ISF/SAO-systeem - Voor een sterke cao en voor hulp bij ... · PDF fileVanaf 1945 is er in de...
Click here to load reader
Transcript of ISF/SAO-systeem - Voor een sterke cao en voor hulp bij ... · PDF fileVanaf 1945 is er in de...
FNV Bondgenoten Metalektro
ISF/SAO-systeem
Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro
2 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 3
Vanaf 1945 is er in de Metalektro een groot aantal cao’s
afgesloten. Sindsdien hebben zich belangrijke structurele
ontwikkelingen voorgedaan in de vaststelling van
de beloningsniveaus in deze bedrijfstak. In het kort volgt
hieronder deze ontwikkelingslijn.
De vaklijst (bijlage A)De cao’s voor de handarbeiders waren in die periode
tot 1 januari 1963 voor wat betreft de vaststelling van de
lonen gebaseerd op de vaklijst. De bedoeling van deze vak-
lijst was om door indeling in beroepen (vakken) enige
differentiatie en een vergelijkingsmogelijkheid aan te brengen
in de lonen van de handarbeiders.
De indeling in vakgroepen kende de volgende verdeling:
vakgroep 1: geschoolde vakken
vakgroep 2: geoefende vakken
vakgroep 3: ongeschoolde vakken
Naar gelang van de vakgroepen werden de werknemers
verdeeld in:
a. geschoolden
b. geoefenden
c. ongeschoolden
Deze vaklijst is tot 1 januari 1963 van toepassing geweest.
Werkclassificatie (bijlage B)Met de ontwikkeling en de opbouw van de industrie na
de Tweede Wereldoorlog ontstond de behoefte om op een
systematische wijze meer differentiatie aan te brengen in
de loonopbouw en dan niet op grond van het vak of beroep,
dat de werknemer uitoefende, doch op grond van de functie-
inhoud. In de praktijk bleek namelijk, dat men door het
aanbrengen van drie gradaties voorbij ging aan de grote ver-
schillen die afhankelijk van productie en/of werkorganisatie,
in de functie-inhoud van een beroep aanwezig zijn. Daarom
werd voor de Metalektro in de jaren ‘50 een methode van
werkclassificatie ontwikkeld, die de ondernemingen konden
toepassen in plaats van de vaklijst. Onder verantwoorde-
lijkheid van de Vakraad voor de Metaalindustrie werden
functies geanalyseerd en met behulp van deze methode
gewaardeerd. Voor een onderneming werd een bedrijfseigen
functielijst opgesteld en op grond van de waardering werden
de functies ingedeeld in 6 werkklassen. Tussen partijen werd
in 1956 een aanvullende overeenkomst gesloten die inhield
dat ondernemingen met de cao waarin de vaklijst als basis
diende voor de vaststelling van de lonen, zich met betrekking
tot de indelingsnormen ook konden baseren op de metaalme-
thode van werkclassificatie. Een keuzemogelijkheid derhalve
tussen toepassing van vaklijst of functielijst (werkclassificatie
metaalmethode). Op 1 augustus 1959 werd tussen partijen
overeengekomen dat ultimo 1962 alle ondernemingen in de
Metalektro zouden moeten zijn overgegaan naar
werkklasse-indeling.
De landelijke functielijstTot en met 1964 heeft de Vakraad voor de Metaalindustrie de
verantwoordelijkheid gehad voor de indeling van de bedrijfs-
eigen functielijsten. Met ingang van 1965 werd deze verant-
woordelijkheid bij de onderneming gelegd. Om dit mogelijk
te maken werd een ‘landelijke functielijst voor de metaalin-
dustrie’ opgesteld, die in januari 1966 voor het eerst werd
uitgegeven. Deze functielijst was onderdeel van de cao.
In deze lijst waren de meest voorkomende
werkplaatsfuncties opgenomen, waarbij de belangrijkste
criteria, die het niveau van de functie bepaalden, werden
aangegeven.
NevencodesBij het toenemen van de spanningen op de arbeidsmarkt
in de jaren ‘60, werd ook de bereidheid steeds minder om
functies te vervullen met arbeidsomstandigheden die als
bezwarend werden ervaren.
In het systeem van werkclassificatie, dat intussen bijna overal
werd toegepast, was de inbreng van de arbeidsomstandighe-
den in de waardering van een functie van geringe betekenis.
Besloten werd daarom om door middel van een loontech-
nische oplossing hier een extra beloningsmethode voor te
vinden. Tussen partijen werd het zogenaamde systeem van
nevencodes overeengekomen. De puntenscore die werd
behaald door classificatie van de arbeidsomstandigheden
van een functie, werd bepalend voor de vaststelling van
de nevencode, te weten:
nevencode A 0-64 punten niet bezwarend
nevencode B 65-84 punten weinig bezwarend
nevencode C 85-104 punten bezwarend
nevencode D 105 punten en hoger zeer bezwarend
Op grond van deze nevencodevaststelling was het mogelijk
om door middel van een toeslag, de mate van als bezwarend
aangevoelde arbeidsomstandigheden extra te belonen. In de
landelijke functielijst voor de metaalindustrie werd bij iedere
functie naast de salarisgroepindeling tevens de bij deze
functie behorende nevencode vermeld.
Ontwikkelingen sinds 1945 3Vaklijst 3
Werkclassificatie 3
Landelijke functielijst 3
Nevencodes 3
Cao’s voor beambten 4
Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden 4
Metaalmethode van werkclassificatie en het FC-systeem 4
De geïntegreerde cao 4
Cao-HP 4
Totaaloverzicht 5
ROM studieopdracht 6
Het systeem voor functiewaardering en arbeidsomstandigheden 7Ontkoppeling SAO 7
ISF/SAO 7
Groepsgrenzen bij ISF 7
Groepsgrenzen bij SAO 8
Karakter en vorm van de inconveniëntentoeslag 8
Garantiebepalingen 9Procedureafspraken 9
1. Stuurgroep/graderingcommissie 9
2. Indeling van de functies 9
3. Interne en externe klachtenprocedure 10
Het systeemhouderschap 11
Tot slot 12Consequenties bij invoering ISF/SAO 12
Datum invoering ISF/SAO 12
Begeleiding 12
Systeemkeuze 12
Mogelijkheden 12
Bijlage A 14
Bijlage B 15
Bijlage C 16
Bijlage D 17
Bijlage E 18
Bijlage F 20
Meer informatie 22
Ontwikkelingen sinds 1945Inhoud
4 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 5
Cao’s voor beambten(Administratie, technisch en toezichthoudend personeel)
Sedert 1950 zijn er tussen partijen in de Metalektro ten
behoeve van administratief, technisch en toezichthoudend
personeel cao’s overeengekomen.
Grondslag voor de vaststelling van de salarissen was toen
de indeling in categorieën:
functiegroep A 1 tot en met A 4 is administratief personeel
functiegroep B 1 tot en met B 5 is technisch personeel
functiegroep C 1 tot en met C 3 is toezichthoudend personeel
Deze groepen werden nader omschreven in algemene ter-
men en geïllustreerd door middel van een aantal functiereek-
sen van veel voorkomende functies met algemene omschrij-
ving. Met behulp hiervan kon de functiegroep en het salaris
worden bepaald.
Harmonisatie van arbeidsvoorwaardenIn de loop van de jaren ‘60 zette zich een aantal
ontwikkelingen in gang in het bedrijfsleven. Het traditionele
onderscheid in de vorm van aparte cao’s voor respectievelijk
handarbeiders en beambten werd hoe langer hoe meer als
zinloos ervaren. Een en ander leidde ertoe dat in juni 1965
tussen partijen werd overeengekomen dat in komende cao’s
de loon- en salarisschalen meer aan elkaar zouden worden
aangepast en dan één basisregeling van lonen en andere ar-
beidsvoorwaarden zou worden ontworpen voor die onderne-
mingen, die één regeling van arbeidsvoorwaarden voor hun
gehele personeel wensten toe te passen.
Twee belangrijke vragen in dit proces waren:
a. Op welke wijze zouden ook de beambtenfuncties op
een systematische wijze in een rangvolgorde kunnen
worden gebracht (zoals bij de werkplaatsfuncties met
de metaalmethode van werkclassificatie is geschied)?
b. Op welke wijze zou voor alle categorieën loon- en
salarisstructuur kunnen worden ontwikkeld?
Een in 1967 aangevangen studie resulteerde uiteindelijk in
1969 in het ‘Systeem van functieclassificatie voor administra-
tief, technisch en toezichthoudend personeel in de
metaalindustrie’, afgekort het FC-systeem (bijlage C).
Metaalmethode van werkclassificatie en het FC-systeemOm tot een geïntegreerd beleid te komen werd gekozen voor
handhaving van de metaalmethode voor werkclassificatie van
de productiefuncties en tegelijk de invoering van het intussen
ontwikkelde FC-systeem voor de overige functies.
Dus twee systemen waarvoor een in elkaar passende verta-
ling moest komen; verder diende er een overlapping en
aansluiting plaats te vinden tussen de zogenaamde handar-
beiders- en productiefuncties en de beambtenfuncties.
Er werd tenslotte gekozen voor een totaal werkgebied van
11 salarisgroepen, waarvan de eerste 6 salarisgroepen
samenvielen met de 6 werkklassen. (Metaalmethode plus
salarisgroepen.)
De salarisgroepen zagen er als volgt uit:
FCsysteem Metaalmethode
salarisgroep 1 0-90 0-80
salarisgroep 2 91-140 81-160
salarisgroep 3 141-190 161-240
salarisgroep 4 191-240 241-320
salarisgroep 5 241-290 321-400
salarisgroep 6 291-340 401-480
salarisgroep 7 341-390
salarisgroep 8 391-440
salarisgroep 9 441-490
salarisgroep 10 491-540
salarisgroep 11 541-590
De geïntegreerde caoIn 1970 kwam de eerste ‘model-cao’ voor alle categorieën
werknemers tot stand: de geïntegreerde cao in de Metalek-
tro. Deze model-cao werd overeengekomen naast de cao-A
(handarbeiders) en cao-B (beambten). In 1974 werd de geïn-
tegreerde cao formeel van kracht. Op 1 oktober 1975 werd
een ‘Functielijst behorende bij de cao in de metaalindustrie’
van kracht, een lijst van functies voor alle categorieën van
voorkomende functies en hun respectievelijke indelingen.
Cao HPMet ingang van 1 januari 1978 werd de eerste cao HP over-
eengekomen. Een aantal zaken werd hierin geregeld, identiek
aan hetgeen in de cao voor de Metalektro was geregeld. Als
gevolg van het op dat moment ontbreken van een voor alle
functies geschikt systeem van functiewaardering konden in
deze cao-HP echter niet de gebruikelijke salarisbepalingen
worden opgenomen.
Vakgroep (3) ongeschoold
Vakgroep (2) geoefend
Vakgroep (1) geschoold
480 punten Metaalmethode
1 2 3 4 5 6
Systeem van nevencodes: A/B/C/D 6 werkklassen handarbeiders
A1
A2 Administratieve beambten A1 t/m A4
A3
A4
B1 Technische beambten B1 t/m B5
B2
B3
B4
B5
C1 Leidinggevende beambten C1 t/m C3
C2
C3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
11 salarisgroep 590 punten FC-methode
6 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 7
Eind 1980 werd door de CBS aan de ROM een ontwerp
gepresenteerd van een integraal toepasbaar systeem van
functiewaardering. Met het gereedkomen van dit nieuwe
integrale systeem van functiewaardering, afgekort ISF en het
systeem voor arbeidsomstandigheden, afgekort SAO, werd
tevens een aantal doelstellingen gerealiseerd. Allereerst het
ontwikkelen van één integraal functiewaarderingssysteem
toepasbaar voor alle functies van hoog tot laag in de Metalek-
tro. Het aanpassen van het systeem van functiewaardering
aan de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen,
hetgeen een herwaardering van het vakmanschap binnen de
handarbeiderfuncties tot gevolg heeft gekregen. De beruchte
‘betonnen muur’ tussen de salarisgroepen 6 en 7 voor hand-
arbeiderfuncties is opgeheven. Het is nu mogelijk dat top-
vaklieden, afhankelijk van het soort werk en ingewikkeldheid
van het werk, in groep 7 en zelfs in groep 8 gaan uitkomen.
Met het SAO is een systeem ontwikkeld dat het de onder-
nemingen mogelijk maakt, met behulp hiervan tot een extra
beloning te komen voor vuil, zwaar en onaangenaam werk.
Aan de hand van de grafiek in bijlage D is weergegeven het
gemiddelde resultaat voor de handarbeiderfuncties gewaar-
deerd met ISF ten opzichte van de oude indeling volgens de
metaalmethode. De grafiek laat een opwaarderingtendens
zien van ongeveer één groep hoger voor de vaklieden in
groep 6. De tendens voor de lagere functies is, dat zij in het
ISF gelijk blijven ten opzichte van de oude indeling volgens
de metaalmethode. Dit laatste geldt eveneens voor beamb-
ten en leidinggevende functies.
Een waarschuwing bij het interpreteren van de grafiek is hier
op zijn plaats, aangezien deze alleen gemiddelde tendensen
weergeeft en is gebaseerd op een beperkte steekproef. Dit
betekent dus niet dat elke oude 6-functie in het ISF automa-
tisch een 7-functie zal worden. En ook niet dat elke oude 2-
of 3-functie verder ongewijzigd zal blijven.
Ontkoppeling SAONieuw in de Metalektro is de ontkoppeling van
de zogenaamde kennis en kunde-elementen (ISF) van de
werkomstandigheden (SAO). Er zijn nu twee afzonderlijke
beloningssystemen ontstaan. De belangrijkste overwegingen
en argumenten hiervoor waren:
> binnen het kader van de kwaliteit van de arbeid dienen de
loonkosten verbonden aan de bezwarende
werkomstandigheden duidelijk zichtbaar te zijn;
> door de ontkoppeling wordt de nieuwe beloningsstructuur
beleidsmatig flexibeler, kan zich beter aanpassen aan
veranderingen in beleving en normen en is daardoor
minder gauw verstard. Eén van de kritiekpunten die de
laatste jaren veel gehoord werd had juist te maken met
de beloningsstructuren, die verstard zouden zijn en zich
te weinig konden aanpassen aan zich wijzigende
omstandigheden;
> door de ontkoppeling moet er op het niveau van de
ondernemingen gesproken gaan worden over de salarislijn
voor de bezwarende werkomstandigheden. Het biedt de
bond de mogelijkheid om zich op ondernemingsniveau te
manifesteren.
ISF/SAOOp grond van beleidsoverwegingen en toetsingsresultaten
is gekozen voor een systematiek van ‘kennen en kunnen’
elementen, te weten: het ISF (Integraal Systeem van
Functiewaardering) (bijlage E).
Daarnaast een systeem ter beoordeling van de arbeidsom-
standigheden, te weten: het SAO (Systeem Arbeidsomstan-
digheden) (bijlage F).
Met het ISF zal het functieniveau kunnen worden vastgesteld
en met het SAO zal kunnen worden beoordeeld of en zo ja
in welke mate, sprake is van bezwarende arbeidsomstandig-
heden.
Groepsgrenzen bij ISFIn tegenstelling tot de ‘oude’ salarisgroepenindeling van
1 t/m 11 is nu gekozen voor de groepsindelingen van A t/m K
en voor de cao Hoger Personeel L t/m Q.
Het systeem voor functiewaarderingen arbeidsomstandigheden
Aangezien in de Metalektro reeds geruime tijd de wens
aanwezig was, om het FC-systeem, dat alleen geschikt was
voor beambtenfuncties, ook toepasbaar te maken voor hand-
arbeiderfuncties en hogere tot hoge functies, gaf de ROM in
1975 aan haar commissie beloningsstructuur (afgekort CBS),
waarin de beloningsdeskundigen van vakbonden en FME/
CWM zitten, de opdracht tot deze studie.
De oorspronkelijke opdracht van de ROM aan haar CBS
was om ‘het FC-systeem’ ook toepasbaar te maken voor
de waardering van handarbeiderfuncties en hogere tot hoge
functies, onder de voorwaarde dat de rangvolgorde in de
salarisgroepen 1 t/m 11 niet verstoord zou mogen worden.
Begin 1977 werd door onze beloningsdeskundigen een on-
derzoek verricht waaruit naar voren kwam, dat er sprake was
van een relatieve onderwaardering van bepaalde
handarbeiderfuncties ten opzichte van andere functies.
Er zou naar onze zienswijze ruimte moeten komen om de
rangordeverhoudingen aan te passen aan een herwaardering
van het vakmanschap en de bezwarende arbeidsomstandig-
heden. In 1977 en 1978 vocht onze bond tegen de bierkaai.
In 1979 lukt het ons pas om in het cao-akkoord 1979 een
verruiming van de studieopdracht opgenomen te krijgen,
waarbij de aanvankelijke voorwaarde tot handhaving van
de rangvolgorde in de salarisgroepen 1 t/m 11 verviel. De
opdracht werd, dat ‘het te ontwikkelen integrale functiewaar-
deringssysteem’ aangepast diende te worden aan de sinds
de totstandkoming van de oude functiewaarderingssystemen
(metaalmethode/FC-systeem) opgetreden technologische
en maatschappelijke ontwikkelingen. Een ander bestanddeel
van de studieopdracht aan de CBS betrof een onderzoek naar
de waardering van de bezwarende arbeidsomstandigheden.
ROM-studieopdracht
8 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 9
Tussen partijen is een garantiebepaling overeengekomen die
er voor moet zorgen dat geen enkele werknemer in de Meta-
lektro in zijn/haar inkomenspositie aangetast zal worden als
gevolg van de invoering van het nieuwe ISF/SAO-systeem.
Het gaat hierbij om die gevallen waarbij de huidige functie-
groepindeling te hoog zal blijken te zijn als ISF/SAO toege-
past gaat worden. Het is de verwachting, dat dit slechts voor
een beperkt aantal mensen zal gelden. De meesten zullen
van de invoering van ISF/SAO geen enkel nadeel
ondervinden, en een aantal zal er zelfs financieel op vooruit-
gaan. In de onderstaande artikelen is de garantieovereen-
komst formeel vastgelegd. Het is, zoals het gehele karakter
van de bedrijfstak-cao Metalektro, uiteraard een minimumre-
geling die een vloer legt in de inkomenspositie van een ieder.
Op ondernemingsniveau kan tussen partijen (werkgever en
vakbond) een aanvullende, en betere, garantie afgesloten
worden.
1. Indien bij invoering van ISF en/of SAO de som van de
maandverdienste 1 en de arbeidsomstandighedentoe-
slag minder bedraagt dan de som van de oorspronkelijke
maandverdienste 2 vermeerderd met een eventuele
toeslag voor bezwarende arbeidsomstandigheden,
zal de laatst vermelde som worden betaald totdat deze
is ingehaald door de eerst vermelde som.
2. In afwijking van het gestelde in lid 1 zal voor werknemers
van 55 jaar en ouder de oorspronkelijke maandverdienste
vermeerderd met een eventuele toeslag voor bezwarende
arbeidsomstandigheden worden aangepast aan de alge-
mene salarismutaties overeengekomen bij de cao in de
Metalektro.
3. Indien en zolang bij de invoering van ISF en/of SAO het
functiesalaris minder bedraagt dan het oorspronkelijke
salaris 2 zal voor de vaststelling van de aan het salaris
gekoppelde arbeidsvoorwaarden worden uitgegaan van
het oorspronkelijke salaris.
ToelichtingIn lid 1 is vastgelegd de garantie voor de nominale bruto
huidige maandverdienste (is functiesalaris plus eventuele
toeslag bezwarende omstandigheden).
In lid 2 is omschreven een aanvullende inkomensgarantie
voor werknemers ouder dan 55 jaar. De huidige maand-
verdienste zal jaarlijks aangepast worden aan de loonindex
(prijsindex en dergelijke).
In lid 3 is ten slotte aangegeven, dat de aan het huidige
salaris gekoppelde arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld de
pensioenen) niet aangetast zullen worden. De werknemer
behoudt in ieder geval de huidige pensioengrondslag.
ProcedureafsprakenEr van uitgaande dat:
> partijen bij deze cao het ISF en SAO naar inhoud en
gevolgen aanvaarden;
> de referentiefuncties onderdeel vormen van het nieuwe
systeem;
> het aantal referentiefuncties in de loop der tijd zal worden
uitgebreid en aangepast. Door middel van een brochure
zal algemene informatie worden verstrekt over doel en
werking van het systeem. Voorts zal per onderneming
voorlichting worden gegeven omtrent:
- taak en verantwoordelijkheid van de systeemhouder;
- doel en werking van het systeem;
- de taken van een eventuele stuurgroep of
graderingcommissie;
- de klachtenprocedure.
1. Stuurgroep/graderingcommissieAfhankelijk van de situatie in een onderneming kan het
proces van de toepassing van het systeem worden begeleid
door een stuurgroep waarvan de samenstelling representa-
tief dient te zijn voor alle geledingen van de organisatie. Het
aantal leden zal uit een oogpunt van doelmatigheid dienen te
worden beperkt. De stuurgroep heeft tot taak het begeleiden
van het totale proces van de functiewaardering: introductie,
invoering en vervolgens onderhoud. Een interne gradering-
commissie, bestaande uit interne deskundigen heeft tot taak
de functies te analyseren. Zowel leden van de stuurgroep als
interne deskundigen zullen door FME/CWM-deskundigen
worden opgeleid en in het algemeen begeleid. Ook door
FNV Bondgenoten zullen voor leden instructiebijeenkomsten
worden gehouden.
2. Indeling van de functies> de in de onderneming voorkomende functies worden
ingedeeld in salarisgroepen;
> de functies met hun indeling worden vastgelegd in een
ondernemingsfunctielijst bevattende functies, gespreid
over de verschillende soorten functies en salarisgroepen
ter bereiking van een goed referentiekader;
> van elk van de functies, opgenomen in de ondernemings-
functielijst, wordt een functieomschrijving opgesteld;
GarantiebepalingenDe groepsgrenzen bij ISF zijn:
A 0 130 punten
B 131 180 punten
C 181 230 punten
D 231 280 punten
E 281 330 punten
F 331 380 punten
G 381 430
H 431 480
J 481 535 punten
K 536 590 punten
L 591 645 punten
M 646 700 punten
N 701 760 punten
O 761 820 punten
P 821 880 punten
Q 881 940 punten
Uit de voorbeelden is te zien dat de nieuwe groepen ten
opzichte van de oude groepen niet precies dezelfde groeps-
grenzen kennen. De oude groep 1 is in de nieuwe situatie
vervallen en ook de groepsbreedtes zijn gewijzigd. Dit maakt
dat de nieuwe functiegroepen (A t/m K) niet helemaal
vergelijkbaar zijn met de oude groepen van 1 t/m 11. Daar-
door is bijvoorbeeld de groep 5 niet helemaal vergelijkbaar
met de nieuwe groep ‘5’ (is D).
Groepsgrenzen bij SAOIn principe wordt bij SAO uitgegaan van 4 categorieën:
0 niet bezwarend (0 - 19 punten)
1 enigszins bezwarend (20 - 39 punten)
2 bezwarend (40 - 59 punten)
3 zeer bezwarend (60 punten en hoger)
Voor werknemers van 23 jaar en ouder zijn de bedragen
per 1 januari 2011:
0 geen
1 e 27,28 per maand
2 e 54,58 per maand
3 e 109,14 per maand
Deze bedragen zijn minimumbedragen evenals de geldende
minimum maandverdienstebedragen in de cao. Eventuele
aanpassing van bovenstaande bedragen vindt plaats tijdens
cao-onderhandelingen. Voor werknemers jonger dan 23 jaar
zijn er afgeleide bedragen (zie cao).
Karakter en vorm van de inconveniëntentoeslagOver de toeslag is het volgende afgesproken:
a. Deze betaling heeft het karakter van een bruto nominaal
bedrag. Dit bruto nominaal bedrag zal ieder jaar worden
verhoogd met het percentage overeenkomstig ontwikke-
lingen van de loonindex-Metalektro.
b. Door de werknemer kan een risicoverzekering worden
afgesloten ter dekking van het weduwepensioen inclusief
de inconveniëntentoeslag. De premie dient paritair te
worden opgebracht door werkgever en werknemer.
1 zie 1.1 (definities) en artikel 4.7 van de Basiscao
2 zie artikel 7 aanvullende cao SAO
10 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 11
In de ROM is op onze aandrang ook aan de orde geweest
welke instantie het beheer, onderhoud en bewaking van het
nieuwe beloningssysteem onder zijn hoede zou moeten
hebben. Tot nu toe zijn in de metaalindustrie de functiewaar-
deringssystemen eigendom geweest van beide partijen
(FME/CWM en vakbonden), een gezamenlijk systeemhou-
derschap dus. Dit hangt samen met de organisatorische
constructie van de ROM, waar beide partijen
deel van uitmaken.
Elders berust het systeemhouderschap bij het
organisatiebureau of de werkgeversorganisatie
die het betreffende functiewaarderingssysteem voor haar
klanten of leden ontwikkeld heeft. Vergelijk bijvoorbeeld de
situatie met de AWVN (Algemene Werkgevers Vereniging),
eigenaar van het zogenaamde ORBA-systeem.
In dit AWVN-model dragen wij als vakorganisatie ook een
verantwoordelijkheid voor het functiewaarderingssysteem,
alleen een wat andersoortige verantwoordelijkheid. Niet als
eigenaar van een dergelijk systeem, maar als contractpartij
die een controlerende taak heeft ter zake van de juiste
toepassing van het systeem.
In de afgelopen jaren heeft het gezamenlijk systeemhouder-
schap vertragend gewerkt op de voortgang in de CBS. Zowel
om praktische als principiële redenen is van onze kant erop
aangedrongen, dat de FME/CWM het systeemhouderschap
voor zowel ISF als SAO op zich neemt. Nadat de FME/CWM
zich ervan vergewist had dat dit niet zou gaan betekenen dat
wij geen enkele verantwoordelijkheid inzake de toepassing
van functiewaardering meer zouden gaan dragen, is men
van die kant akkoord gegaan. Het betekent, dat de werkwijze
vergelijkbaar wordt met het ‘AWVN-model’; onze invloed op
het functiewaarderingsgebeuren en op eventuele
systeemaanpassingen verandert er niet door.
Ook de Commissie BeloningsStructuur van de ROM zal haar
werkzaamheden behouden.
Het systeemhouderschap> na opstelling van de functieomschrijving wordt deze ter
verificatie voorgelegd aan de betrokken werknemer(s)
en hun chef(s);
> als deze akkoord gaan met de functieomschrijving,
kan de functie vervolgens worden gewaardeerd;
> van iedere werknemer, vallende onder de werkingssfeer
van de cao’s, wordt de door hem uitgeoefende functie
ingedeeld;
> de werknemer wordt schriftelijk in kennis gesteld in welke
salarisgroep zijn/haar functie is ingedeeld met de motive-
ring op grond waarvan;
> werknemers kunnen inzage krijgen in de functie-
informatie, welke betrekking heeft op de functies in
de ondernemingsfunctielijst;
> werknemers kunnen te allen tijde verzoeken de indeling
te herzien, indien zich wijzigingen in de functie-inhoud en/
of arbeidsomstandigheden hebben voorgedaan;
> de ondernemingsfunctielijsten met hun indelingen komen
tot stand onder verantwoordelijkheid van de FME/CWM.
Deze ondernemingsfunctielijsten met hun indelingen
zullen, indien gewenst, door FNV Bondgenoten worden
getoetst;
> de onderneming verstrekt aan de vakbonden alle nodige
informatie voor de invoering van ISF en/of SAO.
3. Interne en externe klachtenprocedureDe interne klachtenprocedure gaat om de behandeling van
klachten van werknemers over hun functieclassificatie, door
een binnen de onderneming hiervoor aangewezen instantie.
In de onderneming moet duidelijk worden aangegeven op
welke wijze een werknemer beroep kan aantekenen tegen
de indeling van zijn/haar functie.
De externe procedure vindt plaats als de interne klachten-
behandeling een voor de klager onbevredigende oplossing
oplevert. Indien men lid is van de vakbond kan men zich tot
zijn/haar vakbond wenden. Een vakbondsdeskundige zal dan
samen met een FME/CWM-deskundige deze klacht onder-
zoeken. De beide deskundigen doen hierop een bindende
uitspraak die schriftelijk wordt bevestigd.
Ten aanzien van de inhoud van beide procedures dient tussen
de onderneming en vakbonden overleg gepleegd te worden.
12 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 13
Systemen die worden genoemd zijn:
> CATS
> HAY
> ORBA
> USB
> Bakkenist
Consequenties bij invoering ISF/SAODe directe gevolgen van het invoeren van ISF kunnen
indelingsveranderingen zijn bij bepaalde functies. Hoewel
niet precies valt aan te geven, welke functies een
niveauverandering te zien zullen geven, geldt in algemene zin
dat bij ondernemingen, die bij de indelingen van hun functies
het indelingspatroon van de zogenaamde landelijke functie-
lijst strikt hebben toegepast, de vaktechnisch geschoolde
functies indelingsverhogingen te zien zullen geven.
Bij functies met bezwarende arbeidsomstandigheden zal met
behulp van SAO tot een beloning moeten worden gekomen.
Indeling vindt dan plaats in één der vier categorieën,
afhankelijk van de zwaarte van de arbeidsomstandigheden.
Datum invoering ISF/SAOHet tijdstip van invoering van dit nieuwe beloningssysteem is
afhankelijk van de mankracht van FME/CWM en de urgentie
van een onderneming om tot een nieuwe beloningsstructuur
te komen. De datum waarop het nieuwe beloningssysteem
ingevoerd gaat worden en de arbeidsvoorwaardenverbete-
ringen in zullen moeten gaan, is afhankelijk van de afspraken,
die op ondernemingsniveau tussen werkgevers en
vakbonden worden gemaakt.
BegeleidingIn de ROM is veel aandacht besteed aan de procedures
rondom de invoering van het nieuwe beloningssysteem.
Het is de bedoeling van beide partijen, dat de invoering beter
begeleid en bewaakt gaat worden dan in het verleden het
geval was. Het heeft alleen zin om functiewaardering toe te
passen als dit op een redelijke wijze gebeurt volgens
de landelijk overeengekomen systeemnormen.
Functie-inflatie en wildgroei zullen door scherpere
procedures zoveel mogelijk voorkomen moeten worden.
Verder zal, anders dan in het verleden, het systeem en de
toepassing veel beter moeten worden onderhouden.
Het regelmatig plegen van onderhoud aan het systeem
en aan de herwaardering van het bedrijfsfunctiemateriaal is
van essentieel belang. Ook hierover zullen nadere afspraken
tussen partijen op ondernemingsniveau worden gemaakt.
SysteemkeuzeDaar ook onze bond van mening is dat de nieuw ontwor-
pen systemen ISF en SAO tezamen het meest geëigende
waarderingssysteem vormen voor de bedrijfstak en de daarin
ingedeelde ondernemingen, is het beleid van FNV Bondge-
noten er op gericht het ISF en SAO bij de ondernemingen
ingang te laten vinden.
MogelijkhedenDe invoering van het nieuwe beloningssysteem ISF/SAO
binnen de metaal geeft onze bond een aantal voordelen en
mogelijkheden.
In de eerste plaats zullen de arbeidsvoorwaarden voor een
behoorlijk groot aantal werknemers verbeteringen te zien
geven, echter beslist niet voor iedereen. Uiteraard zal het
beeld sterk afhankelijk zijn van het soort bedrijf, de arbeids-
omstandigheden en vooral in welke mate in het verleden
de rangordeverhoudingen al reeds aangepast zijn.
In de tweede plaats is het ISF/SAO een beloningssysteem
dat een zekere mate van flexibiliteit biedt aan de partijen op
ondernemingsniveau (werkgevers en vakbonden) om in te
spelen op lokale behoeften en arbeidsmarktsituaties.
Zoals bekend was een nadeel van de oude salarisstructuur
in de metaal de grote mate van verstarring die er in opge-
treden was. In de derde plaats zal het erg belangrijk zijn
dat wij als bond op ondernemingsniveau op de invoering van
ISF/SAO inspelen. De overeengekomen procedures bieden
mogelijkheden voor onze (kader)leden om actief betrokken
te zijn bij het invoeringsproces. Daarnaast komt er door
invoering van SAO een consequente aandacht voor de
arbeidsomstandigheden. Kortom, de invoering en het on-
derhoud van ISF/SAO biedt kansen om onszelf als bond te
manifesteren. De tegenkant is wel, dat een goed ‘tegenspel’
van onze kant alleen mogelijk is op grond van inzicht in de
nieuwe systemen ISF en SAO. Daarom zullen door onze
bond ook instructiebijeenkomsten voor kaderleden worden
georganiseerd.
Toch moet anno 2010 vastgesteld worden, dat ISF/SAO bij
zo’n 380 bedrijven in de Metalektro is ingevoerd. In zijn alge-
meenheid kan gesteld worden, dat dit de grotere
bedrijven betreft; want bij deze bedrijven werken zo’n 60%
tot 70% van de werknemers in de Metalektro. Desalniette-
min resteren dan zo’n 1000 bedrijven, waar nog sprake is van
toepassing van de volstrekt verouderde ‘landelijke functielijst
metaalindustrie’ of iets dergelijks. Om te trachten de toepas-
sing van functiewaardering te vergroten, is in 2002 in de
ROM afgesproken ook andere functiewaarderingssystemen
in de Metalektro toe te laten. In de cao staan deze systemen
vermeld. In overleg met de or kan een bedrijf nu voor
ISF/SAO of voor één van de genoemde systemen kiezen.
Wil een bedrijf een ander systeem, dan een van de in de
cao genoemde systemen invoeren, dan dient hiervoor
toestemming aan de ROM gevraagd te worden. Tot 2008
hebben bedrijven de mogelijkheid een keuze te maken.
Daarna zal bij bedrijven die nog geen systeem hebben
ingevoerd, toepassing van ISF/SAO verplicht gesteld worden.
Tot slot
14 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 15
Metaalmethode van werkclassificatie
Het systeem bestaat uit 3 hoofdkenmerken, 5 kenmerken en 21 subkenmerken
Hoofdkenmerk Kenmerk Subkenmerk Afweegfactor
A. Moeilijkheid I. Veelzijdigheid > Karakter van het werk 3
> Duur van de cyclus 4
> Variatie en complicatie van werkstukken 6
> Meer machines of installaties bedienen 2
II. Kennis, aandacht, overleg > Instellen en bedienen machine of installatie 4
> Werken met tekeningen en schema’s 4
> Werken met meetgereedschap 4
> Werken met instrumenten en meters 2
> Beoordelen/kiezen van materialen,
gereedschappen, physische grootheden 4
> Aftekenen, uitslaan, uitlijnen, maken van ruwe
schets, vorm geven zonder tekening, stellen 8
III. Nauwkeurigheid en > Nauwkeurigheid van bewerking 7
handvaardigheid > Kleine werkstukken 2
> Handvaardigheid 4
B. Belangrijkheid IV. Schaderisico > Machines, installaties, gereedschap 4
verantwoordelijkheid > Werkstukken 4
> Verantwoordelijk voor veiligheid van anderen 4
> Verantwoordelijk bij werken in groepsverband 5
C. Bezwaren V. Inspanning en > Lichaamshouding 3
werkomstandigheden > Gewichten/krachten 3
> Atmosfeer 3
> Gezondheidsrisico 4
De tabelwaarden bedragen bij alle subkenmerken 0-8 resp. 1-8
Bijlage B
Vaklijst, bedoeld in artikel 3 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst in de MetalektroVakgroep 1 is geschoolden
Vakgroep 2 is geoefenden
Vakgroep 3 is ongeschoolden
Vakgroep Toelichting
A
Aanbouwer 2 bevestigt platen en andere
onderdelen van een schip of
een constructiewerk op de
juiste plaats d.m.v. bouten
Aanhouder 3 helpt de klinker door de
nagels aan of tegen te
houden. Zie tegenhouder(3)
Aanpikker 2 slaat of pikt de goederen
aan
Aanslaander 2 zie aanpikker
Accumonteur 2 samensteller van
accumulatorenbatterijen
Achterpletter 3 staat gelijk met een sjouwer
Afschrijver 1 zie aftekenaar (1)
en malkrasser(2)
Bijlage A
16 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 17
Bijlage D
375
F
325
E
275
D
C
185
140
230
B
A
0
1 2 3 4 5 6
Nie
uwe
inde
ling
(IS
F)
Gemiddeld effect met productiefuncties
Oude indeling (metaalmethode)
Bijlage C
FC-systeem
Systeem van functieclassificatie voor administratief, technisch en toezichthoudend personeel in de metaalindustrie.
Met het FC-systeem is beoogd een objectieve methode te construeren voor de rangordebepaling van een bepaalde categorie
van functies. Het is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
> beperken van het aantal kenmerken
> aansluiting van de kenmerken aan algemeen gehanteerde selectie-eisen
> toegankelijkheid voor niet-deskundigen
> aanvaardbare rangvolgorde
Het systeem wordt zowel in grote als in kleine bedrijven toegepast.
Globaal overzicht:
Kenmerken Trappen
1 2 3 4 5 6 7 punten
1. Kennis 35- 55 75- 95 115 135 155-
120 140 160 180 200 220 240
2. Samengesteldheid 25 45 65 100 140 190 250
3. Verantwoordelijkheid (afbreukrisico) 5 15 35 60 90 125
4. Contacten 5 15 35 60 90
5. Arbeidsomstandigheden 5 10 15 25 35
6. Aard van het toezicht 5 10 20 40 60
7. Omvang van het toezicht 5 10 20 40 60
Het systeem kent geen afweegfactoren; de weging is in de tabelwaarden verwerkt.
18 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 19
3.6 Uitdrukkingsvaardigheid in vreemde talen
Bij dit kenmerk speelt het functionele gebruik van vreemde
talen in woord en geschrift een rol. Het te woord staan van
bezoekers in een vreemde taal, tot en met het schrijven van
bijvoorbeeld (wetenschappelijke) artikelen.
3.7 Leidinggeven
Bij dit kenmerk wordt een waardering gegeven voor de zorg
voor anderen, de zorg voor de doelmatigheid van de samen-
werking binnen de groep, binnen een afdeling of tussen
afdelingen.
Hierbij kunnen onder andere aan de orde zijn: de werkverde-
ling, instructie, controle van de voortgang, bewaking van
kwaliteit, zorg voor tijdsbesteding, aanhouden van gecalcu-
leerde uren en plandata, materiaalbesteding, invloed op over-
plaatsing, promotie, salariswijziging, aannemen personeel.
De ene ingang van de tabel waardeert het aantal personen
waaraan direct leiding wordt gegeven, de andere ingang
waardeert de kwaliteit van het leidinggeven, met andere
woorden de verantwoordelijkheid zoals die in de functie is
gelegd voor bovengenoemde facetten van het leidinggeven.
1. Het ISF
Meetbereik
Door de keuze van de kenmerken en de wijze van
omschrijven bij de ingangen van de waarderingstabellen
is het systeem bedoeld om te gebruiken bij alle functies
die vallen onder de cao’s in de metaalindustrie, met andere
woorden tot aan het niveau van de functies die rechtstreeks
bij het bepalen van het ondernemingsbeleid zijn betrokken.
(Zie artikel I, lid 2 van de cao voor Hoger Personeel).
2. Overzicht van de kenmerken en graderingtabellenKenmerken Tabellen
kennis < 40 - 340
handvaardigheid 0 - 75
samengesteldheid/bevoegdheden < 40 - 255
verantwoordelijkheid 5 - 165
communicatie 5 - 180
uitdrukkingsvaardigheid in vreemde talen 0 - 40
leidinggeven 5 - 140
In tegenstelling tot andere systemen kent het ISF geen
aparte afweegfactoren, de afweging in zwaarte tussen de
kenmerken is in de graderingcijfers verwerkt.
Ook het ISF is, evenals andere systemen van werk-of
functieclassificatie, een hulpmiddel en niet een absolute
maatstaf om tot een systematische rangordening van
functies te komen.
3. De kenmerken3.1 Kennis
De graderingtabel ‘kennis’ heeft twee ingangen. Op de
verticale ingang komen de trappen voor die betrekking heb-
ben op de functiegerichte kennis, op de horizontale ingang is
weergegeven de functiegerichte ervaring.
Bij het waarderen van de factor ‘kennis’ dient uitsluitend
rekening te worden gehouden met de eisen van de functie,
het kennisniveau van de functionaris is niet bepalend
evenmin als de wijze waarop de kennis werd verkregen.
3.2 Handvaardigheid
Hierbij wordt gewaardeerd het complex van vaardigheden,
nodig om in de functie noodzakelijke manuale handelingen
trefzeker (efficiënt) met een normaal werktempo te kunnen
uitvoeren.
‘Handvaardigheid’ wordt echter pas gewaardeerd indien de
mate ervan uitgaat boven de normale aanwezig te achten
vaardigheid (het vastmaken van een schoenveter,
het opwinden van een klok, of tanden poetsen).
Ook deze tabel heeft twee ingangen. Er is vanuit gegaan dat
de vereiste handvaardigheid in grote mate bepaald wordt
door de nauwkeurigheid waarmee bepaalde bewegingen
uitgevoerd moeten worden. Daarnaast kunnen er invloe-
den zijn die het nauwkeurig uitvoeren van die bewegingen
bemoeilijken.
3.3 Samengesteldheid/bevoegdheden
In dit kenmerk wordt een waardering gegeven voor de
zelfstandigheid waarmee, en de aard van, de problemen die
in de functie behandeld moeten worden. Op deze ene
ingang van de tabel treffen we dan ook de ‘zelfstandigheid’
verwoord in begrippen als gebondenheid aan voorschriften,
gebonden door doelstelling, terwijl op de andere ingang van
de tabel de aard van de problemen is aangegeven.
De ‘aard van de problemen’ wordt onder andere beïnvloed
door:
> het al dan niet herhalende karakter van het werk
> de verscheidenheid van taken binnen de functie
> de noodzaak om gegevens te analyseren en te beoordelen
> het al dan niet ‘verstrekken’ van eventuele gevolgen
van de problemen.
3.4 Verantwoordelijkheid
Bij het bepalen van de waardering voor dit kenmerk dient
rekening gehouden te worden met de verantwoordelijk-
heid die in de functie besloten ligt voor afbreuk ten aanzien
van het bedrijf en voor de veiligheid van medewerkers. De
afbreuk kan bestaan uit: financiële schade en goodwillscha-
de. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van anderen
bestaat wanneer dit onverbrekelijk aan de functie verbonden
is en het niet mogelijk is door veiligheidsmaatregelen alle
risico’s te vermijden.
3.5 Communicatie
Bij dit kenmerk worden de contactuele vaardigheden ten
behoeve van het communiceren met anderen gewaardeerd,
alsmede de vaardigheden, die nodig zijn om op duidelijke
wijze informatie over te dragen en vast te leggen. Uiteraard
gaat het om de vereiste vaardigheden, benodigd voor het
uitoefenen van een functie.
Bijlage E
20 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 21
2.2 De gradering
Elk kenmerk kent een graderingmatrix die loopt van 0 tot
max. 16 punten. Voor de beschermingsmiddelen komen daar
bovendien nog maximaal 4 punten per kenmerk bij.
N.B. Elk der inconveniënten kan maar 1 keer meescoren. Van
elke graderingmatrix is de horizontale ingang een opklimmen-
de reeks van zwaarte (bezwaren) van het inconveniënt, terwijl
in de verticale ingang de mate van voorkomen of de tijdsduur
van het inconveniënt is benoemd. Deze loopt van ‘zo nu en
dan’ tot ‘voortdurend’.
3. De kenmerken3.1 Geluid en mechanische trillingen
Hierbij worden de inconveniënten lawaai en trillingen gewaar-
deerd. Dit is dus het geluid dat gemeten wordt. Dit loopt van
‘weinig hinder’ tot ‘hinder van zeer veel lawaai’. Dit laatste
kan voorkomen, bijvoorbeeld in een ketelmakerij of bij een
schip in aanbouw. Ook trillingen kunnen in hevigheid varië-
ren. Deze worden als hinderlijk ondervonden van ‘enigszins’
bij het besturen van een vrachtauto tot ‘hevig’ bij het werken
met luchthamers.
3.2 Weersomstandigheden en belemmeringen
op de werkplek
In dit kenmerk komen de werkpleksituatie en weersomstan-
digheden ter sprake.
Werkpleksituatie: hierbij spelen factoren een rol die het
werken bemoeilijken, bijvoorbeeld het hinder ondervinden
van andere werkactiviteiten, beperkte werkruimte, speciale
voorzieningen en dergelijke.
Weersomstandigheden: hierbij wordt gedoeld op het werken
buiten waarbij de (on)mogelijkheid tot het vinden van be-
schutting een rol speelt.
3.3 Chemische en fysische factoren
Hier worden de overige factoren zoals stank, vuil, rook,
damp, vocht, warmte en dergelijke meegenomen.
3.4 Lichaamshouding
Hierbij worden de bezwaren, verbonden aan het werken in
een bepaalde lichaamshouding gewaardeerd. Opgemerkt
wordt dat het los gezien dient te worden van een eventuele
krachtsuitoefening.
3.5 Krachtsuitoefening
Bij dit kenmerk wordt de zwaarte van het werk zowel statisch
als dynamisch bepaald. Dit kan inhouden het hanteren van
zware gereedschappen, trekken, duwen, tillen, en dergelijke.
Hierbij dient geen rekening gehouden te worden met de
lichaamsbeweging.
3.6 Lichamelijk letsel en gezondheid
Hierbij worden die gevaren voor de gezondheid meegeno-
men die kunnen optreden ondanks alle mogelijke voorzorgs-
maatregelen die genomen zijn uiteraard met inachtneming
van alle voorschriften die gelden.
3.7 Monotonie
Hier worden die aspecten meegenomen die verbonden zijn
aan vaak kort cyclische, volgens vaststaande volgorde zonder
inbreng van de uitvoerende, werkzaamheden zoals deze voor
kunnen komen bij bandmontage/inpakwerkzaamheden.
4. De toepassingAls regel zal het aanbeveling verdienen om het systeem
arbeidsomstandigheden zoveel mogelijk afdelingsgewijs toe
te passen. Dus niet per functie. Wel is het dan nodig om de
in een bepaalde afdeling voorkomende functies, die duidelijk
afwijken van het afdelingspatroon (hetzij positief dan wel
negatief) apart te gaan analyseren en waarderen.
Het bij gebruik van SAO verkregen aantal totaalpunten dient
vervolgens met een conversiefactor van 1,2 vermenigvuldigd
te worden. Vervolgens vindt indeling in één der vier catego-
rieën plaats.
Het gestelde doel zal altijd voorop moeten staan: ‘verbetering
van de werkplek’, door het nemen van die maatregelen die er
op zijn gericht de in dit systeem genoemde inconveniënten
zoveel mogelijk te elimineren en daarmee de kwaliteit van de
arbeid te optimaliseren.
Het SAO (systeem arbeidsomstandigheden)
Inhoud:
1 Inleiding
1.1 Totstandkoming
1.2 Toelichting
2 SAO
2.1 Overzicht van de kenmerken
2.2 De gradering
3 De kenmerken
3.1 Geluid en mechanische trillingen
3.2 Weersomstandigheden en belemmeringen
op de werkplek
3.3 Chemische en fysische factoren
3.4 Lichaamshouding
3.5 Krachtsuitoefening
3.6 Lichamelijk letsel en gezondheid
3.7 Monotonie
4. De toepassing
1. Inleiding 1.1 Totstandkoming
In het voorgaande zijn de motieven reeds uiteengezet die
hebben geleid tot de beslissing dat de arbeidsomstandig-
heden buiten het niveaubepalende gedeelte van de functie
dienen te worden gehouden. Wel dient te worden vermeld
dat zeer veel zorg is besteed aan de totstandkoming van
het SAO in zijn huidige vorm. Er is gekeken naar de opzet
van andere systemen, zoals de metaalmethode van werk-
classificatie en het FC-systeem, waarbij zowel de verbale
aanduiding, het meetgebruik, als de onderlinge verhoudingen
van de diverse kenmerken onder de loep genomen werden.
Verder is er overleg geweest met bedrijven en groepen van
bedrijven met betrekking tot de meest geëigende systema-
tiek alsmede de onderlinge rangorde die het meest aansprak
en de groepsafbakening. De resultaten zijn regelmatig in de
Commissie BeloningsStructuur ter discussie geweest. Het
hieruit ontstane SAO is uiteraard een zaak van compromissen
tussen vele betrokkenen, waarbij als primair doel voor ogen
heeft gestaan het eindresultaat, de rangorde van arbeidsom-
standigheden.
1.2 Toelichting
Met dit systeem kunnen de omstandigheden worden ge-
waardeerd waaronder de functie moet worden uitgeoefend.
Hieronder moet worden verstaan alle zichtbare, hoorbare en
op andere wijze waarneembare zaken die een rol spelen bij
het verrichten van het werk. Het gaat hier om factoren als:
lawaai, trillingen, weersomstandigheden, kou, stof, damp,
stank, agressieve stoffen, radioactieve straling, gevaarlijke
situaties en dergelijke. Verder tellen mee de zwaarte van het
werk, de lichaamshouding waaronder het werk moet worden
verricht, het persoonlijk risico en eventueel de eentonigheid
van het werk, de monotonie. Deze factoren kunnen ook
functiegebonden zijn. De psychische omstandigheden, de
spanningen, blijven bij dit kenmerk buiten beschouwing.
2. SAO2.1 Overzicht van de kenmerken
Om tot een juiste weging van de arbeidsomstandigheden te
komen is het SAO onderverdeeld in een zevental kenmerken:
Inconveniënten
Geluid en mechanische Lawaai, trillingen, schokken
trillingen
Beschermingsmiddelen Oordoppen, oorschelpen,
niergordels
Weersomstandigheden Binnen en buiten werkplek -
en belemmeringen op situatie
de werkplek
Beschermingsmiddelen Beschermende kleding,
helm, luchtkap
Chemische en fysische Tocht, stank, damp, koud,
factoren hitte
Beschermingsmiddelen Kappen,
beschermende kleding
Lichaamshouding Bukken, knielen, klimmen,
eenzijdige spierbelasting
Krachtsuitoefening Trekken, duwen, zeulen,
moeilijk te verplaatsen
voorwerpen
Lichamelijk letsel en Verwondingen, risico’s
gezondheid voor de gezondheid
Monotonie Kortdurende handelingen,
werkplekgebondenheid
Bijlage F
22 • ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro ISF/SAO-systeem • Een functiewaarderingssysteem voor de Metalektro • 23
Natuurlijk konden we in deze brochure niet op alles even
diep ingaan. Heeft u vragen of problemen, of wilt u meer
informatie? Dan kunt u tijdens kantooruren bellen met
onze klantenservice, tel. 0900-9690 (lokaal tarief). Ook
kunt u surfen naar onze website: www.fnvbondgenoten.nl
Colofon
Dit is een uitgave van Stichting FNV Pers t.b.v. FNV Bondgenoten
Negende druk, januari 2011
Oplage: …….
Tekst: Adviesgroep FNV Bondgenoten
Vormgeving: Zippa
Druk: Verwey Printing
Informatie