Jaarverslag 2015 ROC Ter AA

JAARVERSLAG2015

ROC TER AAPOSTBUS 490

5700 AL HELMOND

WWW.ROC-TERAA.NL

Jaarverslag 2015

ROC Ter AA

Een geïntegreerd jaardocument bestaande uit het Bestuursverslag, de Jaarrekening en de overige gegevens

Keizerin Marialaan 2 (hoofdlocatie)

5702 NR Helmond Telefoon: 0492 507900 e-mailadres: [email protected]

website: www.roc-teraa.nl

vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring Raad van Toezicht Helmond, 26 mei 2016

mailto:[email protected]

http://www.roc-teraa.nl/

ROC Ter AA Jaarverslag 2015 2


Voorwoord In het jaar 2015 sloten we de periode van Koersboek IV 2012-2015 succesvol af. We hebben onze doelen grotendeels bereikt. De interne samenwerking waarin we de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd, heeft ons de kwaliteit gebracht die we nu met elkaar waarmaken. De

onderwijskwaliteit, inclusief de examinering, is sterk verbeterd en dat heeft ook de Inspectie van het Onderwijs in 2015 geconstateerd. De instroom van studenten uit het voortgezet onderwijs is redelijk stabiel gebleven. Het opleiden van medewerkers in bedrijven en instellingen mag echter nog versterkt worden. Het succes is niet onopgemerkt gebleven. In de Keuzegids MBO zijn we met drie plaatsen gestegen naar de 10e plek. De opleidingen in de branches Bouw, Schilderen én Infra staan

zelfs op een eerste plaats en mogen het zegel ’ TOPOPLEIDING 2016 ‘ voeren.

Ook het succes van onze studenten was op verschillende manieren zichtbaar, zoals bij de Skills-vakwedstrijden. In maart 2016 haalden zeven studenten een prijs in de landelijke finale en gaan twee studenten nu verder naar de Euro Skills. In de voorbereiding van de nieuwe kwalificatiestructuur per augustus 2016 wordt intensief samengewerkt met het bedrijfsleven en het voortgezet- en hoger onderwijs. In overleg met

het bedrijfsleven is onder meer besloten de bol/bbl-leerweg aan te vragen voor de studenten Bouwkunde niveau 4 en zijn de keuzedelen Automotive en Vakmanschap Techniek ontwikkeld. Het bedrijfsleven in de techniek & technologie branche in de regio Brainport vraagt van het mbo een flexibele structuur waarin snel ingespeeld kan worden op innovaties en vraagt bovendien een forse toename van hoog geschoold technisch personeel. ROC Ter AA en Summa College onderzochten in 2015 de mogelijkheid om deze vraagstukken

in samenwerking op te pakken. Dit heeft in maart 2016 geleid tot een intentieverklaring waarin beide scholen de ambitie uitspreken de opleidingen van het cluster Techniek &

Technologie samen te ontwikkelen en de uitvoering op termijn onder te willen brengen in een zogenaamd mbo-samenwerkingscollege. Vanuit de perspectieven van het besturingsmodel Balanced Score Card wordt ROC Ter AA in dit verslag toegelicht. We zoomen in op het innovatie- en cultuurperspectief, het interne

perspectief, het klantperspectief en het financieel perspectief. Onze doelstellingen om competente studenten op te leiden tot volwaardige leden van de maatschappij en in onze regio een ondernemend ROC van belang te zijn, maken het noodzakelijk een ROC met een gezonde bedrijfsvoering te zijn. Hoe we deze doelen nastreven en op welke wijze we de voorwaarden daarvoor hebben afgestemd, is te lezen in de hoofdstukken 3 tot en met 6. We kijken tevreden terug op het jaar 2015. Mijn dank gaat uit naar alle studenten, ouders,

bedrijven, gemeenten en instellingen die vertrouwen in ons stelden én aan onze medewerkers zonder wie dit resultaat niet behaald had kunnen worden.

In het najaar 2015 heb ik de Raad van Toezicht gevraagd voor mij een opvolger te gaan zoeken. Na meer dan 15 jaar leiding te hebben gegeven aan ROC Ter AA vond ik de afsluiting van de periode Koersboek IV een geschikt moment voor overdracht. Op 1 mei 2016 zal de heer Igor van Hooff mij gaan opvolgen.

Ik dank u allen, dat ik samen met u heb mogen werken én genieten van de vele talenten die tot bloei zijn gekomen.

April 2016 Antoinette J.H. Knoet-Michels Voorzitter College van Bestuur


Inhoud

Voorwoord 3

ROC Ter AA: Feiten en cijfers in 2015 6

Jaaroverzicht 2015 7

1. Strategie en organisatiestructuur ROC Ter AA 8 1.1 Missie 8 1.2 Profiel van de instelling 8

1.2.1 Even voorstellen: ROC Ter AA 8 1.2.2 Kernwaarden 8 1.2.3 Organisatiestructuur in 2015 10 1.2.4 Samenstelling managementteam 2015 10 1.2.5 Onze studenten 11

1.3 Bestuur en Toezicht 11 1.3.1 College van Bestuur 11 1.3.2 Raad van Toezicht 14

1.4 Medezeggenschap 16 1.4.1 Ondernemingsraad 16 1.4.2 Studentenraad 17

1.4.3 Lunchgesprekken met studenten 18

Hoofdstuk 2. De gerealiseerde doelstellingen in 2015 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Welke doelstellingen hebben we in 2015 gerealiseerd? 19 2.3 Toelichting op de ambities voor 2015 en de resultaten: 20

2.3.1 Innovatieperspectief: een ROC in beweging 20 2.3.2 Intern perspectief: een competent ROC 20 2.3.3 Klantperspectief: studenten en andere stakeholders over ROC Ter AA 21 2.3.4 Financieel perspectief: een gezonde bedrijfsvoering 22

3. Een ROC in beweging 23 3.1 Inleiding 23 3.2 Professionalisering (KPI 1) 23

3.3 Leiderschap (KPI 2) 23 3.4 Kostenbewustzijn (KPI 3) 24 3.5 Innovaties in het onderwijs(proces) 24

3.5.1 Staat van de Instelling (SvI) 24 3.5.2 Onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) 24 3.5.3 Specifiek onderzoek 24 3.5.4 Instellingsaudit 25 3.5.5 Verslag van de Instellingsexamencommissie 2015 (IEC) 25

3.6 Klachten 27 3.6.1 Meldingen bij de vertrouwenspersonen 27

4. Een competent ROC 29 4.1 Inleiding 29

4.2 Medewerkertevredenheid (KPI 4) 29 4.3 Ziekteverzuim (KPI 4) 29 4.4 Overige personele kengetallen 30

4.4.1 Mobiliteit 30 4.4.2 Medewerkers in dienst 31

4.5 Overhead versus onderwijs (kosten) (KPI 6) 31 4.6 Huisvesting 32

4.6.1 Huisvestingsbeleid (KPI 5) 32 4.6.2 Waardering van gebouwen 32 4.6.3 Veiligheid 33

5. Studenten en andere stakeholders over ROC Ter AA 35

5.1 Inleiding 35 5.2 Competente studenten 35

5.2.1 Breed aanbod van onderwijsactiviteiten 35 5.2.2 Toelatingsbeleid 35 5.2.3 Onderwijsvernieuwing 36 5.2.4 Begeleiding van studenten 37 5.2.5 Versterking van de zorg en ondersteuning 37 5.2.6 Voorkomen van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) 39 5.2.7 Studenttevredenheid (KPI 7) 39


5.3 Een ondernemend ROC 40 5.3.1 Bedrijventevredenheid (KPI 8) 40 5.3.2 Dialoog en bestuurlijke samenwerking in de regio 40 5.3.3 ROC Ter AA: ketenpartner in arbeidsmarktontwikkelingen 43 5.3.5 Volwasseneneducatie 43 5.3.6 Internationale oriëntatie van studenten en docenten 2015 44

6. Een gezonde bedrijfsvoering 45 6.1 Inleiding 45 6.2 Financiën 45

6.2.1 Liquiditeit en solvabiliteit (KPI 9) 45 6.2.2 Ratio personele lasten / totale lasten (KPI 10) 46 6.2.3 Rendement (KPI 11) 46 6.2.4 Stabiele leerlingpopulatie (KPI 12) 48 6.2.5 Treasurymanagement 49 6.2.6 Inkoop 49

6.3 Notitie Helderheid 50 6.4 Continuïteitsparagraaf 53

6.4.1 Balans, staat van baten en lasten en kengetallen 54

6.4.2 Financieringsstructuur (en te verwachten omvangrijke investeringen) 57 6.4.3 Huisvestingsbeleid 57 6.4.4 Aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem 57 6.4.5 Risico’s en onzekerheden 58 6.4.6 Rapportage toezichthoudend orgaan 58

7. Jaarrekening 2015 59 7.1 Toelichting geconsolideerd resultaat 2015 en begroting 2016 59 7.2 Grondslagen voor de waardering, resultaatbepaling en consolidatie 61 7.3 Geconsolideerde cijfers 63

7.3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 63 7.3.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 63 7.3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 64

7.3.4 Geconsolideerde financiële kengetallen 64 7.3.5 Toelichting op de geconsolideerde balans 65 7.3.6 Niet uit de balans blijkende regelingen 69 7.3.7 Overzicht verbonden partijen 70 7.3.8 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten 72

7.4 Enkelvoudige cijfers 76 7.4.1 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 76 7.4.2 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2015 76 7.4.3 Toelichting op enkelvoudige balans ROC Ter AA 77 7.4.4 Toelichting op enkelvoudige staat van baten en lasten ROC Ter AA 78

7.5 Overige gegevens 1: Stichting Beheer Onderwijscentrum Keizerin Marialaan 79

7.5.1 Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 79 7.5.2 Baten en lasten over 2015 79

7.6 Overige gegevens 2: MBO Automotive Center BV 80 7.6.1 Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 80 7.6.2 Baten en lasten over 2015 80 7.6.3 Kasstroomoverzicht over 2015 81

7.7 Overige gegevens 3: 82 7.7.1 Controle verklaring van de onafhankelijke accountant 82 7.7.2 Statutaire bepaling inzake resultaatbestemming 84 7.7.3 (Voorstel) Resultaatbestemming 84 7.7.4 Gebeurtenissen na balansdatum 84 7.7.5 Goedkeuring Raad van Toezicht ROC Ter AA 84

8. Resultatenoverzicht 2015 85 8.1 Onze studenten 85 8.2 Resultaten en financiële overzichten Educatie 85 8.3 De indicatoren van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) 87 8.4 Programma School ex 87 8.5 Personele kengetallen 88

Bijlagen 89 Bijlage 1: Verslag uit de onderwijsafdelingen 89 Bijlage 2: Afkortingenlijst 101


ROC Ter AA: Feiten en cijfers in 2015

Een overzicht van de belangrijkste kengetallen in 2015


Jaaroverzicht 2015 Welke belangrijke gebeurtenissen hebben het afgelopen jaar bij ROC Ter AA plaatsgevonden?


1. Strategie en organisatiestructuur ROC Ter AA

1.1 Missie Onze missie laat zien wie we zijn, wat onze bestaansreden is en waar we voor staan. In onze missie zetten we de koers uit. Door onze kernwaarden voelen we ons met elkaar verbonden en herkennen we elkaar in wat ons drijft. Dat alles nemen we mee om onze strategische doelen voor de komende periode te bereiken. ROC Ter AA realiseert mbo-onderwijs. Wij begeleiden studenten, zowel jongeren als volwassenen, naar hun toekomst, door met passie die toekomst samen vorm te geven. En

door samen het succes te vinden in vakmanschap en werk, in deelname aan de maatschappij en in blijvend leren. We onderscheiden ons door onze persoonlijke manier van werken en onze gerichtheid op kwaliteit. Samenwerking is daarbij de sleutel tot succes.

1.2 Profiel van de instelling

1.2.1 Even voorstellen: ROC Ter AA

Voor ROC Ter AA is het oordeel van de vele opdrachtgevers (studenten, toeleverende en afnemende scholen, bedrijven, instellingen, overheid en samenwerkingsverbanden) over ons werk, de grondslag voor de continue verbetering van ons onderwijs. Vanuit de periodieke in- en externe (onderwijs)audits en de MBO-benchmarks zijn uitkomsten beschikbaar. E-mailadres en website

1.2.2 Kernwaarden Onze kernwaarden zijn de diepste waarden en overtuigingen die ons met elkaar verbinden, waarin we elkaar herkennen en die ons vooruit drijven. Persoonlijk We kennen elkaar en voelen ons verantwoordelijk voor elkaar. Dat maakt ons handelen, de relaties die we aangaan en de manier waarop we samen het onderwijs realiseren heel

persoonlijk. We zijn betrokken, hebben aandacht en respect voor elkaar. Studenten kunnen rekenen op actieve, persoonlijke begeleiding, vanaf de intake tot het einde van hun opleiding. De band met ROC Ter AA blijft ook nadien bestaan. Docenten, studenten, hun ouders of verzorgers, cursisten, medewerkers, bedrijven, instellingen en gemeenten waarmee we samenwerken zijn mede-eigenaar van de leerprocessen bij ROC Ter AA. In alles wat we doen, doen we recht aan verschillen in behoeften, persoonlijke wensen en alle belangen die meespelen.

Kwaliteit Kwaliteit leveren is een voorwaarde voor succes. De kernwaarde ‘kwaliteit’ drukt uit dat ons gedrag zich richt op het behalen van maximaal succes voor onze studenten: binnen de onderwijssituatie, op de arbeidsmarkt, binnen een vervolgstudie en in hun verdere loopbaan. De kwaliteit wordt bepaald door de bijdrage van elke medewerker en de mate waarin we met

elkaar samenwerken. Door het leveren van kwaliteit, in al zijn facetten, leggen we een

fundament onder onze ambitie de beste keuze te zijn voor studenten en bedrijven in de regio. Passie in vakmanschap Bij ROC Ter AA voelen we de gedrevenheid om vanuit onze passies te leren en te werken: de drang om te groeien en succes te hebben met het vakmanschap dat we ons eigen maken. We brengen goedopgeleide mensen op de arbeidsmarkt met wie bedrijven zich kunnen

ontwikkelen en hun positie versterken. Permanent leren (‘leven-lang-leren’) zit in onze genen.


De beloftes van ROC Ter AA: ‘We leiden op voor een beroep’. Onze opleidingen binnen de mbo-colleges, Vavo en Presta Opleidingen zijn herkenbaar,

duidelijk gestructureerd en beroepsgericht. We leiden op voor de ‘skills van morgen’ binnen de context van de beroepen van vandaag. Alle opleidingen bieden goede kansen op werk in de arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant (Brainport) en/of doorstroom naar hoger onderwijs. ‘We bieden diploma’s van waarde’. Bij onze colleges is sprake van zorgvuldige, onafhankelijke examens die aansluiten bij het

onderwijs. Wij zorgen voor een onafhankelijke, professionele afname van die examens en garanderen de waarde van het diploma.

‘Onze medewerkers kennen de student en de cursist’. Vanaf de intake tot het behalen van een diploma begeleiden wij onze student in zijn

studieloopbaan. Steeds is er sprake van maatwerk in de begeleiding, passend bij de mate van zelfstandigheid en groei in de ontwikkeling van de student. Ook medewerkers van bedrijven die een studie of cursus volgen, kunnen bij ons op persoonlijke begeleiding rekenen. ‘Onze onderwijsgevenden kennen de arbeidsmarkt en de praktijk’. Praktijk en theorie zijn bij ons onlosmakelijk met elkaar verbonden. Stages vormen één geheel

met de theorie op school. Voor onze student en zijn/haar leerbedrijf is bij de start van een stage duidelijk welke leerdoelen we willen bereiken. Opleidingen en programma’s voor medewerkers van bedrijven ontwikkelen we samen met die bedrijven.

‘Je weet bij ons waar je aan toe bent’. Wij zijn een overzichtelijke, toegankelijke en transparante organisatie.

ROC Ter AA heeft de bedrijfsprocessen zodanig afgestemd dat er een overzichtelijke en veilige onderwijswerkomgeving is. De met elkaar gemaakte afspraken zijn helder en duidelijk.


1.2.3 Organisatiestructuur in 2015

1.2.4 Samenstelling managementteam 2015

Mw. A. Knoet-Michels, voorzitter College van Bestuur Voorzitter van het managementteam Mw. W. Piek, directeur mbo-colleges Business College, Dienstverlening College, Onderwijs & Kinderopvang College, Zorg & Welzijn College Waarneming Techniek & Technologie College vanaf 7 juli 2015

Dhr. Th. Schippers, directeur mbo-colleges (tot 7 juli 2015) Bouw & Design College, ICT College, Techniek & Technologie College

Dhr. P. Sijbers, directeur Servicecentrum Organisatie & Bedrijfsvoering Waarneming Bouw & Design College vanaf 7 juli 2015

Mw. V. van Seggelen, concerncontroller

Dhr. F. van de Wiel, directeur Expertisecentrum Onderwijs en Presta Opleidingen Waarneming ICT College vanaf 7 juli 2015


1.2.5 Onze studenten1 Tabel 1a. Aantal studenten beroepsonderwijs per 1 oktober 2015

Tabel 1b. Aantallen studenten Educatie en VAVO per 1 oktober 2015

1.3 Bestuur en Toezicht 1.3.1 College van Bestuur

Samenstelling College van Bestuur Mevr. A.J.H. Knoet-Michels Voorzitter College van Bestuur [email protected] Nevenfuncties: (onbetaald) Lid Regionaal Arbeidsmarkt Platform RAP

Voorzitter Servicepunt Leren & Werken Helmond/Peel Lid stuurgroepen: VSV Zuidoost-Brabant; Focus & Passie voor Techniek; MAC mbo automotive centrum (MAC BV); Noorderpoort

Directeur Industrieel Praktijkcentrum (IPC) BV Lid Stichting Beheer Keizerin Marialaan

(betaald) Lid Provinciale Staten Noord-Brabant (PvdA)

Lid Raad van Toezicht Aeres Groep te Ede

1 Gebaseerd op peilmoment 31-03-2016

BOL BBL

Bouw & Design College 218 41 259

Techniek & Technologie College 328 170 498

ICT College 323 16 339

totaal onderwijscluster 869 227 1096

Business College 461 44 505

Dienstverlening College 278 76 354

Onderwijs en Kinderopvang College 213 -- 213

Zorg & Welzijn College 362 133 495

totaal onderwijscluster 1314 253 1567

Presta Bedrijfsopleidingen (mbo-opleidingen volwassenen) 427 435 862

onderwijscluster 427 435 862

Entree Opleidingen 57 2 59

onderwijscluster 57 2 59

Totaal aantal studenten beroepsonderwijs 2667 917 3584

BeroepsonderwijsTotaal

2015

Leerweg

- aantal educatie-deelnemers per 1-10-2015 345 477 476

- aantal vavo-deelnemers per 1-10-2015 145 120 178

- aantal deelnemers VVE per 1-10-2015 171 -- --

- aantal deelnemers contractonderwijs per 1-10-2015 29 -- --

Totaal

2015VAVO College + Educatie

Totaal

2013

Totaal

2014

mailto:[email protected]


Verslag van College van Bestuur 2015 In het jaar 2015 sloten we de periode van Koersboek IV 2012-2015 succesvol af. In 2012 schreven we in Koersboek IV het onderstaande.

We zijn in 2015 tevreden als: onze studenten succes hebben, hun doelen bereiken; ons onderwijsrendement goed is, minimaal op het landelijke gemiddeld; de regionale scholen voor voortgezet onderwijs met ons gezamenlijke trajecten uitvoeren; we voor bedrijven, instellingen en gemeenten in onze regio preferent uitvoerder zijn voor

de scholing van hun medewerkers en cliënten, voor de opleidingen die wij in ons portfolio hebben;

we intern de basis op orde hebben, én onze medewerkers trots zijn op hun resultaten en die van hun onderwijscollege of dienst.

Einde 2015 mogen we constateren dat we onze doelen grotendeels hebben bereikt. De interne samenwerking waarin we de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd, heeft ons de

kwaliteit gebracht die we nu met elkaar waarmaken. De onderwijskwaliteit inclusief de examinering is sterk verbeterd en dat heeft ook de Inspectie van het Onderwijs in 2015 geconstateerd. De instroom van studenten uit het voortgezet onderwijs is de laatste jaren redelijk stabiel gebleven. Het opleiden van medewerkers in bedrijven en instellingen in met name onze eigen regio mag echter nog versterkt worden. In het kader van de herziening van de kwalificatiestructuur per augustus 2016 is in diverse

werkgroepen samengewerkt aan de nieuwe curricula. Bij deze ontwikkelingen betrekken de onderwijsteams het bedrijfsleven, het voortgezet- en het hoger onderwijs. In het bijzonder bij de voorbereiding van de invoering van de zogenaamde Keuzedelen is deze samenwerking van belang. Het bedrijfsleven mag vanaf augustus 2016 samen met het ROC immers eigen regio-specifieke onderwijsprogramma’s aanvragen en ontwikkelen. In overleg met het bedrijfsleven

is onder meer besloten de bol/bbl-leerweg aan te vragen voor de studenten Bouwkunde niveau

4 en zijn keuzedelen Automotive en Vakmanschap ontwikkeld voor de opleidingen bij Techniek & Technologie College. Het bedrijfsleven in de techniek & technologie branche in de regio Brainport vraagt van het mbo-onderwijs een flexibele structuur waarin snel ingespeeld kan worden op innovaties en vraagt bovendien een forse toename van techniek geschoold personeel. ROC Ter AA en Summa College onderzochten in 2015 de mogelijkheid om deze vraagstukken in samenwerking op te pakken. Dit heeft geleid tot een intentieverklaring in maart 2016 waarin beide scholen de ambitie uitspreken de opleidingen van het cluster

Techniek & Technologie samen te ontwikkelen en de uitvoering op termijn onder te brengen in een zogenaamd samenwerkingscollege. Het Kwaliteitsplan 2016-2019 kreeg van de minister een ruime voldoende. Het plan beschrijft diverse thema’s waaronder de aanpak van voorkoming van voortijdig schoolverlaten en de monitoring van de Beroepspraktijkvorming. In het excellentieprogramma hebben we onder

andere gekozen voor deelname aan de Skills vakwedstrijden, uitbreiding van het aantal

internationale stages en de doorontwikkeling van mini-ondernemingen naar studentbedrijven.

Het succes is niet onopgemerkt gebleven. De Open Dag, dit jaar voor het eerst op verzoek van het voortgezet onderwijs in het najaar, werd bezocht door 3400 bezoekers. In de Keuzegids MBO zijn we met 3 plaatsen gestegen naar de 10e plek. De opleidingen in de branches bouw,

schilderen én Infra staan we op een eerste plaats en mogen het zegel ’ TOPOPLEIDING 2016 ‘ voeren. De hechte samenwerking met Bouw- en Inframensen Mierlo werpt vruchten af. De samenwerking is versterkt door samen met hen en partner Civilion het project Bouwcampus Mierlo in te richten. Een bijdrage van het Regionaal Investeringsfonds is toegekend. Ook het succes van onze studenten was op verschillenden manieren zichtbaar, bijvoorbeeld bij de deelname aan de Skills vakwedstrijden. Met trots stellen we vast, dat alle regionale wedstrijden, waaraan we in het najaar hebben meegedaan, prijswinnaars hebben opgeleverd.

Deze zeven studenten haalden allen prijzen in maart 2016 in de landelijke finale.

We deelden helaas ook leed met elkaar. Ingrijpend is een zwaar verkeersongeluk in februari waarbij drie van de vier slachtoffers net gediplomeerde studenten zijn van ons ICT-college. We blijken ook op deze momenten de studenten, de familieleden en elkaar te kunnen steunen. Tenslotte mag niet onvermeld, dat de Inspectie van het Onderwijs ons in 2015 een voldoende

heeft gegeven voor de Staat van de Instelling. In november 2015 voerde het Kwaliteitsnetwerk mbo bij ons een audit uit naar de werking van ons kwaliteitszorgsysteem.


We kunnen ook daarover trots zijn met de verkregen ruime voldoende. Onze medewerkers werken volgens de Inspectie en de externe auditoren doelen taakbewust aan de kwaliteit van het onderwijs en de diensten en ze leggen daarover verantwoording af. Het bewijst, dat we in de periode 2012-2015 kwaliteit hebben geleverd en dat we met

vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen zien. Koersboek V 2016-2020: AAnsprekend anders! De minister wil voor alle mbo-instellingen de lat omhoog. Dit sluit goed aan bij onze eigen ambitie om onszelf continu, samen met al onze stakeholders in onze omgeving, te ontwikkelen en om een lerende, professionele organisatie te zijn. Wij kunnen die stap naar nog hogere kwaliteit zetten door vooral te investeren in de kracht

van onze mensen, immers zij bepalen de kwaliteit van ons onderwijs. In het komende tijdvak 2016-2020 ligt het accent dan ook op de verdere ontwikkeling van een professionele cultuur. In november 2015 is het Koersboek V 2016-2020: Aansprekend anders! vastgesteld.

Met kerndocenten, teamleiders, adviseurs, ondernemingsraad en studentenraad is volop gediscussieerd over de toekomst. Wat verwachten we? Hoe maken we ons sterk voor de toekomst? Hoe behouden we de kracht die we de afgelopen jaren hebben laten zien?

In de periode 2016-2020 willen we bovenal een professionele, lerende organisatie bereiken waarin alle medewerkers het beste uit zichzelf halen. Door in teams open met elkaar te spreken over de zwakke en sterkte punten wordt het werk zodanig verdeeld, dat iedereen op sterkte wordt ingezet. Dat werkt goed voor het individu én voor het team.

We hebben in november 2015 opnieuw de medewerkerstevredenheid gemeten. Ruim 85% van de medewerkers heeft meegedaan. De uitslag laat een forse verbetering zien, ruim een half procent hoger dan in 2014: 7,4 punten voor tevredenheid, 7,8 voor betrokkenheid en 7,7 bevlogenheid. Zo'n resultaat halen we alleen doordat we in teams steeds beter in staat zijn eerlijk en open te discussiëren over het werk, daarbij de eigen verantwoordelijkheid nemen en

van de leiding de ruimte en het vertrouwen krijgen dat daarvoor nodig is.

Met de titel van Koersboek V ‘AAnsprekend anders’ geven we aan, dat we verder willen op de ingeslagen weg. We kunnen onze goede onderwijsresultaten 2012-2015 alleen behouden en waar nodig verbeteren als teams de vrijheid krijgen het onderwijsleerproces in te richten en daarover verantwoording af te willen leggen.

In Koersboek V gaat het om drie belangrijke nieuwe innovaties om de gewenste cultuur te

versterken.

Nieuw leiderschap. Bij teamverantwoordelijkheid nemen hoort professionele ruimte om het leerproces in te richten. Op basis van vertrouwen van je leidinggevende. Leiders moeten vooral leren de inhoud los te laten en teams de steun geven die nodig is om hun werk te doen.

Niet inhoudelijk, maar coachend. Heldere kaders stellen waarvan iedereen begrijpt waarom ze zo zijn.

De tweede innovatie is de financiële verantwoordelijkheid laag in de teams. We willen bereiken dat teams ondernemend zijn en de keuze van onderwijsorganisatie en – uitvoering baseren op een afweging tussen de te behalen resultaten en de te maken kosten en/of andere financiële

effecten.

De derde innovatie betreft de aanpak om besluiten met een zo groot mogelijk draagvlak te nemen. Vooral als ze op de scheidslijn tussen onderwijs en bedrijfsvoering liggen. In concordance proberen we grote issues waarin we van elkaar afhankelijk zijn, samen aan te

pakken. In deze aanpak hebben we nog in te leren, maar de eerste resultaten van deze methode om tot besluitvorming te komen waren in 2015 bemoedigend.

Onze missie, kernwaarden en beloftes blijven overeind de komende periode. Ze zijn een goede leidraad gebleken in ons werk. Ook de indeling van de organisatie in kleine overzichtelijke colleges blijft de komende tijd in stand. Onze studenten, ouders en bedrijven waarderen deze

aanpak. Om de samenhang in het werk de komende jaren nog meer te kunnen versterken hebben we in het najaar besloten de diensten te clusteren in vier diensten met voor iedere dienst een teamleider, die samen met de teamleiders in het onderwijs invulling geven aan het middenmanagement. De drie directeuren hebben allen zowel onderwijscolleges als diensten onder hun hoede gekregen. De implementatie van deze nieuwe indeling en aanpak is afgerond in maart 2016.

j.smits

Markering


1.3.2 Raad van Toezicht

Samenstelling Raad van Toezicht

Benoeming als lid of voorzitter van de Raad van Toezicht vindt plaats aan de hand van een daartoe opgesteld profiel voor een periode van 4 jaar. Herbenoeming is, conform BVE-governancecode, slechts eenmaal mogelijk. Tabel 1c. Samenstelling Raad van Toezicht

De heer ir. M.H. Hendrikse: Hoofdfunctie: - CEO NTS-Group Nevenfuncties: - lid algemeen bestuur stichting Brainport

- voorzitter coöperatie Brainport Industries - lid RvC Koninklijke Nederlandse Munt

- lid Topteam HTSM

- lid Raad van Toezicht Stichting Platform Bèta Techniek

De heer drs. A.J.M. Broeren: Hoofdfunctie: - algemeen directeur/bestuurder Scholengroep voor

voortgezet onderwijs Best-Oirschot (VOBO-scholen) Nevenfuncties: - lid Adviesraad Fontys PTH

- lid Ledenadviesraad VO-raad

- lid dagelijks bestuur Regionaal Samenwerkingsverband voor Passend Voortgezet Onderwijs Eindhoven en Kempenland - voorzitter caritasinstelling Catharina in Eindhoven

Mevrouw A.M.H. Buskes: Hoofdfunctie: - directeur/bestuurder Trajekt (welzijnsorganisatie Maastricht en Heuvelland) Nevenfuncties: - lid Raad van Commissarissen Woonstichting Thuis te Eindhoven

- voorzitter van stichting Playing for Success Maastricht

- voorzitter Munchhausen in Maastricht De heer W.T. Pijnenburg: Hoofdfunctie: - algemeen directeur AAE BV, Grauel International BV en Grauel GmbH Nevenfuncties: - voorzitter VICH (Vereniging Industrieel Contact Helmond)

- bestuurslid Brainport Industries College

- bestuurslid Coöperatie Brainport Industries - commissaris TecLab

- jurylid Beste Ondernemers Visie - lid klankbordgroep Dutch Technology Week

Mevrouw drs. H.J. Suurd: Hoofdfunctie: - directeur Novicare

Nevenfuncties: - geen

De heer mr. D. Zoomer: Hoofdfunctie: - directeur Juridische Zaken en directiesecretaris bij DAF Trucks N.V. Nevenfuncties: - bestuurslid DAF Museum

- bestuurslid Vereniging DSB Depositos.nl

Naam Rol RvT Jaar 1e

benoeming

Einde lopende

termijn

Dhr. ir. M.H. Hendrikse voorzitter 2010 2018

Dhr. A.J.M. Broeren lid 2014 2018

Mevr. A.M.H. Buskes lid 2009 2017

Dhr. W.T. Pijnenburg lid 2013 2017

Mevr. drs. H.J. Suurd lid 2013 2017

Dhr. mr. D. Zoomer lid 2013 2017


Verslag Raad van Toezicht 2015 De Raad van Toezicht (RvT) is in 2015 negenmaal bijeen geweest met het College van Bestuur en de concerncontroller. Daarnaast hebben twee werkbezoeken plaatsgevonden. De Raad van Toezicht heeft de statutair opgedragen onderwerpen besproken en heeft zich op

de hoogte gesteld van de belangrijkste ontwikkelingen binnen ROC Ter AA. Het jaarverslag met jaarrekening 2015, de begroting 2016, de financiële Benchmark en de Benchmark MBO (Bouwsteen Studiesucces) waren onderwerpen van bespreking. Bij de bespreking van de jaarrekening was de accountant aanwezig. De voorzitter van de RvT heeft meerdere malen met de Ondernemingsraad overlegd en met de Studentenraad. De voltallige Raad houdt tweemaal per jaar een werkbezoek. In februari

maakte de RvT kennis met het team ETE (Expertiseteam Examinering) en de instellingsexamencommissie (IEC) over proces examineren en in november bezochten de leden het Dienstverlening College. Bij de verkiezing van de uitblinker van het jaar van ROC Ter AA in

mei was mevr. H. Suurd jurylid. De ontwikkelingen in 2015 geven aanleiding voor de Raad van Toezicht om op enkele

belangrijke thema’s terug te blikken. Onderwijsresultaten De RvT kijkt met voldoening naar de onderwijsresultaten die de laatste jaren zijn bereikt. Sinds 2010 leidt de extra verhoogde aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten tot resultaat. In schooljaar 2012-2013 en 2013-2014 was het resultaat zichtbaar in de forse daling van het aantal voortijdige schoolverlaters. In 2014-2015 is het

aantal voortijdige schoolverlaters helaas weer toegenomen met 60 studenten (naar ca. 6%). De RvT heeft kunnen vaststellen dat schooljaar 2015-2016 tot dit moment weer op het lagere niveau ligt van de jaren 2013 en 2014.

Inspectieonderzoek en opvolging In april 2015 heeft de Inspectie van het onderwijs onderzoek verricht naar de Staat van de Instelling. De resultaten zijn besproken met het bestuur. De RvT complimenteert de

organisatie met het resultaat. Zij heeft kunnen constateren dat de geplande verbeteringen zijn gerealiseerd, tot het gewenste effect hebben geleid en het onderwijs op orde is. Medewerkertevredenheid Vanwege het belang dat bestuur en RvT hechten aan dit onderzoek is in november 2015 een nieuwe meting verricht. De RvT heeft naar haar tevredenheid kunnen constateren dat er forse

verbeteringen zijn: de tevredenheidsmeting in 2015 laat een score zien van 7,4 (+ 0,5) tevredenheid, 7,8 (+0,9) betrokkenheid en 7,7 (+0,4) bevlogenheid. De werkdruk wordt door de medewerkers bij ROC Ter AA als hoog ervaren, ook al is er een lichte verbetering: het aantal medewerkers dat de werkdruk hoog of te hoog vindt is 6% lager dan in 2014. De RvT realiseert zich, dat in een relatief kleine organisatie met een ruim

opleidingsaanbod de werkdruk hoog is. Waar mogelijk dient het verbeterd te worden. De nieuwe koers met nog meer nadruk op de professionele cultuur en dus meer invloed op de

eigen werkverdeling in de teams kan daarbij helpen. Leven Lang Leren De RvT steunt het bestuur in het beleid om binnen de instelling ook volop aandacht te blijven geven en inzet te plegen op opleidingen voor volwassenen. Daarbij wordt vaak samengewerkt met andere (commerciële) partijen. ROC Ter AA maakt daarmee voor specifieke doelgroepen, zoals ingeburgerde volwassenen en werkzoekenden, beroepsonderwijs mogelijk.

Governance De RvT van ROC Ter AA hanteert de branchecode ‘Goed bestuur in de BVE-sector’. De MBO Raad heeft een checklist opgesteld voor de raden van toezicht en besturen. De onderwerpen op deze lijst worden minimaal eenmaal per jaar samen met het bestuur beoordeeld op

actualiteit en handelen. We werken op alle onderdelen conform de branchecode.

In 2015 zijn de beloning voor het College van Bestuur en de vergoedingen voor de voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht aangepast. De richtlijnen van WNT-2 en het advies van het Platform van Raden van Toezicht vormden daarvoor de basis. In 2015 is via een openbare aanbesteding een nieuw contract met een accountantsbureau gesloten. Het bureau EY zal de komende jaren de controledienstverlening leveren.


Planning & control De RvT is tevreden over de kwaliteit van de rapportages en (financiële) stuurinformatie. Vanwege omvangrijke wijzigingen in weten regelgeving evenals de invoering van een nieuwe bekostigingssystematiek met herverdeeleffecten ziet de RvT de verbetering van

stuurinformatie als noodzakelijk om snel opvolgende wijzigingen het hoofd te kunnen bieden. De schaalgrootte van onze instelling in relatie tot de overheidsmaatregelen is niet zonder risico’s voor de toekomst van ROC Ter AA. Zo vereist de overheid in een ROC een breed aanbod in tenminste drie sectoren. Dat is ook een vraag vanuit de stakeholders in onze omgeving en daarom onderdeel van onze strategie. De grootse zorgen over de continuïteit zijn er bij het Bouw & Design College, vanwege de grote afname van studentenaantallen in de laatste crisisjaren en het Techniek & Technologie College, vanwege de hoge kosten voor

inventaris en innovatie. Desalniettemin is Bouw & Design erin geslaagd het predicaat beste opleiding te verwerven. Het Bouw- en Designcollege heeft daarnaast een nieuwe impuls door de toekenning van een Regionaal Investeringsfonds in mei 2015.

De afdeling Techniek & Technologie gaat vanaf augustus 2016 nauwer samenwerken met het Summa College. We zullen gezamenlijk werken aan de nieuwe curricula, innovatieve projecten

met het bedrijfsleven en het werven van nieuwe doelgroepen voor de opleidingen techniek. Koersboek V ‘AAnsprekend anders’ In de vergadering van december 2015 is het nieuwe strategische plan 2015-2020 vastgesteld.

Het koersboek V met de titel ‘AAnsprekend anders’ is tot stand gekomen in nauwe

samenwerking van het bestuur met directie, teamleiders, kerndocenten en – functionarissen. Ook de RvT heeft conceptversies van advies voorzien. De RvT steunt van harte de lijn om de organisatie verder te ontwikkelen naar een professionele, lerende cultuur. Op deze wijze wordt de huidige goede kwaliteit van de organisatie minimaal geborgd en waar mogelijk nog verder verbeterd.

Bestuurswisseling.

In het najaar 2015 heeft mevrouw Antoinette Knoet-Michels de Raad van Toezicht gevraagd een opvolger voor haar te gaan zoeken. De afsluiting van de periode Koersboek IV was voor haar een geschikt moment voor overdracht. De Raad van Toezicht is haar zeer erkentelijk voor haar inzet. De Raad heeft de heer Igor van Hooff benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur per 1 mei 2016.

1.4 Medezeggenschap

1.4.1 Ondernemingsraad

Samenstelling ondernemingsraad De ondernemingsraad (OR) is in functie sinds 1 maart 2011. De zittingstermijn is 4 jaar.

De samenstelling (januari 2015 – december 2015) was: Voorzitter: dhr. K. Helsper Secretaris en penningmeester: dhr. B. Luijten Lid: dhr. J. Knoop

Lid: dhr. V. van Loon Lid: dhr T. Van Stiphout Ambtelijk secretaris: mw. M. Gielen De agenda van de OR doorloopt een maandelijkse cyclus die bestaat uit: agendaoverleg tussen Dagelijks Bestuur OR en CvB, vooroverleg OR, overleg OR met CvB en een besluitvormende

(openbare) OR-vergadering. De verslagen worden na vaststelling gepubliceerd op Plaza. De OR participeert in diverse externe gremia: overleg met vakorganisaties, met ondernemingsraden in de regio (via het Platform Zuid), met landelijke ondernemingsraden en

ook intern met de Studentenraad. Tevens vindt ongeveer twee keer per jaar overleg plaats met de bedrijfsarts. De OR volgt scholingsbijeenkomsten op diverse terreinen. Minimaal twee maal per jaar vindt overleg plaats tussen (afgevaardigden van) de OR en de voorzitter van de Raad van Toezicht.


Verslag van de ondernemingsraad Koersboek V De OR heeft met het bestuur enkele malen gesproken en gediscussieerd over de inhoud van het nieuwe Koersboek. Met inachtneming van het gegeven, dat diverse thema’s uit Koersboek

IV op de oude voet worden voortgezet, heeft de OR ingestemd met Koersboek V. Werkverdeling MT en Teamleiders. In de tweede helft van 2015 heeft de OR de wijzigingen in de organisatiestructuur en de daarmee gepaard gaande werkverdeling van het MT en de teamleiders met het bestuur besproken. De OR heeft ingestemd met de voorgestelde wijzigingen en met de daarvoor noodzakelijke nieuwe functiebeschrijvingen.

Managementrapportage De OR ontvangt eenmaal per kwartaal, nadat het bestuur de rapportage met de Raad van

Toezicht heeft besproken, een overzicht van de actuele stand van zaken op het gebied van financiën, aanmeldingen, ziekteverzuim, VSV etc. en bespreekt deze rapportage met het bestuur op hoofdlijnen.

Lunchgesprekken met studenten Op gezette tijden vinden er binnen de onderwijsafdelingen gesprekken plaats tussen management en studenten rondom een centraal thema. De verslagen hiervan geven soms reden tot het stellen van nadere vragen aan het College van Bestuur.

De OR heeft in 2015 instemming verleend:

Koersboek V;

Werkverdeling MT/TL;

Diverse functiebeschrijvingen;

Voorstel collectieve en niet collectieve vakantiedagen 2016;

Vakantieplanning 2015-2016;

Onderwijsvisie;

Klachtenregeling Arbeidsgeschillen;

Kwaliteitsplan 2015-2019;

Promotie en sponsorbeleid;

Aanbod opleidingen 2016-2017;

Addendum werkverdeling- en taakbelastingsbeleid;

Veiligheidsbeleid;

Aanpassing rookbeleid;

Concept Businessplan Bouw- en Infracentrum;

Integriteitscode.

De OR heeft in 2015 advies gegeven op de volgende onderwerpen:

Examenreglement MBO V3.4;

Handboek Klachtenregelingen;

Studentenstatuut.

1.4.2 Studentenraad

Samenstelling studentenraad

De samenstelling (januari t/m juli 2015) was:

Voorzitter dhr. J.P. Westerbeek

Vicevoorzitter mw. J. van den Heuvel

Penningmeester dhr. K. Abdilaahi

Secretaris mw. R. van Teeffelen

Lid dhr. A. Favorite

Lid dhr. J. van den Heuvel


De samenstelling (september 2015 tot heden) is:

Voorzitter dhr. B. van Rijbroek

Vicevoorzitter dhr. J.P. Westerbeek

Secretaris dhr. R. van der Burgt

Penningmeester dhr. T. Otterdijk

Lid mw. A. Klaassen

Verslag van de Studentenraad

De Studentenraad is in 2015 zeven keer bijeen geweest met de volgende

bespreekpunten/acties:

installatie nieuwe Studentenraad;

bespreken verslagen lunchgesprekken met studenten;

vakantieregeling studenten 2015-2016;

begroting 2016;

uitleg over SR tijdens Open Dag ROC Ter AA;

opleidingen 2016 – 2017;

rookbeleid;

sponsorbeleid;

IBZ functiebenaming;

examenreglement;

handboek klachtenreglement;

onderwijsvisie en examinering;

Studentenstatuut;

veiligheidsbeleid;

Koersboek;

aankleding aula;

Job cursussen.

1.4.3 Lunchgesprekken met studenten Vijf keer per jaar vinden er per college of team lunchgesprekken plaats tussen studenten, teamleiders en/of college-directeuren. De thema’s die besproken worden, zijn:

intake en voorlichting; onderwijs en begeleiding; schoolklimaat;

beroepspraktijkvorming (BPV) en examinering.

Studenten die uitgenodigd worden om aan het gesprek deel te nemen, kunnen zich voorbereiden aan de hand van:

vragen met betrekking tot het thema en die vooraf verstrekt worden; onderdelen van de actuele JOB-Monitor die betrekking hebben op het onderwerp; eventueel andere enquêtes die van toepassing zijn op het thema.

Om de inhoud van de gesprekken vast te leggen, wordt een format voor verslaglegging gebruikt (inclusief een afsprakenlijst). De lunchgesprekken worden gezien als informele mogelijkheid tot inspraak voor studenten.


Hoofdstuk 2. De gerealiseerde doelstellingen in 2015

2.1 Inleiding In 2015 is het laatste jaar van deze planperiode. Hiermee sluiten we Koersboek IV en leggen we de basis voor een nieuw strategisch plan Koersboek V. In dit hoofdstuk kijken we terug op

de ambities uit Koersboek IV en gaan we in op de doelstellingen van 2015 en op welke wijze wij deze gerealiseerd hebben.

2.2 Welke doelstellingen hebben we in 2015 gerealiseerd?

Tabel 2a. Overzicht van de ambities en de resultaten

Toelichting: - resultaten in groen wil zeggen: doelstelling gerealiseerd; rood betekent: doelstelling niet gerealiseerd; - deze KPI's* waren in 2013 anders omschreven, maar beide zijn gerealiseerd: - een -- betekent, dat de KPI niet gemeten is;

norm

2015 2015 2014 2013

a. Aandeel OP dat Eduarte,N@tschool,Office beheerst 100% 90% 80% *

b. Aandeel budget besteed aan speerpunten colleges 80% 80% 80% *

c. OP minimaal beheersniveau RE en NE 3F 100% 95% nvt --

KPI 2. Adequaat leiderschap a. Gemiddelde MTO-score op leiderschap 7,0 7,3 7,2 --

b. Geen college/dienst met MTO-score onder de 6,0 0 2 3 --

KPI 3. Kostenbewustzijn Er wordt binnen de begroting gewerkt (aantal

budgetoverschrijdingen per cluster is 0). 0 3 3 --

2015 2014 2013

KPI 4. Medewerkertevredenheid/ a. Tevredenheid medewerkers (score MTO) 7,3 7,4 6,9 6,9

ziekteverzuim b. Ziekteverzuim is maximaal 4,5% 5,52% 4,25% 5,00%

KPI 5. € 500-800 € 617 € 556 € 543

KPI 6. 27,7% 25,6% 30,5%

2015 2014 2013

KPI 7. Studenttevredenheid Gemiddelde rapportcijfer per opleiding (JOB-Monitor) 7,2 7,2 7,0 7,0

KPI 8. Rapportcijfer bedrijventevredenheid 7,5 7,1 7,2 7,0

2015 2014 2013

a. Liquiditeit (bandbreedte) 0,5 - 1,5 1,58 0,89 0,6

b. Solvabiliteit (bandbreedte) 30%-100% 61,5% 58,7% 56,3%

KPI 10. 70%-73% 71,4% 77,7% --

KPI 11. Rendement a. Diplomaresultaat: Entree (minimaal) 52% 71,1% 91,5% 88,5%

b. Diplomaresultaat: MBO 2-3-4 (minimaal) 72% 72,1% 76,8% 75,1%

b. Jaarresultaat: Entree (minimaal) 67% 69,8% 89,4% 82,6%

b. Jaarresultaat: MBO 2-3-4 (minimaal) 72% 71,8% 76,3% 75,8%

c. VSV (maximaal) 5,0% 5,9% 4,1% 5,5%

KPI 12. a. Studentenaantal BOL (minimaal) 2700 2667 2771 2500

b. Studentenaantal BBL (minimaal) 1400 917 1148 1387

realisatie

KPI 1. Professionalisering

Efficiënt gebruik van

middelen voor huisvesting

Huisvestingskosten beroepsonderwijs per gewogen

deelnemer (binnen bandbreedte)

Hfst. 3 Innovatieperspectief Een ROC in beweging

Hfst. 4 Intern perspectief Een competent ROC normrealisatie

Optimale verdeling van

overhead en onderwijs

De verhouding personele kosten overhead t.o.v. totale

personele lasten (maximaal)

30%

Hfst. 5 Klant perspectief Onze studenten en de maatschappij normrealisatie

Tevredenheid werkveld

(BPV-organisaties)

Hfst. 6 Financieel perspectief Een gezonde bedrijfsvoering normrealisatie

KPI 9. Liquiditeit en solvabiliteit

(geconsolideerd)

Ratio personele lasten /

totale baten

De totale personele lasten van de totale baten (binnen

bandbreedte)

Stabiele leerling-populatie

BOL en BBL


2.3 Toelichting op de ambities voor 2015 en de resultaten: 2.3.1 Innovatieperspectief: een ROC in beweging

KPI 1: Professionalisering a. Het minimale beheersingsniveau van het OP personeel ten aanzien van de pakketten Eduarte, N@tschool en Office is niet vooraf gedefinieerd, waardoor het scoren van deze KPI voor een belangrijk deel subjectief is. De functioneel systeembeheerders (N@tschool en Eduarte) en de helpdesk (Office) geven aan, dat zij minder vragen krijgen van OP personeel dan in het verleden. Dit verklaart de 10% hogere score in vergelijking tot 2014.

b. Ten aanzien van het professionaliseringsbudget is de doelstelling dat minimaal 80% besteed wordt aan vooraf bepaalde speerpunten zoals vastgelegd in de teamjaarplannen. Overall gezien is deze doelstelling behaald: circa 89% van de totale professionaliseringsgelden zijn

besteed aan trainingen die in lijn waren met de teamjaarplannen. Op collegeniveau is deze doelstelling bij drie colleges niet behaald. Zij kozen ervoor om een

deel van het budget in te zetten voor een gerichte loopbaanontwikkeling van individuele teamleden. Dit leidt onder meer tot de gewenste bredere inzetbaarheid en interne mobiliteit van medewerkers. c. Om aan te tonen dat het niveau ten aanzien van Nederlands 3F wordt beheerst 3F heeft inmiddels tweederde van de doelgroep toetsen gemaakt. Daardoor is deze KPI nog niet gerealiseerd.

KPI 2: Adequaat leiderschap De KPI op leiderschap is niet volledig gehaald: de gemiddelde score ligt weliswaar boven de instellingsnorm (7,0), maar op collegeniveau zijn twee scores onder de zes. In 2015 is een uitgebreid trainingsprogramma voor de teamleiders gestart met leiderschap als

hoofdthema. Het programma bestaat uit drie componenten: Human Element methode, interne processen en procedures en een academische opleidingsstuk. In de modules rondom de

Human Element Methode zullen de onderwerpen leiderschap en samenwerking centraal staan. In de module interne processen en procedures zullen er met name processen aan bod komen die alle teamleiders aangaan. Bij deze module is het streven om de teamleiders actief te betrekken bij besluitvormingsprocessen, waar voorheen alleen MT-leden bij betrokken waren. In het academisch stuk tenslotte zal er vooral aandacht zijn voor de thema’s organisatiekunde, procesmanagement en verandermanagement.

KPI 3: Kostenbewustzijn Wegens kwalitatieve frictie heeft bij drie van de zeven clusters een budgetoverschrijding (op personele lasten) plaatsgevonden. Twee onderwijsclusters (A en D) zijn er niet geslaagd

binnen de begroting te blijven. Bij de overige clusters heeft één budgetoverschrijding plaatsgevonden. Omdat deze clusters niet binnen de begroting zijn gebleven, is deze KPI niet gerealiseerd.

In hoofdstuk 3 gaan we dieper in op de doelstellingen en de bereikte resultaten. 2.3.2 Intern perspectief: een competent ROC KPI 4: Medewerkertevredenheid/ziekteverzuim

In 2015 is opnieuw een organisatiebreed medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) afgenomen. De resultaten laten zien dat bijna alle colleges en teams meer tevreden zijn dan in 2014. Met 7,4 zijn onze medewerkers ronduit tevreden te noemen. Niet alleen is een forse sprong gemaakt in de overall tevredenheid (0,5 punt omhoog), ook de bevlogenheid en betrokkenheid van onze medewerkers zijn in 2015 sterk verbeterd (resp. 7,7 en 7,8). Het door ROC Ter AA ingezette beleid wordt positief gewaardeerd door onze medewerkers en

biedt houvast om verder uit te bouwen. Uit het onderzoek blijkt óók, dat medewerkers van

ROC Ter AA hun werk graag doen en gemotiveerd zijn om hun werk goed uit te voeren. Ze zijn trots op het werk dat ze doen, ze ervaren voldoende verantwoordelijkheid en werken continu aan verbetering. Ook zijn ze gemotiveerd om een stapje extra te doen. Er zijn ook aandachtspunten uit het MTO naar voren gekomen. Zo blijven medewerkers ontevreden (wel afnemend) over de werkomstandigheden, ervaren zij in beperkte mate

mogelijkheden om door te groeien en vragen zij om meer tijd en aandacht te besteden aan


professionalisering en ontwikkeling. Daarnaast ervaart bijna de helft van de medewerkers de werkdruk als te hoog (wel positieve trend) en blijft de medewerkerstevredenheid bij onderwijscluster A duidelijk achter. Het ziekteverzuim is ten opzichte van 2014 gestegen naar 5,5% (2014: 4,25%). De stijging

van 1,25% is toe te schrijven aan de combinatie van langdurig ziekteverzuim (niet-werkgerelateerd) en een langdurige, hardnekkige griepgolf. KPI 5: Efficiënt gebruik van middelen voor huisvesting De huisvesting is efficiënt geregeld. ROC Ter AA heeft twee gebouwen in eigen bezit (Keizerin Marialaan 2 en Nieuwveld 59) die maximaal worden benut. Daarnaast wordt waar nodig (flexibel) gehuurd. Bij huur wordt zoveel mogelijk voorzien in plaatsing van de opleidingen

dicht bij het beroepenveld zoals het Onderwijs & Kinderopvang College in de Brede School Noorderpoort (Helmond Noord) en de bouwopleidingen op Bouw- en Infracentrum Mierlo. De huisvestingskosten bedroegen per gewogen deelnemer: € 617,-. De doelstelling is gehaald.

KPI 6: Optimale verdeling van overhead en onderwijs Het percentage van de verhouding personele kosten overhead versus de totale kosten van

personeel mag maximaal 30% bedragen. Het percentage van ROC Ter AA bedraagt 28%. In 2015 was sprake van een overschrijding op personele lasten onderwijs en een onderbesteding op personele lasten overhead, hetgeen zich heeft doorvertaald naar deze lage ratio. Overall is deze doelstelling gerealiseerd. Hoofdstuk 4 van dit jaarverslag behandelt het interne perspectief met doelstellingen, zoals medewerkertevredenheid en ziekteverzuim en de bereikte resultaten.

2.3.3 Klantperspectief: studenten en andere stakeholders over ROC Ter AA

KPI 7: Studenttevredenheid In de JOB-Monitor geven onze studenten aan dat ze tevreden zijn over de opleidingen van ROC Ter AA. De waardering steeg van 7,0 naar 7,2. Het meest tevreden zijn studenten over de toetsing en examinering. Daarentegen vinden studenten, dat ze niet altijd even tijdig op de

hoogte worden gesteld van roosterwijzigingen en zijn ze evenmin tevreden over het gebruik van (verplicht aangeschafte) boeken en lesmateriaal.

KPI 8: Tevredenheid werkveld Omdat de BPV Monitor landelijk formeel nog niet van start is gegaan, heeft ROC Ter AA de tevredenheid van het werkveld zelf gemeten. Na afloop van de stageperiode werd de praktijkopleiders gevraagd naar hun ervaringen en tevredenheid over een 13-tal aspecten van de beroepspraktijkvorming zoals die op ROC Ter AA vormgegeven wordt. De overall uitslag was 7,1. Het werkveld is dus tevreden, maar de eigen doelstelling (7,5) wordt niet gehaald.

De scores van de 13 onderliggende thema’s liggen dicht bij elkaar (van 6,7 tot 7,5); geen

enkel thema scoort een onvoldoende. Het meest tevreden (7,5) zijn de praktijkopleiders over het handboek BPV dat hen in staat stelt goed te kunnen begeleiden en te beoordelen. Iets minder (6,7), ruim voldoende, scoort het thema dat studenten hun leerdoelen en leerwensen goed moeten kunnen aangeven. Van de colleges haalt het ICT College (7,8) de doelstelling; de andere colleges zitten onder

norm. Alle colleges scoren voldoende (van 6,3 tot 7,8). Ook in de BOP’s (bedrijf-onderwijsplatform) per college geeft het werkveld aan zeer tevreden te zijn over de aanpak en begeleiding van ROC Ter AA. Tijdens de audit voor het keurmerk ‘Blik op Werk’ blijkt, dat gemeenten zeer tevreden zijn over de volwasseneneducatie en geven ROC Ter AA het rapportcijfer 8,3. Het landelijke rapportcijfer is 7,5. Al met al is het werkveld tevreden over de BPV, maar de eigen ambitie van 7,5 wordt nog niet

gerealiseerd.

In hoofdstuk 5 (Studenten en andere stakeholders) wordt het klantperspectief nader belicht.


2.3.4 Financieel perspectief: een gezonde bedrijfsvoering

KPI 9: Liquiditeit/solvabiliteit De doelstellingen voor liquiditeit zijn: min. 0,5 en max. 1,5 en voor solvabiliteit: min. 30% en max. 100%. De doelstelling voor solvabiliteit is gerealiseerd. De liquiditeit is hoger dan de norm door een betalingsregeling met een grote samenwerkingspartner.

KPI 10: Ratio personele lasten / totale lasten Het streefpercentage van de totale personele lasten versus de totale ROC-baten ligt tussen 70% en 73%. Voor 2015 komt dit percentage op 71,4% en is de KPI gerealiseerd.

KPI 11: Rendement Op instellingsniveau zijn het jaarresultaat 71,8%2 en het diplomaresultaat 72,2% gerealiseerd.

Daarmee ligt het jaarresultaat tegen de norm van 72%. Een aantal colleges laat een verbetering zien ten opzichte van het voorgaande jaar: Business College, Zorg & Welzijn College en Onderwijs & Kinderopvang College. Het beoogde rendement voor de Entree-

opleidingen is behaald, respectievelijk JR (65,9%) en DR (71,4%). Enkele colleges voldoen niet aan de KPI-norm van 72%, zoals het ICT College (JR 65,3% / DR 68,8%) en het Dienstverlening College (JR 65,8% / DR 68,8%). Ook Presta Opleidingen haalt de norm niet (JR 66,4% / DR 65,0%) met de groepen net ingeburgerde en taalzwakke (jong) volwassenen. Voor deze doelgroep is een rendementsdoelstelling van 72% niet haalbaar.

De doelstelling om het aantal voortijdige schoolverlaters (VSV) nog verder te laten dalen, is niet gehaald. Het aantal VSV’ers is ten opzichte van het voorgaande jaar (2013-2014) met 42,1% gestegen en komt uit op 5,9% (landelijke benchmark 5,4%). Dit, terwijl we vorig jaar nog landelijk de grootste daling van het VSV-percentage hadden gerealiseerd. ROC Ter AA telde in 2014-2015 in totaal 157 VSV’ers.

KPI 12: Stabiele leerling-populatie

De doelstellingen om de studentenpopulatie te stabiliseren zijn niet gerealiseerd. Het aantal studenten in de beroepsopleidende leerweg (BOL) bedroeg 2667. Met dit aantal is de doelstelling (2700) nét niet bereikt. Het aantal studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) daalde naar 917, beduidend lager dan de beoogde 1400 studenten. Ook dit jaar geldt, dat er door de economische crisis minder leerwerkbanen beschikbaar zijn. In hoofdstuk 6. ’Een gezonde bedrijfsvoering’ staan we stil bij de doelstellingen uit het

financieel perspectief en worden de resultaten nader toegelicht.

2 Omdat we deze KPI onderverdeeld hebben naar Entree en niveau 2-3-4, maken we gebruik van eigen cijfers (bron: MIP). De cijfers van JR en DR van DUO zijn opgenomen in het Resultatenoverzicht 2015.


3. Een ROC in beweging

3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het innovatieperspectief toegelicht. Aan de orde komt in hoeverre ROC Ter AA in staat is te innoveren en zich continue te verbeteren. Voor 2015 zijn doelstellingen geformuleerd op het gebied van de professionalisering, leiderschap en kostenbewustzijn.

3.2 Professionalisering (KPI 1) Kwaliteit van het leraarschap en professionalisering waren in 2015 belangrijke thema’s binnen ROC Ter AA. Alle colleges (onderwijs) en teams (diensten) hebben weer een eigen budget

gekregen voor hun professionaliseringsactiviteiten. Daarnaast is er in 2015 10 keer gebruik gemaakt van de lerarenbeurs. Een aantal colleges/ teams heeft gekozen voor een gezamenlijk professionaliseringstraject,

zoals trainingen op het gebied van pedagogisch tact en klantgerichtheid. Naast alle zeer diverse professionaliseringstrajecten in de teams hebben in 2015 een aantal centraal georganiseerde professionaliseringstrajecten plaatsgevonden:

op het gebied van examinering hebben 95 collega’s een training assessor beroepskerntaken gevolgd. Iets meer dan de helft (49) van deze trainingen betroffen onderhoudstrainingen. Ook heeft er een ROC brede Studiedag voor alle medewerkers

plaatsgevonden met als onderwerp ’kwaliteitsborging examinering’. Daarnaast is er een studiedag georganiseerd voor de Instellingsexamencommissie (IEC);

op het gebied van Nederlands en rekenen zijn 6 themakringen georganiseerd voor zowel Nederlands als rekenen. Daarnaast zijn diverse verdiepingstrainingen gevolgd op het gebied van Nederlands en rekenen (o.a. dyscalculie en rekenproblemen en signalering rekenzwakke docenten);

ten aanzien van Nederlands 3F heeft inmiddels tweederde van de doelgroep toetsen

gemaakt om aan te tonen dat het niveau wordt beheerst. Hierbij gaat het om de toetsen

’taalverzorging’ en ’lezen’. Het aantonen van Nederlands 3F maakt onderdeel uit van het personeelsgesprek. Medewerkers die de toetsen nog niet gemaakt hebben, kunnen gebruik maken van een zelf-studie-instrument. Ten aanzien van de rekenbeheersing van het onderwijzend personeel zijn nog geen (organisatiebrede) afspraken gemaakt voor een nulmeting;

in 2015 zijn alle OBP medewerkers van de diensten uitgenodigd om deel te nemen aan een

door een ROC Ter AA-docent georganiseerde training Excel. Een betere Excel-beheersing kan leiden tot effectiever werken. De belangstelling voor de training was groot en de eerste terugkoppelingen zijn positief;

in 2015 heeft het MT nog een aantal verdiepingssessies gedaan met betrekking tot de Human Element Methode met name op het gebied van cultuur(implementatie);

om het leiderschap binnen de organisatie te versterken zijn alle teamleiders ’nieuwe stijl‘

aan een professionaliseringstraject begonnen in 2015.

In 2015 heeft de organisatie gewerkt aan de verbetering van de besluitvormingsprocessen met behulp van de methode “concordance”. Daarvoor zijn drie ROC Ter AA medewerkers als

procesbegeleider opgeleid, die in eerste instantie onder begeleiding van een externe trainer, gewerkt hebben aan de verbetering van een viertal voor de organisatie belangrijke processen: gesprekscyclus, leermiddelenlijst, zorgvierkant en intake. Alhoewel nog niet alle verbetertrajecten zijn afgerond, worden deze projecten over het algemeen als succesvol beschouwd. In het kader van continu verbeteren, worden evaluaties van deze trajecten gebruikt om de nieuw op te starten verbetertrajecten nog soepeler te laten verlopen.

3.3 Leiderschap (KPI 2) In 2015 is een uitgebreid trainingsprogramma voor de teamleiders gestart met leiderschap als hoofdthema. Het programma bestaat uit drie componenten: Human Element methode, interne

processen & procedures en een academische opleidingsstuk. In de modules rondom de Human Element Methode staan de onderwerpen leiderschap en samenwerkingsvaardigheden centraal.

In de module interne processen en procedures zullen er met name processen aan bod komen die alle teamleiders aangaan. Bij deze module is het streven om de teamleiders actief te betrekken bij besluitvormingsprocessen, waar voorheen alleen MT-leden bij betrokken waren. In het academisch stuk tenslotte zal er vooral aandacht zijn voor de thema’s organisatiekunde, procesmanagement en verandermanagement.

De KPI op leiderschap is niet volledig gehaald: de gemiddelde score ligt weliswaar boven de instellingsnorm (7,0), maar op collegeniveau zijn twee scores onder de zes.


3.4 Kostenbewustzijn (KPI 3) Wegens kwalitatieve frictie heeft bij drie van de zeven clusters een budgetoverschrijding (op personele lasten) plaatsgevonden. Twee onderwijsclusters (A en D) zijn niet binnen de

begroting te blijven. Bij de overige clusters heeft één budgetoverschrijding plaatsgevonden. Omdat deze clusters niet binnen de begroting zijn gebleven, is de KPI niet gerealiseerd.

3.5 Innovaties in het onderwijs(proces) In 2015 is de kwaliteit van onderwijs en examinering van onze opleidingen op diverse wijzen en door verschillende partijen vastgesteld. De partijen en soorten onderzoeken zijn:

inspectie van het onderwijs (Staat van de Instelling en OKV’s); het Kwaliteitsnetwerk mbo’s (instellingsaudit); Blik op werk (kwaliteitskeurmerk) voor volwasseneneducatie.

3.5.1 Staat van de Instelling (SvI)

In het najaar van 2014 bezocht de inspectie van het onderwijs ROC Ter AA. In het kader van het onderzoek ‘de Staat van de Instelling’ onderzocht zij gedurende enkele weken een 5-tal

opleidingen en werd een oordeel gevormd over de kwaliteit van onderwijs, examinering en diplomering en kwaliteitsborging bij ROC Ter AA. De onderzochte opleidingen waren:

93500 – Onderwijsassistent, bol 4

94421 – Middenkader engineering (technicus), bol 4 90314 – Operator (Operator textiel), bbl2 90290 – Ondernemer detailhandel, bol 4 (ook verzuimregistratie, meldingsplicht VSV) 93820 – Steigerbouwer, bbl2 VAVO (Kwaliteitsborging)

Begin 2015 ontvingen wij het rapport met bevindingen van dit onderzoek. Hierin spreekt de inspectie haar tevredenheid uit en heeft geen risico’s gevonden op de kwaliteitsgebieden: Onderwijskwaliteit, Kwaliteitsborging, Opbrengsten3, Examinering en Diplomering.

De inspectie heeft haar expliciete waardering uitgesproken voor de centrale inrichting van een

instellingsexamencommissie (IEC) in combinatie met de verantwoordelijkheden voor examinering zoals belegd in de onderwijsteams. Veel waardering was er ook voor de interne auditstructuur in combinatie met de wijze waarop resultaten in de teams tot verbeteringen leiden. De inspectie heeft dan ook geen enkele opleiding als ‘zwak’ beoordeeld. Tijdens de Staat van de Instelling heeft de inspectie ook een themaonderzoek uitgevoerd naar de inrichting van Passend Onderwijs door ROC Ter AA. De inspectie schrijft in haar rapport, dat ROC Ter AA op een goede wijze vorm geeft aan Passend Onderwijs.

De opleiding Ondernemer detailhandel voldeed aan de wettelijke vereisten van verzuimregistratie en meldingsplicht voor voortijdige schoolverlaters (VSV). 3.5.2 Onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) In 2014 werden door de onderwijsinspectie bij een 4-tal mbo-opleidingen en VAVO (met name VWO) een risico geconstateerd. Het jaar daarop heeft de inspectie bij deze opleidingen met

een onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) onderzocht of de kwaliteit van deze

opleidingen inmiddels verbeterd was. Het ging om de volgende opleidingen en risico:

Financiële beroepen (93200) : onderwijskwaliteit Middenkaderfunctionaris bouw/ infra (94051) : onderwijskwaliteit

Juridisch medewerker (94890) : examinering Verkoopspecialist (90383) : opbrengsten VAVO : opbrengsten

De inspectie heeft geen risico’s meer vastgesteld, de opbrengsten voor VAVO en Verkoopspecialist waren voldoende. 3.5.3 Specifiek onderzoek In het najaar van 2015 heeft de onderwijsinspectie een specifiek onderzoek uitgevoerd naar de opleidingstrajecten die in samenwerking met Capabel Onderwijsgroep worden uitgevoerd.

Operator (Operator A) (90311) Verzorgende-IG (95530) Helpende zorg & welzijn (92640)

Het definitieve rapport wordt in mei 2016 verwacht.

3 met uitzondering van de opleidingen Operator textiel en Steigerbouwer


3.5.4 Instellingsaudit De afdeling concerncontrol voert jaarlijks (zelf of middels externe expertise) audits uit naar kwaliteit van het onderwijs. Eén keer per jaar wordt een opleiding per college onderzocht op basis van het toezichtkader van de onderwijsinspectie om vast te stellen of deze opleiding

voldoet aan de kwaliteitseisen. De resultaten worden besproken, geanalyseerd en de verbeteringen vastgelegd in het teamjaarplan. Van het hele proces wordt een verslag gemaakt en aangeboden aan het College van Bestuur dat vervolgens toeziet op de voortgang van de verbeterprocessen. ROC Ter AA is aangesloten bij de Stichting Kwaliteitsnetwerk mbo, een initiatief van mbo-scholen om gezamenlijk de onderwijskwaliteit te verbeteren. Conform onze auditkalender heeft ROC Ter AA in november 2015 een instellingsaudit, gericht op de borging van de

onderwijskwaliteit, laten uitvoeren. Dit op niveau van de instelling en twee opleidingen, namelijk: Netwerkbeheerder bol, niveau 4 (95323) en de Logistiek medewerker bbl, niveau 2 (90252, bedrijfsopleiding).

Zoals verwacht waren de resultaten positief, de belangrijkste bevindingen waren: de kwaliteitszorgsystematiek is voldoende uitgewerkt en functioneert adequaat in de

praktijk; ROC Ter AA verzorgt een groot aantal crebo’s met relatief weinig docenten: daardoor kans

op werkdruk en onvoldoende focus; de basis is op orde; ROC Ter AA werkt nu naar een professionele cultuur toe; de wijze waarop wij met de Concordance-aanpak gezamenlijk oplossingen bespreken voor

al langer bestaande vraagstukken, zorgt voor draagvlak in de organisatie; een aandachtspunt is het (ontbreken van een) strategisch personeelsplan.

De aanbevelingen waarmee we als instelling aan de slag gaan, zijn: werken aan een professionele cultuur; SMART’er formuleren van de teamjaarplannen;

studentenevaluaties; strategisch personeelsplan

Op een kwaliteitsschaal van 1 tot 5 werd ROC Ter AA ingedeeld bij kwaliteitsprofiel 3 en op onderdelen bij kwaliteitsprofiel 4. Het auditteam gaf aan dat gesprekken in een open sfeer plaatsvonden met gemotiveerde medewerkers die duidelijk betrokken zijn bij ROC Ter AA. ROC Ter AA herkende zich in het positieve oordeel. 3.5.5 Verslag van de Instellingsexamencommissie 2015 (IEC)

De centrale aansturing van de examenprocessen heeft geleid tot een verdere verbetering van de examinering en diplomering. Het gaat om de volgende ontwikkelingen: een verdere doorvoering van het automatiseren van ROC-brede examenlogistiek, met

extra aandacht was voor de constructie en vaststelling van exameninstrumenten; ROC Ter AA is één van de initiatiefnemers van Nubiko Externe validering. In samenwerking

met andere ROC’s is ROC Ter AA voorloper met de externe validering van exameninstrumenten als voorloper op het voorgenomen wetsbesluit, dat externe validering

van exameninstrumenten verplicht wordt per 1 aug 2016; de IEC heeft naar aanleiding van de studiedag ‘van reactief naar proactief’ acties

overgenomen voor de jaarplanning 2015-2016. Extra aandacht gaat uit naar: afname en beoordeling en uitslag en diplomeren;

in samenwerking met Helicon Opleidingen werken we aan de professionalisering van praktijkbeoordelaars. Een e-module is in ontwikkeling;

deelname aan het ECVET programma: een Europees project waarbinnen gezocht wordt

naar de wijze waarop EVC (Eerder Verworven Competenties) kunnen worden gewaardeerd in relatie tot de kwalificatiedossiers van mbo-opleidingen;

in 2015 heeft de IEC 225 (147 meer dan in 2014) verzoeken behandeld, waarvan er 155 betrekking hadden op Nederlands en rekenen (is 100 meer dan in 2014). Het gaat hier om verzoeken om vrijstelling van deelname aan examens op basis van eerder behaalde

resultaten, derde examenkansen, examineren op een hoger niveau, passende

examinering; de IEC heeft twee fraudegevallen afgehandeld. Het gaat om aanwezigheid mobiele telefoon

tijdens centraal examen en spieken tijdens een instellingsexamen. In het eerste geval is het examen geldig bevonden, in het tweede geval ongeldig en is wel een examenkans geregistreerd;


de IEC heeft vier bezwaren ontvangen en afgehandeld: één met betrekking tot (on)geldigheid resultaat pilot examen Nederlands (resultaat: extra kans toegekend en inschrijving als extraneus), één om een extra kans examen beroepskerntaak (resultaat: extra moment toegekend). Twee bezwaren ten aanzien van de procedure van beoordeling

van een examen (resultaat: extra kans toegekend met andere assessoren). Terugkoppeling onderzoek SVI 2015: er zijn geen risico’s bij Examinering/diplomering. de inspectie complimenteert ROC Ter AA voor de examinering! “Sterk punt is de nieuwe

examencommissie, de centrale constructievaststelling en de rol die jullie de teams hebben gegeven. Op deze wijze is er zicht op wat er in de afdelingen gebeurt”.

Evaluatie van de IEC schooljaar 2014-2015: Aan het einde van het schooljaar heeft de instellingsexamencommissie de bevindingen uit de

kleine PDCA’s, zoals die door het schooljaar heen hebben plaatsgevonden, geëvalueerd. Dit heeft geleid tot de volgende acties: opzetten van externe validering;

het advies om praktijkbeoordelaars te professionaliseren alvorens ze in te zetten; opzet van een ROC-breed overzicht van prakrijkbeoordelaars; afspreken en vastleggen van het aantal steekproeven en tijdstip; implementatieplan (kort, middellang en lang) project doorontwikkeling examinering; veiligheid en beveiliging van examens (prioriteit cognitieve examens). Centrale examens en uitgereikte diploma’s op ROC Ter AA:

in 2015 zijn 3565 centrale examens Nederlands en rekenen op ROC Ter AA afgenomen: Nederlands 2F: 1110, Nederlands 3F: 817, rekenen 2F: 926 en rekenen 3F: 712;

in 2015 zijn in totaal 1431 diploma’s op ROC Ter AA uitgereikt.

Uit het jaarverslag van de Commissie van Beroep voor Examens: de Commissie van Beroep voor Examens heeft vier beroepsschriften vanuit de aangesloten

instellingen behandeld. De onderwerpen waren: resultaat inburgeringsexamens, bindend

studieadvies, tweede herkansing en de beoordeling van een herkansing. De vier beroepen zijn alle ongegrond verklaard.

Professionalisering betrokkenen examinering: assessoren:

Het beoogde doel is om alle ‘assessoren beroepskerntaken’ Provex te certificeren en

opgenomen te krijgen in het landelijk register examenfunctionarissen van de NVE (de beroepsvereniging voor examenprofessionals). Inmiddels hebben 95 collega’s de training ‘assessor beroepskerntaken’ gevolgd:

- onderhoudstrainingen assessoren ROC Ter AA (49 deelnemers) - basistrainingen nieuwe assessoren (21, waarvan 5 niet afgerond)

- trainingen voor anders gecertificeerde assessoren (25, waarvan 3 niet afgerond).

instellingsexamencommissie (IEC): Studiedag voor leden van de examencommissie. Onderwerp: versterking examenstructuur.

alle medewerkers ROC Ter AA:

ROC-brede studiedag met als onderwerp ’kwaliteitsborging examinanering’; kennismaken met de PDCA cyclus kwaliteit examinering ROC Ter AA en de taken van een onderwijsteam en van de Instellingsexamencommissie.

medewerkers ETE:

- studiedag ETE: informeren, uitwisselen HKS, regelgeving Nederlands, rekenen en CE mbo Engels en teambuilding;

- studiedag ETE: advies werkverdeling en examenadministratie;

- trainingen: Facet (computerexamensysteem), NUBIKO (examenlogistiek,

constructie en vaststelling, en externe validering exameninstrumenten); - conferenties examinering; - Netwerk Examinering: deelname en leg-uit bijeenkomsten.

Naast bovengenoemde inspanningen is in 2015 veel aandacht besteed aan de (bundeling van) klachtenregelingen van ROC Ter AA. In de volgende paragraaf wordt dit nader toegelicht.


3.6 Klachten Bij de behandeling van klachten werkt ROC Ter AA volgens een procedure waarbij klachten zowel mondeling als schriftelijk kunnen worden geuit. Een mondelinge klacht kan aan iedere

medewerker worden geuit en wordt beschouwd als een informele klacht; er vindt geen registratie plaats. Een formele klacht wordt met een digitaal klachtenformulier ingediend. De klachtenregelingen en de namen van de vertrouwenspersonen zijn te vinden op de website van ROC Ter AA. In 2015 zijn alle klachten en klachtenregelingen bij elkaar geplaatst in een overzichtelijk digitaal handboek Klachtenregelingen. Regelingen

Voor ROC Ter AA zijn de volgende klachtenregelingen van toepassing: algemene zaken, ten behoeve van alle medewerkers en alle studenten; machtsmisbruik, ten behoeve van medewerkers en studenten; examens en bindend studieadvies, ten behoeve van studenten;

arbeidsgeschillen, voor personeelsleden van ROC Ter AA; de Klokkenluidersregeling ROC Ter AA, voor personeel en aanverwante rechtspersonen.

Integriteitscode In 2015 is de integriteitscode vastgesteld en geïmplementeerd. Alle leidinggevenden van ROC Ter AA hebben de verklaring betreffende de integriteitscode ondertekend. Preventie Om klachten en incidenten te voorkomen, kent ROC Ter AA diverse preventieve maatregelen.

Zo wordt een veilig en gezond studie- en werkklimaat voor alle studenten en medewerkers geschapen door een actief veiligheidsbeleid met aandacht voor sociale, pedagogische en fysieke componenten. Daarnaast wordt het melden van klachten gemakkelijk gemaakt voor studenten en medewerkers en proberen we drempels weg te nemen. De aanwezigheid van vertrouwenspersonen in de organisatie is hiervan een voorbeeld. De interne en externe

vertrouwenspersonen van ROC Ter AA kunnen adviseren over de procedure en/of over het op schrift stellen van de klacht. Schriftelijke klachten en de afhandeling worden geregistreerd.

Formele klachten In 2015 heeft ROC Ter AA in totaal twaalf klachten ontvangen. Acht klachten hadden betrekking op: kwijtschelding van de schoolbijdrage, onjuiste voorlichting, het ontbreken van een licentiecode, bezwaar tegen uitschrijving van de opleiding en op de ongeldigverklaring van een toets. Deze klachten zijn door de directies naar tevredenheid afgehandeld, behoudens 2

klachten die ongegrond werden verklaard. Drie klachten zijn door het College van Bestuur behandeld. Eén daarvan was de bovenstaande ongegrondverklaring. Twee klachten betroffen een bezwaar tegen een afwijzing voor de Entree-opleiding en een schending van de privacy. Deze zijn naar tevredenheid afgehandeld. Commissie van Beroep voor de Examens

Deze commissie, met vertegenwoordigers van de Gilde Opleidingen, Citaverde College,

Summa College, Helicon Opleidingen, het Opleidingsinstituut voor de Politie en Beveiligingspersoneel (OPB) en ROC Ter AA, heeft in 2015 beroepszaken van de deelnemende instellingen behandeld. De Commissie van Beroep voor de Examens heeft twee bezwaren van studenten van ROC Ter AA behandeld. Een student maakte bezwaar tegen de uitslag van het inburgeringsexamen. De andere student was het niet eens met het bindend studieadvies en tekende daartegen bezwaar aan. Beide bezwaren werden ongegrond verklaard.

3.6.1 Meldingen bij de vertrouwenspersonen Met vragen en ervaringen over ongewenst gedrag kunnen studenten én medewerkers terecht bij één van de vijf vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon kan hen verder begeleiden in de procedure om de vraag of ervaring bespreekbaar te maken. Ongewenst gedrag is/zijn: ongewenste intimiteiten, discriminatie, (seksuele) intimidatie, bedreiging, pesten, persoonlijke problematiek.

Tabel 3a. Overzicht van het aantal meldingen

Meldingen 2015 2014 2013

studenten 25 27 11

medewerkers 15 5 10

totaal 40 32 21


Dit jaar is een stijging door medewerkers (van 5 naar 15) waarneembaar. Het betreft meldingen over onheuse bejegening (8), organisatie (5) en intimidatie/pesten (2). De stijging komt onder meer, doordat op ROC Ter AA gerichter toegewerkt wordt naar een cultuur die past bij een lerende organisatie. Daarbij spreken we elkaar meer dan voorheen aan

op taken en verantwoordelijkheden. Omdat niet iedereen hier aan gewend is, worden de vertrouwenspersonen nu vaak nog ingeschakeld. Het aantal meldingen door studenten is licht gedaald (van 27 naar 25) en betreffen vooral persoonlijke problematiek (11), intimidatie/pesten (10) en de organisatie en begeleiding (4).


4. Een competent ROC

4.1 Inleiding In dit hoofdstuk zoomen we in op het intern perspectief. Hier komen prestaties van

bedrijfsprocessen aan de orde. Voor 2015 zijn doelstellingen (KPI’s) geformuleerd op de gebieden medewerkerstevredenheid en ziekteverzuim, huisvestingsmiddelen en verdeling overhead/ onderwijs, met onderstaande resultaten.

4.2 Medewerkertevredenheid (KPI 4) In 2015 is weer een ROC-breed medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) afgenomen. De respons was, met een resultaat van 83% tegen 73% het afgelopen jaar was, erg hoog. Enerzijds geven hierdoor de resultaten een goede afspiegeling zijn van de totale medewerkerspopulatie, anderzijds duidt zo’n hoge respons alleen al op een hogere betrokkenheid. Met een tevredenheid van 7,4 zijn onze medewerkers ronduit tevreden te

noemen. Bijna alle colleges en teams blijken meer tevreden dan in 2014. Niet alleen is een forse sprong gemaakt in de overall tevredenheid (0,5 punt omhoog), ook de bevlogenheid en betrokkenheid van medewerkers zijn sterk verbeterd met respectievelijk een 7,7 en 7,8 score. Het ingezette beleid blijkt positief gewaardeerd door onze medewerkers en biedt houvast om verder uit te bouwen. Het onderzoek laat bovendien zien, dat de medewerkers van ROC Ter AA hun werk graag doen en gemotiveerd zijn om hun werk goed uit te voeren. Ze zijn trots op het werk dat ze doen, ervaren voldoende verantwoordelijkheid en werken continu aan verbetering.

Ook zijn ze gemotiveerd om een stapje extra te doen. Uiteraard zijn er ook aandachtspunten uit het MTO naar voren gekomen. Zo blijven medewerkers ontevreden, hoewel in afnemende mate, over de werkomstandigheden, ervaren zij in beperkte mate mogelijkheden om door te groeien en vragen ze om meer tijd en aandacht te besteden aan professionalisering en ontwikkeling. Daarnaast ervaart bijna de helft van de medewerkers de werkdruk als te hoog. De trend is daarin overigens wel dalende. De

medewerkerstevredenheid bij het cluster Techniek blijft nog duidelijk achter. Tenslotte is de KPI niet gehaald ten aanzien van leiderschapscores. Begin 2016 gaan de colleges (onderwijs) en teams (diensten) de belangrijkste verbeterpunten benoemen en worden SMART-geformuleerde actieplannen aan deze verbeterpunten gekoppeld.

4.3 Ziekteverzuim (KPI 4) Het ziekteverzuim steeg ten opzichte van 2014 naar 5,5% (2014: 4,25%). De stijging van 1,25% is toe te schrijven aan een combinatie van langdurig ziekteverzuim (niet-werk-gerelateerd) en een langdurige, hardnekkige griepgolf.

Tabel 4a. Overzicht van het gemiddelde verzuimpercentage

Naast de eerder genoemde opmerking over ernstige niet-werkgerelateerde ziektegevallen,

heeft de bedrijfsarts aangegeven dat er dit jaar minder sprake is van werkgerelateerd verzuim.

In 2015 zijn de volgende signalen afgegeven: werknemers lijken vlak voor hun pensioen wat meer risico te lopen op uitval dan vorige

jaren. Dit is mede toe te schrijven aan de nodige veranderingen binnen de organisatie; een aantal werknemers lijkt, wanneer er sprake is van een wijziging van het werk,

bijvoorbeeld een andere werkplek en/ of een andere werkinhoud, soms niet terecht

gekomen te zijn op een passende werkplek. In een aantal gevallen heeft dit tot overbelasting geleid;


er zijn soms signalen van onvoldoende steun door leidinggevende; de werkdruk wordt door een aantal medewerkers als te hoog ervaren.

In 2015 zijn er, meer dan in de voorgaande jaren, een aantal intervisies succesvol ingezet,

onder andere met psychologische ondersteuning. De bevindingen worden in combinatie met de overige personele gegevens, zoals de resultaten van het MTO, periodiek in diverse overleggremia onder de loep genomen en gemonitord. Ze vormen input voor (bij)sturing. Tabel 4b. Overzicht van de gemiddelde verzuimfrequentie

Het gemiddeld aantal ziekmeldingen per persoon op jaarbasis bedroeg 1,24 (in 2014: 1,35).

Het afnemen van de verzuimfrequentie in combinatie met het wat hogere ziekteverzuim betekent, dat er een toename is van de gemiddelde verzuimduur. Deze is toe te schrijven aan het relatief hoge aantal ernstige niet-werkgerelateerde ziektegevallen.

Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Het is goed om de gezondheid en vitaliteit van de medewerkers regelmatig te (laten)

onderzoeken. Een preventief medisch onderzoek (PMO) onderzoekt daarbij de status van de gezondheid en de leefstijl van de medewerker en brengt eventuele risico’s in kaart. Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Deelname is vrijwillig en de specifieke uitkomsten zijn alleen bestemd voor de medewerker en de bedrijfsarts. ROC Ter AA ontvangt een anoniem totaalbeeld van de gezondheidsontwikkeling en het werkvermogen binnen de organisatie. In 2015 zijn we gestart met het PMO 2015/2016/2017. 100 Medewerkers (op basis van vooraf

gestelde geboortejaren) zijn daarvoor benaderd en uiteindelijk hebben 60 medewerkers deelgenomen aan het PMO.

4.4 Overige personele kengetallen

4.4.1 Mobiliteit

De instroom van nieuwe medewerkers (76) was van eenzelfde omvang als in 2014. De stijging in vacatures is voornamelijk ontstaan doordat 9 medewerkers (2014: 2) op eigen verzoek ontslag hebben genomen. De redenen voor het nemen van ontslag waren divers; er is hier geen sprake van een bepaalde trend. Het aantal projecten bij Presta is afgenomen, hetgeen te zien is aan de cijfers: er zijn duidelijk minder nieuwe medewerkers ingestroomd en meer projectmedewerkers uitgestroomd. Het aantal pensioneringen was met 15 medewerkers gelijk aan dat in 2014. Veertien van hen

zijn vroegtijdig gestopt. Zij hebben gebruik gemaakt van een faciliteit die ROC Ter AA hen heeft geboden in de vorm van pensioenadviesgesprekken, hetgeen hen een beter inzicht heeft verschaft in hun financiële situatie. Tabel 4c. aantallen instroom

Instroom wegens 2015 2014 2013 2012

vacatures 48 39 49 31

(waarvan via detachering) 14 15 30 18

vervanging 9 14 7 21


projectwerkzaamheden 19 28 0 0


Totaal 76 81 56 52

Vanwege de impact op de

instroomcijfers van de tijdelijke

projecten bij Presta is er vanaf

2014 voor gekozen om apart

te rapporteren over de

projectwerkzaamheden. In de

jaren daarvoor werden deze

projecten nog meegenomen in

de cijfers van de vacatures.


Tabel 4d. aantallen uitstroom

4.4.2 Medewerkers in dienst Bij alle vertrekkende medewerkers (bijv. pensionering, andere baan) is onderzocht of zij al dan

niet vervangen dienden te worden. De totale bezetting, zowel het aantal als de verdeling over de verschillende functiecategorieën, was ondanks daling van het studentenaantal vergelijkbaar met die in 2014. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het verplicht gestelde hoger aantal lesuren in leerjaar 1 vanaf augustus 2015. Tabel 4e. Overzicht medewerkers in fte’s per 31-12-2015 vs. 31-12-2014

De leeftijdsopbouw van de medewerkers is terug te vinden in onderstaande tabel. De komende jaren zal de organisatie de nodige kennis en ervaring gaan verliezen. (Strategische) personeelsplanning en professionalisering worden steeds belangrijker.

Tabel 4f. Leeftijdsopbouw medewerkers

4.5 Overhead versus onderwijs (kosten) (KPI 6) Het percentage van de verhouding personele kosten overhead versus de totale kosten van personeel mag maximaal 30% bedragen. Het percentage van ROC Ter AA bedraagt 28%. Deze

doelstelling is daarom gerealiseerd. In 2015 was sprake van een overschrijding op personele

lasten onderwijs en een onderbesteding op personele lasten overhead, hetgeen zich heeft doorvertaald naar deze lage ratio.

Reden uitstroom 2015 2014 2013

einde tijdelijk dienstverband 11 10 10

einde vervanging 9 5 4

einde projectwerkzaamheden 30 13 0

ontslag op eigen verzoek 9 2 5

overleden 2 0 0

FPU/flexibel pensioen 15 15 9

einde tijdens proeftijd 0 1 0

arbeidsongeschikt 1 1 0

met wederzijds goedvinden 1 0 0

einde detachering 0 14 30

totaal 78 61 58

Totaal M V Totaal M V

Onderwijzend Personeel 153,5 83,3 69,2 153,0 83,4 69,6 0,5

Onderwijsondersteunend

Personeel 24,6 14,3 10,3 24,0 15,0 9,0 0,6

Ondersteunend- en

Beheerspersoneel113,3 44,5 68,8 114,3 42,7 71,6 -1

Totaal 291,4 143,1 148,3 291,3 141,1 150,2 -0,1

Categorie medewerkers2015 2014 2015 vs

2014

aantal % aantal % aantal %

< 26 jaar 4 1% 4 1% 4 1%

26 tot 35 jaar 50 14% 48 13% 46 13%

35 tot 45 jaar 83 22% 77 21% 74 20%

45 tot 55 jaar 91 25% 90 25% 91 25%

55 jaar of ouder 140 38% 144 40% 147 41%

Totaal 368 100% 363 100% 362 100%

2015Leeftijdsopbouw

2014 2013


4.6 Huisvesting

4.6.1 Huisvestingsbeleid (KPI 5) ROC Ter AA heeft twee goed geoutilleerde gebouwen in eigen bezit (locatie Keizerin Marialaan 2 en locatie Nieuwveld 59) die maximaal worden benut. Daarnaast wordt waar nodig (flexibel) gehuurd. Bij huur wordt zoveel mogelijk voorzien in plaatsing van de opleidingen dicht bij het

beroepenveld zoals het Onderwijs & Kinderopvang College in de Brede School Noorderpoort (Helmond Noord) en de bouwopleidingen op Bouw- en Infracentrum Mierlo. Ten aanzien van een stabiele huisvestingslast per student heeft het studentenaantal veruit het grootste effect op deze ratio. De uitgangspunten van het huisvestingsbeleid kenmerken zich daarom door een grote mate van flexibiliteit (huur versus eigendom) en behoudend voor wat betreft huisvestingslasten. Gelet op bovenstaande situatie achten wij de huisvesting efficiënt geregeld. De huisvestingslasten (exclusief afschrijving gebouwen) per gewogen leerling4 ligt in

2015 met €617 ruim binnen de gestelde norm. Daarmee is onze doelstelling (KPI5) gehaald. Gezien de stabiele huisvestingslasten is met name de leerling-populatie (en daarmee efficiënt

gebruik van m2) een factor die nauwgezet gevolgd dient te worden. In Helmond zijn de organisatieonderdelen van ROC Ter AA op vier locaties gehuisvest:

locatie Keizerin Marialaan: Business College, Dienstverlening College, Bouw & Design College (opleiding Vormgeving ruimtelijke presentatie en communicatie (Stand-, winkel- en decorvormgever), ICT College, Techniek & Technologie College, Vavo, Educatie, Presta, College van Bestuur en diensten (Concern Control, Expertiseteam, Serviceteams);

locatie Nieuwveld 59: Entree (tot 1 augustus 2015), Dienstverlening College (Veva) en

Zorg & Welzijn College (per 1 augustus 2015 beide teams, Zorg en welzijn); locatie Nieuwveld 61: Onderwijs & Kinderopvang College in de brede school Noorderpoort; locatie Julianalaan: Zorg & Welzijn College, team Zorg was hier gehuisvest tot 1 augustus

2015. Het team Zorg is overgeplaatst naar locatie Nieuwveld. Vanuit Nieuwveld is de opleiding Entree verhuisd naar locatie Julianalaan. Het pand Julianalaan is vanaf 1

augustus 2015 beperkt in gebruik bij ROC Ter AA en wordt aan het einde van de huurperiode (1 december 2016) opgezegd.

Per 1 augustus 2014 zijn alle bol- en bbl-opleidingen van Bouwen & Wonen en Infra & Civiel gehuisvest op locatie Mierlo bij het Opleidingscentrum Bouw (huurcontract tot 2019).

Volwasseneneducatie heeft in de regio een permanent onderwijsaanbod in de gemeenten Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel en Someren. Voor de onderwijsactiviteiten van volwasseneneducatie worden ruimtes gehuurd in lokale activiteitencentra. 4.6.2 Waardering van gebouwen De boekwaarde van de gebouwen en terreinen bedraagt ultimo 2015 M€ 14,8 en betreft de locaties Keizerin Marialaan en Nieuwveld en het perceel aan de Helmondselaan. Per 31

december 2015 is de boekwaarde van gebouwen en terreinen ruimschoots lager dan de WOZ-waarde en verzekerde waarde. De boekwaarde van de panden wordt mede bepaald door het gebruik van de panden. Volgens het huidige huisvestingsbeleid worden de gebouwen en

terreinen voor eigen gebruik gehandhaafd en bestaat er geen risico ten aanzien van de waardering van de gebouwen en terreinen. Vanwege behoefte aan flexibiliteit wordt ervoor gekozen, met uitzondering van de twee panden in eigendom, de overige huisvestingsbehoefte

middels huurpanden in te vullen. De totale huisvestingslasten 2015 zijn in lijn met 2014. Enkel in de presentatiewijze van huisvestingslasten is een trendbreuk te onderkennen. Waar samen-werkingsverbanden c.q. projecten Presta huisvestingslasten met zich meebrengen, worden deze vanaf 2015 ook als zodanig geadministreerd, waardoor er zich schijnbaar een verhoging van de huisvestingslasten in 2015 heeft voorgedaan. Deze impact bedroeg voor 2015 k€ 412.

4 Gewogen studenten teldatum o1-10-2013 (t-2), definitieve aantallen: 3887 Totale huisvestingslasten 2015 k€2.300 - > €617 per student.


Tabel 4f. Benchmark-overzicht kengetallen huisvesting 20145

4.6.3 Veiligheid

ROC Ter AA vindt het belangrijk dat studenten en medewerkers niet alleen veilig zijn, maar

zich óók veilig voelen in hun school- en werkomgeving. Veiligheid gaat niet alleen over fysiek geweld, wapens of drugs; het gaat ook over gedrag en sfeer. Het veiligheidsbeleid van ROC Ter AA is in 2014 grondig herzien en in 2015 opnieuw geïmplementeerd in de organisatie. In dit beleid is vastgelegd hoe de preventieve organisatie van veiligheid eruit ziet en hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag en calamiteiten. Een groot verschil ten opzichte van voorgaande jaren is dat signalen en incidenten centraal worden verzameld. Het aantal

geregistreerde incidenten lijkt hierdoor fors te zijn gestegen, maar betekent niet dat er een directe toename is van het aantal incidenten. Naast concrete incidenten is, in samenwerking met team Intake en Begeleiding, nadrukkelijk aandacht besteed aan preventief handelen bij signalen van (mogelijk) onveilige situaties. Het kengetal ’preventief signaal’ is nieuw in het jaaroverzicht.

Tabel 4h. Registratie van meldingen in het kader van veiligheid en/of beveiliging

In samenwerking met de Politie Zuidoost-Brabant is op de locaties Keizerin Marialaan en Nieuwveld een preventieve drugscontole uitgevoerd. Daarbij zijn geen zaken aangetroffen die door de politie als strafbaar worden gezien. Wel zijn enkele jongeren door de school doorverwezen naar Novadic Kentron voor preventieve begeleiding. De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is een verplicht onderdeel van de Arbowet. Het

beschrijft de risico’s in onze school op het gebied van gezondheid en veiligheid van de werknemers en studenten. Door risico’s te inventariseren krijgen we snel inzicht in de situatie en kunnen we zien waar verbeteringen nodig zijn. In het najaar van 2014 is de RI&E afgenomen voor alle locaties van ROC Ter AA en in 2015 heeft het management en de OR ingestemd met het plan van aanpak.

5 Er is nog geen factsheet ’Benchmark MBO prestaties huisvesting‘ voor 2015 beschikbaar.

Omschrijving kengetallen ROC Ter AA landelijk

aandeel m2 eigendom vs huur 79% 82%

aantal m2 per fte 79,2 94,5

aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer 8,1 8,8

huisvestingskosten beroepsonderwijs per gewogen deelnemer

(inclusief afschrijving gebouwen)€ 779 € 1.043

huisvestingskosten per m2 € 96 € 115

totaal totaal totaal

(bijna)

ongeval

EHBO

diefstal

vernieling

vermissing

overig preventief

signaal

2015 2014 2013

Keizerin Marialaan 9 2 23 15 49 13 12

Nieuwveld 1 1 2 0 4 3 0

Julianalaan 0 1 2 0 3 1 0

Brede School 1 0 0 0 1 0 0

Mierlo 0 0 0 0 0 0 0

Regio 0 0 0 0 0 0 0

Totaal 11 4 27 15 57 17 12

aard van de meldingenlocatie


De uitvoering van de RI&E en het plan van aanpak vallen onder de verantwoordelijkheid van Servicecentrum O&B en wordt in praktijk uitgevoerd door de preventiemedewerker.


5. Studenten en andere stakeholders over ROC Ter AA

5.1 Inleiding In dit hoofdstuk komt het klantperspectief aan de orde. Dit zijn prestaties die enerzijds worden beoordeeld door onze studenten (en ouders), anderzijds is het oordeel van het werkveld en

andere stakeholders van belang. Voor 2015 zijn doelstellingen geformuleerd op tevredenheid van studenten, het werkveld en BPV-organisaties.

5.2 Competente studenten

5.2.1 Breed aanbod van onderwijsactiviteiten ROC Ter AA heeft als Regionaal Opleidingencentrum voor Helmond/Peelland twee hoofd-

vestigingen in Helmond en verscheidene nevenlocaties in de regio. De opleidingen worden

aangeboden aan jongeren en volwassenen. Zeven mbo-colleges bieden mbo-opleidingen op niveau 2 t/m 4, met uitvoeringsvormen als de beroepsopleidende leerweg (BOL= leren en stage), de beroepsbegeleidende leerweg (BBL= werken en leren). Voor volwassenen verzorgen wij in het kader van ‘leven-lang-leren’, met name in Zuid-Nederland, bol-opleidingen voor taalzwakke mensen die willen toetreden tot de arbeidsmarkt en bbl-opleidingen voor werknemers van bedrijven die door hun werkgever in de gelegenheid

worden gesteld om een opleiding bij ons te volgen (bedrijfsopleidingen). Deze bbl-opleidingen worden veelal op de bedrijfslocatie uitgevoerd. Wij kennen de volgende niveaus van opleidingen: Entree: uitvoerende werkzaamheden onder begeleiding;

Beroepsonderwijs: niveau 2: basisberoepsbeoefenaar: uitvoerende werkzaamheden; niveau 3: vakfunctionaris: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden;

niveau 4: middenkader functionaris: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden

met brede inzetbaarheid; specialist: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden met brede inzetbaarheid, dan wel specialisatie.

De Entree opleiding, in 2015 nog op basis van het AKA-kwalificatiedossier maar wel onder regelgeving van Entree, biedt voor mensen zonder vo-diploma de mogelijkheid om toegang te verwerven tot een mbo-2 opleiding. Voor studenten die dit perspectief niet hebben, is toeleiding naar arbeid aan de orde. In 2015 was ROC Ter AA met vso-school de Korenaer initiatiefnemer bij het inrichten van

’PortAAl’. Alle vmbo’s, PrO, (verenigd in het SWV Helmond-Peel), gemeente, Werkbedrijf, hebben zich in 2015 aangesloten bij dit initiatief. PortAAl moet worden gezien als een schakel (intentie van een doorlopende leerlijn) tussen de groep jongeren vanuit vmbo-basis zonder

diploma en Praktijkonderwijs enerzijds en Entree en/of arbeid anderzijds. PortAAl biedt een onderwijs- en vormingsprogramma waar studenten adequaat worden voorbereid op Entree of arbeid. PortAAl start naar verwachting in het voorjaar van 2016. Er is in februari 2016 aan aanvraag gedaan in het kader van het Regionaal Investeringsfonds MBO.

Het VAVO College verzorgt bovenbouw havo en vwo in het kader van tweede weg onderwijs voor jongvolwassenen die in het voortgezet onderwijs geen diploma hebben behaald. Het Presta College verzorgt educatieve programma’s en cursussen voor vele doelgroepen. Een sterk groeiende vraag waarin Presta voorziet, is het inburgeringsprogamma voor ‘zelfmelders’.

Begin 2015 gingen we in de begroting nog uit van 4 groepen (60 deelnemers); eind 2015 was het aantal groepen gegroeid naar 14 (ruim 200 deelnemers). Ook hebben wij de intentie uitgesproken om (ex) inburgeraars, in overleg met partners als gemeente en Werkbedrijf, daar waar mogelijk toe te leiden naar een mbo-opleiding.

5.2.2 Toelatingsbeleid Alle studenten met een vmbo-diploma die aan de instroomeisen voldoen en zich vóór de zomer

aanmelden, worden in principe geplaatst. Verschillende opleidingen hanteren vooropleidingseisen als een vorm van instroomeis. Met iedere student wordt een intakegesprek gevoerd. Indien we voorzien dat een student extra begeleiding of ondersteuning nodig heeft, wordt het intakegesprek gevoerd met een coördinator passend onderwijs van de dienst IBZ,


die een ondersteuningsplan opstelt. Gedurende een zorgvuldige intakeprocedure wordt beoordeeld welke opleiding de meeste kans op succes geeft. Gaat het om individuele aanmeldingen na de zomervakantie of tijdens het schooljaar, dan beperken wij ons in principe tot plaatsing van studenten uit de regio Helmond/ Peelland. Andere studenten worden

verwezen naar mbo-instellingen in de regio waar zij woonachtig zijn. Voor opleidingen met een beperkt aantal BPV-plaatsen binnen instellingen en bedrijven geldt een beperkte instroom. Het gaat om een klein aantal opleidingen. Daar waar sprake is van een dergelijke beperking van opleidingsplaatsen geven we voorrang aan aanmeldingen uit de directe regio en eigen, interne doorstroom van studenten ROC Ter AA.

5.2.3 Onderwijsvernieuwing In 2015 liep het OC&W-programma ’Focus op vakmanschap’ af. De doelstellingen die in het kader van dit programma werden nagestreefd, hebben wij gerealiseerd:

Introductie Entreeopleiding Per augustus 2014 is op ROC Ter AA gestart met de Entreeopleiding op basis van het AKA-

kwalificatiedossier en onder de voorwaarden zoals van toepassing voor de Entreeopleiding: 1000 uren uitvoering; bindend studieadvies binnen 4 maanden, financieringsvoorwaarden, toeleiding naar niveau 2 of naar arbeid (op basis van het bindend studieadvies). Per 1 augustus 2016 wordt het nieuwe Entree-kwalificatiedossier met keuzeprofielen aangeboden. Verkorten en intensiveren Met ingang van augustus 2014 voldoen alle nieuwe cohorten aan de verplichte 1000-

urennorm. ROC Ter AA heeft de afgelopen jaren de noodzakelijke stappen gezet om de niveau 4 opleidingen terug te brengen tot 3 jaar (met uitzondering van door de minister nader bepaalde opleidingen). In principe kent elke opleiding bij ROC Ter AA minimaal de voor de leerweg geldende

urennorm, behoudens maatwerk (versnelling programma) door individuele studenten (zie par. 6.3 thema 3). ROC Ter AA kent geen onderwijsprogramma’s die minder dan de wettelijke uren bevatten6. Het opstellen van zulke onderwijsprogramma’s wordt op korte termijn niet

voorzien. Derhalve is er ook geen standaardproces ingericht om te komen tot de vaststelling van een zulk onderwijsprogramma. Loopbaan en Burgerschap In lijn met het vastgestelde ROC Ter AA beleid wordt door iedere opleiding zelfstandig invulling gegeven aan het onderwijsaanbod voor Loopbaan en Burgerschap (L&B). Volgens het principe

van schering en inslag hebben onderdelen van L&B hun plek binnen de kerntaken en werkprocessen van de beroepsopleiding. Bij opleidingen waar dat niet het geval is, worden de betreffende onderdelen van L&B separaat aangeboden. Vitaal burgerschap voor bol-opleidingen wordt centraal verzorgd door het team Lifestyle. Alle eerstejaars bol-studenten nemen deel aan een leefstijlscan en een fitheidstest. De resultaten vormen de basis voor de

keuze uit een breed scala sport clinics waaraan ze in het eerste en tweede jaar deelnemen.

Nederlands en rekenen Op het gebied van Nederlands en rekenen voldoet ROC Ter AA aan de doelstellingen zoals die in het kader van ’Focus Op Vakmanschap‘ door het ministerie OC&W zijn geformuleerd. De centrale examinering voor Nederlands en rekenen is enige jaren geleden ingevoerd. De organisatie en uitvoering ervan zijn ondergebracht bij het expertiseteam Examenbureau. Ieder onderwijsteam heeft een aantal docenten Nederlands en rekenen. Bij de inrichting van het vak Nederlands wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beroepsspecifieke eisen.

In 2013 zijn we gaan samenwerken met Fontys Hogescholen Tilburg, ROC Tilburg en Koning Willem I College, met als doel de docenten Nederlands te professionaliseren (‘de MBO Academie voor Taaldocenten’). Sinds 2014 wordt, in samenwerking met Fontys Hogescholen Tilburg, ROC Tilburg, Koning Willem I College en Summa College, ook invulling gegeven aan een professionaliserings-aanbod voor onze rekendocenten. Alle rekendocenten zijn getoetst op

hun beheersingsniveau en rekendidactiek. Uit de toetsing bleek, dat onze rekendocenten in

vergelijking met andere ROC’s bovengemiddeld goed scoorden. De resultaten van onze studenten bij de centrale examens laten zien, dat wij in vergelijking met andere mbo’s bovengemiddeld scoren.

6 Cf. WEB artikel 7.2.7


Vernieuwing van de kwalificatiedossiers Naar aanleiding van de invoering van nieuwe kwalificatiedossiers (KD’s) per augustus 2016 zijn het afgelopen jaar zes werkgroepen op ROC Ter AA gestart om antwoord te geven op de vragen: wat betekent deze vernieuwing voor ons onderwijs? Hoe verwerken we dat in de

studiegids/OER en hoe maken we daar examens van? In september hebben de werkgroepen: curriculum, examinering, keuzedelen, onderwijs- en examenvisie een beleidsadvies en de onderwijsmaterialen en praktische tools opgeleverd. De onderwijscolleges/opleidingen gebruiken dit bij de concrete uitwerking van de dossiers. Vanaf cohort 2016-2017 bieden we alle opleidingen aan volgens de nieuwe dossiers en kunnen onze studenten kiezen uit een aantal keuzedelen.

Kwaliteitsplan ’Aandacht voor kwaliteit 2015-2019’ In dit plan zijn zes thema’s met tijdlijn opgenomen die bijdragen aan de verbetering van de onderwijskwaliteit: professionalisering, voortijdig schoolverlaten (VSV),

beroepspraktijkvorming (BPV), studiewaarde, intensivering Nederlands en rekenen, excellentie. Per thema is beschreven welke resultaten we willen boeken, met welke activiteiten we dat gaan doen en hoe we dat in de organisatie borgen. Het kwaliteitsplan is gestart in het

tweede kwartaal van 2015 en vormt een integraal onderdeel van de kwaliteitscyclus. Jaarlijks kijken we terug op de behaalde resultaten. In maart 2016 is de evaluatie van het eerste jaar op verzoek van OCW ter beoordeling verzonden aan MBO in Bedrijf. 5.2.4 Begeleiding van studenten In principe kent elke opleiding bij ROC Ter AA minimaal de voor de leerweg geldende urennorm. Tijdens de opleiding heeft iedere student een studieloopbaanbegeleider (SLB-er).

Deze bespreekt alle onderwerpen die van belang zijn voor de studieloopbaan met de student, zoals: stage, portfolio, het verloop van de studie etc. De SLB-er wordt ondersteund door de trajectcoaches van het expertiseteam Intake, Begeleiding en Zorg (IBZ). In 2015 zijn interne ambulante begeleiding en LGF opgegaan in het Ondersteuningsplan. De Plusklas is extra

toegang (zie onder). Tabel 5a. Aantal studenten met aanvullende begeleiding

Plusklas Studenten die dreigen uit te vallen en de school voortijdig te verlaten, worden snel begeleid.

Ze kunnen dan binnen twee weken beschikken over een combinatie van zorg en onderwijs, zodat ze weer zo snel mogelijk deel kunnen nemen aan het reguliere onderwijs. Zo voorkomen we dat studenten thuiszitters worden of erger: het onderwijs voortijdig verlaten. De Externe toegang is een voorziening waar jongeren integrale ondersteuning krijgen. Niet alleen onderwijskundig, maar ook op andere domeinen. Afhankelijk van de ondersteunings-vraag maakt de jongere gebruik van het arrangement bij Korenaer Deurne/BJ

(grensoverschrijdend gedrag) of bij De Zwengel/Herlaarhof (psychiatrische problematiek).

5.2.5 Versterking van de zorg en ondersteuning Passend Onderwijs In augustus 2014 heeft het ’Passend Onderwijs’ zijn intrede gedaan in het mbo. Met ingang van dat moment wordt iedere student met een beperking een passende plek in het onderwijs aangeboden óf wordt, op basis van ons beleid, aangegeven waar de grens van onze

Type ondersteuning 2015 2014 2013

training Empowerment 59 71 72

training Faalangst 30 43 33

keuzebegeleiding 189 222 254

schoolmaatschappelijk werk 124 135 199

Route-E (time-out voorziening) 3 0 35

ondersteuning bij zoeken naar werk 52 42 35

interne ambulante zorg 0 31 57

leerlinggebonden financiering (LGF) 0 95 103

ondersteuningsplan 171 92 0

Match Mentor 61 60 44


ondersteuning ligt. Een student die vanwege een ernstige beperking geen onderwijsplek bij ROC Ter AA kan worden geboden, wordt door ons verwezen naar een school waar hij wel terecht kan. In 2015 heeft zich één keer een situatie voorgedaan, waarbij een student door een beperking niet geplaatst en herplaatst kon worden, maar doorverwezen is naar het UWV.

Het expertiseteam Intake, Begeleiding & Zorg van ROC Ter AA verzorgt extra ondersteuning. De zorgstructuur van ROC Ter AA kent coördinatoren Passend Onderwijs (PO) die een plan opstellen voor iedere student die extra ondersteuning behoeft. Zij selecteren de studenten en zien toe op de uitvoering door de begeleiders Passend Onderwijs. In 2015 is focus komen te liggen op de kwaliteit van de noodzakelijke basisbegeleiding die door de onderwijsteams dient te worden geboden. Docenten in deze teams werden, door een coördinator passend onderwijs, ondersteund bij het versterken van hun begeleidende rol

(basisondersteuning). Gestart is bij een enkel onderwijsteam, maar wordt in 2016 uitgebreid. ROC Ter AA heeft geparticipeerd in het landelijke project LOB (Loopbaanontwikkeling en Begeleiding). In het kader van dit project zijn schoolcoaches opgeleid die binnen de organisatie

collega’s kunnen ondersteunen bij de uitvoering van LOB. In 2016 wordt dit projectmatig verder uitgerold binnen de organisatie.

In Huis ROC Ter AA heeft in Helmond het initiatief genomen tot de aanpak ’In Huis‘. Deze aanpak is erop gericht om hulpverlenende instanties een werkplek te geven in onze instelling en directe samenwerking met docenten te realiseren. Door de veranderende structuur in de Jeugdzorg bleek dit in de praktijk erg lastig. In 2015 kreeg ’In Huis’ toch vorm, zij het op een andere wijze dan eerder bedoeld. Met name onze eigen maatschappelijk werkers en betrokkenen bij de veiligheid van onze gebouwen

(beveiligers, beheer en Arbo-medewerker) zien toe op zaken die zich in en om onze gebouwen voordoen en proberen hier zo adequaat mogelijk op in te spelen. De jongerencoaches (opvoedondersteuners) die vanuit de gemeente bij ons werkzaam waren, zijn rond de zomer teruggetrokken. Eind 2015 is opnieuw gesproken over het stationeren van een jongerencoach

van de gemeente; deze zal binnen In Huis gaan participeren. Remedial teaching

In het kader van Passend Onderwijs bood ROC Ter AA in 2015 ook Remedial Teaching dyslexie aan. Studenten worden hier vooral getraind om met hun beperking zo om te gaan, dat ze hiervan zo min mogelijk hinder ervaren in de beroepspraktijk. Trainingen Een diversiteit aan trainingen is in 2015 aangeboden aan studenten. Vaak ging het hierbij om

een groepsaanbod gericht op studenten met faalangst of reïnforcement (zoals de training kick change). Keuzebegeleiding Studenten die gedurende hun opleiding tot de ontdekking kwamen dat de gekozen opleiding

toch niet bij hen paste, konden gebruik maken van de keuzebegeleiding. Via de keuzebegeleiding werden zij begeleid naar een nieuwe opleiding.

School Maatschappelijk Werk (SMW) Studenten met sociaal emotionele problemen kunnen op ROC Ter AA hulp krijgen van het School Maatschappelijk Werk (SMW). In 2015 waren 3 schoolmaatschappelijk werkers (2,5 fte) werkzaam bij ROC Ter AA. Zorg- en AdviesTeam (ZAT)

Het Zorg- en AdviesTeam legt een link tussen de ondersteuning die wij bieden op ROC Ter AA én externe zorgaanbieders. Diverse hulpverlenende instanties zijn vertegenwoordigd binnen ons ZAT. In het ZAT worden met name problemen van studenten besproken waarvoor geldt, dat oplossing van problematiek niet langer te vinden is binnen de expertise van het onderwijs; de expertise van de hulpverlening is onmisbaar.

Elders in dit bestuursverslag is de ontwikkeling rond ’In Huis’ beschreven waarbij ook

hulpverlenende organisaties zijn betrokken. Daar waar binnen ’In Huis‘ het ervaren van veiligheid in de school het belangrijkste thema is en het niet primair gaat over individuen, worden in het ZAT individuele problemen rond studenten besproken.


5.2.6 Voorkomen van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Voortijdige schoolverlaters zijn jongeren tussen 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatie (diploma vwo, havo of mbo op minimaal niveau 2) het onderwijs verlaten. In deze paragraaf wordt beschreven welke activiteiten zijn ontplooid om het aantal VSV’ers vanuit ROC Ter AA

terug te dringen. In hoofdstuk 6 zal nader worden ingegaan op het feit dat onze maatregelen, na 2 zeer succesvolle jaren, in schooljaar 2014-2015 minder succesvol bleken. Intake nieuwe studenten en begeleiding van opleiding naar opleiding Om beginnende studenten meteen de juiste begeleiding te geven, krijgt iedere student een intakegesprek. De meeste gesprekken worden gevoerd door een docent van het betreffende mbo-college. Extra begeleidingsvragen komen aan bod in een gesprek met een trajectcoach van het team Intake, Begeleiding en Zorg. Deze trajectcoach begeleidt tevens studenten die

overstappen naar een andere opleiding als blijkt, dat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt. Potentiële studenten die bij aanmelding, op basis van hun doorstroomportfolio, risicoleerling zijn, worden vóór plaatsing besproken in het CAP (Centraal AanmeldPunt). Bij dit overleg is

ook Leerplicht betrokken. Samen met hen wordt bepaald of de potentiële student het beste is gebaat bij een opleiding bij ROC Ter AA en, zo ja, welke extra ondersteuning dient te worden georganiseerd om succes zo optimaal mogelijk te laten zijn.

Verzuimregistratie Dagelijks verzuim wordt in alle opleidingen gecontroleerd en gemeld bij DUO indien het aantal verzuimuren hoger is dan 16 klokuren. Op basis van dit verzuim komt Leerplicht desgewenst in actie. Dit gebeurt in samenwerking met de studieloopbaanbegeleider van de student. De leerplichtambtenaar is een aantal dagdelen per week aanwezig bij ROC Ter AA; hierdoor kan snel en in goed overleg worden opgetreden.

VSV projecten in kader van Convenant 2012 – 2015 Onder verantwoordelijkheid van de gemeente Eindhoven is na de zomer 2012 gestart met een nieuwe invulling van het VSV-convenant. Daarbinnen voert ROC Ter AA diverse projecten uit

die zich onder meer richten op de doorlopende begeleidingslijn tussen vmbo en mbo. In dat kader wordt intensief samengewerkt met alle vmbo-scholen in de sub-regio Helmond-Peelland. Binnen dit project wordt gewerkt met ’doorstroomcoaches’ vanuit vmbo en ROC Ter AA. Deze

coaches begeleiden ’risicoleerlingen’ bij hun overstap van het vmbo naar ROC Ter AA. ROC Ter AA kende in 2014-2015 een absoluut aantal van 160 VSV-ers; procentueel is dat 5,9% (voorlopige cijfers DUO d.d. januari 2016). Op basis van deze VSV-cijfers is een terugval te constateren ten opzichte van de vorige twee schooljaren, waarin ROC Ter AA tot de best scorende ROC’s van Nederland behoorde qua terugdringen van het aantal VSV-ers. Schooljaar

2015-2016 laat, zoals de cijfers er eind 2015 uitzien, weer een meer positieve ontwikkeling zien van de VSV-cijfers. Ondanks een veelvoud aan acties die we in 2014-2015 hebben uitgezet om VSV te beperken, is het aantal VSV-ers tóch toegenomen. Op lagere niveaus hadden we te maken met een forse gedragsproblematiek. In een enkel geval was verwijdering van de opleiding onvermijdelijk.

Tabel 5e. De resultaten VSV 2014-2015 vs de streefpercentages

Belangrijke uitstroomredenen zijn: motivatie/zelfdiscipline en onvoldoende studievoortgang

door gedragsproblematiek.

5.2.7 Studenttevredenheid (KPI 7)

Een keer per twee jaar wordt een studenttevredenheidsmeting (JOB-Monitor) uitgevoerd. In de

JOB-Monitor 2016 steeg de tevredenheid van de studenten over de opleidingen van ROC Ter AA van 7,0 naar 7,2. Daarmee is onze doelstelling van 7,2 gerealiseerd. Het meest tevreden zijn studenten over de toetsing en examinering. Daarentegen vinden studenten dat ze niet altijd tijdig op de hoogte worden gesteld van roosterwijzigingen en zijn ze evenmin tevreden over het gebruik van (verplicht aangeschafte) boeken en lesmateriaal.

niveau ROC Ter AA landelijk norm

1 37,0% 35,7% 22,5%

2 11,6% 10,1% 10,0%

3/4 3,09% 3,40% 2,75%

resultaten VSV (voorlopig)


5.3 Een ondernemend ROC 5.3.1 Bedrijventevredenheid (KPI 8)

Omdat de BPV Monitor formeel nog niet van start is gegaan, heeft ROC Ter AA de tevredenheid van het werkveld zelf gemeten. Na afloop van de stageperiode is praktijkopleiders steekproefsgewijs gevraagd naar hun ervaringen en tevredenheid over een 13-tal aspecten van de beroepspraktijkvorming zoals die op ROC Ter AA vormgegeven wordt. De overall uitslag was 7,1. Het werkveld is dus tevreden over de BPV, maar de eigen hoge doelstelling van 7,5 wordt niet gehaald. De scores van de 13 onderliggende thema’s liggen dicht bij elkaar (van 6,7 tot 7,5); geen

enkel thema scoort een onvoldoende. Het meest tevreden (7,5) zijn de praktijkopleiders over het handboek BPV dat hen in staat stelt goed te kunnen begeleiden en te oordelen. Iets minder (6,7), ruim voldoende, scoort het thema dat studenten hun leerdoelen en leerwensen goed kunnen aangeven. Van de colleges haalt het ICT College (7,8) de doelstelling; de andere

zitten onder norm. Geen enkel college scoort een onvoldoende (bandbreedte van 6,3 tot 7,8). Ook in de BOP’s (bedrijven-onderwijsplatform) van de mbo-colleges laat het werkveld zich

positief uit over de aanpak en begeleiding van ROC Ter AA. Bij de audit voor het keurmerk ‘Blik op Werk’ geven de gemeenten aan zeer tevreden zijn over de volwasseneneducatie en geven ROC Ter AA het rapportcijfer 8,3. Landelijk is dat een 7,5. Er is nog geen jaarlijkse benchmark BPV met andere ROC’s, zoals dat bijvoorbeeld bij studiesucces en studenttevredenheid wel het geval is. Naar verwachting wordt de landelijke meting (BPV-Monitor) bij het werkveld in 2016 ingevoerd.

5.3.2 Dialoog en bestuurlijke samenwerking in de regio Het bestuur en de colleges leggen intern en extern toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over doelen en resultaten en voeren daarover actief een dialoog met de stakeholders.

Raad van Advies De voorzitter van het College van Bestuur heeft in 2007 een Raad van Advies ingesteld om

met name de strategische samenwerkingen in de regio te bespreken en met hen te discussiëren over diverse ontwikkelingen en het strategisch beleid van ROC Ter AA. In 2015 is de Raad tweemaal bijeen gekomen. De Raad van Advies kende in 2015 de volgende leden: Mevrouw mr. L.H.J. Branten-van Hoof RB: fiscaal jurist/partner BDO De heer H. Burgers: interim Manager Pentapex

Mevrouw I.Carsouw: directeur Stichting Brainport; algemeen directeur Brainport Development De heer mr. J.J.J. Heling: Raad van Bestuur Savant Zorg De heer S. Kornuyt: algemeen manager C. Kornuyt BV Mevrouw drs. W.M.J. Peels: directeur Huisvesting en Facilitaire Zaken Fontys Hogescholen Mevrouw M.M.J.P. van Roosmalen MME MSc: rector IVO-Deurne Mevrouw drs. ing H.M.E. Thijs: directeur dienst Samenleving & Economie Gemeente Helmond

De heer W. van Zantvoort: General Manager De Wit Holding BV te Helmond

De belangrijkste thema’s in 2015:

Koersboek V (Strategisch Plan); Kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) van ROC Ter AA; Stand van zaken aanmeldingen nieuwe studenten; Imago ROC Ter AA.

Bedrijf-onderwijs-platforms (BOP’s) Ieder mbo-college heeft meerdere Bedrijf-onderwijs-platforms (BOP’s). In een BOP bespreken docenten en medewerkers van bedrijven thema’s als: onderwijs, examinering, verbeteracties en onderzoek naar nieuwe aansluitmogelijkheden (opleidingen, stages, modules etc.). Lunchgesprekken met studenten

De dialoog met studenten wordt gevoerd in de vorm van lunchgesprekken met de teamleider en directeur van een mbo-college. Gesprekken vinden minstens eenmaal per kwartaal plaats aan de hand van vooraf bepaalde thema’s. De verslagen gaan ook naar CvB, OR en SR om te bezien of inbreng van de studenten moet leiden tot herziening of ontwikkelen van beleid.


Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO Het Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO komt voort uit het voormalige VO/VSO Samenwerkingsverband Helmond e.o. en heeft Passend Onderwijs als leidend thema. ROC Ter AA is inhoudelijk sterk betrokken bij het samenwerkingsverband en is een actieve

deelnemer in het bestuurlijk overleg en bij de uitvoering van activiteiten. Het belangrijkste doel is alle leerlingen dusdanig onderwijs te bieden, dat zij hun schoolloopbaan met een diploma kunnen afsluiten. Leerlingen voor wie dit niet mogelijk is, worden voorbereid op een arbeidsplaats of dagbesteding in de regio. In 2015 is voor leerlingen van het (speciaal) onderwijs waar een startkwalificatie niet vanzelfsprekend is, het project PortAAl ingericht. De werkwijze van PortAAl is in januari 2016 aangemeld voor financiering door het Regionaal Investeringsfonds RIF. Een beslissing over toekenning wordt in mei 2016 verwacht.

Daarnaast werkt het samenwerkingsverband aan de aansluiting vmbo-mbo en doorlopende zorgen leerlijnen vmbo-mbo-hbo. Er is speciale aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV). Met name het gezamenlijk traject ’doorstroomcoaches’ maakt voor

risicoleerlingen de overstap naar mbo meer succesvol. Onderwijs en arbeidsmarkt in de Regio Zuidoost Brabant, Brainport

De voorzitter van het College van Bestuur ROC Ter AA participeert, mede namens alle mbo- instellingen in (Zuidoost-)Brabant, in: Regionaal Arbeidsmarkt Platform (RAP) Zuidoost-Brabant; Klankbordgroep Technologiepact Brainport: ijvert voor de versterking van de relatie tussen

technisch onderwijs en arbeidsmarkt. Platform Sociale Cohesie

Een platform waarin gemeente Helmond, politie, welzijn- en onderwijsinstellingen de ontwikkelingen in de stad bespreken met het accent op het samenleven en verbinden van de verschillende bevolkingsgroepen. De burgemeester is voorzitter van het platform van waaruit projecten en evenementen worden geïnitieerd.

Stuurgroep VSV (voorkomen voortijdig schoolverlaten). In 2015-2016 zijn de projecten RMC-regio die moeten leiden tot een vermindering van

voortijdige schoolverlaters, voortgezet. Er is een afspraak vastgelegd tussen het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) regio Eindhoven, het Ministerie OC&W en de betrokken vo- en mbo-instellingen. Helmondse Zorgacademie In de Helmondse Zorgacademie werkt ROC Ter AA samen met de zorginstellingen Elkerliek

Ziekenhuis, ORO, Savant Zorg, Zorgboog en GGZ Oost Brabant aan het opleiden van jonge mensen en het verder scholen van medewerkers in de instellingen. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de behoefte aan flexibele leergangen voor medewerkers waren ook in 2015 de belangrijkste thema’s van stuurgroep en werkgroepen.

Vereniging Industrieel Contact Helmond VICH De afdeling techniek van ROC Ter AA is lid van de Vereniging Industrieel Contact Helmond.

Regionaal Opleidingencentrum Installatietechniek Opleidingsbedrijven InstallatieWerk Brabant-Zeeland (IWBZ), InstallatieWerk Zuid-Oost (IWZO) en ROC Ter AA maken afzonderlijk én gezamenlijk gebruik van het praktijk-centrum in het gebouw van ROC Ter AA aan de Keizerin Marialaan.

Bouwcampus Mierlo

in het bouwcentrum Mierlo werken Bouw- en Inframensen, Schildersvakschool Peelland en de landelijke stichting voor opleidingen in water- en wegenbouw (Civilion) samen met ROC Ter AA ten behoeve van de opleiding en (bij)scholing van jongeren en volwassenen in de branche. In 2015 is gezamenlijk subsidie verkregen uit het Regionale Investeringsfonds RIF voor het verder uitbouwen van de samenwerking: Bouwcampus Mierlo.

Stichting beheer Keizerin Marialaan OMO scholengroep Helmond (Vakcollege Knippenberg), ROC Ter AA en IPC BV zijn alle eigenaar van een deel van het gebouw Keizerin Marialaan 2-4. De stichting beheer voorziet en ziet toe op goed onderhoud van het gebouw.

j.smits

Markering


Stuurgroep Noorderpoort Een stuurgroep van Qliq basisonderwijs, Spring Kinderopvang en ROC Ter AA is verantwoordelijk voor het beheer en gezamenlijke onderwijsactiviteiten in het gebouw Noorderpoort te Helmond. Voor ROC Ter AA betreft dit het Onderwijs & Kinderopvang College.

Servicepunt Leren en Werken Helmond/peel Samen met UWV en gemeente Helmond voorziet ROC Ter AA op het Werkplein Helmond/Peel in een loket waar werkzoekenden terecht kunnen met al hun vragen rondom scholing. Met werkgevers worden projecten opgezet om werkzoekenden te scholen naar hetgeen noodzakelijk is voor invulling van bepaalde vacatures (maatwerk).

Brabants Beroepsonderwijs BBO Alle mbo-instellingen in Noord-Brabant werken met elkaar samen in het overleg aan het zogenaamde Kennispact 3.0. Thema’s: macrodoelmatigheid, diverse werkateliers met het

bedrijfsleven ’beroepen van morgen’, Leven Lang Leren en afstemming met het hoger beroepsonderwijs.

KENNISPACT 3.0

HET BEROEPSONDERWIJS VANDAAG INNOVEREN VOOR DE BEROEPEN VAN MORGEN ROC Ter AA is een actieve partner in Kennispact 3.0. De uitgangspunten en agenda van Kennispact 3.0 sluiten aan bij onze visie op onderwijs. Het beroepsonderwijs in Nederland wordt al een aantal jaren geconfronteerd met een turbulente maatschappelijke en economische omgeving. Deels door samenhangende fundamentele veranderingen zoals de versnelde ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (digitalisering, flexibilisering, robotisering), de technologische innovaties binnen het bedrijfsleven, maar ook een veranderende vraag naar competenties zoals zelfredzaamheid, probleemoplossend vermogen en een onderzoekende houding. Deze veranderingen leiden tot nieuwe beroepen, een flexibilisering van de arbeidsmarkt en meer mobiliteit. Daarnaast leidt het veranderde maatschappelijk speelveld ertoe dat mensen die verkeerd of

te laag zijn opgeleid waarschijnlijk langer aan de kant staan. Met deze veranderende omgeving is de vraag op welke wijze het MBO hier op kan anticiperen. Verandert de omgeving waarin een opleider actief is, dan verandert de opleider mee. In de notitie ‘Op weg naar een Kennispact: het mbo en de Brabantse ambities’ hebben de Brabantse mbo-bestuurders in 2011 de ambitie uitgesproken om samen met overheid en ondernemingen te komen tot de oprichting van een ‘Kennispact’. In 2015 heeft deze samenwerking geresulteerd in een gezamenlijke Brabantse mbo-agenda: Kennispact 3.0. Hierin zijn alle Brabantse mbo-instellingen betrokken: allemaal leveren ze in samenhang met elkaar een bijdrage aan de vernieuwing van de arbeidsmarkt en aan het vinden van antwoord op de vragen die er zijn over de toekomst van de leerling en zijn baan en beroep. Deze vernieuwing krijgt vorm door samen te onderzoeken hoe de beroepen van morgen, de curricula van morgen en de didactiek en pedagogiek van morgen eruitzien. Wat is daar voor nodig en hoe zetten we het resultaat in voor het mbo-onderwijs van Brabant? Om tot antwoord te komen op deze vragen zijn drie doelen ontwikkeld. Het versterken van de innovatie- en ontwikkelkracht van het Brabants mbo. Verbinding creëren en dialoog met bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen. Het borgen van een samenhangend stelsel beroepsonderwijs, bestaande uit voltijds-, deeltijdonderwijs en educatie in Brabant, passend binnen de kennisinfrastructuur van Brabant. Deze doelen sluiten aan bij de thema’s van de provincie Noord-Brabant: onderwijs/arbeidsmarkt, flexicurity, sociale innovatie, social inclusive en internationalisering. Om de drie doelen te realiseren zijn in Kennispact 3.0 een aantal programmalijnen benoemd die nu ontwikkeld worden. Macrodoelmatigheid Het realiseren van een betere aansluiting van het opleidingen aanbod op de arbeidsmarkt van Brabant en een doelmatigere spreiding van dat aanbod. Associate Degree opleidingen Samen met de Brabantse HBO- instellingen worden AD opleidingen ontwikkeld als onderdeel van doorlopende leerlijnen. Van belang hierin is dat er een doelmatig aanbod Brabant breed ontstaat, vanuit de door het mbo gewenste positie. De Associate Degree opleidingen hoeven niet gekoppeld te zijn aan een hbo-bachelor en kunnen ingezet worden als een zelfstandige hbo-opleiding met een eigen pedagogisch concept en arbeidsmarktprofiel. De regionale inkleuring en de rol van de Brabantse werkgevers is uitermate belangrijk in deze.

j.smits

Markering


5.3.3 ROC Ter AA: ketenpartner in arbeidsmarktontwikkelingen Eén van de strategische doelstellingen van ROC Ter AA is het leveren van een bijdrage en uitvoering geven aan ’een Leven Lang Leren’. Dit betekent dat onze organisatie zich óók richt op de scholing van werkenden, werkzoekenden en volwassenen die zich voorbereiden op een (andere) rol op de arbeidsmarkt.

Naast cursussen en trainingen biedt ROC Ter AA bedrijven en instellingen de mogelijkheid om hun medewerkers mbo-opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) te laten volgen. Deze mbo-bedrijfsopleidingen worden onder verantwoordelijkheid van ROC Ter AA verzorgd. Presta Opleidingen is de werkorganisatie van de mbo-bedrijfsopleidingen die uitgevoerd

worden op locatie bij het bedrijf of op een locatie van ROC Ter AA. Bij deze opleidingen wordt vaak ook samengewerkt met (commerciële) aanbieders waarmee samenwerkingsovereenkomsten worden afgesloten. De voorkeur ligt bij uitvoering voor en in

bedrijven in de Brainport-regio. Uitvoering vindt echter ook buiten de regio plaats, bijvoorbeeld met: een bedrijf uit de regio, dat voor vestigingen of partners elders in het land dezelfde

opleiding graag verzorgd ziet; of één van de samenwerkingspartners die het ontwikkelde aanbod in een groter gebied

uitzet. Enkele samenwerkingspartners van ROC Ter AA opereren landelijk.

In 2014 is met ROC Midden Nederland en ROC Leiden en Onderwijs Capabel Groep een consortium opgericht om in heel Nederland onderwijs te verzorgen aan volwassenen die na de Inburgeringscursus een beroepsopleiding BOL starten. ROC Ter AA verzorgt de opleidingen vooral in Zuid-Nederland. Gegeven de keuze van bijna alle ROC’s om eind 2015, ingegeven

door het groot aantal vluchtelingen en statushouders in Nederland, de cursussen en opleidingen aan deze groep weer te gaan verzorgen, maakt uitvoering buiten de eigen regio

Zuidoost-Brabant niet meer noodzakelijk. Vanaf 2016 is er geen nieuwe instroom meer en bouwen Capabel en ROC Ter AA de opleidingen af. Voor de opleiding van mensen, met als doel een verbetering van de positie in de maatschappij, werkt ROC Ter AA intensief samen met de Peelgemeenten. Deze gemeenten hebben samen met het bedrijfsleven de activiteiten in het kader van de Participatiewet gebundeld in het zogenaamde Werkbedrijf. ROC Ter AA werkt nauw met hen samen op strategisch en operationeel niveau.

5.3.5 Volwasseneneducatie Wet Educatie- en Beroepsonderwijs (WEB) In 2015 is met alle gemeenten in de Peelregio een regionale productovereenkomst afgesloten. Bij de invulling van de productovereenkomst is ingestoken op cursussen ten behoeve van het

verbeteren van de kansen op de arbeidsmarkt.

ROC Ter AA heeft cursussen uitgevoerd gericht op lezen en schrijven (o.a. alfabetisering), rekenen, ondersteunende digitale vaardigheden en NT2 (Nederlands als tweede taal). Daarnaast zijn er cursussen uitgevoerd die zich richten op taalverhoging ten behoeve van:

doorstroom naar het mbo (scholingsgerichte NT2); verhoging participatie (Nederlands in het kader van activering); doorstroom naar de arbeidsmarkt (arbeidsmarktgerichte NT2).

Leven lang leren Duurzame inzetbaarheid van de Brabantse inwoner heeft een economische maar ook maatschappelijke betekenis. Samen met het bedrijfsleven -naast de actuele reguliere opleidingen – zal een opleidingsaanbod ontwikkeld worden ten behoeve van duurzame inzetbaarheid (educatie) en employability. Ontwikkeling nieuwe curricula 60% van de banen die er over tien jaar zijn kennen we nu niet. MBO instellingen en bedrijven

onderzoeken samen vanuit maatschappelijke en economische vraagstukken voor welke beroepen opgeleid wordt. Dat gebeurt in werkateliers. Door de snelle maatschappelijke veranderingen is een permanente dialoog met de bedrijven noodzakelijk over het curriculum. Opleidingen en curricula moeten toegespitst zijn op wat een economische regio en de bedrijven nodig hebben. Het uitgangspunt is dat 25% van de opbrengst van de werkateliers vertaald wordt in curricula en opgenomen in de opleidingen. Experimenten Het MBO-onderwijs moet meer flexibiliteit en snelheid inbouwen. Daarvoor is het nodig om op het gebied van vernieuwing permanent in dialoog te zijn met bedrijven en instellingen. Bedrijven willen veranderingen graag snel zichtbaar maken. Samen met het bedrijfsleven worden daarom experimenten opgezet die de ontwikkelingen binnen Kennispact 3.0 versterken. Daarnaast is het belangrijk om te kunnen experimenteren buiten de bestaande regelgeving om. Een regelvrije zone in Brabant zou daar de juiste mogelijkheden voor kunnen bieden.


Inburgering In 2015 werd inburgering in het kader van de Wet Inburgering (oude stijl) nog voor inburgeraars uit drie regiogemeenten door ons verzorgd. Op verzoek van de gemeenten zijn we in 2014 gestart met lesgroepen inburgering voor inburgeraars die vallen onder de nieuwe

wet inburgering (zelfmelders). Door een grote toename van aanmeldingen is het aantal groepen fors uitgebreid en worden deze momenteel aangeboden in de gemeenten Helmond, Someren en Gemert-Bakel. In 2015 heeft ROC Ter AA wederom voor deze inburgeringscursussen het keurmerk Blik op Werk behaald. Het onderzoek van dit keurmerk liet een grote tevredenheid zien van de opdrachtgevers c.q. gemeenten (cijfer 8,3 met een landelijk gemiddelde van 7,5) en van de deelnemers (cijfer 8,6 met een landelijk gemiddelde van 7,7).

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) ROC Ter AA heeft in 2013 een aanbesteding gegund gekregen voor het verzorgen van

taalonderwijs voor pedagogische medewerkers in de VVE. Deze opdracht liep over de periode 2013-2015. In deze periode hebben 97 kandidaten een traject gevolgd en zijn er 91 geslaagd. Begin 2015 bleek nog steeds behoefte te bestaan voor deze taaltrajecten.

Op verzoek van de gemeente Helmond heeft ROC Ter AA vervolgens een subsidie aangevraagd om aan de vernieuwde vraag te voldoen. Mei 2015 is deze aanvrage gehonoreerd. In het kader van de subsidie 2015 hebben zich 77 kandidaten voor een taaltraject aangemeld. 72 kandidaten zijn getoetst met instaptoetsen, de overige 5 hebben zich afgemeld. Aan het einde van het jaar waren 48 kandidaten geslaagd en gingen er 24 door naar 2016. Voor een financieel overzicht zie hoofdstuk 8.

5.3.6 Internationale oriëntatie van studenten en docenten 2015 De internationalisering van de arbeidsmarkt heeft tot gevolg dat het middelbaar beroepsonderwijs steeds meer aandacht besteedt aan internationale aspecten. De belangstelling voor internationalisering of i-BPV is groeiende, hetgeen ook blijkt uit onze eigen

cijfers. De internationale stages op ROC Ter AA worden in de volle breedte binnen de colleges gepositioneerd. In het kader van het Excellentieprogramma Kwaliteitsplan worden de mogelijkheden verder uitgebouwd, met name in het Business College Voor het College

Dienstverlening zijn de internationale stages minder van toepassing, omdat het alleen tweejarige niveau 2 opleidingen betreft, waarbij de studenten vaak nog erg jong zijn (< 18 jaar). In 2015 bleek, dat de accreditatie van stageplaatsen soms moeizaam verloopt. Nederlandse accreditatie-eisen worden in het buitenland wel eens als bureaucratisch ervaren, waardoor het moeilijker wordt om aan stageplaatsen te komen of om ze te behouden. Dit probleem is bekend bij de MBO Raad en de Stichting Bedrijfsleven en Beroepsonderwijs (SBB).

Het afgelopen jaar hebben 29 studenten in het kader van internationalisering een stageperiode doorgebracht in: Spanje, Italië, Engeland, Malta of Duitsland. Negen medewerkers hadden een docentenstage van een week in Spanje, Italië of Finland.

Tabel 5b. Overzicht van de internationale stages

Tabel 5c. Overzicht van de internationale stages per mbo-college

Doelgroep 2015 2014 2013 2012

Studenten binnen EU 29 26 20 19

Studenten buiten de EU 0 2 0 0

Onderwijsgevenden/medewerkers 9 9 5 1

Totaal 38 37 25 20

Colleges

aantal in % aantal in %

Bouw & Design College 3 10% 0 0%

ICT College 1 3% 0 0%

Business College 17 59% 2 22%

Dienstverlening College 0 0% 1 11%

Onderwijs & Kinderopvang College 4 14% 4 45%

Zorg & Welzijn College 4 14% 2 22%

Totaal 29 100% 9 100%

studenten medewerkers


6. Een gezonde bedrijfsvoering

6.1 Inleiding Een van de randvoorwaarden voor het kunnen blijven bieden van kwalitatief goed onderwijs is het hebben van een gezonde bedrijfsvoering. We sturen via de PDCA-cyclus op het realiseren van continue kwaliteitsverbetering en het zo doelmatig mogelijk inzetten van onze middelen voor het verzorgen van goed onderwijs. In onze Kwaliteitszorgcyclus komen kwalitatieve en financiële parameters samen. In dit hoofdstuk lichten we het Financiële perspectief van onze Balanced Scorecard toe (zie hoofdstuk 3 voor onze resultaten op alle kritische prestatie indicatoren die we hebben

opgenomen in onze Balanced Scorecard). Prestaties in dit perspectief moeten resulteren in verbetering van de financiële resultaten en het waarborgen van onze continuïteit. Voor 2015 zijn doelstellingen geformuleerd op het gebied van liquiditeit/solvabiliteit, rendement en

stabiliteit van de leerling-populatie die in onderstaande paragrafen worden toegelicht.

6.2 Financiën 6.2.1 Liquiditeit en solvabiliteit (KPI 9) Per 31-12-2015 bedraagt de liquiditeit 1,58 (158%) en de solvabiliteit 61,50%. De verbetering van beide kengetallen die in 2013 is ingezet, heeft zich voortgezet in 2014 en 2015 (zie

onderstaande grafieken). Hiermee zijn gestelde doelstellingen voor deze ratio’s wederom gerealiseerd. In 2013 was de liquiditeit nog 0.62 en de solvabiliteit 56,3% (boven de norm). Het jaar 2014 is mede dankzij minder investeringen en een hogere OC&W-bijdrage met een positief resultaat afgesloten. 2015 is met name de liquiditeit verbeterd door een betalingsregeling met een grote samenwerkingspartner. Begin 2016 wordt deze regeling opnieuw bekeken.

Bovenstaande heeft zich vertaald naar verbeterde kengetallen. Daarnaast zien we bij de liquiditeitsontwikkeling dat de beoogde groei niet in die omvang is gerealiseerd, waardoor de hieraan gekoppelde liquiditeitsteruggang minder sterk zal plaatsvinden (t+2). Ten gevolge van de afname van de contractactiviteiten zijn de komende jaren fluctuaties te verwachten in de liquiditeit en solvabiliteit binnen de bandbreedte van de gestelde normen.

Tabel 6a. Meerjarig verloop liquiditeit (geconsolideerde cijfers)


Tabel 6b. Meerjarig verloop solvabiliteit (geconsolideerde cijfers)

6.2.2 Ratio personele lasten / totale lasten (KPI 10) Het streefpercentage van de totale personele lasten versus de totale ROC-baten ligt tussen 70% en 73%. Voor 2015 komt dit percentage op 71,4% en is de KPI daarmee gerealiseerd.

6.2.3 Rendement (KPI 11)

Diploma- en jaarresultaat 7 Op instellingsniveau zijn een jaarresultaat van 71,8%8 en een diplomaresultaat van 72,1% gerealiseerd. Dat betekent een daling van 7% (JR) en 6,7% (DR). Met dit resultaat zitten we onder het landelijke gemiddelde (respectievelijk -2,3% en -2,9%). Dit iets lagere gemiddeld resultaat wordt vooral veroorzaakt door de activiteiten bij Presta. Voor de ingeburgerde en taalzwakke (jong) volwassenen is een rendementsdoelstelling van 72% niet haalbaar.

In onderstaande tabel zijn de cijfers over 2015 per college opgenomen. Niet alle colleges voldoen aan de KPI-norm van 72%, zoals het ICT College (JR 65,3% / DR 68,8%) en het Dienstverlening College (JR 65,8% / DR 68,8%). Ook Presta Opleidingen haalt de norm niet (JR 66,4% / DR 65,0%) met de groepen net ingeburgerde en taalzwakke (jong) volwassenen. Een aantal colleges laat een verbetering zien ten opzichte van het voorgaande jaar: Business

College, Zorg & Welzijn en Onderwijs & Kinderopvang. Het beoogde rendement voor de Entree-opleidingen is behaald, respectievelijk JR (65,9%) en DR (71,4%). Tabel 6c. Overzicht diploma- en jaarresultaat 2015 per college

7 Voor definities: zie pagina 63. 8 De cijfers van jaarresultaat en diplomaresultaat zijn voorlopig, gebaseerd op peilmoment 06-04-2016.

DUO maakt binnenkort de definitieve cijfers openbaar.

College Jaarresultaat Diplomaresultaat

Bouw & Design College 73,1% 74,8%

Techniek & Technologie College 81,0% 80,1%

ICT College 65,3% 68,8%

Business College 79,6% 82,6%

Dienstverlening College 65,8% 68,8%

Onderwijs & Kinderopvang College 81,3% 81,0%

Zorg & Welzijn College 78,2% 78,3%

Presta Volwassenenonderwijs 66,4% 65,0%

Entree opleidingen (niv. 1) 65,9% 71,4%


Tabel 6d. Overzicht doelstelling en realisatie diploma- en jaarresultaat 2015

Voortijdig Schoolverlaten (VSV)

De overheid heeft middelen beschikbaar gesteld om het percentage VSV jaarlijks terug te dringen. Voor meetjaar 2014-2015 gelden streefpercentages VSV per niveau. ROC Ter AA kende in 2014-2015 een absoluut aantal van 160 VSV-ers; procentueel is dat 5,9% (landelijk: 5,4%).

Er zijn de afgelopen jaren met succes verschillende acties ingezet om uitval tegen te gaan, zoals doorstroomcoaching, jobcoaching, matchmentor, analyse van de cijfers door

trajectcoaches en teamleiders en opvang van dreigende uitvallers. Daarnaast is ook overleg geweest met het vmbo om de programma’s beter op elkaar af te stemmen. Waar 2013-2014 een zeer succesvol VSV-jaar was voor ROC Ter AA (met slechts 4,1% VSV), waarin de resultaten een reflectie waren van de verrichte inspanningen, zien we in 2014-2015 een achteruitgang. Onze inspanningen zijn volop gericht op het continue terugdringen van ongediplomeerde uitstroom, echter zijn de cijfers toch gestegen. Dit komt onder meer door

een grotere groep gediplomeerde schoolverlaters vanuit niveau 1. Ook onze samenwerking met Capabel SBMO en Capabel VVS met taalzwakke (jong) volwassenen leidt tot groepen met een hogere uitval dan normaal. Vooral om persoonlijke redenen of ongemotiveerd gedrag in de beroepspraktijkvorming. De VSV-cijfers zijn nog voorlopig9. Belangrijkste uitstroomredenen zijn motivatie/zelfdiscipline

en onvoldoende studievoortgang.

Tabel 6e. De resultaten VSV vs de streefpercentages

9 Het betreft hier voorlopige landelijke resultaatcijfers 2015, gepubliceerd in maart 2016.


Tabel 6f. Percentage VSV’ers en uitvallers per niveau vs. doelpercentage 2014-2015

De meest recente VSV-gegevens zijn (van het ministerie ontvangen d.d. 16 maart 2016) zijn

in bovenstaande grafiek weergegeven en zijn als volgt:

Niveau 1: doel 22,50%; niet gerealiseerd 36,96% Niveau 2: doel 10,00%; niet gerealiseerd 11,64%

Niveau 3/ 4: doel 2,75%; niet gerealiseerd 3,09%

6.2.4 Stabiele leerlingpopulatie (KPI 12) De doelstellingen om de studentenpopulatie te stabiliseren zijn niet gerealiseerd. Het aantal studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) bedroeg 2.677. Met dit aantal is de doelstelling (2.700) nét niet bereikt. Het aantal studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) daalde naar 922, beduidend lager dan de beoogde 1.400 studenten. Ook dit jaar geldt,

dat er door de economische crisis minder leerwerkbanen beschikbaar zijn, waardoor bbl-constructen minder beschikbaar en minder aantrekkelijk zijn. Om deze trend te buigen heeft ROC Ter AA de volgende acties uitgevoerd:

werving met extra informatieavonden; verbeteren van de intake & begeleiding;

projecten met vmbo-t Carolus en vmbo-t Knippenberg College; gecombineerde leerweg bol/bbl om instroom in niveau 4 bouwkaderopleiding

aantrekkelijker te maken.

samenwerking met Techniek Summa College; Tabel 6g. Het aantal ongewogen studenten mbo (meerjarig verloop)


6.2.5 Treasurymanagement ROC Ter AA onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Zij wenst haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten. ROC Ter AA voert een behoudend

treasurybeleid: wij streven een risicoarm en doelmatig beheer na, zowel ten aanzien van financiële geldstromen, financiële posities als het aangaan van hieraan gebonden risico’s. Ten aanzien van beleggingen hanteren wij het standpunt, dat publiek geld wordt verstrekt ten behoeve van het primaire proces van onze instelling, te weten het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Wij zijn van mening, dat dit proces niet in gevaar mag worden gebracht door het aangaan van risico’s die daar niet direct betrekking op hebben, zoals het risicovol beleggen van tijdelijk overtollig publiek geld. We beseffen dat het voeren van een prudent

treasurybeleid (op korte termijn) minder rendement oplevert. Het is echter een bewuste keuze; het levert ons namelijk de zekerheid op van een risicoarm en transparant treasurybeleid, waarbij te allen tijde de focus op het leveren van kwalitatief goed onderwijs

behouden blijft. In 2013 is het treasurystatuut van ROC Ter AA herzien, waarbij nadrukkelijk is geanticipeerd

op het verder aanscherpen van de regeling Beleggen en Belenen. Met het ROC Ter AA treasurystatuut regelen we de ’beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Ten aanzien van het afsluiten van derivaten zijn wij van mening, dat het afsluiten van zulke producten enkel verantwoord kan worden, indien ze afgesloten worden om renterisico’s af te dekken. Ook de huidige renteswap is afgesloten met dit doel. Het was destijds de enige

mogelijkheid om gedurende lange tijd een vastrentende lening te verkrijgen voor de financiering van het pand Keizerin Marialaan (de variabele lening werd gekoppeld aan de renteswap, wat de variabele lening vastrentend maakt). Een open positie wordt voorkomen, doordat de lening en de gekoppelde renteswap een gelijke

looptijd kennen. Tevens is in 2015 (zie jaarrekening 2015) de Regeling Jaarverslag 290 financiële instrumenten toegepast.

De geplande activiteiten voor de komende jaren zullen naar verwachting geen extra beslag leggen op de externe financieringsbehoefte. 6.2.6 Inkoop Het inkoopbeleid ROC Ter AA (april 2010) is geactualiseerd en vastgelegd in het document inkoop- en aanbestedingsbeleid, met als ingangsdatum 1 april 2015. Met dit beleid

conformeert ROC Ter AA zich aan: de aanbestedingswet 2012; de gids Proportionaliteit; richtsnoeren voor het plaatsen van opdrachten voor leveringen en diensten; ARW 2013;

klachtenreglement.

ROC Ter AA hanteert per 1 april 2015 de algemene FSR inkoopvoorwaarden voor Leveringen en Diensten aan MBO instellingen en de aanvullende FSR Inkoopvoorwaarden voor Cloudservices. Deze inkoopvoorwaarden zijn door ROC Ter AA gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. In het kader van het Europees aanbestedingsrecht zijn onderstaande aanbestedingen gedaan: Drukwerk

Gepubliceerd in 2011, samen met: ROC Eindhoven, ROC De Leijgraaf en AOC Helicon en afgehandeld in 2012. Eind 2014 is opnieuw besloten het contract met 1 jaar te verlengen tot 16 februari 2016. De Europese aanbesteding kan daarna niet meer verlengd worden. In 2016 wordt drukwerk opnieuw aanbesteed, de inkoopprocedure wordt later bepaald.

Energie

ROC Ter AA neemt deel aan de gezamenlijke MBO Europese aanbesteding Energie, incl.

verduurzaming van het gas- en elektriciteitsverbruik. Ingangsdatum: 1 januari 2013, einddatum 31 december 2016. Voor de periode vanaf 2017 heeft ROC Ter AA deelgenomen aan de gezamenlijke MBO Europese aanbesteding Energie, excl. verduurzaming van het gas- en elektriciteitsverbruik. Aan deze aanbesteding hebben 53 ROC’s/AOC’s deelgenomen. Begin 2015 is de aanbesteding gegund.


Voor verduurzaming van het gas- en elektriciteitsverbruik maakt ROC Ter AA gebruik van de optie om in eigen beheer het geld te reserveren voor programma’s omtrent energiebesparing (de meest duurzame manier) of zonnepanelen.

Kantoorartikelen

Europese Aanbesteding kantoorartikelen, in combinatie met 21 ROC’s/AOC’s, loopt tot 30 april 2014. In combinatie met 28 ROC’s/AOC’s is er een nieuwe Europese aanbesteding uitgevoerd. De nieuwe contractant is vanaf 01-05-2014 actief. Het contract loopt tot 30 april 2016 met de mogelijkheid van twee maal één jaar verlenging.

Multifunctionals ROC Ter AA heeft in 2009 een Europese aanbesteding uitgevoerd voor de multifunctionals. Dit contract loopt tot 01-10-2014. Het contract is verlengd tot 01-04-2015, met een

verlenging tot uiterlijk 01-10-2015. Daarna is het contract verlengd voor een periode van zes maanden ingaande op 24 september 2015. Vanaf 24 maart 2016 loopt de overeenkomst maandelijks door en is deze maandelijks opzegbaar. In 2016 wordt een

nieuwe aanbesteding opgestart; Catering 2B-dienst

Het contract catering marktplein is per 01-05-2014 beëindigd. Vanaf 01-05-2014 is de

catering van ROC Ter AA opgezet volgens de systeem Gezonde Schoolkantine. De dagelijkse leiding wordt uitgevoerd door een SW-bedrijf (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) met inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en inzet van eigen studenten. Het contract kent een proeftijd van één jaar, met de optie voor negen maal verlening van één jaar. Het proefjaar is met succes afgesloten, het contract is verlengd tot 1 mei 2016;

Hardware-ICT

ROC Ter AA heeft in 2015 deelgenomen aan de aanbesteding Hardware-ICT. De deelnemers van deze aanbesteding zijn: Gilde Opleidingen, HZ University of Applied Sciences, Scholengroep Pontes, Scalda, Summa College en ROC Ter AA. Het penvoerderschap van deze gezamenlijke aanbesteding is gevoerd door Summa College.

6.3 Notitie Helderheid In de notitie ’Helderheid in de bekostiging beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 2004’ worden de geconstateerde verschillen in interpretatie van de bekostigingsvoorwaarden door het ministerie OCW toegelicht en verder uitgewerkt. Een aantal onderwerpen uit deze notitie moet expliciet toegelicht worden in de jaarrekening 2015 en komt hier thematisch aan bod. Thema 1. Uitbesteding

Evenals in voorgaande jaren is in 2015 door ROC Ter AA uitvoering gegeven aan opleidingen BOL en BBL voor volwassen werkzoekenden (re-integratie) en werknemers in bedrijven. Een deel van de onderwijsuitvoering wordt soms uitbesteed. ROC Ter AA verzorgt het onderwijs dan samen met externe (soms commerciële) partijen, die een deel van de uitvoering onder verantwoordelijkheid van het ROC verzorgen. ROC Ter AA stelt het onderwijsprogramma op,

voert altijd ook onderwijsactiviteiten zelf uit en ziet toe op de kwaliteit van de onderwijsuitvoering en verzorgt de afname van examens en diplomering. In bijna alle gevallen

wordt het onderwijs op de werkplek in het bedrijf of bij de samenwerkingspartner verzorgd. De mate van uitbesteding kan per samenwerkingspartner (Capabel, SINL e.d.) verschillen en onder meer op basis hiervan worden afspraken gemaakt over een redelijke vergoeding, waarbij er vanuit ROC-oogpunt toetsing van contractuele afspraken op kostendekkendheid (integrale kostprijs) en risicobereidheid plaatsvinden.

De crisis in de bouwsector heeft het aantal plaatsen voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) geminimaliseerd. Om opleidingen voor jonge mensen toch mogelijk te maken, is gekozen voor een bol-opleiding in samenwerking met Bouw- en Inframensen Mierlo en de Schildersvakschool Peel, waarvan het praktijkgedeelte uit het curriculum is uitbesteed aan het samenwerkingsverband.

Thema 2. Investeren van publieke middelen in private activiteiten ROC Ter AA heeft evenals in voorgaande jaren ook in 2015 voor een beperkt aantal externe organisaties trajecten uitgevoerd die als maatwerk kunnen worden gezien, maar dit in formele zin niet zijn. Het betreft telkens OC&W-bekostigde bbl-trajecten, die aan alle eisen voldoen en waarbij opdrachten worden toegevoegd die zijn toegesneden op een externe organisatie. Derhalve hebben we het hier niet over private activiteiten. Voor de trajecten die op basis van


standaardopleidingen zijn ontwikkeld, maar waar additionele dienstverlening van toepassing is, wordt voor het ‘maatwerkdeel’ van de externe organisatie een additionele bijdrage gevraagd. ROC Ter AA verzorgde in 2015 op verzoek van gemeenten inburgeringscursussen voor

zelfmelders. Dat is een private activiteit waarvoor de deelnemers zelf betalen. Andere volledige maatwerktrajecten worden eveneens niet uit publieke middelen gefinancierd; hiervoor wordt aan de betreffende organisaties een kostendekkende bijdrage gevraagd. Dit gold in 2015 voor de lascursussen en voor de aanbesteding die de Gemeente Helmond ROC Ter AA gegund heeft in het kader van het uitvoeren van taalonderwijs voor leid(st)ers in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).

ROC Ter AA heeft in 2015 geen fondsen voor bijvoorbeeld voorzieningen voor studenten. MBO Automotive Centrum (MAC).

Nadat in 2008 binnen Brainport werd gekozen voor de ontwikkeling van een Automotive Campus in Helmond is door ROC Ter AA het initiatief genomen tot het realiseren van een passende Automotive mbo-opleiding. Hiermee speelt ROC Ter AA in op de sterke concentratie

van automotive-toeleveranciers in de regio Zuidoost-Nederland. Later in 2010 is het initiatief door ROC Ter AA uitgebreid met betrokken automotive-bedrijven en drie andere ROC’s in de regio Brainport. Het MAC valt sinds 2011 onder de regeling Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). In 2012 is deze samenwerking omgezet in een Coöperatieve Vereniging van bedrijven en onderwijs. Het onderwijsprogramma MBO automotive-engineering en de inhoudelijke doorlopende leerlijn mbo-hbo zijn hiermee gerealiseerd.

In 2014 is een nieuw businessplan opgesteld door ROC Ter AA en Summa College; dit businessplan voor MAC geeft een doorkijk naar 2020. Na vaststelling van het nieuwe businessplan heeft ROC Ter AA het penvoerderschap overgedragen aan Summa College.

De nieuwe koers van het MAC vroeg om meer bestuurlijke ruimte dan via een CV met leden mogelijk is. Mede op grond daarvan is ervoor gekozen om de activiteiten te structureren via een samenwerkingsverband. In december 2014 is de Coöperatieve Vereniging door de leden

opgeheven en is voor de nieuwe samenwerking MAC 2020 een BV opgericht. ROC Ter AA en Summa College zijn ieder 50% aandeelhouder. In een latere fase wordt deelname door derden in het aandelenkapitaal niet uitgesloten. De aandeelhouders investeren in het MAC BV via een agiostorting. Start Bouwcampus Mierlo

Crisis in de bouwsector en verschuiving naar aard en omvang van projecten (van nieuwbouw naar renovatie en onderhoud) resulteren onder andere in complexere projecten in de bouw. Dit vraagt om breed opgeleid vakkundig personeel en meer ketensamenwerking. De ambitie die inspeelt op deze ontwikkelingen is het ontwikkelen van een Bouw- en infracentrum te Mierlo tot een publiek-privaat topcentrum van Nederland voor vakmanschap en vaardigheden op het

gebied van civiele techniek, (beton)bouw en infrastructuur. ROC Ter AA zet geen private gelden in.

In mei 2015 is subsidie uit het Regionaal Investeringsfonds verkregen voor een samenwerking tussen Bouw Inframensen Mierlo (samenwerkingsverband van regionale bedrijven in bouwen infratechniek in regio Mierlo), Civilion (het opleidingsinstituut voor civiele betonbouw) en ROC Ter AA met het gezamenlijke doel om bouw-gerelateerd onderwijs op mbo-niveau te innoveren.. Diverse vmbo-scholen, bedrijven, gemeenten Geldrop-Mierlo en Helmond en Brainport zijn aangehaakt bij het project.

Thema 3. Het verlenen van vrijstellingen Voor individuele deelnemers is het mogelijk vrijstellingen te verkrijgen voor het afleggen van toetsen en examenonderdelen op basis van eerder afgelegde examens. Er worden geen vrijstellingen verleend voor examenonderdelen op basis van Eerder Verworven Competenties

(EVC’s). ROC Ter AA neemt zelf geen EVC’s af, met uitzondering van een specifieke ECVET-

pilot samen met de MBO Raad. EVC’s kunnen wel leiden tot aanpassing van het onderwijsprogramma, bijvoorbeeld maatwerk waarbij het inkorten van het programma voor individuele studenten aan de orde kan zijn. Indien betreffende deelnemer voor bekostiging door de Rijksoverheid wordt aangemerkt, voldoet ook het bijgestelde programma aan de daarbij vereiste omvang in klokuren en


instellingstijd. Bij een versneld traject is de inschrijvingsduur van de opleiding korter en is dus ook de tijd die voor bekostiging in aanmerking komt naar verhouding minder. Thema 4. Les- en cursusgeld is niet betaald door de deelnemer

Het lesgeld wordt niet door ROC Ter AA in rekening gebracht, maar door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Bij alle bbl-deelnemers wordt het cursusgeld in rekening gebracht bij henzelf of bij het bedrijf indien een machtiging (zogenaamde derde-verklaring) van de deelnemer aanwezig is. De instelling betaalt geen lesgeld voor deelnemers. Bij 15 deelnemers loopt een incassoprocedure, waarvan niet zeker is of dit tot betaling leidt of die gestopt is als door persoonlijke omstandigheden van de student de vordering oninbaar bleek. Dit laatste wordt pas in overweging genomen nadat de incassoprocedure onsuccesvol is gebleken cq. er geen

zicht is op inbaarheid. Thema 5. In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk

Binnen ROC Ter AA zijn er 2 deelnemers die meer dan één opleiding tegelijk volgen. Voor in- en outputbekostiging wordt de deelnemer voor één opleiding aangemerkt. Het hele jaar door wordt, met name bij bbl-groepen, flexibel in- en uitgestroomd. Er wordt op toegezien, dat het

aantal jaren opleiding dat aan de eisen van omvang en instellingstijd voldoet, overeenkomt met het aantal inschrijvings- cq. bekostigingsjaren. Gedurende het schooljaar komt uitstroom en doorstroom voor. In 2015 waren 5 deelnemers ingeschreven bij zowel Educatie als bij Beroepsonderwijs; VAVO in combinatie met beroepsonderwijs kende 1 dubbele inschrijving. Het is geen beleid bij ROC Ter AA om direct na 1 oktober of 1 februari deelnemers uit te schrijven. Binnen 2 weken na 1 oktober 2015 zijn 23 deelnemers uitgestroomd. Het betreft:

18 uitschrijvingen met diploma; 5 uitschrijvingen zonder diploma.

Van de uitschrijvingen zonder diploma is (nog) niet bekend hoeveel deelnemers bij een andere instelling hun opleiding hebben vervolgd.

Thema 6. De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij/zij is ingeschreven

Er zijn geen deelnemers die een andere opleiding volgen dan waarvoor men ingeschreven is. In de periode van 1-08-2015 tot heden 14-03-2016 is er sprake van 152 zogenoemde omzwaaiers. Het betreft:

112 wijzigingen van opleiding, niet van leerweg; 29 studenten zijn van bol naar bbl geswitcht (19 zelfde opleiding, 10 andere

opleiding);

11 studenten zijn van bbl naar bol geswitcht (9 zelfde opleiding, 2 andere opleiding). Thema 7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven De instelling overlegt ten behoeve van een goede afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarkt met individuele bedrijven/instellingen of de samenwerkingsverbanden daarvan.

De opleiding kan bij voldoende deelname worden uitgevoerd en door iedereen met voldoende toelatingseisen gevolgd worden (brede toegankelijkheid).

Voor de trajecten die op basis van standaardopleidingen zijn ontwikkeld en waar additionele dienstverlening van toepassing is, wordt voor het ‘maatwerkdeel’ van de externe organisatie een additionele bijdrage gevraagd. Het complete overzicht van ‘additionele bijdragen’ van derden verwijzen we naar de specificatie van baten werk voor derden in de jaarrekening (pagina 72, hoofdstuk 7). Niet al deze baten werk voor derden vallen onder de noemer ‘maatwerk’, daar de niet OC&W-bekostigde trajecten ‘contractactiviteiten’ zijn. De

‘maatwerktrajecten’ uit deze specificatie betreffen dus niet de lascursussen en de cursussen werknemersvaardigheden uit genoemde specificatie. Thema 8. Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland In 2015 zijn er 4 buitenlandse studenten (2 uit België, 1 uit Duitsland en 1 uit Spanje), die

onderwijs volgen op de locaties van ROC Ter AA in Nederland. Hun officiële woonadres is

buiten Nederland, maar ze verblijven rechtmatig in Nederland. Van deze groep volgen 2 studenten een bbl-bedrijfsopleiding.


6.4 Continuïteitsparagraaf In deze paragraaf kijken we naar de (financiële) toekomst van de instelling op basis van het beleid zoals dat gold ten tijde van het opstellen van de (meerjaren)prognose 2016-2020

(december 2015) Hierbij is van belang te melden, dat de toekomstgerichte gegevens prognoses zijn waarop de instelling stuurt en welke de organisatie daartoe periodiek bijstelt. Het betreft dus geenszins een voorspelling van de resultaten van de komende jaren. Voorzichtigheid is geboden ten aanzien van het trekken van conclusies ten aanzien van deze ramingen. Vanwege de ontwikkelingen in de sector enerzijds en de continue (bij)sturing van de instelling anderzijds zijn deze data per definitie gedateerd op het moment dat dit jaarverslag gedrukt wordt.

Om weloverwogen besluiten te kunnen nemen, waarbij rekening wordt gehouden met ontwikkelingen in de sector en de bijsturing van de instelling, is inzicht in meerjarenperspectief vanuit verschillende scenario’s van cruciaal belang. Derhalve wordt er jaarlijks een meerjarenprognose opgesteld, de meest recente dateert van december 2015. Aan de hand

daarvan bepalen we onze koers en sturen periodiek bij. Hierbij houden we rekening met de belangrijkste kansen en risico’s.

Op basis van onze huidige inschatting geeft dit geen zorg ten aanzien van de continuïteit. Omgeving De demografische krimp laat zich vertalen naar een afname van het aantal jonge studenten. Daarentegen zien we meer vraag naar het opleiden van volwassenen en groeiende landelijke aandacht voor ‘leven-lang-leren’.

De tevredenheid van gemeenten over de eerdere inzet van ROC Ter AA volwasseneneducatie heeft ertoe geleid dat gemeenten ons hebben gevraagd een aanbod aan inburgeringscursussen te realiseren voor individuele deelnemers. Sinds 2014 voeren we deze private activiteit uit. Dat heeft geresulteerd in een toename in de vraag naar de inburgeringscursussen door individuele deelnemers, zogenaamde ‘zelfmelders’. Deze (groepen) deelnemers leiden we na de

inburgering waar mogelijk toe naar een mbo-opleiding. De toenemende stroom vluchtelingen zal in 2016 e.v. zulke trajecten in aantal doen groeien, is de verwachting. We onderzoeken in

MBO-raad verband actief naar mogelijkheden om voor deze groep de inburgering te kunnen laten samenvallen met het tegelijkertijd kunnen volgen van een beroepsopleiding. We vinden het belangrijk om de tevredenheid van onze studenten, medewerkers en stakeholders periodiek te onderzoeken en op basis daarvan onze dienstverlening te verbeteren. Uit onze laatste onderzoeken naar de tevredenheid van ons werkveld (o.a. BPV-

enquête en Blik op Werk) blijkt dat vertegenwoordigers van het bedrijfsleven tevreden zijn over de BPV en de samenwerking met ROC Ter AA en geven gemeenten aan zeer tevreden te zijn over onze dienstverlening. We zetten ons in om onze mbo-studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op een vervolgstudie, hun toekomstige functie binnen de arbeidsmarkt en hun toekomstige loopbaan

en om trajecten die toeleiden naar een mbo-opleiding voor een grote groep deelnemers

mogelijk te maken. Beleid Uitdagingen voor de komende jaren vormen met name het stabiel houden van de leerlingpopulaties binnen de colleges gegeven de demografische krimp in de regio. Daarnaast sturen we op het meerjarig in balans houden van de baten en lasten gegeven de minder stabiele c.q. teruglopende OC&W-bekostiging voor de komende jaren.

De kwaliteit van onderwijs staat hoog in het vaandel. We leiden studenten op voor het toekomstige beroep en betrekken daarbij actief onze leerwerkbedrijven en andere stakeholders. De onderwijsrendementen zijn over het algemeen een weerspiegeling van deze kwaliteitsfocus, incidenten daargelaten.

ROC Ter AA heeft afgelopen jaren aandacht besteed aan cyclische sturing op Planning & Control waarbij gestuurd wordt op kwalitatieve en financiële parameters. Daartoe is onder meer beleid ontwikkeld waarbij ook risicomanagement als instrument is ingebed in de reguliere Planning & Control-cyclus. Naast een gestructureerde organisatie brede risico-inventarisatie wordt er gewerkt met een tweejaarlijkse auditkalender. De komende jaren zal met name de Planning & Control van het werken in projectstructuren aandacht krijgen, zodat het projectmatig werken tot betere resultaten zal leiden.


6.4.1 Balans, staat van baten en lasten en kengetallen Tabel 6h. De balans (geconsolideerd)

Tabel 6i. Eigen vermogen

Realisatie Realiatie Prognose Prognose Prognose

BALANS 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018

Materiële vaste activa 17.259.153 16.169.424 15.238.845 14.490.777 13.722.142

Financiële vaste activa 0 0 0 0 0

Vaste activa 17.259.153 16.169.424 15.238.845 14.490.777 13.722.142

Vorderingen 1.398.618 1.873.874 1.560.195 1.560.195 1.560.195

Liquide middelen 3.110.331 7.552.860 9.324.718 8.405.364 9.079.288

Vlottende activa 4.508.949 9.426.734 10.884.913 9.965.559 10.639.483

TOTAAL ACTIVA 21.768.102 25.596.158 26.123.758 24.456.336 24.361.625

Eigen vermogen 12.097.103 12.776.736 15.730.602 16.207.518 15.472.558

Resultaat 679.633 2.953.866 476.916 -734.960 895.050

Eigen vermogen 12.776.736 15.730.602 16.207.518 15.472.558 16.367.608

Voorzieningen 730.370 1.048.918 855.770 928.820 1.001.870

Langlopende schulden 3.172.681 2.841.169 2.659.658 2.328.146 1.996.634

Kortlopende schulden 5.088.315 5.975.469 6.400.812 5.726.812 4.995.512

TOTAAL PASSIVA 21.768.102 25.596.158 26.123.758 24.456.336 24.361.625

Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose

EIGEN VERMOGEN 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018

Algemene reserve (publiek) 12.205.059 15.158.925 15.635.841 14.900.880 15.795.929

Algemene reserve (privaat) 571.677 571.677 571.677 571.678 571.679

Eigen vermogen totaal 12.776.736 15.730.602 16.207.518 15.472.558 16.367.608


Toelichting op balans en staat van baten en lasten Activa De gebouwen en terreinen staan tegen boekwaarde op de balans, waarbij rekening wordt

gehouden met jaarlijks vaste afschrijvingspercentages. Er worden de komende jaren geen noemenswaardige investeringen gedaan die de boekwaarde verhogen. Passiva Het eigen vermogen is in 2015 met name toegenomen ten gevolge van beperkte investeringen, relatief hoge diplomabekostiging, t-2 effect bij afname studentenaantal en hogere OC&W-bekostiging dan begroot. Voor een uitgebreide beschrijving van het resultaat

2015 ten opzichte van de begroting 2015, verwijzen we naar art. 7.1 van de jaarrekening. Naar onze verwachting neemt de bekostiging (prijs per student en diploma) de komende jaren

af, waardoor de betaalbaarheid van de organisatie van met name roc’s van beperkte omvang (tot 5.000 studenten) verder onder druk komt te staan. Ook de afname van educatiegelden, waarmee de afhankelijkheid van de rijksbijdrage toeneemt, en de invoering van de

Prestatiebox, waarbij realisatie van prestaties bepalend zijn voor de omvang van de bekostiging, maken dat de onzekerheid omtrent bekostiging verder toeneemt. Dit maakt een roc als ROC Ter AA (onnodig) kwetsbaar door extreme gevoeligheid voor mutaties in onder andere weten regelgeving en noopt tot een continue alertheid en groot adaptief vermogen. Het betekent tevens, dat regelmatig scenario-analyses worden gedaan, waarmee de ontwikkeling van bekostiging, alsmede financiële kengetallen, nauwlettend in de gaten worden gehouden. Sturing op personele formatie, waaronder het beperkt houden van personele

overhead horen hier als vanzelfsprekend bij. De ontwikkeling van het eigen vermogen zal de komende jaren in deze situatie op zijn best stabiliseren. Dit geldt ook voor de financiële kengetallen, zoals hieronder gepresenteerd. De

afgelopen jaren is de financiële positie van ROC Ter AA sterk verbeterd, waardoor er een gezond weerstandsvermogen is ontstaan. Een of twee jaren van tegenvallende resultaten, bijvoorbeeld in jaren waarin de resultaten uit de Prestatiebox onverhoopt tegenvallen, zijn

derhalve prima op te vangen. Het blijft echter zaak om deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten te houden en goed en tijdig bij te sturen waar nodig. Tabel 6j. Overzicht realisatie en prognose liquiditeit en solvabiliteit

Wat voorzieningen betreft worden geen noemenswaardige ontwikkelingen voorzien, behoudens eventuele voorzieningen die het directe gevolg zijn van aanpassingen in weten regelgeving

(zoals de voorziening ‘langdurig zieken’ nieuw is gevormd in 2015). Wel is de verwachting, dat de personele voorzieningen, zowel jubilea als wachtgeld, de komende jaren verder oplopen. Beide houden verband met het vergrijzende personeelsbestand: de kans op jubilarissen is

groot en indien een medewerker wordt ontslagen met wachtgeldrechten, zijn deze over het algemeen omvangrijk vanwege de arbeidshistorie in het onderwijs. De grondslagen waarop deze voorzieningen zijn gevormd, zijn terug te vinden in 7.2 en 7.3.5 van de jaarrekening. De langlopende schulden zijn opgebouwd uit een drietal leningen van de Rabobank waarmee

destijds de nieuwbouw op Keizerin Marialaan is gefinancierd. Met het oog op de bouw van locatie Keizerin Marialaan, die in januari 2003 in gebruik is genomen, is de Stichting in de jaren 2000 en 2002 drie leningen aangegaan voor in totaal k€ 13.614. Er resteert thans nog 1 lening, de rest is volledig afgelost. De lening is op roll-over basis, maar

kent een vaste rente door toepassing van een swap-constructie. De renteswap heeft een nominaal bedrag van k€ 5.445 ingangsdatum 03-01-2000 en einddatum 03-01-2030 en een

vast rentepercentage van 5,46%. De omvang van de swap loopt gelijk met de aflossingen op de desbetreffende lening.

Kengetallen Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose

2014 2015 2016 2017 2018

Liquiditeit 88,61% 157,76% 170,06% 174,02% 212,98%

Solvabiliteit 58,69% 61,46% 62,04% 63,27% 67,19%


Tabel 6k. De staat van baten en lasten

Formatie

De personele formatie is in 2015 ten opzichte van 2014 niet afgenomen ondanks een lager studentenaantal in oktober 2015. De reden ligt in de maatregelen Focus op Vakmanschap waarbij het aantal verplichte lesuren in het mbo-onderwijs is toegenomen. Dit leidt uiteraard tot een hogere vraag naar onderwijzend personeel. Bovendien laat de afname van studenten vanwege de versnippering (kleine getallen) over vele opleidingen zich moeilijk vertalen naar afname van het aantal lesgroepen c.q. naar minder werk. Daarnaast anticipeerden we op groei in volwassenenopleidingen voor het jaar 2015, een groei

die uiteindelijk niet heeft doorgezet. Ook dit heeft tot een stagnatie in de afname van de formatie geleid. Met afname van het studentenaantal trachten we uiteraard ook de formatie management en

ondersteunend personeel in gelijke tred af te laten nemen. Dat is echter op onze schaalgrootte nauwelijks meer mogelijk. De diensten verrichten immers een groot aantal

basiswerkzaamheden die niet afhankelijk zijn van het aantal studenten. Bij afname van studentenaantallen ontstaat hierdoor een andere, minder gewenste, verhouding tussen de verdeling van onderwijzend en ondersteunend personeel. Tabel 6l. Personeel in dienst (op basis van fte)

In de formatie maken we onderscheid tussen management (College van Bestuur en directie), onderwijzend (ondersteunend) personeel ((O)OP) en ondersteunend beheerspersoneel (OBP). Er is geen wetenschappelijk personeel werkzaam bij ROC Ter AA.

STAAT van BATEN en LASTEN Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose

2014 2015 2016 2017 2018

Rijksbijdragen OC&W 26.807.424 30.948.706 29.076.258 25.923.804 27.256.865

Overige overheidsbijdragen 1.169.259 925.138 686.241 620.000 620.000

Cursus- en examengelden 534.986 437.082 540.000 520.000 520.000

Baten werk voor derden 320.964 296.759 299.200 300.000 300.000

Overige baten 910.751 1.229.491 755.399 755.399 655.400

TOTAAL BATEN 29.743.384 33.837.176 31.357.098 28.119.203 29.352.265

Personele lasten 23.073.660 24.286.962 23.843.166 22.041.050 21.609.648

Afschrijvingen 1.501.111 1.454.512 1.409.700 1.388.068 1.408.635

Huisvestingslasten 1.932.798 2.392.484 2.321.911 2.161.538 2.195.334

Overige instellingslasten 2.383.691 2.610.672 3.157.406 3.134.670 3.124.670

TOTAAL LASTEN 28.891.260 30.744.630 30.732.183 28.725.326 28.338.288

Saldo baten en lasten 852.124 3.092.546 624.916 -606.122 1.013.977

Financiële baten 16.266 19.645 0 0 0

Financiële lasten 188.757 158.325 148.000 128.837 118.927

Saldo financiële baten en lasten 172.491 138.680 148.000 128.837 118.927

NETTORESULTAAT 679.633 2.953.866 476.916 -734.960 895.050

Personeel in dienst per 31-12 Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose

op basis fulltime equivalent (FTE) 2014 2015 2016 2017 2018

Management 5,90 6,00 6,00 5,00 5,00

Onderwijzend personeel 172,64 180,24 175,21 155,71 146,21

Ondersteunend beheerspersoneel 115,00 108,64 104,59 99,59 99,59

Totaal personeel in dienst 293,54 294,88 285,81 260,31 250,81

Personeel niet in loondienst 15,03 15,92 23,80 17,40 17,40

Totaal personele inzet 308,57 310,80 309,61 277,71 268,21


Leerlingpopulatie In de meerjarenprognose gaan we uit van een lichte groei van het studentenaantal door enerzijds o.a. via gezamenlijke projecten met het vmbo in Helmond de leerlingen meer aan ons te kunnen binden en anderzijds een toename van ingeburgerde volwassenen naar

beroepsopleidingen. De groei van Helmondse vmbo-leerlingen die zich bij ons inschrijven kan de demografische krimp in de regio compenseren. ROC Ter AA ontwikkelt met gemeenten en bedrijven diverse trajecten voor volwassenen die een plek op de arbeidsmarkt willen behouden of nieuw moeten verwerven. Daar waar mogelijk vertalen we de vraag van de gemeenten en bedrijven naar volwaardige BBL- en BOL-opleidingen.

Tabel 6m. Leerlingpopulatie

6.4.2 Financieringsstructuur (en te verwachten omvangrijke investeringen) Met het oog op de bouw van de huidige hoofdlocatie van ROC Ter AA, locatie Keizerin Marialaan te Helmond, die in januari 2003 in gebruik is genomen, is ROC Ter AA in de jaren

2000 en 2002 drie leningen aangegaan voor de financiering van de bouw voor totaal M € 13,6. De eerste lening 1 was in 2013 al volledig afgelost, de tweede lening is eind 2014 afgelost. Op de derde lening dient thans nog ca. M€ 2,5 te worden afgelost. Als zekerheid is er een 100% borgstelling door het Waarborgfonds BVE verstrekt. Alle leningen zijn lineair dalend. ROC Ter AA is niet voornemens op korte termijn nieuwe leningen af te sluiten. Er staan geen omvangrijke (bouw)projecten op stapel waarvoor nieuwe financieringen nodig worden geacht.

6.4.3 Huisvestingsbeleid Het huisvestingsbeleid van ROC Ter AA is gericht op twee goed geoutilleerde locaties in eigendom: Nieuwveld 59 en Keizerin Marialaan 2, beide gelegen in Helmond. Meer flexibele huisvesting wordt gerealiseerd middels huurcontracten. In 2013 is gestart met het inrichten van de MBO-colleges. Deze organisatieverandering heeft ook grotendeels de huisvestingskalender bepaald in de vorm van kleine aanpassingen aan gebouwen en een groot

aantal werkplekverhuizingen. Verder is het gebouw Nieuwveld 59 uitgebreid met een kantine en doucheruimten. De mogelijkheden voor herbestemming van het gebouw/terrein Helmondselaan zijn onderzocht. Naar verwachting zal dit gebouw/terrein in de loop van 2016 worden verkocht. De huurlocatie Julianalaan wordt ook in de loop van 2016 afgestoten. De studenten van deze locatie worden gehuisvest op Nieuwveld 59. De studenten van Bouw & Design College zijn sinds 2015 (met uitzondering van de mbo-4 opleiding Expo & Design) alle gehuisvest op het terrein van de bouwcampus Mierlo. ROC Ter

AA heeft op het terrein een eigen gebouw waarvan de huur doorloopt tot 2019. Vooralsnog is

de verwachting dat we in 2017/2018 tot afspraken kunnen komen voor een nieuwe periode met een lagere huur, waardoor deze huisvesting gehandhaafd kan blijven. Er zijn geen omvangrijke bouwprojecten gepland voor de nabije periode. 6.4.4 Aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

Voor onze continuïteitssturing gebruiken we o.a. meerjarenprognoses die volgen uit omgevingsontwikkelingen en waarin beleidskeuzes meerjarig zijn doorgerekend naar effecten op exploitatie, liquiditeit en solvabiliteit. Voor betere sturing op korte en middellange termijn zijn in 2014 de periodieke rapportages kwalitatief verbeterd en is gewerkt aan de opzet van een management informatie systeem waarmee actuele managementinformatie vanuit bronsystemen automatisch wordt gegenereerd. In 2015 is het management informatie

systeem opgeleverd en organisatiebreed geïmplementeerd. In 2016 e.v. zal met name worden ingezet op het verbeteren van het gebruik en scholing van gebruikers.

In 2014 en 2015 is gestart met het beschrijven van enkele kritieke primaire processen; in 2016 zal dit, als onderdeel van het systeem van informatiemanagement, opvolging krijgen. Jaarlijks voeren we (risico gestuurd) diverse onderzoeken en audits uit en doen we risico inventarisaties. De verkregen onderzoeksresultaten vertalen we door naar verbeteren beheersmaatregelen waar we vervolgens op sturen via managementcontracten en

teamjaarplannen.

Aantal ingeschreven studenten Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose

teldatum 1 oktober 2014 2015 2016 2017 2018

Aantal studenten totaal ongewogen 3.892 3.597 3.828 3.689 3.724


Eind 2014 hebben we beleid op risicomanagement en een plan van aanpak voor nadere uitwerking en implementatie ontwikkeld. Na vaststelling van het beleid en plan van aanpak is een meerjarige auditkalender vastgesteld en is gestart met gestructureerde risico inventarisaties per cluster. In 2015 is risicomanagement verder doorontwikkeld naar een

instrument dat binnen de reguliere Planning & Control cyclus een plek heeft gevonden. 6.4.5 Risico’s en onzekerheden De belangrijkste risico’s vanuit een meerjarig perspectief betreffen: 1. Demografische ontwikkeling: afname van het aantal jonge mensen in de regio en de

effecten daarvan op de instroom van het regulier onderwijs. Stabiliteit van de leerling-populatie binnen de colleges is een forse opdracht. Activiteiten samen met vmbo en/of bedrijfsleven zijn gericht op deze stabiliteit van instroom. Hoewel fors wordt ingezet

om de leerlingpopulatie stabiel te houden, is krimp van de studentenpopulatie bij ROC Ter AA, gegeven de krimpmarkt in de belangrijkste toeleverancier, het vmbo, niet uit te sluiten.

2. Vanwege onder meer de afname van educatiegelden neemt de afhankelijkheid van de rijksbijdrage toe.

3. Met de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek is prognostiseren van de rijksbijdrage(n) bemoeilijkt, vanwege de verminderde transparantie in het stelsel en de toename van parameters waarvan het aandeel ten opzichte van de sector niet inzichtelijk zijn (bijvoorbeeld verblijfstijd).

4. Hogere eisen aan onderwijskwaliteit. Ondanks druk op budgetten stelt de overheid

steeds meer eisen aan onderwijskwaliteit. Meer financiering gekoppeld aan specifieke prestaties. De Prestatiebox, als onderdeel van de totale OC&W-bekostiging, wordt in 2015 ingevoerd. Dit betekent dat het al dan niet ontvangen van baten voor een groter deel gekoppeld wordt aan specifieke prestaties die jaarlijks kunnen wijzigen. De

financiële onzekerheid neemt hierdoor verder toe. 5. Invoeren van de nieuwe kwalificatiedossiers in 2016. De invoering van de nieuwe

kwalificatiedossiers vraagt om keuzedelen die mogelijk moeilijk kostenneutraal te

realiseren zijn, omdat ze bij ons mogelijk gaan leiden tot kleinere groepen die extra kosten met zich meebrengen.

6. De komende jaren worden hogere eisen gesteld aan de VSV en BPV. Indien we niet aan deze hogere eisen voldoen worden we gekort op de bekostiging via prestatiemiddelen.

7. Afhankelijkheid van enkele contractpartners buiten de regio Helmond/De Peel voor wat

betreft beroepsonderwijs aan volwassenen. Gerichtheid in de eigen regio op verbreding van de activiteiten en partners op de markt van het concept ‘leven- lang-leren’ is nodig en hierop is vanaf 2015/2016 stevig ingezet.

8. Kwaliteit, budget en bedrijfsvoering vragen schaalvergroting in het onderwijs. ROC Ter AA is een relatief klein roc. Indien krimp aan de orde is, dienen hier zorgvuldige

overwegingen aan ten grondslag te liggen. Bekostigingsuitdagingen (geen automatische compensatie voor toenemende kosten, verrassingen gedurende het jaar

en bezuinigingen) zijn steeds lastiger op te vangen naarmate de omvang van de organisatie afneemt.

9. Overheadlasten zijn beperkt bij te stellen bij daling in studentenaantallen gegeven ons doel een volledig roc te willen zijn met alle sectoren (techniek, economie en zorg & welzijn) en volwasseneneducatie. De overheadlasten (management, teamleiders, ondersteunend personeel, gebouwen, apparatuur etc.) bevinden zich voor een, zoals in de wet omschreven volledig roc, nagenoeg op een absoluut minimaal niveau en

vertonen daarmee grotendeels het karakter van vaste lasten. Slechts in zeer beperkte mate zijn deze lasten bij te stellen bij daling van het aantal studenten, waardoor bij daling van het aantal studenten de financiële resultaten verder onder druk komen te staan.

Indien zich geen trendbreuk voordoet in de cruciale risicofactoren, is er geen zorg over de

continuïteit van de organisatie op basis van onze huidige inschatting. 6.4.6 Rapportage toezichthoudend orgaan Het verslag van de Raad van Toezicht over 2015 is te vinden in paragraaf 1.3.2.


7. Jaarrekening 201510

7.1 Toelichting geconsolideerd resultaat 2015 en begroting 2016

Toelichting

De ontwikkeling van het resultaat 2015 ten opzichte van 2014 en de begroting kan als volgt worden verklaard: Waar in de begroting 2015 nog werd uitgegaan van een negatief resultaat van ca. k€ 76

(omdat er op groei werd geanticipeerd), is een resultaat 2015 van ruim M€ 2,9 positief gerealiseerd, een positieve afwijking van maar liefst M€ 3,0. Deze positieve afwijking valt uiteen in:

M€ 1,8 minder lasten (-/-k€ 937 personele lasten; -/-k€ 1.152 overige instellingslasten; +k€ 334 huisvestingslasten) Dit is bijna 1-op-1 het gevolg van het niet-realiseren van de beoogde groei van de

studentenpopulatie bij Presta. Werd er in de begroting nog rekening gehouden met een groei tot 1.140 studenten i.s.m. Capabel per 1 oktober 2015; de voorlopige realisatie blijft steken bij 430 (bekostigde) studenten.

De samenwerking met Capabel was opgezet om ingeburgerde volwassenen de mogelijkheid te geven een BOL-beroepsopleiding te volgen. In de praktijk bleek het lastig om voldoende stageplaatsen te verkrijgen voor deze doelgroep waardoor veel

minder nieuwe groepen zijn gestart dan voorzien. Bovendien startte onder druk van gemeenten en soms ook ROC’s een aantal jong-volwassenen die met 18 jaar niet

10 De Jaarrekening dd. 26-05-2016 is opgenomen in dit Jaarverslag

Baten en lasten Realisatie

2014

Begroting

2015

Realisatie

2015

Afwijking Begroting

2016

OC&W norm 23.918.439 27.243.415 27.552.500 309.085 26.147.663

OC&W niet geoormerkt 1.979.703 2.697.677 2.872.434 174.757 2.390.883

OC&W geoormerkt 909.282 495.825 523.772 27.947 537.712

Rijksbijdrage OC&W 26.807.424 30.436.917 30.948.706 511.789 29.076.258

Overige overheidsbijdragen 1.169.259 812.034 925.138 113.104 686.241

Cursus-, les- en examen gelden 534.986 450.000 437.082 -12.918 420.000

Baten werk voor derden 320.964 300.000 296.759 -3.241 299.200

Overige baten 910.751 604.560 1.229.491 624.931 875.400

Totaal baten 29.743.384 32.603.511 33.837.176 1.233.665 31.357.099

Personele lasten eigen personeel 18.446.367 18.134.261 18.521.662 387.401 18.766.891

Personeelslasten payrolling 611.188 2.209.557 1.121.149 -1.088.408 0

Inhuur derden 3.486.638 3.790.020 3.398.280 -391.740 4.067.832

Overige personele lasten 529.467 1.086.998 1.245.871 158.873 1.011.253

Personele lasten 23.073.660 25.220.836 24.286.962 -933.874 23.845.976

Afschrijvingen 1.501.111 1.488.089 1.454.512 -33.577 1.362.900

Huisvestingslasten 1.932.798 2.057.750 2.392.484 334.734 2.368.763

Overige instellingslasten 2.383.691 3.762.652 2.610.672 -1.151.980 3.157.354

Totaal lasten 28.891.260 32.529.327 30.744.630 -1.784.697 30.734.993

Saldo baten en lasten 852.124 74.184 3.092.546 3.018.362 622.106

Financiële baten 16.266 0 19.645 19.645 0

Financiële lasten -188.757 -150.300 -158.325 -8.025 -148.000

Saldo financiële baten en lasten -172.491 -150.300 -138.680 11.620 -148.000

Nettoresultaat 679.633 -76.116 2.953.866 3.029.982 474.106


verder konden op een ISK (internationale schakelklas). Deze groep bleek te kwetsbaar en te weinig succesvol . Er is grote uitval geweest. Het door ons, voor volwassenen, ontwikkelde curriculum, bleek voor hen ongeschikt. Er zijn daarom sinds februari 2015 geen studenten meer gestart < 23 jaar.

Na deze ervaringen in het eerste kwartaal 2015 is ingegrepen: groepen zijn samengevoegd waar mogelijk en personeel(sinzet) is in lijn gebracht met studentpopulatie. Daarnaast dient vermeld te worden dat de personele lasten zijn overschreden bij het initiële onderwijs. De effecten van de verhoogde urennorm (20% meer lesuren voor eerstejaars studenten) die geldt per augustus 2014 en doorwerken in 2015 zijn onderschat en leggen grote druk op de formatieve kosten. Het is in het initiële

onderwijs daarom lastig gebleken in 2015 binnen de vastgestelde begroting te blijven werken. Deze afwijking in huisvestingslasten wordt veroorzaakt door een nieuwe

boekingsmethodiek voor samenwerkingsverbanden zoals toegelicht in paragraaf 4.6.2 Waardering van gebouwen.

M€ 1,2 meer baten

De positieve afwijking in de batensfeer valt grofweg uiteen in:

o +k€ 309 normatieve rijksbijdrage In november 2015 heeft een extra uitbetaling plaatsgevonden voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 van k€ 350.

o +k€ 175 geoormerkte rijksbijdrage De prestatiemiddelen voor Excellentie is k€ 90 hoger dan begroot; het bedrag

is in 2015 volledig toegekend. Ook de variabele bijdrage prestatiebox voor VSV is in 2015 k€ 50 hoger dan begroot vanwege de goede prestaties VSV in 2013-2014.

o +k€ 113 overige overheidsbijdragen

Er is in 2015 een extra VVE-contract met de Gemeente Helmond gerealiseerd (omvang k€ 95).

o +k€ 625 overige baten

Deze stijging is met name toe te schrijven aan een explosieve groei van de inburgeringscursussen voor zelfmelders met k€ 235, meer omzet van de kantine (eigen beheer), het eenmalig afboeken van de reservering voor borg studentenpassen en de consolidatie van IPC B.V. (MAC B.V.) De laatste post kent geen resultaateffect.


7.2 Grondslagen voor de waardering, resultaatbepaling en consolidatie Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving onderwijs. Hiermee zijn de richtlijnen voor de jaarverslaggeving zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving van toepassing en voor onderwijsinstellingen tevens de sectorspecifieke aanvullingen en afwijkende bepalingen zoals opgenomen in RJ660. Alle bedragen worden vermeld in euro's, tenzij anders vermeld. De vergelijkende cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2014 en de begroting 2015 en aangepast, indien het inzicht dit vereist.

Consolidatie 100 % Deelnemingen: In de geconsolideerde cijfers zijn tevens de cijfers van de 100% deelneming Industrieel

Praktijkcentrum B.V. inbegrepen. De financiële gegevens van deze rechtspersoon zijn voor 100% in de consolidatie opgenomen.

Joint Ventures Daarnaast heeft Industrieel Praktijkcentrum BV in 2015 een 50% belang in MBO Automotive Center BV. Het MBO Automotive Center is proportioneel in het Industrieel Praktijkcentrum geconsolideerd. Vanwege het vereiste inzicht en het beperkt risico zijn de cijfers van stichting Beheer

onderwijscentrum Keizerin Marialaan niet geconsolideerd. In de geconsolideerde cijfers is de financiële bijdrage aan de stichting Beheer Keizerin Marialaan opgenomen op basis van de voorlopige cijfers over 2015. In 2016 zal een eindafrekening volgen op basis van de definitieve cijfers van de stichting.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Algemeen Tenzij anders vermeld, zijn de activa en passiva gebaseerd op historische kosten en gewaardeerd tegen de nominale waarde Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs de, onder aftrek

van de lineair berekende cumulatieve afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Financiële vaste activa De deelnemingen met invloed van betekenis zijn gewaardeerd tegen de netto-

vermogenswaarde, onder aftrek van eventueel noodzakelijke geachte voorzieningen.

Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend zijn gewaardeerd tegen kostprijs, eventueel verminderd met duurzame waardeverminderingen. Derivaten en hedge accounting De instelling maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten, namelijk een renteswap ter afdekking van het renterisico. Dergelijke financiële instrumenten worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen de reële waarde, vervolgwaarderingen vinden plaats in

overeenstemming met kostprijs hedge accounting. Derivaten met toepassing van kostprijs hedge-accounting De afdekkingen worden volgens kostprijshedge-accounting verwerkt, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

de algemene hedgestrategie, hoe de hedgerelaties passen in de doelstellingen van

risicobeheer en de verwachting aangaande de effectiviteit van deze hedgerelaties zijn gedocumenteerd;

de in het soort hedgerelatie betrokken hedge-instrumenten en afgedekte posities zijn gedocumenteerd;

de ineffectiviteit is in de winst-en-verliesrekening verwerkt.


De afdekkingen die aan deze strikte voorwaarden voor hedge-accounting voldoen, worden tegen kostprijs verantwoord, dit conform RJ 290. Voor een nadere toelichting: zie 7.3.5 toelichting op geconsolideerde balans (langlopende schulden).

Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, risico's en verliezen, waarvan de omvang op balansdatum onzeker, maar redelijkerwijs in te schatten is. Voorzieningen worden ook

gevormd voor lasten die in een volgend verslagjaar zullen worden gemaakt en waarvan de oorsprong of in het verslagjaar of in een voorgaand verslagjaar ligt. Daarnaast is de voorziening er om de lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal verslagjaren. De omvang

van de voorziening is berekend op basis van contante waarde met een inschatting van de verdiscontering, hetzij de nominale waarde.

Schulden De schulden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bepaling van het saldo van de baten en lasten

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. De afschrijvingen op materiële vaste activa worden berekend op basis van vaste percentages van de historische aanschafwaarde op basis van de verwachte economische levensduur.

Pensioenverplichtingen Er sprake van een toegezegde bijdrageregeling. Hierbij is een premiebijdrage toegezegd. Voor de pensioenregeling worden op verplichte basis premies betaald aan het pensioenfonds.

Behalve de premiebetaling zijn er geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze regeling. Er is geen verplichting in geval van een tekort bij het pensioenfonds tot het voldoen van aanvullende bedragen anders dan toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze leiden tot een terugstorting of tot een verrekening. De pensioenvoorzieningen zijn ondergebracht bij het ABP. Het ABP gebruikt het middelloon als

salarisgrondslag. Per 31-12-2015 bedroeg de dekkingsgraad 97,2 %. Aangezien de dekkingsgraad onder de 100 % ligt, heeft het ABP een herstelplan, waarin beschreven staat hoe het ABP de financiële situatie in 12 jaar wil herstellen.


7.3 Geconsolideerde cijfers 7.3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

Balans

31-12-2015

31-12-2014

Materiële vaste activa

16.169.424

17.259.153

Financiële vaste activa

0

0

Vaste activa

16.169.424

17.259.153

Vorderingen

1.873.874

1.398.618

Liquide middelen

7.552.860

3.110.331

Vlottende activa

9.426.734

4.508.949

Totaal activa

25.596.158

21.768.102

7.3.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015

Eigen vermogen 12.776.736 12.097.103

Resultaat 2.953.866 679.633

Eigen vermogen 15.730.602 12.776.736

Voorzieningen 1.048.918 730.370

Langlopende schulden 2.841.169 3.172.681

Kortlopende schulden 5.975.469 5.088.315

Totaal passiva 25.596.158 21.768.102


2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Rijksbijdragen OC&W 30.948.706 30.436.917 26.807.424

Overige overheidsbijdragen 925.138 812.034 1.169.259

Cursus- en examengelden 437.082 450.000 534.986

Baten werk voor derden 296.759 300.000 320.964

Overige baten 1.229.491 604.560 910.751

Totaal baten 33.837.176 32.603.511 29.743.384

Personele lasten 24.286.962 25.220.836 23.073.660

Afschrijvingen 1.454.512 1.488.089 1.501.111

Huisvestingslasten 2.392.484 2.057.750 1.932.798

Overige instellingslasten 2.610.672 3.762.652 2.383.691

Totaal lasten 30.744.630 32.529.327 28.891.260

Saldo baten en lasten 3.092.546 74.184 852.124

Financiële baten 19.645 0 16.266

Financiële lasten -158.325 -150.300 -188.757

Saldo financiële baten en lasten -138.680 -150.300 -172.491

Nettoresultaat 2.953.866 -76.116 679.633


7.3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015

7.3.4 Geconsolideerde financiële kengetallen

31-12-2015 31-12-2014

3.092.546 852.124

1.454.512 1.501.111

318.548 -63.265

-475.256 -252.728

887.154 12.643

5.277.504 2.049.885

19.645 16.266

-158.325 -188.757

5.138.824 1.877.394

-364.783 -443.852

0 0

-364.783 -443.852

-331.512 -331.512

-331.512 -331.512

4.442.529 1.102.030

3.110.331 2.008.301

4.442.529 1.102.030

7.552.860 3.110.331

Kasstroomoverzicht

Saldo Baten en Lasten

Aanpassingen voor:

Eindstand liquide middelen

Mutatie liquide middelen

Beginstand liquide middelen

Mutatie liquide middelen

Kasstroom uit financierings activiteiten

Aflossing langlopende schulden

Kasstroom uit investerings activiteiten

(Des)investeringen financiële vaste activa

(Des)investeringen materiële vaste activa

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

Betaalde interest

Ontvangen intererest

Subtotaal kasstroom uit bedrijfsoperaties

- mutaties voorzieningen

- afschrijvingen

- schulden

- vorderingen

Veranderingen in vlottende middelen:

Kengetal Boekjaar Roc Ter AA

geconsolideerd

2015 158,00%

2014 88,60%

2013 62,10%

2015 61,50%

2014 58,70%

2013 56,30%

2015 8,73%

2014 2,29%

2013 3,67%

LANDELIJK

gemiddeld

bron:DUO-CFI

2,40%

1,55%

niet beschikbaar

45,00%

49,00%

niet beschikbaar

102,00%

104,00%

niet beschikbaarLiquiditeit

Solvabiliteit

Rentabiliteit

Kengetal

Liquiditeit

Solvabiliteit

Rentabiliteit

Vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden. De liquiditeit geeft aan in welke mate de instelling aan

zijn verplichtingen op korte termijn kan voldoen.

Het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan op welke wijze de bezittingen

die op de actiefzijde staan, zijn gefinancierd.

Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door de baten uit gewone bedrijfsvoering (incl. rentebaten).

De rentabiliteit geeft aan welk deel van de baten c.q. opbrengsten overblijven na aftrek van de lasten c.q.

kosten.

Omschrijving


7.3.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

In 2015 hebben geen desinvesteringen plaats gevonden.

Als activeringsgrens wordt € 2.500 gehanteerd.

De verzekerde waarde van de gebouwen bedraagt € 32.898.580. De WOZ-waarde van de gebouwen bedraagt € 22.501.900.

Vlottende activa:

De post liquide middelen bevat een saldo ter hoogte van € 73.000 dat niet vrij besteedbaar is. Het betreft een saldo waar voor dezelfde omvang een rekening courant schuld aan het MBO Automotive Centrum is opgenomen.

Materiele vaste active Verkrijging-

prijs 01-01-

2015

Afschrijving

t/m 2014

Boekwaarde

01-01-2015

Investering

2015

Afschrijving

2015

Boekwaarde

31-12-2015

Gebouwen 23.803.957 -10.564.636 13.239.321 4.504 -910.682 12.333.143

Terreinen 2.499.868 2.499.868 2.499.868

Gebouwen en terreinen 26.303.825 -10.564.636 15.739.189 4.504 -910.682 14.833.011

Inventaris en apparatuur 15.603.346 -14.083.382 1.519.964 360.279 -543.830 1.336.413

Materiele vaste activa 41.907.171 -24.648.018 17.259.153 364.783 -1.454.512 16.169.424

3,3 %

10 %

0 %

10 %

10 %

10 %

20 %

20 %

25 %- hard- en software

De jaarlijkse afschrijvingspercentages bedragen:

Voor de onder inventaris en apparatuur opgenomen posten bedraagt dit als volgt:

- gebouwen

- aanpassing gebouwen

- terreinen

- machines en installaties

- schoolmeubilair

- kantoormeubilair

- gereedschappen

- audio-visueel

Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014

Debiteuren 392.906 238.236

Deelnemers/ cursisten 288.508 258.025

Overige overheden 277.503 65.090

Overige vorderingen 958.917 561.351

Vooruitbetaalde kosten 914.957 858.680

Overige 0 0

AF: Voorziening wegens

oninbaarheid debiteuren

0 -21.413

Totaal vorderingen 1.873.874 1.398.618

Voorziening oninbaarheid 31-12-2015 31-12-2014

Stand per 1 januari 21.413 23.841

Onttrekking -21.413 -3.942

Dotatie 0 1.514

Stand per 31 december 0 21.413

Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014

Kas 2.217 823

Bank 1.742.461 821.518

Deposito / spaar 5.808.182 2.287.990

Totaal liquide middelen 7.552.860 3.110.331


Het exploitatieresultaat 2015 is toegevoegd aan de algemene reserve. Publiek/privaat: In de algemene reserve wordt onderscheid gemaakt tussen een publiek en een privaat deel. In 2015 hebben op het private deel geen mutaties plaatsgevonden.

De voorziening personeel is gevormd ter dekking van kosten voortvloeiend uit jubileumgratificaties (1), wachtgeldrecht (2) en langdurig zieken (3). De voorziening jubileumgratificaties is gewaardeerd tegen contante waarde en kent een disconteringspercentage van 2%. De voorziening wachtgeldrecht en langdurig zieken zijn

tegen nominale waarde gewaardeerd. 1) Bij de berekening van de jubileumverplichting is uitgegaan van het personeel dat op de peilmomenten 31-12-2014 en 31-12-2015 een dienstverband had. Voor de berekening van de opgebouwde jubileumrechten is rekening gehouden met het reeds verstreken dienstverband, de gratificatiemomenten, het salarispeil, de werktijdfactor en inschattingen voor indexatie en

verdiscontering. De gehanteerde uitgangspunten worden jaarlijks geëvalueerd en indien noodzakelijk, bijgesteld op basis van trendmatige ontwikkelingen. 2) Bij de bepaling van het wachtgeldrecht is uitgegaan van maximaal wachtgeldrecht, met afslag op basis van ervaringscijfers over de jaren, of indien per medewerker mogelijk een inschatting van het daadwerkelijke gebruik van het wachtgeld. De voorziening wachtgeldrecht is gebaseerd op alle medewerkers waarvan de ontslagdatum vaststaat per 31-12-2015. 3) De voorziening langdurig zieken is gebaseerd voor op de balansdatum bestaande

verplichtingen en het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden, die geheel of gedeeltelijk vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid, niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten. De onderhoudsvoorziening is, tegen nominale waarde, gevormd ter egalisatie van uitgaven voor onderhoud voor de locatie Nieuwveld 59, gebaseerd op het meerjarig onderhoudsplan. Voor de locatie Keizerin Marialaan 2 en 4 is bij de Stichting Beheer Onderwijscentrum

Keizerin Marialaan een voorziening gevormd ad € 1.118.913 voor groot onderhoud.

Eigen Vermogen Stand

01-01-2015

Bestemmings

-resultaat

2015

Overige

mutaties

2015

Stand

31-12-2015

Algemene Reserve (publiek) 12.205.059 2.953.866 15.158.925

Algemene Reserve (privaat) 571.677 571.677

Totaal eigen vermogen 12.776.736 2.953.866 0 15.730.602

Voorzieningen Stand

01-01-2015

Dotaties

2015

Onttrekking

2015

Vrijval

2015

Stand

31-12-2015

Jubileum 199.743 108.824 -15.300 0 293.267

Wachtgeld 140.226 394.723 -89.267 0 445.682

Langdurig zieken 0 56.434 0 56.434

Voorziening personeel 339.969 559.981 -104.567 0 795.383

Voorziening Onderhoud 390.401 78.353 -215.219 0 253.535

Voorziening Algemeen 0 0 0 0 0

Totaal voorzieningen 730.370 638.334 -319.786 0 1.048.918

Voorzieningen Stand

31-12-2015

Kortlopend

<1jaar

Langlopend

> 1 jaar

Voorziening personeel 795.383 109.500 685.883

Voorziening onderhoud 253.535 136.898 116.637

Voorziening algemeen 0 0 0

Totaal voorzieningen 1.048.918 246.398 802.520


Aflossingsverplichting na 5 jaar: € 1.815.117 Kredietinstellingen: Met het oog op de bouw van locatie Keizerin Marialaan, die in januari 2003 in gebruik is

genomen, is de Stichting in de jaren 2000 en 2002 drie leningen aangegaan voor in totaal € 13.613.726. * Lening I is in verslagjaar 2012 afgelost en daardoor vervallen. * Lening II is in verslagjaar 2014 afgelost en daardoor vervallen. * Lening III is op roll-over basis, maar kent een vaste rente door toepassing van een swap-constructie. Als zekerheid is er een 100 % borgstelling door het Waarborgfonds BVE verstrekt. Alle

leningen zijn lineair dalend.

Voor lening III is een renteswap afgesloten met een nominaal bedrag van € 5.445.362 ingangsdatum 03-01-2000 en einddatum 03-01-2030 en een vast rentepercentage van 5,46 %. De omvang van de swap loopt gelijk met de aflossingen op de desbetreffende lening. De marktwaarde van de swap bedraagt per 31-12-2015 € 891.211 negatief. RJ 290 financiële

instrumenten is toegepast. De renteswap is volledig effectief en derhalve is het effect RJ 290 nihil.

Langlopende schulden Resterende

looptijd

(jaren)

Aflossings-

verplichting

2015

2015 2014

*I Rabobank 5,20% (10 jr) 0 0 0 0

*II Rabobank 5,69% (15 jr) 0 0 0 0

*III Rabobank 5,46% (30 jr) 15 181.512 2.541.169 2.722.681

Kredietinstellingen totaal 181.512 2.541.169 2.722.681

waarvan aflossingsverplichting < 1

jaar (KVV)

181.512 181.512

waarvan aflossingverplichting > 1

jaar (LVV)

2.360.017 2.541.169

Stg. Beheer Onderwijs centrum

Keizerin Marialaan >1 jaar(LVV) 2 150.000 300.000 450.000

Overige langlopende schulden 150.000 300.000 450.000

Totaal langlopende schulden 331.512 2.841.169 3.172.681

31-12-2015 31-12-2014

331.512 331.512

2.517.981 1.967.296

897.485 850.161

Pensioenen 236.205 246.197

758.629 727.796

4.741.812 4.122.962

837.657 796.100

0 0

323.000 72.587

0 0

0 94.566

73.000 2.100

1.233.657 965.353

5.975.469 5.088.315

Overlopende passiva

Totaal kortlopende schulden

Kredietinstellingen

Crediteuren

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Overige kortlopende schulden

Nog te betalen M.A.C.

Vooruitontvangen projecten

Overige vooruitontvangen subsidies

Overlopende subsidies OC&W zonder verrekeningsclausule

aflopend (zie specificatie)

Overlopende subsidies OC&W met verrekeningsclausule

Vakantiegeld, vakantiedagen en bindingstoelage

Kortlopende schulden

Kortlopende schulden


Overzicht subsidies OC&W zonder verrekeningsclausule (model G1):

Overzicht subsidies OC&W met verrekeningsclausule aflopend (model G2 A):

Overzicht subsidies OC&W met verrekeningsclausule doorlopend (model G2 B):

Toewijzing

kenmerk

Toewijzing

datum

Toewijzing

bedrag

Ontv. t/m

2015

Totale

lasten

Te

verrekenen

666493-1 20-01-2015 170.353 170.353 170.353 0

170.353 170.353 170.353 0

Schoolmaatschappelijk werk

Omschrijving

Totaal subsidies OC&W met verrekeningsclausule aflopend

Omschrijving Toewijzing

kenmerk

Toewijzing

datum

Toewijzing

bedrag

Saldo

01-01-2015

Ontvangen

tm 2015

Lasten

2015

Totale

lasten

t/m

31-12-2015

Nog te

besteden

31-12-2015

RIF Bouwcampus 704932-1 20-07-2015 830.000 0 290.500 2.500 2.500 288.000

Totaal subsidies OC&W met verrekeningsclausule doorlopend


7.3.6 Niet uit de balans blijkende regelingen

Overige overeenkomsten:

Waarborgfonds BVE In aanvulling op de toelichting bij de langlopende schulden het volgende. Voor lening III (zie 7.3.5) heeft het Waarborgfonds BVE een 100 % borgstelling verstrekt. Daar staat tegenover

dat het Waarborgfonds BVE als zekerheidsstelling in geval van calamiteiten een latente claim op ROC Ter AA heeft ter hoogte van maximaal 2% van de rijksbijdrage.

Daarnaast is voor lening III met een nominaal bedrag van € 5.445.362 een renteswap afgesloten met ingangsdatum 03-01-2000 en einddatum 03-01-2030 en een vast rentepercentage van 5,46 %. De omvang van de swap loopt gelijk met de aflossingen op de desbetreffende lening. De marktwaarde van de swap bedraagt per 31-12-2015 € 891.211. RJ 290 financiële instrumenten is toegepast. De renteswap is volledig effectief derhalve is het effect RJ 290 nihil.

Coöperatieve Rabobank Helmond U.A. De leningen en de kredietfaciliteit zijn bij de Coöperatieve Rabobank Helmond U.A. afgesloten. Ter zekerheid voor de leningen en de kredietfaciliteit, zijn de volgende zekerheden/verklaringen gesteld:

borgstelling door Stichting Waarborgfonds BVE ten behoeve van de leningen zoals benoemd onder de langlopende schulden (zie 7.3.5);

negatieve pledgeclausule; pari passu clausule; no change of ownership / management clausule; material adverse change clause; cross default clausule; no further indebtedness clausule; positieve, negatieve hypotheekverklaring;

positief genormaliseerd netto resultaat: nettoresultaat, gecorrigeerd voor T-2 bekostigingssystematiek, bedraagt minimaal 0,00.

Kredietfaciliteit:

ROC Ter AA heeft bij de Rabobank een kredietfaciliteit van € 1.000.000 welke gekoppeld is aan de betaalrekening. Van deze kredietfaciliteit is in 2015 geen gebruik

gemaakt. BAPO-rechten en regeling duurzame inzetbaarheid Per 1 augustus 2014 is een nieuwe CAO BVE afgesloten. Een belangrijke wijziging ten opzichte van de vorige CAO heeft betrekking op het thema duurzame inzetbaarheid. De Bapo-regeling is afgeschaft (kent nog wel een overgangsrecht) en daarvoor in de plaats is de verlofregeling senioren gekomen. De seniorenregeling is in zijn geheel soberder dan de BAPO. Naast de

mogelijkheid om of 170 uur of 340 uur verlof op te nemen voor werknemers van 57 of respectievelijk 60 jaar of ouder, heeft iedere werknemer recht op een persoonlijk budget van 50 uur ten behoeve van zijn duurzame inzetbaarheid. Hieruit is feitelijk een verplichting uit hoofde van de opgebouwde rechten ontstaan. Aangezien er sprake is van een nieuwe regeling, is er op dit moment nog onvoldoende informatie beschikbaar om een betrouwbare schatting te kunnen maken. Bovendien wordt deze regeling duurzame inzetbaarheid door de gehele BVE-sector in het licht van de voormalige BAPO-regeling geplaatst, waarvoor de verplichting tot het

vormen van een voorziening niet (meer) aan de orde was. ROC Ter AA heeft om deze reden (nog) geen voorziening duurzame inzetbaarheid gevormd.

Huurprijs op

jaarbasis

Start

huurperiode

Einde

huurperiode

251.000 01-04-2004 31-03-2018

Julianalaan 2 in Helmond (BG +1e verdieping) 286.000 01-12-2011 30-11-2016

Nieuwveld 61 incl.sporthal (Brede school) in Helmond 192.000 01-11-2011 31-10-2021

Huurovereenkomsten

Goorsedijk 6 in Mierlo


7.3.7 Overzicht verbonden partijen

Omschrijving doelstelling:

Het beheer en exploiteren van een industrieel praktijkcentrum, dat optimaal voorziet in het regionale bedrijfsleven en het vergroten van de aantrekkingskracht van de industrie voor (potentiële) werknemers. Samenstelling directie: A.J.H. Knoet - Michels

Naam en adres andere deelnemer: Vakcollege Helmond (Onderdeel OMO scholengroep Helmond) Keizerin Marialaan 4, 5702 NR Helmond Omschrijving doelstelling:

Beheren gebouw en terrein locatie Keizerin Marialaan.

Samenstelling bestuur: Voorzitter: H. Schapenk (Vakcollege Helmond) Secretaris/ penningmeester: A.J.H. Knoet - Michels (ROC Ter AA) Lid: W.M.J.C.M. van de Goor - de Roij (Vakcollege Helmond) Lid: P.R. Knaebel (ROC Ter AA)

Toezichthouders: Er is geen separaat toezichthoudend orgaan per 31-12-2015. Voor de gegevens van balans, staat van baten en lasten zie hoofdstuk 7.5

Meerderheidsdeelnemingen

Naam Industrieel Praktijk-centrum B.V.

Juridische vorm B.V.

Statutaire zetel Helmond

Code activteiten 4

Eigen vermogen 31-12-2015 20.000

Resultaat 2015 0

Art. 2:403 nee

Deelname (%) 100

Consolidatie (%) 100

Minderheidsdeelnemingen

Naam Stichting Beheer Onderwijscentrum Keizerin Marialaan

Juridische vorm Stichting

Statutaire zetel Helmond

Code activteiten 4

Eigen vermogen 31-12-2015 0

Resultaat 2015 0

Art. 2:403 nee

Deelname (%) 50

Consolidatie (%) 0


Naam en adres andere deelnemer:

Summa College. Sterrenlaan 10, 5631 KA Eindhoven

Omschrijving doelstelling: MAC is een Centrum voor Innovatief Vakmanschap. De BV heeft o.a. ten doel het exploiteren van praktijkcentra voor deelnemers van (post-)initieel onderwijs en het verzorgen van onderwijs op automotive-gebied. Dit gebeurt in samenwerking met Summa college en bedrijven in de automotive sector.

Samenstelling directie: R. Akkerman Toezichthouders: Er is geen separaat toezichthoudend orgaan per 31-12-2015.

Voor de gegevens van balans, staat van baten en lasten en kasstroomoverzicht zie hoofdstuk 7.6

Minderheidsdeelnemingen

Naam MBO Automotive Center BV

Juridische vorm BV

Statutaire zetel Eindhoven

Code activteiten 1

Eigen vermogen 31-12-2015 400.002

Resultaat 2015 0

Art. 2:403 Nee

Deelname (%) 50

Consolidatie (%) 50


7.3.8 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten

Baten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Rijksbijdrage OC&W (normatieve) 27.552.500 27.243.415 23.918.439

Niet geoormerkte OC&W subsidies 2.872.434 2.697.677 1.979.703

Geoormerkte OC&W subsidies 523.772 495.825 909.282

Totaal rijksbijdrage OC&W 30.948.706 30.436.917 26.807.424

Gemeentelijke subsidie (WEB) 645.132 642.034 656.261

Overige gemeentelijke bijdragen 280.006 (1) 170.000 512.998

Totaal overige overheid 925.138 812.034 1.169.259

Cursusgelden sector BVE 437.082 450.000 534.986

Totaal cursus- en examengelden 437.082 450.000 534.986


Totaal werk i.o.v. derden 296.759 (2) 300.000 320.964

Convenanten (VAVO) 109.124 0 272.577

Bouwcampus 2.500 0 0

Ondernemende stad 14.099 0 0

Bijdrage inburgering 415.045 0 95.054

Ouderbijdragen 207.106 160.000 244.759

VWS (Hepatitus) 24.240 0 10.208

Kantines 212.980 150.000 132.406

Verhuur 4.237 0 16.054

Diverse 240.160 294.560 139.693

Totaal overige baten 1.229.491 604.560 910.751

Specificatie overige gemeentelijke baten (1)

Gemeente Gemert/ Bakel WI 47.573

Gemeente Asten WI 28.694

Gemeente Someren WI 32.357

Gemeente Helmond Taaltoetsen 61.416

Gemeente Helmond VVE 2015 109.966

Totaal werk i.o.v. derden 280.006

Specificatie van de baten werk voor derden (2)

PGBZ 53.100

OL Lassen 52.513

Maatwerk BBL MMZ-4 51.300

Atlant logistiek nivo 2 38.080

Maatwerk logistiek medewerker nivo 2 24.672

Vlisco textieloperator nivo 2 17.850

Atlant werknemersvaardigheden 13.440

Overige projecten 45.804

Totaal werk i.o.v. derden 296.759


De mutatie personele voorzieningen (zie 4) ad € 559.981 betreft: een dotatie aan de jubileumgratificatieverplichting van € 108.824, een dotatie aan de voorziening wachtgeld van

€ 394.723 en een dotatie aan de voorziening langdurig zieken van € 56.434.

Lasten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Bruto lonen en salarissen 14.904.354 18.134.261 14.554.890

Sociale lasten 1.743.962 0 1.755.984

Pensioenlasten 1.873.346 0 2.135.493

Subtotaal personele lasten 18.521.662 18.134.261 18.446.367

Personeel niet in loondienst 4.519.429 (3) 5.999.577 4.097.826

Mutatie personele voorzieningen 559.981 (4) 0 28.844

Overige personele lasten 793.881 (5) 1.086.998 698.789

AF: Uitkeringen -107.991 (6) 0 -198.166

Totaal personele lasten 24.286.962 25.220.836 23.073.660

Specificatie van de post personeel niet in loondienst (3) Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Kosten payrolling 1.121.149 2.209.557 611.188

Inhuur advisering 104.777 0 272.437

Inhuur personeel samenwerkingsverbanden 1.783.810 3.790.020 2.147.770

Inhuur externen overig 1.509.693 0 1.066.431

Personeel niet in loondienst 4.519.429 5.999.577 4.097.826

Specificatie van de post overige personele lasten. (5)

Reis- en verblijfkosten 83.462

Lief en leed personeel 62.956

Arbo en interventies 67.951

Scholing en professionalisering 324.731

WGA verzekering 95.847

0

Werving- en aanstellingskosten 32.131

Overige 126.803

Overige personele lasten 793.881

Specificatie van de post uitkeringen. (6) 2015 2014

Uitkeringen ZW (UWV) -12.165 -121.093

Uitkeringen WAO/WIA 0 0

Personele detacheringen -95.826 -77.073

Diverse 0 0

Uitkeringen -107.991 -198.166

Gemiddeld personeel in dienst

op basis van fulltime equivalent

2015

fte's

2014

fte's

Onderwijzend personeel 177,19 178,54

Ondersteunend beheerspersoneel 113,72 115,00

Totaal personeel in dienst 290,91 293,54

Op basis payroll constructie 12,31 7,25

Externe inhuur overig 10,13 7,78

Totaal personeel ingehuurd 22,44 15,03


Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen (met dienstbetrekking).

Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen (zonder dienstbetrekking).

Vermelding toezichthouders.

Vermelding NIET-topfunctionarissen (van wie de bezoldiging/ontslagvergoeding de norm overschrijdt).

Naam: Voorzitters-

clausule van

toepassing

ja/nee

Ingang

dienst

verband

Einde

dienstverband

Omvang

dienstverband

fte

Beloning Belastbare

onkosten

vergoeding

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beeindiging

dienstverband

Bestuurders:

Voorzitter CvB:

A.J.H. Knoet - Michels ja 15-09-00 nvt 1,0 117.767 0 11.540 0

117.767 0 11.540 0

Naam: Voorzitters-

clausule van

toepassing

ja/nee

Ingang

dienst

verband

Einde

dienstverband

Omvang

dienstverband

fte

Beloning Belastbare

onkosten

vergoeding

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beeindiging

dienstverband

Bestuurders:

NVT

0 0 0 0

Naam: Voorzitters-

clausule van

toepassing

ja/nee

Ingang

functie

vervulling

Einde functie

vervulling

Beloning Belastbare

onkosten

vergoeding

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beeindiging

dienstverband

Toezichthouders:

Voorzitter RvT:

M.H. Hendrikse ja 01-04-10 31-03-18 11.000 0 0 0

Leden RvT:

A.J.M. Broeren nee 01-04-14 31-03-18 8.000 0 0 0

H.J. Suurd nee 01-05-13 30-04-17 8.000 0 0 0

W.T. Pijnenburg nee 01-05-13 30-04-17 8.000 0 0 0

D. Zoomer nee 01-05-13 30-04-17 8.000 0 0 0

A.M.H. Buskes nee 01-11-09 31-10-17 8.000 0 0 0

51.000 0 0 0

Naam: Voorzitters-

clausule van

toepassing

ja/nee

Ingang

dienst

verband

Einde

dienstverband

Omvang

dienstverband

fte

Beloning Belastbare

onkosten

vergoeding

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beeindiging

dienstverband

Bestuurders:

NVT

0 0 0 0


In de post beheer en administratie zijn de volgende accountantskosten opgenomen:

De post onderzoek jaarrekening € 37.166 bestaat uit: jaarrekening 2015 € 42.956 en

verrekening jaarrekening 2014 € - 5.790.

Naast de financiële lasten groepsmaatschappij, zijnde de rentelasten aan stichting Beheer onderwijscentrum, betreffen de overige financiële baten en lasten enkel de reguliere

rentebaten en -lasten.

Afschrijvingen Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Gebouwen en terreinen 910.682 850.000 898.789

Inventaris en apparatuur 543.830 638.089 602.322

Totaal afschrijvingen 1.454.512 1.488.089 1.501.111

Huisvestingslasten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Huren 1.426.008 1.241.360 1.113.624

Schoonmaakkosten 415.609 420.320 399.120

Energie 164.026 164.720 183.477

Klein onderhoud 177.899 104.000 104.882

Heffingen 26.365 0 25.170

Dotatie voorziening onderhoud 78.353 52.350 68.667

Overige huisvestingslasten 104.224 75.000 37.858

Totaal huisvestingskosten 2.392.484 2.057.750 1.932.798

Overige instellingslasten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Beheer en administratie 1.479.650 1.453.000 1.392.059

Programma onderwijsgebonden 538.767 462.250 464.676

Programma leerling-gebonden 124.395 160.000 138.699

Programma contract onderwijs 44.360 60.000 60.475

Marketing & PR 234.181 268.000 196.264

Kantines 177.373 144.000 118.147

Dotatie overige voorzieningen 0 0 0

Overige materiële lasten 11.946 1.215.402 13.371

Totaal overige instellinglasten 2.610.672 3.762.652 2.383.691

Accountantskosten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Onderzoek jaarrekening 37.166 45.000 43.936

Overige controle opdrachten 0 0 0

Advies op fiscaal terrein 0 0 0

Overige advies diensten 0 0 0

Totaal accountantskosten 37.166 45.000 43.936

Saldo financiële baten en lasten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014


Financiële lasten groepsmaatschappij -3.600 0 -5.400

Overige financiële lasten -154.725 -150.300 -183.357

Totaal saldo financiele baten en lasten -138.680 -150.300 -172.491


7.4 Enkelvoudige cijfers 7.4.1 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

7.4.2 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2015

Balans 31-12-2015 31-12-2014

Materiële vaste activa 14.769.431 15.817.141

Financiële vaste activa 20.000 20.000

Vaste activa 14.789.431 15.837.141

Vorderingen 3.355.669 2.801.987

Liquide middelen 7.397.565 3.108.779

Vlottende activa 10.753.234 5.910.766

Totaal activa 25.542.665 21.747.907

Eigen vermogen 15.730.602 12.776.736

Eigen vermogen 15.730.602 12.776.736

Voorzieningen 1.048.918 730.370

Langlopende schulden 2.841.169 3.172.681

Kortlopende schulden 5.921.976 5.068.120

Totaal passiva 25.542.665 21.747.907


2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Rijksbijdragen OC&W 30.948.706 30.436.917 26.807.424

Overige overheidsbijdragen 925.138 812.034 1.169.259

Cursus-, les- en examen gelden 437.082 450.000 534.986


Overige baten 1.123.690 604.560 867.857

Totaal baten 33.731.375 32.603.511 29.700.490

Personele lasten 24.286.962 25.220.836 23.073.660

Afschrijvingen 1.407.111 1.488.089 1.454.311

Huisvestingslasten 2.335.197 2.057.750 1.946.719

Overige instellingslasten 2.609.791 3.762.652 2.373.676

Totaal lasten 30.639.061 32.529.327 28.848.366

Saldo baten en lasten 3.092.314 74.184 852.124


Financiële lasten -158.093 -150.300 -188.757

Saldo financiële baten en lasten -138.448 -150.300 -172.491

Netto resultaat 2.953.866 -76.116 679.633


7.4.3 Toelichting op enkelvoudige balans ROC Ter AA (voor zover afwijkend met de geconsolideerde balans).

In 2015 hebben geen desinvesteringen plaatsgevonden.

Materiële vaste activa Verkrijging-

prijs

01-01-2015

Afschrijvingen

t/m

2014

Boekwaarde

01-01-2015

Investering

2015

Afschrijving

2015

Boekwaarde

31-12-2015

Gebouwen 22.401.209 -10.003.036 12.398.173 0 -863.281 11.534.892

Terreinen 1.899.004 1.899.004 1.899.004

Gebouwen en terreinen 24.300.213 -10.003.036 14.297.177 0 -863.281 13.433.896

Inventaris en apparatuur 15.603.346 -14.083.382 1.519.964 359.401 -543.830 1.335.535

Materiele vaste activa 39.903.559 -24.086.418 15.817.141 359.401 -1.407.111 14.769.431

Financiële vaste activa Boekwaarde

01-01-2015

Investeringen

2015

Des-

investeringen

2015

Resultaat

2015

Boekwaarde

31-12-2015

STG Beheer onderwijscentrum 0 0 0 0 0

IPC BV te Helmond 20.000 0 20.000

Totaal deelnemingen 20.000 0 0 0 20.000

Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014

Rekening courant IPC BV 1.536.626 1.423.564

Overige 1.819.043 1.378.423

Totaal vorderingen 3.355.669 2.801.987

Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014

Kas 2.217 823

Bank 1.587.166 819.966

Deposito/ Spaar 5.808.182 2.287.990

Totaal liquide middelen 7.397.565 3.108.779

Eigen vermogen Geen wijzigingen zie: Toelichting geconsolideerde balans.

Voorzieningen Geen wijzigingen zie: Toelichting geconsolideerde balans.

Langlopende schulden Geen wijzigingen zie: Toelichting geconsolideerde balans.

Kortlopende schulden 31-12-2015 31-12-2014

Kredietinstellingen 331.512 331.512

Crediteuren 2.517.981 1.967.296

Belastingen en premies soc.verz. 897.485 850.161

Pensioenen 236.205 246.197

Overige kortlopende schulden 705.136 707.601

Subtotaal 4.688.319 4.102.767

Overlopende passiva 1.233.657 965.353

Totaal kortlopende schulden 5.921.976 5.068.120


7.4.4 Toelichting op enkelvoudige staat van baten en lasten ROC Ter AA (voor zover afwijkend met de geconsolideerde exploitatierekening).

Lasten Realisatie

2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Gebouwen en terreinen 863.281 850.000 851.989

Inventaris en apparatuur 543.830 638.089 602.322

Totaal afschrijvingen 1.407.111 1.488.089 1.454.311

Huren 1.472.945 1.241.360 1.160.482

Schoonmaakkosten 415.609 420.320 399.120

Energie 164.026 164.720 183.477

Klein onderhoud 177.899 104.000 104.882

Heffingen 26.365 0 25.170

Dotatie voorziening onderhoud 78.353 52.350 68.667

Overige huisvestingslasten 0 75.000 4.921

Totaal huisvestingslasten 2.335.197 2.057.750 1.946.719

Beheer en administratie 1.479.513 1.453.000 1.392.001

Programma onderwijsgebonden 538.767 462.250 464.676

Programma leerling-gebonden 124.395 160.000 138.699

Programma contract onderwijs 44.360 60.000 60.475

Marketing & PR 234.181 268.000 196.264

Kantines 177.373 144.000 118.147

Dotatie voorziening 0 0 0

Overige materiële lasten 11.202 1.215.402 3.414

Totaal overige instellingslasten 2.609.791 3.762.652 2.373.676


Financiële lasten groepsmaatschappij 0 0 -5.400

Overige financiële lasten -158.093 -150.300 -183.357

Totaal saldo financiele baten en lasten -138.448 -150.300 -172.491


7.5 Overige gegevens 1: Stichting Beheer Onderwijscentrum Keizerin

Marialaan 7.5.1 Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

7.5.2 Baten en lasten over 2015

Balans 31-12-2015 31-12-2014

Financiële vaste activa 300.000 600.000

Vaste activa 300.000 600.000

Vorderingen 197.090 46.553

Liquide middelen 678.264 480.740

Vlottende activa 875.354 527.293

Totaal activa 1.175.354 1.127.293

Eigen vermogen 0 0

Voorzieningen 1.118.913 1.077.899

Langlopende schulden 0 0

Kortlopende schulden 56.441 49.394

Totaal passiva 1.175.354 1.127.293


2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Rijks- en overige overheidsbijdragen 0 0 0

Baten werk voor derden 0 0 0

Overige baten 619.919 628.100 591.834

Totaal baten 619.919 628.100 591.834

Personele lasten 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Huisvestingslasten 543.234 577.870 532.448

Overige instellingslasten 81.869 61.030 66.879

Totaal lasten 625.103 638.900 599.327

Saldo baten en lasten -5.184 -10.800 -7.493

Saldo financiële baten en lasten 5.184 10.800 7.493

Netto resultaat 0 0 0


7.6 Overige gegevens 2: MBO Automotive Center BV 7.6.1 Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

MBO Automotive Center BV is eind 2014 van start gegaan.

7.6.2 Baten en lasten over 2015


Balans 31-12-2015 31-12-2014

Materiële vaste activa 9.563 0

Vaste activa 9.563 0

Vorderingen 109.663 120.390

Liquide middelen 387.764 120.002

Vlottende activa 497.427 240.392

Totaal activa 506.990 240.392

Eigen vermogen 400.002 200.002

Voorzieningen 0 0

Langlopende schulden 0 0

Kortlopende schulden 106.988 40.390

Totaal passiva 506.990 240.392


2015

Begroting

2015

Realisatie

2014

Rijks- en overige overheidsbijdragen 121.046 0 24.788

Baten werk voor derden 0 0 61.000

Overige baten 90.556 0 0

Totaal baten 211.602 0 85.788

Personele lasten 0 0 0

Afschrijvingen 1.201 0 0

Huisvestingslasten 208.448 0 65.874

Overige instellingslasten 1.489 0 19.914

Totaal lasten 211.138 0 85.788

Saldo baten en lasten 464 0 0

Saldo financiële baten en lasten -464 0 0

Netto resultaat 0 0 0


7.6.3 Kasstroomoverzicht over 2015


Kasstroomoverzicht 31-12-2015 31-12-2014

Saldo Baten en Lasten 464 0

Aanpassingen voor:- afschrijvingen 1.201 0

- mutaties voorzieningen -10.764 0

Veranderingen in vlottende middelen:- vorderingen -110.320 -120.390

- schulden 187.643 40.390

Subtotaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 68.224 -80.000

Ontvangen intererest 0 0

Betaalde interest -464 0

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 67.760 -80.000

Kasstroom uit investerings activiteiten 200.002 200.002

Kasstroom uit financierings activiteiten 0 0

Mutatie liquide middelen 267.762 120.002

Beginstand liquide middelen 120.002 0

Mutatie liquide middelen 267.762 120.002

Eindstand liquide middelen 387.764 120.002


7.7 Overige gegevens 3: 7.7.1 Controle verklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het college van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Regionaal

Opleidingencentrum Ter AA

Verklaring betreffende de jaarrekening

Ons oordeel

Wij hebben de in dit verslag opgenomen geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2015

van Stichting Regionaal Opleidingencentrum Ter AA te Helmond gecontroleerd. Deze

jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2015 en de staat van baten en lasten over

2015 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde

grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het

vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling

jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in

overeenstemming met de Regeling

jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële

rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit

houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten

regelgeving opgenomen bepalingen.

Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het

noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet-

en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van

fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van

onze controle, als bedoeld in artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Wij

hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de

Nederlandse controlestandaarden en het

onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons

geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een

redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van

materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie

over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden

zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het

inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als

gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in

aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld

daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die

relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die

passend zijn in de omstandigheden.

Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen

over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het


evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en

de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur

van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de

jaarrekening.

Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling

van het vermogen van Stichting Regionaal Opleidingencentrum Ter AA per 31 december 2015

en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving

onderwijs.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en

balansmutaties over 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen

van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in

de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1.

Referentiekader van het

onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 393, lid 5 onder e en f van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vermelden wij

dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het

jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling

jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3

Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 is opgesteld, en of de in

artikel 392, lid 1 onder b tot en met h van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vereiste

gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat

kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, lid 4 van

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Eindhoven, 26 mei 2016

Ernst & Young Accountants LLP

w.g. drs. J.M.A. Drost RA


7.7.2 Statutaire bepaling inzake resultaatbestemming Het resultaat van de stichting staat ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht. De goedkeuring

strekt de voorzitter van het College van Bestuur tot decharge.

7.7.3 (Voorstel) Resultaatbestemming De voorzitter van het College van Bestuur stelt voor het positieve resultaat van de stichting, ad € 2.953.866 toe te voegen aan de algemene reserve.

7.7.4 Gebeurtenissen na balansdatum Op 21 maart 2016 is een intentieverklaring getekend met het Summa College: Intentieovereenkomst Techniekopleidingen. De beide roc's zijn overeengekomen om een bepaalde groep techniekopleidingen samen verder te ontwikkelen en uit te voeren, waarbij zij zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangekondigde plan tot wettelijke uitwerking en verankering van een "mbo

college" als samenwerkingsvorm voor onderwijsinstellingen in het mbo in de kamerbrief van 26 november 2015 "De menselijke maat in het mbo" (kenmerk 816919). De opleidingen van het Techniek & Technologie College ROC Ter AA maken onderdeel uit van het plan. Deze samenwerking heeft geen effect op de jaarcijfers 2015. ROC Ter AA verzorgt enige jaren in samenwerking met partners buiten de regio onderwijs aan

volwassenen waarbij in het curriculum rekening wordt gehouden met de specifieke doelgroep. Het aantal roc's dat individueel maatwerk in het kader van Leven Lang Leren biedt en onderwijs verzorgt aan inburgeraars en vluchtelingen is toegenomen. Om deze macrodoelmatige reden heeft ROC Ter AA er voor gekozen geen nieuwe groepen meer te starten buiten de eigen regio. Er vindt derhalve in de komende twee jaar een afbouw plaats, dat zal leiden tot afname van het studentenaantal bij ROC Ter AA.

Per 1 mei 2016 vindt een bestuurswisseling plaats. I. van Hooff neemt het voorzitterschap

over nadat A.J.H. Knoet-Michels op eigen verzoek in oktober 2015 aan de RVT heeft verzocht een opvolger voor haar te gaan zoeken. 7.7.5 Goedkeuring Raad van Toezicht ROC Ter AA De Raad van Toezicht van de stichting Regionaal Opleidingencentrum Ter AA te Helmond heeft de jaarrekening 2015 in haar vergadering goedgekeurd.

De datum: 26 mei 2016

M.H. Hendrikse

Voorzitter Raad van Toezicht ROC Ter AA.


8. Resultatenoverzicht 2015

8.1 Onze studenten

Tabel 8a. Aantal studenten beroepsonderwijs per 1 oktober 2015 en 2014

Tabel 8b. Aantallen Educatie en VAVO per 1 oktober 2015 en 2014

Alle cijfers op basis van peilmoment 31-03-2016

8.2 Resultaten en financiële overzichten Educatie

Deze zijn onder te verdelen in: a) Budgetten Educatie b) Inburgering c) VVE

a. Budgetten Educatie: Met ingang van 2015 heeft volwasseneneducatie in het kader van de WEB voortaan één opdrachtgever: de gemeente Helmond (centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Helmond-De Peel). Daarnaast hebben de gemeenten Laarbeek en Geldrop-Mierlo een additioneel budget

ter beschikking gesteld.

Tabel 8c. Overzicht budgetten Educatie 2015

BOL BBL BOL BBL

Bouw & Design College 218 41 259 223 84 307

Techniek & Technologie College 328 170 498 325 151 476

ICT College 323 16 339 344 21 365

totaal onderwijscluster 869 227 1096 892 256 1148

Business College 461 44 505 472 54 526

Dienstverlening College 278 76 354 294 76 370

Onderwijs en Kinderopvang College 213 -- 213 220 -- 220

Zorg & Welzijn College 362 133 495 436 108 544

totaal onderwijscluster 1314 253 1567 1422 238 1660

Presta Bedrijfsopleidingen (mbo-opleidingen volwassenen) 427 435 862 415 654 1069

onderwijscluster 427 435 862 415 654 1069

Entree Opleidingen 57 2 59 42 -- 42

onderwijscluster 57 2 59 42 -- 42

Totaal aantal studenten beroepsonderwijs 2667 917 3584 2771 1148 3919

BeroepsonderwijsTotaal

2015

Leerweg Leerweg Totaal

2014

- aantal educatie-deelnemers per 1-10-2015 345 477 476

- aantal vavo-deelnemers per 1-10-2015 145 120 178

- aantal deelnemers VVE per 1-10-2015 171 -- --

- aantal deelnemers contractonderwijs per 1-10-2015 29 -- --

Totaal

2015VAVO College + Educatie

Totaal

2013

Totaal

2014

Opdrachtgever Budget Soort budget

gemeente Helmond 642.034,00€ rijksbijdrage

gemeente Laarbeek 1.398,00€ additioneel budget

gemeente Geldrop-Mierlo 9.902,00€ additioneel budget


Tabel 8d. Overzicht realisatie GCU’s en financiële realisatie Educatie 2015

GCU’s: groepscontacturen

b. Inburgering: Naast de centrale uitvoering van de Wet Inburgering (zie paragraaf 5.3.5) werken wij ook in

een decentrale uitvoering op basis van een overeenkomst in de gemeenten Gemert-Bakel en Asten/Someren. Deze overeenkomst heet: ’Overeenkomst Asten, Someren, Gemert-Bakel en ROC Ter AA inzake inburgeraars met een gemeentelijke voorziening per 01-01-2015’. Tabel 8e. Overzicht Inburgering Decentraal

c. Voor- en Vroegtijdse Educatie (VVE)

Tabel 8f. Resultaten doorlopende aanbesteding VVE 2013-2015

Tabel 8g. Financieel overzicht VVE 2015

Financiële realisatie Realisatie GCU's

Budget Educatie 2015 € 642.034,00

Indexering 2015 (1% prijscompensatie) € 6.420,34 € 6.420,34

Werkbudget 2015 € 635.613,66

Budget Strategische samenwerking 5% € 31.780,68 € 28.260,00 30

Uitvoering programma Educatie 95% € 603.832,98 € 607.360,00

Totaal 100% € 635.613,66

Aantal GCU's tbv WEB 2015 3.774 3.796

Totaal realisatie WEB 2015 € 642.040,34 3.826

Additioneel budget: Budget GCU's

- Geldrop-Mierlo € 9.902,00 62 € 320,00 2

- Laarbeek € 1.398,74 9 € 1.440,00 9

Totalen € 11.300,74 71

Totaal realisatie additioneel budget € 1.760,00 11

Totaal realisatie Educatie 2015 € 643.800,34 3.837

Realisatie Educatie 2015

Inburgering Decentraal

Gemeente: aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag

Gemeente Gemert-Bakel 6 € 13.550,83 6 € 12.860,83 6 € 11.480,83 4 € 9.680,83

Gemeente Asten/Someren 13 € 16.747,50 12 € 16.057,50 12 € 15.157,50 9 € 13.087,50

kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4kwartaal 1

aantal

deelnemers

aantal

geslaagden

bedrag

2013-2015

bedrag

2015

97 91 € 140.275,00 € 66.274,00

activiteit aantal kosten p/eenheid soort budget

instaptoetsen 72 € 255,00 € 18.360,00

voorjaar: lesgroep 22 weken (fase 1) 2 € 20.544,00 € 41.088,00

najaar: uitloopgroep 16 weken (fase 2) 1 € 7.296,00 € 7.296,00

najaar: lesgroep 16 weken (fase 1) 2 € 14.592,00 € 29.184,00

totaal € 95.928,00


8.3 De indicatoren van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Tabel 8d. Overzicht rendement vanaf 2012-2013

8.4 Programma School ex Met behulp van de kaartjes van Programma School ex melden de mbo-schoolverlaters hun bestemming na de opleiding van ROC Ter AA.

Tabel 8e. Overzicht resultaten Programma School ex

2014-2015 72,2% 75,0%

Diplomaresultaat 2013-2014 78,8% 74,1%

2012-2013 75,3% 71,9%

2014-2015 71,8% 74,0%

Jaarresultaat 2013-2014 78,8% 73,3%

2012-2013 76,1% 72,0%

2014-2015 5,9% 5,4%

VSV 2013-2014 4,1% 5,8%

2012-2013 5,5% 6,2%

Kengetal Omschrijving

Het aantal uitgeschreven studenten dat een diploma heeft behaald

in de periode dat ze op ROC Ter AA stond ingeschreven, uitgedrukt

Diplomaresultaat in een percentage. Dit diploma kan in een andere opleiding

zijn behaald dan de opleiding van uitstroom. Indien een student

meerdere diploma's behaald heeft, telt het hoogste diploma.

Het aantal studenten dat een diploma heeft behaald in het meetjaar

Jaarresultaat uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal studenten.

Het jaarresultaat geeft het succes van één jaar (bijv. okt 2014-okt

2015) weer.

Onder voortijdig schoolverlaters worden die jongeren verstaan

(jonger dan 23 jaar) die zonder startkwalificatie (diploma havo, vwo

VSV of mbo op minimaal niveau 2) het onderwijs verlaten.

Let op: het percentage van 2014-2015 is gebaseerd op voorlopige

cijfers van DUO en zal nog gewijzigd worden.

Kengetal Jaar ROC Ter AALandelijk

gemiddelde

keuze 2015 2014 2013

doorstuderen hbo 25% 24% 22%

doorstuderen bol 15% 14% 18%

doorstuderen bbl 16% 14% 15%

heeft een baan 30% 33% 29%

werkzoekend 10% 9% 11%

iets anders doen 1% 3% 2%

weet nog niet 2% 3% 4%


8.5 Personele kengetallen Tabel 8f. Aantal medewerkers per geslacht, categorie en leeftijd (regulier per 31-12-2015)

Geslacht 2015 2015 (%) 2014 2013 2012

Man 158 42,9% 155 161 166

Vrouw 210 57,1% 208 201 207

Totaal 368 100,0% 363 362 373

Categorie 2015 2015 (%) 2014 2013 2012

Onderwijzend personeel (OP) 197 53,5% 193 186 195

Onderwijsondersteunend personeel (OOP) 35 9,5% 34 36 40

Ondersteunend- en beheerspersoneel (OBP) 136 37,0% 136 140 138

Totaal 368 100,0% 363 362 373

Leeftijd 2015 2015 (%) 2014 2013 2012

jonger dan 26 jaar 4 1% 4 4 4

26 tot 35 jaar 50 14% 48 46 53

35 tot 45 jaar 83 22% 77 74 81

45 tot 55 jaar 91 25% 90 91 97

55 jaar of ouder 140 38% 144 147 138

Totaal 368 100% 363 362 373


Bijlagen

Bijlage 1: Verslag uit de onderwijsafdelingen

Onderwijscluster: (Directeur: dhr. Th. Schippers tot 7-7-2015, daarna waarnemingen tot

1-1-2016) Bouw & Design College Techniek & Technologie College ICT College

Tabel 9a. Overzicht van de ambities en de resultaten

Toelichting op de ambities voor 2015 en de resultaten: 1. Professionalisering

Werken met N@tschool, Eduarte en Office is overal actief in de colleges. Door cursussen en gebruik in de praktijk wordt men digitaal steeds vaardiger. Er zijn trainingen verzorgd

op vakinhoudelijk niveau, Microsoft Office producten, CAD/3D en tekenprogramma’s. Dat heeft ertoe geleid, dat beide KPI’s gerealiseerd zijn: 100% van het OP is digitaal vaardig en 80% van het budget wordt besteed aan de speerpunten van de colleges.

2. Adequaat leiderschap In 2015 is binnen de colleges gericht gewerkt met de uitkomsten van het medewerker-tevredenheidsonderzoek (MTO), met het teamjaarplan als instrument. De scores voor

leiderschap voor de verschillende colleges variëren van 6,3 tot 8,4. Hiermee voldoen de colleges aan de gestelde norm. Eind 2015 zijn alle teamleiders gestart met een specifiek op leiderschap gericht professionaliseringstraject hetgeen tot eind 2016 loopt.

KPI's onderwijscluster Dit waren de ambities voor 2015 realisatie

ja/nee

Een ROC in beweging

1. Professionalisering 100% OP minimale beheersing Eduarte,N@tschool, Office gerealiseerd

80% van het budget besteed aan speerpunten colleges gerealiseerd

2. Adequaat leiderschap de MTO-score op leiderschap is minimaal 7,0 gerealiseerd (7,2)

3. Kostenbewustzijn niet gerealiseerd

Een competent ROC

4. Tevredenheid medewerkers 7,3 (MTO); geen score < 6,5 niet gerealiseerd (6,8)

Ziekteverzuim is max. 2,72% niet gerealiseerd (5,0%)

Onze studenten en de omgeving

7. Studenttevredenheid Rapportcijfer per opleiding is 7,2 (JOB Monitor 2016) gerealiseerd (7,4)

8. Het werkveld geeft rapportcijfer 7,5 voor BPV gerealiseerd (7,6)

Een gezonde berijfsvoering

11. Rendement Elk college minimaal 71%. VSV maximaal 5,5%

Voor colleges die hieraan reeds voldoen, wordt een hoger

target vastgesteld voor 2015:

- Bouw & Design College : 80% niet gerealiseerd (73%)

- Techniek & Techn. College : 85% niet gerealiseerd (81%)

- ICT College : 83% niet gerealiseerd (65%)

- VSV (% ongediplomeerde uitstroom) : 5,5% gerealiseerd (5,5%)

12. Stabiele leerling-populatie Voor 2015 is target stabiel aan 2014:

BOL en BBL - BOL : 892 niet gerealiseerd (869)

- BBL : 256 niet gerealiseerd (227)

Innovatie perspectief

Intern perspectief

Klant perspectief

Financieel perspectief

Er is geen budgetoverschrijving per cluster. Er wordt binnen

de begroting gewerkt

Medewerkertevredenheid/

ziekteverzuim

Tevredenheid werkveld/

BPV organisaties


3. Kostenbewustzijn In 2015 is er vanuit het cluster een sterke gerichtheid op de kosten en de formatiekosten. Bij de meerjareninvesteringsbegroting zijn de geplande uitgaven bewust afgewogen en voor de komende jaren vastgelegd. Het cluster is er niet in geslaagd binnen de begroting

te blijven. Bij twee van de drie colleges was er sprake van overformatie, mede veroorzaakt door een sterke stijging van het verzuim met bijbehorende vervangingskosten. De KPI is daarom niet gerealiseerd.

4. Medewerkerstevredenheid/ziekteverzuim Het MTO laat zien dat dit onderwijscluster onder de norm blijft voor medewerkers-tevredenheid: de overall-score is 6,8 en ligt daarmee 0,5 lager dan de doelstelling van 7,3.

De colleges scoorden: 7,7 (Bouw & Design), 6,3 (ICT) en 6,7 (Techniek & Technologie). Alle colleges laten een (forse) stijging zien ten opzichte van vorig jaar (gemiddeld 6,0). Daarmee hebben de colleges een duidelijk positieve stap gezet, zij het dat de achterstand

ten opzichte van de gestelde norm en de andere colleges niet in één jaar tijd is ingelopen. In elk college wordt de uitslag van het MTO integraal besproken en worden verbeteracties opgenomen in de teamjaarplannen.

Het ziekteverzuim is in 2015 bij twee van de drie colleges nagenoeg verdubbeld, waarmee het verzuimgemiddelde uitkomt op 5%. Daarmee voldoen we niet aan onze ambitie van 2,72 %. De KPI is daardoor niet behaald.

7. Studenttevredenheid Uit de JOB Monitor blijkt, dat studenten zeer tevreden zijn over de opleidingen, met een overall waardering van 7,4. De colleges scoren afzonderlijk ook goed: van 7,2 tot 7,7 voor het Bouw & Design College. De doelstelling van minimaal een 7,2 voor ieder college is gerealiseerd. Dat studenten tevreden zijn over de opleidingen blijkt ook uit onze positie in

de Keuzegids. Opleidingen in de sectoren Bouwkunde, Schilderen en Infra staan landelijk op de eerste plaats en mogen het zegel ’Topopleiding 2016’ voeren.

8. Tevredenheid werkveld/BPV-organisaties Uit de contacten van de BPV-begeleiders met de bedrijven blijkt dat de bedrijven tevreden zijn. In de Bedrijven Platform Overleg structuur (BOP) wordt dit zo ook geuit. Gemiddeld genomen is de doelstelling van 7,5 gerealiseerd. Het Bouw & Design College kent geen BOP, maar een gestructureerd overleg met de

samenwerkingsverbanden in Mierlo. De tevredenheid van dit werkveld blijft wat achter, maar wordt in 2016 verder aangescherpt. Hierbij is voorzien dat met een RIF subsidie het BDC op projectmatige wijze met het werkveld een intensievere samenwerking realiseert op tal van specifiek in gezamenlijkheid gestelde thema’s. De verwachting is, dat deze aanpak de aansluiting in de verwachtingen van het werkveld en daarmee de tevredenheid over BDC zal doen toenemen.

11. Rendement

Zowel jaarresultaat en diplomaresultaat waren in 2014 hoger dan de targets. Als reactie hebben we de targets voor 2015 flink verhoogd. De drie colleges hebben deze hogere targets niet behaald. De scores van de opleidingen varieerden van 73% tot 81%. De instellingsnorm van 72% is wel behaald. De afdelingsdoelstelling voor 2015 is daarmee niet gerealiseerd. Ook de doelstellingen om het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen, zijn voor cluster A gemiddeld behaald. Het Techniek & Technologie College (4,8%) en het ICT

College (4,7%) scoorden ruim onder de norm. Het Bouw & Design College (7,8%) heeft de norm echter niet behaald doordat een aantal bedrijven failliet zijn gegaan met het stoppen van de BBL-opleidingen tot gevolg.

12. Stabiele leerlingpopulatie BOL en BBL Het aantal studenten per leerweg in onderwijscluster A laat een kleine daling zien van de studentenpopulatie (BOL: -23, BBL: -28). De daling is het grootst bij het Bouw & Design

College. Dit college kende, als gevolg van de voortdurende malaise van de bouwsector in Nederland, een forse lagere instroom van studenten. Door de geringe economische groei in de technische sector zijn er minder studenten in de beroepsbegeleidende leerweg. Naar verwachting biedt 2016 meer perspectief voor studenten, nu de economische vooruitzichten van deze sector beter worden.


Onderwijscluster: (directeur: mevr. W.Piek)

Business College Dienstverlening College

Onderwijs & Kinderopvang College Zorg & Welzijn College Tabel 9b. Overzicht van de ambities en de resultaten

Toelichting op de ambities voor 2015 en de resultaten: 1. Professionalisering Op een uitzondering na, kunnen alle medewerkers adequaat met de programma’s Eduarte, N@tschool en Office werken. 80% van het scholingsbudget is besteed aan speerpunten uit de

teamjaarplannen van de colleges. Verder hebben alle vier colleges ingezet op kwaliteitszorg, assessorentrainingen en (SPL) examinering. Via interne scholing is veel tijd besteed aan de principes en inrichting van de Herziene Kwalificatiestructuur. In 2015 hebben vrijwel alle

medewerkers van de colleges hun Nederlands niveau 3F aangetoond. Een aantal medewerkers heeft (na een start als instructeur) de opleiding tot docent afgerond. 2. Adequaat leiderschap De doelstelling (7,0) is wel gemiddeld behaald, maar niet door elke teamleider. De scores varieerden van 5,9 tot 8,3. In 2015 is een wijziging aangebracht in de werkverdeling van de teams over de teamleiders. Zo zijn het Dienstverlening College en Entree onder één teamleider

gebracht. Ook het Zorg & Welzijn College en het Onderwijs & Kinderopvang College hebben één teamleider gekregen. De keuze voor deze combinaties is gemaakt op basis van onderwijs-inhoudelijke aansluiting of overeenkomsten in het werkveld én op basis van ervaring en deskundigheid van de teamleiders. Het samengaan van teams onder één teamleider heeft

enige tijd nodig om te wennen aan elkaar en in werkstijl naar elkaar toe te groeien. 3. Kostenbewustzijn

In 2015 heeft het cluster binnen de begroting gewerkt. Waar mogelijk worden lessen aan meer groepen tegelijk gegeven, soms in collegevorm. Daarmee wordt een klein percentage formatie minder verbruikt. Bij een enkele vacature is het mogelijk om een instructeur (uit het werkveld) in te zetten. Er is structureel afstemming met P&O om de meest efficiënte keuzes te maken bij


ja/nee

1. Professionalisering 80% OP minimale beheersing Eduarte,N@tschool, Office gerealiseerd (80%)

80% van het budget besteed aan speerpunten colleges gerealiseerd (80%)

2. Adequaat leiderschap gerealiseerd (7,2)

3. Kostenbewustzijn gerealiseerd

4. Tevredenheid medewerkers 7,3 (MTO), geen score onder 6,5 gerealiseerd (7,4)


7. Studenttevredenheid Rapportcijfer per opleiding is 7,2 (JOB Monitor 2016) niet gerealiseerd (7,1)

8. Tevredenheid werkveld/

BPV organisaties

Het werkveld geeft rapportcijfer 7,5 voor BPV 2015 niet gerealiseerd (6,9)

Elk college minimaal 71%.

Voor colleges die hieraan reeds voldoen, wordt een hoger

target vastgesteld voor 2014: DR - JR DR + JR

- Business College : 82% - 79% gerealiseerd (80%)

- Dienstverlening College : 68% - 66% gerealiseerd (66%)

- Onderwijs & Kinderopvang College : 81% - 81% gerealiseerd (81%)

- Zorg & Welzijn College : 78% - 78% gerealiseerd (78%)

VSV 5,5% gerealiseerd (5,3%)

12. Voor 2015 is target stabiel blijven t.o.v. okt.14

- BOL (okt.14) : 1422 niet gerealiseerd (1314)

- BBL (okt.14) : 238 gerealiseerd (253)

de MTO-score op leiderschap is minimaal 7,0


ziekteverzuim

11 Rendement

Stabiele leerling-populatie

BOL en BBL




personele mutaties. Via het MIP kan op hoofdlijnen de realisatie van de personele kosten worden gevolgd. Directeur en teamleiders volgen per kwartaal de realisatie van de begroting. 4. Medewerkerstevredenheid/ziekteverzuim

Met een 7,4 is de doelstelling voor de overall tevredenheid (7,3) is gehaald. Een belangrijke verbetering voor het Zorg & Welzijn College was de verhuizing naar één locatie, waardoor docenten (en soms studenten) niet heen en weer hoefden te reizen op (bijna) elke lesdag. Wel is er ontevredenheid over de digitale leermiddelen en de (niet goed lopende) toegang tot bestaande en nieuwe accounts. Toegang tot het internet is over het algemeen verbeterd. Het ziekteverzuim is gedurende het jaar afgenomen, helaas ook door het overlijden van twee langdurig zieke collega’s. Een deel van het ziekteverzuim is werkgerelateerd. In samenwerking

met P&O en/of met externe coaching wordt getracht tot een duurzame oplossing te komen. 7. Studenttevredenheid

Met een 7,1 laten studenten zien, dat ze tevreden zijn over de opleidingen in dit cluster. Onze ambitie van 7,2 is net niet gehaald. De scores per college liggen dicht bij elkaar (6,8 tot 7,3). De colleges Zorg & Welzijn en Onderwijs & Kinderopvang scoren respectievelijk 7,3 en 7,2.

Deze colleges hebben de doelstelling gerealiseerd. Vijf keer per jaar worden lunchgesprekken gehouden met de teamleider en studenten uit de verschillende opleidingen. Zij spreken zich dan uit over de thema’s Intake & Voorlichting, Begeleiding, Schoolklimaat, Examinering en BPV. Studenten geven de opleiding en de school een cijfer tussen 7,0 en 8,0. Begeleiding wordt hier vrijwel steeds als heel goed beoordeeld; de randvoorwaarden (bijvoorbeeld niet ontvangen boeken of accounts) scoren laag. Vergeleken met een jaar geleden wordt de kantine nu als zeer positief beoordeeld.

8. Tevredenheid werkveld/BPV-organisaties De doelstelling (7,5) is niet gehaald. Met een 6,9 laat onze BPV-enquête zien, dat bedrijven tijdens de stage een intensievere begeleiding vanuit school verwachten. Met name wanneer de

stage niet meteen soepel verloopt of wanneer de stagiaire niet voldoet aan de verwachtingen van de praktijkbegeleider, verwacht het bedrijf een actieve en snelle reactie vanuit school. ROC-breed werken wij aan een uniforme organisatie van de BPV; in ieder college stemmen wij

zoveel mogelijk af met een vertegenwoordiging van bedrijven over de verwachtingen en eisen van de BPV en de stagiaire. Waar mogelijk zetten wij (kern-)docenten BPV in die relevante kennis en ervaring in het betreffende werkgebied hebben. Afhankelijk van de sector is het makkelijker of moeilijker om met een vertegenwoordiging vanuit het bedrijfsleven over onderwijs en examinering te overleggen.

11. Rendement Het onderwijscluster heeft als geheel een diplomaresultaat van 77,8% en een jaarresultaat van 75,6% behaald. Het Dienstverlening College scoort onder de ROC Ter AA norm, maar wel boven de landelijke norm. Voor een deel wordt dit lagere percentage veroorzaakt door de negatieve invloed van het stoppen van de opleiding Veiligheid en Vakmanschap door Defensie.

Een grote groep vmbo-t leerlingen is geplaatst in niveau 2. Voor hen was deze opleiding niet uitdagend genoeg. De toelatingseisen tot niveau 2 en de verwachtingen van de opleiding zijn

daarom verduidelijkt bij de medewerkers die de intake verzorgen. Met 5,3% voor VSV is de ROC Ter AA doelstelling van 5,5% gehaald. VSV is een thema dat voortdurend wordt gevolgd en geanalyseerd. Er is sprake van een problematiek die voor een belangrijk deel al een begin heeft in het vmbo of het praktijkonderwijs. Door intensieve samenwerking met het team IBZ, het opleidingsteam en externe ondersteuners (leerplicht, opvoedondersteuning, Schoolmaatschappelijk Werk, Jeugdzorg) houden wij het maximaal haalbaar aantal studenten in een opleiding of in de ondersteuningsklas.

12. Stabiele leerling-populatie BOL en BBL De doelstelling is voor wat betreft de BOL-studenten niet gehaald. Het studentaantal voor de vier colleges is over het geheel met 92 studenten afgenomen. Het Ministerie van Defensie heeft begin 2015 besloten, dat de opleiding Veiligheid en Vakmanschap nog slechts door

enkele ROC’s in Nederland mag worden verzorgd. Indien we daar rekening mee houden, is er

geen nieuwe instroom (45 studenten) geweest voor deze opleiding en bedraagt de feitelijke daling 47 studenten. Deze daling doet zich niet bij één specifieke opleiding of college, maar is verdeeld over een groot aantal opleidingen die alle enkele studenten minder hebben. In 2015 is ingezet op een versterking van de relatie met het vmbo-t door een samenwerking in het 3e en 4e leerjaar. De resultaten daarvan lijken een positieve invloed te hebben op de belangstelling van de vmbo-t leerlingen voor ROC Ter AA.


Onderwijscluster Presta: (directeur: dhr. F. van de Wiel)

Beroepsonderwijs volwassenen Educatie / inburgering

Tabel 9c. Overzicht van de ambities en de resultaten


De medewerkers van Presta, zowel onderwijzend personeel als ondersteunend – en beheerspersoneel, beheersen inmiddels de applicaties die nodig zijn voor het cluster. Op het gebied van professionalisering heeft Presta uitvoering gegeven aan zaken die in het teamjaarplan waren opgenomen. Medewerkers vanuit volwassenenonderwijs en educatie

zijn zich gaan richten op de wijze waarop deelnemers een inburgeringstraject afronden en vervolgens geleid en begeleid worden naar een beroepsopleiding.

In het team Presta is nadrukkelijk aandacht geweest voor professionalisering op het vlak van acquisitie: één van de accountmanagers volgt een vervolgopleiding in dit verband. In het kader van ’train de trainer’ maakt hij collega’s deelgenoot van de opgedane kennis. De KPI is gerealiseerd.

2. Adequaat leiderschap

Team Presta heeft, gezien de omvang, twee teamleiders. Eén teamleider/ manager is met name gericht op de externe markt en stuurt de OBP-medewerkers aan (accountmanagers, projectleiders en onderwijskundige adviseurs). De tweede teamleider geeft met name sturing aan de OP-medewerkers binnen het team. Het leiderschap van beide teamleiders werd in de MTO 2015 zeer hoog gewaardeerd (8,0). KPI is op beide onderdelen

gerealiseerd. 3. Kostenbewustzijn

Met name de personele lasten bij Presta beroepsonderwijs waren aanzienlijk lager dan in de begroting opgenomen. Dit kwam doordat de groei van het aantal bol-studenten in de samenwerking met Capabel (beroepsonderwijs voor ex-inburgeraars) beduidend lager uitviel dan begroot. Met de personele bezetting van het onderwijzend personeel is hierop

geanticipeerd. Voor de inburgering gold het tegenovergestelde. In de begroting is rekening gehouden met 4 inburgeringsgroepen, eind 2015 was het aantal gegroeid naar 14. Daardoor is meer


ja/nee





4. gerealiseerd (8,1)

gerealiseerd (2,8%)

7. Studenttevredenheid gerealiseerd (8,1)

gerealiseerd (8,1)


BPV organisaties

Het werkveld geeft een rapportcijfer 7,5 voor BPV gerealiseerd

11. Rendement Diplomaresultaat Entree : 51% gerealiseerd (66%)

Diplomaresultaat niv. 2-3-4 : 72% niet gerealiseerd (71%)

Jaarresultaat Entree : 66% gerealiseerd (73%)

Jaarresultaat niv. 2-3-4 : 72% niet gerealiseerd (66%)

VSV max 5,0% niet gerealiseerd (13%)

12. Stabiele leerlingpopulatie - Bedrijfsopleidingen: 900 BBL en 100 BOL niet gerealiseerd (862)

BOL en BBL niet gerealiseerd (345)


ziekteverzuim

Tevredenheid medewerkers is 7,3 (MTO)

Ziekteverzuim is max. 4,5%



Studenttevredenheid opleiding is 7,2

Tevredenheid Educatie deelnemers: 7,0 (Blik op Werk)

- Educatie: 2015 is conform 2014 (= 477)



onderwijzend personeel ingezet om de groepen te begeleiden. De baten die hier tegenover stonden, zorgden ervoor dat de baten en lasten in evenwicht bleven. Overall is de KPI gerealiseerd.

4. Medewerkertevredenheid/ ziekteverzuim De teamleden van Presta blijken over de volle breedte zeer tevreden over hun werk bij ROC Ter AA (8,1). Het gemiddeld ziekteverzuim van 2,8% is erg laag te noemen en zit ruim beneden het streefpercentage van 4,5%. Beide doelstellingen zijn gerealiseerd.

7. Studenttevredenheid invoegen

De JOB Monitor is sterk gericht op jonge studenten tussen 16 en 20 jaar waardoor de vragenlijst niet geschikt is voor volwassenen studenten bij Presta. Om deze reden heeft

Presta niet meegedaan aan de JOB Monitor 2016. De tevredenheid van studenten is bij Educatie gemeten via de audit ’Blik op Werk’. Het

resultaat was een duidelijke 8,1. De KPI is gerealiseerd.

8. Tevredenheid werkveld Met iedere partner en opdrachtgever van Presta wordt de samenwerking geëvalueerd. Steeds wordt tevredenheid uitgesproken over deze samenwerking. Het feit dat partners hun samenwerking met ons willen continueren, onderschrijft de tevredenheid. De KPI is gerealiseerd.

11. Rendement Het jaarresultaat en het diplomaresultaat van de Entree-opleidingen bedroegen respectievelijk 73% en 66%. Beide KPI’s (66% en 51%) zijn daarmee behaald. Voor jaarresultaat en diplomaresultaat mbo 2-3-4 waren de resultaten 66% en 71%, hetgeen onder de beoogde doelstellingen zit. De KPI’s zijn hier niet gehaald. De bol-opleidingen met de Onderwijsgroep Capabel in de zorgen de technieksector zijn

gezamenlijk ontwikkeld in het consortium met ROC Leiden en ROC Midden Nederland. Een

gebrek aan stageplaatsen leidde bij de pilot Procestechniek tot een uitval van 20%. Vervolgens zijn de daarop volgende groepen pas gestart, nadat er zekerheid was op 80% plaatsing in BPV. De doelstelling van 5,0% VSV is niet gehaald; het resultaat is 13,0%. De taalzwakke groep in de samenwerking met Capabel heeft vaak veel persoonlijke uitvalredenen. De meeste studenten zijn ouder dan 23 jaar.

12. Stabiele leerling-populatie Het aantal volwassen bol-studenten in 2015 viel lager uit dan geprognotiseerd. De reden hiervoor was, dat de groei van deze doelgroep in de samenwerking met, met name Capabel, minder sterk groeide dan eerder verwacht. Door gebrek aan stageplaatsen is het aantal deelnemers > 23 jaar niet gehaald. De onderliggende KPI’s van de

bedrijfsopleidingen en educatie zijn niet gerealiseerd.


Onderwijscluster Entree: (directeur: mw. W.Piek)

Tabel 9d. Overzicht van de ambities en de resultaten


Het team AKA/Entree is in 2015 onder aansturing gebracht van de teamleider die ook het

niveau 2 Dienstverlening College aanstuurt. Hierdoor is verder geïnvesteerd op het door ontwikkelen en versterken van de pedagogische visie. De eerste ervaringen met het bindend studieadvies zijn geanalyseerd en hebben in samenwerking met enkele andere ROC’s geleid tot professionalisering op dit thema. Het team heeft aangetoond allemaal niveau Nederlands 3F te beheersen.

2. Adequaat leiderschap De score voor de teamleider in het MTO was een 7,6. Dit is een gezamenlijk resultaat met VAVO. De oorspronkelijke doelstelling is daarmee gerealiseerd.

3. Kostenbewustzijn Het team AKA/Entree is niet binnen de begroting gebleven. De oorzaak hiervoor ligt in de positieve ontwikkeling van het aantal geplaatste deelnemers. In 2015 zijn 20 studenten

meer gestart dan aanvankelijk begroot.

4. Medewerker tevredenheid / ziekteverzuim Het MTO laat zien dat de medewerkers met 7,3 tevreden zijn, ook hier in gezamenlijkheid met het team VAVO (gecombineerd vanwege te kleine teams). Het verzuimpercentage is hoog (17%). Dit percentage wordt met name veroorzaakt door langdurige ziekte (klein onderwijsteam, procentueel grote invloed).

7. Studenttevredenheid Studenten van de Entree-opleidingen zijn tevreden. In de JOB Monitor waarderen ze de

opleiding met 7,2. In de lunchgesprekken die in 2015 zijn gevoerd door de teamleider met studenten waardeerden de studenten de opleiding met een 7,5. KPI is gerealiseerd.

8. Bedrijventevredenheid Deze is voor AKA/Entree in het jaar 2015 niet gemeten. Entree is ook niet primair gericht op arbeid, maar op doorstroom naar het beroepsonderwijs niveau 2.

KPI's onderwijscluster Entree Dit waren de ambities voor 2015 realisatie

ja/nee





4. Tevredenheid medewerkers is 7,3 (MTO) gerealiseerd (7,3)


7. Studenttevredenheid Het rapportcijfer voor Entree-opleidingen is 7,2 gerealiseerd (7,5)


BPV organisaties

Het werkveld geeft een rapportcijfer 7,5 voor BPV niet gemeten

11. Rendement Diplomaresultaat Entree : 51% gerealiseerd (71,0%)

Jaarresultaat Entree : 67% niet gerealiseerd (66%)

VSV Entree : 27,5% (= landelijke norm) niet gerealiseerd (45,7%)

12. Stabiele leerling-populatie Entree: 60 studenten gerealiseerd (61)





ziekteverzuim


11. Rendement Het diplomaresultaat (71%) zit ruim boven de inspectienorm. Het jaarresultaat van 66% zit net iets onder norm van 67%. Deze KPI’s zijn daarmee gedeeltelijk behaald. Het VSV percentage in 2015 is te hoog. De opvolging van verzuim is aangescherpt, evenals het doorstroomoverleg met het voortgezet onderwijs. Onder de titel PortAAl wordt gewerkt aan een structurele samenwerking.

12. Stabiele leerling-populatie

Per 1 oktober 2015 telden de Entree-opleidingen 59 studenten. Daarmee is de doelstelling nét niet gehaald.


Onderwijscluster VAVO: (directeur: dhr. F. van de Wiel)

Tabel 9d. Overzicht van de ambities en de resultaten

Toelichting op de ambities voor 2015 en de resultaten:

1. Professionalisering De teamleden van het VAVO-college beheersen de basisvaardigheden die nodig zijn om te werken met Eduarte/Schoolfit, N@tschool en Office. Daarnaast is een start gemaakt met het gebruik van ’flipping the classroom‘ om op die wijze de mogelijkheden van het internet te benutten. VAVO-docenten hebben via N@tschool studiematerialen voor alle leerlingen beschikbaar gesteld. Minder dan 80% van het budget is besteed aan de speerpunten zoals

beschreven in het teamjaarplan. Daarmee is het eerste deel van deze KPI gerealiseerd. 2. Adequaat leiderschap

Teamleden hebben in het MTO de teamleider VAVO met een 7,9 beoordeeld. De doelstelling is gerealiseerd.

3. Kostenbewustzijn

Bij de begroting van het VAVO is de vraag gesteld of een zelfstandige VAVO wel kostendekkend kon zijn. Gezien de beperkte omvang van het VAVO was dat een reële vraag. Besloten is om het VAVO te continueren, Doordat in het kleine team VAVO vóór de zomer 2 langdurig zieken en na de zomer opnieuw een langdurig zieke waren (niet werkgerelateerd) hadden we te maken met een forse overschrijding op personele lasten. Daardoor is de KPI niet gerealiseerd.

4. Medewerker tevredenheid / ziekteverzuim Met een score van 7,3 kan worden geconstateerd, dat medewerkers tevreden zijn in hun werkbeleving. Onze beoogde ambitie (7,3) is daarmee gerealiseerd. Het ziekteverzuim was met 15,3% substantieel hoger dan het nagestreefde percentage van 4,5%; voornamelijk te wijten aan 3 langdurige zieken met een niet-werkgerelateerd ziekteverzuim. Het tweede onderdeel van de KPI is niet gerealiseerd.

7. Studenttevredenheid Studenten bij VAVO zijn, zo blijkt uit enquête en tijdens de lunchgesprekken, gemiddeld genomen zeer te spreken over de wijze waarop ze binnen de opleiding begeleid worden en de volwassen benadering. De 7,2 die zij als gemiddelde waardering geven, is ruim voldoende en voldoet aan het streefcijfer van 7,2 dat wij zelf als doel hadden gesteld. Gerealiseerd.

KPI's onderwijscluster VAVO Dit waren de ambities voor 2015 realisatie

ja/nee


80% van het budget besteed aan speerpunten colleges niet gerealiseerd





7. Studenttevredenheid gerealiseerd (7,2)


BPV organisaties

Het werkveld geeft een rapportcijfer 7,5 voor BPV niet gemeten

11. Rendement gerealiseerd (88%)

gerealiseerd (0,13)

niet gerealiseerd (0,47)

12. Stabiele leerling-populatie VAVO: 140 deelnemers gerealiseerd (145)


ziekteverzuim




Verschil SE/CE: max. 0,5 VWO

Studenttevredenheid VAVO is 7,2 (ROC Spiegel)

Slagingspercentage gelijk aan landelijke gemiddelde VAVO's

Verschil SE/CE: max. 0,5 HAVO


11. Rendement Met een slagingspercentage van 88% voor examenjaar 2014-2015 waren wij opnieuw zeer tevreden in relatie tot de doelgroep die wij binnen VAVO bedienen. Bij de norm van de inspectie mag het verschil tussen het cijfer voor het CE (centraal examen) en SE (schoolexamen) maximaal 0,5 zijn. Met een gemiddeld verschil van -0,13 voldoet het havo ruimschoots aan deze norm; ook het vwo blijft met 0,47 binnen de gestelde norm.

Bij een overschrijding van deze norm per individueel vak (zowel havo als vwo), wordt aan de betreffende docenten een verbeterplan gevraagd om het verschil te verkleinen. De resultaten van dit verbeterplan zullen worden gevolgd. De KPI is op alle onderdelen gerealiseerd.

12. Stabiele leerling-populatie

Het aantal leerlingen is in het schooljaar 2015-2016 zo’n 10% gegroeid ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Deze groei was ook noodzakelijk om als VAVO ’kostendekkend’

te zijn. Ook buiten de eigen regio koos een groter percentage leerlingen voor ons VAVO-college. Deze KPI is gerealiseerd.


Cluster Expertisecentrum Onderwijs (directeur: dhr. F. van de Wiel)

Afdelingen:

Intake, Begeleiding en Zorg (IBZ) Expertiseteam Onderwijsontwikkeling (ETO) Expertiseteam Examenbureau (ETE)

Tabel 9e. Overzicht van de ambities en de resultaten


De ambitie is bedoeld is voor het onderwijzend personeel (OP), maar ook voor het ondersteunend personeel (OBP) van het Expertisecentrum geldt, dat zij de applicaties

waarmee gewerkt wordt, in voldoende mate beheersen. Daar waar expertise een update behoefde namen teamleden deel aan professionalisering. De teambudgets zijn besteed aan zaken conform de afspraken in het teamjaarplan. Voor een enkel team (ETO) gold dat meer dan 100% van het budget werd besteed. Dit

gebeurde binnen de afspraak dat hun overschrijding kon worden opgevangen binnen onderbesteding bij één van de serviceteams. De KPI is gerealiseerd.


Bij de expertiseteams Onderwijsontwikkeling (ETO) en Intake, begeleiding en zorg (IBZ) vond begin 2015 een wisseling van de teamleider plaats. Bij IBZ is men tevreden over het leiderschap; bij ETO was een tegengesteld resultaat te zien. Beide waarderingscijfers

lagen boven de 6.0. Overall was het resultaat een 7,4. Daarmee zijn beide onderdelen van deze KPI gerealiseerd.

3. Kostenbewustzijn De lasten van het team IBZ lieten een overschrijding zien die veroorzaakt werd door een aantal langdurig zieken met klachten die gedeeltelijk arbeidgerelateerd van aard waren.

Het was noodzakelijk deze zieke medewerkers te vervangen. Deze overschrijding werd binnen het expertisecentrum (deels) gecompenseerd door het vertrek van 2 teamleden bij ETO en een gedeeltelijke invulling van vacatures . Het cluster is in zijn geheel binnen de begroting gebleven, waardoor de KPI gerealiseerd is.

4. Medewerkertevredenheid / ziekteverzuim

De medewerkers van het expertisecentrum waarderen hun werk met een ruim voldoende

(7,2). Daarmede scoorden zij iets lager dan de norm die wij op 7,3 hadden gesteld. Het ziekteverzuim was relatief hoog (5,6%), onder meer als gevolg van een langdurige griepperiode. Daarnaast was, met name binnen het team IBZ, sprake van een aantal langdurig zieken (deels arbeidgerelateerd). Beide onderdelen van de KPI zijn niet

gerealiseerd.

KPI's Expertisecentrum Dit waren de ambities voor 2015 realisatie

Onderwijs ja/nee


80% van het budget besteed aan speerpunten cf. TJP gerealiseerd



4. Tevredenheid medewerkers is 7,3 (MTO) niet gerealiseerd (7,2)





ziekteverzuim

de MTO-score op leiderschap is minimaal 7,0 ; geen score lager

dan 6,0


Cluster Servicecentrum Organisatie & Bedrijfsvoering: (directeur: dhr. P. Sijbers)

Proces Informatiemanagement (PIM) Financiën

Personeel & Organisatie (P&O) Studentenadministratie Facilitair Overig O&B Tabel 9f. Overzicht van de ambities en de resultaten


Het Servicecentrum O&B draagt enkel indirect bij aan deze doelstelling. Dat wil zeggen: de serviceteams ondersteunen het onderwijs. Waar bijvoorbeeld een scholingsbehoefte

ontstaat binnen een onderwijscluster (bijvoorbeeld op het gebied van Eduarte) zal de afdeling P&O deze (zelf of inhuren) invullen. Als afgeleide doelstelling op deze KPI heeft het serviceteam P&O het begrote bedrag aan professionaliseringsactiviteiten op allocatiewijze toebedeeld aan de diverse organisatieonderdelen en hen ondersteund in de keuzes en uitvoering van die activiteiten in relatie tot de gestelde jaarplannen. De medewerkers van het Servicecentrum O&B zijn in 2015 door een docent van het ICT

College getraind in het werken met Microsoft Office producten, hetgeen een vervolg heeft in 2016. De aan de serviceteams toebedeelde professionaliseringsbudgetten zijn overeenkomstig de teamjaarplannen ingezet.


Leiderschap meten we aan de hand van de MTO-score op leiderschap. Overall heeft O&B met een gemiddelde score van 7,6 de doelstelling behaald. De onderliggende scores voor

de serviceteams laten echter een wisselend beeld zien, variërend van 5,0 tot 8,8.

Sommige serviceteams waren te klein van omvang voor een objectieve meting en zijn om die reden administratief samengevoegd. Eind 2015 zijn alle teamleiders gestart met een specifiek op leiderschap gericht professionaliseringstraject, hetgeen tot eind 2016 loopt.

3. Kostenbewustzijn Kostenbewustzijn meten we in wel of geen (toegestane) budgetoverschrijding cq. het werken binnen de vastgestelde begroting. Het Servicecentrum O&B is in 2015 binnen de

gestelde financiële kaders gebleven. De personele lasten vielen een fractie lager uit dan begroot. De gedane investeringen in huisvesting en ICT zijn conform begroting uitgevoerd.

4. Medewerkerstevredenheid/ziekteverzuim Medewerkerstevredenheid lezen we af aan de hand van de MTO-meting van Effectory. De overall score binnen het Servicecentrum O&B is erg hoog; 7,9. De doelstelling (7,3) is daarmee ruim behaald. De onderliggende scores van de serviceteams tonen een wisselend

beeld. Sommige halen de norm ruimschoots, andere zitten er nét onder (van 6,9 tot 8,6). Ook in het ziekteverzuim zijn verschillen te bemerken. Bij een soms geringe teamomvang ontstaan direct grote verschillen door langdurige ziekte van een medewerker. In nagenoeg alle serviceteams is het verzuimpercentage sterk beïnvloed door enkele langdurig zieken. In een klein team drukt dat onevenredig zwaar. De overall score is een verzuimpercentage van 7,3% waarmee de doelstelling van 4,5% niet is behaald. Het aantal langdurig zieken was eind 2015 weer gedaald.

KPI's Servicecentrum O&B Dit waren de ambities voor 2015 realisatie

ja/nee

1. Professionalisering 100% OP minimale beheersing Eduarte,N@tschool, Office nvt

80% van het budget besteed aan speerpunten cf. TJP gerealiseerd









ziekteverzuim


Bijlage 2: Afkortingenlijst

BOP Branche/Bedrijven Onderwijs Platform

BPV Beroepspraktijkvorming

BSC Balanced Score Card

BVE Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

CBE Naam van bedrijf dat professionaliseringsscans uitvoert

DUO Dienst Uitvoering Onderwijs

ETE Expertiseteam examinering

ETO Expertiseteam onderwijs

EVC ervaringscertificaat met Eerder Verworven Competenties

FPU Flexibel Pensioen en Uittreden

FTE Fulltime Equivalent

HBO Hoger Beroepsonderwijs

IBZ Intake, Begeleiding en Zorg

ICT Informatie- en communicatietechnologie

IEC Instellingsexamencommissie

IPC Industrieel Praktijkcentrum

IWBZ Installatiewerk Brabant/Zeeland

IWZO Installatiewerk Zuid-Oost

JOB Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs

KCE Kenniscentrum Examinering

KPI Kritieke Prestatie Indicator

LGF Leerling Gebonden Financiering (‘rugzakje’)

L&B Loopbaan en Burgerschap

OR Ondernemingsraad

MAC MBO Automotive Center

MBO Middelbaar Beroepsonderwijs

MT Managementteam

MTO Medewerkertevredenheidsonderzoek

OBP Onderwijs- en Beheerspersoneel

OER Onderwijs- en Examen Reglement

OP/OOP Onderwijzend Personeel/Onderwijsondersteunend Personeel

PDCA Plan-Do-Check-Act

PMO Preventief medisch onderzoek

POP Persoonlijk OntwikkelingsPlan

RAP Regionaal Arbeidsmarkt Platform

RJ Regeling Jaarverslag

RMC Regionaal Meld- en Coördinatiepunt

RvT Raad van Toezicht

SBRH Samenwerkingsverband Bouwopleidingen Regio Helmond

SLB Studie Loopbaan Begeleider

SMW School Maatschappelijk Werk

SORP Samenwerkingsverband Schilderopleidingen Regio Peelland

TJP Teamjaarplan

UWV Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen

VSV Voortijdige School Verlater (deelnemer die niet meer terugkeert in het onderwijs)

VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie

WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs

Wet BIO Wet Beroepen in het Onderwijs

WNT Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen

WOR Wet Ondernemingsraad

WOZ Waardering Onroerende Zaken

WWB Wet Werk en Bijstand

ZAT Zorg- en Advies Team


Aan het geïntegreerd jaardocument 2015 hebben meegewerkt: Bijdragen: M.Bistervelts, GJ.v Breugel, A.Brauers, A.Coolen, K.Dings, M.Gielen,

A.Haverkort, M.Heijnen, R.v Hoof, J.Jacobs, K.Klunhaar, P.Kneabel, A.Knoet-Michels, B.Luijten, R.v Neerven, P.Noten, R.Papavoine, Y.Pas, W.Piek, G.Schoenmakers, V.van Seggelen, P.Sijbers, R.Sijmonsma, J.Smits, M.Smeulders, D.van Kessel, M.Vialle, F.vd Wiel, I.Woensdregt e.a.

Publieksversie: J.Smits Coördinatie en eindredactie G.Schoenmakers, M.Smeulders, V.van Seggelen, A.Knoet-Michels

Jaarverslag 2015 ROC Ter AA

Documents

Transcript of Jaarverslag 2015 ROC Ter AA