Introductieboekje ckv vwo

12
Naam: ................................................................................ Klas: .........................

description

 

Transcript of Introductieboekje ckv vwo

Page 1: Introductieboekje ckv vwo

Naam: ................................................................................ Klas: .........................

Page 2: Introductieboekje ckv vwo

Ckv

Culturele en kunstzinnige vorming is een schoolvak, verplicht in de bovenbouw van havo en vwo. Tot nu toe heb je bij een schoolvak gewerkt aan kennis en vaardigheden. CKV onderscheidt zich wat dat betreft van veel andere vakken. In de basisvorming heb je kennis opgedaan van verschillende kunstvakken en die kennis gaat je nu helpen om je eigen smaak te ontwikkelen. Want dat is het doel van CKV; dit vak sluit je met een voldoende af wanneer je laat zien dat je onbevooroordeeld kunt kijken, luisteren en beleven. Als je kunt aangeven waarom een voorstelling of expositie je aanspreekt. Of niet. Want als je je smaak ontwikkelt, kom je er ook achter dat je sommige dingen niet lust. Dat mag, maar je moet wel proeven om dat te weten. CKV is het enige schoolvak dat door de minister een ervaringsvak wordt genoemd. Dat ervaren heeft verschillende aspecten. Aan de ene kant ga je ervaren hoe het is om een voorstelling te bezoeken, je krijgt inzicht in het aanbod bij jou in de buurt. Aan de andere kant is jouw ervaring van belang. Dit moet je serieus nemen en daarmee ga je aan het werk. CKV is een ervaringsvak, een vak voor algemene ontwikkeling met kunst als middel; door middel van kunst kom je meer over jezelf en over de wereld te weten. Je komt nu op een leeftijd dat je in de gaten krijgt dat datgene wat je ziet niet de hele werkelijkheid is. Achter een (kunst)uiting zit een idee. Soms vind je de vorm interessant of mooi, een andere keer spreekt de inhoud je aan. Soms beide en andere keren geen van tweeën.

Joop van den Ende Producties: The Lion King, 2003

Page 3: Introductieboekje ckv vwo

Ckv bestaat uit 4 onderdelen: Domein A: Culturele activiteiten Voor het vak CKV moet je dit jaar 8 culturele activiteiten ondernemen. Culturele activiteiten zijn jouw bezoeken aan kunst- en cultuuruitingen. De activiteiten moeten verdeeld zijn over de volgende kunstdisciplines: theater, film, muziek, beeldende kunst en architectuur. Je gaat naar een theatervoorstelling, een film, een concert of tentoonstelling, je bezoekt een gebouw vanwege architectuur. Deze activiteit is altijd buiten school en wordt door jezelf gekozen. Ook wereld-literatuur kan deel uitmaken van CKV, maar overleg altijd eerst met je docent.

De Engelse slagwerk- en dansgroep STOMP

Niet elk evenement wordt goedgekeurd. De minister heeft namelijk bepaald dat er sprake moet zijn van 'algemeen erkende kwaliteit'. Om teleurstellingen te voorkomen is het verstandig om vooraf te informeren of je bezoek gebruikt mag worden voor CKV. Het vak CKV wordt in het 4e leerjaar afgesloten door een schoolexamen. Het schoolexamen bestaat uit twee onderdelen: Het kunstdossier en de reflectie daarop. Het vak moet met een voldoende worden afgesloten. Zolang het kunstdossier niet in orde is, mag je geen examen doen in de andere vakken. Daarom is het belangrijk om regelmatig een activiteit te ondernemen.

o Een culturele activiteit moet door jezelf ondernomen zijn. Voeg altijd het toegangsbewijs bij je verslag. Heb je geen toegangsbewijs, maak dan een foto van jezelf terwijl je de activiteit onderneemt, zodat je kan aantonen dat je de activiteit gedaan hebt.

o Spreid de activiteiten over de verschillende kunstdisciplines (Palet deel a).

Page 4: Introductieboekje ckv vwo

Domein B: Kennis van kunst en cultuur. Je geniet meer van een voorstelling of expositie als je wat achtergrond- informatie hebt.

o Bereid je goed op de activiteit voor. Verzamel informatie zoals; aankondigingen, flyers, toegangsbewijzen, recensies en internetpagina's. Voeg deze informatie bij je verslag.

o Lees voordat je een activiteit onderneemt het bijbehorende hoofdstuk in Palet goed door.

Domein C: Het kunstdossier Je moet je ervaringen als bezoeker, toeschouwer, luisteraar of lezer vastleggen in een kunstdossier.

o De eerste indruk van de activiteit leg je vast in een kijk- of luisterwijzer (Palet deel c, blz. 125 t/m 138). Deze helpt je bij het maken van je verslag, alleen een ingevulde kijkwijzer is onvoldoende.

o Ga diep op de daar gestelde vragen in. Zoek naar achtergrond informatie. Belicht bijv. ook de tijd waarin het “kunstwerk, toneelstuk enz.” gemaakt is.

o De ervaring die je bij de activiteit hebt opgedaan leg je vast in een verslag. Wacht niet te lang met het maken van het verslag, je maakt het jezelf dan onnodig moeilijk.

o Het verslag moet 2 (school)weken na dato worden ingeleverd. Verslagen die later zijn ingeleverd kunnen niet meer meetellen. (Kom je in tijdnood, overleg vooraf met je docent).

o Verslagen moeten persoonlijk bij je CKV docent ingeleverd worden. Dus een verslag lever je nooit via het postbakje in.

Domein D: Praktische activiteiten Tijdens de CKV-lessen maakt je nader kennis met de verschillende kunstdisciplines, ook ga je zelf actief aan de slag op het gebied van de kunsten. Daarvoor krijg je opdrachten die je in de lessen maakt. Ook deze praktische opdrachten moeten met een voldoende worden afgesloten. Voor CKV geldt een studielast van 160 uur. De culturele activiteiten en het maken van de verslagen tellen mee als studielast (slu). Bij het bepalen van les- en huiswerkopdrachten is hiermee rekening gehouden. Het voorbereiden, bezoeken en verwerken van een culturele activiteit heeft de minister op 6 studielasturen gesteld. De ene keer houd je daar tijd aan over, maar als je naar een festival gaat heb je tijd tekort. Zes studielasturen is een gemiddelde.

Page 5: Introductieboekje ckv vwo

Niet alle activiteiten kunnen meetellen voor het kunstdossier. Twijfel je, overleg vooraf met je docent. Hieronder enkele voorbeelden die zeker niet als activiteit meetellen.

o Een culturele activiteit onderneem je niet thuis op de bank of voor de computer.

o Film: Een film thuis kijken, bijvoorbeeld op dvd of televisie telt niet mee als culturele activiteit. Ook de gemiddelde Hollywoodfilm, ook al heb je die in de bioscoop gezien, telt niet mee. Wanneer je als culturele activiteit een film wilt bekijken, ga dan naar een filmhuis. Daar vertonen ze art-films. Ook de filmclub op de Rietlanden selecteert films speciaal voor CKV.

o Muziek: Een activiteit voor muziek telt niet mee als je bijv. een concert thuis op de radio hebt gehoord of op de televisie of dvd hebt gezien. Wil je dat deze activiteit meetelt dan ga je bijv. naar een uitvoering, concert of festival. Ook het zelf deelnemen aan een muzikale activiteit kan je laten meetellen. (overleg vooraf met je docent)

o Beeldende kunst/ Toegepaste kunst/ Fotografie: Bekijk je een kunstwerk in een boek of op de computer dan kan dit niet als activiteit meetellen. Kunst bekijk je in een museum, galerie, expositie of beeldenpark. Kunst in de openbare ruimte kan meetellen als je het bijv. aan een thema verbindt (overleg eerst met je docent).

o Architectuur: Niet ieder bouwwerk is architectuur. Goed gekozen materiaal en een fraaie vorm geven een gebouw uitstraling. Als deze twee ook nog passen bij de functie van het gebouw, noemen we dat architectuur. Het gebouw heeft dan iets extra’s: kwaliteit en schoonheid. Ook een bijzondere brug valt onder architectuur.

o Musea: Alleen kunstmusea, dus geen maritiem-, textiel-, likeur-, sport of natuurmuseum. Een historisch museum mag als je die in het erfgoed- perspectief kunt plaatsen.

Page 6: Introductieboekje ckv vwo

Ook wereldliteratuur kan deel uitmaken van CKV. Voor het lezen van wereldliteratuur als culturele activiteit heb je altijd toestemming nodig van je ckv docent en je mag het boek niet op de literatuurlijst voor de taalvakken zetten. Het onderdeel wereldliteratuur mag geen verlengstuk worden van het reguliere literatuuronderwijs, maar heeft binnen CKV een geheel eigen functie. Bij ckv lees je een boek om meer te weten te komen van andere culturen of om te zien wat nu de inspiratiebron is geweest voor latere kunstwerken. Grote verhalen uit het verleden: Een werk dat zoveel invloed heeft gehad op de kunsten en nog steeds in allerlei vertalingen en bewerkingen in de boekhandel te koop is, behoort tot de wereld literatuur ( bijv. Odysseus, Robinsin Crusoë, Faust, Anna Karenina). Deze verhalen mag je alleen gebruiken in combinatie met een ander kunstuiting, bijv. toneelstuk, film en/of schilderij waarvoor het boek als inspiratiebron gediend heeft.

Giorgio de Chirico, De terugkeer van Odysseus, 1968

N.B. Een bewerking tot kinder- of jeugdboek mag je niet lezen als CKV activiteit. Moderne literatuur: Tot de moderne wereldliteratuur rekenen we in de eerste plaats werken uit de laatste honderd jaar die waardevol blijken te zijn voor de laatste generatie lezers. ( bijv. Dostojewski, Tjechov, Pirandello, Ibsen, Kafka en Garcia Lorca). Bovendien noemt men in het dagelijks spraakgebruik alle literatuur uit niet-westerse culturen ook ‘wereldliteratuur’. In deze literatuur wordt de lezer geconfronteerd met een hem onbekende cultuur. (bijv. De duivelsverzen van Salman Rushdie of De vliegeraar van Khaled Hosseini).

Page 7: Introductieboekje ckv vwo

Verslagen Voor CKV zul je regelmatig verslag uitbrengen van de culturele activiteit die je ondernomen hebt. Het verslag moet je zo maken dat het voldoende inzicht geeft in de door jou ondernomen activiteit, jouw ervaringen en jouw mening. Maak het verslag zo snel mogelijk na de activiteit, dan zijn de indrukken nog vers. Een verslag schrijf je vooral voor jezelf. Je moet over een tijdje nog weten wat je op een bepaald moment van een optreden, kunstwerk, museumbezoek of workshop vond. Je geheugen is daarbij natuurlijk een belangrijk instrument. Schrijf daarom vooral verslagen waar je je geheugen mee helpt. Algemene opmerkingen als ik vond er niks aan of het was wel leuk helpen dan niet zoveel. Word zo persoonlijk mogelijk en schrijf waarom je je vermaakte, waaraan je je precies ergerde, wat je opviel, wat een gewenste verandering zou zijn. Vaak zeggen twee rake persoonlijke opmerkingen al heel veel. Het maken van een schriftelijk verslag voor CKV Het verslag moet uitgetypt worden. Een verslag bestaat uit zes delen en is altijd getypt.

a. titelblad b. de inleiding c. het verslag zelf d. de rol van de maker(s) e. de afsluiting f. de illustraties.

a. op het titelblad schrijf je:

o je naam o de titel van het verslag o de activiteit o het vak (CKV) o de maand en het jaar

b. in de inleiding schrijf je:

o bij welke activiteit het verslag hoort o waar het verslag over gaat o wat heb je gedaan om informatie te vinden

Page 8: Introductieboekje ckv vwo

c. in het verslag verwerk je: o de informatie die je gevonden hebt o beschrijving van de activiteit

• wat is het? • hoe heet het? • hoe heet/heten de makers? welke nationaliteit heeft/hebben deze

persoon/personen? • wanneer is het (oorspronkelijk) gemaakt? • hoe groot is het of hoelang duurt het? • waar heb je het gezien, gehoord? • wanneer heb je het gezien, gehoord?

d. de rol van de maker(s) o Wat kan je vertellen over de vorm, de inhoud en de functie? Gebruik

hierbij de ingevulde kijk – of luisterwijzer die je achterin Palet vindt. e. in de afsluiting schrijf je:

o Waarom heb je deze activiteit uitgekozen? o Wat verwachtte je en waarom verwachtte je dat? Heeft bijvoorbeeld de

mening van een ander, een recensie of een programma op tv je verwachtingen beïnvloed?

o Zijn je verwachtingen uitgekomen? Ben je achteraf gelukkig met je keuze?

o Wat vind je van dit genre en waarom? Beschrijf jouw reactie op de activiteit. Probeer een link te leggen tussen jouw ervaring, de gebruikte middelen en de bedoeling van de maker(s).

o Is je houding ten opzichte van deze vorm van kunst veranderd? Kun je aangeven wat die verandering inhoudt?

o Wat is je mening? Het gaat hier om een zo concreet mogelijke beschrijving van je eindoordeel. Dat hoeft natuurlijk niet altijd positief te zijn, maar je moet wel steeds aangeven waarom je die mening hebt. Misschien heb je ook niet alles begrepen. Vermeld dat dan ook.

f. de illustraties.

o Maak het verslag aantrekkelijk met illustraties zoals tekeningen en foto's. Je kunt bijvoorbeeld een folder van een dansvoorstelling, een ansichtkaart van een kunstwerk of foto van een groep muziekanten inplakken. Zelf een tekening maken mag natuurlijk ook. In het bijschrift vertel je wat er op de illustratie te zien is. Met dit illustratiemateriaal geef je in beeld iets weer van hetgeen je gezien of gehoord hebt. Je kunt natuurlijk ook een DVD toevoegen met geluid of bewegend beeld.

Page 9: Introductieboekje ckv vwo

Andere vormen van verslag Kunstenaars laten zich vaak inspireren door kunstwerken van anderen. Het verhaal van Daedalus en Icarus heeft veel kunstenaars geïnspireerd. Pieter Breughel de Oude maakte het schilderij hieronder.

De val van Icarus, Pieter Breughel de Oude (1520/25 – 1569), ca 1558

Dit schilderij inspireerde Huub Oosterhuis om het volgende gedicht te maken.

Val van Icarus

Ik heb niets gezien. Hoorde veraf roepen.

Ken ook niemand die hem kende. Heb trouwens geleerd me niet

met anderen te bemoeien, me niet te verbazen, en zonder

opwinding en weemoed te weten wat ik weet:

onhoorbaar zwenkt een vogel, onzichtbaar knakt een strohalm,

en niets valt omhoog - wie ben ik.

Toen vanmorgen, laat,

de zon opdoemde, en wij, plots zwetend, onze hoeden afzetten

en onze zonnebrillen op, zo vonkte de zee, hoorde ik wel iets,

ik zei nog: hoor je niets - maar iemand uit de lucht

zien vallen? Nee.

uit:Weg en omweg, Lannoo/de Prom, Tielt/Baarn, 1996

Page 10: Introductieboekje ckv vwo

Als je wilt mag je ook op die manier verslag doen. Een paar voorbeelden:

o Ontwerp zelf een affiche voor een voorstelling die je gezien hebt. In dat affiche laat je duidelijk naar voren komen wat jij van de voorstelling vond en voor welke doelgroep jij de voorstelling geschikt acht. Je kunt dan ook mooi de feitelijke informatie verwerken.

o Maak een fotoverslag, collage of tekening. Bij het maken van een fotoverslag of collage kun je twee invalshoeken kiezen (of combineren)

• de inhoud van de voorstelling met foto's of tekeningen ervan.

• de sfeer voor of na, tijdens of na de voorstelling met reacties van het publiek en/of de artiesten.

Een collage is meer dan een verzameling plaatjes. De compositie van je collage is minstens even belangrijk als de plaatjes zelf. En natuurlijk kun je tekst toevoegen. De fotocollage mag je niet op de computer maken.

o Maak een gedicht of songtekst. Begin met het opschrijven van steekwoorden die op de voorstelling of tentoonstelling slaan. Maak groepjes van woorden die bij elkaar passen. Zoek in (synoniemen)woordenboeken naar woorden met vergelijkbare betekenissen. Tip:

• Probeer te verassen met de taal (de woorden) of met de inhoud. Vermijd al te sterke clichés

• Denk na over de opbouw. Val je met de deur in huis of werk je naar een kernboodschap toe?

• Heb je nog nooit of heel weinig gedichten gemaakt? Zoek dan eens een bestaand gedicht of lied. Maak op het ritme hiervan een nieuwe tekst.

Maar er zijn meer mogelijkheden, je kunt ook een eigen verwerkingsvorm kiezen. Overleg steeds met je docent.

Veel succes !

Page 11: Introductieboekje ckv vwo

Dit schooljaar ga je binnen het vak CKV drie kwaliteiten ontwikkelen: informeren, leren en kunst beleven. Aan de ene kant zie je beginnergedrag en aan de andere kant expertgedrag. Je snapt dat elke leerling op een eigen niveau instapt en ook dat elke leerling die CKV afsluit eindigt op een eigen niveau. Dat is geen punt. Het is wel zo dat elke leerling zich moet ontwikkelen van links naar rechts. Het expertniveau is natuurlijk geen eindniveau, maar een gewenst niveau aan het eind van het vierde leerjaar. Informeren beginner expert * informeert zich niet * kiest zelf culturele activiteiten * heeft vaak culturele activiteiten die niet bevallen * weet waar hij/zij naar toe gaat * verzamelt klakkeloos internetpagina's * gebruikt en organiseert 'favorieten' * bezoekt passief * verzamelt indrukken en materiaal tijdens

bezoek. * stelt verslaggeving uit * maakt een verslag snel na activiteit * wijst af, ongehinderd door gebrek aan kennis * zoekt na wat hij/zij niet snapt Leren beginner expert * stelt te gemakkelijk vragen over beschikbare * weet hoe CKV werkt op school informatie * laat zich verassen door inlever data * kent afspraken * verzint smoesjes * communiceert over vooruitgang * 'Moet dat nou'? 'Dit heb je nergens voor nodig". * doet mee met discussies, stelt

verdiepingsvragen * vermijdt werk * vraagt om uitdaging * leunt op anderen * is bereid iets nieuws te proberen.

is onafhankelijk Kunst beleven beginner expert * stoort tijdens optredens * weet dat publiek een onderdeel is van een

voorstelling * kan zich niet concentreren als publiek * levert als publiek een positieve bijdrage * ziet geen verband tussen publiek en uitvoerende * kan benoemen wat wel en niet aanpreekt * 'Dat kan mijn zusje ook' * waardeert ook kunst die hij-/zijzelf niet mooi

vindt * 'Dat is stom'. Heeft vooroordeel voor onbekende * accepteert dat je soms moeite moet doen voor disciplines/genres een kwalitatieve ervaring * heeft te snel een oordeel, waardoor verdere * kan een relatie leggen tussen kunst en waarneming blokkeert zichzelf; kan reflecteren op de eigen ervaring * ziet iets als kunst dat zich buiten de leefwereld * durft te proberen afspeelt, dan wel af dient te spelen * zoekt vooral veiligheid

Bekijk de typeringen hierboven en schat voor jezelf in waar jij je bevindt op de lijn van beginner naar expert. Geef dat hieronder aan op de 9-punts schaal. beginner 0 0 0 0 0 0 0 0 0 expert

Page 12: Introductieboekje ckv vwo

Balansverslag Elke periode maak je de balans op van de afgelopen periode. Wat zijn je ervaringen tot nu toe? Ben je anders over kunst gaan denken, heb je nieuwe dingen ontdekt, heb je iets geleerd? Maak gebruik van de volgende aandachtspunten.

a. Wat heb je geleerd? ('Dat een operadecor niett alleen achtergrond is, maar een betekenis kan hebben')

b. Wat heeft je verrast? ('Dat veel dingen die oude toneelschrijvers zeiden over de maatschappij nog steeds actueel zijn')

c. Wat heb je over jezelf geleerd of ontdekt? Ben je in deze periode andere dingen gaan waarderen, is je smaak veranderd? ('Ik heb gemerkt dat ik een museum toch leuk vind')

d. In hoeverre heeft dit vak tot nu toe je kijk op de wereld veranderd? Wat heb je er zelf aan gehad? ('Ik heb steeds meer oog gekregen voor mooie dingen in mijn naaste omgeving.)

Eindverslag In je eindverslag blik je terug op de periode waarin je CKV hebt gevolgd en probeer je onder woorden te brengen hoe je je ontwikkeld hebt, wat jij daar allemaal aan gedaan hebt, wat tegenviel en wat meezat. Kijk naar de activiteiten die je het afgelopen jaar ondernomen hebt. Heb je die voldoende gespreid over de diverse disciplines? Of had je duidelijk een favoriete kunstvorm? Heb je je in je keuze ergens door iets of iemand laten leiden? Ga eens in al je versagen op zoek naar waarderingswoorden (mooi, lelijk en dergelijke). Kijk eens of je daar een lijn in kunt ontdekken. Het zou kunnen zijn dat je steeds 'rare' kunst negatief of juist positief waardeert, of dat je een duidelijk voorkeursdomein hebt. Lees dus je eigen werk met de ogen van iemand anders en probeer dan een conclusie te trekken. Vind je dat je veel veranderd bent, heb je je smaak verder ontwikkeld? Aan het begin van het schooljaar was je een beginner. In hoeverre ben je nu een expert geworden? En in welke richting ben je gegaan? Had je dat een paar jaar geleden van jezelf verwacht? Wat heeft de grootste indruk op je gemaakt bij je culturele activiteiten? In hoeverre heeft dit vak je kijk op de wereld veranderd? Heb je het voor elkaar gekregen om meer over jezelf te weten te komen? Heeft kunst jou stof tot denken kunnen geven? Kijk nog eens naar je kunstautobiografie met belangstelling voor verschillende vormen van kunst. Is daar verandering in gekomen? Je tekst heeft een lengte van ongeveer 400 woorden.