Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de...

34
Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisvereniging

Transcript of Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de...

Page 1: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

Jaargang 23 De Poldervlieg

Nummer 3 Vliegvisvereniging

Page 2: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

2

Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer 3, jaar 2013 Huisorgaan van de Poldervlieg Vliegvisvereniging in St.Pancras en omgeving Website: http://www.depoldervlieg.nl Redactie: Jelke Boersma Ruard Janssen Frits van Merkenstein Dirk Barendregt

Cor Kluft Bart de Steenhuijsen Piters

Fotografie: Ruard Janssen Jan Spruit

Technische realisatie: Bart de Steenhuijsen Piters

Redactie adres: Bart de Steenhuijsen Piters [email protected]

Bestuur van de Poldervlieg: Willem Gravemaker (voorzitter) 072-5641696 Din van Nieuwenhuizen (secretaris) 06-54261327 Erik van Soest (penningmeester) 072-5114701

Secretariaat: Din van Nieuwenhuizen Zuidje 15 1636 XB Schermerhorn [email protected]

De redactie en het bestuur zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit blad. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen en bijdragen in te korten.

Page 3: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

3

Inhoud Tussen vlieg en netje ...................................................................4

Bezoek aan het Vrolijk Vliegvis Festival……………………………6

De verwondering van het maken .............................................. 10

Reisverslag: vistrip naar de Kyll ................................................. 14

Mag ik u wat vragen? ................................................................. 19

Onder de waterspiegel.……………………….………………...….22

Belevenissen van een popper-addict ........................................ 26

Dagboek van een Poldernimf, Epiloog ...................................... 28

Boekbespreking ........................................................................ 31

Page 4: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

4

Tussen vlieg en netje: soms vallen dingen samen… In nummer 103 van De Nederlandse Vliegvisser (Wat herrie nodig?) geeft Paul Blokdijk, naast zinvol advies om het vliegenassortiment beter af te stemmen op de omstandigheden, ook het advies om het aantal vliegen in de vliegendoos en het bindmateriaal in de kast drastisch te reduceren. Nu zal dat ongetwijfeld keuzestress voorkomen bij het uitkiezen van de vlieg aan de waterkant, kilo`s gewicht besparen aan vliegendozen in je vest en veel ruimte in de vliegbindkast geven. Allemaal winst wat betreft vistijd, kosten en de belasting van je rug door een overvol vliegvisvest. Maar toch , het zal allemaal efficiënt zijn en mogelijk tot betere resultaten leiden, toch is er ook de andere kant van vliegbinden. Het experimenteren, zoeken naar het patroon der patronen, andere materialen die net even meer beantwoorden aan je eisen dan het spul wat je daarvoor gebruikt, ik zou het niet graag willen missen. Dat geldt ook voor de twijfel bij het kiezen van de juiste vlieg. Natuurlijk vang je uiteindelijk de meeste vis aan je vertrouwde patronen. Na veel wisselen op een taaie dag kom je daar weer bij uit en vang je met die favoriete vlieg uiteindelijk je vis. En het klopt dat ik eigenlijk maar een patroon voor een streamer, een spider, een nimf en een popper gebruik. Maar toch, downsizen van de bindactiviteiten, nee, dat voelt niet goed. In jaargang 23, nummer 1 van de Poldernimf stond een uitspraak van een (gelukkig) anoniem gebleven lid van de Poldervlieg die ‘betrapt’ was op het bezit van 25 hengels, 16 reels en 20 extra spoelen. Een citaat van hem was: ‘Als het om efficiency gaat red je het ook wel met drie of vier hengels maar als vliegvissen om efficiency gaat, stop ik er liever mee’. Eigenlijk komt dit op hetzelfde neer, het is het plezier in het voortdurend zoeken naar de juiste hengel qua lengte, lijnklasse en actie voor de omstandigheden waarin je vist. Ook hier geldt dat je in de praktijk aan drie of vier hengels voldoende hebt . Daar wordt je portemonnee voller- en je schuur leger van. Het zou veel efficiënter zijn, zeker qua kosten. Maar vliegvissen is nu eenmaal geen werk en juist de plek om die dingen te doen die je visserij leuker maken zonder dat het perse tijdbesparend, kostenbesparend of logistiek handiger is. Nu zal ik niet de enige vliegvisser zijn die zijn hobby zo benadert (het hierboven geciteerde lid van de Poldervlieg deelt mijn mening). Daarom wil ik op deze plaats een ernstig probleem voor deze groep vliegvissers aan de orde stellen, de zogenaamde ‘vernieuwingsblokkade’. Wat nu als je denkt dat je alles al hebt aan hengels en reels? Je wilt heus wel gehoor geven aan de oproep van Rutte ‘niet somberen, vooruit investeren’, waarbij ik denk dat hij naast auto`s en huizen ook vast een nieuwe vliegenhengel bedoelde. Maar even weet je niets.

Page 5: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

5

Daarnaast heb je ook geen ideeën voor revolutionaire aanpassingen van leader, lijn of vistechniek en tot overmaat van ramp kan je ook geen enkel nieuw of zelfs maar een verbetering van een patroon bedenken. Dan heb je echt een probleem waarop ook de reguliere geestelijke gezondheidszorg geen antwoord heeft. Zelf had ik zo`n dip in het begin van dit vliegvisjaar. Je valt er anderen liever niet mee lastig, maar geloof mij, het is lijden in stilte. Uiteindelijk kwam er verlichting op het onderdeel vliegbinden en nog wel een bijzonder laagdrempelige oplossing ook. Ik kwam via internet in het bezit van de boeken van Jay ‘Fishy’ Fullum, een Amerikaan. Een echte aanrader!!!! De patronen die hij beschrijft zijn meestal heel afwijkend van wat er in Europa bekend is. Daarbij maakt hij gebruik van of heel basic vliegbind materiaal, of materiaal vanuit de handarbeid,doe het zelf zaken of andere niet vliegviszaken. Geen dure spullen dus. Zijn bindtechnieken wijken behoorlijk af van wat wij normaal doen, dus wen er maar aan om secondelijm, epoxy en viltstift bij de hand te hebben. Het is soms meer fly-gluing en painting dan fly-tying. Bij de patronen hebben streamers en bugs weliswaar licht de overhand maar er is genoeg te vinden voor de droge en natte vliegvissers. Overigens is hij met dit soort fun-tying begonnen nadat hij als beroepsbinder een opdracht voltooide om honderd dozijn Muddlers te binden. Het waren meteen de laatste vliegen die hij beroepsmatig bond, daarna deed hij het alleen maar voor de lol en het experimenteren. De boeken zijn ‘Fishy`s Favourites’, ‘Fishy `s Flies’ , en ‘Tying with common household materials’. Ik raad je aan bij het laatste boek te beginnen, ondanks dat dit het laatst verschenen is. De eerste twee boeken gaan namelijk over specifieke patronen (met common household materials) , het laatste boek over eenvoudige en goedkope materialen in het algemeen, waar je ze kunt vinden , waarop je moet letten bij aanschaf, de karakteristieken van het materiaal etc. Je kunt ook zijn vliegbind filmpjes vinden op youtube. Type daar ‘Jay Fishy Fullum’ in of ‘peel ’n stick fly’ (http://www.youtube.com/watch?v=JvFQVs0a2x0) en je krijgt de filmpjes. Frits van Merkenstein P.S. Ook de minister-president kan gerust zijn, want na mijn bezoekje aan de Aar in april ben ik erachter gekomen dat een vierdelige 8 voet # 4 met een medium actie voor het streamervissen in smallere beekjes water net iets beter voldoet dan een strakkere 7 of 9 voet hengel. En die had ik nog niet…..yes!!!

Page 6: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

6

Bezoek aan het Vrolijk Vliegvis Festival Er zijn in Nederland 57 vliegvisverenigingen waarin vele mensen actief zijn. Elke vereniging heeft iets bijzonders dat onderscheidend is van andere verenigingen. Dat onderscheid kan op allerlei manieren worden gemaakt. Soms is een club gespecialiseerd in het binden van patronen, andere clubs zijn actief in het buitenland of ondernemen bijzondere activiteiten. De Vliegvis Groep Stede Broeck heeft in ieder geval een hele grote specialiteit: het IJsselmeer. De nabijheid van die enorme plas water met al haar bijzonderheden is wat je een ware asset kunt noemen voor de club. De delegatie van de Poldervlieg die afreisde naar Stede Broeck was indrukwekkend te noemen. Ik keek tijdens het koffie drinken na aankomst om mij heen en zag Cor, Frits, Mark, Ruard en Jelke. Ook Martin de Ligt was er, maar die is polygaam en al jaren lid van de club in Stede Broeck. Maar Richard was er ook met een enkele Brabantse clubleden. Tot mijn verbazing liep er ook een selectie van het Vrouwenteam binnen, een fenomeen waar ik nog niet mee bekend was tot op deze zondag.

Mark op zoek naar een grote winde

Page 7: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

7

Johan Visser (voorzitter) nam namens de lokale club het woord en introduceerde de gidsen van de dag. Deelnemers werden bijna club-zuiver ingedeeld in groepen waaraan een gids werd toegevoegd. Jelke, Mark en ik werden aan Edwin Horvers toevertrouwd. Edwin bleek een wedstrijdvisser te zijn en dat beloofde een succesvolle visdag.Terwijl wij ons in het waadpak hesen, probeerden wij een vangstgarantie bij hem los te peuteren. Met een licht Brabants accent gaf Edwin aan vanwege de weersomstandigheden niet af te kunnen geven. De aanzwellende wind was net te hard en kwam uit de verkeerde richting. Bovendien is juni de beste maand om op het IJsselmeer te vissen. Genoeg redenen waarom vangsten niet gegarandeerd konden worden. Edwin nam ons mee naar de stekken aan het IJsselmeer. Wij bestookten onze gids met eindeloos veel vragen die hij nonchalant beantwoordde. Soms denk je als buitenstaander dat het allemaal heel ingewikkeld en doordacht is wat lokale vliegvissers doen, maar dan wijst de praktijk weer anders uit. Het vliegvissen op de grote windes van het IJsselmeer is eenvoudiger dan ik dacht: je bindt twee nimfen aan 2-3 meter onderlijn van 12/00 en dat werp je langs de kant in het water, bij voorkeur boven of rond grote steenformaties. Je stript dit alles vrij snel binnen, omdat de windes zich gedragen als roofvis en snel reageren op passerend aas. Ondanks de ongunstige wind was onze gids hier de ochtend redelijk succes mee. Hij ving een achttal vissen, waaronder bescheiden windes en baarzen. Jelke en Mark vingen ook enkele vissen. Ik paste de lokale techniek met veel overgave toe en ving die hele ochtend ….. drie zwartkop grondels. Bepaald geen vangst om mee thuis te komen (schaaaat, weet je wat ik nu heb gevangen? Drie….).

Page 8: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

8

Na de voedzame lunch nam Edwin ons mee naar een andere stek ten noorden van Enkhuizen. Hier stapten we het echte IJsselmeer in, want de eerdere stek was eigenlijk het Markermeer. Op het IJsselmeer worden de windes veel groter, moedigde Edwin ons aan. De stek leek mij veelbelovend want enkele tientallen meters uit de oever was een soort rif van granietblokken, waarvoor een vorm van lagune was ontstaan. Ik waande me bijna in de Caraïben, als het weer niet zo Hollands was geweest. Voorzichtig stapte ik het water in en wierp mijn twee Red Tags richting rif. Vrij snel hoorde ik Edwin triomfantelijk uitroepen dat hij een grote winde aan de haak had. En inderdaad, hij landde een prachtig exemplaar van 40 cm.

Johan Visser met een winde van 40 cm +

Zo leek het toch dat techniek weer het verschil ging maken, zoals hij ook ’s ochtends had laten zien. Maar terwijl ik dat dacht, voelde ik weerstand op mijn lijn. Even bekroop de gedachte me dat ik vast zat in het granieten rif, maar toen kwam alles in beweging en realiseerde ik me dat ik ook een grote winde aan de haak had. De dril op mijn Streamtec aftma 3 hengel en 12/00 tip was

Page 9: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

9

niet spectaculair, maar zal me toch lang bij blijven als een prachtige gebeurtenis. Zo landde ik ook na enkele minuten een winde van ong. 35 cm.

Zo rondden we onze deelname aan het festival tevreden af. Wij hadden weer wat geleerd, leuk gevangen en vooral een heel gezellige dag gehad. Onze vrienden van Vliegvis Groep Stede Broeck waren voorbeeldige gastheren die hun grote asset, het IJsselmeer, onbaatzuchtig met ons hadden gedeeld. Op de terugreis filosofeerden Jelke en ik wat de specialiteit van onze club is. Wij hebben geen groot, bijzonder water, of je moet het Geestmerambacht met wat verdwaalde forellen mee rekenen. Wat zouden wij bezoekende leden van andere clubs laten zien? Snoeken in de winter? In ieder geval was het bezoek aan Vliegvis Groep Stede Broeck heel geslaagd. Wij zouden dat vaker moeten doen, een andere club bezoeken. Jelke en ik hebben het voornemen om Richard en zijn huidige club eens te benaderen of wij met ze op de Merwede kunnen gaan vissen. Met dat voornemen in gedachte reden we gemoedelijk terug naar Almaar (en omgeving). Bart

Page 10: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

10

De verwondering van het maken (2): de reelhouder en het handvat In deze verhalenreeks neem ik jullie mee met mijn belevenissen in de hengelbouwwerkplaats van Joost Stolk. Onder zijn toeziend oog bouw ik een splitcane hengel met als classificatie #4 7ft 6. Steentjes knisperen onder mijn fietsbanden en ik zie druppels glinsteren op de bladeren van de bomen. Ondertussen geniet ik van de rust en van de frisse boslucht. Ik rijd op mijn oude fiets door het Heiloo-er bos op weg naar Joost om weer aan mijn hengel te werken. In mijn jaszak zit een vliegenreel. Niet zo maar een vliegenreel, overigens. Het is mijn eerste vliegenreel, een Daiwa Lochmor, die ik 15 jaar geleden in Frankrijk kocht. Twee jaar later kocht ik er in een vliegviswinkel in Glasgow een tweede spoel bij. De Daiwa heeft een eenvoudig klik-pal mechanisme dat lekker ouderwets ratelt en het gaat, om die reden, nu dienst doen op mijn splitcane hengel. Ik geloof niet dat ik dit reeltje ooit weer kwijt wil… Ik sla rechts af en steek dan in het bos via het Kraaienlaantje over het spoor. Kort daarna rijd ik mijn fiets bij Joost de oprit op. Joost en ik hebben de goede gewoonte om samen eerst een kop koffie te drinken voordat wij de werkplaats in duiken. Op de tafel ligt een groen boek getiteld A Master's Guide To Building A Bamboo Fly Rod, geschreven door Everett Garrison. Ik heb het geleend van Joost en het beschrijft uitvoerig het bouwproces en alle gereedschappen en machinerieën die nodig zijn om een splitcane hengel te kunnen maken. Het lezen van het boek geeft een compleet beeld van de do’s en de dont’s bij het bouwen van een hengel. Samen nemen wij de vervolgstappen door voor de bouw van mijn hengel. Nu de hengeldelen klaar zijn, kan ik haast niet wachten om ze in elkaar te schuiven en de actie te voelen. Ik kijk er al een week naar uit! En dat voelen kan alleen wanneer de verbindingsbussen gemonteerd worden. Deze bussen zijn speciaal besteld bij een firma in Engeland. Secuur zoekt Joost uit een grote doos met verschillende maten bussen een glanzende verbindingsbus. Met het plaatsen van de bussen kunnen de delen worden verbonden. En hoewel de bussen nog niet gelijmd zijn, kunnen wij de delen wel voorzichtig in elkaar steken om zo de actie van de totale blank te bewonderen. Een prachtig moment, want door deze bussen ontstaat voor het eerst de hengel. Voorzichtig laat ik de haar op en neer veren als een onhandige poging om de hengel te voelen. Joost neemt de hengel uit mijn handen, legt de punt van de hengel tegen het dakbeschot van zijn schuur en brengt haar onder spanning. Parabolisch buigt de hengel door in een mooie kromme boog.

Page 11: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

11

‘Het is belangrijk dat hij nu gelijkmatig buigt’ , legt Joost uit, ‘dan is de tapering gelijkmatig geschaafd maar de werkelijke actie van de hengel is pas te voelen wanneer hij helemaal is afgebouwd. Want de massa van de ogen, de bus en de invloed van de laklagen bepalen allemaal hoe de hengel zich tijdens het werpen gaat gedragen’. Toch ben ikzelf uiterst tevreden, maar word bij de beoordeling van dit tussenresultaat natuurlijk niet gehinderd door enige vorm van kennis op dit gebied. Dus vraag ik Joost wat hij er van vindt. ‘Mmm, zeker niet verkeerd,…. voor een eerste hengel’, antwoordt hij. ‘Mmm, …. kritische leraar’, denk ik. In de werkplaats staat een rode semiprofessionele draaibank. Samen staan wij voor de machine waarop wij de onderdelen voor de reelhouder gaan fabriceren. Joost is trots op de draaibank en vertelt mij dat dit het enige is dat hij aan 40 jaar hengelbouwen heeft overgehouden. ‘Dan heb je het commercieel gezien niet goed aangepakt, Joost’, zeg ik met een kwinkslag. Gelukkig ziet Joost dat ik een grap maak. Maar hij kijkt mij serieus aan. ‘Hoor eens’, zegt hij, ‘geld verdienen met hengelbouwen is nooit mijn doel geweest hoor. Ik heb er fantastische vrinden aan overgehouden die overigens nog steeds met mijn hengels vissen. Het was in Noorwegen dat ik mijn eerste splitcane verkocht, ik stond in de rivier te vissen toen er een… ’. Bij het bouwen van mijn hengel moeten er telkens keuzes worden gemaakt over de volgende stap. Ik houd daarbij telkens twee zaken in gedachte. Als eerste is belangrijk wat ik mooi vind en ten tweede is belangrijk dat het past bij de hengel als geheel. En van dat laatste heb ik geen vast beeld. Tot nu toe zijn alle stappen die genomen zijn puur intuïtief bepaald. Onze taal kent te weinig woorden om de gewenste actie van een hengel exact te omschrijven. Daarbij is het materiaal waarvan de hengel wordt gemaakt een natuurproduct dat kan variëren in eigenschappen. Het bouwen van deze hengel is daarmee een avontuur waarvan het resultaat niet vast staat. Ik kan wel zeggen dat het een creatief proces is met als uitgangspunt: don’t push the river, it flows by itself. En dat is nu juist zo leuk, want met mijn technische achtergrond ben ik toch gewend om iets te maken vanaf een tekening. Het denkwerk wordt achter de tekentafel gedaan en het resultaat is op voorhand bepaald. Maar nu ben ik in de werkplaats van Joost en daar is standaardisatie tot een minimum beperkt. Het mooie daaraan is dat elke Alkyone splitcane hengel die de werkplaats verlaat uniek is. Dan is het moment gekomen dat wij gaan beginnen met het maken van de onderdelen voor de reelvoet. Ik heb gekozen voor een ebbenhouten voet en reelringen van nieuw zilver. De combinatie van deze materialen is naar mijn smaak prachtig ingetogen en stijlvol. Moderne hengels hebben vaak een schroef die de reelvoet klemt. Bij de meeste splitcanehengels wordt de

Page 12: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

12

vliegenreel ingeklemd door twee ringen die vrij over de reelvoethouder kunnen bewegen. Door de taps oplopende vorm van de reelvoet komt de reel klemvast te zitten op de houder en vormt een betrouwbare verbinding. Functionele eenvoud, precies dat wat een splitcane zo mooi maakt. Joost opent de lade onder de werkbank en pakt een staafje nieuw zilver om de reelringen uit te draaien. Nieuw zilver is een legering van koper met nikkel en zink en heeft, de naam zegt het al, een kenmerkende zilveren kleur. In de volksmond wordt het ook wel armeluis zilver genoemd. Het is een prettig materiaal om te bewerken. Op de draaibank van Joost draai ik twee ringen en breng met een puntbeitel versiering van ondiepe groefjes. Maar bij het opmeten van de binnendiameter van de ring heb ik een fout gemaakt, zo zal later blijken. De ringen moeten niet exact pas worden gemaakt op de diameter van de reelhouder, maar moeten juist wat speling hebben. In de ebbenhouten reelvoethouder moet een groef gemaakt worden waar de reelvoet van mijn Daiwa Lochmor precies in past. Met een scherp beiteltje steek ik voorzichtig telkens een dunne krul ebbenhout van de reelvoet. Af en toe pas ik met reelringen of de reel al past. Ik moet wel veel materiaal weghalen en kom net op tijd tot de ontdekking dat de reelringen te krap zijn gedraaid. De binnendiameter van de ringen is te klein en had ook conisch moeten zijn. Want door de conische vorm glijden ze verder over de reelvoet en komt de reel heel vast te zitten. Voor de meeste problemen zijn oplossingen, zo ook voor deze. Met een schuurpapiertje op een stokje schuur ik de ringen binnen wat ruimer en breng gelijk een conische verloop aan. Uiteindelijk is de zaak pas gemaakt.

Page 13: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

13

En dan volgt de fabricage van de kurken handgreep. Ik kies voor een sigaarmodel, maar dan wel een dikke sigaar, want dat is met grotere handen gewoon prettig. Op de werkbank ligt een berg met kurken. Joost heeft ze voor mij geselecteerd en ik ga ze met een bruislijm op de blank lijmen. De positie van het handvat wordt bepaald aan de hand van de lengte van de reelvoet. De gelijmde kurken worden stevig vastgezet in een speciale klem en de lijm begint al tussen de kurken uit te bruisen. Er ontstaat een modern kunstwerk van kurk en schuim. De handgreep wordt na het harden van de lijm met de hand in de vorm geraspt op een houtdraaibank. Het sigaarmodel moet naadloos passen en wanneer ik tevreden ben schuur ik het kurk met een strook schuurpapier op de draaiende machine glad. De handgreep is opgesloten tussen twee ebbenhouten delen in dezelfde houtsoort als de reelvoethouder. Uiterst content met het resultaat werk ik verder. Maar bij het plaatsen van de reelvoethouder op de hengel schrik ik toch even. De verhoudingen kloppen niet, want de reelvoethouder is veel langer dan de diameter van de reel. Het lijkt daardoor net of er een veel te klein reeltje aan de hengel is bevestigd! Ik ben niet tevreden maar hoe klem ik de bewerkte reelvoethouder nu in, terwijl het materiaal al bewerkt is? Een lichte paniek maakt zich van mij meester. Gelukkig heeft Joost het juiste materiaal om tussen twee centers te kunnen draaien en op het oog korten wij de reelvoethouder in. Een nieuw conisch sluitdopje wordt gedraaid. Het resultaat is van oogverblinde schoonheid. Nu kloppen de verhoudingen wel. Een handvat om nooit meer los te laten…. Jelke

Page 14: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

14

Reisverslag: vistrip naar de Kyll Vliegvissen doe je alleen, met vaste maten of met een gelegenheidsformatie van mannen die zich vinden rond hetzelfde plan. Dit jaar hadden Jelke, Bart SP, Rob en ondergetekende het voornemen om in de maand mei een woensdagavond naar de Kyll te vertrekken en na gedane zaken zaterdag weer terug te keren. Ik zou dan blijven en met Milco nog een paar dagen door vissen. Maar die maand viel er ongelofelijk veel regen. Dankzij de moderne techniek kun je het peil van de Kyll beter volgen dan het water in de singel voor je huis. Zo zagen wij in de week van ons geplande vistrip het peil steeg tot 140 cm. Omdat je op de Kyll lekker vist bij 60 cm, stelden we de trip uit. De vier eerstgenoemden gingen donderdagavond 6 juni om zes uur alsnog op reis. Het waterpeil stond op 64 cm en was bijna ideaal. De deal met Milco lukte niet, want die ging op familievakantie naar Italië. We reden naar Densborn in de luxe Mercedes bus van Rob’s bedrijf. Zo veel ruimte om visspullen mee te nemen had ik in de 22 jaar dat ik naar de Kyll ga nog nooit gehad. We arriveerden die avond al om tien uur bij pension Klassen, waar vier vliegvissers lekker aan het bier zaten. Ze hadden drie dagen goed gevangen en natuurlijk hoorden wij ze meteen uit. Tot ons plezier vertrokken ze ook weer de volgende dag en kwamen er geen gasten bij. We volgden meteen hun goede voorbeeld in de vorm van het ledigen van enkele glazen. Wij gingen vrijdagmorgen na een vroeg ontbijt, wat bij Klassen geen probleem is, aan de slag. Het was Rob’s eerste keer vliegvissen op forel in stromend water. Ik kom daar al 22 jaar, iedere steen is mij bekend en de forellen groeten mij, dus ben ik een beetje in zijn buurt gebleven en wat geholpen met gedoseerde aanwijzingen, tips en trucs. Rob had al een doosje vliegen van me gehad en na een uur vissen, leende ik hem een goede reel , want hij had wel een goede Greys hengel, maar de molen knarste als een oude koffiemolen (beste advies: weggooien). Hij bleek een snelle leerling, die al binnen een uur zijn eerste flinke beekforel ving op een Gogo nimf. De eerste dag sloot Rob af met drie exemplaren en de tweede dag met elf. Zijn blik bij zijn eerste forel spreekt boekdelen (zie foto op de voorpagina). Rob was het al snel met mij eens dat dit mooier vissen is dan op een put, waar je iets ingooit en wacht tot je een ruk voelt. Hier is het nodig om het water en de natuur te lezen, je techniek aan te passen aan de omstandigheden, rekening houden met wind en stroming, de vis te besluipen en zeer snel reageren, vooral bij het vissen met droge vliegen.

Page 15: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

15

In de loop van de dag liep ik een poosje met Jelke mee, die een fraaie forel uit het zogenaamde kanaaltje wist te peuteren. Weer had ik een blij gezicht op de foto. Hij had al eens op een ander stuk van de Kyll gevist en die ervaring deed zich gelden, want hij ving de eerste dag vijf en de tweede dag dertien forellen. Zowel het droog vissen als het nimfen met een Gogo ging Jelke prima af.

Bart begon de vistrip met meerdere soorten materiaalpech. Bij het optuigen bleek dat hij zijn favoriete reel zorgvuldig van een leader had voorzien, designed for the Kyll, maar die had hij vervolgens thuis laten liggen. Zijn indrukwekkende Afrikaanse vloeken hadden niet het gewenste resultaat, maar gelukkig had hij een tweede reel bij zich die het ook goed deed op zijn Streamtec # 3 hengel. Vervolgens heeft hij de hele vistrip met een zwaar lekkend pak (een Snowbee met aangegoten laarzen dat hij vrij recent bij Handy Fish heeft gekocht) lopen waden of liever gezegd: soppen. Als hij geen pak had aangedaan, was hij droger gebleven, merkte iemand op. Het werd nog erger (als dat kan) toen hij een viltzool verloor, die hij gelukkig nog net

Page 16: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

16

kon vangen met zijn schepnet (telt niet als vangst ). Later heeft hij die zool weer met enig Afrikaans vernuft en Duitse tape vastgezet. Dit voorkwam niet dat hij nogal instabiel door de Kyll waadde. Zelf stond ik als een standbeeld zo stevig in mijn Simms waadpak van Martin Fly Fishing Outfitters uit Rotterdam, met losse waadschoenen, waar ik voor de zekerheid nog studs van de Praxis had ingeschroefd. Kost iets meer, maar ik heb nooit last van afleiding door slecht materiaal. En dat scheelt zo tien vissen en een hoop ergernis op een dag . Overigens belette het Bart niet om vrijdag topscorer te worden met dertien vissen. Dat aantal behaalde hij vooral door vangsten in de avond op het stille stuk bij de weilanden. Er was sprake van echte rise met veel kringen, gemiste aanbeten maar ook vangsten van mooie exemplaren. Zelf had ik er die dag negen, met als excuus het lesgeven, ofwel de guiding aan mijn vissende en vangende metgezellen die dag. Vrijdagavond traditiegetrouw als wij zijn de mixed grill en wat biertjes bij mijn Joegoslavische (oh nee: Kroatische) vriendin Marija van Die Ecke genuttigd. Vervolgens Wieder an die Arbeit, zoals Koning Willem-Alexander onlangs zei en tot 22.30 doorgevist. Het was een prachtige avond met heel veel insecten en actieve vissen. Tenslotte zaten wij tot de kleine uurtjes op het terras bij Klassen met (iets te veel) bier en whisky, nagenietend van de dag en lachend om de moppen die steeds dubieuzer werden, maar ook niet meer na te vertellen waren.

Page 17: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

17

Zaterdag begon met hetzelfde mooie weer, 24 graden, windstil en veel zon. Broodjes werden ingeslagen in het winkeltje en vervolgens gingen we er tegen aan. ’s Ochtends nimfen, omdat de heldere nacht toch koud was geweest, maar al vrij snel kwamen de insecten en daarmee de stijgende vis. In het stille stuk aan het eind van het landgoed van Elsen onder de bomen pakte een fikse vis mijn Peute. Bart stond 20 meter stroomafwaarts te kijken en was er getuigen van hoe deze sterke vis alles afrukte en met de hele tippet verdween. Dezelfde vis bleef echter stijgen, dus bond ik een Jassid aan mijn lijn en na twee worpen hing deze forel er weer aan. Terwijl ik aansla, zien zowel Bart als ik een meter erachter een kring, onder een struik en tien centimeter uit de kant. Bart wacht tot ik de vis terugzet en wijst me op deze tweede vis. Ik stel voor dat hij hem pakt. Bart zet zich zo schrap mogelijk op zijn half ontzoolde laarzen, plaatst een droge vlieg met een meesterlijke worp twaalf meter stroomopwaarts, strak onder de struik en tien centimeter uit de kant, en de vis hapt zonder aarzeling toe. Het blijkt ook een mooie forel te zijn. In mijn ogen was het een ongelooflijke worp, te meer omdat hij twee jaar geleden, tijdens het maken van de Kyll film, nog vroeg hoe ik zo precies kon werpen. Ik herinner me mijn antwoord nog: dankzij een goede hengel (die ik hem vervolgens kon lenen) en heel veel oefenen. Nou, dat advies heeft hij blijkbaar opgevolgd. Met mijn 22 jaar ervaring zou ik hem deze worp niet verbeterd hebben. Hij glom ook van trots. Dit zijn de vissen die je je herinnert! Ze hoeven niet altijd groot te zijn om je gelukkig te maken, zoals de visbladen vaak suggereren. Ik herinner mij het beste de vissen die zeer moeilijk aan te werpen en te vangen waren. Het soort en formaat doet er dan eigenlijk niet toe. De tweede dag ving ik 22 vissen. Ik herinner me in het bijzonder vijf vissen die ik op een Light Cahill ’s avonds laat ving boven het stille stuk, waar overdag niks hapte. In het algemeen was het overdag wat taaier vissen en ’s avonds heel goed, zoals het meestal is. De avond ritueel met enige overdaad zoals de avond ervoor afgesloten. Zondag zouden we de ochtend vissen, maar die duurde kort. Terwijl ik optuigde, hoorde ik al een kreet van Rob: hangen! Maar na een klein uur en een enkel visje begon het te regenen om niet meer op te houden. Bart en Jelke stonden ergens anders dan Rob en ik. Ook zij moesten schuilen, maar waar konden wij ze vinden? Ik herinnerde mij mijn boevenvang training en het feit dat Bart en ik twee jaar geleden tijdens het filmen eens een kwartier geschuild hadden bij een appelboomgaard boven de waterval. Met de auto gingen we daarheen, liepen een stukje en ja hoor, de twee boeven kwamen bij het zien van onderstaande uit hun schuilplaats. Zo stopten we wat eerder dan gepland met vissen en gingen na een espresso en taarten van de Conditorei voor de meisjes thuis naar huis.

Page 18: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

18

Ondanks de laatste dag was het toch een zeer geslaagde trip. Het is altijd even snuffelen aan nieuwe maten. Ook het gedoseerd overdragen van je ervaring vind ik leuk. Ik probeer daarin niet te overdrijven en zelf ook te vissen. Wel vind ik twee dagen vissen eigenlijk te kort. Mocht je overwegen in september naar deze stek te gaan, dan adviseer ik kleinere vliegen te gebruiken. En de maaltijden om te keren, lunch warm bij een Imbiss of zo en dan een broodje langs de rivier en doorvissen tot 20.30 uur. Het laatste uur is vaak het beste. Het zou zonde zijn als je dan aan de mixed grill zit. Jan Spruit

Tenslotte een toegift op dit verhaal: het patroon van de Go-gonimf, een bewezen killer op de Kyll. Materiaal dat je nodig hebt is een 11-20 haak, gouden kraal, goudkleurige dubbing (golden olive, met groenige tint erin) en voor de ribbing heel dun koperdraad. Ik heb de nimf zelf uitgevonden. Gogo staat voor het op en neer dansen en voor goud/goud, de kraal en de dubbing die beiden in deze kleur zijn. Wel moet er een groenige tint inzitten, onder meer van Veniard (Glister Sparkle Dubbing Golden Olive), Metz (idem), Spectra (idem) en eventueel Anglers Choice (Holographic Dubbing Caddis Green). Bijzonderheden zijn de simpele, snel te bouwen nimf die vaak verrassend goed vangt, zowel in helder water als in enigszins troebel water. De dubbing wel met heel dun koperdraad ribben, want dat geeft meer stevigheid en voorkomt ‘afzakken’ van de dubbing naar de haakbocht en daardoor missers als de forel in de dubbing hapt maar de haak mist. Simpeler kan het niet. Veel succes ermee!

Page 19: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

19

Mag ik u wat vragen? Onlangs zagen wij de bindfilm van Francis, die haar versie bond van de I-catcher. Voor het nakijken van de bindfilm verwijs ik graag naar onze eigen website. Daar zie je overigens het hele overzicht van alle bindfilms! In de film van Francis is ook te zien hoe deze vlieg zich in de loop der tijd evolueerde in haar vice tot het huidige model. En juist in deze vorm bleek het een succesvol patroon voor het vissen op de Nagold. Zo heeft een aantal van ons zijn favoriete vlieg. Voor Hans Kluken zou dat de Connemara Black zijn, een Ierse vlieg voor op de meren. En Jan Spruit heeft veel succes met zijn eigen ontwikkelde Go-Go nimfpatroon. Marcel heeft zijn Pieknimf en het muisje. Het aanpassen van patronen is uiterst interessant naar mijn idee, want welke gedachten gaan er aan vooraf om patronen te optimaliseren? Maakt men (wij vliegvissers) gebruik van een bepaalde heuristiek of ontstaan patronen als een wild guess. Tijd voor een peiling onder de clubleden naar het favoriete patroon dat je al lang bindt, wat zelf is aangepast voor de plek waar je dit patroon altijd bij je hebt als je er gaat vissen. En niet geheel onbelangrijk: hoe je er mee vangt. Van de reacties die zijn binnen gekomen, kies ik er twee die op basis van deze vraag het beste antwoord geven. Zij geven aan dat er van een systematische aanpassing van het patroon niet direct sprake is. Bart SP kiest een bestaand patroon op basis van de omstandigheden waar hij op dat moment vist. Zijn voorkeur gaat uit naar droge vliegen als de situatie daarom vraagt. Vissen met de natte vlieg c.q. nimf doet hij op stromend water minder succesvol en daardoor vindt hij het ook minder leuk (ziet u ook de cirkel van verminderend succes?). Ruard vist graag onder het wateroppervlakte. Mogelijk doet hij dat omdat de meeste vissen de grootste hoeveelheid voedsel onder water tot zich nemen. Uit de reactie van Ruard begrijp ik dat hij zich laat inspireren door de literatuur rondom een thema. In dit geval de spiders. En vervolgens kennis deelt over de ervaringen met spiders met andere vliegvissers over de gehele wereld via het World Wide Web (grappig hè, spiders en web). Helaas heeft deze aanpak niet tot vangstresultaten geleid tijdens zijn reis naar Amerika, bleek uit zijn verhaal in de vorige Poldernimf. Maar de periode van vissen was te kort om er conclusies aan te verbinden. Een bezoekje aan het Flymph-forum toont een digitale omgeving waar veel ervaring en patronen worden gedeeld. De maatstaf is dat een goed patroon vangt en dat uitblijven van vangst niet perse betekent dat het een slecht patroon is. Mmm. Ik kom niet echt tot een antwoord op mijn gestelde vraag.

Page 20: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

20

Conclusie: een vlieg vangt of hij vangt niet. Het systematisch aanpassen van patronen is niet iets wat veel clubleden bezig houdt naar mijn idee. Grootte en kleur van het patroon varieren echter wel. En alles wat naar eigen idee gebonden wordt, is daarmee een wild guess. En daar is niets mis mee. Beste Jelke Reactie van Bart SP: Ik heb een hele weg afgelegd naar het antwoord op je vraag wat mijn favoriete vlieg is. De long and winding road naar mijn favoriete vlieg voert langs vele stekken en bracht mij van de dorpsvijver naar het stromende water in Duitsland en Frankrijk. In de zes jaar dat ik vliegvis, zijn mijn favoriete vliegen voor de dorpsvijver niet erg geëvolueerd. Ik vis nog steeds het water af met eenvoudige nimfen op basis van een goudkop en een gekleurd staartje. Veel spannender dan dat zal het ook niet worden, denk ik. Variëren doe ik met de grootte van de goudkop en daarmee de diepte waarop ik vis. Op een zomeravond wil ik nog wel eens een droge vlieg pakken en heb dan de voorkeur voor een Grauwe Hexe of een Mosquito. Maar op stromende water heb ik een wat langere weg begaan naar mijn favoriete vlieg. Je moet hierbij weten dat ik een grote voorkeur heb voor vissen met de droge vlieg. Het natte nimfen heb ik nog steeds niet bijzonder goed onder de knie, of ik vind het gewoon minder leuk zodat ik er ook minder succesvol in ben. Maar dan de droge vlieg! Er is niets mooier dan een vis zien stijgen en die gericht aanwerpen met een droge vlieg. Net even stroomopwaarts, de vlieg landt op het water en beweegt zich met de stroming naar de plaats waar net een forel het oppervlak bewoog. Gulzig springt hij op je vlieg en verdwijnt ermee onder water. Je haakt en…de rest van het verhaal kan jij erbij bedenken. Mijn

favoriete droge vlieg was in den beginne een gepalmerde Red Tag. Na een voorbereiding op de Kyll met Ruard en jou, werd dat de Graue Hexe. Maar dit jaar zocht ik naar een allround vlieg die goed op het water ligt en niet te snel ‘sopt’ of na een vangst niet meer te gebruiken is. Zo kwam ik bij de ballonkop sedge (Ballon Caddis Hare’s Ear), gemaakt van gele

Page 21: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

21

foam. Relatief klein gebonden op haakje 16 heb ik daar onder verschillende omstandigheden goed mee gevist en gevangen dit jaar. Dus niet alleen in de avonduurtjes, wat je misschien zou verwachten van een sedge, maar ook overdag. Ik zorg dat het hertenhaar goed overeind staat en dat de haak en thorax in het water zinken, dus dat gedeelte vet ik niet in. Zo vis ik deze sedge net in of door het wateroppervlak. Ik blijf de vlieg zien in een stroomnaad wat ik een groot voordeel vind boven andere vliegen. Alleen als het echt rustig stromend water is, geef ik soms de voorkeur aan een Klinkhamer, een Mosquito of een torretje, afhankelijk van de situatie. Reactie van Ruard: Sinds een paar jaar hou ik mij wat binden betreft voornamelijk bezig met spiders en andere wingles wets. Deze belangstelling is voortgekomen uit mijn al langer durende voorkeur voor het vissen onder de waterspiegel. Zelfs met Palmers vis ik succesvoller onder de waterspiegel dan erop of erin. Mijn belangstelling voor spiders werd gewekt door een aantal artikelen in voornamelijk Engelse tijdschriften. Daarna heeft het boek ‘A Handbook of North Country Trout Flies’ mij verder op het spoor gezet van de spiders. Van Sunshine kreeg ik de tip om te zoeken naar de site van Mark Libertone en via Mark kwam ik terecht bij het Flymph-forum, waar ik al een aantal jaren lid van ben: we wisselen patronen uit en ideeën hoe en waar je met die vliegen kan vissen. De meeste leden zijn Amerikanen en in juni ben ik naar Amerika gegaan voor de jaarlijkse meeting van het Forum, waar ik een aantal van de leden heb ontmoet. Het was een erg gezellige week, zie ook mijn verslag in de vorige Poldernimf. In mijn geval is het niet één vlieg die geëvolueerd is maar

meer een stijl van vliegen binden. Een van de eerste spiders die ik heb gebonden was de Partridge and Orange. De laatste wingles wet die ik heb gebonden en waarmee ik wat ruisvoorn heb gevangen is de Wilted Spinach variant. Gemaakt op een Kamasan B 175 # 12 met binddraad rood Danville 6/0, een shuck van twee lusjes Krystall Flash Pearl, een lijfje van dubbingbrush en een Coq de Leon Hen dun hackle. De dubbingbrush heb ik gemaakt op een dubbingblock, de draad was dun (0.09 mm) rood koperdraad en de dubbing bestond uit 50% gele haas, 25% golden olive seal, 25% Rainbow Firestar.

Page 22: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

22

Onder de waterspiegel: sportvisserij en waterkwaliteit Zolang de Cro Magnon mens bestaat, dat zijn wij dus, is vissen belangrijk geweest voor de voedselvoorziening. Dat blijkt onder meer uit de vondst van haken, vissperen met weerhaken en fuiken. Of Neanderthalers, het evolutionaire stadium voor de Cro Magnon mens, naast de jacht op mammoet en wolharige neushoorn ook visten zullen we wel nooit te weten komen. Vissen was noodzakelijk om te overleven maar daarnaast ook spannend en plezierig net als de jacht. Zogenaamde natuurmensen zoals de Zuid-Amerikaanse indianen zijn in documentaires altijd in een opperbeste stemming als zij gaan jagen of vissen. Het is daarom niet vreemd dat in de loop van de tijd ook in meer stedelijke samenlevingen vissen een liefhebberij was die ook nog eens een smakelijk visje in de pan bracht. Zelfs de oude Grieken in de 3

e eeuw B.C. visten met de vlieg en iedereen kent Isaac Walton

uit de 17e eeuw . Geleidelijk aan is de hobby de overhand gaan krijgen als

doel van het vissen. Die ontwikkeling heeft zich vooral in de 20e eeuw

voorgedaan. De kortere werkweek heeft dat ook mogelijk gemaakt en sportvissen werd een belangrijke vrijetijd besteding.

Page 23: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

23

Uit het jubileumnummer van de 50-jarige AHB (Amsterdamse Hengelaars Bond) uit 1956 blijkt het een en ander. De watervervuiling was vooral door de industrie in de 19

e eeuw sterk toegenomen en voor de tweede wereldoorlog

stond de boel er niet best voor. Denk aan de Rijnzalm die in 1930 al vrijwel uitgestorven was mede door het vuile water. Begin 30-er jaren werd op een vergadering van de VVV over de vervuiling van de Gelderse Vallei door de heer van Wette van de AHB het woord gevoerd. In 1949 werd de Commissie Waterverontreiniging gevormd met medewerking van RIVZ en de Visserijinspectie. De hengelsport had inmiddels, we zitten in 1956, al een aardige ontwikkeling doorgemaakt. In het begin van de 20

e eeuw waren er

veel amateurnetvissers en weinig hengelaars. Het aantal amateurnetvissers nam af van 21.000 tussen 1912 – 1915 tot 9.200 tussen 1952 -195. Voor vissen met twee hengels zijn i.t.t. tot vissen met een hengel het aantal beoefenaars bekend omdat daar een visakte voor nodig was. In 1912 -19 15 waren er 2.100 en dat nam toe tot 60.000 in 1952 - 1955. In diezelfde periode zijn er 340.000 hengelbewijzen uitgegeven . In 1912 - 1915 gebeurde dat nog niet zodat we de toename daarvan niet kennen. Ten tijde van het jubileum van de AHB werd de hengelsport dus in Nederland al op grote schaal beoefend. Met de hengelsport ging het prima, met het milieu - zoals we dat tegenwoordig noemen - ging het bergafwaarts. Was de watervervuiling voor de oorlog groot, na de oorlog werd het alleen maar erger. Nederland krabbelde economisch weer op en dit had zijn effect op het milieu. De vervuiling was heel divers:

Organische verontreiniging met zuurstofloos stinkend water zoals bij aardappelmeelfabrieken in Oost-Groningen;

Vervuiling door landbouw en de latere bio-industrie door fosfaat en nitraat en bestrijdingsmiddelen zoals DDT en Dieldrin. Ook door fabriekslozingen en wasmiddelen uit huishoudafvalwater ontstond veel vervuiling. Het fosfaat en nitraat veroorzaakt waterbloei: een enorme toename van de hoeveelheid groenwieren en blauwwieren met dood water als gevolg. Ook minder vervuiling zorgde voor veel groenwieren met bijbehorende verschuiving in soortensamenstelling. Snoekbaars i.p.v. snoek, brasem i.p.v. ruisvoorn. En we hebben nog steeds last van blauwwieren als het een beetje warm gaat worden. Ze maken giftige stoffen zodat je b.v. niet meer in de Alkmaarse grachten kan zwemmen.

Zware metalen zoals cadmium en kwik die zich net als DDT in de voedselketens ophoopten en het zenuwstelsel van mens en dier aantastten.

Het begon in de naoorlogse periode van wederopbouw een aardige puinhoop te worden en het duurde gelukkig niet lang of er werd mede door druk van actiegroepen zoals Milieudefensie en ook de georganiseerde sportvisserij

Page 24: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

24

door de overheden ingegrepen. Veel te traag in het begin maar het duurt m.i. altijd lang voordat in ons polderland de zaken breed gedragen worden. De volgende stappen werden successievelijk genomen:

In 1970 kwam de Wet op de Verontreiniging van het Oppervlakte water - de WVO’70 - met als gevolg reiniging van riool-en ander afvalwater.

In 1972 kwam de Urgentienota Milieuhygiëne.

In 1985 ontstond het beleid ‘Omgaan met Water’: integraal waterbeheer met aandacht voor de ecologische aspecten van het milieu, dus voor de planten en dieren in het water.

In 2000 werd tenslotte een Europese wet ingevoerd: de Kader Richtlijn Water (KRW). Hierin staan de normen waaraan het oppervlakte en grondwater moeten voldoen. En dat is geen kattenpis. We zijn daarmee goed op weg, maar we zij er nog niet. Het water is op veel plaatsen in Nederland nog veel te voedselrijk (nitraat en fosfaat) ondanks het feit dat er naast de wetgeving veel gedaan is om het water met zuiveringsinstallaties en loosverbod schoner te maken.

Voor sommige sportvissers gaat de KRW te ver. Als het water meststofarm is kan brasem in het heldere water niet meer leven en de hoeveelheid biomassa in de vorm van te vangen vis neemt ook af. Er wordt al volop over gepraat in Vissport.bv. Maar met de zalm en zeeforel gaat het de goede kant op. Dat heeft ook te maken met paaibedherstel en het bouwen van vistrappen. Mijn

Page 25: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

25

zoon Gijsbert heeft daar nog een bijdrage aan geleverd tijdens zijn stage bij Sportvisserij Nederland en ik hoop nog mee te maken dat de Rijnzalmstand weer even goed is als in 1880 ten tijde van mijn opa Dirk Barendregt, zalmvisser in Groote Lindt bij Zwijndrecht. Ten slotte, het gaat met de Sportvisserij in Nederland niet verkeerd: 2 miljoen vissers waarvan 420.000 aangesloten bij een vereniging en dat is mede te danken aan het schonere water. Dirk Barendregt Met dank aan Joost Stolk voor het artikel over het AHB -jubileum

Uitzetting van zalm met transponder in de Rijn door Gijsbert Barendregt

Page 26: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

26

Belevenissen van een popper-addict We hebben een junk op de club. Niet verslaafd aan snuiven of spuiten, zelfs niet slikken al gaat het wel weer om poppers. Gelukkig is deze verslaving niet kostbaar en leidt het niet tot vreemd gedrag (of niet vreemder althans, ik was immers toch al vliegvisser). Vorig jaar schreef ik in de Poldernimf al een stukje over mijn hernieuwde en dit maal geslaagde kennismaking met het vissen met een popper, gevolgd door een artikel later in het jaar waarin ik wat verder inging op de technische aspecten van het vissen met een popper. In 2012 was het gedurende de hele zomer lastig een dag of avond te plannen voor het vissen en bovendien begon ik pas redelijk laat (begin augustus) te experimenteren. Daardoor kon ik een aantal, bij de warme kachel bedachte, verbeteringen van de leader nog niet testen. Daarbij werd een tweede kans voor het Geestmerambacht als potentiële baarspopperstek – scrabblewoord!!! - verplaatst naar 2013.Voor dit stukje zal ik mij beperken tot het vissen zelf in 2013 Wat betreft het vissen werd 2013 ook een raar jaar. Een lang en koud voorjaar werd pas medio juli opgevolgd door een buitengewoon mooie zomer. Het heeft heel lang geduurd voor het vissen weer het karakter kreeg wat normaal bij een zomer hoort en eigenlijk leek het wel of de vis moeizamer herstelde van het vreemde voorjaar dan je zou verwachten. De klachten over slechte vangsten en moeilijk te vinden vis waren tenminste algemeen. Uiteindelijk kwam die tweede kans voor het Geestmerambacht. Mijn eerste poging was laat in juli, gedurende de eerste tropisch hete dagen. Normaal krijg ik Hans nog wel mee op zo`n warme avond, maar die gaf de voorkeur aan de koelte van de tuin. Hier volgt mijn verslag aan hem en Ruard over de mail. Vanavond naar het Geestmerambacht geweest en op de heenweg om half acht was het inderdaad nog knap heet. Ik wilde aan de noordkant van het dammetje beginnen (eigenlijk helemaal geen Geestmerambacht), dus ook nog eens helemaal aan de Noord westzijde. De eerste stek was zwaar begroeid met riet en heel hoog gras, daarom maar verhuisd naar een volgende plek aan de westkant van het Ambacht. Eerst veel kleine vis, ook baarsjes die mijn popper volgden maar geen aanbeet. Op een gegeven moment zag ik 100 meter links van mij, niet ver uit de kant, een heel veld jagende baars, het water kookte daar helemaal. Ik zat net stilletjes te hopen dat de school zich zou verplaatsen toen opeens 10 meter voor mij ook zo`n jachtfestijn begon. Heel kort overigens maar met de tweede worp had ik een leuke baars van 25 cm. Daarna niets. Na even zoeken vond ik nog een stek, eerste worp meteen een klein baarsje dat los schoot. Tweede worp een mooie baars, ook 25 cm

Page 27: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

27

die ik wel ving en een hele school mooie baars er achteraan. Ik had nog wat aanbeten en een paar vast en los toen het stil werd. Ik maakte een worpje strak langs de rietkant en opeens een zware baars (dacht ik ) die al snel een snoek van 70 cm bleek te zijn. Ik dacht dat hij de popper voor in de bek had maar achteraf bleek dat het nylon door zijn bek liep en na nog even drillen ging hij er met de popper vandoor. Na twee jaar !!!! trouwe dienst in een snoekenbek achtergebleven. Op de volgende stekken nog wat kleine aanbeten en kleine baarsjes vast maar geen vis meer. Gezien de hoeveelheid baars die ik echt gezien heb maar ook de jagende baars is er met de popper toch nog wel wat te beginnen daar. Wat ik ving en zag was niet erg groot (25 cm +) maar met een viertje wel leuk. En wellicht zitten er wel grotere, een keer vissen is toch te kort om daar wat van te kunnen zeggen. Op een drukke avond is de westkant nog goed te doen, de oostkant lijkt mij nog veelbelovender maar daar moet ik dan maar heen op een wat minder mooie avond of (brrrrrrrrrrrr) een keer vroeg voor opstaan. Opmerkelijk is dat ik eigenlijk mijn kaarten op de oostkant had gezet maar ook in de daaropvolgende avonden was het aan de westzijde beter dan daar. Weliswaar geen baars meer van 25 cm maar toch af en toe leuk spul, een keer laat in de middag zelfs zes op dezelfde plek. Het is aan de westkant - en noordkant - van het Geestmerambacht weliswaar rustiger, echter er zijn maar een aantal plekken met een beschoeiing waar je van de kant goed kan vissen. En waden aan de westkant zou ik niemand willen aanraden. Nadeel is wel dat die plekken in warme weekenden echt volledig vol staan met tentjes van karperaars. Een aantal kleine steigertjes in het water zou wel een verbetering zijn voor de meer actieve vissers. En wat de oostkant betreft, volgend jaar krijgt die opnieuw een kans van mij. Frits van Merkenstein N.b. ‘s ochtends vroeg opstaan is nog steeds niet gelukt.

Page 28: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

28

Dagboek van een Poldernimf, Epiloog Het is enige tijd geleden dat ik verslag deed van mijn vorderingen als jonge vliegvisser. In het late voorjaar heb ik mijn vliegbind lessen weer opgepakt en zo was ik 23 mei te gast bij Francis. Van Nico Limburg hoorde ik dat hij behoorlijk last had van ingeslepen werpfouten die hij voor het werpcertificaat weer moest afleren. Eigenlijk zou je dus met weinig ervaring de cursus voor het werpcertificaat moeten volgen om er optimaal voordeel van te hebben. Voor mij zelf had ik daarom het plan opgevat om mij het komende jaar op te geven voor de cursus VNV werpcertificaat. Met deze vaardigheid zou ik goed voorbereid volgend voorjaar op stromend water kunnen gaan vissen. Ik had geen idee wat de kosten waren om te gaan vissen en wilde toch eerst gaan sparen. Deze informatie deelde ik met Jan Spruit die mij vervolgens vertelde dat de kosten best meevielen. Jan gaf meteen aan dat hij en Milco deze zomer nog naar de Kyll zouden gaan. Ik kon als ik wilde wel meegaan. Direct gooide ik mijn planning om. Eerst vissen op stromend water en dat certificaat komt later. Uiteindelijk bleek Milco vanwege drukte op het werk niet mee te kunnen gaan dus werd het een trip voor twee. Na wat e-mails over en weer werd de datum op 24 augustus vastgelegd. Jan waarschuwde mij nog om zo snel mogelijk een Fischereischein aan te vragen. Zo snel ik kon deed ik dat en een week voor vertrek kreeg ik de vergunning per post binnen. Ondertussen probeerde ik zo veel mogelijk vliegen te binden aan de hand van een lijst die ik van Jan ontving. De lijst was te groot om allemaal te binden in zo’n korte tijd. Jan stelde mij gerust met de mededeling dat hij ongeveer 1300 vliegen mee zou nemen. Ik wilde in ieder geval een paar nimfen en droge vliegen binden en koos voor wat eenvoudige patronen. Als poldernimf had ik van Jan eerder het patroon gekregen met de naam Mighty Erik. Daar bond ik er een stuk of 20 van. Ook wat Palmers , Red Tags, en het patroon dat ik van Francis had geleerd. De dag voor vertrek nog even bij Jan langs voor een klein klusje en om de laatste details te bespreken. Het was prachtig weer en de verwachtingen waren gunstig. Het waterpeil stond met 52 centimeter wel wat laag maar nog goed genoeg om te vissen. We vertrokken onder een blauwe hemel en tot onze tussenstop bleef het droog. In Duitsland regende het echter bijna de hele weg tot vlak voor Densborn, waar het opklaarde. Bij de brug inspecteerden we het water en zagen daar de eerste forel achter een steen liggen. Zodra deze ons in de gaten had, schoot hij als een raket door het water weg. Vervolgens gingen we inchecken, biertje, whisky en slapen De volgende ochtend staan we vroeg op voor ontbijt en gaan vissen. Jan stelt voor waar wij gingen beginnen en als brave leerling volg ik zijn aanwijzingen op. De temperatuur is goed maar het is wel bewolkt. We beginnen met de nimf en ik maak de ene na de andere fout. Werpfouten, te traag met knopen, maar

Page 29: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

29

Erik drilt zijn tweede forel op stromend water

gelukkig ben ik wel leergierig. Om half tien is het raak. Mijn eerste vis op stromend water blijkt een serpeling te zijn. Ik ben van mijn Baggelhuizen syndroom verlost (heel weekend vissen en pas bij de laatste worp vangen). We vissen de hele dag door met tussendoor lunch met meegenomen broodjes. We vissen op diverse stukken van het traject, op het diepe stuk werp ik diverse malen op stijgende forel en sla veel te laat aan. Jan roept ‘zit je te slapen of zo’ maar door alle nieuwe indrukken ben ik te gespannen om adequaat te reageren. ‘Let op je worp, kijk achter je, tijdens het aanbinden van een vlieg kijk je of je vis ziet stijgen’, maar ik heb al mijn concentratie nodig voor slechts een van deze handelingen. Jan laat mij de volgende dag met zijn Greys 8 voet aftm #4 hengel werpen en vissen. Jee wat een verschil is dat met die Shakespeare Odyssey fly 7,38 voet van mij! Mijn werptechniek gaat een stuk vooruit. Alsof je van een Daf in een Mercedes SLX stapt. Ik krijg ook nog zijn reel met een Joan Wolf WF#4 lijn en dat werpt nog lekkerder. We komen bij het eind van het parcours vlak voor de spoorbrug waar ik een Snowflake Dun gesopt leer terug strippen. En warempel, ik heb beet. Rustig blijven en lijn strak houden. Jan roept ‘spoel de lijn nu snel op’. Ik volg zijn instructies en land mijn eerste beekforel. Een enorme blijdschap maakt zich van mij meester. Later die avond land ik mijn tweede forel. Oh ja, tussendoor vist Jan er nog een paar binnen. De laatste dag laat Jan mij zelf vissen. Ik heb

Page 30: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

30

het e.a. onder de knie en we vissen diverse stukken af, maar blijven beiden met lege handen. De lage waterstand in combinatie met de sterk gedaalde temperatuur is volgens Jan de oorzaak van de uitblijvende vangst.

Erik’s eerste wild water forel

Toch sluit ik deze vistrip met een zeer tevreden gevoel af. Enorm veel geleerd, gevist, gevangen, goed gezelschap en een glas goede whisky op z’n tijd. Wat wil een man nog meer? Een tevreden vrouw, misschien?. Daar weet Jan wel wat op. Op de terugweg stoppen wij bij de conditorei waar we heerlijke taartpunten en ik wat extra bonbons inslaan. Onderweg doet Jan mij een geweldig voorstel: wat ik voor de Greys wil betalen? We zijn het snel eens over de prijs en ik ben een prachtige hengel rijker. Ik ben er ziek van: besmet met het vliegvis-virus. Ik vrees dat het ongeneselijk is, heerlijk! Dit was mijn laatste verslag als poldernimf. Niet dat ik niets meer zal schrijven over mijn belevenissen, dat doe ik voortaan als Vliegvisser, met grote dank aan Jan Spruit. Erik van Soest, Vliegvisser

Page 31: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

31

Boekbespreking: Redfin Diaries a life in the year of a roach enthusiast door Mark Everard Twee maanden geleden was ik op zoek naar informatie over de ruisvoorn en vond bij Cochey-Bonddu een paar boeken over roach. Vergetend dat het Engelse woord voor ruisvoorn rudd is, bestelde ik een voor 10 augustus aangekondigd boek over roach met bovenstaande titel. De recensie in de folder was enthousiast en ik wilde het ook gaan bespreken in de Poldernimf. Op de redactievergadering corrigeerde Ruard mijn Engels. Zo kwam ik er achter dat Redfin Diaries niet gaat over ruisvoorn, maar over blankvoorn. Deze vis heeft ook oranjerode vinnen, maar een andere bouw dan de ruisvoorn. Het verschil onthoud je gemakkelijk: Ruisvoorn heeft een Rugvin achteR de buikvin. Nu is blankvoorn voor veel vliegvissers een belangrijke vis dus mijn vergissing bleek helemaal geen ramp te zijn. Wat ik niet wist: Mark vist voornamelijk met een lange hengel, dobber en de typische ‘trotreel’. Hij trekt wel actief langs rivieren, poelen en meren. Desondanks is het ook voor vliegvissers een prachtig boek. En gelukkig vist hij ook met de vlieg, met een paar patronen zoals de GRHE (Gold Ribbed Hare’s Ear). Mark Everard is zoals zo velen van ons vroeg begonnen met vissen. In 1960 begon hij al met een netje als tweejarige peuter. Rond zijn zesde stroopte hij de omgeving af met een oude bamboe hengel (geen splitcane!) die hij van een oom had gekregen en ving al hele grote blankvoorn, waar hij zich later op specialiseerde. Gefascineerd door het waterleven, ik ken er nog een, heeft hij zijn beroep ook waterig gekozen. Hij werd limnoloog, wat in de volksmond een zoet-waterbioloog is. Mark doet nog steeds water-onderzoek op hoog niveau,

Page 32: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

32

maar daarnaast is hij adviseur van de BBC, maakt hij met zijn dochter filmpjes over de minnows (kleine vissoorten, zoals elritsen) en water kwaliteit, geeft hij lezingen over duurzaamheid en speelt in de plaatselijke band leadgitaar. Hij woont in Wiltshire en heeft zijn eigen website: www.markeverard.uwclub.net.

Page 33: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

33

Je merkt voortdurend in het boek dat hij bioloog is door de kritische manier van waarnemen en beschrijven. Dit wordt trouwens niet vervelend. De inleiding is geschreven door ene Keith Berry, makelaar in Belfast. Keith is nog steeds in Engeland hengelrecordhouder voor blankvoorn met 4lb 4 oz. Dat record moest worden bevestigd met foto’s en Mark was een van de degenen die de aanvraag moest beoordelen. Mark belde Keith die hem uitnodigde om in Noord-Ierland te komen vissen en daarna ontstond een hechte vriendschap. Dat verklaart het voorwoord door deze Ierse makelaar. De vier jaargetijden zijn de basis voor het boek. Mark schrijft per seizoen in een goede sfeer over zijn herinneringen aan vissessies, zijn opvattingen en toekomstverwachtingen. Verwacht geen handboek voor blankvoorntechniek. Het boek biedt wel zaken als tactiek, benadering van de vis, situatie/water beoordeling en ethiek. Alles verweven met zijn opvattingen die te maken hebben met zijn zorgen over de toekomst van het water met al het leven daarin. De film over de minnow is kenmerkend (een goed minnow (elrits-) bestand is een teken voor uitstekende kwaliteit van een rivier). De film is op internet te vinden via Mark’s website. Er is ook een hoofdstuk toegevoegd over visstand herstel waarbij Hampshire River-blankvoorn gekweekt en uitgezet wordt. Het zijn mooie verhalen die ik nog niet allemaal heb gelezen maar wat ik heb gelezen spreekt me erg aan. Het Engels is goed te volgen, maar sommige grappen begrijp ik niet. Geen idee waardoor dat komt. Het boek is een aanrader. Misschien is er ook zoiets voor ruisvoorn(rudd!) Ik ga op zoek. Het boek is technisch in orde. Mooi papier, goed gebonden in stijve kaft met fraaie omslag met twee ruisvoorns in aquarel. De foto’s zijn saai. Veel ‘Mark met specimen’ van onwaarschijnlijke grootte. Na drie stuks zou het mooi geweest zijn. Ik had liever wat meer visplaatsen gezien. Maar dit is wat mij betreft het enige punt van kritiek. Het boek is net uit en te bestellen bij Cochy-Bonddu Books voor 30 pond inclusief verzendkosten. Dirk Barendregt Noot van de redactie: zie de gelijkenis van Mark Everard met de auteur van dit Poldernimf artikel

Page 34: Jaargang 23 De Poldervlieg Nummer 3 Vliegvisverenigingdepoldervlieg.nl/Content/de poldernimf/Poldernimf/Poldernimf 2013-… · 2 Redactie en Bestuur Drieëntwintigste jaargang, nummer

34