Interview Bart Vosselman - Veredeling

4
Naam: Bart Vosselman Leeftijd: Genoeg levenservaring Functie: Veredelaar & mede-eigenaar van De Bolster VEREDELING 46

Transcript of Interview Bart Vosselman - Veredeling

Page 1: Interview Bart Vosselman - Veredeling

© De Bolster46

Naam: Bart Vosselman

Leeftijd: Genoeg levenservaring

Functie: Veredelaar &

mede-eigenaar vanDe Bolster

v e r e d e l i n g

4 6

Page 2: Interview Bart Vosselman - Veredeling

47© De Bolster

Bart Vosselman, een bekend gezicht voor velen in de biologische sector. Een herkenbaar gezicht, dat ook. De man met de baard.Als boerenzoon is Bart opgegroeid in Epe, waar zijn ouders een kwekerij runden. Vanaf zijn 15e was Bart al nauw betrokken bij de organisatie en verkoop van aardbeien op het ouderlijk bedrijf. Op z’n zestiende werd hij op de veiling in Twello al de aardbeienkoning genoemd. Enkele jaren later begon Bart de opleiding plantenveredeling in Wageningen, waarna hij met onderzoek op de vakgroep Erfelijkheidsleer is gepromoveerd. Na gepromoveerd te zijn in 1980, begon Bart fulltime als docent op de Hogere Agrarische School Larenstein in Deventer, maar al snel was hij meer en meer op het ouderlijk bedrijf te vinden. Samen met echtgenote Elly werd het bedrijf overgenomen en gedoopt met de naam de Immenhof. Sinds eind jaren 80 werkte Bart fulltime op de Immenhof met o.a. 2 hectare aardbeienteelt. De veiling in Twello werd opgeheven en vervolgens moesten ze naar de veiling in Kampen. Daar was de Immenhof weer één van de velen en Bart voelde zich als koning ontroond. Bart en Elly verplaatsten hun afzet naar particulieren en groenteboeren. Vanuit deze kanalen kwam de vraag of ze groenten wilden telen en zo geschiedde. Bart: “Mijn vader gebruikte nog veel bestrijdingsmiddelen, veelal preventief. Ik heb hier altijd al een aversie tegen gehad. Alleen de stank al.” Het duurde dan ook niet lang voor alle bestrijdingsmiddelen werden verbannen.

De Immenhof was erg geliefd bij haar klanten, maar het was niet altijd even makkelijk. De winkel draaide op vast personeel, maar Bart moest de productie op het veld grotendeels alleen verzorgen. Alleen op zaterdagen en in de vakanties stonden scholieren hem bij. Dit alles bleek teveel van het goede, met overbelasting tot gevolg. In combinatie met de administratieve

Het verbeteren van rassen...rompslomp die zich uitbreidde, besloten Bart en zijn vrouw Elly een punt achter hun bedrijf te zetten. Al snel kwam Bart in contact met een zaadbedrijf, waarvoor hij vervolgens gedurende 2 jaar tuinbonen, rucola en pompoenen veredelde, een tak van sport waar altijd al zijn interesse lag. Enige tijd later werd duidelijk dat De Bolster, destijds gelegen in Kielwinderweer, geen bedrijfsopvolging had. Zowel Bart en Elly, zoon Frank, als Patrick Hoogendoorn, die altijd als vakantiewerker op de Immenhof had gewerkt , hadden hier wel oren naar. Het duurde dan ook niet lang voordat in 2005 de eerste zaadproducties voor De Bolster op het land stonden. Ondertussen was Bart in 2004 met zijn eigen veredelingsprogramma gestart. Zocht je Bart? Dikke kans dat je hem op zijn stoeltje tussen de pompoenen op het land zou aantreffen. In weer en wind.

Waar komt je interesse in veredeling vandaan? Ik houd ervan om te puzzelen. Als je met veredeling bezig bent, is het een kwestie van heel intensief naar planten kijken. Met mijn achtergrond als teler is die interesse er altijd al geweest, ik wilde altijd weten waardoor het kwam dat een bepaald gewas soms wel en soms niet goed wilde groeien. Toen ik met mijn eigen veredelingsprogramma’s bezig ging, werd het

v e r e d e l i n g

In de topperiode in de jaren ’90 besloeg de productie van de Immenhof 10 ha, waarvan 2 ha consumptieaardappelen, 0.5 ha snijbloemen en voor de rest diverse groenten inclusief aardbeien. De groenten werden zonder keurmerk verkocht, onder de noemer ‘onbespoten groenten’.

w e e t j e

4 7

Page 3: Interview Bart Vosselman - Veredeling

© De Bolster48

alleen maar leuker. De vrijheid, alles zelf doen, weinig verantwoording af moeten leggen.

Wat vind je zo mooi aan het vak? Veredeling betekent een hoop denkwerk en selectiewerk, het eerdergenoemde puzzelen. Veredeling is absoluut niet het maken van kruisingen met toevalstreffers als uitkomst. Ik ben begonnen met twee veredelingsprogramma’s voor de pompoenen: een welke op korte termijn wat zou opleveren, met als basis oranje x oranje. Tegelijkertijd liep een lange-termijn programma, waarin een breed scala van rassen en kleuren als kruisingsouders zijn gebruikt . Een complex programma. Daar zat bijvoorbeeld ook een grote, grijze pompoen in opgenomen. Deze was in alle opzichten vreselijk, maar met één goede eigenschap: bewaarbaarheid. Deze eigenschap wilde ik gebruiken. Ook in de volgende generatie (F1 genoemd) heb ik diverse planten met elkaar gekruist. Het meeste materiaal uit dit programma heeft dus vier verschillende voorouders. De volgende stap in het proces is zorgen dat alle families weer uniform worden, dus dat alle planten en vruchten per familie hetzelfde zijn.Je hebt zo’n 4 à 5 jaar van het veredelings- programma nodig om een goede inschatting te kunnen maken van wat je perspectieven zijn. Uiteindelijk is het mooiste natuurlijk als het lukt om de allerbeste rassen te creëren.

Wat is het doel van jullie veredelings- programma’s? Je steekt er een hoop tijd en geld in; wat hoop je dat het oplevert?Geld heeft bij mij nooit een rol gespeeld, ik doe het niet om rijk te worden. Voor mij is veredeling een grote ontdekkingstocht. Als ik eenmaal iets heb gezien bij een plant, kan ik het ook maken. Bijvoorbeeld bij pompoenen: ik ken de families met bijbehorende eigenschappen en ik weet hoe deze vererven. Zo kun je je eigen pompoen ‘samenstellen’. Als het programma goed uitpakt, stimuleert dat enorm.

Daarnaast ben ik gewend ‘out of the box’ te denken en hiervoor krijg ik binnen De Bolster ook alle ruimte. De huidige standaardrassen lijken ontzettend op elkaar, omdat vrijwel niemand andere paden durft of mag bewandelen. Ik houd er van totaal iets anders te bedenken. Bij courgettes maak ik bijvoorbeeld ook gebruik van pompoen-achtigen, welke totaal niet op courgettes lijken, maar wel een enorme groeikracht hebben. De kunst is deze eigenschap over te brengen naar je courgetteplanten. Op deze manier kunnen de planten bij een laag bemestingsniveau door blijven produceren. Het uiteindelijke doel van de programma’s is uiteraard wel dat het goede, marktconforme rassen oplevert.

Waarom specifiek tomaten, courgettes en pompoenen?Als tuinder heb ik altijd pompoenen gehad en dit was tevens mijn eerste veredelingsprogramma, dus van pompoenen had ik de meeste kennis. Tomaten vind ik een uitermate boeiend gewas, omdat je met ontzettend veel eigenschappen te maken hebt. De Immenhof had vroeger de ‘beroemdste’ cherrytomaat qua smaak. Daarnaast is de veredeling van tomaten ook deels onstaan uit irritatie, omdat de meeste van de beschikbare professionele rassen met weinig bemesting vrijwel altijd een slechte groei vertoonden. Dat moest beter kunnen. Inmiddels is het gelukt zeer groeikrachtige en productieve planten bij weinig input (water en bemesting) te verkrijgen. Hoe dan ook, het is altijd een kwestie van compromissen sluiten; ook voor een professionele teler moeten de planten voldoende productie opleveren, de vruchten moeten voldoende houdbaar zijn, etc.. Alles moet kloppend zijn, je kunt als veredelaar niet puur en alleen naar smaak kijken. Met het veredelen van courgettes zijn we nu zo’n zes jaar onderweg. Ook daar is sprake van een complex programma, waar in talrijke nieuwe ideeën een rol spelen. Het probleem bij courgettes

v e r e d e l i n g

4 8

Page 4: Interview Bart Vosselman - Veredeling

49© De Bolster

is dat ze te snel groeien en te vaak moeten worden gesneden. Daarnaast is een langer steeltje makkelijker om te snijden en ben ik op zoek naar een betere smaak, geschikt voor rauwkost. Hier valt nog veel winst te behalen.

Hoe kunnen jullie als De Bolster concurreren met multinationals?Door mijn achtergrond als tuinder, had ik al veel gewaskennis voordat ik begon met veredelen. Doordat ik zowel theoretische als praktische kennis bezit, kan ik in mijn veredelingsprogramma’s gebruik maken van de link naar de toepasbaarheid in de praktijk. Uiteindelijk is dit waar je je programma’s op stuurt; waar is vraag naar, wat kan beter. Daarnaast blijft het een combinatie van creatief denken, goed kijken, vele uren tussen de planten spenderen en een hoop kennis en ervaring om een beroep op te doen. Dat zit bij De Bolster wel goed.

Hoe zie je de toekomst van de klassieke veredeling? (bijv. door invloeden van GMO’s en patenten) Bij de ontwikkeling van nieuwe rassen door middel van genetische modificatie zijn enorme aantallen mensen betrokken. Er gaat enorm veel geld in om en er gaat ook veel mis. Bovendien kun je maar één gen inbouwen met deze techniek. Hierbij gaat het om simpele eigenschappen, dus veel minder complex dan via klassieke veredeling mogelijk is. Alleen qua aantal jaren duurt klassieke veredeling misschien langer, maar qua inspanning kost het zeker niet meer. Wij maken nu al stappen naar de toekomst, je moet vooruit blijven denken en ook creatief blijven denken. In mijn ogen zijn de mogelijkheden door middel van genetische modificatie beperkt en ik zie dan ook zeker nog altijd een toekomst weggelegd voor klassieke veredeling. Patenten daarentegen, zie ik wel als een grote bedreiging. Je werkt jarenlang aan planten met een bepaalde eigenschap, maar zodra een ander bedrijf hier patent op aanvraagt, is al jouw veredelingswerk onbruikbaar geworden. Waarom ik dan zelf geen patent aanvraag op mijn veredelingswerk? Omdat ik hier principieel op tegen ben. Ik zou nooit patenten aanvragen, omdat iemand op die manier eigenaar wordt van iets wat in de natuur voorkomt. Absurd!

Inmiddels heeft een jongere generatie veredelaars zijn intrede gedaan bij De Bolster, die alle drie dagelijks de kneepjes van het vak van Bart meekrijgen. Bart hoopt vanzelfsprekend dat zij het nog beter zullen doen dan hij. Maar hij ziet ook: als eigen baas steek je er automatisch meer tijd in. In combinatie met de wat meer uitgebreide veredelingsprogramma’s van dit moment, is 3 man (of beter gezegd: 3 vrouwen) zeker nodig. Er wordt hard aan de toekomst gewerkt. “Het moet allemaal

PAtenten: Patenten of octrooien zijn rechten die kunnen worden aangevraagd op nieuwe uitvindingen. Een octrooi geeft de octrooihouder het recht om anderen te verbieden de uitvinding bedrijfsmatig toe te passen. Wat zich nu afspeelt binnen onze sector, is dat patenten worden aangevraagd op planteigenschappen die van nature voorkomen. Dit zijn dus géén uitvindingen. Wanneer wij in onze veredelingsprogramma’s selecteren op planten met een bepaalde eigenschap en ondertussen wordt deze eigenschap door een concurrent gepatenteerd, dan zijn al onze jaren van veredeling weggegooid; wij mogen planten met deze eigenschappen dan niet meer gebruiken.

gMO’sGMO’s zijn “genetisch gemodificeerde organismen”; organismen waarvan het genetisch materiaal is gewijzigd door gebruik te maken van genetische technologie. Bij genetische modificatie worden stukjes DNA met daarop een bepaald gen (dat voor een bepaalde eigenschap zorgt) uit een cel geknipt. Vervolgens wordt dit in het DNA van een andere plant geplakt, zodat deze plant de gewenste eigenschap ook ontwikkelt. De aanpassing is bedoeld om rassen resistent te maken tegen ziekten of tegen bepaalde bestrijdingsmiddelen, of onder slechtere omstandigheden te kunnen groeien.

nog wat meer ‘eigen’ worden”, vertelt Bart, “dat is een overgangsfase”. De liefde van het vak, waar Bart zo van kan genieten, is vooral wat hij hoopt over te kunnen brengen op het drietal.

v e r e d e l i n g

g M O ’ s e n PAt e n t e n

4 9