een zichzelf ook steeds

verbeterende peer group, opnieuw uitgekomen is op het door het bestuur gewenste

volwassenheidsniveau vier (‘good practice’) op een schaal van vijf.

Activiteiten die in 2018 hebben bijgedragen aan de verdere groei en stabilisatie in

risicovolwassenheid zijn:

■ In opvolging van het DNB verzoek van eind 2017 is het IRM-beleid van het fonds

opgesteld en een stappenplan 2018 vastgesteld. Vervolgens is dit gedeeld met

DNB.

■ Het strategisch risico-universum is naar aanleiding van de evaluatie van eind

2017 aangepast, de defi nities, KRI’s en normering zijn aangescherpt en de risico-

governance is verder versterkt.

■ Voor de kernrisico’s bestuurlijke capaciteit (geschiktheid), pensioencommunica-

tie, compliance, fi scaliteit en pensioenuitvoering is de bruto/netto-risicohoogte

(risicomethodiek) opnieuw vastgesteld.

■ Het ‘Strategic risk sensing model’ van Deloitte, voor het versterken van het

inzicht in de belangrijkste strategische (externe) risico’s, is in een voor het

bestuur georganiseerde themabijeenkomst geïntroduceerd.

■ De projectanalyse van de wijze waarop en mate waarin het fonds grip heeft op

de belangrijkste uitbestedingsrelaties (zie paragraaf 5.1.8.5) is afgerond.

■ Eind 2018 heeft de risicobeheercommissie, in aanwezigheid van het bestuur, de

realisatie van de activiteiten van de risicobeheercommissie van 2018 geëvalu-

eerd. In de vergadering is besloten het strategisch risico-universum beperkt aan

te passen (het kernrisico ESG-factoren/duurzaamheidsrisico binnen het risico-

domein vermogensbeheer is toegevoegd). Daarnaast heeft het bestuur aange-

geven periodiek behoefte te hebben aan meer inzichtelijkheid voor wat betreft

de prioriteitstelling van de risico’s en de forward-looking risico’s beter in beeld te

willen krijgen.

■ Het bestuur heeft de risicobeheercommissie en het pensioenbureau de opdracht

gegeven om te borgen dat de huidige risicovolwassenheid voor ieder van de

onderdelen van het ‘nine principle model’ van Deloitte van het IRM-systeem

wordt vastgehouden.

■ De risicobeheercommissie is medio 2018 gestart met de voorbereiding op de

implementatie van de IORP II-richtlijn, welke op 13 januari 2019 in werking trad.

Voor 2019 staan ten aanzien van het onderwerp risicomanagement de volgende

zaken op de agenda:

■ Het herschrijven van het IRM-beleid van het fonds (in lijn brengen met de IORP

II-richtlijn) en in het verlengde daarvan later in het jaar de ABTN aanpassen.

■ De opvolging van de actiepunten zoals in de evaluatiesessie van het strategisch

risico-universum van eind 2018 geformuleerd.

■ De implementatie van de IORP II-richtlijn:

● De formele invulling van de drie sleutelfuncties – actuarieel, risicobeheer en

interne audit (zie paragaaf 5.1.5).

● Een eerste opzet maken van de ERB.

● Invulling geven aan de overige onderwerpen uit de IORP II-richtlijn (ESG,

beloningsbeleid, pensioencommunicatie, etc.).

■ Het opnieuw uitvoeren van de bruto/netto-risicoanalyse (met aanpassing van de

risicomethodiek) voor de kernrisico’s actuarieel risico en beleggingsrisico.

■ De jaarlijkse evaluatie eind 2019 van het strategisch risico-universum. Deze eva-

luatie richt zich op de feitelijke bruikbaarheid en toereikendheid van het strate-

gisch risico-universum.

Page 43: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 43

Strategisch risico-universum van het fonds:

DuurzaamheidsrisicoDuurzaamheidsrisico

3.2.4 Ove3.2.4 Overigerige beleggingsrisico’s beleggingsrisico’s

Het toezicht houden op de risico’s vindt plaats aan de hand van een risicodash-

board. Uitgangspunt van het risicodashboard is dat verder ingezoomd kan worden

op de sub-risicodashboards per gedefi nieerd risicogebied, indien noodzakelijk.

Het risicodashboard betreft de periodieke monitoring van de risicobeheersing aan

de hand van een stoplichtrapportage. De kleur van de stoplichten per risicogebied

is een beoordeling van de risicobeheersing in relatie tot de vastgestelde risiconor-

men of risicotoleranties.

Ultimo 2018 presteren bijna alle gedefi nieerde risicogebieden binnen de gedefi ni-

eerde risiconormen. Onderstaande onderdelen hebben extra aandacht van het

bestuur:

■ Het kernrisico 1.3.1 wijziging pensioenklimaat, omdat het fonds opereert in een

turbulente omgeving die gekenmerkt wordt door de nodige veranderingen die

een bedreiging kunnen vormen voor het bestaansrecht van het fonds.

■ Het kernrisico 3.1.1 marktsignaleringen, omdat vrijwel continu signalen worden

afgegeven van scenario’s, die negatieve fi nanciële impact kunnen hebben op het

fonds en een hoge volatiliteit op de fi nanciële markten tot gevolg hebben.

■ Het kernrisico 3.2.1 balansrisico’s, omdat bij de beleidsdekkingsgraad per 31

december 2018 van 112,9%, het fonds slechts een gedeeltelijke toeslag van

0,48% kan verlenen.

■ Het kernrisico 4.1.1 robuustheid pensioenadministratie, omdat verder onder-

zocht zal moeten worden of het huidige pensioenadministratiepakket als gevolg

van het toekomstige pensioenstelsel daadwerkelijk robuust en toekomstbesten-

dig is.

Page 44: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

44 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Onderstaand een uiteenzetting van de belangrijkste overige risicogebieden waar

het bestuur zich in 2018 op heeft gericht en de plannen voor 2019 (de rubricering

c.q. nummering achter ieder genoemd kernrisico correspondeert met de numme-

ring op het risicodashboard).

■ Compliancerisico (1.1.1)

Compliance:

De directeur is de compliance offi cer van het fonds, die wordt ondersteund door

Deloitte, de externe compliance adviseur. Het afgelopen jaar zijn de volgende zaken

opgepakt:

● Het toezicht op de naleving van de gedragscode.

● De integrale compliance documentatie van het fonds is geactualiseerd op het

gebied van structuur, volledigheid, juistheid, governance en het monitoringspro-

gramma.

● De organisatie van een integriteitsawareness-sessie voor het bestuur.

● De evaluatie en actualisatie van de Systematische Integriteit RisicoAnalyse

(SIRA).

● De evaluatie van het kernrisico compliance risico i.c. de versterking van het

monitoringsplan.

Beleidsplannen:

● Het reglement intern toezicht is, in verband met de komst van de raad van toe-

zicht per 1 april 2018, geactualiseerd.

● De haalbaarheidstoets 2018 is uitgevoerd.

● De ABTN is geactualiseerd.

● Het pensioenreglement is per 1 januari 2019 geactualiseerd.

Toezichthouder:

In 2018 heeft noch vanuit DNB noch vanuit de AFM een uitgebreid fondsspecifi ek

onderzoek plaatsgevonden. Het fonds heeft het afgelopen jaar, naast invulling

geven aan het verzoek van DNB het IRM-beleid vast te leggen en te expliciteren,

deelgenomen aan twee generieke onderzoekstrajecten:

● De DNB uitvraag met betrekking tot de ‘niet-fi nanciële risico’s pensioenfond-

sen’.

● De DNB uitvraag met betrekking tot de ‘implementatie IORP II-richtlijn’.

■ Actuarieel risico (1.2.1)

De bevindingen van de certifi cerend actuaris Willis Towers Watson in het actuarieel

rapport 2017 zijn opgevolgd. Daarnaast is het afgelopen jaar onderzoek gedaan

naar het eventueel herverzekeren van het zogenaamde langlevenrisico.

■ ICT (2.4.1)

Naast alle periodiek uit te voeren standaard ICT-controles en getroffen beheers-

maatregelen is aan de hand van de 54 geformuleerde Cobit-controls in 2018 een

ICT risicoanalyse door de Internal Audit Department van Wolters Kluwer NV uitge-

voerd.

De overall conclusie van de risicoanalyse was positief; vanuit een DNB compliance

perspectief voldoet het fonds aan hetgeen vereist wordt. Voor 2019 staat de afron-

ding van de adviezen uit de risicoanalyse op de agenda. Tevens zal er opnieuw aan-

dacht zijn voor het onderwerp cybercrime – datakwaliteit.

■ Operationeel proces – Pensioenuitvoering (4)

● De wijziging van de pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2018 van 67 naar 68

jaar is afgerond (zie paragraaf 5.2.1).

● De werkwijze en de procedures naar aanleiding van de wijziging/verzwaring

van de privacy wetgeving (AVG) zijn aangepast en de daarmee te treffen

interne controle maatregelen zijn aangescherpt (zie paragraaf 5.2.2).

Page 45: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 45

● De foutenmarge met betrekking tot het pensioenuitvoeringsproces was ook

in 2018 gering. Verwezen wordt hiervoor naar de KPI-kwartaalrapportages, de

uitkomsten van de uitgevoerde logische verbandscontroles en de uitkomsten

van de steekproeven naar aanleiding van het zogenaamde ‘Quinto-P project’

door een bestuurslid.

● Aan de hand van een roulerende testgroep is ieder kwartaal geverifi eerd of de

aanspraken in de UPO op de juiste wijze worden weergegeven in het Natio-

naal Pensioenregister. Bij deze controles zijn het afgelopen jaar geen verschil-

len geconstateerd.

● Het processtappenoverzicht pensioenadministratie (de vastlegging van de

AO/IC van het onderdeel pensioenuitvoering) is geëvalueerd en geactuali-

seerd.

● Het onderdeel operationeel proces – pensioenuitvoering en de onderliggende

kernrisico’s in het strategisch risico-universum van het fonds is geëvalueerd

en aangepast (zie paragraaf 5.2.3).

● De werkwijze en procedures naar aanleiding van de nieuwe wetgeving waar-

deoverdracht en afkoop kleine pensioenen zijn aangepast.

● Gestart is met het onderzoek of het pensioenadministratiepakket IVPA als

gevolg het toekomstige nieuwe pensioenstelsel robuust en toekomstbesten-

dig is. Dit onderzoek wordt in 2019 afgerond.

5.1.8.5 Uitbestedingscommissie

De uitbestedingscommissie adviseert het bestuur over het uitbestedingsbeleid. De

belangrijkste taak van de uitbestedingscommissie is het inzichtelijk maken en ver-

beteren van de mate waarin het fonds grip heeft op zijn uitbestedingsrelaties, met

het doel om de kwaliteit van de externe dienstverlening te optimaliseren en de

risico’s te beheersen.

Onderstaand een overzicht van de zaken die in 2018 door de uitbestedingscommis-

sie zijn afgerond of in 2019 (verder) worden opgepakt:

■ Uitbestedingsbeleid

Het fonds heeft de uitgangspunten voor het uitbestedingsbeleid vastgelegd in een

beleidsnota, waarbij rekening is gehouden met de uitbestedingsrichtlijnen van DNB.

In de nota uitbestedingsbeleid is onder meer vastgelegd op welke wijze externe

leveranciers (in de ruimste zin) worden geselecteerd, welke werkzaam heden niet

mogen worden uitbesteed, welke eisen aan de externe leveranciers en de overeen-

komsten worden gesteld en hoe de periodieke monitoring plaatsvindt. De nota

uitbestedingsbeleid is begin 2019 geëvalueerd en aangepast.

■ Classifi catie uitbestedingsrelaties naar hoogte van het risico

Op basis van een aantal toetscriteria zijn de uitbestedingsrelaties van het fonds

geclassifi ceerd naar een hoog, gemiddeld of laag risico. De hoogte van het risico is

bepalend voor de eisen die gesteld worden aan de selectie, bedrijfsvoering en de

periodieke monitoring van de uitbestedingsrelatie. In paragraaf 1.7.8 zijn, naast de

accountant, de certifi cerend actuaris en de interne auditor, de belangrijkste uitbe-

stedingsrelaties van het fonds genoemd. Het uitbestedingsbeleid is op al deze par-

tijen van toepassing.

De uitbestedingscommissie heeft de classifi catie van de uitbestedingsrelaties eind

2018 geëvalueerd en op een aantal plaatsen aangepast. De indeling van de vier

uitbestedingsrelaties (BlackRock, Kas Bank, ICT Spirit en Idella) geclassifi ceerd met

een hoog risico, bleef ongewijzigd.

Het fonds heeft de beleggingen volledig ondergebracht bij externe vermogens-

beheerders in vier discretionaire mandaten en door te participeren in (beleggings)

fondsen (zie paragrafen 5.4.4 en 5.4.5). De beleggingsstrategie van deze mandaten

en fondsen is omschreven in een prospectus en/of een beleggingsrichtlijn. De

externe vermogensbeheerders rapporteren minimaal één keer per kwartaal, maar in

de meeste gevallen maandelijks over het gevoerde beleggingsbeleid en de behaalde

Page 46: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

46 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

resultaten. In de beleggingscommissie worden deze resultaten en het gevoerde

beleggingsbeleid vergeleken met een representatieve benchmark en de in de man-

daten overeengekomen bandbreedtes en beleggingsprofi elen. De beleggingsadmi-

nistratie, de performancemeting en de risicomonitoring zijn uitbesteed bij Kas

Bank. Kas Bank rapporteert aan de beleggingscommissie over de resultaten en ove-

rige bevindingen.

■ Uitvoeren plan van aanpak analyse uitbestedingen

In het kader van de intensivering van het uitbestedingsbeleid heeft de uitbeste-

dingscommissie in 2018 een analyse uitbestedingen uitgevoerd. Onderzocht is in

welke mate het fonds grip heeft op zijn uitbestedingsrelaties en of er leemtes

(‘gaps’) zijn in de beheersing van het uitbestedingsrisico. Dit heeft bijgedragen aan

een meer gestructureerde en periodieke (risico)beoordeling van de uitbestedings-

relaties en de expliciete borging van het uitbestedingsrisico binnen het strategische

risico-universum van het fonds (zie paragraaf 5.1.8.4).

De uitbestedingscommissie voert iedere drie jaar een ‘gap analyse’ uit op de relatie

en de afspraken met de uitbestedingsrelaties. Daarbij wordt onder andere gebruik

gemaakt van de criteria uit de nota uitbestedingsbeleid, een checklist van DNB

(‘Guidance: uitbesteding door pensioenfondsen’) en de uitvragen van DNB over de

niet-fi nanciële risico’s. Op basis van deze gap analyse wordt een uitvraag gedaan bij

de uitbestedingsrelaties. Deze uitvraag kan bestaan uit het opvragen van (actuele

versies van) beleidsdocumenten of compliance verklaringen en kan eventueel lei-

den tot aanpassingen in de contracten of ‘service level agreements’ (SLA’s)

In 2018 werd de gap analyse en uitvraag afgerond bij alle uitbestedingsrelaties met

een hoog en met een gemiddeld risico. Voor de hoog risico uitbestedingspartijen zal

dit in 2020 opnieuw worden gedaan, voor de gemiddeld risico uitbestedingspartijen

wordt dat 2021. Indien er aanleiding is om eerder actie te ondernemen, zal dat

uiteraard worden gedaan. Naast de bovengenoemde gap analyse en uitvraag is er

sprake van een jaarlijkse uitvraag van verklaringen en documenten, die beperkt blij-

ven tot de uitbestedingspartijen met een hoog risico en de vermogensbeheerders.

Deze uitvraag, die in 2018 is ontvangen over het jaar 2017, betreft voornamelijk

ISAE 3402 rapportages, jaarverslagen en compliance statements. Besloten is dat de

uitvraag bij uitbestedingsrelaties met een laag risico beperkt kan blijven.

■ Evaluaties 2018 uitbestedingspartijen met een hoog en gemiddeld risico

Alle uitbestedingsrelaties met een hoog en gemiddeld risico worden jaarlijks geëva-

lueerd en beoordeeld. Voor de vermogensbeheerders vindt de beoordeling plaats op

basis van de ManagerWatch van Willis Towers Watson en voor de overige leveran-

ciers wordt een eigen beoordeling opgesteld. Naast de gegevens uit de Manager-

Watch wordt BlackRock als strategisch adviseur en belangrijkste vermogensbeheer-

der ook door het fonds zelf geëvalueerd vanwege het grote belang van deze relatie

voor het fonds.

Bovenstaande evaluatie- en beoordelingscycli kunnen leiden tot afspraken voor

verbetering en/of tot het selecteren van een nieuwe leverancier. De selectie van een

nieuwe leverancier, uiteraard ook als invulling moet worden gegeven aan de

behoefte aan nieuwe externe dienstverlening, wordt gemonitord (en eventueel uit-

gevoerd) door de uitbestedingscommissie. Voor de vermogensbeheerders is een

lijst schaduwmanagers vastgesteld.

Gezien de ontplooide activiteiten is het bestuur van mening dat de beheersing van

het uitbestedingsrisico op een goed niveau is.

5.1.9 Beloningsbeleid en beloningsstructuur

Het beloningsbeleid van het fonds voldoet aan de normen zoals die zijn neergelegd

in de Code Pensioenfondsen en de Principes voor beheerst beloningsbeleid zoals

door DNB en de AFM gepubliceerd. Doel van het geformuleerde beloningsbeleid is

de bevordering van de integriteit en soliditeit met een focus op de langetermijn

Page 47: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 47

belangen, waarbij het beloningsbeleid geen prikkels bevat die afbreuk doen aan de

verplichtingen van het fonds om zich in te zetten voor de belangen van zijn partici-

panten en andere stakeholders, of andere op het fonds rustende zorgvuldigheidver-

plichtingen.

Beloningsstructuur:

■ Bestuursleden in actieve dienst bij WKNL ontvingen in 2018 een vrijwilligersver-

goeding van € 1.500,–. Bestuursleden niet in actieve dienst bij WKNL ontvingen

een (al of niet) afgetopte SER-vacatieregeling voor zowel de bijgewoonde

bestuursvergaderingen als de bijgewoonde commissievergaderingen en overige

vergaderingen. Het externe onafhankelijke bestuurslid ontving een met het

fonds overeengekomen vaste vergoeding op jaarbasis.

■ Het externe bestuurslid in de beleggingscommissie ontving in 2018 een vergoe-

ding op uurbasis tegen markttarief.

■ De leden van de raad van toezicht ontvingen in 2018 voor het uitvoeren van hun

werkzaamheden een met hen op jaarbasis overeengekomen vaste marktcon-

forme vergoeding (zie paragraaf 4.1).

■ De medewerkers van het pensioenbureau zijn in dienst van WKNL en zijn gede-

tacheerd bij het fonds. De beloning vond plaats conform de arbeidsvoorwaarden

van WKNL.

■ De (reserve)leden van het verantwoordingsorgaan ontvingen in 2018 een ver-

goeding van € 200,–.

■ Aan externe partijen (de vermogensbeheerders en andere relevante uitbeste-

dingspartijen) is verzocht te bevestigen dat zij de voor hen geldende regels ten

aanzien van beheerst beloningsbeleid naleven.

5.1.10 Zelfevaluatie functioneren bestuur

Het bestuur onderkent het belang van openheid binnen het bestuur. Ter uitvoering

van artikel 11 lid 2 van de statuten is een procedure vastgesteld voor de jaarlijkse

evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele

bestuursleden. Het eigen functioneren is voor het bestuur een voortdurend aan-

dachtspunt. Hierbij betrekt het bestuur (minimaal) eens per twee jaar een externe

partij.

Bij de zelfevaluatie in 2018, die onder leiding van een externe moderator plaats-

vond, kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: het bestuursmodel, de coun-

tervailing power binnen het bestuur, teamwork, de mate van geschiktheid, beschik-

baarheid en continuïteit binnen het bestuur, de samenwerking van het bestuur met

de raad van toezicht, het pensioenbureau en het verantwoordingsorgaan, even-

wichtige belangenafweging en de voortdurende kwaliteitsbewaking van de samen-

werking met externe partijen. De zelfevaluatie is vastgelegd en de geformuleerde

actiepunten zijn inmiddels of worden later in 2019 opgevolgd.

5.1.11 Fraudebeheersing en naleving wet- en regelgeving

Het bestuur heeft zowel preventieve als repressieve beheersmaatregelen genomen

om fraude en overtredingen te voorkomen. Het is niet gebleken dat er fraude of

overtreding van de wet- en regelgeving heeft plaatsgevonden in 2018.

5.1.12 Gedragscode

Het bestuur is bij de opstelling, toetsing en naleving van de gedragscode van het

fonds uitgegaan van de eisen die zijn vastgelegd in de modelgedragscode van de

Pensioenfederatie. De gedragscode wordt periodiek geactualiseerd. Jaarlijks wordt

formeel en expliciet aan alle verbonden personen van het fonds gevraagd of zij de

gedragscode hebben nageleefd. De externe compliance adviseur heeft de naleving

van de gedragscode en andere complianceregels door het fonds en de verbonden

personen vastgesteld en gerapporteerd aan het bestuur. Er zijn bij deze rapportage

over 2018 geen bijzonderheden gemeld.

Page 48: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

48 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.2 Pensioenzaken

5.2.1 Collectieve omzetting pensioenaanspraken van pensioenrichtleeftijd

67 naar 68 jaar

Per 1 januari 2018 is de fi scale pensioenrichtleeftijd voor toekomstige pensioen-

opbouw gewijzigd van 67 jaar naar 68 jaar. In het verlengde hiervan heeft de sociale

pensioencommissie, na goedkeuring door de COR, besloten om de per 1 januari

2018 reeds opgebouwde aanspraken ook collectief om te zetten naar de nieuwe

pensioenrichtleeftijd. De collectieve omzetting houdt de pensioenuitvoering en

de inhoud van de communicatie eenvoudig en transparant en daarmee kosten -

effi ciënt. Een ander argument voor de omzetting betreft het voorkomen van een

ongewenste samenloop tussen een sociale uitkering en een pensioenuitkering.

Na implementatie van de nieuwe pensioenrichtleeftijd en de omzetting van de al

opgebouwde aanspraken in het pensioenadministratiepakket zijn alle participanten

met een nog niet ingegaan pensioen in maart 2018 per brief geïnformeerd.

5.2.2 Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Per 25 mei 2018 is de Wet bescherming persoonsgegevens vervangen door de AVG.

De verordening geldt in de gehele Europese Unie (EU) voor elke onderneming en

instelling die persoonsgegevens verwerkt van EU burgers.

De AVG versterkt de privacy-rechten van alle EU-burgers (en daarmee ook van de

participanten van een pensioenfonds evenals van leden van besturen en andere

pensioenfondsorganen). Elke betrokkene krijgt het recht om zijn persoonsgegevens

op te vragen, te corrigeren of te laten verwijderen, het recht om zijn persoonsgege-

vens elektronisch over te laten dragen (dataportabiliteit) en het recht om een

klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

Met het oog op de implementatie van de AVG, heeft het fonds in samenwerking

met Deloitte Legal begin 2018 vastgesteld waar het staat op het gebied van privacy

en gegevensbescherming. Per 25 mei 2018 waren alle aanvullende maatregelen

(technisch, organisatorisch en juridisch) door het fonds getroffen, die nodig waren

om te voldoen aan de eisen die de AVG stelt. Er is een privacyverklaring opgesteld

en op de website van het fonds geplaatst. In 2018 zijn er geen incidenten geweest

en zijn er geen meldingen gedaan aan de AP.

5.2.3 Evaluatie kernrisico operationeel proces – pensioenuitvoering en

datakwaliteit

Het kernrisico operationeel proces – pensioenuitvoering en de onderliggende kern-

risico’s in het strategisch risico-universum (zie ook paragraaf 5.1.8.4) is het afgelopen

jaar geëvalueerd en waar nodig aangepast. De datakwaliteit (beschikbaarheid, juist-

heid, volledigheid, tijdigheid en waarborging) is hier een belangrijk onderdeel van.

Als de datakwaliteit niet aan deze criteria voldoet, kan dat grote operationele risico’s,

fi nanciële risico’s en reputatierisico’s voor het fonds hebben.

Ieder jaar wordt het document ‘procesbeschrijving en risicobeheersing pensioen-

administratie’ bijgewerkt, waarin de administratieve organisatie en interne contro-

lemaatregelen van de pensioenadministratie worden beschreven. In de proces-

beschrijving worden alle risico’s en beheersmaatregelen beschreven. De relevante

procedurebeschrijvingen, handleidingen en werkinstructies maken hier deel van uit.

Voor elk subproces worden een of meerdere zichtbare controles uitgevoerd. Door

het uitvoeren van een aantal overkoepelende integrale controles wordt extra zeker-

heid verkregen over de waarborging van de datakwaliteit. De conclusie is dat de

controles op de pensioenuitvoering en pensioenadministratie en de daarmee

samenhangende datakwaliteit goed georganiseerd zijn en de risico’s tot een mini-

mum beperkt blijven. Om de informatievoorziening over (het waarborgen van) de

datakwaliteit verder te verbeteren is het risicodashboard pensioenuitvoering tevens

aangepast.

Page 49: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 49

5.2.4 Juridische toets pensioenregeling

De vigerende pensioenregeling is het afgelopen jaar doorgelicht op bepalingen die

als discriminatoir (leeftijd, geslacht, etc.) zouden kunnen worden opgevat en daar-

door een risico op ongelijke behandeling met zich mee zouden kunnen brengen.

Alle pensioenregelingen vanaf 5 oktober 1991 (de fusiedatum van de Stichting

Pensioenfonds Wolters Samsom Groep en de Stichting Kluwerpensioenfonds 1966)

zijn in samenwerking met Trivu (een consultancybureau voor pensioen(juridische)

vraagstukken) geanalyseerd en in kaart gebracht. De eindconclusie van de analyse

is dat de risico’s zeer beperkt zijn.

5.2.5 Afkoop kleine pensioenen

Omdat afkopen van kleine pensioenen (opgebouwde premievrije pensioenrechten

tot de afkoopvoet in 2018 van € 474) nadelige gevolgen voor de hoogte van het

pensioen van participanten kan hebben, heeft de wetgever met ingang van 1 janu-

ari 2018 het recht van pensioenuitvoerders tot afkoop van kleine pensioenaanspra-

ken gewijzigd in de verplichting om deze pensioenaanspraken over te dragen aan de

nieuwe pensioenuitvoerder.

Het fonds onderschrijft het belang van het behoud van de pensioenbestemming

van kleine pensioenen en heeft zich daarom het afgelopen jaar niet ingespannen

om ze af te kopen.

5.2.6 Klachten en geschillen

Het fonds heeft een klachten- en geschillenprocedure. Klachten en geschillen kun-

nen via de website van het fonds of schriftelijk aan het bestuur worden voorgelegd.

Het fonds heeft in 2018 geen klachten ontvangen.

5.2.7 Aantallenoverzichten participanten

In 2018 is het totaal aantal participanten met 9 toegenomen van 7.575 naar 7.584.

■ Het aantal actieve deelnemers is met 5 afgenomen van 749 naar 744.

■ Voornamelijk als gevolg van pensionering en uitgaande waardeoverdrachten is

het aantal gewezen deelnemers met 59 afgenomen van 4.219 naar 4.160.

■ Het aantal pensioengerechtigden is met 73 gestegen van 2.607 naar 2.680.

Verloop aantal actieve deelnemers

2018 2017

mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal

Aantal per 1 januari 413 336 749 390 355 745

– toetreding 60 49 109 77 36 113

– uitdiensttreding −62 −39 −101 −45 −47 −92

– pensionering −7 −3 −10 −9 −7 −16

– overlijden −2 −1 −3 − −1 −1

Aantal per 31 december 402 342 744 413 336 749

van wie

– (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt 17 56 73 20 56 76

– in een sociaal begeleidingsplan 4 3 7 7 4 11

– met een ingegaan prepensioen − − − 1 − 1

Page 50: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

50 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Verloop aantal gewezen deelnemers

2018 2017

mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal

Aantal per 1 januari 2.053 2.166 4.219 2.069 2.167 4.236

– uitdiensttreding 62 39 101 45 47 92

– pensionering −70 −50 −120 −52 −33 −85

– overlijden −9 −4 −13 −5 −4 −9

– afkoop/waardeoverdracht −16 −11 −27 −4 −11 −15

Aantal per 31 december 2.020 2.140 4.160 2.053 2.166 4.219

van wie

– met een ingegaan prepensioen 7 4 11 24 8 32

Verloop aantal pensioengerechtigden

2018 2017

mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal

Ouderdomspensioen

Aantal per 1 januari 1.353 603 1.956 1.356 577 1.933

– pensionering 77 53 130 61 40 101

– overlijden −58 −11 −69 −61 −11 −72

– afkoop −2 − −2 −3 −3 −6

Aantal per 31 december 1.370 645 2.015 1.353 603 1.956

Partnerpensioen

Aantal per 1 januari 54 579 633 51 566 617

– ingegaan 6 40 46 5 44 49

– overlijden −1 −31 −32 −2 −28 −30

– afkoop −1 −1 −2 − −3 −3

Aantal per 31 december 58 587 645 54 579 633

Wezenpensioen

Aantal per 1 januari 11 7 18 11 7 18

– ingegaan 2 5 7 1 − 1

– expiratie −3 − −3 −1 − −1

– hervatting 1 − 1 − − −

– afkoop −1 −2 −3 − − −

Aantal per 31 december 10 10 20 11 7 18

Totaal aantal pensioengerechtigden 1.438 1.242 2.680 1.418 1.189 2.607

Page 51: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 51

5.3 Risicoparagraaf

5.3.1 Risicohouding

Kwalitatieve risicohoudingHet bestuur van het fonds is risicobewust. Het fonds streeft ernaar om de nominale

aanspraken waardevast na te komen. Infl atie holt de waarde van de nominale uitke-

ringen uit en gezien het lange termijn karakter van pensioenen is het belangrijk dat

de koopkracht van het pensioen via toeslagverlening behouden blijft. Beleggings-

risico kan acceptabel zijn in het streven naar koopkrachtbehoud, zelfs indien dit

betekent dat de nominale aanspraken niet geheel na kunnen worden gekomen.

De risicohouding van het bestuur en de andere stakeholders is onder andere geba-

seerd op de volgende kwalitatieve overwegingen:

■ Het opgebouwde pensioen vormt na pensionering een zeer belangrijke bron van

inkomen voor de participanten van het fonds.

■ Het fonds heeft als ambitie een waardevast pensioen.

■ Een afgewogen balans tussen te nemen risico’s en het naar verwachting te reali-

seren beleggingsrendement is noodzakelijk om op langere termijn invulling te

kunnen geven aan de ambitie van een waardevast pensioen. Voor het nastreven

van de pensioenambitie dient het bestuur bereid te zijn om beleggingsrisico te

nemen en een beleggingsrendement na te streven dat hoger is dan de risicovrije

marktrente.

■ Bij een beleidsdekkingsgraad lager dan 110%, bijvoorbeeld veroorzaakt door

slechte economische omstandigheden, acht het bestuur het uitlegbaar dat toe-

slagverlening niet plaatsvindt. Kortingen op de pensioenaanspraken en -uitkerin-

gen dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden.

■ Het bestuur houdt op evenwichtige wijze rekening met de belangen van alle par-

ticipanten.

In 2018 heeft het bestuur de risicohouding geëvalueerd en ongewijzigd vastgesteld,

na deze te hebben getoetst bij de sociale partners (sociale pensioencommissie en

COR) en het verantwoordingsorgaan.

Kwantitatieve risicobereidheidDe risicohouding wordt geconcretiseerd in een risicobereidheid door de vaststelling

van risicogrenzen (onder andere voor de korte termijn de vereiste dekkingsgraad en

voor de lange termijn het pensioenresultaat).

De risicohouding is geconcretiseerd in de volgende uitgangspunten van de risico-

bereidheid van het bestuur, die ook in 2018 zijn geëvalueerd:

■ Het bestuur wil de kans op korten beperken. De kans op korten mag maximaal

5% zijn over een horizon van vijf jaar vanuit de feitelijke dekkingsgraad (niveau

eind 2017).

■ Op lange termijn voert het bestuur een voorzichtig beleid, aansluitend bij de

uitgangspunten van het Financieel Toetsingskader (FTK). De kans op onderdek-

king is maximaal 2,5% in 15 jaar vanuit de evenwichtssituatie (dekkingsgraad

130%).

■ De lange termijn doelstelling van het bestuur is om toeslagen te verlenen op de

pensioenen. De toeslagambitie over 15 jaar is 100% vanuit de evenwichtssitua-

tie. Hierbij wordt alleen vooruitgekeken. De gemiste toeslagen of verleende kor-

tingen tellen hierin niet mee.

■ Het beleggingsrisico (en daarmee de vereiste dekkingsgraad) wordt bij voorkeur

niet actief verhoogd.

■ Meer dan 10% koopkrachtverlies is in beginsel niet acceptabel. Het pensioen-

resultaat, gemeten vanuit de feitelijke dekkingsgraad over de komende vijf jaar,

mag in het 2,5% slechtste scenario niet onder de 90% komen.

■ Korte termijn risicogrenzen: de vereiste dekkingsgraad van het fonds mag niet

lager zijn dan 113% en niet hoger dan 118%.

De formulering van de risicobereidheid is bij de evaluatie in 2018 aangescherpt.

Page 52: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

52 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Bij een overschrijding van deze risicogrenzen zal er geen automatische aanpassing

van het beleid plaatsvinden. Risicogrenzen maken het mogelijk om op een vooraf

vastgelegde en objectieve manier te beoordelen of het risico hoger of lager is dan

vooraf is toegestaan. Echter, bij overschrijding van de risicogrenzen zal een discussie

tussen het bestuur, de sociale partners en het verantwoordingsorgaan plaatsvin-

den, rekening houdend met de situatie en inzichten op dat moment.

In 2015 heeft het bestuur in de aanvangshaalbaarheidstoets de volgende risico-

grenzen voor de lange termijn vastgesteld met betrekking tot het pensioenresul-

taat:

Ondergrens 1: Vanuit de situatie waarbij de dekkingsgraad gelijk is aan de vereiste

dekkingsgraad dient de mediaan van het pensioenresultaat tenminste gelijk te zijn

aan 93%.

Ondergrens 2: Vanuit de feitelijke dekkingsgraad dient de mediaan van het pen-

sioenresultaat tenminste gelijk te zijn aan 87%.

Ondergrens 3: Vanuit de feitelijke dekkingsgraad dient de maximale afwijking ten

opzichte van de mediaan in het geval van een ‘slechtweerscenario’ (lees: vijfde per-

centiel) 35% te bedragen.

De risicobereidheid van het bestuur kan worden beïnvloed door de actuele fi nan-

ciële positie van het fonds. Periodiek wordt beoordeeld of de ambitie van het fonds

nog haalbaar is in een jaarlijks uit te voeren haalbaarheidstoets. Bij de keuze voor

een bepaald beleid wordt niet alleen een verwachte ontwikkeling beoordeeld, maar

ook scenario’s die gunstiger of minder gunstig zijn dan de verwachte ontwikkeling.

De ambitie dient in de meeste scenario’s te kunnen worden behaald. Indien dit niet

het geval is, moet de ambitie zo nodig worden bijgesteld.

Als de fi nanciële situatie van het fonds verbetert, wordt bij voorkeur minder risico

genomen, omdat de ambitie dan in evenveel of meer gevallen haalbaar is met min-

der risico.

5.3.2 IRM-beleid

Het fonds heeft een IRM-beleid vastgesteld, dat formeel is vastgelegd in een

beleidsnota. Een uitgebreide beschrijving van dit IRM-beleid is opgenomen in para-

graaf 5.1.8.4.

5.3.3 Financiële risico’s

De fi nanciële risico’s en de beheersing daarvan zijn uitgewerkt in de toelichting op

de jaarrekening nummer 5. Deze risico’s bestaan voor een belangrijk deel uit de

risico’s die zijn opgenomen in de berekening van het VEV (S1 tot en met S10).

De toeslagverlening en de eventuele kortingen zijn in belangrijke mate afhankelijk

van twee factoren: de ontwikkeling van de rente en het rendement op de zakelijke

waarden. Het beleid van het fonds is er vooral op gericht deze twee risico’s te

beheersen. Daarnaast zijn er andere risico’s, zoals de (onverwachte) ontwikkeling

van de sterftekansen.

In onderstaande tabel is aangegeven hoe groot de impact van ontwikkelingen in de

rente en het rendement op zakelijke waarden is op de feitelijke dekkingsgraad en

wat de gevolgen zijn voor de pensioenaanspraken en -rechten, uitgaande van de

feitelijke dekkingsgraad ultimo 2018 van 108,6%. In deze tabel wordt veronder-

steld dat 55% van het renterisico is afgedekt.

Page 53: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 53

Effect rente en rendement op de feitelijke dekkingsgraad

Rendement: zakelijke waarden

–25,0% –12,5% 0,0% +12,5% +25,0%

Paralelle verschuiving

UFR Curve

–0,50% 96,0% 100,6% 105,2% 109,9% 114,5%

–0,25% 97,2% 102,0% 106,8% 111,6% 116,5%

0,00% 98,5% 103,5% 108,6% 113,5% 118,5%

+0,25% 100,0% 105,2% 110,4% 115,6% 120,8%

+0,50% 101,5% 106,9% 112,4% 117,8% 123,2%

Korting

Korting bij onvoldoende herstel in 3 jaar

Geen toeslagverlening

Gedeeltelijke toeslagverlening

Volledige toeslagverlening

5.4 Beleggingen

5.4.1 Politieke en economische ontwikkelingen

Na een voorspoedig 2017 nam in 2018 de macro-economische onzekerheid in de

wereld toe. De economische groei nam af met uitzondering van de groei in de Ver-

enigde Staten.

De toegenomen onzekerheid werd versterkt door de (dreigende) handelsbeper-

kende maatregelen door de Verenigde Staten, de spanningen bij de handelsbespre-

kingen tussen de Verenigde Staten en China, de begrotingsperikelen in Italië en de

kans op een ‘harde’ brexit.

De Amerikaanse centrale bank (Fed) voerde een verkrappend monetair beleid door

de beleidsrente in vier stappen met 1,0% te verhogen. De Europese Centrale Bank

(ECB) hield de rente laag, maar het opkoopprogramma van obligaties werd eind 2018

stopgezet. Alleen obligaties die worden afgelost zullen nog worden herbelegd. Het

beleid van de centrale banken heeft nog steeds grote invloed op de fi nanciële mark-

ten. Begin 2019 verruimde de ECB de geldmarkt opnieuw door een kredietfaciliteit

voor banken te heropenen. De Fed besloot ook tot een minder verkrappend beleid.

De fi nanciële markten ontwikkelden zich in 2018 negatief voor het fonds, vooral in

het laatste kwartaal. De aandelenmarkten gingen omlaag, de euro-swaprente

daalde, de Amerikaanse kapitaalmarktrente steeg en de creditspreads liepen op.

Al deze ontwikkelingen hadden een negatieve invloed op de dekkingsgraad.

5.4.2 Strategisch beleggingsbeleid

Het strategisch beleggingsbeleid is gebaseerd op de ALM-studie 2018, waarbij reke-

ning is gehouden met de vastgestelde risicohouding (zie paragraaf 5.3.1). Zowel de

risicohouding als het strategisch beleggingsbeleid bleef ongewijzigd ten opzichte

van 2015, toen deze voor het laatst werden vastgesteld.

De strategische asset mix bestaat uit 65% vastrentende waarden en 35% zakelijke

waarden. Rond deze strategische gewichten wordt een bandbreedte aangehouden

van 10%. De vastrentende waarden bestaan uit credits (25,0%) en staatsobligaties

(40,0%). De zakelijke waarden worden als volgt verdeeld: 27,0% aandelen (inclusief

private equity) en 8,0% vastgoedfondsen, waarvan 4,0% beursgenoteerd en 4,0%

niet-beursgenoteerd. Het valutarisico wordt grotendeels afgedekt (zie de toelich-

ting op de jaarrekening nummer 5.1c). De werkelijke wegingen kunnen afwijken van

de strategische wegingen.

Page 54: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

54 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Het fonds hanteert daarnaast een beleidsstaffel voor de afdekking van het rente-

risico. De mate van afdekking is afhankelijk van de hoogte van de 20-jaars euro-

swaprente. Bij een hogere rente is de afdekking hoger. Het fonds heeft bewust

gekozen voor het niet volledig afdekken van het renterisico bij lage rentestanden,

om opwaarts potentieel te hebben als de rente zou stijgen. In 2018 was de strate-

gische afdekking het hele jaar 55% conform onderstaande beleidsstaffel. De beleg-

gingscommissie evalueert de hoogte van de rentehedge minimaal ieder kwartaal.

Beleidsstaffel renteafdekking

20−jaars rente Renteafdekking (marktwaarde)

1,0% 45%

1,5% 55%

2,0% 65%

2,5% 75%

3,0% 85%

3,5% 95%

4,0% 100%

Het fonds laat zich bij het nemen van beleggingsbeslissingen niet alleen leiden

door de risicohouding, maar ook door de investment beliefs, die zijn vastgelegd in

de ABTN. De investment beliefs houden in de eerste plaats in dat een top-down-

benadering wordt gehanteerd, waarbij de keuze voor de asset allocatie een hogere

prioriteit heeft dan de individuele selectie van vermogenstitels. Verder heeft het

fonds onder andere een duidelijke voorkeur voor een grotendeels passief beheer in

effi ciënte markten, wordt alleen belegd in strategieën en vermogensinstrumenten

en -titels die het fonds begrijpt en kiest het, indien mogelijk, voor een maatschap-

pelijk verantwoord beleggingsbeleid (zie paragraaf 5.4.6).

5.4.3 Samenstelling van de beleggingsportefeuille

Samenstelling beleggingen (op basis van mandaten(1)) per 31 december

(in € miljoen) 2018 % 2017 %

LDI-mandaat (2) 397,4 37,5 399,1 36,5

Credits 294,1 27,7 281,5 25,8

Vastrentende waarden 691,5 65,2 680,6 62,3

Aandelen 270,7 25,5 316,6 29,0

Vastgoed 92,0 8,7 86,5 7,9

Private Equity 6,0 0,6 8,3 0,7

Zakelijke waarden 368,7 34,8 411,4 37,6

Liquide middelen 0,5 0,0 0,6 0,1

Totaal exclusief afdekking valutarisico 1.060,7 100,0 1.092,6 100,0

Valutatermijncontracten 2,2 11,0

Totaal inclusief afdekking valutarisico 1.062,9 1.103,6

(1) De indeling op basis van mandaten wijkt af van (de toelichting op) de balans. Dit betreft vooral de liquide middelen

en de derivaten, die in dit overzicht, indien van toepassing, bij de mandaten zijn opgenomen.

(2) Het LDI-mandaat bestaat uit staatsobligaties, renteswaps en liquiditeiten.

Page 55: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 55

Het belang in zakelijke waarden was de eerste negen maanden van 2018 2-3% over -

wogen (>35%). Door de koersdalingen in het laatste kwartaal, maar ook door ver-

kopen van aandelen in de loop van het jaar, daalde het belang in zakelijke waarden

eind 2018 naar 34,8%. Het belang in vastrentende waarden steeg daardoor naar

65,2%.

De ontwikkelingen per beleggingscategorie worden in de volgende paragrafen ver-

der toegelicht.

5.4.4 Vastrentende waarden

In 2018 steeg het belang in vastrentende waarden van 62,3% naar 65,2%. Dit is

hoger dan het strategisch gewicht van 65,0%, maar ligt binnen de bandbreedte van

60-70%.

Het beheer van de vastrentende mandaten is uitbesteed. Het betreft 2 discretio-

naire portefeuilles, een LDI-mandaat en een creditmandaat, die worden beheerd

door BlackRock.

De doelstelling van het LDI-mandaat is om vooral met langlopende staatsobliga-

ties, aangevuld met renteswaps en liquiditeiten, de gewenste afdekking van het

renterisico te realiseren. Samen met de creditportefeuille wordt eind 2018 55,4%

van het renterisico tegen de euro-swaprente afgedekt, hetgeen binnen de band-

breedte van 3% ten opzichte van de nagestreefde 55% is.

Het beheer van het LDI-mandaat is ‘buy and hold’. De beleggingen in staatsobliga-

ties zijn beperkt tot eurolanden met een hoge rating (in procenten van het in

staatsobligaties belegde bedrag): Nederland (41,8%), Frankrijk (32,0%), Oostenrijk

(8,3%), Finland (7,9%), België (3,9%), Ierland (3,9%) en Spanje (2,2%). In 2017

werden staatsobligaties Duitsland en (een gedeelte van) Nederland uit rende-

mentsoverwegingen omgezet in cash plus renteswaps met een gelijkblijvende ren-

tegevoeligheid. Deze positie werd in 2018 niet gewijzigd. Ultimo 2018 is afgerond

€ 96 miljoen van het LDI-mandaat voor dit doel belegd in geldmarktfondsen.

Het creditmandaat wordt actief beheerd en betreft een wereldwijde portefeuille,

die voornamelijk belegd is in investment grade obligaties en voor maximaal 10% in

obligaties met een lagere rating (emerging markets debt en high yield). Het debi-

teurenrisico wordt beperkt door een spreiding over meerdere debiteuren, sectoren

en regio’s. Door te beleggen in leningen aan andere debiteuren dan overheden wordt

geprofi teerd van het positieve renteverschil van deze leningen ten opzichte van

staatsleningen.

De ratingverdeling van de vastrentende portefeuille staat in de toelichting op de

jaarrekening nummer 5.1e.

5.4.5 Zakelijke waarden

Het belang in zakelijke waarden daalde in 2018 van 37,6% naar 34,8%. Daarmee

zijn de zakelijke waarden onderwogen ten opzichte van het strategisch gewicht van

35%, maar binnen de bandbreedte van 30-40%.

Aandelen

De beleggingen in aandelen worden beheerd door BlackRock en volledig volgens de

index belegd. Dit passieve beheer is een van de belangrijkste investment beliefs (zie

paragraaf 5.4.2).

Page 56: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

56 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Tot november 2018 vonden alle aandelenbeleggingen plaats door te participeren in

beleggingsfondsen. Voor de developed markets is eind november 2018 overgegaan

op een discretionair mandaat en wordt ook een andere index gevolgd: de MSCI

ESG Focus index (zie paragraaf 5.4.6). Tot deze overgang werden alleen bedrijven

uitgesloten die niet voldoen aan de UN Global Compact normen. Voor emerging

markets geldt deze laatste aanpak nog steeds en vindt belegging plaats via een

beleggingsfonds.

Er wordt een regionale verdeling (zie de toelichting op de jaarrekening nummer

5.1b) aangehouden die vrijwel overeenkomt met de samenstelling van de MSCI-

wereldindex, met een overweging van maximaal 40% van de emerging markets. De

overweging van de emerging markets was jarenlang 50%, maar in 2018 is besloten

deze in vijf jaar af te bouwen. De overweging was gebaseerd op economische ver-

wachtingen op de lange termijn, maar de overtuiging dat dit ook een hoger rende-

ment op zal leveren is verdwenen, mede gezien de resultaten van de afgelopen

jaren. De eerste stap van de reductie van dit belang was voorzien in 2019, maar is al

uitgevoerd in december 2018.

Vastgoed

De beleggingen in beursgenoteerde vastgoedfondsen worden beheerd door Princi-

pal Global Investors. De omvang van het mandaat is eind 2018 € 45,6 miljoen. Het

gewicht in de portefeuille is 4,3%, 0,3% boven het strategisch gewicht maar binnen

de bandbreedte van 3,5-4,5%. Met dit actief beheerde mandaat wordt wereldwijd

belegd, waardoor de gewenste regionale spreiding wordt gerealiseerd.

CBRE Global Investors beheert de niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen (€ 46,4

miljoen). Het betreffen een participatie van € 46,1 miljoen in het Global Alpha

Fund en een participatie van € 0,3 miljoen in het Eurosiris Fund, dat een Europese

strategie volgt. Het belang in Eurosiris is een restant van een portefeuille die de

afgelopen jaren is afgebouwd. Het belang in Global Alpha is in deze periode opge-

bouwd, omdat het bestuur gekozen heeft om stapsgewijs over te gaan naar een

wereldwijd mandaat. In 2018 is het strategisch gewicht van 4,0% bereikt en door

de waardeontwikkeling zelfs met 0,4% overschreden, dat echter nog binnen de

bandbreedte ligt van 3,5-4,5%.

Private equity

In 2014 is besloten geen nieuwe verplichtingen meer aan te gaan in private equity

vanwege het gebrek aan transparantie van deze investeringen. De laatste commit-

ment dateert uit 2007. De omvang van de mandaten daalde de afgelopen jaren

door restituties van kapitaal en zal verder afgebouwd worden. Wel kan het fonds

nog gecommitteerd worden om onder de bestaande mandaten additionele nog

niet opgeroepen stortingen ter grootte van € 1,3 miljoen te doen, maar verwacht

wordt dat deze met de nog komende restituties worden verrekend.

De beleggingen in private equity vinden plaats door te participeren in een aantal

private equity fund of funds. Het fonds participeert in drie global beleggingsfond-

sen van Robeco (€ 3,3 miljoen) en in twee fondsen van Wilshire Private Markets

Group (€ 2,7 miljoen), voor de regio’s Europa en de Verenigde Staten.

5.4.6 Maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid en stembeleid

Het fonds is zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit komt

tot uitdrukking in één van de investment beliefs. Het belang dat wordt gehecht aan

een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid, ofwel Environmental, Social,

Governance (ESG-)beleid, is in lijn met de uitkomsten van deelnemersonderzoeken.

Eind maart 2019 heeft het fonds het IMVB-convenant (Internationaal Maatschap-

pelijk Verantwoord Beleggen) ondertekend, waarin Nederlandse pensioenfondsen

samenwerken met de overheid, vakbonden en niet-gouvernementele organisaties

om het maatschappelijk verantwoord ondernemen te bevorderen. Het convenant

gaat uit van de ‘OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen’ en de ‘UN

Guiding Principles on Business and Human Rights’.

Page 57: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 57

Het fonds heeft de visie dat bedrijven die maatschappelijk verantwoord onderne-

men op lange termijn een beter nettorendement zullen laten zien dan bedrijven die

hier niet bewust mee omgaan. Op korte termijn is deze relatie niet altijd zichtbaar.

Daarom gaat het fonds uit van het principe dat zolang het verwachte meerrende-

ment niet is vastgesteld, het maatschappelijk verantwoord beleggen niet mag lei-

den tot signifi cant hogere kosten. Het fonds maakt daarbij een afweging tussen de

lange termijn mogelijkheden op dit gebied en de korte termijn risico’s.

Dit beleid is tot nu toe vooral gericht op de beleggingen in aandelen en heeft zich

als volgt ontwikkeld:

■ Tot en met 2016 werden alleen producenten en/of leveranciers van controver-

siële wapens uitgesloten.

■ In 2017 zijn de uitsluitingen uitgebreid met ondernemingen, die niet voldoen

aan criteria op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en -omstandighe-

den, milieubescherming en anti-corruptie. Daarmee werd invulling gegeven aan

de naleving van de algemeen aanvaarde principes, zoals vastgelegd in de UN

Global Compact Principles.

■ In 2018 is dit beleid verder geïntensiveerd. Door de overgang op de MSCI ESG

Focus index voor developed markets (zie paragraaf 5.4.5) wordt belegd in de op

ESG-gebied best scorende ondernemingen uit de MSCI wereldindex. Producen-

ten van tabak en controversiële wapens worden uitgesloten. Het aantal bedrij-

ven waarin wordt belegd is door deze overgang teruggebracht van ongeveer

1.600 naar ongeveer 400. De ESG-rating volgens MSCI van de aandelenporte-

feuille ging omhoog van BBB in 2017 naar AA in 2018.

Daarnaast wordt engagement toegepast (ook al vóór 2018), waarbij de ESG-pres-

taties van ondernemingen worden beoordeeld op de fi nanciële impact en invloed

wordt uitgeoefend door in gesprek te gaan met ondernemingen en door gebruik te

maken van het stemrecht. Dit engagement beleid wordt uitgevoerd door de externe

vermogensbeheerder.

Het fonds heeft, naast aandelen, invulling gegeven aan het ESG-beleid bij de beleg-

gingen in credits en bij de vastgoedfondsen. Bij de credits worden uitsluitingen toe-

gepast volgens bovengenoemde UN Global Compact Principles. De beheerders van

het vastgoed houden bij de investeringen rekening met ESG-criteria en monitoren

dit.

In 2019 wordt het ESG-beleid verder geïntensiveerd. Het fonds zal allereerst de

mogelijkheden bij de vastrentende waarden onderzoeken. Verder heeft het fonds in

maart 2019 het IMVB (internationaal maatschappelijk verantwoord beleggen)-

convenant ondertekend, waarin Nederlandse pensioenfondsen samenwerken om te

voldoen aan de door de overheid getekende OESO-richtlijnen voor multinationale

ondernemingen.

Naast het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid is ook een stembeleid

vastgesteld. Van institutionele beleggers, inclusief pensioenfondsen, wordt ver-

wacht dat zij hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van stemrecht op aandelen

die zij houden in beursgenoteerde ondernemingen publiceren. Het hebben van een

stembeleid is verplicht, ook bij uitbesteding aan externe vermogensbeheerders. Het

bestuur heeft zich aan het stembeleid van de externe vermogensbeheerders gecon-

formeerd. Het door het bestuur vastgestelde stembeleid is op de website van het

fonds te raadplegen.

Page 58: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

58 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.4.7 Rendementen

Rendement per categorie

(in procenten) Fonds Benchmark Fonds Benchmark

2018 2018 2017 2017

Vastrentende waarden 3,6 4,0 −3,3 −5,5

Zakelijke waarden

Aandelen −4,9 −5,1 9,4 9,9

Vastgoed 7,0 5,1 −0,3 3,8

Private Equity 10,8 −5,1 −1,6 9,9

Afdekking valutarisico (1) −2,9 −2,9 4,3 4,3

Totaal nettorendement −1,6 −1,5 4,8 3,8

Totaal brutorendement (2) −1,2 5,2

Bijdrage renteafdekking (3) 1,7 1,6 −1,2 −1,3

(1) Rendement in procenten van de totale beleggingen

(2) Nettorendement verhoogd met alle vermogensbeheerkosten (zie paragaaf 5.5)

(3) Bijdrage aan het totaal nettorendement in procenten van de totale beleggingen bij volledig ‘zuivere’ afdekking

(zie uitleg in de onderstaande tekst)

Het totaal nettorendement was in 2018 lager dan in 2017 door het negatieve ren-

dement op aandelen en de negatieve bijdrage van de valutahedge. Daar staan

hogere rendementen dan in 2017 tegenover van vastrentende waarden, vastgoed

en private equity.

De afgelopen vijf jaar was het rendement hoger dan de intern gehanteerde bench-

mark (zie de kerngetallen in paragraaf 2). Daarbij werd vooral geprofi teerd van het

in deze jaren teruglopende verschil tussen de rente op staatsobligaties en credits

ten opzichte van de euro-swaprente. In 2018 was liepen de creditspreads op, waar-

door er een underperformance was op de vastrentende waarden en daarmee ook op

het totaal nettorendement.

De bovenvermelde rendementen per categorie zijn inclusief valutaresultaat en zijn

vooral positief beïnvloed door de stijging van de Amerikaanse dollar (in 2017 was

dit een daling). Het valutarisico wordt echter met een overlay afgedekt. Deze

afdekking had in 2018 een negatief effect op het totaal nettorendement.

De renteafdekking droeg in 2018 positief bij aan het rendement. Deze bijdrage is

berekend door uit te gaan van een exacte afdekking van de kasstromen van de pen-

sioenverplichtingen met renteswaps, waarbij alléén rekening wordt gehouden met

de afdekkingspercentages aan het begin van ieder kwartaal. De werkelijke afdek-

kingspercentages wijken meestal iets af van het strategische percentage. Dat ver-

klaart de kleine afwijking van de benchmark in bovenstaande tabel. De ‘bijdrage

renteafdekking’ is dus een indicatie van de ‘zuivere’ renteafdekking. In werkelijkheid

wordt niet alleen belegd in renteswaps, maar ook in staatsobligaties en credits, die

een (positieve of negatieve) spread hebben ten opzichte van de euro-swaprente. In

het rendement op de vastrentende waarden is bovendien sprake van valuta-effec-

ten.

Page 59: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 59

Rendement vastrentende waarden per categorie versus de benchmark(1)

(in procenten) Fonds Benchmark Fonds Benchmark

2018 2018 2017 2017

LDI-mandaat 4,2 2,5 −2,0 −1,9

Credits 2,7 3,0 −5,2 −5,7

Totaal vastrentende waarden 3,6 4,0 −3,3 −5,5

(1) Het totaalrendement in de tabel is niet het gewogen gemiddelde van de 2 categorieën. Het rendement op

het LDI-mandaat en op de totale vastrentende waarden wordt vergeleken met de mutatie in de voorziening

pensioenverplichtingen als gevolg van wijzigingen in de euro-swaprente. Voor beiden geldt dat de

benchmarks zijn gecorrigeerd voor de valuta-overlay. De credits worden meegenomen in het totaal, maar in

de tabel vergeleken met een creditbenchmark.

Het rendement op vastrentende waarden wordt in sterke mate bepaald door de

hoogte en de ontwikkeling van de marktrente en door valuta-effecten. In 2018

daalde de marktrente en steeg de Amerikaanse dollar, waardoor het rendement op

de gehele vastrentende portefeuille positief was (exclusief valutahedge) en hoger

dan in 2017, toen de marktrente steeg en de Amerikaanse dollar daalde. Het rende-

ment op de credits was positief door de stijging van de Amerikaanse dollar. Met

inachtneming van de valuta-afdekking was het rendement op de credits negatief

door de opgelopen creditspreads en bovendien was er een underperformance.

Rendement aandelen per regio versus de benchmark

(in procenten) Fonds Benchmark Fonds Benchmark

2018 2018 2017 2017

Developed markets −3,8 −4,0 7,2 7,7

Emerging markets −10,2 −10,3 20,1 20,6

−4,9 −5,1 9,4 9,9

Het rendement op aandelen (exclusief valutahedge) was in 2018 lager dan in 2017,

vooral door de koersdalingen in het vierde kwartaal 2018. Mede dankzij het gehan-

teerde uitsluitingsbeleid (zie paragraaf 5.4.6) was er in 2018 een outperformance

van 0,2% (2017: underperformance 0,5%). Het rendement op aandelen in de

emerging markets was in deze twee jaar volatieler dan in de developed markets.

Rendement overige categorieën

In 2018 was het rendement op vastgoed hoger dan in 2017 en 1,9% hoger dan de

benchmark.

Het rendement op de beursgenoteerde vastgoedfondsen bedroeg 1,8% (2017:

2,0%) en was 1,7% (2017: 4,1%) beter dan de benchmark. De gerichte keuze voor

groei-aandelen pakte net als in 2017 goed uit.

Het rendement op niet-beursgenoteerd vastgoed bedroeg 12,7% (2017: −/− 2,5%)

en was 2,7% beter dan de benchmark (2017: −/−12,5%). Het verschil ten opzichte

van de benchmark geeft een vertekend beeld. De benchmark betreft een vaste tar-

get van 10% per jaar, waarbij geen rekening wordt gehouden met valuta-effecten.

Het gemeten rendement is in euro, en in 2018 was er positieve (2017: negatieve)

impact van de ontwikkeling van de Amerikaanse dollar. De vaststelling van de net

asset value (NAV) vindt bovendien altijd plaats met twee maanden vertraging,

waardoor deze niet meegenomen kan worden in de performancemeting van het

fonds. Dit pakte in 2017 nadelig uit door een negatieve bijstelling achteraf van de

Page 60: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

60 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

NAV per ultimo 2016. In lokale valuta bedroeg het rendement 2018 van CBRE

Global Alpha 10,1% (vijfjaars 10,2%). Vermogensbeheerder CBRE kiest voor hoge

kwaliteit vastgoed met een hoog verwacht huurrendement.

Het resultaat op private equity was hoger dan in 2017 en ook hoger dan het rende-

ment op de aandelenmarkt, dat voor deze categorie als benchmark fungeert. Pri-

vate equity reageert met vertraging op de aandelenbeurzen, hetgeen in 2018 ten

opzichte van 2017 duidelijk in het rendement is te zien. Over de gehele looptijd van

de fondsen waarin wordt geparticipeerd is het nettorendement vergelijkbaar met

dat van aandelen.

5.5 Uitvoeringskosten en kosten vermogensbeheer

De gerapporteerde kosten van het fonds zijn conform de aanbevelingen van de Pen-

sioenfederatie uitgesplitst in uitvoeringskosten van de pensioenregeling en kosten

vermogensbeheer.

Het fonds publiceert voor de kosten vermogensbeheer bewust alleen geaggre-

geerde cijfers, aangezien de gegevens per beleggingscategorie eenvoudig te herlei-

den zijn tot individuele mandaten en managers en daarmee concurrentiegevoelige

informatie bevatten.

Uitvoeringskosten en kosten vermogensbeheer

(Bedragen in € duizend, per participant in €, percentages in 2018 % 2017 %

procenten van het gemiddeld belegd vermogen)

Gemiddeld belegd vermogen (1) 1.093.399 1.082.932

Uitvoeringskosten

– Kosten uitvoering pensioenregeling 790 0,07 750 0,07

– Aantal participanten 7.584 7.575

– Aantal participanten exclusief gewezen deelnemers 3.424 3.356

– Kosten per participant (in €) 104 99

– Kosten per participant exclusief gewezen deelnemers (in €) 231 223

Kosten vermogensbeheer

– Management fees 1.508 0,14 1.522 0,14

– Consultants, custodian en juridische kosten 595 0,06 578 0,05

– Bijkomende beheerskosten mandaten 524 0,05 620 0,06

– Bewaarloon 88 0,01 83 0,01

– Performance fees 34 0,00 372 0,04

– Toegerekende interne kosten 464 0,04 452 0,04

Totale kosten vermogensbeheer (exclusief transactiekosten) 3.213 0,30 3.627 0,34

– Transactiekosten 1.026 0,09 1.099 0,10

Totale kosten vermogensbeheer (inclusief transactiekosten) 4.239 0,39 4.726 0,44

Totaal uitvoeringskosten en kosten vermogensbeheer 5.029 0,46 5.476 0,51

(1) Het gemiddeld belegd vermogen wordt vastgesteld op basis van de maandultimostanden.

Page 61: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 61

Uitvoeringskosten

De uitvoeringskosten van de pensioenregeling bestaan uit bestuurskosten, adminis-

tratiekosten, advies- en controlekosten, en huur (volgens de rubricering in de DNB-

jaarverslagstaten; zie de toelichting op de jaarrekening nummer 8). In 2018 zijn de

uitvoeringskosten hoger dan in 2017, vooral door de reguliere stijging van de sala-

rissen van de medewerkers van het pensioenbureau, hogere kosten voor het intern

toezicht vanwege de overgang op een raad van toezicht en hogere vergoedingen en

opleidingskosten door uitbreiding van het bestuur.

Interne kosten die betrekking hebben op het vermogensbeheer, zoals personeels-

en controlekosten, worden volgens vaste verdeelsleutels toegerekend aan de kos-

ten vermogensbeheer. In 2018 betrof dit 37% van de interne kosten (2017: 38%).

De verdeelsleutels zijn vastgesteld op basis van het aantal medewerkers, dat

betrokken is bij de beleggingen, en een inschatting van de daaraan toe te rekenen

advies- en controlekosten.

Het bestuur heeft als doelstelling de uitvoering van de pensioenregeling tegen een

goede prijs/kwaliteit-verhouding te realiseren. Om te toetsen of aan deze doelstel-

ling wordt voldaan, heeft het fonds deelgenomen aan het benchmarkonderzoek

2018 van LCP. In de door LCP vastgestelde peergroup bedroegen de uitvoerings-

kosten over de periode 2015-2017 gemiddeld € 341,− per deelnemer per jaar. De

uitvoeringskosten van het fonds bedroegen over die periode gemiddeld € 223,−.

Het bestuur vindt het uit oogpunt van de toekomstbestendigheid van het fonds van

groot belang dat de uitvoeringskosten laag blijven, en dat daarbij toch een hoog

kwaliteitsniveau wordt gerealiseerd op het gebied van communicatie, deskundig-

heidsbevordering en risicobeheer. De kosten van het fonds over 2018 kunnen nog

niet worden vergeleken met andere pensioenfondsen, omdat de benchmarkonder-

zoeken later in 2019 plaatsvinden.

Kosten vermogensbeheer

■ Management fees

De management fees zijn de vergoedingen voor de externe vermogensbeheerders.

Het fonds heeft een mix van passief en actief beheer. De kosten van passief beheer

zijn lager dan van actief beheer. De management fees van vastgoed en private

equity zijn hoger dan van aandelen- en obligatiemandaten. In 2018 waren de

management fees vrijwel gelijk aan 2017. In de meeste mandaten is de hoogte van

de management fee, al dan niet met een staffel, gerelateerd aan de omvang van het

mandaat.

■ Consultants, custodian en juridische kosten

De kosten voor consultants en juridische kosten hebben betrekking op de advise-

ring bij de selectie, aanstelling en monitoring van de externe vermogensbeheerders

en strategische advisering op het gebied van vermogensbeheer. De kosten voor de

custodian hebben betrekking op de beleggingsadministratie, de performanceme-

ting, de compliance controles en de risicomonitoring. Deze kosten waren in 2018

nagenoeg gelijk aan 2017.

■ Bijkomende beheerskosten mandaten

De bijkomende beheerskosten van het extern vermogensbeheer betreffen naast

custodian- en auditkosten van de beleggingsfondsen waarin het fonds participeert,

ook de kosten van de onderliggende beleggingsfondsen in enkele ‘fund of funds’-

participaties. Deze kosten worden niet rechtstreeks bij het fonds in rekening

gebracht, maar zijn verwerkt in de waarde van de beleggingen (indirecte beleg-

gingsopbrengsten; zie de toelichting op de jaarrekening nummer 8). De benodigde

gegevens worden verstrekt door de managers. In vergelijking met 2017 zijn de bij-

komende kosten in 2018 gedaald bij de mandaten voor vastgoed (door het afne-

mende belang in CBRE Eurosiris) en private equity (door een afnemend belang).

Page 62: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

62 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

■ Bewaarloon

Het bewaarloon heeft betrekking op de kosten voor het in depot houden (bewa-

ring) van effecten van de discretionaire mandaten en de terugvordering van divi-

dendbelasting. De kosten zijn in 2018 gestegen ten opzichte van 2017 vanwege de

kosten van het nieuwe aandelenmandaat (zie paragraaf 5.4.5).

■ Performance fees

De performance fees hebben betrekking op de private equity fondsen. De managers

van private equity ontvangen een performance fee als een vooraf afgesproken mini-

mumrendement (‘hurdle rate’) wordt overschreden. Bij de berekening van dit ren-

dement wordt de hele looptijd van de investering meegenomen. De performance

fees daalden in 2018 ten opzichte van 2017 omdat minder extra performance werd

behaald in de onderliggende fondsen in de ‘fund of funds’-mandaten.

■ Toegerekende interne kosten

Zie de toelichting bij de uitvoeringskosten van de pensioenregeling.

■ Transactiekosten

De transactiekosten hebben betrekking op aan- en verkopen van beleggingen. Deze

kosten kunnen bestaan uit provisie, belastingen, settlement- en betalingskosten. Bij

een aantal transacties (onder andere obligaties en valuta) worden provisies niet

apart in rekening gebracht, maar verwerkt in de bied- en laatkoersen (bid-ask

spreads). Voor beleggingsfondsen wordt met ingang van 2017 het ‘look through-

principe’ toegepast. De hoogte van de transactiekosten moet worden beoordeeld in

relatie tot de mate van actief beheer.

De transactiekosten daalden in 2018 ten opzichte van 2017, vooral door lagere bid-

ask spreads bij de vastrentende waarden en ondanks de kosten van de overgang

naar een nieuw aandelenmandaat.

Beoordeling bestuur van de kosten vermogensbeheer en benchmarking

De hoogte van de kosten vermogensbeheer wordt door het bestuur beoordeeld

naar de aard van de beleggingsmandaten, het verwachte rendement en het risico

van een beleggingscategorie. Naast passieve mandaten tegen relatief lage kosten,

heeft het fonds een aantal actieve mandaten en participaties in private equity en

vastgoed, waar het kostenniveau aanzienlijk hoger is. De management fees worden

periodiek door het fonds getoetst, voor het laatst in april 2018, en deze zijn markt-

conform.

Op basis van het benchmarkonderzoek over 2015-2017 van LCP, heeft het fonds

gemiddeld lagere vermogensbeheerkosten (0,33%, exclusief transactiekosten) dan

de peergroup (0,34%). De transactiekosten waren hoger (0,12%) dan bij de peer-

group (0,08%) vanwege het grote aantal kleine transacties in het creditmandaat,

dat de aard van dit mandaat met zich meebrengt. In 2018 zijn de transactiekosten

in dit mandaat gedaald doordat de bid-ask spreads lager waren dan in 2017. Inclu-

sief transactiekosten waren de vermogensbeheerkosten (0,45%) een fractie hoger

dan van de peergroup (0,42%).

Uit het benchmarkonderzoek van LCP blijkt dat het fonds met een relatief laag

risico profi el een goed rendement haalt, tegen een aanvaardbaar kostenniveau. Het

bestuur acht het kostenniveau daarom passend bij de gekozen mandaten.

Page 63: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 63

5.6 Herstelplan en haalbaarheidstoets

5.6.1 Herstelplan

Het fonds heeft een herstelplan opgesteld omdat er sprake was van een reserve -

tekort. Vanaf 2015 wordt jaarlijks een nieuw herstelplan opgesteld zolang het reserve -

tekort nog niet verdwenen is. Het herstelplan van 2018 is door DNB goedgekeurd.

Begin 2019 is opnieuw een herstelplan ingediend bij DNB.

Bij het scenario van het herstelplan 2019 met wederom een looptijd van acht jaar

is herstel van de beleidsdekkingsgraad naar een niveau boven de vereiste dekkings-

graad (116,3%) mogelijk in vier jaar. De looptijd is gebaseerd op de benodigde her-

steltermijn vanaf de kritische dekkingsgraad (96,4%) naar de vereiste dekkings-

graad. Indien het fonds niet in staat is om binnen acht jaar te herstellen, worden de

pensioenaanspraken en -rechten gekort (zie ook paragraaf 1.4.2).

Het herstelplan gaat uit van het in 2018 ongewijzigd vastgestelde beleggings-, pre-

mie-, toeslagen- en kortingsbeleid (zie de paragrafen 1.4 tot en met 1.6) en de

richtlijnen van DNB, zoals met betrekking tot de rendementsveronderstellingen. Er

zijn geen aanvullende maatregelen nodig, zoals een extra bijdrage van de werkgever

of kortingen op de pensioenaanspraken en -rechten.

In 2020 zullen nieuwe parameters van toepassing zijn op basis van een advies van

de Commissie Parameters, dat in de zomer van 2019 wordt verwacht.

In onderstaande grafi ek is de ontwikkeling van de feitelijke dekkingsgraad en de

beleidsdekkingsgraad weergegeven ten opzichte van de (minimaal) vereiste dek-

kingsgraad. Tot en met 2018 betreft het de werkelijke cijfers; vanaf 2019 zijn de

cijfers volgens het nieuwe herstelplan gepresenteerd. In 2022 komt de beleids-

dekkingsgraad volgens deze prognose boven de vereiste dekkingsgraad.

Dekkingsgraad (DG)

Werkelijk tot en met 2018, herstelplan vanaf 2019

Feitelijk DG Beleids DG Vereiste DG Minimaal Vereiste DG

Page 64: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

64 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.6.2 Uitkomsten van de haalbaarheidstoets 2018

Pensioenfondsen moeten jaarlijks met behulp van een haalbaarheidstoets toetsen

of de pensioenregeling op basis van het vigerende beleggings- en risicobeleid op

lange termijn de resultaten oplevert die het bestuur voor ogen heeft. Er wordt

onder andere gekeken naar behoud van koopkracht: kan de infl atie worden gecom-

penseerd en zijn de uitkomsten voor alle leeftijdsgroepen ongeveer gelijk? Om dit

te kunnen beoordelen wordt er, rekening houdend met de 2.000 door DNB voor-

geschreven toekomstscenario’s, vooruitgerekend over een periode van 60 jaar. Als

uit de jaarlijkse toetsing zou blijken dat de uitkomsten aanzienlijk afwijken van de

door de wet voorgeschreven en het bestuur vastgestelde grenzen, gaat het bestuur

in overleg met sociale partners om de vervolgstappen te bespreken.

Het pensioenresultaat, zoals vastgesteld in de haalbaarheidstoets, is een moment-

opname. Er is geen garantie dat het onder alle omstandigheden wordt gerealiseerd.

Nadrukkelijk geldt dat het resultaat een gemiddelde is over een 60-jarige periode

en uitgaat van voorgeschreven economische scenario’s op de korte termijn; en ook

als de economie zich slechter ontwikkelt, zal het pensioenresultaat lager zijn en is

een korting niet uitgesloten.

Uit de haalbaarheidstoets 2018 is gebleken dat de uitkomsten binnen de grenzen

van de in 2015 uitgevoerde aanvangshaalbaarheidstoets vallen:

■ Het pensioenresultaat voor het mediaan scenario is gelijk aan 100,5% (2017:

99,1%) en is daarmee hoger dan de ondergrens van 87%.

■ De afwijking van het pensioenresultaat in het ‘slechtweerscenario’ is gelijk aan

30% (2017: 29%) en is daarmee lager dan de maximale afwijking van 35%.

5.7 Actuariële analyse

In 2018 kan het saldo van baten en lasten actuarieel als volgt worden verklaard:

Actuariële analyse

(in € miljoen) 2018 2017

Opbrengst beleggingen −17,7 49,9

Kosten pensioenregelingen

Resultaat op bijdragen −1,1 −1,6

Toeslagverlening − −0,4

Benodigde interest 2,5 2,2

Wijziging sterftegrondslagen 10,6 −

Wijziging rekenrente −37,2 12,8

−25,2 13,0Saldo opbrengst beleggingen/

kosten pensioenregelingen −42,9 62,9

Resultaat op levenskansen 1,4 0,6

Overige verschillen −0,5 −0,3

Saldo van baten en lasten −42,0 63,2

Page 65: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 65

Opbrengst beleggingen/kosten pensioenregelingen

Uit de beleggingsopbrengsten dienen in principe de actuariële kosten van de pen-

sioenregelingen gedekt te worden. Het saldo opbrengst beleggingen/kosten pen-

sioenregelingen bedroeg € 42,9 miljoen negatief (2017: € 62,9 miljoen positief).

Het negatieve saldo is vooral veroorzaakt door de opbrengst beleggingen (een ver-

lies van € 17,7 miljoen) en de daling van de rekenrente (een verlies van € 37,2 mil-

joen). Daar stond tegenover een verlaging van de voorziening pensioenverplichtin-

gen met € 10,6 miljoen aan baten, als gevolg van de invoering van de Prognosetafel

AG2018.

Resultaat op bijdragen

Het actuarieel tekort/overschot op bijdragen (pensioenpremies) is het saldo van de

beschikbare bijdragen en de kosten van de opbouw van pensioenaanspraken van

actieve deelnemers. In 2018 is er een tekort op bijdragen van € 1,1 miljoen (tekort

in 2017: € 1,6 miljoen), omdat de ontvangen premie van 24,0% lager is dan de

actuarieel benodigde premie, waarbij de bufferopslag nog buiten beschouwing is

gebleven. Inclusief bufferopslag zou het tekort € 1,5 miljoen groter zijn. In de toe-

lichting op de staat van baten en lasten (zie de toelichting op de jaarrekening num-

mer 8) worden de defi nities die het fonds hanteert voor de kostendekkende premie

verder uitgewerkt.

Het tekort op bijdragen komt ook tot uitdrukking in de premiedekkingsgraad van

87,2% (2017: 76,8%; zie voor de defi nitie van de premiedekkingsgraad paragraaf

1.5.3).

Resultaat op bijdragen

(in € miljoen) 2018 2017

Beschikbaar:

Ontvangen premies en koopsommen(1)

7,8 7,8

Kosten:

Pensioenopbouw 8,7 9,2

Opslag voor uitvoeringskosten 0,2 0,2

8,9 9,4

Overschot (+) / tekort (−) −1,1 −1,6

(1) De toevoeging aan de premie-egalisatiereserve van € 0,5 miljoen in 2017 is nog niet op deze bedragen in mindering gebracht.

In 2018 was de toevoeging afgerond nul.

Toeslagverlening

Per 1 januari 2018 zijn de pensioenaanspraken en -rechten met 0,04% verhoogd.

Deze verhoging werd verwerkt in de voorziening pensioenverplichtingen per 31

december 2017. Omdat het besluit tot een toeslagverlening van 0,48% per 1 janu-

ari 2019 na balansdatum werd genomen, wordt deze verhoging in 2019 verant-

woord.

Benodigde interest

De benodigde interest betreft de interest die volgens de actuariële grondslagen

gerealiseerd dient te worden. In 2018 is de benodigde interest berekend met 0,3%

negatieve rente, de 1-jaarsrente per 1 januari 2018 (2017: een negatieve rente van

0,2%). Omdat de rente voor korte looptijden op 1 januari 2018 net als in 2017

negatief was, resulteert een bate.

Page 66: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

66 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Wijziging sterftegrondslagen

De bate van de overgang op de Prognosetafel AG2018 bedroeg € 10,6 miljoen.

Volgens de nieuwe tafel is de levensverwachting iets gedaald ten opzichte van de

AG2016. In 2017 waren er geen wijzigingen in de sterftegrondslagen.

Wijziging rekenrente

Door de daling van de rekenrente naar gemiddeld 1,3% (2017: 1,4%) steeg de

voorziening pensioenverplichtingen met € 37,2 miljoen. De rekenrente wordt

bepaald met een rentetermijnstructuur op basis van de door DNB vastgestelde

UFR-systematiek.

Resultaat op levenskansen

Het resultaat op levenskansen ontstaat doordat participanten langer/korter leven

dan wordt verwacht volgens de overlevingstafels (langlevenrisico) en door meer/

minder ingang van nabestaandenpensioen (kortlevenrisico). In 2018 was er een

positief resultaat op levenskansen (sterftewinst) van € 1,4 miljoen (2017: € 0,6

miljoen), waarvan een verlies van € 0,3 miljoen op langleven (2017: een verlies van

€ 1,1 miljoen) en een winst van € 1,7 miljoen op kortleven (2017: een winst van

€ 1,7 miljoen).

Overige verschillen

Naast de genoemde verschillen zijn er nog andere geringe afwijkingen ten gevolge

van onder meer waardeoverdrachten, waar bij inkoop en afkoop afwijkingen ont-

staan, en uitruil. Het verschil bedroeg in 2018 een verlies van € 0,5 miljoen (2017:

een verlies van € 0,3 miljoen).

5.8 Vooruitzichten

De pensioenfondsen staan uit diverse achtergronden ingrijpende veranderingen te

wachten die zorgen voor onzekerheid. Het bestuur acht heldere communicatie en

transparantie van groot belang om betrokkenheid van de participanten te realiseren

en het pensioenbewustzijn, en de daarbij behorende pensioenverwachtingen, te

managen.

In 2019 zal de aandacht van het bestuur primair uitgaan naar de ontwikkeling van

de dekkingsgraad en de uitvoering van het herstelplan. Volgens het herstelplan dat

in het eerste kwartaal van 2019 werd opgesteld, zal het reservetekort in vier jaar

verdwenen zijn. Dit is een vertraging ten opzichte van een jaar geleden, en blijft ook

onzeker, omdat de ontwikkeling van de rendementen en de rente meestal afwijken

van de voorgeschreven veronderstellingen die voor het opstellen van een herstel-

plan worden gebruikt.

Als de dekkingsgraad verder zou dalen, zal het bestuur indien nodig aanvullende

maatregelen treffen, waaronder overleg met de werkgever voor het kwijtschelden

van de achtergestelde lening en een eventuele extra bijdrage. Indien de aanvul-

lende maatregelen geen of onvoldoende effect sorteren, kan het bestuur overgaan

tot het korten van de pensioenaanspraken en -rechten.

Daarnaast zijn de belangrijkste actiepunten voor 2019:

■ De mogelijke veranderingen in het pensioenstelsel.

■ De herijking van de strategische heroriëntatie in verband met de toekomst-

bestendigheid van het fonds, waaronder de continuïteit van het bestuur.

■ De uitwerking van de IORP II-richtlijn, waaronder de inrichting van de drie sleu-

telfuncties.

■ De evaluatie van de kernrisico’s actuarieel risico en beleggingsrisico in het kader

van het risicomanagementbeleid.

■ Het implementeren van een intensiever maatschappelijk verantwoord beleg-

gingsbeleid.

Page 67: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 67

■ Het toepassen van de navigatiemetafoor en het communiceren van het bereik-

baar pensioen van participanten in drie scenario’s.

■ De implementatie van de Wet waardeoverdracht en afkoop kleine pensioenen.

■ De geschiktheidsbevordering: competentie- en deskundigheidsontwikkeling

voor de bestuursleden, de medewerkers van het pensioenbureau en de leden van

het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht.

In 2019 en ook de jaren daarna zullen de volgende belangrijke ontwikkelingen door-

werken:

■ Voorwaardelijkheid en versobering van de toeslagverlening

Het is de ambitie van het fonds om toeslagen te verlenen op de toegezegde pen-

sioenaanspraken en -rechten ter grootte van de stijging van de prijsindex. Het fonds

kan echter geen garanties geven op een waardevast pensioen.

Gezien de nog steeds te lage beleidsdekkingsgraad eind 2018 zal toeslagverlening

ook de komende jaren niet of niet volledig kunnen plaatsvinden. Voor eventuele

toeslagverlening zal de belangrijkste bijdrage moeten komen van het rendement uit

de beleggingen.

Ten overvloede wordt opgemerkt dat de toeslagverlening voorwaardelijk is. Toe-

slagverlening vindt alleen plaats als de fi nanciële situatie van het fonds dat toe-

laat. De fi nanciële positie is niet alleen afhankelijk van het beleggingsbeleid en het

gerealiseerde beleggingsresultaat, maar ook van de rente waarmee de pensioen-

verplichtingen moeten worden berekend en de ontwikkeling van de levensverwach-

ting.

■ Beleggingen: politieke en economische ontwikkelingen

Het resultaat van de beleggingen is afhankelijk van de ontwikkelingen op de fi nan-

ciële markten. In 2018 zwakte de economische groei af. Politieke ontwikkelingen

zorgen bovendien voor onzekerheid door de dreigende keuze voor nationale belan-

gen, zoals brexit en de handelsbeperkende maatregelen van de Verenigde Staten.

■ Beperkte mogelijkheden van het premiestuur

Vanwege de beperkte fi nanciële impact van een eventuele premieverhoging is in

het vastgestelde premiebeleid de pensioenpremie geen stuurvariabele. De sociale

partners hebben in beginsel een vast premiepercentage afgesproken voor de perio-

de 2015 tot en met 2019.

In 2019 wordt een ongewijzigde premie van 24,0% in rekening gebracht (zie para-

graaf 1.5). Deze premie is gebaseerd op de 10-jaarsrentedemping en een buffer-

opslag van 16,3%. Het opbouwpercentage is variabel, maar bedraagt in 2019 onge-

wijzigd het fi scaal maximum van 1,875%, vanaf 1 januari 2018 echter wel bij een

hogere pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. Volgens de prognoses van het fonds (bij

een premie van 24%) zal de in rekening gebrachte premie in 2019 en de drie jaren

daarna lager zijn dan de gedempte kostendekkende premie. Het tekort wordt ont-

trokken aan de premie-egalisatiereserve om de pensioenopbouw op peil te houden.

Als in 2022 de premie-egalisatiereserve uitgeput is, zal bij een gelijkblijvende feite-

lijke premie de opbouw verlaagd moeten worden.

Ten opzichte van de zuivere kostendekkende premie is een tekort ontstaan door de

lage rente. Hoewel het bestuur verwacht dat dit tekort de komende jaren zal ver-

minderen (hogere premiedekkingsgraad), zal de premiesystematiek in 2019 op -

nieuw worden geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met een evenwich-

tige belangenafweging van alle participanten. In 2019 worden met de werkgever

nieuwe afspraken gemaakt over de premie voor 2020 en eventueel de jaren daarna.

Page 68: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

68 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

■ Verzwaring van de eisen die aan het bestuurlijk model worden gesteld

De wettelijke eisen die worden gesteld aan de pensioenuitvoering worden steeds

strenger. Wetgeving en toezichthouders stellen zwaardere eisen aan beschikbaar-

heid, competenties, vaardigheden en geschiktheid van bestuurders, wat kan leiden

tot een groter beroep op externe deskundigen, die minder binding hebben met het

fonds, en tot hogere uitvoeringskosten. Het bestuur zal continu een evenwichtige

afweging maken met betrekking tot voortzetting van het fonds ten opzichte van

alternatieve besturingsmodellen waarbij de bestuurlijke lasten en kosten beperkt

blijven, terwijl het fonds zijn eigen identiteit, solidariteitskring en serviceniveau kan

behouden. Het fonds evalueert periodiek of het huidige paritaire bestuursmodel de

meest geschikte vorm is, gegeven de huidige en toekomstige veranderingen binnen

de pensioensector.

In 2018 kwam de raad van toezicht in de plaats van de visitatiecommissie voor het

intern toezicht. De IORP II-richtlijn brengt met zich mee dat vanaf begin 2019 het

fonds de drie sleutelfuncties interne audit, de actuariële functie en de risicobeheer-

functie binnen de organisatie ingericht moet hebben. Deze wijzigingen betekenen

een verdere uitbreiding van het governancemodel en de daarbij behorende kosten.

■ Toenemende uitvoeringskosten

De veranderingen in het pensioenstelsel en de verzwaarde wettelijke eisen aan de

pensioenuitvoering en de governance zullen leiden tot een stijging van de uitvoe-

ringskosten. Tevens zullen de kosten voor ICT oplopen. Het bestuur zal de kosten-

ontwikkeling goed blijven monitoren en beoordelen of het niveau van de uitvoe-

ringskosten concurrerend blijft in vergelijking met andere pensioenuitvoerders.

■ Bestaansrecht en de toekomstbestendigheid van pensioenfondsen

Er zijn goede argumenten om te kiezen voor een eigen ondernemingspensioen-

fonds, zoals de invloed en betrokkenheid van de belanghebbenden, het hoge ser-

viceniveau en een laag en acceptabel niveau van de uitvoerings- en vermogens-

beheerkosten.

Het bestuur heeft in 2018 geconcludeerd dat het bestaansrecht voorlopig niet in

het geding is. Er zijn echter ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op het

bestaansrecht van het fonds en die het noodzakelijk maken om de uitvoering van de

pensioenregeling via een eigen ondernemingspensioenfonds periodiek te toetsen,

te evalueren en indien nodig actie te ondernemen.

Deventer, 29 mei 2019

Bestuur: Directeur: Raad van toezicht:

F.A.J. van Buren, voorzitter A.P. Keur E.C.H. Klijn, voorzitter

Mw. D. Schaafsma, secretaris E.R. Capitain

P.C. van Aalst Mw. L.L.F. Rutgers

R.H. Alsen

H. van de Bunt

J.C. Derriks

Mw. M.C. Gelmers-Hollink

Page 69: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 69

Balans per 31 december 2018 na bestemming van saldo baten en lasten

(x € 1.000) 2018 2017

Activa

Beleggingen 945.780 974.699

Derivaten (actief) 22.137 33.768

Herverzekerde pensioenverplichtingen 6.036 6.384

Vorderingen en overlopende activa 1.313 475

Liquide middelen 118.375 126.176

1.093.641 1.141.502

Passiva

Algemene reserve 59.030 101.007

Bestemmingsreserve 2.512 2.511

Eigen vermogen 61.542 103.518

Achtergestelde renteloze lening 25.000 25.000

Garantievermogen 86.542 128.518

Voorziening pensioenverplichtingen 982.271 980.186

Derivaten (passief) 9.488 8.551

Overige schulden en overlopende passiva 15.340 24.247

1.093.641 1.141.502

Feitelijke dekkingsgraad (1) 108,6% 112,9%

Beleidsdekkingsgraad (1) 112,9% 110,4%

(1) De feitelijke dekkingsgraad is gedefi nieerd als quotiënt met in de teller het totaal van de voorziening pensioenverplichtingen, de

algemene reserve en de achtergestelde lening, en in de noemer de voorziening pensioenverplichtingen. De beleidsdekkingsgraad

is het 12-maandsgemiddelde van de feitelijke dekkingsgraad.

Jaarrekening 2018

Page 70: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

70 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Staat van baten en lasten 2018

(x € 1.000) 2018 2017

Baten

Beleggingsopbrengsten (1) −17.726 49.925

Premies en koopsommen 7.832 7.769

Pensioenuitkeringen herverzekering 464 519

−9.430 58.213

Lasten

Pensioenuitkeringen 30.231 29.857

Uitvoeringskosten 790 750

Mutatie voorziening

pensioenverplichtingen eigen rekening:

– Pensioenopbouw 8.954 9.356

– Toeslagverlening − 391

– Rentetoevoeging −2.494 −2.157

– Onttrekking voor pensioenuitkeringen −29.908 −29.561

– Onttrekking voor uitvoeringskosten −799 −793

– Wijziging marktrente 31 december 37.189 −12.844

– Wijziging uit hoofde van waardeoverdrachten 887 749

– Wijziging overlevingsgrondslagen −10.589 −

– Resultaat op levenskansen −1.401 −596

– Overige mutaties 594 461

2.433 −34.994

Saldo waardeoverdrachten −943 −678

Premie herverzekering 35 31

32.546 −5.034

Saldo van baten en lasten −41.976 63.247

Bestemming saldo van baten en lasten

Naar bestemmingsreserve 1 526

Naar algemene reserve −41.977 62.721

(1) De beleggingsopbrengsten zijn na aftrek van de kosten vermogensbeheer.

Page 71: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 71

Kasstroomoverzicht 2018

(x € 1.000) 2018 2017

Kasstroom uit pensioenactiviteiten

Ontvangsten

Premies en koopsommen 7.832 7.769

Inkomende waardeoverdrachten 2.086 1.026

Uitkeringen herverzekeringen 464 519

10.382 9.314

Uitgaven

Pensioenuitkeringen 30.231 29.857

Uitgaande waardeoverdrachten 1.143 348

Uitvoeringskosten 790 750

Premie herverzekering 35 31

32.199 30.986

Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten −21.817 −21.672

Kasstroom uit beleggingsactiviteiten

Bruto directe beleggingsopbrengsten 28.393 26.830

Directe kosten vermogensbeheer −2.903 −2.830

Mutatie opgelopen rente 378 192

Verkopen en afl ossingen van beleggingen 477.850 434.805

Aankopen en verstrekkingen beleggingen −479.876 −370.409

Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten 23.842 88.588

Mutatie vorderingen en schulden −9.745 −1.013

Mutatie liquide middelen −7.720 65.903

Liquide middelen per 1 januari 126.176 60.299

Koers- en omrekeningsverschillen liquide middelen −81 −26

Mutatie liquide middelen −7.720 65.903

Liquide middelen per 31 december 118.375 126.176

Page 72: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

72 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

1. Inleiding

Het statutaire doel van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland (hierna:

het fonds), statutair gevestigd te Deventer, is het verlenen van pensioenaanspraken

om nu en in de toekomst uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden te

verstrekken ter zake van ouderdom en overlijden. Het fonds geeft invulling aan de

uitvoering van de pensioenregeling van Wolters Kluwer Holding Nederland B.V.

(WKNL) en de met haar gelieerde ondernemingen, die vallen onder de werkings-

sfeer van de tussen het fonds en WKNL gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Het fonds is een ondernemingspensioenfonds, staat ingeschreven bij de Kamer van

Koophandel onder nummer 41244973 en is lid van de Pensioenfederatie.

2. Overeenstemmingsverklaring

De jaarrekening 2018 is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalin-

gen, zoals opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), en met

inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op

balansdatum 31 december 2018 en is opgesteld uitgaande van de continuïteits-

veronderstelling.

3. Grondslagen voor waardering van activa en passiva

en voor resultaatbepaling

AlgemeenAlle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven.

Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde.

Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij

anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze

betrekking hebben.

Schattingen en veronderstellingenDe opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9, Boek 2 BW ver-

eist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die

van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarden

van zowel de activa en verplichtingen, als de baten en lasten. De schattingen en

hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verle-

den en andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk en betrouwbaar

worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over

de boekwaarde van activa en verplichtingen, die niet op eenduidige wijze uit andere

bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattin-

gen.

Toelichting op de jaarrekening 2018

Page 73: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 73

De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoor-

deeld. De effecten van schattingswijzigingen worden opgenomen in de periode

waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode

gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de

herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden.

Opname van een actief, verplichting, bate of lastEen actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toe-

komstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde

daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans

opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal

gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan

betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerde-

ring van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van

een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden waarvan

de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer

een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermin-

dering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevon-

den waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economi-

sche voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een

verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting

niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet

meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan

aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voor-

delen en de betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

Saldering van een actief en een verplichtingEen fi nancieel actief en een fi nanciële verplichting worden gesaldeerd als netto-

bedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele

bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wik-

kelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen.

De met de gesaldeerd opgenomen fi nanciële activa en fi nanciële verplichtingen

samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgeno-

men in de staat van baten en lasten.

Verwerking van waardeveranderingen van beleggingenBeleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Hierbij wordt geen onderscheid

gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleg-

gingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen,

worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen.

Waarden in buitenlandse valutaActiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen

de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen

reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s

worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoers-verschil-

len zijn verwerkt in de staat van baten en lasten.

De belangrijkste gebruikte valutakoersen ultimo 2018 zijn:

■ USD 1,14 (ultimo 2017: 1,20)

■ GBP 0,90 (ultimo 2017: 0,89)

■ JPY 125,42 (ultimo 2017: 135,27)

Page 74: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

74 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Vastrentende waardenBeursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleg-

gingsinstellingen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurs-

koersen.

Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beurs-

genoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige

netto kasstromen (rente en afl ossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien,

contant gemaakt tegen de ultimo boekjaar geldende marktrente en rekening hou-

dend met het risicoprofi el (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijden.

Zakelijke waarden■ Aandelen en private equity

Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstel-

lingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers.

De actuele waarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleg-

gingsfondsen is bepaald op basis van de taxatiewaarde c.q. de laatst bekende intrin-

sieke waarde per balansdatum of de lagere verkoopwaarde.

■ Vastgoedbeleggingen (indirect vastgoed)

Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de

per balansdatum geldende beurskoers.

Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen

de actuele waarde welke is bepaald op basis van de taxatiewaarde c.q. de laatst

bekende intrinsieke waarde per balansdatum of de lagere verkoopwaarde.

DerivatenDerivaten worden gewaardeerd op reële waarde. Derivaten die worden verhandeld

op een actieve markt, worden gewaardeerd op basis van de relevante marktnoterin-

gen. Wanneer derivaten niet op een actieve markt worden verhandeld, worden deze

gewaardeerd op basis van afgeleide marktnoteringen. Als deze afgeleide markt-

noteringen niet beschikbaar zijn, wordt de waarde bepaald met behulp van markt-

conforme waarderingsmodellen.

Herverzekerde pensioenverplichtingenVorderingen uit hoofde van herverzekerde pensioenverplichtingen worden als een

actief verantwoord en gewaardeerd tegen de contante waarde van de verzekerde

uitkeringen uit hoofde van het contract, volgens de grondslagen van het fonds.

Algemene reserveDe algemene reserve wordt bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle activa

en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtin-

gen en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarde-

ringsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Het saldo over het boekjaar wordt,

na eventuele toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserve, ten gun-

ste of ten laste gebracht van de algemene reserve.

BestemmingsreserveIndien de ontvangen premie hoger is dan de kostendekkende premie, volgens de

grondslagen van het fonds, wordt het meerdere toegevoegd aan een bestemmings-

reserve, de premie-egalisatiereserve. Indien de ontvangen premie lager is dan de

kostendekkende premie, wordt het verschil onttrokken aan de premie-egalisatie-

reserve, voor zover het saldo toereikend is, om de pensioenopbouw zo veel mogelijk

op peil te houden. Toevoegingen en onttrekkingen aan deze bestemmingsreserve

worden verwerkt als bestemming van (een deel van) het saldo over het boekjaar.

Page 75: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 75

Achtergestelde renteloze leningDe achtergestelde renteloze lening wordt opgenomen tegen de nominale waarde.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in de overgangsbepaling RJ 290.1007 opge-

nomen vrijstelling tot herziening van de initiële waardering van fi nanciële instru-

menten aangegaan voor 1 januari 2007.

Voorziening pensioenverplichtingenDe voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde

(marktwaarde op basis van de UFR). Deze waarde wordt bepaald op basis van de

contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige kasstromen die

samenhangen met de op balansdatum opgebouwde pensioenverplichtingen.

Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van de op

de balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over de verstreken deel-

nemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of

toeslagen verleend worden op de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. De

last van een eventuele toeslagverlening wordt in de berekening verwerkt in het jaar

dat het (defi nitieve) besluit is genomen. Er wordt geen rekening gehouden met

toekomstige salarisontwikkelingen.

De gehanteerde grondslagen en methoden voor de berekening van de voorziening

pensioenverplichtingen zijn vastgelegd in de ABTN. De belangrijkste actuariële

grondslagen zijn:

■ Volledige affi nanciering van verkregen aanspraken naar de stand van 31 decem-

ber volgens het koopsomstelsel.

■ Gehanteerde marktrente conform de rentetermijnstructuur FTK, zoals deze

wordt gepubliceerd door DNB. Deze rentetermijnstructuur is gebaseerd op de

door DNB voorgeschreven UFR.

■ Prognosetafel AG2018 rekening houdend met ervaringssterfte. In 2018 is de

prognosetafel aangepast en in de berekening van de voorziening pensioenver-

plichtingen per 31 december 2018 verwerkt. De ervaringssterfte wordt fonds-

specifi ek vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het opleidings-

niveau van de populatie van het fonds, en is voor het laatst aangepast in 2016.

■ Voor actieve deelnemers is het partnerpensioen verzekerd op risicobasis.

■ Verondersteld wordt dat iedere actieve deelnemer en gewezen deelnemer met

aanspraken op partnerpensioen een partner heeft.

■ Aangenomen wordt dat de vrouw 3 jaar jonger is dan de man.

■ In het ouderdomspensioen is een opslag van 0,6% opgenomen voor de eenma-

lige uitkering bij overlijden.

■ In de voorziening pensioenverplichtingen wordt rekening gehouden met een kos-

tenopslag van 2% van de voorziening pensioenverplichtingen voor toekomstige

administratie- en excassokosten. Deze kostenopslag is in 2016 voor het laatst

getoetst door de adviserend actuaris.

■ De technische voorziening voor zieke actieve deelnemers op balansdatum die

naar verwachting in de toekomst arbeidsongeschikt zullen worden verklaard,

wordt bepaald op basis van 2 keer de opslag voor arbeidsongeschiktheid in de

premie, als benadering voor de daadwerkelijke ziektegevallen per balansdatum.

PensioenvermogenDaar waar in de jaarrekening gesproken wordt van het pensioenvermogen wordt

bedoeld de som van de algemene reserve en de voorziening pensioenverplichtin-

gen. Het pensioenvermogen ultimo 2018 bedraagt € 1.041,3 miljoen (2017:

€ 1.081,2 miljoen).

Premie en koopsommenOnder premies en koopsommen van werkgever en actieve deelnemers wordt ver-

staan de in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar

opgebouwde en verzekerde pensioenen. De premies en koopsommen zijn toegere-

kend aan de periode waarop ze betrekking hebben.

Page 76: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

76 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

BeleggingsopbrengstenDe beleggingsopbrengsten bestaan uit directe en indirecte beleggingsopbrengsten.

Directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op ontvangen rente en dividen-

den. Indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en onge-

realiseerde waardeveranderingen en valutaresultaten.

(In)directe beleggingsopbrengsten zijn toegerekend aan de periode waarop ze

betrekking hebben. Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn de aan

de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen en

andere kosten vermogensbeheer verrekend.

PensioenuitkeringenDe pensioenuitkeringen betreffen de aan pensioengerechtigden bruto uitgekeerde

bedragen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toe-

gerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

UitvoeringskostenDe uitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heb-

ben.

RentetoevoegingDe pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale markt-

rente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (UFR). De

rentetoevoeging wordt tegen de 1-jaarsrente primo berekend over de beginstand

en de mutaties van de voorziening pensioenverplichtingen gedurende het jaar.

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Er wordt een

onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen

uit beleggingsactiviteiten.

Page 77: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 77

4. Toelichting op de balans per 31 december 2018(x € 1.000)

Mutatieoverzicht beleggingen

Obligaties Aandelen Vastgoed Private Totaal

2018 equity

Balanswaarde per 1 januari 564.058 316.559 85.814 8.268 974.699

Aankopen/verstrekkingen 288.157 121.046 18.043 − 427.246

Verkopen/aflossingen −276.458 −148.713 −15.111 −3.120 −443.402

Herwaardering 4.365 −20.571 2.634 851 −12.721

Mutatie opgelopen rente −42 − − − −42

Balanswaarde per 31 december 580.080 (1) 268.321 91.380 5.999 945.780

(1) In de balanswaarde van de obligaties is een bedrag opgenomen van € 30,4 miljoen aan geldmarktfondsen (2017: € 29,6 miljoen).

Dit bedrag wordt, naast de transactiekas, vooral aangehouden als buffer in de creditportefeuille voor de exposure naar hypotheek-

obligaties in de vorm van TBA’s (to be announced; zie de tabel ‘Derivaten’ in deze toelichting).

Mutatieoverzicht beleggingen (totaal inclusief derivaten)

Totaal Valutatermijn- Renteswaps Totaal inclusief

2018 beleggingen contracten derivaten

Balanswaarde per 1 januari 974.699 11.002 14.215 999.916

Aankopen/verstrekkingen 427.246 52.630 − 479.876

Verkopen/aflossingen −443.402 −29.506 −4.942 −477.850

Herwaardering −12.721 −31.897 1.483 −43.135

Mutatie opgelopen rente −42 − −336 −378

Balanswaarde per 31 december 945.780 2.229 10.420 958.429

Mutatieoverzicht beleggingen

Obligaties Aandelen Vastgoed Private Totaal

2017 equity

Balanswaarde per 1 januari 628.417 304.752 83.151 11.886 1.028.206

Aankopen/verstrekkingen 303.148 20.567 21.458 − 345.173

Verkopen/aflossingen −337.032 −30.215 −15.341 −3.513 −386.101

Herwaardering −29.573 21.455 −3.454 −105 −11.677

Mutatie opgelopen rente −902 − − − −902

Balanswaarde per 31 december 564.058 316.559 85.814 8.268 974.699

Page 78: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

78 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Mutatieoverzicht beleggingen (totaal inclusief derivaten)

Totaal Valutatermijn- Renteswaps Totaal inclusief

2017 beleggingen contracten derivaten

Balanswaarde per 1 januari 1.028.206 −12.221 22.568 1.038.553

Aankopen/verstrekkingen 345.173 25.229 7 370.409

Verkopen/aflossingen −386.101 −43.266 −5.438 −434.805

Herwaardering −11.677 41.260 −3.632 25.951

Mutatie opgelopen rente −902 − 710 −192

Balanswaarde per 31 december 974.699 11.002 14.215 999.916

Derivaten

2018 2017

Valutatermijncontracten per 31 december

Hoofdsommen (1)

1 & 3-maandscontracten USD 526.380 USD 518.783

1 & 3-maandscontracten GBP 41.191 GBP 35.615

1 & 3-maandscontracten JPY 3.659.302 JPY 3.934.749

1-maandscontracten CAD 1.040 CAD 520

1-maandscontracten AUD 350 AUD 350

Balanswaarde per 31 december

– actief 3.050 11.020

– passief −821 −18

Totaal valutatermijncontracten 2.229 11.002

Renteswaps per 31 december

Hoofdsommen (1) 281.830 274.940

Balanswaarde per 31 december

– actief 19.087 22.748

– passief −8.667 −8.533

Totaal renteswaps 10.420 14.215

Totale balanswaarde per 31 december

– actief 22.137 33.768

– passief −9.488 −8.551

Opgenomen onder Obligaties

TBA’s per 31 december

Hoofdsommen (1) USD 22.506 USD 41.708

Balanswaarde EUR 79 EUR −38

Obligatiefutures per 31 december

Hoofdsommen (1) (2) EUR 35.894 EUR 34.727

Balanswaarde EUR − EUR −

(1) De som van gekochte (long) en verkochte (short) posities (absolute bedragen).

(2) Hoofdsommen in USD zijn omgerekend naar EUR met de wisselkoers per 31 december.

Page 79: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 79

Ultimo 2018 is een bedrag van € 13,6 miljoen cash collateral ontvangen en € 0,5

miljoen in obligaties. Collateral dient als zekerheid voor de waarde van de uit-

staande renteswaps en valutatermijncontracten en wordt op dagbasis vastgesteld

en uitgewisseld. De posities bij de diverse tegenpartijen worden gesaldeerd. Het

renterisico in het creditmandaat wordt, naast renteswaps, met obligatiefutures

beheerst, die dagelijks worden afgerekend. Voor de renteswaps in central clearing is

een initial margin (een vaste borgsom) gestort in de vorm van staatsobligaties, die

eind 2018 een waarde hebben van € 8,3 miljoen.

Actuele waardeDe beleggingen van het fonds zijn gewaardeerd tegen actuele waarde. Daarbij

wordt onderscheid gemaakt tussen beleggingen met een direct waarneembare

marktnotering, beleggingen met een afgeleide marktnotering (gebaseerd op waar-

deringsmodellen waarbij gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata) en

beleggingen met een waardering gebaseerd op modellen waar geen gebruik is

gemaakt van waarneembare marktdata.

Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte

actuele waarden inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten

aanzien van de volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn

momentopnames en gebaseerd op de op dat moment beschikbare informatie en

marktomstandigheden.

Waarderingsniveaus

niveau 1 niveau 2 niveau 3

afgeleide waarderings- Totaal

per 31 december 2018 marktnotering marktnotering modellen

Obligaties 580.080 − − 580.080

Aandelen (1) 224.521 43.800 − 268.321

Vastgoed 44.967 − 46.413 91.380

Private equity − − 5.999 5.999

Valutaderivaten − 2.229 − 2.229

Rentederivaten − 10.420 − 10.420

Totaal 849.568 56.449 52.412 958.429

In procenten 88,6% 5,9% 5,5% 100,0%

(1) Door de overgang van beleggingsfondsen naar een discretionair mandaat voor de developed markets (zie paragraaf 5.4.5) heeft

een verschuiving plaatsgevonden van niveau 2 naar niveau 1.

Waarderingsniveaus

niveau 1 niveau 2 niveau 3

afgeleide waardering- Totaal

per 31 december 2017 marktnotering marktnotering modellen

Obligaties 564.058 − − 564.058

Aandelen − 316.559 − 316.559

Vastgoed 46.238 − 39.576 85.814

Private equity − − 8.268 8.268

Valutaderivaten − 11.002 − 11.002

Rentederivaten − 14.215 − 14.215

Totaal 610.296 341.776 47.844 999.916

In procenten 61,0% 34,2% 4,8% 100,0%

Page 80: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

80 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Herverzekerde pensioenverplichtingen

2018 2017

Stand per 1 januari 6.384 7.243

– Onttrekking voor pensioenuitkeringen −478 −516

– Resultaat op overlevingskansen 87 −308

– Wijziging marktrente 31 december 140 −37

– Wijziging overlevingsgrondslagen −51 −

– Overige mutaties −46 2

Stand per 31 december 6.036 6.384

De herverzekerde pensioenverplichtingen betreffen de door het fonds overgeno-

men verzekeringsovereenkomsten van in het verleden toegetreden ondernemingen.

Deze overeenkomsten zijn premievrij en er is geen sprake van resultaatdeling.

Vorderingen en overlopende activa

2018 2017

Rentedragende vordering:

– Rekening-courant Wolters Kluwer N.V. 617 76

– Dividendbelasting 51 93

– Pensioenpremie 9 20

– Rebate management fee 17 14

– Diversen 55 37

– Waardeoverdrachten 84 −

– Beleggingsdebiteuren (1) 480 235

Totaal 1.313 475

(1) Vordering uit hoofde van uitstaand cash collateral.

Liquide middelen

2018 2017

Bankrekeningen 8.440 3.276

Geldmarktfondsen 109.935 122.900

Totaal 118.375 126.176

De positie in geldmarktfondsen wordt voornamelijk aangehouden in het LDI-man-

daat in de combinatie met renteswaps (als alternatief voor een obligatiebelegging).

Verder bestaat deze positie uit € 13,6 miljoen cash collateral (2017: € 22,8 mil-

joen).

Page 81: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 81

Algemene reserve

2018 2017

Stand per 1 januari 101.007 38.286

Resultaat boekjaar (1) −41.977 62.721

Stand per 31 december (2) 59.030 101.007

(1) Resultaat boekjaar na mutatie in bestemmingsreserve.

(2) Zie nummer 5.1 in de toelichting op de jaarrekening voor het VEV.

Bestemmingsreserve

2018 2017

Stand per 1 januari 2.511 1.985

Resultaat boekjaar (1) 1 526

Stand per 31 december (1) 2.512 2.511

(1) Uit het resultaat boekjaar is een bedrag bestemd voor de premie-egalisatiereserve.

Achtergestelde renteloze lening

2018 2017

Balanswaarde per 31 december 25.000 25.000

In december 2004 heeft WKNL het fonds een achtergestelde renteloze lening ver-

strekt. De lening heeft geen vaste looptijd. Afl ossing geschiedt slechts indien, en

voor zover, het eigen vermogen van het fonds voldoende hoog is om de toeslag-

verlening ‘in theorie’ onvoorwaardelijk te kunnen toezeggen. Het fonds zal overi-

gens in die situatie niet overgaan op een onvoorwaardelijke toezegging van de toe-

slagverlening. De actuele waarde van de lening bedraagt ultimo 2018 € 12,9

miljoen (2017: € 12,1 miljoen). Indien de beleidsdekkingsgraad lager is dan 100%

en het fonds mogelijk een korting op de pensioenaanspraken en -rechten moet

toepassen, telt de lening (tegen actuele waarde) volgens de regelgeving niet mee bij

het eigen vermogen, en kan dan feitelijk niet worden gebruikt om kortingen te voor-

komen.

Voorziening pensioenverplichtingen

2018 % 2017 %

Actieve deelnemers 138.438 14,1 143.018 14,6

Gewezen deelnemers 380.889 38,8 380.132 38,8

Pensioengerechtigden 462.944 47,1 457.036 46,6

Totaal 982.271 100,0 980.186 100,0

Page 82: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

82 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

De pensioenvoorziening actieve deelnemers is inclusief de technische voorziening

voor zieke actieve deelnemers die naar verwachting in de toekomst arbeidsonge-

schikt zullen worden verklaard. Deze voorziening is op balansdatum € 497.000,–.

Ultimo 2018 bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet 1,3% (2017: 1,4%).

Verloop voorziening pensioenverplichtingen

2018 2017

Stand per 1 januari 980.186 1.016.039

Herverzekerde pensioenverplichtingen −6.384 −7.243

Voorziening pensioenverplichtingen

eigen rekening per 1 januari 973.802 1.008.796

Mutatie voorziening pensioen- verplichtingen eigen rekening:

– Pensioenopbouw 8.954 9.356

– Toeslagverlening − 391

– Rentetoevoeging −2.494 −2.157

– Onttrekking voor pensioenuitkeringen −29.908 −29.561

– Onttrekking voor uitvoeringskosten −799 −793

– Wijziging marktrente 31 december 37.189 −12.844

– Wijziging uit hoofde van waardeoverdrachten 887 749

– Wijziging overlevingsgrondslagen −10.589 −

– Resultaat op overlevingskansen −1.401 −596

– Overige mutaties 594 461

Voorziening pensioenverplichtingen

eigen rekening per 31 december 976.235 973.802

Herverzekerde pensioenverplichtingen 6.036 6.384

Stand per 31 december 982.271 980.186

Overige passiva

2018 2017

Beleggingscrediteuren (1) 13.585 22.784

Loonbelasting 522 515

Bijdrage Zorgverzekeringswet 131 123

Management fees 653 446

Overige vermogensbeheerkosten 37 24

Diverse crediteuren 412 355

Totaal 15.340 24.247

(1) Schulden uit hoofde van ontvangen cash collateral.

Page 83: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 83

5. Risicobeheer

Financiële risico’sDe belangrijkste fi nanciële risico’s zijn:

5.1 Solvabiliteitsrisico en dekkingsgraadrisico

● 5.1a Renterisico (S1)

● 5.1b Marktrisico (risico zakelijke waarden S2)

● 5.1c Valutarisico (S3)

● 5.1d Grondstoffenrisico (S4)

● 5.1e Kredietrisico en tegenpartijrisico (S5)

● 5.1f Verzekeringstechnisch risico (S6)

● 5.1g Liquiditeitsrisico (S7)

● 5.1h Concentratierisico (S8)

● 5.1i Operationeel risico (S9)

● 5.1j Risico actief beheer (S10)

5.2 Infl atierisico

5.3 Derivatenrisico

5.4 Systeemrisico

5.5 Sponsorrisico

Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het

beheersen van de fi nanciële risico’s:

■ Beleggingsbeleid (zie paragraaf 5.4.2).

■ Premiebeleid (zie paragraaf 1.5 en de toelichting op de jaarrekening nummer 8).

■ Toeslagen- en kortingsbeleid (zie paragraaf 1.4).

■ Herverzekeringsbeleid (zie de toelichting op de jaarrekening nummer 5.1f).

5.1 Solvabiliteitsrisico en dekkingsgraadrisicoHet fonds heeft bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de fi nanciering

daarvan te maken met fi nanciële risico’s. De doelstelling van het fonds is het nako-

men van de pensioentoezeggingen, waarbij wordt gestreefd naar een toereikende

solvabiliteit die tot uitdrukking komt in de dekkingsgraad. De feitelijke dekkings-

graad bedraagt ultimo 2018 108,6% (2017: 112,9%). In 2018 daalde de feitelijke

dekkingsgraad vooral door het negatieve rendement en de daling van de markt-

rente (UFR). Zie de tabel in paragraaf 5.1.1.

Naast de feitelijke dekkingsgraad wordt voor beleidsdoeleinden de beleidsdekkings-

graad vastgesteld. De beleidsdekkingsgraad is het 12-maandsgemiddelde van de

feitelijke dekkingsgraad. Deze bedroeg ultimo 2018 112,9% (2017: 110,4%).

Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat

er geen of onvoldoende ruimte beschikbaar is voor toeslagverlening. In het uiterste

geval kan het noodzakelijk zijn dat de pensioenaanspraken en -rechten verlaagd

moeten worden. Voordat dit gebeurt, zal het fonds eerst een verzoek bij de werkge-

ver indienen tot kwijtschelden van de achtergestelde lening en/of een bijstorting.

De afgelopen jaren was het niet mogelijk om de premie te verhogen door de afspra-

ken over de premiehoogte (zie paragraaf 1.5). In 2019 worden door sociale partners

nieuwe afspraken gemaakt over de premie in 2020 en de jaren daarna.

Het VEV volgens de normen van het FTK bedraagt ultimo 2018 € 159,9 miljoen

(2017: € 163,9 miljoen). De vereiste dekkingsgraad daalde in 2018 van 116,7% naar

116,3%. Het fonds heeft eind 2018 een reservetekort omdat de beleidsdekkings-

graad lager is dan 116,3%. Omdat de feitelijke dekkingsgraad is gedaald, neemt het

reservetekort toe van 3,8% naar 7,7%. In 2018 is het herstelplan ge actu aliseerd en

goedgekeurd door DNB (zie paragraaf 5.6.1). Het herstelplan is begin 2019 opnieuw

geactualiseerd. Op basis van de beleidsdekkingsgraad ultimo 2018 heeft het fonds

geen aanvullende maatregelen getroffen.

Page 84: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

84 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Bij de berekening van de vereiste dekkingsgraad wordt uitgegaan van de strategi-

sche beleggingsportefeuille. Uit oogpunt van risicobeheersing berekent het fonds

daarnaast ook de vereiste dekkingsgraad bij de feitelijke portefeuille. Deze bedraagt

ultimo 2018 116,0% (2017: 117,2%). Het verschil geeft aan in hoeverre het risico

van de feitelijke portefeuille afwijkt van de strategische portefeuille en dat is eind

2018 gering. Het fonds hanteert een bandbreedte voor de vereiste dekkingsgraad

van 113%-118%. Als de bandbreedte wordt overschreden, is dit een signaal om het

risicoprofi el aan te passen.

Vereist (eigen) vermogen

(x € 1.000) 2018 % 2017 %

Voorziening pensioenverplichtingen 982.271 100,0 980.186 100,0

Buffers:

S1 Renterisico 23.499 2,4 25.423 2,6

S2 Risico zakelijke waarden 115.758 11,8 116.777 12,0

S3 Valutarisico 12.714 1,3 13.987 1,4

S5 Kredietrisico 48.026 4,9 50.460 5,1

S6 Verzekeringstechnisch risico 22.236 2,3 22.766 2,3

S10 Risico actief beheer 4.095 0,4 4.071 0,4

Diversificatie-effect −66.422 −6,8 −69.613 −7,1

Totaal S (vereiste buffers) 159.906 16,3 163.871 16,7

Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) 1.142.177 116,3 1.144.057 116,7

Aanwezig fondsvermogen (totaal activa

– schulden – premie-egalisatiereserve) 1.066.301 108,6 1.106.193 112,9

Overschot (+) / tekort (−) −75.876 −7,7 −37.864 −3,8

Het fonds houdt geen buffers aan voor het grondstoffenrisico (S4), het liquiditeits-

risico (S7), het concentratierisico (S8) en het operationeel risico (S9). Het fonds

belegt niet in grondstoffen. Het liquiditeitsrisico wordt zeer gering geacht. Dit-

zelfde geldt voor het concentratierisico. Voor de beheersing van het operationeel

risico wordt verwezen naar paragraaf 5.1.8.4.

De risico’s S1 tot en met S10 worden in de volgende subparagrafen verder toege-

licht.

5.1a Renterisico (S1)Renterisico is het risico van waardestijging of waardedaling in individuele beleg-

gingen en de mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen als gevolg van ver-

anderingen in het niveau van de rente. Het fonds dekt het renterisico af op basis van

de euro-swaprente. Omdat het fonds in de balans renterisico loopt op basis van de

UFR wijkt de rentegevoeligheid af.

De duration van de pensioenverplichtingen op basis van de euro-swaprente is eind

2018 17,1 jaar (2017: 17,1 jaar), terwijl de duration van de vastrentende beleggin-

gen 13,6 jaar is (2017: 14,1 jaar). In 2018 was de nagestreefde rentehedge het hele

jaar 55%, conform de beleidsstaffel. De rentehedge kan binnen een bandbreedte

van 3% afwijken van 55%. De werkelijke rentehedge was eind 2018 afgerond

55,4% (2017: 56,8%).

Page 85: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 85

De duration van de pensioenverplichtingen op basis van de UFR is eind 2018 15,4

jaar (2017: 15,4 jaar). Eind 2018 is het renterisico op basis van de UFR voor 61,4%

afgedekt (2017: 64,1%). De afdekking op basis van de UFR is hoger dan de afdek-

king op basis van de euro-swaprente, omdat de voorziening pensioenverplichtingen

op basis van de UFR minder rentegevoelig is.

Bij een niet volledige afdekking heeft een rentedaling een negatief effect op de dek-

kingsgraad; een rentestijging een positief effect.

De volledige vastrentende portefeuille wordt gebruikt om de afdekking van het

rente risico te realiseren. Het fonds belegt in langlopende staatsobligaties, credits

en renteswaps. Als gevolg van ontwikkelingen in de swapspreads en creditspreads

kunnen verschillen ontstaan ten opzichte van de nagestreefde renteafdekking. Dit

komt tot uitdrukking in het rendement op de vastrentende waarden (zie paragraaf

5.4.7).

Het renterisico wordt beheerst in alle looptijdsegmenten, waarmee het curverisico

is afgedekt. In onderstaande grafi ek wordt het renterisico ultimo 2018 van de pen-

sioenverplichtingen in ieder looptijdsegment weergegeven en in welke mate dit

door de vastrentende beleggingen wordt afgedekt. Het renterisico in de grafi ek

wordt uitgedrukt in de rentegevoeligheid in euro per basispunt (0,01%) rentewijzi-

ging. In het looptijdsegment 25 jaar is er een overweging en bij 30 jaar een onder-

weging. In de overige looptijdsegmenten zijn de verschillen klein.

5.1b Marktrisico (waaronder risico zakelijke waarden S2)Marktrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen waardestijgingen

of waardedalingen van individuele beleggingen plaatsvinden. Wijzigingen in

marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat,

omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde waarbij de wijzi-

gingen in de actuele waarde direct worden verantwoord in het saldo van de baten

en lasten. Het fonds mitigeert dit risico door middel van diversifi catie. Op basis van

de uitkomsten van ALM-studies wordt in meerdere beleggingscategorieën belegd.

Binnen deze beleggingscategorieën wordt een brede spreiding aangehouden naar

regio’s, sectoren en debiteuren. Het fonds belegt in staatsobligaties, credits, vast-

goedondernemingen en voor de overige categorieën in beleggingsfondsen of verge-

lijkbare beleggingsvehikels. De vastrentende waarden worden wereldwijd belegd

(zie de toelichting op de jaarrekening nummer 5.1e). De regionale procentuele ver-

deling van aandelen en vastgoed wordt vermeld in onderstaande tabellen. Het

belang in aandelen van de emerging markets wordt maximaal 40% overwogen

(2017: 50%) ten opzichte van de wereldindex.

Page 86: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

86 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Regioverdeling aandelen per 31 december

(in procenten) Fonds MSCI (1) Fonds MSCI (1)

2018 2018 2017 2017

Eurolanden 9,8 9,8 9,9 10,7

Overig Europa 10,2 9,7 9,5 10,2

Noord-Amerika 53,0 57,5 52,2 55,3

Pacific 10,6 11,4 11,1 11,8

Emerging Markets 16,4 11,6 17,3 12,0

100,0 100,0 100,0 100,0

(1) Als vergelijking is de verdeling van de wereldindex van MSCI opgenomen.

Regioverdeling vastgoed per 31 december

(in procenten) 2018 2017

Europa 25,0 29,8

Noord-Amerika 50,7 43,7

Pacific 24,3 26,5

100,0 100,0

5.1c Valutarisico (S3)Valutarisico is het risico van waardestijging of waardedaling in individuele beleg-

gingen als gevolg van valutaschommelingen. Het valutarisico wordt met valuta-

termijncontracten afgedekt voor de belangrijkste valuta: USD, GBP en JPY. De bruto

valutaexposure ultimo 2018 van 50,5% wordt daarmee teruggebracht naar 6,7%

(zie onderstaande tabel), zodat 87% ((50,5%−/−6,7%)/50,5%) van het valutarisico

is afgedekt (2017: 82%). Het afdekkingspercentage wordt licht vertekend door de

‘overdekking’ van de USD en in mindere mate van de JPY, in beide gevallen een

momentopname die in januari 2019 werd aangepast.

Valutarisico voor en na strategsiche afdekking per 31 december

voor na voor na

(in procenten) afdekking afdekking afdekking afdekking

2018 2018 2017 2017

EUR 49,5 93,3 48,7 91,0

USD 37,9 −0,9 37,1 0,4

GBP 2,6 0,2 2,9 0,1

JPY 2,5 −0,1 2,8 0,1

Overig 7,5 7,5 8,5 8,4

100,0 100,0 100,0 100,0

Page 87: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 87

5.1d Grondstoffenrisico (S4)Dit is het risico van waardestijgingen of -dalingen als gevolg van het beleggen in

grondstoffen of grondstoffenderivaten. Het fonds belegt niet in deze instrumenten.

5.1e Kredietrisico (S5) en tegenpartijrisicoKredietrisico is het risico dat het fonds verliezen lijdt als gevolg van een faillisse-

ment van een tegenpartij of betalingsonmacht van tegenpartijen op wie het fonds

(potentiële) vorderingen heeft. Dit risico wordt beperkt door te beleggen in porte-

feuilles met een brede tegenpartijspreiding, en door alleen transacties aan te gaan

met tegenpartijen met een goede fi nanciële reputatie, vastgesteld door rating-

bureaus. De vastrentende waarden mogen voor maximaal 10% van de creditporte-

feuille belegd worden in leningen met een lagere rating dan BBB (zie paragraaf

5.4.4). Voor de overige leningen geldt een minimale rating BBB. De volgens

Moody’s gewogen gemiddelde rating eind 2018 is A.

Naast kredietrisico binnen de vastrentende portefeuille is er sprake van tegenpartij-

risico bij toepassing van securities lending en bij het gebruik van derivaten. Dit risico

wordt beperkt door het stellen van zekerheden in de vorm van collateral. De kwali-

teit van het collateralbeheer is van groot belang. Voor de portefeuilles waarin dit

aan de orde is, hebben de externe managers maatregelen getroffen om dit risico te

beheersen (zie verder de toelichting op de jaarrekening onder nummer 4).

Kredietrisico

(in procenten van de vastrentende waarden

en liquide middelen) 2018 2017

Ratingverdeling

AAA 32,1 29,1

AA 29,0 29,6

A 20,7 21,8

BBB 13,3 16,1

<BBB 0,6 1,7

Geen rating 4,3 1,7

Totaal 100,0 100,0

5.1f Verzekeringstechnisch risico (S6)De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven en (voor)overlijden.

De berekende buffer (S6) wordt aangehouden om uitzonderlijk negatieve variaties

in de verzekeringstechnische resultaten te kunnen opvangen.

Het langlevenrisico is het risico dat participanten langer blijven leven dan gemid-

deld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtin-

gen. Het fonds hanteert de meest actuele prognosetafel (AG2018, gepubliceerd in

september 2018), rekening houdend met ervaringssterfte. Met deze tafels wordt

voorzien in de trendmatige ontwikkeling van de overlevingstafels en afwijkingen

door systematische verschillen tussen de populatie van het fonds en de totale

bevolking.

Het risico van overlijden van actieve deelnemers en gewezen deelnemers voor

de 68-jarige leeftijd is herverzekerd bij Zwitserleven door middel van een stop-

lossverzekering. Het eigen risico voor het fonds bedraagt € 1,7 miljoen over de

gehele contractperiode van 2018 tot en met 2020 en er is geen resultaatdeling.

Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een

nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor het fonds geen (toereikende)

voorzieningen heeft getroffen.

Page 88: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

88 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

5.1g Liquiditeitsrisico (S7)Het liquiditeitsrisico houdt in dat het fonds niet aan zijn verplichtingen kan vol-

doen, omdat beleggingen niet tijdig kunnen worden verkocht en/of niet tegen een

aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen. Bij het fonds over-

treft het niveau van de uitkeringen de inkomende premies. Daarnaast kan een acute

liquiditeitsbehoefte ontstaan bij de afwikkeling van rente- en valutaderivaten.

Daarom belegt het fonds overwegend in liquide beleggingen, naast het aanhouden

van een kredietovereenkomst met ABN AMRO Bank met onbepaalde looptijd voor

een krediet in rekening-courant van maximaal € 8,0 miljoen.

Minimaal twee keer per jaar wordt een stresstest uitgevoerd om het liquiditeits-

risico te meten in geval van marktschokken. Het fonds houdt daarbij rekening met

de verplichtingen, die voortvloeien uit de ‘central clearing’ van een deel van de ren-

teswaps, waarbij collateral alleen in cash uitgewisseld mag worden.

Het fonds heeft voldoende instrumenten beschikbaar om het liquiditeitsrisico op te

vangen en houdt daarom geen VEV-buffer aan voor dit risico.

5.1h Concentratierisico (S8)Concentratierisico kan optreden als het fonds grote posten heeft uitstaan bij een en

dezelfde tegenpartij. Ook als er geen adequate spreiding is in de beleggingen in

regio’s, landen, economische sectoren of tegenpartijen kan concentratierisico

optreden. Het fonds houdt in zijn strategische en tactische beleggingsbeleid reke-

ning met dit concentratierisico. Ter beperking van het concentratierisico wordt een

maximum aangehouden van 2% van het balanstotaal van het fonds voor iedere

onderliggende belegging in een van de mandaten of beleggingsfondsen. Meerdere

individuele beleggingstitels van één debiteur worden bij elkaar opgeteld. In de

credit portefeuille gelden aanvullende limieten, gerelateerd aan de rating van de

debiteur. Staatsobligaties, obligaties met staatsgarantie en derivaten zijn van deze

regel uitgezonderd.

Omdat het concentratierisico voldoende wordt beheerst, houdt het fonds geen

VEV-buffer aan voor dit risico.

5.1i Operationeel risico (S9)Het fonds loopt bij de uitvoering van zijn activiteiten operationeel risico. Operatio-

neel risico kan ontstaan als gevolg van gebeurtenissen zoals falende ICT-systemen,

of naar aanleiding van externe gebeurtenissen, zoals natuurrampen. Het operatio-

nele risico kan zich ook voordoen in de vorm van fraude, inadequate vaststelling van

premies of een foutief betalingsproces. Samengevat kan operationeel risico optre-

den door tekortschieten van processen en menselijke of technische tekortkomingen.

Voor de beheersing van de operationele risico’s wordt verwezen naar paragraaf

5.1.8.4. Het fonds houdt voor dit risico geen VEV-buffer aan.

5.1j Risico actief beheer (S10)Het risico van actief beheer doet zich voor indien door het actief beheer van beleg-

gingsmandaten negatieve resultaten worden behaald. Volgens de voorschriften van

het FTK moet een buffer worden aangehouden voor actief beheer van beursgeno-

teerde aandelen. Voor het fonds geldt dit alleen voor het mandaat van de beurs-

genoteerde vastgoedfondsen.

5.2 Infl atierisicoHet fonds is gevoelig voor zowel infl atie als defl atie. Hoge of oplopende infl atie

verhoogt de geambieerde toeslagverlening. Dit risico is niet afgedekt op de korte

termijn. Op de lange termijn wordt verwacht dat het rendement op de zakelijke

waarden gedeeltelijk compensatie biedt voor infl atie. Bij oplopende infl atie zal ook

de rente stijgen. Stijgende rente verlaagt het rendement op vastrentende waarden.

Page 89: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 89

Bij een niet volledige renteafdekking, stijgt de feitelijke dekkingsgraad, en kan er

meer ruimte zijn voor toeslagverlening. Bij onvolledige doorwerking van de infl atie

in de rente zal die ruimte echter beperkt zijn.

Afdekken van het infl atierisico is mogelijk met infl atieswaps of ‘infl ation linked

bonds’. Beschikbare instrumenten dekken echter veelal de Europese infl atie af en

niet de Nederlandse prijsinfl atie. Het bestuur kan deze instrumenten desgewenst

inzetten. Afdekken van het infl atierisico kan negatieve invloed hebben op de dek-

kingsgraad, waardoor de nominale aanspraken in gevaar kunnen komen. Naar aan-

leiding van de ALM-studie 2018 is daarom vastgesteld dat het afdekken van het

infl atierisico bij een te lage dekkingsgraad niet aan de orde is. Indien de dekkings-

graad een evenwichtsniveau bereikt (> 130%) wordt het afdekken van het infl atie-

risico opnieuw overwogen.

Defl atie (dalende prijzen) kan ook nadelig zijn voor het fonds. Defl atie zal gepaard

gaan met een negatieve economische ontwikkeling en lage rendementen. Daar

staat tegenover dat geen toeslagen hoeven worden verleend en verlaging van de

pensioenaanspraken en -rechten in een dergelijke situatie ook niet kan worden uit-

gesloten.

5.3 DerivatenrisicoDerivatenrisico is het risico dat bij verkeerd gebruik van derivaten onbedoelde ver-

liezen ontstaan. Dit kan onder andere worden veroorzaakt door het tegenpartij-

risico (zie de toelichting op de jaarrekening nummer 5.1e), het liquiditeitsrisico (zie

de toelichting op de jaarrekening nummer 5.1g) of door onvoldoende kennis van de

werking van derivaten. Tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico zijn afgedekt als

omschreven in genoemde toelichtingen. Bij de inzet van derivaten laat het fonds

zich informeren door externe adviseurs, en is de uitvoering uitbesteed bij de vermo-

gensbeheerders. Het fonds maakt geen gebruik van derivaten of constructies die

het niet begrijpt en zet derivaten alleen in voor het afdekken van risico’s of, indien

dit effi ciënt is, ter vervanging van een directe belegging, zonder additionele expo-

sure van risico.

5.4 SysteemrisicoSysteemrisico betreft het risico dat het mondiale fi nanciële systeem niet langer

naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhan-

delbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarden verliezen. Net als voor andere

marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Met de kredietcrisis van

2008 is dit voorheen zeer uitzonderlijk geachte risico manifest geworden. Bij het

fonds heeft dit geleid tot verscherpte aandacht voor de kwaliteit van de krediet-

portefeuilles. Verder wordt in de ALM-studies en risicobudgetanalyses expliciet

rekening gehouden met de impact van diverse economische scenario’s, inclusief de

gevoeligheid van beleggingen voor marktontwikkelingen. Het fonds heeft een con-

tingencyplan opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd, met maatregelen en

bevoegdheden om in geval van een (dreigende) crisissituatie versneld te kunnen

ingrijpen en risico’s te beperken.

5.5 SponsorrisicoSponsorrisico betreft het risico dat de werkgever in gebreke blijft bij de betaling van

de pensioenpremie, bijvoorbeeld in geval van faillissement, of bij de nakoming van

de uitvoeringsovereenkomst. Ingeval dit risico manifest wordt, zal het bestuur

maatregelen treffen om de gevolgen voor de participanten op een evenwichtige

wijze af te wegen. Het fonds belegt niet in effecten van Wolters Kluwer N.V.

Page 90: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

90 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

6. Niet uit de balans blijkende verplichtingen

a. Investerings- en stortingsverplichtingenHet fonds is stortingsverplichtingen aangegaan voor beleggingen in private equity.

Stortingen in private equity vinden gespreid plaats over meerdere jaren.

De totale verplichting voor private equity bedraagt ultimo 2018 € 22,9 miljoen

(2017: € 22,1 miljoen), waarvan nog niet gestort € 1,3 miljoen (2017: € 1,3 mil-

joen). De stijging van de verplichtingen is alleen het gevolg van de stijging van de

Amerikaanse dollar.

Er zijn in 2018 geen nieuwe verplichtingen aangegaan voor private equity.

b. KredietovereenkomstTer beperking van het liquiditeitsrisico is met ABN AMRO Bank een kredietovereen-

komst gesloten met onbepaalde looptijd voor een krediet in rekening-courant van

maximaal € 8,0 miljoen. In 2018 is beperkt gebruikgemaakt van deze faciliteit.

7. Verbonden partijen

a. Identiteit van verbonden partijenEr is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen, tussen het fonds en de

sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.

b. Transacties met bestuurders en de raad van toezichtDe beloning van bestuurders en de leden van de raad van toezicht staat in de toe-

lichting op de jaarrekening nummer 10 en paragraaf 5.1.9. Er zijn geen leningen

verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.

c. Overige transacties met verbonden partijenDe inhoud van de uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de werkgever met

betrekking tot de fi nanciering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling

staat in de ‘Uitvoeringsovereenkomst met WKNL van 1 januari 2018’.

Daarnaast voert het fonds werkzaamheden uit voor WKNL, die gerelateerd zijn aan

de uitvoering van de pensioenregeling, waarvoor een ‘Overeenkomst van gemene

rekening’ is afgesloten. Het fonds huurt kantoorruimte van WKNL waarvoor een

huurovereenkomst is afgesloten.

Page 91: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 91

8. Toelichting op de staat van baten en lasten 2018(x € 1.000)

Beleggingsopbrengsten

2018 2017

Directe beleggingsopbrengsten

Obligaties 16.932 16.162

Aandelen 7.653 7.066

Vastgoed 3.817 3.608

Liquide middelen −9 −6

28.393 26.830

Af:

Directe kosten vermogensbeheer (1) 2.903 2.830

Netto directe opbrengsten 25.490 24.000

Indirecte beleggingsopbrengsten

Obligaties 4.701 −29.004

Aandelen −20.235 21.655

Vastgoed 2.992 −3.041

Private equity 977 383

Renteswaps 1.505 −3.563

Valutatermijncontracten −31.739 41.417

Liquide middelen −81 −26

−41.880 27.821

Af:

Indirecte kosten vermogensbeheer (1) 1.336 1.896

Netto indirecte opbrengsten −43.216 25.925

Totaal beleggingsopbrengsten −17.726 49.925

(1) Directe kosten vermogensbeheer zijn de rechtstreeks door het fonds betaalde kosten.

Indirecte kosten vermogensbeheer zijn kosten die verwerkt zijn in de indirecte

beleggings opbrengsten van beleggingsfondsen. Transactiekosten zijn in zowel de

directe als de indirecte kosten verwerkt. Voor zover transactiekosten niet direct

in rekening worden gebracht, zijn deze verwerkt in de bied- en laatkoersen. Indien

geen gegevens per transactie beschikbaar zijn, worden deze kosten geschat op basis

van de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. In paragraaf 5.5. worden de kosten

vermogensbeheer uitgebreid toegelicht en gespecifi ceerd.

Page 92: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

92 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Premies en koopsommen

2018 2017

Ontvangen

Periodieke premies werkgevers 5.234 5.207

Periodieke premies deelnemers 2.598 2.562

Totaal 7.832 7.769

Gedempte kostendekkende premie

Actuarieel benodigde premie 6.539 6.062

Opslag voor uitvoeringskosten 200 200

Opslag voor instandhouding van het VEV 1.092 982

Totaal 7.831 7.244

Zuivere kostendekkende premie

Actuarieel benodigde premie 8.755 9.169

Opslag voor uitvoeringskosten 200 200

Opslag voor instandhouding van het VEV 1.462 1.485

Totaal 10.417 10.854

De gedempte kostendekkende premie 2018 is vastgesteld volgens artikel 128 van

de Pensioenwet, met rentedemping op basis van een 10-jaarsgemiddelde, en een

bufferopslag ter hoogte van het VEV per 1 januari 2018 van 16,7%. In percentages

van de pensioengrondslag bedroeg deze premie 24,0% in 2018 en 22,4% in 2017.

De zuivere kostendekkende premie (zonder rentedemping) volgens artikel 128 van

de Pensioenwet, inclusief de bufferopslag van 16,7%, bedroeg in percentages van

de pensioengrondslag: 31,9% in 2018 en 33,5% in 2017. Deze premie is gedaald

door de hogere rente per 1 januari 2018.

In 2018 is een premie in rekening gebracht van 24,0% van de pensioengrondslag

(2017: 24,0%). De ontvangen premie van € 7,8 miljoen is gelijk aan de gedempte

kostendekkende premie, maar lager dan de zuivere kostendekkende premie. Daar-

mee voldoet de premie aan de Pensioenwet, maar is er (inclusief bufferopslag) een

actuarieel tekort van € 2,6 miljoen (2017: 3,1 miljoen).

Het verschil van € 1.000,– tussen de ontvangen premie en de gedempte kostendek-

kende premie is volgens de meerjarenafspraak tussen de sociale partners toege-

voegd aan de premie-egalisatiereserve. Deze reservering is bedoeld om de pen-

sioenopbouw tijdens de contractperiode zoveel mogelijk op peil te houden.

In 2018 is het premiebeleid van het fonds geëvalueerd en ongewijzigd voortgezet in

verband met de meerjarenafspraak tussen de sociale partners. In 2019 zal opnieuw

worden beoordeeld of de premiesystematiek voor het jaar 2020 en de jaren daarna

voldoet aan een evenwichtige belangenafweging (zie ook paragraaf 5.1.6).

Page 93: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 93

Pensioenuitkeringen

2018 2017

Ouderdomspensioen 24.594 24.101

Partnerpensioen 5.503 5.453

Wezenpensioen 38 67

Prepensioen 96 236

Totaal 30.231 29.857

Uitvoeringskosten

2018 2017

Bestuurskosten 225 200

Administratiekosten 345 334

Advies- en controlekosten 182 179

Huur 38 37

Totaal uitvoeringskosten 790 750

Interne kosten toegerekend

aan vermogensbeheer 464 452

Totaal inclusief toegerekende kosten 1.254 1.202

Honoraria accountant

In de uitvoeringskosten zijn onder controlekosten begrepen de honoraria voor

KPMG Accountants voor de controle van de jaarrekening.

2018 2017

KPMG Accountants N.V.

Controle jaarrekening 45 45

Totaal KPMG Accountants N.V. 45 45

Vermeerdering voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening

De belangrijkste posten vermeld in de staat van baten en lasten zijn:

PensioenopbouwOnder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de

diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de

in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en de verze-

kering voor nabestaandenpensioen.

RentetoevoegingDe voorziening pensioenverplichtingen is opgerent met −/− 0,3% (2017: −/− 0,2%),

zijnde de 1-jaarsrente per 1 januari 2018.

Onttrekking voor pensioenuitkeringenVerwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en

opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgeno-

men afname van de voorziening pensioenverplichtingen betreft het bedrag dat

vrijkomt ten behoeve van de fi nanciering van de werkelijk betaalde pensioenuitke-

ringen in de verslagperiode.

Page 94: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

94 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Onttrekking voor uitvoeringskostenDe onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening pensioenverplichtingen

betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de fi nanciering van de werkelijk

betaalde kosten in de verslagperiode. In de koopsommen voor de aan het boekjaar

toe te rekenen pensioenopbouw is een vaste opslag van € 200.000,– opgenomen

voor de huidige uitvoeringskosten. Daarnaast valt 2,0% van de actuarieel bere-

kende verwachte uitkeringen voor kostendekking vrij.

Wijziging marktrente (UFR) 31 decemberJaarlijks wordt de marktwaarde van de voorziening pensioenverplichtingen per

31 december herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur

per die datum. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt

verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.

Wijziging uit hoofde van waardeoverdrachtenDe mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen in verband met inkomende

en uitgaande waardeoverdrachten wordt als saldo verantwoord onder dit hoofd.

Zie ook de onderstaande tabel.

Waardeoverdrachten

2018 2017

Inkomende waardeoverdrachten 2.086 1.026

Uitgaande waardeoverdrachten en afkoop kleine pensioenen −1.143 −348

Saldo 943 678

Resultaat op waardeoverdrachten

Inkomende waardeoverdrachten 2.086 1.026

Toevoeging aan voorziening (1) −2.085 −2.285

Uitgaande waardeoverdrachten

en afkoop kleine pensioenen −1.143 −348

Onttrekking aan voorziening (1) 1.192 1.536

Resultaat 50 −71

(1) In de toevoeging en de onttrekking aan de voorziening in 2017 is een bedrag opgenomen

van € 1,2 miljoen interne waardeoverdrachten (samenvoeging van polissen). Hierdoor

is het resultaat op zowel inkomende als uitgaande waardeoverdrachten in 2017

vertekend, maar valt dit op totaal niveau tegen elkaar weg.

Resultaat op overlevingskansenHet resultaat op overlevingskansen (sterfteresultaat) was in 2018 een bate van

€ 1,4 miljoen (2017: een bate van € 0,6 miljoen).

Overige mutatiesOnder het hoofd overige mutaties worden onder andere de resultaten op arbeids-

ongeschiktheid en uitruil verantwoord. In 2018 bedroeg het resultaat op overige

mutaties een verlies van € 0,6 miljoen (2017: een verlies van € 0,5 miljoen). Het

negatieve resultaat was vooral het gevolg van een negatief resultaat op uitruil.

Page 95: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 95

9. Aantal personeelsleden

Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst (zie paragraaf 1.7.2). De werkzaam-

heden zijn in 2018 verricht door 7 werknemers (5,7 fte; 2017: 7 werknemers; 5,7

fte) die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten bedragen

€ 0,6 miljoen (2017: € 0,6 miljoen). Deze kosten worden doorberekend aan het

fonds.

10. Vergoedingsregeling bestuur en raad van toezicht

Bestuursleden in actieve dienst bij WKNL ontvingen in 2018 een vrijwilligersver-

goeding van € 1.500,–.

Bestuursleden niet in actieve dienst bij WKNL ontvingen een (al of niet) afgetopte

SER-vacatieregeling voor zowel de bijgewoonde bestuursvergaderingen als de bij-

gewoonde commissievergaderingen en overige vergaderingen.

Het externe onafhankelijke bestuurslid ontving een met het fonds overeengekomen

vaste vergoeding op jaarbasis.

In totaal is in 2018 € 68.619,– aan vergoedingen verstrekt aan bestuursleden

(2017: € 51.163,–). De stijging is vooral het gevolg van het aanstellen van een

tweede bestuurslid namens de gepensioneerden en de in 2018 geïntroduceerde

vrijwilligersvergoeding voor bestuursleden in actieve dienst bij WKNL.

De leden van de raad van toezicht ontvingen in 2018 aan vergoedingen in totaal

€ 31.494,– (inclusief BTW).

11. Belastingen

De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffi ng in het kader van

de vennootschapsbelasting.

12. Gebeurtenissen na balansdatum

Op 1 januari 2019 is een toeslag verleend van 0,48% op de pensioenaanspraken en

-rechten. De besluitvorming van deze toeslagverlening heeft plaatsgevonden na

balansdatum. Daarom wordt deze verhoging verantwoord in 2019. De lasten van

deze verhoging bedragen ongeveer € 4,7 miljoen en zullen een effect hebben op de

feitelijke dekkingsgraad van 0,5% negatief.

13. Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur

Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland heeft de jaar-

rekening vastgesteld na de vergadering van 29 mei 2019 met het verantwoordings-

orgaan.

Deventer, 29 mei 2019

Bestuur: Directeur: Raad van toezicht:

F.A.J. van Buren, voorzitter A.P. Keur E.C.H. Klijn, voorzitter

Mw. D. Schaafsma, secretaris E.R. Capitain

P.C. van Aalst Mw. L.L.F. Rutgers

R.H. Alsen

H. van de Bunt

J.C. Derriks

Mw. M.C. Gelmers-Hollink

Page 96: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

96 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Het fonds heeft met WKNL een overeenkomst voor onbepaalde tijd waarin afspra-

ken zijn vastgelegd over de uitvoering en de fi nanciering van de pensioenregeling

en de prepensioenregeling. Deze overeenkomst is op 1 januari 2018 geactualiseerd.

De belangrijkste afspraken zijn:

■ WKNL heeft zich verplicht al haar werknemers en die van de met haar gelieerde

ondernemingen, die vallen onder de werkingssfeer van de uitvoeringsovereen-

komst, tijdig bij het fonds aan- en af te melden, relevante gegevens te verstrek-

ken en de bijdrage van de deelnemers te innen.

■ WKNL heeft zich verplicht een bijdrage in de kosten van de pensioenregeling en

de prepensioenregeling te betalen in overeenstemming met de bepalingen in het

reglement. Deze bijdrage wordt met de ingehouden deelnemersbijdragen maan-

delijks afgedragen aan het fonds.

■ WKNL is bereid in overleg te treden met het fonds over een aanvullende bijdrage

indien het fonds onvoldoende middelen heeft om de pensioenregeling en de pre-

pensioenregeling te kunnen uitvoeren.

■ De toeslagverlening is voorwaardelijk.

■ Het fonds stelt de reglementen op en wijzigt deze in overeenstemming met de

pensioenovereenkomst. De sociale pensioencommissie, bestaande uit vertegen-

woordigers van de werkgever en de deelnemers, kan wijzigingen in de pen-

sioenovereenkomst aanbrengen na instemming van de COR.

■ Wolters Kluwer N.V. heeft zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de nako-

ming van alle verplichtingen door WKNL uit hoofde van deze overeenkomst.

In 2015 werd de pensioenovereenkomst gewijzigd door sociale partners. Sociale

partners zijn een premie overeengekomen van 24% voor een periode van 3-5 jaar.

Het bestuur heeft als uitgangspunt dat de premie kostendekkend dient te zijn.

Daarom kan het opbouwpercentage variabel zijn. Om de opbouw de komende jaren

op peil te houden is een premie-egalisatiereserve geïntroduceerd (zie de toelichting

op de jaarrekening nummer 8). Deze overeenkomst loopt af in 2019.

In 2012 is politieke discussie ontstaan over terugstortingen in het verleden aan

werkgevers, vooral in de jaren ’90. Bij het fonds hebben in het verleden geen terug-

stortingen plaatsgevonden. Wel was er een bijstorting van de werkgever in 2003

van € 8,0 miljoen en heeft de werkgever in 2004 een renteloze achtergestelde

lening aan het fonds verstrekt van € 25,0 miljoen. De lening was bestemd zowel

voor de versterking van het vermogen als voor een tijdelijke garantie van 5 jaar op

de toeslagverlening.

Uitvoeringsovereenkomst met WKNL

van 1 januari 2018

Page 97: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 97

Actuariële verklaring

Opdracht

Door de Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland te Deventer is aan

Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een

actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2018.

Onafhankelijkheid

Als waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van de Stichting Pensioenfonds Wol-

ters Kluwer Nederland, zoals vereist conform artikel 148 van de Pensioenwet. Ik

verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds, anders dan de werk-

zaamheden uit hoofde van de actuariële functie.

Gegevens

De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand

gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.

Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de

vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de fi nanciële gegevens die ten grondslag

liggen aan de jaarrekening.

Afstemming accountant

Op basis van de door mij en de accountant gehanteerde Handreiking heeft afstem-

ming plaatsgevonden over de werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle

van het boekjaar. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de

beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de materialiteit bepaald op

10.800. Met de accountant ben ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen

boven 540 te rapporteren. Deze afspraken zijn vastgelegd en de uitkomsten van

mijn bevindingen zijn met de accountant besproken.

Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in het kader van de jaar-

rekeningcontrole onderzochte basisgegevens. De accountant van het pensioen-

fonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouw-

baarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige

uitgangspunten die voor mijn beoordeling van belang zijn.

Werkzaamheden

Ter uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelijke verantwoordelijk-

heid zoals beschreven in artikel 147 van de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan

aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.

Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onder-

zocht of:

■ de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist

eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld;

■ de kostendekkende premie voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten;

■ het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de prudent-person regel.

Overige gegevens

Page 98: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

98 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioen-

fonds. Daarbij heb ik mij gebaseerd op de tot en met de balansdatum aangegane

verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen en is mede het fi nancieel

beleid van het pensioenfonds in aanmerking genomen.

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid

wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevat-

ten.

De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming

met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebrui-

ken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.

Oordeel

De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels

en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen

van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen

vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.

Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan

aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van

artikel 132 (reservetekort).

De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansdatum is lager dan de

dekkingsgraad bij het vereist eigen vermogen, maar ten minste gelijk aan de dek-

kingsgraad bij het minimaal vereist eigen vermogen.

Mijn oordeel over de vermogenspositie van de Stichting Pensioenfonds Wolters

Kluwer Nederland is gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplich-

tingen en de op dat moment aanwezige middelen. De vermogenspositie is naar

mijn mening niet voldoende, omdat het aanwezig eigen vermogen lager is dan het

vereist eigen vermogen.

Apeldoorn, 29 mei 2019

drs. J.L.A. Schilder AAG

Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.

Page 99: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 99

Aan: het bestuur en de raad van toezicht van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2018

Ons oordeel

Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland per 31 december 2018 en van het resultaat over 2018, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).

Wat we gecontroleerd hebben

Wij hebben de jaarrekening 2018 van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland (‘de Stichting’) te Deventer gecontroleerd.

De jaarrekening omvat:

1 de balans per 31 december 2018;

2 de staat van baten en lasten over 2018;

3 het kasstroomoverzicht 2018, en

4 de toelichting op de jaarrekening 2018 met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van de Stichting zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Page 100: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

100 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

Controleaanpak

Samenvatting

Materialiteit

Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op EUR 10,8 miljoen (2017: EUR 10,5 miljoen). Voor de bepaling van de materialiteit wordt uitgegaan van het pensioenvermogen per 31 december 2017 (circa 1,0%). Wij beschouwen het pensioenvermogen als de meest geschikte benchmark, omdat het pensioenvermogen een bepalende factor is in de berekening van de beleidsdekkingsgraad die de financiële positie van de Stichting weergeeft. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij hebben met het bestuur en de raad van toezicht afgesproken dat wij tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de EUR 0,5 miljoen rapporteren aan het bestuur en de raad van toezicht alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.

Reikwijdte van de controle

Uitbesteding van bedrijfsprocessen aan dienstverleners

De Stichting heeft het beheer van de beleggingen uitbesteed aan diverse vermogensbeheerders. Daarnaast is de beleggingsadministratie en de custody dienstverlening uitbesteed. De jaarrekening wordt opgesteld op basis van informatie over de beleggingen en beleggingsopbrengsten die is verstrekt door de beleggingsadministrateur / custodian en de diverse vermogensbeheerders.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor het verwerven van inzicht in de aard en de significantie van de door de dienstverleners verleende diensten en in het effect ervan op de voor de controle relevante interne beheersing van de Stichting. Op basis hiervan identificeren wij de risico’s op een afwijking van materieel belang en zetten wij controlewerkzaamheden op en voeren wij deze uit om op deze risico’s in te spelen.

Bij de uitvoering van onze controle maken wij gebruik van de werkzaamheden en bevindingen van andere onafhankelijke accountants inzake de voor de Stichting relevante interne beheersingsmaatregelen van de diverse vermogensbeheerders en custodian zoals weergegeven in de specifiek daarvoor opgestelde (ISAE 3402 type II-) rapportages.

Onze controlewerkzaamheden bestaan uit het bepalen van de minimaal verwachte interne beheersingsmaatregelen en het bespreken van de beheersomgeving bij de dienstverleners met vertegenwoordigers van de Stichting. Op basis daarvan evalueren wij de in de ISAE 3402-rapportages beschreven interne beheersingsmaatregelen, de verrichte werkzaamheden ter toetsing van de effectieve werking gedurende 2018 en de uitkomsten daarvan. Ook beoordelen wij de evaluatie door het bestuur van de kwaliteit van de uitbesteding aan de diverse vermogensbeheerders en custodian.

MATERIALITEIT- Materialiteit van EUR 10,8 miljoen- Circa 1,0% van het pensioenvermogen

KERNPUNTEN- De waardering van beleggingen- De waardering van technische voorzieningen

GOEDKEUREND OORDEEL

Page 101: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 101

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

Wij hebben eigen gegevensgerichte analyses uitgevoerd waarbij wij de uitkomsten van directe beleggingsopbrengsten, premiebijdragen en uitkeringen hebben getoetst op basis van verwachtingen die wij zelf hiervoor hebben ontwikkeld. Wij hebben door middel van deelwaarnemingen beleggingen, beleggingsstromen, mutaties in de pensioenadministratie, premiebijdragen en uitkeringen aan de hand van brondocumentatie onderzocht.

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het belangrijkst waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met het bestuur en de raad van toezicht gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.

De waardering van beleggingen Omschrijving

De beleggingen vormen een significante post op de balans van de Stichting. Alle beleggingen dienen conform de Pensioenwet te worden gewaardeerd op marktwaarde. Uit noot 4 bij de toelichting op de jaarrekening blijkt dat voor EUR 849,6 miljoen (88,6%) van de beleggingen van de Stichting de waardering gebaseerd is op marktnoteringen en dat voor EUR 108,9 miljoen (11,4%) van de beleggingen van de Stichting de waardering gebaseerd is op afgeleide marktnoteringen en andere geschikte waarderingsmodellen. Het bepalen van de marktwaarde voor deze laatste beleggingscategorie is complex(er) en bevat subjectieve schattingselementen.

Het maken van de schattingen vergt een hoge mate van oordeelsvorming van het bestuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van modellen. Gezien de invloed hiervan op de waardering van de beleggingen, het saldo van baten en lasten, het eigen vermogen en de beleidsdekkingsgraad, vormde de waardering van deze beleggingscategorie een kernpunt in onze controle.

In de toelichting op de jaarrekening in noot 3 geeft de Stichting de gehanteerde waarderingsgrondslagen weer en zijn de gehanteerde waarderingsmethoden en belangrijke veronderstellingen voor waardering van deze beleggingscategorie uiteengezet.

Het evalueren van de waarderingsgrondslagen en het vaststellen van de juistheid en toereikendheid van de toelichtingen vormden onderdeel van onze werkzaamheden.

Onze aanpak

Voor individueel significante beleggingen, waarvoor de waardering tot stand komt met behulp van schattingen, maken wij gebruik van de beheersmaatregelen die zijn ingericht bij de vermogensbeheerder en die onderdeel zijn van de ISAE 3402 type II-rapportage (waarbij een goedkeurend assurancerapport van de accountant is afgegeven). Deze relevante beheersmaatregelen zijn gericht op de aanstelling van betrouwbare fondsmanagers enerzijds en de betrouwbare aanlevering van, en toereikende evaluatie op, periodieke performancecijfers anderzijds. Daarnaast hebben wij de aansluiting vastgesteld tussen de financiële administratie en actuele financiële rapportages van fondsmanagers, indien nodig gecorrigeerd voor kasstromen tot aan balansdatum. Vervolgens hebben wij de waardering van beleggingen gebaseerd op afgeleide marktnoteringen (aandelenfondsen en derivaten) en andere geschikte waarderingsmodellen (vastgoedfondsen en private equity) onderzocht.

De waardering van beleggingen gebaseerd op marktnoteringen (obligaties, aandelenfondsen en vastgoedfondsen met marktnotering) hebben wij onderzocht met gebruikmaking van een eigen waarderingsspecialist. Wij hebben ook de monitoring van de uitvoeringsorganisatie op recente financiële informatie, verkregen na balansdatum, van de waarde van beleggingen op balansdatum betrokken. Onze waarderingsspecialist heeft de gehanteerde waarderingen vergeleken met zelfstandig bepaalde waarderingen op basis van zelfstandig verkregen in de markt waarneembare prijzen.

De waardering van beleggingen gebaseerd op afgeleide marktnoteringen (aandelenfondsen) en andere geschikte waarderingsmodellen (vastgoedfondsen zonder marktnotering en private equity) hebben wij getoetst aan de hand van recente, door een andere onafhankelijke accountant gecontroleerde jaarrekeningen. Wij hebben hierbij onder meer aandacht besteed aan consistentie met de waarderingsgrondslagen van de Stichting ten opzichte van die van het beleggingsfonds alsmede de strekking van de verklaring van de andere onafhankelijke accountant. Bovendien hebben wij ook de monitoring van de Stichting op recente financiële informatie van de beleggingen na balansdatum in onze werkzaamheden betrokken.

Tot aan de datum van onze controleverklaring hebben wij voor EUR 6,2 miljoen (0,6%) van de niet-beursgenoteerde beleggingscategorieën (aandelenfondsen, vastgoedfondsen en private equity) de waardering

Page 102: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

102 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

niet kunnen toetsen aan door een accountant gecontroleerde jaarrekeningen voorzien van een goedkeurende controleverklaring.

Wij hebben hier de volgende aanvullende procedures op uitgevoerd:

— Wanneer niet tijdig een jaarrekening, die is voorzien van een goedkeurende controleverklaring, beschikbaar is, hebben wij de betrouwbaarheid van de marktwaardering zoals door de fondsmanager is afgegeven, vastgesteld door de inschatting van deze fondsmanagers uit voorgaande jaren te toetsen aan de hand van de later in het jaar beschikbaar gekomen gecontroleerde jaarrekeningen. In aanvulling hierop hebben we diverse gesprekken gevoerd met betrokken frontoffice-medewerkers van de Stichting, waarbij wij significante gebeurtenissen na balansdatum, mogelijke risico’s en andere relevante aspecten die van invloed zijn op de waardering van deze fondsen hebben besproken en getoetst aan brondocumentatie.

— De waardering van beleggingen gebaseerd op afgeleide marktnoteringen (derivaten) hebben wij onderzocht met gebruikmaking van een eigen waarderingsspecialist. Wij hebben ook de monitoring van de uitvoeringsorganisatie op recente financiële informatie verkregen na balansdatum van de waarde van beleggingen op balansdatum betrokken. Onze waarderingsspecialist heeft de gehanteerde waarderingen vergeleken met zelfstandig bepaalde waarderingen op basis van zelfstandig verkregen in de markt waarneembare prijzen.

Onze observatie

Wij hebben geconstateerd dat de gehanteerde waarderingsgrondslagen en gehanteerde waarderingsmethodieken voor de beleggingen in overeenstemming zijn met de geldende verslaggevingsregels en geschikt zijn om te kunnen komen tot een marktwaarde van deze beleggingen. Wij hebben eveneens geconstateerd dat de toelichtingen op de beleggingen adequaat zijn.

Wij vinden de waardering van de beleggingen evenwichtig bepaald.

Waardering van de technische voorzieningen Omschrijving

De technische voorzieningen vormen een significante post op de balans van de Stichting en worden gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De waardering van de technische voorzieningen komt tot stand door middel van een berekening waarin aanspraakgegevens van deelnemers met behulp van belangrijke schattingen over levensverwachtingen, kostenniveaus en arbeidsongeschiktheid worden vertaald naar verwachte toekomstige kasstromen (uitkeringen). De kasstromen worden contant gemaakt tegen de marktrente (rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank).

Het maken van de schattingen vergt een hoge mate van oordeelsvorming van het bestuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van actuariële modellen en het bestuur zich laat adviseren door actuarieel deskundigen. Gezien de complexiteit en de invloed hiervan op de hoogte van de technische voorzieningen, het saldo van baten en lasten, het eigen vermogen en de beleidsdekkingsgraad, vormde de waardering van de technische voorzieningen een kernpunt in onze controle.

Het bestuur heeft in de toelichting op de jaarrekening in noot 3 de waarderingsgrondslagen en veronderstellingen voor de technische voorzieningen opgenomen. In noot 5 (risicobeheer) is de gevoeligheid van de berekening van de technische voorzieningen voor schattingen uiteengezet.

Het evalueren van de waarderingsgrondslagen en het vaststellen van de juistheid en toereikendheid van de toelichtingen vormden onderdeel van onze werkzaamheden.

Onze aanpak

Bij onze controle maken wij gebruik van de werkzaamheden van de certificerend actuaris die door de Stichting is aangesteld. Wij hebben bij aanvang van de controle en bij afronding ervan afstemming gehad met de certificerend actuaris over de te volgen aanpak, de attentiepunten en de uitkomsten.

Wij hebben de door het bestuur gehanteerde schattingsmethoden en veronderstellingen geëvalueerd. Hierbij hebben wij de consistentie, prudentie en actualiteit van de schattingsmethode en veronderstellingen betrokken. Wij hebben de onderbouwing van de veronderstellingen door het bestuur geëvalueerd aan de hand van een toetsing van de historische betrouwbaarheid daarvan en algemeen geactualiseerde uitgangspunten zoals overlevingskansen. De gehanteerde schattingsmethoden en veronderstellingen hebben wij besproken met de certificerend actuaris. Wij hebben de actuariële verklaring zoals opgenomen in de overige gegevens en de werkzaamheden van de certificerend actuaris geëvalueerd.

Onze werkzaamheden omvatten verder het evalueren van de uitkomst van de actuariële analyse van het resultaat in relatie tot eerder gemaakte schattingen en kasstroomprojecties.

Page 103: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 103

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

Onze observatie

Wij vinden de waardering van de technische voorzieningen evenwichtig bepaald en de toelichting toereikend.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:

— Belangrijkste ontwikkelingen in 2018,

— Karakteristieken Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland,

— Kerngetallen,

— Verslag van het verantwoordingsorgaan en reactie van het bestuur,

— Verslag van de raad van toezicht en reactie van het bestuur,

— Verslag van het bestuur,

— Uitvoeringsovereenkomst met WKNL van 1 januari 2018,

— Overige gegevens, en

— Begrippenlijst.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

— met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

— alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder de informatie zoals vereist door Titel 9 Boek 2 BW.

Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de Stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de Stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de Stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de Stichting.

Page 104: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

104 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

— het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

— het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit;

— het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

— het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de Stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een entiteit haar continuïteit niet langer kan handhaven;

— het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

— het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met het bestuur en de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met het bestuur en de raad van toezicht hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.

Utrecht, 29 mei 2019

KPMG Accountants N.V.

W. Teeuwissen RA

Page 105: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 105

ABTN Actuarieel en bedrijfstechnische nota; nota waarin de hoofdlijnen van de

uitvoerings overeenkomst, de pensioenregeling, de fi nanciering, het

beleggings beleid en de organisatiestructuur zijn vastgelegd

Actuaris Verzekeringswiskundige

AFM Autoriteit Financiële Markten

AG Actuarieel Genootschap

ALM Asset Liability Management. Het afstemmen van de beleggingen op de

ontwikkelingen en risico’s van beleggingen en verplichtingen

ANW Algemene nabestaandenwet

AP Autoriteit Persoonsgegevens

Asset mix De verdeling van de beleggingen over de verschillende

beleggingscategorieën

AVG Algemene verordening gegevensbescherming

Belanghebbenden Participanten, de werkgever en andere partijen die betrokken zijn bij het

fonds

Brexit Uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

Collateral Onderpand als zekerstelling van de afwikkeling van derivatenposities en

securities lending

COR Centrale Ondernemingsraad

Credits Bedrijfsobligaties en andere niet-staatsleningen

Custodian Bedrijf voor bewaring en administratie van effecten

Dekkingsgraad

– Feitelijke dekkingsgraad De verhouding tussen het fondsvermogen en de voorziening

pensioenverplichtingen

– Beleidsdekkingsgraad 12-maandsgemiddelde van de dekkingsgraad op basis waarvan vanaf 2015

het beleid van het fonds wordt bepaald

– Reële dekkingsgraad Dekkingsgraad die aangeeft in welke mate het fonds voldoende vermogen

heeft om de voorwaardelijke toeslag te kunnen fi nancieren

– (Minimaal) Vereiste dekkingsgraad Dekkingsgraad die benodigd is om te voldoen aan het MVEV en het VEV

– Kritische dekkingsgraad Dekkingsgraad die het niveau aangeeft vanaf waar herstel naar de (minimaal)

vereiste dekkingsgraad mogelijk is binnen een vooraf vastgestelde termijn

Defi ned contribution (DC) regeling Pensioenregeling op basis van beschikbare premie

Dekkingstekort Het fonds heeft een dekkingstekort indien de beleidsdekkingsgraad lager is

dan de minimaal vereiste dekkingsgraad

Derivaten Van een onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandeel) afgeleide

fi nanciële instrumenten, zoals opties, futures, swaps en swaptions

Directe beleggingsopbrengsten Rente en dividenden

Discretionair beheer/mandaat Beheer op een aparte rekening voor het fonds (niet via een beleggingsfonds)

DNB De Nederlandsche Bank

Duration De gevoeligheid van de waarde van de vastrentende waarden en voorziening

pensioenverplichtingen voor veranderingen in de rente, rekening houdend

met de resterende looptijd

ECB Europese Centrale Bank

EMIR European Market Infrastructure Regulation

ESG Environmental, Social & Governance

Fed Federal Reserve, de centrale bank van de Verenigde Staten

Fondsvermogen De som van de algemene reserve, de achtergestelde lening en de voorziening

pensioenverplichtingen

Franchise Deel van het salaris waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt

FTK (Financieel Toetsingskader) In de Pensioenwet vastgelegde fi nanciële normen voor pensioenfondsen

Begrippenlijst

Page 106: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

106 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018

Garantievermogen Eigen vermogen inclusief de achtergestelde lening

Haalbaarheidstoets Toets om te beoordelen of het fonds aan zijn ambities kan voldoen

Herstelplan Plan dat wordt opgesteld als het fonds een dekkingstekort of een

reservetekort heeft

Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen (herwaardering)

IORP Institutions for Occupational Retirement Provision

IRM Integraal risicomanagement

KPI Key Performance Indicator

KRI Key Risk Indicator

LDI (Liability Driven Investments) Beleggingen die zo goed mogelijk aansluiten op de ontwikkeling van de

verplichtingen

Marktrente Renteniveau van op de effectenmarkt verhandelbare vastrentende waarden,

danwel een benadering

Middelloonregeling Pensioenregeling gebaseerd op het gemiddeld verdiende inkomen

Minimaal vereist eigen vermogen

(MVEV) Het fonds dient volgens het FTK een minimaal eigen vermogen aan te

houden ten opzichte van de voorziening pensioenverplichtingen

MSCI Morgan Stanley Capital International index

Nominale rente Zie marktrente

Overrendement Het gerealiseerde rendement verminderd met de rekenrente

Participanten Actieve deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden

en pensioengerechtigden

Pensioenaanspraak Het recht op een niet ingegaan pensioen

Pensioenrecht Het recht op een ingegaan pensioen

Pensioenresultaat De verwachte toekomstige pensioenuitkeringen gedeeld door de pensioen-

uitkeringen op basis van volledige toeslagverlening en zonder korting op de

opbouw

Pensioenvermogen De som van de algemene reserve en de voorziening pensioenverplichtingen

Pensioenverplichtingen Verplichtingen van het fonds uit hoofde van pensioenaanspraken en

-rechten

Pension Fund Governance (PFG) Goed bestuur van pensioenfondsen

Premiedekkingsgraad De verhouding tussen de ontvangen premie (exclusief de opslag voor

uitvoeringskosten en de toevoeging aan de premie-egalisatiereserve) en de

zuivere kostendekkende premie (exclusief de opslag voor uitvoeringskosten

en de opslag voor het VEV)

Prijsindex Consumenten Prijsindexcijfer Alle Huishoudens, zoals door het Centraal

Bureau voor de Statistiek wordt vastgesteld

Private equity Risicodragende beleggingen in niet op de beurs genoteerde ondernemingen

Prognosetafel Overlevingstabel waarbij rekening wordt gehouden met de verwachte

ontwikkeling van de overlevingskansen

Rating Aanduiding van de kwaliteit van een lening

Reële rente Nominale rente minus infl atie

Rekenrente De rente waarmee de pensioenverplichtingen contant gemaakt worden en/

of worden opgerent

Renterisico Risico van waardestijging (voorziening pensioenverplichtingen) of

waardedaling (vastrentende waarden) als gevolg van daling respectievelijk

stijging van de rente

Reservetekort Het fonds heeft een reservetekort indien de beleidsdekkingsgraad lager is

dan de vereiste dekkingsgraad

RTS Rentetermijnstructuur: rentecurve gebaseerd op het renteniveau bij

verschillende looptijden

Securities lending Uitlenen van beleggingstitels tegen vergoeding

SER Sociaal-Economische Raad

SIRA Systematische Integriteit Risico Analyse

SLA Service Level Agreement

Solvabiliteit Vermogen van het fonds om op lange termijn aan de pensioen verplichtingen

te kunnen voldoen

Swap Financieel instrument waarbij met een tegenpartij wordt afgesproken 2

zaken te ruilen, bijvoorbeeld de lange rente tegen de korte rente

Page 107: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland – Jaarverslag 2018 107

Technische voorzieningen De voorziening pensioenverplichtingen

Toeslagverlening (indexatie) Verhoging van pensioenaanspraken en -rechten

UFR Ultimate Forward Rate: rente die vanaf 2012 wordt toegepast bij de RTS van

DNB. De rentes voor looptijden langer dan 20 jaar worden vastgesteld

volgens een vastgestelde weging van de euro-swaprente en deze UFR

UPO Uniform Pensioenoverzicht

Valutarisico Risico van waardedaling als gevolg van wijzigingen in de valutakoersen

Valutatermijncontract Transactie waarbij valuta op termijn worden verkocht om het valutarisico te

vermijden

Vastrentende waarden Verzamelnaam voor beleggingen met een in beginsel vaste rentevergoeding

en vaste looptijd

Vereist eigen vermogen (VEV) Het fonds dient, inclusief het MVEV, een buffer aan te houden voor het

opvangen van beleggings- en verzekeringstechnische risico’s

VITP Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector

Voorziening pensioenverplichtingen Contante waarde van de pensioenverplichtingen

Waardeoverdracht Overdracht van de contante waarde van pensioenaanspraken bij

verandering van werkgever en pensioenregeling

WKNL Wolters Kluwer Holding Nederland B.V. en haar gelieerde ondernemingen,

die onder de werkingssfeer van de uitvoeringsovereenkomst vallen

Zakelijke waarden Verzamelnaam voor beleggingen in aandelen, vastgoed en andere

risicodragende beleggingen

Page 108: Jaarverslag 2018 - pensioen-wk.nl · 1.2 Doelstelling, missie, visie en strategie 6 1.2.1 Doelstelling 6 1.2.2 Missie 6 1.2.3 Visie 6 1.2.4 Strategie 7 1.3 Korte beschrijving van