Jaarverslag 2017...Limburg, in het ‘Regionaal Platform Land van Cuijk’. Het besturenoverleg...

Jaarverslag 2017

Stichting Katholiek Onderwijs

Vierlingsbeek,

te Overloon

Jaarrekening 2017

43305 / Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek, te Overloon

Pagina:

4

23

24

30

35

39

45

46

47

48

51

55

56

57

Verantwoording subsidies 58

59

62

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 63

65

66

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Verbonden partijen

(Voorstel) bestemming van het resultaat

Overige gegevens:

Niet uit balans blijkende rechten en verplichtingen

Gebeurtenissen na balansdatum

Gegevens over de rechtspersoon

INHOUDSOPGAVE

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Balans per 31 december 2017

Toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten

Bestuursverslag:

Algemeen instellingsbeleid

Financieel beleid

Staat van baten en lasten 2017

Jaarrekening:

Kasstroomoverzicht 2017

Toelichting op de te onderscheiden posten van de balans

Kengetallen

Continuïteitsparagraaf

Verslag toezichthoudend orgaan

Versie: 0.1 2

Jaarrekening 2017


BESTUURSVERSLAG

Versie: 0.1 3

Jaarrverslag 2017 43305 / Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek, te Overloon

Versie: 0.1 4

Inleiding

In dit bestuursverslag wordt aandacht besteed aan de financiële activiteiten van Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek in het jaar 2017.

Jaarrekening De in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 van Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek is opgesteld door Dyade Onderwijsbedrijfsvoering B.V. Deze jaarrekening is gecontroleerd door accountantskantoor Van Ree Accountants B.V.

Kernactiviteiten en Beleid Onder het bevoegd gezag van Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek, met bevoegd gezag nummer 43305, vallen de onderstaande scholen:

Brinnummer

Sint Josefschool 03RN Sint Antoniusschool 06XM Sint Jozefschool 08MQ Laurentiushof 09LQ Sint Annaschool 10GQ

Doelstellingen van de organisatie (Missie en Visie) Het bestuur en het management werken vanuit het strategisch beleidsplan 2015-2019. Hierbij heeft SKOV zich laten ondersteunen door een extern organisatiebureau. Binnen deze bijeenkomsten hebben we ons als stichting gebogen over de gezamenlijke waarden en uitgangspunten die ten grondslag liggen aan onze organisatie. Hierbinnen hebben we een aantal zaken vastgelegd met elkaar, hetgeen beschreven staat in een visie. Deze hebben we verder uitgewerkt naar concrete doelen betreffende de verschillende beleidsterreinen. Hierbij hebben we, in het kader van interne kwaliteitsbewaking, prestatie-indicatoren benoemd om de interne kwaliteit goed te kunnen beoordelen. De hieruit gedestilleerde kritische prestatie-indicatoren (KPI) dienen als toetsingskader voor het toezichthoudend bestuur.

Onze identiteit Ondanks de groei naar groot, groter en grootst om ons heen, wil SKOV het karakter van een kleine, kwalitatief sterke organisatie behouden. Een organisatie gericht op mensen met een menselijke maat. Een organisatie waar je gekend en erkend wordt om wat je bent. Dit geldt zowel voor leerlingen, en leerkrachten alsook voor ouders.

Naast de verantwoordelijkheid voor kwalitatief goed onderwijs is SKOV zich ook bewust van haar maatschappelijke taak. Een nieuwe rol en positie van de scholen ter versterking van de leefbaarheid in de dorpen. In het kader van de KRIMP zoekt SKOV in intensieve samenwerking met de gemeente Boxmeer en de dorpsraden naar mogelijkheden tot verantwoord behoud van de scholen in de dorpen.

Partners ‘Zo klein als mogelijk, zo groot als moet’ Om de kwaliteit van onderwijs direct en indirect te kunnen beïnvloeden en omdat sommige zaken nu eenmaal beter in een groter verband georganiseerd kunnen worden, zoekt SKOV bewust de samenwerking met diverse instanties en overheidsinstellingen.


Versie: 0.1 5

Onderwijs en opvang In het kader van een betere afstemming tussen onderwijs en opvang heeft SKOV een samenwerkingsverband met de kinderopvangorganisatie SPRING. Deze kinderopvangorganisatie verzorgt de voor- en naschoolse opvang voor SKOV. Tevens ondersteunt zij de tussenschoolse opvang, die nog van toepassing is op 1 van de locaties. Verder werkt SKOV in een interregionale samenwerking aan projecten ten behoeve van het ontwikkelen van dagarrangementen, waarbij zinvolle activiteiten aansluitend aan de onderwijstijd worden opgezet. Deze naschoolse activiteiten zijn weggezet in de zelfstandige stichting DoeJeMee. Bestuurlijke samenwerking SKOV participeert met de overige besturen binnen het Land van Cuijk en de kop van Noord-Limburg, in het ‘Regionaal Platform Land van Cuijk’. Het besturenoverleg voert overleg over gemeentelijke, regionale en landelijke onderwijskundige en personele onderwerpen. Ook zijn in de bestuurlijke samenwerking zaken als de Vervangerspool, ICT-beheer en -ontwikkeling voor de gehele regio belegd. Passend onderwijs Om alle kinderen de juiste ondersteuning te kunnen bieden die ze nodig hebben, participeert SKOV in het Samenwerkingsverband Stromenland, waarbij alle schoolbesturen in de regio Nijmegen zijn aangesloten. SWV Stromenland helpt scholen hun zorg aan leerlingen vorm te geven , in en om de school. Verder denkt SKOV, samen met de gemeente Boxmeer, na over maatschappelijke ontwikkelingen en problemen die zich voordoen met de jeugd binnen haar voedingsgebied, de zogenaamde Lokaal Educatieve Agenda. SKOV kent als onderwijsinstelling de situatie als geen ander en de actie die hierop het beste gezet kan worden. De vraag: ‘wie voedt op?’ is voor SKOV geen vraag. Je kunt als school niet níet opvoeden. De aandacht van de school, de medewerker, voor de opvoeding wordt steeds groter, maar behoeft de kanttekening dat opvoeden met de ouders samen dient te gebeuren. Hiertoe werkt SKOV samen met het schoolmaatschappelijk werk CJG, de GGD/GGZ en is er aan de scholen SKOV een buurtagent gekoppeld, zodat risicokinderen besproken worden in een multidisciplinair overleg tussen onderwijs, hulpverlening en politie. Binnen de ontwikkelingen van Passend Onderwijs zal voornoemde samenwerking tussen de jeugdhulpverlening en het onderwijs verder versterkt worden.

Missie De scholen van SKOV staan voor de educatieve ontwikkeling van kinderen tot zelfverantwoordelijke, lerende burgers die zichzelf (leren) kennen, erkend worden om wie ze zijn en hun eigen talenten blijvend kunnen ontwikkelen in een snel veranderende maatschappij.

‘In ons onderwijs ben je welkom, mag je jezelf zijn én je talenten al lerend ontwikkelen’

Visie SKOV als stichting is een lerende organisatie met scholen als leergemeenschappen die het vertrouwen hebben van kinderen, ouders en andere belanghebbenden in de regio. SKOV realiseert met vakbekwame professionals kwalitatief verantwoord ontwikkelingsgericht en boeiend onderwijs

voor de kinderen in de regio, samen met ouders, de dorpen en de betrokken educatieve partners in

en om de scholen.

SKOV laat zich leiden door centrale waarden die gebaseerd zijn op christelijke tradities en verankerd zijn in de westerse cultuur. Kernbegrippen hierin zijn:

zelfverantwoordelijk, empathie, oprechtheid en authenticiteit, veiligheid en creativiteit, samenwerking en verbinding.

Het onderwijs SKOV wil binnen haar scholen eigentijds goed onderwijs realiseren dat gericht is op een optimale ontwikkeling van het kind. Hierbij wordt uitgegaan van de individuele mogelijkheden van het kind en wordt rekening gehouden met de verschillen die er zijn tussen kinderen. Dit onderwijs is


Versie: 0.1 6

gebaseerd op menselijke waarden en deze zijn te herkennen in de manier waarop het onderwijs wordt vorm gegeven. Het onderwijs is ingebed in een klimaat waarin kinderen, ouders en medewerkers zich thuis voelen en worden uitgedaagd tot actieve betrokkenheid. De school staat in voortdurende dialoog met de ouders over hun onderwijsbehoeften. SKOV wil in de vormgeving van het onderwijs aansluiten bij de behoeften van de ouders. De leerling Het kind moet zich competent voelen en zelf sturing kunnen geven aan zijn ontwikkelingsproces. Kennis is overal en kinderen leren en ontwikkelen zich binnen en buiten de school. SKOV wil alle kinderen een passend onderwijsaanbod bieden, ook de kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Op alle scholen is een zorgstructuur ingericht en SKOV werkt binnen het samenwerkingsverband Stromenland waarin we beschikken over en sluitend zorgnetwerk. Samenwerking

Naast de school is er een scala van instanties die ook betrokken zijn bij de opvoeding en ontwikkeling van het kind. De school vormt met deze partners een netwerk dat verantwoordelijk is voor de doorgaande ontwikkeling van het kind van 0-12 jaar.

De school is niet alleen de plaats waar onderwijs wordt gegeven, maar scholen hebben ook andere functies binnen het dorp of de wijk. Ze is een ontmoetingscentrum waarin uitingen van het maatschappelijk leven tot uitdrukking komen en op deze wijze zorgt de school mede voor sociale samenhang. In de nota ‘Kindcentra’ is de gezamenlijke visie op samenwerking tussen de partners Onderwijs en Opvang beschreven. Personeel De medewerkers vormen het belangrijkste kapitaal van SKOV. Daarom wordt geïnvesteerd in het welbevinden en de professionalisering van de medewerkers door scholing en begeleiding. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de stichting in deze omvang en samenstelling te bieden heeft. SKOV wil een rijke leeromgeving zijn waarbinnen voor de medewerkers een diversiteit aan mogelijkheden aanwezig is om te leren en te ontwikkelen. Omgeving SKOV hecht eraan dat scholen hun eigen identiteit ontwikkelen in samenspraak met ouders en de omgeving waarin de school opereert. Open communicatie en transparante besluitvorming is voor SKOV essentieel. Het is belangrijk dat er een sfeer van vertrouwen is. Dit stimuleert de bereidheid ervaringen te delen. Daarnaast moet er voldoende ruimte zijn voor directeuren, personeelsleden en ouders om te participeren in de besluitvorming. Alle deelnemers moeten de kans krijgen om niet alleen mee te doen, maar ook mee te denken en mee te beslissen. Inzet van middelen De stichting is er voor de scholen en de verdeling van taken en middelen is gebaseerd op de visie op onderwijs en de onderliggende waarden.

Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag is een stichting. Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek is op 2 juni 1972 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder dossiernummer 41081052.

Organisatiestructuur, personele bezetting en interne controle

Voor 1990 vormden de vijf scholen, onder twee verschillende besturen, het basisonderwijs in de gemeente Vierlingsbeek. Sinds 1993 zijn de twee schoolbesturen gefuseerd tot één gezamenlijk bestuur, waarin inhoudelijk, financieel en personeelorganisatorisch wordt samen gewerkt. Na een verkenning tot een grote fusie van alle katholieke scholen in het Land van Cuijk in 2003, heeft de Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek bewust gekozen om de huidige schaalgrootte te handhaven. In plaats van het groter worden heeft men gekozen voor kleinschaligheid in samenhang met kwaliteit, onder het motto:


Versie: 0.1 7

‘zo klein als mogelijk, zo groot als moet’.

Met het oog op continuïteit in het management, kwaliteit van onderwijs en professionalisering van de organisatie werkt SKOV met een raad van beheer model (one tier). Dit model werkt met een tweedeling tussen dagelijks bestuur en algemeen bestuur. Hiermee voldoet SKOV aan de code ‘Goed Bestuur’, waarin er een formele scheiding is komen te liggen tussen de toezichthoudende- en uitvoerende taken van het bestuur. De dagelijkse besturing is belegd bij de algemeen directeur, met gemandateerde bestuurlijke bevoegdheden. Hiertoe heeft SKOV haar besturing en organisatie opnieuw beschreven, haar statuten aangepast en een managementstatuut, waarin de juridische vertaling van het bestuurlijk samenspel is vastgelegd, opgesteld.

Als het gaat om grote onderwijskundige-, personele of politieke ontwikkelingen werkt SKOV samen in grotere verbanden. Inzake de zorggarantie en passend onderwijs opereert de stichting binnen het Samenwerkingsverband Stromenland. Voor de overige ontwikkelingen werkt de SKOV intensief samen met de overige 5 besturen in de regio binnen het Regionaal Platform Land van Cuijk.

De stichting heeft een katholieke grondslag.

organisatieschema SKOV

Uitwerking bestuur en toezicht SKOV werkt met een code voor goed bestuur met scheiding tussen toezicht en bestuur. Het toezichthoudend bestuur bestaat uit zeven personen. Vacatures binnen het THB worden, na goedkeuring van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), ingevuld op grond van de gevraagde expertises en kwaliteiten. De voorgedragen bestuursleden worden benoemd door het THB. In gezamenlijk overleg heeft het bestuur en de algemeen directeur vastgelegd op welke items het bestuur toezicht houdt. Tevens zijn hierbij prestatie-indicatoren benoemd, welke uitgangspunt vormen voor de kwaliteitstoetsing. Dit is vastgelegd in een balance score card.

Algemeen directeur Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de algemeen directeur, die samen met de directeuren van de scholen de dagelijkse leiding van de organisatie realiseert. De algemeen directeur beheert de portefeuilles Personele Zaken en Ontwikkeling en de portefeuille Financiële en Materiele Zaken. De algemeen directeur beschikt verder over de portefeuille Kwaliteitszorg en Communicatie en is derhalve het aanspreekpunt naar Bestuur, Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en vertegenwoordigd de stichting naar derden.


Versie: 0.1 8

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad SKOV heeft een Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) om de school overstijgende zaken eenduidig te regelen, ten behoeve van het gemeenschappelijke belang. De GMR bestaat uit een vertegenwoordiging 1 personeelslid en 1 ouder van de vijf afzonderlijke scholen. Elke school beschikt nog over een eigen MR die school specifieke zaken behandeld. Mangementteam De portefeuille Onderwijs en Zorg wordt uitgevoerd door de algemeen directeur in samenwerking met de directeuren in het managementteam. Het managementteam neemt besluiten, beleidsinitiatieven, bereidt beleidsstukken voor en stemt het beleid tussen de verschillende locaties met elkaar af. De focus is gericht op het maximaal uitnutten van de synergetische mogelijkheden met behoud van de eigenheid en couleur locale van de afzonderlijke scholen. De formele relatie en mandatering in bevoegdheden zijn vastgelegd in het managementstatuut. Hierdoor maakt de organisatie optimaal gebruik van haar menskracht, ontstaan er korte lijnen in de besluitvorming en wordt het draagvlak, en hiermee de kans op slagen, binnen de organisatie vergroot.

Schooldirecties De scholen hebben elk een eigen directeur, waarvan er 2 directeuren werken in een combi-functie. De directeuren hebben de specifieke verantwoordelijkheid voor een van de scholen. Besluiten door het MT genomen worden vervolgens door alle directeuren uitgevoerd.

De autonome school Hoewel de synergie tussen de scholen onderling langzaamaan steeds meer zichtbaar wordt, de beleidsafspraken voor de lange toekomst zoals beschreven in het strategisch beleidsplan door de afzonderlijke scholen onderschreven worden én ondersteuning en management bovenschools ingeregeld is, gaat SKOV uit van de autonome school. Elke school heeft zijn eigen identiteit en speerpunten en heeft derhalve een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de inrichting en organisatie van haar onderwijs. Deze zijn vastgelegd in de schoolplannen van de diverse scholen, welke zijn vastgesteld door het bevoegd gezag. De school blijft tevens verantwoordelijk voor de kwaliteit van het primaire proces, echter dit alles binnen de kaders gesteld door SKOV. De verantwoordelijkheid van de school omvat:

het uitvoeren van regulier onderwijs het uitvoeren van onderwijsontwikkeling en onderwijsverbetering het uitvoeren van leerlingbegeleiding het voeren van bijbehorend middelenbeleid het werken aan teamvorming het voeren van kwaliteitsbewaking het leveren van een bijdrage aan het stichtingsbeleid het onderhouden van de daarvoor noodzakelijke contacten.

Zowel op locatieniveau alsook op stichtingsniveau wordt projectmatig gewerkt. Een project is een geheel van activiteiten, dat gericht is op een duidelijk geformuleerd resultaat. Dit resultaat dient te worden bereikt binnen een begrensde tijd met begrensde middelen, met een definieerbaar begin en eind en met vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren om de kwaliteit van de opbrengsten te kunnen vaststellen. Werken met projecten bevordert de innovatie en synergie binnen SKOV.

Bestuurssamenstelling Het bestuur is ultimo 2017 als volgt samengesteld: Voorzitter A.M.P. van den Heuvel – Jochems Penningmeester A.N.G. Willems Overige bestuursleden R.J.J. Stevens A.P.H. Achten R.C.M. Peters


Versie: 0.1 9

Bekostigingsgrondslag Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. Eventueel kan door middel van een groeitelling aanvullende bekostiging worden toegekend als het aantal leerlingen van een school volgens daartoe vastgestelde normen (voor totale bestuur) is toegenomen. Er hebben gedurende het kalenderjaar 2017 geen groeitellingen plaatsgevonden en derhalve is geen aanvullende bekostiging ontvangen. In onderstaand overzicht wordt het aantal leerlingen op 10 oktober 2017 vergeleken met leerlingaantallen in de jaren 2016, 2015 en 2014.

1-10-2017 1-10-2016 1-10-2015 1-10-2014

Sint Josefschool 328 358 364 318 Sint Antoniusschool 57 62 70 70 Sint Jozefschool 69 71 80 83 Laurentiushof 279 285 305 318 Sint Annaschool 44 44 55 58

777 820 874 847

Belangrijkste bestuurlijke voornemens 2018 e.v.

SKOV focust zich de komende planperiode 2015-2019 op vier kernthema’s, passend bij de missie, visie en kernwaarden van de organisatie. S Samen sterker in een lerende organisatie K Kwaliteit met vakbekwame professionals O Ontwikkelingsgericht en zelfverantwoordelijk leren V Verbinding met de omgeving Samen sterker in een lerende organisatie SKOV koerst op het behoud, onderhoud en versterking van de kwaliteit van onderwijs van de scholen. Motivatie en bindmiddel hierbij ligt in de overtuiging dat de SKOV-scholen elkaar nodig hebben en kunnen versterken door met en van elkaar te leren en de krachten te bundelen. Van eiland naar WIJ-land. De focus is gericht op het maximaal benutten van de synergetische mogelijkheden met behoud van de eigenheid en ‘couleur locale’ van de afzonderlijke scholen.

In samenwerking met adviesbureau ‘Nieuwenhof & Hulsen’, heeft SKOV in 2016 een structuurnota opgesteld ‘Samen in beweging’. Het doel van de nota is om één visie, één structuur en één cultuur voor alle SKOV-scholen vorm te geven en te implementeren. Het idee van de nieuwe structuur is dat we groeien naar één centraal aangestuurde organisatie SKOV die onderwijs verzorgt op de verschillende locaties. SKOV is ervan overtuigd dat zij middels deze synergetische afstemming beter in staat is om efficiënter, leerling-vriendelijker, decentraal en flexibeler te kunnen werken. Tevens kunnen we op deze wijze de kwaliteit van onze procedures en werkwijzen sterk verbeteren.

In december 2016 zijn alle medewerkers van SKOV meegenomen in deze visie en uitgedaagd om gezamenlijk met het management na te denken over de mogelijke invullingen van deze samenwerking, onder het adagio ‘Samen in beweging, leren van én met elkaar’. In 2017 is deze samenwerking tussen de verschillende scholen verder uitgewerkt middels de projecten ‘IKC-vorming’ en ‘samenwerking Kleine scholen SKOV’. Ook in 2018 zullen deze projecten verder vorm krijgen. Kwaliteit met vakbekwame professionals Als lerende organisatie wil SKOV zorgen voor een hoge kwaliteit van onderwijs. Aan de basis van deze kwaliteit staan de vakbekwame leerkrachten die zich continu verbeteren op basis van persoonlijke leerdoelen die gekoppeld zijn aan de ontwikkelingsdoelen van de organisatie. Elke leerkracht beschikt over een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en wordt begeleidt door een personal coach. Om ervoor te zorgen dat in 2019 alle leerkrachten zijn geregistreerd in het lerarenregister, zijn de scholingsgelden voor de komende planperiode met 100% opgehoogd.


Versie: 0.1 10

Verder heeft SKOV in 2016 in het kader van het opleiden van leerkrachten een convenant met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen afgesloten waarin een leven lang leren en professionalisering van beginnend en zittende leerkrachten als wederzijdse inspanning is opgenomen, waarbij SKOV gezamenlijk met de PABO verantwoordelijkheid nemen in het opleidingsproces. In samenwerking met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen zijn in 2017 teamleden en studenten van SKOV in de gelegenheid gesteld de training ‘vaardig in de professionele dialoog’ te volgen, met als doel om zich vanuit persoonlijk leiderschap verder te ontwikkelen om het beste uit zichzelf en anderen te halen, waarbij het kunnen voeren van ontwikkelingsgerichte gesprekken een noodzakelijke bekwaamheid is. Ook in 2018 zal deze training gegeven worden. Ontwikkelingsgericht en zelfverantwoordelijk leren In het kader van ontwikkelingsgericht en zelfverantwoordelijk leren onderscheiden we vier onderdelen: zelfverantwoordelijk leren, boeiend onderwijs, ononderbroken leerlijnen en vaardigheden voor de 21este eeuw. Het streven is om kinderen mede-eigenaar te laten zijn van zijn/haar eigen leerproces. Dit betekent dat leerlingen in de loop van hun schoolcarrière leren leren. Het kind verwerft hierbij de vaardigheden om zijn leerproces zelf te plannen en te organiseren, het leert doelgericht en taakgericht te werken en leert gebruik te maken van de voor hem meer effectieve leerstrategieën. SKOV wil de ingezette digitale onderwijskundige ondersteuning, waarbij gebruik wordt gemaakt van smartboards, het werken met I-pads, google chroome en andere divices, verder uitbreiden. Dit teneinde onderwijsplekken flexibeler in te richten en het leren van leerlingen binnen en buiten de school te bevorderen. Naast de uitbreiding van devices voor leerlingen, zullen hiertoe in 2017 en 2018 alle werkplekken van leerkrachten ingericht worden met dockingstations en/of laptops. Verder heeft SKOV in 2017 een begin gemaakt met de verbetering van de interne klimaatbeheersing van de gebouwen. Middels maatwerk binnen de verschillende schoolgebouwen wil SKOV de waardes van de CO2 uitstoot binnen de klaslokalen verlagen. Ook in 2018 zal dit project doorlopen. Verbinding met de omgeving Als gevolg van de krimp zoekt SKOV voor de kleine scholen naar een aangepast onderwijskundig concept, waarbij de kwaliteit van onderwijs voorop staat. Ouders en school zoeken gezamenlijk naar mogelijkheden die passen binnen de financiële kaders en afgestemd zijn op de lokale situatie. SKOV laat zich in deze trajecten voorzien van deskundige ondersteuning en de praktijkvoorbeelden uit haar eigen organisatie in Vortum-Mullem waarbij er gewerkt wordt in units.

Ook andere organisaties en besturen hebben in 2017 hun weg gevonden en zijn benieuwd naar het onderwijsconcept en de ontwikkelingen binnen SKOV. In 2018 zal ook deze weg verder worden ingezet. SKOV streeft naar de ontwikkeling van integrale kindcentra (IKC) die een verbindende rol spelen in het versterken van de leefbaarheid in de kernen. Hiertoe is een stuurgroep opgericht, waarbij SKOV in samenwerking met andere educatieve partners en kinderopvangorganisaties in de keten van kinder(dag)opvang, peuterspeelzaalwerk, voorschoolse educatie en buitenschoolse opvang een ononderbroken ontwikkelingslijn van 0-13 jarigen wil realiseren gericht op optimale ontwikkelingskansen voor kinderen.

In dit kader start SKOV medio 2017 in samenwerking met kinderopvang en naschoolse activiteiten een pilot waarbij kinderen een totaal dag arrangement wordt aangeboden van half 8 tot half 7 waarvan ouders naar behoefte gebruik van kunnen maken. Dit project loopt verder in 2018.


Versie: 0.1 11

Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid 2017 A. zaken met een behoorlijke personele betekenis en personele ontwikkeling

A1. Personeel ontwikkeling. algemeen

Omdat mensen de motor zijn ‘De medewerkers van SKOV zijn overwegend meer tevreden tot zeer tevreden, en verrichten hun arbeid met meer welbevinden in vergelijking tot de referentiegroep’. Bovenstaand citaat komt uit het rapport onderzoek naar werkbeleving bij de medewerkers van SKOV, uitgevoerd door de Arbo-Unie BV, in samenwerking met bureau Pauw. SKOV is uitgeroepen tot topwerkgever in de Monitor@Work 2013 in de categorie bedrijven met minder dan 500 werknemers. SKOV werkt er voortdurend aan om bovenstaande conclusie en status te behouden. Startersfeest, Kerstfeest en de Dag van de Leraar zijn in onze organisatie bij uitstek de momenten waar we als totale organisatie stil staan bij de prestaties die iedere dag weer op de werkvloer gerealiseerd worden en waarbij bestuur en MT haar waardering voor het personeel van het totale SKOV laat blijken. De huisstijl, website en logo van SKOV zijn eveneens verbindende elementen. Skoffie, het personeelsblad voor medewerkers van SKOV, is alweer in zijn twaalfde jaargang verschenen. Het blad wordt gebruikt om personele ontwikkelingen en algemene ontwikkelingen die voor onze personeelsleden interessant of van belang zijn, onder de aandacht van de medewerkers te brengen.

SKOV zit in de krimp. Naast de bedreigingen die de krimp met zich meebrengt, biedt het daarentegen ook kansen. In oktober 2012 is het voltallige personeel ingelicht op de toekomstplannen van SKOV en de eventuele gevolgen hierbij voor het personeel. Vanaf 2013 zijn de teams (en ouders) betrokken bij de onderwijskundige en bestuurlijke reorganisatie. Dit loopt nog steeds door. Naast organisatorische aanpassingen in Vortum-Mullem ingezet in 2013 (Slim-Fit), zijn deze in 2015 ook aangebracht in Maashees (Kansrijke Combinatiegroepen) en in 2017 in Holthees. Deze veranderingen in de organisatiestructuur van de scholen vragen veel van het personeel. Flexibiliteit, innovatief vermogen en soms ook extra inzet. Juist in een periode van krimp is het nog belangrijker om goed personeelsbeleid te voeren. Middels loopbaanbegeleidingstrajecten, externe en interne mobiliteit en jobrotation hebben verschillende personeelsleden een wending kunnen geven aan hun eigen toekomst.

Lerende organisatie SKOV bevordert het samenwerken en samenleren van mensen uit de praktijk. Hiervoor richt SKOV netwerken in waarbij leren van en met elkaar en het delen van gerichte praktijkervaringen voorop staan. In 2016 heeft SKOV de nota ‘Samen in beweging’ geschreven, waarin de samenwerking tussen de scholen en de versterking van de lerend organisatie verder wordt beschreven. Op verschillende scholen van SKOV is er gewerkt met het Open Podium, waarbij leerkrachten hun onderwijskundige parels delen met de collega’s. Op de SKOV studiedag 6 december 2017 hebben de scholen en/of individuele medewerkers hun dagelijkse praktijkervaringen gedeeld met de overige collegae. Naast het creëren van netwerken en leerkracht bijeenkomsten, heeft SKOV binnen haar organisatie zodanige aanpassingen aangebracht waardoor het leren van en met elkaar nog meer vorm is gaan krijgen. Hierbij heeft SKOV bijvoorbeeld een bovenschools IB-netwerk ingesteld, waarbij de internleerlingbegeleiders niet meer verbonden zijn aan een individuele school maar aan de totale organisatie. De uitwisseling van kennis en het ontwikkelen van expertise wordt hierdoor versterkt. Eveneens is dit van toepassing op de ICT-coördinatoren van de afzonderlijke scholen.

concreet

SKOV voert actief beleid op:

SKOV zal opnieuw ruimte scheppen voor innovatie en samenwerken tussen scholen onderling. Netwerkenbijeenkomsten en het instellen van multidisciplinaire teams op onderwijskundige vernieuwingsonderwerpen zullen hierin een belangrijke rol spelen. SKOV probeert op deze wijze de talenten van de medewerkers nog beter in te zetten.

SKOV zoekt voortdurend naar organisatorische aanpassingen die het proces van kennisdeling stimuleren en ondersteunen


Versie: 0.1 12

A2. Personeel beheer.

Ontwikkeling personeelsformatie SKOV heeft, zoals alle scholen in het Zuiden van het land, te maken met een leerlingendaling, als gevolg van het teruglopen van het aantal geboortes. SKOV ziet de risico’s op de korte en lange termijn en anticipeert op deze gegevens door het opstellen van een meerjarenformatieplan, waarbij de diverse personeelsbeleidstukken (ontslagbeleid, functiemix, mobiliteitsbeleid, werving en selectie etc.) in relatie worden gebracht. SKOV handelt naar goed werkgeverschap om eigen personeel aan het werk te houden binnen de financiële mogelijkheden van de stichting. In 2017 zijn 4 personeelsleden gedetacheerd in een vervangerspool. Er is in 2017 geen sprake geweest van RDDF plaatsing en/of gedwongen ontslagen.

Teamopbouw Zoals ongetwijfeld de meeste scholen in het basisonderwijs bestaat ons team uit voornamelijk vrouwelijke leerkrachten. Deze ontwikkeling wordt nog eens versterkt door de vergrijzing van het aantal mannelijke leerkrachten in dienstbetrekking van de stichting. SKOV voert actief beleid om een evenwichtigere verdeling tussen mannen en vrouwen te verkrijgen. SKOV oriënteert zich ook op een organisatie met een evenredige verdeling in leeftijdscategorieën.

Functiegebouw SKOV heeft het functiehuis ingevoerd, waarbij de invoering van de LB-functies zijn opgenomen binnen de functiecategorie OP (onderwijspersoneel). De functie heet excellente leerkracht, onderverdeeld in de taak: zorg, coördinatie en onderwijs. Van de 61 leerkrachten zijn 17 leerkrachten benoemd in een LB functie. In het kader van het invoeringstraject haalt SKOV momenteel het percentage van 28%, dit ligt 2% onder de vastgelegde SKOV schoolpercentages en 12% onder het vastgestelde stichtingsniveau.

Bovenschool Formatieplan SKOV werkt met een meerjarenformatieplan waarin zij de behoefte aan personeel over de komende 4 jaren beschrijft en kwantificeert afhankelijk van de leerling prognoses. Op deze wijze voorkomt SKOV zoveel als mogelijk onvoorziene personele fluctuaties. Zeker in tijden van krimp kunnen er al in een vroeg stadium interventies toegepast worden om gedwongen ontslag te voorkomen. Bij het samenstellen van het Bovenschools Formatieplan is uitgegaan van de in de organisatie bekende gegevens. Deze zijn bij het administratiekantoor Dyade gecontroleerd. Jaarlijks worden deze cijfers aangepast. Voor het bovenschools formatieplan wordt gebruik gemaakt van het programma ‘Planning en Control’ van Dyade om een goede koppeling te kunnen maken tussen de begroting en het bovenschoolse formatieplan. Samen Opleiden Vanwege de invloeduitoefening op de kwaliteit van de afgestudeerde leerkrachten werkt SKOV intensief samen met Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN). Hiertoe zijn de scholen van SKOV ingericht als opleidingsscholen, waarbij de teamleden zijn geschoold in coaching en begeleiding. SKOV kent een stagecontactpersoon, verantwoordelijk voor de contacten tussen opleiding en scholen van de stichting. De stagecontactpersoon is VELON-gecertificeerd. De opleidingsscholen en HAN nemen in het opleidingsproces gezamenlijk de verantwoordelijkheid om startbekwame leerkrachten op te leiden, die zelf sturing kunnen geven aan hun leerproces zodat doorgroei gegarandeerd is. Een voortdurende samenhang tussen theorie en praktijk draagt enerzijds bij aan een stevige basis voor de startende leerkracht, anderzijds blijven de afzonderlijke scholen op deze wijze in aanraking komen met de nieuwste theorieën en inzichten in onderwijsland, welke positief werkt op de schoolontwikkeling Tevens blijkt Samen Opleiden een goed wervings- en selectie instrument om juist de beste leerkrachten naar boven te laten drijven. In het convenant Samen Opleiden zijn tevens afspraken gemaakt voor het (her-)scholen van zittende leerkrachten. Leerkrachten van SKOV kunnen gebruik maken van het aanbod van de HAN.


Versie: 0.1 13

Ziekte – Ziekteverzuimbegeleiding Ondanks enkele langdurig zieken in 2017, blijft SKOV onder het landelijk gemiddelde ziekteverzuim binnen het primair onderwijs.

Ziekteverzuimpercentage primair onderwijs:

landelijk SKOV

2014 6,1 4,9

2015 6,4 4,7

2016 6,3 4,9

2017 6,2 5,8

Naast de jaarlijks evaluatie, voert SKOV per kwartaal overleg met de arbodienst Perspectief B.V. In het maandelijks overleg met de sociaalverpleegkundige komen lopende zaken aan de orde.

Risicofonds / Vervangingsfonds

In 2016 is SKOV eigen risicodrager (ERD) geworden.

Invoering nieuwe CAO In alle scholen is de nieuwe cao ingevoerd. Bij het hanteren van het werkuren- en verlofrooster wordt gebruik gemaakt van het instrument wat ontwikkeld is door de PO-raad. Voor de oudere werknemers is het overgangsrecht voor de BAPO uitgevoerd. Alle overige leerkrachten vallen in de nieuwe regelgeving duurzame inzetbaarheid.

Personeelswisseling In 2017 heeft SKOV geen personeelswisselingen gehad.

Concreet SKOV voert actief beleid op:

aandacht besteden aan werkdruk, werkomstandigheden en preventief stressbeleid.

vergroten van de mogelijkheden tot mobiliteit.

voldoende aandacht voor scholing, dit op team- en individueel niveau.

voeren van actief beleid inzake medeverantwoordelijkheid in opleiden van nieuwe leerkrachten.

bewaken van werkgelegenheid en voorkomen van gedwongen ontslag.

uitvoering van de functiemix


Versie: 0.1 14

B. Opbrengsten

onderwijsprestaties In september 2017 heeft de Inspectie van het Onderwijs een periodiek overleg gehad met het bestuur en de toezichthouders. Alle scholen SKOV vallen binnen de Inspectie voor BaO onder regulier toezicht.

De opbrengsten onderwijsprestaties vallen binnen de vastgestelde kwaliteitsnorm SKOV.

Tevredenheid ouders SKOV monitort de tevredenheid van ouders middels een tevredenheidspeiling. De resultaten van het tevredenheidsonderzoek 2015 geven duidelijk weer hoe de ouders de scholen van SKO Vierlingsbeek waarderen. Landelijk is het rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven een 7.6. De scholen van SKO Vierlingsbeek krijgen een gemiddeld rapportcijfer van 7.5. Daarentegen is 92% van de ouders tevreden over de scholen van SKOV ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 89% tevredenheid van de ouders over de eigen school.

De opbrengsten tevredenheid ouders vallen net buiten de kwaliteitsnorm SKOV.

Tevredenheid leerlingen SKOV monitort de tevredenheid van leerlingen middels een tevredenheidspeiling. In het tevredenheidsonderzoek van 2015, uitgevoerd door Scholen met Succes uit Haarlem, krijgen de scholen van SKOV een gemiddeld rapportcijfer van 7,7. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen aan hun school geven is 8.1. De algemene tevredenheid van de kinderen SKOV is 88% ten opzichte van een landelijke score van 89%.

De opbrengsten tevredenheid leerlingen vallen binnen de kwaliteitsnorm SKOV.

Medewerkerstevredenheid SKOV monitort de tevredenheid van leerkrachten middels een tevredenheidspeiling en Risico-Inventarisatie. ‘De medewerkers van SKOV zijn overwegend meer tevreden tot zeer tevreden, en verrichten hun arbeid met meer welbevinden in vergelijking tot de referentiegroep’. Bovenstaand citaat komt uit het rapport onderzoek naar werkbeleving bij de medewerkers van SKOV, uitgevoerd door de Arbo-Unie BV, in samenwerking met bureau Pauw. SKOV is in 2013 uitgeroepen tot topwerkgever in de Monitor@Work in de categorie bedrijven met minder dan 500 werknemers.

De opbrengsten medewerkerstevredenheid vallen binnen de kwaliteitsnorm SKOV.

concreet

SKOV monitort haar opbrengsten. Er zijn kritische prestatie-indicatoren vastgelegd die de kwaliteit van ons gevoerde beleid op de diverse terreinen bepaalt.


Versie: 0.1 15

C. Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken

C1. Onderwijskundig beleid

algemeen Onderwijs maak je samen SKOV heeft de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en organisatie van het onderwijs zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. Dit betekent dat ouders, leerkrachten en leerlingen gezamenlijk kunnen bepalen op welke wijze en in welk tijdsbestek zij de gestelde onderwijsdoelen zoals geformuleerd in het strategisch beleidsplan willen bereiken. Dit garandeert o.i. dat er meer maatwerk geleverd kan worden en het onderwijs dichter aansluit bij de eigen omgeving. De verantwoording van hoe de individuele school werkt, vanuit welke visie zij dat doet en waarom ze aan de nabije toekomst wil gaan werken aan de verbetering van het onderwijs, legt zij vast in het schoolplan. De opzet en inrichting van de schoolplannen binnen onze stichting zijn op elkaar afgestemd om onderlinge kwaliteitsmeting mogelijk te maken.

De sturing van het onderwijs vanuit bestuurlijk oogpunt ligt voornamelijk op de bewaking van de kwaliteit van het gegeven onderwijs, de beheersing van onderwijsprocessen én op de afstemming tussen de ontwikkelingsmogelijkheden en loopbaanwensen van individuele werknemers enerzijds en de doelen van de organisatie anderzijds.

concreet

het ontwikkelen van cyclisch en resultaatgericht kwaliteitsbeleid m.b.t. onderwijs verbetering / vernieuwing

het stimuleren, initiëren en faciliteren van professionele ontmoetingen die gericht zijn op het verbeteren / vernieuwen van het onderwijs en het voorbereiden van beleid

het vormgeven van het onderwijs op de verschillende SKOV-scholen zoals in de visie op onderwijs wordt omschreven

binnen alle SKOV scholen worden ouders als partners gezien die het onderwijs ondersteunen

C2. Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken

handelingsgericht werken (HGW) HGW is een kwalitatieve impuls voor het didactisch handelen door leerkrachten. Hierbij staan onderwijsbehoeften van het kind centraal; de leerkracht werkt vanuit een transactioneel referentiekader; de positieve aspecten van de ontwikkeling bij kinderen worden benut; constructieve samenwerking tussen leerkrachten onderling; doelgericht, systematisch en transparant werken. Scholen zijn ook in 2015 verder gegaan met verdiepen van HGW binnen hun eigen organisatie. Binnen het IB-netwerk van SKOV wordt dit proces goed gevolgd. Om het werken met groepsplannen, handelingsplannen en groeidocumenten door leerkrachten nog beter te ondersteunen heeft SKOV haar ondersteuninsprogrammas’s aangepast.

opbrengstgericht werken

SKOV werkt met het leerling onderwijs volgsysteem van Cito. Dit volgsysteem primair onderwijs omvat de LVS-toetsen voor de verschillende ontwikkelingsgebieden taal en rekenen/wiskunde, de Entreetoetsen en de Eindtoets Basisonderwijs. Met de toetsen van het volgsysteem kunnen we de vorderingen van leerlingen op een systematische wijze volgen. Zo krijgen we informatie over het resultaat van het geboden onderwijs op school-, groeps- en leerlingniveau, kunnen we aandachtspunten formuleren en waar nodig maatregelen treffen om ons onderwijs te verbeteren. Voor de verwerking van de toetsgegevens maken we gebruik van het Computerprogramma LOVS.

De school specifieke analyses worden aan elkaar gekoppeld met als einddoel analyses en trends op SKOV-niveau te kunnen genereren. Hierdoor kunnen wij als SKOV enerzijds onze kwaliteit van onderwijs bewaken en monitoren, anderzijds kunnen de krachten samengebundeld worden om nog meer en beter tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van ieder kind.


Versie: 0.1 16

meer- en hoogbegaafde kinderen Een ander speerpunt binnen SKOV is het aanbod aan de excellente leerling. In groep 1 /tm 5 zijn er meestal voldoende mogelijkheden om excellente leerlingen in de eigen klas voldoende ondersteuning te bieden. In de bovenbouw is er nog meer behoefte aan extra aanbod wat niet altijd in de reguliere groep kan worden aangeboden. Daarnaast vraagt deze specifieke groep leerlingen om contact met een peergroep van gelijkgestemden. SKOV heeft in 2015 een Virtuele Plusklas ingericht waarbij leerlingen van de verschillende scholen op SKOV-niveau aan elkaar gekoppeld worden middels werken in the cloud. Kinderen krijgen hierbij pittige vraagstukken voorgelegd vanuit digitale projectbakken, waaraan zij school overstijgend in groepsverband werken met gelijkgestemden, de zgn peergroup. Daarnaast wordt er voorkomende gevallen ook de samenwerking gezocht met het Voortgezet Onderwijs. Beperking in deze is echter de keuzemogelijkheden voor de leerling in vakgebieden, de vastgestelde lesuren en de benodigde reistijd.

nieuw onderwijskundig concept In het kader van de krimp heeft SKOV een nota opgesteld ‘Van groei, naar KWALITATIEVE krimp’. In deze nota wordt de wens vanuit de ouders en organisatie uitgesproken om de scholen in alle kernen open te houden. Dit heeft gevolgen voor de inrichting van de scholen op bestuurlijk en onderwijskundig vlak. Hierbij staat centraal de verandering van het onderwijsconcept waarbij de kwaliteit van het onderwijs geborgd wordt. Uitgangspunt is telkens dat de verandering in groeperingsvormen de onderwijskansen van kinderen vergroot. Naast de school in Vortum-Mullem, waarin we sinds 2013 het klassikale onderwijssysteem hebben vervangen door het werken in units, werken we op twee andere locaties Maashees (2015) en Holthees (2017) met kansrijke combinatiegroepen. Deze onderwijsvernieuwingen worden op 3 kwaliteitsaspecten intern, door de organisatie én de stakeholders (w.o. de ouders), gemonitord:

kwaliteit van onderwijsopbrengsten

tevredenheid ouders, leerlingen en leerkrachten

passend binnen de begrotingsafspraken

passend onderwijs

Om tegemoet te komen aan de wetgeving van Passend Onderwijs, waarbij er gestreefd wordt naar

een dekkend aanbod van expertise voor kinderen, zijn de oude samenwerkingsverbanden

vergroot. SKOV is ingedeeld in het Samenwerkingsverband Stromenland, de regio Nijmegen.

Na een periode van voorbereiding waaraan de verschillende besturen hebben meegewerkt, is in

augustus 2014 het samenwerkingsverband ‘Stromenland’ operationeel geworden. De besturen van

de scholen binnen het Land van Cuijk werken als platform samen om de beleidskaders vanuit het

grote samenwerkingsverband vorm te geven.

concreet

meer opbrengstgericht werken; het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties.

Het in samenhang met de omgeving zoeken naar mogelijkheden om onderwijskundige aanpassingen aan te brengen aan de organisatie en kwaliteit van het onderwijs in de kleine kernen

Verder investeren in ICT.

SKOV blijft sturen op actualisatie onderwijsaanbod; SKOV blijft op zoek naar de mogelijkheden die de moderne technieken biedt om haar onderwijs aan de kinderen zo optimaal mogelijk te kunnen ondersteunen, daarbij uitgaande dat deze technieken reeds deel uitmaken van dagelijkse werkelijkheid waarin het kind opgroeit.

In het kader van passend onderwijs werken aan optimalisering van middelen en menskracht ten behoeve van de individuele kinderen op de diverse onderwijslocaties.

In het kader van passend onderwijs implementeren van regelgeving binnen de stichting en de afzonderlijke scholen.


Versie: 0.1 17

D. Ontwikkelingen als gevolg van interne en externe kwaliteitszorg D1. Organisatie/kwaliteitsbeleid algemeen Het beste van onszelf. De door de centrale overheid ingezette beleidslijn ‘van de zich terugtrekkende overheid’ is van grote invloed op het beleid van de SKOV. De centrale overheid neemt alleen politieke besluiten over de kaders van het onderwijsveld en staat garant voor de kwaliteit van het onderwijs. Hierdoor krijgt de Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek meer ruimte voor het maken van eigen beleid.

Na enkele jaren gewerkt te hebben aan de opbouw en inrichting van de organisatie ter versterking van het besturend vermogen van de SKOV, waarbij er een duidelijke scheiding kwam tussen de dagelijkse leiding van de organisatie en het toezichthoudende karakter van het bestuur, hebben we een aantal prestatie-indicatoren vastgelegd waarop het toezichthoudend bestuur de interne kwaliteit van de organisatie toetst. Daarnaast zijn de schoolplannen en jaarplannen opgezet en beoordeeld volgens een vooropgesteld format, waarbij, binnen de kwaliteitszorg, kwaliteit en vergelijk eveneens een grote rol spelen. SKOV als één organisatie in plaats van de optelsom der delen.

interne en externe kwaliteitszorg Interne kwaliteitsbeïnvloeding Hoewel de verantwoording voor de uitvoering en organisatie van het onderwijs op lokaal niveau ligt betekent het niet dat we niet van en met elkaar kunnen leren. De onderwijsgemeenschap SKOV van vijf scholen kenmerkt zich door een meer intensieve samenwerking, welke zijn weerslag vindt op de werkvloer. Onderwijsvernieuwingen van buitenaf zijn de laatste jaren aangestuurd vanuit het management naar de locaties, waardoor kansen voor kleine scholen zijn toegenomen. Hier valt te denken aan de ontwikkelingen van ICT, Brabants Veiligheidslabel en Techniek in het basisonderwijs.

Naast de facilitaire voorzieningen om deze onderwijsvernieuwing te realiseren op de verschillende schoollocaties wordt er binnen de SKOV ook samengewerkt op grond van de kwalitatieve onderwijsinhoudelijkheid en de benodigde professionalisering van de leerkrachten in deze. SKOV heeft in haar strategisch beleidsplan 2015-2019 ‘de lerende organisatie’ opgenomen waarin we het volgende willen bereiken:

de schoolteams ontwikkelen tot vijf krachtig, stralende teams die functioneel en efficiënt samenwerken in een lerende organisatie; zij gaan zichtbaar van eiland-denken naar beredeneerd ‘wij-land-denken’.

het creëren van een open leercultuur waarin professionals, zowel binnen de scholen als tussen de scholen, met en van elkaar leren en elkaar versterken. Expertise wordt gedeeld en collegiale consultatie, intervisie en elkaar feedback geven, vinden plaats in een veilige omgeving;

samen bouwen aan een ‘toekomst-proof’ managementstructuur die zich kenmerkt door slim organiseren, kwaliteit, snelheid en projectgerichtheid.

Interne kwaliteit beïnvloeding gebeurt ook op grond van de uitkomsten van de tevredenheidspeiling onder ouders en leerlingen, de inspectierapporten, GGD rapporten GVZ (gezonde en veilige school), RI&E’s en vragenlijsten personeel. De verschillende scholen hebben projecten geformuleerd voor de komende planperiode van 2015-2019, hetgeen is vastgelegd in een schoolplan. Hierin wordt de koers beschreven om de gewenste kwaliteit op het gebied van onderwijs, financiën, personeel, beheer en organisatie te behalen. Er wordt gewerkt met jaarplannen en tussentijdse evaluaties om eventuele bijsturingen mogelijk te maken.

Externe kwaliteitsbeinvloeding Onderwijskundige en politieke ontwikkelingen, zoals Opbrengstgericht werken, de invoering van Passend Onderwijs, de toevlucht van informatietechnologie, het leren in de 21e eeuw en de vorming van Integrale Kindcentra (IKC) hebben hun invloed op de schoolontwikkeling. Het


Versie: 0.1 18

management, tezamen met de teams van leerkrachten, formuleren en initiëren beleid hetgeen deze ontwikkelingen vorm moet geven in de dagelijkse praktijk.

krimp Zoals de meeste stichtingen om ons heen, heeft de Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek eveneens te maken met krimping van het aantal leerlingen. SKOV heeft op basis van de prognoses en reële ontwikkelingen van de afgelopen jaren een 10-jaren ontwikkelingsperspectief ontwikkeld. Hierin zijn de financiële, personele en onderwijskundige risico’s uitvoerig uiteengezet, zodat we hierop adequaat kunnen anticiperen. Dit heeft geresulteerd in de nota ‘van groei naar KWALITATIEVE krimp’. Hoewel we ons beseffen dat krimpscenario’s veelal gepaard gaan met negatieve gevoelens, willen we de nieuwe situatie gaarne zien als kans. Terug naar een nieuwe basis. Verder naar een nog efficiëntere organisatie, waarin samenwerken voordeel oplevert. Niet alleen op financieel- en personeelsgebied, maar ook onderwijsinhoudelijk. 4-sporenbeleid Op grond van voornoemde 10-jaren ontwikkelingsperspectief hebben we zeer zorgvuldig gekeken naar de toekomst van SKOV. In de gesprekken met de stakeholders en omgeving komt sterk naar voren de verschillende scholen te behouden voor de toekomst. SKOV werkt op vier fronten aan een duurzame strategie voor de toekomst van de vijf scholen. De uitgezette programmalijnen zijn:

Een vernieuwend onderwijsconcept dat

staat voor een hoge kwaliteit en tegelijkertijd het onderwijs minder afhankelijk maakt van de omvang van de school, of wel de kracht gebruikt van een kleine school in een krachtige gemeenschap

Een organisatie- en besturingsconcept dat recht doet aan de opgave waarvoor de organisatie zich gesteld ziet en tegelijkertijd lean en mean is ingericht

Een goede uitgangspositie –materieel en organisatorisch- voor de instandhouding en vernieuwing van het vastgoed.

Een nieuwe rol en positie van de scholen ter versterking van de leefbaarheid in de dorpen.

Het inrichten van een nieuw onderwijsconcept op twee van de kleine scholen. Hierbij staat centraal de verandering van klassikaal onderwijs naar werken in kansrijke combinatiegroepen, het werken in units en ontwikkelen van leerlijnen. Sinds augustus 2013 wordt er op een van de locaties gewerkt met een unit waarin 2,5 t/m 8-jarigen samenwerken in één unit onder leiding van 1 groepsleerkracht, 1 onderwijsassistent en een peuterspeelzaalleidster. In 2014 is dit uitgebreid naar het werken in een tweede unit van 9 t/m 12-jarigen. In 2015 en in 2017 is er op twee andere locaties een begin gemaakt met het werken in kansrijke combinatiegroepen, waarbij eveneens andere groeperingsvormen worden toegepast waardoor kinderen makkelijker op hun eigen niveau kunnen werken door soms aan te sluiten bij een hogere of lagere instructiegroep. Leren van en met elkaar . Daarnaast is SKOV met de gemeentelijke bestuurders in gesprek omtrent de inrichting van MFA in de kleine kernen en sterke Kindcentra in de grote kernen. In 2018 moet er een besluit liggen tot nieuwbouw IKC in één van de kernen.

concreet

Er wordt uitvoering gegeven aan de code ‘Goed Bestuur’

SKOV werkt op vier fronten aan een duurzame strategie voor de toekomst van de vijf scholen, waarbij behoud van kwaliteit van onderwijs voorop staat.


Versie: 0.1 19

E. Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen (waaronder samenwerkingsverbanden) Om de kwaliteit van het onderwijs direct en indirect te kunnen beïnvloeden participeert de SKOV in verschillende samenwerkingsverbanden. Onze inzet is dat zaken die in een groter verband georganiseerd worden en bij ons op de werkvloer uitvoerbaar zijn, in grotere samenwerkingsverbanden geïnitieerd en voorbereid kunnen worden. Zo werken wij als SKOV samen in verschillende samenwerkingsverbanden. Er is een relatie tussen de samenwerkingsverbanden, de SKOV en de individuele scholen van SKOV.

SWV Stromenland SKOV participeert in de Stichtingsraad van het samenwerkingsverband Stromenland. Het samenwerkingsverband neemt besluiten over de beleidskaders, de inrichting van de extra ondersteuning aan groepen kinderen die daar behoefte aan hebben en de verdeling van de zorgmiddelen over de besturen. PLATO Plato is het platformoverleg van de gezamenlijke besturen binnen het land van Cuijk die de beleidskaders van SWV Stromenland vertalen naar uitvoerend beleid van de scholen met als doel een zo optimaal mogelijk netwerk van ondersteuning te bieden aan kinderen die dat nodig hebben.

Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE) gemeente Boxmeer Dit is een speerpunt van de LEA van de gemeente Boxmeer. De zorg is er in een vroeg stadium voor kinderen met taal achterstand. De doelstelling is om de kwaliteit van het onderwijs aan kinderen vanaf 2 jaar te verbeteren. Hiervoor werken de scholen intensief samen met de voorschoolse voorzieningen van de kinderopvang en peuterspeelzaal.

Veldadviesraad Hierin heeft het beroepsveld zitting in de beroepsgroep Leraren basisonderwijs om enerzijds de kwaliteit van de beroepsopleidingen te bewaken en anderzijds de theorie aan de praktijk te kunnen koppelen.

Beroepenveld commissie ROC Hierin komen zaken aan de orde over het begeleiden van stagiaires. De veranderende inzichten over het opleiden bezien vanuit de competenties is op dit moment het speerpunt. ROC is zoekende hoe dit uit te voeren en wil graag met het werkveld de uitvoering in de praktijk bespreken.

Regionaal Platform Land van Cuijk Hierin worden zaken besproken die van belang zijn voor de basisscholen in de gemeente Boxmeer, Cuijk, Grave en Sint Anthonis.

ICT - @land van Cuijk

Hierin worden technische ontwikkelingen, beleidszaken en professionaliseringsactiviteiten ontwikkeld welke toegepast kunnen worden op alle basisscholen van het Land van Cuijk, hetgeen leidt tot een enorm onderwijsnetwerk.

concreet Ten behoeve van de kwaliteit van de organisatie en het onderwijs worden samenwerking

met andere besturen en organisaties uitgebreid en/of geïntensiveerd


Versie: 0.1 20

F. Gouvernance ontwikkelingen en horizontale verantwoording De SKOV blijft in de spiegel kijken: doe ik de goede dingen en doe ik deze goed? Hiertoe hanteert SKOV, binnen de systematische kwaliteitszorg, een routekaart waarmee zij in staat is om de beleidsvoornemens op strategisch niveau te vertalen naar praktische plannen. Met behulp van dit instrument volgen de scholen een (ontwikkelings-)route, die ons als bestuur garandeert dat we daadwerkelijke opbrengsten kunnen realiseren en in kunnen grijpen wanneer een gebeurtenis of ontwikkeling de weg naar het gewenste resultaat dreigt te blokkeren. Als SKOV laten wij periodiek onze schoollocaties auditen middels vragenlijsten onder ouders, leerlingen en leerkrachten, én middels gericht onderzoek door externe organisaties, waaronder GGD, ARBO-unie, etc.

In het kader van veranderende toezichtkaders voert het bestuur gesprek met de inspectie. Deze heeft vastgesteld dat de kwaliteitszorg van de SKOV goed in elkaar steekt. Verder is zij te spreken over de manier waarop de organisatie is opgebouwd en ingericht. De inspectie stelt vast dat de afzonderlijke scholen voldoen aan de gestelde eisen, waardoor er geen speciaal toezichtkader wenselijk is.

We zullen als SKOV naar buiten blijven kijken: wat moet ik gaan doen, wat wordt van mij verwacht, wat kan ik doen. Tenslotte leggen wij verantwoording af, zowel intern als extern, zowel horizontaal als verticaal. Gebruikte instrumenten in deze: a.o. bovenschoolformatieplan, bovenschoolse rapportage kwaliteitszorg, begroting en jaarverslag.

G. Zaken met een behoorlijke politieke of maatschappelijke impact

In 2014 heeft SKOV het verzoek gekregen vanuit de gemeente Boxmeer om het onderwijs te verzorgen voor 85 asielzoekerskinderen geplaatst binnen de gemeentegrenzen. Hiertoe heeft SKOV 5 schakelklassen opgezet verdeeld over 2 locaties. Dit heeft geleid tot een boven bestuurlijke samenwerking met een collega bestuur in de regio. Hoewel er aanvankelijk sprake was van enige maatschappelijke onrust onder de ouders c.q. dorpsbewoners is dit snel in goede banen geleid. Zowel de inrichting van de schakelklassen, alsook professionele aanpak van de betrokken hebben hiertoe bijgedragen. De onderwijssituatie wordt door de inspectie (2016) als zeer positief beoordeeld. Als gevolg van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is het aantal asielzoekers per opvanglocatie in 2017 naar beneden bijgesteld. Dit hield voor het Asielzoekerscentrum in Overloon een halvering in van de opvangcapaciteit. Derhalve is het aantal schakelklassen teruggebracht naar 3 groepen en ondergebracht op 1 locatie. De voornoemde boven bestuurlijke samenwerking is hiermede komen te vervallen.

H. Gevoerde beleid inzake van de beheersing van uitkeringen na ontslag

Het beleid van de stichting is erop gericht dat voorkomen wordt dat personeelsleden worden ontslagen. Indien daarvan wel sprake is, zal het bestuur het betreffende personeelslid op een adequate en financieel verantwoorde manier ondersteunen in het vinden van een andere betrekking. Hierbij kan worden gedacht aan het aanbieden van een loopbaanbegeleidingstraject waarbij een nieuwe werkkring buiten het onderwijs wordt gevonden.

In 2017 heeft SKOV hier geen gebruik van hoeven te maken.

I. Afhandeling van klachten

Binnen de stichting is beleid inzake het afhandelen van klachten vastgesteld. De scholen beschikken over een klachtenregeling. De kern van het beleid is dat klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en de schoolleiding op een adequate manier worden afgehandeld. Indien dit echter gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is of als afhandeling niet naar tevredenheid is verlopen, kan men een beroep doen op de klachtenregeling.

SKOV heeft in 2017 niet te maken gehad met een klacht.

J. Het beleid van de instelling aangaande de bezoldiging van haar bestuurders en toezichthouders en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht Het Bestuur van SKOV acteert als toezichthouder en de algemeen directeur als dagelijks bestuur. De bestuursleden worden benoemd (gekozen op kwaliteit) door het Bestuur en zijn onbezoldigd. De salariskosten van de algemeen directeur vallen binnen de normfuncties van het primair onderwijs cao PO 2016 en is fuwa-getoetst.


Versie: 0.1 21

K. Beleid van de organisatie met betrekking tot de omvang van functies van het vrij besteedbare vermogen. Voor het voortbestaan van de scholen wil de stichting eigen vermogen aanhouden. Dit eigen vermogen is bedoeld ter dekking van incidentele risico's en eventuele tekorten. Bij incidentele risico's denkt de stichting aan het niet voldoen aan de instroomtoets van het participatiefonds, extra kosten i.v.m. hoog ziekteverzuim, eigen kosten bij het verloren gaan van het schoolgebouw door bijv. brand. De gewenste omvang van het eigen vermogen is vastgesteld en beschreven binnen het financieel risicoprofiel . Daarmee is de omvang van het eventueel vrij beschikbare vermogen bepaald dat zal worden gebruikt ter verdere verbetering van het onderwijs. De stichting hecht grote waarde aan het in stand houden van de kleinere scholen. Het eigen vermogen is deels bedoeld om de specifieke risico’s die kleine scholen met zich meebrengen te dekken.

L. Huisvesting

SKOV streeft naar huisvesting in gebouwen, die enerzijds een sfeer hebben die hoort bij kinderen en anderzijds de ruimte bieden om op een professionele manier invulling te kunnen geven aan onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar. Te benoemen onderdelen binnen dit streven zijn: uitstraling, kleur, energiebeheer, ruimte, (lucht)kwaliteiten onderhoud. In het afgelopen jaar is het volgende concreet uitgevoerd:

onderhoud dagelijks klein onderhoud en contractwerk uitvoering groot onderhoud OVH volgens meerjarenonderhoudsplan aanpassing toiletgroepen Laurentiushof Vierlingsbeek aanpassing binnenklimaat beheersing Laurentiushof Vierlingsbeek

verder uitwerken en overleg van de positie van scholen in kleine dorpsgemeenschappen in een gebied, welk een stevige krimp kent.

overleg nieuwbouw Josefschool met gemeente Boxmeer

M. Toegankelijkheid en toelatingsbeleid

SKOV beschikt over een nota: beleid met betrekking tot toelating en verwijdering van leerlingen. In 2009 is een beleidsnota met betrekking tot de nieuwe regelgeving ‘Passend Onderwijs’ opgesteld. SKOV heeft hiermede ‘een-loket-functie’ gekregen voor alle leerlingen met betrekking tot het zoeken van een passende plaats voor elke, aldus aangemelde leerling. Om dit voor alle leerlingen mogelijk te maken werkt SKOV in een Samenwerkingsverband (SWV) met andere basisscholen, speciale basisscholen (SBO) én scholen voor speciaal onderwijs (SO). Het toelatingsbeleid zal continue worden bijgesteld aan de hand van het beleid van de het SWV, de zorgkracht van elke afzonderlijke school en alle SKOV-scholen gezamenlijk.

N. Beleid t.a.v. verbonden partijen

Vanaf 1 augustus 2014 is de stichting verbonden aan SWV Stromenland. Door de schoolbesturen wordt gezamenlijk vormgegeven aan een stelsel waarbij sprake is van flexibele inrichting van de speciale onderwijszorg. Hierdoor zijn besturen en scholen in de Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Grave, Groesbeek, Heumen, Mill en St. Hubert, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, St. Anthonis, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. in staat aan de zorgvraag en zorgplicht te voldoen.

O. Internationalisering SKOV kent geen internationale betrekkingen


Versie: 0.1 22

P. Prestatiebox Beschrijving van de bestedingen van de middelen uit de prestatieboxregeling Professionalisering Als lerende organisatie wil SKOV zorgen voor een hoge kwaliteit van het onderwijs dat wordt ingericht voor ontwikkelingsgericht en zelfverantwoordelijk leren. Aan de basis van deze kwaliteit staan de vakbekwame leerkrachten die zich continu verbeteren op basis van persoonlijke leerdoelen die gekoppeld zijn aan de ontwikkelingsdoelen van de organisatie. De professionele ontwikkeling van leerkrachten gaat hand in hand met ‘samen leren’, zowel binnen het eigen team als bovenschools met de SKOV-collega’s.

Wat willen we bereiken? - kwaliteit met vakbekwame leerkrachten en directeuren - functionele, zorgvuldige gesprekkencyclus - leerkrachten en directeuren werken handelings- en opbrengstgericht - gekwalificeerd, geregistreerd personeel

Hiertoe worden door SKOV studiedagen, in company trainingen, intervisiebijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast hebben sinds 2015 alle leerkrachten en directeuren in hun persoonlijke ontwikkeling de ondersteuning van een personal coach. De gesprekkencyclus is het instrument om onderwijskwaliteit te versterken vanuit het primaire proces. Alle leraren krijgen gedurende twee jaar een vast aantal gesprekken. De gesprekkencyclus bevat minimaal een ontwikkelgesprek, een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. De SKOV-studiedag voor het gezamenlijke personeel stond in 2016 en 2017 in het teken van de lerende organisatie, samenwerkend leren. Cultuureducatie Kernbegrip van ontwikkelingsgericht onderwijs voor SKOV is ‘boeiend onderwijs’. Boeiend onderwijs vraagt op de eerste plaats betrokkenheid en een actieve rol van leerlingen. Er worden bewuste keuzes gemaakt tussen aanbodgerichte en vraaggestuurde aanpak, leraren maken zowel gebruik van methodische als van thematisch onderwijs en van de inzichten omtrent natuurlijk onderwijs en meervoudige intelligentie. Ook wordt er actief gebruikgemaakt van leren ‘buiten de groep (groepsoverstijgend of in samenwerking met de andere scholen: en ‘buiten de school’ (maatschappelijke organisaties, bedrijven. e.a.). Binnen ‘boeiend onderwijs neemt het vakgebied cultuureducatie een belangrijke plaats in. Juist door de wereld in al zijn facetten binnen te halen en er op uit te trekken maken kinderen kennis met cultuur en cultuurhistorische zaken. Meerbegaafdheid Om tegemoet te komen aan de behoeften van meerbegaafde kinderen heeft SKOV de Virtuele Plusklas ontwikkelt. De Virtuele Plusklas is een onderwijsarrangement voor leerlingen uit groep 6 t/m 8 waarvan vast is komen te staan dat zij meer aankunnen dan hun klasgenoten op school. Naast extra lesstof, bestaande lessen versneld afwerken, het compacter aanbieden van de lesstof stelt SKOV deze kinderen in de gelegenheid om 1 dagdeel per week samen met getalenteerde leerlingen van andere SKOV- scholen samen te werken aan een onderwijsprogramma dat op hun capaciteiten is afgestemd. Deze samenwerking geschiedt in een digitale omgeving, klas in the cloud. De leerlingen worden op SKOV-niveau vanuit de 5 locaties middels een digitale omgeving, de virtuele Plusklas, aan elkaar gekoppeld. Onder leiding van een gespecialiseerde leerkracht werken de leerlingen op afstand samen met andere getalenteerde en meerbegaafde kinderen aan uitdagende vraagstukken, passend bij hun niveau en onderwijsbehoefte.


Versie: 0.1 23

Verslag toezichthoudend bestuur Het bestuur heeft zich geconformeerd aan de Code Goed Bestuur van de PO-raad. In het kader van de code is voor het intern toezicht gekozen voor het One Tier model. Hierbij is er een dagelijks bestuur, bestaande uit een algemeen directeur en een toezichthoudend bestuur bestaande uit zeven leden.

Het toezichthoudend bestuur is belast met het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de algemeen directeur en staat het dagelijks bestuur met raad terzijde door:

- het goedkeuren van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag en indien van toepassing het strategisch meerjarenplan van de stichtingl;

- het toezien op de naleving door het dagelijks bestuur van wettelijke verplichtingen, de code goed bestuur;

- het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige besteding van de middelen van de school;

- het aanwijzen van de accountant; - het jaarlijksafleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken bedoeld onder a t/m d

in het jaarverslag.

Het toezichthoudend bestuur heeft in 2017 zes keer gezamenlijk met het dagelijks bestuur vergaderd. Een keer heeft het toezichthoudend bestuur afzonderlijk vergaderd. Tijdens deze afzonderlijke vergadering is het eigen functioneren van het toezichthouders binnen het toezichthoudend bestuur geëvalueerd. Tijdens de gezamenlijke vergaderingen worden er door het toezichthoudend bestuur vragen gesteld aan het dagelijks bestuur en het management en daar waar nodig wordt er aanvullende informatie verstrekt. Daarnaast vraagt het dagelijks bestuur in voorkomende gevallen advies of instemming van het toezichthoudend bestuur.

Het toezichthoudend bestuur heeft in 2017 de taken en bevoegdheden uitgevoerd zoals hierboven beschreven en heeft geen onrechtmatigheden en ondoelmatigheden geconstateerd. Het toezichthoudend bestuur is van mening dat in 2017 een bijdrage is geleverd aan het realiseren van de doelstellingen zoals zijn opgenomen in het strategisch beleidsplan. Voor de behaalde resultaten wordt verwezen naar het algemeen bestuursverslag. De samenstelling van het toezichthoudend bestuur is in 2017 enigszins gewijzigd door het vertrek van 2 bestuursleden in verband met persoonlijke omstandigheden. Deze bestuurszetels zijn nog vacant.

Samenstelling, zie elders in het bestuursverslag.

Jaarrekening 2017


Activa 31-12-2017 31-12-2016 Passiva 31-12-2017 31-12-2016

Materiële vaste activa 413.942 450.178 Eigen vermogen 3.611.101 3.294.765

Financiële vaste activa 378.664 952.506 Voorzieningen 991.141 763.389

Vorderingen 350.925 289.963 Kortlopende schulden 455.215 473.049

Liquide middelen 3.913.926 2.838.556

Totaal activa 5.057.457 4.531.203 Totaal passiva 5.057.457 4.531.203

-materiële vaste activa

- financiële vaste activa

- vorderingen

- liquide middelen

Toelichting op de balans:

Activa

In 2017 is € 71.848 geïnvesteerd in materiële vaste activa. Hiervan had € 51.000 betrekking op ICT-

middelen en € 17.000 op meubilair. In leermiddelen is € 3.000 geïnvesteerd, in apparatuur € 1.000. De

totale afschrijvingslasten bedroegen € 108.084. De investeringen waren € 36.236 lager dan de

afschrijvingslasten. De waarde van de materiële vaste activa is met dat bedrag afgenomen.

De financiële vaste activa bestaan uit obligaties en betaalde waarborgen voor tablets. Op de effecten is

€ 557.000 afgelost. Er zijn geen nieuwe effecten gekocht. Van de tablets zijn er 110 ingeleverd.

Hierdoor is € 16.500 aan borg terugbetaald door Snappet In totaal is nog voor 218 tablets borg betaald.

De waarde van de financiële vaste activa is in 2017 met € 573.842 afgenomen.

De hoogste vordering is de vordering op het ministerie i.v.m. het betaalritme van de personele

bekostiging en de prestatiebox. In de periode augustus-december wordt minder dan 5/12 van de

jaarsubsidie ontvangen, waardoor er op 31 december sprake is van een vordering. Deze vordering

loopt in de periode januari-juli terug naar € 0. Vanaf augustus loopt de vordering weer op. Doordat het

leerlingenaantal op 1 oktober 2016 lager was dan op 1 oktober 2015 is het totaal van de rijksbijdrage

personeel en de prestatiebox voor 2017-2018 lager dan voor 2016-2017. Hierdoor is de vordering op

het ministerie ook lager. Door de hogere normbedragen is het verschil beperkt gebleven tot € 5.000.

De totale omvang van de vorderingen is € 60.962 hoger dan op 31 december 2016. Dit wordt met

name veroorzaakt door € 36.000 hogere vorderingen op de gemeente, met name bestaande uit de

vergoedingen voor de gymzaal. De overige vorderingen zijn € 16.000 hoger dan op 31 december 2016.

Dit betreft verhuurvergoedingen en wat kleinere vergoedingen. De omvang van de vooruitbetaalde

kosten is € 13.000 hoger dan op 31 december 2016. Dit betreft onder andere licentiekosten. Aan de

vorderingen zijn geen risico's van mogelijke oninbaarheid verbonden, waardoor er geen voorziening

dubieuze debiteuren is gevormd.

De omvang van de liquide middelen is in 2017 met € 1.075.557 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt

door het positieve resultaat, de aflossingen van de obligaties in 2017 en de toevoegingen aan de

onderhoudsvoorziening. In het kasstroomoverzicht wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de

liquide middelen.

FINANCIEEL BELEID

Financiële positie op balansdatum

Onderstaand is de balans van 31 december 2017 opgenomen. Deze is vergeleken met de balans van 31

december 2016. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Versie: 0.1 24

Jaarrekening 2017


- eigen vermogen

-voorzieningen

-kortlopende schulden

Passiva:

Het positieve resultaat van € 316.836 is toegevoegd aan het eigen vermogen. Bij de resultaatverdeling

is € 323.836 aan de algemene publieke reserve toegevoegd. De algemene reserve bedraagt op 31

december 2017 € 3.578.138.

Naast de algemene reserve is er de bestemmingsreserve nulmeting. Deze is ontstaan bij de invoering

van de lumpsumbekostiging. De op dat moment aanwezige materiële vaste activa is tegen boek-

waarde opgenomen in de administratie. Hier is de bestemmingsreserve nulmeting tegenover gezet. De

reserve is bedoeld ter dekking van de afschrijvingslasten van de betreffende materiële vaste activa en

heeft daarmee een eindig karakter. Deze afschrijvingslasten bedroegen in 2017 € 7.500. Dit bedrag is

ten laste van de reserve gebracht. De reserve bedraagt op 31 december 2017 € 32.963.

De stichting heeft twee voorzieningen, nl. een jubileumvoorziening en een voorziening groot

onderhoud. De jubileumvoorziening is bedoeld ter dekking van de gratificaties bij een 25- of 40-jarig

dienstverband. In 2017 is € 4.675 aan jubileumgratificaties betaald. Dit bedrag is aan de voorziening

onttrokken. Aan de voorziening is € 11.278 toegevoegd voor toekomstige gratificaties. De voorziening

bedraagt op 31 december 2017 € 79.435.

De voorziening groot onderhoud is bedoeld ter egalisatie van de lasten van het groot onderhoud. In

2017 is op basis van het nieuwe meerjarenonderhoudsplan € 221.881 aan de voorziening toegevoegd.

Aan de voorziening is € 760 onttrokken wegens uitgevoerde werkzaamheden. Dit betrof het vervangen

van een deel van de gangen bij de St. Josefschool. De voorziening bedraagt op 31 december 2017

€ 911.706.

De belangrijkste kortlopende schulden zijn de af te dragen loonheffing en pensioenpremies en het nog

te betalen vakantiegeld. Deze schulden worden eind januari en eind mei betaald. De salarisgebonden

schulden zijn in totaal € 14.000 lager dan op 31 december 2016. Op die datum moest voor meerdere

maanden de premie Vervangingsfonds en Participatiefonds worden betaald. Op 31 december 2017

hoefde maar voor één maand premie te worden afgedragen.

Het crediteurensaldo is op 31 december 2017 € 10.000 lager dan op 31 december 2016. De facturen

waren op tijd ontvangen, waardoor ze nog in 2017 konden worden betaald. De overige schulden zijn

€ 7.000 hoger dan op 31 december 2016. Dit betreft diverse afrekeningen die pas in 2018 zijn

ontvangen.

In totaal is de omvang van de kortlopende schulden € 17.835 lager dan op 31 december 2016.

De begroting van 2017 liet een positief resultaat zien van € 34.813. Uiteindelijk resulteert een positief

resultaat in boekjaar 2017 van € 316.336: een verschil van € 281.523 met de begroting. Het positief

resultaat over het boekjaar 2016 bedroeg € 296.318.

Analyse resultaat

Het verschil tussen het begrote resultaat en het gerealiseerde resultaat wordt met name veroorzaakt

door € 364.000 hogere baten, waarvan € 242.000 hogere rijksbijdragen. Van deze hogere baten is

slechts € 78.000 ingezet. Een deel van de extra middelen werd te laat in het jaar ontvangen om deze nog

beleidsrijk in te zetten. Dat zal de komende jaren alsnog worden gedaan zoals blijkt uit de

meerjarenbegroting.

Het resultaat is redelijk vergelijkbaar met het resultaat in 2016. De baten waren in 2017 € 72.000 hoger,

de lasten € 67.000. In de volgende paragraaf wordt verder ingegaan op de verschillen tussen de

realisatie en begroting 2017 en de realisatie 2017 en 2016.

Versie: 0.1 25

Jaarrekening 2017


Realisatie

2017

Begroting

2017

Verschil Realisatie

2016

Verschil

Baten

Rijksbijdragen OCenW 4.924.353 4.682.701 241.652 4.859.098 65.255

Overige overheidsbijdragen 36.672 37.400 -728 135.812 -99.140

Overige baten 235.166 112.500 122.666 129.014 106.152

Totaal baten 5.196.191 4.832.601 363.590 5.123.924 72.267

Lasten

Personele lasten 3.917.623 3.910.815 6.808 3.699.344 218.279

Afschrijvingen 108.084 112.056 -3.972 106.411 1.673

Huisvestingslasten 426.487 374.910 51.577 608.411 -181.924

Overige lasten 448.015 428.820 19.195 423.758 24.257

Totaal lasten 4.900.209 4.826.601 73.608 4.837.924 62.285

Saldo baten en lasten 295.982 6.000 289.982 286.000 9.982

Financiële baten en lasten

Financiële baten 27.696 36.813 -9.117 38.777 -11.081

Financiële lasten 7.342 8.000 -658 28.459 -21.117

Totaal financiële baten en lasten 20.354 28.813 -8.459 10.318 10.036

Totaal resultaat 316.336 34.813 281.523 296.318 20.018

Toelichting op de staat van baten en lasten:

- rijksbijdragen OCenW

De rijksbijdragen OCenW bestaan uit de reguliere rijksbijdragen, de overige subsidies OCenW en de

vergoeding van het samenwerkingsverband.

Deze subsidies waren allemaal hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de hogere

normbedragen. De begroting voor 2017 was opgesteld op basis van de normbedragen van november

2016. Deze normbedragen zijn na deze tijd enkele malen verhoogd. Dit zorgde onder andere in

oktober voor een nabetaling van € 81.000 over 2016-2017. Er wordt ieder jaar wel een nabetaling

ontvangen. Deze is meestal bedoeld ter dekking van hogere salarislasten die ook nog niet bekend

waren ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting. Daarom wordt in de begroting geen

rekening gehouden met een eventuele nabetaling. De nabetaling over 2016-2017 was hoger dan

gebruikelijk. Naast de hogere normbedragen was er sprake van een hoger leerlingenaantal op

1 oktober 2016 dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. In totaal waren er 9 leerlingen

meer. Door het snelle verloop van de asielzoekersleerlingen was bij het opstellen van de

meerjarenbegroting niet duidelijk hoeveel leerlingen er op 1 oktober 2016 precies waren ingeschreven.

De reguliere subsidie was € 164.000 hoger dan begroot.

De overige subsidies waren € 68.000 hoger dan begroot. Dit werd met name veroorzaakt door de

verhoging van het normbedrag voor de subsidie prestatiebox en de hogere bekostiging voor de

asielzoekersleerlingen. Aangezien dat aantal in de loop van het jaar sterk schommelt, was deze

bekostiging voorzichtig ingeschat. De vergoeding van het samenwerkingsverband was € 9.000 hoger

dan begroot en sloot daarmee redelijk aan op de begroting. In totaal waren de rijksbijdragen € 242.000

hoger dan begroot.

Analyse realisatie 2017 versus realisatie 2016 en realisatie 2017 versus begroting 2017

Onderstaand is de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar 2017 opgenomen. De gerealiseerde

baten en lasten zijn vergeleken met de begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2017 en

gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2016.

Versie: 0.1 26

Jaarrekening 2017


- overige overheidsbijdragen

-overige baten

-personele lasten

In de begroting was alleen rekening gehouden met een gemeentelijke vergoeding voor de gymzalen.

Deze is ontvangen en kwam goed overeen met de begrote vergoeding. De gemeentelijke baten waren

€ 99.000 lager dan in 2016. In dat jaar was een vergoeding ontvangen voor de huisvesting van de

asielzoekersleerlingen. Dat betrof de doorstorting van de vergoeding die de gemeente over 2014 en

2015 had ontvangen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

In de begroting was bij de overige baten rekening gehouden met een vergoeding voor detachering van

personeel naar de vervangingspool van Optimus, met verhuurvergoedingen en met ouderbijdragen.

Deze zijn ontvangen en waren hoger dan begroot, met name de verhuurvergoedingen waren € 44.000

hoger dan begroot. Dit betrof voor € 30.000 een nabetaling over 2016. Naast de begrote vergoedingen

zijn diverse aanvullende vergoedingen ontvangen onder ander leerlinggebonden financiering, een

vergoeding van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen e.d. In totaal waren de overige baten € 123.000

hoger dan begroot.

Ze waren € 106.000 hoger dan begroot. De verhuurbaten waren € 60.000 hoger, met name door de

nabetaling over 2016. De vergoeding van de vervangingspool was € 53.000 hoger doordat meer

personeel was gedetacheerd naar de pool.

In de begroting was uitgegaan van het verlagen van de formatieve inzet met 1,8 fte. De formatieve

inzet op 31 december 2017 was 0,8 fte lager dan op 31 december 2016. De begrote verlaging van de

inzet is daarmee niet volledig gerealiseerd. Er heeft wel een verschuiving plaatsgevonden van het

onderwijzend personeel naar het ondersteunend personeel. De formatieve inzet bij het onderwijzend

personeel was lager dan begroot, met name ten behoeve van de asielzoekersleerlingen en de kosten

van het verlof oudere medewerkers. Bij het ondersteunend personeel heeft een uitbreiding van de

formatieve inzet plaatsgevonden, maar deels pas laat in 2017, waardoor dit in 2017 relatief weinig

salarislasten met zich meebracht. De totale salarislasten, verminderd met de ontvangen uitkeringen

waren € 114.000 lager dan begroot.

De salarislasten, verminderd met de ontvangen uitkeringen, waren ondanks de lagere formatieve inzet

€ 133.000 hoger dan in 2016. Met name de lasten van het ondersteunend personeel waren hoger. De

hogere lasten worden ook veroorzaakt door hogere premies, met name pensioenpremies en door

salarismaatregelen conform de CAO zoals de eenmalige uitkering van € 500 per fte in april 2017.

De reguliere rijksbijdragen waren € 91.000 hoger dan in 2016, ondanks dat in 2017 voor gemiddeld

852 leerlingen bekostiging is ontvangen en in 2016 voor gemiddeld 858. Door de hogere norm-

bedragen en de daarmee samenhangende nabetaling over 2016-2017 waren de reguliere bijdragen

toch hoger. De overige subsidies waren € 3.000 lager. De subsidie prestatiebox was door de hogere

normvergoeding € 38.000 hoger dan in 2016, maar de bekostiging voor de asielzoekersleerlingen was

€ 40.000 lager doordat er minder asielzoekersleerlingen waren. De vergoeding van het

samenwerkingsverband was € 23.000 lager dan in 2016. In 2016 waren aanvullende vergoedingen

ontvangen voor onder andere het project hoogbegaafden en de orthotheek. In totaal waren de

rijksbijdragen € 65.000 hoger dan in 2016, veroorzaakt door de hogere reguliere rijksbijdragen.

De totale personele lasten waren ondanks de lagere salarislasten € 7.000 hoger dan begroot. Dit werd

veroorzaakt door de hogere overige personele lasten, met name de inleen van personeel. In de

begroting was uitgegaan van het benoemen van een deel van de leerkrachten die alleen lesgeven aan

de asielzoekersleerlingen. In de loop van 2017 is besloten de inleenconstructie voort te zetten.

Daarnaast was er sprake van de inleen van een interim-directeur. Hierdoor waren de lasten van de

inleen € 108.000 hoger dan begroot. De nascholingslasten waren € 17.000 hoger dan begroot.

De lasten van de inleen waren € 85.000 hoger dan in 2016. De nascholingslasten waren € 16.000

hoger. In totaal waren de personele lasten € 218.000 hoger dan in 2016.

Versie: 0.1 27

Jaarrekening 2017


- afschrijvingen

-huisvestingslasten

-overige lasten

- financiële baten en lasten

In de begroting was rekening gehouden met € 72.000 aan investeringen. In totaal is ook 72.000

geïnvesteerd. De investeringen hebben later plaatsgevonden dan begroot, waardoor de totale

afschrijvingslasten € 4.000 lager waren dan begroot. De lasten waren vergelijkbaar met de lasten in

2016. Er hebben met name vervangingsinvesteringen plaatsgevonden.

Bij het opstellen van de begroting was de nieuwe toevoeging aan de onderhoudsvoorziening nog niet

bekend. Deze bleek € 42.000 hoger te zijn dan begroot. De schoonmaaklasten waren € 20.000 hoger

dan begroot doordat een deel van het jaar een schoonmaakbedrijf moest worden ingeschakeld

aangezien één van de eigen schoonmakers ziek was. De onderhoudslasten waren € 12.000 lager dan

begroot. Er was minder sprake van klachtenonderhoud. in totaal waren de huisvestingslasten € 52.000

hoger dan begroot.

In vergelijking met 2016 waren de lasten € 182.000 lager. De onderhoudslasten waren € 129.000

lager. In 2016 is groot onderhoud uitgevoerd, onder andere het opknappen van toiletten, wat niet was

opgenomen in het onderhoudsplan. De lasten konden daardoor niet aan de voorziening worden

onttrokken. De schoonmaaklasten waren in 2017 € 41.000 lager dan in 2016. Dit betrof lagere externe

inleen voor de schoonmaak.

De overige lasten bestaan voor het grootste deel uit administratie en beheerlasten en de lasten van

leer- en hulpmiddelen. Deze lasten waren in totaal € 19.000 hoger dan begroot. Met name de

administratielasten waren hoger dan begroot en dan met name lasten van bestuur- en

managementondersteuning. Dit betrof onder andere een project 'duurzame inzetbaarheid' waar

subsidie voor is ontvangen en ondersteuning bij de nieuwbouw van de St. Josefschool.

De lasten waren in totaal € 24.000 hoger dan in 2016. De lasten bestuur- en management-

ondersteuning waren € 43.000 hoger dan in 2016, maar de lasten van de leer- en hulpmiddelen waren

€ 24.000 lager. Met name de lasten van het verbruiksmateriaal waren lager.

De rentebaten waren lager dan begroot en lager dan in 2016 door de lage rentestand en de aflossing

van de obligaties. De omvang van de liquide middelen is in 2017 sterk toegenomen, maar daar wordt

nauwelijks rente over ontvangen. In 2016 was er sprake van een waardedaling van de financiële vaste

activa. Ook in 2017 zijn de financiële vaste activa lager gewaardeerd dan in 2016. Hierdoor was het

resultaat op het financiële deel van de exploitatie in 2017 ondanks de lagere baten, toch hoger dan in

2016.

Investeringen en financieringsbeleid

Het beleid van de stichting is gericht op het zoveel mogelijk met eigen middelen financieren van de

investeringen waarvoor geen investeringssubsidie wordt ontvangen. Het uitgangspunt is dat geen

vreemd vermogen wordt aangetrokken voor het doen van investeringen. De investeringen van 2017 zijn

dan ook met eigen middelen gefinancierd.

De toekomstige omvang van de liquide middelen is te zien in de toekomstbalans in de continuïteits-

paragraaf. Hierbij is rekening gehouden met de geplande investeringen en de onttrekkingen uit de

onderhoudsvoorziening. Uit de meerjarenbalans blijkt dat de omvang van de liquide middelen de

komende jaren meer dan voldoende zal zijn om de lasten, de investeringen en de onttrekkingen uit de

voorzieningen met eigen middelen te betalen. Er is derhalve geen noodzaak voor het aantrekken van

externe financiering.

Versie: 0.1 28

Jaarrekening 2017


Treasuryverslag

In 2016 heeft de stichting een nieuw statuut opgesteld dat voldoet aan de Regeling beleggen, belenen

en derivaten. In 2017 is conform het nieuwe statuut gehandeld. De liquide middelen zijn risicomijdend

weggezet op bankrekeningen van de Rabobank en de ING-bank. De financiële vaste activa bestaan uit

waardevaste beleggingen waarbij de hoofdsom is gegarandeerd.

Het resultaat op de liquide middelen en de financiële vaste activa bedroeg in 2017 0,6%. In 2016 was

een resultaat van 0,3% gerealiseerd. Het lagere resultaat wordt veroorzaakt door de aflossing van de

obligaties, de lage rentestand en de waardevermindering van de obligaties.

Versie: 0.1 29

Jaarrekening 2017


Kengetallen

Realisatie

2016

Realisatie

2017

Begroting

2018

Begroting

2019

Begroting

2020

Aantal leerlingen

op 1 oktober 820 777 735 684 688

Personele bezetting in fte

op 31 december

Bestuur / Management 3,80 3,80 3,80 3,80 3,80

Personeel primair proces 44,76 41,44 40,26 39,07 38,46

Ondersteunend personeel 5,94 8,39 10,34 7,99 8,54

Totale personele bezetting 54,50 53,63 54,40 50,86 50,80

Er is geen sprake van majeure investeringen of van volledige doorcentralisatie van de huisvesting. De

nieuwbouw van de St. Josefschool zal waarschijnlijk kunnen worden gerealiseerd zonder grote eigen

bijdrage van de stichting. Er is derhalve geen aanleiding om de vooruitblik uit te breiden van 3 naar 5 jaar.

CONTINUÏTEITSPARAGRAAF

Toelichting op de kengetallen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen voor de stichting. Hiermee wordt een

beeld gegeven over de continuïteit van de stichting.

Het leerlingenaantal van de stichting heeft enige jaren een dalende trend laten zien. Door het verzorgen

van onderwijs aan de asielzoekersleerlingen is het leerlingenaantal vanaf 2013 weer gestegen. Naar

verwachting zal het aantal asielzoekersleerlingen niet meer toenemen. Hierdoor zal het aantal leerlingen de

komende jaren weer dalen. Het aantal leerlingen op 1 oktober 2017 was 43 lager dan op 1 oktober 2016.

In 2016 was er al sprake van een daling van 54 ten opzichte van 1 oktober 2015

Het lagere leerlingenaantal maakt dat de inkomsten de komende jaren ook zullen dalen. Om de baten en

lasten met elkaar in evenwicht te brengen, zal de formatieve inzet moeten worden teruggebracht. In de

meerjarenbegroting is daar vanuit gegaan. Dit kan waarschijnlijk volledig via natuurlijk verloop

plaatsvinden. Bij pensionering zal geen vacature worden opengesteld. De lagere formatieve inzet zal vooral

bij de leerkrachten worden gerealiseerd. Er is de afgelopen tijd voor gekozen om meer te gaan werken met

een combinatie van een leerkracht en een onderwijsondersteuner i.p.v. twee leerkrachten.

Voor 2018 wordt nog uitgegaan van een hogere formatieve bezetting om zo een deel van het positieve

resultaat van 2017 in te zetten.

Versie: 0.1 30

Jaarrekening 2017


Balans

Activa Realisatie

31-12-2016

Realisatie

31-12-2017

Prognose

31-12-2018

Prognose

31-12-2019

Prognose

31-12-2020

Materiële vaste activa 450.178 413.942 475.302 462.072 407.292

Financiële vaste activa 952.506 378.664 378.664 378.664 272.654

Totaal vaste activa 1.402.684 792.606 853.966 840.736 679.946

Vorderingen 289.963 350.925 350.925 350.925 350.925

Effecten - - - - 106.010

Liquide middelen 2.838.556 3.913.926 3.990.435 3.974.850 3.418.150

Totaal vlottende activa 3.128.519 4.264.851 4.341.360 4.325.775 3.875.085

Totaal activa 4.531.203 5.057.457 5.195.326 5.166.511 4.555.031

Passiva Realisatie

31-12-2016

Realisatie

31-12-2017

Prognose

31-12-2018

Prognose

31-12-2019

Prognose

31-12-2020

Algemene reserve 3.254.302 3.578.138 3.516.413 3.289.480 3.071.064

Bestemmingsreserves 40.463 32.963 25.463 18.793 12.125

Eigen vermogen 3.294.765 3.611.101 3.541.876 3.308.273 3.083.189

Voorzieningen 763.389 991.141 1.198.235 1.403.023 1.016.627

Kortlopende schulden 473.049 455.215 455.215 455.215 455.215

Totaal passiva 4.531.203 5.057.457 5.195.326 5.166.511 4.555.031

Toelichting op de balans

De omvang van de balans zal in 2018 toenemen en zal daarna afnemen. Dit wordt veroorzaakt door de

begrote negatieve resultaten van 2019 en 2020. In 2020 is er daarnaast ook sprake van een hoge

onttrekking uit de onderhoudsvoorziening. Voor 2018 is eveneens een negatief resultaat begroot en is

uitgegaan van hoge investeringen. Door de toevoeging aan de onderhoudsvoorziening zal de omvang van

de balans in dat jaar toch toenemen.

In 2018 zal naar verwachting € 180.000 worden geïnvesteerd in materiële vaste activa. Er zal vooral

worden geïnvesteerd in ICT-middelen en leermiddelen. In 2019 zal € 122.000 worden geïnvesteerd. Voor

2020 is € 69.000 begroot. In 2018 zijn de investeringen hoger dan de afschrijvingslasten. De jaren daarna

zijn ze lager. De waarde van de materiële vaste activa zal hierdoor eerst toenemen en daarna weer

afnemen.

Bij de financiële vaste activa is rekening gehouden met de aflossingsdatum van de obligaties. In 2021 zal

een deel van de financiële vaste activa worden afgelost. Dit bedrag is in 2020 overgeboekt naar de

effecten. Er is geen rekening gehouden met de aankoop van nieuwe obligaties of van verkoop van de

huidige obligaties.

De omvang van de vorderingen is gelijk gehouden aan de omvang op 31 december 2017. De balans is een

momentopname en het is lastig de omvang van de vorderingen op dat ene moment te voorspellen. Dat is

sterk afhankelijk van wanneer de subsidies en andere vergoedingen worden ontvangen.

De omvang van de liquide middelen wordt met name bepaald door het resultaat, het saldo van de

investeringen en afschrijvingen en de mutaties op de voorzieningen. In 2018 zal de omvang van de liquide

middelen toenemen. In 2020 zal de omvang door de onttrekkingen uit de onderhoudsvoorzieningen sterk

dalen. Deze post is als sluitpost berekend.

Versie: 0.1 31

Jaarrekening 2017


Staat van baten en lasten

Realisatie

2016

Realisatie

2017

Prognose

2018

Prognose

2019

Prognose

2020

Baten

Gebaseerd op aantal

leerlingen t-1 en t-2 858 852 802 760 714

Rijksbijdragen OCenW 4.859.098 4.924.353 4.587.533 4.344.570 4.158.754

Overige overheidsbijdragen 135.812 36.672 34.000 34.000 34.000

Overige baten 129.014 235.166 161.000 161.000 161.000

Totaal baten 5.123.924 5.196.191 4.782.533 4.539.570 4.353.754

Lasten

Personeelslasten 3.699.344 3.917.623 3.858.967 3.765.944 3.596.769

Afschrijvingen 106.411 108.084 118.040 135.530 123.980

Huisvestingslasten 608.411 426.487 424.629 424.629 425.629

Overige lasten 423.758 448.015 465.385 453.895 439.285

Totaal lasten 4.837.924 4.900.209 4.867.021 4.779.998 4.585.663

Saldo baten en lasten 286.000 295.982 -84.488 -240.428 -231.909


Financiële baten 38.777 27.696 15.263 6.825 6.825

Financiële lasten 28.459 7.342 - - -

Totaal financiële baten en

lasten 10.318 20.354 15.263 6.825 6.825

Totaal resultaat 296.318 316.336 -69.225 -233.603 -225.084

Onderstaande toelichting op de meerjarenbegroting is een cijfermatige toelichting. Voor de inhoudelijke

toelichting wordt verwezen naar het algemeen deel van het bestuursverslag. De meerjarenbegroting 2018-

2022 is vastgesteld na goedkeuring door het toezichthoudend bestuur.

De begrote negatieve resultaten zijn aan het eigen vermogen onttrokken. Bij de verrekening van het

resultaat is rekening gehouden de onttrekking uit de bestemmingsreserve nulmeting.

In 2017 zijn nieuwe meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. In deze plannen is geen rekening gehouden

met eventuele nieuwbouw voor de St. Josefschool. Er worden geen andere wijzigingen in de

huisvestingssituatie verwacht. De toevoegingen en onttrekkingen in de meerjarenbalans zijn gebaseerd op

de meerjarenonderhoudsplannen. Er is geen rekening gehouden met wijzigingen in de

jubileumvoorziening. Deze mutaties zijn sterk afhankelijk van de mutaties binnen het personeelsbestand.

De omvang van de kortlopende schulden is net zoals de omvang van de vorderingen lastig te voorspellen.

Deze omvang is sterk afhankelijk van het moment waarop de facturen worden ontvangen. De omvang is

gelijk gehouden aan de omvang op 31 december 2017.

Versie: 0.1 32

Jaarrekening 2017


Overige rapportages

Interne risicobeheersings- en controlesysteem

De stichting wil verantwoord financieel beleid voeren, waarmee de financiële middelen worden aangewend

om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs te genereren, zonder dat financiële risico's in de

organisatie ontstaan. Er vallen vijf scholen onder het bestuur. De scholen dragen een deel van het budget af

om de bovenschoolse kosten te betalen. Er vindt geen herallocatie van middelen tussen de scholen plaats.

Het financiële planningsinstrumentarium bestaat uit een meerjarenbegroting en een meerjarenformatieplan.

De meerjarenbegroting betreft vijf kalenderjaren wordt in het najaar opgesteld en in de november- of

decembervergadering vastgesteld door het bestuur. Het bestuursformatieplan wordt in het voorjaar

opgesteld en betreft de komende vier schooljaren. Via deze planningsinstrumenten worden de financiële

risico's in beeld gebracht. Op basis hiervan kan worden besloten of aanpassing van het beleid noodzakelijk

is.

Het controlinstrumentarium bestaat uit financiële tussenrapportages en de jaarrekening van het

administratiekantoor. Op basis van deze rapportages kan worden bepaald of de uitgaven conform planning

zijn en of bijsturing noodzakelijk is.

Het financiële plannings- en controlinstrumentarium maakt onderdeel uit van het interne risicobeheersings-

en controlesysteem. Gezien de omvang van de organisatie is gekozen voor een beheersings- en

controlesysteem van bescheiden omvang.

De personele lasten zijn gebaseerd op de bij de kengetallen opgenomen formatieve inzet. De personele

lasten zullen de komende jaren dalen door de lagere formatieve inzet.

De afschrijvingslasten zijn gebaseerd op de in de administratie aanwezige materiële vaste activa en zijn

verhoogd met de afschrijvingslasten van de geplande investeringen.

De huisvestingslasten zijn begroot op het niveau van 2017.

De overige lasten zijn gebaseerd op de historische lasten. Hierbij is rekening gehouden met de plannen

voor 2018 en verder en de incidentele lasten van 2017. Met name bij de lasten van de leermiddelen en het

verbruiksmateriaal worden hogere lasten verwacht.

Toelichting op de staat van baten en lasten:

Het aantal leerlingen waarvoor rijksbijdrage wordt ontvangen zal de komende jaren lager worden. Hierdoor

zullen minder rijksbijdragen worden ontvangen. De rijksbijdragen zijn gebaseerd op de normbedragen van

november 2017. Tijdens de kabinetsformatie is bekend geworden dat er waarschijnlijk meer middelen voor

het onderwijs zullen komen. Ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting was er nog te veel

onduidelijkheid over het extra bedrag per school en/of leerling dat er in de begroting geen rekening mee is

gehouden, Indien extra middelen worden ontvangen, zal op dat moment worden bepaald hoe ze zullen

worden ingezet.

De begrote gemeentelijke vergoeding betreft de vergoeding voor de gymzalen.

De begrote overige baten bestaan grotendeels uit een vergoeding voor de invallerspool en uit huurbaten.

Er is geen rekening gehouden met aanvullende incidentele vergoedingen. Hier staan meestal lasten

tegenover. Deze zijn ook niet begroot.

Versie: 0.1 33

Jaarrekening 2017


-

-

-

De Wet werk en zekerheid moet er onder andere voor zorgen dat werknemers eerder een vaste baan

krijgen i.p.v. een opvolging van tijdelijke contracten. Voor de school kan dit betekenen dat leerkrachten die

regelmatig invallen een vaste aanstelling moeten krijgen terwijl daar de financiële middelen voor ontbreken.

Hierdoor kan het noodzakelijk worden om met steeds andere invallers te gaan werken, wat de kwaliteit van

het onderwijs niet ten goede zal komen.

De komende jaren mag gezien de leeftijden van het personeel natuurlijk verloop worden verwacht. Dit geldt

voor het volledige onderwijs. Voor de komende jaren wordt schaarste op de arbeidsmarkt verwacht. Het

risico is dat het natuurlijk verloop niet kan worden opgevangen, doordat bijvoorbeeld voor bepaalde

groepen moeilijker goede leerkrachten kunnen worden gevonden. Daarnaast geeft dit het risico dat

leerkrachten makkelijker elders een benoeming kunnen krijgen waardoor er meer verloop is, dat ook moet

worden opgevangen in kwantitatieve en kwalitatieve zin.

Beschrijving van de belangrijkste risico's en onzekerheden

De stichting kent nog geen gestructureerd risicomanagement. Het risicomanagement bestaat uit diverse

onderdelen die nog geen geïntegreerd geheel vormen.

Het interne risicobeheersing- en controle systeem bestaat voor het financiële deel uit de plannings- en

controlinstrumenten zoals hiervoor weergegeven bij het risicobeheersings- en controlesysteem.

Daarnaast is er sprake van regelmatige evaluatie van de beleidsplannen en de realisatie daarvan. De

bezoeken van de onderwijsinspectie spelen hier ook een rol bij.

De basis voor het interne risicobeheersingsysteem is gelegd. Het systeem zal de komende jaren verder

uitgewerkt en geprofessionaliseerd worden.

Als belangrijkste risico's worden gezien:

de ontwikkeling van het leerlingenaantal. Het leerlingenaantal is de afgelopen paar jaar gestegen door de

instoom van asielzoekersleerlingen. Deze instroom is afgevlakt, waardoor de daling van het

leerlingenaantal op de andere scholen zorgt voor een lager leerlingenaantal van de stichting. Dit heeft

invloed op de inkomsten. De daling van het leerlingenaantal kan op langere termijn ook invloed hebben op

de mogelijkheden om de drie kleinere scholen open te houden.

Versie: 0.1 34

Jaarrekening 2017


Kengetallen voor 2017 en 2016

Kengetal 2017 2016

Huisvestingsratio 0,09 0,13 groter dan 0,10

Liquiditeit (current ratio) 9,37 6,61 kleiner dan 0,75

Rentabiliteit (1-jarig) 0,06 0,06 lager dan -0,10

Solvabiliteit 0,91 0,90

Weerstandsvermogen 0,69 0,64

Huisvestingsratio

Kengetal:

31-12-2016

0,13

Hieronder zijn de kengetallen huisvestingsratio, liquiditeit, rentabiliteit, solvabiliteit en het

weerstandsvermogen opgenomen. Deze kengetallen zijn vergeleken met de signaleringswaarde zoals de

onderwijsinspectie hanteert. Met behulp van de signaleringswaarde bepaalt de onderwijsinspectie of er

mogelijk sprake is van een financieel risico.

Het kengetal "huisvestingsratio" geeft de verhouding weer tussen de huisvestingslasten en de totale lasten

(inclusief financiële lasten).

Definitie: Som van de huisvestingslasten en afschrijvingen gebouwen en terreinen gedeeld door som van de

totale lasten (inclusief financiële lasten).

De huisvestingsratio is voor 2017 lager dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met

2016 is de huisvestingsratio gedaald.

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde van groter dan 0,10.

kleiner dan 0,05

Signaleringswaarde

onderwijsinspectie

kleiner dan 0,30

31-12-2017

0,09

KENGETALLEN

0,09 0,13

9,37

6,61

0,06 0,06

0,91 0,90 0,69 0,64

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

6,00

7,00

8,00

9,00

10,00

2017 2016

Jaar

Kengetallen voor 2017 en 2016

Huisvestingsratio Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit (1-jarig) Solvabiliteit 1 Weerstandsvermogen

Versie: 0.1 35

Jaarrekening 2017


Liquiditeit (current ratio)

Kengetal:

\

Rentabiliteit

Kengetal 1-jarig:

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde lager dan -0,10.

0,06

Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten).

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde kleiner dan 0,75.

In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen

verplichtingen.

De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en de totale baten.

De liquiditeit is voor 2017 hoger dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is de

liquiditeitspositie gestegen.

De liquiditeitsratio geeft aan dat 9,37 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden,

bestaande uit kortlopende verplichtingen aan crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva.

9,37

31-12-2016

0,06

6,61

Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, kortlopende effecten,

vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden.

31-12-2017

31-12-2017 31-12-2016

Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden

die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 455.215.

De stichting heeft op 31 december 2017 de beschikking over € 3.913.926 aan liquide middelen en heeft

De liquiditeit geeft aan in hoeverre de organisatie op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.

De rentabiliteit geeft aan hoeveel van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat.

De stichting heeft met de totale baten, te weten € 5.223.887, een resultaat behaald van € 316.336. Dit houdt

in dat 0,06 deel van de baten wordt omgezet in het uiteindelijke resultaat, ofwel van elke euro die wordt

ontvangen, wordt € 0,06 behouden en wordt € 0,94 besteed.

De rentabiliteit is voor 2017 hoger dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is

de rentabiliteitspositie gelijk gebleven.

Versie: 0.1 36

Jaarrekening 2017


Solvabiliteit

Kengetal:


Kengetal:

Weerstandsvermogen

Kengetal:

Kapitalisatiefactor

Kengetal:

De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is; dit om te signaleren of

onderwijsorganisaties misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van

hun taken.

Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering

behorende risico's op te vangen.

Definitie inclusief materiële vaste activa: Het eigen vermogen gedeeld door de totale baten (inclusief

financiële baten).


In deze definitie wordt de rol van het eigen vermogen als risicobuffer voor onvoorziene gebeurtenissen

benadrukt.

Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de

planning & control cyclus blijven altijd restrisico's achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële

effecten moet het bestuur voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.

0,64

De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de

financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de organisatie op langere termijn aan haar

verplichtingen kan voldoen.

Definitie inclusief voorzieningen: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen.

Definitie exclusief voorzieningen: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen.

31-12-2017 31-12-2016

0,91 0,90

Het weerstandsvermogen is voor 2017 groter dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking

met 2016 is het weerstandsvermogen gestegen.

0,71 0,73

0,69

31-12-2017

Deze definitie van de solvabiliteit geeft aan dat 91% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel

reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 9% van het totale vermogen gefinancierd

wordt met vreemd vermogen.

De onderwijsinspectie hanteert geen signaleringswaarde voor de kapitalisatiefactor.

0,97 0,87

31-12-2017 31-12-2016

De solvabiliteit is voor 2017 groter dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is

de solvabiliteitspositie gestegen.

31-12-2016

Versie: 0.1 37

Jaarrekening 2017


JAARREKENING

Versie: 0.1 38

Jaarrekening 2017


Algemeen

Vergelijking met voorgaand jaar

De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten

opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van het volgende:

Schattingen

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig

dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding

schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen.

Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van

deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting

op de betreffende jaarrekeningposten.

Verbonden partijen

De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn conform de Regeling voor de Jaarverslaggeving

Onderwijs (RJO). Op basis van de Regeling voor de Jaarverslaggeving Onderwijs worden Titel 9 Boek 2

BW en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving toegepast (behoudens afwijkingen

aanvullingen in de Regeling voor de Jaarverslaggeving Onderwijs). De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Activa en passiva, met uitzondering van het (groeps)vermogen, worden in het algemeen gewaardeerd

tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke

waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat

van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt

verwezen naar de toelichting.

Voor zover noodzakelijk worden op de vorderingen voorzieningen getroffen voor verwachte oninbaarheid.

Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap,

gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die

overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de

statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe

verwanten zijn verbonden partijen.

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale

marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en

andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.

GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA, PASSIVA EN RESULTAATBEPALING

Versie: 0.1 39

Jaarrekening 2017


Grondslagen Balans

Materiële vaste activa

Onderstaand worden de afschrijvingstermijnen per categorie weergegeven.

Tevens zijn de activeringsgrenzen vermeld.

afschrijvings-

termijn in

maanden

afschrijvings-

percentage per

jaar

activerings-

grens in €

Gebouwen

Permanent 480 2,5 n.v.t

Semi-permanent 240 5,0 n.v.t

Noodlokalen 120 10,0 n.v.t

Kantoormeubilair en Inventaris

Bureaus 240 5,0 500

Stoelen 120 10,0 500

Kasten 360 3,3 500

Huishoudelijke apparatuur

Schoonmaakapparatuur 60 20,0 500

Schoolmeubilair en Inventaris

Docentensets 240 5,0 500

Leerlingensets 240 5,0 500

Schoolborden 360 3,3 500

Garderobe 240 5,0 500

Onderwijskundige apparatuur en machines

Kopieerapparatuur lease n.v.t. n.v.t.

Audio/video installatie 60 20,0 500

Beamer 60 20,0 500

Projectiemiddelen 60 20,0 500

ICT

Servers 60 20,0 500

Digiborden 60 20,0 500

Netwerk 180 6,7 500

Computers 48 25,0 500

Printers 48 25,0 500

Leermiddelen

Methodes 96 12,5 n.v.t.

Spel- en sportmateriaal 96 12,5 500

Gebouwen

Categorie

De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is

sprake in het geval van eigen investeringen of van doordecentralisatie van de huisvesting. Op terreinen

wordt niet afgeschreven.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot

onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag

van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of de

vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang

plaats op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Er wordt rekening gehouden met de

bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.

Versie: 0.1 40

Jaarrekening 2017


Financiële vaste activa

Effecten

Overige vorderingen

Waarborgsommen

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten waarborgsommen en

worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze waarborgsommen

gewaardeerd tegen de gearmortiseerde kostprijs. Omdat de goederen waarvoor borg is betaald

eigendom zijn voor de duur van het gebruik wordt er geen voorziening getroffen voor oninbaarheid.

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten leningen en obligaties die tot

het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd

tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen en obligaties gewaardeerd tegen de

geamortiseerde kostprijs. Transactiekosten worden verwerkt in de eerste waardering. Bijzondere

waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de geamortiseerde kostprijs en direct

verantwoord in de staat van baten en lasten.

Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de

onderfinanciële vaste activa opgenomen effecten die:

- geen onderdeel zijn van de handelsportefeuille; en

- niet tot einde looptijd worden aangehouden;

gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Waardevermeerderingen van deze effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderingsreserve.

Op het moment dat de desbetreffende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de

cumulatieve waardevermeerdering in het eigen vermogen verwerkt in de staat van baten en lasten.

Indien van een individueel effect de reële waarde onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de

waardevermindering verwerkt ten laste van de staat van baten en lasten. Voor rentedragende financiële

activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effectieve-rentemethode.

Effecten die onderdeel zijn van de handelsportefeuille worden gewaardeerd tegen reële waarde.

Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de staat van baten en lasten verwerkt.

Gekochte, rentedragende effecten die tot het einde van de looptijd worden aangehouden worden

gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Transactiekosten die zijn toe te rekenen aan effecten die na de eerste verwerking worden gewaardeerd

tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen via de staat van baten en lasten worden

rechtstreeks in de staat van baten en lasten verwerkt.

Transactiekosten die zijn toe te rekenen aan effecten die na eerste verwerking worden gewaardeerd

tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen via het eigen vermogen worden in de

eerste waardering verwerkt. Bij verkoop van de effecten aan een derde of door opname in de effectieve

rente (in geval van een rentedragend actief) worden de transactiekosten in de staat van baten en lasten

verwerkt.

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten waarborgsommen en worden

initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze waarborgsommen gewaardeerd tegen

de geamortiseerde kostprijs. Omdat de goederen waarvoor borg is betaald eigendom zijn voor de duur

van het gebruik wordt er geen voorziening getroffen voor oninbaarheid.

Versie: 0.1 41

Jaarrekening 2017


Vlottende activa

Vorderingen

Liquide middelen

Eigen vermogen

Voorzieningen

Voorziening jubilea

Voor het contant maken van de waarde van de voorziening wordt gerekend met een rekenrente welke

voor eind 2017 wordt bepaald. De berekening is als volgt:

Rekenrente = Wettelijke rente (bron: DNB) -/- Inflatie (bron: CBS).

Voor 2017 wordt er gerekend met een rekenrente van 0,70%. Waarbij de waarde voor de wettelijke rente

vastgesteld is op 2,00% en de uitgangswaarde voor de inflatie 1,30% is.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de

balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de

beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te

wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar

verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat

deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding

als een actief in de balans opgenomen.

Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel.

Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en

lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening.

De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen

gedurende het dienstverband. Voor de berekening van de contante waarde van de voorziening wordt

gerekend met de rekenrente welke onder het kopje voorzieningen is benoemd. Daarnaast wordt onder

meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het

bestuur is aangebracht.

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie.

Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de

ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn

wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en

worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening

gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de

vordering.

Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden.

Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve en een bestemmingsreserve.

Versie: 0.1 42

Jaarrekening 2017


Voorziening groot onderhoud

Leasing

Operationele leasing

Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en

nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Deze leasecontracten

worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden,

rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van

baten en lasten over de looptijd van het contract.

Kortlopende schulden

De overlopende passiva betreffen de vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden

toegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden

zijn te plaatsen.

Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde.

Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde

het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.

Dit is meestal de nominale waarde.

Grondslagen Staat van Baten en lasten

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met

inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's die

hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmaken

van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Het resultaat van de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan de (bestemde) reserves die door

het bestuur zijn bepaald.

Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de

toekenning betrekking heeft.

Overheidssubsidies

Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de

gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd

exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze

worden ontvangen en de Stichting de condities voor ontvangst kan aantonen.

Personeelsbeloningen

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat

van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

De Stichting heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds

in de jaarrekening verwerkt als verplichtingenbenadering.

Voor uitgaven voor groot onderhoud van gebouwen wordt een voorziening gevormd om deze lasten

gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op

basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de

werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt.

Versie: 0.1 43

Jaarrekening 2017


Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis

premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft

de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen.

De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde

premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een

vermindering van toekomstige betalingen.

Pensioenregeling

Nederlandse pensioenregelingen:

De instelling heeft op de balans geen eigen pensioenvoorziening opgenomen.

De instelling is volgens de cao PO aangesloten bij het ABP. De belangrijkste

kenmerken van deze regelingen zijn:

· pensioengevende salarisgrondslag is middelloon

· er heeft in 2017 geen indexatie plaatsgevonden

· de dekkingsgraad van het ABP was per 31-12-2017 104,40%

· overige kenmerken zijn te vinden op www.abp.nl

Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van

toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en

verzekeringsmaatschappijen betaald door de instelling. De premies worden verantwoord als

personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als

overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen.

Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

Afschrijvingen op materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte

toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet

afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden

de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.


Rentebaten en rentelasten

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet

van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met

de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

Dividenden

Dividenden te ontvangen van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen en effecten,

worden verantwoord zodra de stichting het recht hierop heeft verkregen.

Grondslagen Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode

wordt het resultaat als basis genomen.

Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed.

In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen

aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om

geldstromen te genereren.

Versie: 0.1 44

Jaarrekening 2017


En vergelijkende cijfers 2016. - na verwerking resultaatbestemming -

€ € € €

1 ACTIVA

1.1 Vaste activa

1.1.2 Materiële vaste activa 413.942 450.178

1.1.3 Financiële vaste activa 378.664 952.506

Totaal vaste activa 792.606 1.402.684

1.2 Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen 350.925 289.963

1.2.4 Liquide middelen 3.913.926 2.838.556

Totaal vlottende activa 4.264.851 3.128.519

TOTAAL ACTIVA 5.057.457 4.531.203

2 PASSIVA

2.1 Eigen vermogen 3.611.101 3.294.765

2.2 Voorzieningen 991.141 763.389

2.4 Kortlopende schulden 455.215 473.049

TOTAAL PASSIVA 5.057.457 4.531.203

31-12-2017 31-12-2016

BALANS PER 31 DECEMBER 2017

Versie: 0.1 45

Jaarrekening 2017


En vergelijkende cijfers 2016

€ € € € € €

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen OCW 4.924.353 4.682.701 4.859.098

3.2 Overheidsbijdragen en

-subsidies overige overheden

36.672 37.400 135.812

3.5 Overige baten 235.166 112.500 129.014

Totaal baten 5.196.191 4.832.601 5.123.924

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 3.917.623 3.910.815 3.699.344

4.2 Afschrijvingen 108.084 112.056 106.411

4.3 Huisvestingslasten 426.487 374.910 608.411

4.4 Overige lasten 448.015 428.820 423.758

Totaal lasten 4.900.209 4.826.601 4.837.924

Saldo baten en lasten 295.982 6.000 286.000

6 Financiële baten en lasten

6.1 Financiële baten 27.696 36.813 38.777

6.2 Financiële lasten 7.342 8.000 28.459

Saldo financiële baten en lasten 20.354 28.813 10.318

Resultaat 316.336 34.813 296.318

Resultaat na belasting 316.336 34.813 296.318

Totaal resultaat 316.336 34.813 296.318

STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2017

Een (voorstel) bestemming van het resultaat is opgenomen na de toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van

baten en lasten.

(Voorstel) bestemming van het resultaat

2017 Begroot 2017 2016

Versie: 0.1 46

Jaarrekening 2017


En vergelijkende cijfers 2016

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten 295.982 286.000

Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat:

- Afschrijvingen 108.084 106.411

- Mutaties voorzieningen 227.752 200.053

Totaal van aanpassingen voor aansluiting met het

bedrijfsresultaat 335.836 306.464

Veranderingen in werkkapitaal:

- Vorderingen -60.962 27.682

- Kortlopende schulden -17.835 -48.160

Totaal van aanpassingen in werkkapitaal -78.797 -20.478

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 553.021 571.986

Ontvangen interest 27.696 38.777

Betaalde interest 2.850 10.687

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 573.375 600.076

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -71.848 -149.799

Desinvesteringen in materiële vaste activa - 25

Overige investeringen in financiële vaste activa 573.842 345.504

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 501.994 195.730

Kasstroom uit overige balansmutaties

Overige mutaties - -17.772

Totaal kasstroom uit overige balansmutaties - -17.772

Mutatie liquide middelen 1.075.369 778.034

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:

€ € € €

Stand liquide middelen per 1-1 2.838.557 2.060.522

Mutatie boekjaar liquide middelen 1.075.369 778.034

Stand liquide middelen per 31-12 3.913.926 2.838.556

2017 2016

2017 2016

KASSTROOMOVERZICHT 2017

Versie: 0.1 47

Jaarrekening 2017


1.1.2 Materiële vaste activa 1.1.2.1 1.1.2.3 1.1.2.4

Gebouwen Inventaris en

apparatuur

Overige

materiële

vaste activa

Totaal

materiële

vaste activa

€ € € €

27.942 1.368.312 593.025 1.989.279

11.686 1.084.856 442.559 1.539.101

16.256 283.456 150.466 450.178

- 69.272 2.576 71.848

1.863 75.742 30.478 108.084

1.863- 6.470- 27.903- 36.236-

27.942 1.437.584 595.600 2.061.127

13.549 1.160.598 473.037 1.647.185

14.393 276.986 122.563 413.942

TOELICHTING OP DE TE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS

Stand per 01-01-2017

Verkrijgings- of vervaardigingsprijs

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen


per 01-01-2017

Verloop gedurende 2017

Investeringen

Afschrijvingen

Mutatie gedurende 2017

Stand per 31-12-2017

Verkrijgings- of vervaardigingsprijs

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen


per 31-12-2017

Versie: 0.1 48

Jaarrekening 2017


1.1.3 Financiële vaste activa Boek- Investe- Desinves- Boek-

waarde ringen teringen waarde

1-1-2017 2017 2017 31-12-2017

€ € € €

1.1.3.7 Effecten* 903.306 - 557.342 345.964

1.1.3.8 Overige vorderingen 49.200 - 16.500 32.700

Totaal Financiële vaste activa 952.506 - 573.842 378.664

Effecten*

De effecten zijn gewaardeerd tegen de koerswaarde omdat de geamortiseerde kostprijs hoger is dan

de koerswaarde.

In het jaar 2018 zijn er geen effecten waarvan de looptijd is verstreken.

1.2 Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen

€ € € €

1.2.2.2 OCW 235.972 240.682

1.2.2.3 Gemeenten en Gemeenschappelijke regelingen 71.037 35.088

1.2.2.10 Overige vorderingen 24.513 8.241

Subtotaal vorderingen 331.522 284.011

1.2.2.12 Vooruitbetaalde kosten 19.213 5.952

1.2.2.14 Te ontvangen interest 190 -

Overlopende activa 19.403 5.952

Totaal Vorderingen 350.925 289.963

Alle vorderingen genoemd onder 1.2.2 hebben een looptijd korter dan een jaar .

1.2.4.2 Tegoeden op bankrekeningen

€ € € €

1.2.4.2.1 Tegoeden op bankrekeningen 3.804.144 2.728.825

1.2.4.2.2 Deposito's 109.782 109.731

Totaal tegoeden op bankrekeningen 3.913.926 2.838.556

TOELICHTING OP DE TE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS

31-12-2017 31-12-2016

31-12-2017 31-12-2016

Versie: 0.1 49

Jaarrekening 2017


2

2.1 Eigen vermogen

Stand per

01-01-

2017

Resultaat

2017

Overige

mutaties

Stand per

31-12-

2017

€ € € €

2.1.1 Eigen vermogen

2.1.1.1 Algemene reserve 3.254.302 323.836 - 3.578.138

2.1.1.2 Bestemmingsreserves (publiek) nulmeting 40.463 -7.500 - 32.963

Totaal Eigen vermogen 3.294.765 316.336 - 3.611.101

2.2 Voorzieningen

Stand per

31-12-

2017

Dotatie

2017

Onttrekking

2017

Stand per

31-12-

2017

Bedrag

< 1 jaar

Bedrag 1

t/m 5 jaar

Bedrag

> 5 jaar

€ € € € € € €

2.2.1 Jubileum

voorziening 72.832 11.278 4.675 79.435 1.427 39.163 38.845

2.2.3 Voorzieningen voor

groot onderhoud 690.557 221.909 760 911.706 26.819 884.887 -

Totaal

Voorzieningen 763.389 233.187 5.435 991.141 28.246 924.050 38.845

2.4 Kortlopende schulden

€ € € €

2.4.8 Crediteuren 105.046 114.968

2.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen 159.444 180.523

2.4.10 Schulden terzake van pensioenen 40.594 37.548

2.4.12 Overige kortlopende schulden 34.223 27.638

Subtotaal kortlopende schulden 339.307 360.677

2.4.17 Vakantiegeld 115.908 112.130

2.4.18 Te betalen interest - 242

Overlopende passiva 115.908 112.372

Totaal Kortlopende schulden 455.215 473.049

Passiva

31-12-2017 31-12-2016

Versie: 0.1 50

Jaarrekening 2017


3 Baten

€ € € € € €

3.1.1 Rijksbijdragen

3.1.1.1 Rijksbijdrage OCW 4.472.820 4.308.694 4.381.675

Totaal Rijksbijdrage 4.472.820 4.308.694 4.381.675

3.1.2 Overige subsidies

3.1.2.1 Overige subsidies OCW 367.663 299.507 370.533

Totaal Rijksbijdragen 367.663 299.507 370.533

3.1.4 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage

SWV 83.870 74.500 106.890

Totaal Rijksbijdragen 4.924.353 4.682.701 4.859.098

€ € € € € €

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -

subsidies overige overheden

3.2.2.2 Overige gemeentelijke en

Gemeenschappelijke Regelingen -

bijdragen en -subsidies 36.672 37.400 135.812

Totaal Overige overheidsbijdragen en -

subsidies overige overheden 36.672 37.400 135.812

Totaal overheidsbijdragen en -

subsidies overige overheden 36.672 37.400 135.812

€ € € € € €

3.5.1 Verhuur 68.163 22.500 8.245

3.5.2 Detachering personeel 102.908 87.500 49.274

3.5.10 Bijdragen ouders 4.072 2.500 5.257

3.5.10 Kentalis/Kon. Visio 11.861 - 11.141

3.5.10 COA 3.468 - 13.236

3.5.10 Koko plus 2015 14.140 - -

3.5.10 Han Hogeschool 13.389 - -

3.5.10 Overige 17.165 - 41.861

Totaal overige baten 235.166 112.500 129.014

Overheidsbijdragen en -subsidies

overige overheden

3.2

20173.5 Overige baten Begroot 2017 2016

TOELICHTING OP DE TE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN

2017 Begroot 2017 2016

2017 Begroot 2017 2016

Rijksbijdragen3.1

Versie: 0.1 51

Jaarrekening 2017


4 Lasten

€ € € € € €

4.1.1 Lonen, salarissen, sociale lasten en

pensioenlasten

4.1.1.1 Lonen en salarissen 2.705.326 3.614.715 2.630.139

4.1.1.2 Sociale lasten 362.070 - 365.269

4.1.1.3 Premies Participatiefonds 94.457 - 86.067

4.1.1.4 Premies Vervangingsfonds 41.664 - 78.317

4.1.1.5 Pensioenpremies 362.890 - 307.164

Totaal lonen, salarissen, sociale lasten

en pensioenlasten 3.566.407 3.614.715 3.466.956

4.1.2 Overige personele lasten

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 11.278 4.000 3.993

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 306.460 198.000 221.366

4.1.2.3 Kosten BGZ en Arbo zorg 16.956 18.000 14.424

4.1.2.3 (Na)scholing 61.129 44.500 45.518

4.1.2.3 Schoolbegeleiding - - 2.500

4.1.2.3 Overige personele lasten 21.086 31.600 44.111

Totaal overige personele lasten 416.909 296.100 331.912

4.1.3 Ontvangen uitkeringen personeel

4.1.3.2 Uitkeringen van het Vervangingsfonds

30.589 - 27.929

4.1.3.3 Overige uitkeringen personeel 35.104 - 71.595

Af: Ontvangen uitkeringen personeel 65.693 - 99.524

Totaal personele lasten 3.917.623 3.910.815 3.699.344

Gemiddeld aantal werknemers (personen)

Bestuur / Management 4 4

Personeel primair proces 97 99

Ondersteunend personeel 13 10

Totaal gemiddeld aantal werknemers 114 113

€ € € € € €

4.2.2 Afschrijvingen op materiële vaste activa

108.084 112.056 106.411

Totaal afschrijvingen 108.084 112.056 106.411

Afschrijvingen 2017 Begroot 2017 20164.2

Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt 114 in 2017 (2016: 113). Hieronder is de onderverdeling te vinden van

het gemiddeld aantal werknemers.

2017 2016

4.1 2017 Begroot 2017 2016Personeelslasten

Versie: 0.1 52

Jaarrekening 2017


€ € € € € €

4.3.1 Huur 238 - -

4.3.3 Onderhoudslasten (klein onderhoud) 27.889 40.100 157.084

4.3.4 Energie en water 79.484 86.810 75.162

4.3.5 Schoonmaakkosten 74.576 54.800 115.629

4.3.6 Belastingen en heffingen 12.434 7.700 9.187

4.3.7 Dotatie onderhoudsvoorziening 221.909 180.000 221.881

4.3.8 Overige 9.957 5.500 29.468

Totaal huisvestingslasten 426.487 374.910 608.411

€ € € € € €

4.4.1 Administratie en beheerlasten 196.996 163.360 137.381

4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.296 2.000 1.667

4.4.3 Leer- en hulpmiddelen 139.485 149.500 163.271

4.4.5 Reproductiekosten 43.842 51.600 62.534

4.4.5 Buitenschoolse, bijzondere activiteiten 19.596 18.300 15.743

4.4.5 Contributies 13.621 10.880 9.885

4.4.5 Huishoudelijke kosten 6.409 4.800 6.101

4.4.5 Kosten public relations 6.111 750 -

4.4.5 Overige 17.659 27.630 27.176

Totaal overige lasten 448.015 428.820 423.758

Seperate specificatie kosten instellingsaccountant

€ € € € € €

4.4.1.1.1 Controle van de jaarrekening 8.318 9.000 6.808

8.318 9.000 6.808

Uitsplitsing honoraria naar accountantskantoor

Honoraria met betrekking tot de werkzaamheden

4.3 Huisvestingslasten 2017 Begroot 2017 2016

4.4

Bovenstaande accountantshonoraria zijn verwerkt op basis van het facturenstelsel.

In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria (reeds onderdeel van 4.4.1) ten laste van het

resultaat gebracht:

2017 Begroot 2017 2016

Alle hierboven opgesomde werkzaamheden zijn verricht door hetzelfde accountantskantoor in het huidig en/of vorig

boekjaar.

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de stichting zijn uitgevoerd door

accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht

accountantsorganisaties). De kosten voor de controle zijn inclusief bekostiging en omzetbelasting.

Overige lasten 2017 Begroot 2017 2016

Versie: 0.1 53

Jaarrekening 2017


€ € € € € €

6.1.1 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

27.696 36.813 38.777

Totaal financiële baten 27.696 36.813 38.777

€ € € € € €

6.2.1 Rentelasten en soortgelijke lasten 2.850 8.000 10.687

6.2.2 Waardeverminderingen financiële vaste

activa en effecten 4.492 - 17.772

Totaal financiële lasten 7.342 8.000 28.459

6.1 Financiële baten

Financiële lasten6.2

Begroot 2017 2016

2017 Begroot 2017 2016

2017

Versie: 0.1 54

Jaarrekening 2017


€ € €

2.1.1 Algemene reserve (publiek) 323.836

2.1.2 Bestemmingsreserves (publiek)

2.1.2.10 Reserve nulmeting -7.500

2.1.2 Totaal bestemmingsreserves publiek -7.500

Totaal bestemmingsreserves -7.500

Totaal resultaat 316.336

Resultaat 2017

(VOORSTEL) BESTEMMING VAN HET RESULTAAT

Versie: 0.1 55

Jaarrekening 2017


Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die hier dienen te worden toegelicht.

GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Versie: 0.1 56

Jaarrekening 2017


De verbonden partijen die toegelicht dienen te worden, zijn hieronder opgenomen.

Verbonden partij, minderheidsdeelneming

Code

Juridische Statutaire activi- Deelname

Statutaire naam vorm 2017 zetel teiten percentage

SWV Stromenland Stichting Nijmegen 4 0%

Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige

VERBONDEN PARTIJEN

Versie: 0.1 57

Jaarrekening 2017


Niet van toepassing, er zijn geen subsidies die toegelicht dienen te worden.

VERANTWOORDING SUBSIDIES

Versie: 0.1 58

Jaarrekening 2017


Aantal complexiteitspunten per instellingscriteria: 2017

Gemiddelde totale baten 2

Gemiddeld aantal leerlingen, deelnemers of studenten 1

Gewogen aantal onderwijssoorten of sectoren 1

Totaal aantal complexiteitspunten 4

Bezoldigingsklasse A

Bezoldigingsmaximum 107.000€

De indeling van de rechtspersonen of instellingen over de bezoldigingsklassen gebeurt op basis van drie generieke

instellingscriteria te weten:

(a) de gemiddelde totale baten per kalenderjaar

(b) het gemiddelde aantal leerlingen, deelnemers of studenten, en

(c) het gewogen aantal onderwijssoorten of -sectoren.

Deze instellingscriteria bieden een weergave van de zwaarte van de functie van de topfunctionaris gebaseerd op

functiewaarderingsverhoudingen. Gezamenlijk geven de criteria een indicatie van de complexiteit van de betreffende

bestuursfunctie.

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in

werking getreden. De WNT schrijft voor dat de beloning van topfunctionarissen verantwoord dient te worden in de

jaarrekening, ook als de beloning beneden de norm blijft. Voor overige functionarissen geldt publicatieplicht alleen als de

norm overschreden wordt.

WNT: WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR

Indeling en bezoldigingsklasse

Complexiteitspunten

Afwijkende bezoldiging

Er is geen afwijkende bezoldiging van toepassing voor het verslagjaar 2017.

Voor ieder criterium wordt een schaal gehanteerd. Uit de score op die schaal volgt een aantal complexiteitspunten. Het

totaal van deze complexiteitspunten bepaalt in welke bezoldigingsklasse de rechtspersoon of instelling valt en welk

bezoldigingsmaximum daarmee van toepassing is op de topfunctionaris(sen). Voor de bepaling van de

complexiteitspunten verwijzen wij naar de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren.

Versie: 0.1 59

Jaarrekening 2017


Bestuurder

Aanhef Voorletters Tussenvoegsel Achternaam Functie(s)

Mevrouw A. M. P van den Heuvel -Jochems Voorzitter

De heer A. N. G. Willems Penningmeester

De heer R. J. J. Stevens Lid

De heer R. C. M. Peters Lid

Topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.500 of minder

De volgende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.500 of minder zijn in

de tabel hieronder opgenomen.


Versie: 0.1 60

Jaarrekening 2017


Bestuurder

Dienstbetrekking Ja

Aanhef De heer

Voorletters H. A. M.

Tussenvoegsel

Achternaam Cremers

Functievervulling in 2017

Functie(s) bovenschools directeur

Aanvang functie in verslagjaar 01-01

Afloop functie in verslagjaar 31-12

Taakomvang (fte) 1,000

Gewezen topfunctionaris Nee

Bezoldiging 2017

Beloning plus belastbare onkostenvergoeding 79.567

Beloningen betaalbaar op termijn 11.912

Subtotaal bezoldiging 91.479

Onverschuldigd betaald bedrag bezoldiging -

Gegevens 2016

Aanvang functie vorig verslagjaar 01-01

Afloop functie vorig verslagjaar 31-12

taak omvang vorig verslagjaar (fte) 1,000

Beloning plus belastbare onkostenvergoeding in vorig verslagjaar 75.479

Beloningen betaalbaar op termijn in vorig verslagjaar 9.930

Totale bezoldiging in vorig verslagjaar 85.409


Leidinggevend topfunctionaris zonder dienstbetrekking maand 1 - 12 van de functievervulling

Leidinggevend topfunctionaris met dienstbetrekking of zonder dienstbetrekking vanaf 13e maand van de

functievervulling en gewezen topfunctionaris

De volgende leidinggevend topfunctionarissen met dienstbetrekking of zonder dienstbetrekking vanaf 13e maand

van de functievervulling en gewezen topfunctionarissen zijn in de tabel hieronder opgenomen.

Niet van toepassing, er zijn geen leidinggevend topfunctionarissen zonder dienstbetrekking maand 1- 12 van de

functievervulling.

Versie: 0.1 61

Jaarrekening 2017


Er zijn geen niet uit balans blijkende rechten en verplichtingen die hier moeten worden toegelicht.

NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Versie: 0.1 62

Jaarrekening 2017


Vierlingsbeek, ……………………………………………………

Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek

Bestuur,


Statutaire adres: Theobaldusweg 54

Statutaire vestigingsplaats: Overloon

ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS

Versie: 0.1 63

Jaarrekening 2017


OVERIGE GEGEVENS

Versie: 0.1 64

Jaarrekening 2017


Naam:

Adres:

Telefoon:

Internetsite:

Bestuursnummer:

Contactpersoon:

Telefoon: 0485-573518

E-mailadres:

BRIN-nummers: 03RN Sint Josefschool

06XM Sint Antoniusschool

08MQ Sint Jozefschool

09LQ Laurentiushof

10GQ Sint Annaschool

de heer H. Cremers

[email protected]

GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON

0478 6416 14

Theobaldusweg 54, 5825 BL Overloon


43305

http://www.skov-onderwijs.nl/

Versie: 0.1 65

Jaarrekening 2017


Pagina voor de controleverklaring

(beslaat meerdere pagina's)

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Versie: 0.1 66

Jaarrekening 2017




Versie: 0.1 67

Jaarrekening 2017




Versie: 0.1 68

Jaarverslag 2017...Limburg, in het ‘Regionaal Platform Land van Cuijk’. Het besturenoverleg...

Documents

Transcript of Jaarverslag 2017...Limburg, in het ‘Regionaal Platform Land van Cuijk’. Het besturenoverleg...