ISO 10079-3 VacuümregelaarsISO 10079-3 Vacuümregelaars §7.5.1 Bescherming verontreiniging Er moet...

1
ISO 10079-3 Vacuümregelaars §7.5.1 Bescherming verontreiniging Er moet een bescherming voor verontreiniging aanwezig zijn in bijv. de vorm van een microbiologisch filter. §7.5.2 Overloopbeveiliging Als deze aanwezig is, dient deze overloop in de regelaar te voorkomen. Deze kan geïntegreerd zijn in de opvangpot of onderdeel zijn van de vacuümregelaar (zie afbeelding). §7.5.3.2 Positieve druk beveiliging Er dient een positieve druk beveiliging aanwezig te zijn in een thorax vacuüm systeem en een venturi vacuüm systeem om de mogelijkheid te voorkomen dat een positieve druk hoger dan 1kPa de patiënt kan bereiken. §9.1 Hoog vacuüm/hoge flow Deze regelaar moet minimaal -60kPa in 10 seconden genereren en niet minder dan 20l/min in de opvangpot aan free air flow. §9.2 Midden vacuüm Deze regelaar zal een vacuüm genereren tussen -60 en -20kPa binnen 10 seconden. §9.3 Laag vacuüm/lage flow Deze regelaar zal niet meer dan -20kPa genereren en niet meer dan 20l/min. §9.4 Laag vacuüm/hoge flow Deze regelaar zal niet meer dan -20kPa genereren en maar niet minder dan 20l/min. §9.5 Thorax vacuümzuigerij De flow van dit systeem moet minimaal 15l/min zijn aan de patiënt zijde van de opvangpot. Het vacuümniveau mag niet groter worden dan -10kPa en moet te variëren zijn.

Transcript of ISO 10079-3 VacuümregelaarsISO 10079-3 Vacuümregelaars §7.5.1 Bescherming verontreiniging Er moet...

Page 1: ISO 10079-3 VacuümregelaarsISO 10079-3 Vacuümregelaars §7.5.1 Bescherming verontreiniging Er moet een bescherming voor verontreiniging aanwezig zijn in bijv. de vorm van een microbiologisch

ISO 10079-3 Vacuümregelaars

§7.5.1 Bescherming verontreinigingEr moet een bescherming voor verontreiniging aanwezig zijn in bijv. de vorm van een microbiologisch filter.

§7.5.2 OverloopbeveiligingAls deze aanwezig is, dient deze overloop in de regelaar te voorkomen. Deze kan geïntegreerd zijn in de opvangpot of onderdeel zijn van de vacuümregelaar (zie afbeelding).

§7.5.3.2 Positieve druk beveiligingEr dient een positieve druk beveiliging aanwezig te zijn in een thorax vacuüm systeem en een venturi vacuüm systeem om de mogelijkheid te voorkomen dat een positieve druk hoger dan 1kPa de patiënt kan bereiken.

§9.1 Hoog vacuüm/hoge flowDeze regelaar moet minimaal -60kPa in 10 seconden genereren en niet minder dan 20l/min in de opvangpot aan free air flow.

§9.2 Midden vacuümDeze regelaar zal een vacuüm genereren tussen -60 en -20kPa binnen 10 seconden.

§9.3 Laag vacuüm/lage flowDeze regelaar zal niet meer dan -20kPa genereren en niet meer dan 20l/min.

§9.4 Laag vacuüm/hoge flowDeze regelaar zal niet meer dan -20kPa genereren en maar niet minder dan 20l/min.

§9.5 Thorax vacuümzuigerijDe flow van dit systeem moet minimaal 15l/min zijn aan de patiënt zijde van de opvangpot. Het vacuümniveau mag niet groter worden dan -10kPa en moet te variëren zijn.