Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e...

24
23 Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS D it artikel herneemt met de welwillende toestemming van de diensten van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de inleiding en de samen- vaing van de laatste inventaris van de fiscale uitgaven. Het volledige docu- ment is gepubliceerd onder het referentienummer doc 52 2222/011, Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, Bijlage tot de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010, Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aſtrekken en verminderingen die de ontvangsten van de Staat beïnvloeden.

Transcript of Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e...

Page 1: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

23

Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Dit artikel herneemt met de welwillende toestemming van de diensten van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de inleiding en de samen-

vatting van de laatste inventaris van de fiscale uitgaven. Het volledige docu-ment is gepubliceerd onder het referentienummer doc 52 2222/011, Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, Bijlage tot de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010, Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ver minderingen die de ontvangsten van de Staat beïnvloeden.

Page 2: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

24

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

Page 3: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

25

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

Inhoudsopgave

1 Inleiding 27

2 Inventaris van de fiscale uitgaven. Becommentarieerde resultaten 33

2.1 Globaal resultaat 33

2.2 De resultaten per belasting 37

2.2.1 Personenbelasting 37

2.2.2 Vennootschapsbelasting 38

2.2.3 Bedrijfsvoorheffing 38

2.2.4 Roerende voorheffing 39

2.2.5 Accijnzen 39

2.2.6 Registratierechten 39

2.2.7 Belasting over de toegevoegde waarde 39

2.3 Methodologische kanttekeningen 40

2.3.1 Personenbelasting 40

2.3.2 Roerende voorheffing 41

2.3.3 Accijnzen 42

2.3.4 Registratierechten 43

2.3.5 Belasting over de toegevoegde waarde 43

3 Bijlagen 45

Page 4: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

26

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

Page 5: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

27

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

1 Inleiding

1. Deze inventaris is een actualisering van de lijst vervat in het advies van de Hoge Raad van Financiën aan de Minister van Financiën houdende een volledige inventaris van alle vrijstellingen, aftrekmogelijkheden en vermin-deringen die de ontvangsten van de Staat beïnvloeden. Dit op 25 juli 1985 (1) uitgebrachte advies ligt aan de basis van de inventaris die elk jaar wordt aangepast om rekening te houden met de fiscale bepalingen die sinds die datum werden afgeschaft of bijgevoegd. De inventaris houdt daarenboven rekening, net als de vorige, met de bepalingen opgenomen in artikel 2 van de wet van 28 juni 1989 houdende wijzigingen van de wetten op de rijks-comptabiliteit.

2. Sommige van die “vrijstellingen, aftrekmogelijkheden en verminderingen die de ontvangsten van de Staat beïnvloeden” worden fiscale uitgaven genoemd. De Hoge Raad van Financiën heeft het begrip fiscale uitgave als volgt bepaald:

“Een minderontvangst wegens fiscale tegemoetkomingen voortvloeiend uit een afwijking van het algemeen stelsel van een gegeven belasting ten voor-dele van zekere belastingplichtigen of van zekere economische, sociale, cul-turele, … activiteiten en die kan worden vervangen door een rechtstreekse betoelaging”.

Het begrip “algemeen stelsel” is dus het sleutelbegrip bij de definitie van fiscale uitgaven. Het wordt voor elke belasting apart bepaald.

3. De personenbelasting regelt de belasting van enigerlei inkomen, na aftrek van de kosten aangegaan om dat inkomen te verwerven of te behouden. Met uitzondering van de eenmalige inkomsten, roerende inkomsten en diverse inkomsten, worden inkomens globaal belast. Het algemeen stelsel omvat een definitie van de belastingeenheid en bepaalt hoe de fiscale draagkracht wordt bepaald in functie van de samenstelling van die belastingeenheid en van het aantal personen dat inkomsten aangeeft. De personenbelasting ziet erop toe dat het wereldwijde inkomen van de rijksinwoners belast wordt, rekening houdend met de dubbelbelastingverdragen en met de nationale wetsbepalingen gericht op het wegwerken of verminderen van dubbele be-lasting.

4. De vennootschapsbelasting bestaat in het belasten van bedrijfswinsten, ongeacht de aanwending daarvan, maar na het wegwerken van de dub-bele belasting van de uitgekeerde en niet-uitgekeerde winsten en na aftrek van de vorige verliezen. De toepassingsmaatregelen van de internationale dubbelbelastingverdragen en de maatregelen uit de nationale wetgeving die hetzelfde doel nastreven, worden beschouwd deel uit te maken van het

1 Zie jaarverslag 1985 van de Hoge Raad van Financiën, Belgisch Staatsblad van 18 april 1986, blz. 5.320.

Page 6: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

28

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

algemeen stelsel. De aftrek voor risicokapitaal wordt beschouwd als een bestanddeel van het algemeen stelsel: de invoering ervan houdt een wijzi-ging van het algemeen stelsel in en beperkt zich niet tot een loutere afwij-king van het eerder bestaande stelsel.

5. In principe wordt de bedrijfsvoorheffing door de werkgever ingehouden en integraal aan de Schatkist doorgestort. Zij wordt berekend op basis van regels die kunnen verschillen naargelang van de aard van de inkomsten. Deze regels vormen het algemene stelsel en het ingehouden bedrag is dan integraal aanrekenbaar op de personenbelasting. De vrijstellingen van door-storting die de werkgever kan genieten, zijn fiscale uitgaven.

6. De roerende voorheffing is een eindbelasting voor natuurlijke personen en voor personen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Voor ven-nootschappen blijft ze echter een voorschot op de eindbelasting. Vrijstel-lingen, tariefverlagingen en dergelijke inzake de als eindbelasting dienende roerende voorheffing worden dus beschouwd als fiscale uitgaven, tenzij ze tot doel hebben de dubbele belasting op internationaal vlak te vermijden of te verminderen. Een maatregel die de roerende voorheffing verlaagt of vrijstellingen invoert, wordt daarentegen niet beschouwd als een fiscale uit-gave als de inkomenstrekker een vennootschap is die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting.

7. Het algemeen stelsel van de accijnzen bestaat erin dat er voor elk soort pro-duct een tarief is vastgelegd. De uitzonderingen of verminderingen die aan sommige verbruikers of in functie van het gebruik worden toegekend, zijn te beschouwen als fiscale uitgaven maar de verscheidenheid van de tarieven per soort product vormt een wezenlijk kenmerk van het algemeen stelsel.

8. Hetzelfde principe geldt voor de registratierechten. De rechten worden gedefinieerd per belastbaar feit. De verscheidenheid van de rechten in functie van het belastbaar feit vormt een wezenlijk kenmerk van het alge-meen stelsel maar de uitzonderingen of verminderingen die worden toege-kend voor een gegeven recht zijn te beschouwen als fiscale uitgaven. Het inbrengrecht werd in 2006 tot 0 % gereduceerd. Dit tarief vertegenwoordigt bijgevolg het algemeen stelsel en de oude vrijstellingen van het evenredig recht worden niet meer beschouwd als fiscale uitgaven.

9. De btw, die steunt op het principe dat elke tussenpersoon in de schakel een zekere waarde toevoegt, regelt de belasting op de leveringen van goederen en diensten verricht op het nationaal grondgebied. De Europese regels laten een of meerdere verlaagde tarieven toe. De toepassing daarvan wordt beschouwd als fiscale uitgave. Meestal voldoen de verlaagde tarieven immers aan de basiskenmerken van een fiscale uitgave: ze hebben een sti-mulerend karakter en/of zijn afwijkingen “ten gunste van bepaalde belas-

Page 7: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

29

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

tingplichtigen of bepaalde economische, sociale en culturele activiteiten” en kunnen vervangen worden door directe subsidies.

10. Een fiscale uitgave is niet alleen een afwijking van het algemeen belasting-stelsel; ze wordt ook gekenmerkt door het feit dat ze het gedrag van de belastingplichtigen wil wijzigen en dat die doelstelling ook bereikt zou kunnen worden door een rechtstreekse budgettaire betoelaging.

11. Het is onvermijdelijk dat er twijfelgevallen voorkomen of gevallen waarbij verschillende interpretaties mogelijk zijn als het erom gaat te oordelen of een bepaling al dan niet een fiscale uitgave vormt. Voor al deze gevallen werd een derde kolom “twijfel” voorzien. De in aanmerking genomen bepalingen zijn dus verdeeld over drie kolommen naargelang ze, volgens de eerder vermelde definitie:

▸ als een fiscale uitgave dienen te worden aangemerkt;

▸ niet als dusdanig moeten worden bestempeld;

▸ twijfel doen rijzen omtrent hun aard van fiscale uitgave.

12. De in de inventaris opgenomen fiscale bepalingen zijn die welke van toepas-sing zijn gedurende het jaar of aanslagjaar waarvoor de recentste becijferde ramingen beschikbaar zijn.

De recentste becijferde ramingen slaan op:

▸ de aanslagjaren 2008 en 2009 voor de personenbelasting (2);

▸ de aanslagjaren 2008 en 2009 voor de vennootschapsbelasting (2);

▸ de jaren 2008 en 2009 voor de roerende voorheffing en de bedrijfsvoor-heffing;

▸ de jaren 2008 en 2009 voor de indirecte belastingen.

De inventaris vermeldt eveneens de ramingen betreffende de vier voor-gaande periodes om tot een evolutie over zes jaren te komen. De samen-vattende tabellen zijn beschikbaar in het xls-formaat op de website www.docufin.be.

In de tabellen die de diverse belastingen samenvatten, gebeuren de samen-voegingen en vergelijkingen tussen belastingen echter op basis van hetzelf-de belastbare tijdperk, wat betekent dat bij voorbeeld de gegevens voor het aanslagjaar 2009 betreffende de personenbelasting en de vennootschapsbe-

2 Toestand op 30 juni 2009 voor het aanslagjaar 2008; toestand op 30 juni 2010 voor het aan-slagjaar 2009.

Page 8: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

30

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

lasting gegroepeerd worden met de gegevens met betrekking tot 2008 voor de andere belastingen.

13. De inventaris verschaft eveneens bijzonderheden aangaande het beginsel van de bepalingen die de aard van fiscale uitgaven hebben. De classificatie per doelstelling is dezelfde als de classificatie gebruikt voor de begrotings-uitgaven.

Deze classificatie is als volgt:

De verdeling van de kost van de fiscale uitgaven over de verschillende posten van deze classificatie moet in feite maar als een aanwijzing worden gezien. Dit soort pogingen tot indeling stelt inderdaad het delicate pro-bleem van de economische weerslag van de belasting en van de fiscale aftrekmogelijkheden.

14. De becijfering gebeurt volgens de zogenaamde “verlies aan ontvangsten”-methode. Deze berekeningsmethode raamt het bedrag van de marginale minderontvangsten verbonden aan het bestaan van een bepaalde fiscale bepaling.

Autoriteitscel 1Sociale cel 2

Sociale voorzorg 2.1Gezin 2.2Tewerkstelling en arbeid 2.3

Middenstand 2.4Volksgezondheid 2.5Andere 2.6

Economische cel 3Spaarwezen en krediet 3.1Onroerende goederen 3.2Investeringen van ondernemingen 3.3Onderzoek en ontwikkeling 3.4Landbouw 3.5Verkeerswezen 3.6Energie 3.7Leefmilieu 3.8Andere 3.9

Gemeenschappen en Gewesten 4Diversen 5

Page 9: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

31

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

Het gaat hier om een statische ex-post berekening. Er wordt dus geen rekening gehouden met de afgeleide gedragseffecten die voortvloeien uit het bestaan van de bepaling noch met de eventuele positieve of negatieve weerslag ervan. Doordat de becijfering per bepaling per bepaling verricht wordt, worden sommige afgeleide “mechanische” effecten wel in rekening gebracht. Door het afschaffen van een belastingverlaging op het belastbare inkomen bij de personenbelasting kan bijvoorbeeld het tarief of het bedrag van een in een volgende fase toegekende belastingverlaging gewijzigd worden. Daaruit volgt dat het samentellen van de kosten van de fiscale uit-gaven voor een gegeven belasting maar een onvolkomen beeld geeft van het rendement dat bekomen zou worden door hun gezamenlijke afschaffing.

15. De toepassing van deze methode geschiedt als volgt.

▸ Inzake de personenbelasting worden de berekeningen, naargelang het geval, ofwel verricht op basis van het microsimulatiemodel SIRe, dat uitgaat van een representatief staal van 30.873 aangiften (SIRe inkom-sten 2008), ofwel op basis van statistische gegevens opgesteld bij de inkohiering van de belasting.

▸ Inzake de vennootschapsbelasting worden de berekeningen, naar gelang van het geval, verricht ofwel op basis van het microsimula-tiemodel MISis, dat uitgaat van een representatief staal van ongeveer 24.000 aangiften (MISis 2009, tegen ongeveer 22.200 met MISis 2008), ofwel op basis van statistische gegevens opgesteld bij de inkohiering van de belasting.

▸ De kosten van de vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorhef-fing worden rechtstreeks afgeleid van de statistische gegevens betref-fende de aangiften van de bedrijfsvoorheffing.

▸ Voor de andere belastingen en taksen worden de weergegeven resultaten verkregen door een rechtstreekse toepassing van de nor-male tarieven op de verrichtingen die niet onderworpen zijn aan deze tarieven.

▸ Bij ontstentenis van gepaste en voldoende gegevens bij de belasting-administraties, worden externe gegevens gebruikt; dat is onder meer het geval wat de vrijgestelde inkomsten betreft.

▸ Bij de opmaak van deze inventaris zijn sommige vroegere ramingen herzien om samenhangende statistische tijdsreeksen te verkrijgen. Tengevolge van de invoering van een nieuwe ramingsmethode voor de accijnzen, kon voor dat hoofdstuk evenwel slechts een statistisch samenhangende reeks worden opgesteld vanaf 2004.

16. Deze inventaris is een bijlage van de federale rijksmiddelenbegroting en heeft tot doel het parlement in te lichten over de kost van de fiscale uitgaven die door de federale overheid beslist zijn. De bedragen van “belastingaftrek,

Page 10: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

32

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

-vrijstelling of -vermindering” die door de Gewesten worden toegekend in het kader van hun bevoegdheden, zijn er dus niet in terug te vinden.

17. Alle becijferde gegevens zijn uitgedrukt in miljoenen euro’s. Een aanduiding “p.m.” betekent dat het bedrag lager is dan 20.000 euro. Een aanduiding “n.b.” betekent dat het bedrag niet kon worden berekend doordat er geen enkel statistisch gegeven beschikbaar was. De in het grijs afgebeelde zones geven aan dat de maatregel hetzij nog niet in werking is, hetzij niet langer van toepassing is.

18. De beschrijving van de fiscale bepalingen die in de bijlagen is opgenomen, heeft betrekking op de laatste twee weergegeven jaren.

Er dient genoteerd te worden dat er een verschil bestaat tussen de samen-vattende tabellen en de bijlage omtrent de wettelijke bepalingen. Terwijl de samenvattende tabellen slechts de bepalingen oplijsten waarvoor de roeren-de voorheffing de eindbelasting vormt, onderzoekt de bijlage het geheel van de verliezen aan ontvangsten met betrekking tot de roerende voorheffing.

19. In de bijlage omtrent de wettelijke bepalingen gaat het in het hoofdstuk over de personenbelasting om reeds geïndexeerde bedragen. Hetzelfde geldt voor de gemeenschappelijke bedragen opgenomen in het hoofdstuk over de vennootschapsbelasting.

20. Wat betreft de vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, komen de vrijstellingen van BV met betrekking tot bezoldigingen uitbetaald of toegekend aan studenten of jonge werknemers, niet voor in de Inventa-ris. Deze vrijstellingen vormen immers geen verlies aan ontvangsten sensu stricto, aangezien de betrokken bezoldigingen lager zijn dan het belastbare minimuminkomen.

21. Het detail per Gewest van de ramingen met betrekking tot bepalingen die als fiscale uitgaven inzake personenbelasting worden beschouwd, wordt in een afzonderlijk hoofdstuk behandeld. Deze gewestelijke ramingen worden voor het laatste beschikbare jaar meegedeeld, d.w.z. voor het aanslagjaar 2009. De verdeling per Gewest wordt gemaakt op basis van de woonplaats van de belastingplichtige. Het Gewest is geen oorzakelijke factor, maar een element van indeling.

Page 11: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

33

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

2 Inventaris van de fiscale uitgaven. Becommentarieerde

resultaten

2.1 Globaal resultaat

Zoals aangeduid in de inleiding, slaan de recentste ramingen uit de inventaris op de aanslagjaren 2008 en 2009 (hetzij de jaren 2007 en 2008 als belastbare tijd-perken) voor de personenbelasting en voor de vennootschapsbelasting, en op de jaren 2008 en 2009 voor de gegevens inzake roerende voorheffing, bedrijfs-voorheffing en indirecte belastingen. De ramingen in deze inventaris zijn per belasting samengebracht; Tabel 1 bevat de ramingen van de fiscale uitgaven en Tabel 2 de ramingen van de verminderingen, vrijstellingen en aftrekbare som-men die gedacht worden deel uit te maken van het algemeen belastingstelsel en dus geen fiscale uitgaven vertegenwoordigen.

Wat de fiscale uitgaven betreft, belopen de verliezen aan ontvangsten die gekwantificeerd zijn kunnen worden, 16.832,76 miljoen € in 2008, hetzij 4,9 % van het bbp. Deze verliezen aan ontvangsten zijn voornamelijk gelokaliseerd bij vier belastingen, met name de personenbelasting, de vennoot-schapsbelasting, de accijnzen en de btw.

Voor het geheel van de belastingen zijn de kwantificeerbare verliezen aan ont-vangsten over de periode 2004-2008 met gemiddeld 2,8 % per jaar toegenomen. De groeiritmes lopen evenwel sterk uiteen naargelang de belasting.

miljoenen € 2004 2005 2006 2007 2008 2009

% gemid.jaarlijkse groei

sinds 2004

Personenbelasting 4.511,39 4.677,82 5.098,48 5.316,88 5.844,56 n.b. 6,7%

Vennootschapsbelasting 2.189,16 2.474,12 1.983,32 1.343,46 617,9 n.b. -27,1%

Bedrijfsvoorheffing n.b. 198,07 495,88 948,48 1.254,35 1.834,17 54,7% (1)

Roerende voorheffing - eindbelasting 489,41 503,09 524,71 503,48 643,83 525,57 (2) 1,4%

Accijnzen 2.255,99 2.222,30 2.162,29 1.599,97 1.837,64 1.702,62 -5,5%

Belasting over de toegevoegde waarde 5.598,38 5.782,70 5.887,00 6.557,73 6.634,48 7.133,22 5,0%

Totaal 15.044,33 15.858,10 16.151,68 16.270,00 16.832,76 2,8%

n.b. = niet beschikbaar

(1) Gemiddelde jaarlijkse groeivoet 2006-2009, gezien de uitermate sterke groei van de fiscale uitgaven voor de eerste toepassingsjaren.

(2) Dit bedrag houdt geen rekening met de gegevens met betrekking tot de vrijstelling op het deel van de dividenden toegewezen of toegekend aan de overheid of door een intercommunale aan een andere intercommunale; deze gegevens zijn nog niet beschikbaar voor het jaar 2009 op het moment van de publicatie van de inventaris.

Tabel 1: Verliezen aan ontvangsten ingevolge fiscale uitgaven

Page 12: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

34

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

Behalve bij het specifieke geval van de bedrijfsvoorheffing, waarvoor de bijzon-der sterke groei toe te schrijven is aan de geleidelijke invoering sinds 2005 van het stelsel inzake de vrijstelling van doorstorting, is de stijging van de kwanti-ficeerbare verliezen aan ontvangsten het grootst bij de personenbelasting en de belasting over de toegevoegde waarde, met gemiddelde jaarlijkse groeivoeten van respectievelijk 6,7 % en 5 % over de periodes 2004-2008 en 2004-2009.

Tabel 2 drukt de kost van de bepalingen die deel uitmaken van het “algemeen belastingstelsel” en dus niet als fiscale uitgaven beschouwd worden, uit in ter-men van verliezen aan ontvangsten.

Wat de personenbelasting betreft, vindt men hier onder meer de aftrek voor beroepskosten, het huwelijksquotiënt, de aan de basis van belasting vrijgestelde schijf alsmede de bijkomende vrijstellingen die functie zijn van het aantal kin-deren of van andere bijzondere gezinstoestanden.

Wat de vennootschapsbelasting betreft, hebben de bepalingen te maken met het wegwerken van de dubbele belasting (dbi en meerwaarden op aandelen), de aftrek voor risicokapitaal en de aftrek van vroegere verliezen.

De resultaten van het jaar 2008 worden sterk beïnvloed door de weerslag van de economische en financiële crisis. Er is namelijk een negatief cijfer voor de ven-nootschapsbelasting. Dit is toe te schrijven aan het feit dat het nettoresultaat van de vrijstelling van de meerwaarden op aandelen en van de niet- aftrekbaarheid van de minderwaarden als “minderontvangsten” wordt geboekt. In een normale periode is er een nettostijging van de waarde van de aandelen en leidt de over-eenkomende vrijstelling van VenB tot minderontvangsten. De sterke terugval van de beurskoersen in 2008 heeft het omgekeerde resultaat tot gevolg. Globaal beloopt de kwantificeerbare ontvangstenderving bijgevolg 3.846,25 miljoen € voor het jaar 2008, hetzij 1,1 % van het bbp. Wat de personenbelasting betreft,

miljoenen € 2004 2005 2006 2007 2008 2009% gemid.

jaarlijkse groei

Personenbelasting 18.281,12 17.906,24 18.727,99 18.355,79 19.370,06 n.b. 1,5%

Vennootschapsbelasting 7.353,70 17.578,22 22.926,82 22.760,41 -15.523,81 (1) n.b. -

Bedrijfsvoorheffing n.b. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 -.

Roerende voorheffing - eindbelasting 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 -

Accijnzen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 -

Belasting over de toegevoegde waarde 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 -

Totaal 25.634,82 35.484,45 41.654,82 41.116,20 3.846,25 (1)

n.b. = niet beschikbaar

(1) Zie hierna de uitleg over het negatieve teken in de vennootschapsbelasting en het lage globale resultaat van het jaar 2008.

Tabel 2: Verlies aan ontvangsten ingevolge belastingaftrek, -vrijstelling of -vermindering die geen fiscale uitgaven zijn

Page 13: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

35

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

zijn de aftrekmogelijkheden, vrijstellingen en belastingverminderingen die deel uitmaken van het algemeen belastingstelsel, globaal genomen veel omvangrij-ker dan de fiscale uitgaven.

Tabel 3 geeft de verliezen aan ontvangsten weer in % van de opbrengst van de overeenstemmende belasting. Deze percentages worden berekend op de op-brengst “exclusief uitgaven”: ze geven dus aan met hoeveel de opbrengst van een belasting mechanisch zou verhogen, ceteris paribus, als alle fiscale uitgaven waarvan de impact is kunnen gekwantificeerd worden, afgeschaft werden.

in % van de opbrengst van de belasting 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Personenbelasting 15,2% 15,1% 15,8% 15,7% 16,4% n.b.

Vennootschapsbelasting 24,7% 24,9% 18,8% 11,9% 6,2% n.b.

Bedrijfsvoorheffing n.b. 0,6% 1,5% 2,7% 3,3% 4,9%

Roerende voorheffing - eindbelasting 27,4% 21,6% 23,2% 21,2% 24,8% 25,2%

Accijnzen 36,7% 36,1% 35,6% 25,4% 29,8% 28,1%

Belasting over de toegevoegde waarde 27,7% 27,1% 26,1% 27,6% 27,6% 30,4%

Totaal 22,6% 22,4% 21,9% 21,0% 21,5%

n.b. = niet beschikbaar.

Tabel 3: Verliezen aan ontvangsten ingevolge fiscale uitgaven, in % van de opbrengst van de belasting

Minderontvangsten Idem, in % van het totaal

1. Autoriteitscel 377,28 3,0%

2. Sociale cel 5.910,47 47,4%

2.1. Sociale voorzorg 2.749,19 22,1%

2.2. Gezin 97,04 0,8%

2.3. Tewerkstelling en arbeid 1.196,35 9,6%

2.4. Middenstand 172,95 1,4%

2.5. Volksgezondheid 0,00 0,0%

2.6. Andere 1.694,94 13,6%

3. Economische cel 6.101,07 48,9%

3.1. Spaarwezen en krediet 2.233,39 17,9%

3.2. Onroerende goederen 1.834,71 14,7%

3.3. Investeringen van ondernemingen 312,79 2,5%

3.4. Onderzoek en ontwikkeling 405,01 3,2%

3.5. Landbouw 0,00 0,0%

3.6. Verkeerswezen 8,02 0,0%

3.7. Energie 376,26 3,0%

3.8. Leefmilieu 475,68 3,8%

3.9. Andere 463,23 3,7%

4. Gemeenschappen en Gewesten 77,10 0,6%

5. Diversen 0,00 0,0%

Tabel 4: Minderontvangsten: classificatie per doelstelling (2008)

Page 14: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

36

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

Tabel 4 vat de indeling per doelstelling samen. Zoals hieronder vermeld gaat het om indicatieve gegevens, aangezien het zeer moeilijk is de uiteindelijke eco-nomische weerslag van sommige fiscale uitgaven te bepalen. De classificatie per doelstelling bevat de verliezen aan ontvangsten van de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de roerende voorheffing (eindbelasting), de be-drijfsvoorheffing, de accijnzen en de belasting over de toegevoegde waarde. De verliezen aan ontvangsten met betrekking tot de registratierechten worden uit-gesloten in de mate dat hun statuut van fiscale uitgaven gewijzigd wordt door de vermindering tot 0 % van het inbrengrecht in 2006.

De fiscale uitgaven waarvan de minderontvangsten kunnen gekwantificeerd worden, beantwoorden vooral aan sociaal-economische doelstellingen. Op sociaal vlak hebben de belangrijkste doelstellingen betrekking op de sociale voorzorg en op de rubriek “tewerkstelling en arbeid” (3,9 miljard € aan min-derontvangsten voor beide posten). Op economisch vlak vertegenwoordigen de rubrieken “spaarwezen en krediet” en “onroerende goederen” het grootste deel van de kost van de fiscale uitgaven.

Personenbelasting

Vennootschapsbelasting

Bedrijfsvoorheffing

Roerende voorheffing - eindbelasting

Accijnzen

Belasting over de toegevoegde waarde

Grafiek 1 : Verliezen aan ontvangen ingevolge fiscale uitgaven - Anno 2008

Page 15: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

37

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

2.2 De resultaten per belasting

2.2.1 Personenbelasting

De belastingverminderingen voor vervangings-inkomens zijn de belangrijkste post bij de fiscale uitgaven: 2.727 miljoen € voor de inkomsten 2008.

Daarna komen de belastingverminderingen voor het langetermijnsparen en voor onroerende beleggingen (1.994 miljoen € voor de inkomsten van 2008). Dat bedrag bevat de verminderingen voor levensverzekeringspremies, de ka-pitaalsaflossingen van hypothecaire leningen, het stelsel van de aftrek voor de enige eigen woning, de betalingen voor het pensioensparen, de betalingen voor de verwerving van werkgeversaandelen en de persoonlijke bijdragen voor groepsverzekeringen.

Deze twee posten alleen al vertegenwoordigen 81 % van de kwantificeerbare verliezen aan ontvangsten. Bij de andere belangrijke posten kunnen nog ver-meld worden: de belastingvermindering voor de energiebesparende uitgaven (376 miljoen €), de terugbetaling door de werkgever van de kosten van het woon-werkverkeer (167 miljoen €), de belastingvermindering voor overuren (118 mil-joen €), de belastingvermindering voor de met dienstencheques betaalde uit-gaven en de eventuele omzetting ervan in een belastingkrediet (118 miljoen €), het belastingkrediet op lage inkomsten uit beroepsactiviteit (99 miljoen €), de

-50% -30% -10% 10% 30% 50% 70% 90%

Personenbelasting

Vennootschapsbelasting

Bedrijfsvoorheffing

Roerende voorheffing - eindbelasting

Accijnzen

Belasting over de toegevoegde waarde

In % van de opbrengst van de belasting

Bepalingen die deel uitmaken van het algemeen belastingstelsel Fiscale uitgaven

-155%

Grafiek 2 : Fiscale uitgaven en bepalingen die deel uitmaken van het algemeen belastingstelsel - Anno 2008

Page 16: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

38

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

aftrek voor de kosten van kinderopvang (97 miljoen €) en de aftrek van giften (47 miljoen €).

De fiscale uitgaven waarvan de minderontvangsten kwantificeerbaar zijn, stegen over de periode 2004-2008 jaarlijks met gemiddeld 6,7 %. Hun aandeel in de overeenstemmende belastingopbrengst stijgt van 15,2 % tot 16,4 %.

2.2.2 Vennootschapsbelasting

Voor de inkomsten van het jaar 2007 vormden de vrijgestelde winsten van de coördinatiecentra, met een verlies aan ontvangsten van 699 miljoen €, nog de belangrijkste post. Het verlies aan ontvangsten vermindert zeer sterk voor de inkomsten van het jaar 2008, tot 45 miljoen €, ingevolge het uitdoven van het stelsel. De belangrijkste fiscale uitgaven zijn nu het belastingkrediet voor onder-zoek en ontwikkeling, waarvan het bedrag in drie jaren is verdrievoudigd (135 miljoen € voor de inkomsten van het jaar 2008) en de forfaitaire buitenlandse belasting (146 miljoen € in 2008). De gespreide belasting van meerwaarden en de investeringsaftrek zijn ook belangrijke posten, met respectievelijk 96 en 88 miljoen € in 2008.

2.2.3 Bedrijfsvoorheffing

De vrijstelling van doorstorting van BV met betrekking tot ploegen- of nachtarbeid vormt verreweg de belangrijkste fiscale uitgave (ruim 650 miljoen € in 2008, 738 miljoen € in 2009). Zij wordt gevolgd door de verschillende vrijstellingen van doorstorting die worden toegekend op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek (245 miljoen € in 2008, 452 miljoen € in 2009). Een andere steeds belangrijkere fiscale uitgave betreft de overuren (res-pectievelijk 83 en 87 miljoen € in 2008 en 2009).

Van haar kant, leidde de structurele vermindering, d.w.z. de in oktober 2007 ingevoerde vrijstelling van doorstorting, in 2009 tot een verlies aan ontvangsten van 465 miljoen €.

Met betrekking tot de bezoldigingen van sportbeoefenaars werd in 2008 een nieuwe vrijstelling van doorstorting ingevoerd. Zij leidde in 2009 tot een verlies aan ontvangsten van 42 miljoen €.

Page 17: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

39

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

2.2.4 Roerende voorheffing

In de samenvattende tabel worden slechts de verliezen aan ontvangsten opgenomen waarvoor de roerende voorheffing de eindbelasting is. De fiscale uitgaven met kwantificeerbare verliezen aan ontvangsten zijn de vrijstelling van roerende voorheffing op de eerste schijf van 1.250 € (niet geïndexeerd) van spaardeposito’s (respectievelijk 567 en 501 miljoen € in 2008 en 2009), de verza-king aan de inning van de roerende voorheffing in het kader van het pensioen-sparen (respectievelijk 32 en 24 miljoen € in 2008 en 2009) en de vrijstelling op het aandeel van de dividenden dat aan de overheid of door een intercommu-nale aan een andere intercommunale wordt toegekend (45 miljoen € in 2008, zie echter de methodologische nota op pagina 20 over de onderschatting van het bedrag).

2.2.5 Accijnzen

Het belangrijkste verlies aan ontvangsten komt voort uit de toekenning van een verlaagd tarief voor stookolie (gasolie met hoog zwavelgehalte gebruikt als verwarmingsbrandstof). Dit verlies bedraagt in 2008 en 2009 respectievelijk 1.528 en 1.398 miljoen € en vertegenwoordigt op zich al ruim 80 % van de kwan-tificeerbare ontvangstenverliezen. Daarna volgen de verlaagde tarieven voor gasolie en kerosine voor industriële en commerciële toepassingen (ongeveer 110 iljoen € in 2008 en 2009).

2.2.6 Registratierechten

De vermindering tot 0 % van het evenredige recht die samenhangt met de invoering van de aftrek voor risicokapitaal, vormt in 2008 met een bedrag van 306 miljoen € het belangrijkste kwantificeerbare verlies aan ontvangsten. Zij wordt echter niet beschouwd als een fiscale uitgave vermits het referentietarief thans 0 % bedraagt.

2.2.7 Belasting over de toegevoegde waarde

Zoals bovenvermeld worden alle toepassingsgevallen van de verminderde tarieven nu beschouwd als fiscale uitgaven. Onder de posten waarvan de kost apart wordt geïdentificeerd, vermelden we de toekenning van het verlaagd tarief van 6 % voor de vastgoedsector (1.244 en 1.731 miljoen € voor de jaren 2008 en 2009) en de vrijstellingen die de diensten van notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders genieten. Deze laatste post bedraagt in 2008 en 2009 res-pectievelijk 168 en 203 miljoen €. De sterke stijging van het bedrag in de rubriek

Page 18: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

40

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

“vastgoed” is toe te schrijven aan de maatregelen van het herstelplan (toekenning van het 6 %-tarief op een schijf van 50.000 €). Het betreft tijdelijke maatregelen.

Het aandeel in de belastingopbrengst blijft tussen 2004 en 2008 stabiel binnen een vork van 26,1 % à 27,7 %, maar stijgt tot 30,4 % voor het jaar 2009. De groei van de fiscale uitgave verbonden aan het 6 %-tarief in de vastgoedsector verklaart deze toename.

2.3 Methodologische kanttekeningen

2.3.1 Personenbelasting

Vrijstelling voor de kinderbijslag (PB, rubriek 15.1.)

Het verlies aan ontvangsten dat uit de belastingvrijstelling van de kinderbij-slag volgt, wordt sinds 2004 berekend op basis van de, in voorkomend geval, tot de niet-ingekohierde huishoudens uitgebreide gegevensbank van het micro-simulatiemodel SIRe. Het verlies aan ontvangsten voor het jaar 2008 dat daaruit resulteert, is gelijk aan 1.672 miljoen €, of 30,9 % van de kinderbijslag die over dezelfde periode betaald is.

Vrijstelling voor de oorlogspensioenen en -renten en renten toegekend aan inva-liden uit vredestijd (PB rubrieken 15.2. en 15.9.)

Voorheen werd tegelijk een globale raming gemaakt voor zowel pensioenen en renten aan slachtoffers van de twee wereldoorlogen als voor renten aan invaliden uit vredestijd.

Dankzij de gegevens aangebracht door de dienst Oorlogspensioenen is het mogelijk om de fiscale uitgave verbonden met de vrijstelling voor renten toe-gekend aan invaliden uit vredestijd te onderscheiden van die welke verband houdt met de vrijstelling voor pensioenen en renten toegekend aan slachtoffers van de twee wereldoorlogen.

Pensioenen en renten toegekend in geval van blijvende ongeschiktheid, maar die geen herstel van een bestendig verlies van beroepsinkomsten uitmaken (PB, ru-briek 15.10.)

De vroeger toegepaste methode bestond erin het totaal van de jaarlijkse verze-keringsuitgaven van het Fonds voor de beroepsziekten voor blijvende arbeids-

Page 19: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

41

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

ongeschiktheid te nemen, en daarop het marginale tarief toe te passen om de fiscale uitgave met betrekking tot die vrijstelling te ramen.

De raming werd gecorrigeerd zodat alleen rekening gehouden wordt met de jaarlijkse vergoedingen voor een blijvende arbeidsongeschiktheidsgraad van 20 % of minder.

De vrijstelling van de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van hun onderneming (PB rubriek 15.16.) resulteert niet in een verlies maar in een winst aan ontvangsten. Met het referentiesysteem zou de participatie belastbaar zijn in de personenbelasting en aftrekbaar in de vennootschapsbelas-ting. De fiscale uitgave is dan ook gelijk aan de opbrengst van de taxatie in de personenbelasting verminderd met enerzijds het aftrekbare bedrag in de ven-nootschapsbelasting en anderzijds de opbrengst van de bevrijdende belasting.

2.3.2 Roerende voorheffing

Vrijstelling van RV op het gedeelte van de dividenden die toegekend of toe-gewezen worden aan de overheid of door een intercommunale aan een andere intercommunale (RV rubriek 1.1.)

Het bedrag van 45,23 miljoen € voor het jaar 2008 moet als onderschat worden beschouwd wegens het ontbreken van informatie in de gebruikte gegevens-basis (Belfirst) over de vergoeding van het kapitaal en de uit te keren winst van de intercommunales. De gegevens met betrekking tot het jaar 2009 waren nog niet beschikbaar op het moment van de publicatie van deze Inventaris.

Vrijstelling RV op de eerste schijf van spaardeposito’s (RV rubriek 2.6.)

De methode toegepast om de vrijstelling van roerende voorheffing op de eerste schijf van de inkomsten uit spaardeposito’s te ramen, bestond erin de interesten te berekenen uitgaande van de driemaandelijkse variatie van de uitstaande bedragen en de reeks rentetarieven (getrouwheidspremie inbegrepen) die door de Nationale Bank van België in haar “Statistisch tijdschrift” gepubliceerd was. Een roerende voorheffing van 15 % werd daarna toegepast op die rentetarieven.

Aangezien die reeks niet meer gepubliceerd wordt, wordt nu de reeks impli-ciete rentevoeten op gereglementeerde spaardeposito’s gebruikt, berekend als kwartaalgemiddelden (bron: nbb).

Page 20: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

42

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

2.3.3 Accijnzen

Raming van de fiscale uitgaven met betrekking tot energieproducten en elektri-citeit (Accijnzen, rubriek A.)

Een nieuwe ramingsmethode werd vanaf het jaar 2004 toegepast. Voor de bere-kening van de fiscale uitgaven met betrekking tot energieproducten en elektri-citeit bestaat de evaluatiemethode erin een referentietarief vast te leggen voor elk soort product; de fiscale uitgave wordt geëvalueerd door de verbruikte hoeveel heden te vermenigvuldigen met het verschil tussen het referentietarief en het verminderde tarief.

Het gebruikte referentietarief is een volledig tarief waarin de accijns, de bijzon-dere accijns, de controleretributie en de bijdrage op de energie worden opge-nomen.

Vroeger had het voornaamste geraamde ontvangstenverlies betrekking op het verminderde tarief voor gasolie voor wegvervoer met als referentietarief het tarief voor benzine waarin de accijns en de bijzondere accijns worden opgeno-men, maar dit verlies werd niet als een fiscale uitgave beschouwd.

De nieuwe methode bepaalt een referentietarief voor elk type energieproduct. De in aanmerking genomen productgroepen zijn: benzine, onvermengde gas-olie wegvervoer met een laag zwavelgehalte, onvermengde gasolie wegvervoer met een hoog zwavelgehalte, met fame aangevulde gasolie wegvervoer, zware stookolie, kerosine gebruikt als motorbrandstof en lpg-methaan.

Voor benzine is er geen berekening van de fiscale uitgave aangezien alle benzine-producten worden beschouwd als specifieke producten, ongeacht hun octaan-, lood- en/of zwavel- of bio-ethanolgehalte.

Dit geldt ook voor alle soorten gasolie voor wegvervoer, ongeacht hun zwavel- of fame-gehalte zijn het eveneens specifieke producten.

De fiscale uitgaven worden echter berekend voor de verschillende doeleinden of categorieën van gebruikers van eenzelfde product (industriële of commer-ciële doeleinden of gebruik als verwarmingsbrandstof); dit geldt zowel voor gasolie als voor kerosine, zware stookolie of lpg-methaan.

Voor de jaren 2008 en 2009 gaat het om ramingen vermits niet alle volumegege-vens beschikbaar zijn. Deze volumes werden dan ook geraamd aan de hand van vastgestelde ontvangsten en verdeelsleutels.

Page 21: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

43

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

2.3.4 Registratierechten

Vermindering van het evenredige recht tot 0 % (Registratie-, hypotheek- en griffie rechten, rubriek A.1.)

De raming van de fiscale uitgave is een onderschatting omdat zij enkel geba-seerd is op de rekeningen van de niet-financiële ondernemingen.

Specifieke vrijstellingen van het evenredig recht (Registratie-, hypotheek- en griffierechten, rubriek A.2.)

De meeste van de in rubriek A.2. vermelde vrijstellingen vervielen ingevolge de vermindering van het evenredig recht tot 0 % (namelijk sinds 1 januari 2006). De wettelijke bepalingen blijven echter bestaan in het W. Reg.

Voor het jaren 2007 en volgende wordt, wat deze specifieke vrijstellingen betreft, dan ook geen bedrag opgenomen in de samenvattende tabel van de becijferde ramingen. Voor het jaar 2006 worden de bedragen wel opgenomen voor zover het zou kunnen gaan om saldi van verrichtingen met betrekking tot het jaar 2005.

2.3.5 Belasting over de toegevoegde waarde

0 %-tarief “kranten en weekbladen” (Belasting over de toegevoegde waarde, rubriek A.1.)

De reeks van de fiscale uitgave met betrekking tot het 0 %-tarief voor kranten en weekbladen werd herraamd om rekening te houden met een verlies aan ont-vangsten ten opzichte van het 21 %-tarief en niet meer ten opzichte van het 6 %-tarief, gezien de verandering van het referentiesysteem volgens welke alle verminderde tarieven worden beschouwd als fiscale uitgaven.

Verminderde tarieven van 6 % en 12 % in de bouwsector (Belasting over de toe-gevoegde waarde, rubrieken A.2 en A.3)

De vorige reeks met betrekking tot de bouwsector werd herzien voor de jaren 2002 tot 2009. Ze is thans gebaseerd op de btw-aangiften tegen 6 % en 12 % uit de bouwsector en de aanverwante sectoren die aan de hand van de nace-

Page 22: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

44

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011

classificatie geïdentificeerd konden worden. Er werd geen rekening gehouden met de regularisaties en kredietnota’s.

De in aanmerking genomen nace-codes zijn enerzijds 20-26-28-45-70 (nace-classificatie 2002) voor de ramingen van de jaren 2002 tot en met 2007 en ander-zijds 16-23-25-41-42-43-68 (nace-classificatie 2008) voor de ramingen voor de jaren 2008 en 2009.

Page 23: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

45

Documentatieblad 71e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat bëinvloeden

3 Bijlagen

3.1 Bijlage 1: Verliezen aan ontvangen ingevolge fiscale uitgaven - Anno 2007

3.2 Bijlage 2: Fiscale uitgaven en bepalingen die deel uit-maken van het algemeen belastingstelsel - Anno 2007

Personenbelasting

Vennootschapsbelasting

Bedrijfsvoorheffing

Roerende voorheffing - eindbelasting

Accijnzen

Belasting over de toegevoegde waarde

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Personenbelasting

Vennootschapsbelasting

Bedrijfsvoorheffing

Roerende voorheffing -eindbelasting

Accijnzen

Belasting over de toegevoegdewaarde

Bepalingen die deel uitmaken van het algemeen belastingstelsel Fiscale uitgaven

202%

Page 24: Inventaris 2009 van de vrijstellingen, aftrekken en ......25 Domentatielad A71e aargang nr 2 2e kwartaal 2011 Inventaris 2009 van de vristellingen atrekken en verminderingen die de

46