Introductie periode 2b

73
Introductie periode 2b Fysische Chemie en Foutenleer 1

description

Introductie periode 2b. Fysische Chemie en Foutenleer 1. Assistenten:. Betrouwbaarheid en significantie. Apparatuur en glaswerk. Foutenleer 1. Fysische Chemie als andere tak van sport. Geen synthese maar metingen. Inhoud. Welke experimenten ga je doen? Ander glaswerk - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Introductie periode 2b

Page 1: Introductie periode 2b

Introductie periode 2b

Fysische Chemie en Foutenleer 1

Page 2: Introductie periode 2b

Assistenten:

Page 3: Introductie periode 2b

Fysische Chemie als andere tak van sport

Geen synthese maar metingen

Apparatuur en glaswerk Betrouwbaarheid en significantie

Foutenleer 1

Page 4: Introductie periode 2b

Welke experimenten ga je doen?

Ander glaswerk

(Alle druppels tellen!)

Wat is Foutenleer?

De Foutenleer opdracht

Missers van jullie voorgangers

Inhoud

Page 5: Introductie periode 2b

Welke experimenten ga je doen?

Page 6: Introductie periode 2b

Bij synthese komt het (bijna) nooit aan op de exacte hoeveelheid van de uitgangsstof.

De praktijk: veel tijdverlies door toch te proberen exact het getal uit het voorschrift te reproduceren.

Bij analytische en fysische chemie is het vaak belangrijk zo nauwkeurig mogelijk de hoeveelheden te weten, en dus niet te bereiken.

Gebruik dan ook het juiste glaswerk.

Wees duidelijk in je labjournaal!

Page 7: Introductie periode 2b

Ander ‘glas’werk:

volpipet

verdeelpipet

multipet

Page 8: Introductie periode 2b

Voorschrift:

Los in circa 50 mL demiwater 4,50 mL acetonitril op. Weeg ongeveer 3,5 g CuSO4.5H2O nauwkeurig af en los dit op in het water/acetonitril mengsel. Breng de oplossing over in een maatkolf van 100 mL en vul aan met demiwater.

Page 9: Introductie periode 2b

Voorschrift:

Los in circa 50 mL demiwater 4,50 mL acetonitril op. Weeg ongeveer 3,5 g CuSO4.5H2O nauwkeurig af en los dit op in het water/acetonitril mengsel. Breng de oplossing over in een maatkolf van 100 mL en vul aan met demiwater.

Circa 50 mL: tussen 40 en 60 mL is in orde.

Ongeveer 3,5 g nauwkeurig afwegen:

Tussen 3,4xxx en 3,6xxx g

Page 10: Introductie periode 2b

Nauwkeurig afwegen: analytische balans.

Nooit scheppen IN de balans

Na gebruik tarreren op 0

Wat je knoeit ruim je op

Neem je labjournaal mee naar de balans

De balans NIET verplaatsen!!!!

Neem het juiste weegbakje!

Page 11: Introductie periode 2b

Snelle methode van nauwkeurig afwegen:

Tarreer de analytische balans MET het weegbakje

Zet het bakje op de bovenweger en tarreer.

De analytische balans geeft nu een negatieve massa aan

Weeg ongeveer de gewenste hoeveelheid af. Hier mag je dus wel scheppen boven de bovenweger.

Plaats het bakje terug in de analytische balans en schrijf de massa die je afleest op in je labjournaal. Deurtjes dicht!

Na afloop: balans schoon, deurtjes dicht, tarreren.

Page 12: Introductie periode 2b

En hoe zet je het in je labjournaal?

Het experiment moet door een ander aan de hand van je labjournaal te begrijpen en uit te voeren zijn.

Schrijf echter ook geen overbodige dingen op:

Een 100,00 mL maatkolfmet een volpipet werd nauwkeurig....

Page 13: Introductie periode 2b

Inhoud Foutenleer:

Wat is foutenleer, en wat heeft Excel daar mee te maken?

De foutenleeropdracht

De 3 soorten fouten

Weergeven van resultaten

Significante cijfers en eenheden

95% Betrouwbaarheidsintervallen

Powerfit

Page 14: Introductie periode 2b

Wat is foutenleer?

Foutenleer houdt zich bezig met fouten in analyseresultaten.

Dit is een vorm van statistiek.

Excel heeft ingebouwde statistische functies.

Die zijn handig!

Basishandleiding Excel op practicum.chem.uu.nl

Page 15: Introductie periode 2b

Waarom foutenleer?

Het is belangrijk dat een meetresultaat correct wordt weergegeven.

De notatie laat zien hoe nauwkeurig het resultaat is.

Dit zegt ook iets over de betrouwbaarheid.

Page 16: Introductie periode 2b

Voorbeelden uit het dagelijks leven:

Er liggen 8 appels op de fruitschaal.

Mijn zusje is 8 jaar oud.

Ik heb een 8 voor de toets.

Ik heb een 8,0 voor het tentamen.

Page 17: Introductie periode 2b

Voorbeelden uit het practicum:

Voeg toe: 5 mL zoutzuur (bij synthese)

Meet 5 mL af met een verdeelpipet

Meet 5 mL af met een Finn-pipet

Er wordt drie keer een andere nauwkeurigheid bedoeld!!

4,5 – 5,5 mL

4,9 – 5,1 mL

4,95 – 5,05 mL

Page 18: Introductie periode 2b

Voorschrift:

Los in circa 50 mL demiwater 4,50 mL acetonitril op. Weeg ongeveer 3,5 g CuSO4.5H2O nauwkeurig af en los dit op in het water/acetonitril mengsel. Breng de oplossing over in een maatkolf van 100 mL en vul aan met demiwater.

Labjournaal:In een 250 mL bekerglas werd met een Finn-pipet 4,50 mL acetonitril gebracht. Hieraan werd 45 mL demiwater toegevoegd. In dit mengsel werd 3,7563 g blauw kopersulfaat (CuSO4.5H2O ) opgelost. De oplossing werd kwantitatief overgebracht in een 100 mL maatkolf, welke werd aangevuld tot de streep met demiwater.

Page 19: Introductie periode 2b

Verzoek:

Maak geen kopie van het voorschrift om in je labjournaal te plakken. Geef in je eigen woorden overzichtelijk en volledig aan wat je gedaan hebt, en verwijs voor het oorspronkelijke voorschrift naar je handleiding.

De kopieerapparaten op de labzalen zijn voor practicum doeleinden, niet voor het kopiëren van eigen materiaal zoals werkcolleges.

Page 20: Introductie periode 2b

Eenheden

ml milliliter ml. mL ccm cm3

Page 21: Introductie periode 2b

Eenheden

ml milliliter ml. mL ccm cm3

gram g g. gr gr. grm

Page 22: Introductie periode 2b

Eenheden

ml milliliter ml. mL ccm cm3

gram g g. gr gr. grm

Wanneer je eenheden voluit schrijft, is dat zonder een hoofdletter:

1 V = 1 volt

1 N = 1 newton

1 A = 1 ampère

Page 23: Introductie periode 2b

Geen enkele analyse methode heeft een oneindige nauwkeurigheid.

De ‘ware’ waarde is dus niet te bepalen.

Door het kiezen van de juiste meetomstandigheden is wel een zo nauwkeurig mogelijke schatting te maken.

Page 24: Introductie periode 2b

De drie soorten fouten

Toevallige fouten

Systematische fouten

Blunders

Page 25: Introductie periode 2b

Toevallige fouten (random errors)

Indien er voldoende nauwkeurig gemeten wordt, zal er bij dezelfde meting niet elke keer dezelfde meetuitkomst gevonden worden.

Voldoende nauwkeurig:

2,4692 g2,4687 g2,4689 g2,4693 g2,4692 g

Onvoldoende nauwkeurig:

2,47 g2,47 g2,47 g2,47 g2,47 g

Page 26: Introductie periode 2b

Systematische fouten (systematic errors)

Systematische fouten zorgen voor dezelfde fout in iedere meting (en vallen dus niet op).

Voorbeelden:- volume van het glaswerk is onjuist- concentratie in buret is anders dan gedacht- je vult verkeerd aan tot de streep- afwijking in kleurwaarneming

Page 27: Introductie periode 2b

Blunders (mistakes)

Systematische fouten vallen niet op bij het herhalen van metingen, want de afwijking is telkens dezelfde.

Blunders vallen meestal wel op en zorgen voor uitschieters en vreemde meetuitkomsten.

Page 28: Introductie periode 2b

Warewaarde toevallige fouten

systematische foutena

b

c

d

Page 29: Introductie periode 2b

Terminologie

versus

precisie, reproduceerbaarheid(precision, reproducability)

bias

juistheid(accuracy)

Page 30: Introductie periode 2b

Een set metingen (alle in mL)

10,8

10,4

10,2

10,5 10,7

10,3

10,6

10,9

10,6

10,4

10,6

10,5

10,4

10,1

10,3

10,5

10,8

10,6

10,7

10,5

10,5 11,0

n = aantal metingen = 22

Page 31: Introductie periode 2b

10,8

10,4

10,2

10,5

10,7

10,3

10,6

10,9

10,6

10,4

10,6

10,5

10,4

10,1

10,3

10,5

10,8

10,6

10,7

10,5 10,5

11,0

Modus = meest voorkomende waarde

Modus is 10,5 mL

alle in mL

Page 32: Introductie periode 2b

CPBHet modale inkomen is een bruto inkomen net onder de maximum premie-inkomensgrens van de zorgverzekeringswet. ...... Dit is niet gelijk aan het statistisch modaal (= meest voorkomende) inkomen.

Wikipedia onzin

De modus is zinvol wanneer de meet- of waarnemingsresultaten zich spreiden rond één centrale waarde. Bij een symmetrische verdeling ligt de modus dicht bij het gemiddelde en de mediaan, bij een scheve verdeling niet. Bekend voorbeeld van het begrip modus is het zogenaamde modaal inkomen, dat lager ligt dan het gemiddelde loon omdat daarop vooral de weinig voorkomende, maar vaak wel extreme, hoge lonen veel invloed hebben.

Page 33: Introductie periode 2b

10,8

10,4

10,2

10,5

10,7

10,3

10,6

10,9

10,6

10,4

10,6

10,5

10,4

10,1

10,3

10,5

10,8

10,6

10,7

10,5 10,5

11,0

Mediaan = middelste waarde

In dit geval gemiddelde van de twee om het midden liggende waarden

mediaan is 10,5 mL

Page 34: Introductie periode 2b

Gemiddelde waarde

x = Som van alle waarden

aantal waarden=

Σx

n

Wie hier om lacht, overschat zijn medestudent.

10.540909090909 mLx =

Hoe moet je afronden?

Page 35: Introductie periode 2b

10,8

10,4

10,2

10,5

10,7

10,3

10,6

10,9

10,6

10,4

10,6

10,5

10,4

10,1

10,3

10,5

10,8

10,6

10,7

10,5 10,5

11,0

Spreiding

Spreiding = 11,0 -10,1 = 0,9 mL

Relatieve spreiding =0,9 mL

10,5 mLx 100% = 9 %

Page 36: Introductie periode 2b

10,8

10,4

10,2

10,5

10,7

10,3

10,6

10,9

10,6

10,4

10,6

10,5

10,4

10,1

10,3

10,5

10,8

10,6

10,7

10,5 10,5

11,0

Variantie (s2)

s2 = Σ(x-xi)2

n-1= 0,049 mL2

Page 37: Introductie periode 2b

Standaarddeviatie (s)

s = √ (variantie) = √Σ(x-xi)2

n-1= 0,022 mL

s heeft de zelfde eenheid als het gemiddelde

Let op dat je deelt door n-1

Gebruik Excel of je rekenmachine!

σn-1

Page 38: Introductie periode 2b

populatie

steekproef

alle metingen die je kan doen

de n metingen die je doet

meetverwachting μstandaarddeviatie σ

gemiddelde xg

standaarddeviatie s

Page 39: Introductie periode 2b

AVERAGE GEMIDDELDESTDEV STDEVCOUNT AANTALSQRT WORTELVAR VAR

Page 40: Introductie periode 2b

Standaarddeviatie in het gemiddelde (sg) en significante cijfers

sg = s / √ n

sg heeft 1 significant cijfer.

Als dat cijfer een 1 of een 2 is, heeft sg 2 significante cijfers.

Gebruik sg om te beslissen op hoeveel decimalen je de waarden van het gemiddelde, de standaarddeviatie, enz. gaat opgeven.

Page 41: Introductie periode 2b

sg (onafgerond) sg decimalen

0,67875 0,7 1

24,73784 25 0

0,001872 0,0019 4

0,000967 0,0010 4

0,000943 0,0009 4

0,22987 0,23 2

1800 2000 ?

1,800E3 2,0E3 1, bij 1E3 als teleenheid

Page 42: Introductie periode 2b

Significante cijfers (vervolg)

(VWO) Het getal met het minst aantal significante cijfers bepaalt het aantal significante cijfers in het eindantwoord.

pH = 4,311 : [H+] = 4,887 . 10-5 mol L-1

pH = 4,312 : [H+] = 4,875 . 10-5 mol L-1

Nieuw: We proberen het eindantwoord zo te noteren dat het laatste cijfer, en niet meer en niet minder dan dat, onzeker is.

Page 43: Introductie periode 2b

Wat noteer je altijd:

In ieder geval:gemiddelde (xg)standaarddeviatie (s)aantal metingen (n)

Hieruit is dan te bepalen:

De standaarddeviatie in het gemiddelde (sg)95% betrouwbaarheidsinterval.

In de analytische chemie noteer je ook standaard het 95%BI

Page 44: Introductie periode 2b

De normale verdeling

μσ

Page 45: Introductie periode 2b

DENORMALEVERDELINGKOMJEINDEPRAKTIJKNIETZO GAUWTEGEN

Page 46: Introductie periode 2b

De werkelijkheid:

Page 47: Introductie periode 2b

Wanneer je μ en σ weet (van een zeer groot aantal metingen) dan is er een kans van 95,4% dat een willekeurige meetuitkomst tussen μ - 2σ en μ + 2σ ligt.

In de praktijk weet je niet μ en σ maar xg en s !

In het geval van een beperkt aantal metingen (<50) is er dan ook geen sprake van een standaard normale verdeling.

Je geeft de meetuitkomsten weer in de vorm van een 95%-betrouwbaarheidsinterval. (Met behulp van de Student’s t)

Page 48: Introductie periode 2b

Je kent: gemiddelde (xg)standaarddeviatie (s)aantal metingen (n)

Het betrouwbaarheidsinterval wordt dan gegeven door:

xg ± tν,α s / n

Student’s t met ν vrijheidsgraden en betrouwbaarheid α.

Let op: wanneer je een ijklijn interpoleert, moet het ‘anders’.

Page 49: Introductie periode 2b

Voor waarden die niet in de tabel staan: Excel

Page 50: Introductie periode 2b

T.INV

Page 51: Introductie periode 2b

Zelfstudie: doorwerken van fouten

Stel je meet de lengte van één ribbe van een kubus.l = 18,0 mm met sl = 0,2 mm

Het volume is uiteraard l3 = 5,83 cm3

Wat is de fout in het volume?

Dit is niet sl3

want de drie fouten in de lengte zijn niet onafhankelijk.

Gebruik de foutendoorwerkformule (handleiding, formule 13).

sv = 0,19 cm3

Page 52: Introductie periode 2b

De Foutenleeropdracht

Straks maak je met je groepje de groepsopdracht. (40% cijfer) Per practicumgroepje wordt 1 set antwoorden ingeleverd.De assistenten houden in de gaten of iedereen meedoet, en geven GEEN antwoorden, tips of advies.

Daarna:Elke student krijgt een individuele opdracht (60% cijfer) Foutenleer-I.Uitwerking op papier terug bij mij, MET TOELICHTINGDeadline = dinsdag 13 januari 2009 om 15 uur.Lees ook in je practicumhandleiding het onderdeel foutenleer!

Niet of te laat ingeleverd betekent: geen cijfer.

Page 53: Introductie periode 2b

Als in een opgave staat: laat zien hoe je aan je antwoord komt.....

Vermeld dan rekenstappen:

Het gemiddelde van de set metingen bedraagt 12,34 mL.

De standaarddeviatie van de set metingen bedraagt 0,05 mL.

Je hoeft dus niet te laten zien HOE je de standaarddeviatie uitrekent.

Wanneer je Powerfit gebruikt (met een ijklijn):

“Met Powerfit wordt berekend ..... “

NIET: “Volgens Powerfit”.....

Page 54: Introductie periode 2b

Wat zou je moeten weten om de thuisopdracht te maken?

gemiddelde, standaarddeviatie, 95% betrouwbaarheidsinterval

Student’s t-verdeling

t-toets voor 1 gemiddelde (zie handleiding)

doorwerken van fouten (zie handleiding)

gebruik van Powerfit

correcte notatie van resultaten

Page 55: Introductie periode 2b

Gebruik van Powerfit

Maken van ijklijnen

Lineaire kleinste kwadraten fit

Interpolatie van meetwaarden

berekenen 95% betrouwbaarheidsinterval

Page 56: Introductie periode 2b
Page 57: Introductie periode 2b
Page 58: Introductie periode 2b

De correlatiecoëfficiënt zegt alleen maar hoe goed de punten op een rechte lijn passen. Dit zegt helaas NIETS over de kwaliteit van de ijklijn. Die is soms namelijk KROM

De correlatiecoëfficiënt geven we aan met r, niet met r2.

Page 59: Introductie periode 2b
Page 60: Introductie periode 2b

Een uitschieter, wat nu???

Page 61: Introductie periode 2b

a) gewoon het punt weglaten, je houdt voldoende over, bovendien wordt r dan 0,9988

b) je meet het punt opnieuw

c) niets doen, de ijklijn is nog steeds bruikbaar

d) Je meet de hele ijkreeks opnieuw

Page 62: Introductie periode 2b

a) gewoon het punt weglaten, je houdt voldoende over, bovendien wordt r dan 0,9988

b) je meet het punt opnieuw

c) niets doen, de ijklijn is nog steeds bruikbaar

d) Je meet de hele ijkreeks opnieuw

Page 63: Introductie periode 2b

Na de tweede meting is er nog steeds dezelfde uitschieter.

a) gewoon het punt weglaten, je houdt voldoende over, bovendien wordt r dan 0,9988

b) je meet het punt opnieuw

c) niets doen, de ijklijn is nog steeds bruikbaar

d) Je meet de hele ijkreeks opnieuw

Page 64: Introductie periode 2b

Na de tweede meting is er nog steeds dezelfde uitschieter.

a) gewoon het punt weglaten, je houdt voldoende over, bovendien wordt r dan 0,9988

b) je meet het punt opnieuw

c) niets doen, de ijklijn is nog steeds bruikbaar

d) Je maakt en meet de hele ijkreeks opnieuw

Page 65: Introductie periode 2b
Page 66: Introductie periode 2b

Vaak zijn ijklijnen helemaal niet recht!

Page 67: Introductie periode 2b
Page 68: Introductie periode 2b

GEBRUIK JE VERSTAND!!!

Page 69: Introductie periode 2b

Missers van jullie voorgangers

De toegevoegde hoeveelheid demiwater is niet belangrijk zolang het niet veel te weinig of veel te veel is

De 4,02 wijkt erg af van de andere waarden die ongeveer gelijk zijn (4,05; 4,04; 4,05) en wijst op een toevallige fout. De andere liggen dus dicht bij elkaar en lijken precies.

Er ligt een systematische fout buiten het betrouwbaarheidsinterval.

De maatverdeling van de buret klopt niet. In theorie is alles mogelijk, maar laten we het houden op +/- 0,1 mL.

Bij het omslaan van de indicator wordt een andere kleur gebruikt.

Er moet sprake zijn van extreem toeval of een systematische fout.

Page 70: Introductie periode 2b

De experimenten staan min of meer klaar op de tafels.

Zorg dat aan het eind van de dag alle spullen staan waar je ze ‘s ochtends hebt aangetroffen. Glaswerk schoon en gespoeld met demiwater. (Niet droogblazen).

Gooi de (dure) oplossingen niet zomaar weg, vraag het aan je assistent.

Succes!

Houd alles heel.

Page 71: Introductie periode 2b
Page 72: Introductie periode 2b

Statistiek

aantal metingen n

gemiddelde xg

standaarddeviatie s

st.dev in gemiddelde sg

ook: x

op rekenmachine: σn-1

= s / n

Modus : meest voorkomende waarde

Mediaan : middelste waarde

Page 73: Introductie periode 2b

Notatie van meetresultaten

sg wordt genoteerd met slechts één significant cijfer.

Is dit cijfer een 1 of een 2, dan voeg je ook het volgende cijfer toe.

Vervolgens worden voor de gemiddelde uitkomst xg evenveel decimalen genoteerd als voor sg, de standaarddeviatie in het gemiddelde.

Voorbeeld: xg is gemeten als 5,3753 molals sg is bepaald als 1,2 mol, dan noteer je xg = 5,4 molals sg is bepaald als 0,07 mol, dan noteer je xg = 5,38 mol

Wat als sg = 0,00014 mol?