Jaarverslag 2015

'CHRISTELIJK ONDERWIJS OP REFORMATORISCHE GRONDSLAG'V C O R G

DORDRECHT, MAART 2016

Inhoudsopgave

1. Notulen algemene ledenvergadering VCORG op 22 juni 2015 3 1.1 Opening 31.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 23 juni 2014 61.3 Bestuur en financieel jaarverslag 2014 61.4 Verkiezing Algemeen bestuur 81.5 Verkiezing Commissie van Toezicht 81.6 Toelichting Stichting Exploitatie Peuterhof 91.7 Statutenwijziging VCORG 11 1.8 Rondvraag 151.9 Uitslag verkiezingen 151.10 Meditatief slotwoord en sluiting door ds. A. de Lange 16

2. Inleiding 18

3. Algemeen 193.1 Uitgangspunten jaarverslag 193.2 Centrale thema 193.3 Instellingsgegevens 203.4 Juridische structuur 203.5 Organisatiestructuur 213.6 Bestuur-, Commissie van toezicht- en Commissiegegevens 213.7 Kernactiviteiten en werkgebied 223.8 Bestuurlijke activiteiten 233.9 Bestuurlijke federatieve samenwerking 243.10 Samenwerkingsverband, Leerlingenzorg en Schipperskinderen 243.11 Schoolgegevens 27

4. Personeelsbeleid 294.1 Inleiding 294.2 Professionalisering 294.3 Personele bezetting per 31-12-15 304.4 Ontwikkelingen personeelsbeleid 314.5 Arbodienst 31

5. Onderwijskundig beleid 325.1 Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten 325.2 Besteding Prestatiebox 335.3 Peuterspeelzaal 335.4 Kwaliteitszorg 335.5 Monitoringsgegevens 345.6 Kwaliteit en personeelsbeleid 35

1

6. Financieel beleid 376.1 Publieke en private gelden 376.2 Overzicht financiën 38

7. Beheersbeleid 427.1 Algemeen 427.2 Beheerscommissie 427.3 Huisvestingszaken 437.4 Onderhoud 437.5 Arbozaken 44

8. Relatie en communicatie 458.1 Uitgangspunten 458.2 Communicatielijnen richting ouders 458.3 Relatie met de kerken 468.4 Overige externe communicatie 468.5 Verantwoording 468.6 Afhandeling van klachten 478.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact 47

9. Toekomst en continuïteit 49 9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen 499.2 Toekomstige interne ontwikkelingen 509.3 Staat van baten en lasten - begroting 519.4 Balans 2015 - 2018 529.5 Risicobeheersing en intern toezicht 53

10. Tenslotte 54

11. Lijst met afkortingen 55

12. GMR jaarverslag 2015 57

13. Commissie van Toezicht jaarverslag 2015 59

Bijlage Jaarrekening 2015

2

Notulen ALV VCORG

1. NOTULEN ALGEMENE LEDENVERGADERING VCORG OP 22 JUNI 2015

Notulen van de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht, gehouden op maandag 22 juni 2015 in de zaal van de Krooswijkhof, Singel 184-186 te Dordrecht.

1.1 Opening

De voorzitter, de heer Van Driel, opent de vergadering door de aanwezigen welkom te heten. Hij vraagt te zingen psalm 106:4, 24 en 26. Hij leest Psalm 133 en 134, gaat voor in gebed en vraagt een zegen over deze avond.

Openingswoord voorzitterEvenals vele voorgaande jaren zijn we ook vanavond als leden van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht weer bij elkaar om terug te blikken maar ook vooruit te kijken en dit jaar zelfs naar het jaar 2032.

Ik zei zojuist dat we als leden van de Vereniging bij elkaar zijn. De ledenvergadering is het hoogste orgaan bin-nen een vereniging. U als ledenvergadering geeft ons als bestuur elk jaar weer als het ware de opdracht mee om zorg te dragen dat het Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag in Dordrecht vorm en inhoud krijgt. Maar wat is nu ‘Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag’? Het reformatorisch onderwijs ziet het als zijn opdracht om op grond van de Bijbel en de daarop gefundeerde Drie Formulieren van Enigheid bij te dragen aan de opvoeding van leerlingen en aan hun vorming tot zelfstandige persoonlijkheden die hun burgerschap verstaan. Dit zijn mooie woorden, maar ze vereisen daden. Deze opdracht is geen geringe, wel een mooie en inhoudsvolle opdracht! Over de omschrijving van de opdracht zou veel te zeggen zijn, maar ik wil kortheids-halve verwijzen naar de uitwerking van deze opdracht in de Schoolgids, daar treft u goed verwoord aan waar de Dordtse schoolvereniging voor staat en voor wil blijven staan.

U hoort vanavond uiteraard wel wat het bestuur concreet met die zojuist omschreven opdracht in 2014 heeft gedaan. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen (toetst of hetgeen wordt uitgevoerd op de scholen overeenkomt met het afgesproken beleid) en voert uw opdracht daarom niet zelf uit. Uw opdracht aan het bestuur is wat de uitvoering betreft gemandateerd aan de heer Van der Wulp, de algemeen directeur. Het jaarverslag 2014 geeft hier een inblik in en komt straks aan de orde. Daaruit blijkt wat er allemaal is gedaan binnen de beide scholen.

Alles overziende (zowel de dagelijkse gang van zaken, de vele vergaderingen en gesprekken, als de financiële context) past het ons in de eerste plaats de Heere voor het kunnen uitvoeren van deze opdracht te erkennen. Hij heeft ondanks onze ontrouw jegens en afwijken van Hem, ons (om het zo te zeggen) dagelijks begenadigt! Daarom zongen wij zojuist over het tekort aan onze kant: ‘Wij hebben God op ’t hoogst misdaan..’, maar ook de onverdiende trouwe zorg aan Gods kant: ‘Nochtans was God met hen begaan..’ en de dank die Hem toekomt: ‘Zo zullen wij Zijn goedheid danken’. De Heere alleen maakt het invullen van die opdracht mogelijk. Zonder Zijn hulp en zegen vermogen wij niets.

In de tweede plaats past vanaf deze plaats dank aan alle circa 50 personeelsleden met de vele ouders en vrijwil-ligers die dagelijks met onze kinderen bezig zijn. Als u schoolgaande kinderen had of heeft hoort u wat ze al-lemaal doen op een dag. Een heel team van deskundigen in en om de groep draagt kennis over, leert vaardighe-den aan, vormt de kinderen, stimuleert hen, corrigeert indien nodig, luistert en stuurt, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het gebeurt ook nog eens zo veel mogelijk rekening houdend met het niveau en de mogelijkheden van ieder kind. Niet alleen naar zogenaamde zorgleerlingen, maar ook de categorie die ten onrechte recent is beschreven als de ‘happy few’ in een groep. Ook zij, de meer- of hoogbegaafden, krijgen binnen de Dordtse scholen goede en passende aandacht.

U mag van een reformatorische school zonder meer verwachten dat het Bijbelse geluid gehoord wordt. Dat

3

geluid onderscheidt ons van andere scholen en dat bedoel ik niet om ons te verheffen, maar om te bena-drukken dat hier een niet genoeg te waarderen voorrecht ligt. Op vele manieren wordt binnen de scholen aandacht besteed aan het invullen van dit fundamentele gedeelte van de opdracht, feitelijk de grondslag waarop al het andere wordt gebouwd! Ik noem als voorbeelden de maandopeningen op de ds. Joh. Polyan-derschool, de ‘psalmzang-vrijdagmorgen’ op de ds. Joh. Bogermanschool, de Bijbelvertellingen bij het begin van de allereerste schooldag tot de afscheidsavond van groep 8 toe, de gezamenlijke vieringen van Kerst en Pasen, het bespreken van het gehoorde van zondag op maandagmorgen, het leren en uitleggen van de Heidelbergse Catechismus, het leren en zingen van alle Psalmen, het spreken met de leerlingen over dat het zonder genade niet goed is tussen God en ons, dat het wel anders kan worden, dat de Heilige Geest dat werkt in zondaren en dat alleen het bloed van Jezus Christus Gods Zoon reinigt van alle zonden. Belangrijke zaken en een grote verantwoordelijkheid die op de schouders van het personeel rust deze zaken eerlijk, evenwichtig en zonder uitersten ter linker- of rechterzijde door te geven en in te scherpen, ook hier weer een ieder op zijn of haar plaats.

Ook wordt, zoals u wellicht weet op meerdere manieren aandacht gevraagd voor de kernwaarden respect, verantwoordelijkheid, betrokkenheid, vertrouwen en eerlijkheid. Hierover lezen de ouders periodiek in de nieuwsbrieven. In 2015 is hierover ook een ouderavond geweest die door vele ouders/verzorgers werd bij-gewoond. Uit de opkomst kan en mag worden afgeleid dat de noodzaak van het behandelen van dit onder-werp en de gezamenlijke doordenking daarvan breed gedragen worden. Deze kernwaarden komen succes-sievelijk in alle groepen uitvoerig aan de orde.

Ook moet er blijvend aandacht geschonken worden aan wat we snel ‘randzaken’ noemen of waar we het kwaad niet van inzien of willen inzien (mezelf zonder meer ingesloten): onze kleding (ook als ouders en leerkracht), ons taalgebruik, verantwoord omgaan met moderne media en de niets ontziende invloed die ‘beeld en geluid’ ook al hebben op ook de kinderen onze scholen. Dragen wij uit naar onze eigen kinderen en niet-kerkelijken die ons nauwlettend in de gaten houden het: Gij geheel anders? Of denken we dat dit allemaal wel meevalt? Elkaar ook daar liefdevol in opscherpen is onze plicht.

Een ieders gebed in deze mag wel zijn: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’! Op al deze punten is beleid geformuleerd en wordt zo nodig handelend opgetreden, veelal zonder dat u het ziet of merkt (tenminste als het niet u eigen kind betreft). Ook wordt, voor zowel dader als slachtoffer, handelend opgetreden als achterstelling, uitsluiting of pesten aan de orde is. Mogen wij in deze vaak zo precair en gevoelig liggende zaken op uw steun en vooral uw gebed rekenen en ook een beroep doen op een open benadering van elkaar als ouders, directie, bestuur enz.?

Ik noemde dat ons dank past aan de Heere, dat onze dank ook voor het achterliggende verslagjaar uitgaat naar de directeur en het hele team, maar ik wil ook expliciet benoemen en dank overbrengen aan de leden van de GMR, de vertrouwenspersonen, de beheerscommissieleden, de Commissie van Toezicht: allen dragen bij aan de goede voortgang van het vervullen van de gezamenlijke opdracht. Wat stemt het tot dankbaar-heid als er nog onderlinge verbondenheid mag zijn en waar met elkaar het goede voor de kinderen wordt gezocht! We lazen daarom ook eerst Psalm 133: de Heere gebiedt aldaar (daar waar broeders ook tezamen wonen) den zegen en het leven tot in eeuwigheid.

74

Notulen ALV VCORG

In het verslagjaar 2014 werd de Vereniging tweemaal opgeschrikt door de mare van de dood: eerst overleed vader van Dijke en net voor de Kerstdagen vader Geluk. Grote slagen, roepstemmen, verdriet. Vanaf deze plaats betuigen wij nogmaals onze deelneming en wensen alle betrokkenen toe dat de Heere Zich over die gezinnen wil ontfermen. Dit laatste geldt ook voor allen die in en na 2014 verdriet moesten en moeten verwerken door het verlies van dierbaren onder ouders en personeelsleden. Tot zover een zeer korte terugblik en een inblik in wat er op de scholen gebeurt. Aan het begin van dit ope-ningswoord zei ik dat ik ook verder, naar de toekomst zou kijken en dan naar Deo volente het jaar 2032. Waarom dit jaar?

De reden is eenvoudig: staatssecretaris Dekker heeft onder de populaire naam ‘Onderwijs2032’ aan het onder-wijsveld gevraagd hoe het onderwijs er in 2032 uit moet zien. Deze dialoog met ‘het veld’ is eind 2014 gestart en staat ogenschijnlijk naast het in het jaarverslag (in punt 8.7) genoemde verslag van het Bestuursakkoord (daarin kijken partijen naar het onderwijs in 2020!).

Na een brainstormronde via social media is begin 2015 het Platform Onderwijs 2032 gestart. De platformleden gaan tot september dit jaar in gesprek met leraren, leerlingen, ouders, ondernemers, wetenschappers en be-langhebbenden, dus ook met de reformatorische scholen (in deze vertegenwoordigd door de VGS).

Drie vragen vormen bij deze gesprekken het uitgangspunt. Ten eerste: welke kennis en vaardigheden moeten een stevigere plek krijgen in het onderwijs zodat leerlingen optimaal worden voorbereid op het vervolgonder-wijs en de arbeidsmarkt; ten tweede: hoe kan het onderwijs eraan bijdragen dat leerlingen optimaal kunnen functioneren als burger in een diverse en snel veranderende maatschappij en ten derde: welke bijdrage moet het onderwijs leveren aan persoonsvorming en talentontwikkeling?

Eind 2015 brengt dit platform advies uit aan het kabinet en de resultaten worden beschreven in een koers-document wat weer de basis vormt voor de ontwerpfase. Deze ontwerpfase moet leiden tot een vernieuwde onderwijsinhoud.

Op zichzelf bezien is met het kort verwoorde proces niets mis. Het behoeft geen uitleg dat als iedereen wordt geraadpleegd de uitkomst een gemene deler zal zijn. Vraag is dan of er bij die gemene deler ook elementen zullen zitten van een ‘reformatorische minderheid’? Of sluit die gemene deler aan bij de in de huidige politiek breed gedragen gedachte dat de leerlingen moeten worden opgeleid voor de kenniseconomie van morgen, het beste worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt? Een andere vraag die rijst is of de overheid hiermee niet toch weer invloed wil op de inhoud van het onderwijs? En of dat toch weer de vrijheid van onderwijs op grond van art. 23 ter discussie wordt gesteld, zij het nu impliciet?

De bijdrage vanuit degene die het reformatorische deel vertegenwoordigen zal de insteek hebben om te laten zien dat onze onderwijsvisie voor het beste en meest toekomstbestendige onderwijs zorgt. Een (pro-)actieve,

5

maar geenszins activistische insteek vanuit de inhoud en met de vensters open! De gesprekspartners laten zien waar wij voor staan, waarom we het zo doen en waarom bepaalde zaken worden nagelaten en zo mo-gelijk onder verwijzing naar Gods Woord. Daarbij noemen we wat mr. Groen van Prinsterer zei: ‘een samenle-ving zonder christelijk onderwijs heeft weinig levensvatbaarheid’.

De heer Schalk verwoordde het in een interview kernachtig: “alles wat goed is voor mensen is terug te voe-ren op de Bijbel. Gods Woord is compleet en heilzaam. Belangrijk vind ik dat we anticiperen op toekomstige thema’s. Ons antwoord moeten we al klaar hebben liggen. Dat is wellicht vrij utopisch, maar het is nuttig gebleken”. Hij refereert hierbij aan de kamerbrede erkenning dat er op reformatorische scholen bijvoorbeeld rondom seksuele diversiteit veel gebeurd, bijvoorbeeld met de methode ‘Wonderlijk gemaakt’. Hij vervolgt: “We moeten niet bang zijn voor nieuwe thema’s, maar we moeten ze aanpakken en daarin onze eigen route kiezen vanuit onze eigen traditie en kracht. Dat is een opdracht!”

Ook deze opdracht is geen geringe en al helemaal niet in de tijden die wij nu beleven, een tijd waar alles mag en kan en godsdienst een privézaak is. En toch moeten wij ons en onze kinderen hiervoor en hiertoe wape-nen. Deze strijd moet worden gestreden. Zeker ook voor het behoud van het reformatorische onderwijs aan onze kinderen en kleinkinderen gegeven! Ook al is dat pas in Deo volente 2032, immers nu vindt de discus-sie over wat goed en heilzaam is voor de toekomstige leerling, maar zeker ook de leerkracht (verwijzende naar Bestuursakkoord 2014) plaats! Daarom mogen we nu niet verslappen, maar worden wij nu enerzijds geroepen te getuigen van de stille hoop die in ons is, uitleggen hoe wij denken over principieel, kwalitatief en goed onderwijs, spreken over het geven van onderwijs in eeuwigheidsperspectief. Het gaat niet om onze naam, maar het gaat Zijn Naam en waarheid aan. Anderzijds God te bidden of Hij Zelf wil opstaan ten strijde en alle haters (en verwoesters van het bijzonder onderwijs) wijd en zijd, verjaagd en verstrooid wil doen vluchten!

Dit kunnen wij niet in eigen kracht, de Heere kan helpen en laten we dan het gebed bidden dat staat in Psalm 134: ‘Heft uwe handen naar omhoog’ (het gebed van beneden naar boven) en ‘dat ’s Heeren zegen op ons en onze kinderen daal’ (de verhoring en zegen van boven naar beneden). Mag ik daarom tot slot vragen of u, naast het vertrouwen, de steun, het respect en de waardering die alle mensen die op de scholen werken verdienen, dagelijks het reformatorisch onderwijs en in het bijzonder de leerlingen in uw gebeden wil ge-denken en de Heere vragen of Zijn zegen op hen en ons allen dalen mag?

Hiermee wil ik dit openingswoord besluiten en vraag u te willen zingen uit Psalm 134: 2 en 3.

1.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 23 juni 2014

De voorzitter stelt de notulen in zijn geheel aan de orde. Vanuit de vergadering komen geen vragen of op-merkingen. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

1.3 Bestuur en financieel jaarverslag 2014

De voorzitter stelt het jaarverslag (pagina 13-32 en pagina 38-44) aan de orde.

De heer Moree: het bovenste gedeelte van pagina 15 gaat over het jaar 2013 en kan denk ik geschrapt wor-den. De heer Van Driel geeft aan dat dit een terechte opmerking is.

Vanuit de vergadering komen verder geen vragen of opmerkingen.

De penningmeester, de heer Rijnhout, licht het financieel verslag 2014 toe (pagina 33-37, inclusief de als bijlage bijgevoegde jaarrekening 2014).

6

Notulen ALV VCORG

Algemene opmerkingenDe jaarrekening 2014 van de VCORG is voorzien van een goedkeurende controleverklaring (getrouw en recht-matig) van de externe en onafhankelijke accountant Ernst & Young. De jaarrekening laat een positief nettoresultaat zien van afgerond € 151.000 (2013: € 150.000), terwijl een be-drag van € 4.000 was begroot.

Analyse van het nettoresultaatDe positieve afwijking ten opzichte van de begroting had verschillende oorzaken, waarvan de belangrijkste oorzaken door de heer Rijnhout genoemd worden:• De grootste afwijking (€ 66.000) wordt veroorzaakt door toekenning van extra gelden vanuit de Gemeente

Omdat Stichting Openbaar Primair Onderwijs (OPOD) die steun kreeg, hadden wij daar als reformatorische scholen ook recht op. Dit bedrag is een incidentele meevaller.

• Aan de financiële afwikkeling met het samenwerkingsverband is een positief bedrag overgehouden (€ 49.000).

• Premierestituties en overige vergoedingen (€ 28.000).• Enkele tegenvallers zijn de hoger uitgepakte huisvestingslasten (€15.000) en de lagere baten van de Vereni-

ging (€ 8.000), hieronder vallen het lidmaatschapsgeld en de vrijwillige ouderbijdrage.

EV en resultaat in perspectiefVorig jaar liet een mooi positief nettoresultaat zien en deze positieve lijn zet door. Het eigen vermogen is weer aan het bijkomen.

De kengetallen laten een financieel gezond beeld zien. De heer Rijnhout geeft een korte uitleg over de ge-noemde kengetallen:Liquiditeit: is de mate waarin de VCORG op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Solvabiliteit: is de mate waarin de VCORG op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.Rentabiliteit: is de verhouding tussen het inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend.Weerstandsvermogen: het vermogen van de VCORG om ook in ongunstige tijden de activiteiten te kunnen voortzetten. Op bestuursniveau is hier geen norm voor, op schoolniveau wel. Kapitalisatiefactor: is een indicator van hoe het vermogen is belegd. Bij een te hoge factor geldt dan vaak dat er een te hoge vermogensbuffer aanwezig is. De waarde op bestuursniveau is hoger dan de maximale norm welke vanuit de overheid wordt geadviseerd. Op schoolniveau blijft deze er onder. De kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen is een aandachtspunt, maar is niet belangrijk voor de inspectie want die kijken naar de kapitalisatie-factor excl. privaat vermogen.

Ook voor het jaar 2015 is er een sluitende begroting opgesteld. In deze begroting is rekening gehouden met: extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden, OPOD, de nieuwe CAO primair onderwijs en de doorde-centralisatie van het buitenonderhoud.

Anderzijds is er het toegenomen risicoprofiel in de tijd, onder andere: van oude bekostiging naar lumpsum, de peuterspeelzaalbekostiging (de gemeentelijke subsidie staat onder druk) en de decentralisatie van de huisves-ting.

De heer Rijnhout eindigt met de woorden dat de dankbaarheid overheerst.

De heer Lambregts vraagt hoe het ervoor staat met de decentralisatie van het buitenonderhoud.De heer Rijnhout: het staat er goed voor, in de begroting is hier expliciet rekening mee gehouden en dit punt vraagt op dit moment geen bijzondere aandacht.

Mevr. De Winter: de inspectie kijkt naar de kapitalisatiefactor excl. vermogen, kijken ze ook naar de kapitalisa-tiefactor incl. vermogen?De heer Rijnhout: ik vermoed van niet, op pagina 37 van het jaarverslag wordt hier op ingegaan. Het is door de accountant niet gesignaleerd als iets dat risico heeft. Mevr. De Winter: wat kan het gevolg zijn van een te hoge kapitalisatiefactor?De heer Rijnhout: dit heeft niet direct een gevolg. Als de kapitalisatiefactor excl. vermogen boven de norm is,

7

kan de inspectie vinden dat we te rijk zijn. De buitenwereld kan vinden dat we teveel kapitaal aanhouden. Ik zie niet in dat het negatieve gevolgen heeft, maar het heeft onze aandacht.

De voorzitter stelt het laatste gedeelte van het jaarverslag aan de orde (pagina 50-52). Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen.

De voorzitter vervolgt met het jaarverslag 2014 van de GMR (pagina 53-54) en het jaarverslag 2014 van de Com-missie van Toezicht (pagina 55-57). Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen.

a. Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2014: Het jaarverslag 2014, inclusief de jaarrekening wordt door de vergadering geaccordeerd en daarmee vastgesteld.

b. Verlening decharge aan penningmeester en bestuur: De vergadering verleent decharge aan penningmeester en bestuur.

1.4 Verkiezing Algemeen bestuur

Aftredend en herkiesbaar is de heer B.H. Dekker; geen tegenkandidaat i.v.m. enkelvoudige voordracht.

De heer Van Driel legt kort uit wat dit inhoudt. Als bestuur hebben we een aantal jaar geleden de vraag gesteld hoe we willen omgaan met (het kiezen van nieuwe) bestuursleden. We hebben 6 bestuursleden en ieder be-stuurslid heeft zijn eigen competentie, wat maakt dat het bestuur op alle terreinen competent is. De competen-tie van de heer Dekker is ‘personeelszaken’. Ook willen we, op grond van de statuten, zorg dragen dat in het bestuur alle aangesloten kerken blijven verte-genwoordigd. Op grond hiervan is voor de heer Dekker geen tegenkandidaat aanwezig, daarom is besloten tot een enkelvou-dige kandidaatstelling voor de heer Dekker.

Aftredend en herkiesbaar is de heer W. Baars; tegenkandidaat is de heer drs. A.J. van Vugt.

1.5 Verkiezing Commissie van Toezicht

Aftredend en herkiesbaar is de heer C.J. van der Beek; tegenkandidaat is de heer L.C. Struijk.

Aftredend en herkiesbaar is de heer B. Cornet; tegenkandidaat is de heer A. de Heer.

8

Notulen ALV VCORG

9

Ook hierin is gekeken naar competentie en kerkelijke achtergrond.

Mevr. Matthijsse: is hierin eerst gekeken naar de competentie en dan naar de kerkelijke achtergrond?De heer Van Driel: hier wordt integraal naar gekeken, er is dus geen sprake van volgorde. Het is belangrijk dat alle kerkelijke achtergronden aanwezig zijn binnen het bestuur.

De heer Riemens jr.: is een van de aftredende bestuursleden ook het bestuurslid die niet meer van ‘kerkelijk Dordt’ is? De heer Van Driel: dat is niet een van de aftredende bestuursleden.

Aan de heren A. Hartog en S. Smits wordt gevraagd, om samen met de heer A. Visser (secretaris), de stemcommis-sie te vormen. Hierin stemmen zij toe.

1.6 Toelichting Stichting Exploitatie Peuterhof

Op de vorige ledenvergadering hebben we nagedacht over een statutenwijziging om binnen de VCORG een peuterspeelzaal te exploiteren. H3O wilde van de peuterspeelzaal af en wij wilde dat graag overnemen, dit is goedgekeurd en de statutenwijzi-ging is toen akkoord bevonden. Op dat moment was het mogelijk om binnen de Vereniging een peuterspeelzaal te exploiteren en de statuten van de Vereniging aan te passen. Bij nadere overdenking liepen we tegen verschillende problemen aan, van pensioentoezegging tot CAO voor-waarden, enz. De vraagstukken stapelden zich op. Meerdere malen hebben we met de VGS hierover gesproken en ook met andere verenigingen die een peuter-speelzaal binnen de Vereniging hebben. Het is moeilijk om de peuterspeelzaal binnen de Vereniging te houden en we vroegen ons af of hier geen mak-kelijkere weg voor is. Kunnen we niet een nieuwe stichting oprichting om vanuit die hoedanigheid de peuter-speelzaal te exploiteren. Het wordt dan makkelijker om personeel op de loonlijst te zetten en zaken als pensioen en vervanging te regelen. Het is een andere jas, de vereniging is verschillend, maar de eenheid blijft hetzelfde. In de concept statuten is opgenomen dat bestuursleden van de nieuwe stichting ook bestuurslid moeten zijn van de VCORG. Ook worden wijzigingen in de bestuurssamenstelling e.d. in de ledenvergadering besproken.De nieuwe stichting zal worden aangestuurd door de directeur, de heer B.A.D. van der Wulp, en binnen de stich-ting zal Tanja Hakbijl als hoofdleidster fungeren. De statutenwijziging van vorig jaar zal dan niet worden doorgevoerd.

De heer Moret: blijven de toezeggingen van vorig jaar gelden als het gaat over kinderopvang e.d.?De heer Van Driel: ja, deze toezeggingen blijven gelden. Wijzigingen zullen altijd besproken worden op de leden-vergadering.

Mevr. De Winter: krijgt de nieuwe stichting dan ook een eigen jaarrekening? En er is voldoende inkomen?De heer Van Driel: de stichting krijgt een eigen jaarrekening. Wat betreft het inkomen is er een begroting ge-maakt en deze begroting is sluitend. Wel is het zo dat de bekostiging vanuit de gemeente naar beneden gaat. We zijn steeds in overleg hoe we de begroting sluitend kunnen houden. Het kan zijn dat er op enig moment geld bij moet, dit wordt nauwlettend in de gaten gehouden.

De heer Meurs: het peuterspeelzaalwerk valt onder de kinderopvangeisen en –tarieven, zijn de peuterspeelzaal-tarieven niet goedkoper? De heer Van Driel: het is peuterspeelzaalwerk en de tarieven zijn dan ook peuterspeelzaaltarieven, dit heeft niets met het kinderopvangtarief te maken. Daarmee kan het op betaalbaar niveau blijven voor velen.

De heer Smitsman: kan er bij een tekort aan financiële middelen geld vanuit de VCORG naar de peuterspeelzaal?De heer Van Driel: wat niet mag is dat gelden voor onderwijs doeleinden aangewend worden voor de peuter-

speelzaal. De Vereniging heeft privaatvermogen en dat is vooralsnog genoeg om eventuele tekorten van de peuterspeelzaal aan te vullen.De heer Rijnhout: het enige wat de overheid kan vinden is dat het een schenking is van de VCORG aan de peu-terspeelzaal. De VCORG heeft een ANBI-status, de peuterspeelzaal nog niet. Krijgt de peuterspeelzaal deze status wel is het schenken door de VCORG aan de peuterspeelzaal geen (fiscaal) probleem, omdat schenken door een ANBI aan een ANBI vrij van schenkbelasting is.

De heer Lambregts: de verantwoording van het bestuur vindt plaats op de ledenvergadering van de Stichting? Wat is de rol van de CvT hierin? De heer Van Driel: ja, de CvT heeft ons van advies voorzien en is meegaan in de bestuursbesluiten. De CvT houdt ook in dit opzicht toezicht op het bestuur van de stichting.

De heer Smitsman: de heer Van der Wulp is gemandateerd en is degene die het personeel e.d. aanstuurt binnen de Stichting?De heer Van Driel: ja, dat zal de heer Van der Wulp doen en intern binnen de stichting is Tanja Hakbijl het aan-spreekpunt.

De heer Meurs: verandert hierdoor de rechtspositie van de peuterleidsters?De heer Van Driel: nee, ze vallen onder dezelfde CAO.

De heer Lambregts: welke bestuursleden worden beoogd voor het bestuur van de Stichting?De heer Van Driel: allemaal. De heer Terlouw: hoe wordt omgegaan met een bestuurswissel binnen de Vereniging? De heer Van Driel: deze wordt ook doorgevoerd naar de Stichting, omdat bestuursleden van de Stichting alleen de bestuursleden van de Vereniging kunnen zijn. Als eerste bestuur wordt benoemd het voltallige bestuur van de Vereniging.

De heer Zeeders: kan het stichtingsbestuur kleiner zijn dan het verenigingsbestuur?De heer Van Driel: ja dat kan, maar dat is niet de intentie en zeker niet bij de opstart aan de orde.

De heer Heikens: hoe wordt de peuterspeelzaal gefinancierd?De heer Van Driel: deels door de gemeente en deels door de ouders. Als de bijdrage vanuit de gemeente daalt, zal de bijdrage van de ouders omhoog moeten of er moet naar andere inkomstenbronnen gezocht worden.

10

Notulen ALV VCORG

11

1.7 Statutenwijziging VCORG

De voorzitter geeft bij dit punt het woord aan de heer Holster, die dit punt verder zal behandelen.

Voor u ligt een voorstel tot een statutenwijziging van Artikel 8 lid 3 en Artikel 10 lid 3 sub H. Zoals afgesproken met de Commissie van Toezicht en de VGS heeft het bestuur getracht helder en transparant uiteen te zetten wat de aanleiding is voor deze statutenwijziging zodat alle leden hiervan kennis kunnen nemen.U heeft daarom reeds bij de agenda een bijlage ontvangen met de wijzigingen en de aanleiding.Medio september vorig jaar heeft onze voorzitter te kunnen gegeven niet meer in Dordrecht te kerken bij een van de aangesloten kerkgenootschappen verbonden aan onze verenging. Hij heeft vervolgens de keuze van handelen bij het bestuur neergelegd en aangegeven dat het aanblijven als voorzitter in strijd is met de statu-ten. Het bestuur heeft dit zonder zijn aanwezigheid besproken, genotuleerd en vastgesteld hem graag, gezien zijn competenties, als voorzitter te willen behouden. Wij hebben dit vervolgens besproken in de eerstvolgende vergadering met de Commissie van Toezicht en hebben ons in goed overleg gewend tot de VGS, de heer Voor-winden. De heer Voorwinden heeft vervolgens zijn advies volgens eerder genoemde bijlage geformuleerd. Duidelijk kwam daarbij naar voren dat de samenstellers van de statuten destijds hebben gehandeld naar bevind van zaken in hun situatie voorhanden. De afgelopen jaren zijn er veel zaken gewijzigd; er komen bijvoorbeeld kinderen van buitenaf naar onze school waarbij betreffende ouders niet in het schoolbestuur kunnen plaats nemen; ook gaf hij aan hebben jullie thuislezers of leden van de vereniging Calvijn die volgens artikel 8 geen bestuurslid kunnen worden.

Voor het bestuur en de Commissie van Toezicht heeft het advies van de VGS na uitvoerige discussie geleid tot een unaniem voorstel wat vanavond op tafel ligt. Wel adviseerde de VGS om zo dicht mogelijk bij het gedachtegoed van de samenstellers te blijven; dus vandaar de opmerking: maximaal 1 lid.

Nog een tweede onderbouwing voor ons voorstel:Door de wijzigingen van ons regeringsbeleid t.a.v. onderwijs/huisvesting en de steeds ingewikkelder geworden beleidsvraagstukken wil het bestuur nog een ander punt onder de aandacht brengen. Medio 2015 wordt het steeds moeilijker om bekwame mensen te vinden die onbezoldigd als vrijwilliger in het bestuur plaats willen nemen om de taken van de Gemeente Dordrecht over te kunnen nemen;Het besturen van de VCORG te Dordrecht is een voortdurende zorg; staande blijven kan alleen wanneer we voortdurend om Gods leiding vragen in de complexe materie; om alleen maar te noemen het afschuiven van de gemeentelijke verantwoording van het onderhoud van de gebouwen per 1 januari 2015, dit vereist bestuurders met bekwaamheden uit hun dagelijks functioneren en die ten dienste van onze achterban in te zetten; of het opzetten van onze Peuterhof, terwijl de Gemeente ons voortdurend pusht om alle verschillende denominaties bij elkaar te voegen waar we voortdurend tegen de grenzen van onze principes aanlopen. Natuurlijk blijven we bij vervanging van bestuursleden nadrukkelijk zoeken bij onze eigen achterban binnen onze scholen. Met de extra toevoeging van de statutenwijziging heeft het bestuur de mogelijkheid om in ieder geval iemand binnen te halen met de juiste kwaliteiten voor de gevraagde functie.

Tenslotte danken we de CvT voor het meedenken bij deze complexe materie; zij blijven met ons gezamenlijk verantwoordelijk om de besluiten van onze ledenvergadering te borgen en uit te dragen met voldoende daad-kracht.

Er zijn twee schriftelijke meldingen binnengeko-men. Deze worden voorgelezen.Familie Meurs: naar aanleiding van agendapunt 7 willen wij het voorstel doen geen statutenwijziging door te voeren, maar t.a.v. de genoemde situatie met instemming van de vergadering een gedoog-beleid te voeren. We vragen ons af of er vanwege een incident moet worden overgegaan tot het wijzigen van statuten. Daarmee wordt de situatie dat een bestuurslid is van een kerkelijke gemeente

12

buiten Dordrecht formeel goedgekeurd en dat lijkt ons niet wenselijk. De bestuursleden dienen tot nu toe lid te zijn van één van de vijf genoemde reformatorische kerken in Dordrecht. Wanneer een bestuurslid lid is van een kerke-lijke gemeente buiten Dordrecht wordt aan deze vijf kerken een externe variant toegevoegd die niet betrokken is op deze stad.Door een gedoogbeleid te voeren wordt weliswaar niet volgens de statuten gehandeld, maar kan het betreffende bestuurslid aanblijven en wordt tegelijkertijd aangegeven dat het een uitzonderlijke situatie betreft. Bij een eventu-ele herhaling van een dergelijk incident zal hierover dan in de toekomst steeds opnieuw een besluit moeten worden genomen.

De heer Lambregts: naarmate de ledenvergadering van de schoolvereniging dichterbij kwam, ben ik mij steeds meer gaan afvragen of het bij de agenda gevoegde voorstel wel in overeenstemming is met wat beoogd wordt. Ik kan mij wel vinden in de uitzondering, maar hecht toch aan de binding van wonen in Dordrecht. Ik hecht ook heel sterk aan de kerkelijke kring uit welke bestuursleden kunnen komen. In het voorstel van het bestuur wordt de mo-gelijkheid geopend dat bestuursleden ook kunnen komen uit kerken die geen moeite zullen hebben de grondslag te onderschrijven, maar die in de praktijk toch verder ervan afstaan in beleving en levensstijl, bijv. De Kandelaarkerk en de Andreaskerk en zo zijn er nog meer te noemen. Er staat natuurlijk ook wel in het voorstel dat de CvT instem-ming moet geven, maar dit soort zaken moet duidelijk in de statuten opgenomen worden, waarop zo nodig terug-gevallen kan worden.

Het alternatief geformuleerde voorstel van de heer Lambregts: Arikel 8, lid 3, toevoeging na de eerste volzin:In afwijking hiervan kan worden toegestaan dat met instemming van de Commissie van Toezicht maximaal één, in Dordrecht wonend lid van het bestuur, lid is buiten Dordrecht van één van de genoemde kerkgenootschappen.

Artikel 101. Het bestuurslidmaatschap eindigt:Lid d kan dan worden: door het ophouden lid te zijn van de in artikel 8 lid 3 genoemde kerkelijke gemeenten c.q. kerkgenootschappen.

De voorgestelde toevoeging lid h is dan niet nodig.

De heer Riemens sr.: in eerste instantie vraag ik me af of we nu niet bezig zijn met gelegenheidspolitiek, komt er iets naar voren en dan gaan we de statuten wijzigen. Er zijn niet voor niets statuten, het gaat om het principe en we moeten oppassen dat er niet elke keer statutenwijzigingen plaatsvinden. Wat de heer Lambregts voorstelt is ook een van mijn adviezen; dat er, ook buiten Dordrecht, wel wordt gekeken naar de kerken die zijn vermeld in de statuten. Er staat bij dat de CvT het ook goed moet vinden, maar de toevoeging van de heer Lambregts is een goede en belangrijke toevoeging.

Mevr. Van der Weijden: wij zijn van Vereniging Calvijn. In de statuten staat dat er dan niet in het bestuur mag deel-genomen worden, maar met deze toevoeging kan dat dus wel?De heer Holster: ja, dat kan. De VGS maakte ons ook attent op de HHK en andere kerkgenootschappen. We zijn nu met onze neus op de feiten gedrukt dat de statuten die destijds geformuleerd zijn hiaten bevatten. We moeten op-passen dat we andere kerkgenootschappen niet uitsluiten.

De heer Moret: is blij met de toelichting die gegeven is, er is goed over nagedacht. Maar nu de praktische invulling: als er maar voor één bestuurslid een uitzondering gemaakt kan worden en de heer Van Driel blijft zitten tot hij 70 jaar is, dan is er verder geen uitzondering meer mogelijk?De heer Holster merkt op dat het bestuur uiteindelijk door de vergadering gekozen wordt.

De heer Meurs: stel dat bijvoorbeeld de heer Baars naar Sliedrecht verhuist, dan is die ene uitzonderingsplaats al vergeven. Er zullen ook mensen met betreffende competenties zijn in Vereniging Calvijn of de HHK. Ga je echt sta-tuten wijzigen en daarmee competenties die mogelijk in andere kerkgenootschappen aanwezig zijn uitsluiten, of formuleer je het breder en worden ook de andere kerkgenootschappen in de statuten opgenomen? Of laat je het bij de statuten zoals die nu zijn en voer je in dit geval een gedoogbeleid?

Notulen ALV VCORG

13

De heer Terlouw: een statutenwijziging is een rigoureuze beslissing. Ik begrijp dat het moeilijk is om mensen te vinden die deze taak op zich willen nemen, maar hebben jullie wel je best gedaan om hiervoor vervanging te zoeken binnen de kaders van de statuten? De heer Holster: nee, er is nog niet gezocht naar vervanging. We hebben als bestuur bij de CvT gemeld dat de heer Van Driel zich wil terugtrekken als voorzitter, daarna zijn we met de VGS in gesprek gegaan. De VGS heeft het ad-vies gegeven om dit op de Algemene Ledenvergadering te bespreken en heeft aangegeven dat dit een probleem is binnen veel scholen.Gezien de competentie van de heer Van Driel is het heel lastig om een andere voorzitter te vinden en is het onver-antwoord op de voorzitter nu uit zijn functie te zetten.

De heer Terlouw: zou een gedoogbeleid in dit geval dan niet beter op zijn plaats zijn? U zegt nu dat er binnen de, in de statuten genoemde, kerken niemand te vinden is die de heer Van Driel zou kunnen vervangen?De heer Holster: Nee, we hebben gezegd dat de voorzitter goede kwaliteiten heeft en dat we graag willen dat hij in het bestuur blijft; ten tweede is het moeilijk om een ander te vinden en het derde is dat het artikel niet de gehele lading dekt zoals het nu functioneert.

De heer Terlouw: er zijn destijds kaders opgesteld en daar is reden voor geweest, nu wordt daar niet meer aan voldaan. Waarom is de eerste stap een statutenwijziging en niet een andere manier om dit op te lossen?De heer Holster: als blijkt dat een statutenwijziging door de ledenvergadering akkoord bevonden wordt, zal dit doorgevoerd worden. Zo niet, dan moeten we een andere oplossing zoeken.

De heer Zeeders: ik mag aannemen dat er destijds goed nagedacht is over de statuten. Ik denk dat deze situatie een consequentie is van de keuze die de voorzitter heeft gemaakt. De voorzitter gaat de ‘feeling’ met de kerken binnen Dordrecht missen als hij hier niet meer in de kerk zit. Ik begrijp dat het een lastige situatie is, maar vind een statutenwijziging eigenlijk een situatie die niet goed zou zijn. Verder voel ik veel meer voor een statutenwijziging waarbij ook Vereniging Calvijn betrokken zou zijn. Ik ben geen voorstander van de statutenwijziging.De heer Holster: ik begrijp dat u de statutenwijziging breder zou willen trekken, met het argument van Vereniging Calvijn wel binnen de statuten, als het maar wel binnen de Dordtse kerken blijft.

De heer Hofman: het is jammer dat deze discussie niet meer zakelijk kan zijn, aangezien de persoon in kwestie erbij aanwezig is. Er kan dan geen zakelijke beslissing genomen worden. Ik merk dat iedereen zich een beetje ongemakkelijk voelt, want we hebben allemaal waardering voor het werk dat de voorzitter doet. Het lijkt er nu op af te gaan dat het een stemming wordt van het wel of niet aanblijven van de heer Van Driel. Als tweede wil ik opmerken dat dit nu, mijns inziens, niet meer te scheiden is en je in deze geen eerlijke stemming krijgt. Is het niet beter om te wachten met een stemming en dat bestuur en CvT zich nog eens beraden op deze situatie, omdat het nu heel moeilijk wordt om te stemmen?

De heer De Bruin: misschien moet het gedoogbeleid nog eens overwogen worden en moet alles een jaar opge-schoven worden.

De heer Moree: als het gaat over gedogen dan gaat het ook over rechtsgeldigheid. In hoeverre is de voorzitter in een gedoogsituatie nog in functie?De heer Holster: dit is besproken met de VGS en zal geen problemen geven.

De heer Den Ouden: is de statutenwijziging voor jullie ook een reden om voortaan buiten Dordrecht naar kandi-daten te zoeken?De heer Holster: bij het zoeken van nieuwe bestuursleden zullen we zit bij voorkeur binnen Dordrecht blijven doen.

Mevr. Matthijsse: ik denk dat het is nu niet het juiste tijdstip is voor een statutenwijziging. Er is nu een samenloop van verschillende dingen, als de statuten nu gewijzigd worden heeft dat consequenties voor de voorzitter en ik denk dat die niet samen moeten lopen.

14

De heer De Keizer: afgelopen 40 jaar heb-ben er verschillende statutenwijzigingen plaatsgevonden. De Oud Gereformeerde Gemeente ontstond en het bestuur is daar op een goede manier mee omgegaan, zo-dat het bestuur ook een bestuurslid kreeg uit deze kerkelijke gemeente. Als we deze statutenwijziging aannemen, gaan we bui-ten Dordrecht kijken en moeten we nu nog niet willen. Ik onderschrijf ook de opmer-king van de heer Hofman. Maak pas op de plaats en bezin hier nog verder op.

De heer Lambregts: dat er geen bestuurslid is vanuit de Vereniging Calvijn heeft er mee te maken dat de Vereniging Calvijn dit van-uit historie zelf heeft afgehouden.

De heer Holster vat samen:• Ik proef dat u liever niet wilt stemmen vanavond.• Ik proef een stukje sympathie naar de voorzitter die hier aanwezig is en te gaan voor een gedoogbeleid.• Uit de verschillende reacties merk ik op dat we, als we tot een nieuw voorstel overgaan, goed moeten

kijken naar andere kerkelijke denominaties, maar dat we het vooral binnen Dordrecht moeten zoeken.Kan iedereen zich erin vinden als we hier op de volgende Algemene Ledenvergadering op terugkomen?

De heer Nieuwenhuyzen: je gaat van een situatie naar de techniek van statutenwijziging en die drukken uit wat je voelt en vindt, hoe zit dan de relatie tussen kerk en schoolbestuur? Ten tweede ben ik geschrokken van het competentievraagstuk, dit vraagt om aandacht in bredere zin; als derde: als de statutenwijziging wordt doorgeschoven zitten we met het gedoogbeleid en vind ik dat we hierover moeten stemmen.

De heer Holster: de stemming betreft dan:• Het nog niet overgaan tot statutenwijziging;• Alle opmerkingen worden meegenomen door het bestuur en voorgelegd aan de VGS, op de volgende

vergadering komen we met een breder en gecorrigeerd voorstel voor een statutenwijziging. • Tot aan de volgende vergadering blijft de huidige voorzitter aan in gedoogvorm.

De heer Hofman: het gaat hier indirect wel over een persoon, voor een stemming moet de heer Van Driel de vergadering verlaten of er moet op papier gestemd worden.

Mevr. De Winter: is er reden om te stemmen?

De heer Hofman: het gaat hier over wel of geen gedoogbeleid, dus er moet wel gestemd worden.

De heer De Lange: als je voor een tijd iemand wil door laten functioneren, in een gedoogsituatie, moet je hier niet over stemmen.

De heer Rijnhout: gedogen is niet iets juridisch, er hoeft hier dan ook geen stemming op gezet te worden.

De heer Smitsman: de vergadering moet het bestuur dan nu mandaat verlenen om door te gaan met hun activiteiten, met de heer Van Driel als voorzitter.

De heer Lambregts: het gaat er nu om of de vergadering het bestuur mandaat verleent voor een jaar en dat

Notulen ALV VCORG

15

hier op de volgende ledenvergadering op teruggekomen wordt.

De CvT en de ledenvergadering stemmen hiermee in.

1.8 Rondvraag

De heer Jansen: is er al een opvolger voor de heer Riemens voor de beheerscommissie?De heer Van Driel: de zoektocht is al in gang gezet voordat de heer Riemens vertrok, maar er heeft zich nog geen kandidaat gemeld. Er worden pogingen ondernomen om daarin te voorzien.

De heer Nieuwenhuyzen: kan het doornemen van het jaarverslag ook op een andere manier gedaan worden? Nu is het een doorbladeren van het verslag, maar als je niet in de gelegenheid bent geweest om het verslag te lezen weet je niet wat er in staat. Misschien kan op de vergadering in een paar highlight gezegd worden wat er in het jaarverslag staat? De heer Van Driel: deze suggestie wordt meegenomen naar een bestuursvergadering.

De heer Riemens jr.: een praktische suggesties voor de Bogermanschool: als er een kind jarig is mag hij/zij de klassen rond om de jufs/meesters te trakteren, hierdoor worden de kinderen in de klassen afgeleid. Kan er een krachtig signaal worden afgegeven om dat niet meer te laten gebeuren?De heer Van Driel: deze vraag wordt voorgelegd aan de directie.

1.9 Uitslag verkiezingen

Voor het bestuur:

Kandidaat Aantal stemmen

Dhr. Dekker ja: 79nee: 3blanco: 1

Aangenomen

Dhr. BaarsDhr. Van Vugt

803

Aangenomen

Voor de Commissie van Toezicht:

Kandidaat Aantal stemmen

De heer Van der BeekDe heer Struijk

784

Aangenomen

De heer CornetDe heer De Heer

811

Aangenomen

Allen bedanken de vergadering voor het in hen gestelde vertrouwen en wensen met de hulp van de Heere dit werk voort te zetten.

16

1.10 Meditatief slotwoord en sluiting door de weleerwaarde heer Ds. A. de Lange

Ds. De Lange leest 2 Timotheüs 3:13-17, waarna we met name stilstaan bij vers 15: En dat gij van kinds af de hei-lige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.

Paulus is aan het einde van zijn loopbaan gekomen als hij deze woorden spreekt tot Timotheüs. Timotheüs is nog volop bezig met het werk in Efeze met alle spanning en strijd daar rondom. Dat komt niet in het minst door de dwaalleer. Het is Paulus’ oproep aan Timotheüs om te blijven in hetgeen hij geleerd heeft, houdt vast en blijft staan!Dat gaat hierin niet over rekenen of taal, maar over de kennis van God en Zijn weg, over het geloof in Christus Jezus. Blijf bij die Schriften.Ik denk dat wij graag zouden willen dat deze woorden tegen al onze kinderen gezegd kunnen worden als ze volwassen geworden zijn. Maar dan moeten die kinderen wel leren als ze kind zijn, dan hebben ouders hierin hun opvoedingstaak en heb-ben kerkelijke gemeenten ook zeker betekenis en gelukkig is er de grote zegen van het basisonderwijs dat iden-titeitsonderwijs mag zijn en nog gesubsidieerd wordt ook. Het geld wordt van overheidswegen toegebracht.

Identiteitsonderwijs mag er zijn voor onze kinderen. Dan is het zaak dat we ons onderwijs ook inhoud geven. Dat we dat doen en ook blijven doen. Door omstandigheden heb ik in de afgelopen tijd wat rondgekeken in de sta-tuten van verschillende christelijke scholen. Je kunt het woord ‘christelijk’ wel in je naam hebben staan, maar wat maak je daar nu in de praktijk echt van? Sommige scholen leggen het ‘christelijk’ uit als dat we goed met elkaar om moeten gaan. Ik zou die scholen toewensen dat ze zich laten instrueren door 2 Timotheüs 3:15.

Het gaat hier over vier basiszaken:1. Bij alle boeken blijft de Bijbel van het hoogste belang, die kan ons wijs maken tot zaligheid. Het gaat niet

over algemene lessen, die belangrijk genoeg zijn, maar het gaat erom dat we God leren kennen en dat alle kennis die verder ook wordt toegebracht in het licht van God gesteld wordt. Dan zijn we de kenniseconomie voorbij.

2. Zonder iets uit de Heilige Schrift geleerd te hebben, is de mens niet alleen dom, maar is de mens ook verlo-ren. We zijn van God afgevallen en moeten met God verzoend worden. Wat heb je als je massa kennis hebt en niet voor God kan verschijnen?

3. Thuis zijn in de Schriften en het geloof in Christus Jezus horen bij elkaar. Onder het geloof in Christus Jezus ligt de basis. Kennis van de Bijbel dringt tot het geloof in de Heere Jezus Christus. Ons doel is niet schrift-geleerdheid op zich, maar dat we onszelf en Christus leren kennen. Dat bereiken we niet met enkel lespro-gramma’s, we hebben er de Geest van God voor nodig.

4. Christelijke opvoeding kan niet vroeg genoeg beginnen. Paulus zegt dat hij van baby af aan de Schriften geweten heeft. Daar zijn zijn moeder en grootmoeder verantwoordelijk voor geweest. Ze hebben het hun kind met de paplepel ingegoten, is dat overdreven van ze geweest? Nee, dat is gehoorzamen aan het Woord van God. Zoals het ook staat in Deut. 6:6-7: En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat.

Notulen ALV VCORG

17

Op de basisschool mogen we er aan meehelpen om de levens van de kinderen jong te vormen, de basisschool-jaren zijn zo vormend.Bij catechisanten wordt het gemerkt als ze deze ondergrond niet hebben vanuit school. En het zal waar zijn dat mensen ook op latere leeftijd tot hartelijk geloof kunnen komen, maar het van kinds af aan weten van de Heilige Schrift blijft van grote waarde. En welke Bijbelvertaling is er dan goed? Er waren eens 4 Engelse geestelijken in gesprek over de Bijbelvertalin-gen. Drie noemden een Bijbelverklaring waar ze de voorkeur aan gaven. De 4e zei: ‘ik houd het meest van de Bijbelvertaling van mijn moeder’. Zij vertaalde het Woord van God in haar leven en is de meest overtuigende ver-taling die ik ooit gezien heb. Laat het er zo aan toe mogen gaan in onze gezinnen, maar ook op onze scholen. Het Woord van God vertaald in het leven van meester, juf, bestuursleden en een ieder die bij de school betrokken is.Laten ze levende Bijbelvertalingen mogen zijn, juist omdat ze zelf van harte uit dat Woord leven.Wat een zegen dat het geloof in Christus Jezus niet alleen als noodzakelijk wordt aangewezen, maar ons ook wordt aangeprezen en dat het door de Heilige Geest wordt gewerkt.God houdt ons niet alleen de zaligheid voor, maar Hij wil het ons en onze kinderen ook schenken.

We zingen nog Psalm 119:67, waarna Ds. De Lange eindigt met gebed. Hiermee is de vergadering gesloten.

Vastgesteld op:

……………… ……………………… ………………………

voorzitter secretaris

18

2. Inleiding

Onderwijs in 2032Jaarlijks wordt er door de VGS en Driestar Educatief een landelijke directeuren dag georganiseerd. Deze dag is zowel voor het primair als het voortgezet onderwijs bedoeld.Dit jaar was het onderwerp: Onderwijs in 2032. Prof. Geert ten Dam deelde met ons de opbrengsten van het nationale debat over het onderwijscurriculum in 2032. Dit naar aanleiding van het conceptadvies die de commissie – Schnabel , kort tevoren had gepresenteerd. Doel van de commissie was om met zoveel moge-lijk groepen dit conceptadvies te bespreken zodat er uiteindelijk een definitief advies aan de regering kan worden uitgebracht.

Wat was de aanleiding voor het opstellen van dit rapport?Prof. Geert ten Dam hield de aanwezigen voor dat het onderwijs de laatste 17 jaar niet of nauwelijks struc-tureel is veranderd. Er is weinig samenhang tussen de verschillende vakken. Kinderen kunnen slecht de ver-binding maken. Leren doe je niet alleen op school maar in alle verbanden waar je komt en bent. We leven structureel in een veranderende samenleving waarin je veel leert veel via nieuwe technologie. Hoofdlijn van het advies is: investeer de komende jaren in de persoonlijke ontwikkeling, in de basisvaardig-heden (taal, rekenen, digitaal, sociaal), in de kennis van de wereld (natuur en technologie, mens en maat-schappij, taal en cultuur) . Doe dit alles niet vakspecifiek maar geïntegreerd.Wie het gehele advies op zich laat inwerken moet vooral concluderen dat het gaat om de maximale ontplooi-ing van het individuele kind.

Hoe verhoudt zich dat met wat wij in ons schoolplan hebben geschreven over de school(omgeving) en de klassenomgeving (Schoolplan 2015-2019, 1.4) en de essenties van de school als leer- en leefgemeenschap (Schoolplan 2015-2019, 3.2)?We zien voortdurend dat de aandacht gefocust is op de ontplooiing van het individuele kind. Het reformatorisch onderwijs zoekt ‘aansluiting bij de belofte van de doop die door de ouders in de kerk is gedaan om de kinderen in de leer van de Bijbel te onderwijzen en op te voeden. De school is daarin ondersteunend aan wat ouders in het gezin doen. Het reformatorisch onderwijs kent dus een genormeerd opvoedingsideaal. Omdat er sterk gehecht wordt aan verantwoordelijk burgerschap, is er veel aandacht voor morele vorming van de kinderen’( uit: Wat is reformatorisch onderwijs, uitgave VGS, november 2015).

De vak en kennisgebieden dienen vanuit deze visie gevoed te worden. Dit is een voortdurende uitdaging.Onze scholen hebben de opdracht en de verantwoordelijkheid om kinderen toe te rusten. Vanuit een Bij-belse visie op een maatschappij, die niet alleen veelvormig en veelkleurig is, maar ook steeds minder begrijpt van de overtuiging, die generaties voor ons heeft gedreven om reformatorisch onderwijs op te richten. Tegelijkertijd is het ook een opdracht om ons de vraag te stellen of dezelfde idealen ons nog steeds moti-veren en drijven om uitvoering te geven aan het christelijk onderwijs op grond van de Heilige Schrift en de belijdenis der eeuwen.Dat vraagt om een verborgen leven. Een leven in hoop en verwachting van Hem Die Woord en trouw houdt. Met het gebed: ‘Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende; (Filip. 3:10).Dat geeft glans en inhoud aan ons onderwijs.

Inleiding

19

Algemeen

3.1 Uitgangspunten jaarverslag

Voor u ligt het jaarverslag 2015 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde onderwijskundig, personeels-, financieel en beheersbeleid. Tevens legt het bestuur verantwoording af van het kwaliteitsbeleid en de resultaten ervan in diverse ken- en stuurgetallen. Zij doet dit aan verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, per-soneel, medezeggenschapsraad, commissie van toezicht, inspectie en ministerie van onderwijs en weten-schappen.Het doel is niet alleen het afleggen van verantwoording, maar ook om noodzakelijk geachte bijstellingen te kunnen onderbouwen om daarmee tevens vooruit te zien op 2016 en de daarop volgende jaren.

3.2 Centrale thema

De missie van de scholen is: ‘In vertrouwen bewaren en bouwen’.Die missie willen we gestalte geven in nauwe samenwerking van beide scholen van de vereni-ging.Het bestuur heeft ons de opdracht gegeven: samen doen wat samen kan.We werken samen voor de kinderen. Daar ligt onze belangstelling en daar zetten we ons voor in.Met alle collega’s hebben we voor de schoolplanperiode 2015 -2019 het onderstaande gefor-muleerd. Voor beide scholen geldt: We willen dat onze kinderen goede prestaties leveren, dat ze zich welbevinden en zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en christelijke burgers.

• Welke school(omgeving) hebben onze kinderen daarvoor nodig?Onze kinderen hebben een school(omgeving) nodig:1. waar vanuit onze missie gewerkt wordt.2. waar een haalbaar, gedegen en compleet (leerstof )programma is vastgesteld.3. waarin haalbare doelen gesteld worden vanuit hoge verwachtingen van onze leerlingen. 4. waarin effectieve en constructieve feedback gegeven wordt.5. die veilig, ordelijk, stimulerend en uitdagend is.6. waarin collegialiteit én professionaliteit is.7. waarin een heldere communicatie is en een merkbare betrokkenheid van allen die bij de

school betrokken zijn.

Kortom, waar gewerkt wordt vanuit de kernwaarden: eerlijk, vertrouwen, betrokkenheid, ver-antwoordelijkheid en respect.

• Welke klassenomgeving hebben onze kinderen daarvoor nodig?Onze kinderen hebben een klassenomgeving nodig, waarin de leerkracht zorgt voor:1. een didactische aanpak die afgestemd is op de onderwijsbehoeften van onze kinderen. 2. een pedagogische benadering die aansluit op de stimulerende en belemmerende factoren

van onze kinderen. 3. een ordelijke, taakgerichte en uitdagende werksfeer.4. een goed klassenmanagement.5. een ordelijke en stimulerende leeromgeving.6. een christelijk(e) onderwijs -en -opvoedingssituatie vanuit de vijf kernwaarden samen met

ouder(s)/verzorger(s) van onze kinderen.

Toelichting centraal themaOm te werken aan een optimalisatie van deze school- en klassenomgeving zijn er in het school-plan 2015-2019 verschillende doelstellingen ge-formuleerd. Bovenschools is er in het schoolplan, door de ge-zamenlijke teams geformuleerd welke onderwer-pen wanneer in de periode van 2015-2019 aan de orde moeten komen.De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het schoolplan 2015-2019.Dit schoolplan kunt u ook raadplegen op onze website: www.vcorg.nl Ieder cursusjaar worden er werkgroepen samen-

gesteld die zich dat jaar bezighouden met het (ver-ander)onderwerp dat voor dat cursusjaar is gepland. Het kan voorkomen dat een onderwerp cursusjaar overstijgend is. Collega’s hebben dan de keus om nog een jaar in dezelfde werkgroep te blijven of om zich bezig te gaan houden met een ander onderwerp. Periodiek leggen werkgroepen schriftelijk verantwoording af van hun activiteiten. Deze verantwoording is een onderdeel van de managementrapportage. Deze rapportage komt aan de orde in de bestuursverga-dering en wordt ook overlegd met de commissie van toezicht en met de medezeggenschapsraad. Doel-stellingen en voornemens, geformuleerd in het schoolplan, worden ieder cursusjaar twee keer gecheckt, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.Op deze wijze wordt de continuïteit en de betrokkenheid van ieder personeelslid geborgd.Het bezig zijn in de werkgroepen draagt ook bij aan de professionalisering van het individuele teamlid en daardoor ook aan de teams als geheel.

3.3 Instellingsgegevens

Bevoegd gezag

Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te DordrechtAdres secretariaat: A. Visser Eikenlaan 94 3319 SE Dordrecht Telefoon: 078- 6160834 e-mail: secretaris@vcorg.nl

Hieronder vallen de: Ds. J. Bogermanschool, Prof. Waterinklaan 43, Dordrecht Ds. J. Polyanderschool, Atmosfeerstraat 34-36, Dordrecht

3.4 Juridische structuur

De Vereniging blijft als hoogste bestuursorgaan het meeste recht doen aan betrokkenheid en democratie voor de ouders van de scholen en andere betrokkenen. Zij is statutair vastgelegd met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van twee scholen voor reformatorisch primair onderwijs en heeft als voedings-gebied de stad Dordrecht. De Vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oor-spronkelijke talen, op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Na-tionale Synode in 1618 en 1619 en naar de verklaring, daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode.

20

Algemeen

3.5 Organisatiestructuur

De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit leden van die vereniging. Het bestuur be-stuurt in zekere zin op hoofdlijnen volgens het Policy Governance principe dat wil zeggen ‘goed bestuur’. Het bestuur hanteert de volgende uitgangspunten:

• Het bestuur is in de eerste plaats de “representant” van de leden van de vereniging, die op het bestaan van deze schoolorganisatie zijn aangewezen;

• Het bestuur is eindverantwoordelijk voor alles, maar maakt een helder onderscheid tussen het eigen domein van besluitvorming en dat van de algemeen directeur en zijn medewerkers; aansturing vindt plaats op basis van (globale) uitspraken over te behalen doelen, alsmede over de handelingsruimte die de algemeen directeur met het managementteam krijgt om deze waar te maken;

• De bestuursverantwoordelijkheid berust niet bij individuele bestuurders doch bij het bestuur als geheel. Dit vereist discipline van elk bestuurslid;

• Een sluitend toezicht op en verantwoording over de uitvoering is mogelijk door deze af te zetten tegen de vooraf gedane uitspraken en via vooraf overeengekomen instrumenten;

• Het principe dat het bestuur zich over het door hem gevoerde beleid - dus ook over dat wat onder zijn mandaat gebeurt- verantwoordt aan diegenen aan wie het verantwoording verschuldigd is, waaronder de leden;

• De beste bestuurspraktijk is om het beleid zoveel mogelijk proactief te formuleren en aldus helder man-daat te geven wat van de algemeen directeur en het managementteam zal worden verwacht en wat de ruimte is voor nadere beleidsvorming en uitvoering.

Het bestuur wil werken overeenkomstig aan de door de PO-raad vastgestelde sectorcode Goed bestuur.

De commissie van toezicht oefent toezicht uit op het bestuur.Het bestuur stelt daarom alle relevante documenten ter beschikking aan de commissie.

Periodiek komen commissie van toezicht en het bestuur met de algemeen directeur in vergadering bijeen en wordt uitleg en toelichting gevraagd en gegeven over gevoerd beleid en genomen keuzes.

3.6 Bestuur-, Commissie van toezicht- en Commissiegegevens

• Bestuursleden en functie

Bestuursleden en functie

Dhr. G.B. van Driel 1e voorzitterDhr. G. Holster 2e voorzitterDhr. A. Visser 1e secretarisDhr. B.H. Dekker 2e secretaris

Dhr. L.J. Rijnhout penningmeesterDhr. J.W. Baars

• Commissie van toezicht

Leden Commissie van toezicht en functie

Dhr. C.J. van der Beek voorzitterDhr. A. Hoogesteger secretaris

Dhr. B. Cornet lidDhr. A. Verloop lid

• BeheerscommissieDeze commissie is belast met het beheer van de gebouwen via een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt jaarlijks door de commissie opgesteld en geactualiseerd door het Ingenieursbureau

21

Drechtsteden waarmee ook het nodige overleg wordt gevoerd. Elders in dit jaarverslag is in het hoofdstuk ‘beheer’ een verslag van de beheerscommissie over de verrichte activiteiten in 2015 opgenomen.

Leden beheerscommissie

Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter)Dhr. W. JansenDhr. C. Kraijenoord

Dhr. J. RiemensDhr. A.C. Vermeulen

• VertrouwenspersonenIn het kader van de klachtenregelingen zijn onderstaande personen benoemd tot vertrouwenspersoon, tot wie personeel en leerlingen zich bij klachten kunnen wenden. In dit kalenderjaar zijn er geen meldingen bij deze commissie binnengekomen.

Vertrouwenspersonen

Dhr. A. J. van Vugt Mw. G.F. Lemstra - Luckerhof

Het bestuur is aangesloten bij de VGS, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, gevestigd te Ridder-kerk. Ook maken we gebruik van de administratieve diensten van het VGS.

3.7 Kernactiviteiten en werkgebied

De kernactiviteit van de VCORG is: Het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag van de vereniging, zodanig dat leerlingen gaan beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs, aansluitend bij algemeen erkende einddoelen alsmede de kennis en vaardigheden om, zo de Heere het geeft, hun plaats als christen in de maatschappij te mogen innemen.Hierbij streeft de VCORG naar kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs.

De visie op onderwijs en de missie van de scholen is beschreven en uitgewerkt in het schoolplan en de schoolgids. Hierin staan tevens de strategische beleidskeuzes van de school en de integrale aanpak van het geheel beschreven. Strategische beleidskeuzes richten zich met name op twee zaken:• Het doorvertalen van onze identiteit.• Het reageren en anticiperen op ontwikkelingen en tendensen in onze maatschappij die de koers van de

school mede bepalen of beïnvloeden. Een goede interne en externe analyse van de huidige resultaten is een belangrijke voorwaarde om te komen tot de juiste beleidskeuzes voor de komende jaren.

22

Algemeen

3.8 Bestuurlijke activiteiten

• In dit verslagjaar zijn in zeven bestuursvergaderingen de onderwerpen van de eerder vastgestelde jaar-kalender besproken. Drie van deze vergaderingen waren gedeeltelijk in het bijzijn van de leden van de Commissie van Toezicht (CvT).

• Daarnaast is er diverse malen contact geweest met de leden van de gemeenschappelijke medezeggen-schapsraad (GMR) . Een delegatie van het bestuur is op bezoek geweest bij een GMR vergadering om di-verse onderwerpen met elkaar te bespreken.

• Buiten de scholen zijn er door meerdere bestuursleden en directie contacten geweest en/of vergaderingen bijgewoond van externe betrokken partijen, bijv. gemeentelijk overleg, overleg met het schippersinternaat of vergaderingen van samenwerkingsverbanden. Ook is in tijden van vreugde en verdriet met de betrok-kenen meegeleefd.

• In juni is het nieuwe schoolplan voor de periode augustus 2015 t/m juli 2019 gepresenteerd en vastgesteld. Bij het opzetten en vaststellen van het schoolplan voor onze scholen gaat het om het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Van groot belang is daarbij de vul¬ling van het begrip kwa-liteit. Kwaliteit bestaat niet alleen uit het optimaal functioneren van de scholen, uit het helder beschrijven van processen en procedures of uit het behalen van hoge leerrendementen. Kwaliteit is alleen kwaliteit indien deze verankerd is in en voortkomt vanuit de identiteit die gegrond is op Gods Woord.

• De voortdurende trend met betrekking tot de lichte groei in leerlingenaantallen die vorig jaar is ingezet, zet zich dit jaar verder door en vergt de komende bestuursvergaderingen onze aandacht. Een en ander moet worden ingebed in de ingrijpende plannen van de gemeente Dordrecht rondom huisvesting van het pri-mair en voortgezet onderwijs. Het bestuur is over dit groeiende leerlingenaantal dankbaar en verwonderd.

• Tijdens de algemene ledenvergadering zijn twee leden van het bestuur alsook twee leden van de CvT her-kozen. Tevens is tijdens deze vergadering toelichting gegeven over de oprichting van de Stichting Exploita-tie Peuterhof (SEP). Binnen deze stichting zal de peuterspeelzaal De Peuterhof haar activiteiten ontplooien en peuteropvang op reformatorisch grondslag aanbieden. Om verschillende redenen was het moeilijk om de peuterspeelzaal binnen de Vereniging te houden en door de oprichting van de SEP kan de peuterspeel-zaal eenvoudiger worden geëxploiteerd.

• Ook in dit verslagjaar waren er perioden van blijdschap en droefheid binnen de kring van schoolvereni-ging. In het bijzonder denken we aan het sterven van voormalig vertrouwenspersoon en oud-juf Anny van Driel-van der Vlies die vele jaren als kleuterjuf en later als groepsleerkracht op de ds. J. Bogermanschool en de ds. J. Polyanderschool heeft gewerkt.

• Na de Heere een woord van dank aan alle betrokkenen op en rondom onze scholen. Zeker ook alle vrijwil-ligers, zorgouders, leden van de beheerscommissie, leden van de CvT en GMR die ook belangeloos hun energie en tijd stoppen in school gerelateerde zaken. De hulp en inzet van deze vrijwillige krachten leveren een waardevolle bijdrage aan het welzijn van onze scholen.

• Tenslotte, iedere dag mag het onderwijs worden gegeven aan onze kinderen gegrond op Gods Woord. Iedere dag mag er ook begonnen worden met Gods Woord. Wat een verantwoordelijkheid rust er dan ook op de schouders van onze leerkrachten en directie, die dagelijks de kinderen wijzen mogen op hetgeen onmisbaar nodig is te kennen.. De Heere doe ons allen dagelijks die verantwoordelijkheid gevoelen, zodat we Hem ook daarin mochten nodig hebben voor tijd en eeuwigheid. Ook hier geldt: O Timotheüs, bewaar het pand u toe betrouwd! In vertrouwen bewaren en bouwen.

23

3.9 Bestuurlijke federatieve samenwerking

De VCORG maakt deel uit van de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Reformatorische Grond-slag in de regio Rijnmond (FPO Rijnmond). Het stimuleren van onderlinge samenwerking en het bevorderen van de belangen van de individuele scholen is een belangrijke doelstelling van de federatie.Belangrijke redenen van het bestaan van de federatie zijn de mogelijkheden om anderen en jezelf te helpen en om bekwaamheid te ontwikkelen.

De federatiescholen dienen er naar te streven de schoolspecifieke ontwikkeling af te stemmen op de ont-wikkelingen uit de federatie. Belangrijke beleidsterreinen zijn kwaliteitsbeleid, Integraal personeelsbeleid, ICT, arbobeleid, versterking beleidsvoerend vermogen en communicatie. De praktische uitwerking van het beleid vindt plaats op het directieberaad van de scholen.Kernwoord in de ontmoeting tijdens het directieberaad is “Eigenaarschap”: iedereen moet een bijdrage wil-len leveren en iedereen is eigenaar van / verantwoordelijk voor het succes van het functioneren van het beraad. Leidinggeven aan een gemeenschap bindt ons samen. Een transparante communicatie en persoonlijke rela-tie zijn kernwaarden zowel voor de scholen, als voor FPO-Rijnmond. We zijn betrokken op elkaar. Het leiding geven aan professionele communicatie en persoonlijke relatie heeft een plaats op de agenda.De federatie wil de komende jaren zich richten op het vergroten van de professionaliteit.De onderstaande richtlijnen zijn van toepassing:1. we begrijpen de culturen van elkaar2. we zetten in op stabiel en duurzaam leiderschap3. we werken aan collegialiteit

De federatie is verdeeld in clusters die bij elkaar kwaliteitsonderzoeken (audits) afleggen.

3.10 Samenwerkingsverband, Leerlingenzorg en Schipperskinderen

Samenwerkingsverband BersébaHet landelijke samenwerkingsverband Berséba is inmiddels een organisatie met een vaste structuur gewor-den. Onze scholen maken deel uit van de Regio Randstad. Berséba verantwoordt haar beleid in het jaarlijkse ondersteuningsplan. In Regio Randstad vindt voortdurend evaluatie en ontwikkeling plaats van het gefor-muleerde beleid.

Drie thema’s stonden centraal voor het cursusjaar 2015/2016:A Professionalisering ondersteuningsteamsDe OT’s van onze beide scholen hebben voldoende deskundigheid om tot goede besluitvorming over zorg-leerlingen te komen. Er is een vaste cyclus van vergaderingen, die op beide scholen op dezelfde manier zijn opgezet. Het OT is flexibeler geworden in haar werkwijze. Als het nodig is, worden extra OT’s georganiseerd met de orthopedagoge en/of externe deskundigen. Dit om het principe van één kind en één plan en vertra-ging in besluitvorming te ondersteunen.

B KwaliteitszorgDe drie kernthema’s zijn op dit moment: resultaten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, ana-lyse van opbrengsten en planmatig handelen. We proberen te analyseren om welke redenen kinderen in de achterliggende jaren werden verwezen naar het speciaal basisonderwijs om te bezien wat dit voor de kwali-teitszorg van onze scholen betekent.

C HoogbegaafdheidDit thema is uitgebreid aan de orde geweest tijdens een netwerkbijeenkomst in november. De ib’er van de Bogermanschool verzorgde een workshop over de plusgroepen die op de Dordtse scholen worden geleid door twee leerkrachten. Er was waardering voor de manier waarop kinderen met een behoefte aan extra aanbod worden begeleid. De werkgroep Plus werkt nog steeds aan verdere ontwikkeling van dit aanbod.

24

Algemeen

25

Jeugdzorg in DordrechtInmiddels draait dit al weer een jaar. In Dordrecht zijn er 5 sociale teams en 3 jeugdteams gekomen. In de praktijk blijken we er nog niet zoveel mee te maken te hebben. Dit komt vooral door de functie van het OT en de hulp die we vanuit Driestar Educatief en Berséba al krijgen. Ook kunnen ouders via de huisarts nog makkelijk toegang krijgen tot GGZ-zorg. De gemeente wil dat er meer verbinding komt vanuit de scholen naar de jeugdteams. In dit verband zal de huidige vorm van schoolmaatschappelijk werk anders georganiseerd worden in de tweede helft van 2016. We hebben een krachtig signaal afgegeven aan de plaatselijke wethouder dat handhaving van het schoolmaatschappelijk werk wel dringend gewenst blijft.

OndersteuningsprofielOmdat dit een beleidsdocument voor een langere periode is, is afgesproken dat de deelnemende scholen hun profielen integreren in het schoolplan. Dit is ook voor onze scholen gebeurd. Inmiddels is dit gerealiseerd. Hoofdstuk 4 van het schoolplan is het feitelijke ondersteuningsprofiel van de scholen. Het is gebaseerd op een statisch deel, dat enkele jaren geleden al is geschreven. De evaluatie van dit deel is in hoofdstuk 4 van het school-plan te vinden. Enkele onderwerpen waarmee we bezig zijn, noemen we hier:• Inzet IB wordt ruim gefaciliteerd omdat dit noodzakelijk is om de zorg organisatorisch en kwalitatief op een

goed niveau te houden.• Opbrengsten van de school: De inspectiekaarten en schoolanalyses laten overwegend voldoende en goede

scores zien op beide scholen. Er is geen reden tot zorg. • Resultaten NIO/SEO in de laatste 4 jaar: de conclusie is voor dit jaar dat beide scholen in ieder geval ruim

boven de ondergrens hebben gescoord, maar wel iets beneden gemiddeld. Er kan dus nog meer uitkomen.• Onderwijsleerproces: toepassing van het model effectieve instructie krijgt voortdurend aandacht middels

groepsbezoeken. Het blijft zinvol om hier regelmatig feedback op te blijven geven en het gebruik van het model steeds doelmatig toe te passen.

• Sfeer: we hebben een nieuwe sova-methode in gebruik genomen: Kinderen en hun sociale talenten en daar-naast ook extra input van het SMW gevraagd.

• Meedenken: de school zal het ouderportaal van Parnassys gaan activeren om ouders nauwer te betrekken bij de evaluatie van resultaten van hun kinderen en schoolzelfevaluatie.

• Grenzen van de zorg: doordenking hiervan, zodat voor ouders en school helder is waar deze grenzen liggen. • Protocollen: de school neemt systematisch protocollen door op basis van prioriteit. We werkten aan het

verzuimprotocol, de Meldcode en het pestprotocol. • Verbetering van de hulp aan kinderen met dyslexie door een betere afstemming tussen de hulp van externe

behandelaars en het programma in de groep. Daarnaast is het computerprogramma L2S in gebruik geno-men voor dyslectische kinderen die een hulpmiddel nodig hebben bij het lezen en schrijven.

• Berséba werkt aan bijscholing voor OA’s tot leerkrachtondersteuner. Twee OA’s van de Bogermanschool hopen deze opleiding te gaan volgen.

Resultaten van het onderwijsWe blijven doorgaan met het analyseren en bespreken van de medio- en eindafnames van Citotoetsen , zodat we daarmee ook aan de eisen van de inspectie blijven voldoen. Op de schoolkalender wordt een aantal resulta-ten vermeld.

LeerlingenzorgOp beide scholen functioneert de leerlingenzorg naar wens. Er zijn 4 ib’ers die de zorg coördineren. We werken volgens de cyclus van handelingsgericht werken, waarin groeps- en leerlingenbesprekingen elkaar afwisselen. Dit waarborgt de continuïteit van de zorg.

ZorgbudgetSchoolbesturen moeten gaan rapporteren over wat met de ondersteuningsmiddelen is gedaan. Dit betekent dat we de inkomsten en uitgaven moeten gaan volgen en vastleggen. We werken nu op grond van een vooraf gemaakte begroting.

Beste lezers,

Wij zijn Bartjan en Lucas. Wij zijn vrienden, samen met Bas en Hans Willem. Wij zitten in groep 8. We vinden het leuk in groep 8, want we gaan op schoolkamp aan het eind van het jaar en we mogen op het veldje voetballen. Dat vinden we heel leuk want dan hebben we geen last van de an-dere kinderen. Wat wij ook leuk vinden is dat je de oudste van de school bent van de kinderen. Het minder leuke aan groep 8 is dat je best veel huiswerk heb. Vrij-dag zitten we met z’n allen in de klas, op de andere dagen zitten we gescheiden in twee groepen 8. Dan hebben we de meester. Op vrijdag hebben we een leuk geschiedenis-verhaal van meester De Ligt. Dat vinden wij heel leuk. In de klas is het gezellig. Er is bijna nooit ruzie en als die er is dan wordt het gelijk opgelost. Wij vonden het erg leuk om dit te schrij-ven!

Groetjes van Bartjan en LucasGroep 8b, Polyanderschool

26

Specialisten binnen de teamsDe gedragsspecialisten hebben hun werkzaamheden kunnen voortzetten. Ze gaven weer leiding aan de sociaal emotionele groepsbesprekingen. Daarmee coachen zij leerkrachten rond vragen over het groepsklimaat en ge-dragsproblematiek. Daarnaast participeren ze in de werkgroep gedrag die zich richt op de kernwaarden eerlijk-heid, vertrouwen, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en respect die we via lessen onder de aandacht brengen van de kinderen, waarbij ook de praktische uitwerking aandacht krijgt. We communiceren dit ook via het bulletin en de periodiek naar de ouders.De inbreng van de rekenspecialist is nu gekoppeld aan een werkgroep rekenen, die concrete voorstellen heeft gemaakt voor het verbeteren van het onderdeel automatiseren. De taalspecialist geeft leiding aan de werkgroep taal . Het onderdeel begrijpend lezen krijgt door het gebruik van Nieuwsbegrip een extra impuls. Het technisch leesonderwijs wordt verder onderzocht. Ook wordt een on-derzoek naar de taalontwikkeling bij de kleuters gedaan.

SchipperskinderenHet beleid rond schipperskinderen is ongewijzigd. We zijn dankbaar dat we de subsidie weer aan konden vra-gen. Onze school telt nog steeds het grootste aantal schipperskinderen in het hele land.

SovatrainingIn de periode februari tot begin mei werd de jaarlijkse sovatraning weer gegeven. Er namen 7 kinderen aan deel; 3 van de Ds. J. Bogermanschool en 4 van de Ds. J. Polyanderschool. Zowel door ouders als de kinderen werd de training als positief ervaren. We hopen dit unieke aanbod vast te kunnen houden in het nieuwe cursusjaar.

Algemeen

3.11 Schoolgegevens

Namen managementteam en brinnummers (bekostigingsnummer van de overheid)

Naam Functie Naam Functie

B.A.D. van der Wulp Algemeen directeur C.M. van Dijk- van der Klooster

Coördinator / intern begelei-der

I.G. Molendijk Adjunct-directeur A. de Ligt Studieloopbaanbegeleider

G.C. de Heer Adjunct-directeur

School Brincode

Ds. J. Bogermanschool 07OW

Ds. J. Polyanderschool 08XJ

Interne ontwikkelingen

01-10-16 01-10-17 01-10-18 01-10-19

Instroom schipperskinderen Ds. J. Bogermanschool

6 15 6 7

Leerlingenaantallen

27

28

Beste lezer(s)/lezeres(sen)

Wij zijn Daan en Simon, 2 leerlingen uit groep 8. Het was een erg leuk jaar vol met excursies. Zo zijn we o.a. naar het stadhuis geweest en een rondleiding ge-

kregen. Ook hebben we een stukje van de raadsvergadering bijgewoond. Daar

hebben we ook een groepsfoto met de bur-gemeester gemaakt. Ook hebben we een aantal

gastlessen gekregen. O.a. over de SGP, SDOK en van de Rabobank (over de week van het geld). Op 22 maart zijn we naar Den Haag geweest. Daar zijn we in Madurodam en de 2e kamer geweest. We hebben daar het wekelijkse vragenuurtje bijgewoond. Dit jaar hopen we nog de redactie van het ND (Nederlands Dagblad) te bezoeken. Ook heb-ben we veel zin in het schoolkamp. De eerdere jaren met onze klas waren erg leuk, maar dit jaar was verreweg het leukst. Meester van Dalen vond de sfeer in onze klas erg belangrijk. Daar hebben we dan ook veel aan gesleuteld. De meester zorgde altijd voor uitdaging in diverse vakken, o.a. rekenen, taal, etc. ook hadden we speciale ontdekkaarten. Deze kaar-ten waren opgedeeld in 4 thema’s: Geschiedenis, Topografie, Maatschappijleer en Sport. Met deze kaarten verdiep je je in een bepaald onderwerp en maak je daar bijvoorbeeld een fotocollage of een PowerPoint. Verder vonden we het ook heel leuk dat de meester spelletjes deed. Zoals het 24-spel of detective & moordenaar.Elke maandagmorgen gingen we gymmen. Omdat meester van Dalen geen gym mag geven hadden we een gym-juf. Op donderdag hadden we juf den Hoed. Van haar kregen we o.a. biologie, Holm-woods en handvaardigheid. Ook haar lessen waren leuk.Dit jaar had ook een aantal voordelen. Zo is de sfeer stukken beter geworden en zijn bij sommige kinderen cijfers omhooggegaan. En zoals eerder genoemd, deden we veel spelletjes. Ook hebben we nieuw meubilair gekregen. Naast voordelen zijn er altijd wel nadelen te vinden. Het plein word pas groter als wij op het VO (Voortgezet Onderwijs) zitten. Ook krijgen we nieuwe laptops, maar die krijgen we ook pas volgend jaar.

Daan Soare & Simon VissersGroep 8Bogermanschool

Geprognosticeerde telgegevens leerlingenHet totale leerlingenaantal is opnieuw gestegen.Het valt op dat het aantal aangemelde schipperskinderen een grillig verloop heeft. De verwachting is dat dit aantal op termijn laag zal blijven.De groei op de Bogermanschool is het sterkst. Als oorzaak kan worden genoemd dat een toenemend aantal gezinnen van buiten Dordrecht zich vestigt in de binnenstad.De groei op de Polyanderschool is weliswaar minder sterk maar ook daar is er het komende cursusjaar zo’n groot aantal kleuters dat een derde groep wordt gerealiseerd.

Of de groei structureel is, blijft een vraag waar we het antwoord nog niet op kunnen geven.

Personeelsbeleid

4.1 Inleiding

Het personeelsbeleid van de Vereniging wordt centraal vormgegeven. Alle personeelsleden zijn in dienst van dezelfde werkgever. Zij hebben dus allen een bestuursbenoeming.In het achterliggende jaar zijn behalve de leden van het managementteam ook diverse leerkrachten op beide locaties werkzaam geweest. Het personeel onderschrijft de grondslag van de school en stelt zich daarmee onder het onvoorwaardelijk gezag van Gods Woord. Deze keuze heeft gevolgen voor het totale dagelijks handelen.

Het bestuur heeft als blijvende opdracht meegegeven: Samen doen wat samen kan. Meerdere bovenschoolse werkgroepen zijn actief gedurende een schooljaar. Op deze manier worden de diverse sterke kanten benut en leren collega’s elkaar zien en waarderen.

In oktober 2014 was er een studiedag over het thema ‘gedrag’. De werkgroep gedrag heeft de uitkomsten van die dag meegenomen en in nauwe samenwerking met het mt vijf kernwaarden geformuleerd. Deze kernwaarden zijn aan de ouders tijdens een ouderavond in 2015 gepresenteerd.

Iedere schooldag krijgen deze kernwaarden aandacht. Niet alleen tijdens lessen sociale vorming maar ook bij-voorbeeld voor of na een pauze.

Tijdens de gezamenlijk jaaropening met beide teams en op studiedagen wordt aan onze opdracht vanuit onze identiteit aandacht gegeven. Collega’s gaan met elkaar in gesprek over vragen rondom de identiteit en de uit-komsten worden gedeeld.

Tijdens voortgang - en ontwikkelingsgesprekken is er ruim aandacht voor de eigenheid van de individuele leer-kracht. Leerkrachten worden gestimuleerd om zich zowel in- als extern te professionaliseren.

Een professionele organisatie, waarin een leerkracht zijn taken vervult, is een niet te onderschatte randvoor-waarde voor de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep. Goed werkgeverschap is daarbij ook van groot belang. Bij- en nascholing van het personeel is tevens een ver-antwoordelijkheid van de werkgever dat gefinancierd wordt uit de middelen als onderdeel van de bekostiging.

Voor het primair onderwijs is er een nieuwe cao afgesloten die verstrekkende gevolgen heeft voor de arbeidstijd en inzet van de collega’s. In nauw overleg is met het VGS gezocht naar een zo goed mogelijke oplossing voor de collega’s.Het model is in december aan alle betrokkenen voorgelegd en positief ontvangen. ‘De nieuwe cao regelt op hoofdlijnen de volgende 3 thema’s: Werkdrukvermindering en invoering 40-urige werkweek, duurzame inzetbaarheid en professionalisering. De meest in het oog springende verandering van de lopende cao is de invoering van de 40-urige werkweek en een andere invulling van het taakbeleid. Ook is er veel aandacht voor de professionalisering van leerkrachten. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen een start bekwame leerkracht, een basis bekwame leerkracht en een vakbekwame leerkracht. Door dit onderscheid zijn er mogelijkheden ontstaan om eerder door te groeien’ (begroting 2015-2016).

4.2 Professionalisering

Realisatie schoolplan 2015-2019In mei kwam, met inzet van veel betrokkenen, het schoolplan gereed. Het schoolplan, dat ook op de website is te raadplegen geeft verantwoording van de manier waarop aan ons onderwijs vorm wordt gegeven.Als tweede beschrijft het de plannen per jaar voor de komende periode. Als derde deel een beschrijving van ieder vak en slotte als vierde deel het schoolondersteuningsprofiel zoals dat met ons samenwerkingsverband Berséba tot stand is gekomen.

29

ProfessionaliseringNaast extra aandacht voor het onderwerp gedrag is er aandacht geweest door nascholing voor het vak schrijven en Engels. Een nieuwe methode is aangeschaft. Collega’s trainen hun eigenvaardigheid in groeps-verband en een drietal teamleden volgt daarnaast een verdiepingscursus.Twee collega’s hebben vanuit hun opleiding zich verdiept in het vak waarin zij zich hebben gespecialiseerd. Het betreft het vak rekenen en het vak taal/lezen. Zij plegen onderzoek naar de resultaten van beide vakken en doen aanbevelingen aan de teams.Hiermee vergroten we de kwaliteit van ons onderwijs voor onze leerlingen

4.3 Personele bezetting per 31-12-15

Bogermanschool Polyanderschool

Aantal pers.leden in dienst in verslagperiode (incl. OOP)

27 21

Personele inzet Bogermanschool

Functiecategorie 2015* 2016 2017 2018 2019 2020

Directie 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50

Onderwijzend personeel 13,31 13,34 13,86 14,28 14,34 14,86

Onderwijsondersteunend personeel 1,78 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75

Schoonmaak 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Vervanging e.r. 0,30 0,20 0,20 0,20 0,20 0,20

Totaal 15,89 15,79 16,31 16,73 16,79 17,31

Personele inzet Polyanderschool

Functiecategorie 2015* 2016 2017 2018 2019 2020

Directie 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50

Onderwijzend personeel 10,71 10,93 10,82 11,19 11,19 11,19

Onderwijsondersteunend personeel 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02

Schoonmaak 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Vervanging e.r. 0,20 0,20 0,20 0,20 0,20 0,20

Totaal 12,43 12,65 12,54 12,92 12,92 12,92

De totale formatie zal in de toekomst toenemen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen.Bovendien komen er gelden van het samenwerkingsverband naar de scholen toe in verband met de wet passend onderwijs.Met de controller van het VGS worden al deze ontwikkelingen voortdurend gevolgd en wordt er geantici-peerd op de actuele ontwikkelingen.

30

Personeelsbeleid

31

De groei van het aantal leerlingen is meest zichtbaar op de ds. J. Bogermanschool. Alle lesruimten zijn daar be-nut. Zelfs de BSO ruimte is ingericht als lesruimte. Het onderwerp huisvesting staat dus bovenaan de agenda. Om die reden is er een spoedprocedure ‘aanvraag huisvesting’ bij de gemeente ingediend. Deze aanvraag is tot twee keer afgewezen. Het argument is dat er op dit ogenblik voldoende vierkante meters zijn. Bovendien mag er bij de Bogerman niet op-of aangebouwd worden in verband met nadere wet en regelgeving. De ge-meente is ons wel tegemoetgekomen door met ons mee te willen denken en te zoeken naar een (tijdelijke) oplossing.

4.4 Ontwikkelingen personeelsbeleid

In het jaar 2015 zijn de volgende onderdelen van het integraal personeelsbeleid aan de orde geweest:

Onderdeel Korte toelichting Status

Taakbeleid Tijdsinzet van het personeel. Berekeningsmodel van VGS ingezet Afgerond

Formatieplan Inzet van personeel in relatie tot werkzaamheden en kosten bin-nen begrotingsmodel VGS

Afgerond

Ontwikkelingsge-sprekken

Met elk personeelslid wordt een ontwikkelingsgesprek gehou-den, waarbij het POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en de competenties en het functioneren worden besproken

Lopend

Exitgesprekken Met vertrekkende personeelsleden wordt een gesprek gevoerd over de achterliggende periode. Tijdens dit gesprek wordt de achterliggende periode geëvalueerd

Afgerond

Beoordelingsge-sprekken

Met nieuw benoemde personeelsleden wordt een beoordelings-gesprek gehouden als overgang van tijdelijke naar vaste benoe-ming. Wanneer het functioneren niet voldoende ontwikkelt worden er eveneens beoordelingsgesprekken gehouden.

Afgerond

Functiemix De ‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de salarisschalen. Met het Convenant LeerKracht van Ne-derland wordt op termijn meer dan 1 miljard euro per jaar extra geïnvesteerd in het onderwijs, waarvan het grootste deel wordt ingezet voor betere beloning van leraren.

Lopend

Cao Een ontwerp voor een nieuwe cao met een daarbij behorend taakbeleid is gepresenteerd en zal met ingang van het cursusjaar 2016-2017 worden ingevoerd

Lopend

4.5 Arbodienst

Als scholen zijn we aangesloten bij de federatie Rijnmond. Alle Arbozaken worden in een gezamenlijk contract via de federatie geregeld. Door de VGS en de federatie is actie ondernomen om voortaan het verzuim te laten registreren binnen een al reeds bestaand pakket. Dat voorkomt een dubbele registratie. Deze verzuimmodule is sinds december 2015 actief.

32

Onderwijskundig beleid

5.1 Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten

Veranderdoelen 2015 Nascholing Status

1. Het jonge kind: Hoe realiseren we met beide scholen in de on-derbouw een rijke leeromgeving met uitdagende hoeken

Driestar Educatief denkt in voorbereiding en uitvoering mee. MT-leden verzorgen stu-diemiddagen

Voortgezet

2. Het organiseren van een teambijeenkomst met als onderwerp: mediacode. Persoonlijk gebruik, gebruik op school, website, filtering. Vervolgens vaststellen beleid

MT/ ICT/TEAM Lopend

3. Het vergroten van eigen vaardigheden met betrekking tot het spreken en het geven van Engels

Driestar Educatief verzorgt de nascholing. Er zijn drie niveaugroepen

Voortgezet

4. Het realiseren van een nieuw schoolplan 2015-2019 MT Afgerond

5. Het actualiseren van de gezamenlijke schoolgids MT Afgerond

6. Het uitgeven bij de aanvang van een nieuw schooljaar van een geïntegreerde jaarplanner en 2 schoolkalenders

MT Afgerond

7. Het opnieuw formuleren van doelen van het schrijfonderwijs voor groep 1 t/m 8 met als doel verbetering van de kwaliteit van dat onderwijs

Driestar Educatief verzorgt een viertal nascholingsbijeenkom-sten. Eén gezamenlijke en drie voor de drie afzonderlijke bouwen

Lopend

8. H(O)GW: het analyseren en interpreteren van de toets resul-taten zodat iedere leerkracht in staat is onderwijs op maat te bieden

Driestar-Educatief instrueert mt-leden in het in-terpreteren en vertalen van de uitkomsten

Voortgezet

9. In het kader van HGW het voeren van kindgesprekken. Het gaat hierbij om het stellen van de juiste vragen op de juiste manier

Gedragsspecialisten /Ib-ers Voortgezet

10. Het uitvoeren van groepsbezoeken en groepsbesprekingen Mt-leden en ib-ers Voortgezet

11. Aandacht gedrag Werkgroep /mt/team Voortgezet

12. Het inrichten van beide schoollocaties met nieuw meubilair ten behoeve van de leerlingen en de groepsleerkrachten

Het mt heeft zich uitgebreid la-ten voorlichten door verschil-lende fabrikanten. Proefsets zijn door de leerlingen getest. Het mt is samen met een lid van de beheerscommissie naar twee fabrieken geweest om het productieproces en het resultaat goed te kunnen ver-gelijken.

Afgerond

Onderwijskundig beleid

5.2 Besteding Prestatiebox

Vanuit het ministerie wordt circa 40.000 euro ontvangen als uitvloeisel van de gesloten akkoorden. Een deel van deze gelden zijn bedoeld als impulssubsidie voor opbrengstgericht werken, cultuureducatie en professionalise-ring. Deze inkomsten worden voornamelijk gebruikt voor de dekking van de nascholing, zoals die voortkomt uit het jaarplan. De extra ontvangen gelden worden verder ingezet voor het realiseren van extra (instroom)groep op beide scholen.

Het ontvangen bedrag is als volgt aangewend:• Het professionaliseren en coachen managementteam • Het professionaliseren en coachen van individuele teamleden • Handeling Bewust Werken in het kader van kwaliteitsbeleid • Bijdrage orthopedagoog aan Z(org) A(dvies) T(eam) • Diverse culturele activiteiten • Nascholing Engels

5.3 Peuterspeelzaal

De Peuterhof, heeft dit cursusjaar twee groepen peuters die op de dinsdag -en donderdagochtenden komen. Op 31 december 2014 is H3O gestopt met de administratieve afhandeling en de bestuurlijke verantwoordelijkhe-den van de peuterspeelzaal en is dit alles overgedragen per 01-01- 2015 aan de VCORG.Deze overdracht heeft administratief nogal wat voeten in de aarde gehad. Het bleek dat de peuterspeelzaal niet was onder te brengen als een onderdeel van de vereniging. Een stichting is toen in het leven geroepen worden: Stichting Exploitatie Peuterhof (SEP). Na een jaar lijkt alles nu geregeld te zijn. Het mooie voor de kinderen is dat onze toekomstige leerlingen elkaar al kennen vanuit de Peuterhof en de door-stroming naar de eerste kleutergroep een meer natuurlijk karakter heeft. Ook kleuters van schippers maken regel-matig gebruik van de peuterspeelzaal. Tussen de peuterspeelzaal en de basisschool is er sprake van een warme overdracht. De peuterspeelzaal werkt met hetzelfde observatiesysteem als de kleuters.

Buitenschoolse opvangDe VCORG heeft de buitenschoolse opvang geregeld door kleinschalige identiteitsgebonden gastouderopvang. Dit wordt geboden door Korelon te Zwijndrecht, een christelijk gastouderbureau.Korelon richt zich in haar beleid primair op het kind. Veiligheid en stabiliteit zijn voor het kind van levensbelang. Zij probeert dit te bereiken door de opvang te concentreren rond gezin en school, waarbij de kerkelijke achter-grond een cruciale factor is. De vertrouwde omgeving van het kind wordt hierdoor maximaal bewaard. De continuïteit van het ‘gewone’ leven kan doorgaan. De kans dat een kind kan worden opgevangen in een bekende en vertrouwde omgeving wordt hierdoor geoptimaliseerd.

5.4 Kwaliteitszorg

Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit realiseert. Naast de inspectie, die risicogericht toezicht houdt, hebben de scholen zelf meerdere instrumenten om de kwaliteit regelmatig te meten. In het achterliggende schooljaar is verder ingezet om het samenvattende kwaliteitszorg instrument Integraal verder te implementeren.Dit instrument biedt de mogelijkheid om zorg te dragen voor een goed systeem van zelfevaluatie. Het geeft te-vens de mogelijkheid om op een logische manier de verbinding naar schoolontwikkeling en persoonlijke ontwik-keling te leggen.

33

34

Periodiek wordt aan de teams gevraagd een vragenlijst in te vullen. Teven wordt aan de leerlingen van groep 5 t/m 8 gevraagd een lijst met diverse onderwerpen over hun schoolbeleving in te vullen. Eens in de twee jaar wordt ook aan de ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen. De antwoorden in deze vragen-lijsten voorzien ons van informatie op de volgende domeinen van kwaliteitszorg : onderwijsleerproces, planmatige ondersteuning, schoolcultuur, samenwerking met ouders, kwaliteitsmanagement, organisa-tiemanagement, imago.

De uitkomsten van de vragenlijsten van het personeel heeft ons geleerd dat er hoge mate van welbevin-den is. Dat geldt eveneens voor de kinderen.

De ouders gaven aan dat er op het gebied leerstof en welbevinden kinderen nog wel acties nodig zijn. We hebben dat gekoppeld aan de kernwaarden. De uitkomsten bij de leerlingen geven aan dat dat door hen is gewaardeerd.

Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de school, voor de financiële situatie en voor het naleven van wetten en regels. Het bestuur moet zich verantwoorden over de resulta-ten. Beide scholen vallen onder het basistoezicht van de inspectie, dat wil zeggen dat ze het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs hebben. Er vindt dan in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs.De resultaten van inspectiebezoeken zijn te vinden op www.owinsp.nl.De komende jaren zal de vorm van inspectietoezicht veranderen. In plaats van een vooral controlerende taak wil de inspectie een dialoog aangaan met de scholen over het gevoerde beleid en de verkregen op-brengsten.

5.5 Monitoringsgegevens

Door de schooljaren van de leerlingen heen worden diverse methode- en niet-methodegebonden toet-sen afgenomen. Voor het monitoren zijn de niet-methodegebonden toetsen, zoals de Cito-entreetoetsen, de SEO-toets (Schooleindonderzoek) en de Cito-eindtoets van belang.De SEO toets geeft nu geen percentage meer wat betreft de schoolvorderingen. Vandaar dat die niet meer vermeld worden.In 2015 hebben beide scholen meegedaan aan de NIO-intelligentietoets en een verplichte landelijke eind-toets. In 2015 was het voor het eerst verplicht om als basisschool een eindtoets af te nemen. Onze scholen hebben gekozen voor de Centrale Eindtoets van Cito.De resultaten van beide toetsen zijn als volgt:

Centrale Eindtoets Afnamedatum Gemiddelde score

Ds. J. Bogermanschool 22-04 t/m 24-04-2015 536,3

Ds. J. Polyanderschool 22-04 t/m 24-04-2015 535,4

NIO Intelligentietoets Afnamedatum Resultaten NIO-totaal

Ds. J. Bogermanschool 11-11-2015 Verbaal: 112,5Symbolisch: 105,1

110

Ds. J. Polyanderschoolgroep 8a

16-11-2015 Verbaal: 116,5Symbolisch: 108,1

Ds. J. Polyanderschoolgroep 8b

16-11-2015 Verbaal: 115,1Symbolisch: 99,9

Ds. J. Polyanderschoolgemiddeld

16-11-2015 Verbaal: 115,8Symbolisch: 104

111,35

Onderwijskundig beleid

35

Beide scholen hebben bij de centrale eindtoets op voldoende niveau gescoord.Wat betreft de NIO toets hebben beide scholen boven het gemiddelde van de deelnemende scholen ge-scoord.

Uitstroomgegevens leerlingen 2015

Cursusjaar2014-2015

Aantal leerlingen naar het

voortgezet onderwijs

VMBO BK VMBO GT HAVO VWO

Ds. J. Bogermanschool 21 4 8 6 3

Ds. J. Polyanderschool 25 1 10 9 5

Met een directielid van het Wartburg College locatie Marnix, waar zo goed als alle kinderen naar toe gaan, is er jaarlijks een gesprek over de verwijzing van de kinderen naar het voortgezet onderwijs.

Ieder jaar ontvangen wij de vorderingen van onze oud-leerlingen en vergelijken we het niveau met het destijds gegeven advies. Het blijkt dat het gegeven advies een hoge betrouwbaarheid heeft.

De afstemming zowel mondeling als schriftelijk met het voortgezet onderwijs is heel belangrijk voor een goe-de aansluiting.

5.6 Kwaliteit en personeelsbeleid

Om de kwaliteit van het onderwijs, de professionaliteit van de onderwijsgevenden en de doorgaande lijn te waarborgen worden er gesprekken gevoerd met ieder personeelslid.Binnen de scholen is een gesprekkencyclus opgezet zodat ieder personeelslid inzicht heeft in zijn eigen func-tioneren. Leerkrachten vullen voor het geplande gesprek een formulier in. Dit formulier gaat uit van de competenties voor leraren (SBL). Daarnaast staan er een aantal vragen in, die tot doel hebben na te denken over het dagelijks functioneren, de visie op het onderwijs, de identiteit en de eigen ontwikkeling. Deze vragen worden jaarlijks geactualiseerd.Van het gevoerde gesprek wordt een verslag gemaakt waarin o.a. de afspraken staan voor de komende peri-ode. Na akkoord bevestiging wordt het ondertekend en opgeslagen.Iedere collega heeft digitaal inzage in zijn eigen portfolio.

Ook de functiemix kan de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloeden. De functiemix houdt in dat, zoals in het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken, scholen extra geld krijgen om leerkrachten in hogere salarisschalen te belonen. In het jaar 2010 is de functiemix ingevoerd op beide scholen.Samen met het bestuur en de VGS is een instrument ontwikkeld waar de criteria in staan waaraan iemand moet voldoen om in aanmerking te komen voor een LB schaal. Om de nodige objectiviteit te waarborgen vraagt iemand die in aanmerking wil komen aan een groepsleer-kracht, een intern begeleider en de directeur een instrument in te vullen waarin de competenties staan ver-woord. De gezamenlijke uitslag wordt naast die van de persoon die zich er voor heeft aangemeld gelegd en bespro-ken. Degene die LB-er wordt, geeft vervolgens aan waar hij/ zij het komende jaar aan gaat werken. De resulta-ten komen in de jaarlijkse gesprekscyclus terug.

36

Na de voorjaarsvakantie…

Elf stoelen staan in de kring, precies op een gekleurde stip. In het midden staat een mand met boeken klaar. Het is half negen. De kinderen kunnen elk moment binnen komen. Ik kijk nog eens rond. Wat zullen ze van de klas vinden? Ze vonden het voor de vakantie zo spannend. Een échte supermarkt in de klas, dat is ook niet niks… Daar hoor ik gestommel op de gang. Er wordt al even door iemand om het hoekje gekeken met de jas nog aan. Al snel komen de eerste kinderen de klas binnen. Ik krijg netjes een hand. Soms zelfs twee keer, want de ene hand is niet de ‘goede’ hand. Wat hebben ze veel spullen mee! Die mogen straks allemaal in de supermarkt gezet worden. Als de bel gaat gaan alle ouders naar huis. Twee keer klappen en de ‘boekenhul-pen’ ruimen alle boeken netjes op. Dat weten ze nog precies van voor de vakantie. Daarna mag iedereen vertellen. Leuk om te horen wat de kinderen allemaal gedaan hebben in de vakantie, ik heb ze best een beetje gemist.Daarna trekken we ‘weerman Frank’ de jas aan die past bij het weer van vandaag, en we bespreken welke dag het eigenlijk is. We beginnen met zingen en gebed. De dagritmekaart van ‘we beginnen’ wordt omgedraaid door een helper. Samen denken we terug aan de Bijbelverhalen van voor de vakantie. De kinderen weten nog goed over Wie al die verhalen gingen. De Heere Jezus. We leren samen het lied ‘Jezus wandelt door de straten’.‘Juf, is het nou tijd om te kiezen, ik heb zo’n zin in kiezen.’ Daar is het inderdaad tijd voor. Iedereen wil wel naar de supermarkt om boodschappen te doen. Gelukkig vinden sommige kinderen het wel een goed idee om eerst even een tas te maken om mee nemen naar de supermarkt. Anderen beginnen met het maken van geld. ‘Juf, ik geef het aan m’n moeder, dan kan ze echt boodschappen doen’. Om half 11 worden alle spullen weer opgeruimd. We gaan terug in de kring. Elke stoel komt weer precies op een gekleurde stip te staan. Natuurlijk controleren we even of alles netjes is.

Daarna halen we stil onze tas van de gang. Na het zingen ‘lekker eten, lekker drinken…’ komen er meisjes van groep 8 binnen zodat ik even koffie kan

gaan drinken. Na de pauze spelen we nog even lekker buiten en lezen we in de klas een verhaal over Bas die ook naar de supermarkt gaat. Dan is het al weer twaalf uur. We danken voor de morgen en beginnen voor het eten.

Nelyanne Verhaar Leerkracht groep 0/1

Polyanderschool

Twee collega’s voldeden aan de gestelde kwaliteitscriteria en hebben een LB-functie gekregen binnen de scholen.Inmiddels hebben nu 4 groepsleerkrachten de opleiding HBO-plus afgerond. De opleidingen worden bekostigd vanuit geld dat beschikbaar wordt gesteld door de overheid. Dit betreft de zogenaamde lerarenbeurs. Hiermee wil de overheid een kwaliteitsimpuls geven aan de scholen.

37

6.1 Publieke en private gelden

In onze vereniging hebben we te maken met publieke en private gelden. Publieke gelden zijn de gelden die we van het Rijk ontvangen. Private gelden zijn de gelden die we van ouders of kerken ontvangen, zoals ouderbij-dragen, zendingsgeld, geld dat ingezameld wordt door acties en collectegelden.

Aan zendingsgeld werden de volgende bedragen aan de diverse zendingsbureaus overgemaakt:

Instanties Bogermanschool Polyanderschool

Zending Gereformeerde Gemeenten € 820,00 € 500,00

Zending Christelijke Gereformeerde Kerken € 820,00 € 500,00

Gereformeerde Zendingsbond € 820,00 € 500,00

Mbumazending € 820,00 € 500,00

Woord en Daad inclusief adoptie € 820,00 € 900,00

Spaans Evangelische Zending € 410,00 € 250,00

Deputaatschap Bijbelverspreiding € 410,00 € 250,00

Bonisa Zending - -

Overige acties:

Woord en Daad kerstkaarten € 835,35 € 745,00

Actie Winterhulp KOEH € 1138,00 € 470,00

Projectweek actie Bonisa Zending - € 2500,00

Projectweek actie Lentera - € 2500,00

Actie Zendingsweek, Ev. Centr. Gent, CGK € 455,00

Actie Zendingsweek, zending GG, Gevangenzorg Ned, Bond tegen het vloeken

€ 272,00

Op de ds. Polyanderschool is dit jaar een projectweek gehouden met daaraan gekoppeld acties en een actie-markt. De opbrengsten waren bestemd voor de Bonisa zending en de stichting Lentera waar een ouderpaar voor werkt.Tijdens de afsluiting in de gemeenschapsruimte vertelde de vertegenwoordiger van de Bonisa zending aan de kinderen hoeveel Bijbels er voor het opgehaalde bedrag worden gekocht. Het ouderpaar dat werkzaam is op Papua Nieuw Guinea vertelde dat het geld zal worden bestemd voor helikoptervluchten in verband met het medisch werk daar.

Financieel beleid

38

6.2 Overzicht Financiën

Analyse van het nettoresultaat

Realisatie 2015 Begroting 2015 Verschil

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Baten

(B1) Rijksbijdragen 2.203 2.192 11

(B2) Overige overheidsbijdragen 66 65 1

(B3) Overige baten 66 27 39

Totaal baten 2.335 2.284 51

Lasten

(L1) Personele lasten 1.741 1.762 -21

(L2) Afschrijvingen 88 66 22

(L3) Huisvestingslasten 156 161 -5

(L4) Overige instellingslasten 221 192 29

Totaal lasten 2.206 2.181 25

Saldo baten en lasten 129 103 26

(R1) Saldo fin. baten en lasten 6 - 6

Nettoresultaat 135 103 32

In 2015 is op totaalniveau een positief nettoresultaat gerealiseerd van circa 135.000 euro, bij een begroot resultaat van 103.000 euro. Het totale resultaat kan worden uitgesplitst naar kostenplaats, waaruit blijkt dat elke kostenplaats een positief resultaat heeft gerealiseerd.

Realisatie 2015 Begroting 2015 Verschil

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Ds. J. Bogermanschool 100 65 35

Ds. J. Polyanderschool 28 34 -6

Vereniging 9 4 5

Financieel beleid

39

De rijksbijdragen (B1) zijn positiever uitgevallen ten opzichte van de begroting. Bij de begroting zijn diverse aan-names gedaan rondom extra gelden en onder andere de overgangsregeling voor groot onderhoud. De uiteindelijke realisatie ligt circa 11.000 euro hoger wat met name betrekking heeft op de overgangsregeling buitenonderhoud (Polyanderschool). De hogere realisatie van de overige baten (B3) is onder andere het gevolg van een premierestitutie vanuit BWGS van circa 30.000 euro en bijdragen met betrekking tot schoolreizen, tegenover laatst genoemde staan logischerwijze ook lasten tegenover. Daarnaast zijn er ook afwijkingen in de lasten te noemen, waarvan de personele lasten (L1) de voornaamste zijn. De lagere personele lasten worden voornamelijk veroorzaakt door een lagere personele inzet (0,75 fte), dan begroot, op de Bogermanschool wat een voordeel oplevert van circa 33.000 euro. Op de Polyanderschool is daarentegen meer personeel ingezet dan begroot wat resulteert in een afwijking van 9.000 euro negatief. In 2015 hebben er daarnaast ook diverse mutaties plaatsgevonden in de cao wat geresulteerd heeft in hogere lasten. Hier staat ook compensatie tegenover vanuit de bekostiging. Tot slot treden er nog een aantal kleinere afwijkingen op. De afwijking op de afschrijvingslasten (L2) bedraagt circa 22.000 euro en is grotendeels het gevolg van vervroegd afschrijven van met name ICT.De huisvestingslasten (L3) zijn lager uitgevallen dan vooraf is begroot. Enerzijds is er sprake van hogere lasten voor onderhoudslasten en schoonmaakkosten op de Bogermanschool. Anderzijds staat hier tegenover dat er een lagere re-alisatie van de kosten voor energie en water heeft plaats gevonden en er diverse overige afwijkingen zijn gerealiseerd. De afwijking op de overige instellingslasten (L4) bedraagt circa 29.000 euro. Dit betreft extra investering in de zorg op de Bogermanschool voor een bedrag van circa 11.000 euro, hogere computerkosten (circa 5.000 euro) en diverse leerlingactiviteiten (circa 5.000 euro). Daarnaast treden er nog diverse verschuivingen op.

De kracht van groep 8

In dit schooljaar hebben wij van alles meegemaakt, excur-sies en gastlessen. De excursies waren leuk en leerzaam. Zo zijn we naar stadhuis geweest. Daar hebben we een raadsvergadering bijgewoond. We zijn ook nog naar Den Haag geweest. ’s Morgens naar Madurodam en ’s middags naar de 2e kamer. Daar zijn we op de foto geweest met E. Dijkgraaf van de SGP. We hebben de hele 2e kamer gezien en hebben ook nog een debat bij gewoond. We hebben ook nog een gastles gehad, die ging over Aborigi-nals. We moesten een T-shirt verven. Dit jaar hebben we ook nog schoolkamp. We hebben er grote verwachtingen van. We hopen ook dat het een heel leuk schoolkamp wordt. Dit jaar gaan we naar Putten we gaan er met de auto heen.

Sandra Boogaard en Caroline TheunisseGroep 8 Bogermanschool

40

Financiële positie

ACTIVA Ultimo 2015 Ultimo 2014 Ultimo 2013

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Immateriële vaste activa - - -

Materiële vaste activa 469 400 448

Financiële vaste activa 38 38 -

Totaal vaste activa 507 438 448

Voorraden - - -

Vorderingen 277 178 197

Liquide middelen 1.051 928 749

Totaal vlottende activa 1.328 1.106 946

Totaal activa 1.835 1.544 1.394

PASSIVA Ultimo 2015 Ultimo 2014 Ultimo 2013

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Algemene reserve 875 747 598

Bestemmingsreserves publiek - - -

Bestemmingsreserves privaat 385 376 374

Bestemmingsfonds publiek - - -

Bestemmingsfonds privaat - - -

Eigen vermogen 1.260 1.123 972

Voorzieningen 286 229 229

Langlopende schulden - - -

Kortlopende schulden 289 192 194

Totaal passiva 1.835 1.544 1.394

Bovenstaand overzicht geeft de balans weer per 31 december van de afgelopen drie boekjaren. De waarde van het balanstotaal is gestegen in de afgelopen jaren. Dit wordt veroorzaakt door de positieve nettoresultaten die het eigen vermogen hebben doen toenemen. Deze positieve resultaten hebben ook gezorgd voor de toename van de liquide middelen. Daarnaast is in 2015 fors geïnvesteerd waardoor de waarde van de materiële vaste activa is gestegen.De voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten rondom groot onderhoud. In 2015 hebben er op dat front geen grote activiteiten plaatsgevonden, de stijging wordt dan ook veroorzaakt door dat er een dotatie heeft plaats gevonden.

Financieel beleid

41

Financiële kengetallenMet behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële ge-zondheid van de organisatie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2013, 2014 en 2015, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. De kengetallen zijn de kengetallen van de enkelvoudige balans/staat van baten en lasten, dus exclusief de stichting Peuterspeelzaal.

Kengetal Norm 2015 2014 2013

Liquiditeit 2,00 4,59 5,77 4,87

Solvabiliteit 0,50 0,69 0,73 0,70

Rentabiliteit n.v.t. 5,90% 6,87% 7,00%

Weerstandsvermogen (bestuursniveau) 15,00% 35,93% 35,87% 25,14%

Weerstandsvermogen (schoolniveau) 15,00% 18,55% 17,19% 7,18%

Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen max. 60% 73,41% 64,38% 59,00%

Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen max. 60% 57,49% 47,80% 42,14%

Over het algemeen laten de financiële kengetallen ultimo 2015 een financieel stabiele situatie zien. De li-quiditeit en solvabiliteit zijn iets afgenomen, wat heeft te maken met de hoge investeringsgraad in 2015. Desondanks blijven de ratio’s ruimschoots boven de geadviseerde norm.Het positieve nettoresultaat wordt zichtbaar in de rentabiliteitsratio, wat de winstgevendheid van de orga-nisatie als geheel laat zien. Als gevolg van het positieve resultaat is het weerstandsvermogen toegenomen, waardoor de ruimte tot aan de norm wordt vergroot. De kapitalisatiefactor is gestegen tot ruim boven de door de overheid gestelde norm van 60%, maar op schoolniveau blijft deze er nog net onder. Met de kapi-talisatiefactor wordt door de overheid bepaald of het aanwezige kapitaal effectief wordt gebruikt binnen de school.

Investerings- en financieringsbeleidIn 2015 is er voor 157.000 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa. Begroot was een bedrag van 166.000 euro. In totaal werd er in 2015 circa 60.000 euro afgeschreven op de boekwaarde van de materiële vaste ac-tiva. Er werd in 2015 vooral geïnvesteerd in meubilair. In 2015 heeft verder ook een beoordeling plaats gevonden op de aanwezigheid van de activa. Dit heeft ge-resulteerd in een desinvestering van circa 27.000 euro.

Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe krediet-verstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.

Treasury verslagIn 2015 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije mid-delen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitspro-blemen voorgedaan.

Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.

Beleid inzake beheersing van uitkering na ontslagIn 2015 heeft geen ontslaguitkering plaatsgevonden. Indien uitkering bij ontslag plaats val vinden, wordt derechtmatigheid van de uitkering getoetst aan de kantonrechtersformule en aan de onderwijs-gerelateerdewet- en regelgeving.

42

Beheersbeleid

7.1 Algemeen

Zowel het Bestuur als de directie vinden het belangrijk, dat de kinderen in een goed schoolklimaat hun lessen kunnen volgen. Een vereiste is dan ook, dat zowel om als in het schoolgebouw de aanwezige voor-zieningen in een zodanige staat worden gehouden, dat geen onveilige situaties kunnen optreden voor de kinderen en het personeel. Ook de schoolpleinen dienen er ordelijk en verzorgt uit te zien. De doelstelling van het beheersbeleid voor onze scholen is daarom gericht op het verantwoord beheren en onderhouden van het schoolgebouw, installaties, schoolpleinen en de in school aanwezige inventaris. Dit houdt in, dat er gestreefd wordt tijdens vervanging van bouwonderdelen zoveel mogelijk onderhoudsvriendelijke en duurzame materialen toe te passen. Hierdoor is het mogelijk de kosten voor het onderhoud beheersbaar te houden.

Vanaf 1 januari 2015 is het Bestuur volledig verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. Tot en met 2014 werd namelijk het zogenaamde buitenonderhoud van de schoolgebouwen vergoed door de Gemeente. Het Bestuur heeft hiervoor een herziening van de exploitatiekosten moeten opstellen om deze kosten op een verantwoorde wijze te kunnen beheren. In 2015 is er nog een overgangsregeling bui-tenonderhoud aangevraagd, waarbij een vergoeding werd verstrekt op basis van het leerlingen aantal per 1 oktober 2012. Ook was een voorwaarde hieraan verbonden, dat het schoolgebouw voor 1 januari 2000 gebouwd moest zijn. Voor het Bestuur hield dit in, dat voor de ds. J. Polyanderschool deze regeling is aan-gevraagd.

7.2 Beheerscommissie

De Beheerscommissie heeft tot taak de gebouwen, de daar aanwezige installaties en de schoolpleinen in een goede staat van onderhoud te houden. De Beheerscommissie werkt ter ondersteuning en onder ver-antwoording van het Bestuur en in overleg met de directie van de school voert zij het beheer over het on-derhoud van beide scholen. Het onderhoud wordt onder andere op basis van het opstellen van een meerja-renonderhoudsplan (het zogenaamde MOP) bepaald en uitgevoerd. Dit meerjaren onderhoudsplan wordt voor een tijdsbestek van 10 jaar opgesteld en om de 2 jaren geactualiseerd. Per bouwdeel wordt vastgelegd in welke jaar hieraan onderhoud wordt gepleegd of wanneer deze wordt vervangen. Hierdoor kan op een gestructureerde wijze onderhoud worden uitgevoerd. Tevens heeft men over een tijdsbestek van 10 jaar in-zicht welke onderhoudskosten zijn te verwachten, zodat het Bestuur hierop zijn onderhoudsvoorzieningen kan afstemmen. Ook kan per jaar worden bepaald met welk budget rekening dient gehouden te worden. Dit jaarlijks budget wordt door de penningmeester, vanuit het Bestuur, toegewezen aan de Beheerscommis-sie. Zoals ook hierboven al is genoemd, dient vanaf 2015 het buitenonderhoud van de schoolgebouwen in het meerjarenonderhoudsplan mee genomen te worden.

43

7.3 Huisvestingszaken

Groot onderhoud ds. J. Bogermanschool Afgelopen jaar zijn we geconfronteerd met vochtophoping onder de vloer van het speellokaal.Via de Gemeente Dordrecht is besloten om de vloer open te maken om de fout die gemaakt is in de bouw te herstellen en de vloer opnieuw te leggen. Dit zorgt voor veel overlast in het gebouw.Het ventilatiesysteem is nog steeds niet optimaal; na alle provisorische maatregelen ligt de zaak wederom bij de Gemeente ten einde met een definitieve oplossing te komen.

Groot onderhoud ds. J. PolyanderschoolIn 2015 is er geen groot onderhoud uitgevoerd aan de ds. J. Polyanderschool. Na vernieuwing van het dak en dakranden, de buitengevelkozijnen, ramen en deuren en de totale c.v.-installatie van de school zijn alle grote bouwonderdelen vervangen. Al deze kosten vielen onder het zogenaamde buitenonderhoud en zijn door de Gemeente Dordrecht vergoed.

7.4 Onderhoud

Ds. J. Bogermanschool Alle reguliere onderhoudswerkzaamheden worden komend jaar opgestart conform het meer jaren onder-houdsplan. Veel zaken zijn na de nieuwbouw door diverse mankementen nog hersteld binnen de afgesproken garantietermijnen. Op dit moment is men gestart met de nieuwbouw van de plus supermarkt; uitbreiding plein en verzetten afrastering worden zoveel als financieel mogelijk gelijk meegenomen.

Ds. J. PolyanderschoolIn 2015 zijn er naar aanleiding van het geplande meerjaren onderhoud (MOP) een aantal onderhoudswerk-zaamheden uitgevoerd voor instandhouding van het schoolgebouw. Deze werkzaamheden bestonden in grote lijnen uit:• Schoonmaakkosten t.b.v. schoolgebouw;• Diverse regulier en correctief onderhoud aan het schoolgebouw en installaties en schoolpleinen;• Uitvoeren van (contract)onderhoud aan buitenkozijnen en buitenzonwering, dakbedekking en dakafvoe-

ren, valbeveiliging, buitentoestellen en kunstgras;• Herstellen van geconstateerde gebreken vanuit inspectie van de totale E-installatie van de school in het

kader van de NEN3140;• Vervangen van alle groepenkasten van de E-installatie door kasten met automaten;• Vervangen / vernieuwen van alle bewegingsmelders, rookmelders en deurmagneetcontacten van de in-

braaksignalering van de school;• Opdrachtverstrekking voor vervanging speeltoestel, kunstgras en rubberen tegels onder duikelhek van

schoolplein onderbouw (uitvoering januari 2016);

Beheersbeleid

44

7.5 Arbozaken

Arbo- en ziekteverzuimbeleid Het doel van het federatieve Arbo- en ziekteverzuimbeleid is een uniform en op elkaar afgestemd ziekteverzuim-beleid, waarbij op dit gebied adequaat en professioneel gehandeld wordt. Ze vormt een kernactiviteit van de federatie.

Ambities en werkwijze:• We zijn op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen m.b.t. arbo- en ziekteverzuimbeleid, onder andere ten

aanzien van de wijzigingen van het Vervangingsfonds, de impact van WAZO-uitkeringen, etc. • We kennen de gezondheidsrisico’s in het primair onderwijs en nemen vanuit goed werkgeverschap een pro-

fessionele en proactieve houding aan ten opzichte van ons onderwijzend en onderwijsondersteunend per-soneel.

• We houden het huidige contract aan met RAET en de aansluiting met ZBA-netwerk ten behoeve van de inzet van een bedrijfsarts. Daarnaast wordt de federatieve arbo-coördinator (FAC) en federatieve preventiecoördi-nator (FPC) ingezet in de persoon van Jongeneel/ Arboneel uit Ede. In voorkomende gevallen is bestuurslid B.H. Dekker gevraagd op te treden als case manager.

• We streven naar een adequaat en effectief functionerend ziekteverzuimbeleid op de scholen waarbij de “Wet verbetering Poortwachter” juist en tijdig wordt opgevolgd.

• De schooldirecteur voert vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid de regie over het ziekteverzuimbeleid en wordt daarin gefaciliteerd door de genoemde externe arbodeskundigen. De schoolspecifieke preventieme-dewerkers leveren een bijdrage in de preventieve signalering van werkdruk bij het personeel op de scholen. Het eindresultaat is een arbeidgerelateerd ziekteverzuimpercentage van minder dan 4% binnen FPO Rijn-mond op jaarbasis.

Inzet middelen• Het federatieve contract met ZBA-netwerk voorziet in de aansluiting met een bedrijfsarts. De kosten voor de

inzet van de bedrijfsarts worden schoolspecifiek afgerekend. • Arboneel (de persoon Jongeneel) levert de diensten van federatieve arbocoördinator (FAC) en federatieve

preventiecoördinator (FPC) en casemanager. De FAC-taken bestaan o.a. uit uitvoeren van het totale arbobe-leid volgens het arbobeleidsplan en de actuele arbojaardoelstellingen. De FPC-taken bestaan hoofdzakelijk uit het aansturen en begeleiden van schoolspecifieke preventiemedewerkers.

• De ds. J. Polyanderschool heeft een eigen EHBO vereniging. Dat betekent dat daar jaarlijks de nascholing wordt gegeven. Ook de BHV training vindt daar plaats. De collega’s van de Bogermanschool en van de Peu-terhof volgen gedeeltelijk hun nascholing op de ds. J. Polyanderschool.

Voor dit gedeelte van het jaarverslag is gebruik gemaakt van het strategisch beleidsplan van onze federatie.

45

Relatie en Communicatie

8.1 Uitgangspunten

• Goede communicatie zorgt ervoor dat informatie wordt uitgewisseld zodanig dat betrokkenen niet al-leen een beter inzicht verwerven in wat er wordt gecommuniceerd, maar ook een open relatie behou-den. Vanuit die open relatie is er respect voor elkaar.

• Communicatie is geen proces van actie en reactie maar van interactie, van wederzijdse en gelijktijdige beïnvloeding. We beïnvloeden en worden beïnvloed. Communicatie mag geen eenrichtingsverkeer zijn en herleid worden tot informatie.

• De schoolcultuur bepaalt de kwaliteit van de interne en externe communicatie. • Het is belangrijk dat een school een goed georganiseerd communicatiesysteem heeft. Wie zijn de leer-

krachten en wanneer kan ik ze bereiken? Hoe signaleren we leer- en gedragsproblemen (kind- of leer-lingvolgsysteem, leerlingendossiers)? Hoe en op welke momenten communiceren we met de ouders?

• Communicatie op school moet meer zijn dan een technisch perfect georganiseerd systeem. Het moet vooral ook:

- zorgen dat alle betrokkenen bij de school (leerkrachten, leerlingen, ouders, GMR, CvT) elkaar be- grijpen, naar elkaar luisteren, met elkaar samenwerken. Dit realiseren we voor de ouders door o.a. het houden van een jaarlijkse informatieavond, een aantal contactavonden en zo mogelijk een tweejaarlijkse projectavond - in begrijpelijke taal gebeuren - duidelijk en doorzichtig zijn (iedereen weet wat en hoe). Hierbij is het van belang de regels en routines jaarlijks te evalueren en zo nodig aan te passen.• Om het in- en externe communicatieproces te stroomlijnen vanuit onze identiteit is er in een commu-

nicatieplan een aantal gedachten en principes ontwikkeld waaraan de gewenste communicatie met de verschillende belanghebbenden dient te voldoen. Communicatie raakt immers de identiteit, maar ook het imago van onze schoolorganisatie. Enkele belangrijke randvoorwaarden voor onze communicatie zijn:

- In onze communicatie dient onze identiteit tot uitdrukking te komen. - In onze communicatie dient het belang van het kind/de kinderen centraal te staan. - We communiceren direct. Dat wil zeggen dat het voor alle betrokkenen goed is dat er over in- houdelijke zaken die de kinderen aangaan niet via de mail wordt gecommuniceerd maar recht- streeks met leerkracht, intern begeleider of directeur.

8.2 Communicatielijnen richting ouders

• Het bestuur stelt documenten en regelingen vast. De GMR geeft haar advies. Dit advies wordt verwerkt. Door de algemeen directeur worden deze documenten gebruikt in de communicatie met de ouders. Hierbij gaat het om documenten als Schoolgids, Schoolplan, Jaarverslag en regelingen als de Klachten-regeling. De Identiteitsverklaring dient bij de aanmelding van elke nieuwe leerling door beide ouders te worden ondertekend als onderdeel van het Toelatingsbeleid leerlingen.

• De scholen hanteren verscheidene communicatiemiddelen richting de ouders. Te denken valt aan de schoolgids en schoolkalender, het jaarverslag van de vereniging, de nieuwsbrieven, te weten het Boger-manbulletin en de Polyanderperiodiek, de websites van de beide scholen, nieuwsmail, de inloopmor-gens voor schippersouders, de geplande oudercontacten, bijvoorbeeld contactavonden ter bespreking van de rapporten, overige consultatieve gesprekken, de informatieavonden aan het begin van een cur-susjaar en een periodieke ouderavond met een spreker.

• De ouders zijn vertegenwoordigd in de Klachtencommissie. De procedure voor klachtenbehandeling staat in de Schoolgids. De regeling voor de klachtencommissie ligt ter inzage op school.

• Ouders communiceren ook onderling. De school streeft daarbij een wezenlijke en Bijbels gefundeerde onderlinge communicatie na. De onderlinge oudercontacten krijgen onder meer gestalte tussen de ou-ders die allerlei inhoudelijke of ondersteunende taken binnen de school uitvoeren, maar ook buiten de school.

• Ouders communiceren met de school ook binnen de GMR.

8.3 Relatie met de kerken

In het bestuur en de commissie van toezicht participeren alle kerkelijke gemeenten. Uitwisseling van rele-vante informatie tussen de kerkenraad en school is altijd belangrijk. School, kerk en gezin delen dezelfde zorgen. Vanwege het belang van een goede relatie tussen kerk, school en gezin past een periodiek overleg met een afvaardiging van de kerkenraden. Zij komen ook naar de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereni-ging. Echter is dat niet de plaats om zorgen en ontwikkelingen te delen. Het is daarom van belang uitwisse-ling van relevante ontwikkelingen een plaats te geven op de agenda van een georganiseerd overleg tussen de kerken en de scholen. Dit kan bijdragen tot een goed en beter begrip voor de eigen verantwoordelijkhe-den, mogelijkheden en beperkingen van scholen en schoolbestuur.

8.4 Overige externe communicatie

• De scholen onderhouden contacten met toeleverende instellingen, zoals de LOVK met betrekking tot instromende varende kleuters.

• De scholen onderhouden contacten en communiceren met voorzieningen in de regio, zoals voortgezet onderwijs, politie, brandweer, Careyn (voormalige GGD) en dergelijke.

• De scholen onderhouden externe contacten met begeleidingsinstituten, zoals Driestar Educatief en het Hoornbeeckcollege betreffende bijvoorbeeld het plaatsen van stagiaires en nascholing.

• De scholen participeren actief in buitenschoolse netwerken, zoals het WSNS-samenwerkingsverband, FPO-Rijnmond, ICT-netwerk, Netwerk schippersscholen van BSOS (ds. J. Bogermanschool).

• De scholen onderhouden functionele contacten met de (lokale) overheid. Binnen Dordrecht vindt dit plaats binnen het LOF: Lokaal Onderwijs Forum.

• De scholen onderhouden contacten met de buurt waarin de scholen staan door activiteiten rond Ko-ningsdag, einde van het jaar, nieuwsbrief.

• De ds. J. Bogermanschool participeert in een overlegorgaan van het leerpark.

8.5 Verantwoording

Het domein van de publieke verantwoording begint de laatste jaren steeds meer aan belang te winnen. Enerzijds omdat de bekostigingssystematiek van het onderwijs totaal is veranderd en min of meer de orga-nisaties tot verantwoording dwingt.In het kielzog van de gewijzigde bekostigingssystematiek is er ook sprake van deregulering. Hierdoor is de besteding van de middelen buiten het directe gezichtsveld van de overheid geraakt. En dat betekent dat er via een andere weg, de weg van de publieke verantwoording, controle wordt uitgeoefend. Enerzijds is er de overheid die een bepaalde omschreven verantwoording van de besteding der gelden aan de scholen oplegt, anderzijds zijn er de stakeholders die meer vragen naar hoe je je als onderwijsorganisatie manifesteert. En dat niet alleen als papieren verantwoording, maar concreet in elke activiteit die je als orga-nisatie naar buiten neergezet hebt. de identiteit.

46

47

Verantwoorden is dan ook vanuit de identiteit duidelijk maken waar we voor staan en waar we voor gaan en hoe we daaraan werken, zoeken naar draagvlak in de omgeving, laten zien welke resultaten we bereiken, leren van wat niet goed gaat en leren met alle belanghebbenden die bij de scholen betrokken zijn.

We willen graag aan andere belanghebbenden laten zien wat we doen: transparant, open en eerlijk. Het gaat dus niet alleen om verticale verantwoording (in de richting van de overheid), maar ook om horizontale verantwoor-ding (in de richting van interne en externe belanghebbenden). Het vindt plaats met de volgende middelen:

• een strategisch beleidsplan (schoolplan), dat voor alle ouders is in te zien, waardoor de ouders en andere belanghebbenden informatie krijgen over de kwaliteit van het onderwijs

• beschrijving van de veranderdoelen voor ouders en andere belanghebbenden in schoolgids en schoolka-lender

• het (financieel) jaarverslag voor de stakeholders • resultaten van (inspectie)onderzoeken, die ook op de website van de inspectie worden geplaatst.

8.6 Afhandeling van klachten

Met een drietal ouders zijn er twee gesprekken geweest over het schoolbeleid en het pedagogisch klimaat op de Bogermanschool. Gedachten en visie over genoemde onderwerpen zijn uitvoerig besproken en keuzes van de school zijn toegelicht.

8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact

In het verslagjaar zijn er diverse ontwikkelingen geweest in de politiek, waaronder de volgende items:• Radicalisering naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Op scholen werkt dit door waardoor jongeren

soms radicale taal gaan uitslaan• Vluchtelingencrisis heeft ook effect op scholen. Vluchtelingenkinderen moeten onderwijs ontvangen. Wat

doe je als school?• Advies van het platform 2032. Namens Sander Dekker heeft dit platform een advies uitgebracht over de

vernieuwing van het curriculum. In 2016 zal dit worden omgezet in concrete acties.• Sander Dekker wil het richtingenbegrip uit artikel 23 halen. Dit is een ingewikkelde juridische discussie maar

het heeft veel praktische gevolgen voor reformatorische scholen. Wat eruit gaat komen is nog niet bekend.• In 2015 is de wet sociale veiligheid van kracht geworden. Dit betekent dat scholen een actief veiligheidsbe-

leid moet voeren. • Het wetsvoorstel onderwijsinspectie dat mede door de SGP is ingediend is aangenomen in de Tweede Ka-

mer. Dit betekent dat de onderwijsinspectie zich meer moet concentreren op haar wettelijke taken. • Enkele feitconstructie wordt uit de algemene wet gelijke behandeling geschrapt. Dit is de uitkomst van een

jarenlang slepende discussie.

Relatie en Communicatie

48

Februari 2016

Met veel plezier werk ik inmiddels alweer bijna een jaar op de Bogermanschool als Plusklasleerkracht. Een specifieke, uitdagende en veelzijdige taak in het onderwijs. De Plusklas is een vorm van zorg binnen de school, waarin leerlingen die meer aan kunnen dan de gemiddelde leerling de zorg krijgen die ze nodig hebben. Veelal hebben de doelen waaraan deze leerlingen werken te maken met zaken als: leren samenwerken, leren plannen en leren omgaan met moeilijke opdrachten. En uiteraard heeft ieder kind binnen de plusklas ook weer zijn/haar specifieke zaken waarop het zich ontwikkelt: eigen talenten worden zeker gestimuleerd en er wordt begeleiding gegeven op die gebieden waarin de leerling ontwikkelpunten heeft liggen.

Geen dag in mijn week is zo afwisselend als een Plusklasdag. Waar ik het eerste uur met groep 8 in gesprek ben over het door hen gehouden interview in de voorgaande week zit ik het tweede uur met kinderen uit groep 3/4 gebogen over de atlas, waarin we tot de ontdekking komen welke informatie deze allemaal geeft. Na de kleine pauze bevind ik me met een aantal groep 5 leerlingen in het hand-vaardigheidslokaal, waarbij gewerkt wordt aan een creatieve opdracht met veel samenwerking. Na de grote pauze zit ik met een aantal groep 7 leerlingen achter de laptops, waar er als ‘redactie’ een klassenkrant ontworpen wordt en elkaars werk kritisch be-keken wordt, waarbij op een positieve manier ‘tops en tips’ naar elkaar verwoord moeten worden. Met groep 1 en 2 doe ik allerlei verschillende opdrachten, aansluitend bij de KIJK-doelen. En ten slotte schakel ik over naar de leerlingen uit groep 5 met wie ik bespreek en oefen op welke manier je een goed werkstuk kunt maken.Zeker, het is schakelen van het ene doel naar het andere doel, van het handvaar-digheidslokaal naar de personeelskamer en van groep 8 naar groep 1. Maar wat is het fijn om deze leerlingen iedere maandag weer te kun-nen ontvangen en om te merken dat ze graag naar de Plusklas komen.

Corianne van DalenLeerkracht plusklas

Bogermanschool

Toekomst en continuïteit

9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen

Bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2016-2020 is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden.

AkkoordenTerugblik voorgaande jarenHet huidige kabinet heeft in 2013 verschillende akkoorden afgesloten die hebben geleid tot een financiële impuls voor het onderwijs. Voor de totale sector werd 650 miljoen per jaar extra vrijgemaakt. Als gevolg hier-van hebben de scholen de afgelopen twee jaar de budgetten flink zien stijgen. De afspraken en ambities die gemaakt zijn, zijn eind 2014 ondergebracht in het bestuursakkoord, wat gesloten is tussen het ministerie van OCW en de PO raad. Kortgezegd gaat het om de volgende doelstellingen:1. Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT;2. Brede aanpak onderwijsverbetering;3. Professionele scholen;4. Doorgaande ontwikkellijnen.In het bestuursakkoord worden deze onderwerpen uitgebreid toegelicht en kunt u ook de concrete doelstel-lingen per jaar vinden. (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2014/07/10/bestuursakkoord-voor-de-sector-primair-onderwijs)

Financiële middelen 2016-2020De financiële middelen vanuit de akkoorden zijn toegevoegd aan de reguliere geldstromen (de personele rijksbijdrage, het PAB-budget (PAB staat voor personeel- en arbeidsmarktbeleid) en de prestatiebox). De middelen die via de prestatiebox ontvangen worden, kennen een verantwoordingsverplichting middels het jaarverslag. De komende jaren zal er sprake zijn van een verdere verhoging van met name de prestatiebox en extra gelden in het kader van convenant leerkracht. De extra bedragen die hiervoor in de meerjarenbegroting meegenomen zijn lopen op tot een bedrag van circa 56.000 euro. Deze bedragen zijn gebaseerd op de ver-wachtingen van de PO-raad van september 2015. Naast deze structurele middelen is er in het bestuursakkoord ook geld vrijgemaakt voor specifieke zaken als de lerarenbeurs. Hier wordt momenteel op onze school nagenoeg geen gebruik van gemaakt

BuitenonderhoudBegin 2015 werd de verplichting met betrekking tot het buitenonderhoud overgedragen van de gemeente naar de school. Dit heeft ertoe geleid dat het budget voor de materiële instandhouding gestegen is. Omdat er de eerste twee jaar nog sprake was van een overgangsregeling, lag de structurele bekostiging lager. In de begroting is daarom de komende jaren gerekend met een hogere bekostiging. Niet alleen de extra baten, maar ook de extra lasten zijn ingeschat middels een actueel meerjarig onderhoudsplan, wat de onderbou-wing is van de voorziening voor groot onderhoud.

CAO primair onderwijsDe huidige cao (ref )PO loopt van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015. Deze cao regelt op hoofdlijnen de volgende 3 thema’s: Werkdrukvermindering en invoering 40-urige werkweek, duurzame inzetbaarheid en professionalisering. De meest in het oog springende verandering van de lopende cao is de invoering van de 40-urige werkweek en een andere invulling van het taakbeleid. Ook is er veel aandacht voor de professio-nalisering van leerkrachten. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen een start bekwame leerkracht, een basis bekwame leerkracht en een vakbekwame leerkracht. Door dit onderscheid zijn er mogelijkheden ontstaan om eerder door te groeien.De onderhandelingen voor de volgende cao (2015-2016) zijn volop gaande. Er wordt onder andere onder-handeld over de lonen en de invulling van de nieuwe wetgeving (onder andere de wet ‘Werk en Zekerheid’). Als het gaat om de ketenbepaling en de inzet van vervangers kent de WWZ namelijk beperkingen.De nieuwe cao zal naar verwachting ook voorzien in een loonsverhoging. Hier is in de meerjarenbegroting nog geen rekening mee gehouden, omdat de verwachting is dat hier een nagenoeg gelijke kabinetsbijdrage tegenover staat. Ook wordt een deel gefinancierd uit de gedaalde pensioenpremies.

49

9.2 Toekomstige interne ontwikkelingen

Ds. J. Bogermanschool

Teldatum per 1 oktober 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Onderbouw totaal 125 141 137 131 146 144

Bovenbouw totaal 111 116 124 138 137 141

Totaal 236 257 261 269 283 285

Functiecategorie 2015 2016 2017 2018 2019

Directie 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50

Onderwijzend personeel 13,35 13,34 13,86 14,28 14,34

Onderwijsondersteunend personeel 1,79 1,75 1,75 1,75 1,75

Schoonmaak 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Vervanging eigen rekening 0,25 0,20 0,20 0,20 0,20

Totaal 15,89 15,79 16,31 16,73 16,79

Ds. J. Polyanderschool

Teldatum per 1 oktober 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Onderbouw totaal 104 102 129 123 124 136

Bovenbouw totaal 110 115 97 109 110 102

Totaal 214 217 226 232 234 238

Functiecategorie 2015 2016 2017 2018 2019

Directie 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50

Onderwijzend personeel 10,76 10,93 10,82 11,19 11,19

Onderwijsondersteunend personeel 1,02 1,02 1,02 1,02 1,02

Schoonmaak 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Vervanging eigen rekening 0,15 0,20 0,20 0,20 0,20

Totaal 12,43 12,65 12,54 12,91 12,91

Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling van het leerlingenaantal en van de personele inzet zien. Beide scholen hebben te maken met een groeiend aantal leerlingen. Deze groei heeft gevolgen voor het aantal groepen en de bekostiging, waardoor in 2016 personele groeibekostiging wordt verwacht (circa 44.000 euro) en in 2017 extra materiële bekostiging. Gegeven de huisvestingsproblematiek zal dit in 2016 verder uit-gewerkt gaan worden. In de begroting is al gerekend met uitbreiding van het aantal groepen maar dit is nog niet concreet vorm gegeven. Gegeven de positieve realisatie zal dit in 2016 en de begroting van 2017 verder vorm ge-geven gaan worden. De huisvestingslasten zullen in de toekomst mogelijk nog stijgen als gevolg van betrekking van extra lokalen. Op de volgende pagina is de meerjarenbegroting weerge-geven, waarbij opgemerkt dient te worden dat de door-rekening van de balans gebaseerd is op een verwachte balans ultimo 2015 (gebaseerd op cijfers t/m september).

50

51

9.3 Staat van baten en lasten - begroting

Realisatie 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Baten

(B1) Rijksbijdragen 2.203 2.305 2.392 2.471

(B2) Overige overheidsbijdragen 66 33 - -

(B3) Overige baten 66 52 45 45

Totaal baten 2.335 2.390 2.437 2.516

Lasten

(L1) Personele lasten 1.741 1.809 1.850 1.909

(L2) Afschrijvingen 88 65 78 73

(L3) Huisvestingslasten 156 170 170 170

(L4) Overige instellingslasten 219 213 211 211

Totaal lasten 2.203 2.257 2.309 2.363

Saldo baten en lasten 132 134 128 153

(R1) Saldo fin. baten en lasten 6 - - -

Nettoresultaat 138 134 128 153

Toekomst en continuïteit

52

9.4 Balans 2015-2018

ACTIVA Ultimo 2015 Ultimo 2016 Ultimo 2017 Ultimo 2018

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Immateriële vaste activa - - - -

Materiële vaste activa 469 459 509 435

Financiële vaste activa 38 38 38 38

Totaal vaste activa 507 497 546 473

Voorraden - - - -

Vorderingen 277 98 98 98

Effecten - - - -

Liquide middelen 1.051 1.150 1.246 1.502

Totaal vlottende activa 1.328 1.248 1.344 1.600

Totaal activa 1.835 1.745 1.890 2.073

PASSIVA Ultimo 2015 Ultimo 2016 Ultimo 2017 Ultimo 2018

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

Algemene reserve 875 1.018 1.141 1.288

Bestemmingsreserves publiek - - - -

Bestemmingsreserves privaat 385 375 380 386

Bestemmingsfonds publiek - - - -

Bestemmingsfonds privaat - - - -

Eigen vermogen 1.260 1.393 1.521 1.674

Voorzieningen 286 173 189 220

Langlopende schulden - - - -

Kortlopende schulden 289 180 180 180

Totaal passiva 1.835 1.745 1.890 2.073

53

Toekomst en continuïteit

Het balansoverzicht laat een aantal ontwikkelingen zien. Omdat in met name 2017 forse investeringen wor-den gedaan (vervanging ICT/digiborden), zal de waarde van de (materiële) vaste activa oplopen t/m 2017. In 2018 zijn daarentegen geen investeringen begroot waardoor de waarde van de (materiële) vaste activa weer daalt. Vanwege de begrootte positieve resultaten zal de waarde van het eigen vermogen naar verwachting stij-gen in de komende jaren, evenals de liquide middelen. De private reserves blijven daarentegen vrij constant. In 2016 wordt een forse onttrekking aan de voorziening groot onderhoud verwacht met betrekking tot de Ds. J. Polyanderschool. Hierdoor daalt de waarde van de voorzieningen, die in de daaropvolgende jaren weer wordt aangevuld.

9.5 Interne risicobeheersings- en controlesystemen

Om de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe adviseur/controller van VGS de ontwikkeling van de financiële prestaties mo-nitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn.Daarnaast is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing.

Belangrijkste risico’s en onzekerheden Bij het opstellen van de meerjarenbegroting zijn een aantal risico’s met een mogelijk financieel gevolg onder-kend. Als risico wordt daarin genoemd dat er mogelijk een loonbetalingsverplichting volgt voor een langdu-rige zieke medewerker. Wanneer de loonbetalingsverplichting zich voordoet zal het gaan om een bedrag van circa 33.000 euro. Hiermee is geen rekening gehouden bij het opstellen van de begroting.Daarnaast is de school eigenrisicodrager voor ziek personeel en derhalve aangesloten bij de stichting Vervan-gingsfonds Gereformeerd Schoolonderwijs (VFGS). VFGS vergoedt de kosten van langdurig ziek en geschorst personeel. In verband met de aansluiting bij VFGS is rekening gehouden met 0,2 fte voor vervanging voor eigen rekening. Dit betreft vervanging voor kortdurend verzuim (tot 14 dagen). Uit voorlopig cijfers 2015 blijkt dat deze post voldoende moet zijn.De Ds. J. Bogermanschool ontvangt momenteel extra inkomsten (circa 159.000 euro in 2015) met betrekking tot schippersbekostiging. In het huidige kabinetsbeleid worden hierin nog geen wijzigingen voorzien, maar in de toekomst vormt dit een mogelijke bedreiging.Niet alleen financiële risico’s, maar ook niet- financiële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, het imago van de school en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie hiervoor het verslag van onze toezichthouder.

Beheersing van risico’s:Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen ver-mogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%.Om niet onnodig de risicobuffer aan te spreken, wordt in elk geval getracht om risico’s tijdig te onderkennen, om indien nodig acties te ondernemen om de impact van het risico te verkleinen. De meerjarenbegroting is hiervoor een belangrijke tool. Het effect van een tegenvallende ontwikkeling van het leerlingaantal of een uit de pas lopend kostenpatroon is zo inzichtelijk. Ook kunnen in de meerjarenbegroting aanpassingen doorge-rekend worden.

De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerela-teerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting.

54

Tenslotte

In het voorjaar van 2015 verscheen er een boek van de Brusselse hoogleraar en Nijmeegse hoofddocent prof. Dr. J.J.L. Derksen. In het boek blikt hij terug op de 35 jaren dat hij werkzaam was als psycholoog. Zijn conclu-sie is dat het misgaat in de opvoeding. Uit een vraaggesprek met het Reformatorisch Dagblad, 23 april 2015, citeer ik het volgende:‘Kinderen mogen van alles. Narcistisch, impulsief, en extravert gedrag, zijn het gevolg van een opvoeding waarin kinderen niet worden bijgestuurd.’‘In de jaren zestig hebben we de zuilen afgebroken en de generatieverschillen neergesabeld. Sindsdien zijn religie en ideologie niet meer de kaders voor de opvoeding; ouders doen dit tegenwoordig vanuit hun on-derbuikgevoel. Daardoor krijg je kinderen die te veel beschermd en te weinig opgevoed worden. Ouders houden hun kinderen te veel uit de wind en prijzen hen te veel. Het gevolg is dat de frustratietolerantie af-neemt; kinderen kunnen niet meer omgaan met tegenslag. Ze hebben te weinig eelt op hun ziel. Dat wordt versterkt door de sociale media, waar iedereen altijd maar gelukkig moet zijn en zo veel mogelijk likes moet binnenhalen.’‘Als er geen zuil, religie of ideologie meer is die richting geeft, krijg je kinderen die het accent te veel op zich-zelf leggen. Kinderen met allerlei grootheidsfantasieën, zelfwaardering die de pan uit rijst. Dat heeft zelfs tot gevolg gehad dat we in de psychologie onze meetinstrumenten opnieuw moesten ijken, omdat er zo veel plafondscores waren.Volwassenen zijn te veel kind met de kinderen geworden. Dat is een brede ontwikkeling, in alle lagen van de samenleving en in de gehele westerse wereld.’Het verontrust Derksen. En hem niet alleen. Als we de feiten overdenken rust ons maar één ding: ‘alle hens aan dek!’Nooit verscheen er zoveel informatie over opvoeding als in deze tijd. We worden er mee overspoeld. En toch lijkt het kenterend pedagogisch tij niet te keren.We moeten niet denken dat dat onze kring voorbijgaat. Hetzelfde als hierboven geschetst speelt zich af. Hoogstens nog wat minder zichtbaar.Een terugkeer naar de levende God en Zijn Woord is de enige oplossing.Wij samen moeten door ons door dat Woord laten gezeggen en sturen.In ons gehele doen, denken en handelen.Dat vraagt om structuur, tijd en rust. Om gebruik van de mogelijkheden die we nog hebben.Het vraagt vooral om een voortduren gebed.

Aurelius Augustinus (354-430) leefde in de kanteling van zijn tijd.Vijandelijke machten en dreigende geestelijke stromingen overspoelden de verschillende continenten.Hij zag de afbraak van de gevestigde instituten. Hij heeft daarover zijn zorgen over gehad.Het weerhield hem er niet van in het gebed, over dit alles heen te zien en zijn gemeente dagelijks het onder-staande gebed voor te bidden:

‘Laten wij ons keren tot de Heere onze God,Onze Almachtige Vader,En laten wij Hem zuiver van hart oprecht danken,Voor zover we dat in al onze nietigheid kunnen.Laten wij Hem met heel ons hartSmeken om Zijn goddelijke barmhartigheid,Dat Hij in Zijn welbehagen onze gebeden mag verhoren.Moge Hij de vijand met al Zijn machtUit onze gedachten en onze daden wegbannen.Moge Hij ons geloof doen toenemen, onze geest leiden,Onze vrome gedachten ingeven en ons geleiden naar Zijn zaligheid.Door Jezus Christus Zijn Zoon.Amen.’

Met dank aan de medewerkers van het VGS: mw. E. van Dalen BBA, mw. J. Verboom, en diverse bestuurs-, cvt-, commissieleden en collega’s,

B.A.D. van der Wulp, algemeen directeur

ARBO Arbeidsomstandigheden

BAPO Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen

BRIN Basis Registratie Instellingen

BSOS Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen

BZW Begeleid zelfstandig werken

DOS Directie Overleg Schippersscholen

EFJ Elektronisch Financieel Jaarverslag

FA Financiële Administratie

FPO Rijnmond Federatie Primair Onderwijs regio Rijnmond

Fte Fulltime equivalent

GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst

ICT Informatie en Communicatietechnologie

IPB Integraal personeelsbeleid

Korelon Kinderopvang in relatie tot het onderwijs

LIO Leerkracht In Opleiding

LOF Lokaal Onderwijs Forum

LOVK Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters

MT Managementteam

NOS Netwerk Onderwijs Schippersscholen

OOPOT

Onderwijs Ondersteunend PersoneelOndersteunings Team

PDCA Plan-Do-Check-Act

PKO Periodiek Kwaliteitsonderzoek

POP Persoonlijk Ontwikkelingsplan

PSA Personeels- en salarisadministratie

SBD Schoolbegeleidingsdienst

SEO Schooleindonderzoek

SMW Schoolmaatschappelijk werk

VCORG Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag

WSNS Weer samen naar school

Lijst met afkortingen

55

56

Beste lezers,

Wij zijn Julia, Liselotte en Annejet. Wij gaan u iets vertellen over de regenboog. De regenboog heeft 5 kernwaarden dat zijn:

• Groen = eerlijkheid• Blauw = vertrouwen• Geel = betrokkenheid • Oranje = verantwoordelijkheid• Rood = respect

Wij hebben een plaat van de regenboog, waar alle kernwaarden op staan, die hangt in de klas.Als we maandopening hebben krijgen we elke keer een nieuwe regel waar we die maand mee bezig zijn. En de directeur legt er ook iets van uit. De juf hangt die plaat ook in de klas, we kunnen dan de boogregels zien. De juf legt er ook wel eens wat meer van uit. Soms herinnert de juf ons er aan als we iets fout doen.

Groeten van Liselotte, Annejet en JuliaGroep 8bPolyanderschool

57

GMR Jaarverslag 2015

Jaarverslag 2015 GMR van de Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht

Oprichting:Op 01-08-2009 zijn de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht opgericht.Deze MR’s zijn geïnstalleerd onder goedkeuring van het Bestuur van de Ds. J. Bogermanschool, de Ds. J. Polyan-derschool en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VCORG). De GMR bestaat uit de leden van de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool en behandelt schooloverstijgende zaken. De MR’s hebben adviesbevoegdheid, geen instemmingsrecht, hiervoor is toestemming verleend door ouders. De MR van de Ds. J. Bogermanschool bestond per 1-1-2015 uit de volgende personen: • een personeelsgeleding van drie personen: mw. E. Herweijer-Overbeeke, mw. H. den Hoed – van Horssen

en dhr S. Smits. • een oudergeleding van drie personen: de heer G. Korevaar (voorzitter), mw. A. Boogaard – Hovestadt (secre-

taris) en mw. M. van Nieuwaal – Gerritsen. De MR van de Ds. J. Polyanderschool bestond per 1-1-2015 uit de volgende personen: • een personeelsgeleding van drie personen: mw. A. Theunisse (secretaris) en mw. A. Fase en mw. H. Stolk.• een oudergeleding van drie personen: dhr. P. Moret (voorzitter), mw. T. van de Weteringh - Paans en

mw. C. de Wagenaar - Theunisse.

Verkiezingen:In juni hebben we de jaarlijkse verkiezingen voor de GMR gehouden. In de personeelsgeleding van de Polyanderschool was mw. A. Fase aftredend en niet herkiesbaar.In de oudergeleding van de Polyanderschool was mw. T. van de Weteringh - Paans aftredend en niet herkiesbaar. In de personeelsgeleding van de Bogermanschool was mw. E. Herweijer – Overbeeke aftredend en niet meer herkiesbaar.In de oudergeleding van de Bogermanschool was dhr. G. Korevaar aftredend en herkiesbaar.Dhr. G. Korevaar is herkozen. De volgende personen hebben we nieuw in de GMR mogen verwelkomen: voor de personeelsgeleding van de Polyanderschool mw. S. Maat. Voor de oudergeleding van de Polyanderschool dhr. C. Theunisse en voor de personeelsgeleding van de Bogermanschool mw. D. Ramp.Tijdens de vergadering van juni hebben we voor het eerst vergaderd in de nieuwe samenstelling.Tijdens deze vergadering is er afscheid genomen van mw. Fase, mw. Van de Weteringh en mw. Herweijer.

Werkzaamheden GMR Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool in 2015:Van het bestuur ontvingen we de jaarkalender met vergaderdata. De onderwerpen ter bespreking zijn hierin zichtbaar, zodat de informatiestroom tussen bestuur, Commissie van Toezicht en GMR gestructureerd kan ver-lopen.Nieuw dit jaar was, dat we een vast agendapunt hebben waarbij er een afgevaardigde van het MT bij is. Op deze manier hebben we een korte informatielijn naar en vanuit het MT.In februari bezocht de Commissie van Toezicht een gedeelte van onze vergadering. We hebben deze vergade-ring met elkaar gesproken over verschillende zaken. Hoe verloopt het contact met het bestuur, het MT en de achterban. Ook hebben we met elkaar teruggeblikt op het traject wat betreft het advies – versus instemmingsrecht. Er zijn wat punten naar voren gekomen die beter kunnen. Er is inmiddels een commissie met daarin afgevaardigden vanuit het bestuur, MT en de GMR om tot een protocol te komen.Medio april hebben we vergaderd met de directeur waarbij we de formatieplannen voor het komende cur-susjaar hebben besproken. Hij lichtte de bezetting en de personele invullingen uitgebreid toe. Verder werd er aandacht geschonken aan de externe ontwikkelingen die op onze scholen afkomen. Hierin is door de GMR positief geadviseerd.De GMR ontving van het bestuur de werkgroepverslagen en de voortgangsrapportage ter informatie. Het bestuur, de CvT en het MT ontving de notulen van de GMR-vergaderingen.We zijn dit jaar voortdurend op de hoogte gehouden over de aanschaf van het nieuwe meubilair voor de beide scholen.

Ook is het nieuwe schoolplan aan de GMR voorgelegd en hebben we daar adviserend op gereageerd.In het najaar hebben we tijdens een vergadering ons vooral bezig gehouden met het thema: ‘Veiligheid in en rond de scholen’. Voor deze vergadering zijn ook de verkeersouder en verkeersleerkracht uitgenodigd. Met elkaar hebben we nagedacht over wat goed gaat en wat beter kan. Zo hebben de schipperskinderen over het algemeen iets minder verkeersinzicht dan de walkinderen. Samen met het internaat hopen we gezamenlijk iets op te zetten waar we elkaar zo kunnen helpen om dit te verbeteren. Ook is de veiligheid op straat rond de scho-len besproken. Tijdens het ophalen van de kinderen ontstaan er situaties die zorgelijk zijn. Met elkaar hebben we dit geïnventariseerd en zijn ook tot de conclusie gekomen dat een deel van de problemen ontstaan doordat men zich niet houd aan de regels. Voor het overige hopen we dit op te kunnen lossen met de gemeente of an-dere betrokkenen.De GMR ontving van het bestuur de werkgroepverslagen en de voortgangsrapportages ter informatie. Het be-stuur, de CvT en het MT ontvingen de notulen van de GMR vergaderingen. De nieuwe structurering van de GMR is positief. Op bepaalde momenten, zoals tijdens de aanmeldingsavond voor nieuwe leerlingen en tijdens het zorgoverleg, is er iemand van de GMR aanwezig. Verder zijn we voortdu-rend aan het werk om de GMR zichtbaar te maken en ons in te zetten om het contact blijvend te optimaliseren tussen school, ouders en internaat.

VooruitblikOok in de komende periode hopen we duidelijke en transparante informatie te blijven verstrekken richting onze achterban, in het bijzonder naar de ouders. Hiervoor zullen onder meer het Bogerman Bulletin en de Polyander Periodiek gebruikt worden.

Ook in 2016 hopen wij als GMR weer samen met het bestuur, het CvT en het MT in vertrouwen te bewaren en bouwen aan onze scholen.

Voor alle werkzaamheden die voor onze scholen gedaan worden, staan de belangen van de scholen, onze kinderen en het personeel centraal. Maar voor alles waarmee we bezig zijn geldt, dat we dat alleen kunnen doen in afhankelijkheid van de Heere en biddend om Zijn zegen.

Dordrecht, 07-01-2016

Namens de GMR, P.P. Moret (voorzitter), A. Boogaard - Hovestadt (secretaris).

58

Commissie van Toezicht

Jaarverslag 2015

Aan de ledenvergadering,

Inleiding

Ingevolge Artikel 9 van het Reglement intern toezicht, vastgesteld in uw vergadering van 20 juni 2011, is de Commissie van Toezicht (hierna CvT) gehouden jaarlijks verslag te geven van haar werkzaamheden.

In dat verslag dient te worden vermeld:1. de namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de

onderwijsinstelling;2. de door de toezichtscommissie verrichte werkzaamheden;3. de onderwerpen die aan de orde zijn geweest;4. de beoordeling van de realisatie van de doelen;5. de maatschappelijke taak;6. de van toepassing zijn de code goed bestuur;7. de honorering en onkostenvergoeding.

Bij deze brengt de CvT hierover verslag uit over het jaar 2015.

1. De namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling

Namen leden Functie binnen CvT

Kerkgenootschap Beroep Leeftijd

C.J. van der Beek voorzitter Ger. Gem. onderwijsadviseur 60

A. Hoogesteger secretaris Ger. Gem. in Ned. juridisch adviseur 53

B. Cornet lid Chr. Ger. Kerk (C) technisch-directeur 51

A. Verloop lid Ger. Gem. financieel directeur 44

2. De door de CvT verrichte werkzaamheden

De door de CvT in het verslagjaar verrichte werkzaamheden zijn voornamelijk:• het beoordelen en vaststellen van de begroting 2015;• het beoordelen en vaststellen van het jaarverslag 2014 (met jaarrekening);• het positief-kritisch volgen van de ontwikkelingen op de beide scholen door:

59

60

• het kennis nemen van de nieuwsbulletins van beide scholen; • het kennis nemen van de managementrapportages; • het kennis nemen van de verslagen van de bestuursvergaderingen • het kennisnemen van de verslagen van de vergaderingen van de Gemeenschappelijk Medezeg- genschapsraad (GMR); • het zoveel mogelijk bijwonen van schoolbijeenkomsten;• het onderhouden van contacten met de achterban (m.n. GMR en bestuur);• het waarnemen en duiden van maatschappelijke ontwikkelingen en het leggen van relatie daarvan met

de school.

3. De onderwerpen die aan de orde zijn geweest

De CvT heeft in het verslagjaar vijf maal vergaderd: op 12 februari, 26 maart, 12 mei, 10 september en 5 no-vember. De vergaderingen van 26 maart, 12 mei en 5 november vonden deels plaats samen met het bestuur. De vergadering van 12 februari vond deels plaats samen met de GMR.

Besproken onderwerpen met het bestuur zijn ondermeer:• Voorbereiding ledenvergadering (22 juni 2015);• Ontwikkelingen Peuterhof (oprichten stichting);• De jaarkalender;• Het jaarverslag 2014 en de begroting 2015;• Het schoolplan 2015-2019;• Formatieplannen 2015-2016;• Bestuursfuncties i.r.t. lidmaatschap Dordtse kerken (voorgestelde statutenwijziging)• Aspecten als genoemd in het Toezichtkader.

Besproken onderwerpen met de GMR zijn ondermeer:• Algemeen maatschappelijke ontwikkelingen i.r.t. het onderwijs;• De organisatie van de medezeggenschap op onze scholen;• Terugblik op proces advies- versus instemmingsrecht;• Relaties met achterban en bestuur.

Op 22 juni 2015 is de jaarlijkse ledenvergadering gehouden. Tijdens deze vergadering zijn de heren Van der Beek en Cornet opnieuw gekozen als CvT-lid.

4. De beoordeling van de realisatie van de doelen

Aan de hand van het ontwikkelde en door u vastgestelde Toezichtkader worden de daarin geformuleerde Toezichtdoelen meer concreet en specifiek. Met het oog op de voornoemde werkzaamheden van de CvT kan gesteld worden dat de CvT haar doelen heeft gerealiseerd. De CvT spreekt vanaf deze plaats en op deze wijze haar waardering uit voor het bestuur, de directie, het management team, het personeel en allen die voor de scholen werkzaam zijn. Door hun inzet en resultaten vallen onze scholen voor de Onderwijsinspectie onder de laagste vorm van inspectietoezicht, het zgn. basisarrangement. Een resultaat waarvoor we opnieuw erg dankbaar zijn!

Jaarverslag 2015

5. De maatschappelijke taak

Het primair onderwijs dient op grond van de wet intern toezicht te hebben. De VCORG heeft in 2011 een CvT ingesteld. Daarmee wordt aan een wettelijk vereiste voldaan. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe beter het intern toezicht functioneert, hoe minder extern toezicht (lees Onderwijsinspectie) nodig is. Hier ligt een belangrijk deel van de maatschappelijke taak van de CvT, maar deze taak is ook breder, nl. naar alle belanghebbenden en betrokkenen bij de scholen. Verder kan gesteld worden dat de contacten van de CvT met de achterban (bestuur, directie, GMR, kerkenraden) goed zijn. De CvT volgt de maatschappelijke ontwik-kelingen voornamelijk door middel van de media en nieuwsbrieven.

6. De van toepassing zijnde code goed bestuur

De VGS-schoolbesturen, waaronder ook ons bestuur, conformeren zich aan de code goed bestuur van de PO-Raad. De CvT ziet toe op de naleving ervan.

7. De honorering en onkostenvergoeding

De CvT-leden hebben geen honorering en geen onkostenvergoedingen ontvangen.

Tot slot

Het verslagjaar 2015 ligt weer achter ons. Het is de geschiedenis ingegaan als een roerig jaar. Als gevolg van vreselijke terreur en vervolging door met name Islamitische Staat is vanuit het Midden-Oosten een enorme stroom vluchtelingen richting Europa op gang gekomen. Het einde ervan is nog niet in zicht. Dat dit zeer veel vraagt van onze samenleving tonen de nieuwsberichten. Onder de vluchtelingen die ons land bereiken zijn veel kinderen van o.a. Syrische christenen. Belangrijk is dat deze kinderen activiteiten en onderwijs krijgen aangeboden. De VGS vraagt, met inachtneming van het toelatingsbeleid van de scholen, de aandacht van haar scholen om dit vraagstuk te bespreken en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om vanuit het christelijk/reformatorisch onderwijs hieraan een bijdrage te leveren. Het kan ook onze scholen gaan raken. Daarmee staan we als scholen midden in de (internationale) samenleving. Gebed om wijsheid en voor onze medemens in nood is nodig. De Heere doe ons afhankelijk van Hem zijn en schenke ons Zijn zegen!

De Commissie van Toezicht van de VCORG

C.J. van der Beek A. Hoogestegervoorzitter secretaris

61

Commissie van Toezicht