Instemming ontvangen van de medezeggenschapsraad op 23 …€¦ · • Taakwerk serieus nemen •...

2

Instemming ontvangen van de medezeggenschapsraad op 23 december 2016. Vastgesteld door het bevoegd gezag van de school op 23 december 2016.

3

Inhoudsopgave

1. VOORAF .................................................................................................................................. 6

1.1. VOORWOORD .......................................................................................................................... 6 1.2. INLEIDING ............................................................................................................................... 7

2. AMBITIE .................................................................................................................................. 9

2.1. ACHT AMBITIES ........................................................................................................................ 9 2.2. MISSIE EN VISIE ....................................................................................................................... 9 2.3. PIJLERS ................................................................................................................................. 10

3. ONDERWIJS ........................................................................................................................... 13

3.1. VISIE OP ONDERWIJS ................................................................................................................ 13 3.2. VISIE OP LEERLINGEN ............................................................................................................... 14 3.3. DALTONONDERWIJS ............................................................................................................... 15 3.4. BELEIDSVOORNEMENS 2016-2020 ........................................................................................... 15 3.5.1. SCHOOLEXAMENS EN TOETSBELEID .......................................................................................... 15 3.5.2. DOORLOPENDE LEERLIJNEN ................................................................................................... 16 3.5.3. ALGEMENE VAARDIGHEDEN .................................................................................................. 17 3.5.4. PAL-WEKEN ...................................................................................................................... 17 3.5.5. PASSEND ONDERWIJS ........................................................................................................... 18 3.5.6. LOOPBAANORIËNTATIE EN -BEGELEIDING ................................................................................ 20 3.5.7. HOOGBEGAAFDEN ............................................................................................................... 21 3.5.8. TAAL, REKENEN EN DE KERNVAKKEN (NED, ENG EN WIS) ........................................................... 21 3.5.8.1 Taal ............................................................................................................................... 22 3.5.8.2. Rekenen ..................................................................................................................... 22 3.5.8.3. De kernvakken (Ned, Eng en Wis) ............................................................................ 22 3.5.9. SPORT .............................................................................................................................. 23 3.5.9.1. Breedtesport ............................................................................................................... 24 3.5.9.2. LOOT & CTO ............................................................................................................... 24 3.5.10. Kunst en Cultuur .......................................................................................................... 25 3.6. PROFILERING AFDELINGEN ...................................................................................................... 26

4. PERSONEEL ........................................................................................................................... 28

4.1. VISIE OP PERSONEEL ............................................................................................................... 28 4.2. VISIE OP DOCENTEN .............................................................................................................. 28 4.3. PERSONEELSBELEID ................................................................................................................. 29

5. KWALITEIT ............................................................................................................................. 32

6. SCHOOL & CENTRAAL BUREAU ........................................................................................... 35

7. FINANCIËN & FACILITEITEN ................................................................................................... 37

7.1. FINANCIEEL BELEID EN HUISVESTING ........................................................................................... 37 7.2. FACILITEITEN .......................................................................................................................... 37 7.3. COMMUNICATIE .................................................................................................................... 39 7.3.1. INTERNE COMMUNICATIE EN DIRECTE CONTACTEN .................................................................... 39

4

7.3.2. PROFILERING EN MARKTPOSITIE ............................................................................................. 39

BIJLAGEN .................................................................................................................................. 42

6

1. Vooraf 1.1. Voorwoord Voor u ligt het schoolplan 2016-2020 van het Calandlyceum. In het schoolplan 2016-2020 staat te lezen wat het Calandlyceum de komende vier jaren wil bereiken. Het schoolplan bevat het onderwijskundig beleid, het beleid tot behouden en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs op het Calandlyceum, het personeelsbeleid en het financieel beleid. In het schoolplan staan de voornemens met betrekking tot het personeel, leerlingen, ouders, het vervolgonderwijs, het bestuur en de onderwijsinspectie. Vanzelfsprekend is bij de totstandkoming van dit schoolplan het vorig schoolplan, 2012-2016 grondig geëvalueerd. Tevens zijn de uitgangspunten, zoals verwoord in het strategisch beleidsplan van Stichting Progresso, het bestuur van het Calandlyceum, meegenomen. De visie van de Nederlandse Dalton Vereniging is eveneens een belangrijk uitgangspunt. Het schoolplan heeft meerdere malen op de agenda gestaan en is opgesteld na verschillende schoolplansessies. Ook binnen de afdelingen heeft het schoolplan meerdere malen op de agenda gestaan. Op deze manier is het schoolplan een document dóór medewerkers van het Calandlyceum geworden. Het schoolplan is besproken met de leerlingenraad en de ouderraad. De medezeggenschapsraad heeft op 23 december 2016 ingestemd met het schoolplan, waarna het per gelijke datum is vastgesteld door het bevoegd gezag van de school. Op basis van het schoolplan bepalen de directeur en de afdelingsleiding jaarlijks in juni de te verwachten resultaten/plannen voor het volgend schooljaar. Deze worden onder meer bepaald door de inbreng uit de afdelingen en door de inbreng van de diverse portefeuillehouders. Het schoolplan is leidend bij het opstellen van jaarplannen binnen de afdelingen en de diverse portefeuilles. Jaarplannen worden ieder jaar voor 01 juli vastgesteld. Doelstellingen zijn in het schoolplan bewust globaal geformuleerd. In het jaarplan worden de doelen specifieker en meetbaar uitgewerkt. Zo wordt bereikt dat de cyclus controleerbaar en haalbaar is en blijft. Dit schoolplan en de komende, onderliggende jaarplannen zijn aldus een belangrijk kwaliteitsinstrument.

7

1.2. Inleiding Het Calandlyceum biedt sinds jaren hoogstaand onderwijs voor vmbo-t, havo en atheneum (inclusief technasium en gymnasium). De school geeft een goede afspiegeling van de wijk en staat goed bekend in de buurt. “Niet de herkomst, maar de toekomst telt.” Het Calandlyceum staat midden in Amsterdam Nieuw-West, het grootste en meest diverse stadsdeel van Amsterdam. Deze diversiteit vormt de kracht van onze school: we zien het als onze taak om het Amsterdam van de toekomst mede vorm te geven. Personeel, leerlingen en ouders zijn dan ook trots op onze school. Op alle niveaus geldt dat het diploma een doel is en tevens fungeert als bruggenhoofd naar een vervolgopleiding. Een diploma levert tenslotte een goede basis voor een plek in de maatschappij. De wijk en de omgeving worden zo veel als mogelijk de school binnengehaald. Er zijn uitstekende contacten met vervolgopleidingen: sommige in een vergevorderd stadium, andere nog in de kinderschoenen. Het gebouw van het Calandlyceum is in 2004 in gebruik genomen en biedt ruimte aan 1900 leerlingen. Het gebouw ademt ondanks het grote leerlingaantal toch kleinschaligheid en huiselijkheid. Er zijn voldoende werkruimtes voor leerlingen en de lokalen zijn uitstekend geoutilleerd. Er is een ruime schoolzaal. De school maakt geen onderscheid naar godsdienst of levensbeschouwing en verwacht van eenieder die deel van onze schoolgemeenschap wil uitmaken, respect voor de uitgangspunten van het openbaar onderwijs. Op het Calandlyceum werken ongeveer 200 medewerkers. Een open, fijne onderlinge verhouding en het streven naar een hoge (onderwijs)kwaliteit kenmerkt deze medewerkers. Het Calandlyceum wordt aangestuurd door een directeur, op zijn beurt ondersteund door vijf afdelingsleiders. De zorg voor de leerlingen ligt, uiteraard, in de eerste plaats bij de docenten. Zij staan dagelijks in contact met hun leerlingen. De mentoren zijn het eerste aanspreekpunt voor hun mentorleerlingen en ouders/verzorgers. Mentoren worden op het gebied van resultaatbegeleiding, sociaal-emotionele begeleiding en begeleiding op het gebied van LOB (LoopbaanOriëntatie en –Begeleiding), inhoudelijk ondersteund door zorgcoördinatoren en decanen. Het onderwijs ondersteunend personeel heeft een belangrijke pedagogische rol. Het Calandlyceum heeft talentontwikkeling, met name op het gebied van sport en kunst & cultuur, hoog in het vaandel staan. Gedurende het gehele schooljaar worden leerlingen uitgedaagd hun talenten te ontdekken en deze verder te ontwikkelen. Het bieden van kansen, ontdek wat jij kunt bereiken, is het fundament van het Calandlyceum.

9

2. Ambitie 2.1. Acht ambities Hieronder staan de ambities die we samen gaan realiseren voor 2020. In 2020:

• zijn we Dalton gecertificeerd; • zijn alle docenten gecertificeerd m.b.t. differentiëren in de klas waarbij elke docent

ICT als ondersteuning kan inzetten en digitaal lesmateriaal een wenselijk onderdeel is van het onderwijs ;

• handelen docenten conform ‘de acht rollen van de docent’; • zijn kernwaarden als samenwerken, verantwoordelijkheid, reflectie, effectiviteit en

zelfstandigheid zichtbaar in de klas bij leerlingen en in het werk bij de rest van het personeel;

• wordt er met leerlingen gewerkt aan kwalificatie, socialisatie en zelfontplooiing; • zijn al onze resultaten op orde; op of boven het landelijke gemiddelde (denk o.a.

slagingspercentage, doorstroomcijfers en andere harde en minder harde inspectie-eisen);

• liggen de resultaten uit tevredenheidsenquêtes (leerlingen & ouders) op of boven het landelijk gemiddelde, en:

• zijn we intensief en met grote regelmaat in gesprek met ouders & leerlingen.

2.2. Missie en visie ‘Ontdek wat jij kunt bereiken’ is ons credo. In deze filosofie zit alles wat in onze genen zit en wat het Calandlyceum zo succesvol maakt en heeft gemaakt. Op het Calandlyceum staat kennisoverdracht voorop. Tevens geven we veel aandacht aan de ontwikkeling op sociaal en emotioneel gebied en besteden we veel aandacht aan culturele, creatieve, kunstzinnige en sportieve ontplooiing. Belangrijk voor ons is dat iedere leerling zich binnen zijn of haar eigen mogelijkheden kan ontwikkelen op ieder aspect dat van belang is voor de groei naar volwassenheid en de vorming van een zelfstandige en evenwichtige persoonlijkheid. Leren op het Calandlyceum is meer dan roosters volgen; ieder lesuur is bedoeld als een stap vooruit. Soms gebruik je daarvoor bestaande talenten, soms boor je op school een nieuw talent in jezelf aan. Om die talenten te ontdekken, biedt het Calandlyceum – binnen en buiten de school – een breed scala van lessen, clinics en andere activiteiten aan. Leraren geven in principe alleen les op vmbo-, havo- of vwo-niveau. Daardoor groeit de onderlinge band en wordt de weg naar het diploma op het Calandlyceum gevoelsmatig door leerlingen en personeel sámen afgelegd. Zo wordt de school ook een beetje ‘een tweede thuis’, een omgeving waarin eenieder zich veilig kan voelen en zich gestimuleerd weet. Het Calandlyceum is een openbare schoolgemeenschap die in beginsel voor ieder kind bereikbaar en beschikbaar is. Recht op toegankelijkheid, respectvol omgaan met elkaar, openheid en ontplooiingskansen voor iedereen zien wij als wezenlijke aspecten van ons openbaar onderwijs.

10

Het Calandlyceum is Dalton in oprichting. Ons streven is om in 2020 het predicaat Dalton te verwerven. Daarom zal op het Calandlyceum opbrengstgericht werken en waardevol Daltononderwijs steeds meer hand in hand gaan. Ruimte geven voor zelfstandigheid en samen leren, het stimuleren van verantwoordelijkheidsgevoel voor het eigen leren, het recht doen aan verschillen tussen leerlingen, kennis en vaardigheden bijbrengen, het belang van brede vorming (cultuur en sport) en het ontwikkelen van burgerschapsvorming worden (c.q. zijn) belangrijke pijlers op het Calandlyceum. Uit onderzoek blijkt dat het Daltononderwijs vele kenmerken bezit van effectief onderwijs. Daltononderwijs voldoet aan onderstaande ‘evidence-based’ kenmerken van effectief onderwijs.

• Mix van onderwijsleervormen • Heldere uitleg en instructie • Geregelde feedback en toetsing • Voldoende tijd (“Time on task”) • Voldoende focus: duidelijkheid en structuur • Leren leren • Samen leren • Adaptief onderwijs • Taakwerk serieus nemen • Betrokkenheid van ouders

Deze kenmerken sluiten naadloos aan bij onze visie. Het streven is deze visie te verwezenlijken met onze leerlingen, hun ouders/verzorgers en ons personeel. 2.3. Pijlers 'Ontdek wat jij kunt bereiken' heeft gevolgen voor ons gehele onderwijs. Wij willen leerlingen prikkelen om zich breder dan alleen cognitief te ontwikkelen. Het Calandlyceum benadrukt dit op twee gebieden: onze pijlers Sport en Kunst & Cultuur. Sport blijft één van de gezichtsbepalende aspecten van onze school, wat tot uiting komt in onze sportklassen en de status van Topsport Talentschool. Sport is bij uitstek de plaats waar je kunt ontdekken wat je kunt bereiken en past als zodanig uitstekend in dat onderwijskundig concept. Leerlingen die veel sporten omdat zij dat graag doen, kunnen in een sportklas worden geplaatst. Zij krijgen daar extra uren LO en de docenten houden rekening met de sportverplichtingen. Topsporters (LOOT- en CTO-leerlingen) hebben een aangepast rooster en vrijstellingen, zodat zij hun hoge sportambities waar kunnen maken, naast het behalen van een diploma. Gepersonaliseerd onderwijs, gepersonaliseerd leren, is de werkwijze om aan deze opdracht te kunnen voldoen. Hiermee spelen wij in op de behoefte uit de maatschappij en de sportwereld. Sport heeft een positieve invloed op de gezondheid. Sportleerlingen leren in teamverband te opereren, tonen doorzettingsvermogen om hun doel te bereiken en worden door hun veeleisende verplichtingen gedwongen structuur in hun dagindeling aan te brengen. Door ons aanbod aan Kunst en Cultuur worden verbindingen gelegd tussen onze leerlingen onderling en met onze medewerkers, alsmede tussen de school en de omgeving (buren, organisaties, instellingen). Bezig zijn met Kunst en Cultuur versterkt de relatie tussen leerlingen. Onder andere bij de kunstvakken krijgen leerlingen oog voor verschillen en leren

11

zij elkaar beter begrijpen. Door een divers aanbod van cultuuractiviteiten, onder andere in de PAL-weken, krijgen leerlingen de mogelijkheid hun eigen talenten te ontwikkelen. De kunstklassen, de zogenaamde Q-klassen, volgen een aangepast lesrooster met extra kunstvakken. In 2015 is ons predikaat ‘Cultuurprofielschool’ met vier jaar verlengd. Het Calandlyceum draagt deze titel met trots.

13

3. Onderwijs 3.1. Visie op onderwijs Ons onderwijs is gericht op adaptief leren en de drie basisbehoeften van leerlingen binnen deze filosofie:

• relatie • competentie • autonomie

Adaptief onderwijs is complex, soms arbeidsintensief, maar ook effectief. Onderwijs is beter als het rekening houdt met de verschillen tussen de leerlingen en qua niveau, begeleiding, methode en dergelijke afgestemd is op de kenmerken van de individuele leerling. De drie behoeften nader uitgewerkt: Relatie (ik hoor erbij)

• De leerling heeft het gevoel geaccepteerd te worden; het gevoel te hebben erbij te horen, veilig te zijn. Aandacht voor relatie betekent bijvoorbeeld dat docenten de tijd nemen voor leerlingen en hun afspraken met leerlingen nakomen. Anders gezegd: wij veronderstellen dat een leerling pas goed tot leren komt als hij zich erkend weet en voelt dat hij erbij hoort.

Competentie (ik kan wat)

• De leerling weet dat hij iets kan, dat hij zich de leerstof eigen kan maken. De kennis van de leerling moet een zekere flexibiliteit hebben: in staat zijn om de kennis te integreren en toe te passen in een nieuwe situatie. Aandacht voor competentie betekent bijvoorbeeld dat docenten blijk geven van hoge verwachtingen, die aansluiten bij de mogelijkheden en talenten van leerlingen, ze vragen stellen die tot reflectie uitnodigen.

Autonomie (ik ben iemand)

• De leerling heeft het gevoel niet afhankelijk te zijn van anderen, maar in staat te zijn zelf besluiten te nemen. Aandacht voor autonomie betekent bijvoorbeeld dat docenten initiatieven van leerlingen honoreren, leerlingen uitdagen eigen oplossingen te bedenken, leerlingen keuzes te geven bij het maken van taken. Dit concept wordt kernachtig weergegeven in het motto van onze school: 'Ontdek wat jij kunt bereiken'. Dit motto maakt duidelijk dat de school ruimte biedt waarin de zelfstandigheid van de leerling wordt bevorderd en waarbij de leerling uitgedaagd wordt om de verantwoordelijkheid voor zijn eigen resultaten en keuzes te nemen.

14

Door in ons motto nadruk te leggen op 'ontdek wat', wordt aangegeven dat wij samen met de leerling op zoek gaan naar zijn talenten. Een goede relatie met de leerling is een voorwaarde voor een effectieve ontdekkingstocht. Door het aanbieden van passende activiteiten in een goed georganiseerde omgeving wordt hij gestimuleerd de talenten tot wasdom te laten komen. Door het woord 'jij' te benadrukken, wordt inhoud gegeven aan het begrip autonomie. De leerling is niet afhankelijk van anderen, maar kan zijn eigen keuzes maken. Een divers en gevarieerd aanbod binnen en buiten de lessen biedt hem de gelegenheid zelfstandig keuzes te maken. Nadruk op 'kunt bereiken' maakt duidelijk dat wij competentieontwikkeling belangrijk vinden. Wij stimuleren de leerling om zijn doelen te stellen en te bereiken en stemmen het onderwijsaanbod zo veel mogelijk af op zijn behoeften. Dit betekent meer concreet dat wij leerlingen:

• in toenemende mate zelfstandig laten leren en handelen; • samen met anderen en in samenhang laten leren; • niet alleen op inhoud maar ook op het proces leren reflecteren; • verbanden in de aangeboden lesstof laten zien door het aanbieden van

doorlopende leerlijnen; • reële contexten aanbieden, en: • hun talenten laten ontdekken en ontwikkelen.

3.2. Visie op leerlingen Het onderwijs op het Calandlyceum moet focus bieden: leerlingen werken doelmatig en doelgericht. Om de zelfverantwoordelijkheid (eigen werkwijze, eigen werkplanning) mogelijk te maken, specificeren de taken het werk en geven ze overzicht van de leerdoelen en inzicht in wat er uiteindelijk van de leerling wordt verlangd. De leerling heeft bij elke taakopdracht een specifiek en duidelijk doel voor ogen: hij weet wat hij doet, waarom hij het doet en waartoe dat leidt. Het Calandlyceum ontwikkelt zich tot een school die leerlingen duidelijkheid en structuur biedt. Door de manier waarop het leerplan en de leerstof gestructureerd worden en door de manier waarop de taken ingericht zijn, krijgt de leerling voorafgaand aan en lopende de werkzaamheden inzicht. De leerling ontdekt wat hij moet doen en wat de samenhang is met wat hij al gedaan heeft. Hij ziet onder andere het nut van het kennen en kunnen dat hij zich eigen moet maken en de relatie daarvan met kennis en vaardigheden die hij eerder opdeed. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het eigen leren. Dit dwingt de leerlingen na te denken over hun leren. De leerervaring is de basis van het leren. Natuurlijk mag de leerling fouten maken. Dit is de ideale conditie voor belangstelling voor leerstrategieën en voor de motivatie om leerstrategieën aan te leren en/of te verbeteren. Kortom, leerlingen worden op het Calandlyceum toegerust met vaardigheden waardoor zij het geleerde kunnen toepassen en verantwoordelijkheid leren dragen.

15

Leerlingen krijgen in toenemende mate onderwijs dat rekening houdt met hun leefwereld, ambities en manier van leren én leven. Het Calandlyceum hecht veel waarde aan zelfontplooiing, het ‘leren netwerken’ en aan kennis van de samenleving. Het veelvuldig en doelmatig integreren van ICT in het onderwijs wordt de komende jaren doorgezet. Onze leerlingen zijn zelfbewust en denken actief mee over hun eigen ontwikkeling. Leerlingen geven graag hun mening, bijvoorbeeld in de leerlingenraad of tijdens sollicitatiegesprekken van onderwijzend personeel. 3.3. Daltononderwijs De Nederlandse Dalton Vereniging (NDV) heeft de school op 1 maart 2016 de status ‘Dalton In Oprichting’ gegeven, omdat wij reeds in ruime mate gestalte geven aan de daltonideeën vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking en de in 2012 geformuleerde vijf kernwaarden: samenwerking, vrijheid en verantwoordelijkheid, effectiviteit, zelfstandigheid en reflectie. Dalton moet in je genen zitten, bij leerlingen, bij docenten en bij ondersteunend personeel. Wederzijdse feedback en verantwoording vormen een basis waarin naar elkaar luisteren en van elkaar leren een normale zaak is. Een daltonschool is een gemeenschap die zowel naar binnen (naar zichzelf) als naar buiten (naar de gemeenschap) kijkt en waar leren centraal staat. Lessen zijn daarbij niet gelijk aan lesuren (zie www.dalton.nl voor meer toelichting). 3.4. Beleidsvoornemens 2016-2020 In de volgende paragrafen worden de beleidsvoornemens geformuleerd. Telkens is de stand van zaken in 2016 geschetst en wordt in concrete, meetbare omschrijvingen de situatie in 2020 beschreven. De beleidsvoornemens zijn per paragraaf verder uitgewerkt. Hierin zijn voor elk van de volgende cursusjaren de activiteiten beschreven die uitgevoerd worden om het uiteindelijke doel te behalen. Jaarlijks wordt volgens een vast format een jaarplan opgesteld waarin de voorgenomen activiteiten voor het volgend cursusjaar zijn uitgewerkt, doel, start- eind- en evaluatiedata worden genoemd, verantwoordelijken zijn vastgelegd en wordt aangegeven welke middelen zijn gereserveerd. De jaarplannen worden tweemaal per jaar geëvalueerd. Over het algemeen vindt de eerste tussentijdse evaluatie halverwege het schooljaar plaats. Eventueel worden plannen op basis van voortschrijdend inzicht of externe factoren bijgesteld. Aan het eind van het cursusjaar, voordat het volgende jaarplan is vastgesteld, vindt de definitieve evaluatie plaats. De directeur is, samen met de afdelingsleiders en portefeuillehouders, eindverantwoordelijk voor het behalen van de gestelde doelen. 3.5.1. Schoolexamens en toetsbeleid Het schoolexamen, waaronder wordt verstaan het geheel van examenreglement, het Programma van Toetsing en Afsluiting (de vak-PTA's) en de bijbehorende toetsen, krijgt in de komende jaren een kwaliteitsimpuls. De aansluiting van de schoolexamentoetsen met het examenprogramma en de op het examen getoetste domeinen/eenheden wordt verbeterd. Daarbij controleren wij op:

16

• de verdeling van de examenstof over de schoolexamenperiode; • het niveau en vorm van de schoolexamentoetsen; • doorlopende leerlijnen.

In 2020:

• zijn de resultaten van de schoolexamens op of boven het landelijk gemiddelde; • is er een toetsbeleid opgesteld waarin als belangrijkste uitgangspunten

betrouwbaarheid en validiteit en transparantie en normering zijn opgenomen; • zijn er toetsafnameprotocollen met daarin aandacht voor het aanleveren van

toetsen (format, taal), protocol tijdens afname, protocol na afname, inzage, fraude, deadlines, toetsarchief bij examenwerk en evaluatie toetsplanning;

• functioneert een systeem van borging door interne evaluatie en in- en/of externe audits;

• is er een toetscommissie ingesteld; • zijn de eindniveaus per leerjaar en leerdoelen per leerjaar per sectie opgesteld; • komen de uitgangspunten van de indeling van de toetsen en de indeling van

herkansingen terug in het toetsbeleid. 3.5.2. Doorlopende leerlijnen Binnen elke sectie zal een kleine groep docenten aan de hand van een concreet stappenplan blijvend het schoolexamenprogramma beoordelen, zo nodig vernieuwen, voorzien van standaardtoetsen met normering en een verantwoording van het vernieuwde schoolexamenprogramma opstellen. Dit schoolexamenprogramma zal beoordeeld worden door een (in- of externe) auditcommissie. Tegelijkertijd vindt, door het opstellen van trimesterplannen, een dergelijk proces plaats voor de onderbouwklassen. Hiermee wordt voor elke afdeling het niveau toetsbaar in een doorlopende leerlijn geplaatst. De determinatieperiode beperkt zich tot de aan de schoolexamenperiode voorafgaande leerjaren. In 2020:

• zijn de eindtermen en domeinen per sectie ondergebracht in leerdoelen per leerjaar en wordt er bijpassend digital lesmateriaal gebruikt;

• heeft elke sectie een lesplan waarin per leerjaar de stofonderwerpen en de niveaus zijn beschreven en vastgelegd door middel van uitgebreide sets genormeerde toetsvragen;

• vindt er jaarlijks een evaluatie en bijsturing plaatst, zodanig dat de doorlopende leerlijn binnen een sectie versterkt en het niveau op het juiste peil blijft;

• zijn er tussen secties afspraken gemaakt over de wijze waarop gemeenschappelijke kennis en vaardigheden worden aangeboden en getoetst of beoordeeld;

• werkt elke docent volgens de beginselen van adaptief onderwijs en is ons didactisch en pedagogisch handelen een telkens terugkerend onderwerp bij POP-gesprekken;

• is elke docent bekend met de LIO-werkwijze en gebruikt deze op een wijze die bij de leerlinggroep past.

17

3.5.3. Algemene vaardigheden Om in het vervolgonderwijs succesvol te kunnen zijn en in de maatschappij als volwaardig burger te kunnen functioneren, zal elke leerling over een aantal algemene vaardigheden moeten beschikken. We denken dan aan (Dalton)vaardigheden als plannen en organiseren, samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden: de 21st century skills. Deze algemene vaardigheden worden bij diverse vakken gebruikt en door meerdere docenten bij de leerlingen geïntroduceerd. Het is verwarrend als dezelfde vaardigheid door verschillende docenten anders wordt aangeleerd, genoemd en beoordeeld. Daarom zal voor elk van de bovenstaande vaardigheden een duidelijke omschrijving worden gemaakt, waarin ook de eisen vastgesteld worden waar een leerling op diverse uitvoeringsniveaus aan dient te voldoen. Er zal voor elke vaardigheid een standaard worden ontwikkeld, waaraan alle docenten kunnen refereren. Op drie of vier niveaus worden de kenmerken die een leerling op dat niveau beheerst beschreven. Deze analytische beoordelingsschaal zal de uniforme beoordelingswijze zijn waarop leerlingen binnen de lessen en tijdens projecten worden beoordeeld. Als we spreken over algemene vaardigheden kunnen we burgerschapsvorming niet ongenoemd laten. Bij burgerschapsvorming gaat het om actief burgerschap en sociale integratie. Hier wordt aandacht aan gegeven bij verschillende projecten, zoals sollicitatietrainingen en debatwedstrijden. Wij verwachten van elke leerling dat hij een positieve bijdrage levert aan de schoolgemeenschap, net zoals wij van elke burger verwachten dat hij een positieve bijdrage aan de samenleving levert. In 2020:

• is voor een aantal meest voorkomende ( Dalton)vaardigheden een voor elke docent en leerling duidelijke leerlijn beschreven, waarin ook een beschrijving van de kenmerken van enkele uitvoeringsniveaus zijn vastgelegd;

• worden vaardigheden volgens het vastgestelde stramien bewust in de vakken geoefend en beoordeeld; en:

• wordt in de PAL-weken het beheersingsniveau van diverse vaardigheden vastgesteld en in het portfolio/ plusdocument opgenomen.

3.5.4. PAL-weken Om ruimte te scheppen voor grotere, veelal meerdaagse, projecten en om de roosterverstoringen ten gevolge daarvan zo veel mogelijk te beperken, zijn er elk jaar drie PAL-weken. Dit zijn weken waar Projecten, Activiteiten en Lessen centraal in staan. In de komende jaren zal een verbetering tot stand gebracht worden op het gebied van voorafgaande centrale toetsing van de inhoudelijke kwaliteit en de organisatie van de projecten. Projecten moeten aan een aantal kwaliteitseisen en randvoorwaarden voldoen om in een PAL-week ondergebracht te kunnen worden. Het gaat om eisen aan de inhoudelijke kwaliteit (duidelijk doel, gestructureerde aandacht voor vaardigheden, vakoverstijgend, duidelijke afronding, beoordeling en evaluatie) en om eisen aan de organiseerbaarheid (financieel, personele bezetting, duidelijke organisatiestructuur met taken en verantwoordelijkheden).

18

De PAL-weken worden op projectmatige wijze georganiseerd. Aan het begin van het schooljaar wordt een projectvoorstel ingediend bij de PAL-weekcoördinator, die samen met (een vertegenwoordiging van) de afdelingsleiding het voorstel toetst op inhoudelijke en organisatorische eisen. Er wordt dan bepaald of er aan de beoordelingscriteria is voldaan en het project door kan gaan. Voor alle projecten die tijdens de PAL-weken plaatsvinden, wordt ernaar gestreefd dat alleen docenten uit de betreffende afdeling ingezet worden. In 2020:

• is er een pal-weekcoördinator aangesteld; • voldoen alle projecten aan de vastgestelde criteria voor inhoud en organisatie; • beoordeelt de PAL-weekcoördinator samen met de afdelingsleiding aan het begin

van het schooljaar de projectvoorstellen en geeft hij wel of geen toestemming voor uitvoering;

• wordt in de PAL-weken het beheersingsniveau van diverse vaardigheden vastgesteld en in het Plusdocument opgenomen;

• passen de projecten in een doorlopende leerlijn; • is een systeem van evaluatie en bijstelling functioneel; en: • zijn de begeleiders voor alle projecten in principe afkomstig uit de eigen afdeling.

3.5.5. Passend onderwijs Het passend onderwijs veronderstelt dat er een bepaalde mate van maatwerk geleverd kan worden in de begeleiding van leerlingen. Onze onderwijskundige visie, het adaptief onderwijs en het gedachtegoed van Dalton, ondersteunen deze gedachte en helpen ons bij het maken van beslissingen als het gaat om de begeleiding van leerlingen. Dit krijgt zijn weerslag in het schoolondersteuningsprofiel. De zorg- of ondersteuningsstructuur van het Calandlyceum kan worden opgedeeld in drie niveaus. 1e-lijns ondersteuning

• Dit zijn de docenten en mentoren die samenwerken in teams volgens de principes van het handelingsgericht werken. Dit zijn de professionals die alle leerlingen in de school begeleiden. Zij signaleren problemen in het onderwijsleerproces en plegen interventies die passen bij hun rol als docent of mentor.

2e-lijns ondersteuning

• Mocht een docententeam niet zelfstandig een vastgelopen onderwijsleerproces kunnen herstellen of signaleren zij in een vroeg stadium dat de problematiek niet allen door docenten en mentoren is op te lossen, dan wordt aan de zorgcoördinator van de afdeling om advies en eventueel extra ondersteuning gevraagd. Binnen de 2e-lijns ondersteuning heeft de zorgcoördinator de mogelijkheid om interne of externe specialisten op te roepen die de extra ondersteuning kunnen uitvoeren. Hierbij speelt het interne ondersteuningscentrum (nu genoemd: de trajectvoorziening) een cruciale rol. Hierin zullen experts zoals een Remedial Teacher, Begeleider Passend Onderwijs, Trajectcoördinator en zorgcoördinatoren gezamenlijk hun kennis en ervaring bundelen om leerlingen, ouders en personeel te adviseren en te ondersteunen.

19

3e-lijns ondersteuning • Mochten de gepleegde interventies niet of onvoldoende leiden tot een verbetering

van het onderwijsleerproces, dan wordt een leerling ingebracht in het Zorg Advies Team (ZAT). Dit is een orgaan waarbinnen meerdere partijen (o.a. leerplichtambtenaar, schoolarts, Ouder Kind Adviseur, zorgcoördinator) met elkaar een plan van aanpak formuleren dat een bijdrage zou moeten leveren aan het probleem.

In de komende 4 jaar zal worden geïnvesteerd in de ondersteuning, met daarbij de volgende doelen als uitgangspunt in dit schoolplan. Doelen voor de 1e-lijns ondersteuning In 2020:

• werken docenten effectief samen in docententeams die met elkaar verantwoording dragen voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen;

• heeft elke docent in zijn team de rol van mentor waardoor elke leerling en ouder zijn aanspreekpunt heeft binnen het docententeam;

• is elke docent naast zijn vaklessen ook medeverantwoordelijk voor het welbevinden van de leerling. Dit zien wij terug in een wekelijkse teamvergadering waarbij de docenten volgens de principes van het handelingsgericht werken de leerlingen en hun onderwijsleerproces bespreken en evalueren, en:

• worden de plannen van aanpak in de vorm van ontwikkelperspectiefplannen (OPP) opgemaakt en geadministreerd in SOM. Deze OPP’s worden systematisch geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Op deze manier kunnen overige ondersteuners of toekomstig docenten zien welke stappen zijn gezet en welke aanpak wel of geen resultaat heeft gehad.

Doelen voor de 2e-lijns ondersteuning In 2020:

• adviseert de zorgcoördinator de docententeams zodanig dat docententeams in toenemende mate zelfstandig leerlingen bij hun ondersteuningsbehoefte kunnen begeleiden;

• bestaat er een intern ondersteuningscentrum dat leerlingen, ouders en personeel (preventief) ondersteunt en adviseert bij problematiek in het onderwijsleerproces van leerlingen, en:

• levert het intern ondersteuningscentrum een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs, de doorstroom van leerlingen en belastbaarheid van docenten.

Doelen voor de 3e-lijns ondersteuning In 2020:

• werken wij als school op een professionele manier samen met externe ondersteuners en hulpverleners, waarbij wij gebruikmaken van de mogelijkheden die onze partners ons bieden en eisen stellen aan de kwaliteit die ons geleverd wordt.

20

3.5.6. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Het Calandlyceum heeft de intentie middels LOB sturing te geven aan de doorstroom, talentontplooiing en ontwikkeling van de leerlingen. Met LOB beoogt het Calandlyceum bij leerlingen en ouders competenties te ontwikkelen waarmee zij weloverwogen keuzes kunnen maken op de keuzemomenten in hun loopbaan en zij voldoende zijn toegerust om zelf sturing te kunnen geven aan en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leer- en loopbaanproces, een leven lang. Met goed LOB kan het Calandlyceum zijn profilering versterken. LOB draagt bij aan de intrinsieke motivatie van de leerlingen en daarmee indirect aan een positief schoolklimaat. Het Calandlyceum stelt het leerproces van de leerlingen centraal en wil stimuleren dat leerlingen verantwoordelijkheid leren nemen in het sturen van hun leerproces. In loopbaanoriëntatie en –begeleiding blijkt dit uit de visie om het ‘leren kiezen’ als vaardigheid te bevorderen. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding is het goed voorbereiden van leerlingen op het maken van keuzes tijdens en bij afronding van hun opleiding, met begrippen als zelfconceptverheldering, horizonverruiming en leren kiezen. In 2020:

• is er binnen het curriculum sprake van vakoverstijgende en geïntegreerde programma's, onder andere projectonderwijs en simulaties;

• zijn de decaan en de mentoren de uitvoerders van LOB. Vakdocenten dragen bij vanuit hun vak;

• maakt LOB, als element van onze professionele resultaatgerichte organisatie, onderdeel uit van de diverse organisatie- en resultaatsfactoren die behoren bij het kwaliteitsmanagement;

• acteert LOB binnen een ‘speelveld’ met meerdere actoren. Het Calandlyceum werkt derhalve samen met de diverse partners in de onderwijsketen, zowel horizontaal (op onderwijssoort) als verticaal (basisonderwijs-voortgezet onderwijs-vervolgonderwijs) en daarbuiten (gemeente en bedrijven);

• moet LOB niet een losstaand onderdeel zijn in school maar zoveel mogelijk verweven zijn in het totale onderwijsaanbod, passend bij het onderwijsconcept van de school;

• is er een ‘doorlopende leerlijn in de keten’, d.w.z. dat LOB in de opeenvolgende onderwijssoorten op elkaar zijn afgestemd (PO-VO-vervolgonderwijs) en dat er inhoud wordt gegeven aan een “warme overdracht” van de afleverende naar de ontvangende school en v.v.;

• worden alle onderdelen die onderdeel uitmaken van het curriculum opgenomen in het LOB (WON, Technasium, PWS, digitaal portfolio, Plusdocument), en:

• krijgt de beoogde krachtige leeromgeving gestalte in LOB-lessen, mentorlessen, vaklessen, projecten en stages.

Er wordt gewerkt met LOB Jaarplannen en evaluaties. LOB keert terug in de evaluatie met de teams. LOB keert terug in functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en klankbordgroepen. LOB krijgt een plaats op de agenda van de team- en afdelingsvergaderingen. LOB-aanpak en -resultaten worden gecommuniceerd met de intern (leerlingen, medewerkers, ouders) en extern (Vensters voor Verantwoording) betrokkenen. Goede resultaten op gebied van LOB worden gevierd.

21

3.5.7. Hoogbegaafden Elke leerling is anders. Hoogbegaafde leerlingen zijn echter een categorie op zich. Het Calandlyceum heeft inmiddels ervaring met deze leerlingen opgedaan en doet dat nog steeds. De school doet steeds meer ervaring met deze leerlingen op en heeft ook een aparte begeleider voor deze groep. Een groep leraren wordt speciaal is opgeleid om de hoogbegaafde leerlingen beter te kunnen bedienen en alle VWO-docenten zijn voorgelicht over hoe ze . Ze leren om voor deze leerlingen ‘ruimte’ te kunnen maken in hun lessen. Sommige leerlingen zouden na één, twee jaar eigenlijk al in sommige vakken examen kunnen doenIn schooljaar 2016-2017 zal de HB-begeleider er voor zorgen dat docenten en mentoren de begeleiding daarna zelf op zich kunnen en gaan nemen. Dit is volledig in lijn met de Dalton-uitgangspunten. In 2020:

• geeft het Calandlyceum hoogbegaafde leerlingen mogelijkheid tot versnelling. Dat motiveert vaak nog meer dan verbreden en verdiepen. Als ze iets sneller af hebben, kunnen ze hun tijd weer aan vakken besteden waarmee het nog niet zo soepel gaat of aan vaardigheden die niet in het gewone vakkenpakket zitten.

• volgen hoogbegaafde leerlingen extra colleges/workshops, bijvoorbeeld over celbiologie of elementaire deeltjes. Binnen het rooster wordt naar mogelijkheden gekeken om extra uitdagingen aan te bieden.

• bestaan er goede banden met HB020 en de Day a Week School. Er is ook een er nauwe samenwerking met een aantal ‘reguliere’ basisscholen. Leerlingen uit de plusklassen van deze scholen kunnen meedoen aan een masterclass ontwerpen, Arduino, gamedesign, programmeren, klassieke talen, etc.

• krijgen hoogbegaafde leerlingen naast de studieles ook les in ‘leren leren’: effectief met lesstof omgaan. Er is ook extra studiebegeleiding.

3.5.8. Taal, Rekenen en de kernvakken (Ned, Eng en Wis) In de afgelopen jaren is er schoolbreed aandacht geweest voor rekenen taalbeleid. In de reguliere lessen wordt er expliciet of impliciet tijd besteed aan de basisvaardigheden van de kernvakken. Dit wordt taalgericht vakonderwijs genoemd en gebeurt bij meerdere vakken. De vak- en taaldoelen worden simultaan ontwikkeld via onderwijs dat contextrijk is, vol interactiemogelijkheden zit en waarbinnen benodigde taalsteun wordt geboden. De afgelopen jaren is gebleken dat het rekenen taalbeleid is uitgezet, maar dat expertise, middelen en tijd nog ontbreken. Taalbeleid en rekenbeleid ondersteunen de leerroute van leerlingen van klas 1 t/m 6. Taalbeleid ondersteunt leerlingen om op hun cognitieve niveau te functioneren en de schooltaal eigen te maken. Het betreft hier mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, begrippenlijst, taalverzorging en online geletterdheid. Via het afleggen van een verplichte rekentoets wordt aangetoond dat de leerlingen voldoende rekenkennis hebben.

22

3.5.8.1 Taal Via de examens Nederlands wordt aangetoond dat leerlingen voldoende taalkennis hebben, gerelateerd aan referentieniveaus. In de onderbouw worden leerlingen door middel van Diataal getoetst op woordenschat en tekstbegrip voor Nederlands en Engels. Via Diacijfer worden leerlingen getoetst op rekenvaardigheden. De diagnostische tussentijdse toets wordt in het tweede leerjaar (vmbo) of derde leerjaar (havo & vwo) afgenomen voor de vakken Engels, Nederlands en wiskunde. Na Diataal, Diacijfer en na de diagnostische tussentijdse toets krijgt de leerling gelijk de uitslag in beeld. De uitslag wordt besproken met de leerlingen bij de vakken en het totaaloverzicht wordt besproken door de mentor. Ouders krijgen via SomToday het totaaloverzicht digitaal aangeboden. Bij determinatie-/voortgangsvergaderingen worden de resultaten tevens gebruikt ter ondersteuning. De doelen voor taal worden bereikt door het inplannen van studiebanduren taal door de taalcoördinator. Verder wordt een uitgewerkt plan gemaakt door de taalcommissie voor de beste aanpak die past bij de diagnose van de leerling en/of groep, nadat de leerling en/of groep Diataal of de Diagnostische Tussentijdse Toets gemaakt heeft. Het geven van effectieve feedback en het op maat verder helpen van leerlingen door leerdoelen en succescriteria te stellen. Het taalplan wordt versterkt door middel van intervisie met collega’s van andere scholen. Het VWO start in de 1e en 4e klas met TIO, taal in ontwikkeling; een interactief taalprogramma voor schrijven. 3.5.8.2. Rekenen Vanaf schooljaar 2016 weegt het resultaat van de rekentoets voor de vwo-leerlingen mee voor het behalen van een diploma. Het rekenbeleid richt zich erop dat iedere leerling op of boven het landelijk gemiddelde scoort voor de rekentoets. Hiervoor worden de volgende middelen ingezet met als meetmomenten: Diacijfer, de Diagnostische Tussentijdse Toets wiskunde en de rekentoets. De doelen voor Nederlands worden bereikt door het inplannen van studiebanduren rekenen door de rekencoördinator. Verder wordt een uitgewerkt plan gemaakt door de rekencommissie voor de beste aanpak die past bij de diagnose van de leerling en/of groep, nadat de leerling en/of groep Diacijfer in het eerste leerjaar heeft gemaakt. Het geven van effectieve feedback en het op maat verder helpen van leerlingen door leerdoelen en het stellen van succescriteria is essentieel. Het rekenplan wordt versterkt door middel van intervisie met collega’s van andere scholen. 3.5.8.3. De kernvakken (Ned, Eng en Wis) Het vak Engels heeft als meetmomenten: Diataal, de Diagnostische Tussentijdse Toets en het Eindexamen Engels.Het vak wiskunde heeft als meetmomenten de Diagnostische Tussentijdse Toets wiskunde en het eindexamen wiskunde. De doelen voor Engels, wiskunde en Nederlandse worden bereikt door het maken van een uitgewerkt plan door de desbetreffende sectie voor de beste aanpak die past bij de diagnose van de leerling en/of groep, nadat de leerling en/of groep Diataal, Diacijfer of de Diagnostische Tussentijdse Toets gemaakt heeft.

23

Het geven van effectieve feedback en het op maat verder helpen van leerlingen door leerdoelen en het stellen van succescriteria is essentieel. De kernvakken worden versterkt door middel van intervisie met collega’s van andere scholen. In 2020:

• is er een doorlopende leerlijn taal ontwikkeld met als meetmomenten: Diataal, de Diagnostische Tussentijdse Toets en het Eindexamen Nederlands, Engels en wiskunde;

• is er een dossier Rekenvaardigheid en Taalvaardigheid voor iedere leerling; • is de Diagnostische tussentijdse toets voor Nederlands, Engels en wiskundeop

landelijk gemiddelde; • is het Eindexamen Nederlands, Engels en wiskunde op landelijk gemiddelde of

hoger, en: • is er verdere integratie bij andere vakken. zo is er verdere integratie bij andere

vakken waar ook rekenvaardigheden behandeld worden (niet alleen wiskunde, maar schoolbreed). Er is structurele aandacht voor rekenvaardigheden in alle vakken waar rekenvaardigheid een rol speelt;

• gelden de volgende streefniveaus voor het vak Engels: de leerling van 3H en 4T voldoet aan de eindtermen van vmbo gl/tl, een leerling uit 3V aan het eind voldoet aan de eindtermen van 4T op plusniveau, de leerling aan het eind van 5H en 4V voldoet aan de streefniveaus van havo, de leerling aan het eind van 6V zal moeten voldoen aan de streefniveaus van vwo.

3.5.9. Sport Sport op het Calandlyceum Het plan voor de komende jaren wordt onderverdeeld in twee delen. Het eerste deel behandelt LO en breedtesport, waar het tweede deel zich voornamelijk bezighoudt met de topsport. Op deze manier wordt het voortbestaan van het Calandlyceum als Topsport Talentschool en het CTO, waar het Calandlyceum invulling aan geeft, gewaarborgd. Tijdens de laatste gezamenlijke LO & LOOT-dag zijn er doelen omschreven en gesteld door beide teams. Deze gezamenlijke doelstelling fungeert als vertrekpunt voor de komende vier jaar. Het is belangrijk om kinderen te helpen om plezier te beleven tijdens het bewegen en om hun te laten groeien in hun sociale, emotionele en fysieke ontwikkeling. Dit wordt gerealiseerd door het:

• aanbieden van een veilig leerklimaat; • bijbrengen van normen en waarden; • aanbieden van uitdagende, afwisselende & gedifferentieerde lessen; • stimuleren om na schooltijd te bewegen; • laten ervaren van succesbelevingen; • binnen een groep rekening houden met elkaar en met jezelf, en: • bewust om leren gaan met je lichaam.

Het afgelopen jaar heeft de sectie LO door hard werk de uitverkiezing tot Sportiefste school van het jaar in Amsterdam weten te bewerkstelligen. Bij de verkiezing Sportiefste School van Nederland 2016 eindigde het Calandlyceum als tweede.

24

Veel zaken zijn op papier gezet en een duidelijke leerlijn met bijbehorende leermiddelen is vormgegeven. Deze basis faciliteert de mogelijkheid elk jaar een PTA dat eer doet aan de talenten van de leerlingen van de verschillende afdelingen en uitvoerbaar is voor de docenten te produceren. Tevens wordt er gestreefd naar het creëren van sportklassen op elk niveau. 3.5.9.1. Breedtesport Als pijler die zorgt voor de meeste aanmeldingen, is een doorlopende leerlijn, van 1TS tot 6V BSM, een must. Het sporten zit dusdanig diep in het DNA van het Calandlyceum dat het niet valt weg te denken uit ons systeem. Dit willen we continueren en waar mogelijk uitbreiden. In 2020:

• is er de extra sportieve uitdaging voor de minder sportieve leerling en de ‘normale

leerling’. Deze ontwikkeling laten we terugkomen in het jaarplan; • richten we ons als school op de gezonde levensstijl. Voeding en bewegen buiten

school zijn daar belangrijke onderdelen van. Ook deze onderdelen zullen de komende jaren terugkomen in de jaarplannen;

• richten we ons als school op de sportieve en gezonde werkomgeving voor de docent. Het motiveren van de docenten om gezond en sportief te leven en deel te nemen aan sportevenementen zal een voorbeeld zijn voor de leerlingen en zorgt voor gezonder & gelukkiger personeel.

3.5.9.2. LOOT & CTO Bij de afgelopen TTS-studiedagen is er uitgebreid gesproken over de toekomst van de Topsport Talentscholen. De concurrentie van reguliere scholen wordt met de dag groter. Steeds meer scholen kiezen ervoor om gepersonaliseerd onderwijs te verzorgen dat op maat gegeven kan worden. Hierdoor kunnen topsporters steeds makkelijker hun onderwijs volgen op een reguliere school. Deze ontwikkeling kunnen we niet tegenhouden. Er zal dus de komende vier jaar iets anders moeten worden aangeboden dat bij topsporters de meerwaarde van het Calandlyceum duidelijk maakt. Op de studiedag LOOT & LO is er ook door de afdeling LOOT een gezamenlijke doelstelling beschreven over het hoe en wat. Deze gezamenlijke doelstelling fungeert als vertrekpunt voor de komende vier jaar. Het is belangrijk leerlingen te laten excelleren. Dromen van jonge mensen komen daardoor uit en de school profileert zich als sterke Topsport Talentschool.  Dit wordt gerealisserd doordat het Calandlyceum zich verder zal gaan ontwikkelen tot een topsportinstituut waar onderwijs, topsport, gezondheid en persoonlijke ontwikkeling op een natuurlijke wijze samen gaan komen. Ook afgelopen schooljaar is de LOOT/CTO-afdeling gegroeid. Er is een samenwerking met AFC Ajax opgezet en er zijn positieve gesprekken gevoerd met de basketbal- en honkbalbonden. Vanaf schooljaar 2017-2018 zullen deze bonden starten met een CTO in Amsterdam. In de samenwerking met Ajax wordt gewerkt met onderwijs op een andere locatie. Er is daar sprake van tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Er wordt onderzocht of dat zich verder zal ontwikkelen.

25

In 2020:

• is er de doorlopende topsportleerlijn. De komende jaren wordt ernaar gestreefd dat alle LOOT-leerlingen in de bovenbouw gaan werken met een minimaal rooster en optimale trainingstijden. Op deze manier kunnen we de leerlijn die is ontwikkeld in de CTO-klas doortrekken voor alle LOOT-leerlingen;

• is er toegewerkt naar een LOOT-docententeam. Alle docenten die lesgeven aan de LOOT-klassen moeten aantoonbaar vaardigheden bezitten om te differentiëren. Zij worden voorlopers in het werken met digital lesmateriaal. De persoonlijke ontwikkelingen binnen het differentiëren kunnen vervolgens bijgehouden worden in het docentenregister;

• is de ontwikkeling van de Topsport Talent Attitude module verder uitgewerkt tot een doorlopende leerlijn. Hierin zullen wensen vanuit het NOC*NSF, de sportbonden, en de school worden meegenomen. Uiteindelijk zal dit een vast onderdeel worden van de doorlopende topsportleerlijn.

3.5.10. Kunst en Cultuur Cultuur is naast sport één van de twee gezichtsbepalende profielen van het Calandlyceum. De school is sinds mei 2011 een Cultuurprofielschool. De kunst- en cultuursfeer is door het gehele gebouw waarneembaar en geworteld in de organisatie. Het onderwijs op het gebied van kunst en cultuur sluit aan bij de onderwijsvisie van de school (adaptief onderwijs met de kernwaarden relatie, competentie en autonomie) en bij de uitgangspunten van Dalton (met de kernwaarden samenwerken, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en reflectie). Het Calandlyceum is een grote school met een ruime diversiteit aan leerlingen van zeer verschillende (culturele) achtergronden. Over het algemeen hebben de leerlingen weinig bagage op het gebied van kunst en andere culturen buiten hun eigen cultuur. Daarom streeft de school ernaar dat leerlingen zowel passief als actief kennismaken met een breed en gevarieerd cultuurprogramma. Het cultuuronderwijs op het Calandlyceum heeft de volgende drie uitgangspunten:

• Het cultuuronderwijs draagt bij aan de identiteitsontwikkeling (Bildung) van de leerlingen (competentie, autonomie en zelfstandigheid).

• Het cultuuronderwijs zorgt voor verbinding binnen de school (relatie, samenwerking).

• Het cultuuronderwijs bevordert het zelfvertrouwen en het plezier in het schoolgaan van de individuele leerling, en zorgt voor talentontwikkeling (competentie, autonomie en verantwoordelijkheid).

De hierboven gegeven uitgangspunten op cultuureducatie sluiten aan bij de daltonuitgangspunten op onderwijs. In 2020:

• is de vernieuwde visie op kunstvakken ontwikkeld met het daarbij horende vernieuwde kunstvakcurriculum, passend bij daltononderwijs. Met deze vernieuwde visie wil de school bereiken dat de inrichting van ons kunstvakprogramma herkenbaar voortkomt uit de Dalton onderwijsvisie van de school;

26

• is, passend binnen het daltononderwijs, de leerlijn (culturele) vaardigheden uitgewerkt en ingevoerd binnen alle leerjaren. Met culturele vaardigheden worden reflectieve - , sociale – en creatieve vaardigheden bedoeld. Het doel is dat deze vaardigheden als onderdeel van het curriculum van vakken/leerjaren zorgt voor versteviging van de Dalton visie binnen cultuuronderwijs dat bijdraagt aan Bildung, identiteitsontwikkeling van leerlingen;

• wordt het cultuurprofiel in de onderbouw en bovenbouw versterkt; • zijn er een samenwerkingen ontstaan tussen organisaties/derden uit de omgeving

van de school en andere stakeholders; • is de zichtbaarheid van het cultuurprofiel binnen de school vergroot

Voor de verdere en uitgebreide uitwerking van het onderwijsbeleid en de ambities voor 2020 binnen cultuureducatie, zie ‘Cultuurprofielplan Calandlyceum 2016-2020’. 3.6. Profilering afdelingen Het Calandlyceum is een brede school met een vwo-, een havo- en een vmbo-tl-afdeling. De in dit schoolplan genoemde beleidsvoornemens hebben veelal betrekking op de gehele school. Toch zijn er ook afdelingsspecifieke voornemens. Deze voornemens zijn te vinden in de bijlage VWO, de bijlage HAVO en de bijlage VMBO.

28

4. Personeel 4.1. Visie op personeel Het personeelsbeleid op het Calandlyceum kenmerkt zich door vriendelijke, doch duidelijke omgangsvormen. Er wordt uitgegaan van ‘erkende ongelijkheid’. We verwachten niet van iedereen hetzelfde, maar willen talenten wel benutten. Door effectief en transparant te zijn verwacht het Calandlyceum een proactieve houding van werknemers. Werknemers nemen aldus eigen initiatief voor het ontwikkelen van hun eigen professionele ruimte. Personeel fungeert als rolmodel, heeft oog voor individuele talenten en draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Personeel blijft voortdurend op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en is te allen tijde gericht op haar eigen professionalisering. De uitkomst van de professionalisering moet zijn: opbrengstgericht en efficiënt werken met zichtbare daltonkenmerken. Het stimuleren van een onderzoekende houding bij medewerkers heeft prioriteit. Voor iedere medewerker zijn er mogelijkheden om zelf de route te bepalen van de leerweg: in lengte, niveau en tijdsduur. Kortom:

• Op het Calandlyceum verkennen alle docenten de daltonkernwaarden (= de cultuur van werken op het Calandlyceum)

• Op het Calandlyceum neemt het personeel zijn verantwoordelijkheid om zich permanent te scholen.

• Professionalisering is altijd gekoppeld aan de eigen praktijk. De leervraag ontstaat zoveel mogelijk vanuit de docent zelf.

• De kaders zijn de doelen uit dit schoolplan. • Ontwikkelen en professionaliseren doe je samen. • Scholing wordt gefaciliteerd, is laagdrempelig en toegankelijk. • Scholing staat altijd ten dienste van de leerling. • De directeur en de afdelingsleiding borgen dat de externe werkelijkheid wordt

meegenomen in de professionalisering van de docenten. Naast de docenten is het onderwijsondersteunend personeel essentieel voor een goedwerkende school en het waarmaken van onze ambities. Goed personeelsbeleid is van het grootste belang om medewerkers adequaat in te zetten. 4.2. Visie op docenten De docent geeft zijn lessen op het juiste niveau en houdt daarbij rekening met verschil in kennis en capaciteiten van de leerlingen. De docent kan op verschillende momenten en manieren uitleggen en instrueren, waarbij van digitaal lesmateriaal gebruik wordt gemaakt. De docent biedt volop ruimte voor geregelde feedback en diagnostische toetsing. Hij is in staat deze feedback en toetsing te individualiseren en te differentiëren. Door te differentiëren zet de docent diverse onderwijstechnieken in. Hierdoor weet hij de leerlingen enthousiast te maken en te motiveren.

29

Tevens begeleidt de docent de leerling in het proces dat de leerling doorloopt op weg naar zelfstandigheid, het diploma en het vervolgonderwijs. Elke docent levert binnen zijn sectie en daarbuiten een bijdrage aan de voortdurende ontwikkeling van de doorlopende leerlijn. De docent is de eerste schakel in de keten van leerlingbegeleiding. Hij handelt daarbij volgens de principes die in het onderwijskundig concept zijn beschreven. 4.3. Personeelsbeleid Binnen het Calandlyceum werken deskundige docenten die over vier jaar werken volgens ons schoolconcept voor Daltononderwijs. Ons personeelsbeleid is daarom gericht op het versterken van een ambitieuze leercultuur. De lat ligt hoog. Er wordt verwacht van onze mederwerkers dat zij blijvend streven naar betere prestaties in een breed perspectief en naar het optimaal benutten van hun talenten. Dit geldt niet alleen voor nu, maar is ook gericht op de school van de toekomst. Het Calandlyceum verwacht van zijn medewerkers dat zij met elkaar en hun omgeving samenwerken en met elkaar de verantwoordelijkheid nemen om de doelen van de school te realiseren. Dat vraagt, naast een proactieve houding ten aanzien van de schoolbrede taken, initiatieven voor de afdeling, voor de sectie en voor elk individu. Leren gaat, zowel op inhoud, proces en uitkomst, hand in hand met dialoog, reflectie en zelfonderzoek. Ook op dit vlak ligt de lat hoog. Het past bij een ambitieuze leercultuur. We willen het beste uit onze leerlingen halen en dan kan het niet anders dan dat allen die op Calandlyceum werken hierin een voorbeeld zijn. Elke medewerker heeft vanuit zijn functie diverse rollen. Met de docenten zijn acht rollen vastgesteld. Deze rollen worden planmatig stap voor stap gekoppeld aan de doelen in het schoolplan. Ook dit kenmerkt het personeelsbeleid. De schoolleiding bepaalt de strategische doelen en de gewenste resultaten, de afdeling vertaalt deze naar het tactische beleid en de docenten hebben binnen deze kaders de ruimte om er concreet invulling aan te geven. Het onderwijs ondersteunend personeel (OOP) en de schoolleiding hebben vanuit hun functie eveneens diverse rollen die er aan bijdragen dat de docenten het beste uit zichzelf kunnen halen en dat docenten het beste van zichzelf aan leerlingen bieden. Ons personeelsbeleid is erop gericht om medewerkers te stimuleren en innovatief met onderwijs om te gaan. Technologie gaat daarbij een steeds belangrijker rol gaat spelen. Het personeelsbeleid van het Calandlyceum wordt zo ingericht dat het past bij de kernwaarden en de visie van het Daltononderwijs. Dat vraagt consistentie op alle lagen en een aansluitend passende set aan instrumenten. Middels diverse instrumenten wordt aandacht besteed aan het versterken en ontwikkelen van de competenties die leiden tot de gewenste resultaten en het realiseren van de Dalton-kernwaarden. In 2020:

• zijn de acht rollen van de docent uitgekristalliseerd en vormen een integraal onderdeel van het functioneren van elke docent;

• worden medewerkers naar hun competenties ingezet;

30

• Zijn de afdelingsoverleggen van vwo, havo en vmbo uitgegroeid naar bijeenkomsten waar met en van elkaar wordt geleerd.

• hebben alle medewerkers een persoonlijk ontwikkelplan; • heeft de leiding een set instrumenten om hun medewerkers te ondersteunen bij

hun ontwikkeling; • is elke docent Dalton-gecertificeerd.

32

5. Kwaliteit Kwaliteitsbeleid Reflecteren op ons eigen handelen in alle geledingen van het Calandlyceum is vanzelfsprekend. Dat wordt systematisch, cyclisch en doelgericht gedaan. In een cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen (PDCA-cyclus) worden de opbrengsten geborgd en zichtbaar gemaakt. Zowel horizontale als verticale verantwoording is onderdeel van onze kwaliteitszorg. Via Vensters Voor Verantwoording worden op scholenopdekaart.nl onze resultaten gepubliceerd. Wij stellen hoge eisen aan onszelf en aan onze leerlingen. We hebben oog voor talenten van leerlingen en stellen hen in staat die talenten verder te ontwikkelen, onder andere door het aanbieden van een hoogwaardig Kunst en Cultuurprogramma, het Technasium en uitgebreide begeleiding voor (top)sportleerlingen. Ook de PAL-weken bieden mogelijkheden voor leerlingen om hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Autonomie, één van de pijlers van onderwijskundig concept, betekent ook dat leerlingen hun eigen sterke en zwakke kanten kennen en in staat zijn zelfstandig keuzes te maken. Het uitgebreide LOB-programma waarin docenten en mentoren, ondersteund en begeleid door de decanen, een belangrijke rol hebben, is hier een duidelijke exponent van. De rol van onze leerlingen, hun rechten en plichten, maar ook de wijze waarop leerlingen onder andere via leerlingraad en MR invloed kunnen uitoefenen op hun schoolloopbaan, is vastgelegd in het leerlingstatuut. De directie legt het beleid (onder meer) in het schoolplan vast. De beleidsvoornemens worden voorzien van streefdoelen en geëvalueerd. De beleidsvoornemens krijgen hun weerslag in een BSC. Evaluatie Elk jaar worden op vooraf vastgestelde wijze de opgestelde jaarplannen aan een kritische evaluatie onderworpen en indien nodig bijgesteld. De evaluatie is erop gericht om tijdig achterblijvende resultaten op te sporen en initiatieven te ontplooien die ertoe moeten leiden dat de beoogde doelen alsnog worden behaald. Het gaat dus om het opsporen van sterke en zwakke punten in onze activiteiten en acties te ondernemen die de zwaktes sterker moeten maken en de sterktes nog meer zichtbaar. Alle leraren en schoolleiders moeten gaan voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en systematisch werken aan hun bekwaamheidsonderhoud (professionalisering). Het rendement van de onderbouw, de bovenbouw, de gemiddelde cijfers van het schoolexamen en het centraal examen houden wij nauwgezet bij en daar waar nodig formuleren wij verbeterplannen. Wij voeren tevredenheidsmetingen uit onder leerlingen, ouders en medewerkers.

33

In 2020:

• is een cultuur van opbrengstgericht werken, gericht op optimalisatie van de leerresultaten van alle leerlingen, en waarin een cruciale rol is weggelegd voor de docent, gerealiseerd;

• worden gemaakte keuzes en uitgevoerde activiteiten op systematische wijze geëvalueerd en daar waar nodig verbeterd. Wij leggen verantwoording af over de behaalde resultaten, en:

• is het scholingsbeleid vastgelegd, waarin scholing van personeel effectief wordt ingezet om de kwaliteits- en andere doelen in dit schoolplan te verwezenlijken.

35

6. School & Centraal Bureau Het Calandlyceum wordt aangestuurd door een directeur. Deze is integraal verantwoordelijk voor de gehele school. Deze integrale verantwoordelijkheid valt binnen de kaders van de stichting Progresso en wordt ondersteund door centrale diensten vanuit het centraal bureau. Diensten die stichtingsbreed belegd zijn - denk aan: HRM, ICT, administratie, facilitair, financiën, communicatie & marketing - hebben allemaal een hoofd van dienst. Deze zijn ondergebracht in het centraal bureau. De hoofden van dienst en de afdelingsleiders verhouden zich hiërarchisch als gelijken. De directeur roept expertise af bij de hoofden van dienst om te sparren en zodoende te komen tot de juiste ondersteuning. De directeur wordt in de schoolleiding ondersteund door de afdelingsleiding (momenteel vijf leden), waarbij een evenredige verdeling man/vrouw van belang is. Deze vijf geven leiding aan de drie afdelingen: één voor het vwo, twee voor het havo en twee voor het vmbo. De opdracht van de afdelingsleiding is duidelijk een onderwijskundige; de afdelingsleiders worden gezien als onderwijskundig leiders. Daarnaast heeft de afdelingsleiding schoolbrede portefeuilles (zoals, onder meer: sport, ICT, kunst & cultuur, zorg, HB en Technasium). Ook voor de afdelingsleiders is het van groot belang dat ze expertise afroepen en een ondersteuningsvraag formuleren aan de hoofden van dienst. De docenten werken in één van de drie afdelingen. Daar ligt het zwaartepunt van de werkzaamheden (rond de 80%). Ook, belangrijker, ligt daar de verantwoordelijkheid voor onder andere de leerlingen, het onderwijs, de resultaten en de zorg. Hierbij is er ondersteuning van de kwaliteitsmedewerker, decanen, zorgcoördinatoren, TOA's en conciërges. In 2020:

• is de directeur, binnen de kaders van de stichting Progresso, integraal verantwoordelijk voor de locatie Calandlyceum;

• roepen de directeur, afdelingsleiders en docenten expertise af bij de hoofden van dienst, en:

• werken schoolleiding, OP en OOP in gezamenlijkheid aan de doelen zoals verwoord in het schoolplan 2016-2020, waarbij de PDCA-cyclus van de stichting Progresso als onderlegger leidend is.

37

7. Financiën & Faciliteiten 7.1. Financieel beleid en huisvesting Optimaliseren van financiële ruimte Het realiseren van goed onderwijs, goed werkgeverschap en een sterke marktpositie vraagt om investeringen. De verwachting dat het Calandlyceum in de komende jaren substantieel meer geld voor het onderwijs krijgt dan nu, is gezien de economische en politieke constellatie niet reëel. Eerder houden we rekening met bezuinigingen. Dit beeld, afgezet tegen de ruimte die we ook op financieel gebied hebben, maakt de noodzaak urgent om de organisatie financieel gezond te houden. In 2020:

• werken we aan een begrotingssystematiek, gekoppeld aan de PDCA-cyclus vanuit de stichting Progresso die ruimte biedt aan onze keuzes in het licht van onze ambities, gekoppeld aan een gezonde financiële positie;

• heeft de schoolleiding zicht op en inzicht in de financiële kaders van hun portefeuille(s), en:

• is de directeur integraal (financieel) verantwoordelijk binnen de kaders van de stichting Progresso.

7.2. Faciliteiten Optimaliseren huisvesting Goed onderwijs vraagt om een goede leeromgeving. Het Calandlyceum beschikt over een uitstekend schoolgebouw. Onze huidige huisvesting kent mogelijkheden die op dit moment niet in de volle omvang worden benut. De komende jaren zullen wij de mogelijkheden van onze huisvesting steeds meer afstemmen op het daltononderwijsconcept. ICT Het onderwijs is volop bezig te vernieuwen en ICT speelt hierbij een belangrijke rol. De visie op goed onderwijs, adaptief onderwijs, is bepalend voor de wijze waarop de school ICT inzet. Belangrijk hierbij is het vinden van een antwoord op de vraag wat ICT op school betekent voor lesgeven en leren. ICT dient in grote lijnen twee doeleinden binnen het onderwijs op het Calandlyceum. ICT-doel 1: In eerste instantie is ICT een middel ter ondersteuning van het bieden van adaptief onderwijs dat aansluit bij de huidige snel veranderende wereld. ICT faciliteert in het vormgeven van hedendaagse onderwijstaken, zoals het digitaal aanbieden van lesmateriaal, instructiemateriaal (bijv. Flipping the Classroom) en geautomatiseerde toetsen. Door digitaal materiaal aan te bieden, kan verrijkt en verdiept worden en extra uitleg gegeven worden op eigen tempo, waardoor leerlingen op maat onderwijs geboden krijgen. Dit draagt bij aan het vormgeven van gepersonaliseerd onderwijs.

38

Aansluitend op de visie op onderwijs kunnen leerlingen autonomer sturing kunnen geven aan hun eigen leerproces. Dit past tevens binnen het kader van daltononderwijs. De rol van de docent verschuift. Er is meer ruimte voor coaching en vakspecifieke uitdagende lesactiviteiten. ICT biedt mogelijkheden tot centralisering van lesstof, waardoor gegevens sectie-, team-, afdelings- en schoolbreed gedeeld kunnen worden. Het centraal volgen van de ontwikkeling van leerlingen vergemakkelijkt een gezamenlijke aanpak in het sturen op resultaat. Bovendien kan het bijdragen aan differentiatie binnen lesgroepen. Deze inzet van ICT vraagt om een passend leerlingvolgsysteem (LVS), een passende elektronische leeromgeving (ELO) en een daarbij horende ICT-infrastructuur binnen de school. ICT-doel 2: Ten tweede is ICT een essentieel onderdeel in het voorbereiden van de leerlingen op het vervolgonderwijs en de maatschappij. Daarnaast is het niet meer weg te denken binnen de sociale opvoeding van de jongvolwassene. In deze levensfase zijn groepsprocessen uitermate belangrijk. De schoolomgeving speelt hierin een belangrijke, misschien wel de belangrijkste rol. Het internet is een omgeving waarbinnen jongvolwassenen uiting geven aan hun ontwikkeling op sociaal-emotioneel gebied. Veiligheid en heldere grenzen zijn daarom vereist. De school zal toonaangevend moeten zijn voor leerlingen in het veilig en constructief inzetten van digitale middelen. Dit is een taak die school in samenwerking met ouders vervult. Ouderbetrokkenheid is daarom een essentieel onderdeel in het mediawijs maken van leerlingen. Ons onderwijs draagt bij aan het aanleren van ICT-vaardigheden en de bewustwording van de mogelijkheden van het internet en sociale media. Het opdoen van kennis over digitale hulpmiddelen is onontbeerlijk, evenals het bewust vormen van opvattingen over privacy en sociale omgang en het leren inschatten van de betrouwbaarheid van informatie. Alle leerlingen wordt de mogelijkheid geboden om via de ELO een basiscursus ICT-vaardigheden aan te leren. Hierin worden modules aangeboden als Word, E-mail en Internet. Gedurende de gehele schoolperiode kunnen leerlingen vanuit alle vakken naar deze digitale cursus basisvaardigheden verwezen worden. In 2020:

• integreert de docent digital lesmateriaal in zijn onderwijs; • integreert de docent de ELO in het klassikale onderwijs en stuurt daarmee op

gepersonaliseerd leren en adaptief onderwijs; • is de ELO gebruiksvriendelijk en passend bij de wensen van de docenten en

leerlingen; • heeft de leerling een basiskennis van ICT-vaardigheden en is de leerling mediawijs; • heeft elke onderbouwleerling een laptop; • zal er in toenemende mate gebruik gemaakt worden van digitale leermiddelen. Er

wordt een begin gemaakt met laptoponderwijs. Docenten gaan hier in aanloop naar Dalton creatief mee om in de les, om gezamenlijk een manier te vinden om het onderwijs te verrijken. Dit zal geschieden naast de boeken die de komende vier

39

jaar gehandhaafd blijven. Het Calandlyceum doet dit samen met ouders, die hier bewust actief bij betrokken worden. 7.3. Communicatie In een complexe schoolorganisatie is communicatie van groot belang. De school hecht grote waarde aan het persoonlijke contact met leerlingen, ouders, collega's en anderen. Door de persoonlijke contacten bouwen de school en haar werknemers een goede, op wederzijds respect gebaseerde relatie op, waardoor de andere boodschappen beter zullen worden begrepen en een groter effect zullen bereiken. 7.3.1. Interne communicatie en directe contacten Voor een effectieve communicatie gebruikt de school, naast de persoonlijke contacten, de meest geëigende communicatiemiddelen. De moderne tijd maakt het mogelijk om snel en breed te communiceren via een mix van – onder andere – website, Facebook, e-mail, app en landingspagina. Leerlingen, ouders en personeelsleden kunnen met ingang van 2016 inloggen op persoonlijke gegevens via de eigen ‘landingspagina’ in de Office 365-omgeving. Via Sharepoint is toegang mogelijk tot documenten en bestanden, ook SOVOP-breed. Naast informatie geven wil de school ook informatie ontvangen. Daarom is er contact met ouders bij elke rapportuitreiking en bij de algemene informatieavonden die in het begin van elk schooljaar worden gehouden. Via de ouderraad oefenen ouders invloed uit op de gang van zaken op de school. 7.3.2. Profilering en Marktpositie Het Calandlyceum is in het Amsterdamse onderwijsveld een sterk ‘merk’, een bekende school met een positief imago. Er heerst een sterk gevoel van gemeenschapszin. Medewerkers, leerlingen en ouders voelen zich betrokken bij hun school. De introductie van het Daltononderwijs als label voor het Calandlyceum zal een nieuwe inspanning vergen waar het gaat om communicatie. Om het merk ‘Calandlyceum’ en de marktpositie te versterken, wordt volgens een vastgestelde systematiek een tevredenheidsmeting opgezet en wordt de dialoog met doelgroepen aangegaan. De resultaten van de metingen worden teruggekoppeld en de benodigde verbeteracties worden uitgevoerd. Er wordt een eenduidig communicatiebeleid gevoerd waarin het gewenste Calandbeeld, het Calandmerk, herkenbaar en eenduidig naar voren komt. De boodschap is wervend en wordt via een breed scala aan communicatiekanalen verspreid. De website van het Calandlyceum geldt hierbij als basis. De site bevat alle benodigde informatie voor een betrouwbaar en aantrekkelijk beeld van het Calandlyceum. De Facebookpagina van het Calandlyceum werkt aanvullend als blog en is met ruim 3000 vaste volgers in 3,5 jaar uitgegroeid tot de populairste Facebookpagina onder VO-scholen in Amsterdam. Het hoofd Communicatie & Marketing is verantwoordelijk voor de ontwikkeling,

40

implementatie en evaluatie van de communicatie- en marketingstrategieën. Hij richt zich in de eerste plaats op de bestaande relaties, maar is daarnaast ook verantwoordelijk voor het werven van toekomstige leerlingen. In 2020:

• is de nieuwe Dalton-status van het Calandlyceum breed gecommuniceerd; • is een systematiek van jaarlijkse tevredenheidsmetingen onder medewerkers,

ouders en leerlingen ontwikkeld en in gebruik; • is door leerlingparticipatie, klankbordgroepen en ouderparticipatie de dialoog

tussen de school en leerlingen en ouders op gang gebracht, en: • is de marktpositie nog steeds solide en zo mogelijk nog verder versterkt ten opzichte

van 2016.

41

Bijlagen:

- VWO - HAVO - VMBO

Calandlyceum Bezoekadres: Pieter Calandlaan 182 Postbus 96051 (postadres) 1006 EB Amsterdam E-mail algemeen: [email protected] Telefoon: (020) 667 53 53 (Algemeen)

42

Bijlagen

43

VWO De komende jaren zal het aantal plaatsen voor VWO-leerlingen in onze directe omgeving groter zijn dan het aantal leerlingen dat met VWO-advies uitstroomt uit de basisscholen. De concurrentie neemt toe en andere initiatieven lonken voor de leerlingen die wij graag ontvangen. Ons antwoord zal zijn: heel goed onderwijs bieden. Gezien de prijzen die onze leerlingen bij Technasiumwedstrijden winnen en het feit dat onze eerste twee examenlichtingen Technasium geheel (100 %) zijn geslaagd, zijn we op de goede weg. De meerjarentrend met betrekking tot afstroom en examenresultaten zullen we echter omhoog moeten buigen. In de woorden van de inspectie: jullie doen eigenlijk alles goed, maar jullie populatie heeft meer nodig. Er is een aantal aandachtspunten, vooral wat betreft vakoverstijgende samenwerking in de PAL-weken, doorlopende leerlijn, profielwerkstukken, taalonderwijs, begeleiding hoogbegaafde leerlingen, studiewijzers en toetsing. Om de samenwerking op alle terreinen van 1 t/m 6 VWO beter vorm te geven, is ingezet op:

• Eén VWO, met 1 afdelingsleider voor onder- én bovenbouw. Geen organisatorische knik meer tussen 3 en 4 VWO, maar betere aansluiting.

• Netwerkorganisatie: samenwerking waarbij autoriteit (meestal in projectvorm) binnen de afdeling wordt verdeeld; deze organisatievorm past bij hoogopgeleide professionals in een dynamische omgeving.

Om in te stellen op de dynamiek waar we mee te maken zullen houden, heeft het VWO twee hoofddoelen gesteld voor de komende jaren: In 2020:

• bevinden alle docenten zich boven het Nederlands gemiddelde bij de tevredenheidsenquête leerling-docent. Dit heeft niet als doel individuele afrekening te bewerkstelligen, maar dient een gezamenlijk doel: het delen van best practices. Dit doel behelst o.a. relatie, competentie en autonomie; zaken die bij de school hoog in het vaandel staan. Doorstroom en examenresultaten volgen hieruit. Dit houdt de aandacht bij het lesgeven.

• werken alle docenten in de VWO-afdeling projectmatig. In 2016-2017 wordt een standaard voor projectmanagement ingesteld. Daarin staan onder meer SMART-doelen, duidelijke projectfases binnen de PDCA-cirkel, PvE, de probleemeigenaar en een communicatieplan.

Naast andere schoolbrede ontwikkelingen geldt specifiek voor het VWO:

• We blijven mee ontwikkelen met de stichting Technasium • We blijven mee ontwikkelen met de stichting Wetenschaps Oriëntatie Nederland • We blijven mee ontwikkelen met de stichting Worldschool • We blijven mee ontwikkelen in de Business-school

Door wetenschap centraal te stellen wil de afdeling van het VWO een opleiding maken waarbinnen vakken bestaan, in plaats van een verzameling vakken die samen VWO worden genoemd. Wetenschapsvaardigheden en algemene vaardigheden (dat wat zich

44

moeilijk in schriftelijke toetsen laat meten) vakoverstijgend aanbieden en beoordelen zal leiden tot een nieuw ‘vak’ (stam) van 1e t/m 6e klas. Werknaam = WON.

45

HAVO De havo-afdeling kent enkele afdelingsspecifieke aandachtspunten. Onder het motto 'begeleiden en motiveren naar (betere) resultaten' worden doelen gesteld die de kwaliteit van de afdeling waarborgen. Adaptief onderwijs en Dalton (havo) Door te investeren in een krachtig pedagogisch en didactisch klimaat wordt gericht toegewerkt naar goede resultaten voor de leerlingen en daarmee de afdeling. • Het onderwijs wordt adaptief aangeboden. De hoogste vorm van leren wordt bereikt als leerlingen autonoom, competent en in goede relatie met docent en leerling kunnen handelen. • Een havo-docent stuurt aan op zelfstandigheid, reflectie, samenwerking, verantwoordelijkheid en effectiviteit. Er wordt naar gestreefd dat iedere docent deze kernwaarden van Dalton in 2020 volop tot uiting laat komen in zijn lessen. • Het onderwijs op de havo-afdeling wordt binnen heldere kaders vormgegeven. De docent biedt de leerling ruimte aan de voorkant, structuur aan de achterkant. Er is mogelijkheid voor keuzes georganiseerd binnen een duidelijke structuur van profielbanden, studiebanden, verrijking, talentontwikkeling. Kwalificatie Met de doorlopende leerlijnen wordt ervoor gezorgd dat leerlingen in een vroeg stadium op het voor hun hoogst haalbare niveau worden geplaatst. Dit streven is per leerjaar in doorstroompercentages uitgedrukt. De doorlopende leerlijn is vertaald naar een vastomlijnd programma van leerdoelen, vaardigheden en toetsingen van jaar één tot het eindexamenjaar, die zijn vastgelegd in een programma van toetsing en determinatie (PTD) voor de onderbouw en een programma van toetsing en afsluiting (PTA) in de bovenbouw havo. De missie van het Calandlyceum luidt: ‘Niet de herkomst, maar de toekomst telt.’ Ons uitgangspunt is dat met een havo-advies van de basisschool een leerling in principe de potentie heeft om een havo-diploma te halen. Enerzijds worden hoge verwachtingen aan leerlingen gesteld, anderzijds wordt breed geïnvesteerd in het aanleren van de vaardigheden die nodig zijn om het beoogde diploma te halen en goed voorbereid te zijn op doorstroom naar het hoger onderwijs. Socialisatie en zelfontplooiing Op de havo-afdeling is onderwijs meer dan het overbrengen van kennis alleen; socialisatie, zelfontplooiing, het ontwikkelen van vaardigheden behoren tot kernonderdelen van het onderwijs en zijn structureel in het curriculum verwerkt. Leerlingen, docenten, en leidinggevenden binnen de havo hebben een lerende houding. Eenieder ontwikkelt zich en draagt daarmee bij aan een dynamische leeromgeving.

46

Docententeams Er wordt gewerkt in docententeams, om de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingbegeleiding te waarborgen. Enerzijds houden de docententeams de vorderingen van de leerlingen op niveau, signaleren zij onderwijsbehoeftes en spelen daar adequaat op in. Anderzijds verzorgen zij het onderwijs op de afdeling, ontwikkelen ze projecten en activiteiten en werken aan elkaars deskundigheid. Met de deelsecties bouwen zij het curriculum en ontwikkelen, evalueren en waarborgen ze de doorlopende leerlijnen. Havo & Dalton In 2020: • geven leerlingen in toenemende mate hun eigen leerproces vorm met behulp van studie/keuzebanden; • reflecteren leerlingen op studie-aanpak, hun persoonlijke leerstijl en leertempo. Daarvoor wordt RTTI gebruikt als belangrijk middel. • differentieert de docent om aan te sluiten bij de individuele leerlingbehoeften.

De Dalton-kernwaarden - verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, reflectie, samenwerking en effectiviteit - vormen hiervoor de basis.

• wordt het autonoom studeren van de leerling mogelijk gemaakt door het scheppen van structuur en voorspelbaarheid en het formuleren van helder omschreven leerdoelen. • heerst binnen de havo-afdeling een leercultuur. Herinrichting van het gebouw maakt het voor de leerling mogelijk om ook buiten het klaslokaal (studieruimtes/gangen) zelfstandig of samenwerkend te leren. Studieruimtes en gangen tot leerruimtes maken. Havo & kwalificatie In 2020: • wordt gewerkt langs doorlopende leerlijnen in kennis èn in vaardigheden. De doorlopende leerlijn in zichtbaar in een leerlinggericht PTA bovenbouw en PTD onderbouw. Dit wordt opgesteld door de deelsecties aan de hand van de kerndoelen onderbouw en einddoelen eindexamen en bevat leerdoelen per leerjaar/vak. • zijn de doorstroom- en slagingspercentages op het beoogde niveau van 90%. • is RTTI is een belangrijk middel voor determinatie en niveaubepaling. • is het toetsbeleid ingericht volgens de visie op zelfstandig leren, waarbinnen diagnostisch toetsen een rol speelt. Toetsen zijn bedoeld als middel waarmee de leerling kan laten zien of hij/zij de leerdoelen al dan niet behaald heeft. • wordt handelingsgericht gewerkt. De ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt in kaart gebracht door het docententeam en op cyclische wijze wordt gestreefd naar een hogere leeropbrengst met het oog op de beoogde doorstroom. • kunnen leerlingen een vak op vwo-niveau afsluiten. Havo & socialisatie en zelfontplooiing In 2020: • worden de PAL-weken ingezet voor tenminste de volgende twee doeleinden: • het ontwikkelen van de vaardigheden nodig voor diploma en hoger onderwijs • de zelfontplooiing van de leerling tot autonoom, zelfbewust en verantwoordelijk wereldburger.

47

• heeft de mentor in samenwerking met zijn docententeam een essentiële rol in het aansturen en coachen van de leerling in zijn leerproces. Daarmee beslaat het mentoraat het gehele onderwijsproces van de leerling: het welbevinden, de leerresultaten, de vaardigheden, het keuzeproces, de zelfontplooiing, de loopbaanoriëntatie.

• heeft elke leerling een portfolio waarin de leerling zichtbaar maakt wie hij is, wat hij kan en wat hij wil.

• zijn de mogelijkheden onderzocht voor stimuleren van talentontdekking en -ontwikkeling door het aanbieden van diverse keuzevakken op het gebied van Onderzoek & Ontwerpen, Sport, Business en Kunst en drama binnen keuzebanden.

Havo & docententeams In 2020: dragen de docententeams zorg voor: • het gehele onderwijsproces van de leerling. Hierbinnen is de mentor (en daarmee het team) het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. De mentoren en het docententeam werken samen met de zorgcoördinator, decaan en afdelingsleider. • het organiseren en uitvoeren van projecten binnen de afdeling in onder andere PALweken; • het invullen van de studie- en keuzebanden, en: • het organiseren van hun eigen deskundigheidsbevordering.

48

VMBO De afgelopen jaren heeft de vmbo-afdeling vele veranderingen ingezet die de komende jaren worden gecontinueerd. Het vmbo kan tevreden terugkijken op de behaalde resultaten. De afgelopen vier jaar is er een stevig fundament gelegd waar we de komende vier jaar verder op kunnen bouwen. Er is vanzelfsprekend altijd ruimte voor verbetering. De vmbo-afdeling van het Calandlyceum is nooit klaar met verbeteren. De komende vier jaar zullen dan ook in het teken staan van de ontwikkeling van het onderwijs. Onze leerlingen worden nog beter bediend en ze worden nog beter voorbereid op hun maatschappelijke carrière. De bouwstenen die we komende vier jaar gaan gebruiken staan beschreven in onze afdelingsopdracht. Daarbij zijn doelen geformuleerd die gelden als stip op de horizon voor 2020. Met deze doelen gaan we aan de slag om onze afdelingsopdracht optimaal vorm te geven. De afdelingsopdracht: • Er is een veilige, fijne en leerzame werk- & leeromgeving voor de leerlingen. • Er is een veilige, professionele en leerzame werk- & leeromgeving voor de docenten. • De twee bovenstaande punten zorgen voor goede doorstroomcijfers en eindexamenresultaten op het landelijk gemiddelde of hoger. Vmbo & de professionalisering van de afdelingsleiding De afdelingsleiding heeft de eindverantwoordelijkheid binnen de afdeling en een voorbeeldfunctie binnen de afdeling. De afdelingsleider ontwikkelt zich in de vijf rollen van de afdelingsleider: Teambuilder, Onderwijskundig leider, Leidinggevende van docenten, Resultaatgericht, Werken aan de eigen ontwikkeling. In 2020: • is de afdelingsleider bekwaam in de vijf rollen van de afdelingsleider. Om dit te bereiken volgt de afdelingsleiding jaarlijks cursussen en trainingen om bovenstaande rollen te verbeteren. De afdelingsleider zal jaarlijks een 360 graden feedbackcyclus opzetten om zijn eigen functioneren tegen het licht te houden. Hierin zullen leerlingen, docenten, OOP en mede-afdelingsleiders meegenomen worden. Vmbo & de professionalisering van docenten De docenten van het vmbo ontwikkelen zich in de acht rollen van de Caland-docent. Elke docent: • werkt samen met collega’s aan het succes van de school; • staat voor het welbevinden en de veiligheid van leerlingen; • is een vakman/vrouw met lessen die uitdagend zijn en het maximale uit de leerlingen halen; • is zich bewust van de ‘breedte’ van zijn/haar opdracht; • heeft autonomie binnen het werk om eigen initiatieven te ontplooien die zichtbaar bijdragen aan de ontwikkeling van de leerlingen en/of docent(en); • legt verantwoording af over werkzaamheden;

49

• is medeverantwoordelijk voor de fysieke omgeving en leefbaarheid binnen en rondom de school, en; • ontwikkelt zich. In 2020: • beheerst elke docent beheerst de acht vaardigheden van de Caland-docent; • is elke docent in staat gedifferentieerd te werken binnen de visie van de school (adaptief onderwijs/Dalton); • heeft elke docent eens in de twee jaar een POP-gesprek met zijn leidinggevende gehad. In dit POP-gesprek worden gewenste ontwikkelingen besproken en doelstellingen SMART geformuleerd. Zo wordt de Vmbo-afdeling een excellente afdeling. • volgt elke docent jaarlijks een opleiding, cursus of training. Dit wordt besproken in het POP-gesprek en vastgelegd in het POP-verslag. Middels deze afspraak zal een docent zich altijd blijven ontwikkelen in een aspect van het docentschap.

Zo erkennen we de gedachte dat je nooit uitgeleerd bent. Vmbo & de verdere professionalisering van de teams Sinds een aantal jaar wordt succesvol samengewerkt in teams. De docenten zullen zich de komende jaren verder ontwikkelen als teamleden. De teams zullen een steeds prominentere rol gaan innemen binnen de afdeling. Zij zijn de eerstelijnsbegeleiding voor leerlingen en gaan een steeds grotere rol spelen in het besluitvormingsproces. In 2020: • zijn teams in staat om effectief te vergaderen; • worden notulen vastgelegd en gedeeld via Sharepoint; • worden afspraken nageleefd en geëvalueerd; • staan binnen elk team transparantie en eerlijke, directe feedback centraal; • zijn teams in staat om verantwoording te nemen over de ontwikkeling van leerlingen en de uitvoering van projecten binnen de afdeling; • zijn de teams verantwoordelijk voor het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerlingen, en: • ligt de eindverantwoordelijkheid voor alle leerlingen bij de afdelingsleider. Vmbo & de verdere professionalisering van het mentoraat De mentor zal steeds belangrijker worden in de komende vier jaar. Vanaf schooljaar 2016-2017 zullen alle docenten mentor zijn. De mentor is verantwoordelijk voor zo’n leerlingen. Er is een dubbelmentoraat per klas. De wens is om langer dan 1 jaar een bepaalde groep leerlingen te begeleiden/coachen. In 2020: • is elke docent in staat de rol van mentor te vervullen; • is de mentor de eerste lijn van hulp voor de leerling. De mentor kan vervolgens

de hulp inschakelen van het team, de decaan, de zorgcoördinator of de afdelingsleider. De mentor is echter de spin in het web en samen met de afdelingsleider verantwoordelijk voor de leerlingen. De mentor zal zichzelf steeds verder ontwikkelen als spreekwoordelijke spin in het web.

50

Vmbo & doorlopende leerlijnen In 2016 zijn de doorlopende leerlijnen door veel secties uitgewerkt. Deze leerlijnen staan nu helder op papier. Hierdoor is er duidelijkheid voor de komende jaren. Deze leerlijnen zijn ontwikkeldocumenten. Hierbij houden wij rekening met, eventuele, nieuwe eisen vanuit de overheid. In 2020: • zijn er verantwoorde doorstroomcijfers per leerjaar (+/- 90%); • zijn de eindexamenresultaten op of boven het landelijk gemiddelde, en: • is er een gedegen voorbereiding op de vervolgopleiding

Instemming ontvangen van de medezeggenschapsraad op 23 …€¦ · • Taakwerk serieus nemen •...

Documents

Transcript of Instemming ontvangen van de medezeggenschapsraad op 23 …€¦ · • Taakwerk serieus nemen •...