Internet - Alexandru Ioan Cuza Universityconsilr.info.uaic.ro/uploads_lt4el/resources... · Web...

29
Internet e-mail

Transcript of Internet - Alexandru Ioan Cuza Universityconsilr.info.uaic.ro/uploads_lt4el/resources... · Web...

Internete-mail

Gino Broeckhoven13 januari 2001

ISP

ISPISP

ISP

ISPISP

ISP

I InternetI.1 Ontstaan

Hoewel Internet pas vanaf 1995 in Europa commercieel is doorgedrongen, bestaat het netwerk ongeveer 40 jaar. Het begon eind jaren 60, tijdens de ‘koude oorlog’, met ARPANET. (Advanced Research Projects Agency Network) Het was het resultaat van een onderzoek naar de mogelijkheid om, zelfs tijdens en na massieve atoomaanvallen op delen van het Amerikaanse vasteland, communicatie te hebben met en informatie uit te wisselen met de verschillende eenheden van het leger. Belangrijk hierbij was dat de communicatie- en informatiepakketten geen vaste weg moesten volgen om van het ene naar het andere punt te gaan. Gedurende 20 jaar groeien verschillende soorten ‘kleinschalige’ netwerken, vooral op universiteiten, elk met een andere ‘taal’ om te communiceren. Het onderling verbinden van deze netwerken werd hierdoor erg bemoeilijkt. Begin jaren 80 ontwikkeld men een gemeenschappelijk, open communicatieprotocol, het TCP/IP. (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) Vanaf dat moment is er geen stoppen meer aan de groei van Internet. Toch bleef ARPANET, later omgedoopt tot NSFNET, een werk- en onderzoeksinstrument van de academische wereld. Zij dulden hierop geen commercieel verkeer, zodat, in 1991, een groep Amerikaanse bedrijven zijn eigen netwerk voor bedrijfs- en commerciële doeleinden opzette. Het Internet zoals we dat vandaag kennen was hiermee gelanceerd. Vanuit de universitaire- en bedrijfsgebruikers van deze netwerken is dan het privé-gebruik van Internet gegroeid.

I.2 Hoe werkt het?

Internet is een netwerk van netwerken. De ISP’s (Internet Service Provider) hebben allen een continue, ultrasnelle, (backbone, meestal glasvezel of satelliet) verbinding met mekaar en vormen zo een wereldwijd netwerk. Het is op hun computers dat de inhouden staan. (webpagina’s, bestanden, brievenbussen, …) Elke gebruiker heeft, mits een gratis of betalend abonnement, een verbinding met de ISP. Dit vormt het lokale netwerk.

Internet en e-mail - 1- Gino Broeckhoven

Deze verbinding kan via telefoon (analoog of digitaal) (meestal geen permanente verbinding) of via kabel (permanent zolang de PC aan staat) gaan.Via deze verbinding kan de gebruiker dan contact maken met elke andere computer die aangesloten is op het wereldwijde netwerk.

I.3 Werken met cijfers of met URL

Computers werken uitsluitend met cijfers. Al de computers van de ISP’s, permanent met elkaar verbonden (de servers of hostcomputers), hebben een uniek nummer, het IP-adres. Zonder dit adres zou zoeken op het Internet onmogelijk zijn. Dit IP-adres bestaat uit een reeks bits maar wordt, gemakkelijkshalve voorgesteld door 4 groepen getallen, gescheiden door een punt, bvb 192.168.10.25. Met dit adres weet de computer die het verkeer op het net regelt, de router, naar welke computer het informatiepakket moet worden verstuurd. De eerste 2 getallen identificeren het netwerk, de laatste 2 het nummer van de server.Men heeft, ten behoeve van de niet-gespecialiseerde gebruiker, de IP-adressen vertaald in woordcombinaties. Dit vertaalsysteem is het DNS. (Domain Name System)Via dit systeem zijn de URL’s (Uniform Resource Locator) ontstaan. Bvb www.pandora.be.Een URL lees je van rechts naar links:

- be: hoofddomein (Top Level Domain Name) In de hele wereld, behalve de USA, is dit de aanduiding van het land. Elk land heeft zijn eigen, tweeletterige code. België: BE, Nederland: NL, Frankrijk: FR, Duitsland: DE, Luxemburg: LU, Groot-Brittannië: UK, … In de Verenigde Staten duidt het hoofddomein op het soort organisatie dat de hostcomputer uitbaat:

o com: commercieel, www.microsoft.como edu: educatief, www.caltech.eduo gov: overheid, www.whitehouse.govo int: international, www.nato.int, www.redcross.into mil: militair, www.army.milo net: netwerkuitbater, info.gbi.neto org: niet-commerciële organisatie, www.unesco.org

- pandora: binnen het hoofddomein zijn er subdomeinen. Deze duidt meestal op de organisatie die de website uitbaat. Zo is pandora.be de domeinnaam van ISP Telenet.

- www: dit duidt meestal op het navigatiesysteem dat gebruikt wordt voor deze webpagina’s. Naast www heb je, onder andere, ook ftp. (file transfer protocol, webruimte bedoeld om bestanden op te slaan die je kan downloaden)

Tegenwoordig kan je op basis van de naam van een organisatie, met zeer grote kans op slagen, de URL ervan bepalen. Probeer gewoon www.naamorganisatie.hoofddomein. Let wel op de volgende regels,een URL:

- bevat geen spaties- bestaat meestal uit 3 delen

Internet en e-mail - 2- Gino Broeckhoven

- verbindingsstreepjes of underscores ( _ ) gebruikt men om losse woorden te verbinden bvb www.coca-cola.com

De URL’s die als opdracht toekomen bij de hostcomputer worden doorgestuurd naar DNS-servers die de ‘woorden’ vertalen naar IP-adressen.

I.4 World Wide Web of Wereldwijd Wachten

Om verbinding te maken met de ISP zijn er een aantal mogelijkheden. Meestal gebruikt men een telefonische verbinding. Hiervoor is een modem nodig. Een modem vertaalt de digitale signalen van de computer in analoge signalen (geluid) die verwerkt kunnen worden door de telefoonlijnen. Bij de ISP staat een batterij modems die de analoge signalen ontvangen en omzetten naar digitale signalen die verwerkt kunnen worden door de servers.Er zijn op dit moment meestal nog 2 soorten modems in gebruik, gekenmerkt door hun transfersnelheid. De 28.8 Kbit/s en de 56 Kbit/s. Dit wil zeggen dat een 28.8-modem maximum transfersnelheden haalt van 28800 bits per seconde ofwel 3600 bytes per seconde. (1 byte komt overeen met één symbool) Een 56K haalt maximum 56000 bits of 7000 bytes per seconde. Dit zijn theoretische maximumsnelheden. Meestal blijft dit beperkt tot ongeveer 7 Kbit/sec en kan zelfs teruglopen tot 1 a 2 Kbit/sec. Dit komt omdat een telefoonlijn veel verlies lijdt door ruis zodat de berichten meerdere malen opnieuw moeten verstuurd worden. Een andere telefonische verbinding is de ISDN of ADSL-lijn. Dit is een digitale lijn zodat er geen modem in de zin van omzetter moet gebruikt worden. De ISDN-modem is meer een versterker. Deze haalt theoretisch snelheden van 64 Kbit/sec voor een enkele en 128 Kbit/sec voor een dubbele lijn. Daarnaast hebben we dan nog de kabelverbinding. Zo zijn er 2 ISP’s in België. Telenet voor gans Vlaanderen en TVD in Leuven. Theoretisch zijn verbindingssnelheden mogelijk tot max. 500 Kbit/sec. Meestal schommelt dit, afhankelijk van het moment van de dag en de fysieke locatie van de ondervraagde server, tussen 100 en 300 Kbit/sec.De snelheid of traagheid van een Internetverbinding hangt niet alleen af van de verbinding tussen je computer en die van de ISP maar ook van het aantal gebruikers op het ganse Internet en van het aantal vragen dat de webserver die jij bevraagt, krijgt. Hoe meer dit allemaal is, hoe trager je verbinding zal zijn.

I.5 Surfen op het web

Om op het Internet te surfen heb je naast een verbinding met je ISP ook programmatuur nodig die de gevraagde URL doorstuurt naar de server en de ontvangen informatie toont. Dit noemt men een browser. De meest gebruikte browsers zijn Microsoft Internet Explorer (IE, gratis bij de meeste software van MS, 70 Mbyte), Netscape Communicator (NSC, gratis te downloaden van het Net, 19 Mbyte) en Opera (gratis te downloaden van het Net maar dan heb je steeds reclame.in je scherm of betalend voor 39 $, 9 Mbyte).

Internet en e-mail - 3- Gino Broeckhoven

I.6 Internet Explorer 5.0

Internet Explorer zit bij Windows 98 SE en wordt mee geïnstalleerd. Om te surfen open je de browser door te dubbelklikken op het IE-icoon op het bureaublad.

I.7 Schermopbouw

Zoals in elk Windowsprogramma herken je ook hier de 5 vaste vensteronderdelen: (van boven naar onder)I.7.1 Titelbalk: bevat naast een vermelding van het programma ook de

benaming van de webpagina zoals ingesteld door de makers van de website

I.7.2 Menubalk: hier staan de beschikbare menu’s met al hun submenu’sI.7.3 Knoppenbalk: knoppen waarmee de meest gebruikte acties binnen

het programma kunnen opgeroepen wordenI.7.4 Werkgebied: hier kan je de opgeroepen webpagina bekijkenI.7.5 Statusbalk: hier krijg je informatie over o.a. de voortgang van het

laden van de webpaginaI.7.6 De knoppenbalkMeestal zal je de browser besturen via de knoppen van de werkbalken.

Internet en e-mail - 4- Gino Broeckhoven

Functie van de knoppen:- Vorige: roept de vorig bezochte webpagina terug op.- Volgende: roept de volgende bezochte webpagina terug op, werkt

alleen als je eerst de knop “Vorige” hebt gebruikt.- Stoppen: stopt het laden van een webpagina.- Vernieuwen: als je denkt dat een pagina niet volledig is geladen

dan wordt ze met deze knop opnieuw opgehaald vanaf de server.- Start: laadt de door jou ingestelde startpagina.- Zoeken: opent een venster in het werkgebied waarin je een

zoekopdracht kan ingeven. Deze wordt dan doorgeven aan MSN, Webbel, Excite, Advalvas en Voila. (zie hierover later meer)

- Favorieten: opent een lijst URL’s van door jou ingegeven favoriete webpagina’s.

- Geschiedenis: opent een venster in het werkgebied waarin je een overzicht krijgt van de, met deze browser, bezochte webpagina’s van de laatste 14 dagen.

- E-mail: opent je standaard e-mailclient.- Afdrukken: hiermee geef je een afdrukopdracht om de actieve

webpagina af te drukken op de actieve printer.- Bewerken: hiermee kan je de broncode (html, …) kopiëren naar

notepad of een htmlprogramma dat op je computer staat en gaan bewerken.

- Discussie: opent, als je een chatsite opgegeven hebt, een chatprogramma in je browser.

I.8 Surfen

Surfen op het Internet betekent van webpagina naar webpagina gaan. Je kan op verschillende manieren surfen.

I.8.1 URL intypenAls je de URL van een webpagina kent dan klik je in de adresbalk en typ je de URL zonder het voorvoegsel “http://”. Dit staat voor “Hyper Text Transfer Protocol” en wijst op het protocol waaraan de verbinding voldoet. Dit kan ook “https://” zijn voor HTTPSecure ofwel beveiligde http voor afgeschermde verbindingen. Ook “ftp://” is mogelijk voor ftp-sites.

Eens de URL ingetypt druk je op de <ENTER>-toets en de gevraagde webpagina wordt binnengehaald. De webpagina die je binnenkrijgt als je de URL opgeeft is de Home-pagina. Dit is de beginbladzijde van de website.

I.8.2 HyperlinksEens je op een webpagina zit kan je gebruik maken van de aanwezige hyperlinks. Dit zijn stukjes tekst of

Internet en e-mail - 5- Gino Broeckhoven

afbeeldingen die verwijzen naar andere websites of webpagina’s. Je herkent deze aan het feit dat de muispijl in een “wijzend handje” verandert als je deze erover beweegt. Meestal is de tekstuele hyperlink onderstreept en verandert hij van kleur (rood) als je erover komt met de muispijl.

I.8.3 Je startpagina

Dé webpagina die je elke keer wil zien als je surft is je startpagina. Deze kan je zelf instellen. Surf naar die webpagina en kies in het menu “Extra – Internetopties”. In het dialoogvenster klik je op het tabblad “Algemeen” op “Huidige gebruiken”. Elke keer als je de browser start zal hij de door jou gekozen startpagina openen.

I.8.4 Iets interessants gevonden? Bookmark het.

Heb je een website gevonden die een herhaald bezoek waard is, dan biedt de browser de mogelijkheid om deze URL voor jou te bewaren. Dit noemt men bookmarken.

Surf naar de website en klik in het menu op “favorieten-Toevoegen aan favorieten”. Hierop verschijnt een dialoogvenster dat je de mogelijkheid biedt om zelf een naam te geven aan de te onthouden URL en te bepalen waar in je bookmarks deze moet bewaard worden. Eventueel kan je zelf een nieuwe map opgeven als verzamelplaats voor je favorieten.Wil je op een later tijdstip teruggaan naar deze website dan klik je in het menu “favorieten” op de URL-verwijzing die jij in je bookmarks hebt geplaatst en de bijhorende webpagina wordt geopend. Soms mislukt dit omdat de webpagina

waarnaar je bookmark verwijst zich niet meer op de server die in de URL staat, bevindt of zelfs omdat de webpagina niet meer bestaat. Dit levert dan een foutmelding op.

I.8.5 Foutmeldingen

Net als bij mensen die verhuizen, veranderen de URL’s van webpagina’s nogal eens. Waarschijnlijk is de site verhuisd naar een andere server omdat de website te groot werd of omdat de beheerder van de server zich niet meer kon vinden in de inhoud van de website of om nog duizend andere redenen. En dan krijg je een foutmelding.Er bestaan twee soorten fouten; er zijn de fouten die optreden langs de kant van de gebruiker en er zijn de fouten die aan de kant van de servers optreden. Alle

Internet en e-mail - 6- Gino Broeckhoven

fouten zijn genummerd. Fouten langs de gebruikerskant liggen tussen 400 en 500, de andere tussen 500 en 600.

- 400 Bad request: je hebt een fout of onvolledig adres gegeven- 401 Unauthorized: je hebt geen toelating om deze webpagina te

bekijken- 403 Forbidden: de server kan/mag deze vraag niet uitvoeren- 404 Not found: meest voorkomend, de URL is niet bereikbaar of

bestaat niet- 500 Internal server error: een fout in de server waardoor hij niet

kan reageren- 501 Not implemented: wanneer een server een bepaalde functie

niet heeft geïmplementeerd- 503 Service unavailable: als de server niet weet wat hij met je

verzoek moet doen dan krijg je deze boodschap, een reden kan zijn dat er te veel verkeer is naar deze server

Je kan aan geen van deze fouten veel doen, tenzij nakijken of de ingegeven URL wel juist is, deze verbeteren indien nodig en voor de rest blijven proberen en zoeken.I.8.6 Webpagina’s

De meeste webpagina’s zijn geschreven in HTML. (Hyper Text Mark-up Language) Dit is een taal die geïnterpreteerd en gelezen kan worden door browsers. Je herkent deze pagina’s aan de extensie html in de URL. Hoe langer hoe meer gaat men echter gebruik maken van, van html

afgeleide, talen, zoals DHTML of ASP. Deze

bieden meer mogelijkheden om bewegende beelden en onderliggende databanken te gebruiken.

I.9 Zoekmachines

Het Internet bevat zoveel informatie dat het onbegonnen werk is om deze allemaal te raadplegen. Hoewel surfen leuk is, het wordt redelijk frustrerend als je iets zoekt en niet vindt.Gelukkig bestaan er zoekmachines. Dit zijn, via je browser, te raadplegen webpagina’s waarop je databanken kan consulteren die de inhoud van het Internet catalogeren.Grofweg bestaan er 3 soorten zoekmachines: directories, index-zoekmachines en meta-zoekmachines.

- Directories: dit zijn zoekmachines die manueel, dus met tussenkomst van mensen, webadressen indelen volgens onderwerp en relevantie, een voorbeeld hiervan is www.yahoo.com

- Indexzoekmachines: dit zijn zoekmachines die volledig automatisch het Internet afschuimen en de volledige inhoud van webpagina’s in databanken opslaan. Bvb www.ilse.be

- Meta-zoekmachines: dit zijn zoekmachines die de vraag van de gebruiker richt aan verschillende zoekmachines en directories tegelijk en de bekomen resultaten bundelt. Bvb www.infind.com

Internet en e-mail - 7- Gino Broeckhoven

Een goede website om meer te weten over zoekmachines is www.searchenginewatch.com.Hieronder een korte lijst van de meest gebruikte zoekmachines.Zoekmachines geven als antwoord op je vraag meestal een lijst met URL’s van webpagina’s waarin je zoekterm voorkomt. Hoe gerichter je zoekopdracht hoe beter de resultaten zullen zijn.

Internet en e-mail - 8- Gino Broeckhoven

I.9.1 URL’s van Zoekmachine

Internet en e-mail - 9- Gino Broeckhoven

Index-zoekmachineswww.altavista.comwww.askjeeves.comwww.directhit.comwww.excite.comwww.go.comwww.go2.comwww.google.comwww.hotbot.comwww.lycos.comwww.northernlight.comwww.opentext.comwww.search.comwww.snap.comwww.webcrawler.com

Directorieswww.about.comwww.looksmart.comwww.netcenter.comwww.suite101.com www.yahoo.com

Meta-zoekmachineswww.dogpile.comwww.go2net.comwww.mamma.comwww.profusion.comwww.savvysearch.comwww.webinfosearch.comwww.webspider.comwww.infind.comwww.metacrawler.com

Internet en e-mail - 10- Gino Broeckhoven

I.9.2 URL’s van Nederlandstalige zoekmachines:Belgiëwww.ilse.bewww.belcast.be (van Belgacom, bevat de witte en de gouden gids voor telefoonnummers)www.lycos.bewww.webwatch.bewww.webbel.bewww.wanadoo.be/nl/

Nederlandnl.altavista.comwww.lycos.nlwwwijzer.nlwww.track.nlwww.ilse.nlwww.excite.nlwww.vindex.nlwww.nl-menu.nlwww.fryskebeweging.nl/frisyk/www.1stekeuze.nl

I.9.3 Wiskunde voor de zoekmachine

De meeste zoekmachines laten toe dat je meerdere begrippen invoert zodat je zoekopdracht nog verfijnder kan verlopen. Meestal wordt hiervoor dan gebruik gemaakt van Booleaanse operatoren. (OR, AND, NOT)

- OR (of) betekent: “één van beide of beide begrippen moeten op de webpagina voorkomen”, bvb Clinton OR Lewinsky: webpagina’s waarop de woorden “Clinton” en/of “Lewinsky” voorkomen.

- AND (en) betekent: “beide termen moeten op de pagina voorkomen”, bvb Clinton AND Lewinsky: webpagina’s waarop de woorden “Clinton” en “Lewinsky” voorkomen.

- NOT (niet) betekent hier “zonder het volgende begrip”, bvb Clinton NOT Lewinsky: webpagina waarop het woord “Clinton” voorkomt en waarop het woord “Lewinsky” niet voorkomt.

Toch is dit niet altijd mogelijk en moet je de verschillende begrippen die je opgeeft op een andere manier combineren.Een veel voorkomend manier, geaccepteerd door zeer veel zoekmachine, is het gebruik van “+” en “-“.

- “+” heeft hier de betekenis van AND, bvb +Clinton+Lewinsky betekent dat de beide woorden moeten voorkomen

- “-“ heeft hier de betekenis van zonder, bvb +Clinton-Lewinsky betekent wel het woord “Clinton” maar niet het woord “Lewinsky”

Deze bewerkingen hebben als nadeel dat de gebruikte begrippen niet noodzakelijk op mekaar betrekking moeten hebben in de webpagina. Ze kunnen zonder relatie tot elkaar op de webpagina voorkomen.Om te weten welke symbolen je kan gebruiken op een zoekmachine, lees je best even de FAQ (Frequently Asked Questions) of helppagina van de zoekmachine.Wil je een echte searchengine-specialist worden bezoek dan even www.searchenginewatch.com/resources/tutorials.html.

I.10 En dan heb je informatie gevonden…

Iedereen, van de grootste idioot tot het grootste genie, kan inhoud publiceren op het Internet. Je hebt, tenzij je de maker van een

Internet en e-mail - 1- Gino Broeckhoven

webpagina persoonlijk kent en zijn kennis zo kan beoordelen, geen mogelijkheid om te oordelen over de correctheid of zelfs het waarheidsgehalte van de informatie die op een website wordt aangeboden.Probeer daarom altijd, als je informatie haalt van het Net, het resultaat te controleren. Doe dit door meerdere webpagina’s rond hetzelfde onderwerp te raadplegen. Zoek ook naar dezelfde informatie in andere bronnen. Want je weet nooit wie op het Net publiceert: het kan “zot Jeanke” zijn maar even goed Stephen Hawkins.

II E-mailNaast informatie raadplegen is communicatie het belangrijkste doel van het Internet. Als je die communicatie privé of toch in beperkte kring wil houden dan gebruik je e-mail.Er bestaan 2 populaire soorten e-mail: “web-based e-mail” en “pop3 e-mail”. Het verschil zit in de manier waarop je de berichten opvraagt en raadpleegt. Toch steunen beiden op hetzelfde principe. Je e-mailprovider (ISP of een andere organisatie) beheert op één van zijn servers een postprogramma. In dit postprogramma krijg jij een “brievenbus”. Dit is gewoon een stukje ruimte op de harde schijf van de server dat voor jou gereserveerd is. Dit stukje ruimte wordt gekenmerkt door een unieke naam, jouw e-mailadres. Iedereen die aan jou een e-mail stuurt, gebruikt dit adres om ondubbelzinnig aan te geven voor wie dit bericht bestemd is. Zo weet het postprogramma dat die mail voor jou is en hij zal deze dan opslaan in jouw brievenbus. Deze brievenbus kan jij dan op elk moment inkijken om te zien of er “post” is voor jou.

II.1 E-mailadressen

E-mailadressen hebben altijd een zelfde vorm en bestaan uit 2 delen.Bvb [email protected]

- Gino.b: het linkerdeel is de benaming van je postbus- @: dit staat voor “at” en betekent “bij”- tijd.com: dit is meestal de domeinnaam van je provider of van de e-

mail-leverancierDus; [email protected] betekent de postbus met de naam “Gino.b” bij het domein “tijd.com”.

E-mailadressen zijn NIET hoofdlettergevoelig. Het maakt dus niet uit of je hoofdletters, kleine letters of een mengvorm gebruikt, zolang de naam maar juist geschreven is.

II.2 Web-based e-mail

Web-based e-mail is wat de naam zegt. E-mail die gebaseerd is op het Internet. Je zal het Internet dus gebruiken om je brievenbus te raadplegen, je e-mail te lezen en zelf e-mail te verzenden. Al deze acties gebeuren dus gewoon in je browser via webpagina’s. Web-based e-mail is, voor zover ik weet, gratis. Je meldt je aan bij een webpagina die deze

Internet en e-mail - 2- Gino Broeckhoven

service aanbiedt, schrijft je in en logt in. Het grote voordeel is dat je je mail kan controleren en gebruiken op elke plaats waar een computer met Internettoegang staat, waar ook ter wereld.

Er bestaan verschillende web-based e-mailservices op het Net. Hoe populairder hoe trager ze echter ook werken.

Internet en e-mail - 3- Gino Broeckhoven

Internet en e-mail - 4- Gino Broeckhoven

www.hotmail.comwww.come.towww.email.comwww.iname.comwww.mail.comwww.mailbomb.comwww.popmail.comwww.netaddress.com

www.yohaa.comwww.explorenow.comwww.adres.nlwww.apenstaartje.comwww.dolfijn www.emails.nlwww.emailme.nuwww.freemail.nl

email.liefje.nlwww.mailme.nlwww.netmail.nlwww.oranjefan.comwww.partyon.nlwww.post-free.comzie voor nog meer adressenemail-meerlinks.pagina.nl/

II.3 Een

voorbeeld

II.3.1 Aanmaken web-based e-mail bij Hotmail

Surf met je browser naar www.hotmail.com.Klik op de hyperlink “sign me up now”.Vul de vragenlijst in.

- De voornaam en naam die je opgeeft worden bij elke e-mail die je verstuurd meegestuurd. Niemand kan controleren of de naam die je opgeeft ook de juiste is.

- Alle informatie die je geeft kan en zal gebruikt worden voor commerciële doeleinden.

Druk onderaan op “sign in” en als alles aanvaard wordt dan heb je een e-mailadres. Dit moet je zo vlug mogelijk gebruiken om geldig te blijven. Wil je het na verloop van tijd kwijt, wegens teveel reclamemail of zo, dan gebruik je het adres gedurende 60 dagen niet meer en dan wordt je postbus met inhoud vernietigd. Klik op continue en je surft dan verder langs een aantal webpagina’s van Hotmail waarin men je poogt te

Internet en e-mail - 12- Gino Broeckhoven

verleiden om in te tekenen op allerlei diensten. Deze geven eigenlijk alleen maar reclame in je brievenbus, dus daar beslis je zelf over of je hierop in gaat.En dan kom je in de webpagina met jouw postbus.

II.3.2 Gebruik van je web-based e-mail.

Surf naar www.hotmail.comVul je login-naam en paswoord in en klik op de knop “sign in”.De webpagina met je eigen brievenbus wordt nu geopend. Wat je te zien krijgt is je “Inbox”. Dit is de plaats waar al de ontvangen post voor jouw brievenbus in terecht komt.

Mail die je nog niet gelezen hebt wordt vaaraf gegaan door een tekentje. (hier een rode pijl, elders een ongeopende enveloppe of nog andere tekens. Om een bericht te lezen klik je, in de kolom “From” op de naam van de afzender. Een nieuwe webpagina, nu met de inhoud van het bericht, komt op je scherm.

Je kan het ontvangen bericht nu lezen, erop reageren (Reply of reply all), doorsturen naar iemand anders (Forward) of wissen (Delete).Je kan het e-mailadres van de afzender ook in je adressenboekje laten bijschrijven zonder dat je zelf één letter moet intypen. (Save Address) Of als je geen berichtjes meer wilt ontvangen van deze afzender dan kan je vragen om het te blokkeren. (Block Sender)Je gaat terug naar je “Inbox” door te klikken op “Close”.Als je meerdere berichten wilt wissen, vink dan het witte blokje voor elk te wissen bericht aan en klik op de knop “Delete”.

II.3.3 Zelf een bericht opstellen en versturen.

Klik op “Compose”. Een webpagina met een aanmaakvenster verschijnt.

Internet en e-mail - 13- Gino Broeckhoven

Heb je het adres van de bestemmeling of van de bestemmelingen in je adresboek zitten klik dan op de knop “Insert address” en kies uit de lijst. Als je kiest om deze adressen in het vak “To” of “Cc” (Carbon copy) te zetten dan zal elke geadresseerde zien naar welke adressen dit bericht is verstuurd. Zet je de adressen in het vak “Bcc” (Blind carbon copy) dan ziet geen enkele ontvanger naar wie het gestuurd is.

Het getuigt van opvoeding (netiquette) om bij elk bericht dat je verstuurt een onderwerp in te vullen.En dan is het een kwestie van een briefje in te typen in het grote venster.Wil je bestanden mee sturen (alles kan, foto’s, documenten, eender welk bestand) dan klik je op de knop “Attachment”. Je komt nu op een webpagina waar je, via de knop “bladeren” op je eigen, lokale schijven kan gaan kijken en kiezen welke bestanden je meestuurt.

Na elk bestand dat je meestuurt klik je op de knop “Attach to message”. Let erop dat de gezamenlijke grootte van je berichten niet meer is dan 1 Megabyte. Ben je klaar,

klik dan op de knop “Done” en je komt terug in je bericht dat je aan het opstellen was.Klik op de knop “Send” en binnen enkele minuten zit het bericht in de Inbox van de bestemmeling.

II.4 POP3-e-mail

In wezen werkt pop3-e-mail op dezelfde manier als web-based e-mail. Alleen heb je een apart e-mailprogramma nodig om je brievenbus te

Internet en e-mail - 14- Gino Broeckhoven

kunnen raadplegen en om mail te versturen. Als je een abonnement (gratis of betalend) neemt bij een ISP dan zit hier naast Internettoegang ook een e-mailadres bij. Hiervoor reserveert de provider schijfruimte op zijn mailserver voor jouw postbus. Als je je brievenbus wilt raadplegen om te kijken of er mail is voor jouw of je wilt mail versturen dan moet je met een e-mailclient (Outlook, Outlook express, Eudora, …) contact maken met je provider. Je e-mailclient zal nagaan of er post is, deze berichten van de mailserver wissen en opslaan op je eigen computer. Zo kan je al je mailtjes bewaren zolang je wilt en zolang er ruimte is op je eigen schijf.E-mail die je zelf verstuurt wordt via deze verbinding aan de mailserver doorgegeven, die dan de verzonden mailtjes doorstuurt naar de bestemmeling.Je e-mailclient moet echter volledig geconfigureerd worden om met je brievenbus te kunnen communiceren. Dus kan je je e-mail maar op één pc ontvangen en versturen.

Toch kan je, vanop eender welke computer met Internettoegang je brievenbus nakijken. Surf naar www.twigger.be, vul je login en wachtwoord in en kies uit de lijst je ISP. Dit is vooral handig in het buitenland of als je ergens anders even wil nakijken of je mail hebt ontvangen

II.4.1 Een e-mailclient: Outlook

Outlook is de e-mailclient van Microsoft en wordt in verschillende versies geïnstalleerd bij de installatie van andere MS-producten. Zo zit bij Windows 95/98 Outlook express. Bij MS-Office 97 zit Outlook 97, die je gratis kan upgraden naar Outlook 98. Bij MS-Office 2000 zit Outlook 2000.Het verschil tussen Outlook express en Outlook 97/98/2000 zit hem vooral in het feit dat je bij de express-versie maar 1 e-mailadres kan beheren. De andere versies verschillen vooral in versienummer en stabiliteit. Als je Outlook 97 gebruikt dan kan je best upgraden naar versie 98. (wegens stabiliteitsproblemen).In de volledige versies zit ook nog, naast de e-mailclient, een uitgebreid contactenboekje, een kalender, een agenda en een taakplanner.

Outlook 97/98/2000 is in feite een PIM. (personal information manager)

II.5 Een voorbeeld: Outlook 2000

II.5.1 Schermopbouw

Internet en e-mail - 15- Gino Broeckhoven

Het werkgebied van Outlook kan verschillende weergaven tonen. Wij beperken ons tot het “Postvak In”. Hier worden alle e-mails geplaatst die Outlook van de mailserver haalt.

Internet en e-mail - 16- Gino Broeckhoven

II.5.2 Een mailtje opstellen.

Klik in het menu op “Bestand – Nieuw – E-mailbericht”. Een nieuw venster verschijnt. Ook hier zie je de knoppen “Aan”, “CC” en “BCC”. Zij hebben dezelfde betekenis als bij web-based e-mail. Als je op deze

knoppen drukt, dan wordt je adresboek geopend en kan je uit de lijsten kiezen. Wil je het e-mailadres zelf intypen, klik dan in het veld naast de knop en typ het adres.Wees beleefd en geef een onderwerp op.Wil je bestanden meesturen met je mail, klik dan op de knop met de paperclip.Een “bestand openen”-dialoogvenster verschijnt. Hierin kies je de bestanden die je wilt meesturen. Klik op <OK>. Onderaan je mailvenster komen de iconen van de meegestuurde bestanden te staan.Is je bericht klaar, klik dan op “Verzenden”. Je bericht wordt nu klaargezet in de “Postvak Uit”-map van je e-mailclient tot je verbinding maakt met je ISP. Dit doe je meestal door te kiezen voor “Verzenden en ontvangen”.

II.5.3 Ontvangen e-mail openen

E-mail die je pas ontvangen hebt en nog niet gelezen herken je aan de gesloten omslag voor het e-mailadres. Gelezen mail herken je aan de geopende enveloppe.Om een ontvangen bericht te openen, dubbelklik je op de regel waarin het bericht staat. Het bericht wordt in een apart venster geopend.

Internet en e-mail - 17- Gino Broeckhoven

II.5.4 Bijgevoegde bestanden

Als je een e-mail ontvangt waar bestanden zijn bijgevoegd dan kan je enkele acties ondernemen met deze bestanden.

- Klik rechts op het bestand.- Er verschijnt een menu

o Openen: het bestand wordt geopend in het bijhorende programma

o Afdrukken: het bestand wordt geopend in het bijhorend programma, de afdrukopdracht wordt automatisch gegeven en het bestand wordt terug gesloten

o Opslaan als: een “opslaan als”-dialoogvenster laat je toe om een locatie en naam te kiezen en het bestand op te slaan

o Snel weergeven: het bestand wordt geopend zonder dat je het kan bewerken

o Kopiëren: nadien kan je het dan plakkeno Verwijderen: spreekt voor zicho Beeld: hiermee kan je instellen of je de bestandskenmerken

kan zien

II.5.5 Op een ontvangen e-mail reageren

Je kan op twee manieren reageren op een e-mail die je gekregen hebt. Je kan hem beantwoorden door een berichtje terug te sturen of je kan hem doorsturen naar iemand anders.

-Open de e-mail

o Beantwoorden De afzender beantwoorden:

klik op de knop “Beantwoorden” een “nieuw bericht”-venster wordt geopend en

de inhoud van de e-mail wordt hierin overgenomen

In het veld “Aan” staat het e-mailadres van de afzender

In het veld “Onderwerp” staat: “RE:<onderwerp ontvangen bericht>

Typ je boodschap in en klik op “Verzenden” Een antwoord sturen naar alle adressen die in het vak

“Aan en CC” staan Klik op de knop “Allen beantwoorden” een “nieuw bericht”-venster wordt geopend en

de inhoud van de e-mail wordt hierin overgenomen

In het veld “Aan” staan alle e-mailadressen die in het oorspronkelijke bericht in de vakken “Aan” en “CC” stonden

In het veld “Onderwerp” staat: “RE:<onderwerp ontvangen bericht>

Internet en e-mail - 18- Gino Broeckhoven

Typ je boodschap in en klik op “Verzenden”o Doorsturen

klik op de knop “Doorsturen” een “nieuw bericht”-venster wordt geopend en

de inhoud van de e-mail wordt hierin overgenomen

Vul in het veld “Aan” het e-mailadres van de bestemmeling in

In het veld onderwerp staat: “FW:<onderwerp ontvangen bericht>

Typ je boodschap in en klik op verzenden

II.6 Je e-mail instellen

Voordat Outlook met de mailserver kan communiceren moet je eerst je “account” instellen. Hierbij maak je aan het programma duidelijk welk e-

mailadres je hebt, op welk domein je postbus zich bevindt en via welke mailserver hij je e-mailberichten mag versturen.Kies in het menu “Extra – Accounts”. Klik in het dialoogvenster “Internet accounts” op de knop “Toevoegen”. Er wordt een wizard gestart die je, via verschillende vragen, door het proces zal loodsen.

Op het eerste blad van de wizard vul je een naam in. Deze zal altijd meegestuurd worden naar de bestemmelingen van je mail.Klik op volgende.

Geef nu het e-mailadres op dat je hier wil instellen. (dit wordt door de ISP gegeven bij intekening op het abonnement)

Internet en e-mail - 19- Gino Broeckhoven

Vervolgens vraagt de wizard naar de URL van de server die de inkomende e-mail behandelt. (pop3- of mailserver) (POP: Post Office Protocol) Deze URL heeft zeer dikwijls volgende vorm:

- pop3.domein.be bvb pop3.antw.online.be

- mail-in.domein.be bvb mail-in.pandora.be

Ook voor je uitgaande mail moet de URL van een server opgegeven worden. Dit noemt men de SMTP-server. (Simple Mail Transfer

Protocol) De vorm van de URL is meestal:- smtp.domein.be- mail-out.domein.be

Klik op volgende.

Van je ISP heb je een login- of

accountnaam gekregen. Dit is tegenwoordig meestal een code van cijfers en letters, zoals gb1030254.

Vul dit in. Ook heb je een wachtwoord gekregen. Vul dit in het tweede veld in. Je krijgt enkel sterretjes te zien, wees dus zorgvuldig. Klik op volgende.

Als laatste wordt gevraagd om aan te geven hoe de verbinding wordt gemaakt met je ISP. Dit hangt af van het feit hoe jij die verbinding kan maken. Heb je een modem dan kies je voor het eerste. Meestal kan je hiervoor de inbelverbinding gebruiken die je aangemaakt hebt voor je browser. Werk je met Telenet, duidt dan LAN aan. Weet je het nog niet, kies dan voor de 3de mogelijkheid.Klik op volgende.

Outlook feliciteert je voor je kennis en kunde. Klik nu op voltooien.

Sluit het “Internet Accounts”-dialoogvenster. Je bent nu klaar om mail te versturen en te ontvangen

Internet en e-mail - 20- Gino Broeckhoven