Internet voor jeugdwerkers

40
INTERNET VOOR JEUGDWERKERS 150 PRAKTISCHE TIPS OM ALS JEUGDWERKER AAN DE SLAG TE GAAN MET MULTIMEDIA

description

150 praktische tips om als jeugdwerker aan de slag te gaan met multimedia

Transcript of Internet voor jeugdwerkers

Page 1: Internet voor jeugdwerkers

Internet voor jeugdwerkers150 praktIsche tIps om als jeugdwerker aan de slag te gaan met multImedIa

Page 2: Internet voor jeugdwerkers
Page 3: Internet voor jeugdwerkers

Internet voor jeugdwerkers150 praktIsche tIps om als jeugdwerker aan de slag te gaan met multImedIa

Page 4: Internet voor jeugdwerkers
Page 5: Internet voor jeugdwerkers

Inhoudstabel

Internet voor jeugdwerkers 4

15 jaar jeugdwerknet 6

web usabIlIty 8

Facebook 10

gamIng 12

aan de slag met audIo 14

vergaderen op het Internet 16

dIgItale FotograFIe 18

onlIne prIvacy 20

vIdeo gebruIken op het web 22

omgaan met de medIa 24

schrIjven voor het web 26

techtalk voor nIet-techneuten 28

FunctIoneel surFen 30

dIgItale nIeuwsbrIeven 32

de toekomst van het Internet 34

coloFon 36

Page 6: Internet voor jeugdwerkers

15 jaar jeugdwerknet

Van zolderkamerexperiment naar digitale netwerkorganisatie

1. van zolderkamer naar speelplek. In 15 jaar ontgroeide Jeugdwerknet de zolderkamer waar het tot leven kwam en is nu zelfs via je smartphone aanwezig op de speelplekken van het jeugdwerk. Daarmee volgen we de evolutie van het internet in die 15 jaar van donkere achterkamertjes met een flikkerend scherm naar onze broekzak.

“Is het internet geen overwaaiende hype?”, moet zowat de 2. meest gestelde vraag zijn tijdens de eerste jeugdwerknetjaren. Nee dus. Internet blijft surfen van hype naar hype. Daarom moeten we steeds scherp blijven en zoeken welke hypes hip zullen worden en waar we mee aan de slag kunnen in het jeugdwerk.

3. van nerdie naar normaal? Het nerdgehalte van de eerste jeugdwerkers op internet lag waarschijnlijk iets hoger dan gemiddeld. Internet is nu normaal en hoort thuis in elke jeugdvereniging.

6

Page 7: Internet voor jeugdwerkers

We waren gewaarschuwd: “voor elk uur op het internet 4. verlies je een vriend”. Gelukkig bleek deze voorspelling van de voorloper van DataDriven fout. Internet is niet langer asociaal maar werd voor de meesten onder ons een aanvulling op ons sociaal netwerk.

In 15 jaar tijd hakten we informatie in steeds5. kleinere stukjes. Websites zijn niet langer digitale kopieën van papieren brochures. Ze bestaan uit een opeenstapeling van kleine stukjes informatie. We tweeten nu in 140 tekens. Blijft er nog echte informatie over?

Vóór Google was informatie zoeken een opdracht. De alsmaar 6. sneller groeiende hoeveelheid informatie maakt geen einde aan de information overload. Het net staat overvol met boeiende en leuke informatie voor jeugdwerkers. De uitdaging blijft voor Jeugdwerknet en voor u hoe we die zichtbaar kunnen maken

7. het (jeugdwerk)net is van iedereen. Houden zo.

8. samenwerken werkt, ook op het internet. De beste realisaties van Jeugdwerknet zijn het resultaat van een samenwerking met vele anderen: de spelensite, Koken op kamp, Apestaartjaren, Euroblog, jeugdwerknieuws, …

Spelen blijft een van de belangrijkste functies van jeugdwerk. 9. Ook op het internet moeten spel en fun voorop blijven staan voor Jeugdwerknet.

Jeugdwerknet is 10. niet virtueel. Deze 15 jaar zijn het resultaat van vrijwilligers en beroepskrachten die samengewerkt hebben. Uit die samenwerking halen we zeker nog inspiratie voor de volgende 15 jaar.

over Pieter sellenslagh:

Pieter (@BigP) stond aan de digitale wieg van Jeugdwerknet in 1996 en is vandaag nog steeds voorzitter van de raad van bestuur. Pieter werkt voor de vzw Komimo (de Koepel voor Milieu en Mobiliteit) maar was tot 2008 jarenlang jeugdconsulent in Evergem. Hij stond de voorbije 15 jaar op de eerste rij om te zien hoe de opkomst van het internet het Vlaamse jeugdwerk veranderde.

7

Page 8: Internet voor jeugdwerkers

web usabIlIty

Over straffe structuren en wansmakelijke websites

Vertrek bij het uitdenken van je website van het 1. standpunt van je doelgroep. Dat lijkt eenvoudiger dan het is! Je site is er om hen te dienen, niet om je eigen ego te strelen. En wat strelen we toch graag ons ego.

Je bent niet je eigen doelgroep. Je weet niet alles over je 2. doelgroep. vraag daarom aan mensen uit je doelgroep wat ze het belangrijkste vinden voor / op je site?

3. design mobile first. Als je je sitestructuur uitdenkt; bedenk dan dat je maar een klein gsm-scherm hebt om je info op te tonen. Je hoeft je site heus niet aan te passen voor mobiele toestellen, want de meerderheid van de surfers gebruikt een laptop. Maar ‘design mobile first’ helpt je wel focussen op de belangrijke zaken. Die willen we laten opvallen, toch?

Leg 4. linken, zodat bezoekers kunnen doorklikken. Veel sites gebruiken nog altijd niet de kracht van het internet. Ze geven uitleg op de ene pagina, maar om aan de volgende pagina te geraken moet je op speurtocht door het menu. Een klikbare link kan zo handig zijn...

8

Page 9: Internet voor jeugdwerkers

Een uitnodiging, die je al gemaakt had om te printen, 5. gewoon in Word formaat opladen naar de website is zo lame! pas je inhoud aan aan het medium waarop het verschijnt. Pas dan kan je de voordelen benutten.

6. schrijf gestructureerd. Titels, lijstjes, witruimte, tabellen, vetgedrukte woordjes, links, ... Het helpt ons sneller door de tekst te gaan. En dan denken we: ‘Hey, wat een vlotte website!’ Zorg voor duidelijk zichtbaar (gelinkte) contactinformatie. Bijna alle websites, en zeker de jeugdwerkwebsites, hebben er baat bij dat bezoekers makkelijk iemand kunnen contacteren om hen verder te helpen. Zorg voor een contactformulier of een e-mailadres, en als het even kan: een gsm-nummer. De

7. startpagina van je website is niet de belangrijkste pagina. Probeer niet alles op je startpagina te proppen, en al zeker geen volledige nieuwsrubriek. Gebruik je startpagina om te duiden waarvoor jullie staan. Zodoende weet een nieuwe bezoeker waarvoor jullie staan en kan een frequente bezoeker vlot verder navigeren.

8. snelheid is belangrijk. Als jullie site traag laadt, dan gaan bezoekers zich daar snel aan ergeren. Dat willen we niet. Roep dan hulp in van je hostingprovider. Als jeugdwerker kan je terecht bij Jnet, de hostingdienst van Jeugdwerknet ([email protected])

Last but not least: zorg dat je site er 9. mooi uitziet. Ook dat is gebruiksvriendelijk. We hebben graag mooie dingen :-) Maar zorg dat je knoppen duidelijk knoppen blijven, linken er niet uitzien als gewone tekst, titels titels zijn, enz...

Afsluiten doen we met een 10. praktijkvoorbeeldje: www.steunpuntjeugd.be Ook al zijn ze een kenniscentrum – wat voor de meesten onder ons boring is of klinkt – toch profileren ze zich fris en heb je het gevoel dat je makkelijk door de kilo’s info geraakt. Je vindt meteen een duidelijke definitie van Steunpunt Jeugd. Ook al is lichtblauwe tekst op een doorschijnend witte achtergrond niet super leesbaar. (hint, hint). De site heeft een duidelijke navigatie en je vindt de contactinfo op een plaats waar je het kan verwachten. Lijstjes, titels, links naar meer,… zorgen ervoor dat het geheel goed gestructureerd en overzichtelijk blijft.

over Pieter de Clercq:

Pieter (@DeClerqPieter) werkt al 8 jaar als webbouwer, 6 jaar bij Jeugdwerknet, 2 jaar als freelancer. Ondertussen is hij Drupal expert. Maar zijn interesse gaat vooral uit naar Web usability en gebruiksvriendelijkheid van websites. http://zokanhetbeter.com/ is daar een resultaat van. Over zijn recente verschijning in Humo en Libelle gaan we het hier niet hebben :p

9

Page 10: Internet voor jeugdwerkers

FaCebook

Hoe je als jeugdwerker efficiënter sociaal kunt netwerken

Gebruik maken van Facebook wordt vaak geassocieerd met 1. een verlies aan privacy, ondanks de grote controle die je hebt over wat je deelt op de sociale netwerksite. De reden waarom mensen in de problemen komen is niet het falen van privacy-instellingen, maar hun eigen digitale loslippigheid. denk twee keer na voor je een bericht of foto plaatst en bekijk je bericht door de ogen van je doelgroep.Doorheen de jaren werd de standaardinstelling voor privacy telkens versoepeld. Je doet er goed aan om je privacy-instellingen (nog) eens van dichterbij te bekijken. Zo weet je weer met wie je je virtuele leven deelt.

Klik rechts bovenaan op Account >> Privacy-instellingen. 2. Bij ‘delen op Facebook’ zie je een aantal voorkeursinstellingen. Kies voor de onopvallende link ‘Instellingen aanpassen’. Op deze pagina kan je in detail instellen wat je al dan niet wil laten zien.

Wil je nauwkeurig 3. bepalen wie jouw prikbordberichten leest dan is het gebruik van vriendenlijstjes de geknipte oplossing. Je kan namelijk bij alle privacy-instellingen aanduiden dat wat je deelt mag gezien worden door ‘Alle vrienden’ behalve de vrienden in een bepaald vriendenlijstje. Vriendenlijsten aanmaken doe je door bij Account >> Vrienden bijwerken te klikken op ‘+ maak een lijst’

10

Page 11: Internet voor jeugdwerkers

Werk in 4. groepen wanneer je wil samenwerken op Facebook. Groepen geven je de kans om binnen een eigen “clubje” te communiceren op Facebook. Verder kan je samen samenwerken aan teksten en foto’s delen zonder dat je andere vrienden er iets van merken. Groepen kunnen openbaar (toegankelijk voor iedereen), besloten (de naam van de groep en de leden zijn openbaar, de inhoud is privé) of verborgen (zowel de naam, de leden als de inhoud is privé) zijn.

Maak een 5. pagina voor je organisatie als je extern wil communiceren. Werk nooit met een persoonlijk profiel, want je loopt de kans om geschrapt te worden. Koppel verschillende beheerders aan je pagina en bespreek de taken onderling.

Gebruik 6. alle mogelijkheden van Facebook. Plaats foto’s, maak evenementen aan, publiceer artikels en zorg voor regelmatige statusupdates. Niks ergers dan een Facebook-pagina waar niks te beleven valt.

Nog een voordeel van een pagina is dat je je 7. pagina kan pimpen. Met “FBML” kan je html-code plakken in je pagina. Binnen de grenzen van wat Facebook toelaat kan je toch creatief zijn met het uitzicht van je pagina. Voeg de fbml-toepassing toe aan je pagina en kopieer html-code in het invoer-veld.

Er bestaan veel opties om het onderhoud van je pagina te 8. automatiseren. Je kan je inhoud via een plugin op je website automatisch overbrengen. Als dat geen optie is kan je de rss-feed van je eigen site importeren via notities. Er zijn ook diensten die je waarschuwen wanneer er wordt gereageerd op je pagina.

Let op voor Facebook-regeltjes: wedstrijden organiseren op 9. je pagina kan bijvoorbeeld een reden zijn om je pagina te schrappen. Ook explosieve stijgingen in ledenaantal kunnen voor argwaan zorgen bij Facebook.

Met een 10. intern protocol voor de medewerkers van je organisatie die aan de slag gaan met Facebook voorkom je vervelende situaties. Zorg dat elke medewerker weet wat kan en wat niet. Zo is het bijvoorbeeld opletten als je foto’s plaatst van deelnemers aan activiteiten. Niet iedereen wenst online te komen.

over bram Faems:

bram (@BramFaems) is onderwijzer van diploma maar door zijn aderen stroomt “digitaal bloed”. Hij vormt leerkrachten in het gebruik van nieuwe media in hun klaspraktijk. Als medewerker van onderwijsportaal KlasCement helpt hij hen hun zelfgemaakt lesmateriaal te delen met collega’s over heel Vlaanderen. Bram ziet in Facebook dé tool om jongeren te enthousiasmeren voor wat je te vertellen hebt.

11

Page 12: Internet voor jeugdwerkers

gamIng

De nieuwe clichés

Het onderzoek van “Apestaartjaren” (2010) was duidelijk: bijna 1. 85% van de jongeren heeft een gameconsole. Tel daarbij de PC-gamers, mijnenvegers en farmville-boeren en je krijgt de bezigheid bij uitstek van jongeren.

Games zijn niet voor eenzaten. Er zijn wel 2. gradaties. Op de sociale schaal heb je achtereenvolgens single player games, “social” games (zoals op Facebook, zonder directe of verplichte interactie), online multiplayer games (met elkaar verbonden door het internet), Massively multiplayer online games (samen in groep), local multiplayer games (bij elkaar op de sofa) en partygames als groepsactiviteit bij uitstek. Denk bij die laatste categorie aan Singstar, Wii Party, Guitar Hero, Kinect adventures en Buzz Quiz.

3. meisjes spelen ook. Onze bekendste Belgische gamer is tenslotte een meisje (“Sjlot” van Brabander). Maar ze spelen wel anders, zeker naarmate ze ouder worden. Met jongens kan je een competitie opstarten. Voor meisjes maak je het beter gezellig en ongedwongen. Pardon the cliché. Consolegames kosten natuurlijk geld, er is dan ook hard aan gewerkt.

Op 4. pc kan je gratis en legaal aan de slag. De beste tips veranderen dagelijks. Meer en meer ontwikkelaars maken bovendien de overstap naar een “pay-as-you-go” model. Spelen kan gratis, extra's moet je betalen. Google is hier je vriend (zoek bijvoorbeeld op “free indiegames” en “free multiplayer”).

12

Page 13: Internet voor jeugdwerkers

Wil je liever creatiever aan de slag, dan kan je 5. zelf games ontwerpen. Eenvoudige (maar toch volwaardige) games, met een jonger publiek, maak je in een handomdraai via sploder.com en gamemaker.nl. Deze laatste brengt jongeren ook spelenderwijs een basis programmeren bij. Mag het iets meer zijn? Dan kan je op PC je eigen racegames ontwikkelen met Trackmania en je een hele dag verliezen in het populaire Minecraft. Minecraft is een 3D spel waarin je bijna onbegrensd kan gaan (ver)bouwen.

Sinds enkele jaren zijn er ook een aantal super 6. consolegames waar je mee aan de slag kan. Je moet de game natuurlijk wel kopen, maar games als Little Big Planet (1 en 2), Warioware D.I.Y. en ModNation Racers zijn makkelijk in gebruik en fantastisch in mogelijkheden.

NuGames mengen dan weer games, cultuur, technologie en 7. jeugdwerk tot een unieke spelervaring. NuGames geven je een handleiding om zelf (of in groep) spelen te maken die het klassieke spel perfect weten te mixen met technologie en videogames. Zowel voor binnen, buiten, op kamp of het weekend. Kijk eens op www.steunpuntjeugd.be/nugames om de handleiding te downloaden.

...of 8. hack gewoon een console. Google maar eens hoe je van een Wii controller een smartboard maakt. De Kinect van Microsoft (een camera die spelbakjes overbodig maken) werd gehackt in de eerste week nadat die uitkwam. De ongelooflijke dingen die er mee gebeurden zorgden er zelfs voor dat Microsoft het zelf ging aanmoedigen.

Als je zelf spelen maakt, onthou dan zeker het volgende: 9. basisvoorwaarde voor elk spel is interactie. Een goed spel balanceert op de lijn tussen frustratie en verveling, tussen leren en kunnen. Hoe beter iemand wordt in een spel, hoe meer uitdagend een spel wordt.

Tot slot: Jeugdwerknet is in (soms bedenkelijk) 10. goed gezelschap! Worden ook vijftien in 2011: de Tamagotchi, Pokémon (van oorsprong een videospel) en de Nintendo 64 console. Gelukkig begon ook Lara Croft in 1996 haar opvallende carrière!

over sebastiaan de Coninck:

sebastiaan (@ceeko) is bestuurder van Jeugdwerknet. Zijn roots in het jeugdwerk liggen op het speelplein en in het jeugdhuis. Als projectverantwoordelijke bij Steunpunt Jeugd leverende hij al fijne projecten af, waaronder NuGames en Marketing Stratego. Hij is altijd te vinden voor online nieuwigheden en je kan hem alles vragen over games.

13

Page 14: Internet voor jeugdwerkers

aan de slag met audIo

10 coole manieren om je online te laten horen

1. radio passé bij jongeren zegt u? Think again. Uit luisteronderzoek blijkt dat jongeren nog steeds radio als meest gebruikte medium raadplegen. En het zijn ook die jongeren die vaak het eerst met nieuwe creatieve manieren om audio te gebruiken, naar boven komen vooraleer “de industrie” verder ontwikkelt.

Op 2. radionomy.com kun je je eigen internetradio starten in een handomdraai. Je downloadt de indrukwekkende en professionele software op je computer, sluit een microfoon aan, en je kan zelf een radiostation runnen. Zo presenteert een grote groep enthousiastelingen dag in dag uit op www.talentfm.be. Presentatietalent kan van thuis uit inloggen op dit virtuele radiostation en zo eigen programma’s presenteren. Radionomy betaalt auteursrechten met zorgvuldig ingeplande reclameblokken. Enig nadeel: je moet ervoor zorgen dat je voldoende luisteraars haalt. Niet succesvolle stations gaan er onverbiddelijk uit.

Een 3. soundwalk is een audiorondleiding doorheen je favoriete stukje dorp of stad. Op www.soundwalk.com heb je er al meteen een hoop (Amerikaanse) verzameld, maar soundwalks van bij ons in de buurt zijn schaars. (Jeugddienst Globelink spant na een zoekopdracht via Google de kroon.) Met een mp3-speler in de oren en een kaartje in de hand krijg je een eigenwijze, frisse en jonge rondleiding vol verrassingen. Of tegenwoordig zelfs alles samen in je smartphone?

14

Page 15: Internet voor jeugdwerkers

Wie radio denkt, mag uiteraard het dik gezaaide jonge 4. dj-talent niet vergeten. Via platformen als mixcloud.com delen talentvolle dj's in een handomdraai hun draaitafelkunsten met de hele wereld. Mixcloud maakt het bovendien mogelijk om hele playlists online te zetten en laat luisteraars toe om te "zappen" tussen verschillende nummers in de dj-set.

Met 5. grooveshark kan je zowat elk nummer dat je kent online beluisteren, en er je favoriete playlist mee samenstellen. Ideaal voor feestjes, of als je radio wil maken zonder eerst uren op zoek te moeten gaan naar de juiste muziek. Met een sterke internetconnectie raak je al ver! In dit rijtje horen ook Last.fm en Pandora thuis.

Op 6. soundcloud.com kan je gemakkelijk audio uploaden en via embed code (HTML) op alle mogelijke websites publiceren. Ideaal voor je eigen audioreportages, maar let op als je muziek online te grabbel gooit. Sabam en hun buitenlandse collega's loeren namelijk mee.

Op zoek naar leuke websites met legale auteursrechtvrije 7. geluidseffecten? Surf dan zeker eens naar www.soundsnap.com of www.freesound.org. Ideaal voor soundwalks, luisterspelen, effectjes tussen radio reportages enz... Op www.incompetech.com, www.electrobel.be of www.jamedo.com vind je dan weer muziek die je rechtenvrij mag gebruiken. Of google eens op ‘music creative commons’ en je raakt ook al een heel eind ver. Voor meer info over de licenties van die muziek verwijzen we je graag door naar www. Creativecommons.org

Eenvoudige audiomontages kan je met gratis software of zelfs 8. helemaal online maken. audacity is freeware software die regelmatig geüpdatet wordt en die je eindeloos kan installeren.

Voor basis montagetoepassingen is dit ideaal. Als je liever niks installeert op je computer en je hebt internet in de buurt, kun je terecht bij www.aviary.com.

Heb je YouTube-filmpjes waarvan je de audio wil opslaan als 9. mp3? Daarvoor bestaan een aantal online converteertools: Clipconvertor.cc, HDdownloader.com, Fetchmp3.com, Mediaconvertor.org en Youtube-mp3.org. Als je natuurlijk een ton reclame naar je kop kan verdragen.

Om af te sluiten nog enkele voor de geeks met een 10. smartphone. Audioboo of Tweetmic voorzien de mogelijkheid om audio te twitteren. Radio luisteren op de smartphone kun je met de app radio.be of VRadio

over Pieter blomme:

Pieter (@pieterbl) studeerde Germaanse Talen en Journalistiek en werkt als vormingsmedewerker voor REC Radiocentrum. In dit artikel haalt hij enkele praktische tools aan, afgewisseld met voorbeelden van hoe jongeren online creatief bezig zijn met radio en uitlopers van het genre.

15

Page 16: Internet voor jeugdwerkers

Vergaderen oP het Internet

Digitale hulpmiddeltjes om vergaderingen vlotter te laten verlopen

Vooraleer een vergadering te plannen, laat staan die uit 1. te voeren, kan er heel wat op voorhand gedaan worden. Agendapunten bijhouden bijvoorbeeld. In plaats van je bureau te decoreren met post-its kan je even goed het digitaal equivalent evernote gaan gebruiken. Evernote heeft toepassingen op je computer, op internet en op je de smartphone. Het maakt niet uit op welk platform je je ideeën toevoegt. Alle toepassingen worden automatisch met elkaar gesynchroniseerd.

Een vergaderdatum afspreken genereert traditioneel heel 2. veel mailverkeer, want er is altijd wel één spelbreker die niet aanwezig kan zijn of de vooropgestelde datum wil wijzigen. Gebruik daarom online datumprikkers als doodle. De website laat je toe om data te suggereren op een kalender. De collega’s die op de vergadering aanwezig moeten zijn kunnen dan aanduiden op welke data ze vrij zijn. Zo kan je meteen duidelijk zien op welke dag de meerderheid beschikbaar is.

Als je heel veel vergaderingen hebt is het natuurlijk vervelend 3. om steeds opnieuw een Doodle in te vullen. Gelukkig kan je je google agenda of outlook agenda syncroniseren met de website. Dan hoef je nooit meer een Doodle in te vullen.

Ben je fervent gebruiker van 4. google agenda? Misschien zijn je vrienden, familie of collega’s ook wel fan. Dan kan het nuttig zijn om je agenda, of onderdelen van de agenda te delen met elkaar. Zo weet iedereen waar je bent of wanneer er vergaderingen gepland zijn. Je kan als organisatie ook een agenda aanmaken en die dan toevoegen aan je eigen website (via een iFrame).

Brainstormen hoort bij vergaderen. Ook daar bestaan online 5. tooltjes voor. Zoals mindmeister bijvoorbeeld. Je kan met meerdere personen samen aan een brainstormplan werken. Mindmeister is ook beschikbaar voor iPhone of iPad.

16

Page 17: Internet voor jeugdwerkers

Heeft je organisatie verschillende vestigingen? Dan betekent 6. vergaderen dikwijls dat verschillende mensen een verplaatsing moeten maken. Je werkt misschien efficiënter door te vergaderen via internet met een webcam. De toepassingen van webeX of office live meeting kunnen je daar wellicht van dienst zijn. Beide websites bieden naast webcambeelden uitwisselen ook de mogelijkheid om presentaties te tonen. Webex en Office Live Meeting zijn helaas niet gratis. DIMDIM is dat vooralsnog wel. Je hoeft je enkel eenmalig te registreren.

Een andere - en wellicht meest gekende - mogelijkheid is om 7. te werken via SKYPE. Ook hier worden webcambeelden en audio gratis via het internet naar elkaar verzonden. Skypen kan ook naar vaste nummers of mobiele telefoons. Al moet je daar wel voor betalen.

Op elke vergadering worden er een heleboel to do’s 8. afgesproken. Als je die wilt opvolgen kan je de webapplicatie remember the milk gebruiken. Je beheert er je eigen taken of alle groepstaken. De takenlijstjes kunnen ook gesynchroniseerd worden met andere programma’s.

In plaats van de notulen, verslagen en bijlagen van een 9. vergadering via de post of via mail te versturen, kan ervoor gekozen worden om een product als google docs te gebruiken. Deze webdienst maakt het mogelijk om documenten, rekenbladeren, presentaties, … met elkaar te delen. Via Google Docs kan je ook met meerdere mensen hetzelfde document wijzigen of aanvullen, zonder dat er verschillende versies ontstaan.

Ook via Facebook kunnen documenten en verslagen met 10. elkaar gedeeld worden. Je hoeft enkel een facebookgroep aan te maken en de deelnemers uit te nodigen. De deelnemers kunnen daar ook reageren of aanvullen. Bovendien is het heel eenvoudig om met de volledige groep te chatten. Je kan de privacy van de groep zo instellen dat alles wat er gezegd wordt enkel voor de leden van de groep zichtbaar zijn.

over sander spanhove:

sander begon zijn carrière in jeugdwerkland bij Chiro Ommekeer uit Eeklo. Hij zat ook jarenlang in het dagelijks bestuur van de plaatselijke jeugdraad en zorgde met een groep vrienden voor de broodnodige traditiebreuken bij de Eeklose speelpleinwerking als hoofdanimator. In 2008 spoelde hij aan bij Jeugdwerknet en begon hij als reporter bij ver-kijker. Vorig jaar kroonde de redactie hem als voorzitter van de redactieraad.

17

Page 18: Internet voor jeugdwerkers

dIgItale FotograFIe

Kijk eens naar het digitale vogeltje

1. eerst observeren en dan pas fotograferen! Of het nu gaat om een groepsfeest of een natuurlandschap, het is de bereidheid om eerst niet te fotograferen die zorgt dat je dat unieke beeld kan vinden en vastleggen.

2. wees selectief. Laat je niet verleiden door de mogelijkheid om eindeloos beelden te kunnen maken. 10 geselecteerde foto’s over een onderwerp vertellen meer dan een archief van duizend beelden. sorteren kan je doen met picasa (picasa.google.com)

Zoek de beelden die jouw 3. verhaal duiden. Het is niet wat jij er in ziet, maar wat de toeschouwer er in herkent. Je kan al eens rondkijken op fotosites om een idee op te doen (www.flickr.com).

Laat je niet leiden door de 4. techniek. Reflex- of compactcamera? Kijk eens naar mijn nieuwe (dure) camera... Mijn toestel heeft zoveel leuke functies en extra’s! Dit hoor je vaak tijdens vormingen. Alsof een duur toestel het verschil zal maken. Een boeiend beeld maken kan al met het meest eenvoudige toestel.

18

Page 19: Internet voor jeugdwerkers

Een juiste 5. belichting bij de start kan veel werk nadien besparen. Maak gebruik van de aanwezige lichtomstandigheden. Je hoeft geen expert te zijn van flitsen. Je onderwerp even in een andere lichtinval fotograferen kan meer opleveren dan eindeloos zitten prutsen aan instellingen.

6. praat met diegene die je wil fotograferen. Laat de personen die je wil fotograferen wennen aan jou als fotograaf. Begin niet onmiddellijk met geforceerde poses. Laat je leiden door het onderwerp.

7. creatief zijn met groepsfoto’s! Allemaal op een rij gaat snel tegensteken.

Specifieke 8. elementen kunnen het verhaal bij het beeld verzwakken. Hoe ga je om met een groepsfoto van een leidingsploeg als op de achtergrond lege blikken bier liggen? Wat ga je doen als al je kampfoto’s vol staan met rokende leiding?

9. wat staat er niet op? Stel jezelf de vraag wat je niet wil fotograferen ipv wat er zeker op moet. Door de beeldelementen te bepalen die je niet als onderwerp wil kan je veel Photoshoppen nadien vermijden. Je zal maar de zoveelste foto genomen hebben van een landschap om dan achteraf te beseffen dat er een vliegtuig storend in de horizon staat.

Photoshoppen? 10. beeldmanipulatie is niet enkel weggelegd voor specialisten en vereist geen dure software. Er is gratis software zoals Paint.net (www.getpaint.net) of Gimp (www.gimp.org).

over karel Vanrietvelde

karel heeft een haat-liefdeverhouding met digitale media. Van opleiding is Karel ‘Master in de Beeldende Kunsten’ en zijn artistieke passie ligt hem in het creëren van een eigen vormentaal ongeacht het ‘medium’ dat hiervoor nodig is (www.girlie.be). In het dagelijkse leven werkt Karel als vormingswerker bij VormingPlus, waar hij ondermeer zich toelegt op het ‘dichten’ van de digitale kloof. Daarnaast is hij een fervente scout, duiker en (wereld)reiziger.

19

Page 20: Internet voor jeugdwerkers

onlIne PrIVaCy

Over portretrecht, privacysettings en… tandenborstels

1. respect voor je eigen privacy en persoonlijke gegevens is een belangrijk gegeven in onze huidige maatschappij, beschermd door ethische codes en wetten. Niemand wil immers dat z’n persoonlijke gegevens zomaar rondgestrooid worden. Ook kinderen en jongeren niet. Toch staan ze hier vaak zelf niet genoeg bij stil als het om het internet gaat. Hetzelfde geldt overigens voor volwassenen en al wie met persoonlijke gegevens van anderen omgaat.

2. sociale netwerksites vormen de grootste uitdaging voor online privacy. 83 % van de 13 – 14-jarigen hebben een profiel op een sociale netwerksite. Opvallend hierbij is dat ook bij de 9 - 10 jarigen al 24% deze sites gebruikt, hoewel je volgens de gedragscode 13 moet zijn. Belgische jongeren geven gemiddeld twee tot drie identiteitsgegevens als naam, adres, school, gsm-nummer,… door.

Zit je zelf op Netlog, Facebook of andere Web 2.0-3. toepassingen? Check even de privacysettings van je profiel. Voor wie is je info toegankelijk? Wie kan je foto’s zien? Wie kan je contacteren? Check deze settings regelmatig, want soms voeren de uitbaters van de site veranderingen door waar je niet van op de hoogte gebracht wordt.

Zorg voor een goed en beveiligd 4. paswoord. Paswoorden zijn hét ultieme persoonlijke gegeven, maar we gaan er vaak veel te slordig mee om zodat ze makkelijk te achterhalen zijn. Vuistregel: je paswoord is als je tandenborstel: Je kiest voor kwaliteit, het is persoonlijk, je moet het regelmatig vervangen en je leent het ook niet zomaar aan iedereen uit. Denk daar maar eens aan als je ’s ochtends voor de spiegel staat…

De belangrijkste privacyregel: 5. think before you post. Wil ik dat deze info voor heel de wereld zichtbaar is? Ga ik het binnen 30 jaar nog steeds ok vinden dat deze foto van mij online staat? Dit zijn vragen die je jezelf moet stellen. Want eens op internet… altijd op internet. Zeker met pikante foto’s moet je heel erg oppassen, ook al denk je dat je die enkel naar de liefde van je leven doorstuurt. Eens verzonden, verlies je de controle over wat er met je foto gebeurt.

20

Page 21: Internet voor jeugdwerkers

Weet dat iedereen een 6. recht van afbeelding (of portretrecht) heeft : alvorens iemand een herkenbare foto van jou mag publiceren, moet die daar jouw toestemming voor vragen. Post dus nooit foto’s van anderen zomaar online (ook niet van de leden uit jouw jeugdvereniging) zonder daar hun expliciete toestemming voor te vragen. Zo vermijd je problemen. Heeft iemand achteraf bezwaar? Verwijder dan ook zonder pardon.

Heb je een site waarop jongeren zelf ook info kunnen posten? 7. Zorg er dan voor dat je zo weinig mogelijk aanzet tot het delen van persoonsgegevens. Is het echt nodig dat jongeren op een formulier hun e-mailadres invullen? Kan je niet zonder foto’s? Denk hier goed over na. Zorg ook dat in je disclaimer duidelijk vermeld staat wat je met persoonlijke gegevens gaat doen.

Privacy en 8. cyberpesten zijn sterk aan elkaar gelinkt. Vaak gaat cyberpesten om inbreuken op de privacy van iemand anders: iemands paswoord achterhalen en je via diens account uitgeven voor je slachtoffer, gsm-nummers publiceren, (bewerkte) foto’s online posten,… Hoe minder info over jezelf beschikbaar is, hoe kleiner de kans dat die misbruikt kan worden. Jammer genoeg zal (cyber)pesten altijd blijven bestaan. Heb in je omgeving dus oog voor eventuele slachtoffers.

Weet dat je met alle online problemen ergens terecht kan. 9. Netlog en Facebook bieden mogelijkheden om misbruik te melden. Maak hier zeker gebruik van als je privacy geschonden wordt. In ernstige gevallen kan je bij de politie terecht. Child Focus beantwoordt dan weer alle vragen over veilig en verantwoord internetten.

Op zoek naar 10. methodieken om met jongeren na te denken over hun privacy en hoe ze daar online mee omgaan? Op www.clicksafe.be vind je het dossier ‘Think before you post’ dat hier volledig aan gewijd is of het dossier ‘Stop cyberpesten’ dat je handvaten biedt om deze problematiek bespreekbaar te maken. Clicksafe.be bevat overigens nog heel wat ander didactisch materiaal.

over nel broothaerts:

nel (@Incepti_BE) studeerde Pedagogische Wetenschappen aan de UGent. Na een aantal omzwervingen kwam ze vier jaar geleden bij Child Focus, waar ze werkt als project manager e-safety. Ze is verantwoordelijk voor het uitwerken van preventieprojecten voor kinderen, jongeren en iedereen die errond staat. Inmiddels is ze uitgegroeid tot een experte in alles wat veilig internetten aangaat.

21

Page 22: Internet voor jeugdwerkers

VIdeo gebruIken oP het web

Zien én gezien worden op het internet

De passieve televisiekijker verschilt van de actieve 1. internetgebruiker. Op tv kijk je vaak lange tijd naar iets wat je eigenlijk niet interesseert, zonder weg te zappen. Een internetgebruiker is minder tolerant. Het web wemelt van het videomateriaal en een ander filmpje is slechts een muisklik verwijdert. Even een dipje in het filmpje en hup... de kijker is weg!

2. hou je boodschap kort en krachtig. De “attention span” van de webvideogebruiker is bijzonder kort, doorgaans gaat men uit van een limiet van ongeveer 2 minuten voor een webvideo.

De titel, de thumbnail en de tags zijn jouw eerste wapens 3. om een kijker naar je filmpje te lokken. Zorg ervoor dat de titel je kijker nieuwsgierig maakt. Een goede thumbnail (het miniatuurbeeldje van je video) bepaalt vaak of een kijker op jouw filmpje zal klikken. tags zijn hét wapen in de wereld van de videozoekmachines. Tag je filmpje correct en zeer uitgebreid.

Een filmpje is niks zonder kijkers. Nadat je je video online 4. hebt geplaatst, begint het dus nog maar. Social media als Twitter, Netlog en Facebook zijn handige instrumenten in de verspreiding van je video. Toch is het aan te raden om als maker actief op zoek te gaan naar je doelgroep. Maak dus op voorhand een profielschets van de doelgroep die je wil bereiken.

Er is een overvloed aan 5. montagesoftware op de markt. Adobe Premiere Pro, Avid Xpress of Final Cut zijn zeer professionele programma’s, maar kosten ook gigantisch veel.

22

Page 23: Internet voor jeugdwerkers

Windows-gebruikers vinden het gratis programma Windows Movie Maker terug op hun computer. Mac-gebruikers kunnen gebruik maken van het veel uitgebreidere iMovie. Als alternatief voor Windows Movie Maker is er het programma “videopad” (van NCHsoft) voor. Op een gratis alternatief voor Adobe Premiere en Final Cut Pro is het nog even wachten.

Wat gebruik je het beste? 6. youtube of vimeo? Moeilijke vraag. YouTube is de grootste videosite op het web. Dagelijks worden er meer dan 1 miljard filmpjes bekeken en zijn er meer dan 200.000 uploads. Dit kan niet allemaal even kwaliteitsvolle content zijn. Het is net hier waar Vimeo zijn plaatsje opeist. Op deze videosite vind je voornamelijk filmpjes van een hoge kwaliteit. De hele website is ook gericht op de professionele of semiprofessionele videomaker. Javi.tv is alvast fan!

Wil je een congres of activiteit ook toegankelijk maken voor 7. wie niet aanwezig kan zijn? Dan is live streaming de oplossing! www.livestream.com laat je toe om op een eenvoudige manier te streamen op het internet.

Soms vergeten we dat film “audiovisueel” is. Dat betekent dat 8. je niet alleen oog moet hebben voor mooie beelden, maar ook voor een passende en goed afgewerkte audiotrack. Niets is zo vervelend dan naar een filmpje kijken waar je de spreker helemaal niet verstaat. Het geluid voorbeluisteren met een hoofdtelefoon kan je al een goed idee geven van de opgenomen kwaliteit.

Op het net vind je massa's tutorials om videofilmpjes te maken. 9. Op www.vimeo.com kan je terecht bij de vimeo video school. Je vindt er korte, ludieke filmpjes terug die je helpen bij het opnameproces, de montage, geluidscaptatie, ...

10. welke camera koop je best aan? Ga op zoek naar een camera met een microfoon- en hoofdtelefoonaansluiting. Deze extraatjes laten je toe om een goeie geluidscaptatie te realiseren. Javi.tv geeft de voorkeur aan camera's met een geheugenkaart. Die is stabieler, levert minder technische problemen op en kan een pak sneller op een computer overgezet worden dan een cassette. Heb je nog budget over? Investeer dan in een goeie handmicrofoon, een statief en een cameralicht.

over wouter de meester:

wouter (@javionlinetv) studeerde in 2002 af als journalist aan de Arteveldehogeschool in Gent. Jeugdwerk-ervaring bouwde Wouter op bij crefi vzw, de jeugddienst van de Gezinsbond. In 2004 ging hij aan de slag bij de jeugddienst van Eeklo en sinds 2005 is hij actief als beroepskracht bij JAVI vzw.

23

Page 24: Internet voor jeugdwerkers

omgaan met de medIa

Over persberichten, persconferenties en crisiscommunicatie

Ondanks het succes van sociale en nieuwe media hebben 1. televisie, radio en print nog altijd een enorm bereik en grote kracht. Heb je iets te melden, vragen, uit te leggen of promoten met je jeugdwerking, gebruik ze dan allemaal. Al wat je doet voor de traditionele media, kan je trouwens ook kwijt op je eigen site, Facebook, ... Ideale perscommunicatie zit in de mediamiX.

Leg een 2. perslijst aan, en hou die up-to-date. Probeer, naast de algemene redactiegegevens, contacten met individuele journalisten op te nemen. De nationale pers werkt vaak met themaverantwoordelijken en regiocorrespondenten. Vergeet de regionale media niet, want die zijn meestal makkelijker te mobiliseren voor jouw thema’s. Ook online media tellen tegenwoordig dubbel en dik mee, bijv. de stadsblog, nieuwssites, ...

Perscommunicatie begint met een 3. persbericht. Stel dat zorgvuldig op. Een persbericht is helder en kort, nooit langer dan een A4 met dubbele interlinie. Het hanteert een vlotte maar correcte taal en Doet! Niet! Hysterisch!!! Begin met het woord ‘persbericht’, schrijf dan een krachtige en concrete kopregel en vervolgens de textbody in alinea’s van maximaal 5 regels.

Op het einde zet je de 4. boiler plate - beknopte en standaard achtergrondinformatie over de organisatie - en de contactgegevens van je woordvoerder. Vergeet ook je logo niet.

Voor persberichten per 5. e-mail gelden aparte regels. Stuur je bericht altijd naar personen, niet (alleen naar) een algemeen mailadres. Vermeld het woord ‘persbericht’ in de onderwerpregel, maar zet er ook een wervende titel bij. Steek je persbericht in bijlage, maar plak het ook in platte tekst zonder opmaak in de e-mail zelf. Zo moet de ontvanger niet vloeken op een attatchment dat hij niet kan openen of waaruit hij niet kan kopiëren. Stuur geen zware bestanden mee. Zet

24

Page 25: Internet voor jeugdwerkers

de geadresseerden in bcc of in een mailgroep, zodat niet iedereen alle e-mailadressen ziet.

6. overdrijf niet. Als je dagelijks of voor elke futiliteit persberichten uitstuurt, sta je binnen de kortste keren bij de geblokkeerde afzenders van de redacties. Denk aan de ABABA-formule: Actualiteit, Belangrijkheid, Afwijking, Belangstelling, Autoriteit.

7. timing is everything. Je actie kondig je best ruim een week op voorhand aan, zodat ze tijdig in de agenda van de redacties kan. Een herinnering via telefoon of mail kan de dag voordien. Plan je actie met oog voor de deadlines van de audiovisuele media: om 13, 19 en 20 uur zijn de belangrijkste uitzendingen.

Tenzij je Di Rupo of De Wever heet, geef je géén persconferentie, 8. maar organiseer je een persactie. Persconferenties zijn saai, leveren een afgrijselijk beeld op en zijn de nachtmerrie van elke journalist. Kleed je boodschap in. Zorg voor een bijzondere locatie of veel beweging. Zorg dat cameramensen en fotografen ludiek of origineel beeld kunnen scoren.

Geen persactie zonder 9. interviews. Bedenk op voorhand welke boodschap je wil overbrengen. Stuur – net als bij de examens vroeger – je antwoord gewoon die richting op. Voor radio en tv antwoord je in quotes: korte, grammaticaal volledige en coherente zinnen. Een quote duurt maximaal 20 seconden, langere uitleg wordt geknipt in montage.

Als het mis gaat in je werking, is snelle en accurate 10. crisiscommunicatie noodzakelijk. Alleen zo hou je de situatie in de hand. Informeer de media zelf en wees open over het gebeurde. Stel één woordvoerder aan en laat hem of haar de zaak toelichten in een persconferentie of interviews. Waarschuw alle andere medewerkers/ betrokkenen dat zij het moeten houden bij ‘geen commentaar’ en een doorverwijzing naar je spreekbuis.

over liesbet Verbesselt:

liesbet (@betravia) studeerde Vertaler-Tolk Nederlands, Engels en Spaans aan de Vlaamse Economische Hogeschool in Brussel. Als kind was ze lid van elke jeugdwerking in een straal van 25 kilometer rond haar dorp: van Chiro over turnkring tot toneelgroep. Na haar studies werkte Liesbet 10 jaar voor televisie als freelance reporter en eindredacteur in nieuws, human interest en realityprogramma’s. In 2008 zei ze de media

vaarwel voor het jeugdwerk .Sindsdien werkt ze voor de jeugddienst van Leuven, waar ze zich bezig houdt met jeugdinformatie, communicatie en nieuwe media.

25

Page 26: Internet voor jeugdwerkers

sChrIjVen Voor het web

Iedereen journalist!

Niet alleen lezen we een tekst op een scherm zowat 25% 1. trager, we lezen de tekst ook op een compleet andere manier. Zowat 80% van de beeldschermlezers scant een tekst. Slechts 20% leest een webtekst woord voor woord. Elementen die de scanbaarheid verhogen zoals titels en afbeeldingen zorgen ervoor dat lezers blijven hangen. Maak daarom je tekst scanbaar. Zet belangrijke begrippen in het vet en gebruik relevante tussentitels.

Uit Eye tracking-onderzoek blijkt dat surfers webpagina's 2. lezen in een f-vorm. De eerste alinea's van een tekst zijn dus de belangrijkste. Van langere teksten zullen de laatste alinea's dan weer nauwelijks gelezen worden. Lange teksten zijn sowieso niet aangenaam om lezen op een scherm. Veel mensen hebben nog altijd de neiging om die af te printen en offline te lezen.

Schrijf in een 3. omgekeerde piramide. Zorg dat de belangrijkste info uit je tekst steeds bovenaan staat. Geef in je eerste alinea al antwoord op de vragen wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe,... Schermlezers zijn vaak ook ongeduldig. Als een lezer niet meteen terugvindt wat hij zoekt, is hij slechts één muisklik verwijderd van een andere pagina. Zorg dus ook dat je webpagina's snel inladen.

Gebruik 4. lijstjes en tabellen om lange opsommingen in de verf te zetten. Wees bovendien consequent binnen je opsommingen. Ga geen substantieven en werkwoorden mixen bijvoorbeeld.

26

Page 27: Internet voor jeugdwerkers

Gebruik een duidelijke en informatieve 5. titel. Titels moeten surfers die via zoekmachines, rss-feeds, nieuwsbrieven, sociale netwerken,... komen aanzetten om te klikken.

Gebruik 6. korte zinnen. Zinnen die twee-drie regels lang zijn, zijn uit den boze. Kap ze liever op in kortere zinnen. Vermijd tangconstructies, lange zinnen, gedachtestreepjes,...

Maak je tekst lichter verteerbaar met foto's en video's. Overdrijf 7. echter niet en zorg dat foto en video relevant blijven voor de tekst.

Blijf 8. to the point. Laat je niet verleiden door de 'ongelimiteerde' ruimte om uit te weiden. Hou je tekst kort. Splits lange teksten op in meerdere pagina's.

Zorg dat 9. hyperlinks in je tekst openen in een nieuw scherm! En dat ze werken. Dode, foutieve of onduidelijke hyperlinks zijn uit den boze.

Wie een tekst leest op het internet verwacht ook een zekere 10. mate van interactiviteit. Die interactiviteit kan bestaan uit bv. een reactieformulier, maar een hyperlink naar meer info over een onderwerp kan evengoed beschouwd worden als 'interactiviteit'.

over bart Van belle:

bart Van belle (@bartvanbelle) was eind jaren ‘90 al actief binnen Jeugdwerknet. Hij werkt sinds begin 2000 als webredacteur voor De Standaard Online. Journalistiek gebruik van sociale media is één van zijn stokpaardjes. Bart houdt ook een drukbezochte blog over de Antwerpse rockgroep dEUS bij. http://bartvanbelle.blogspot.com

27

Page 28: Internet voor jeugdwerkers

teChtalk Voor nIet-teChneuten

Welkom in de cursus “Internetiaans” voor beginners

1. bandbreedte geeft aan hoeveel data per seconde door een verbinding verstuurd kan worden. Gebruikte bandbreedte is de hoeveelheid van de beschikbare bandbreedte die effectief gebruikt werd. Bandbreedte wordt doorgaans uitgedrukt in GB/maand (gigabytes per maand) en geeft dus de hoeveelheid aan die werd gedownload of geüpload.

2. css staat voor Cascading Style Sheets en is een manier om op de opmaak van webpagina’s vast te leggen. Dat kan met één CSS-bestand. Daarin staat dan hoe groot titels moeten zijn, welke lettertypes gebruikt moeten worden,… Via dat ene CSS-bestand kan dan de volledige look en feel van een website met duizenden pagina’s relatief eenvoudig aangepast worden.

3. cms staat voor Content Management System en is webserversoftware die het eenvoudig maakt om webpagina’s te beheren. De bedoeling van een cms is dus om personen zonder enige technische kennis in staat te stellen om de inhoud en eventueel vormgeving van de website aan te passen. Drupal, Joomla! en DotNetNuke zijn bekende CMS’en.

4. dns staat voor Domain Name System en is het systeem dat het mogelijk maakt om een domeinnaam zoals www.mijnorganisatie.be te koppelen aan het numerieke (IP-)adres van een computer en omgekeerd. DNS.be is de vzw die instaat voor de verdeling van alle .be-domeinnamen.

Een 5. firewall heeft in een computernetwerk en/of op een computer het doel te voorkomen dat ongewenst verkeer van de ene netwerkzone terechtkomt in een andere. Concreet probeer je op die manier je computer of netwerk te beschermen tegen ongewenst verkeer, zoals aanvallen van hackers en crackers (krakers), computervirussen, spyware, spam …

28

Page 29: Internet voor jeugdwerkers

6. ftp staat voor File Transfer Protocol en is een systeem dat ontwikkeld werd om eenvoudig bestanden uit te wisselen. De technologie wordt voornamelijk gebruikt om bestanden van op je eigen computer op een server te plaatsen (bijvoorbeeld documenten, afbeeldingen of pagina’s voor je website). Hiervoor gebruik je best een FTP-programma zoals FileZilla.

7. html staat voor HyperText Markup Language en is een opmaaktaal voor webpagina’s. Via HTML-tags (markeringscodes) geef je aan wat titels, subtitels en paragrafen zijn, kan je tabellen opbouwen of woorden bijvoorbeeld in vetjes markeren. Typerend voor html is de mogelijkheid om te werken met hypertekst: links tussen webpagina’s of documenten die het geheel voor een lezer actiever maken.

Open source is binnen de softwarewereld het principe dat 8. de broncode gepubliceerd wordt en vrij beschikbaar is voor publiek, waardoor iedereen het vrij kan kopiëren, aanpassen en/of verder verspreiden. Open broncode is dus gratis. Freeware lijkt hierop maar is niet hetzelfde: kan je het programma dus gratis gebruiken, maar mag je de code niet aanpassen.

9. php staat voor PHP: Hypertext Preprocesso. Met deze scripttaal kun je dynamische webpagina’s op webservers creëren. In tegenstelling tot asp en asp.net, twee scripttalen ontwikkeld door Microsoft, is PHP open source software en dus gratis verkrijgbaar. Bekende websiteplatformen als Drupal en Joomla! maken gebruik van deze programmeertaal.

Webhosting 10. Hosting is een dienstverlening die je in staat stelt om documenten en webpagina’s extern op te slaan en ze beschikbaar te maken via een website. Hostingproviders onderhouden de servers waarop deze sites staan en zorgen ervoor dat de websites steeds bereikbaar zijn. Jeugdwerkorganisaties kunnen terecht bij Jnet.be, de hostingprovider voor het jeugdwerk.

over thomas rumbaut:

thomas ontdekte al onder Windows 3.1 de kick van het programmeren. Eind jaren ‘90 sprong hij mee op de internetkar en leerde hij spelenderwijs zichzelf hoe je dynamische websites maakt. Zijn studies Bachelor in de Toegepaste Informatica aan de KHLeuven waren dan ook een evidente keuze. Thomas was naast webmaster ook vijf jaar groepsleider bij Scouts Meerdaal Haasrode en belandde via zijn stage bij Jeugdwerknet. Sinds juli 2007 staat hij in voor het wel en wee van Jnet, de hostingdienst van Jeugdwerknet, en ondersteunt ook de sector op vlak van IT.

29

Page 30: Internet voor jeugdwerkers

FunCtIoneel surFen

10 tips om sneller, beter en efficiënter te surfen

1. rss is een manier om informatie (inhoud) uit een website te halen zonder heel de website mee te moeten nemen. Je plukt er eigenlijk enkel de tekst en een paar foto’s uit, maar niet de lay-out. Die inhoud kun je dan laten toekomen in je mailbox, je website, op je iGoogle of Netvibes pagina, … Vooral nieuwssites en blogs hebben een RSS-feed, omdat hun inhoud het meest verandert. Je herkent sites met een RSS-feed aan een oranje icoontje met een bolletje en drie halve maantjes.

Zin om snel een kladblad met een vriend te delen of gewoon een 2. paar lijnen tekst neer te pennen? Of om in een spel te gebruiken en secret messages achter te laten? Of voor een snelle brainstorm? Creeër een eigen pagina met yourworldofteXt (www.yourworldoftext.com/eenleukenaam) en je bent vertrokken. Let wel: iedereen die ernaartoe surft kan jouw schrijfsels voor eeuwig lezen,… tot ze overschreven worden. Heerlijk!

Het systeem van 3. google alerts is eenvoudig, je geeft een zoekterm (of termen) aan Google en telkens ze iets nieuws vindt op het onderwerp met deze term, krijg je een mailtje. Handig voor wie op elk moment weten waar zijn of haar naam mee in verband wordt gebracht op het internet. Voor organisaties werkt het natuurlijk ook prima. (www.google.be/alerts)

30

Page 31: Internet voor jeugdwerkers

Ben je het beu om superlange URL’s te kopieren, in je 4. facebookstatus te gooien of door te sturen? Plak de lange url en verkort hem via bit.ly. Je kan hem zelfs een eigen, unieke naam meegeven.

5. ted.com begon als een jaarlijkse samenkomst van mensen uit allerlei vakgebieden (wetenschap, cultuur, reclame, antropologie, technologie,...) die hun visie op de toekomst gaven. Onder tussen is het uitgegroeid tot een reeks lezingen die overal ter wereld plaatsvinden. Alle prachtige, ontroerende en verhelderende uiteenzettingen zijn integraal te bekijken op de website.

Gedaan met die lange lijsten van bladwijzers in uw Internet 6. Explorer. Genoeg van de schaamtelijke momenten wanneer je het adres van die speciale website niet meer weet? Met delicious.com kan je webadressen opslaan, ordenen en gelijk waar je bent bekijken. Het mooie is dat je er ook in kan zoeken. Wat zouden anderen gevonden hebben over dit onderwerp?

7. slideshare: De enige goede manier om powerpoint-presentaties op het web te zetten en te delen, bijvoorbeeld op je website via embed code (net als een YouTubefilmpje dus). http://www.slideshare.net

8. netvibes: Een lege website die je helemaal zelf mag invullen. Je gooit facebook, twitter, rss-feeds, zoekfuncties, foto’s, filmpjes op een eigen webpagina. Je kan zelfs kiezen waar elk stukje site staat. Gewoon vastpakken en slepen. Je nieuwe startpagina vanaf... Nu.

Twaalfs tussenstops voor je op café geraakt of toch maar je 9. eigen schoolbusmaatschappij starten? Geef je excellijst met locaties aan batchego.com en hij zet ze mooi op één kaart. Superhandig voor flyeracties!

Een snoepje als laatste. Stelt iemand jou een vraag die 10. hij of zij eigenlijk zelf gemakkelijk op internet had kunnen opzoeken? Wees dan maar lekker arrogant en gebruik deze site om te tonen dat je op het net bent geboren: http://lmgtfy.com/?q=Hannes+D%27Hulster

over hannes d’hulster:

hannes (@hannesdh) is oprichter van Nerdlab, de enige echte creaclub voor Nerds. Breien met UTP-kabels en zo. Hij doet dat onder de vleugels van zZmogh vzw, waar hij jaren de vaste mediadocent en communicatieman was. Ondertussen werkt hij als Informatiearchitect voor Netlash.

31

Page 32: Internet voor jeugdwerkers

dIgItale nIeuwsbrIeVen

In het spanningsveld tussen informatie en spam

Eerst en vooral: jongeren gebruiken 1. steeds minder e-mail. Het Apestaartjaren onderzoek (2010) leert ons dat 25% nooit een e-mail stuurt. Als ze communiceren doen ze dat via Chat, SMS en berichten via Social Networks. De kans is dus reëel dat het grootste deel van je nieuwsbrieven nooit gelezen zal worden door jongeren. Voorzie daarom altijd een online versie van je nieuwsbrief en post die link op Facebook. Of stuur een nieuwsbrief zonder opmaak via het berichtensysteem van Netlog en/of Facebook.

Het beste 2. tijdstip om je nieuwsbrief te versturen? Een gouden raad van mijnentwege: ken je doelpubliek en verstuur je nieuwsbrief op het moment dat je denkt dat je publiek tijd heeft om hem te lezen. Voor jongeren zal dat bijvoorbeeld op woensdagmiddag zijn, in het weekend of ’s avonds in de week. Stuur je naar mensen die werken? Vermijd dan dat je e-mail verdwijnt in de overvolle mailbox op maandagochtend.

Behalve naar info@ adressen, mag je niet zomaar 3. iedereen nieuwsbrieven beginnen sturen (= opt-out). De nieuwsbriefabonnee moet daar zelf de toestemming voor geven door dit bijvoorbeeld aan te vinken bij zijn registratie op je website (=opt-in). Je mag dit vinkje niet standaard aanzetten. Nog beter is om hen dat e-mailadres ook te laten bevestigen (=dubbele opt-in).

Veel mensen zien niet veel meer van een nieuwsbrief dan 4. de afzender en de titel. Zorg er dan ook voor dat die zoveel mogelijk info bevat die kan prikkelen. Vermijd dat de titel van je nieuwsbrief “Nieuwsbrief 45” is, maar zeg in je titel waar het over gaat: “Win een iPod – Nieuwe regels Sabam – De eerste keer van Regi”. Op zulke titels klikken mensen door.

32

Page 33: Internet voor jeugdwerkers

Online lees je trager dan op papier. Je oog scant de tekst 5. op dingen die eruit springen. Zorg dat er reliËf in je tekst zit. Zet de belangrijkste woorden in het vet. En voeg links in om de mensen vanuit je nieuwsbrief naar je website te leiden. Probeer niet te veel informatie in een nieuwsbrief te steken. Beperk je tot 1 alinea en zorg voor een ‘lees meer’ link. Op die manier lok je ook extra bezoekers naar je website.

Stuur nooit je 6. afbeeldingen voor je nieuwsbrief mee met je mailing als attachment. Zet je foto’s in het juiste formaat online op de server van je organisatie via ftp en link ze in je nieuwsbrief. Let er ook op dat er verhoudingsgewijs meer tekst dan foto’s in je nieuwsbrief staat. Anders loop je het gevaar om als spammer gezien te worden.

Eenvoudige programma’s om je nieuwsbrief in 7. html op te bouwen is Kompozer (gratis) of Dreamweaver (betalend). Het voordeel is dat je voor de opmaak van je nieuwsbrief geen HTML-code moet kennen om toch een HTML-pagina te maken. Alles gebeurt in een zogenaamde WYSIWYG-module (= what you see is what you get).

500 nieuwsbrieven versturen via een mailprogramma zoals 8. Outlook of Thunderbird lukt niet. Via het gratis programma worldcast kun je grote hoeveelheden e-mail de deur uit krijgen, zonder dat je moet gaan knoeien met bcc’s of je e-mailbestand moet gaan opdelen in lijstjes van 100 personen.

Stuur je nieuwsbrief eerst naar jezelf en 9. test of alles leesbaar is en of alle links werken. Laat de nieuwsbrief ook door je collega’s nalezen. Dat voorkomt dat je je e-mailbestand opnieuw moet mailen om een foutje recht te zetten.

Zorg ervoor dat er altijd een link is naar een e-mailadres 10. of pagina op je website waarmee abonnees zich kunnen uitschrijven. Je wil immers niet bekend staan als spam.

over kristof d’hanens:

kristof (@kristofdhanens) studeerde Germaanse Talen en Bedrijfscommunicatie aan de UGent. Zijn jeugdwerkroots liggen bij de Scouts van Eeklo. In 2005 komt hij als vrijwilliger bij Jeugdwerknet terecht in de online redactieploeg. Sinds eind 2007 werkt Kristof als beroepskracht voor Jeugdwerknet. Hij houdt zich bezig met de promotie en communicatie, waaronder ook de nieuwsbrief. Daarnaast is Kristof ook verantwoordelijk voor alles wat met nieuwe media te maken heeft (o.a. het Apestaartjaren project).

33

Page 34: Internet voor jeugdwerkers

de toekomst Van het Internet

The best is yet to come?

1. gowalla, foursQuare en binnenkort ook facebook places geven je de mogelijkheid om met je smartphone ook virtueel in je favoriet café of op een mooi plein in te checken. Je kan zien wie er nog aanwezig is, tips achterlaten voor andere bezoekers en zelfs virtueel eigenaar worden van een spot. Echt cool wordt het als de barman je beloont wanneer je aantoont dat jij de “Mayor” van de keet bent.

Een foto nemen met je telefoon van een gebouw of een 2. schilderij en 2 seconden later lezen welk gebouw het is of welke schilder het kunstwerk maakte, het is al een tijdje mogelijk met google goggles.

3. Qr-codes worden vaak gebruikt in outdoormarketing of op stickers. Het is een nieuw soort barcode die de online met de offline wereld linkt. Je laat je smartphone de QR code lezen en zonder ergens op te hoeven klikken, linkt deze code je door naar een webpage met meer uitleg over het product dat je scant, zoals hiernaast bijvoorbeeld.

Koppel je iTunes aan op een 4. airport eXpress - die op zijn beurt aan je versterker hangt - en je kan met je smartphone je favoriete muziek opzetten, of zelfs die van op je kotgenoot zijn laptop. Regel vanuit je bad het volume of zet nog voor je je voordeur binnenstapt je favoriete muziek op om je thuiskomst te melden!

Tijdens TV programma’s zoals De Slimste Mens, DeRonde 5. of Basta staat twitter roodgloeiend. Gebruik makend van de juiste #hashtags kan je én de serie volgen en zie je meteen de mening van de andere kijkers op je twitterfeed verschijnen. Let maar op de aankondigingen van programma’s zoals Reyers Laat: “discussier mee via #reyerslaat op twitter”, geeft Evy of Andrea ons mee.

6. televisie en internet zijn met een serieuze paringsdans bezig. Telenetklanten kunnen al een tijdje hun digibox vanop afstand programmeren via www.tv.be. Maar met Yelo wordt het binnenkort ook mogelijk om live televisie te kijken op je telefoon, tablet of laptop. En dan hebben het nog niet over Google TV waarbij je letterlijk tv-programma’s (maar ook YouTubefilmpjes en andere webvideo’s… kunt googelen via je je televisie)

34

Page 35: Internet voor jeugdwerkers

Benieuwd welk liedje er op de radio speelt? De app 7. shazam luistert er 10 seconden naar en geeft je dan titel en uitvoerder. Je krijgt ook meteen alle info over de groep, optredens, gerelateerde muziek en wanneer het nieuwe album uitkomt.

Dagelijks worden er miljoenen foto’s op het net gezet. Het 8. is bijgevolg niet meer cool om zomaar een foto online te zwieren. Neen, die foto moet er retro, polaroidy of vintage uitzien. Websites/Applications als instagram, hipstamatic, RETRO en lomography fotography zorgen ervoor dat elke foto er tof, sepia, fancy, hip uitziet. Bij Instagram kan je ook je favoriete fotografen volgen en fotodagboekgewijs met elkaar in contact blijven.

Een 9. ipad of tablet vervult alle wensen van een simpele computergebruiker. Je kan ermee mailen, surfen, spelletjes op spelen, video’s op kijken en hij is ongelofelijk gebruiksvriendelijk. Je hoeft geen software te installeren om hem aan je printer te koppelen en je hebt geen virusscanner nodig. Er zit zelfs een gps in. Maar bovenal kan je hem gemakkelijk in je luie zetel of in een drukke supermarkt gebruiken.

The cloud is the future. Bij cloud computing komt het erop neer 10. dat al je software en bestanden online opgeslagen worden, en niet langer op je eigen computer. Het voordeel is dat jet er dan overal ter wereld aan kunt. dropboX.com is bijvoorbeeld online opslagruimte waar je bestanden gratis met elkaar deelt. Je koppelt deze folders aan je verkenner/finderen en je krijgt een bericht als anderen bestanden wijzigen of toevoegen.

over yannick de Pauw:

yannick (@yannickdepauw) begon na zijn studies grafisch vormgever op Sint Lucas Antwerpen bij crefi als PR-verantwoordelijke om daarna webdesigner bij het Leuvense Statik te worden. Samen met 3 andere helden richtte hij het creatief bureau Vliegwerk (www.vliegwerk.be) op. Anno 2010 staat er “Communicatie en Social Media” op zijn naamkaartje bij Antwerpen Europese Jongerenhoofdstad 2011, waar hij nu een jaar lang al zijn pijlen op richt.

35

Page 36: Internet voor jeugdwerkers

36

Page 37: Internet voor jeugdwerkers

37

Page 38: Internet voor jeugdwerkers

ColoFon

Dit boek kwam tot stand dankzij de creatieve pennen van Pieter Sellenslagh, Pieter De Clercq, Bram Faems, Sebastiaan De Coninck, Pieter Blomme, Karel Vanrietvelde, Sander Spanhove, Nel Broothaerts, Wouter De Meester, Liesbet Verbesselt, Bart Van Belle, Thomas Rumbaut, Hannes D’Hulster, Kristof D’hanens en Yannick De Pauw.

Eindredactie: Kristof D’hanens en Tina Deseure

Vormgeving: Karel Vanrietvelde

www: www.jeugdwerknet.be

mail: [email protected]

tel: 09/231.82.70

fax: 09/231.83.25

fb: www.facebook.com/jeugdwerknet

tw: @jeugdwerknet

© 2011 – Jeugdwerknet vzw

38

Page 39: Internet voor jeugdwerkers

Dit boek werd samengesteld ter ere van de 15e verjaardag van Jeugdwerknet.

Het werd voorgesteld en gratis aangeboden aan de genodigden tijdens het verjaardagsfeest op 8 april 2011. Extra exemplaren zijn vanaf 11 april 2011 te koop voor € 4/boek in de kantoren van Jeugdwerknet in de Smidsestraat 130, 9000 Gent.

39

Page 40: Internet voor jeugdwerkers

internet

ict

onlin

e

multimedia

softwarecomputer

tools

websites

dig

itaal

dig

itaal

communicatie

hosting

vo

rmin

g

workshopsla

pto

p

au

dio

au

dio

au

dio

videovideo

faceb

oo

k

toekomst

social networking

games

web

sch

rijv

en

nieuwsbrieven

functioneel surfen

functioneel surfen

vergaderen media

media

lay-out

usabilityfotobewerking

privacy

mo

bie

l

persberichtengoogle agenda

google agenda

doodle

worldoftext

ted

worldcast

pain

t.n

et

op

en

off

ice

HTML

PHP

PHP

CSS camera

camera

vimeo

youtube

youtube

ph

oto

sh

op

F-vorm

Kompozer

soundcloud

audacity

gamemaker

remember the milk

evernote

bit.ly

twitter

twitter

twitter

webex

skype

apps

iphone

persconferentiem

od

em

serverin

tern

et

jeugdwerk

ict

mu

ltimed

ia

software

hard

ware

tools

dig

itaal

dig

itaal

communicatie

ho

stin

g

vorming

workshops

laptop

au

dio

video

facebook

social networking

web

sch

rijv

ennieuwsbrieven

functioneel surfen

vergaderen

lay-out

usab

ility

fotobewerking

fotobewerking

privacy

mo

bie

l

google agenda

doodle doodle

doodle

doodle

doodle

ted

ted

wo

rldcast

op

en

offic

e

HTML

HTML

HTML

PH

P

CSS

CSS

camera

vimeo

vimeo

vimeo

vimeo

yo

utu

bephotoshop

F-v

orm

Kompozer

KompozerKompozer

soundcloud

soundcloud

audacity

audacity

gamemaker

gamemaker

remember the milk

evernote

evernotetwitter

webex

webex

skypeapps

mo

bie

lp

ain

t.net

pain

t.net

remember the milk

bit.ly

bit.ly

bit.ly

apps

iphone

iphone

iphone

persconferentie

modem

server

server

ict

ict

on

line

software

hardware

computer

tools

tools

websites

workshopsau

dio

videofa

ceb

oo

k

toekomst games

games

games

web

sch

rijv

en

functioneel surfen

vergaderen

vergaderen

media

media

media

media

lay-outlay-out

privacy

persberichtengoogle agenda

google agenda

doodle

worldoftext

worldoftextworldcast

CSS

camera

vimeo

yo

utu

be

yo

utu

be

yo

utu

be

yo

utu

be

ph

oto

sh

op

soundcloud

soundcloud

video

social networking

lay-out

soundcloud

evernote

evernote

evernote

bit.ly

twitter

webex

skype

skype

persconferentie persconferentie