Inwoners: 28.700 Routeplan energie Krimpen aan den IJssel ... · via restwarmte, later wellicht...

2
Routeplan energie Krimpen aan den IJssel Inwoners: 28.700 Woningen: 12.100 Energiegebruik gebouwde omgeving: 7306} Scenario A - Basis OVER MORGEN Opwekking 2050 Huidige situatie (2014) TJ 1.500 1.200 Benzine/Diesel/LPG Aardgas overige (industrie) Aardgas gebouwde omgeving 230 44 900 713 600 Collectieve warmte 300 Elektriciteit 318 1.306 TJ Energievraag Energievraag en -aanbod 2050 Besparing 330/0 436 TJ TJ 1.200 1.000 800 600 400 200 Biobrandstof (Hernieuwbaar) gas Warmte Elektriciteit B Biomassa transport 13 B Aardgas 47 B Biogas 1 B Power to gas 48 B Zonnewarmte individueel 50 B Bijstook biomassa individueel 33 B All electric individueel 250 B Collectieve warmte 135 B Zon 119 B Wind 322 Energievraag Energieaanbod Totaal 1.018 TJ wind 322 TJ 2 windmolens op land (3MW) 6 windmolens buiten gemeentegrens (5MW) collectieve warmte 135 TJ 3.800 woningequivalenten Vermogen bron 6 MW Geothermie (100 0 7o) Restwarmte (00) (hernieuwbaar) gas 95 TJ Aardgas (4996) įhfr Biogas (19) Power to gas (509) zon 169 TJ 121.000 PV-panelen gebouwen 119 TJ 0 ha zonneveld 0 TJ 39 MW totaal vermogen PV panelen 14.200 zonnecollectoren 50 TJ miiiin 16 MW flIIIIIH individuele warmte 334 TJ Elektrisch verwarmen (759) ļ—' '—ļ 109 é é t biomassa 47 TJ Bijstook biomassa Transport ijţ^^ļl 0

Transcript of Inwoners: 28.700 Routeplan energie Krimpen aan den IJssel ... · via restwarmte, later wellicht...

Routeplan energie Krimpen aan den IJssel I n w o n e r s : 2 8 . 7 0 0 Woningen: 12 .100 E n e r g i e g e b r u i k g e b o u w d e o m g e v i n g : 7 3 0 6 }

Scenario A - Basis

OVER MORGEN

Opwekking 2050

Huidige situatie (2014) TJ

1.500

1.200 Benzine/Diesel/LPG

Aardgas overige ( industr ie)

Aardgas gebouwde omgeving

230

4 4 9 0 0

713 6 0 0

Collectieve warmte

3 0 0

Elektr ic i te i t 318

1.306 TJ Energievraag

Energievraag en -aanbod 2050 Bespar ing 330/0 436 TJ

TJ 1.200

1.000

8 0 0

6 0 0

4 0 0

2 0 0

Biobrandstof (Hernieuwbaar)

gas

Warmte

Elektriciteit

B Biomassa t ranspor t 13

B Aardgas 47

B Biogas 1

B Power to gas 4 8

B Zonnewarmte individueel 50

B Bi jstook biomassa individueel 33

B All e lectr ic individueel 2 5 0

B Collectieve warmte 135

B Zon 119

B Wind 322

Energievraag Energieaanbod Totaal 1.018 TJ

wind

322 TJ

2 windmolens op land (3MW)

6 windmolens buiten gemeentegrens (5MW)

collectieve warmte

135 TJ

3.800 woningequivalenten Vermogen bron 6 MW

Geothermie (10007o) Restwarmte ( 0 0 )

(hernieuwbaar) gas

95 TJ

Aardgas (4996) įhfr Biogas (19)

Power to gas ( 5 0 9 )

zon

169 TJ 121.000 PV-panelen gebouwen 119 TJ 0 ha zonneveld 0 TJ

39 MW totaal vermogen PV panelen

14.200 zonnecollectoren

50 TJ m i i i i n 16 MW flIIIIIH

individuele warmte

334 TJ

Elektrisch verwarmen ( 7 5 9 )

ļ—' '—ļ 1 0 9

é é t

biomassa

47 TJ

Bijstook biomassa

Transport ijţ̂ ļ̂l 0

OVER MORGEN Toelichting routeplan energie

21 maart 2017

Het routeplan van de Al l iant ie Duurzaam Rijnmond geeft inzicht in de regionale energie­huishouding van de toekomst. Het geeft weer hoeveel er bespaard moet worden, welke energiebehoef te er in de toekomst is en hoe we die energievraag kunnen invullen. Het ui tgangspunt is dat de gaskraan dicht gaat voor woningen, kantoren en de meeste bedri jven. Nieuwe auto's ri jden niet langer op fossiele brandstof fen. Deze ontwikkel ing is er, het is aan de samenleving om de kansen te onderkennen en deze op te pakken.

Het regionale routeplan energie combineert 13 gemeentel i jke routeplannen en toont de optelsom ervan. Inzichteli jk wordt hoeveel duurzame warmte er nodig is in de regio, eerst via restwarmte, later well icht ingevuld met geothermie. Het toont ook hoeveel duurzame elektr ic i tei t er nodig is en hoeveel er niet binnen de regiogemeenten kan worden opgewekt. De impact van energiebesparing (gemiddeld 330/) mag niet worden onderschat. Wat niet wordt bespaard, heeft direct gevolgen voor de opwekking van duurzame s t room en warmte. Dit routeplan geeft handvatten voor een verdere analyse t.b.v. het beleid en een eenduidig beeld van de regionale opgave r icht ing Provincie en Rijksoverheid. Het past tevens in de beleidsvoornemens van de huidige Energieagenda (Ministerie EZ, december 2016) om de energietransi t ie aan te pakken door regionale samenwerk ing.

Regionale samenwerking is om verschi l lende redenen van belang, zoals: » a fs temming waar bepaalde grootschal ige duurzame ontwikkel ingen plaats gaan v inden; » het vroegt i jd ig betrekken van omwonenden en netbeheerders om rekening te houden

met andere ontwikkel ingen zoals wegenonderhoud en vervanging r io ler ing; » het delen van best practices om het succes te vergroten en begeleidingskosten te

beperken; » de gezamenli jke aanpak van projecten die gemeentegrens overst i jgend zijn zoals het

regionale energieloket (WoonWijzerWinkel) en de collectieve ontwikkel ing van warmte-netten al dan niet gevoed door geothermie.

Onderstaande toel icht ing bij de verschi l lende onderdelen van het routeplan is ervoor om het op hoofdl i jnen te begri jpen. De groot te en het belang van de opgave vraag eens­gezindheid om stappen voorwaar ts te zet ten. Inzet op alle onderdelen van de energie­t ransi t ie is nodig, maar met dit routeplan kunnen pr ior i te i ten benoemd worden die snel bi jdragen aan meer duurzame energie. Tevens groeit hierdoor bij alle deelnemers het inzicht hoe te werken naar een regionaal energieconvenant waarin ui tvoer ingsafspraken worden gemaakt. Een bijdrage van alle gemeenten is hierbij nodig. Samenwerking spaart energie en geeft energie!

1. Huidige situat ie (2014) Het huidige energiegebruik is gebaseerd op gegevens uit de Kl imaatmonitor van 2014. Dit is alle energie die in de gemeente wordt gebruikt, dus inclusief mobil i teit , industrie en landbouw, maar exclusief de energie voor het produceren van goederen die in de gemeente worden gebruikt. Het bestaat uit:

» Benzine, diesel en LPG voor mobi l i tei t inclusief scheepvaart » Gasgebruik in de industr ie, agrarische sector, bouwni jverheid en winning van

del fstof fen. » Gasverbruik voor verwarmen gebouwde omgeving (woningen en bedr i jven/

instel l ingen). » Collectief warmtegebru ik voor verwarmen van de gebouwde omgeving. » Alle elektr ic i te i tsgebruik, behalve de energie die nodig is voor de opwekking.

2 . Energievraag en -aanbod 2 0 5 0 De energietransi t ie is in volle gang en alle energie die we gebruiken is in de toekomst vol ledig CO2 neutraal . Een aantal grote verander ingen liggen hieraan ten grondslag:

» Energiebesparing, door isolatie, ef f ic iënt ie, energiemanagement en nieuwe apparaten » Voertu igen en schepen zullen elektr ic i tei t , hernieuwbaar gas (zoals waterstof)

en biobrandstof gebruiken in plaats van fossiele brandstof fen. » De gebouwde omgeving zal geen aardgas meer gebruiken, maar met een collectief net

of individueel per woning verwarmd worden.

» De industr ie en glastuinbouw gebruikt nu aardgas voor gebouwverwarming en hoge tot zeer hoge temperatuur proceswarmte (bijvoorbeeld bij voedselproductie). Restwarmte met hoge temperatuur of ultradiepe geothermie kunnen de benodigde temperaturen deels leveren. Er blijft een deel (hernieuwbaar) gas nodig, zoals waterstofgas, synthetisch gas, ammoniak, biogas en aardgas.

In de fac tsheet is u i tgegaan van het vo lgende scenar io voor K r impen : 200

Ind iv idue le wa rmte 350/0 Mobi l i te i t 3500 Indus t r i e / agrar ische sec to r etc 350 /

Transi t ie Gebouwde omgev ing Col lect ieve w a r m t e 200 Ind iv idue le wa rmte 8 0 0 /

I ndus t r i e / agrar ische sec to r etc Col lect ieve wa rmte 500 Hern ieuwbaar gas 500

Wegverkeer E lek t r i c i te i t 7 0 0 / Hern ieuwbaar gas 300

Boten en schepen B iobrands to f 300 Hern ieuwbaar gas 700

3. Energieaanbod 2 0 5 0 Om de veranderende energievraag in te vul len zal er voldoende hernieuwbare elektr ic i te i t , gas, warmte, restwarmte en biomassa aangeboden moeten worden om een CO2 neutrale samenleving te realiseren.

Wind en zon (hernieuwbare elektr ic i te i t ) De vraag naar elektr ic i tei t st i jgt in de toekomst, waardoor het aandeel in de totale energievraag toeneemt. Dit heeft een aantal oorzaken:

» Individuele verwarming gebeurt in de toekomst grotendeels met elektriciteit i.p.v. aardgas. » Wegverkeer zal voor een groot deel elektr isch gaan r i jden. » In Nederland is te weinig biogas om de transportsector, industr ie en agrarische sector

te voorz ien. Al ternat ieve gassen zoals waterstof, synthet isch gas en ammoniak worden geproduceerd met elektr ic i tei t , of tewel power to gas. Hierbij gaat gemiddeld 4 0 0 / energie ver loren.

Deze st i jgende elektr ic i te i tsvraag kan binnen de gemeente hernieuwbaar worden opgewekt met:

» zonnepanelen op daken in de gebouwde omgeving en op zonnevelden; » windturb ines; » hoog tempera tuur warmte (stoom) uit ul t radiepe geothermie () 4 km)

De resterende energie die nodig is wordt buiten gemeentegrenzen opgewekt, aangeduid als windmolens op zee. Uiteraard kunnen dit ook andere technieken zijn, zoals water­krachtcentrales, hernieuwbaar gascentrales of innovaties.

Collectieve warmte Meerdere woningen en gebouwen worden met elkaar verbonden door een warmtenet , die gevoed kan worden met geothermie en restwarmte. Er is diepe geothermie () 2 km) en ul tradiepe geothermie () 4 km). Ook zijn er combinat ies te maken met warmtepompen of gas om de pieken op te vangen. Een andere bron is restwarmte. Het doel is om deze zo eff ic iënt mogeli jk te gebruiken. De hoge tempera tuur gaat dus eerst naar de industr ie () 120 0 C), daarna naar bestaande gebouwen () 7 0 0 C ) , daarna glastuinbouw () 6 0 0 C ) en als laatste naar goed geïsoleerde woningen en bedri j fshal len () 400C)

9 - * ŵ Hl Individuele warmte Individuele verwarming gebeurt met elektr ische warmtepompen, met hout in gesloten pel letkachels/ketels en zonnecol lectoren in combinat ie met warmteopslag. Warmptepom-pen bij woningen maken meestal gebruik van bodemenergie of bui tenlucht. Bij grotere gebouwen kunnen warmtepompen ook gevoed worden met restwarmte of uit een Warmte-Koude-Opslag systeem in de bodem (200 m. diep).

Ò fff í A Hernieuwbaar gas De biogaspotent ie volgens RVO is hier als ui tgangspunt genomen. Deze is gebaseerd op mono-vergist ing, dat wil zeggen biogas uit mest halen zonder bi jproducten te gebruiken. Door 5 0 0 / biomassa als co-product toe te voegen kan de potent ie tot een factor zeven worden verhoogd. De beschikbare biomassa is echter beperkt, waardoor deze potent ie naar verwacht ing niet wordt benut. De resterende vraag naar gas kan worden ingevuld met power to gas en door een (beperkte) inzet van aardgas.

Biomassa De biomassa potent ie volgens RVO is hier als ui tgangspunt genomen. Biomassa is nodig voor:

» het vergroten van de biogaspotent ie, als co-vergister » de bijstook van hout voor het verwarmen van gebouwen (pel letkachel) » het geheel verwarmen van gebouwen (pel letketel) » de product ie van biobrandstof voor de t ranspor tsector

De inzet van biomassa is daarom beperkt. Hernieuwbaar gas inzetten voor verwarming van de gebouwde omgeving is daarom ook bewust niet het ui tgangspunt.

Toelichting opslag Bij de opwek van duurzame elektr ic i tei t ontstaat een groot onbalans tussen vraag en aanbod. De zon levert de meeste s t room in de zomer en midden op de dag, maar veel minder in de winter en snachts. Windenergie is constanter, maar er zijn ook dagen dat het nauwelijks waait.

De opslag van energie en het sl im sturen van energievraag door middel van een smart grid zal deze onbalans op moeten lossen. Mogel i jkheden voor opslag van elektr ic i tei t zi jn:

» Korte termi jn opslag (dagopslag) in bat ter i jen, bi jvoorbeeld in auto's of buur tbat ter i jen. » Middellange termi jnopslag in gas (power to gas) » Lange termi jn opslag (seizoensopslag) in warmtebat ter i jen (power to heat).

Dit kan zijn in boi lervaten met zouthydraten in woningen en gebouwen, hoog tempera­tuur opslag (HTO) in de bodem ( 5 0 0 m diepte) en grote ondergrondse boi lervaten.