Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5...

44
Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van

Transcript of Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5...

Page 1: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van

Page 2: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

2 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Inhoud Kanttekeningen bij een raadselachtig nummer/Tweemaal hetzelfde rechtzetten. 3 In memoriam Henk Meijering / Een oud stelletje uit het hoge noorden .............. 4 V-schenkels voor zwakke enkels .…..………………………………………………… 5 Schaatsbibliotheek (19): ‘Kunstrijden en schone kunsten’ .............................. 6 Medailles van Minne (reactie) ….……………………………………………………… 10 Groninger met merkje AES ........................................................................ 12 Column Jan de Wit: ‘Kwak ze in een wak’……….…………………………………. 13 Speurtocht naar het Bolstrabeeld …………………..………………………………… 14 Persbericht …………………………………………………….…………………………. 20 Een aanwinst voor mijn hokje ………..……………………………………………….. 21 Aanvullingen op ‘Acht eeuwen’….……………………………………………………. 25 Het bestaat nog !!!! / Poolsterleden in de spotlights ………………………………. 27 IJswegenkaarten (12) - Sportkaart van Friesland uit 1925 ..…………………….. 28 Reacties op ‘In daagse dracht – schaatsen in Zeeland’ ….……………………….. 31 IJsvereniging Noord, Uw Winteroord / Eerste prijs op de IJAN ………………….. 32 Koek en Zoopje ……………………..…………………………………………………… 34 Een aardbei op een schaats?…………………………………………………………… 36 Iisleafde ……………………………………..……………………………………………. 37 Album Nooitgedagt. Ruilen tegen bijzondere schaatsen?………………………….. 38 Reactie op vraag ansichtkaart Waddinxveen van Hans van der Donck ………... 38 Ten IJse 9 - Het raadsel van Hadrianus Marius …………………………………….. 39 Boek en Zopie ………………..………………………………………………………….. 41 Colofon…………………………………………………………………………………….. 43

Medewerkers Martin van der Bij, Hedman Bijlsma, Ad de Boer, Ron Couwenhoven, Karen Davidse, Guido Depestel, Jan van Eijk, Jan Gores, Aukje de Haan, Alex Kampinga, Harry Karssies, Matthy van Klaveren, Theodoor van der Kooi, Bert Lassche, Niko Mulder, Minne Iedes Nieuwhof, Simon Ordeman, Caroline van Staaveren, Alle Sterk, Teun Wanink, Jan de Wit ISSN 1572-4476

Page 3: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 3

Kanttekeningen bij een raadsel-achtig nummer

et heeft even geduurd voordat de gebronsde schaatsenrijder op de

voorkant van KD44 kon worden gevonden. Hoewel speurneus Caroline van Staaveren nota bene in haar ouderlijk huis kon beginnen, moest ze heel wat hobbels overwinnen voordat ze haar vinger achter dit mysterieuze mannetje kon krijgen. In zes spannende pagina’s ontvouwt onze Miss Marple haar zoektocht langs poldergemalen, waterschappen, de nationale luchthaven tot en met het Rijksmuseum aan toe. Uiteindelijk komen we zelfs aan de weet waarvoor het raadselachtige voorwerp dient dat het kereltje met zich mee voert.

Er worden overigens meer puzzels opgelost in deze Kouwe Drukte. Op de dubbelzijdig afgebeelde aanwinst van Aukje de Haan op de middenpagina, lijken op het eerste gezicht alle wetten van perspectief en dieptewerking te worden overtreden. Maar de figuren op het ijs in de verte en de contouren van Amsterdam in het verschiet worden hier niet voor niets zo miniem weergegeven. Als je om de prent heen leest, ontdek je de extra dimensie ...

In Het raadsel van Hadrianus Marius verklapt Niko Mulder het antwoord op een bijna vijfhonderd jaar oude woordspeling, waarin de oorsprong van de schaatsslag zou zijn verpakt. Dat hij de oplossing goed heeft, denkt hij zeker te weten, maar of die oude woordgrap serieus moest worden genomen is nog maar de vraag ...

Wat we wel serieus moeten nemen is Kouwe Drukte. Tegenwoordig wemelt het in dag- en weekbladen van de columns en iedere BN-er is tege-lijkertijd ook een stukjesschrijver. Daarbij wil dit periodiek niet langer achterblijven. Minder-bekende-Neder-lander Jan de Wit uit Didam werpt zich op als onze vaste columnist: elk nummer neemt hij een pagina met een vast format voor zijn rekening, niet meer en niet minder.

Op de ansichtkaart op de achterzijde van dit nummer waaien we bijna de tent uit. Of er in, het is maar net hoe je het bekijkt. Het gaat ons bij dit levendig tafereel van H.J. Gerstenhauer natuurlijk niet om de storm, maar om de zopietent. Minne Nieuwhof kwam er meer op het spoor in een oud tijdschrift en constateert in zijn bijdrage dat ‘koek-en-zoopjes’ in allerlei maten en soorten kwamen. Tweemaal hetzelfde rechtzetten Even een kleine opmerking: in Kouwe Drukte nummer 42 is op pagina 17 bij een foto gezet 'Foto Frits Locher’. In Kouwe Drukte nummer 43 is op pagina 27 wederom ‘foto's Frits Locher’ gezet. Ik weet dat Frits foto's kan maken, maar ik ook! (Frits weet van niets). Alex Kampinga Waarom wij tweemaal dezelfde fout maken is onszelf ook niet duidelijk. Maar we beloven Alex en Frits voortaan beter op te letten.

De redactie

H

Page 4: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

4 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Een oud stelletje uit het hoge noorden.

k heb het afgelopen jaar een stel oudjes gekregen, volgens mij van

voor 1800. Het lijkt mij iets voor Kouwe Drukte.

De beschrijving: Zweedse of Noorse krulschaats. Het houtje is met de hand gemaakt, met mes en beitel. De hak is ingezaagd. Volgens mij een Zweedse hak-verankering aan het houtje.

Het staal vermaakt tot schaatsen, ver-moedelijk van oud gereedschap. Het

kostte de nodige moeite om ze schoon te maken.

Lengte 32 cm. Geut in het loopvlak, dikte 4 mm.

Het meest opvallend zijn de gaten in het staal. Eén rond gat en één vierkant gat. Ze doen totaal geen dienst. Geen merk gevonden; de letter H van höger (= rechts) op het houtje. Teun Wanink

I

In memoriam Henk Meijering Poolsterlid Henk Meijering uit Eefde is dinsdag 24 januari op 74-jarige leeftijd overleden. Vanwege zijn lichamelijke gezondheid was Henk niet in staat om aanwezig te zijn op Poolsterbijeenkomsten. Maar daar-mee was hij zeker geen slapend lid. In Kouwe Drukte 35 deed hij het prachtige verhaal over de ‘Natten’ en de ‘Drogen’ uit de doeken. In nummer 37 maakte hij ons vertrouwd met buitenijs. Wij wensen zijn naaste familie sterkte bij de verwerking van dit verlies.

Page 5: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5

V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg ik een paar

schaatsen in handen, waarin V-vormige ijzers waren gemonteerd. De schaatsen zijn niet voorzien van een merk. Het ijzer heeft een totale breedte van 7 mm. De ijzers zelf zijn 2 mm. Tussen de twee ijzers is dus een ruimte van 3 mm.

Het is geen kinderschaats, maar een damesschaats met veiligheidskrul. De totale lengte is 36 cm. Helaas staat er geen maat op.

In een reclameboekje van A.K. Hoekstra &Co te Warga trof ik aan model 23, zijnde een model voor rijd(st)ers met zwakke enkels. ‘Door splitsing der ijzers staat de schaats bij 't rijden vast op 't ijs (want de steunvlakte op 't ijs is hier 5x breeder). Fijn uitgewerkt model met

verdiepte hak.’ De in mijn bezit zijnde schaatsen zijn anders van model dan die van Hoekstra, maar het principe is hetzelfde. Over deze schaatsen heb ik nergens

nadere infor-matie kunnen vinden. Ad de Boer

I

Page 6: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

6 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

SCHAATSBIBLIOTHEEK Aflevering 19: ‘Kunstrijden en schone kunsten’

k begeef me deze keer op glad ijs. Je kunt niet overal verstand van

hebben. Bovendien boeit de ene schaatstak je meer dan de ander. Ik zal dus niet vaak over het kunstrijden op de schaats schrijven. Toch maak ik graag een uitzondering voor het

indrukwekkende boek dat onlangs op plank nummer zoveel van mijn schaatsbibliotheek belandde. Het heet Figure Skating and the Arts met als ondertitel Eight Centuries of Sport and Inspiration. Het is ook nog een vrij nieuw boek: verschenen in 2011 en uitgegeven bij Schiffer Publishing Ltd. In het Amerikaanse Atglen (Penn-sylvania). De inmiddels 82-jarige Canadese kunstrijdster van weleer Frances Dafoe (tweemaal wereldkampioen paarrijden met haar partner Norris Bowden en winnares van olympisch zilver in 1956) verzamelde in dit ‘koffie-tafelboek’ afbeeldingen van schilde-rijen, gravures, sculpturen, porseleinen beeldjes, tegeltjes, oude schaatsen, cartoons, oude medailles, posters,

foto’s, etc. etc., die tezamen een indruk moeten geven van acht eeuwen ‘ice skating’. Zoals de titel al aangeeft, ligt het accent op het figuurrijden en op ‘Entertainment on the Ice’. Maar juist de historische context maakt dit overzicht ook interessant voor schaatsliefhebbers die niet zoveel met kunstrijden hebben. Vanzelfsprekend zie je in zo’n boek allerlei illustraties die we elders ook al eens tegenkwamen. Avercamp, Luyken, Rembrandt, Jackson Haines en de Eerwaarde Heer Robert Walker (om maar eens enkele te noemen) mochten niet ontbreken. Deze uitgave bevat echter ook talloze foto’s en afbeeldingen, die ik bij mijn weten voor de eerste keer onder ogen kreeg.

Medewerkers Zo’n type boek is bepaald geen solo-activiteit. Frances Dafoe bedankt in haar voorwoord allerlei personen en instellingen voor hun hulp, adviezen en het beschikbaar stellen van foto’s en archiefmateriaal. Ook twee Poolster-collega’s worden in dit voorwoord opgevoerd: Ed Braakman en Bert van Voorbergen (van het ‘Virtual Skates Museum’). De eerste vertelde me, dat hij min of meer bij toeval in contact kwam met Frances Dafoe. Op zoek naar gegevens over de Canadese sportman William A. Dafoe (zowel ijshockeyer als lacrossespeler) beland-de hij in de mailbox van dochter Frances. Zo kwam het na verloop van tijd tot een uitwisseling van gegevens over het project dat de dochter onder handen had.

I

Page 7: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 7

Mocht u geïnteresseerd zijn in deze uitgave, schrijf of mail niet naar de uitgever in de USA. Die verwijst u onmiddellijk door naar de Europese distributeur Bushwood Books in Engeland. Maar ook dan moet u nog een stevig bedrag overmaken. Er zijn via internet goedkopere kanalen te vinden.

Een cultuurgeschiedenis Bij het doorbladeren van het prijzenswaardige monument dat Frances Dafoe schiep, grijp je automatisch nog eens naar het fraaie boek dat een andere Poolstercollega ons een jaar eerder bezorgde. Marnix Koolhaas verzamelde in Schaatsen-rijden (met de terechte ondertitel Een cultuurgeschiedenis) de verhalen die hij jarenlang in zijn rubriek IJskunst in het toenmalige KNSB-bondsblad SchaatsSport schreef. De invalshoek van Marnix was veel breder, maar net als bij Dafoe straalt de verwevenheid tussen het schaatsenrijden en de beeldende kunst je van bladzijde tot bladzijde tegemoet. Ineens realiseer ik me, dat in de boekenkast vlak achter mijn werkplek boeken die de schone kunsten (‘kunstvormen die dienen voor de opwekking van esthetisch genoe-gen’) laten zien ruim vertegenwoordigd zijn. Natuurlijk bezochten mijn vrouw en ik – net als veel andere Poolster-fanaten – in de winter 2010/11 de schitterende Avercampexpositie in het Rijksmuseum. Door omstandigheden konden we pas enkele dagen voor de afsluiting Amsterdam bezoeken. Het ging ons in de eerste plaats om het

aanschouwen van de originele kunstwerken. Maar eerlijk is eerlijk, groot was de teleurstelling toen we ter plaatse vernamen dat zowel de bijbehorende monografie Hendrick Avercamp. De meester van het ijsgezicht als De Rijksmuseum Agenda 2010 Avercamp totaal uitverkocht was. Op zo’n moment prijs je je

gelukkig dat er tegenwoordig zoiets bestaat als internet. Drie dagen na onze Amsterdamvisite hadden we de agenda al in huis, weinige dagen later gevolgd door het boek van Pieter Roelofs. Automatisch wellen herinneringen op aan de tijd dat je nog in persoon (lijfelijk) op zoek moest naar kunstschatten voor de boekenkamer. Bijna 25 jaar geleden zagen we op een boekenbeurs het standaardwerk Hendrick Avercamp 1585-1634 bijgenaamd “De Stomme van Campen” en Barent Avercamp 1612-1679 “Schilders tot Campen” van archivaris Clara J. Welcker liggen. Een groot formaatboek uit 1933 waar we in de loop van die vrijdagmiddag een aantal

Page 8: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

8 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

keren omheen hebben gedrenteld. De prijs loog er niet om. Of we nog iets van de vraagprijs hebben weten af te

dingen, weet ik me niet meer te herinneren. Wél dat we uiteindelijk met de bijna 3 kg. zware uitgave (ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de ‘Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiede-nis’) naar de toenmalige woonplaats Franeker afreisden. Tegenwoordig zijn enkele aanslagen op het toetsenbord voldoende om te ontdekken dat je deze indrukwekkende studie nog altijd te pakken kunt krijgen, maar dat je er ook nog steeds stevig voor moet betalen.

Winterlandschappen Trouwe lezers van de Schaats-bibliotheek weten, dat ik in aflevering 6 (Kouwe Drukte, januari 2007) al

nadrukkelijk aandacht besteedde aan Winterlandschappen en ijsgezichten. Met daarin o.a. de conclusie: ‘catalogi van wintertentoonstellingen zijn maar al te vaak gewilde items voor de schaatsboeken-collectioneur.’ Af en toe vind je nog een ontbrekend item. Een klein boekje bijvoorbeeld, getiteld 40 winterlandschappen 22 december 1950 – 11 februari 1951, gewijd aan een expositie in het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden. Of je treft een uitgave aan waarin diverse winterlandschappen op schilderijen en/of foto’s worden afgebeeld. Hoeveel lezers van deze rubriek kennen het boekje Die Winter in Oldenburg von 1899-1999 van Jörg Grützmann?

Page 9: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 9

Wat opvalt is, dat de schilder- en tekenkunst zo royaal is vertegenwoordigd. Terwijl de boeken van Dafoe en Koolhaas waar ik in het begin van dit artikel op doelde overduidelijk laten zien dat andere kunstvormen ook wel degelijk hun schaats- en winterverbeeldingen kennen.

The Fine Art of Ice Skating Aan het slot van deze bijdrage past een relativerende kanttekening. Ik blijf bij mijn grote waardering voor het uitstekende boek van Frances Dafoe. Maar de uitwerking van haar idee is niet nieuw. Ik pak twee andere Amerikaanse uitgaven uit de kast. Om te beginnen The Ice Skating Book van Robert Sheffield en Richard Woodward (New York 1980). Ik heb die titel zelfs in tweevoud: een hardcoveruitgave

mét stofomslag en een softcover-versie. En dan heb je ook nog The Fine Art of Ice Skating. An Illustrated History and Portfolio of Stars van Julia Whedon (New York 1988). In beide boeken tref je oude tekeningen, prenten, schilderijen, posters en dergelijke aan, evenals eigentijdse foto’s van de sterren in het kunstrijden. Het formaat van Dafoe’s boek (zowel in verschijningsvorm als aantal pagina’s), de boeiende keuze van vaak onbekende afbeeldingen en voorwerpen én de hoge afdruk-kwaliteit geven dat boek een uitdrukkelijke meerwaarde. Als verzamelaar koester ik echter evenzeer de verscheidenheid op de plank ‘schone kunsten’. Hedman Bijlsma

Page 10: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

10 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Medailles van Minne (reactie) inne Nieuwhof presenteerde in KD43 twee geheimzinnige

medailles uit de schoonrijderswereld, gegraveerd met de tekst N.V. IJ.N. Prijs 17-1-'14 schoonrijden en N.IJ. Schoonrijden 1e prijs 28-1-1917. De vraag is welke ijsclub deze medailles uitgaf. Zijn speurtocht in een aantal jubileumboeken leverde geen resultaat op. Het vermoeden dat ijsclub Naarden er mee te maken had is in elk geval niet juist. De plaatselijke kranten meldden geen enkele schoonrijderswedstrijd op deze data. Ook De Courant Nieuws van den Dag uit Amsterdam hult zich in diep stilzwijgen over wedstrijden in Naarden en dat was toen het meest gelezen dagblad in Noord-Holland, waarin bovendien erg veel uitslagen van schaatswedstrijden werden gepubliceerd. Schoonrijden viel altijd onder de KNSB. De medailles moeten dus zijn uitgereikt door een vereniging die bij de bond was aangesloten. De zwart-rode linten, waaraan de medailles hangen, deden mij gelijk denken aan de Amsterdamsche IJsclub, omdat dit de clubkleuren van de Amsterdammers waren. Maar ook de Amsterdamsche IJsclub hield op de genoemde data geen wedstrijden. Waar kwamen de medailles dan vandaan?

Vermoedelijk uit Stadskanaal In het gedenkboek van de KNSB 1882 - 1932 nam auteur Gerrit van Laer een compleet overzicht op van de aange-sloten verenigingen in de eerste vijftig

jaar van de Schaatsenrijdersbond. In deze lijst vinden we de NV Nijverheid uit Stadskanaal. Ongetwijfeld exploi-teerde de naamloze vennootschap een ijsbaan. Men meldde zich in 1910 aan als lid en bleef dat tot het seizoen 1920 - 1921. Daarna volgde royering van de NV als gevolg van het niet-betalen van de contributie. De initialen op de medailles komen overeen met N.V. IJsbaan Nijverheid en Nijverheid IJsbaan (of IJsclub). Al op 19 januari 1903 kwam de IJsclub Nijverheid voor in de Leeuwarder

M

Page 11: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 11

Courant. Er werd die dag geadverteerd voor een kortebaanrijderij op de 21ste om een prijs van 100 gulden. Daarna verschenen er met grote regelmaat wedstrijdaankondigingen in de Friese krant, zoals op 1 januari 1909 toen de IJsclub Nijverheid uit Stadskanaal drie wedstrijden aankondigde. De baan bestond dus al ver voordat het lid-maatschap van de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond werd aange-vraagd.

Exploitatie met aandelen In Groningen kende men al sinds 1875 de NV ijsbaan De Kweekschool, die zeer lang zijn wedstrijden op het Oostelijk Verbindingskanaal tussen het Damsterdiep en het Boterdiep ter hoogte van de latere Petrus Campersingel hield. Er werden altijd wedstrijden voor de jeugd gehouden. Zelfs in 1935 vond ik nog aankondi-gingen van deze bijzondere ijsbaan. Ter gelegenheid van de opening werd ook een liedje geschreven:

"Al op een schonen morgen Sprak Bakker tot Baas Jan Wij moeten er voor zorgen

Dat de rijderij hier kan En ziet, met Brukkers hulpe

En gans Losdorp erbij Schoon hardrijderij

verscheen er in een wulpe

REFREIN Wat was het aardig, ieder vaardig:

Vrolijk was het om te zien, Hoe elk lieflijk en gerieflijk

De ander hulpe kwam te bien.

Daarna verscheen de Kweekschool,

Maar stel je nu eens voor: Het geld dat deed mankeren;

Nu was er heel geen jool Want ieder weet van zeggen, Misschien door ‘t weten wel:

Daar waar geen duitjes leggen, Is gans geen kinderspel."

In Groningen had men dus al vroeg initiatieven genomen om buiten ijsclubs om ijsbanen op commerciële basis te exploiteren. NV De Kweekschool was een succes. Vermoedelijk vormde de baan ook het voorbeeld voor NV Nijverheid in Stadskanaal. Hoe de constructie precies was is niet duidelijk, omdat al vroeg in de twintigste eeuw geadverteerd werd met de naam IJsclub Nijverheid. Het lijkt er op dat er door de club een naamloze vennootschap werd opgericht, zodat met de verkoop van aandelen een ijsbaan aangelegd en geëxploiteerd kon worden. In elk geval werd de NV Nijverheid onder deze naam ingeschreven bij de NSB. De naam werd overgenomen uit de koninklijk goedgekeurde statuten, die bij de inschrijvingen moesten worden over-legd. Daarna ontwikkelde Stadskanaal zich snel tot een wedstrijdcentrum waar heel wat langebaanwedstrijden werden gehouden. Vanaf 1921, toen de NV Nijverheid werd geroyeerd, gebeurde dat onder de vlag van ijsclub Stadskanaal, ongetwijfeld de opvolger van de baanexploitant.

Bewijs met vertraging? Onomstotelijk bewijs dat de medailles van Minne op deze ijsbaan werden

Page 12: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

12 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

uitgereikt is er niet. In 1914 verscheen er op 25 januari wel een bericht in het Algemeen Handelsblad, waarin melding werd gemaakt van een schoonrijderswedstrijd in Stadskanaal. Bij de dames won mejuffrrouw H. Mandema uit Wildervank voor juffrouw A. Jonker uit Veendam. Bij de heren was de plaatselijke favoriet F. Doornbos de beste voor H.J. Diephuis uit Groningen. Was dit wellicht de wedstrijd, waarvoor de medailles van Minne werden uitgereikt? De uitslagen bereikten toen de kranten in het westen vaak met vertraging. Mogelijk is het dus zeker, maar ook dit keer ontbreekt het onomstotelijke bewijs. In elk geval was NV ijsbaan Nijverheid in 1914 de enige club uit Stadskanaal die

bij de bond was aangesloten. In de winter van 1917 kwam De Nijverheid nogmaals te voorschijn. Dit keer als vereniging De Nijverheid. De Leeuwarder Courant kondigde op 26 januari een proefwedstrijd voor junioren aan. Het ging om een langebaanwedstrijd. Van de schoonrijderswedstrijd van 28 januari 1917, waarvoor de medaille werd uitgereikt, is geen spoor te vinden. Er zal dus verder onderzoek nodig zijn om vast te stellen of de NV (IJsbaan of IJsclub) Nijverheid en de medailles ook werkelijk bij elkaar horen.

Ron Couwenhoven [email protected]

Groninger met merkje AES

ijgaand een paar afbeeldingen van een schaats waarvan ik de

herkomst niet heb kunnen achterhalen. Het is een schaats van het Groninger type, de punt voorzien van een messing bol. De schenkel heeft een aangesmede opening voor het teenleertje. De hakschroef is Fries. Het merk bestaat uit een maantje + A.E.S. + cirkel met ster?? Deze schaatsen maken al zo lang deel

uit van mijn collectie dat ik mij de herkomst ervan niet meer kan herinneren. Jan Gores B

Page 13: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 13

Column Jan de Wit Kwak ze in een wak

et is de ‘day after’. Nederland heeft geprobeerd het gezamen-

lijke trauma te verwerken. We waren met stomheid geslagen op de avond van acht februari 2012 kort na acht uur ’s avonds. De persconferentie waar heel Nederland, of in ieder geval een groot deel daarvan, met spanning al dagenlang naar uit keek, werd rechtstreeks uitgezonden op het ‘acht uur journaal’. Dat alleen al gaf het gewicht van de te verwachten mededeling aan. Wanneer heeft onze nationale omroep ooit twintig minuten besteed aan het rechtstreeks uit-zenden van een persconferentie, die slechts draaide om enkele woorden. Na een vriendelijke begroeting en een kort inleidend zinnetje, dat eigenlijk al genoeg was voor de goede ver-staander, kwam de fatale mededeling: ‘We kunnen op dit moment geen tocht organiseren’. Een rampmededeling, tenminste zo lijkt het als we in de uren na de klap de media volgen. Natuurlijk weten we dat het gewone leven doorgaat, ondanks dat we daarover het nieuws grotendeels moeten missen. De media stellen zelf hun prioriteiten en daar moeten wij ons maar bij neerleggen. Geheel volgens de regels van het slecht-nieuws-gesprek kwam het slechte nieuws onmiddellijk en was er daarna tijd voor nuancering. Maar de ramp had zich voltrokken. Droefenis alom. Het

bericht was ingeslagen als een bom. Gelukkig dat die nuchtere Friezen de beslissing moesten nemen, anders was de echte ramp misschien niet te overzien geweest. Natuurlijk, ook alle andere landgenoten, die een beetje objectief het nieuws volgden en zich niet lieten meevoeren door de hype, wisten dat het niet kon. Maar toch….., een liefhebber en zelfs verzamelaar van ijsvermaak, is niet objectief en even bekroop me de gedachte een actiegroep ‘Kwak ze in het wak!’ op te richten met als doel het bestuur van de Elfstedenvereniging voor de rechter te slepen, omdat ze niet de juiste maatregelen hadden genomen om Nederland voor De Ramp te behoeden. Gelukkig keek ik tijdens het schrijven van die doelstelling net op tijd naar de schoolplaat van Piet Geldorp en de fraaie schaatsen die daaronder hangen. Ik stond toen weer met beide benen op het ijs. Waar je verzameling al niet goed voor is.

H

Page 14: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

14 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Speurtocht naar het Bolstrabeeld n oktober 2008 kreeg ik via Martin van der Bij - toen nog lid van de

redactie - dit stukje tekst van Minne Nieuwhof: ‘Voor de achterkant van KD is misschien interessant een beeldje met Melchior Bolstra als schaatser dat gemaakt werd toen het gemaal Bolstra van het waterschap Groot-Haarlemmermeer in gebruik werd genomen. Het beeldje is door Karel Gomes uit Badhoevedorp gemaakt. Ik heb er helaas geen reproduceerbare foto van.’ Martin schreef er het volgende bij. Omdat het min of meer bij jou ‘in de buurt’ is, ken jij dit beeld? Een speurtocht in horten en stoten nam zijn aanvang.

Karel Gomes Eén ding wist ik zeker: de kunstenaar Karel Gomes komt uit Zwanenburg; ik heb daar bijna 25 jaar gewoond en mijn ouders hebben een beeld van hem. Maar wat valt er nog meer over hem te vertellen. Karel Andreas Maria Gomez is geboren op 12 juli 1930 in Hillegersberg (Rotterdam). Hij is de enige levende kunstenaar die werk heeft staan in het Rijksmuseum. En hij maakt figuratieve beelden, al deelt hij zichzelf niet in binnen een bepaalde stroming in de kunst1. Persoonlijk vind ik zijn beelden altijd erg mooi en was dus benieuwd naar dit beeld van Bolstra.

In de buurt Het is bijna om de hoek, maar op één of andere manier duurde het tot 1 januari 2009 voordat ik rijdend van het

ene naar het andere Nieuwjaarsbezoek besloot een kijkje te nemen. Ik reed met de auto over de Aalsmeerdijk bij Oude Meer, iets ten oosten van de Aalsmeerderbrug maar ik kon geen Bolstragemaal vinden, gewend als ik ben aan gemalen zoals Lijnden, Leeghwater en Cruquius. Ik passeerde al zoekend een aantal keren een zandvlakte voor de om-legging van de N201 en midden tussen de zandhopen lag het gemaal. Dus door het zand ploegend naar een nietszeggend gebouwtje waar, zo kon ik uiteindelijk zien, echt geen enkel beeld bij in de buurt stond. Zou het vanwege de werkzaamheden zijn weggehaald?

Het Bolstragemaal2 De bouw van het gemaal was nood-

I 1. Gemaal Lijnden

2. Gemaal Bolstra

Page 15: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 15

zakelijk wegens de uitbreiding van Schiphol. Door de uitbreiding nam het verharde oppervlak in de omgeving toe, waardoor water minder goed in de bodem kon wegzakken. Het aanleggen van een extra waterberging (een meertje bijvoorbeeld) werd niet wen-selijk geacht omdat zo'n waterpartij vogels aantrekt die het vliegverkeer kunnen verstoren. Schiphol diende zelf zorg te dragen voor waterberging en betaalde er voor in de plaats de kosten voor de aanleg van dit gemaal. Gemaal Bolstra werd in 1990 ge-bouwd in opdracht van Waterschap Groot-Haarlemmermeer en wordt tegenwoordig beheerd door het Hoogheemraadschap Rijnland. Het gemaal is, geheel in stijl met de andere

gemalen van de Haarlemmermeer, genoemd naar een man die een rol speelde bij het plan voor de drooglegging van de Haarlemmermeer: Melchior Bolstra. Bolstra werd geboren te Makkum (Wûnseradiel) april 1703 en is overleden in Leiden “kort voor den 9den November 1776, want op dien dag werd Klaas Vis aangesteld tot Landmeter van Rijnland”3. Hij werd op 1 juni 1731 officieel ingeschreven als landmeter in Holland en op 19 april 1732 aangesteld als landmeter van Rijnland. Hij zou dat dus tot aan zijn dood blijven. Bolstra droeg bij aan de droogmaking van de Haarlemmermeer in 1852 door samen met Nicolaas Cruquius en Jan

3. Kaart van 1746 Hierop zijn de uitbreidingslijnen van de drie grote meren te zien, die een dreiging voor Amsterdam, Haarlem en Leiden waren. Op internet is deze kaart helemaal in te zoomen.

Page 16: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

16 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Noppen droogmakingsplannen voor de Haarlemmermeer te ontwikkelen. Eén van Bolstra’s kaarten, daterend uit 1746, zou de basis leggen voor de discussie die uiteindelijk leidde tot goedkeuring van het definitieve droog-makingsplan.

Hoogheemraadschap Ik kwam thuis met meer vragen dan antwoorden en besloot te mailen naar het Hoogheemraadschap Rijnland, waarin het waterschap Groot-Haarlemmermeer is opgegaan, en kreeg algauw een mailtje van hun erfgoedbeheerder Eggo Tiemens: ‘Er is door de Zwanenburgse kunstenaar Karel Gomes een bronzen beeldje gemaakt van Melchior Bolstra, landmeter van Rijnland. Dat beeldje is

ca. 45 cm. hoog en heeft nooit gestaan bij het gemaal Bolstra. Het beeld is in opdracht van waterschap Groot-Haarlemmermeer gemaakt en als geschenk aan de luchthaven Schiphol overhandigd ná de oplevering van het door de luchthaven betaalde gemaal. Rijnland heeft nog een eigen exemplaar van het beeld.’4 Het beeld stelt Bolstra voor die op de schaats zijn beroep uitoefent bij het meten van de bevroren Haarlemmer-meer.5 Hij moest nog even op zoek maar had ook nog een foto van het beeldje voor het polderhuis in Hoofddorp. Daar waar de bestuurszetel van het Waterschap Groot-Haarlemmermeer

was.

Teleurstellend Ik was teleurgesteld, want het is maar een beeldje van 45 cm. Maar is het dan misschien mogelijk om het op Schiphol te komen bewonderen? Ik schreef een mail naar Schiphol voor informatie: ‘Bij het opleveren van het Bolstragemaal, is er door waterschap

Groot-Haarlemmer-meer aan de lucht-haven Schiphol een beeldje cadeau ge-

4. Beeld van Bolstra op de foto gezet voor het Polderhuis in Hoofddorp. Het is maar een beeldje van 45 centimeter, maar hier lijkt het toch een volwassen uitvoering. Zou Minne me daarom op pad hebben gestuurd?

Page 17: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 17

daan van de kunstenaar Karel Gomes van dhr. Bolstra. Ik vroeg me af of dit beeldje op de luchthaven ergens te pronken staat en of het wellicht te bezichtigen is.’ Ik kreeg een keurig antwoord terug: ‘Geachte mevrouw van Staaveren, Het beeldje van Karel Gomez heeft heel lang in het VIP centrum van Schiphol gestaan (pronken inderdaad). Inmiddels is er een nieuw VIP centrum (geopend in 2008), waar geen plaats meer is voor klassieke kunst. Het beeld staat nu op het bureau van de heer Van Roon, en is daar helaas niet voor het publiek te bewonderen. Ik dank u voor uw bericht, en ook voor de achtergrondinformatie die ik nog niet kende.’6

Tja, dan is er een mooi – maar weliswaar klein - beeld en dan staat het op een niet toegankelijk bureau. Tot zover dus het item voor de achterkant, want helaas geen open-baar kunstbezit. Maar zo dacht ik, wellicht toch leuk voor een artikel in de Kouwe Drukte.

Bolstra op Schaatsen!? Voor het nummer 43 van Kouwe Drukte lijkt er niet zoveel kopij te zijn en ik besloot: ik ga dat artikel maar eens even schrijven. Want alles goed en wel, maar waarom staat Bolstra nu op schaatsen? Bij al het gezoek naar dit item kom ik niet echt verder. Ik besluit of ik iets kan vinden op de site van Karel Gomes

5. Eén van de vier foto's op de website van Karel Gomes

Page 18: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

18 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

zelf. En wat schetst mijn verbazing: van alle beelden die hij gemaakt heeft, staat dit beeld op de site en is het zelfs van vier kanten gefotografeerd. Diep fronzen doet me echter de tekst onder het beeld: ‘Naam van het beeld: Poelstra, materiaal brons, afmetingen: 65 x 25 cm en gemaakt in 2006.’ Poelstra!!!!! Ik hoopte dichterbij de oplossing te komen en kwam weer voor meer vragen te staan. Dit keer schrijf ik naar het emailadres van de kunstenaar zelf. En als je bij de bron bent dan maar meteen alle vragen over het beeld aan hem gesteld:

1. Is het beeld een interpretatie van landmeter Bolstra en betreft de ondertiteling op uw site een fout? 2. Indien het Bolstra is, wat is de aanleiding om hem te laten schaatsen? 3. Of is de man Poelstra? En zo ja wie was hij? En waarom schaatst hij? 4. Wat stelt de stok/schuiver op de schouders voor?’

Niet meteen een antwoord van de kunstenaar, dus zelf nog maar eens verder gezocht:

Opgelost?! Het waterschap Groot-Haarlemmer-meer geeft het beeld weg als een representatie van Bolstra, die op de schaats zijn beroep uitoefent: het meten van de bevroren Haarlemmer-meer. Paul van de Brink die Bolstra nauwkeurig bestudeerde antwoordt op een mail van mij: ‘Ik heb het leven van Bolstra tot zijn dood aan de hand van het overvloedige materiaal zeer nauwgezet gevolgd, maar het haast

lichtzinnige beeld dat hier (in het beeld) van hem wordt gevormd, herken ik althans in geen enkel opzicht.’7 Alsof schaatsen zo lichtzinnig is. Wat mij betreft is het een zeer serieuze zaak. Ik wordt wel behoorlijk aan het denken gezet over Melchior Bolstra. Van hem zullen geen schilderijen of tekeningen zijn gemaakt. Dus de kunstenaar moet er zijn eigen interpretatie aan hebben gegeven … Maar wacht eens even, deze schaatsenrijder komt me eigenlijk wel heel bekend voor.8 Ik denk dat ik het raadsel opgelost heb. Geen Bolstra en geen Poelstra: maar vergelijk hem maar eens met deze ets van Rembrandt.

Het verlossende antwoord9 En dan heb ik de kunstenaar aan de telefoon. De naam Poelstra op de website is inderdaad een vergissing. Hij vertelt dat hij, toen hij de opdracht had gekregen voor een beeldje ter gelegenheid van het in gebruik nemen van het Bolstragemaal, bedacht dat landmeten veel eenvoudiger was als je dat op de schaats kon doen. Ook wist hij dat het landmeten in die dagen met een stok op een plank gebeurde. Dit deed hem denken aan ... jawel, het etsje van Rembrandt. Hij is uiterst verbaasd dat ik het etsje ken en het verband had gelegd, maar dat is natuurlijk een uitvloeisel van onze gezamenlijke hobby.

Uiteindelijk is de zoektocht rond: een man wiens werk bij leven al in het

Page 19: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 19

Rijksmuseum staat, haalt daar ook zijn inspiratie vandaan. Caroline van Staaveren

Noten: 1 www.karelgomes.nl 2 Voor details van het Bolstra gemaal (ook wel De Bolstra) werd gebruik gemaakt van x Nederlandse Gemalen Stichting:

www.gemalen.nl x Hoogheemraadschap Rijnland:

www.rijnland.net/rijnland 3 Voor details van het leven van Melchior Bolstra werd gebruik gemaakt van x Van der Aa, Nieuw Nederlandsch

Biografisch Woordenboek , gedigitaliseerd op www.historici.nl, p806,807

x Marijke Donkersloot-de Vrij, Repertorium van Nederlandse kaartmakers 1500-1900, eigen uitgave, Utrecht 2003 p. 26 (via: www.maphist.nl/Repertorium_van_ Nederlandse_kaartmakers.pdf)

x P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6., A.W. Sijthoff, Leiden 1924 (via: dbnl.org) p. 146,147

4 Dhr. Eggo Tiemens erfgoedbeheerder van Hoogheemraadschap Rijnland 5 K. Ummels-Hoekstra & E. D. Tiemens, Droogmaken – Drooghouden Haarlemmermeerpolder 1852-2002, waterschap Groot-Haarlemmermeer, Hoofddorp 2002. P20 en p36. 6 Chris Vonk, secretaris kunstcommissie van de Schiphol Group 7 Dr. Paul van den Brink; proefschrift "In een opslag van 't oog" , Alpen aan den Rijn, 1989 en emailwisseling 8 A. van Suchtelen, Winters van Weleer, Mauritshuis en Waanders uitgeverij, 2001 Den Haag- Zwolle. p23 9 Met dank aan dhr. Karel Gomes

Afbeeldingen met dank aan: 1. Wikipedia: Gemaal De Lijnden 2. http://www.skyscrapercity.com/showthr

ead.php?p=75667957 3. Universiteit van Utrecht :

http://kaarten.library.uu.nl/view/view.php?collection=Thematisch&file=000617&sw=1024&sh=768

4. Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, met neme aan dhr. Eggo Tiemens. Ook te vinden in het bij bronnen genoemde boek Droogmalen en Drooghouden.

5. www.karelgomes.nl/ 6. Schaatsenrijder, Rembrandt c.1639 met

ets en droge naald. Een staat 61 x 59 mm. Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum museum Amsterdam. www.rijksmuseum.nl

6. Schaatsenrijder, Rembrandt c.1639, met ets en droge naald. Rijksmuseum Amsterdam.

Page 20: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

20 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Persbericht et virtuele Schaatsenmuseum be-staat dit jaar, tien jaar. Het ging

op 2 februari 2002 online en omvat intussen circa 600 pagina’s, waarvan er circa 400 Nederlands zijn en de rest Engels. In de afgelopen tien jaar is de ‘geëtaleerde’ informatie voortdurend verbeterd en uitgebreid. Vandaag is bij gelegenheid van het jubileum het Nederlandse gedeelte van de website geheel vernieuwd. Het museum laat zien hoe de moderne schaats in de loop van de eeuwen een metamorfose heeft ondergaan van dierenbotten tot klapschaatsen. En dat die ontwikkeling niet alleen in Nederland heeft plaatsgevonden, maar ook elders. Op systematische wijze worden schaatsen van over de hele wereld getoond in vele varianten, die ze geschikt maakten om mee te zwieren, te kunstschaatsen en hard te rijden. Een belangrijk onderdeel is het merkenregister, waar de namen van vrijwel alle Nederlandse smeden, fabrieken en leveranciers van schaatsen zijn samengebracht. Voor zover beschikbaar worden deze merken getoond in een merkengalerie. Dit onderdeel is gebleken een bron van informatie te zijn die over de gehele wereld wordt geraadpleegd, getuige de vele vragen die met enige regelmaat per e-mail worden gesteld. En die altijd naar beste weten kosteloos worden beantwoord. Het virtuele Schaatsenmuseum heeft er bewust voor gekozen zich niet bezig te houden met de schaatssport als

zodanig en de daarbij horende actualiteit. Daarvoor bestaan vele andere beter geoutilleerde sites. Een uitzondering vormt het overzicht van wereldkampioenen en wereld-recordhouders. Het virtuele Schaatsen-museum presenteert ze echter op een afwijkende, historisch overzichtelijke manier. In de loop van de jaren is een galerie ontstaan van winter- en ijsgezichten in de vorm van schilderijen en prenten. Uit de bezoekersstatistiek blijkt dat deze galerie frequent wordt bezocht. Het zou dan ook niet verwonderen als het geboden overzicht in zijn omvang uniek is. Onlangs is voor het Neder-landse taalgebied een klein vade-mecum van met schaatsen samen-hangende begrippen toegevoegd.

Voor de jeugd is een handleiding om een spreekbeurt voor te bereiden aanwezig. De site wordt dagelijks circa 200 maal effectief bezocht, waarbij de verhouding fiftyfifty is voor het Nederlandse en het Engelse gedeelte.

H

Oproep aan Poolsterleden Het virtuele Schaatsenmuseum nodigt jullie uit om mee te werken aan het vervolmaken van het merkenregister en de daarmee samenhangende merken- en etikettengalerie. Een zo volledig mogelijk overzicht is voor veel verzamelaars interessant. T (0180) 314 818 M [email protected] I www.schaatsenmuseum.nl

Page 21: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 21

Een aanwinst voor mijn hokje ls het niet vriest in Nederland, dan wil ik nog wel eens wat

rondneuzen op de computer. Zo deed ik jaren geleden een rondje anti-quariaten. Ik stuurde ze een mail, met daarin de vraag of ze nog iets op de plank hadden liggen wat met schaatsen had te maken. Van sommige mensen kreeg ik snel bericht, van sommigen helemaal niet en een enkeling reageerde laat. Zo ook een antiquariaat in Zeeland. Ik kreeg een vaag mailtje, dat ze nog wel ergens een oude prent hadden liggen, maar dat ze niet wisten waar en dat was het …

Er gingen jaren voorbij en ik was het mailtje al lang vergeten, toen er in 2007 een nieuwe mail kwam. De prent was gevonden en voor 200 euro mocht ik ‘m kopen. Een hoop geld, maar ik twijfelde geen moment. Ik was op slag verliefd en al snel verhuisde de prent van Zeeland naar Drenthe, in de kluis van mijn hokje.

Nu ben ik iemand die niet alle ins en outs hoeft te weten van wat ik koop, als ik het maar leuk vind en het in mijn hokje past. Natuurlijk en gelukkig zijn er ook verzamelaars onder ons, die wel de achtergrond willen weten van de gekochte aanwinst. Zo kwam Wiebe Blauw op de fiets van Steenwijk naar Zuidlaren. En wat vraag je zoal, als je een van je medeverzamelaars spreekt? ‘Heb je nog wat gevonden, de laatste tijd?’ Natuurlijk liet ik Wiebe mijn prent zien

en hij was best wel enthousiast, hij zei me toe wat dingen uit te zoeken. Wiebe liet me vervolgens per mail het volgende weten: het is een ets die later met de hand wordt ingekleurd. Je kijkt over de Amstel in noordelijke richting naar de stad, richting Hogesluis. Links is de huidige Amsteldijk, rechts is de Weesperzijde.

Er staan drie namen op: Georg Balthasar Probst(uitgever) G.G. Winckler(tekenaar) P. van Blankaert( tekenaar) De prent wordt gedateerd tussen 1730 -1786. Aukje de Haan Aanvulling van de redactie: De volledige prent staat afgebeeld op de middenpagina van deze Kouwe

A

Schaatsenrijder op de Amstel. Detail van de ets van Aukje, sterk uitvergroot

Page 22: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

22 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Page 23: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 23

Page 24: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

24 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Drukte. De ondertitel ‘Winter gezigt op de Buyten-Amstel tot Amsteldam’ en andere verklarende tekst hebben we achterwege gelaten, maar niet de titel boven de afbeelding:

Dit Franstalige opschrift in spiegel-schrift verraadt dat de afbeelding was bedoeld voor de zograscope van een internationaal en elitair publiek. Met behulp van zo’n opticaspiegel kon je een opticaprent – want dat is Aukjes aanwinst dus – dieptewerking geven. Dan leek het net alsof je er zelf bij was en midden op de bevroren Amstel stond. Zo’n beetje het 3D-effect van de 18e eeuw dus ...

De prent werd ondersteboven op de vloer gelegd. Door de lens en via de spiegel in een hoek van 45 graden kon je de ets uitvergroot en met reliëf en diepte bekijken. Een sensatie destijds! Zo op het eerste gezicht komt het perspectief in Aukjes prent nogal overdreven over. Naar achter toe lijken de koek-en-zopie en de arrensleden veel te klein afgebeeld en veel te snel miniem te worden. Nogal knullig getekend zou je kunnen concluderen. Maar dat was opzettelijk zo gedaan en door de werking van de opticaspiegel bood het geheel precies het juiste perspectief!

Een nadeel van de populaire optica-prenten was natuurlijk dat ze er in de handen van uitgelaten koters, zelfs al waren het rijkeluiskinderen, doorgaans niet beter op werden. Ze vertonen dan ook vaak scheuren of andere gebreken. De prent van Aukje

bijvoorbeeld had een paar flinke vouwen. We gaven haar daarom het advies om hem eens te strijken onder een doek. Als je dat voorzichtig doet (niet te heet in één keer) kan hij er behoorlijk van opknappen.

Aukje mailde prompt terug. Bedankt voor de tip! Heb meteen de strijkplank tevoorschijn gehaald et voilà ... De vouwen zijn er niet helemaal uit, maar het is toch wel een stuk beter geworden. Wist niet dat strijken ook nog wel eens leuk kan zijn. -

Bronnen: Ine van Dooren – Il mondo nuevo; google.nl

Zograscope of opticaspiegel, circa 1800

Page 25: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 25

Aanvullingen op ‘Acht eeuwen’ ind november verscheen de Poolsterproductie ‘Acht eeuwen

schaatsen in en om Amsterdam’, waaraan zoveel leden hebben bijgedragen. Over het algemeen is het boek positief ontvangen in de media. Maar op- en aanmerkingen waren er ook.

De namen van de co-schrijvers, Nelly Moerman, Ron Couwenhoven, Marnix Koolhaas en Matthy van Klaveren, hadden wel een plaatsje op de titelpagina verdiend.

Ernst Berends, werkzaam bij GEA Grenco / Grasso als koeltechnisch ingenieur, merkte op dat er door de buizen van de eerste kunstijsbaan (1876 King Road) geen ammoniak (p. 79) maar glycerine werd gepompt. De heer Berends, die zelf al jaren bezig is met onderzoek naar de oudste kunstijsbanen, vult aan: ‘De Kunst IJs

schaatsenbaan naast Carré en het baantje op de zolder van het Odeon-gebouw hadden ‘echt’ kunstijs, geen bevroren water maar chemische substanties (reuzel, aluin, zwavel, etc.) waarop men met gewone schaatsen kon rijden. Je moest niet vallen want dan kon je naar huis om je te verschonen! Er hing meestal ook een laag stinkende mist boven! Ik had zelf een andere foto van dat Odeonbaantje. (In dat gebouw was trouwens in 1882 De Nederlandsche Schaatsen-rijdersbond opgericht!)’.

Nelly Moerman wist te melden dat de knipkunstenaar (p. 44) nog wel degelijk terugkomt in de dagboeken van Cosimo de Medici. Maar niet meer op het ijs.

Foto 16.16 op pagina 87, afkomstig uit een verzamelmapje van Brio uit

E

Afbeelding van het Odeonbaantje uit de verzameling van de heer Berends

Page 26: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

26 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

1968, bleek van fotograaf Guus de Jong te zijn.

We hadden al onze twijfels over de rolschaatsbaan (afbeelding 16.9) in hetzelfde hoofdstuk. Bij toeval ontdekten we dat deze inderdaad geen verband houdt met het Paleis voor Volksvlijt. Op een zwart-wit ansichtkaart op Marktplaats zagen we naderhand nagenoeg dezelfde afbeel-

ding met als titel: ‘Salon de 1909 – Le palais de glace par Rousseau Decelle’. Daarmee zitten we in het ijspaleis van Parijs. Op het schilderij van Decelle hebben ze echter wel degelijk ijsschaatsen onder! Dankzij de kunstzinnige vrijheid van de tekenaar van de rolschaatsbaan, zijn we wel erg ver van huis geraakt ...

Page 27: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 27

Het bestaat nog !!!! p 11 februari krijg ik via mijn website een vraag voorgelegd van

een mevrouw. Hoe dat ging zal ik proberen zo goed mogelijk weer te geven:

‘Kunt u mij iets vertellen over een paar schaatsen die aan de voorkant een zwaantje hebben met een lange hals. Ik heb zelf op het internet gekeken maar niets gevonden. Ik wil graag weten waar ze vandaan komen enz. Ik kan geen naam ontdekken, maar wel een merkteken.’

Ik mail deze dame terug, dat ik haar alles over deze schaatsen kan vertel-len, maar dan had ik graag een foto.

Een dag later komen er drie foto’s met een aantal details waar ik de herkomst van kan herleiden. Het bleken zwanenschaatsen te zijn die weg komen bij de Gebr. Platte uit Remscheid. Ik heb de dame de nodige

gegevens doorgegeven. Tevens heb ik haar er op geattendeerd dat deze schaatsen ergens zichtbaar moesten zijn en niet op zolder.

Zij was erg blij met deze gegevens en stelde het bijzonder op prijs dat ik zo snel de moeite had genomen haar de nodige inlichtingen te geven. Voor haar was de kous af, maar ik was nieuwsgierig naar de herkomst van de schaatsen en mailde haar of zij mij dat ook wilde vertellen.

Het antwoord kwam snel: ‘Deze schaatsen heb ik in een kringloopwinkel in Den Haag kunnen kopen. Ik vond ze erg leuk en dacht deze ergens in huis op te hangen.’ Maar nu komt het: ‘Ik betaalde 1 euro en 50 eurocent en was daarmee de gelukkige.’ Ik ben een dag van streek geweest. HET BESTAAT NOG.

Alex Kampinga, Sappemeer

Poolsterleden in de spotlights Bij het jubileumfeest van de 50-jarige Jaap Edenbaan op 9 december 2011 traden enkele leden van de Poolster en de Landelijke Vereniging van Schoonrijders gezamenlijk op. Aan het eind van de avond hadden ze de hal van de Edenbaan helemaal voor zichzelf. Mocht u ze niet herkennen: vlnr Jan van Eijk, Arnold van Ittersum en Niko Mulder. Foto: Magda van Eijk

O

Page 28: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

28 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

IJswegenkaarten (12) - Sportkaart van Friesland uit 1925

en kaart is niet alleen handig voor het opzoeken van een stad of een

dorp, maar een kaart kan ook erg handig zijn als er informatie over waterwegen op staat. Al in het begin van de twintigste eeuw zijn er zogenaamde sportkaarten uitgegeven. Geschikt voor het bijvoorbeeld rijden van de Elfstedentocht. Zo begint een artikel van Thys van der Veen in 2007 in Letterhoeke, een uitgave van het Tresoar in Leeuwarden. In het Tresoar wordt ook het archief van uitgever R. van der Velde bewaard en daar heeft Thys van der Veen goed gebruik van kunnen maken. Hierna volgen nog twee stukjes die ik uit deze Friese uitgave van de Letterhoeke vertaald heb, en die naar mijn mening interessante gegevens bevatten.

Topografische kaarten Rinze van der Velde was niet onbekend met het uitgeven van topografische kaarten. In 1902 was ook al een door A. Fabriek bewerkte Kaart van Friesland met een deel van de aangrenzende provincies uitgegeven. Bij vergelijking van de twee kaarten lijkt de Sportkaart van Friesland, daar in het bijzonder de meren en waterwegen fors aangezet zijn, een vereenvoudigde kaart

van die van A. Fabriek. (Een tweede druk van deze kaart is verschenen in 1914. – MvK) De kaart was bestemd voor schippers en voor toeristisch gebruik op het water en vanzelfsprekend voor een Elfstedentocht. In de twintiger jaren is onder druk van het toenemende vervoer over de weg behoefte aan een nieuwe Sportkaart van Friesland. In een niet met name geadresseerd schrijven werd vermeld dat in opdracht van de Friese IJsbond en vanzelfsprekend bij uitgeverij R. van der Velde uitgegeven Sportkaart van Friesland verschijnen zal. De ontwerper van de kaart is J.Kokje Jsn, dezelfde die voor Van der Velde in 1915 de Kaart van Gaasterland ontwierp. Een jaar eerder wilde Kokje niet ingaan op de condities van Van der Velde bij het uitbrengen van een kaart van het Friese merengebied. In een schrijven van de Friese IJsbond uit 1923 aan Van der Velde lezen we dat

E

Reclame van uitgeverij van der Velde voor de Sportkaart van Friesland

Page 29: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 29

de IJsbond een subsidie van driehonderd gulden geven wil onder een aantal voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden waar de ontwerper mee te maken had, worden door Kokje nog eens opgenoemd in een niet gedateerde brief aan een niet bij name genoemde geadresseerde. ´…. dat in de polders, die vaarten, die geen verbinding hebben met de andere (dus daar waar geklûnd moet worden) doch welke vaarten wel naar de dorpen leiden, duidelijk worden aangegeven. Voordat de kaart in 1925 uitgebracht wordt, probeert Van der Velde meer subsidie van de ‘Commissie van Bijstand van de Friese IJsbond’ los te krijgen, maar de kommissie is onverbiddelijk.

Eduard Gaebler De Sportkaart van Friesland wordt gedrukt bij Eduard Gaeblers Geographisches Instituut in Leipzig in een oplage van 2175 exemplaren. In juli 1936 is de kaart uitverkocht. Tussen oktober 1936 en begin

december 1940 zijn er weer plannen voor een aangepaste heruitgave van de Sportkaart van Friesland. Uit de correspondentie van Gaebler met Van der Velde doch blijkt dat eerst het traject van een nieuw te graven kanaal, bedoeld zal zijn het Prinses Margrietkanaal, vastgesteld moet zijn, voordat die op de kaart ingetekend kan worden. Tot een uitgifte is het door de veranderende tijdsomstandigheden niet gekomen, hoewel Van der Velde nog geprobeerd heeft de lithosteen van Gaebler over te kopen.

Sportkaart Deze kaart is in een aantal opzichten toch wel bijzonder; in de eerste plaats is het één van de grootste ijskaarten (73,5 x 78,5 cm incl. marge en 70 x 72,5 cm excl. marge) en is er een schaal van 1 : 100.000 gebruikt. Bovendien is er in de rechterbeneden-hoek een uitvergroot stukje opge-

Leeuwarder Courant van 24-01-1933

Uitsnede van Oud Hof en Witte Brekken

Page 30: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

30 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

nomen van de Oud Hof en Witte Brekken. Waarom dit stukje extra belicht wordt is mij niet duidelijk geworden.

In de legenda staat voor ‘V.B.’ als betekenis opgenomen Vaste Brug en dat is natuurlijk een goede aanvulling. Op de kaart komt echter ook regelmatig in rood ‘P.B.’ voor, maar dit staat niet in de legenda vermeld. De oude kaart uit 1914 van A. Fabriek leert dat dit de Provinciale Bruggen zijn. Hoewel ik het bewijs niet heb kunnen vinden neem ik aan dat dit beweegbare bruggen zijn en dat voor deze bruggen ook een brugwachter was aangesteld. Zoals uit de reclame-advertentie van R. van der Velde blijkt, werd de kaart vervaardigd ten dienste van de IJssport en het Watertoerisme. De laatste groep zal het meest gebaat zijn met de wetenschap van vaste en/of beweegbare brug. De consta-tering van Thys van der Veen dat voor deze kaart met een schuin oog gekeken is naar de kaart van A. Fabriek lijkt mij dan ook geheel terecht. Op de kaart staat er tussen Surhuisterveen en Stroobos ook nog twee maal ‘O.B.’, maar nu weer in het zwart. Hiervan heb ik de betekenis nog niet kunnen achterhalen. Hoewel niet moeilijk te raden ontbreekt ook de afkorting ‘st’ in de legenda. Deze afkorting komt regelmatig voor in de Linde en Tjonger en betekent natuurlijk ‘Stuw’. In de Leeuwarder Courant vinden we nog twee details die het noemen waard zijn. In de editie van 28 oktober

1925 staat het volgende opgenomen. ‘De heer D.F. Wouda, hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, komt een woord van lof toe voor het vele, wat hij voor deze kaart heeft gedaan.’ Klaarblijkelijk heeft hij het veldwerk gedaan en de gegevens beschikbaar gesteld aan Kokje die het gebruikt heeft bij het ontwerp. In januari 1933 staat de laatste teruggevonden advertentie in de Leeuwarder Courant voor deze kaart, echter de prijzen zijn naar beneden bijgesteld. De uitvoering van f.1,90 in 1925 kost nu nog maar f.1,50, de uitvoering van f.2,50 kost f.1,90 en de duurste variant is dan f.2,75, dus zelfs f.1,50 in waarde verminderd. In advertenties uit 1925 alsmede op de reclame van de uitgever komen de ‘dure’ prijzen voor. Misschien was de waardevermindering het gevolg van de crisisjaren of werd de voorraad door de uitgever beschouwd als oude restanten. Uiteindelijk moeten we wachten tot 1969/1970 eerdat de Friesche IJsbond met een nieuwe kaart komt. De kaart uit 1925 is verreweg het best bruikbaar en verslaat in mijn ogen alle kaarten van Friesland die daarvoor, maar ook die daarna zijn verschenen. Matthy van Klaveren Bronnen: Letterhoeke - 2007/nr 2 – Thys van der Veen – Tresoar Leeuwarden Edities van de Leeuwarder Courant. Voor het bekijken van de kaarten digitaal verwijs ik u graag naar de site van het Fries Scheepvaart museum.

Page 31: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 31

Reacties op ‘In daagse dracht – schaatsen in Zeeland’

og niet zo lang terug besloot ik mijn verzameling uit te breiden

met ansichtkaarten van afbeeldingen klederdracht en schaatsen. Al snel kwam ik ook de kaarten op het spoor die in KD 43 zijn afgebeeld, de Zeeuwse klederdracht. Tot mijn verbazing heb ik twee varianten, uitgegeven door andere uitgevers. Blijkbaar bestonden er geen rechten op deze afbeelding of moeten we concluderen dat een kleine wijziging aan de foto het alleenrecht ophief. Ik denk dat dit laatste het geval moet zijn geweest. Alle kaarten zijn dus iets veranderd. De ene keer zien we dat de foto is gespiegeld (ansicht Frits Locher) en zien we dat de man aan de

rechterzijde staat terwijl bij de anderen ansichten dit andersom is. De andere verschillen zitten vooral in de met de hand ingekleurde details of een verandering in de achtergrond. Eenmaal opnieuw ingekleurd werd de kaart weer gedrukt voor de verkoop.

Vroege doorlopers Eén van de uitgevers is Nauta uit Velsen, deze uitgever heeft duizenden fotoansichten uitgeven van met name dorp- en stadsgezichten. De ansicht van Frits heeft nummer 10462 en we weten dat ook nummer 1 heeft bestaan. Deze kaart is van na 1905, want het betreft hier niet meer de zogenaamde doorloper (hoe toepas-selijk), maar een kaart met een middenstreep waar rechts van de streep ruimte is voor naam en adressering en links ruimte voor een groet en afzender. Vóór 1905, dus bij de doorlopende kaart, was het verboden om op de zijde van het adres ook een persoonlijke notitie te schrijven; dit werd beboet. Een groet schreef je op de kant van de afbeelding waar een witte balk overgelaten werd voor een persoonlijke noot. Wat wij nu de voor- of achterkant van een kaart noemen, was voor 1905 precies andersom: de afbeelding was in die tijd de achterkant. Andere uitgevers zijn F.B. de Boer, Middelburg, A. v. Overbeeke, beiden doorlopers van voor 1905. Nog een andere ansicht, afgebeeld in KD 43, is uitgegeven door een uitgever uit Amsterdam.

N

Page 32: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

32 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Met het schrijven van deze reactie bedacht ik me, waar gaat dit over, met welke details houden we ons bezig? Maar toch ... voer voor ansicht-kaartverzamelaars. Harry Karssies

Geen kloeke krul Even een opmerking over het stukje in

de vorige KD over schaatsen in Zeeland. De stelling dat de man op de achterzijde van KD overduidelijk een kloek paar krulschaatsen in de hand heeft, waag ik te betwijfelen. Als je de foto goed bekijkt, lijkt het een met hout beklede hals en geen krulschaats.

Jan van Eijk

IJsvereniging Noord, Uw Winteroord

et het verschijnen van Acht eeuwen schaatsen in en om

Amsterdam door Niko Mulder en Jos Pronk, haastte ik me het boekje te kopen. Mijn verwachting werd nog overtroffen door de mooie uitvoering en de vele wetenswaardigheden die in het boek zijn vermeld. Bovendien is het boek heel mooi geïllustreerd. Ik vind het dus een heel geslaagde uitgave, maar desondanks mis ik toch nog wat in het boek. En dat wil ik u niet onthouden. Om een juist beeld te scheppen ver-

meld ik allereerst dat ik jarenlang een zoge-naamde Over-IJer was. Dus iemand uit Amsterdam-Noord, het stadsdeel dat in Amsterdam in het verleden en ook nu nog wel wordt vergeten. Dat verschijnsel manifesteert zich ook in

genoemde uit-gave. In hoofdstuk 16 worden onder

M

Sfeerfoto van de ijsbaan bij de oude Leeuwarderweg van de bekende Noord-Amsterdamse fotograaf Harry van Steenis. Alle afbeeldingen bij dit artikel zijn afkomstig van Simon Ordeman.

Page 33: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 33

de titel ‘Een toertocht langs de Amsterdamse ijsbanen’ een aantal ijsbanen genoemd en beschreven. Er wordt uitgebreid aandacht geschonken (en terecht) aan de in 1864 begonnen historie van de Amsterdamse IJsclub (AIJC). Aan de evenknie van die ijsvereniging, de IJAN in Amsterdam-Noord, wordt tot mijn teleurstelling geen letter besteed. Ik breng u in herinnering dat de IJsvereniging Amsterdam-Noord op 13 maart 1929 werd opgericht door enkele notabelen uit Buiksloot. Men beschikte over een groot stuk grasland naast het Volewijckerspark en tegenover de oude Leeuwarderweg en de Adelaarsweg (waar de toegang tot de baan was met het verenigings-gebouwtje). Dat terrein werd elk jaar eind november voorzien van een flinke waterlaag. Niet elk jaar was Koning Winter goedgunstig, maar heel veel jaren kon er wel worden geschaatst. En dat in verschillende vormen, zoals het hardrijden, schoonrijden (zwieren) en kunstrijden. En dat alles met passende muziek. De vereniging was in Amsterdam-Noord jarenlang een begrip. Niet voor niets was er de slogan ‘IJsvereniging Noord, Uw Winteroord’. In de hoogtijdagen van de club, was de IJAN met meer dan 3500 leden qua ledenaantal zelfs de grootste sportvereniging van Amsterdam.

Door de aanleg van de IJ-tunnel moest de vereniging in 1966 haar gezellige baan inruilen voor een plek ver buiten de bebouwing van Amsterdam-Noord richting Zunderdorp. Op die plaats is

de vereniging, na er een aantal jaren een zieltogend bestaan te hebben geleid, ten onder gegaan. Dat neemt niet weg dat de IJAN vanwege de grote plaats in het wintergebeuren van Amsterdam-Noord, zeker genoemd had moeten worden in het boek Acht eeuwen schaatsen in en om Amsterdam.

Simon Ordeman

Eerste prijs op de IJAN Ook Bert Lassche kent de banen van de IJsvereniging Amsterdam Noord nog heel goed: op de oude baan, die moest verdwijnen met de bouw van de IJtunnel, heb ik zelf nog wedstrijden gereden en de eerste prijs gewonnen. Later is de baan verhuisd naar het weiland naast het Zwet van Zunderdorp. De nieuwe baan kon gemakkelijk onder water worden gezet vanuit het hoger gelegen Zwet. Deze tweede IJsbaan Noord heeft nooit veel bezoek gehad, omdat de mensen bij natuurijs liever gingen schaatsen op de sloten en meren, dan blijven krabbelen op de afgelegen baan.

Bert Lassche

Page 34: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

34 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Koek en Zoopje an 1869 tot 1874 werd door de uitgever Kruseman & Tjeenk

Willink te Haarlem de periodiek De Oude Tijd uitgegeven. Hierin kwamen op een populaire manier allerlei onderwerpen uit de vaderlandse geschiedenis aan de orde. Al sneupend werden mij door een bevriende antiquaar twee nogal gemaltraiteerde jaargangen van dit orgaan aangeboden, namelijk die van 1872 en die van 1874. In die van 1874 vond ik de aankondiging dat dit het laatste nummer was, maar verder niets dat op het schaatsgebeuren betrekking had. Maar in de uitgave van 1872 had ik beet. Naast een bijdrage met als titel ‘De Koude Winter’, die gaat over de ijselijk strenge winter van 1740 (‘uit Trier werd geschreven, dat men er de raven dood uit de lucht zag vallen’), een artikel over (n)arresleden uit het eind der 17e eeuw en een verhaal over ‘Koek en Zoopje’. Uit dit laatste artikel wil ik hier het een en ander peuren, mede aan de hand van een interessante prent die hierbij afgebeeld staat. Ook over de arrensleden en een kermis op het ijs komen trouwens drie leuke prenten voor.

In het begin van het artikel lezen we: ‘In den eersten winter dat de eerste Friezen – want in deze hebt gij, Hollandsche lezer, zoowel als uw vriend aan de overzijde van den Fliestroom (de latere Zuiderzee), uwe voorouders te erkennen, - op ’t ijs verschenen, de een met een hand- of prikslee, de ander op paarde- of

osseribben, kwam er zeker ook dadelijk een oude Friezin zitten met bierpot en koekbak: en zij zette tegen de windzijde een strooijen mat, en zie ’t eerste koek-en-zoopje was geboren’. Zo’n zin moet je een paar keer lezen voordat je hem begrijpt! Ik vraag mij trouwens af of onze scribent het bij het rechte eind heeft. Ik heb altijd gemeend dat de Hollanders van de Batavieren en Kaninefaten afstammen. De scribent vervolgt met op te merken dat ‘zodra de Wintervorst ijs gaf’ in de steden veel bedrijvigheid van nering-doenden op straat zich naar het ijs verplaatste. En dan moet je bijvoor-beeld ook denken aan verkopers van brandewijn en andere spiritualiën. Ze plaatsten hun stalletjes op het ijs op en probeerden klanten te trekken met slogans als:

Leg ‘reis an, Leg ‘reis an Bij den koek-en-zoopjesman

of: Kom bij mijn, kom bij mijn Zoetekoek en brandewijn!

of: Ben je koud of heb je pijn

Bij Ome Japie is-ie fijn ’n Zure bom of kouwe koek, Warme melk of hete soep

Brandewijn was blijkbaar ook één van de dranken die er in die jaren op het ijs gebruikt werd en geen warme chocolademelk zoals in mijn jonge jaren. Tot slot nog enig commentaar bij het plaatje dat bij dit artikel afgebeeld is, en dat omstreeks 1700 door ene Jan

V

Page 35: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 35

Landsvelt gemaakt is. Het tafereeltje rechts doet denken aan een koek- en- zoopie, zij het wel in een erg sobere uitvoering. Het geheel is niet overdekt en je moet het drankje, wat dat ook moge zijn, staande consumeren. Misschien dat de tent links op de achtergrond, waar de vlag uithangt, meer in die richting gaat. Toch was ook in later tijd de onoverdekte kraam geen onbekend

verschijnsel. Natuurlijk is er van alles op het ijs te beleven. Dat er zelfs op het ijs gedobbeld werd laat het tafereeltje links op de voorgrond met een dobbelbak zien. In vroeger tijden schijnt er veel gedobbeld te zijn en dat leidde soms tot uitspattingen. Leerden wij vroeger op school ook niet dat de oude Batavieren, die zo leerden wij honderd jaar voor Christus de Rijn afzakten, soms zelfs hun vrouwen

verdobbelden? Om dit soort uitwassen te voorkomen was het dobbelen vaak door de overheid verboden. Maar op feesten werd het wel eens oogluikend toegestaan en ook op het ijs. Nu was het dobbelen op het ijs onschuldig van aard. Men dobbelde namelijk meestal om koek, maar ook ‘t dobbelen om geld zelfs, schoon elders verboden, was vrij op het ijs’ Zoals ook de omgang der seksen op het ijs veel minder formeel was dan anders, nam men het ook wat dit betreft op het ijs dus niet zo nauw. Op het ijs golden andere mores!! In het in 1888 verschenen boek Schaatsenrijden van Buttingha Wichers vinden we op pag. 95/96 een vrijwel

Koek en zoopje naar gravure van Jan Lansvelt van omstreeks 1700

Open koek-en-zoopie op het IJ voor Amsterdam, staalgravure naar C. Hilgers (1845)

Halfopen koek-en-zoopie uit Les Délices de la Hollande (1726)

Page 36: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

36 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

gelijke beschrijving van dit ijsgebeuren ontleend aan een in 1879 verschenen werk van Labberté. Deze heeft deze beschrijving blijkbaar weer over-genomen van mijn bron. Daar is geen bezwaar tegen als men maar de bronnen noemt die men gebruikt heeft. Anders ruikt het al gauw naar plagiaat. Rijst natuurlijk wel de vraag of de beschrijving in De Oude Tijd van 1872 ook weer ergens aan ontleend is of origineel is. Er wordt geen bron gerefereerd, maar dat zegt natuurlijk

niet alles.

Minne Iedes Nieuwhof

Een aardbei op een schaats? Bert van Voorbergen van Schaatsenmuseum.nl wordt met zijn oproep elders in dit nummer op zijn wenken bediend. Zijn merkjesgalerie kan opnieuw worden uitgebreid. Bert Lassche stuurde ons prachtige foto’s van een schaats met een onbekend merkteken. En ja, inderdaad, het merkje heeft wel wat weg van een aardbei. Bert Lassche / Niko Mulder

Open koek-en-zoopie (centsprent, circa 1880)

Page 37: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 37

Iisleafde et knipsel uit de Leeuwarder Courant van 11-2 en de zeven

medailles van afgelopen winter werden ons toegestuurd door schaatslief-hebber Guido Depestel. H

Page 38: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

38 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

Hij schreef: Ik heb deze ‘blonde vrouw’ nog terug ontmoet en heb er een Friese schaatsvriendin voor het leven bij. Het verhaal - en de waarheid wil - dat zij het artikel toevallig las en we elkaar tijdens een barre tocht ergens in Friesland, op het ijs terug tegenkwamen. Album Nooitgedagt. Ruilen tegen bijzondere schaatsen?

k heb een heel bijzonder en uniek fotoalbum van Nooitgedagt met 17

originele familiefoto's en fabrieks-/fabricagefoto's uit naar schatting rond 1900.

Het gaat om een fotoalbum met pagina's van A-4 formaat, welke aan de korte zijde gebonden zijn. Er zitten 17 originele foto's in van 11 x 16 cm; 1 foto per pagina.

Ik zou dit album met iemand willen ruilen tegen een paar bijzondere schaatsen. Nederlandse schaatsen hebben mijn grootste interesse, maar

ik wil echt fraaie cq bijzondere buitenlandse schaatsen niet uitsluiten. Alle Sterk [email protected]

Reactie op vraag ansichtkaart Waddinxveen van Hans van der Donck

ls niet-geboren, maar wel getogen Waddinxveense denk ik dat ik wel

weet op welke locatie de foto is genomen. Helaas ben ik niet in het bezit van deze kaart, maar ik heb in een boekje over Waddinxveen een fotokaart gevonden, die vrijwel op dezelfde locatie is genomen. Ook in 1929 op het ijs, met als voorstelling een gekostumeerd schaatsfestijn. Het is inderdaad in Waddinxveen achter de spijsfabriek van de Fa. Broere op de Petteplas, kortweg ‘de Pet’ genoemd, die ooit is ontstaan door veenafgraving. De Petteplas bestaat nog steeds, maar was vroeger, vóór de komst van de spoorlijn veel groter. Ten behoeve vande spoorlijn is namelijk een groot stuk gedempt. De foto is genomen op dat deel van de plas, dat niet meer bestaat. Helaas is de spijsfabriek ook ver-dwenen, zoals teveel in Waddinxveen. Dus in het huidige Waddinxveen is niets meer terug te vinden van deze locatie. Op de foto is ook nog een paaltje zichtbaar van de ijsbaan, die, ook nog toen ik klein was, werd uitgezet door ijsclub Nooitgedacht (waarschijnlijk, want de ijsclub is pas in 1933 opgericht heb ik op internet ge-vonden), en is helaas in 1985 opge-heven. Op “de Pet” heb ik in 1963 leren schaatsen, wat ik gelukkig nog steeds kan doen. Karen Davidse

I

A

Page 39: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 39

Ten IJse 9 - Het raadsel van Hadrianus Marius

p 17 januari 1534 schreef Hadrianus Marius Nicolai een

gedicht over het schaatsenrijden aan zijn twee broers in Spanje (zie ook KD39). Daarin verpakte hij een mythe die het ontstaan van de schaatsslag zou moeten verklaren: ‘Nimfen imiteerden bij maanlicht de zwemslag op het ijs en leerden die kunst vervolgens aan de Bataven.’

Vervolgens wilde Marius duidelijk maken dat de schaats zijn naam dankt aan het gebied waar de schaatsslag het licht zag. Hij maakte echter een denkfout en draaide de zaak om. ‘Zo komt het dat men daar die streek naar is gaan noemen.’ schreef hij in het neo-Latijn, de taal van de geleerden. Janus Secundus wees hem terecht en draaide de vergissing terug. ‘Zo komt

het dat de naam van de streek is blijven hangen aan de schaats.’ corrigeerde hij zijn broer. Hij gebruikte het latijnse woord ‘crepidis’ (‘crepida’ = sandaal of zool met veters) voor schaatsen. Daarmee kunnen we de streek die werd bedoeld natuurlijk niet achterhalen. We hebben een woord in de volkstaal nodig. Het woord ‘schaats’ biedt geen uitkomst; er bestaat geen gebied dat ‘schaatsland’ heet of zoiets. Bovendien gebruikte men in die tijd ‘schaets’ hooguit voor het houtje.

Woordspeling Marius verklapte zelf het antwoord op het raadsel uiteraard niet. Zijn broers wekten de indruk dat ze oplossing wel wisten, maar deze lag kennelijk zo voor de hand dat ze hem niet eens noemden. Ik geloof daarom dat het om een bekende woordgrap ging en dat in 1534 praktisch iedereen in de lage landen wel kon raden welke streek er werd bedoeld. Die kennis is na verloop van tijd echter verloren gegaan. Jarenlang hebben letterkundigen zich gebogen over het vraagstuk, zonder tot een bevredigend antwoord te komen. Wijlen professor J.P. Guépin was in 2000 de laatste die zijn tanden stukbeet op het raadsel. De reden? De taalgeleerden wisten net iets te weinig van de geschiedenis van de schaats ...

Het raadsel opgelost? Het meest gangbare woord voor ‘schaats’ was ‘schoverling’, dat we in Ten IJse 4 (KD 36) al hebben leren kennen als ‘scouerding’ (1392; spreek uit: scoverding). Taalkundigen menen

O

De laatste pagina uit de brief De crepidis ferreis quibus glacies percurritur van 17 januari 1534. Bron: J.P. Guépin - De Drie Dichtende Broers, 2000

Page 40: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

40 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

dat de oorspronkelijke betekenis van ‘schoverling’ verband houdt met ‘schuiven’, waarvan ‘schoven’ is afge-leid. Een ding om mee over het ijs te schuiven dus; het klinkt aannemelijk. Een andere verklaring ligt veel minder voor de hand, maar vormt wel een bevredigende oplossing voor de woordspeling. Het Zeeuwse eiland Schouwen werd vroeger ook wel geschreven als ‘Scouwen’(zie detail van de landkaart van Jacob van Deventer uit 1560) en daarvoor als ‘Scouen’. ‘Scouerding’ (en bij uitbrei-ding het latere ‘schoverling’) kan dus ook worden uitgelegd als ‘ding van Schouwen’. En daarmee is wat mij betreft het raadsel na 478 jaar eindelijk opgelost.

Kern van waarheid? Als we er van uit gaan dat Schouwen inderdaad de streek is die werd bedoeld, is het natuurlijk de vraag of de woordspeling een kern van waarheid bevat. Is de schaatsslag met zijwaartse afzet in de 13e of 14e eeuw werkelijk ‘bedacht’ op het eiland

Schouwen? Of hebben we hier te maken met een grap van het soort: Chicago is vernoemd naar Schagen? Dat Marius de strofe begint met mythische nimfen voor-spelt al niet

veel goeds. Desondanks werd er door zijn broers helemaal niet lacherig gedaan over het verband tussen het woord voor schaats en deze landstreek. Marius’ familie kwam van oorsprong uit Grijpskerke op Walcheren, een Zeeuws eiland ten zuiden van Schouwen. Het kan natuurlijk zijn dat de ‘uitvinding’ van de zijwaartse afzet ooit algemeen bekend was in deze contreien en generaties lang werd doorverteld. Erg aannemelijk klinkt dat echter niet. Het lijkt er eerder op dat de woordspeling er populair was, maar dat men heel goed wist dat het niet meer dan een grap was.

Berusting Misschien moeten we er in berusten dat de oorsprong en herkomst van de schaatsslag wel nooit bekend zal worden. En is het al heel wat dat de woordspeling uit het gedicht van Marius eindelijk is opgehelderd, zonder dat daar verder enige betekenis aan moet worden gehecht.

Niko Mulder

Page 41: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 41

Boek en Zopie

Honderd Jaar “IJsclub Oudwoude e.o. – R. H. Postma en Y. te Nijenhuis Het jubileum van de ijsclub leverde een fantastisch boek op. De makers hebben gedegen onderzoek gedaan en de vertelwijze geeft je het gevoel dat je de gebeurtenissen als het ware voor je ziet. Alle markante personen, zoals Oebele de Vries (5 x Elfstedentocht) en de schaatsende hardloopster Foekje Dillema, uit de geschiedenis van de club krijgen een plekje in dit boek, en vele familierelaties worden blootgelegd. Het schaatsgen blijkt bij diverse Oudwouder families van generatie op generatie te worden doorgegeven. Volop Elfsteden- verhalen, zoals die van Anne van der Zwaag, die maar liefst zeven maal de tocht reed. Ook is er aandacht voor de

lokale schaatsenmaker uit het dorp. 160 pagina’s, gebonden, hardcover en volop voorzien van (zwart/wit) illustraties. Te bestellen bij Reinder H. Postma, telefoonnummer: 0511-452100. Prijs circa € 18,50

Voarúwt 1862 – 2012 Foarút – Jelle Roorda Met zijn honderdvijftig jaar is de Akkrumse ijsclub een van de oudste van het land. Dat resulteert nu in het tweede jubileumboekje. Vijfentwintig jaar geleden werd al een fraai boekje uitgegeven waarin de historie van de club aan het papier werd toever-trouwd. Met dat feit in het achterhoofd lijkt het een logische stap dat in het nieuwste boekje de nadruk is gelegd op de laatste vijfentwintig jaar. Maar dat is toch jammer, want waarschijnlijk heeft lang niet iedereen het vorige jubileumboekje op de plank

Page 42: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

42 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012

staan. Het grootste deel van dit boekje wordt gereserveerd voor de verhalen van de diverse gastsprekers die op de jaarvergaderingen hun kijk op de schaatswereld gaven. Slechts een beperkt aantal pagina’s geven weer wat er in de voorbijgaande periode bij Foarút aan bijzonderheden te melden was. 62 pagina’s, geniet, A5 formaat, voorzien van diverse foto’s, in kleur. Prijs € 7,50

Schagen schaatst – T. Smakman, F. Oudmaijer, W. Korevaar en C. van de Luytgaarden. Ook een tienjarig bestaan is blijkbaar een boek waard. De Magnusrijders bestaan tien jaar, er is een nieuwe ijsbaan in gebruik genomen. Dit boekje begint overigens in 1881 bij de oprichting van de Schager ijsclub. Daarna wordt de lezer wegwijs gemaakt in honderddertig jaar schaatsplezier in de regio Schagen. Aanvullend wordt een aantal persoonlijke verhalen verteld. 144 pagina’s, gelijmd, formaat 25 x 25 cm, voorzien van diverse zwart/wit foto’s en een paar pagina’s advertenties. Mede daardoor is de prijs slechts € 12,50, over te maken op rek.nr. 31.15.03.691 t.n.v. ijsvereni-ging De Magnusrijders

Martin van der Bij

Een halve eeuw Jaap Eden Kunstijs-baan 1961-2011 – Ron Couwenhoven Poolsterlid en doorgewinterd schrijver van jubileumboeken van ijsclubs Ron Couwenhoven heeft de vijftigjarige

geschiedenis van de oudste 400-meter kunstijsbaan van Nederland samen-gevat in een mooi vormgegeven gedenkboek. In achttien deels thematische hoofdstukken belicht hij het ontstaan, beheer en gebruik van deze oergezellige en nog altijd onoverdekte eersteling. De illustraties zijn zo divers dat we op pagina 103 zelfs enkele Poolsterleden op antieke schaatsen en in vooroorlogse kledij tegenkomen op het krabbelbaantje. Voorjaarsbijeenkomst 2011, inder-daad. In het midden van het boek een speciaal katern over Jaap Eden als schaatser én wielrenner. Al met al een geslaagde terugblik. 112 pagina’s. Hardcover. Prijs € 22,95 bij Sportmediashop.nl

Het Schaatsboek – John van Zuijlen Dik genoeg, maar jammer dat het formaat zo klein is. Het Schaatsboek is een prachtig themaboek over schaatsen, boordevol afbeeldingen van oude schilderijen en foto’s met veelal verrassende schaatstaferelen. John van Zuijlen, amateurhistoricus en oud-directeur van het Sportmuseum in Lelystad, is er diep voor in de archieven gedoken. Veel illustraties hadden echter wel een groter podium verdiend. Afgezien van de vroegste ontwikkeling van de schaats, krijgt vrijwel elk aan schaatsen gerelateerd deelonderwerp kort de nodige aandacht in dit boek. Al met al een veelomvattend naslagwerk(je). 384 pagina’s. Hardcover. Prijs €14,95 in de (internet)boekhandel

Niko Mulder

Page 43: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 43

Kouwe Drukte Kouwe Drukte is een uitgave van Stichting “De Poolster”, verzamelkring van schaatsen en winterse objecten en verschijnt driemaal per jaar. Misdrukken, bezorgfouten en dergelijke melden bij: Wim van Herk tel. 0180-663092; e-mail: [email protected]

Redactie-adres Niko Mulder, Schoener 48-01, 8243 XT Lelystad

Redactieleden Kouwe Drukte Matthy van Klaveren (0251-241492) [email protected]

Niko Mulder (0320-251663) [email protected]

Theodoor van der Kooi (030-6046362) [email protected]

Caroline van Staaveren (023-5651597) [email protected]

Druk Drukkerij De Gans, Amersfoort

Bestuursleden Stichting “De Poolster” Voorzitter Huub Snoep (0252-688699) [email protected]

Penningmeester Wim van Herk (0180-663092) [email protected]

Secretaris en ledenadministratie Maarten Dijkstra (072-5610916) Doorntjes 9, 1861 VH Bergen (NH) [email protected]

Contactpersoon veilingen Alex Kampinga (0598-398002) [email protected] Contactpersoon redactie en website Caroline van Staaveren (023-5651597) [email protected]

Stichting De Poolster http://www.stichtingdepoolster.nl [email protected]

Lidmaatschap Het lidmaatschapsgeld dient eens per jaar rond 1 juli te worden betaald. Verzamelaars of geïnteresseerden die zich willen aansluiten worden verzocht € 25,- over te maken op gironummer 4324260 t.n.v. Stichting De Poolster met vermelding van naam en lidmaatschapsgeld 2012-2013. Graag dan ook uw adresgegevens doorgeven aan: [email protected]

Kopij Voor Kouwe Drukte nummer 45, oktober 2012, moet de kopij uiterlijk 1 juli 2012 binnen zijn. Bij voorkeur per e-mail (als bijlage), handgeschreven of getypt mag ook. Kleine berichtjes kunnen ook worden doorgebeld. Aanwijzingen voor het aanleveren van kopij zijn verkrijgbaar bij de redactie. De redactie kan artikelen om diverse redenen weigeren, inkorten of doorschuiven naar een volgende uitgave.

De artikelen in Kouwe Drukte mogen zonder schriftelijke toestemming van de auteurs niet worden gebruikt voor andere publicaties.

Page 44: Jaargang 16 - nummer 44 - april 2012 uitgave van · jaargang 16 – nummer 44 – april 2012 5 V-schenkels voor zwakke enkels k had er nog nooit van gehoord, maar bij toeval kreeg

2 jaargang 16 – nummer 44 – april 2012