Jaarprogramma 2013-2014

36
Rotterdamse Academie van Bouwkunst Ateliers P.04 Iktinosnominaties P. 11 Colleges P.24 Laboratoria P.30 Streetwise de straat als sociale ruimte Jaarprogramma 2013/2014

description

 

Transcript of Jaarprogramma 2013-2014

RotterdamseAcademievanBouwkunst

Ateliers P.04IktinosnominatiesP. 11CollegesP.24Laboratoria P.30

Streetwisede straat als sociale ruimte

Jaarprogramma 2013/2014

Meningen zijn voor het reuzenapparaat van het maatschappelijk leven wat olie is voor machines: men gaat niet plompverloren voor een machine staan om hem met olie te overgieten. Men spuit er een beetje van in verborgen nippels en naden, die men moet weten te vinden.Walter Benjamin, eenrichtingsverkeer (tankstation), 1928/1991

Ontwerpend onderzoek staat hoog op de agenda van de Academie en vormt een belangrijk onderdeel van de hedendaagse ontwerp- en beroepspraktijk van architecten en stedenbouwkundigen. Afgestudeerden zullen dat deel van het ontwerpvakmanschap dus moeten beheersen. Maar tegelijkertijd, en dat is minstens zo belangrijk, zijn we ten diepste overtuigd van de kracht van het ontwerp als kritisch onderzoeksinstrument. Ontwerpend onderzoek kan specifieke kennis genereren die bijdraagt aan de oplossing van ruimtelijk-maatschappelijke vraagstukken.

De Academie zet het ontwerpend onderzoek extra kracht bij door samen te werken met lectoren. Sinds twee jaar is Duzan Doepel onze

vo

or

wo

or

d

2

Ra

vB

Het onderwijsprogramma legt dit jaar stevig de nadruk op de onderzoekende kracht van het ontwerp. We zetten de samenwerking met het lectoraat Sustainable Architecture and Urban Design onverdroten voort. Daarnaast dient zich een nieuw lectoraat aan waarmee de Academie een intieme verbintenis aangaat. En tenslotte weven we de komende twee jaar een rode onderzoeksdraad door het programma onder de vlag ‘Streetwise’. Dit jaar wordt een ware ontdekkingsreis!

vOOrWOOrD

De exploratieve kracht van het ontwerp

primaire samenwerkingspartner als lector Sustainable Architecture and Urban Design. Dit jaar programmeren we het architectuuratelier ‘Sun Lab’ als onderdeel van zijn onderzoeksprogramma.

Daarnaast starten we dit jaar een nieuw onderzoeks- en samenwerkingsprogramma. Begin 2013 zijn de zes Academies van Bouwkunst door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in staat gesteld om een gezamenlijk lectoraat ‘Lokale en regionale Ontwerpopgaven’ op te starten. Het lectoraat wordt geleid door Eric Frijters en zal de komende jaren een aantal concrete, actuele en relevante ruimtelijke opgaven op lokaal en regionaal niveau bij de horens vatten. De rotterdamse Academie van Bouwkunst verbindt jaarlijks één ontwerpatelier aan dit onderzoeksprogramma; dit studiejaar gaat het om het stedenbouwatelier ‘Het Metabolisme van rotterdam’.

Tenslotte weven we de komende twee jaar een thematische onderzoeksdraad door het curriculum. Onder de noemer ‘Streetwise’ staan dit jaar twee A/S-ateliers, vier collegereeksen en drie onderzoekslaboratoria in het teken van ontwerpend onderzoek naar ‘de straat als sociale ruimte’. De verbindende programmering van deze thematiek in het curriculum zet bovenal de onderzoekende kracht van het ontwerp op de agenda.

Inhoudelijk kent ‘Streetwise’ een tweeledige doelstelling. Enerzijds beoogt het te verkennen wat de rol en betekenis van het ontwerp is bij het vormgeven aan het hedendaags samenleven. Anderzijds wil het programma onderzoeken wat het effect is van het ontwerpend denken en handelen vanuit een maatschappelijk perspectief op de ontwerpdisciplines zelf: biedt een dergelijke benadering zicht op nieuwe en aangepaste ontwerpinstrumenten en ruimtelijke typologieën? De straat als de misschien wel belangrijkste sociale ruimte van de stad, maar ook als het welhaast archetypische overlapgebied van de architectonische en stedenbouwkundige discipline, is daarvoor de perfecte test case.

Met de expliciete nadruk op ontwerpend onderzoek belooft studiejaar 2013-2014 een spannende ontdekkingsreis te worden. Als ware ontdekkingsreizigers schepen studenten, docenten en staf van de Academie in voor een gezamenlijke zoektocht naar de exploratieve kracht van het ontwerp. Door gedurende die zoektocht vanuit het ontwerp alternatieven te formuleren, problemen te herdefiniëren en andere werkelijkheden te verbeelden, zullen ze onbekende toekomsten voorstelbaar maken en de grenzen van het mogelijke verleggen. Ik wens alle deelnemers aan deze queeste een goede reis!

Chris van LangenDirecteur rotterdamse Academie van Bouwkunst

vo

or

wo

or

d

3

Ra

vB

Positie in het vakBovenal gaat het volgens ons bij ontwerpen om het vinden van je eigen invalshoek, het vermogen om in het ontwerpproces unieke momenten te creëren waar alles in een unieke ruimtelijke configuratie bij elkaar komt. Ontwerpvakmanschap staat voor het optimaal balanceren van kennis en intuïtie. Dit kan niet zonder een overtuiging, mentaliteit of conceptuele inslag. Het bepalen van je eigen positie en het formuleren van je eigen agenda vormen dan ook een essentieel onderdeel van ons ontwerponderwijs. Daarom zijn de ateliers opgezet langs een lijn van toenemende schaalniveaus en complexiteit. Van paviljoen tot hybride, stedelijk complex, van directe woonomgeving tot visionaire regionale toekomstperspectieven, van eenduidige ontwerpopgaven met een beperkte set van randvoorwaarden tot open ontwerpopgaven gevoed door exploratief vooronderzoek. Zo wordt je steeds uitgedaagd een stap verder te denken en je eigen positie binnen het vakgebied aan te scherpen.

Een architect of stedenbouwkundige denkt niet alleen voorbij het heden, maar kan de toekomstige leefomgeving ook ontwerpen. Daarom is ontwerpen de kern van onze opleiding. Dit betekent in eerste instantie het vakbekwaam toepassen van kennis op het gebied van bouwmethodiek, regelgeving, realisatie, typologieën, geschiedenis, programma, randvoorwaarden en de maatschappelijke context. Maar ontwerpen is meer. Het gaat vooral om het op het juiste moment inzetten van vaardigheden. Denk aan het gebruik van analyse- en tekentechnieken, de keuze van het detailniveau en de representatievorm, het effectief gebruik van verschillende media en natuurlijk presentatietechnieken.

OnTWErpOnDErWIjS Ateliersa

teli

er

s

4

Ra

vB

Maatschappelijke realiteitHet atelieraanbod is volledig gericht op de herontdekking van de stad als aantrekkelijke leefomgeving, hergebruik van gebouwen, transformatie en verdichting en duurzame architectonische en stedenbouwkundige structuren. Deze verankering in de maatschappelijke realiteit wordt het meest expliciet uitgewerkt binnen de twee ateliers die binnen het Streetwise-programma vallen. Sreetwise refereert naar kennis hebben van de taal en codes van de straat. Binnen deze twee ateliers worden deze conventies onderzocht, in zo breed mogelijke zin: sociaal, economisch, functioneel, ruimtelijk, stedenbouwkundig en architectonisch. Daarmee is Streetwise het ideale thema om het vakmanschap van de twee studierichtingen aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst met elkaar te verbinden, zodat de maatschappelijke relevantie van ons vakgebied geduid kan worden.

Verder weg en dichter bijHet brede spectrum van ons vakgebied komt ook terug in de geografische spreiding van de opgaven in ons atelieraanbod. In sommige ateliers blijven we dicht bij huis. Architectuurhoofdstad Rotterdam is en blijft een leerzame omgeving voor architectuur- en stedenbouwateliers. In één atelier wordt ook de verbinding gelegd met de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam 2014. Tegelijkertijd zoeken wij de inspiratie verder weg. Komend studiejaar worden er daarom twee ateliers aangeboden met een buitenlandse opgave. Inspiratie en kennisuitwisseling spelen in deze ateliers een belangrijke rol.

De docentenDe geselecteerd docenten van deze ateliers zijn allemaal vakmensen die hun sporen in het vak hebben verdiend of breed erkend worden als aanstormend talent. Stuk voor stuk nemen ze een duidelijke positie in. Daarnaast hebben ze allemaal een open, kritische en onderzoekende houding en worden ze gedreven door een gevoelde urgentie dat realisme en realiteit nadrukkelijk deel moeten uitmaken van een ontwerpopgave. Wat ze bindt, is hun ervaring met het maken, hun passie voor het vak én het vermogen om dit op inspirerende wijze over te brengen in het atelieronderwijs.

- Job Floris & Wouter Veldhuisopleidingscoördinatoren architectuur & stedenbouw

ate

lie

rs

5

Ra

vB

AT 1.1 TEKTOnIEK: nAgELHUISDocenten: Aldo Trim (Plane Sight Architecture) & Rob Bollen (Ma architecten)

vrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 1 / 9A|0SThema: tektoniek & structuurComplexiteit: laag / 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur en is gekoppeld aan het college Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis.

Dit atelier is opgezet als een stoomcursus ‘architectuur maken’. De wisselwerking tussen maken en ontwerpen vormt de rode draad. Daarom zal er direct tot ‘maken’ overgaan worden middels een enorme productie aan ruimtelijke modellen en materiaalstudies. Het atelier wordt opgedeeld in zes kortlopende oefeningen die onderzoekend en verkennend van aard zijn. In de eerste fasen wordt gestudeerd op aspecten zoals constructie en grondvorm, bekleding en expressie, handwerk en prefab. De relatie tussen de constructie en de bekleding wordt onderzocht als leidend motief van het eigen ontwerp. De laatste fasen zijn geheel gericht op de uitwerking van een deel van het eigen ontwerp, een getekend fragment en een model op ware grootte dat in het beoogde materiaal wordt uitgevoerd. Naast de ontwikkeling van basale vaardigheden, worden verschillende architectuurhistorische en theoretische overwegingen geanalyseerd en eigen gemaakt. Het programma betreft een zogenaamd ‘nagelhuis’, een bouwwerk dat een opmerkelijke en vervreemdende architectonische ontmoeting met haar omgeving ensceneert en niet noodzakelijkerwijs een woonhuis is. In China vormen de nagelhuizen momenteel een uiting van burgerlijk verzet doordat de bewoners geen plaats willen maken voor grootschalige bouwprojecten. Een bekend Nederlands voorbeeld is beschreven in de roman ‘Publieke Werken’ van Thomas Rosenboom.

AT 1.2 ATLAS VAn DELFTDocenten: Martin Aarts (Stadsontwikkeling/gemeente Rotterdam) & Sander Lap (LAP Landscape and Urban Design)

vrijdagmiddag (lezingen en tussenpresentaties op maandagavond)Categorie: Atlas / 0A|9SThema: morfologie van de stadComplexiteit: laag / 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw en is

gekoppeld aan het college Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis.

Wat is kenmerkend voor de ruimtelijke en functionele opbouw van de Nederlandse stad? Welke ruimtelijke opgaven spelen er? En wat zijn de belangrijkste basisvaardigheden die je als stedenbouwkundig ontwerper moet hebben om met deze opgaven om te kunnen gaan? De antwoorden op deze vragen komen aan de orde in dit inspirerende atelier dat bestaat uit vijf intensieve werkperioden. Tijdens de eerste periode maak je kennis met de stad Delft en de opgaven en plannen die in deze stad spelen. In deze analysefase worden begrippen als cultuurhistorie, identiteit, landschapstypen, stedelijke morfologie, openbare ruimte, gebouwtypologie, programma en ontsluiting met behulp van verschillende analysetechnieken nader verkend. Deze analyses vormen een inspirerende basis voor drie ontwerpopgaven op drie verschillende locaties in Delft. Deze worden in drie opeenvolgende, korte, werkperioden uitgewerkt. Het programma voor de ontwerpopgaven is voor de drie locaties gelijk: 100 woningen, 2.000m2 bedrijfsruimte en 500m2 winkels. Door een stedenbouwkundig plan met hetzelfde programma in verschillende gebieden te maken, worden de verschillende stedenbouwkundige wetmatigheden en verkavelingsmogelijkheden van die gebieden inzichtelijk. Na elke ontwerpperiode vindt een tussenbeoordeling plaats. Gedurende de laatste periode van het atelier wordt er gereflecteerd op het eigen werk en wordt alles samengebracht in een samenhangend verhaal over de stad Delft. Het eindproduct is een atlas met verkavelingen voor de hedendaagse Nederlandse stad.

AT 1.3 SUn LABTutor: Marieke Kums (MAKS)

Friday afternoonCategory: Medium-sized housing complex / 9A|0STheme: collective housingComplexity: medium / 9 ECTSThis design studio is English spoken.

This design studio investigates the possible links between climate, comfort, building physics, and aesthetics. We will focus on the design of a small residential complex in the Rotterdam area. The main theme is how, by combining the aspects of climate and culture, a new type of regional architecture can be developed. Around the world, specific design instruments have been developed taking into account local climatic conditions. These instruments are often intelligent, simple, and low-tech. During this studio, their validity

Ateliers 1ste semester

ate

lie

rs

6

Ra

vB

and usefulness for the Rotterdam situation will be investigated. To this end, the Sun - as the leading bioclimatic design principle - will serve as a leitmotif. This means that the building will be designed entirely in line with the properties of the sun and the consequences of such properties in relation to comfort inside the building. The design process will start with the development of a generic toolbox, a foundation that is suitable for use with different architectural languages, and which serves as the basis for the development of a new residential complex. The integration of solar conditions can take place at a variety of levels, such as the low-tech method of splitting the shell into different zones of use, each to be used in different seasons. Another example is the development of a smart façade, which anticipates the moments of the sun.

AT 1.4 REHAB 3.0Docent: penne Hangelbroek (rapp+rapp)

vrijdagmiddagCategorie: Grootschalig Publiek Gebouw / 9A|0SThema: transformatie & hergebruikComplexiteit: hoog / 9 ECTS

Tijdens dit atelier wordt een bestaand gebouw herbestemd tot publiek gebouw en voorzien van een uitbreiding. Het rijke thema van aanhelen, voortborduren of versmelten van nieuwbouw bij een bestaand gebouw staat centraal omdat het specifieke architectonische vragen oproept over de interpretatie van en de omgang met een bestaand gebouw. De herbestemming van een bestaand gebouw vereist begrip en interpretatie van een bestaand bouwwerk. Hierbij speelt, naast de uitdrukking en materialisering van het exterieur, de ontwikkeling van het interieur een belangrijke rol. Tegen de achtergrond waarin de architect zijn invloed op en vaardigheid in het ontwerp van het interieur lijkt te zijn kwijtgeraakt, is het relevant om dit territorium met hernieuwde interesse te betreden. Dit vergt precisie, een sensibel oog en een virtuositeit die voorbij het seriematige gaat. In omringende landen lijkt de scheiding tussen de disciplines interieur en exterieur minder hard en zijn vaak verenigd ondergebracht bij de architect. Nu herbestemmingopgaven actueel zijn, zou deze integrale ontwerpbenadering weer tot de expertise van de architect moeten behoren.

AT 1.5 THE InnERDocent: job Floris (monadnock)

vrijdagmiddagCategorie: Ensemble 2 / Grensgebied architectuur - stedenbouw / 5A|4SThema: publieke interieur als sociale ruimte in de stad | Streetwise AtelierComplexiteit: middel / 9 ECTS Dit atelier stelt het publieke interieur centraal. Toen de passage als noviteit in de achttiende

en negentiende eeuw werd geïntroduceerd, functioneerde deze als een verlengd commercieel circuit, als short cut en als netwerk van overdekte semipublieke ruimtes. Deze nieuwe stedelijke ruimtes waren veel rijker gedecoreerd en voorzien van edelere materialen dan de gangbare openbare straat en kende vaak een onduidelijk toegankelijkheidsregime. De bezoeker voelde zich te gast en gedroeg zich er naar. Deze typologie is inmiddels doorontwikkeld tot shopping mall en het gedrag van de bezoekers wordt sterker dan tevoren geënsceneerd. Van oudsher vormen deze stedelijke interieurs de overgangsgebieden tussen publiek en privaat, die functioneren bij nauwkeurige afstemming en onderhandeling of juist bij snoeiharde regulering.

Tijdens dit atelier wordt de ontwikkeling van het semi-openbare domein onderzocht en ontworpen, vertrekkend vanuit het interieur. Deze operatie speelt zowel op architectonische als op stedenbouwkundige schaal, waarbij historische en hedendaagse voorbeelden uit het buitenland worden bestudeerd op aankleding, dimensionering, programmering, enscenering en toegankelijkheidsregime, verbinding en betekenis in het stedelijk weefsel. Deze kennis wordt vervolgens geïmplementeerd in een ontwerp voor een publiek interieur in de Rotterdamsebinnenstad.

AT 1.6 HET METABOLISME VAn ROTTERDAMDocent: Thijs van Bijsterveldt (Shift A+U)

vrijdagmiddagCategorie: Ruimtelijke Strategieën / 0A|9SThema: verbinden van processen, stromen en ruimteComplexiteit: hoog / 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het gezamenlijke lectoraat ‘Lokale en Regionale Ontwerpopgaven’ van de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Tilburg. Doel is het verdiepen van de samenwerking tussen de Academies en de lokale en regionale overheden in en om de steden waar de Academies gevestigd zijn.Dit atelier is gericht op concrete, actuele ruimtelijke opgaven in Rotterdam, op lokaal en regionaal niveau. Overkoepelend thema is ‘het metabolisme van de stad’. Dit thema zal nog verder uitgewerkt worden in overleg met de recent aangestelde lector Eric Frijters. De gemeente Rotterdam werkt in het kader van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam 2014 ook aan dit thema en heeft de Academie gevraagd te participeren. De resultaten van het atelier zullen, samen met de resultaten van de ateliers van de andere Academies, verwerkt worden in een bijdrage aan de Architectuur Biënnale.

ate

lie

rs

7

Ra

vB

AT 2.1 gROOT STEDELIJK HUISDocenten: jasper de Haan (jasper de Haan architecten) & Lieke van Hooijdonk (Lillith ronner van Hooijdonk) vrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 2 / 9A|0S Thema: stedelijk wonenComplexiteit: laag / 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur en is gekoppeld aan het college Typologie & Morfologie.

Tijdens het atelier wordt een huis in een stad ontworpen. Het ontwerp van een woonomgeving behoort tot één van de meest precieze en prestigieuze architectuuropgaven, waarbij aanspraak wordt gedaan op de specifieke vaardigheden van de ontwerper. Ontwerpvraagstukken die hierbij spelen omvatten de inpassing ervan in een bestaande omgeving en het op maat maken van de woning gelijk een maatpak voor de bewoner. Tal van zaken vragen om antwoorden en oplossingen van pragmatische en functionele aard. Om die reden is het als architect des te belangrijker om een duidelijk leidmotief te hebben.In een tijd dat het particuliere initiatief weer toe lijkt te nemen, vormt het ontwerp van een Groot Stedelijk Huis een onverminderd relevante opgave. De rijke historie en typologische ontwikkeling van de stadswoning wordt bestudeerd, zodat kan worden voortgeborduurd op aanwezige architectonische kennis, bestaande coderingen en betekenissen van architectonische elementen. Zoals een trap, een raam, een deur, een gang en de samenhang met de ordening van het huis. Hier wordt vervolgens een eigen interpretatie van gemaakt door de indeling en vormgeving van de woning op basis van één leidend ontwerpmotief op te zetten. Dit leidmotief wordt vervolgens in verschillende stappen geconfronteerd en beproefd met aspecten als functionaliteit en context.

AT 2.2 InTEnS BRUSSELDocent: Han Dijk (posad) & nathanaëlle Baës (Architecture Workroom)

vrijdagmiddagCategorie: Buurt / 0A|9S Thema: binnenstedelijk wonenComplexiteit: laag - middel / 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw en is gekoppeld aan het college Typologie & Morfologie.

Na decennia van uitbreiden kiezen steeds meer steden voor het versterken en intensiveren van bestaand stedelijk gebied. De rol van de binnenstad ondergaat daarbij een opvallende verandering. Tien jaar geleden was er nauwelijks aandacht voor wonen in de binnenstad. Inmiddels is iedereen het erover eens dat een substantieel inwoneraantal een absolute voorwaarde is voor een aantrekkelijke en vitale binnenstad.Dit geldt niet alleen voor Nederlandse steden, maar ook voor veel buitenlandse steden. Brussel is hiervan een mooi voorbeeld. Decennialang heeft de stad veel ruimte vrijgemaakt voor de ontwikkeling van binnenstedelijke kantoorlocaties voor de Europese en Belgische bureaucratie en zakelijke dienstverlening. De laatste jaren wordt de binnenstad van Brussel echter steeds gewilder als plek om te wonen en dreigt er een nijpend tekort aan woningen te ontstaan.

Het atelier Intens Brussel verkent de ruimtelijke mogelijkheden en gevolgen van de intensiveringsopgave voor de Brusselse binnenstad. De eerste stap is een analyse van een aantal typische Brusselse binnenstedelijke buurten die de afgelopen zestig jaar zijn vernieuwd. Zo wordt een kennisbank opgebouwd met prototypische binnenstedelijke Brusselse buurten. In de tweede stap formuleert iedere student een visie op eigentijds wonen in de Brusselse binnenstad. Deze visie wordt uitgewerkt in een strategische uitvoeringsagenda. Gedurende de derde en laatste stap wordt deze uitvoeringsagenda geconcretiseerd in een stedenbouwkundig ontwerp voor een interventie voor een karakteristieke binnenstedelijke locatie.

AT 2.3 SCHOOL Tutors: Theo Kupers (n2 Architecten) & jeroen Schipper (jSA)

vrijdagmiddagCategorie: Middelgroot Publiek Gebouw / 9A|0SThema: publieke gebouwen & onderwijs Complexiteit: middel / 9 ECTS

In deze studio wordt een school in een sub-urbane omgeving ontworpen. Het gehele scala aan schaalsprongen dat bij een dergelijke ontwerpopgave doorlopen wordt, komt aan de orde. Het begrijpen en interpreteren van de context en de relatie tussen interieur en exterieur nemen een belangrijke plaats in tijdens deze opgave. Van afstemming op de structuur, morfologie en geschiedenis van de plek, via de ruimtelijk functionele opzet van het gebouw tot de precisie van het vormgeven, materialiseren en architectonisch detailleren van het in- en exterieur.Het programma van een eigentijds onderwijs-

Ateliers 2de semester

ate

lie

rs

8

Ra

vB

gebouw vormt een actuele ontwerpopgave met specifieke ruimtelijke functionele vraagstukken op verschillende schaalniveaus. Op stedenbouwkundig niveau speelt de logistiek van het halen en brengen en de situering van speelpleinen. De organisatie van de verschillende programmaonderdelen, de grens tussen het publieke en niet-openbare, de verschillende gebruikersgroepen en bezoekersstromen, de plattegrond in relatie tot het onderwijsconcept vormen belangrijke vragen op ruimtelijk niveau. Met betrekking tot de flexibiliteitsaspecten wordt gestudeerd op de wijze waarop het gebouwconcept mogelijkheden en ruimte kan bieden voor steeds veranderende behoeftes?

AT 2.4 METROPOLITAn COLLECTIVE HOUSIngTutor: to be announced

Friday afternoonCategory: Large-scale residential building / 9A|0STheme: urban collective housing Complexity: High / 9 ECTSThis design studio is English spoken.

The Netherlands has a rich tradition of large-scale residential buildings. Repetition and rhythm, uniformity within series and construction systematics, transitions from the public to the private domain, and residential typology form themes that can be addressed during this design assignment for a large residential building within an urban environment. Although this task has been a decisive factor for many firms in the Netherlands for many years, it currently appears that this trend has largely evaporated due to shrinking construction productivity. Nevertheless, demand stretching far outside the Netherlands remains current and relevant, and this knowledge is highly valued and can be put to use in other countries. At the start, a selection of traditional examples is studied by means of analysis drawings. In such a large-scale task, the importance of the construction system, the level of repetition, and the number of exceptions increase. This places a logical emphasis on the feasibility of production: the construction systematics and the materiality of the façade material. How do these pragmatic aspects relate to the living environment: the acquisition of a pleasant, hospitable living environment in the city? During this assignment, the relationship between the collective and the individual will be defined with great precision; in other words, the route of the collective access to the street side as far as the hallway of the home will be designed very carefully.

AT 2.5 STREETWISEDocenten: Wouter veldhuis (MUST) & reimar von Meding (KAW architecten en adviseurs)

vrijdagmiddagCategorie: Ensemble 2 / grensgebied

stedenbouw - architectuur / 4A|5SThema: straat als sociale ruimte in de stad | StreetwiseComplexiteit: middel Partner: Technische Universität Berlin, gemeente Rotterdam / 9 ECTS

De straat is een ruimtelijk oertype dat door de eeuwen heen steeds weer een andere verschijningsvorm kreeg, aangepast aan de eisen van de tijd. Eén ding is echter nooit veranderd. De straat was en is het ruimtelijke en sociale bindmiddel van de stad. Het is de ruimte waar het private en publieke domein elkaar raken en met elkaar worden verbonden. Waar architectuur, stedenbouw en stedelijk leven samensmelten.Met het atelier Streetwise wordt de verbinding gelegd tussen twee steden die worstelen met de betekenis en vormgeving van de straat: Berlijn en Rotterdam. Beide steden zijn zwaar gehavend door bombardementen en kennen een straatmijdende wederopbouwgeschiedenis. De opgave is het ontwerp voor de reanimatie van een binnenstedelijke straat in Berlijn die verschillende buurten verbindt en de voormalige zone van de Berlijnse muur doorsnijdt. In de eerste fase van het atelier wordt een catalogus gemaakt met binnenstedelijke straattypen op het grensvlak van oud en nieuw in gehavende steden zoals Lissabon, Hamburg en Brussel. Deze fase wordt afgerond met een veldonderzoek en workshop in Berlijn, in samenwerking met de Technische Universität Berlin. In het tweede deel van het atelier wordt een ontwerp gemaakt voor de reactivering van de binnenstedelijke straat in Berlijn. Naast aspecten als verkeersruimte, ontmoetingsruimte en verblijfsruimte wordt er ook een ontwerp gemaakt voor de herontwikkeling van een grootstedelijk bouwblok dat aan deze straat is gelegen. In de derde fase wordt het ontwerp voor de straat in Berlijn geïmplanteerd in een vergelijkbare Rotterdamse situatie. Door de noodzakelijke inpassing en aanpassing van het ontwerp wordt iedere student gedwongen kritisch te reflecteren op de unieke kwaliteiten van zijn of haar ontwerp en de betekenis voor Rotterdam.

AT 2.6 RAnDSTAD UTOPIA Docent: jaakko van 't Spijker (jvantspijker / CULD) en riëtte Bosch (West8)

vrijdagmiddagCategorie: Regio / 0A|9SThema: kansen voor ultra hoge dichtheid in de Randstad Complexiteit: hoog / 9 ECTS

De ruimtelijke gevolgen van de demografische verschuivingen in Nederland worden nog onvoldoende doordacht. In beslag genomen door de dagelijkse problemen van de economische recessie, wordt er door architecten en stedenbouwkundigen nauwelijks nagedacht over de enorme verstedelijkingsopgaven die

ate

lie

rs

9

Ra

vB

de Randstad staat te wachten als de trek naar de grote steden structureel door gaat zetten. Wat gebeurt er als brandstofkosten zo duur worden dat de kosten voor woon-werkverkeer de kostenbesparing van een goedkopere woning in de periferie ruimschoots overstijgen? Waar gaan de Nederlanders wonen en werken als de Rijksoverheid definitief stopt met de nationale gelijkmatige distributie van werkgelegenheid en welvaart? Wat zijn de ruimtelijke gevolgen als een substantieel deel van de Nederlanders in de toekomst in centraal gelegen aantrekkelijke steden als Amsterdam en Utrecht wil wonen en werken?

In het atelier Randstad Utopia durven wij als ontwerpers weer vooruit te kijken naar de nog ongekende toekomst van het jaar 2100. Op basis van de door het CPB ontwikkelde scenario's voor NL2040 (slimme mensen, sterke steden) worden de sociaal-economische trends radicaal doorgedacht en vertaald naar een ongekende verdichtingsopgave voor een aantal grote steden in de Randstad omstreeks 2100.

In de eerste fase van het atelier worden kritische vestigingsfactoren zoals de toekomstige netwerkknopen en leefkwaliteiten geanalyseerd. Daarnaast wordt er een vergelijkend onderzoek verricht naar hypercompacte wereldsteden, waarbij de nadruk ligt op bebouwingstypologieën en typologieën voor de openbare ruimte. In het tweede deel van het atelier wordt een verdichtingsstrategie voor de Randstad uitgewerkt en geïllustreerd met een concrete stedenbouwkundige uitwerking van een locatie die het meest kenmerkend is. Met de derde fase zet het atelier een grote stap terug in de tijd. Iedere utopie wordt herleidt naar een concrete eerste ruimtelijke interventie die in de komende twintig jaar gezet moet worden om het gewenste toekomstbeeld daadwerkelijk te kunnen bereiken.

ATE

LIE

rS

10

rA

vB

IktinosDe Iktinosprijs is in 1969 ingesteld door architect Huig Maaskant, medeoprichter van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt met het oogmerk die Academiestudent te prijzen die "... door kwaliteit en karakteristiek van het studieresultaat een (culturele) bijdrage heeft geleverd aan onderwijs, onderzoek en praktijk van architectuur of stedenbouw". Het ging Maaskant daarbij nadrukkelijk om tussentijdse studieresulaten en niet om afstudeerprojecten. Op voordracht van de docent(en) wordt uit elk atelier één project genomineerd voor de Iktinosprijs. In deze programmagids zijn de nominaties uit studiejaar 2012-2013 opgenomen. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de jaaropening en de genomineerde projecten worden gepresenteerd op de Iktinostentoonstelling.

IKTI

nO

Sn

OM

InA

TIE

S

nominaties

11

rA

vB

‘MRI VAn gEBRUIK’ VAn ADRIAAn CORTEnAtelier ‘Tektoniek’ Docenten: Aldo Trim & peter LühtiIn het verlengde van de markt ligt een vergeten park in Rotterdam.Het Paviljoen wordt de eerste uitnodiging naar dit park. Aan de Rotte en uit kijkend over de Meent vormt het een schakel tussen het stadsleven en rustieke park. Bezoekers worden uitgenodigd over de Rotte door het aantrekkelijke karakter. Het dak wordt gebruikt als etalage voor het park en vormt een daktuin voor het Grand Café. Het Paviljoen wordt voorzien van een gevel die het open en gesloten karakter

van de ruimtes direct vertaald. Door de systematiek van het constructieve raster en het volgen van de rondingen die voortkomen uit de routing, opent de gevel zich t.p.v. de rondingen en sluit zich op de rechte stukken. Tevens wordt de ritmiek leesbaar in het interieur als de constructieve schijven hier worden doorgezet en de ruimtes vormen. Hierdoor wordt de constructie, het gebruik en de gewenste esthetiek gevormd uit één element.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

12

Ra

vB

‘TERUgHOUDEnD’ DOOR JüRgEn MAURERAtelier ‘Wooncomplex: rEHAB’Docent: penne HangelbroekEen voormalig kantoorgebouw van OGEM Rotterdam wordt getransformeerd naar een woongebouw met 50 woningen. De verschijningsvorm wordt hierbij terughoudend veranderd terwijl de functie en de functionaliteit ingrijpend wijzigt. Voor gezinnen worden op de onderste drie verdiepingen woningen met toegang tot de binnentuin gerealiseerd. Op verdieping vier tot en met zeven ontstaan woningen met collectieve vides voor vitale ouderen. De toegevoegde galerijen aan de achterzijde

van het L-vormige gebouw zijn doorgetrokken om een licht-as te vormen die aan de twee straatgevels verticaal zichtbaar wordt. De afwijkende zevende verdieping wordt zo ook betrokken. Service-wanden die de bestaande kolomstructuur omvatten, lopen door in de gevel en zetten het ‘zwevende’ gebouw op de grond. De aansluiting op de omliggende bebouwing wordt bereikt door reliëf, ritme, materiaal en formaat van de geveldelen aan te passen en de hoekinsnoering tot de vierde verdieping op te heffen.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

13

Ra

vB

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

14

Ra

vB

‘A nEW LIBRARy’ DOOR ESTHER VAn LIEMPDAtelier ‘The new Library’Docent: Dirk petersVoor de nieuwe bibliotheek van Rotterdam heb ik onderscheid gemaakt tussen de publieke en private functies. Daarbij worden de publiekstrekkers letterlijk opgestapeld en vervolgens verschoven in het horizontale vlak. Deze verschuiving biedt ruimte aan ondersteunende functies zoals werken, studeren en spelen. Door verschil te maken in de afmetingen van de

blokken creëer ik terrassen in één vide aan de voorzijde en één vide aan de achterzijde. Aan de voorzijde staat het geheel in contact met het plein. Aan de achterzijde zorgt een kleine setback voor de creatie van een dakterras, waarmee de achterkant van het aangrenzende appartementenblok is gecamoufleerd. Het verticale transport gebeurt enerzijds door de overlappende blokken die een kern creëren en anderzijds door de shortcuts die de commerciële functies verbinden.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

15

Ra

vB

‘SPLIT AnD COnnECT’ DOOR TEA HADZIZULFICAtelier ‘Groot Stedelijk Huis’Docenten: jeroen Schipper & Theo KupersDe opdracht bestaat uit het ontwerpen van een woonhuis, waarvan de kavel op de hoek van het Dahliablok is gesitu-eerd. De opdrachtgevers zijn een vio-liste, die thuis werkt, en haar man.Uit de stedenbouwkundige analyse blijkt de verbinding tussen binnentuin en straat een toevoeging aan de context. Een vijftien meter hoge woning blok-keert het zonlicht vanaf de straatzijde

op de binnentuin, zo blijkt uit daglicht-studies. Daarom wordt het hoekkavel gedeeltelijk als opening voor daglicht en publieke doorgang gebruikt. Het principe van een uitgehakte rots vormt leitmotif. Voor de violiste is de interac-tie met anderen in het huis van belang. Door haar een podium te bieden, kun-nen de muziekklanken overal terecht en kan men haar in het huis zien vanaf de “uitgehakte rotsen”, die hierbij dienen als theaterbalkons.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

16

Ra

vB

‘gREnSDEBAT – WOnEn TUSSEn HAAgSE SFEREn’ DOOR STEPHAn BOOnAtelier ‘Intens Den Haag’Docent: Han DijkBinnenhof, Hofstad en Badplaats, dat is waar Den Haag voor velen bekend omstaat. Het is de stad waar gefortu-neerd en asociaal moeiteloos elkaar afwisselen. In de historische kern komt deze mix het meest veelzeggend bijeen. Van statige paleizen aan het Voorhouten tot achterstraten aan de gracht. De ge-meente is zich bewust van kwaliteiten en de tweestrijd die binnen het centrum afspeelt en zet daarom in op een ver-dichtingsopgave. Doel is gebieden meer van elkaar te laten profiteren zodat het centrum ook in de toekomst het stede-lijke hart blijft waren wonen, werken en recreëren de toon slaan.

‘Grensdebat’ focust op een meertraps-strategie uitgaande van de negen sferen die in de historische kern zijn te on-derscheiden. De verdichtings-toolbox zet niet alleen in op het toevoegen van woningen binnen iedere afzonderlijke sfeer, maar legt vooral relaties op het grensvlak tussen onderlinge gebieden en laat bovendien de rest van de bin-nenstad meeprofiteren. Exemplarisch is de interventie aan het Korte Voorhout. Deze groene schakel tussen Malieveld, Lange Voorhout en gracht wordt nu gekenmerkt door anonimiteit. Transfor-matie en toevoeging van nieuwbouw, met nadruk op bijzonder programma in de plint en relatie met de gracht, maken de straat weer een verbinding van for-maat en een katalysator voor de rest van de binnenstad.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

17

Ra

vB

‘CAnALZOnE’ DOOR BEn WEgDAMAtelier ‘Kanaalzone Brussel’Docent: Mariet Schoenmakers & nathanaëlle BaësThe planarea between Anderlecht and Kuregem has a strategic place in the urban tissue, important axis come across that connects residential, commercial and cultural centres in its near surroundings. The industrial heritage seperates the two sides of the canal and breaks up the continuity.

To improve the connection between the east- and westside of the Canalzone and its significance for its surroundings there has been chosen for appartmentblocks that stand solitairy in the public space to maintain the connections between several industrial complexes and the new public functions. By using this typlogy of housing and reuse of the industrial complexes, there will be a gradual transition between the residential and industrial areas.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

18

Ra

vB

‘LOST gREATnESS OF LEFORTOVO’ By CHRISTOPHE CORnILLEStudio ‘Lefortovo Moscow’Tutors: Sander Lap, Hank van Tilborg & Hielkje ZijlstraWhat happened to the pleasure gardens of the Moscow elite on the Yauza? Lefortovo Park and the River Yauza are part of the main green structures in the District Lefortovo. In process of time the personal garden became a huge park and transformed from a magnificent royal garden of Peter the Great, the ruler

of Russia in the eighteen-century to a park for the neighbour-hood to walk the dog. It lost his greatness and it’s time to get it back! My idea is to restore this greatness to some extent, to translate the contemporary power position of Moscow. The interventions have the impact to be a positive influence on the surrounding areas with new connections. ‘Lefortovo Park, greatness within Moscow’ is a new hart for the District.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

19

Ra

vB

‘A M

An

IFE

STO

FO

R A

KU

nS

THA

L’ D

OO

R C

HR

ISTI

nE

VR

IES

EM

AS

tudi

o ‘S

eek

& A

rtic

ulat

e’Tu

tors

: job

Flo

ris

& H

enk

jan

Imho

ffA

bui

ldin

g sh

ould

be

eart

hbou

nd fo

llow

ing

the

logi

c an

d co

ncep

tual

fo

unda

tion

of

cons

truc

tion

and

str

uctu

re. C

onst

ruct

ion

hold

s th

is

‘Kun

stha

l’ no

t m

erel

y to

geth

er b

ut is

a s

truc

tura

l des

ign

inst

rum

ent.

The

st

ruct

ural

con

cept

in t

his

desi

gn is

a t

hin

line

bet

wee

n co

lum

n, w

all a

nd

cons

truc

tion

.

The

pro

duct

ion

of a

rchi

tect

ure

is r

ende

red

visi

ble

in t

his

desi

gn.

Mat

eria

ls a

re u

sed

an o

n di

spla

y fo

llow

ing

thei

r si

mpl

e sp

ecifi

c ch

arac

teri

stic

s, p

last

icit

y an

d ta

ctil

ity:

Woo

d is

war

m, i

ron

is li

ghte

r, st

one

is s

olid

, con

cret

e ca

n cr

eate

any

sha

pe. D

ress

ing

the

buil

ding

in

mat

eria

l int

rodu

ces

refin

emen

t an

d ta

ctil

ity

to a

rchi

tect

ure.

Tac

tili

ty, p

last

icit

y an

d a

fine

leve

l of

deta

ilin

g in

trod

uces

the

hum

an

scal

e. I

t cr

eate

s a

tota

l und

erst

andi

ng o

f ho

w t

he b

uild

ing

is m

ade,

how

to

mov

e tr

ough

it, i

t ca

n ev

en d

efine

the

atm

osph

ere

of a

bui

ldin

g.

A b

uild

ing

is p

art

of a

bro

ad u

nive

rse,

and

can

not

exis

t on

it’s

ow

n.

His

tory

, env

iron

men

t an

d su

rrou

ndin

gs e

cho

thro

ugh

the

buil

ding

, cr

eati

ng s

omet

hing

peo

ple

imm

edia

tely

rel

ate

to a

nd s

hapi

ng a

n un

ique

co

ncep

t. It

doe

sn’t

copy

his

tory

, but

ech

oes

it a

bsor

bing

inno

vati

on a

nd

mod

ern

twis

ts.

The

cla

rity

in a

rchi

tect

ure

I st

rife

for

is n

ot o

nly

for

cons

iste

ncy

but

al

so fo

r ac

cept

ance

and

und

erst

andi

ng fo

r th

e us

ers.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

20

Ra

vB

‘SE

EK

Ing

JUS

TICE

’ DO

OR

JAn

-WILLE

M TE

RLO

UW

Atelier ‘G

erechtsgebouw’

Docent: r

ob Hootsm

ansH

et gerechtshof is een publiek gebouw dat net zoals de m

iddeleeuwse

kathedraal middenin de sam

enleving staat. Een gebouw

dat een publieke functie dient en zonder enige fysieke barrière toegankelijk m

oet zijn. Er is

echter wel een m

entale barrière, namelijk de esthetiek. D

e esthetiek van de gotische kathedraal dw

ingt respect af voor de goddelijke macht. V

oor een gerechtsgebouw

is dit niet anders, de esthetiek dwingt respect af voor

de rechtelijke macht.

We kunnen de esthetische gedachtes van R

uskin en Morris realiseren

zonder de ethische agenda daaraan gekoppeld, tijden zijn veranderd. Ik laat de G

otiek en de Arts &

Crafts toe in m

ijn digitale wereld, hierdoor

word ik totaal ‘digital A

rts & C

rafts’. Op het eerste gezicht lijkt het

middeleeuw

se ambacht het tegenovergestelde van ‘digital’ m

aar dat is het niet. C

omputers zijn de nieuw

e ambachtslieden, ze zijn instaat lijnen m

et variatie, sym

pathie en zinnelijkheid te generen en te produceren.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

21

Ra

vB

‘ZOEKTOCHT nAAR THUIS’ DOOR ESTHER KATSAtelier ‘Thuis op Heijplaat’Docent: jeroen GeurstDeze atelieropgave was een zoektocht naar definities van het begrip ‘thuis’ waarbij de persoonlijke betekenis van het ‘thuis’ werd onderzocht. Daarnaast werden studies naar tuindorpen en begijnhoven, leefstijlen en de geschiedenis en stedenbouwkundige structuur van het gebied Heijplaat verricht. Uiteindelijk selecteerde iedere student een deel van het gebied voor nadere uitwerking. Zelf heb ik gekozen

voor de oude scheepswerf, het RDM-terrein, omdat het mij een uitdaging leek juist op deze industriële plek een thuis te creëren. Mijn uitgangspunt was daarnaast om van de huidige RDM-campus een echte campus te maken, waar wordt gestudeerd én geleefd. Een inpassing van de kleinschaligheid van woningbouw in een gebied met vrijwel geen menselijke maat en zonder tekort te doen aan het fascinerende rauwe karakter van de plek.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

22

Ra

vB

‘WATERWEZEn’ DOOR RUBEn SAnnEnAtelier ‘Weerbaar rijnmond’Docent: Florian BoerDoor de geschiedenis heen heeft Dordrecht niet alleen landschappelijke transities maar vooral culturele veranderingen moeten doorstaan. Van een centrale welvarende handelsstad naar een eiland in isolement. Het isolement heeft Dordrecht altijd overgeleverd aan haar directe omgeving, het water. Met de komst van snelwegtunnels en spoorbruggen heeft de watereconomie het eiland verlaten

en vormt de waterproblematiek niet alleen een gevaar voor de veiligheid maar ook voor de economie en daarmee de sociale structuur van het eiland. De uitdaging binnen deze opgave ligt in het opnieuw verbinden van de eilandcultuur met de watereconomie. Als toekomstvisioen worden drie ruimtelijke dragers uitgetekend. Het grootste overstroming oefenterrein ter wereld, omzoomd door een stadse ringstructuur. Tenslotte als ruggengraat een brug over land, een landmark voor een nieuwe economische trots.

ikti

no

sn

om

ina

tie

s

23

Ra

vB

Kennen en begrijpen.Omdat je niet voor een vacuüm ontwerpt, zul je de wereld moeten leren kennen. Als ontwerper onderzoek je de realiteit. Wat zie je en wat kun je meten? niet alleen kleur, textuur, schaal en grootte kun je aflezen, maar ook geldstromen, sociale processen en culturele activiteiten kun je meten. Daarvoor gebruik je onderzoeksinstrumenten die uiteenlopen van kijken met je eigen ogen tot het bestuderen en bewerken van cijfermatige data. Dat leer je in laboratoria, maar je leert het ook van sociologen, economen, projectmanagers en planologen die colleges verzorgen.

Begrijpen en ingrijpenDe wereld ziet eruit zoals ze eruitziet, maar waarom? De wereld kennen is iets anders dan de wereld begrijpen. In de colleges Ontwerp & Cultuur, Ontwerp & Economie maar ook in planeconomie leer je hoe culturele en economische krachten de omgeving waarin we ingrijpen door te ontwerpen, vormgeven. Door na te denken over hoe je ontwerpinstrumenten en ruimtelijke strategieën zich verhouden tot dit krachtenveld, vergroot je de slagkracht van het ontwerp of plan.

Ingrijpen en reflecterennu je een inzicht verworven hebt in het ‘wat’ en het ‘waarom’ van de gebouwde omgeving en met die kennis ontwerpend handelt, rest de vraag: ‘wat heb ik gedaan?’ Wat zijn de consequenties van mijn ont-werpend handelen? Als ontwerper ben je je ethisch en moreel bewust van je verantwoordelijkheid voor die leefomgeving. Tegelijkertijd heeft jouw beroepsuitoefening en het oeuvre dat je opbouwt consequenties

De Academie leidt ontwerpers op die zowel ‘denker’ als ‘doener’ zijn. Ontwerpen is nooit zomaar ‘iets maken uit niets’. Er is altijd een fysieke context; een wereld waarin ingegrepen wordt. Er is ook altijd een traditie van ontwerpmethoden en technieken: “zo doen we dat”. Kortom, het gaat niet alleen om louter objecten en plannen maken. Het gaat om de inzet van passende instrumenten en kennis om middels een ontwerp een ontwerpvraag te beantwoorden.

THEOrIEOnDErWIjS Collegesc

oll

eg

es

24

Ra

vB

voor de ontwikkeling van het vak zelf. Die horizon van de vakuitoefe-ning wordt beschouwd in de geschiedenis- en theoriecolleges en tegen de horizon van aanpalende vormgevende disciplines zoals die van de ruimtelijke Ordening en planologie gehouden. Waar sta ik als ontwerper in de geschiedenis van het vak? Contemporary European Designs and Strategies helpt je je eigen positie te overdenken temidden van de actualiteit van de vakuitoefening.

WerkterreinenOntwerpen is dus niet ‘doen’ zonder te ‘denken, of vice versa. Het is niet autonoom een vak uitoefenen, maar in gezelschap van anderen, geworteld in een wereld die we zelf zijn. Duurzaam ontwerpvakmanschap is niet enkel ‘iets’ ontwerpen maar bewust zijn van theoretische, historische, culturele, economische, sociale en politieke (én én…) condities van architectuur en stedenbouw. Waar vinden al die ontmoetingen plaats? Op het snijvlak van architectuur en stedenbouw bevindt zich de straat. niet toevallig is dit ook de ruimte waar alle bovengenoemde condities betekenis en uiting vinden. In het theorieprogramma 2013-2014 beschouwen we deze dan ook.

StreetwiseDe straat als publieke ruimte, drempel of grens, plek van individuele of collectieve culturele expressie wordt beschouwd in Ontwerp & Cultuur. De verkennende kracht van het ontwerp als onderzoeksmiddel wordt beschouwd tegen de horizon van de straat als verkeers- en verblijfsruimte in research by Design. De straat als netwerk van duurzame technologieën en slimme ontwerpstrategieën figureert in Design & Sustainability. De straat en bouwblok als korrel van het Europanontwerp staat centraal in Contemporary European Designs & Strategies. De theoretische en historische connotaties van de straat worden beschouwd aan de hand van de Stedenbouwgeschiedenisreeks die voeding vindt in Spiro Kostoff’s analyse van de straat als morfologisch ‘product’ van een sociale, culturele en economisch geschiedenis.

En nu... doen!We bieden een vol en rijk theorieprogramma aan. Als ontwerpen het betekenisgericht bewerken van kennis veronderstelt, hoe komt die kennis dan in het ontwerponderwijs van de ateliers terug? Dit studiejaar koppelen we het eerstejaars theorieprogramma aan het atelierprogramma door tijdens de atelierafronding studenten vragen te reflecteren vanuit zowel de atelieropgave als de daarnaast genoten Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenisreeks alswel de Typologie & Morfologie collegereeks. Daarmee vervagen de grenzen tussen denker en doener.

- jeroen visschersopleidingscoördinator architectuur

co

lle

ge

s

25

Ra

vB

ARCHITECTUUR- En STEDEnBOUWgESCHIEDEnISDocent: Ernie Mellegers

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: verdiepend paper & reflectie assessment3 ECTS Deze collegereeks maakt deel uit van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw en is gekoppeld aan de ateliers 1.1 Tectoniek: nagelhuis en 1.2 Atlas van Delft.

In deze collegereeks staat het historisch overzicht van de architectuur en stedenbouw vanaf grofweg 1750 tot de eerste helft van de 20ste eeuw centraal. De veertien colleges bieden inzicht in de Westerse architectuur- en stedenbouwgeschiedenis en haar context door gebruik te maken van een chronologisch-thematisch raamwerk. Deze bredere cultuurhistorische aanpak is gericht op revolutionaire ontwikkelingen, langer lopende tendensen en tradities binnen zowel het architectuurdebat als het leven in een snel ontwikkelend (modern) stedelijk landschap. Ontwikkelingen in het stedenbouwkundig en architectonisch ontwerpen, en hun historische interactie, zullen verkend worden binnen de context van hun gedeelde theoretische en culturele achtergrond. Deze collegereeks bedient zich van een thematische aanpak en beschouwt de verbintenis tussen traditie enerzijds en modernisme anderzijds.

DESIgn & CULTURETutor: jasper de Haan

Thursday eveningCategory: Cross disciplinary | StreetwiseFormat: formal lecture & tutored sessions Examination: practice related task / 1 ECTS This English-spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS / The series ‘Design & Culture’ is offered once every two years and alternates with the series ‘Design & politics’.

The street makes up the open spaces of the city. Traditionally this is the public space that is framed by the private conditions of the building. This border is expressed in street sections and building lines. However the public condition of the street is liable to cultural phenomena like those described by Lieven de Cauter as a longing for safety and control, is more often a threshold condition between the public and the private according to Rene Boomkens and is at odds with cultural expression and puts up little with pastoral design visions according to Jeroen Boomgaard.

How to intervene in these spaces as a designer? By analyzing street sections cut out of different cities, interrelating them to the public condition and the design instruments which shape this condition, we are able to make statements on how to operate as a designer.

RUIMTELIJKE ORDEnIngDocent: Frank van der Beuken

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekers Toetsvorm: praktijkopdracht / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Landschapsarchitectuur".

Binnen de collegereeks wordt onderzocht hoe de met elkaar verweven vakgebieden architectuur en stedenbouw enerzijds en planologie en ruimtelijke ordening anderzijds zich tot elkaar verhouden binnen de hedendaagse context. Daarbij zal ingegaan worden op de veranderende planningspraktijk waarin naast kwantitatief onderzoek, wettelijke instrumenten en formele besluitvorming steeds meer aandacht is voor kwalitatief onderzoek, wisselwerking met verschillende kennisvelden, flexibele planvormen en strategische alliantievorming. Tijdens de collegereeks komt de vraag aan de orde wat de ontwerpende disciplines kunnen leren van deze veranderende planningspraktijk en wat ze eraan kunnen bijdragen.

gEBOUWECOnOMIE & PROJECTAAnPAKDocent: Ingmar Scheiberlich

DonderdagavondCategorie: DisciplinegebondenWerkvorm: hoorcollege Toetsvorm: praktijkopdracht / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar en alterneert met de reeks ‘Kunstgeschiedenis’.

Deze collegereeks richt zich, via vele praktijkvoorbeelden, op de voor architecten relevante kennis van de financieel-economische, kostenbepalende factoren in alle fasen van de levenscyclus van gebouwen. Daarnaast biedt de reeks een verbreding en inbedding van die kennis door ook de projectaanpak, het proces van besluitvorming en de projectbeheersing in alle fasen aan de orde te stellen.

Colleges 1ste kwartaal

co

lle

ge

s

26

Ra

vB

ARCHITECTUUR- En STEDEnBOUWgESCHIEDEnISDocent: Ernie Mellegers

Vervolg van het eerste kwartaal.

COnTEMPORARy EUROPEAn DESIgnS & STRATEgIESTutor: Michiel raats

Thursday eveningCategory: Profession-related Format: formal lectures & debate Examination form: practice-related task / 1 ECTS This English-spoken lecture series can also be assessed for the award of 2 ECTS.

What is the current state of affairs? Before trends become mainstream they can often be seen for the first time at competitions such as Europan. Young offices, often coined ‘fresh,’ demonstrate their ability to renew the practice and carve out a position by competing. The scale of a typical Europan design is always beyond the autonomy of the solitary building as a design signature, but finds itself at the interface between urban design and architecture. Building mass and open spaces; façades and streets: Europan seeks a contextual solution to very real problems. By consulting the Europan archives, a picture can be put together of all minor and major movements in the European debate on architecture and urbanism. This lecture series makes use of theoretical observations drawn from the magazine OASE and follows budding talent from the Archiprix and Archiprix International competitions of recent decades.

ARCHITECTUURgESCHIEDEnISDocent: n.t.b.

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & TheorieToetsvorm: take-home exam / 2 ECTSDeze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten architectuur aan hun afstudeerproject kunnen beginnen.

In deze collegereeks wordt de architectuur-geschiedenis benaderd vanuit de actualiteit. We verlaten het interdisciplinaire pad en beschouwen de geschiedenis vanuit thema’s die een rol spelen in het contemporaine architectuurdebat en de vakuitoefening. We zoeken de relaties met verwante voor- en onderwerpen, hetgeen ook betekent dat we ‘vrijer’ van de geschiedenis gebruik kunnen maken en onszelf op grond van individuele interesses tot de geschiedenis verhouden, met het doel om de eigen positie te kunnen funderen en te expliciteren.

PLAnECOnOMIEDocent: jelte Boeijenga

DonderdagavondCategorie: DisciplineoverschrijdendWerkvorm: werkcollege met gastsprekersToetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de collegereeks ‘juridische en Wettelijke Kaders’.

De collegereeks ‘Planeconomie’ spitst zich met name toe op de financieel-economische kaders bij gebieds- en projectontwikkeling. Welke parameters sturen de financiële constructies van een plan? Hoe kun je als ontwerper - of nog beter als planontwikkelende ontwerper - aan de knoppen draaien? Om die te achterhalen beschouwen we de economische mechanismen, processen en krachten die inwerken op de stad. Dit is een collegereeks over opdrachtgevende partijen, financiers, gebruikers en de rollen die de ontwerper kan spelen.

Colleges 2de kwartaal

co

lle

ge

s

27

Ra

vB

Colleges 3de kwartaalTyPOLOgIE & MORFOLOgIEDocent: Ernie Mellegers

DonderdagavondCategorie: DisciplinegebondenWerkvorm: hoorcollegeToetsvorm: praktijkopdrachten / 3 ECTS Deze collegereeks maakt deel uit van het de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw en is gekoppeld aan de ateliers 2.1 Groot stedelijk huis en 2.2 Intens Brussel.

Typologie en morfologie zijn twee van de mythische begrippen uit het vocabulaire van de architectuur en stedenbouw. Beide concepten staan open voor een pragmatische én theoretische of ideologische interpretatie. Zodoende maken ze onderdeel uit van de dagelijkse (ontwerp)praktijk als ook van het polemisch slagveld. Zeker, deze dualiteit leidde tot zowel mythologisering als verwarring, in het bijzonder gedurende de twintigste eeuw.Deze collegereeks verkent de oorsprong, invloed en huidige betekenis van de begrippen typologie en morfologie (in verschillende vermommingen) binnen hun historische en hedendaagse context. Op deze manier wordt het ideologisch discours van de architectuur en stedenbouw gedurende de laatste 200 jaar doorkruist. Desalniettemin richt deze collegereeks zich zeer sterk op het (historisch en hedendaags) gebruik van type en morfologie in hun meer ‘alledaagse’ ontwerpcontext. Oftewel: Wat is de betekenis van typologie en morfologie als concept en welke rol spelen ze, in verleden en heden?

ARCHITECTUURTHEORIEDocent: jeroen visschers

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: werkcollegeToetsvorm: close reading & debat / 2 ECTSDeze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten architectuur aan hun afstudeerproject kunnen beginnen. Architectuurtheorie is een slordig gedefinieerde academische discipline. Sommigen beschouw en het als een specialisatie binnen de architectuur-geschiedenis. Anderen zien het als leverancier van een maatschappijkritisch instrumentarium of als filosofisch perspectief op de architectuur van vandaag. Deze reeks interpreteert theorie als middel om zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en het maatschappelijk krachtenveld waarin architectuur tot stand komt. We beschouwen verschillende stellingnamen over de rol van theorie voor de contemporaine

vakuitoefening en voorbij het post critical debat zoeken we naar productieve uitwegen.

STEDEnBOUWgESCHIEDEnISDocent: jacob voorthuis

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie | StreetwiseWerkvorm: hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Reflectief paper / 2 ECTSDeze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten stedenbouw aan hun afstudeerproject kunnen beginnen / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Stedenbouwtheorie’.

Tijdens deze collegereeks wordt de geschiedenis benaderd vanuit thema’s die een rol spelen in het contemporaine stedenbouwdebat en de vakuitoefening. Hierdoor wordt een ‘vrijere’ omgang op grond van individuele interesses met de geschiedenis mogelijk, met als doel om de eigen positie te kunnen funderen en expliciteren.Het is de bedoeling de student te faciliteren bij het definiëren van een eigen, kritische positie ten opzichte van de besproken thema’s. In het ideale geval vormt dit een stimulans c.q. training om in het vervolg op eigen kracht intensief de actualiteit binnen het eigen vakgebied te volgen en te verwerken tot praktische en gefundeerde opvattingen en uitgangspunten.

RESEARCH By DESIgnTutor: Aglaée Degros

Thursday eveningCategory: Profession-related | StreetwiseFormat: tutorials Examination form: profession-related task / 1 ECTSThese English-spoken tutorials can also be assessed for the award of 2 ECTS.

Various methods and techniques of design-based research will be analysed during the tutored sessions. After all, it is one of the most important types of research in architectural or urban design practice. Design-based research is a form of prospective, exploratory, and combinatory research, with which the capability to design in terms of space is put into practice as a research instrument. In so doing, answers addressing the issue of how reality could actually turn out are formulated in a questioning and contextual manner. This year, we will focus on design research that explores the consequences of design interventions in the public space that is the street. The concept of a street is discussed not only as an infrastructural network but also as a living space with social and cultural traits.C

OLL

EG

ES

28

rA

vB

TyPOLOgIE & MORFOLOgIE Docent: Ernie Mellegers

Vervolg van het derde kwartaal.

DESIgn & SUSTAInABILITy Tutor: jeroen visschers

Thursday eveningCategory: Profession related | StreetwiseFormat: guest lectures Examination form: practice-related task & presentation / 1 ECTS This English-spoken lecture series can also be assessed for the award of 2 ECTS.

This lecture series on sustainable architecture and urban design focuses on the development of a sustainable, built environment related to generic design principles and concepts, illustrated by contemporary projects and designs. Sustainability is not approached as a problem but rather as a source of inspiration for innovations in architecture and urban design. Sustainability is seen not merely as a green ‘extra’ but rather as a fundamental aspect in the disciplines upon which design decisions should be based. This year, we will focus on smarts grids, wind tunnels, smart street furniture, and water storage, which are all technological interventions in the city’s open space. Sustainability is traditionally focused on buildings. At a later stage, there is also a focus on the behaviour of its users. However, it can only be implemented in its entirety when the design (or redesign) of our streets is also taken into account.

BEROEP & OnDERnEMERSCHAPDocent: Hans Tomassen

DonderdagavondCategorie: Disciplinegebonden Werkvorm: hoor- en discussiecollegeToetsvorm: praktijkopdracht / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / De reeks ‘Beroep & Ondernemerschap’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de collegereeks ‘Filosofie’.

Deze collegereeks beschouwt de praktijk van architecten en stedenbouwkundigen niet enkel op basis van hun productie, maar richt zich expliciet op de specifieke invulling van het ondernemerschap. In de eerdere collegereeks ‘Beroepsoriëntatie’ beschouwden we de verschillende vormen van ontwerp-ondernemerschap waarbij organisatiestructuren en bureauvorming gerelateerd werden aan werkwijze en aard van opdrachten. Binnen

deze reeks gaan we dieper in op het proces van bureauprofilering en bedrijfsvoering.

OnTWERP & ECOnOMIEDocent: n.t.b.

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekersToetsvorm: Take Home Exam / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Sociologie.

Economische krachten hebben in een steeds wisselende verschijningsvorm altijd een grote impact op de stedenbouw en architectuur. Indirect omdat economische processen een sturende invloed hebben op hoe de stedelijke samenleving vorm krijgt. Direct omdat gebouw-, vastgoed- en gebiedsontwikkeling gestuurd worden door financieel-economische kaders. In dit college zullen de voor stedenbouw en architectuur relevante economische krachten en mechanismen aan de orde komen.

Colleges 4de kwartaal

CO

LLE

GE

S

29

rA

vB

Dit jaar is een aantal laboratoria geprogrammeerd waar de nadruk op het thema ‘Streetwise’ ligt en in het teken staat van ontwerpend onderzoek naar ‘de straat als sociale ruimte’. We gaan verkennen wat de rol en betekenis van het ontwerp is bij het vormgeven aan het hedendaags samenleven en wat het effect van het ontwerpend denken en handelen vanuit een maatschappelijk perspectief op de ontwerpdisciplines zelf kan zijn. Testcase daarvoor is de straat, het domein waar verschillende ruimtes en sociale werelden elkaar overlappen. De gebouwde ruimte, haar sociale structuren, economische netwerken, processen en handelingen zijn allemaal van invloed op de beleving van deze ruimte. Er wordt gekeken hoe mensen de stad beleven, gebruiken en toe-eigenen. In de laboratoria doe je onderzoek naar de codes van de ruimtes in zo breed mogelijke zin en naar de potentialen voor ontwikkeling die daarin liggen en die ingezet kunnen worden in het ontwerp. Doel is om, zoals Georges perec in ‘ruimten rondom’ omschrijft: “Het probleem is niet om de ruimte uit te vinden, en al helemaal niet om de ruimte opnieuw uit te vinden (er zijn tegenwoordig al genoeg mensen die menen te weten wat goed is voor onze leefomgeving....). Het probleem is om de ruimte te ondervragen of, nog simpeler, de ruimte te lezen.”

Laboratoria bieden je de mogelijkheid om gericht bepaalde aspecten van je ontwerpvaardigheden of je ontwerpproces te verdiepen. Onder de professionele begeleiding van je docent werk je hieraan zodat je je ontwerpideeën verder kunt ontwikkelen, communiceren en zodat je erop kunt reflecteren. Daarbij draait het in mindere mate om wat je ontwerpt, maar vooral om ‘hoe’ je het ontwerpt. Daarnaast gaat het om de vraag hoe je dat wat je doet het beste kunt verbeelden en verwoorden. Ontwerpen is een zoektocht die zich maar moeilijk in een eenduidige, geformaliseerde handeling laat persen. Om dit proces goed te kunnen doorlopen, moet je over een breed palet aan vaardigheden beschikken. De beheersing van die vaardigheden vereist veel oefening waar je in de laboratoria heel gericht aan kan werken.

vAArDIGHEDEnOnDErWIjS Laboratoriala

bo

ra

tor

ia

30

Ra

vB

AlgemeenHet laboratoriumprogramma richt zich op het aanleren en ontwikkelen van dat brede scala aan vaardigheden, technieken en praktische kennis. Het programma is gestructureerd rond drie pijlers: onderzoek, communicatie en reflectie. Met de inhoud van de laboratoria die deel uitmaken van de eerstejaarsprogramma’s Architectuur en Stedenbouw wordt de basis gelegd voor een gerichte verdieping middels het vrije, horizontale programma tijdens het tweede en derde studiejaar. De communicatie- en reflectielaboratoria worden zoveel mogelijk aan het actuele atelierproject gekoppeld. Dat betekent dat een aspect of fase uit het ontwerpproces verder uitgediept wordt in het laboratorium.

CommunicatielaboratoriaOntwerpen gaat niet alleen over het ontwikkelen van ideeën en ruimtelijke concepten, maar ook om het kunnen overbrengen ervan. Daarom zijn communicatie- en presentatietechnieken een heel belangrijk onderdeel van het laboratoriumprogramma. Een tekening of maquette maakt ontwerpen of ideeën zichtbaar en inzichtelijk voor jezelf en anderen; het zijn middelen voor exploratie én communicatie. Tijdens het ontwerpproces en bij de planpresentatie is het belangrijk om ideeën en concepten met behulp van tekeningen, maquettes en een goed opgebouwd verhaal te kunnen communiceren om discussie en reflectie te stimuleren. Alleen als anderen begrijpen waar het over gaat, kunnen ze enthousiast worden over een project en erop reageren.

OnderzoekslaboratoriaOntwerpen is onderzoeken. Er zijn meerdere strategieën en methoden om tot een goed ontwerp te komen. Welke aanpak voor welk probleem het beste werkt, verschilt per situatie, ontwerpprobleem en individu. Dit laboratoriumprogramma gaat over de verschillende manieren van aanpak, het onderzoeken hoe je aan belangrijke informatie komt, het filteren van deze informatie, het ordenen en het inzetten ervan in je ontwerpproces.

reflectielaboratoriaBij het ontwerpen gaat het niet alleen om het kunnen toepassen van kennis en vaardigheden, maar ook om de reflectie op het ontwerpen zelf. Het gaat erom inzicht te krijgen in het samenspel van weten wat je doet en weten hoe je het doet. De reflectielaboratoria ondersteunen je daarin en dagen je uit om bewuster van je eigen handelen te worden en daarop te sturen. je ontwikkelt de vaardigheden om te reflecteren op je eigen ontwerpen en je eigen positie in het vak.

- Margit Schusteropleidingscoördinator stedenbouw

lab

or

ato

ria

31

Ra

vB

Laboratoria1ste kwartaalMATERIAAL & RUIMTEDocenten: Heide Hinterthür & Els Bet

vrijdagochtendCategorie: Onderzoek (Ruimtestudie) / 9 weken Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 2 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw.

Hoe krijg je als ontwerper greep op de architectonische en stedenbouwkundige dimensie van ruimte? Hoe kun je werken met programma, strategie en vorm, maar ook met licht, materiaal en kleur? Hoe betrek je de ruimtelijke omgeving in de compositie van het ontwerp? Hoe maak je een ruimtebeeld inzichtelijk, hoe kun je het typeren en bewerken en het laten zien en ermee ontwerpen in maquettes, schetsen en collages? Hoe kunnen materiaal, compositie, kleur en sfeer al in het eerste concept van een plan een rol spelen? Hoe werken deze ontwerpaspecten door de verschillende schaalniveaus van de stedelijke ruimte? Deze vragen onderzoek je in dit laboratorium. De uitkomst van dat onderzoek pas je vervolgens toe in een kleine ontwerpoefening voor een eenvoudig volume op een grootstedelijke locatie in Rotterdam.

TyPOLOgICAL RESEARCHTutor: Like Bijlsma

Friday morningCategory: Research / 9 weeks Examination form: presentation and practice-related assignment / 2 ECTS This laboratory is English spoken.

To be a good designer, knowledge of historical and contemporary design schemes are crucial. A typology is a generic design scheme that can be used to resolve a specific spatial design issue. The history of architecture and urban planning can also be described as a collection of typo-logies, categorized according to use, form, and function. This laboratory focuses on the analysis of a street and building block typologies related to social interaction.

KIJKEn En nOTEREnGastdocenten

vrijdagochtendCategorie: Onderzoek (Cartografisch Onderzoek) l Streetwise / 7 wekenInput: de straat als sociale ruimteToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie /1 ECTS Het laboratorium ‘Cartografisch Onderzoek’

wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met het laboratorium ‘vormstudie’.

In dit lab leer je dankzij verschillende methoden de ‘zachte’ kant van de stad en de ruimte in beeld te brengen. Daarvoor worden drie verschillende onderzoekers uitgenodigd om hun wijze van kijken naar de straat en de technieken die ze daarvoor gebruiken, toe te lichten. Aan iedere presentatie is een korte oefening met begeleiding gekoppeld. Doel is om uiteindelijk drie verschillende manieren van kijken en noteren toe te passen op één stuk straat. Hiermee wordt aangetoond dat andere manieren van kijken andere informatie oplevert en zo ook sturend kan zijn voor ontwerp en discussie.

VISUALISATIE – IDEEnOTEREnD Docent: Klaas van der Molen

vrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS Basiskennis van Adobeprogramma’s is vereist.

Tekenen is de verbeelding van de manier waarop over architectuur of stedenbouw wordt gedacht. Ontwerpen is denkend tekenen en tekenend denken. Al schetsend kun je je gedachten ordenen, je ideeën noteren en concepten verder ontwikkelen en leer je vorm te geven aan een niet tastbaar idee. Bovendien helpt tekenen de waarneming te scherpen en gevoel voor vorm en verhoudingen te ontwikkelen.

OnTWERPPROCES Docent: jos Lafeber

vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: atelierprojectenToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS Studenten moeten minimaal 2 ateliers gevolgd hebben om deel te kunnen nemen.

Ontwerpen, hoe doe je dat eigenlijk? Bij het ontwerpproces komen veel verschillende aspecten bij elkaar en zijn er evenveel verschillende oplossingen mogelijk. Het proces is heel erg afhankelijk van de persoonlijkheid, methodieken en stijlen van een ontwerper. Ondanks deze verschillen komt een aantal elementen altijd terug in een ontwerpproces. In dit laboratorium wordt naar deze elementen gekeken aan de hand van voorbeelden en van eigen projecten. Het doel is om duidelijkheid te krijgen over hoe je je eigen ontwerpproces beter kunt sturen, om een beter resultaat te bereiken.la

bo

ra

tor

ia

32

Ra

vB

Laboratoria 2de kwartaalVISUALISATIE – SCHETSEnDocent: Yana vlasova

vrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTSDit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw.

De vrije schets is een belangrijk medium om een ruimtelijk idee snel zichtbaar te maken en te kunnen uitleggen. Door goed te kijken, te registreren en het geziene te vertalen in een tekening, train je het waarnemingsvermogen en wordt de beeldvorming ontwikkeld. Zo wordt schetsen een middel voor het systematisch analyseren van de structurering van ruimtes, volumes en elementen, maar tevens voor het communiceren van ontwerpideeën. Daarmee is het schetsen ook een autonoom medium dat het resultaat kan zijn van een zeer persoonlijke ontwikkeling van het waarnemend, voorstellend en vormgevend vermogen.

ARgUMEnTEREn & SCHRIJVEnDocent: Marina van den Bergen vrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: een atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTSDit laboratorium moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten aan hun afstudeerproject kunnen beginnen.

Hoewel schrijven door veel ontwerpers lastig wordt bevonden, is het voor een groot deel een techniek die door iedereen geleerd kan worden. En dat is precies de kern van dit laboratorium. Want graag of niet, zo nu en dan zal je moeten schrijven: een essay, een projectomschrijving, een toelichting bij een prijsvraag of een boze brief aan de aannemer. Schrijven helpt ook bij het formuleren van een concept en om het concept consequent te vertalen in een ruimtelijk ontwerp. Daarnaast helpt de beheersing van het schrijven je om je in het vakgebied te kunnen positioneren.

MODEL-MAKIngTutor: Wouter Hilhorst Friday morningCategory: communication / 7 weeks Examination form: presentation and practice- related assignmentInput: the parallel workshop project / 1 ECTSThis laboratory is English spoken.

This laboratory concentrates on the production of presentation models for the design workshop running parallel to it. A good presentation model is one of the most powerful tools for the communication of a spatial design. Choosing the right scale, materials, and execution form is crucial in expressing the spatial ideas and concepts as clearly as possible. This laboratory supports you in finding the best way to translate your design into a clear model.

BEROEPSVAARDIgHEDEn – OP BUREAUBEZOEKDocenten: Margit Schuster en Wolbert van Dijk

vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: de beroepspraktijk van zes ontwerppraktijkenToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS

Je werkt bij een werkgever en doet daardoor belangrijke praktijkervaring op. Geeft dit voldoende inzicht in het functioneren en draaiend houden van een bureau binnen de huidige dynamiek van ons vakgebied? Wat voor bedrijfsfilosofieën en -methoden zijn er? Want naast het verschil in ontwerpen is er ook een verschil in het organiseren van een bureau. iedere vrijdag bezoeken we één bureau of initiatief. In dit laboratorium krijg je de kans om achter de schermen te kijken bij heel verschillende bureaus en in gesprek te gaan over hun werkwijze. Als je een eigen bedrijf wil starten en nadenkt over de vraag hoe dit te organiseren dan is dit lab uitermate geschikt voor jou.

ZELFMAnAgEMEnTDocent: Margreet pruijt

vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 weken Input: studie, werk en levenToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS

De combinatie van werken en studeren vraagt veel van je als student. Tijdens dit laboratorium staan de professionele vaardigheden centraal die nodig zijn om het creatieve ontwerpproces te managen en je tijd effectief te gebruiken. Verder komt de ontwikkeling van zelfkennis en het scheppen van de condities om effectief te werken in praktijk en studie aan bod.

lab

or

ato

ria

33

Ra

vB

OnTWERPAnALySE Docent: robert von der nahmer

vrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 7 wekenToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTSDit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw.

Ontwerpanalyse is het uitdiepen van plananalyse in relatie tot diverse ontwerpopvattingen. Het geheel wordt in historisch perspectief geplaatst op het gebied van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Daarbij wordt geprobeerd de factoren te definiëren die op de keuzes van de ontwerper van invloed zijn. De analysetekening wordt daarbij ingezet als een manier om inzicht in het proces van ontwerpen te krijgen. OnTWERPEnD OnDERZOEK Docent: Willemijn Lofvers

vrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 9 wekenToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 2 ECTS Dit laboratorium moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten aan hun afstudeerproject kunnen beginnen.

In dit laboratorium leer je hoe je ontwerpend onderzoek kan inzetten voor het onderbouwen van je eigen vermoedens en bevindingen ten behoeve van een concept of aanpak van een ontwerpopgave. Met een onderzoekende blik ga je de straat op, op zoek naar een vertaling van verwachtingen op basis van de werkelijkheid. Je leert relevante informatie te destilleren, daaraan conclusies te verbinden en deze te gebruiken bij het definiëren van de randvoorwaarden voor je ontwerpopgave.

URBAn FIELDWORKTutor: Ivan nio Friday morningCategory: Research (Empirical Research) l Streetwise / 7 weeksInput: the street as a social space / 2 ECTSExamination form: practice-related assignmentThe laboratory ‘Empirical research’ alternates with the laboratory ‘journalistic research’ in 2014/2015. This laboratory is English spoken.

In this laboratory, you perform fieldwork and col-lect your data by participating in everyday street life and by accurately observing what happens. You are going to listen, observe, and interview people, and thereby develop new ways of looking

at everyday street life and coming to understand the city. Your observations will focus on the expe-rience of the city, the neighbourhood, the street, and its use. This information provides insight into the intricate fabric of public life and the codes of the street, making it an important starting point for designing the street as a social space.

FOTOgRAFISCH REPRESEnTEREnDocent: Dieuwertje Komen

vrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenToetsvorm: presentatie en praktijkwerkstuk / 1 ECTSDit laboratorium wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Filmisch representeren’.

Op talloze manieren wordt de stedelijke realiteit en zijn architectuur door fotografen in beeld gebracht, in opdracht en met hun autonome werk. Aan de hand van introducties op zeer uiteenlopend werk van fotografen gaan we de rol van het fotografisch representeren van een plek/gebouw nader onderzoeken. Op basis van eigen case studies gaan we experimenteren met het toepassen van fotografisch beeld en zoeken we naar de mogelijkheid om hiermee een inhoudelijke meerwaarde te creëren. Dit lab gaat over kijken en verbeelden, een periode waarin we reflecteren op zowel eigen fotografisch beeld als gevonden beeldmateriaal.

PORTFOLIO Docent: Thomas Durner

vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 14 weken / Dit laboratorium loopt over 2 kwartalenInput: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijkToetsvorm: portfolio & presentatie / 2 ECTS

Om deel te kunnen nemen moet je minimaal 3 afgeronde ateliers en 2 projecten uit de beroepspraktijk hebben afgerond en is basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s vereist. Een goed portfolio geeft een duidelijk beeld van jouw professionele vaardigheden als ontwerper. Dit laboratorium biedt ondersteuning bij het ordenen van en reflecteren op je verschillende projecten. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd over jouw positie binnen het vak. Welke beelden binnen het werk illustreren relevante thema's en opvattingen het best en hoe kan het project op de meest adequate manier in tekst en beeld worden weergegeven?

Laboratoria3de kwartaal

lab

or

ato

ria

34

Ra

vB

PRESEnTEREn Docenten: Annemieke Hengst & pieta verhoeven

vrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: presentatie van het atelier / 1 ECTSDit laboratorium maakt deel uit van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur en Stedenbouw.

Overtuigend je eigen werk kunnen presenteren is van cruciaal belang voor een ontwerper: het ontwerp staat of valt met een goede presentatie. Maar hoe kan een overtuigende eigen stijl van presenteren ontwikkeld worden ondanks alle persoonlijke struikelblokken die ondermijnend kunnen werken? In dit laboratorium komen aspecten als lichaamshouding, lichaamstaal, concentratie en ontspanning, adem en stem aan de orde, maar ook algemeen geldige principes van communicatie en presentatie. Hierbij komen ook verschillende manieren aan bod waarop een ontwerp op een levendige en overtuigende manier mondeling kan worden gepresenteerd.

VISUALISATIOn – EDITIng Tutor: to be announced

Friday morningCategory: Communication / 7 weeksInput: current design workshopExamination form: practice-related assignment & presentation / 1 ECTSThis is an English-spoken practical / Basic knowledge of Adobe software is essential.

'The art of storytelling'... but relying on images rather than words. Which images can be used best to translate your design ideas into a two-dimensi-onal presentation that communicates the project clearly? How are the main idea and the design’s strengths made clear to the viewer? These questi-ons are central to this practical. To answer them, you will need to unravel and understand the idea beneath your design to such a degree that the visualization helps to structure the thinking on your design project.

OnTWERPMAnAgEMEnT Docent: Alijd van Doorn

vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS

Het ontwerpproces kent, naast de ontwerper zelf, steeds meer spelers en disciplines die

een belangrijke rol spelen. Om jezelf staande te kunnen houden in deze veranderende beroepspraktijk, moet je als ontwerper niet alleen het creatieve aspect beheersen, maar ook de leiding kunnen nemen over complexe ontwerpprocessen. Ontwerpen betekent dus ook sturen. Ontwerpmanagement staat niet voor het indammen van mogelijkheden en het beperken van risico's, maar voor het toepassen van strategieën en middelen die leiden tot soepelere processen en betere ontwerpresultaten. In dit laboratorium worden de mogelijkheden van ontwerpmanagement aan de hand van literatuur en concrete cases onderzocht en wordt een kader geschetst waaruit projecten benaderd kunnen worden. Het credo is: “You can be as creative about the process as you are taught to be about the product.”

PORTFOLIO Docent: Thomas Durner

Vervolg van het derde kwartaal.

Laboratoria4de kwartaal

lab

or

ato

ria

35

Ra

vB

Docenten:

Martin Aarts nathanaëlle Baës Marina van den Bergen Thijs van BijsterveldtEls Bet Frank van der Beuken Like Bijlsma Jelte Boeijenga Rob Bollen Riëtte Bosch Aglaée Degros Han Dijk Wolbert van DijkAlijd van Doorn Thomas Durner Job Floris Jasper de Haan Penne Hangelbroek Annemieke Hengst Heide Hinterthür Wouter Hilhorst Lieke van Hooijdonk

Dieuwertje Komen Theo Kupers Marieke Kums Jos Lafeber Sander Lap Willemijn Lofvers Reimar von Meding Ernie Mellegers Klaas van der Molen Robert von der nahmer Ivan nio Margreet Pruijt Michiel Raats Ingmar Scheiberlich Jeroen Schipper Margit Schuster Jaakko van ’t Spijker Hans Tomassen Aldo Trim Wouter Veldhuis Pieta Verhoeven Jeroen Visschers yana Vlasova Jacob Voorthuis

RotterdamseAcademievanBouwkunst

rotterdamse Academie van BouwkunstDirectiekade 23, 3089 jA rotterdamThe netherlands

+31(0)10 794 48 [email protected] O

ntw

erp:

Stu

dio

Bei

ge |

Dru

kwer

k: T

ripiti

Rot

terd

am |

Opl

age:

800