Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

80
JAARVERSLAG 2014 NAAR EEN DUURZAME EN EFFECTIEVE TRANSFORMATIE

description

Naar een duurzame en effectieve transformatie

Transcript of Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Page 1: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

JAARVERSLAG 2014

Jaarverslag 2014 | Nederlands Jeugdinstituut

NAAR EEN DUURZAME EN EFFECTIEVE TRANSFORMATIE

Page 2: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Voorwoord 2

1 Transitie en transformatie 5

2 Een sterke basis en eerste lijn 9

3 (Passend) onderwijs en jeugdhulp 15

4 Veilig opgroeien 19

5 Effectiviteit & Vakmanschap 23

6 Kennis delen 27

7 Personeel en organisatie 31

Financiers 34

Jaarrekening 2014 35

Productenoverzicht 2014 58

INHOUD

Het jaarverslag, de jaarrekening en het productenoverzicht van het

Nederlands Jeugdinstituut worden ook gepubliceerd op www.nji.nl/jaarverslag.

Page 3: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

NAAR EEN DUURZAME EN EFFECTIEVE TRANSFORMATIE

JAARVERSLAG 2014

Page 4: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

2014 was een roerig jaar voor de jeugdsector. Op 1 januari 2015 werd de nieuwe Jeugdwet van kracht en de decentralisatie, ofwel transitie van de hulp voor jeugdigen naar gemeenten, een feit. Gemeenten, de Rijksoverheid, instellingen, belangen- en ondersteuningsorganisaties; ze werkten hard om daarvoor klaar te zijn. Met de overheveling en wettelijke kaders wordt ook een transformatie, een inhoudelijke vernieuwing, nagestreefd. Het Nederlands Jeugdinstituut was in 2014 nauw betrokken bij de ondersteuning van deze transitie en transformatie. De transformatie van de jeugdsector vraagt daarnaast tevens van ons instituut om een transformatie. En ook daaraan is hard gewerkt in 2014.

Naar een duurzame en effectieve transformatie

Het jeugdstelsel moet transformeren. Samen met

andere betrokken partijen zijn gemeenten vanaf 2015

verantwoordelijk voor die transformatie. Het doel ervan

is dat kinderen en jongeren met (kans op) problemen in

het opgroeien en opvoeders die problemen ondervinden

tijdens het opvoeden beter ondersteund en geholpen

worden. Zodat kinderen en jongeren zoveel mogelijk

deel kunnen nemen aan het ‘gewone leven’. Om dat voor

elkaar te krijgen is het nodig dat preventie, onderwijs,

zorg, opvoedhulp en behandeling beter op elkaar

aansluiten en dat het hele systeem kosteneffectiever

wordt. Want de transities gaan vergezeld van

bezuinigingen. Meer ‘eigen kracht’, meer hulp ‘naar

voren’ en minder specialistische hulp, beter samenwerken,

sneller op- en afschalen; overal in het land vinden in dat

kader experimenten plaats. Maar brengen die echt

vernieuwing? Bouwen ze voort op kennis over wat wel en

niet werkt? Hoe ‘profiteren’ de experimenten van elkaar?

Is met minder middelen een effectiever jeugdstelsel te

realiseren? Wat zijn daarvoor de belangrijkste bouw-

stenen? Hoe kunnen we de samenhang tussen de

decentralisatie-opgaven rond jeugdhulp, participatie,

de vernieuwde WMO en passend onderwijs verbeteren?

En wat vraagt dat van de kennisinfrastructuur?

Met die vragen hebben we ons in 2014 fundamenteel én

praktisch bezig gehouden. We deden dat samen met het

veld, gemeenten, onderwijs- en kennisinstellingen,

cliënten-, branche- en beroepsorganisaties en door

middel van onder andere het organiseren van kennis-

praktijknetwerken, learn and share bijeenkomsten,

expertmeetings, de Denktank Transformatie Jeugdstelsel

en het congres Transformeren doe je samen. Dat alles

heeft geleid tot aanscherping van onze positionering,

programmering en activiteiten in 2014 en de nog

komende jaren. Het legde tevens de basis voor verdere

samenwerking en co-creatie met gemeenten, veldpartijen,

kennisinstellingen en cliënten- en beroepsorganisaties.

Als gevolg van de transities en de transformatie is niet

alleen het veld, maar ook het kennisbeleid van de

Rijksoverheid en de gemeentelijke overheid volop in

beweging. Gemeenten willen meer invloed op de bepaling

en benutting van de landelijke kennisfuncties. Dit gaat

niet alleen het Nederlands Jeugdinstituut aan, maar het

hele kennis en innovatiebeleid in de sociale sector en

meerdere instituties en gremia. Ook het ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport is zoekende naar

zijn rol en verantwoordelijkheden in het stelsel (stelsel-

verantwoordelijkheid), in de transformatie en de kennis-

infrastructuur. De gesprekken daarover met het ministerie

van VWS en het gemeentelijk veld kwamen in 2014 goed

op gang en waren constructief. Zo zijn we in 2014

begonnen met structureel overleg over de kennis agenda

Jeugd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

(VNG), de stedennetwerken G4 en G32 en de platform-

directeuren van 100.000 + gemeenten. In dat kader is

tevens de samenwerking met collega-organisaties als

Movisie, Vilans, het NCJ, het Trimbos-instituut, het

Verwey-Jonker Instituut en de Kenniscentra KJP en

LVB versterkt.

Voorwoord

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord2

Page 5: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Het Nederlands Jeugdinstituut wil bijdragen aan een

duurzame transformatie en de verbetering van de

resultaten van de sector. Daarvoor is kennis nodig.

Maar zeker ook een ‘lerende sector’, internationaal,

regionaal en interlokaal, die zichzelf steeds verder

verbetert. En dit alles vraagt om een interactieve,

flexibele kennis infra structuur en een kennis-praktijk-

netwerkorganisatie, die samen met andere partijen

kennis maakt en deelt, leert en verbetert.

Om die rol van kennisnetwerkorganisatie zo goed

mogelijk te kunnen vervullen, transformeert het

Nederlands Jeugdinstituut eveneens. Ook bij ons

gaat die verandering gepaard met bezuinigingen.

‘Beter met minder’ is ook op onszelf van toepassing.

Onze kennisinfrastructuur is in het licht van de transitie

en transformatie van het stelsel vernieuwd. We werken

meer interactief, in co-creatie met partners en met lokale,

regionale en (inter)nationale verbindingen. We hebben

onze kennisactiviteiten verbreed en programmatisch

ingericht, in de context van de drie decentralisaties van

het sociale domein en passend onderwijs. En we hebben

onze interne organisatie verder op de schop genomen.

Dit als onderdeel van de in 2013 ingezette reorganisatie,

transformatie en cultuurverandering. Een proces dat we

de komende jaren zullen doorzetten.

In 2014 hebben we gewerkt aan kennisontwikkeling

op diverse gebieden. Het ging hierbij om lopende

thema’s, maar ook om positief opvoeden en positieve

ontwikkeling, de problematiek van aanstaand

ouderschap en van zorg intensieve gezinnen, de eigen

kracht van jeugd en gezin, anti-pestprogramma’s, de

participatie van kwetsbare jeugd, mediaopvoeding, de

wijkteams jeugd en gezin, de toegang tot jeugdhulp,

Veilig Thuis en de nieuwe jeugdbescherming, (passend)

onderwijs en jeugdhulp, de transitie en transformatie en

effectiviteit en profes sio nalisering. Wat betreft dit laatste

is veel aandacht gegaan naar effectieve interventies en

zicht op effectiviteit, werken met richtlijnen, prestatie-

indicatoren, monitoren en benchmarks, maar vooral

ook op het ondersteunen van een ‘meet-weet-leer-en

verbeterbeweging’ in praktijk en beleid. Met als

uitgangspunt: weten én doen wat werkt.

Dat het kennisbestand wordt gewaardeerd blijkt onder

andere uit de meer dan 1.7 miljoen bezoeken aan onze

website (www.nji.nl) in 2014. Daarnaast hebben we heel

veel gedaan aan het versterken van de interactie tussen

kennis en praktijk rond transitie- en transformatie-

vraagstukken door middel van ons Kennisnet Jeugd

(www.kennisnetjeugd.nl). Hierop zijn inmiddels meer

dan 20 digitale werkgroepen over diverse onderwerpen

geopend en actief.

Tot slot. We willen – samen met onze partners en

stakeholders – bouwen aan een beter functionerend

jeugdstelsel én een optimaal functionerende

kennisinfrastructuur. Nu de transitie heeft plaats-

gevonden, komt het erop aan in de komende jaren

ook daadwerkelijk een transformatie, een duurzame

verbetering, te bewerkstelligen. We hebben daarvoor

in 2014 belangrijke stappen gezet. We hopen dat dit

jaarverslag daarvan getuigt en motiveert om samen

aan deze verbetering verder te bouwen.

Drs. Kees BakkerVoorzitter Raad van Bestuur

3Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord 3

Page 6: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie4

Page 7: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie

In 2014 werkten gemeenten toe naar de transitie. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde die overgang van jeugdhulp en zorg naar regio’s en gemeenten. Maar we zetten vooral in op een inhoudelijke verbetering van het jeugdstelsel: de transformatie.

Transitie en transformatie1

1 januari 2015 was voor gemeenten een mijlpaal. Op die

datum werden ze volgens de wet bestuurlijk en financieel

verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en de uitvoering van

kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. In

de jaren ervoor is hard gewerkt om deze transitie goed voor

te bereiden en optimaal te laten verlopen. Geen sinecure,

want deze overheveling van taken en verantwoordelijkheden

gingen gepaard met flinke bezuinigingen. Het Nederlands

Jeugdinstituut ondersteunde dit proces ook in 2014. Dat

deden we door kennis te delen en professionals en gemeenten

te adviseren en te begeleiden. Tegelijkertijd hielpen wij een

duurzame inhoudelijke verandering van het jeugdstelsel

– de transformatie – in gang te zetten. We trokken daarbij

eveneens samen op met gemeenten, professionals en

aanbieders van jeugdhulp- en opvoed ondersteuning en

diverse andere relevante kennisinstituten.

Denktank Transformatie JeugdstelselIn de jaren voor de transitie werd her en der in Nederland

druk geëxperimenteerd met de herinrichting van het stelsel of

werden hiervoor plannen ontwikkeld. Niet altijd was daarbij

sprake van samenhang. Niet altijd ook wisten gemeenten van

elkaar welke ideeën, plannen of projecten ze hadden. Kortom:

een gemeenschappelijk kader of integrale aanpak voor de

transformatie ontbrak. Ook bleek er behoefte aan meer

mogelijkheden en ruimte om van elkaars ervaringen te leren

en beschikbare kennis te delen met anderen.

In 2013 is daarom op initiatief van het Nederlands

Jeugdinstituut gestart met een Denktank Transformatie Jeugdstelsel, in de wandelgangen ook wel T-tank of

Transformatie-denktank genoemd. Hierin denken

vernieuwingsgezinde bestuurders van deelsectoren, branches

en gemeenten onder leiding van oud-politicus Job Cohen

mee over de thema’s en onderwerpen die richting kunnen

geven aan een transformatie-agenda en de aanpak van de

transformatie in de regio’s en gemeenten. Het doel van de

Denktank Transformatie Jeugdstelsel is om te komen tot

een duurzaam maatschappelijk resultaat. Om dat doel te

bereiken heeft de denktank zichzelf tot taak gesteld om

gemeenschappelijke ambities te formuleren binnen een

proces van kenniscoproductie of co-creatie.

Beter met minderIn 2014 kwam de denktank diverse malen bijeen. Daar

rolde onder meer een invloedrijk visiedocument uit: Beter

met minder. Bouwstenen voor de transformatie van het

jeugdstelsel. Hierin staan bouwstenen waarmee – op

nationaal niveau – een succesvol nieuw jeugdstelsel gebouwd

kan worden. Ofwel: in dit document worden de belangrijkste

elementen geformuleerd waarmee een beter functionerend

jeugdstelsel op poten kan worden gezet met minder

financiële middelen.

In diverse gemeenten werd al enthousiast aan de slag gegaan

met de transformatie. Om die inspirerende praktijk voor-

beelden te delen met een breder publiek werd in 2014 de

hand gelegd aan een reeks Capita Selecta met de titel

Samen om het kind. Het eerste deel in deze reeks – over

het versterken van de basisvoorzieningen in de praktijk –

verscheen eind 2014.

Kennis- en ondersteuningsvragen gemeentenNiet elke gemeente heeft een overstijgende blik en ziet wat

er aan de andere kant van Nederland gebeurt op jeugd(zorg)

gebied. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft die over-

koepelen de blik wel. Naast het verwerven en actief ophalen

van kennis uit de landelijke praktijk, deden we ditzelfde in

2014 meer dan ooit in regio’s en gemeenten. Er was vrucht-

baar overleg met het gemeentelijke veld: de VNG, G32 en G4.

5

Page 8: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie

We werkten nauw samen met gemeenten om bruikbare

informatie over de transformatie op te halen en beschikbaar

te maken voor anderen. In 2014 startten we met het concept

van de Transformatie-makelaar, ofwel T-makelaar. Dit

zijn deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut die als

een soort accountmanager een langdurige relatie opbouwen

met een geselecteerde groep gemeenten en regio’s. De

T-makelaars ondersteunen en inspireren gemeenten op het

gebied van de transformatie, ze halen vragen op om zo een

beter inzicht te krijgen in de vragen die er in de lokale

praktijk leven. Zo komen ze samen met gemeenten en

andere relevante organisaties tot een kennis co-creatie:

een gezamenlijke kennisopbouw. In 2014 zijn drie van deze

T-makelaars contacten aangegaan met een aantal

gemeenten, zoals Amsterdam, Utrecht en Eindhoven.

In die laatste stad was het Nederlands Jeugdinstituut nauw

betrokken bij de inhoudelijke invulling van de kick-off van de

regionale transformatieagenda op 3 november 2014.

Op deze dag kwamen onder andere vertegenwoordigers van

zorginstellingen, gemeenten, cliënten en onderwijs bijeen

voor een inspirerende en constructieve bijeenkomst over de

transformatie van de jeugdzorg in de regio Zuidoost Brabant.

Centraal stond de vraag ‘Waar willen we als regio de

komende tijd werk van maken als het om het transformeren

van het jeugdstelsel gaat?’ Deskundigen van het Nederlands

Jeugdinstituut gaven input op deze dag waar circa

80 deelnemers aanwezig waren. De bouwstenen uit het

rapport Beter met minder dienden hierbij als basis.

WijkteamsIn de aanloop naar de decentralisatie zijn er in 2014 overal in

Nederland wijkteams gevormd of waren er voorbereidingen

daartoe. Wijkteams zijn multidisciplinaire teams,

samengesteld uit professionals afkomstig van verschillende

organisaties en disciplines. Zij werken samen in een

wijkteam om een integrale aanpak te realiseren en over de

schotten van organisaties heen te werken. Op 3 maart 2014

ging ons dossier Wijkteams online, een stevig dossier met

informatie over wat nu wijkteams eigenlijk zijn, wat het beste

werkt in de invulling en inrichting ervan, en hoe wijkteams

samen kunnen werken met bijvoorbeeld het onderwijs. Op

onze site www.kennisnetjeugd.nl werd de werkgroep Wijkteams met 6.317 bezoekers zeer goed bezocht. In deze

werkgroep wordt kennis over en ervaring met het werken in

wijkteams uitgewisseld. In mei, juni en juli stond een aantal

specifieke vragen over wijkteams centraal, waaronder: Wat

zijn ondersteuningsvragen van de basisvoorzieningen? En:

Over welke competenties moeten professionals in een

wijkteam jeugd en gezin beschikken? De werkgroep heeft

meer dan 200 deelnemers.

Diverse nieuwe wijkteams maakten zich in 2014 klaar om de

nieuwe werkwijze te omarmen. Dat ging niet van de ene op

de andere dag. In samenwerking met de Generalist.nl

trainden deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut

professionals in negen sociale wijkteams in Enschede.

Het scholingsaanbod was gericht op het leren werken volgens

de nieuwe werkwijze voor de wijkcoach. Hierbij stonden het

maken van een cultuuromslag, het vormen van een teamgevoel

en procesafspraken over de manier van werken centraal.

Andere belangrijke modules in deze training waren het

uitbreiden van kennis en vaardigheden rond het Hoe van

Eigen kracht en rond het versterken van sociale netwerken

in de wijk.

Verder bereidden we ons in 2014 voor op de nieuwe

Academische Werkplaats Transformatie Jeugd in Utrecht,

die in de loop van 2015 wordt opgericht. Gemeente,

wijkteams, zorgaanbieders, de Universiteit Utrecht en

kennisinstituten als het Trimbos-instituut en het Verwey-

Jonker Instituut werken hierin met ons samen. De

Werkplaats is gericht op de ontwikkeling van wijkteams

jeugd en gezin.

Bijeenkomsten…In 2014 werden nog veel meer bijeenkomsten georganiseerd

om ervaring en kennis van deskundigen, professionals maar

ook gemeenten te delen. In de Jeugdwet is geregeld dat

gemeenten ook de toegang tot de jeugdhulp moeten

organiseren. Voorheen werd dit op provinciaal niveau

gedaan door de Bureaus Jeugdzorg. Er leefden veel vragen

van gemeenten rondom die toegang. Over de organisatie

ervan, maar ook over de manieren waarop je nu kinderen en

gezinnen met hulpvragen het beste bereikt. Gemeenten doen

dit allemaal anders, zo blijkt. De een heeft een centraal

telefoonnummer, de ander een getrapte ingang via een

Centrum voor Jeugd en Gezin of het sociale wijkteam.

Rondom die vragen organiseerde het Nederlands

Jeugdinstuut in 2014 een aantal learn and share bijeen-komsten, om vragen op te halen, maar bovenal om de

uitwisseling van kennis en ervaring tussen gemeenten

op gang te brengen. Op deze bijeenkomsten werd samen

gekeken naar de oplossingen die diverse gemeenten

gevonden hebben en of andere gemeenten wat aan die

oplossingen hebben. Dit gebeurde overigens ook virtueel

via ons Kennisnet Jeugd. We deden dit allemaal in opdracht

van het Transitiebureau en samen met de VNG.

We schreven in 2014 tevens de factsheet Toegang tot jeugdhulp rondom dit thema. Deze factsheet gaat onder

meer in op de inrichtingsvereisten, het wettelijk kader alsook

de uitvoeringsaspecten, het professioneel kader en invulling

van de kwaliteit van de uitvoering.

6

Page 9: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie

…en conferentiesIn 2014 waren we actief betrokken bij diverse evenementen,

(expert)meetings, conferenties en festivals.

‘Transformeren doe je samen’ was het motto van het congres dat het Nederlands Jeugdinstituut op 16 juni organiseerde samen met tien brancheorganisaties, vijf andere kennisorganisaties, het stedennetwerk G32, de VNG en zeven cliëntenorganisaties en -fora. Tijdens dit congres, dat 532 bezoekers trok, stond de vraag

centraal hoe de betrokken partijen samen de beoogde

transformaties van maatschappelijke ondersteuning,

passend onderwijs en jeugdhulp zo kunnen vormgeven dat

de burger effectievere zorg krijgt met minder bureaucratie

en tegen lagere kosten. Tijdens dit congres werden tevens

de Nationale Jeugdzorg Prijzen 2014 uitgereikt.

In 2012 werd het Transitiebureau opgericht. Doel was om de

transitie en transformatie in goede banen te leiden. Aan dit

samenwerkingsverband namen de ministeries van

Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS), Veiligheid en

Justitie (VJ) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

(VNG) deel. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt en

werkt nauw samen met dit verband, dat inmiddels in de

wandelgangen de naam T-bureau heeft gekregen.

In 2014 organiseerden we in opdracht van het T-bureau

onder meer de Voor de Jeugd Dag op 27 oktober, waarop

de transformatie van het jeugdstelsel centraal stond. Het

Nederlands Jeugdinstituut nam ook de projectleiding voor

zijn rekening. Circa 1.350 mensen namen aan de dag deel.

Ze gaven de dag gemiddeld een 8,4. De organisatie deden

we samen met het congresbureau van de VNG.

Op de dag zelf vonden circa 90 workshops en sessies plaats.

Deskundigen van ons instituut verzorgden het internationale

paviljoen alsook tal van workshops, waaronder de workshop rond het Familiegroepsplan. Ouders of gezinnen moeten

de mogelijkheid hebben om samen met familie, vrienden en

anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren

een familiegroepsplan op te stellen, zo is in de Jeugdwet

vastgelegd. Dit familiegroepsplan, dat het hulpverlenings-

plan of een onderdeel daarvan kan zijn, helpt om ouders en

jeugdigen zoveel mogelijk zelf de regie te laten houden

wanneer er sprake is van problemen. In de workshop

wisselden deelnemers ervaringen met dit familiegroepsplan

uit. Met input van de deelnemers van de workshop verscheen

niet lang daarna in opdracht van het Transitiebureau de

factsheet Familiegroepsplan.

Websites en dossierswww.voordejeugd.nl is een site die speciaal in het leven is

geroepen om informatie te geven over de stelselwijziging. De

site is een initiatief van de ministeries van VWS, VenJ en de

VNG en is bedoeld voor iedereen die professioneel is

betrokken bij de uitvoering van de stelselwijziging jeugd.

Evenals het jaar ervoor leverde het Nederlands Jeugdinstituut

in 2014 belangrijke bijdragen aan deze website.

Bovengenoemde factsheet Familiegroepsplan bijvoorbeeld

was vanaf november 2014 van de site te downloaden. Sinds

een paar jaar kunnen professionals en beleids medewerkers

die betrokken zijn bij de transitie en transformatie van het

jeugdstelsel elkaar ontmoeten, hun kennis delen en vragen

stellen en beantwoorden op ons eigen interactieve digitale platform Kennisnet Jeugd. Eind 2013 telde dit platform

meer dan 1.500 deelnemers. Eind 2014 waren dat er al meer

dan 3.583. Het totaal aantal bezoeken in 2014 lag zelfs op

137.770.

En er werden in 2014 weer diverse webdossiers online gezet.

Het dossier Transitie jeugdzorg, waarin alle ins en

outs over zowel de decentralisering als de inhoudelijke

transformatie van het jeugdstelsel staan, was bijzonder

populair bij de bezoekers van onze website www.nji.nl.

Het dossier werd in 2014 maar liefst 78.831 keer bezocht.

Over de grensEén van de doelstellingen van de transformatie is meer juiste

zorg bieden maar wel waar mogelijk met minder kosten. Dat

betekent onder meer dat er een balans gevonden moet worden

tussen onnodig medicaliseren en het geven van juist te weinig

medicijnen en zorg. Eind mei organiseerde het Nederlands

Jeugdinstituut in Den Haag een International expert meeting

on demedicalising childhood disorders. Daar werden veel

buitenlandse ervaringen gedeeld. De deelnemers waren het

erover eens: een integrale benadering is cruciaal voor het

proces van demedicalisering. Het land dat toch wel het

meest inspirerend leek voor onze Nederlandse praktijk, was

wederom Denemarken. Daar is bijvoorbeeld een nationaal

integraal actieplan adhd gelanceerd, waarbij ook gekeken

werd naar interventies zonder medicatie ondersteuning.

Op 1 en 2 september 2014 brachten staatssecretaris Martin

van Rijn (hoofd van de delegatie), minister Ronald Plasterk

en staatssecretaris Fred Teeven, Kinderombudsman Marc

Dullaert en VNG directieraad voorzitter Jantine Kriens een

werkbezoek aan Denemarken in het kader van de

decentralisatie van de jeugdhulp. Denemarken is al een eind

op weg als het gaat om deze decentralisatie. En dat heeft als

resultaat dat er minder uithuisplaatsingen zijn. Wat tijdens

het bezoek vooral een eyeopener was, zo bleek, is het feit dat

de diverse Deense partners in het jeugdstelsel het school-

perspectief van kinderen centraal stellen. Visie op zorg voor

kinderen wordt in Denemarken genomen vanuit de

inclusiegedachte en de nadruk ligt op het welbevinden van

kinderen. Daarbij wordt er veel aandacht besteed aan de

continuering van de schoolloopbaan.

7

Page 10: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn8

Page 11: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn

Een sterke basis en eerste lijn

2Voor een optimale ontwikkeling van elk kind is een sterke pedagogische basis cruciaal. Maar ouders voeden nooit alleen op. Ook de omgeving van een kind participeert in de opvoeding. Daarom zien we graag sterke basisvoorzieningen in het jeugdstelsel: de school, de kinderdag opvang en het kinder- en jongerenwerk. In 2014 ondersteunden we die versterking vooral binnen het proces van de transformatie. In de aanloop naar de decentralisatie ontwikkelden wij in 2014 tevens kennis over inrichtingsvraagstukken van de eerstelijns jeugdhulp. Bijvoorbeeld over hoe de wijkteams het beste gevormd kunnen worden.

Elk kind, in welke opvoedomgeving ook, moet de kans

krijgen zijn talenten te ontwikkelen. Wij vinden dan ook

dat professionals en medeopvoeders niet uit moeten gaan

van problemen, maar van wat kinderen wél kunnen. Om

kinderen en jongeren de kans te geven op een optimale

talentontwikkeling, moeten er sterke basisvoorzieningen

zijn. Ook in 2014 heeft het Nederlands Jeugdinstituut

geïnvesteerd in de versterking van deze ‘basis’.

Triple P bij scheidingenDie basis begint bij de ouders, zij zijn de eersten die opvoeden.

Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt al jaren de

invoering en (door)ontwikkeling van het opvoed programma

Triple P Dit programma draagt bij aan het versterken van de

basisvoorzieningen en het normaliseren van opvoedvragen,

maar is ook te gebruiken bij ernstigere problemen of ter

preventie hiervan. Triple P kan immers op verschillende

niveaus gebruikt worden: het ondersteunt ouders die lichte

opvoedingsproblemen hebben, maar is ook inzetbaar in de

zwaardere jeugdzorg. Daarnaast is er een Triple P variant die

specifiek gericht is op kinderen van gescheiden ouders. Ieder

jaar krijgen ongeveer 70.000 kinderen te maken met een

scheiding. De conflicten, stress en communicatieproblemen

die hiermee helaas vaak gepaard gaan, kunnen een grote

impact hebben op hun ontwikkeling. Het opvoed-programma Triple P Family Transitions ondersteunt

scheidende ouders bij de overgang naar de nieuwe situatie.

In opdracht van het Nederlands Jeugdinstituut voerde het

Trimbos-instituut tussen 2012 en 2014 een pilotstudie uit

naar de ervaringen van professionals en ouders met Triple P

Family Transitions. In de pilot werden de positie en

aansluiting van Family Transitions binnen het huidige

aanbod van cursussen rond echtscheiding onderzocht,

evenals de werving en tevredenheid van ouders. De

bevindingen uit dit onderzoek zagen in 2014 het licht.

De tevredenheid van de ouders over Triple P Family

Transitions was groot, zo bleek: 90% van de ouders gaven

de hulp die ze ontvingen een 5 of hoger op een 7-puntsschaal.

Terwijl ouders en professionals in de praktijk wel overwegend

positief waren over Triple P, was er in 2014 ook kritiek.

Het opvoedingsprogramma zou niet bewezen effectief zijn,

zo vonden diverse wetenschappers. Het Nederlands

Jeugdinstituut nam die kritiek serieus. In 2014 vond er

een discussiebijeenkomst over de effectiviteit van Triple P

plaats, die we organiseerden in samenwerking met ZonMw.

Het was de start van een diepgaander debat dat we in 2015

willen voeren over deze materie.

Kansrijk ImplementerenVanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor

de aankoop en invoering van opvoedprogramma’s als

Triple P. Zo’n multi-level programma kan alleen succesvol

zijn als de invoering ervan effectief is. Daarom voerde het

Nederlands Jeugdinstituut samen met het Trimbos-instituut

in de periode 2011-2013 het project Kansrijk Implemen-teren uit. Dit samenwerkingsproject werd mede mogelijk

gemaakt door ZonMw.

Het project bestond uit twee fases. Ten eerste ontwikkelden

we een landelijk implementatiemodel voor de invoering van

een multi-level programma als Triple P In de tweede fase

onderzocht het Trimbos-instituut hoe het programma Triple P

9

Page 12: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn

geïmplementeerd is in de praktijk en of de stappen van

bovengenoemd implementatiemodel bijdragen aan succesvol

implementeren. Op basis van de bevindingen uit onder meer

dit onderzoek werd het model steeds verder aangepast en

verfijnd.

Steun aan aanstaande oudersIn het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg) zijn

gemeenten sinds 2012 verantwoordelijk voor prenatale

voorlichting aan aanstaande ouders. Gemeenten geven deze

voorlichting vaak in de vorm van online informatie via een

gemeentelijke website. Sinds 1 januari hebben gemeenten

tevens een regierol als het gaat om opvoedingsondersteuning.

Niet per se omdat ouders problemen in de opvoeding onder-

vinden, maar omdat ze veelal normale opvoedvragen hebben.

Niet altijd zijn ouders gemakkelijk te bereiken. De

gemeentelijke regierol in prenatale voorlichting is een kans

om ouders op positieve manier te binden aan lokale

voorzieningen en hen contacten te laten leggen met andere

vaders en moeders. In opdracht van de directie Jeugd van het

ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef

het Nederlands Jeugdinstituut in 2014 een visiedocument

voor gemeenten met de titel Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding. Het document

biedt gemeenten handreikingen bij het invullen van een

ondersteuningsaanbod voor aanstaande ouders. Voor het

document werd gebruik gemaakt van de ervaringen en ideeën

van leden van de online werkgroep ‘Opvoedsteun aanstaande

ouders’ op www.kennisnetjeugd.nl.

Positieve ontwikkeling jeugd De transformatie van het jeugdstelsel is erop gericht dat

kinderen zo goed mogelijk kunnen meedoen en gezond en

veilig kunnen opgroeien in hun eigen omgeving met steun

van ouders en medeopvoeders. Om dat te realiseren is meer

aandacht nodig voor beschermende factoren die de positieve

ontwikkeling van kinderen en jongeren bevorderen.

In 2013 omschreven we een Top 10 van beschermende factoren die bijdragen aan een positieve ontwikkeling van

kinderen en jongeren. Op het congres Jeugd in Onderzoek in maart 2014 werden de Top 10 van

beschermende factoren in een goed bezochte workshop

besproken. En in september 2014 organiseerden we samen

met expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding

JSO een bijeenkomst voor gemeenten over de inzet van de

Top 10 bij het jeugdbeleid.

In dit jaar voerden we bovendien een vervolgstudie uit,

waarbij we werkzame elementen en interventies die gericht

zijn op de positieve ontwikkeling van jeugd onder de loep

namen. De bevindingen uit deze studie die de titel Wat werkt bij het bevorderen van een positieve ontwikkeling van jeugdigen? kreeg, werden neergepend

in een publicatie. Die publicatie was bedoeld voor diverse

voorzieningen. Voor gemeenten hebben we hiervan een

samenvatting gemaakt: Wat werkt bij het bevorderen van een positieve ontwikkeling? De top tien beschermende factoren en handvatten voor jeugdbeleid: samenvatting. Hiermee wilden we

gemeenten stimuleren om werkzame elementen en effectieve

interventies te integreren in het jeugdbeleid. De publicatie is

onder andere op het congres Transformeren doe je samen in

juni onder gemeenten verspreid.

Mediaopvoeding Zowel ouders en verzorgers, als professionals in de

opvoedingsondersteuning worden dagelijks geconfronteerd

met vraagstukken rond het gebruik van media door kinderen

en jongeren. De behoefte aan gefundeerde antwoorden

hierover is de laatste jaren sterk toegenomen. Met subsidie

van het ministerie van VWS begonnen we in 2014 met een

project mediaopvoeding. Doel hiervan is om inzicht te

krijgen in het huidige aanbod van producten, materialen en

diensten voor professionals; wat is er, wat is de waarde ervan,

en wat ontbreekt er? Tevens ontwikkelden we materialen,

producten en diensten waar professionals mee vooruit

kunnen in hun werk als ondersteuner bij de opvoeding.

Kennis vergaren en delenHet Nederlands Jeugdinstituut organiseert regelmatig

kenniskringen over verschillende onderwerpen. Een

kenniskring bestaat uit beroepskrachten, beleidsmakers,

adviseurs en onderzoekers die hun kennis delen en expliciet

omschrijven. Wetenschappelijke inzichten nemen zij hierin

mee. In 2014 waren er twee bijeenkomsten van de

Kenniskring Doorgaande ontwikkellijn: noodzaak of nonsense? Onder de term ‘doorgaande ontwikkellijn’

kan veel geschaard worden. In feite is het een container

begrip. Vanuit wetenschap, beleid, praktijk en advies zaten

“ In opdracht van de directie Jeugd van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef het Nederlands Jeugd­instituut in 2014 een visiedocument voor gemeenten met de titel Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.”

10

Page 13: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn

in 2014 diverse professionals met elkaar om tafel om het

fenomeen doorgaande ontwikkellijn voor de groep 0-12 jaar,

aan een nadere verkenning te onderwerpen. In een aantal

bijeenkomsten buigen zij zich over vraagstukken zoals: wat is

een passende definitie voor ‘doorgaande ontwikkellijn’? Ook

dit onderwerp raakt nauw aan de transformatie. Immers, om

de transformatiedoelen te bereiken is het van belang dat de

kwaliteit van de basisvoorzieningen en de doorgaande lijn

tussen kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs

goed op orde is.

Sterke kinderopvangNaast thuis en op school worden kinderen ook op kinder-

dagverblijven opgevoed. Het is zaak dat de pedagogische

begeleiders kwaliteit leveren en dat de dagverblijven

optimaal zijn ingericht. Inspecteurs kinderopvang van de

GGD observeren pedagogische begeleiders in de praktijk en

kijken of zij voldoen aan pedagogische basiscriteria als het

waarborgen van emotionele veiligheid en het bieden van

mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van

persoonlijke competentie. In opdracht van GGD GHOR

Nederland ontwikkelde het Nederlands Jeugdinstituut in

2011 een instrument dat inspecteurs kan helpen om de

pedagogische praktijk van kindercentra en peuterspeelzalen

te beoordelen als zij een kinderopvanglocatie bezoeken. Het

Veldinstrument observatie pedagogische praktijk is

in de jaren erna wetenschappelijk getoetst en vervolgens in

2014 door onze deskundigen aangepast op basis van de

adviezen uit dat onderzoek. Deze nieuwe versie is sinds

1 januari 2015 in gebruik door inspecteurs en voor het eerst

openbaar.

Alert4youDe daadwerkelijke transformatie vindt plaats op de

werkvloer. Het Nederlands Jeugdinstituut voert diverse

programma’s uit die laten zien dat de inhoudelijke

verandering van het jeugdstelsel succesvol kan zijn zeker

als het gaat om het ‘naar voren halen’ van specialistische

jeugdhulp. Zo ‘doen’ we al jaren de uitvoering en monitoring

van het programma Alert4you, een programma voor

pedagogische medewerkers in de kinderopvang met als doel

om via vroegsignalering, goede ondersteuning en adequate

doorverwijzing kinderen met problemen of opvallend

gedrag sneller te helpen. Alert4you is gericht op een betere

samenwerking tussen kinderopvang en experts in de

instellingen voor Jeugd & Opvoedhulp. Professionals uit die

instellingen worden bij het programma ingezet als coach

voor pedagogisch medewerkers, als sparringpartner voor

stafmedewerkers, als trainer of als collega. Het programma

startte in 2007 met drie pilots. In 2014 hadden rond de

duizend samenwerkingsverbanden in meer dan 80 gemeenten

het programma omarmd. Er waren in datzelfde jaar diverse

publicaties en bijeenkomsten rondom Alert4you. Van 2009

tot 2013 deed het Nederlands Jeugdinstituut onderzoek naar

de werkzame factoren van Alert4you. In 2014 verscheen een

publicatie met de belangrijkste resultaten van dit onderzoek.

Het kreeg de titel Ken de praktijk. Onderzoek naar Alert4you 2009-2013.

Voorheen werd de kennis- en praktijkontwikkeling van

Alert4you gedaan door Het Kinderopvangfonds. Eind maart

2014 werden deze taken overgedragen aan het Nederlands

Jeugdinstituut. Dit gebeurde tijdens een feestelijke

bijeenkomst in Amsterdam. Het Nederlands Jeugdinstituut

blijft de platformbijeenkomsten organiseren en de website

www.alert4you.nl bijhouden.

Wijkteams en Alert4youOp 11 juli 2014 organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut

een landelijke bijeenkomst met ambassadeurs en project-

leiders waarin het vooral ging over de relatie tussen

wijkteams en Alert4you. Tevens vond de voorbereiding

plaats van een tweede bijeenkomst die op 26 januari 2015

gepland stond. Met deze bijeenkomsten wil het Nederlands

Jeugdinstituut onder andere kennis verzamelen, verrijken,

valideren en verspreiden over Alert4you en de inpassing van

dit programma in het nieuwe jeugdstelsel.

Daarnaast verzorgde het Nederlands Jeugdinstituut samen

met Het Kinderopvangfonds een workshop Zorgsamen-werking in opvang en onderwijs tijdens het congres

Transformeren doe je samen, dat op 16 juni 2014 plaatsvond.

De workshop draaide om de succesfactoren van het landelijke

ontwikkeltraject Alert4you.

Op de Voor de Jeugd Dag in oktober presenteerden wij

het voorbeeld van regionale samenwerking kinderopvang-

onderwijs-jeugdzorg uit Almere in het programmaonderdeel

‘Gluren bij de buren’. Onder de noemer Sterk in de klas

werken de gemeente Almere, onderwijs en zorgaanbieders

nadrukkelijk samen bij de invoering van passend onderwijs

en de transitie jeugdzorg. Het uitgangspunt daarbij is 1 gezin,

1 plan, 1 aanpak, ook op school.

PACT Inmiddels is Het Kinderopvangfonds met diverse partners

gestart met een nieuw landelijk initiatief: PACT. Dit

initiatief borduurt voort op eerdere projecten als Alert4You,

maar gaat verder dan alleen de kinderopvang. Met PACT

wil Het Kinderopvangfonds een verbond (pact) stimuleren

tussen de drie sectoren waar kinderen tot zes jaar mee te

maken hebben: onderwijs, kinderopvang en zorg. Deze drie

sectoren functioneren regelmatig als eilandjes op zich. PACT

investeert in de pedagogische omgeving van jonge kinderen

door de kwaliteit van pedagogische professionals in deze drie

sectoren te versterken en samenwerking te ondersteunen.

11

Page 14: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn

In 2014 is een wetenschapsteam gevormd waarin diverse

wetenschappers en voorlopers uit de praktijk (zoals Het

Talent uit Lent) samen aan de kwaliteit van professionals

rond het jonge kind werken. Vanuit het Nederlands

Jeugdinstituut is Tom van Yperen aan dit team verbonden.

In 2015 zal PACT aan de slag met een aantal proeftuinen in

diverse scholen en kinderopvangcentra die voorlopen en

innovatief werken in de praktijk.

Zorgintensieve kinderenEen kleine groep ouders in Nederland heeft een kind dat veel

zorg vereist, omdat het (ernstige) lichamelijke of

verstandelijke beperkingen heeft, een chronische of

langdurige ziekte of een psychiatrische stoornis. Het

Nederlands Jeugdinstituut deed in 2014 onderzoek naar de

draaglast van deze ouders – in feite mantelzorgers – door

middel van een Quickscan naar de ondersteunings-behoefte van zorgintensieve gezinnen. Hieruit bleek

dat intensieve zorg voor een kind enorme impact op het hele

gezin heeft. Ruim de helft van de 100 ondervraagde ouders

constateert dat de andere kinderen in hun gezin onvoldoende

aan bod komen. 78% van de ouders is minder gaan werken en

60% raakt zelfs overwerkt of komt in een burn-out terecht.

De uitkomsten kregen veel media aandacht. Ze haalden

onder meer de voorpagina van dagblad Trouw.

Het ondersteunen van deze mantelzorgers is een wettelijke

taak van gemeenten. In het visiedocument dat de Quickscan

begeleidde geeft het Nederlands Jeugdinstituut concrete

handvatten om deze taak goed uit te voeren en zoveel

mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van

zorgintensieve gezinnen.

Jongerenwerk in een transformerend stelselHet belang van jongerenwerk voor alle jongeren, niet alleen

voor jongeren die problemen hebben, wordt algemeen

erkend. Toch is er nog veel onduidelijk over de positie van

het jongerenwerk in een transformerend stelsel. Het

Nederlands Jeugdinstituut organiseerde in 2014 twee

goedbezochte bijeenkomsten in Zwolle en Tilburg over

de rol en de toegevoegde waarde van het jeugd- en jongerenwerk in het nieuwe jeugdbeleid.

We deden dit in samenwerking met de brancheorganisatie

voor welzijnsinstellingen, de MOgroep. Aan de bijeen-

komsten namen beleidsambtenaren en managers deel, maar

ook stafmedewerkers en jongerenwerkers van welzijns- en

jongerenwerkorganisaties.

De kennis die uit deze bijeenkomsten naar voren kwam is

door het Nederlands Jeugdinstituut samen met al aanwezige

kennis uit theorie en praktijk verwerkt in een conceptnotitie

voor gemeenten. De thema’s van de notitie werden vervolgens

voorgelegd aan zo’n dertig beleidsambtenaren en managers,

stafmedewerkers, jongerenwerkers van welzijns- en

jongerenwerkorganisaties, de BV Jong, Verdiwel en het

lectoraat jongerenwerk.

Dit gebeurde tijdens de Slotdag van de InterCity Youth Conference op 11 november 2014 in Den Bosch. Op die

dag organiseerde de gemeente ‘s-Hertogenbosch in samen-

werking met het Nederlands Jeugdinstituut een speciaal

programma over de toekomst van het jongerenwerk in het

sociaal beleid in Nederland. De dag markeerde het einde van

een driedaagse internationale conferentie waarin

gemeentelijke collega’s en jeugdprofessionals uit circa twintig Europese landen met elkaar in gesprek gingen over

dit onderwerp. De Scandinavische landen gooiden hier

wederom hoge ogen.

We hielden een presentatie over hetzelfde onderwerp op de

Voor de Jeugd Dag in het internationale paviljoen in oktober

samen met jongerenwerkers van ContourdeTwern en

Compass Uden. De positie van het jongerenwerk in het

nieuwe jeugd- en sociale stelsel was bovendien een van de

vragen die beantwoord moest worden aan de visitatie-

commissie jongerenwerk van de gemeente Utrecht. Ook

daar werkte het Nederlands Jeugdinstituut aan mee.

Over de grensAls het gaat om het versterken van de basisvoorzieningen

lopen diverse Scandinavische landen voor op Nederland.

Zo worden in Zweden en Finland groepsbijeenkomsten

georganiseerd voor vaders en moeders over zwangerschap en

geboorte, met veel aandacht voor de emotionele en sociale

aspecten van het krijgen van een kind en de eigen kracht van

ouders. Deze landen gaven onder meer inspiratie voor het

eerder genoemde visiedocument Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.Meer Europa kwam aan de orde in Think Parents! Putting

parents at the heart of parenting support waar het

Nederlands Jeugdinstituut aan mee schreef. In dit

Engelstalige boek dat in 2014 verscheen beschrijven auteurs uit heel Europa hoe ze ouders betrekken bij de opvoedings-

ondersteuning.

Ook met het werken in jeugdwijkteams hebben

Scandinavische landen al langer ervaring. Zij kunnen goede

praktijkvoorbeelden leveren voor Nederland. In 2014

verscheen de publicatie Wat valt te leren van de Scandinavische social worker? De praktijk van gedecentraliseerde jeugdhulp.

Youth in Action Het Nederlands Jeugdinstituut beheert al jaren het

Europees subsidieprogramma Youth in Action, een

12

Page 15: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn

programma waarbij jongeren van 13 tot 30 jaar de kans

krijgen te participeren in buitenlandse samenlevingen door

middel van uitwisselingen, vrijwilligerswerk en andere

internationale projecten. Youth in Action is in 2013

omgedoopt in Erasmus+ dat loopt van 2014 tot en met 2020.

13

Page 16: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp14

Page 17: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp

Per 1 augustus 2014 werd de Wet passend onderwijs van kracht. Doel van de wet is om zoveel mogelijk kinderen – ook kinderen met diverse problemen – een plek te bieden binnen het regulier onderwijs. Om dat voor elkaar te krijgen moeten scholen in de regio nauw samenwerken, met elkaar maar ook met gemeenten en met de wijkteams. Dit vereist kennis, inzicht en het juiste ‘gereedschap’.

(Passend) onderwijs en jeugdhulp

3

Als het gaat om de verbinding onderwijs, zorg en participatie

hebben gemeenten er veel taken bijgekregen. Naast de

transitie van de jeugdhulp naar gemeenten per 1 januari 2015

en de invoering van de Wet passend onderwijs per 1 augustus

2014, waren er ook nog belangrijke andere transities: de

AWBZ-zorg werd gedeeltelijk naar gemeenten overgeheveld.

Bovendien is de gemeente verantwoordelijk geworden voor

de uitvoering van de Participatiewet.

Eén van de hoofdopdrachten voor gemeenten is om al die

verschillende transities in samenhang vorm te geven en op

lokaal en regionaal niveau de verbinding te leggen tussen

onderwijs, zorg en participatie. Dit proces is verre van

gemakkelijk. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde

in 2014 gemeenten en de samenwerkingsverbanden in het

onderwijs om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de

nieuwe taken en in het geval van passend onderwijs, de nieuwe

wettelijke opdracht zo optimaal mogelijk uit te voeren.

Beoordeling anti-pestprogramma’s Er was in 2014 veel te doen over de beoordeling van diverse

anti-pestprogramma’s voor basis- en middelbare scholen.

Het aanbod hierin is groot, maar zijn deze programma’s wel

allemaal bewezen effectief? Om scholen te begeleiden en te

ondersteunen bij het kiezen van een goed anti-pestprogramma

vroeg het ministerie van OCW het Nederlands Jeugdinstituut

in 2013 om een plan te maken voor de beoordeling van deze

anti-pestprogramma’s. Om tot een wetenschappelijk

verantwoorde validatie te komen, stelden we een

onafhankelijke commissie van deskundigen samen: de

Commissie Anti-pestprogramma’s. Daarnaast leidden we het

hele traject van validering; we voerden een onderzoek uit

naar het effect van de anti-pestprogramma’s in de praktijk op

diverse scholen in het primair, voortgezet en speciaal

onderwijs, beoordeelden deze programma’s en legden onze

bevindingen neer in het eindrapport Beoordeling anti-pestprogramma’s. De uitkomsten van ons onderzoek

zorgde voor veel commotie. Nogal wat scholen, zo bleek uit

ons onderzoek, gebruikten anti-pestprogramma’s die niet of

nauwelijks bewezen effectief waren. Er was veel aandacht

voor van de media en politiek.

Passend en dekkend aanbod onderwijs en zorgSoms lukt het leerlingen niet om op school te blijven; omdat

hun gedrag dat niet toelaat bijvoorbeeld. Dan hebben ze –

tijdelijk – passende ondersteuning nodig buiten het reguliere

onderwijs. Om daarna weer terug te kunnen keren.

Samenwerkingsverbanden in het onderwijs kunnen op grond

van de Wet passend onderwijs bovenschoolse ondersteuning

voor dit soort leerlingen organiseren. Sinds 1 augustus

2014 hebben ze daar ook geld voor. Voorbeelden zijn de

reboundvoorziening – tijdelijke opvang voor leerlingen met

een extra ondersteuningsbehoefte - en het orthopedagogisch

didactisch centrum (OPDC) nieuwe stijl, een onderwijs-

voorziening voor leerlingen die door leerproblemen of

persoonlijkheidsproblemen (nog) niet in staat zijn het

onderwijs in een van de leerwegen binnen het reguliere

vmbo met leerwegondersteunend onderwijs succesvol te

doorlopen.

In 2013 deed het Nederlands Jeugdinstituut diverse

aanbevelingen voor de invulling en inrichting van deze

OPDC’s nieuwe stijl. In 2014 verkenden we samen met

het Platform Samenwerkingsverbanden VO en de landelijke

OPDC vereniging diverse samenwerkingsverbanden in het

voortgezet onderwijs. We keken daarbij naar de door-

ontwikkeling van deze OPDC’s nieuwe stijl. We gebruikten

15

Page 18: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp

deze verkenning als basis voor een workshop op de landelijke

conferentie in Lunteren, waar samenwerkingsverbanden uit

het voortgezet onderwijs bijeenkwamen.

Goede praktijkvoorbeelden Sinds begin 2013 heeft het Da Vinci College (DVC) in

Roosendaal een schoolcoach. Deze coach is vijf dagen in de

week aanwezig om leerlingen en docenten te ondersteunen,

vooral daar waar uitval van school dreigt of terugval naar een

lager niveau, bijvoorbeeld van vmbo-kader naar -basisniveau.

De schoolcoach werd ingezet vanuit de instelling voor Jeugd

& Opvoedhulp Juzt. Het Nederlands Jeugdinstituut maakte

een informatieve film van het project en maakte dit openbaar

voor publiek op www.nji.nl. Het is een van de eerste praktijk-

voorbeelden die we gaan belichten in het kader van het meer

actief betrekken van het onderwijs in de samenwerking

tussen opvang en zorg.

ThuiszittersEr is een groep leerlingen die (lange tijd) helemaal niet meer

naar school gaat. Deze ‘thuiszitters’ vormen een moeilijk

bereikbare groep. In september 2014 lanceerde het

Nederlands Jeugdinstituut samen met Samenwerkend

Toezicht Jeugd (het verband van samenwerkende

jeugdinspecties) de website Reikthuiszittersdehand.nl. Deze website biedt beroepskrachten veel achtergrond-

informatie, maar ook praktische informatie over de

problematiek van leerplichtige jongeren die thuis zitten.

De informatie heeft zijn wortels in de praktijk. In 2013

onderzochten de jeugdinspecties namelijk bij drie

samenwerkings verbanden in Zwolle, Nijmegen en Goeree-

Overflakkee hoe problemen van thuiszitters werden opgelost.

Die informatie, inzichten, praktijkvoorbeelden en tips van

jongeren, ouders en beroepskrachten zijn samengebracht in

de website. Wij ondersteunden onder meer bij het onder de

aandacht brengen van de site.

Monitoring De transformatie verloopt optimaal als er ‘integraal en

samenhangend’ wordt gewerkt. Daar lijkt iedereen het wel

over eens. Maar hoe verloopt dit proces in praktijk? Het

Nederland Jeugdinstituut ontwikkelt al jaren monitors

waarmee processen kunnen worden gevolgd en geanalyseerd.

In 2014 werkten we aan de ontwikkeling van de monitor aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp. We

deden dat met drie regio’s (Helmond-Peelland, Oss-Uden-

Veghel en Zuid-Kennemerland). Met de monitor wordt

gekeken hoe effectief de aansluiting passend onderwijs en

jeugdhulp verloopt. Ofwel: de monitor meet op welke

thema’s scholen en gemeenten samenwerken. Zijn er

overlappingen in het gebruik van jeugdhulp en de inzet

van onderwijsondersteuning bijvoorbeeld? En zijn ouders,

hulpverleners en scholen tevreden met de samenwerking?

Al in 2014 lieten 25 samenwerkingsverbanden en 60

gemeenten weten belangstelling te hebben voor de monitor.

In 2014 werd eveneens afgesproken dat diverse landelijke

koepelorganisaties, waaronder de VNG, de Primair

Onderwijsraad (PO-Raad), de Voortgezet Onderwijs raad

(VO-raad) het instrument ‘mee gaan dragen’. Ofwel; de

monitor haakt aan bij andere landelijke ontwikkeltrajecten,

zoals het landelijke dashboard passend onderwijs en de

monitoring van het sociaal domein van gemeenten.

School en wijk verbondenScholen, vooral basisscholen, zijn onlosmakelijk verbonden

met de wijk waarin ze staan. Zeker nu er sinds de transitie

meer nadruk wordt gelegd op wijkteams, waar diverse

professionals de handen inéén slaan om kinderen en

jongeren in de wijk hulp te bieden. In 2014 was het

Nederlands Jeugdinstituut op diverse manieren aan de slag

om die verbinding tussen scholen en de wijk te versterken.

Zo verscheen onder meer de factsheet School en wijk

verbonden, waarin tips staan voor gemeenten en

samenwerkingsverbanden die de verbinding tussen jeugdhulp en het onderwijs willen realiseren in werkbare

structuren en processen, bijvoorbeeld in wijkteams.

Daarnaast ontwikkelden we de ‘metrokaart’, een handige

en aansprekende publicatie waarin metrolijnen synoniem

staan voor de mogelijke routes die tot een beter resultaat wat

betreft de aansluiting tussen school en wijk kunnen leiden.

Het MBO als Wijk Jongeren en adolescenten van 16-27 jaar maken een

ontwikkelfase door die zich onderscheidt van fases op jongere

leeftijd door een groei naar volwassenheid en zelfstandigheid.

Ouders raken in deze fase meer op de achtergrond en zijn

voor sommige jongeren niet (meer) aanwezig. Soms hebben

jongeren in deze leeftijdsgroep zelf al kinderen.

Veelal studeren jongeren in deze leeftijdscategorie, meestal

buiten de eigen wijk. Het organiseren van zorg dichtbij

vraagt daarom om andere oplossingen dan een puur

wijkgerichte aanpak. Waar voor kinderen en jongeren de

“ In 2014 was het Nederlands Jeugdinstituut op diverse manieren aan de slag om de verbinding tussen scholen en de wijk te versterken.”

16

Page 19: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp

buurt en de wijk nog een belangrijk leefmilieu is, is dat voor

studenten in deze leeftijdsfase de opleiding. Functies die

voor kinderen en jongeren in de buurt en de wijk worden

georganiseerd, worden voor 16-27 jarigen op het niveau van

de opleiding aangeboden. Het zorg- en adviesteam op een

mbo-instelling kan bijvoorbeeld worden gezien als een

equivalent van een Centrum voor Jeugd en Gezin in de wijk.

Door het mbo als wijk te zien, kan binnen mbo-instellingen

worden gezocht naar vormen van hulp en ondersteuning die

aansluiten bij de vragen, behoeften en specifieke kenmerken

van studenten in deze leeftijdsfase. Zo kan tevens aangesloten

worden bij de principes van de nieuwe wetgeving. Volgens

die nieuwe wet heeft het mbo immers de taak een stevige

ondersteuningsstructuur neer te zetten voor alle jongeren

met een extra onderwijs- of zorgbehoefte. Om de onder-

steuning te kunnen bieden die nodig is, werkt het mbo nauw

samen met partijen die de ondersteuning (gaan) bieden,

zoals gemeenten en zorgaanbieders.

Onder de noemer het MBO als wijk deed het Nederlands

Jeugdinstituut in 2014 een kortlopend verkennend

onderzoek onder zes mbo-instellingen in Amsterdam,

Utrecht, Zwolle, Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam

gevraagd om deel te nemen. Deze instellingen hebben als

taak om samen met gemeenten een doorgaande schoolloop-

baan met perspectief op werk te bieden met passende

ondersteuning als dat nodig is. Hoe gaat dat in de praktijk?

Wat werkt en wat niet? En wat zijn belangrijke voorwaarden

voor succesvolle samenwerking?

Dit waren de vragen die in interviews aan betrokkenen

werden gesteld. De opbrengst van de interviews verbonden

met wat uit de literatuur en eerder onderzoek bekend is over

effectieve samenwerking en een gezamenlijke aanpak om

onderwijs en (jeugd)hulp te verbinden werden beschreven

in de rapportage MBO als wijk. Verbinden vanuit een ander perspectief. Samen met de VNG en de MBO Raad organiseerde het

Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van het ministerie van

OCW een conferentie op 11 november over de samen werking

tussen het mbo en het gemeentelijk jeugdbeleid.

Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd Een groep kwetsbare jongeren heeft moeite met het behalen

van een startkwalificatie of heeft een grote afstand tot de

arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om uitstromers uit het

speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en mbo-1. Maar

ook jongeren met een beperking, migrantengroepen,

jongeren uit de jeugdzorg en voortijdige schoolverlaters uit

het reguliere onderwijs hebben vaak veel moeite met het

vinden van passend werk. Een samenhangende aanpak van

onderwijs, gemeenten en werkgevers is nodig om deze

jongeren continuïteit in begeleiding en (jeugd)hulp te bieden.

In 2014 voerden we een verkenning uit naar de problematiek

van de arbeidstoeleiding van deze kwetsbare jeugd vanuit het

programma participatie. Dit resulteerde in de notitie Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd; een publicatie

waarin we het begrip kwetsbare jeugd definiëren, de omvang

van de problematiek inventariseren, een overzicht geven van

relevant beleid en na een eerste stand van zaken beschrijven

‘wat werkt’ als het gaat om het toeleiden naar de arbeidsmarkt.

Er verscheen tevens een nieuw dossier over dit thema, het

dossier Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd met daarin

een veelgebruikt paper waarin alle regelingen op dit domein

geordend zijn.

Conferenties & dossiersEr werden in 2014 tal van dossiers toegevoegd op de website

www.nji.nl. Zo maakten we kennis over passend onderwijs

beschikbaar via het nieuwe dossier Passend onderwijs en jeugdhulp. In 2014 werd door ons een startdossier

gemaakt voor de Onderwijsraad met de titel Startdossier kansen en risico’s in de verbinding onderwijs-jeugdbeleid. Een internationale verkenning en Nederlandse reflectie. Hierin geven we een overzicht

van goede buitenlandse en Nederlandse voorbeelden voor

de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. We

analyseerden tevens welke factoren bepalend zijn voor

een succesvolle samenwerking. De Onderwijsraad heeft

dit startdossier gebruikt bij de samenstelling van het

advies ‘Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan’.

In 2014 brachten we bovendien de veel gedownloade

publicatie Wegwijs in de transities van het jeugdstelsel uit. Daarin staat kort de kern van de vijf

transformaties beschreven alsook de doelgroep, de

financiering en wie waarvoor verantwoordelijk is.

Het Nederlands Jeugdinstituut organiseerde in 2014

wederom diverse conferenties, waaronder ‘De kracht van verbinding’, de jaarlijkse conferentie van de

samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs.

We deden dit samen met het Platform SWV VO. Daarnaast

kwam er een conferentie over de verbinding van het

gemeentelijk jeugdbeleid met het mbo, met de titel MBO en gemeentelijk jeugdbeleid: dit werkt! Deze conferentie

organiseerden we samen met de VNG en de MBO Raad. De

transformatie en passend onderwijs waren op beide

conferenties belangrijke thema’s.

Over de grens Ook als het gaat om passend onderwijs en de transitie en

transformatie geeft de Deense praktijk tal van bruikbare

voorbeelden. Het Nederlands Jeugdinstituut beschreef ze

onder meer in de publicatie Deense inspiratie voor de transitie en transformatie van jeugdhulp en passend onderwijs in Nederland, dat in 2014 verscheen.

17

Page 20: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien18

Page 21: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien

In 2014 gebeurde er erg veel rondom de thema’s veiligheid en kindermishandeling. Zo maakten gemeenten en ministeries zich op voor het nieuwe Advies- en meldpunt ‘Veilig Thuis’. Met de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten, gingen bovendien de jeugdbescherming en de jeugdreclassering op de schop. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde deze processen door gedegen kennis te vergaren, te delen en te valideren.

Veilig opgroeien4

Deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut kregen

in 2014 veel vragen, vooral over kindermishandeling,

vechtscheidingen en pesten. Daarbij ging het om

individuele vragen van professionals; ‘Welke instrumenten

zijn bruikbaar naast de meldcode kindermishandeling?’

Maar ook collectieve vragen – van scholen, ministeries

maar ook gemeenten – vonden hun weg veel en vaak naar

ons instituut. Zo wilde het ministerie van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport graag weten hoe vaak bepaalde preventieve

programma’s tegen kinder mishandeling nu in praktijk

worden gebruikt. Al met al beantwoordde onze helpdesk in

2014 ruim 300 vragen.

Veilig ThuisKindermishandeling en huiselijk geweld liggen vaak in

elkaars verlengde. Vanaf 2015 hebben daarom alle gemeenten

een regionaal Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en

Kindermishandeling (AMHK), waarin de functies van de

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) en de

Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) samen zijn gevoegd.

Dit Advies- en Meldpunt kreeg de naam ‘Veilig Thuis’.Om te zorgen dat in 2015 alle burgers en beroepskrachten bij

dat ene punt terecht konden met hun zorgen en vragen over

en meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling,

moest in 2014 veel werk verzet worden. Wij begeleidden dit

proces waar we konden. We werkten hierin veel samen met

de VNG en Movisie. Zo ontwikkelden we in 2014 onder meer

het programma Startdagen Veilig Thuis, een

programma van 4 dagen waarin medewerkers van Veilig

Thuis werken aan een gedeelde visie en expertise op het

gebied van duurzame veiligheid. Tijdens het programma

kunnen de medewerkers zich tevens de nieuwe werkwijze van

Veilig Thuis eigen maken.

Ondersteuning gemeentenOm gemeenten bij hun nieuwe taken te ondersteunen

organiseerden we in 2014 samen met de VNG en Movisie

diverse regioconferenties voor gemeenten over de

integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermis handeling.

En in mei 2014 werd de Monitor Aanpak Kinder mis-handeling gelanceerd. Hiermee kunnen gemeenten hun

eigen beleid ten aanzien van kindermishandeling tegen het

licht houden en hebben ze beschikking over belangrijke

kengetallen rondom kindermishandeling in hun gemeente.

Zo geeft de monitor informatie over het aantal onderzoeken

en adviezen van de Advies- en Meldpunten Kindermis-

handeling, maar ook over het aantal betrokken kinderen bij

kindermishandeling. Voor de ontwikkeling en verspreiding

van de Monitor werkten we samen met de Kinderombuds man,

de Bernard van Leer Foundation en de Taskforce Kindermis-

handeling. Eind 2014 maakten circa 180 gemeenten al

gebruik van de Monitor. Het instrument zal in 2015

uitgebreid worden met het thema huiselijk geweld. In

2014 werden daar de eerste aanzetten toe gedaan.

Seksueel misbruikUit onderzoek van de Commissie Samson uit 2012 blijkt dat

jeugdigen in residentiële instellingen twee keer zo vaak het

slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan thuiswonende

jeugdigen. Veel jeugdigen in instellingen en pleeggezinnen

zijn bovendien voorafgaand aan hun plaatsing al getuige

geweest van ongezonde uitingen van seksualiteit en zijn soms

ook seksueel misbruikt. De commissie meende daarom dat er

een grondige risico-inventarisatie gedaan zou moeten

worden bij de plaatsing van een jeugdige.

De instrumenten voor risico-inventarisatie die er al waren

zoomen echter nauwelijks in op mogelijke risico’s van de

19

Page 22: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien

jeugdigen op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom

vroeg Jeugdzorg Nederland aan het Nederlands Jeugdinstituut

een risicotaxatie-instrument Seksueel Grensover-schrijdend Gedrag te ontwikkelen dat jeugdzorgwerkers

kan helpen het risico op seksueel overschrijdend gedrag in te

schatten. We voerden deze opdracht uit in de periode van

april tot en met augustus. Financiering voor dit project kwam

van het ministerie van VWS.

LHBTi-jongerenIn opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn

en Sport deden we samen met Movisie een onderzoek naar

knelpunten in het signaleren en omgaan met problemen

van LHBTi- jongeren; jongeren die lesbisch, homo, bi of

transgender zijn en jongeren met een intersekse conditie.

Bijna de helft van de professionals die met deze jongeren

werken, ziet niet of nauwelijks dat ze vaak worstelen met

hun gevoelens, zo blijkt daaruit. In de jeugdsector ontbreekt

bovendien gedegen kennis over het onderwerp om de

jongeren goed te kunnen begeleiden en helpen. Het rapport

dat hieruit voortkwam, het rapport Jong en Anders, is

besproken in een Algemeen Overleg Jeugd in de Tweede

Kamer en heeft de aandacht van Jeugdzorg Nederland,

onder andere bij het ontwikkelen van een basismethodiek

in de jeugdzorg. De jeugdzorgorganisaties aangesloten bij

Jeugdzorg Nederland hebben op basis van de aanbevelingen

van het rapport afgesproken in de komende periode te

achterhalen welke jeugdzorgorganisaties het LHBTi-thema

hebben opgepakt of gaan oppakken, zodat kennis ontwikkeling

kan worden gerealiseerd.

De nieuwe jeugdbeschermingMet de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten zijn

ook de jeugdbescherming en de jeugdreclassering op de schop

gegaan. Niet alleen de Bureaus Jeugdzorg, maar ook andere

instellingen kunnen nu jeugdbeschermingsmaatregelen gaan

uitvoeren, als ze maar gecertificeerd zijn. Wat betreft de

vrijwillige hulpverlening kunnen gemeenten sinds 1 januari

2015 zelf kiezen met welke partijen ze in zee gaan.

De belangrijkste inhoudelijke verandering die er in 2014 aan

zat te komen, was wat in jargon de ‘beweging naar voren’

heet van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een

belangrijke reden om het jeugdstelsel aan te passen ging

namelijk over het feit dat veel kinderen vrij snel een

beschermingsmaatregel zoals een ondertoezichtstelling

(OTS) kregen. Als je eerder ingrijpt, is dat in veel gevallen

niet nodig. Een substantieel onderdeel van de transformatie

is daarom het eerder inzetten van deskundigen uit het meer

specialistische veld: jeugdzorginstellingen, jeugdbeschermers

of gezinsvoogden. Als die eerder worden geraadpleegd en

indien nodig ingezet, kan het aantal maatregelen tot een

minimum beperkt worden, zo is de gedachte. In praktijk

komt het erop neer dat professionals uit de basis- of

eerstelijnsvoorzieningen – leerkrachten, medewerkers in

de kinderopvang of het CJG – bij ‘onderbuikgevoelens’ of

aanwijsbare signalen dat de veiligheid van een kind in het

geding is, korte lijnen hebben met jeugdzorginstellingen in

zowel het vrijwillige als gedwongen kader.

In 2014 voerde het Nederlands Jeugdinstituut diverse

opdrachten uit voor het ministerie van Veiligheid en Justitie

op het gebied van deze nieuwe jeugdbescherming.

VliegwielprojectenZo onderzochten we twaalf innoverende initiatieven in de

jeugdbescherming, de zogenaamde ‘vliegwiel’-projecten,

waaronder het programma SAVE in Utrecht, VERVE in

Overijssel, GGW in Amsterdam en Signs of Safety in

Drenthe en Groningen. Uit al die projecten destilleerden

we succesvolle elementen ofwel ‘bouwstenen’, waarmee een

nieuw type jeugdbescherming te vormen is. Uitgangspunt

hierbij was dat kinderen blijvend veilig opgroeien en dat zo

weinig mogelijk jeugdbeschermingsmaatregelen nodig zijn.

We zochten antwoorden op vragen als: wat werkt in de

praktijk goed? En: wat hebben deze projecten voor gemeen-

schappelijke effectieve elementen? We voerden dit onderzoek

uit in samenwerking met adviesbureau BMC. De bevindingen

beschreven we in het rapport Kinderen blijvend veilig,

waarin tal van bouwstenen worden benoemd en beargumen-

teerd voor verbetering van de jeugd bescherming. Het rapport

werd op 27 oktober overhandigd aan staatssecretaris Fred

Teeven en VNG-bestuursvoorzitter Annemarie Jorritsma op

de Voor de Jeugd Dag.

“ Jeugdzorg Nederland vroeg aan het Nederlands Jeugd instituut een risicotaxatie­instrument Seksueel Grensover schrijdend Gedrag te ontwikkelen dat jeugdzorg werkers kan helpen het risico op seksueel overschrijdend gedrag in te schatten.”

20

Page 23: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien

De transformatie en sectoraal samenwerkenTransformeren gaat over inhoudelijk veranderen. Om zo

goed mogelijk antwoord te kunnen geven op vragen van

ouders en kinderen, moeten (veld)partners hun krachten

zoveel mogelijk bundelen. In de transformatie naar een

inhoudelijk nieuw jeugdstelsel is het daarom cruciaal dat

er integraal wordt samengewerkt. Maar zeker ook sectoraal;

tussen de diverse sectoren.

Een goed voorbeeld van dit intersectoraal werken was de

werkconferentie ‘Uit de houdgreep’ die het Nederlands

Jeugdinstituut samen met de Taskforce Kindermishandeling

en Seksueel Misbruik organiseerde op 27 mei. Bij een

echtscheiding die op ‘vechten’ uitloopt en de zorg en hulp

voor kinderen, zijn professionals uit diverse sectoren

betrokken: jeugdzorg, de juridische sector, maar ook de

volwassenzorg, zoals de GGZ of verslavingszorg. In praktijk

zijn deze sectoren – zeker het juridische werkveld en de hulp

en zorgverlening – vaak gescheiden werelden. Maar op de

conferentie kwamen 150 professionals en hun leidinggevenden

vanuit wetenschap, zorg en recht samen in het provinciehuis

van Utrecht. Ze keken hoe we de hulp bij vechtscheidingen

beter kunnen aanpakken en wisselden expertise en ervaring

uit. In tal van workshops werd gepraat over de knelpunten én

de oplossingen daarvoor.

Evenementen In 2014 werden onze medewerkers veelvuldig gevraagd voor

expertmeetings, begeleidingscommissies, presentaties,

workshops en congressen. Van belang was onder meer onze

deelname aan de klankbordgroep van Jeugdzorg Nederland,

die kritisch meedacht en keek naar de nieuwe methodiek-

ontwikkeling complexe scheidingen. In het licht van de

nieuwe jeugdbescherming organiseerde het Nederlands

Jeugdinstituut bovendien in november een conferentie voor

de jeugdreclassering over transformatie en innovatie binnen

de jeugdreclassering met de titel De jeugdreclassering transformeert ook! Dit was wederom een opdracht van

het ministerie van Veiligheid en Justitie. We organiseerden

deze conferentie samen met de Jeugdzorg Nederland, de

William Schrikker Groep (WSG), de Stichting Verslavings-

reclassering GGZ (SVG) en de Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG). Er waren 230 deelnemers.

Het doel van deze conferentie was om met de deelnemers

vanuit gemeenten en toekomstige gecertificeerde instellingen

ervaringen over vernieuwingen in de jeugdreclassering uit te

wisselen en actief stil te staan bij de positie van de jeugd-

reclassering in het nieuwe jeugdstelsel. Ter inspiratie gaf de

Engelse Charlotte Matthews, Senior Practitioner van de

Camden Youth Offending Service een lezing over het Engelse

jeugdrechtsysteem.

21

Page 24: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap22

Page 25: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap

Effectiviteit & Vakmanschap5

De transitie en transformatie slagen pas echt als professionals efficiënt, effectief en met kennis van zaken werken. Dat vraagt om vakmanschap. In 2014 droeg het Nederlands Jeugdinstituut wederom bij aan het versterken van de effectiviteit van interventies en aan de doorontwikkeling en verspreiding van richtlijnen en een kader voor professionalisering in het jeugddomein. We richtten ons hierbij vooral op het aanbod van de eerstelijnshulp en gespecialiseerde jeugdhulp.

Als het gaat om het ondersteunen van kinderen en opvoeders

bij opvoed- en opgroeiproblemen spelen beroepskrachten

een centrale rol. Het Nederlands Jeugdinstituut zet zich in

om de professionaliteit van deze beroepskrachten te

verbeteren. We doen dit door hen instrumenten en methoden

in handen te geven waarmee ze effectief kunnen werken, en

door de programma’s en interventies die ze gebruiken onder

de loep te nemen en te valideren: zijn ze wel evidence based?

Welke elementen uit het aanbod werken wel en welke niet?

In het licht van de transformatie is deze vraag ook van

cruciaal belang voor gemeenten. Willen zij kostenefficiënt

maar tevens duurzaam hun jeugdstelsel inrichten? Dan is het

raadzaam te letten op de kwaliteit van zowel de professional

als het aanbod van jeugdhulp en ondersteuning. Het

Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken

waarin methoden, werkwijzen en interventies op diverse

terreinen zijn opgenomen. Zowel professionals als

gemeenten kunnen die databanken inzien. Samen met

diverse partners beheren we bijvoorbeeld de databank

Effectieve Jeugdinterventies. In 2014 bevatte die

databank 223 programma’s voor hulp bij problemen met

opgroeien en opvoeden. Deze interventies zijn door een

onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld en

erkend als goed onderbouwd of effectief. Overigens haalde

gemiddeld 15% van de afgelopen jaren de databank niet.

Werkzame elementenAl langer is het de vraag of en tot hoeveel interventies we de

databank Effectieve Jeugdinterventies moeten vullen. Is het niet slimmer om de werkzame elementen uit

diverse interventies te destilleren en de programma’s en

interventies die er zijn te bekijken op het hebben van die

elementen? In 2015 gaan we, binnen zes thema’s, kijken

naar de werkzame elementen van de interventies en

programma’s in de databank. Het doel hiervan is om deze

te standaardiseren. We gaan dit doen binnen een consortium

waaraan professionals, maar ook universiteiten en andere

kennisinstituten deel namen. Dit project wordt gefinancierd

door ZonMw. In 2014 startten de voorbereidingen hiervan.

Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg NederlandAl sinds een aantal jaren voert het Nederlands Jeugdinstituut

het projectsecretariaat uit van het Samenwerkingsverband

Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Dit is een interactief

netwerk van 29 praktijkinstellingen in de gespecialiseerde

jeugdzorg en vier onderzoeksbureaus (Nederlands

Jeugdinstituut, PIONN, Praktikon en PI Research). Twee

keer per jaar worden bijeenkomsten – de zogenoemde

effectiviteitsplatforms – georganiseerd waarbij het thema

“ Het Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken waarin methoden, werkwijzen en interventies op diverse terreinen zijn opgenomen. Zowel professionals als gemeenten kunnen die databanken inzien.”

2323

Page 26: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap

effectiviteit is. Het SEJN brengt een uitwisseling op gang

tussen praktijk, beleid en wetenschap op het gebied van

effectiviteit en ondersteunt instellingen bij het benutten van

resultaten van onderzoek en bij het opzetten van een meet-

en verbetercyclus. De opzet van de effectiviteitsplatforms

kennen het principe van ‘halen’ en ‘brengen’ zodat een

actieve uitwisseling van kennis en ervaring ontstaat (lerend

systeem). Ook in 2014 vonden deze bijeenkomsten plaats

evenals twee bijeenkomsten voor bestuurders.

Actieplan loverboy-problematiek Ondanks alle aandacht die er de afgelopen jaren voor is

geweest, stijgt het aantal slachtoffers van loverboys en

mensenhandel nog steeds. Begin 2014 namen jeugdzorg-

organisaties die aangesloten zijn bij Jeugdzorg Nederland het

initiatief om een commissie in te stellen onder onafhankelijk

voorzitterschap van voormalig GroenLinks-politica Naïma

Azough. De Commissie Aanpak meisjesslachtoffers

loverboys/mensenhandel in de zorg voor jeugd ofwel kortweg

de Commissie Azough kreeg de opdracht met een actieplan

te komen om de effectiviteit van de bestaande aanpak te

verbeteren. Eind december zag het Actieplan Hun verleden is niet hun toekomst het licht. Jeugdzorg gaat

volgens dit actieplan onder andere werken aan betere

signalering en een registratieprocedure voor minderjarige

slachtoffers ontwikkelen. Ook is afgesproken deze meiden

voortaan op te vangen in een groep specifiek voor meisjes,

tenzij er zwaarwegende argumenten zijn dit niet te doen.

De samenwerking met politie en justitie wordt verder

uitgewerkt en er komt een overzicht van beschikbare

effectieve behandelingen. Het Nederlands Jeugdinstituut

voerde dit jaar het projectsecretariaat voor de commissie.

Nieuwe richtlijnen Voor een duurzame verbetering van de zorg is het belangrijk

dat de professional beschikt over de juiste kennis. Die verkrijgt

hij of zij onder meer uit het programma Richtlijnen Jeugd-hulp, waarbij het Nederlands Jeugdinstituut betrokken is.

Deze richtlijnen bieden een overzicht van de laatste kennis:

op basis van wetenschap, praktijk én cliëntvoorkeuren.

Het Nederlands Jeugdinstituut neemt een substantiële rol in

als het gaat om de ontwikkeling en (landelijke) implementatie

van de Richtlijnen Jeugdhulp. Wij voeren de programma-

leiding in opdracht van de beroepsverenigingen NIP, NVO en

NVMW. Bij de ontwikkeling van richtlijnen wordt onze

kenniscollectie benut, denk hierbij aan de interventies in de

Databank Effectieve Jeugdinterventies. Deze kennis vertalen

de ontwikkelaars in nauwe samenwerking met professionals

en cliënten naar praktische aanbevelingen en informatie.

In totaal zullen acht van de veertien richtlijnen mede door

het Nederlands Jeugdinstituut worden ontwikkeld. We

begeleiden en coördineren daarnaast de proefinvoering en

invoering in opdracht van de gezamenlijke beroeps-

verenigingen. Er zijn vijf richtlijnen opgeleverd in 2014;

de Richtlijnen Uithuisplaatsing, Crisisplaatsing, Problematische gehechtheid, Stemmingsproblemen en KOPP. De eerste twee zijn door het Nederlands

Jeugdinstituut ontwikkeld, de ander drie door het Trimbos-

instituut en TNO. Met elf richtlijnen werd proefgedraaid

in diverse pilots. Ter voorbereiding op de landelijke

implementatie was er nauwe samenwerking met stake-

holders als Jeugdzorg Nederland, de Inspectie Jeugdzorg,

het ministerie van VWS en de beroepsverenigingen. Daarnaast

organi seerden we in het najaar van 2014 een eerste landelijke

werkbijeen komst om de landelijke implementatie

gezamenlijk verder vorm te geven. Daar waren meer dan

80 deelnemers aanwezig.

Professionalisering JeugdzorgIn 2014 werd het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg

afgerond. Dit actieprogramma, dat in 2010 van start ging,

werkte onder meer aan de versterking van de beroeps-

verenigingen, de verbetering van de mogelijkheden voor

scholing en bijscholing en de invoering van tuchtrecht. In de

jaren erna werd hier verder op gebouwd met een plan van

uitvoering, waarbij het onder meer ging om de registratie

van professionals in een beroepsregister. Dit uitvoeringsdeel,

dat de naam Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg kreeg, liep van 2011 tot 2014. Het Nederlands

Jeugdinstituut vervulde in dit grootschalige professionali-

serings traject de rol van programmacoördinator en secretaris van de stuurgroep Implementatie Professionalisering Jeugdzorg (STIPJ).

In 2014 werkte een groot aantal veldpartijen (branche-

organisaties, beroepsverenigingen, cliëntvertegenwoordigers

en gemeentevertegenwoordigers) samen aan de totstand-

koming van het Kwaliteitskader Jeugd. Dit kwaliteits-

kader biedt een leidraad voor het toepassen van de norm

verantwoorde werktoedeling en beschrijft voor welke taken

en werkzaamheden in het jeugddomein de inzet van

geregistreerde professionals noodzakelijk is en wanneer het

mogelijk is een niet-geregistreerde professional in te zetten.

Het is een belangrijk fundament voor verdere professionali-

sering en kwaliteitsverbetering in het jeugddomein. Van

2015 tot en met 2017 zullen alle betrokken partijen

gezamenlijk verder werken aan (brede) kwaliteitsverbetering

en professionalisering in het jeugddomein. Het Nederlands

Jeugdinstituut voert voor dit programma het subsidiebeheer

en maakt deel uit van het programmasecretariaat, samen

met bureau AEF en Movisie. De financiering komt van het

ministerie van VWS. De voorbereidingen hiervoor zijn in

2014 gestart.

24

Page 27: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap

Verbetering op lokaal niveauOok werkten we in 2014 aan de verbetering van de

effectiviteit van de jeugdhulp in – lokaal – beleid. Het gaat

daarbij om een ‘meet – en verbeterbeweging’ door het

opbouwen van een systeem van beleids(sturings)informatie,

monitoring en benchmarking. Zo startten we in 2014 het

project Matching vraag en aanbod van jeugdhulp in Hoorn en Medemblik dat gaat over het matchen van vraag

en aanbod in de jeugdsector van deze gemeenten. Het

Nederlands Jeugdinstituut brengt de zorgbehoefte, het

zorggebruik en een aantal aspecten van kwaliteit van de

jeugdhulp in deze gemeenten in kaart. Denk aan het

registreren van de opleidingen van professionals die in de

(lokale) jeugdhulp werken en de effectiviteit van de inter-

venties die worden ingezet. Daarnaast keken we in dit project

naar de kostenefficiëntie van de jeugdhulp: welke inhoudelijke

veranderingen zijn nodig om de bezuinigingsdoelstelling te

halen?

Pleegzorg in transformatieZo gewoon mogelijk opgroeien is een van de uitgangspunten

van de transformatie. Dat geldt ook voor pleeggezinnen.

Juist in getransformeerde zorg met daarin aandacht voor

zo gewoon mogelijk leven binnen de eigen omgeving is het

belangrijk om te beschikken over kwalitatief sterke pleegzorg.

Het Nederlands Jeugdinstituut voert diverse projecten uit

om de kwaliteit van de pleegzorg te verbeteren en om deze

beter aan te laten sluiten bij de ontwikkeling in de transitie

van de zorg. We doen dit in opdracht van diverse opdracht-

gevers, met financiering van onder andere Stichting Kinder-

postzegels en in samenwerking met kennispartners en

pleegzorgaanbieders, vertegenwoordigers van pleegouders,

ouders en pleegkinderen. Zo is in 2014 gestart met het

digitale platform Kennisnetwerk Pleegzorg binnen de

site www.kennisnetjeugd.nl. In dit digitale netwerk kunnen

deelnemers kennis bundelen en discussies voeren, bijvoor-

beeld over de vraag of pleegzorg in het eigen netwerk de

voorkeur verdient boven pleegzorg in een pleeggezin. Het

digitale platform is een uitvloeisel van het Expertisenetwerk

Pleegzorg dat het Nederlands Jeugdinstituut alweer een paar

jaar geleden in het leven riep in opdracht van Stichting

Kinderpostzegels. Dat netwerk bestaat uit allerlei vertegen-

woordigers van de pleegzorg in Nederland, zoals het

ministerie van VWS, de Raad voor de Kinderbescherming,

Pleegzorg Nederland maar ook gecertificeerde instellingen

voor jeugdbescherming en verschillende organisaties voor

de belangenbehartiging van pleegouders en jongeren.

In oktober vond de tweede landelijke conferentie van het

Expertisenetwerk Pleegzorg plaats. Ruim 60 pleegzorg-

professionals, jongeren, onderzoekers, projectleiders en

andere betrokkenen uit het pleegzorgveld kwamen bij elkaar

om rond het onderwerp ‘Pleegzorg in transformatie’

ideeën uit te wisselen en inspiratie op te doen. Het

Nederlands Jeugdinstituut organiseerde de bijeenkomst en

leverde de dagvoorzitter.

Outcome in zichtAanbieders van zorg, educatie en dienstverlening zijn steeds

meer maatschappelijke ondernemers die door middel van

innovatie moeten blijven aansluiten op de vraag. Zij hebben

in dit kader behoefte aan direct toepasbare kennis over

innovaties en het werken met instrumenten als prestatie-

indicatoren, output- en outcome monitoring, benchmarking

en verbetermethoden. Datzelfde geldt voor (lokale)

bestuurders en beleidsmakers. Zij hebben behoefte aan

kennis die hen helpt de door hen gefinancierde voorzieningen

(kosten)effectiever te maken.

Bovendien zijn gemeenten per 1 januari wettelijk verplicht

aan te geven welke outcome-criteria of outcome-indicatoren

zij hanteren voor jeugdhulpvoorzieningen. Ofwel, wat zijn

de resultaten van de hulp, maar ook: Hoe tevreden zijn de

cliënten, hoeveel zijn er afgehaakt tijdens het traject?

In opdracht van de VNG en de ministeries van VWS en

V&J draaide het Nederlands Jeugdinstituut dit najaar een

pilot bij vijf regio’s om zicht te krijgen op de effecten en de

verbetering van de kwaliteit van jeugdhulp.

Het project, dat de titel Outcome in zicht kreeg, was

bedoeld om de outcome-sturing in de jeugdhulp aan te

zwengelen. In de vijf betrokken regio’s werd gekeken hoe

outcome-sturing verduidelijkt en vereenvoudigd kan worden.

Daarmee kunnen gemeenten straks het gesprek aan met de

aanbieders over het resultaat van de aangeboden hulp.

Bovendien werden er standaarden gedefinieerd voor het

hanteren van deze outcome-indicatoren. Daarnaast

verscheen het rapport Outcome in zicht; 10 tips voor

gemeenten in de sturing van de jeugdhulp. Die werd

uitgereikt op de slotconferentie op 11 december. Daar

werden tevens de uitkomsten van de pilots gepresenteerd

door de deelnemende regio’s. Informatie over Outcome in

zicht werd toegevoegd aan ons dossier Prestatie-indicatoren.

25

Page 28: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen26

Page 29: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen

Kennis delen6

Kennis is de basis van het Nederlands Jeugdinstituut. Wij vinden dat de kennis die wij verzamelen, valideren en analyseren goed opgeslagen, optimaal vindbaar en doorzoekbaar moet zijn. Voor professionals, gemeenten, maar ook andere geïnteresseerden. Onze kennis moet daarnaast uitnodigen tot nog meer verrijking en verbinding. In 2014 deelden wij bovenal veel kennis over de transitie en transformatie.

www.nji.nlDe bezoekcijfers van onze website www.nji.nl zijn hoog.

Het aantal bezoeken in 2014 ging de anderhalf miljoen over:

1.748.639, per dag waren dat er 4.791, 8% meer dan in 2013.

En ook het aantal bezoekers steeg: 1.065.038 over het hele

jaar geteld: 2.918 per dag.

Het onderwerp transitie en transformatie was zeer populair,

zo blijkt onder meer uit de bezoekcijfers van ons dossier Transitie jeugdzorg. Dit dossier kende in 2014 de meeste

bezoeken: 78.831. De vier andere dossiers in de top vijf van meest bekeken dossiers zijn het dossier Kindermis-

handeling (65.851 bezoeken), Kinderopvang (42.813),

Jeugdzorg (38.669) en Pesten (37.337)

Start herontwerp websiteUit het klanttevredenheidsonderzoek van 2013 begrepen we

dat bezoekers de site niet altijd even makkelijk in gebruik

vinden. Daarom hebben we in 2014 een gebruikersonderzoek

uitgevoerd om uit te vinden waar de knelpunten liggen. In de

herfst van 2014 namen we een extern ontwerpbureau in de

arm om ons te helpen met het bruikbaarder maken van onze

site. Het bureau ging tegelijkertijd aan de slag met een nieuw

jasje. Het huidige ontwerp van de site was alweer vijf jaar

oud. Eind 2014 waren we al flink op weg, al was dit nog niet

zichtbaar voor de buitenwereld. We verwachten dit project in

2015 uit te voeren.

Sociale mediaHet Nederlands Jeugdinstituut was ook in 2014 zeer actief

op sociale mediakanalen. In 2014 was er eveneens een forse

stijging van het aantal Twitter-volgers. Eind 2014 had ons

Twitteraccount @HetNJi 16.752 volgers. Eind 2013

was dat 13.474. Onderwerpen waarover op Twitter en binnen

veel te doen was dit jaar waren wederom de transitie en

transformatie.

De LinkedIn groep het Nederlands Jeugdinstituut, die

voorheen door ons werd beheerd, werd in 2014 omgedoopt

in Zorg voor de Jeugd www.linkedin.com/groups/ZorgEnJeugd. De groep wordt vanaf die tijd gefaciliteerd

door jeugdgezondheidsorganisatie Captise. Het Nederlands

Jeugdinstituut verlegde de focus naar het digitaal platform

www.kennisnetjeugd.nl.

Kennisnet JeugdOp ons digitale platform Kennisnet Jeugd kunnen

beleidsmakers en professionals uit de jeugdsector kennis

met elkaar uitwisselen. Deelnemers kunnen hun mening

en ervaringen kwijt in discussies en blogs of met elkaar

samenwerken aan kennis in werkgroepen. In 2014 stond

Kennisnet Jeugd geheel in het teken van de transitie en

transformatie van het jeugdstelsel. Het totaal aantal

deelnemers was 3.583. Dat betekent dat we er in 2014

bijna 2.200 nieuwe deelnemers bijkregen.

“ De bezoekcijfers van onze website www.nji.nl zijn hoog. Het aantal bezoeken in 2014 ging de anderhalf miljoen over: 1.748.639, per dag waren dat er 4.791, 8% meer dan in 2013.”

27

Page 30: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen

Het totaal aantal bezoeken in 2014 was ook hoog:137.770. De meest bezochte rubrieken waren de werkgroepen

(69.086 paginaweergaves), waarbij de werkgroep Vacatures

(11.960) en de werkgroep Wijkteams (6.317) het hoogste

scoorden. De blogs deden het met 66.802 paginaweergaves

ook erg goed. Met stip bovenaan stond de blog over Slecht

burgerschap met 2.958 paginaweergaves, gevolg door de blog

Buikpijn over besluitvorming met 2.100. De diverse blogs over

wijkteams en de taken van gemeenten deden het ook goed.

Op www.kennisnetjeugd.nl staan tevens tal van vragen met

antwoorden en uitleg. In 2014 was het blijkbaar nog niet

geheel duidelijk wat het verschil was tussen de transitie en

transformatie. Maar liefst 1.525 bezoekers wilden een

antwoord op die vraag hebben. Ook waren er veel vragen

over de wijkteams. De vraag Hoe voorkomt het wijkteam dat

het een nieuwe versie van Bureau Jeugdzorg wordt? telde 911

paginaweergaves.

DatabankenEr werd in 2014 veel gebruik gemaakt van onze databanken.

In de top drie staat de Databank Instrumenten en richtlijnen met 159.726 bezoeken met stip bovenaan.

De stijging ten opzichte van 2013 was 6% meer bezoeken.

Daarna volgde de Databank Nederlands onderzoek

(72.180 en een stijging van 29%) en de Databank Effectieve Jeugdinterventies met 118.343 bezoeken

en een stijging ten opzichte van 2013 met maar liefst 31%.

Reguliere ‘downloads’en Nieuwsbrief JeugdNatuurlijk werd er ook veelvuldig gebruik gemaakt van de

mogelijkheid om publicaties en bestanden met informatie te

downloaden van onze site. Van deze reguliere gedownloade

bestanden stonden naast de beoordeling van anti-

pestprogramma’s het Balansmodel bovenaan plus het

bestand met informatie over Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd.

De Nieuwsbrief Jeugd begon het jaar met 25.486

abonnees. Dat aantal was eind oktober opgelopen tot 27.660.

Alle abonnees is in 2014 gevraagd hun abonnement te

verlengen. Begin november zijn de niet verlengde

abonnementen uit het bestand verwijderd. Daardoor had

de nieuwsbrief eind december nog 16.371 abonnees.

Het totaal aantal paginaweergaves van nieuwsberichten op de website was 498.544. Dat is 7,4% minder dan in

2013. Voor een deel is de terugloop toe te schrijven aan de

opschoning van het abonnementenbestand, maar een grotere

rol speelt dat in de loop van het jaar in de sector veel

ontslagen zijn gevallen. Het is dan ook geen toeval dat het

bericht ‘Veel banen in de jeugdzorg gaan verloren’ in 2014

het meest gelezen is.

“ Er werd in 2014 veel gebruik gemaakt van onze databanken. In de top drie staat de Databank Instrumenten en richtlijnen met 159.726 bezoeken met stip bovenaan.”

28

Page 31: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen 29

Page 32: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie30

Page 33: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie

Personeel en organisatie7

In 2014 voerde het Nederlands Jeugdinstituut een reorganisatie door. Daarbij nam het instituut via een sociaal plan afscheid van 6 collega’s, 1 collega werd herplaatst en 1 collega heeft zelf een andere baan gevonden (in 2015).

Cultuur- en organisatieverandering:De reorganisatie om bedrijfsorganisatorische gronden heeft

veel los gemaakt. Het maakte duidelijk dat we blijven sturen

op werk dat de meeste toegevoegde waarde heeft voor het

instituut en dus ook besluiten welk werk dat niet meer heeft

en functies opheffen. Het maakte tevens duidelijk dat we

goed moeten blijven communiceren over wat we als

Nederlands Jeugdinstituut willen en duidelijk maken wat

wij verwachten en hoe hieraan voldaan kan worden. Daartoe

hebben wij vooral het management, de RvB en de programma-

leiders willen versterken, die daarvoor in wisselende samen-

stellingen een trainingsprogramma hebben doorlopen.

VerzuimIn 2014 is hard gewerkt aan het terugdringen van het

verzuim. Waar we in januari nog begonnen met een verzuim

van 8,31% was dit in december 3,17%. Het gemiddeld

verzuim over 2014 bedroeg 4,32%. De verzuimmeldingen

werden begeleid door arbodienst De Witte Raaf, waarbij in

2014 met een nieuwe bedrijfsarts is gewerkt. In 2014 heeft

10 keer een overleg van het Sociaal Medisch Team (SMT)

plaatsgevonden. Het hele management is op meerdere keren

op verzuimtraining geweest, in afdelingsoverleggen is hier

regelmatig over gesproken en ook individueel is dit

besproken. Waar sprake was van verzuim is dat anders

aangepakt. Nadruk ligt nu op het ‘eigen regie model’ en

‘gedragsmodel’. Mede hierdoor is het aantal keren dat het

spreekuur van de bedrijfsarts bezocht is gedaald van 117 keer

in 2013 naar 60 keer in 2014. Medewerkers pakken de eigen

regie goed op. Een prima resultaat van iedereen, wat vooral

ook maakt dat er meer continuïteit is en er minder ingewerkt

hoefde te worden.

Arbobeleid en arbojaarplanNaast het verzuimbeleid is het hele arbobeleid in nauwe

samenwerking met de ondernemingsraad in 2014 vernieuwd.

Er is een actueel arbojaarplan, acties uit de Risico

Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) zijn in behandeling

genomen en afgerond, de preventiemedewerker is in functie

en de vertrouwenspersoon is geregeld. Het geheel is op orde

en verloopt goed.

Strategisch HR- en formatiebeleid Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2014 verder gewerkt

aan de plannen voor het strategisch HR- en formatiebeleid.

In werkgroepen is de visie vertaald naar een beleid op in-,

door- en uitstroom en scholing en ontwikkeling van

medewerkers. In 2015 gaat het instemmingsverzoek naar

de ondernemingsraad.

Personeel in feiten en cijfersDe personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut

steeg in 2014 van 114 medewerkers (93,8 fte) naar 116

(96,1 fte). Daarnaast waren 10 werknemers in dienst op basis

van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht.

Verder werden 10 stageplaatsen en 3 werkervaringsplekken

ingevuld. Eind 2014 was de verhouding tussen tijdelijk en

vast personeel: 25% tijdelijk en 75% vast. De procentuele

verhouding tussen mannen en vrouwen was 13:87. In de

“ In 2014 is hard gewerkt aan het terugdringen van het verzuim. Waar we in januari nog begonnen met een verzuim van 8,31% was dit in december 3,17%. Het gemiddeld verzuim over 2014 bedroeg 4,32%.”

31

Page 34: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie

loop van het jaar zijn 27 vacatures opengesteld. Daarop

stroomden 21 nieuwe medewerkers in. De uitstroom bedroeg

19 medewerkers.

ISOOok in 2014 werd het ISO9001 certificaat verlengd. Het is

voor medewerkers steeds vanzelfsprekender om volgens de

afgesproken procedures te werken. Onze bedrijfsprocessen

zijn op orde. De evaluatie van projecten blijft een aandachts-

punt. Daar blijven we op sturen, ook in 2015.

Omzet, financiële resultaten en balansIn 2014 heeft het Nederlands Jeugdinstituut een omzet

gerealiseerd van ruim € 14,3 miljoen.

De omzet is (afgerond) als volgt samengesteld:

35% instellingssubsidie van het ministerie van VWS

50% opbrengsten ministeries, subsidies van fondsen en

internationale subsidie- en opdrachtgevers

10% opbrengsten trainingen en congressen

5% overige opbrengsten

Ten opzichte van 2013 is de omzet € 2,4 miljoen lager.

In de opbrengsten van 2014 is een bedrag begrepen van

€ 1,4 miljoen dat niet bestemd is voor het Nederlands

Jeugdinstituut, maar betrekking heeft op aan derden door

te betalen gelden. In 2013 ging het om een bedrag van

€ 3,3 miljoen. Laten we deze inkomsten buiten beschouwing,

dan zijn de opbrengsten 2014 ongeveer € 0,5 miljoen lager

dan in 2013. De productopbrengsten zijn afgenomen met

bijna € 1 miljoen (met name veroorzaakt door minder

trainingen Triple P); hier staat tegenover dat de opdrachten

met € 0,5 miljoen zijn toegenomen.

De totale kosten bedragen € 14 miljoen en zijn € 2,8 miljoen

lager dan in 2013. Ook in de kosten zijn de aan derden door

te betalen gelden ad € 1,4 miljoen verdisconteerd (2013

€ 3,3 miljoen). Exclusief deze gelden zijn de kosten

€ 0,9 lager dan in 2013. De kostenreductie hangt deels

samen met de afname van de opbrengsten, maar is ook

het gevolg van doorgevoerde bezuinigingen.

Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering komt hiermee uit

op bijna € 0,3 miljoen positief (€ 283.129).

Samen met een financieel resultaat van € 72.397 (rente-

inkomsten), bedraagt het totale resultaat € 355.526 positief.

Na toevoeging van dit resultaat aan het eigen vermogen,

bedraagt het eigen vermogen per 31 december 2014

€ 3.461.262. Het eigen vermogen heeft een omvang van

24,2% van de jaaromzet. Mede gezien de onzekerheid over

de omvang van de omzet in de komende jaren is een

vermogen noodzakelijk van circa 25% van de jaaromzet.

“ Ook in 2014 werd het ISO9001 certificaat verlengd. Het is voor medewerkers steeds vanzelfsprekender om volgens de afgesproken procedures te werken. Onze bedrijfsprocessen zijn op orde. De evaluatie van projecten blijft een aandachtspunt. Daar blijven we op sturen, ook in 2015.”

32

Page 35: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie 33

Page 36: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

In 2014 hebben de volgende subsidiegevers en fondsen

één of meerdere projecten gefinancierd:

> Bernard van Leer Foundation

> European Commission, Directorate General for

Education and Culture

> Fonds Psychische Gezondheid

> Jeugd Innovatie Fonds

> Leger des Heils

> Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

> Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

> Ministerie van Veiligheid en Justitie

> Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

> Stichting Het Kinderopvangfonds

> Stichting Kinderpostzegels Nederland

> Stichting Zonnige Jeugd

> Vereniging van Nederlandse Gemeenten

> Diverse gemeenten

> Overige financiers

Bovendien werd een aantal projecten op indirecte

wijze door fondsen en subsidiegevers

gefinancierd. Het gaat om projecten die in

samenwerking met andere instituten uitgevoerd

zijn, maar waarvan de partner de penvoerder was.

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Financiers

Financiers

34

Page 37: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

2 0 1 4 Jaarrekening

35

Page 38: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

BALANS PER 31 DECEMBER 2014(NA RESULTAATVERDEL ING)

ACTIVA 31 DECEMBER 2014 31 DECEMBER 2013

€ €

Vaste activa Materiële vaste activa 69.251 111.102

Totaal 69.251 111.102

Vlottende activa Vorderingen op korte termijn 2.961.246 2.670.248

Liquide middelen 13.676.829 9.877.795

Totaal 16.638.075 12.548.043

Totaal activa 16.707.326 12.659.145

PASSIVA

Eigen vermogen

Algemene reserve 3.413.974 3.098.218

Egalisatiereserve instellingssubsidie 47.288 7.518

Totaal 3.461.262 3.105.736

Voorzieningen 296.839 0

Langlopende schulden 87.444 39.366

Kortlopende schulden 12.861.781 9.514.043

Totaal passiva 16.707.326 12.659.145

36

Page 39: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

WINST- EN VERLIESREKENING 2014

Realisatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

OpbrengstenInstellingssubsidie 5.236.728 5.115.300 5.193.211

Projectsubsidies 1) 2) 5.262.380 5.947.100 7.117.389

Opdrachten derden 2) 2.219.688 1.591.000 1.691.879

Overige projectopbrengsten 1.546.101 1.948.800 2.542.454

Niet-projectgebonden opbrengsten 62.355 0 172.764

Totale opbrengsten 14.327.252 14.602.200 16.717.697

KostenPersonele kosten 7.670.813 7.355.800 7.621.200

Materiële projectkosten 1) 4.597.427 5.077.000 6.777.405

Niet-projectgebonden materiële kosten 1.775.883 2.199.400 2.456.767

Totale kosten 14.044.123 14.632.200 16.855.372

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 283.129 -30.000 -137.675

Financieel resultaat 72.397 30.000 111.766

Bedrijfsresultaat 355.526 0 -25.909

1) Inclusief gelden bestemd voor projectpartners IPJ en Richtlijnen (realisatie € 1,4 miljoen; begroting € 1,6 miljoen; 2013 € 3,3 miljoen).

2) In het kader van bovenvermelde projecten heeft er in de vergelijkende cijfers 2013 een verschuiving ad € 609.000 plaatsgevonden van

projectsubsidies naar opdrachten derden.

37

Page 40: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

KASSTROOMOVERZICHT 2014(VOLGENS DE INDIRECTE METHODE)

2014 2014 2013

€ € €

Resultaat 355.526 -25.909

Afschrijvingen 44.778 39.689

400.304 13.780

Toename voorzieningen 296.839 -852.011

Mutaties werkkapitaal:

Vorderingen korte termijn -290.998 1.126.178

Kortlopende schulden 3.347.738 -443.082

3.056.740 683.096

Kasstroom uit operationele activiteiten 3.753.883 -155.135

Investeringen in materiële vaste activa -2.927 -49.209

Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 0

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.927 -49.209

Langlopende schulden 48.078 22.630

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 48.078 22.630

Netto kasstroom 3.799.034 -181.714

Liquide middelen:

Stand per 31 december 2013 9.877.795

Stand per 31 december 2014 13.676.829

Mutatie liquide middelen 3.799.034 -181.714

38

Page 41: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

ALGEMENE TOELICHTING

ActiviteitenDe activiteiten van de Stichting Nederlands Jeugdinstituut bestaan uit het

verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis; praktijkontwikkeling,

-ondersteuning en -onderzoek, opleiding en training. De activiteiten worden

hoofdzakelijk in Nederland uitgeoefend. Het NJi is statutair en feitelijk gevestigd

op de Catharijnesingel 47 te Utrecht.

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen

in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.

Verbonden partijenVan een verbonden partij is sprake wanneer een partij beleidsbepalende invloed kan

uitoefenen in een andere partij, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het

zakelijke en financiële beleid van de andere partij. Zo kan sprake zijn van een dergelijke

invloed indien: de ene partij in het bestuur dan wel in een vergelijkbaar gezaghebbend

orgaan van de andere partij vertegenwoordigd is; de ene partij betrokken is bij de

bepaling van het beleid van de andere partij; met die andere partij materiële

transacties worden aangegaan. Hierdoor is Stichting Sekondant een verbonden partij.

SchattingenOm de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen

toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur zich over verschillende zaken een

oordeel vormt en schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de

jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht

noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende

veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

AlgemeenBij het opstellen van deze jaarrekening is uitgegaan van de continuïteitsveronderstelling.

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het

Ministerie van VWS en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de

Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving,

specifiek RJ 640 Organisaties zonder winststreven.

Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen

gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke

waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.

De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd

t.o.v. het voorgaande jaar.

39

Toelichting jaarrekening

Page 42: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Materiële vaste activaDe materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingspijs onder aftrek van

lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte gebruiksduur. Met op balansdatum

verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden.

De afschrijvingspercentages bedragen: Hard- en software 20%. Op balansdatum

wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere

waardevermindering onderhevig is. Indien indicaties aanwezig zijn, wordt de

realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Er is ultimo boekjaar 2014

geen noodzaak tot het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering.

VorderingenVorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde

van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering

gebracht op de boekwaarde van de vordering.

Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met

een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn

opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.

Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen vermogenHet vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. Een gerealiseerd

overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie,

wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie.

VoorzieningenVoorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke

verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat

een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare

wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting

van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te

wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de

uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen,

tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen

vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden

ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als

een actief in de balans opgenomen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor

verwachte lasten gedurende het dienstverband. De overige voorzieningen worden

opgenomen tegen nominale waarde.

Langlopende schuldenLanglopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële

waarde.

40

Page 43: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT

AlgemeenHet resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de

geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar.

SubsidiesSubsidies worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het

jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd,

of wanneer zich een gesubsidieerd exploitatietekort heeft voorgedaan. De baten

worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de

condities voor ontvangst aangetoond kunnen worden.

PersoneelsbeloningenPeriodiek betaalbare beloningen

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden

verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan

werknemers.

Pensioenen

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft voor haar werknemers een toegezegde

pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de

pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het

gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft

opgebouwd bij PFZW. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten, zijn

ondergebracht bij het bedrijfspensioenfonds Zorg en Welzijn. Het NJi betaalt

hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door

de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor

zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Het pensioenfonds dient

een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. De stand van de dekkingsgraad

ultimo december 2014 is 102%. Het NJi heeft geen verplichting tot het voldoen van

aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan

het effect van hogere toekomstige premies. Het NJi heeft daarom alleen de

verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening

verantwoord.

Financiële baten en lastenRentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de

effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van

de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten

op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve

rente worden meegenomen.

41

Page 44: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening42 Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

VASTE ACTIVA

Materiële vaste activa Hard- en 31-12-2014 31-12-2013

software Totaal totaal

€ € €

Stand per 1 januari:

Aanschafwaarde 222.425 222.425 173.216

Cumulatieve afschrijvingen -111.323 -111.323 -71.634

Boekwaarde 111.102 111.102 101.582

Mutaties:

Investeringen 2.927 2.927 49.209

Afschrijvingen -44.778 -44.778 -39.689

-41.851 -41.851 9.520

Stand per 31 december:

Aanschafwaarde 225.352 225.352 222.425

Cumulatieve afschrijvingen -156.101 -156.101 -111.323

Boekwaarde 69.251 69.251 111.102

Voor hard- en software wordt een afschrijvings -

percentage gehanteerd van 20%.

VLOTTENDE ACTIVA

Vorderingen op korte termijn 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Debiteuren 711.960 1.128.005

Rekeningen-courant 966.702 994.354

Te ontvangen (project-)subsidies 945.183 110.588

Te ontvangen opdrachten derden 166.402 144.793

Overige vorderingen 104.637 247.292

Overlopende activa 66.362 45.216

Totaal vorderingen op korte termijn 2.961.246 2.670.248

Liquide middelen 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Kas en bankrekeningen 299.818 173.968

Deposito’s 13.377.011 9.703.827

Totaal liquide middelen 13.676.829 9.877.795

Totaal vlottende activa 16.638.075 12.548.043

Toelichting balans

42

Page 45: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 43Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Debiteuren 2014 2013

Stand per 31 december 781.301 1.198.932

Voorziening dubieuze debiteuren -69.341 -70.927

Totaal 711.960 1.128.005

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

2014 2013

Stand per 1 januari 70.927 109.869

Ontvangen/afgeboekt -39.396 -49.769

Dotatie ten laste van resultaat 37.810 10.827

Stand per 31 december 69.341 70.927

Rekeningen-courantDe rekening-courant ad € 966.702 (2013 € 994.354)

betreft de rekening-courant met Sekondant.

De rekening-courant is (formeel) direct opeisbaar.

Te ontvangen (project-)subsidies en te ontvangen opdrachten derdenDe te ontvangen (project-)subsidies ad € 945.183 (2013 € 110.588) en

opdrachten derden ad € 166.402 (2013 € 144.793) betreffen subsidies

en opbrengsten uit opdrachten die gerealiseerd zijn in 2014, maar die

nog niet (helemaal) zijn ontvangen.

Overige vorderingen 2014 2013

Te ontvangen rente 37.530 19.423

Te ontvangen teruggave premie WAO/WIA 0 32.301

Te ontvangen zwangerschapsgelden UWV 0 45.632

Te ontvangen baten projecten 67.107 121.831

Overige 0 28.105

Totaal 104.637 247.292

Overlopende activa 2014 2013

Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten 43.524 33.541

Overige vooruitbetaalde kosten 22.838 11.675

Totaal 66.362 45.216

Liquide middelenDe liquide middelen zijn direct opeisbaar.

43

Page 46: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

EIGEN VERMOGEN

Algemene reserve 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Stand per 1 januari 3.098.218 3.131.645

Reclassificatie -282 0

Resultaat boekjaar 316.038 -33.427

Stand per 31 december 3.413.974 3.098.218

Egalisatiereserve instellingssubsidie 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Stand per 1 januari 7.518 0

Reclassificatie 282 0

Dotatie resultaat huidig boekjaar 39.488 7.518

Stand per 31 december 47.288 7.518

Totaal eigen vermogen 3.461.262 3.105.736

VOORZIENINGEN 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Stand per 1 januari 0 852.011

Uitgaven ten laste van voorziening 0 -844.011

Vrijval ten gunste van resultaat 0 0

Reclassificatie 0 -8.000

Stand per 31 december 0 0

Toevoeging ten laste van resultaat 296.839 0

Stand per 31 december 296.839 0

De ultimo 2014 gevormde voorziening ad € 296.839 heeft betrekking

op de kosten verband houdend met een reorganisatie die eind 2014 in

gang is gezet. De afwikkeling van eerdere reorganisaties heeft volledig

plaatsgevonden.

LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2014 31-12-2013

€ €

Stand per 1 januari 39.366 16.736

Reclassificatie naar kortlopende schulden -14.363 -10.794

Dotatie ten laste van resultaat 62.441 33.424

Stand per 31 december 87.444 39.366

De schuld ultimo 2014 heeft betrekking op meerjarige

betalingsverplichtingen aan medewerkers die in het kader

van een reorganisatie zijn uitgestroomd.

44

Page 47: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2014 31-12-2013 € €Vooruitontvangen (project-)subsidies 3.333.053 1.106.862

Vooruitontvangen opdrachten derden 563.787 674.429

Vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus+ 4.937.774 2.985.018

Crediteuren 882.651 739.005

Contractuele projectverplichtingen 1.992.958 2.963.516

Belastingen en sociale verzekeringen 409.505 448.891

Overige schulden en overlopende passiva 742.053 596.322

Totaal kortlopende schulden 12.861.781 9.514.043

Vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruit ontvangen

opdrachten derden

De vooruitontvangen subsidies en opdrachten derden betreffen bedragen

die in 2014 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor 2015.

Vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus+

De vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus + hebben

betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het

kader van het internationale subsidieprogramma’s Youth in Action en (de

opvolger) Erasmus + heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar

die in 2014 (nog) niet zijn betaald aan projecten.

Contractuele projectverplichtingen

De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2014

of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van

deze verplichtingen vindt in 2015 plaats.

Belastingen en sociale verzekeringen 2014 2013

Afdracht Belastingdienst loonheffing 381.889 422.335

Afdracht Pensioenfonds Zorg en Welzijn 8.595 19.705

Afdracht BTW 19.021 6.851

Totaal 409.505 448.891

Overige schulden en overlopende passiva 2014 2013

Opgebouwde vakantietoeslag 220.318 234.715

Opgebouwde vakantiedagen/jubileumuitkeringen 114.028 138.245

Te betalen afvloeiingskosten 304.274 136.381

Te betalen diensten derden 71.543 36.804

Overige te betalen kosten 29.390 23.152

Vooruitontvangen baten 2.500 27.025

Totaal 742.053 596.322

45

Page 48: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Het Nederlands Jeugdinstituut is meerjarige financiële verplichtingen

aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag

van € 327.583 (2013 € 1.080.439). Dit bedrag heeft volledig betrekking op

aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten. De

maximale looptijd van de verplichtingen is één jaar.

Het NJi heeft een overeenkomst met Sekondant afgesloten voor de

administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting

en facilitaire dienstverlening. De begrote kosten voor 2015 voor de

basisdienstverlening bedragen € 1.107.764. Het NJi draagt samen met

de kennisinstituten Movisie en Vilans het risico voor het resultaat van

Sekondant.

46

Page 49: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Toelichting winst- en verliesrekening

OPBRENGSTEN

• Instellingssubsidie

De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het

ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

toegekend ten behoeve van de uitvoering van de

projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd.

De subsidie is als volgt samengesteld: Realisatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

Toekenning basissubsidie 5.115.313 5.085.799

Toevoegingen:

- tijdelijke uitbreidingen/kortingen 41.383 0

- loonbijstelling (OVA) 80.032 107.412

Totaal 5.236.728 5.115.300 5.193.211

De basissubsidie is ten opzichte van 2013

met 1,5% gekort, de laatste tranche van een

efficiencybezuiniging over de jaren 2012 t/m

2015. Het ministerie heeft opnieuw een korting

aangekondigd van 10% met ingang van 2016.

De tijdelijke uitbreiding betreft een eenmalige

verhoging ten behoeve van de ontwikkeling van

een instrument voor de risicobeoordeling van

seksueel misbruik.

• Projectsubsidies

De projectsubsidies ad € 5.262.380 (2013

€ 7.117.389) hebben betrekking op niet-structurele,

specifiek voor bepaalde projecten toegekende

subsidiegelden. De subsidies worden verstrekt

door ministeries (OC&W, VWS, Sociale Zaken,

Justitie, Buitenlandse Zaken), decentrale

overheden, fondsen en Europese instellingen

en programma’s.Ten opzichte van 2013 zijn de

subsidie-opbrengsten ruim € 2,5 miljoen lager.

In de projectsubsidies is een bedrag begrepen van

ongeveer € 1,4 miljoen bestemd voor de samen-

werkingspartners binnen twee projecten waar

het NJi penvoerder van is; in 2013 bedroegen

deze doorsluisgelden nog € 3,3 miljoen.

Laten we deze gelden buiten beschouwing dan

zijn de gerealiseerde projectsubsidies ongeveer

gelijk aan die van 2013. Ten opzichte van de

begroting (€ 5.947.100) zijn de opbrengsten

± € 7 ton lager. Met name bij de programma’s

Veilig opgroeien en Participatie zien we een

verschuiving van subsidies naar opdrachten.

47

Page 50: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening48 Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

• Opdrachten derden

De opdrachten derden ad € 2.219.688 (2013

€ 1.691.879) betreffen de opbrengsten uit opdrach-

ten. Ten opzichte van de begroting (€ 1.591.000)

zijn de opbrengsten ruim € 6 ton hoger. De

dalende trend van de afgelopen jaren heeft zich

niet verder voort gezet. Hoewel de beschikbare

budgetten van potentiële opdrachtgevers nog

steeds beperkt zijn, neemt de vraag naar advies toe.

• Overige projectopbrengsten

De overige projectopbrengsten zijn als volgt te

specificeren: Realisatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

Opbrengst producten 1.388.001 1.645.700 2.113.321

Overige opbrengsten 158.100 303.100 429.133

Totaal 1.546.101 1.948.800 2.542.454

Opbrengst productenDe productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten

voor trainingen (€ 1.026.953), congressen

(€ 187.317) en publicaties (€ 173.731). Uit

voorzichtigheid worden de publicatieopbrengsten

van het project Gezinsgerichte ontwikkelings-

stimulering op kasbasis verantwoord.

De opbrengsten trainingen hebben voor ongeveer

€ 0,9 miljoen betrekking op de trainingen van

het programma Triple P. Deze opbrengsten zijn

€ 0,2 miljoen lager dan begroot en € 0,4 miljoen

lager dan de realisatie 2013. Zoals verwacht is het

aantal afgenomen trainingen verder teruggelopen,

omdat een groot deel van de potentiële afnemers

inmiddels (in de basis) is getraind.

Overige opbrengstenDe overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten

voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in

projectkosten.

• Niet-projectgebonden opbrengsten

In de niet-projectgebonden opbrengsten ad

€ 62.355 (2013 € 172.764) zijn incidentele baten

opgenomen ten bedrage van € 56.398. Dit betreft

vooral de vrijval van de volgende posten:

- Voorziene oninbare debiteuren

(alsnog geïnde bedragen) € 42.112

- (gedeeltelijke) vrijval verplichting Sekondant

€ 14.286

48

Page 51: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 49Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

KOSTEN

• Personele kosten

Realisatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

Medewerkers in vaste dienst 5.405.303 5.592.000 5.627.977

Medewerkers in tijdelijke dienst 1.452.672 1.493.400 1.667.180

Detacheringen en uitzendkrachten 66.070 0 72.232

Opleidingskosten 135.067 141.700 145.434

Overige personele kosten 746.752 204.500 348.686

Opbrengst (personeelsgebonden) -135.051 -75.800 -240.309

Totaal 7.670.813 7.355.800 7.621.200

Medewerkers in vaste en tijdelijke dienstTen opzichte van 2013 zijn de totale salariskosten

(vaste en tijdelijke mw) met ruim € 0,4 miljoen

gedaald. Het gemiddeld aantal fte’s is in lijn

met de begroting afgenomen naar 92 fte (2013

100 fte). De afname wordt veroorzaakt door een

reorganisatie van het secretariaat en door de

afloop van een aantal tijdelijk contracten.

De verhouding vaste en tijdelijke medewerkers

per 31 december 2014 is 75/25 (2013 idem).

De sociale lasten bedragen € 821.255

(2013 € 869.866) en de pensioenlasten € 533.730

(2013 € 589.614)

De bezoldiging van de Raad van Bestuur, de

Directie en de Raad van Toezicht, conform de

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

publieke en semipublieke sector (WNT) bedraagt:

Raad van Bestuur: 2014 2013

drs. C. J. Bakker / 1,06 fte / dienstverband heel 2014

Beloning 137.400 136.600

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 3.400

Beloning betaalbaar op termijn (werkgeversdeel pensioenpremie) 15.000 14.800

Totaal bezoldiging 152.400 154.800

49

Page 52: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Directie: 2014 2013

drs. S.H.M. Janssen / 0,89 fte / dienstverband heel 2014

Beloning 88.200 86.500

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0

Beloning betaalbaar op termijn (werkgeversdeel pensioenpremie) 8.800 8.200

Totaal bezoldiging 97.000 94.700

Raad van Toezicht (geen dienstverband; beloning betaalbaar op termijn n.v.t.): 2014 2013

mr. P.A.H. van Lieshout, voorzitter (2014 6 mnd)

Beloning 2.500 0

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0

Totaal bezoldiging 2.500 0

mr. N.A. Kalsbeek voorzitter (2014 6 mnd)

Beloning 2.700 6.000

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 500

Totaal bezoldiging 3.200 6.500

drs. F. J. Nauta

Beloning 2.500 2.500

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0

Totaal bezoldiging 2.500 2.500

prof. Dr. H.P. Adriaansens en drs. B.C. Maasdamme

Beloning 2.700 3.000

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 300

Totaal bezoldiging 3.200 3.300

drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden

Beloning 2.700 2.700

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 500

Totaal bezoldiging 3.200 3.200

mr. J.H.C. van Zanen, 11 maanden

Beloning 2.500 3.000

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 300

Totaal bezoldiging 3.000 3.300

50

Page 53: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Detacheringen en uitzendkrachtenDe kosten voor detacheringen en uitzendkrachten

hebben betrekking op ingehuurde menskracht,

met name ter vervanging bij ziekte en

zwangerschap. De kosten worden niet

begroot en worden gefinancierd met onder

andere zwangerschapsgelden (zie opbrengst

personeelsgebonden).

Opbrengst (personeelsgebonden)De overige personele kosten hebben betrekking

op kosten arbodienst, personeelsevenementen,

outplacementkosten etc. De overschrijding

ten opzichte van de begroting wordt volledig

veroorzaakt door de niet begrote kosten voor

twee reorganisaties eind 2014 en begin 2015.

Overige personele kostenDe personeelsgebonden opbrengsten

hebben betrekking op de opbrengsten voor

zwangerschapsgelden, WAO etc.

• Materiële projectkosten

Real isatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

Diensten derden 3.910.822 4.181.700 6.117.248

Overige materiële projectkosten 686.605 895.300 660.157

Totaal 4.597.427 5.077.000 6.777.405

In de diensten derden is de eerder genoemde

doorbetaling aan onze projectpartners begrepen

van € 1,4 miljoen, € 0,2 miljoen lager dan begroot

(2013 € 1,9 miljoen lager).

• Niet-projectgebonden materiële kosten

Realisatie Begroting Real isatie

2014 2014 2013

€ € €

Basisdiensten Sekondant 1.222.341 1.591.200 1.836.578

Diensten derden 112.959 92.400 75.727

Afschrijvingen 44.778 53.700 39.689

Public relations en marketing 54.355 87.500 56.304

Bureaukosten 51.529 92.500 77.787

Overige materiële kosten 289.921 282.100 370.682

Totaal 1.775.883 2.199.400 2.456.767

51

Page 54: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Basisdiensten SekondantDeze kosten hebben betrekking op de diensten die

Sekondant aan het Nederlands Jeugdinstituut levert

(ICT, huisvesting, financiële- en salarisadministratie

en facilitaire zaken). Eind 2013 is er binnen Sekondant

een reorganisatie doorgevoerd. De reorganisatie

had betrekking op het management, de financiële

administratie en (in mindere mate) op de ICT. De

financiële administratie is met ingang van 1 juli 2014

overgegaan naar het NJi. In de begroting van het

NJi waren de kosten voor het tweede half jaar nog

opgenomen onder de kosten van Sekondant

(± € 2 ton). Bovendien is de eindafrekening 2014

van Sekondant uitgekomen op een positief bedrag van

€ 134.000.

Diensten derdenDe diensten derden bestaan uit de kosten voor

organisatieadvies, fiscaal-juridische adviezen, ICT-

advies, accountantscontrole etc. Ten opzichte van de

begroting zijn de kosten hoger, met name in verband

met toegenomen kosten voor inhuur externen (ICT)

in verband met de overgang van de administratie

naar het NJi.

AfschrijvingenDe afschrijvingskosten zijn lager dan begroot,

omdat enkele voor 2014 geplande investeringen

(vooralsnog) niet hebben plaatsgevonden.

Public relations en marketingDe kosten zijn lager dan begroot. Gepland was om

eind 2014 een nieuw relatiemagazine uit te brengen,

maar dit is verplaatst naar 2015.

BureaukostenDe bureaukosten bestaan uit de kosten voor repro,

porti, telefoon en kantoormiddelen. De bureaukosten

zijn, in lijn met de gedaalde omzet, maar ook ten

gevolge van de digitalisering, de afgelopen jaren

steeds verder afgenomen. Ten tijde van het opstellen

van de begroting waren de gerealiseerde cijfers 2013

nog niet bekend, waardoor de begrote bureaukosten

nog te hoog begroot waren.

Overige materiële kostenDeze kosten omvatten alle niet eerder genoemde

niet-projectgebonden kosten, waaronder kosten voor

zaalhuur, reis- en verblijfkosten, verzekerings- en

onderhoudskosten en de kosten voor de OR en de

Raad van Toezicht.

In de overige materiële kosten zijn incidentele

lasten opgenomen ten bedrage van € 45.577

(2013 € 110.224). Dit bedrag heeft volledig

betrekking op in 2014 voorziene dubieuze

debiteuren.

• Verbonden partijen

Het NJi is verbonden met de Stichting Sekondant,

omdat de Raad van Bestuur van het NJi lid is van

het bestuur van Stichting Sekondant. Het NJi heeft,

samen met de kennisinstituten Movisie en Vilans,

een overeenkomst afgesloten voor de administratieve

dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en

facilitaire dienstverlening. Deze overeenkomst loopt

tot en met 31 december 2015.

De werkelijke kosten 2014 van Sekondant bedragen

€ 1.602.631, waarvan een deel verantwoord is onder

de projectlasten.

De jaarrekening is door de Raad van Bestuur

vastgesteld op 17 maart 2015 en goedgekeurd

door de Raad van Toezicht in de vergadering van

31 maart 2015.

drs. C.J. Bakker

Voorzitter Raad van Bestuur

prof. dr. P.A.H. van Lieshout

Voorzitter Raad van Toezicht

prof. dr. H.P. M. Adriaansens

Lid Raad van Toezicht

mr. drs. I.K. van Engelshoven

Lid Raad van Toezicht

drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden

Lid Raad van Toezicht

drs. B.C. Maasdamme

Lid Raad van Toezicht

drs. F. J. Nauta

Lid Raad van Toezicht

drs. M.A. Verhoef

Lid Raad van Toezicht

52

Page 55: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Overige gegevens

GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.

BESTEMMING RESULTAAT

Het resultaat ad € 355.526 is als volgt toegevoegd aan het

eigen vermogen:

2014 2013

Algemene reserve 316.038 -33.427

Egalisatiereserve instellingssubsidie 39.488 7.518

Totaal 355.526 -25.909

In overeenstemming met de Kaderregeling VWS-subsidies wordt

het deel van het resultaat dat samenhangt met de instellingssubsidie

toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. De

egalisatiereserve instellingssubsidie dient ter dekking van verliezen

op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. Conform de

subsidieregeling wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de

projecten gefinancierd met instellingssubsidie toegevoegd danwel

onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, waarbij

het overschot/tekort wordt toegerekend naar rato van de instellings-

subsidie en de begrote eigen bijdrage (in 2014 0 % – 100 %).

Berekening: 2014 2013

Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie 39.488 7.799

Waarvan aandeel instellingssubsidie 39.488 7.518

Percentage 100% 96,39%

ControleverklaringDe controleverklaring is opgenomen op bladzijde 20 en 21.

53

Page 56: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

5454

Page 57: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 55

Page 58: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening56

Page 59: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

PRODUCTENOVERZICHT

57

Page 60: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

Productenoverzicht 2014Boeken, handleidingen, rapportenTenzij anders vermeld, is de uitgever Nederlands

Jeugdinstituut te Utrecht.

• Abrahamse, S., Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P.,

Goorden, O. (2014). Rapport evaluatie proef­

invoering Richtlijn ADHD. Utrecht/Amsterdam:

Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van

Amsterdam.

• Abrahamse, S., Stals, K., Moenander, P. (2014).

Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn

Multiprobleemgezinnen. Utrecht/Amsterdam:

Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van

Amsterdam.

• Addink, A., Ligtermoet, I. (2014). Werken met

multiprobleemgezinnen bij LJ&R. Methodische

aanvulling op de Deltamethode voor

gezinsvoogden. Utrecht.

• Addink, A., Ligtermoet, I. (2014). Met respect

vasthouden. Advies naar aanleiding van de

opdracht ‘met respect vasthouden’. Utrecht.

• Addink, A., Lekkerkerker, L. (2014). Feedback

Informed Treatment in jeugd­ en opvoedhulp. Een

onderzoek bij Trias naar het werken met FIT. Utrecht.

• Adriaensen, I., Meersschaert, E., Daele, S. van,

Vogelaere, W., IJzerman, E., Marijnis, H.M. (2014).

Blikopener. Intercultureel leren in internationale

jongerenprojecten. Utrecht.

• Anthonijsz, I., Julsingha, K. van, Sluijs, C. van der,

Kleinjan-van Zwet, M., Mobach, C. (2014). Kinderen

blijvend veilig. Bouwstenen voor verder werken

aan vernieuwing in de jeugdbescherming in het

nieuwe jeugdstelsel. Utrecht.

• Baat, M. de, Messing, C.T.H.M., Prins, D. (2014).

Wat werkt bij schoolverzuim en voortijdig

schoolverlaten? Update (2014). Utrecht.

• Baat, M. de, Spoelstra, J., Meulen, G. ter,

Stoltenborgh, M., Vinke, A. (2014). Matching van

langdurig uithuisgeplaatste jeugdigen aan een

pleeggezin of gezinshuis. Hoe werkt het in de

praktijk? Leiden/Utrecht/De Glind: ADOC/

Nederlands Jeugdinstituut/Gezinspiratieplein.

• Bakker, P.P. (2014). Een keur aan brede scholen.

Campus Caleidoscoop 2014. Keurmerkverlening

Brede scholen Almere. Rapportage keurmeester.

Utrecht.

• Bakker, P.P. (2014). Rapport audit Keurmerk

Rotterdams jongerenwerk. Stichting Buurtwerk

Alexander Noord, Rotterdam. Utrecht.

• Bakker, P.P. (2014). Rapport audit Keurmerk

Rotterdams jongerenwerk. Stichting Buurtwerk

Kralingen Crooswijk, Rotterdam. Utrecht.

• Bakker, P.P. (2014). Talentontwikkeling in woord

en daad. Inhoudelijk kader jeugdwerk Stichting De

Schoor, Almere. Utrecht.

• Balledux, M., Chênevert, C., Lekkerkerker, L.,

Daamen, W., Verweij-Kwok, S. (2014). Alert4you in

de BSO. Utrecht.

• Balledux, M., Chênevert, C. (2014). Ken de praktijk.

Onderzoek naar Alert4you 2009­2013. Utrecht.

• Bartelink, C., Udo, N., Kooijman, K. (2014).

Veiligheid en welzijn van jeugdigen van ouders met

middelenmisbruik en/of psychische problemen.

Utrecht.

• Bartelink, C., Eijgenraam, K., Kooijman, K., Daru, S.,

Gastel, W. van (2014). Ontwikkeling en

betrouwbaarheid van een risicotaxatie­instrument

Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. Utrecht.

• Bartelink, C., Kooijman, K. (2014). Beslissen over

hulp door ouders, jeugdige én de jeugd­ en

gezinsgeneralist. Utrecht.

• Berge, I.J. ten, Beek, I. van, Anthonijsz, I., Goes, A.

(2014). Handleiding en deelnemersmap Training

Startdagen Veilig Thuis. In opdracht van de

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Den Haag: VNG.

• Berge, I.J. ten, Eijgenraam, K., Bartelink, C. (2014).

Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid.

Herziene versie 2014. Utrecht.

• Berge, I.J. ten, Eijgenraam, K., Bartelink, C. (2014).

Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid ­

Toelichting en instructie 2014. Utrecht.

• Berge, I.J. ten, Meuwissen, I. (2014). Licht

Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid ­ korte

toelichting. Utrecht.

• Berger, M.A., Abrahamse, S., Gort, A. (2014). Hun

verleden is niet hun toekomst. Actieplan Aanpak

meisjesslachtoffers van loverboys/mensenhandel in

de zorg voor jeugd. Utrecht.

• Berger, M.A., Vons, W. (2014). Jeugdzorg versterkt

door professionalisering en beroepsregistratie.

Terug blik op een succesvolle kwaliteitsimpuls.

Utrecht.

58

Page 61: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Berns, J., Bommel, M. van, Rijn. J. van (2014).

Handleiding Kansrijk Implementeren Triple P.

Utrecht.

• Bosscher, N., Chênevert, C., Balledux, M. (2014).

Rapportage monitoronderzoek naar de meerwaarde

van OKIDO. Utrecht.

• Daamen, W., Chênevert, C. (2014). Vroeg signalering

en ondersteuning in de kinder opvang. Monitor

naar de samenwerking tussen de ouder­kind­

adviseur en de Alert4you coach in de kinderopvang.

Utrecht.

• Daamen, W., Ince, D. (2014). Wat werkt bij het

bevorderen van een positieve ontwikkeling van

jeugdigen? Utrecht.

• Daamen, W., Verweij-Kwok, S., Balledux, M. (2014).

Eindrapportage procesevaluatie coaching on the

job in de proeftuin Gewoon bijzonder wordt

Bijzonder – Gewoon. Monitor naar coaching on the

job in de gemeente Rotterdam. Utrecht.

• Darwish, L., Bakker, P.P. (2014). Jongerencoaching:

unieke inzet voor participatie. Inhoudelijk kader

jongerencoaching voor Stichting Dienstverlening

Nieuwe Waterweg. Utrecht.

• Darwish, L., Bakker, P.P. (2014). Jongerencoaching

in Vlaardingen. Uitgangspunten en handvatten.

Methodiekbeschrijving. Utrecht.

• Deen, C., Vink, C., Berg-Le Clerq, T., Daamen, W.,

Smit, H. (2014). Startdossier kansen en risico’s in

de verbinding onderwijs­jeugdbeleid. Een

internationale verkenning en Nederlandse reflectie.

Utrecht.

• Deen, C., Messing, C.T.H.M., Meima, B., Daamen, W.,

Prins, D. (2014). Verkenning jeugdzorgbehoefte in

het SBO, het PrO en REC 3 in Amsterdam, Utrecht.

Utrecht.

• Denktank Transformatie Jeugdstelsel, Bakker, C.J.,

Yperen, T.A. van, Prakken, J. (red.) (2014). Beter

met minder. Bouwstenen voor de transformatie

van het jeugdstelsel. Utrecht.

• Denktank Transformatie Jeugdstelsel, Prakken, J.

(red.) (2014). De eerste lijn: over wijkteams,

generalisten, kansen en dilemma’s. Notitie

Denktank Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.

• Eijgenraam, K., Bartelink, C., Daru, S., Gastel, W. van,

Kooijman, K. (2014). Instrument Risicotaxatie

Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Utrecht.

• Eijgenraam, K., Bartelink, C., Daru, S., Gastel, W. van,

Kooijman, K. (2014). Toelichting bij Instrument

Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Utrecht.

• Eijgenraam, K., Ligtermoet, I., Yperen, T.A. van

(2014). Afname van het beroep op dure zorg voor

jeugd meten. Advies voor operationalisatie van

CJG prestatie­indicator 4. Utrecht.

• Emmen, M., Addink, A., Felten, H. (2014). Jong &

Anders. Onderzoek naar aandacht voor lesbische,

homo­ en bi­jongeren, transgenderjongeren en

jongeren met een intersekse conditie (LHBTi) in

jeugdwelzijn, jeugdzorg en jeugd­(L)VB. Utrecht:

Movisie/Nederlands Jeugdinstituut.

• European Commission - Directorate General

Education & Culture, Snijder, M., Marijnis, H.M.

(2014). Erasmus+ Programmagids Nederlandstalige

Pocketeditie Jeugd. Utrecht.

• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P. (2014). Rapport

evaluatie proefinvoering Richtlijn Uithuisplaatsing

en Richtlijn Crisisplaatsing. Utrecht/Amsterdam:

Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van

Amsterdam.

• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.

(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn

Scheiding en problemen van kinderen. Utrecht/

Amsterdam: Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool

van Amsterdam.

• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.

(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn

Middelengebruik. Utrecht/Amsterdam: Nederlands

Jeugdinstituut/Hogeschool van Amsterdam.

• Foolen, N., Koopman, M., Moenander, P.,

Goorden, O. (2014). Rapport evaluatie

proefinvoering Richtlijn Pleegzorg. Utrecht/

Amsterdam: Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool

van Amsterdam.

• Hilverdink, P., Berg-le Clerq, T. (2014). Solid

ground for early intervention. Findings of an

international review in The Netherlands. Utrecht.

• Hoex, J., Kolsteren, F. (2014). Veldinstrument

observatie pedagogische praktijk kindercentra en

peuterspeelzalen. Utrecht: GGD GHOR Nederland.

• Hoogeboom, F., Messing, C.T.H.M., Zwijnenburg, M.,

Bosdriesz, M., Deen, C. (2014). Veiligheid in

verbinding. Onderwijs en de justitiële keten samen

voor kind en jongere. Utrecht.

• Kalthoff, H. (2014). Handleiding voor de Instapje­

medewerkster. Utrecht.

• Kalthoff, H. (2014). Hoe speel je Samenslim met je

kind? Alkmaar: Buro Extern.

• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Integratie Bereslim in

VVE Thuis. Toelichting voor begeleiders van

ouderbijeenkomsten. Alkmaar: Buro Extern.

59

Page 62: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Integratie Bereslim in

Opstapje en Opstap. Toelichting voor begeleiders.

Alkmaar: Buro Extern.

• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Instructiebladen

Bereslimme Boeken. Alkmaar: Buro Extern.

• Kalthoff, J., Berns, J. (2014). Instructiebladen

Letters in Beweging. Alkmaar: Buro Extern.

• Kalthoff, H., Ince, D. (2014). Handleiding contact­

medewerksters Opstap. Alkmaar: Buro Extern.

• Kalthoff, H., Ince, D., Berns, J. (2014). Handleiding

contactmedewerksters Opstapje. Alkmaar: Buro

Extern.

• Kalthoff, H., Ince, D., Berns, J. (2014). Handleiding

training contactmedewerksters Opstapje. Alkmaar:

Buro Extern.

• Kann, D., Wijnen, B., Wienke, D., Wilde, E.J. de,

Deen, C. (2014). Top­10 Ondersteuningsvragen in

het onderwijs. Utrecht.

• Kooijman, K., Zoon, M. (2014). Uitvoering van

interventies die bijdragen aan de preventie van

kindermishandeling. Een beknopte inventarisatie.

Utrecht.

• Kooijman, K., Vianen, J. (2014). Kwaliteit van de

zorgstructuur, competenties en werkwijze bij

beslissen over en toeleiden naar jeugdhulp.

Adviesrapport voor gemeente Haarlemmermeer.

Utrecht.

• Kooijman, K., As, A. van (2014). VoorZorg ­ Monitor

2013. Utrecht.

• Kooijman, K. (2014). ‘Jij en je kind’: versterken van

ontwikkelingsstimulering en ouder­kind interactie

in VoorZorg. Eindverslag van de pilot, ten behoeve

van de Bernard van Leer Foundation. Utrecht.

• Laffra, J., Nikken, P. (2014). Wat werkt bij het

versterken van eigen kracht? Utrecht.

• Lange, M., Prakken, J., Candel, F., Dijkshoorn, P.,

Verhoef, M., Yperen, T. van (red.) (2014). Specifieke

zorg voor jeugd in het nieuwe stelsel. Notitie

Denktank Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.

• Lekkerkerker, L., Wilde, E.J. de, Kann, D. (2014).

Monitor Professionalisering Jeugdzorg.

Eindrapportage. Utrecht.

• Ligtermoet, I., Okma, K. (2014). Steun voor

aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.

Visiedocument voor gemeenten. Utrecht.

• Ligtermoet, I., Kalthoff, H. (2014). Oudercursus

Ouders Interactief. Draaiboek voor begeleiders.

Alkmaar: Buro Extern.

• Ligtermoet, L., Kooijman, K. (2014). Moeders

Informeren Moeders ­ Registratie 2013. Utrecht.

• Messing, C.T.H.M. (2014). School als Werkplaats.

MBO niveau 3 en 4 opleidingen. Utrecht.

• Messing, C.T.H.M., Valkestijn, M. (2014).

Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd. Utrecht.

• Messing, C.T.H.M. (2014). On the rebound.

Inrichting van de bovenschoolse ondersteuning in

de regio Noord­Oost Twente. Utrecht.

• Messing, C.T.H.M. (2014). Diabetes en primair

onderwijs. Een verkenning van toegang en medisch

handelen in enkele Europese landen en de VS.

Utrecht.

• Meulen, G. ter., Vinke, A., Baat, M. de, Spoelstra, J.

(2014). Matching van langdurig uithuisgeplaatste

jeugdigen aan een pleeggezin of gezinshuis. Een

overzicht uit de literatuur. Leiden/Utrecht/De

Glind: ADOC/Nederlands Jeugdinstituut/

Gezinspiratieplein.

• Nederlands Jeugdinstituut (2014). Tienerouders.

Over hulp aan jonge moeders en vaders. Utrecht.

• Nikken, P., Markx, I. (2014). Opvoeden met media:

Een verkennend onderzoek naar ‘lastige’

opvoedsituaties en het gebruik van

opvoedingsondersteuning bij ouders met kinderen

tot en met 12 jaar. Utrecht.

• Okma, K., Naafs, L., Vergeer, M., Berns, J. (2014).

QuickScan naar de ondersteuningsbehoefte van

zorgintensieve gezinnen. Visiedocument. Utrecht.

• Prakken, J., Deen, C., Wijnen, B. (red.) (2014).

Passend onderwijs en jeugdhulp: een gedeelde

verantwoordelijkheid. Notitie Denktank

Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.

• Programma Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg (2014).

Jaarverslag 2013. Utrecht: Nederlands

Jeugdinstituut/Stuurgroep Richtlijnontwikkeling

Jeugdzorg.

• Radema, D., Kessel, B. van (2014). In vijf stappen

naar een OZA zmolk. Utrecht: Nederlands

Jeugdinstituut/Landelijk Expertisecentrum Speciaal

Onderwijs (LESCO).

• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).

Onderwijs­zorgarrangementen (zmolk). Voor

leerlingen met een (lichte) verstandelijke beperking

en ernstige gedrags­ of psychiatrische

problematiek. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut/

Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs

(LESCO).

• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).

Samenvattende basisaanpak zmolk’ers. Utrecht:

Nederlands Jeugdinstituut/Landelijk

Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LESCO).

60

Page 63: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).

Bewerking competentieprofiel leerkracht speciaal

onderwijs. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut/

Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs

(LESCO).

• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).

Kerncompetenties van uitvoerders van onderwijs­

zorgarrangementen voor zmolk’ers. Utrecht:

Nederlands Jeugdinstituut/Landelijk

Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LESCO).

• Rooijen, K. van, Zwikker, N., Vliet, E. van der (2014).

Wat werkt bij online hulpverlening. Update (2014).

Utrecht.

• Rooijen, K. van, Ince, D., Rietveld, L. (2014).

Wat werkt bij supervisie, intervisie en coaching?

Update (2014). Utrecht.

• Rooijen, K. van, Udo, N., Daamen, W. (2014).

Wat werkt tegen pesten? Update (2014). Utrecht.

• Smit, H., Messing, C.T.H.M., Brinkman, B. (2014).

Maak werk van participatie. Eindrapportage

Kennispraktijknetwerk arbeidstoeleiding

kwetsbare jeugd. Utrecht.

• Smit, H., Wagemans, R., Brinkman, B. (2014). MBO

als wijk verbinden vanuit ander perspectief. Utrecht.

• Spaans, M., Ahles, K., Abell, O., Nikken, P. (2014).

Media in de kinderopvang: Een onderzoek naar

media en beleid in de kinderopvang. Hilversum/

Utrecht: Mediawijzer.net/Sardes/Nederlands

Jeugdinstituut.

• Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.

(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn

KOPP. Utrecht/Amsterdam: Nederlands

Jeugdinstituut/Hogeschool van Amsterdam.

• Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.

(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn

Stemmingsproblemen. Utrecht/Amsterdam:

Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van

Amsterdam.

• Verweij-Kwok, S., Kalthoff, H., Verbern, J. (2014).

Oudercursus Omgaan met media. Draaiboek voor

begeleiders. Utrecht.

• Vianen, R., Prakken, J. (red.) (2014). Jeugdigen

beschermen in het nieuwe stelsel. Notitie Denktank

Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.

• Vink, C., Fukkink, R., Bosscher, N. (2014). Think

Parents. Putting Parents at the heart of parenting

support. Utrecht.

• Wienke, D. (2014). Onderzoek sociale veiligheid

IJburg College Amsterdam n.a.v. steekpartijen en

bedreigingen. Utrecht.

• Wienke, D. (2014). Onderzoek bij de Horeca­

Vakschool te Rotterdam; een zoektocht naar

redenen in/om de school voor de zelfdoding van

een leerling. Utrecht.

• Wienke, D. (2014). Randvoorwaarden en

invoeringscondities voor anti­pestprogramma’s;

resultaten van een praktijkvalidatie. Utrecht.

• Wienke, D., Antonijsz, I., Abrahamse, S., Daamen,

W., Nieboer, A. (2014). Beoordeling

antipestprogramma’s; rapportage van de

commissie voor het Ministerie van Onderwijs,

Cultuur en Wetenschap. Utrecht.

• Winter, M. de, Valkestijn, M., Metz, J., Hoorik, I.

van (2014). Jongerenwerk Utrecht: Een basis­

voorziening! Rapport visitatie jongerenwerk

Utrecht. Utrecht.

• Yperen, T.A. van, Wilde, E.J. de, Keuzenkamp, S.

(2014). Outcome in Zicht. Werken met prestatie­

indicatoren in de jeugdhulp. Utrecht.

• Yperen, T.A. van, Wilde, E.J. de (2014). Op zoek

naar uitkomst. Meten van resultaten in het

jeugdstelsel. Utrecht/Amsterdam: Nederlands

Jeugdinstituut/DMO Amsterdam.

• Yperen, T.A. van, Berg, G. van den (2014). JGZ en

vrij toegankelijke jeugdhulp. Definitie en prestaties.

Utrecht.

• Yperen, T.A. (e.a.), Gezondheidsraad, Commissie

professionalisering maatschappelijke ondersteuning

(2014). Sociaal werk op solide basis. Den Haag:

Gezondheidsraad.

• Zoon, M., Berg-le Clercq, T. (2014). Wat werkt in

multiprobleemgezinnen? Update (2014). Utrecht.

• Zoon, M., Berg-le Clercq, T. (2014). Wat werkt voor

kinderen van ouders met psychische problemen?

Utrecht.

• Zoon, M., Foolen, N. (2014). Wat werkt bij licht

verstandelijk beperkte ouders? Update (2014).

Utrecht.

61

Page 64: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

Artikelen• Bartelink, C., Yperen, T.A. van, Berge, I.J. ten,

Kwaadsteniet, L. de, Witteman, C.L.M. (2014).

Agreement on Child Maltreatment Decisions: A

Nonrandomized Study on the Effects of Structured

Decision-Making. Child & Youth Care Forum,

43 (5), 639-654.

• Berge, I.J. ten, Bartelink, C. (2014). Zicht op

veiligheid: Veiligheids- en risicotaxatie in de zorg

voor jeugd. In: Goudena, P.P., Groot, R., Janssens,

J.M.A.M. de, Orthopedagogiek: State of the art

(pp. 171-186). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

• Busch, V., Loyen, A., Lodder, M., Schrijvers A.J.P.,

Yperen, T.A. van, Leeuw, J.R.J. de. (2014). The

effects of adolescent health-related behavior on

academic performance: a systematic review of the

longitudinal evidence. Review of Educational

Research, 84 (2), 245-274.

• Eiling, E., Diggele-Holtland, M. van, Yperen, T.A. van,

Boer, F. (2014). Outcome evaluation of psychosocial

support for children in the Republic of South Sudan.

Intervention, International Journal of Mental

Health, Psychosocial Work and Counselling in Areas

of Armed Conflict, 20 (1), 61-75.

• Goense, P., Boendermaker, L., Yperen, T.A. van,

Stams, G., Laar, J. van. (2014). Implementation of

treatment integrity procedures. Zeitschrift für

Psychologie, 222 (1), 12-21.

• Haar, M. ter, Valkestijn, M. (2014). Werk aan de

winkel: de sportvereniging als verbinding tussen

sport en jeugdbeleid. Jeugdbeleid, 8 (3/4), 1-8.

Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

• Hoex, J., Hooghuis, T. (2014). Kindvolgend of

doelgestuurd. Management Kinderopvang, 20 (9),

16-18. Amsterdam: Reed Business Media.

• Hoex, J., Janssen, H. (red.) (2014). Partnerschap in

opvangen en opvoeden / Het werkveld kinderopvang.

In: Samen opvoeden; oriëntatie op pedagogische

werkvelden. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

• Kalthoff, H. (2014). UW Ouderplatform - Utrecht-

West. www.nji.nl.

• Kooijman, H. (2014). SiStah. Ondersteunt

pubermeiden in de gemeente Delft bij het volwassen

worden. www.nji.nl.

• Nikken, P., Jansz, J. (2014). Developing scales to

measure parental mediation of young children’s

internet use. Learning, Media & Technology, 39 (2),

250-266. Taylor & Francise Online.

• Notten, N., Nikken, P. (2014). Boys and girls taking

risks online: A gendered perspective on the impact

of families and societies on adolescents’ risky online

behavior. New Media & Society, nms.sagepub.com,

Sage Journals.

• Vink, C. (2014). De verbinding tussen onderwijs en

wijkaanpak. Kader Primair, maart 2014, 24.

• Vink, C. (2014). School en Jeugdzorg. Didactief,

44 (10), december 2014, 21.

• Vink, C., Wijnen, B. (2014). Het Deense gezicht van

passend onderwijs en jeugdzorg. Van 12­18, april

2014, 10.

• Vries, D. de, Peter, J., Nikken, P., Graaf, H. de.

(2014). The effect of social network site use on

appearance investment and desire for cosmetic

surgery among adolescent boys and girls. Sex Roles;

A Journal of Research, 71 (9), 283-295. Springer.

• Wilde, E.J. de, Andriessen, K., Krycinska, K.,

Andries, C. (2014). Het suïcidale proces In:

Zelfdoding bij kinderen en jongeren. Utrecht:

Lannoo.

• Yperen, T.A. van, Ince, D., Valkestijn, M. (2014).

Effectieve interventies voor de beroepsopvoeder.

In: Meer dan opvoeden. Perspectieven op het

werken met ouders. Bussum: Coutinho.

• Yperen, T.A. van (2014). Evidence-based werken is

geen kwestie van top-down of bottom-up. Debat:

Sociale interventies onderzoeken doe je zo!

www.socialevraagstukken.nl, 15 december 2014.

• Yperen, T.A. van. (2014). Evidence-based werken in

de jeugdzorg. In: L. Tavecchio, C. van Dijkum (red.),

Praktijkonderzoek in ontwikkeling. Nieuwe

inzichten en voorbeelden (pp. 29-46). Amsterdam:

Boom Lemma.

• Yperen, T.A. van. (2014). Jeugdsector: gebruik die

kennis! NVO­Bulletin, 15 (2), 10-11.

62

Page 65: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

Blogs• Baat, M. de (2014). Gemeenten: koop

professionele pleegzorgbegeleiding in.

www.kennisnetjeugd.nl, 7 augustus 2014.

• Bakker, P.P. (2014). Een jeugdgeneralist weet

ook niet alles. www.zorgenwelzijn.nl,

15 september 2014.

• Bakker, P.P. (2014). Jongens op hoge hakken.

www.zorgenwelzijn.nl, 17 september 2014.

• Bakker, P.P. (2014). Is kinderwerk kinderspel?

www.zorgenwelzijn.nl, 22 oktober 2014.

• Berg, G. van den (2014). Hoeveel kinderen

hebben autisme? We weten het niet.

www.kennisnetjeugd.nl, 11 september 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). Is Nederland wel

kampioen uithuisplaatsen?

www.kennisnetjeugd.nl, 20 februari 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). Hoe stomen we

samen nieuwe raadsleden klaar voor de

stelsel wijziging jeugd? www.kennisnetjeugd.nl,

7 maart 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). Passend onderwijs:

staat het kind of het geld voorop?

www.kennisnetjeugd.nl, 25 maart 2014.

• Berg-le Clerq, T. (2014). ‘Gemeenten informeer

gezinnen nu al!’. www.kennisnetjeugd.nl,

11 april 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). Gemeenten en

alternatieve geneeswijzen.

www.kennisnetjeugd.nl, 15 april 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). 2015: een spannend

jaar voor ons allemaal. www.kennisnetjeugd.nl,

26 mei 2014.

• Berg-le Clercq, T. (2014). Mijn moeizame

relatie met de jeugdgezondheidszorg.

www.kennisnetjeugd.nl, 30 oktober 2014.

• Drion, N. (2014). Laat de dokter niet verzuipen.

www.kennisnetjeugd.nl, 25 november 2014.

• Dronkers, F. (2014). Richtlijnen jeugdzorg:

klaar voor de transitie. www.kennisnetjeugd.nl,

10 juni 2014.

• Foolen, N. (2014). Waarom worden effectieve

interventies zo weinig gebruikt?

www.kennisnetjeugd.nl, 11 november 2014.

• Holdorp, J.M. (2014). Zorgprofessionals,

maak tijd voor je vakliteratuur.

www.kennisnetjeugd.nl, 23 december 2014.

• Kalthoff, H. (2014). Voor- en vroegschoolse

educatie werkt niet/wel? www.kennisnetjeugd.nl,

23 september 2014.

• Kooijman, K. (2014). Beslissen in dialoog.

www.kennisnetjeugd.nl, 20 mei 2014.

• Lange, M. de (2014). Hoe zorgen we dat

kwetsbare kinderen mee doen?

www.kennisnetjeugd.nl, 4 juli 2014.

• Lange, M. de (2014). Buikpijn over

besluitvorming. www.kennisnetjeugd.nl,

21 augustus 2014.

• Lange, M. de (2014). Ruim baan voor cliënten.

www.kennisnetjeugd.nl, 19 december 2014.

• Messing, C.T.H.M. (2014). Je zult het maar

hebben. www.kennisnetjeugd.nl, 2 september 2014.

• Messing, C.T.H.M. (2014). Het Zwitserlevengevoel.

www.kennisnetjeugd.nl, 24 oktober 2014.

• Meuwissen, I. (2014). Opleidingen hebben

onvoldoende aandacht voor kinder-

mishandeling en huiselijk geweld.

www.kennisnetjeugd.nl, 26 augustus 2014.

• Okma, K. (2014). Goedkoop adequaat.

www.kennisnetjeugd.nl, 8 april 2014.

• Okma, K. (2014). Van mij! Nietes! Van mij!

www.weekvandeopvoeding.nl, 8 oktober 2014.

• Smit, H. (2014). De droom van Pieter.

www.kennisnetjeugd.nl, 15 december 2014.

• Stals, K. (2014). Vakgenoten: stel je op als

ambassadeur van je richtlijnen.

www.kennisnetjeugd.nl, 2 december 2014.

• Vergeer, M. (2014). Zelfregulatie in de

residentiële jeugdzorg: het kan!

www.kennisnetjeugd.nl, 9 september 2014.

• Vergeer, M. (2014). Wat kan de gemeente doen

voor weeskinderen? www.kennisnetjeugd.nl,

23 oktober 2014.

• Verweij-Kwok, S. (2014). Doorgaande lijn:

noodzaak of nonsense? www.kennisnetjeugd.nl,

11 maart 2014.

• Wijnen, B. (2014). Passend onderwijs en

jeugdhulp: het kan simpeler! www.nji.nl,

26 maart 2014.

• Wijnen, B. (2014). Uitdaging bij invoering

Passend Onderwijs. www.hetkind.org, 12 juli 2014.

• Wijnen, B. (2014). Onderwijs in 2032: niet

alleen leren, maar ook ontwikkelen.

www.kennisnetjeugd.nl, 21 november 2014.

• Wilde, E.J. de (2014). Kindermishandeling

professioneel aanpakken.

www.kennisnetjeugd.nl, 21 mei 2014.

• Wilde, E.J. de (2014). De gemeentelijke

sturingsfruitmand. www.kennisnetjeugd.nl,

16 oktober 2014.

63

Page 66: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Yperen, T.A. van (2014). Lessen uit Londen.

www.kennisnetjeugd.nl, 13 februari 2014.

• Yperen, T.A. van (2014). Past intuïtie bij

professioneel handelen?

www.kennisnetjeugd.nl, 19 maart 2014.

• Yperen, T.A. van (2014). Jeugdhulp en een

gebroken been. www.kennisnetjeugd.nl,

14 april 2014.

• Yperen, T.A. van (2014). Jeugdhulp

driehoog achter. www.kennisnetjeugd.nl,

19 mei 2014.

• Yperen, T.A. van (2014). Afscheid van een

water bed. www.kennisnetjeugd.nl,

18 december 2014.

Video’s• Abrahamse, S., Nuyens, N. (regisseur) (2014).

Praktijkvoorbeeld Transitie en Transformatie:

FACT-team Hoogeveen. www.nji.nl [video].

• Maanen, B. van., Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).

Erasmus+ in 150 seconden: Nederlandse versie.

www.erasmusplusjeugd.nl [video].

• Maanen, B. van, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).

Erasmus+ in 150 seconden: Engelse versie.

www.erasmusplusjeugd.nl [video].

• Maanen, B. van, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).

Eurodesk animatie: Nederlandse versie.

www.erasmusplusjeugd.nl [video].

• Maanen, B. van., Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).

Eurodesk animatie: Engelse versie.

www.erasmusplusjeugd.nl [video].

• Raad, M. de, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).

Uitgewisseld. www.erasmusplusjeugd.nl [video].

• Rijn, J. van (regisseur) (2014). De voordelen van

Triple P. www.triplep­nederland.nl [video].

• Smit, H., Daamen, W. (regisseur) (2014).

Impressie congres MBO en jeugdbeleid: dit werkt!

www.nji.nl [video].

Brochures, factsheets, folders• Berg-le Clercq, T., Ooms, H., Wilde, E.J. de, Nuyens, N.

(2014). Kosteneffectief Transformeren. Wat is uw

succesformule?

• Bosscher, N. (2014). Factsheet The decentralisation

and transformation of the Dutch youth care

system. Update June 2014.

• Deen, C., Wagemans, R., Wijnen, B. (2014). School

en wijk verbonden. Tips voor de aansluiting van

onderwijs op een wijk­, gebieds­ of stedelijke

aanpak voor opvoeden en opgroeien.

• Deen, C., Messing, C.T.H.M., Wijnen, B. (2014).

Ondersteuning in het Nederlandse onderwijs.

• Denktank Transformatie Jeugdstelsel (2014).

Beter met minder ­ Samenvatting.

• Denktank Transformatie Jeugdstelsel (2014).

Beter met minder ­ Statements.

• Hilverdink, P. (2014). Working with young people

in the Netherlands: state of the art in short.

Background information for the 2nd European

Youth Work Convention, Belgium 2015.

• Ince, D., Yperen, T.A. van, Valkestijn, M., Meinema,

T., TvoorTaal (2014). Top ten positive youth

development. Protective factors in parenting and

growing up.

• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Bereslim.

• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Samen spelen met

Bereslim.

• Kalthoff, H. (2014). Factsheet UW Ouderplatform.

Geef jeugd en gezin toekomst!

• Kessel, B. van, Fafieanie, V. (2014). Factsheet

Continuïteit van onderwijs­zorgarrangementen in

het speciaal onderwijs.

• Messing, C.T.H.M., Deen, C. (2014). Onderwijs in

Nederland.

• Messing, C.T.H.M., Berg-le Clercq, T., Smit, H. (2014).

Wegwijs in de transities van het jeugdstelsel.

• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van

Veiligheid en Justitie, Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG) (2014). Factsheet Toegang tot

jeugdhulp.

• Ree, Y. van der, Messing, C.T.H.M., Wagemans, R.,

Deen, C., Roozemond, C. (2014). Om de leerling.

Passend onderwijs maken we samen.

• Smit, H., Wijnen, B. (2014). Inkoop van jeugdhulp:

onderwijs in beeld?

• Snijder, M., Remijn, M., Wijdeven, F., Ravenhorst, H.,

Marijnis, H.M. (2014). Erasmus+ Meer perspectief.

Jeugd.

• Snijder, M., Remijn, M., Wijdeven, F., Ravenhorst, H.,

Marijnis, H.M. (2014). Erasmus+ Meer Perspectief.

Algemeen.

• Valkestijn, M., Ince, D., Daamen, W. (2014).

Wat werkt bij het bevorderen van een positieve

ontwikkeling jeugd. De top tien beschermende

factoren en handvatten voor jeugdbeleid.

• Vink, C., Wijnen, B. (2014). Deense inspiratie

voor de transitie en transformatie van jeugdhulp

en passend onderwijs in Nederland.

• Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),

64

Page 67: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

Nederlands Jeugdinstituut (2014). Factsheet

Toegang.

• Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),

Nederlands Jeugdinstituut, Bartelink, C. (2014).

Factsheet Familiegroepsplan.

• Wienke, D. (2014). Factsheet voor schoolleiders:

hoe pesten in en om school te voorkomen en tegen

te gaan.

• Wijnen, B., Messing, C.T.H.M. (2014). Participatie

kwetsbare jeugd. Waar alle transities in het sociaal

domein samenkomen.

• Wilde, E.J. de, Soest, M. van (2014). De Monitor

Aanpak Kindermishandeling.

• Zwikker, N., Berg, G. van der (2014). Alcohol en

Cannabis. Gebruik en zorggebruik door jongeren.

Nieuwsbrieven• Bommel, M. van (2014). Triple P voor

beroepskrachten, jaargang 6 (9 t/m 11).

• Bommel, M. van (2014). Speciale nieuwsbrief

Triple P, jaargang 6 (1 t/m 2).

• Darwish, A.A. (2014). Newsletter Netherlands

Youth Institute, jaargang 5 (1).

• Hardeman, S. (2014), Nieuwsbrief Richtlijnen

Jeugdzorg, jaargang 2 (1 t/m 3).

• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van (2014).

Nieuwsbrief VVE Thuis (1 t/m 3).

• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van (2014).

Nieuwsbrief Stapprogramma’s (1 t/m 2).

• Lierop, R. van (2014). Nieuwsbrief Jeugd,

jaargang 7 (1 t/m 44).

• Marijnis, H.M. (2014). Nieuwsbrief Erasmus+

Jeugd en Eurodesk, jaargang 1 (1 t/m 9).

Bijeenkomsten, congressen en expertmeetings• BV Jong, Verdiwel, Nederlands Jeugdinstituut,

Kinderwerkersdag 2014, te Utrecht, op 3 november

2014, aantal deelnemers 100.

• Kohnstamm Instituut, Gastouderopvang in

West­Europa, te Amsterdam, op 22 mei 2014,

aantal deelnemers 14.

• Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon, PIONN,

PI-Research, SEJN Effectiviteitsplatform, te

Utrecht, op 24 april 2014, aantal deelnemers 50.

• Nederlands Jeugdinstituut, RIVM, GGD Nederland,

Kennisnetwerk Jeugdmonitoring, te Utrecht, 3

bijeenkomsten op diverse data, aantal deelnemers 60.

• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdzorg Nederland,

GGD Nederland, MEE Nederland, G32, Ieder(in),

Jeugdwelzijnsberaad, LOC Zeggenschap in zorg,

Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, MOgroep,

ActiZ, Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra,

GGZ Nederland, Landelijk Kenniscentrum LVB,

Forum, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie,

Landelijk platform GGZ, Movisie, Nationale Jeugd-

zorg Prijzen, Nederlands Centrum Jeugdgezond heid,

NJR, Het Kinderopvangfonds, PO-Raad, VO-raad,

Vereniging van Nederlandse Gemeenten,

Transformeren doe je samen, te Ede,

op 16 juni 2014, aantal deelnemers 580.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share

bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/

Toegang, te Kampen, op 30 juni 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share

bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/Toegang,

te Cuijk, op 1 juli 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share

bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/

Toegang, te Bergen op Zoom, op 3 juli 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share

bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/

Toegang, te Stichtse Vecht, op 8 juli 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, International

expert meeting on demedicalising childhood

disorders, te Den Haag, op 23 mei 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Lunchbijeenkomst

VNG, te Den Haag, op 21 januari 2014, aantal

deelnemers 30.

• Nederlands Jeugdinstituut, CINOP, EP-Nuffic,

Informatiebijeenkomst Erasmus+ Jeugd, te

Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 30.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), MBO Raad,

MBO en jeugdbeleid: dit werkt!, te Assen,

op 11 november 2014, aantal deelnemers 230.

• Nederlands Jeugdinstituut, LECSO, VGN en VOBC,

Werkbijeenkomst onderwijs­zorgarrangementen

voor Zmolk/LVB+, te Utrecht, op diverse data,

aantal deelnemers 200.

65

Page 68: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Nederlands Jeugdinstituut, Universiteit Utrecht,

Altra, Onderwijs en jeugdhulp: meer dan de som

der delen, Lezingencyclus Opgroeien tussen

wetenschap en praktijk, te Utrecht, op diverse data,

aantal deelnemers 120.

• Nederlands Jeugdinstituut, Kinderrechtenhuis,

Jongeren die er toe doen. Zelfbestuur in jeugdhulp,

Mulock Houwer-lezing door Wim Slot, te Leiden, op

20 november 2014, aantal deelnemers 150.

• Nederlands Jeugdinstituut, JSO, Indicatoren voor

de positieve ontwikkeling, te Utrecht, op

8 september 2014, aantal deelnemers 12.

• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Den Bosch,

Jongerenwerk in een transformerend stelsel, te Den

Bosch, op 11 november 2014, aantal deelnemers 40.

• Nederlands Jeugdinstituut, Movisie,

Transformatiedenktank met cliënten(organisaties),

te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Ophalen en verspreiden

goede voorbeelden over kosteneffectieve zorg, te

Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 16.

• Nederlands Jeugdinstituut, diverse experts

weeskinderen, Focusgroep weeskinderen, te

Utrecht, op 18 december 2014, aantal deelnemers 8.

• Nederlands Jeugdinstituut, Stichting De Schoor,

Welzijn Almere, Kick Off Talentontwikkeling

Jeugdwelzijnswerk, te Almere, op 4 september

2014, aantal deelnemers 60.

• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Ede,

Transformatiescan, te Ede, op 4 december 2014,

aantal deelnemers 15.

• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Werkbezoek

Van Rijn, Teeven, Plasterk en kinderombudsman

Denemarken, te Denemarken, op 1 en 2 september

2014, aantal deelnemers 18.

• Nederlands Jeugdinstituut, JUGEND für Europa,

Gemeente ‘s-Hertogenbosch, Intercity III ­ Peer

Learning in Local Youth Work and Policy, te

Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 50.

• Nederlands Jeugdinstituut, NCJ, ZonMw, TNO, RIVM

Centrum Gezond Leven, Jeugd in Onderzoek, te

Nieuwegein, op 10 maart 2014, aantal deelnemers 500.

• Nederlands Jeugdinstituut, Entréa, Instructie­

bijeenkomsten Proefinvoering Richtlijn ADHD,

te Tiel, op 30 januari 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Oosterpoort,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

ADHD, te Den Bosch, op 13 februari 2014, aantal

deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Lindenhout, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Scheiding, te

Arnhem, op 13 februari 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, FlexusJeugdplein,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Scheiding, te Rotterdam, op 27 februari 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Ouder- en Kindteam

Bos en Lommer, Instructiebijeenkomst

Proefinvoering Richtlijn Scheiding, te Amsterdam,

op 6 maart 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, GRIP-team,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Multiprobleemgezinnen, te Hengelo, op 27 mei 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Rubicon,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Multiprobleemgezinnen, te Roermond, op 3 juni 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Rotterdam,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Middelengebruik, te Rotterdam, op 28 mei 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Bureau Jeugdzorg

Gelderland, William Schrikker Groep, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Multiprobleemgezinnen, te Nijmegen, op 5 juni 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, De Rading, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Pleegzorg,

te Utrecht, op 10 juni 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Elker, Bureau Jeugdzorg

Groningen, Instructiebijeenkomst Proefinvoering

Richtlijn Pleegzorg, te Groningen, op 17 juni 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdhulp Friesland,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Middelengebruik, te Drachten, op 18 juni 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Youké, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Pleegzorg,

te Utrecht, op 1 juli 2014, aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Pactum, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Residentiële

jeugdzorg, te Deventer, op 15 september 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdformaat,

Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn

Residentiële jeugdzorg, te Den Haag,

op 18 september 2014, aantal deelnemers 20.

66

Page 69: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Nederlands Jeugdinstituut, Entréa, Instructie­

bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Residentiële

jeugdzorg, te Nijmegen, op 30 september 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon, PIONN,

PI-Research, SEJN Effectiviteitsplatform, te Utrecht,

op 13 november 2014, aantal deelnemers 75.

• Nederlands Jeugdinstituut, Gezinshuis.com, Ambiq,

Spirit, OCK het Spalier, Intermetzo, Ontwikkelgroep

Matching, te Utrecht, op diverse data, aantal deel-

nemers 10.

• Nederlands Jeugdinstituut, Rondetafelgesprek

Richtlijnen Jeugdzorg, te Utrecht, op 14 november

2014, aantal deelnemers 12.

• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdzorg Nederland,

Presentatie Actieplan Aanpak meisjesslachtoffers

van loverboys/mensenhandel in de zorg voor

jeugd aan staatsecretaris van Rijn, te Rijswijk,

op 8 december 2014, aantal deelnemers 50.

• Nederlands Jeugdinstituut, Slotbijeenkomst

Outcome in Zicht, te Utrecht, op 11 december 2014,

aantal deelnemers 150.

• Nederlands Jeugdinstituut, RIVM Centrum Gezond

Leven, Movisie, Invitational Conference ‘Laat

effectieve interventies voor je werken’, te Utrecht,

op 11 november 2014, aantal deelnemers 100.

• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG), Movisie, Federatie

Opvang, Regiobijeenkomsten aanpak huiselijk

geweld en kindermishandeling, te Haarlem,

Eindhoven, Assen, op 11, 18 en 25 september 2014,

aantal deelnemers 70.

• Nederlands Jeugdinstituut, Praten met kinderen

over kindermishandeling, te Utrecht,

op 28 januari 2014, aantal deelnemers 7.

• Nederlands Jeugdinstituut, Het LOCK, Praten met

kinderen over kindermishandeling, te Utrecht,

op 13 juni 2014, aantal deelnemers 8.

• Nederlands Jeugdinstituut, Pre­bijeenkomst

EUSARF, te Kopenhagen, op 2 september 2014,

aantal deelnemers 15.

• Nederlands Jeugdinstituut, Platform SWV VO,

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De kracht van verbinding; Lunteren 2014, te

Lunteren, op 2 en 3 oktober, aantal deelnemers 120.

• Nederlands Jeugdinstituut, Caseconference VoorZorg,

te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 25.

• Nederlands Jeugdinstituut, Trimbos-instituut,

Eindbijeenkomst pilot Triple P Family Transitions,

te Utrecht, op 20 mei 2014, aantal deelnemers 15.

• Nederlands Jeugdinstituut, Informatiebijeenkomst

Triple P Lifestyle, te Utrecht, op 6 november 2014,

aantal deelnemers 20.

• Nederlands Jeugdinstituut, Kosteneffectiviteit, te

Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 15.

• Nederlands Jeugdinstituut, St. Kinderpostzegels,

Conferentie Pleegzorg, te Utrecht, op 27 oktober

2014, aantal deelnemers 65.

• Nederlands Jeugdinstituut, Triple P International,

Hogeschool Inholland, Triple P Masterclass voor

professionals die werken met ouders van tieners,

met Dr. Alan Ralph, te Amsterdam, op 20 maart

2014, aantal deelnemers 100.

• Nederlands Jeugdinstituut, vanuit het Programma

Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg, Cliëntentafel

Richtlijnen Jeugdzorg, te Utrecht, op diverse data,

aantal deelnemers 12.

• Stichting De Schoor Almere, Versterking Kinderwerk

Stichting De Schoor, Almere. SWOT­bijeenkomsten,

te Almere, op diverse data, aantal deelnemers 45.

• Taskforce Seksueel Misbruik en Kindermishandeling

Nederlands Jeugdinstituut en Sietske Dijkstra, Uit de

houdgreep: werkconferentie over vechtscheidingen,

te Utrecht, op 27 mei 2014, aantal deelnemers 120.

• Transitiebureau Jeugd, Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG), Ministerie van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport, Voor de Jeugd Dag, te Amsterdam,

op 27 oktober 2014, aantal deelnemers 1.350.

Kennisateliers, kenniskringen en kennispraktijknetwerken• Abrahamse, S., Hilverdink, P., Berger, M.:

Praktijknetwerk Competenties voor de jeugd­ en

gezinsgeneralist, 1 bijeenkomst (3 november 2014),

12 deelnemers.

• Baat, M. de, Berg-le Clercq, T., Berge, I.J. ten.:

Kenniskring Hulp na kindermishandeling,

1 bijeenkomst (2014), 15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

over specifieke zorg, Nederlands Jeugdinstituut,

1 bijeenkomst (24 januari 2014), 15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel,

Beter met minder, sessie met vertegenwoordigers

van cliënten, Nederlands Jeugdinstituut,

2 bijeenkomsten (20 februari en 14 maart 2014),

30 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

over effectief transformeren, Nederlands

Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (28 februari 2014),

15 deelnemers.

67

Page 70: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

slotnotitie Beter met minder, Nederlands

Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (28 maart 2014),

15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

slotnotitie Beter met minder, sessie met gemeenten,

Nederlands Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (25 april

2014), 15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

slotnotitie Beter met minder, sessie vertegenwoor-

digers langdurende zorg, Nederlands Jeugdinstituut,

1 bijeenkomst (30 april 2014), 15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

slotnotitie Beter met minder, sessie vertegenwoor-

digers (passend) onderwijs, Nederlands Jeugd-

instituut, 1 bijeenkomst (13 mei 2014), 15 deelnemers.

• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel

slotnotitie Beter met minder, Nederlands Jeugd-

instituut, 1 bijeenkomst (16 mei 2014), 15 deelnemers.

• Balledux, M.: Praktijknetwerk Alert4you,

1 bijeenkomst (11 juli 2014), 15 deelnemers.

• Berger, M., Koedam, G., Spoelstra, J.: Kennisnetwerk

hbo-docenten uitstroomprofiel jeugdzorgwerker,

4 bijeenkomsten (2014), 15 deelnemers.

• Deen, C.: Kenniskring Doorontwikkeling

ZAT­MDO, 1 bijeenkomst (16 september 2014),

25 deelnemers.

• Fafieanie, V.: Kenniskring Doorontwikkeling OZA,

6 bijeenkomsten (2014), 200 deelnemers.

• Hilverdink, P.: Kenniskring Beschrijven en

Onderbouwen, 1 bijeenkomst (24 februari 2014),

15 deelnemers.

• Hoex, J.: Kenniskring Doorgaande ontwikkellijn:

noodzaak of nonsense?, 2 bijeenkomsten (2014),

12 deelnemers.

• Rijn, J. van: Praktijknetwerk Triple P projectleiders

overleggen, 4 bijeenkomsten (2014), 60 deelnemers.

• Lange, M. de: Kenniskring Kennispraktijknetwerk

residentiële jeugdzorg, 2 bijeenkomsten (2014),

15 deelnemers.

• Lange, M. de: Praktijknetwerk Expertisenetwerk

pleegzorg, 3 bijeenkomsten (2014), 20 deelnemers.

• Messing, C.T.H.M.: Kenniskring Veiligheid in

Verbinding, 5 bijeenkomsten (2014), 25 deelnemers.

• Messing, C.T.H.M.: Kenniskring Rebound Midden

Brabant en Zeeland, 1 bijeenkomst (11 maart 2014),

10 deelnemers.

• Nederlands Jeugdinstituut, Programma

Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg, deelprogramma

invoering, Landelijke Netwerkbijeenkomst

Richtlijnen Jeugdzorg, 1 bijeenkomst (29 september

2014), 100 deelnemers.

• Nederlands Jeugdinstituut, Hogeschool van

Amsterdam, TNO, Trimbos-instituut, Nederlands

Implementatie Collectief (NIC), 1 bijeenkomst

(20 november 2014), 20 deelnemers.

• Spoelstra, J., Abrahamse, S., Stals, K., Gelens, M.:

Praktijknetwerk Vakmanschap van jeugd zorg­

werkers, 1 bijeenkomst (17 juli 2014), 8 deelnemers.

Lezingen• Abrahamse, S. - Richtlijn Scheiding en problemen

van kinderen. Ter gelegenheid van het Brabants

Platform Kinderen en Scheiden op 4 november 2014.

• Anthonijsz, I. - Pesten doe je niet alleen! Ter

gelegenheid van het Congres Pesten doe je niet

alleen! op 22 januari 2014.

• Anthonijsz, I. - Vechtscheiding. Ter gelegenheid van

de Master Pedagogiek HAN op 16 juni 2014.

• Anthonijsz, I., Zwikker, N. - Pesten en vechtscheiding.

Ter gelegenheid van de Master Pedagogiek HAN op

7 mei 2014.

• Anthonijsz, I., Spruijt, E., Simons, J. - Richtlijn

scheiding en problemen van kinderen. Ter

gelegenheid van het Congres Stop de Vechtscheiding

op 13 juni 2014.

• Baat, M. de, Bergh, P. van der - Ontwikkeling van de

Richtlijn Pleegzorg. Ter gelegenheid van het

Symposium Pleegzorg 2014: ‘Waar blijft het kind?’

op 19 juni 2014.

• Baat, M. de, Kuipers, S. - Matching in de pleegzorg:

ontwikkelen van een methodiekhandleiding. Ter

gelegenheid van het Symposium Pleegzorg 2014:

‘Waar blijft het kind?’ op 19 juni 2014.

• Baat, M. de - Gezinshuizen in Nederland: een

introductie. Ter gelegenheid van de Onderzoeks-

carrousel Professioneel Ouderschap van de

Christelijke Hogeschool Ede op 6 juni 2014.

• Bakker, C.J. - Beter met Minder. Ter gelegenheid

van de Kick-off regionale dialoog transformatie

jeugdzorg Zuid-Oost Brabant op 3 november 2014.

• Bakker, C.J. - Introduction Netherlands Youth

Institute. Ter gelegenheid van bezoek Chinese

delegatie op 28 oktober 2014.

• Bakker, C.J. - ‘Jezelf zijn in de jeugdzorg, kan dat?’.

Deelname aan debat ter gelegenheid van het

Midzomergracht Festival op 26 juni 2014.

• Bakker, P.P. - Workshop Programmeren in de brede

school. BV Jong, Verdiwel, Nederlands Jeugdinstituut,

op 3 november 2014.

68

Page 71: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Balledux, M. - Zorgsamenwerking in opvang en

onderwijs. Ter gelegenheid van het Congres

Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.

• Berg-le Clercq, T. - Deutsches Jugendinstitut,

Prevent and combat child abuse: What works?

Lessons from five European countries. Ter

gelegenheid van de 15e Deutsche Kinder- und

Jugendhilfetag op 5 juni 2014.

• Berg-le Clercq, T. - Child and youth care reform &

the youth risks reference index (VIR). Ter

gelegenheid van Tajua Mut! - Liputus nuoren tukena

op 4 september 2014.

• Berg, G. van den - Finding and constructing

evidence. Experiences opportunities and possible

problems. Ter gelegenheid van de Conference

‘Minding the young mind’ in Vierumäki, Finland op

22 mei 2014.

• Berg, G. van den - Netherlands Youth Institute and

the Database of Effective Youth Interventions.

Ter gelegenheid van bezoek delegatie uit Singapore

op 10 juni 2014.

• Berg, G. van den - Internaliserende problemen.

Effectieve hulp en zorg. Ter gelegenheid van het

Congres ‘Internaliserende problemen’, Universiteit

Utrecht op 11 juni 2014.

• Berg, G. van den - Transitie en transformatie van

de jeugdzorg, RINO-groep op 22 oktober 2014.

• Berge, I.J. ten - Hulp na kindermishandeling: wat

werkt en wie hebben we nodig? Ter gelegenheid van

het Symposium Effectieve aanpak kindermishandeling

op 3 februari 2014.

• Berger, M.A. - Professionalisering Jeugdzorg. Ter

gelegenheid van het afscheidsymposium Ella

Kalsbeek als voorzitter Raad van Toezicht

Nederlands Jeugdinstituut op 15 september 2015.

• Berns, J.M. - Opvoedingsondersteuning aan

gezinnen met jonge kinderen; VVE Thuis. Ter

gelegenheid van het Landelijk symposium ‘Wat

werkt in opvoedingsvoorlichting en -ondersteuning’

op 4 december 2014.

• Berns, J.M. - Integratie Bereslim in VVE Thuis.

Ter gelegenheid van het Zeepaerdtoverleg Gouda op

2 oktober 2014.

• Dronkers, F., Kamphuis, M. - Workshop Richtlijnen

Jeugdzorg en Cliëntenparticipatie. Ter gelegenheid

van het Congres Jeugd in Onderzoek op 10 maart 2014.

• Foolen, N. - Workshop Richtlijnen voor de

Jeugdzorg. Ter gelegenheid van de Bijeenkomst

voor gedragswetenschappers en managers op

18 september 2014.

• Hoex, J. - Werkenderwijs. Werken aan een

Persoonlijk Pedagogisch Plan als tool binnen de

lerende organisatie. Ter gelegenheid van de BKK

Inspiratiedag Lerenderwijs op 21 november 2014.

• Kalthoff, H. - Evalution Early Learning. Ter

gelegenheid van de Bijeenkomst Transatlantic

Forum on Inclusive Early Years op 1 juli 2014.

• Kalthoff, H. - Gezinsgerichte ontwikkelings­

stimulering en voor­ en vroegschoolse educatie.

Ter gelegenheid van de Minor VVE op

17 november 2014.

• Kalthoff, H. - Voor­ en vroegschoolse educatie.

Spelend leren voor meer onderwijskansen.

Ter gelegenheid van de Scholingsbijeenkomst

jeugdartsen op 24 juni 2014.

• Kooijman, K. - Huiselijk geweld en kindermishande­

ling; de rol van gemeenten bij de transitie van de

jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Symposium

stichting Adam, Rotterdam op 26 september 2014.

• Kooijman, K., Vianen, J. - Herkennen jeugdhulp­

vragen en inzetten van hulp. Ter gelegenheid van de

presentatie van het Advies over de kwaliteit van de

zorgstructuur Haarlemmermeer op 27 februari 2014.

• Kooijman, K., Vianen, J. - Herkennen jeugdhulp­

vragen en inzetten van hulp. Ter gelegenheid van

de Focussessie gemeente Haarlemmermeer op

17 maart 2014.

• Kooijman, K., Daru, S. - Risicotaxatie­instrument

Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ter gelegen-

heid van de Resultaten Actieplan Aanpak seksueel

misbruik van kinderen Commissie Rouvoet op

17 november 2014.

• Kooijman, K. - Aspecten van toegang tot jeugdhulp.

Ter gelegenheid van de Bijeenkomst netwerk

Gemeenten Movisie/Nederlands Jeugdinstituut op

6 maart 2014.

• Kooijman, K. - Positie en rol Jeugdgezondheidszorg

in sociale wijkteams. Ter gelegenheid van het Kennis-

netwerk Jeugdgezondheidszorg op 23 juni 2014.

• Kooijman, K. - VoorZorg, van het Nederlands

Jeugdinstituut naar het Nederlands Centrum

Jeugdgezondheid. Ter gelegenheid van de

Overdracht landelijke steunfunctie VoorZorg van

Nederlands Jeugdinstituut naar Nederlands Centrum

Jeugdgezondheid (NCJ) op 10 december 2014.

• Lange, M. de - Snel geïnformeerd over Jeugd in

Onderzoek. Ter gelegenheid van het Congres Jeugd

in Onderzoek op 11 maart 2014.

• Lange, M. de - Wat heeft Joris aan de voetbalclub?

Ter gelegenheid van de Conferentie Onzichtbare

69

Page 72: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

kind in de zorg voor jeugd op 27 juni 2014.

• Lange, M. de - Developing guidelines for youth care

in the Netherlands: the guideline severe behavioral

problems. Ter gelegenheid van het EUSARF congres

op 3 september 2014.

• Lange, M. de, Zwikker, M. - Effectief werken in de

jeugdsector. Ter gelegenheid van de Kennisdag

jeugd van het ministerie van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport op 30 oktober 2014.

• Lekkerkerker, L. - De orthopedagoog­generalist als

diagnosticus: Classificatiesysteem Aard

Problematiek ­ Jeugd. Ter gelegenheid van de NVO

studiedag voor orthopedagoog-generalisten op

20 juni 2014.

• Messing, C.T.H.M. - Omgaan met verschillen. Ter

gelegenheid van de studiedag Zernike College

Groningen op 11 februari 2014.

• Messing, C.T.H.M. - Cooperation on behalf of early

schoolleavers in the Netherlands. Ter gelegenheid

van bezoek delegatie uit Litouwen op 28 april 2014.

• Messing, C.T.H.M. - Sharing knowledge in the

Netherlands. Ter gelegenheid van de EIPPEE

conference, Oslo op 15 mei 2014.

• Messing, C.T.H.M. - All different? All equal? Child

and youth welfare in Europe. Ter gelegenheid van

de 15e Deutsche Jugendhilfe Tage, Berlijn. Op

uitnodiging van Erasmus+ Jugend in Aktion op

4 juni 2014.

• Messing, C.T.H.M., Derksen, J., Waeter, E. van de -

Trends en ontwikkelingen OPDC nieuwe stijl. Ter

gelegenheid van de conferentie SWV voortgezet

onderwijs, Lunteren op 3 oktober 2014.

• Messing, C.T.H.M. - Diabetes en primair onderwijs.

Een verkenning van toegang en medisch handelen.

Ter gelegenheid van de expertmeeting van het

ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op

13 oktober 2014.

• Messing, C.T.H.M. - Early schoolleaving in the

Netherlands. Ter gelegenheid van bezoek delegatie

uit Korea op 10 december 2014.

• Nederlands Jeugdinstituut, Het Kinderopvang -

fonds - Zorgsamenwerking in opvang en onderwijs

verzorgd over de kritische succesfactoren van het

landelijke ontwikkeltraject Alert4you. Workshop

ter gelegenheid van het Congres Transformeren doe

je samen op 16 juni 2014.

• Nederlands Jeugdinstituut - Presentatie van het

voorbeeld van regionale samenwerking

kinderopvang­onderwijs­jeugdzorg uit Almere, via

de formule ‘Gluren bij de buren’. Ter gelegenheid

van de Voor de Jeugd Dag op 27 oktober 2014.

• Nikken, P., Schols, M. - How and why parents guide

the media use of infants, toddlers, pre­schoolers,

and early childhood children: An exploratory study.

Ter gelegenheid van het Etmaal van de

Communicatiewetenschappen op 23 februari 2014.

• Nikken, P. - Digidreumesen: een nieuwe uitdaging

voor opvoeders. Ter gelegenheid van de

Oudejaarsconferentie NVO op 11 december 2014.

• Nikken, P. - Mediawijsheid en het nieuws. Ter

gelegenheid van de Nationale Onderwijsdagen 2014

op 12 november 2014.

• Nikken, P. - De invloed van seksualisering op

leerlingen. Ter gelegenheid van de PPSI conferentie

Seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van

leerlingen in het voortgezet onderwijs, Stichting

School en veiligheid op 6 november 2014.

• Nikken, P. - Parenting children with film: The Dutch

situation. Ter gelegenheid van de first European

Conference on Children’s Film op 18 juni 2014.

• Nikken, P. - Media, kinderen en hun opvoeders:

Leerstoel Mediaopvoeding 2011­2014. Ter gelegen-

heid van de NICAM Kijkwijzer adviescommissie-

bijeenkomst op 12 juni 2014.

• Nikken, P. - Welles nietes: Media overal en het

jonge kind. Ter gelegenheid van de Sardes

preview van Speel Digiwijs met Digidreumesen,

28 mei 2014.

• Nikken, P. - Welles nietes: Het jonge kind en die

alom aanwezige media. Ter gelegenheid van het

Mediawijzer.net symposium Ukkies, hun brein, en

mediaopvoeding op 15 april 2014.

• Nikken, P. - Digitale media en kinderen: Zorg of

zegen? Ter gelegenheid van het Post Academisch

Onderwijs-JGZ Noord-Brabant op 8 april 2014.

• Okma, K., Vergeer, M. - Van eigen kracht tot

overbelasting – Debat over kansen voor, en

grenzen aan, de eigen kracht van zorgintensieve

gezinnen en hun sociale omgeving. Ter gelegenheid

van het Voor de Jeugd festival op 27 oktober 2014.

• Okma, K., Vergeer, M. - Rol van de JGZ­er bij het

ondersteunen van zorgintensieve gezinnen.

Ter gelegenheid van het JGZ Jaarcongres op

27 november 2014.

• Okma, K. - Ieders zorg ­ over het belang van goede

ondersteuning aan zorgintensieve gezinnen.

Ter gelegenheid van 40 jaar na Dennendal op

31 oktober 2014.

• Okma, K., Vink, C. - Hoe bundelen we de krachten

voor jeugdigen met een verstandelijke en licht­

70

Page 73: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

verstandelijke beperking in het transformatie­

proces? Rondetafelgesprek ter gelegenheid van het

Congres Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.

• Okma, K. - Minipubers! Ter gelegenheid van de

Week van de Opvoeding op 6 oktober 2014.

• Pieters, P. - Erasmus+ Youth possibilities for local

governments. Ter gelegenheid van het

internationaal VNG congres voor gemeenten op

30 september 2014.

• Rijn, J. van, Berns, J.M. - Een sterke basis voor

opvoeden en opgroeien! Het belang van goede

opvoedingsondersteuning. Ter gelegenheid van het

Congres Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.

• Schonewille, J. - Kaleidoscoop The Netherlands.

Ter gelegenheid van de International Meeting

International HighScope Conference (USA) op

6 mei 2014.

• Schonewille, J. - Stappen op weg naar kwaliteit:

Basistraining VVE (plus). Ter gelegenheid van de

Taal- en Rekenconferentie in de Meervaart op

12 februari 2014.

• Schonewille, J. - Kaleidoscoop The Netherlands.

Ter gelegenheid van het bezoek van een afvaardiging

van het Ministry of Education, Singapore op

10 juni 2014.

• Spoelstra, J. - Ontwikkelingen in de zorg voor

jeugd/Richtlijnen Jeugdzorg. Ter gelegenheid

van het Gastcollege Pedagogische Wetenschappen

Rijksuniversiteit Groningen op 22 april 2014.

• Spoelstra, J., Goorden, O. - Workshop Richtlijnen

Jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Netwerk

Effectieve Jeugdzorg Amsterdam (NEJA) op

3 juni 2014.

• Spoelstra, J., Stikkelbroek, Y. - Richtlijn KOPP en

Richtlijn Stemmingsproblemen. Ter gelegenheid van

het Kennisnetwerk hbo-docenten op 20 juni 2014.

• Spoelstra, J. - Workshop matching. Ter gelegenheid

van het Kennisfestival Gezinsvormen in De Glind op

19 november 2014.

• Stals, K., Dronkers, F. - Richtlijnen Jeugdzorg.

Ter gelegenheid van de Bijeenkomst met Inspectie

Jeugdzorg op 23 januari 2014.

• Stals, K., Dunnink, T., Fleuren, M. - Invoeren vergt

vakmanschap: model voor invoering van jeugd­

richtlijnen. Ter gelegenheid van het Congres Jeugd

in Onderzoek op 10 maart 2014.

• Stals, K. - Implementatie in de jeugdzorg. Ter

gelegenheid van het Symposium Stilstaan bij onder-

zoek, GGZ Oost Brabant te Boekel op 20 mei 2014.

• Stals, K. - Evidence­based implementation of

guidelines for child and family care in the

Netherlands, posterpresentatie. Ter gelegenheid

van het EUSARF congres te Kopenhagen op

3 september 2014.

• Valkestijn, M. - Jongerenwerk in een transformerend

stelsel. Ter gelegenheid van de Voor de Jeugd Dag op

27 oktober 2014.

• Valkestijn, M. - Jongeren als noodzakelijke partners.

Ter gelegenheid van het Congres Eigen kracht van

jongeren LCGW i.s.m. Nederlands Jeugdinstituut en

Jeugdwelzijnsberaad op 6 november 2014.

• Valkestijn, M., Ince, D. - Top tien factoren positieve

ontwikkeling jeugd. Ter gelegenheid van het

Congres Jeugd in Onderzoek op 10 maart 2014.

• Vink, C. - Dutch child and youth care transition.

Ter gelegenheid van de ESN Peer Review Meeting

Barcelona op 5 juni 2014.

• Vink, C. - Voorzitterschap paneldiscussie over

opvoeden. Ter gelegenheid van het Seminar

Governing Social risks op 25 september 2014.

• Vink, C. - Paneldiscussie over wijkteams en

aansluiting jeugdzorg. Ter gelegenheid van de

werkconferentie Samen sterk in de wijk, BJZ

Zeeland op 3 oktober 2014.

• Vink, C. - Transitielessen uit Denemarken.

Ter gelegenheid van de Voor de Jeugd Dag op

27 oktober 2014.

• Vink, C. - Voorzitterschap Onderwijs­Zorg

Conferentie, Timon, op 30 oktober 2014.

• Vink, C. - Transitie van de zorg voor jeugd. Ter

gelegenheid van de Bijeenkomst Samenwerkende

Fondsen op 4 november 2014.

• Wienke, D. - Anti­pestprogramma’s in het onder wijs.

Workshop ter gelegenheid van het PPSI-congres voor

vertrouwenspersonen op 2 oktober 2014.

• Wienke, D. - Pesten als vorm van sociale

onveiligheid. Presentatie ter gelegenheid van de

conferentie Sociale Veiligheid, Zernike College

Groningen op 13 oktober 2014.

• Wijnen, B. - Reflectie op plannen passend onderwijs

en transitie jeugd Almere. Ter gelegenheid van de

presentatie over feiten en cijfers onderwijs en

jeugdhulp op 21 februari 2014.

• Wijnen, B. - Integrale aanpak arbeidstoeleiding

kwetsbare jongeren. Ter gelegenheid van de

presentatie voor gemeenten en onderwijs in regio

Alkmaar op 2 juni 2014.

• Wilde, E.J. de - Zelfbeschadiging bij jongeren.

Ter gelegenheid van het congres Wanhopige

jongeren op 4 februari 2014.

71

Page 74: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kindermishandeling:

hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegenheid

van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,

Haarlem op 11 september 2014.

• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kindermishandeling:

hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegen heid

van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,

Eindhoven op 18 september 2014.

• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kinder mis hande ling:

hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegenheid

van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,

Zwolle op 25 september 2014.

• Wilde, E.J. de - Depressie en suïcide bij jongeren.

Ter gelegenheid van de Lezingencyclus Heinkenszand

op 26 november 2014.

• Wilde, E.J. de, Lekkerkerker, L. - Dashboards voor

Dummies. Ter gelegenheid van het congres Jeugd in

Onderzoek op 10 maart 2014.

• Wilde, E.J. de, Linden, P. van der - Tackling CAN in

Dutch Municipalities: the Monitor on Child Abuse

and Neglect. Ter gelegenheid van de San Diego

Conference on Child Abuse and Neglect op

5 februari 2014.

• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -

Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke aanpak

Kindermishandeling. Ter gelegenheid van de

regiobijeenkomst veiligheidsdriehoeken Schagen

op 4 juli 2014.

• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -

Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke

aanpak Kindermishandeling. Ter gelegenheid

van de Leerhuisbijeenkomst Rotterdam op

7 juli 2014.

• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -

Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke aanpak

kindermishandeling. Ter gelegenheid van de

bijeenkomst Veiligheidsregio Friesland, Leeuwarden

op 29 oktober 2014.

• Wilschut, M., Daamen, W. - Onderzoek en

ontwikkeling (O&O) Nederlands Jeugdinstituut en

jeugdzorg, Universiteit Utrecht, op 14 mei 2014.

• Yperen, T.A. van - Van vliegwiel naar perpetuum

mobile. Monitoring en doorontwikkeling

vernieuwing jeugdbescherming. College ter

gelegenheid van de conferentie Jeugdbescherming

nu en na 2015, Nieuwegein op 28 januari 2014.

• Yperen, T.A. van - Kwaliteit aanbod WMO. Lezing,

gehouden bij de Public-Affairs Academie, Den Haag

op 11 februari 2014.

• Yperen, T.A. van - Uitkomsten Positief Opvoeden

Drenthe. Inleiding ter gelegenheid van de

bijeenkomst Positief en Veilig opgroeien Drenthe,

Assen op 19 februari 2014.

• Yperen, T.A. van - 10 jaar Jeugd in Onderzoek:

Kennisontwikkeling en kennisgebruik. Ter

gelegenheid van het congres Jeugd in Onderzoek,

Nieuwegein op 10 maart 2014.

• Yperen, T.A. van - Sturen op resultaat. Inleiding

ter gelegenheid van de werkbijeenkomst ‘Sturen op

resultaten’ van de gemeente Oss, Oss op 13 maart 2014.

• Yperen, T.A. van - De generalist in het nieuwe

jeugdstelsel: doen wat werkt. Inleiding ter

gelegenheid van de bijeenkomst Tweede Kamer en

NVO, Den Haag op 31 maart 2014.

• Yperen, T.A. van - Outcome­monitoring in tijden

van transformatie. Inleiding ter gelegenheid van de

werkbijeenkomst Outcome-criteria voor de jeugd-

hulp van het ministerie van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport, N&J, Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG) en KING, Den Haag op 19 mei 2014.

• Yperen, T.A. van - De generalist: goede kennis in

het jeugdstelsel. Ter gelegenheid van de NEJA-

conferentie Generalistisch en specialistisch werken

in de Amsterdamse zorg voor jeugd, Amsterdam op

3 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Help de jeugdzorg. Workshop ter

gelegenheid van het PO-Raad congres Bevlogen

besturen om de leerling, Harderwijk op 6 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Evidence­based werken: levels,

bronnen en sturing. Lunchlezing ministerie van

Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag

op 10 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Meten is weten verbeteren. Ter

gelegenheid van de conferentie ‘Jeugdhulp, kip met

de gouden eieren’, samenwerking tussen 1e en 2e lijn

in de lokale jeugdzorg, Stadskanaal op 12 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Vijf relevante onderzoeksvragen

vanuit het perspectief van gemeenten. Inleiding ter

gelegenheid van de expertmeeting ‘Naar een

onderzoeksagenda voor de transformatie van de zorg

voor jeugd’, Groningen op 25 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Implementeren in het jeugdveld.

Ter gelegenheid van de expertmeeting

‘Implementeren in het jeugdveld’ van de Universiteit

Maastricht, Utrecht op 27 juni 2014.

• Yperen, T.A. van - Innovatie in de zorg: kennis

maken en kennis benutten. Ter gelegenheid van de

WVS collegereeks, Den Haag op 3 juli 2014.

• Yperen, T.A. van, Deen, C. - Naar passend

onderwijs. Ter gelegenheid van het Lustrumcongres

72

Page 75: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

van de Sectie Sociale en Psychosociale

Kindergeneeskunde, Utrecht op 10 september 2014.

• Yperen, T.A. van - Slim samenwerken in het sociaal

domein. Deelname aan debat van BNR Nieuwsradio,

Amsterdam op 18 september 2014.

• Yperen, T.A. van - ‘De toekomst van de jeugdzorg’.

Deelname aan debat ter gelegenheid van Café van de

kleine wetenschap, University Campus Leeuwarden,

Leeuwarden op 20 september 2014.

• Yperen, T.A. van - Aanpakken: wat werkt?

Kennisgebruik bij veelvoorkomende opgroei­ en

opvoedproblemen in het onderwijs. Ter gelegenheid

van het platform samenwerkingsverbanden

voortgezet onderwijs ‘Cement tussen de bouwstenen’,

Lunteren op 2 oktober 2014.

• Yperen, T.A. van - Outcome­monitoring in tijden

van transformatie. Inleiding ter gelegenheid van de

workshop Outcome in zicht, Kennisdag Jeugd van

het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Sport, Den Haag op 30 oktober 2014.

• Yperen, T.A. van - Van ZRM naar YoungZRM.

Presentatie, ter gelegenheid van het SEJN-platform,

Utrecht op 13 november 2014.

• Yperen, T.A. van - How to prevent a misfit. We need

a collection of designs to evaluate interventions.

Ter gelegenheid van de internationale conferentie

‘Better Public Spending for Better Outcomes for

Children & Families’ van Eurochild, Boekarest op

27 november 2014.

• Yperen, T.A. van - Outcome­monitoring: waarom

ook al weer? Presentatie ter gelegenheid van de

slotconferentie Outcome in zicht, Utrecht op

11 december 2014.

• Yperen, T.A. van, Arum, S. - Werkende wijkteams.

Workshops ter gelegenheid van de slotconferentie

Outcome in zicht, Utrecht op 11 december 2014.

Lidmaatschap (advies)orgaan • Anthonijsz, I., lid ZonMw gemeentelijke pilots

vechtscheidingen.

• Anthonijsz, I., voorzitter begeleidingscommissie TNO.

• Baat, M. de, lid Alliantie Kind in Gezin.

• Baat, M. de, lid Denktank inhuisplaatsen.

• Baat, M. de, lid Denktank uithuisplaatsen.

• Baat, M. de, lid Expertisenetwerk Pleegzorg.

• Baat, M. de, lid VNG werkgroep brochure gezinshuizen.

• Baat, M. de, lid Werkgroep voor de ontwikkeling

van de Richtlijn Kindermishandeling.

• Bakker, C.J., voorzitter Vakjury Nationale Jeugdzorg

Prijzen 2014.

• Bakker, C.J., lid Begeleidingscommissie Canon Zorg

voor de Jeugd.

• Bakker, C.J., lid bestuur Defence for Children

Nederland.

• Bakker, C.J., lid Curatorium bijzondere leerstoel

Mediaopvoeding Erasmus Universiteit.

• Bakker, C.J., lid Curatorium bijzondere leerstoel

Monitoring en innovatie zorg voor jeugd

Rijksuniversiteit Groningen.

• Bakker, C.J., lid Adviesraad Kindcentra 2020.

Kinderopvangfonds en Bernard van Leer Foundation.

• Bakker, C.J., voorzitter commissie Mulock Houwer­

lezingen. Nederlands Jeugdinstituut, Kinderrechten-

huis en fonds Pro Juventute.

• Bakker, C.J. lid Denktank Transformatie Jeugdstelsel.

• Bakker, C.J., voorzitter Begeleidingscommissie

Vlaggen systeem Residentiële jeugdzorg Raak Pro.

Avans Hogeschool, Accare, TNO, Movisie, Rutgers

RPF.

• Berg, G. van den, lid Wetenschappelijke Advies­

commissie Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.

• Berge, I.J. ten, lid Adviesraad Verve/Kinder­

bescherming Thuis ­ Hogeschool Leiden

• Berge, I.J. ten, lid Begeleidingscommissie Gezond

Terug ­ Rijksuniversiteit Groningen.

• Berge, I.J. ten, lid Bestuursraad Intersectorale

aanpak kindermishandeling Gelderland.

• Berge, I.J. ten, lid Commissie van Advies LVAK.

• Berge, I.J. ten, voorzitter Werkgroep Richtlijn

Kindermishandeling.

• Berns, J.M., lid Ontwikkelgroep VVE en

ouderbetrokkenheid.

• Berns, J.M., lid Resonansgroep Ouders in de

voor­ en vroegschoolse educatie.

• Hoex, J., adviseur Onderzoek Gastouders in Beeld.

• Hoex, J., lid/adviseur Landelijk Pedagogenplatform

Kindercentra.

73

Page 76: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Hoex, J., lid Expertmeeting Gastouderopvang in

West­Europa.

• Hoex, J., lid Ontwikkelen onderzoeksagenda

kinderopvang SZW.

• Kalthoff, H., lid Netwerk Ouderbetrokkenheid

bij VVE.

• Kalthoff, H., lid Ontwikkelgroep VVE en

ouderbetrokkenheid.

• Kalthoff, H., lid Resonansgroep Ouders in de

voor­ en vroegschoolse educatie.

• Kalthoff, H., lid Scanfonds expertgroep Armoede.

• Kalthoff, H., lid Zorgend Ouderschap.

• Kalthoff, J., lid Expertgroep Taal voor Thuis.

• Kooijman, K., lid Beroepsgroepenoverleg

Jeugdgezondheidszorg.

• Kooijman, K., lid Bestuur Stichting Voorkoming

van kindermishandeling.

• Lange, M. de, lid Samenwerkingsverband Effectieve

Jeugdzorg Nederland.

• Lange, M. de, voorzitter Expertisenetwerk pleegzorg.

• Lange, M. de, voorzitter Kennisnetwerk residentiële

jeugdzorg.

• Messing, C.T.H.M., lid NRO. Kennisportal

onderwijsonderzoek.

• Messing, C.T.H.M., lid NRO. Beheergroep Dossiers

Leraar 24.

• Pieters P., lid nationale werkgroep Gestructureerde

Dialoog.

• Quarre, S., lid Eurodesk Network Meeting.

• Valkestijn, M., jurylid Jong Lokaal Bokaal.

• Valkestijn, M., lid Adviesraad Lectoraat

Jeugdbeleid Hanze Hogeschool.

• Verweij-Kwok, S., lid KIDDO redactieraad.

• Vink, C., adviseur Kinderrechtencollectief.

• Vink, C., lid Eurochild.

• Yperen, T.A. van, lid Adviescommissie C4Youth:

Collaborative Centre on Care for Children and

Youth with behavioural and emotional problems.

• Yperen, T.A. van, lid Begeleidingscommissie

onderzoek ‘Effecten Wraparound Care’ van de

Opvoedpoli, i.o.v. ZonMw.

• Yperen, T.A. van, lid Gezondheidsraad, commissie

Professionalisering Maatschappelijke Ondersteuning.

• Yperen, T.A. van, lid Overkoepelende

Programmaraad voor Onderwijsonderzoek

(OPRO) van het Nationaal Regieorgaan

Onderwijsonderzoek (NRO).

• Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies lectoraat

Implementatie jeugdzorg, Hogeschool van

Amsterdam.

• Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies Zorg Welzijn

en Activering, gemeente Rotterdam.

• Yperen, T.A. van, voorzitter Begeleidingscommissie

onderzoek ‘Licht Pedagogische Hulpverlening

(LPH12+) van de MJD in Groningen’ van Intraval,

i.o.v. Gemeente Groningen.

TrainingenTotaal aantal trainingen 215

waarvan Triple P 46

Totaal aantal deelnemers 2552

waarvan Triple P 736

• Bakker, P.P., Basisscholing Generalistisch werken

in het nieuwe jeugdstelsel, diverse data 2014.

Aantal trainingen: 25, aantal deelnemers: 500.

• Bakker, P.P., Verdiepende scholing generalistisch

werken in het nieuwe jeugdstelsel, (6 bijeenkomsten

per scholing), diverse data 2014. Aantal trainingen:

4, aantal deelnemers: 80.

• Balledux, M., Training (train­de­trainer) Knap

Lastig, 29 september 2014. Aantal trainingen: 1,

aantal deelnemers: 3.

• Balledux, M., Hoex, J., Update basiskennis inspectie

pedagogisch domein, 10 november 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.

• Berge, I.J. ten, Werken met de LIRIK, diverse data

2014. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 35.

• Berns, J., Kalthoff, H., Train de training Bereslim,

2 september 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 6.

• Brandenbarg, N., Spel, hoe begeleid je dat?,

diverse data 2014. Aantal trainingen: 2, aantal

deelnemers: 20.

• Claeys, J., Dowden, G., Silva, A., EYE Opener ­

Training over Empowerment in jongeren uit­

wisselingen, diverse data 2014. Aantal trainingen: 1,

aantal deelnemers 46.

• Daamen, W., Lekkerkerker, L., CAP­J trainingen,

diverse data 2014. Aantal trainingen: 3, aantal

deelnemers: 60.

• Daamen, W., Looman, J., Training ouder betrokken­

heid in het voortgezet onderwijs, diverse data 2014.

Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 30.

• Denkers, D., Eersel, E. van, Intervisie/

trainingsbijeenkomst Kaleidoscoop, 7 oktober 2014.

Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 20.

• Eersel, E. van, Basistraining VVE plus (12 dagdelen),

diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal deel-

nemers: 16.

74

Page 77: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

• Eersel, E. van, Basistraining VVE tranche 4 (6

dagdelen), diverse data 2014. Aantal trainingen: 1,

aantal deelnemers: 16.

• Eersel, E. van, Bijscholing HBO­er in de

Voorschool/HBO­er op de groep, diverse data 2014.

Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 24.

• Eersel, E. van, Hercertificering Kaleidoscoop, diverse

data 2014. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 12.

• Eersel, E. van, Koptraining Kaleidoscoop (10 dagen),

diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal deel-

nemers: 7.

• Eersel, E. van, Training en begeleiding (coaching)

VVE Thuis, diverse data 2014. Aantal trainingen: 40,

aantal deelnemers: 60.

• Hoex, J., Basistraining pedagogische kwaliteit

voor toezichthouders, 9 december 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.

• Kalthoff, H., Workshop ouderbetrokkenheid bij VVE

Thuis, diverse data 2014. Aantal trainingen: 4,

aantal deelnemers: 60.

• Kalthoff, H., Berns, J., Landelijke bijeenkomst

coördinatoren Stapprogramma’s, 17 maart 2014.

Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 20.

• Kalthoff, H., Berns, J., Landelijke training VVE

Thuis, 26 juni 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 35.

• Kalthoff, H., Berns, J., Workshop Bereslim,

3 september 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 8.

• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van, Landelijke

bijeenkomst VVE Thuis, 10 april 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 40.

• Kalthoff, H., Training en begeleiding VVE Thuis,

diverse data 2014. Aantal trainingen: 8, aantal

deelnemers: 100.

• Kroes, J., Basistraining VVE plus (12 dagdelen),

diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 16.

• Lekkerkerker, L., Daamen, W., Instructiebijeenkomst

Classificatiesysteem Aard Problematiek - Jeugd

(CAP­J), diverse data 2014. Aantal trainingen: 4,

aantal deelnemers: 40.

• Okma, K., Bakker, P.P., Vergeer, M., Kick-off

Training Sociale wijkteams Enschede

(6 dagdelen per training), diverse data 2014.

Aantal trainingen: 9, aantal deelnemers: 180.

• Ommen, I. van, Steinprinz, G., Startersdag ­

Hoe zet je een internationale jongerenuitwisseling

op met Erasmus+?, 3 februari 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 32.

• Oudhof, M., Maas, N., Babytraining VoorZorg,

23 mei 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 2.

• Oudhof, M., Maas, N., Peutertraining VoorZorg,

24 januari 2014. Aantal trainingen: 1,

aantal deelnemers: 10.

• Oudhof, M., Maas, N., Zwangerschapstraining

VoorZorg, diverse data 2014. Aantal trainingen: 2,

aantal deelnemers: 1.

• Schonewille, J., Eersel, E. van, Intervisie/

trainingsbijeenkomst Kaleidoscoop, 8 april 2014.

Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.

• Steinprinz, G., Reinstra, J., Werkatelier

Jongerenwerkers: hoe laat je jongeren scoren met

niet­formele leerervaringen?, 30 juni 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 18.

• Steinprinz, G.,Reinstra, J., Hoe werkt jouw Youth in

Action­ervaring?, diverse data 2014. Aantal

trainingen: 2, aantal deelnemers: 20.

• Trainers Triple P, Triple P trainingen diverse

niveaus, diverse data 2014. Aantal trainingen: 46,

aantal deelnemers: 736.

• Trainers Triple P, Triple P intervisiebijeenkomsten /

workshops, diverse data. Aantal trainingen: 23,

aantal deelnemers: 150.

• Vandenbemden, B., Zagdoud, M., International

Trainerspool Meeting, diverse data 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 28.

• Vergeer, M., Coaching voor Alert4you coaches,

20 en 23 oktober 2014. Aantal trainingen: 1,

aantal deelnemers: 8.

• Verweij-Kwok, S., Training (train­de­trainer) Laten

Spelen is een Vak, 10 november 2014. Aantal

trainingen: 1, aantal deelnemers: 3.

• Wilschut, M., Invoering systeemgericht werken,

27 oktober 2014. Aantal trainingen: 1, aantal

deelnemers: 15.

• Wilschut, M., Wijzer in implementeren, 8 december

2014. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.

75

Page 78: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht

Websites Corporate website Nederlands Jeugdinstituut Aantal bezoeken Unieke bezoekers• nji.nl 1.748.639 1.065.038

• nji.nl/capj 31.763

• nji.nl/cijfers 96.899

• nji.nl/dirk 135.634

• nji.nl/jeugdinterventies 81.400

• nji.nl/jeugdsector 11.335

• nji.nl/methodieken 16.040

• nji.nl/onderzoek 73.537

• nji.nl/scholing 14.167

• nji.nl/transitievoorbeelden 17.539

• nji.nl/watwerkt 60.905

Kennisnet Jeugd

• kennisnetjeugd.nl 137.770 78.616

Andere sites die door het Nederlands Jeugdinstituut actief worden beheerd

• alert4you.nl 4.166

• erasmusplusjeugd.nl (17 maart 2014 online) 12.605

• go-europe.nl 27.064

• jeugdinonderzoek.nl 6.478

• kindermishandeling.nl 46.473

• opvoedenenzo.nl 2.394

• positiefopvoeden.nl 46.730

• professionaliseringjeugdzorg.nl 18.966

• richtlijnenjeugdzorg.nl (tot 3 maart 2014) 3.110

• Vanaf 3 maart 2014: richtlijnenjeugdhulp.nl 21.120

• triplep-nederland.nl 40.909

• voorzorg.info 2.865

• weekvandeopvoeding.nl 21.225

• youthpolicy.nl 8.928

• weekvandeopvoeding.nl 33.225

• youthinaction.nl 28.232

• youthpolicy.nl 7.998

Twitter1 januari 2014 31 december 2014 Groei

• Twitter account @HetNJi 12.441 16.827 4.386

76

Page 79: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Tekst: Hellen Kooijman

Foto’s: Hollandse Hoogte, Marsel Loermans

Redactie: Nederlands Jeugdinstituut

Ontwerp: Volta_thinks_visual, Utrecht

Page 80: Jaarverslag 2014 Nederlands Jeugdinstituut

Jaarverslag 2014 | Nederlands Jeugdinstituut

Nederlands JeugdinstituutPostbus 19221

3501 DE Utrecht

Bezoekadres:

Catharijnesingel 47

Utrecht

T (030) 230 63 44

www.nji.nl

m.nji.nl