INSTALLATIE- VOORSCHRIFTEN · 2018. 12. 29. · DeorigineleConformiteitsverklaringkuntu...

66
INSTALLATIE- VOORSCHRIFTEN Quantum™ © 2016 Raymarine UK Limited 87209-2 Document nummer: 03-2016 Date: Nederlands (NL)

Transcript of INSTALLATIE- VOORSCHRIFTEN · 2018. 12. 29. · DeorigineleConformiteitsverklaringkuntu...

  • INSTALLATIE-VOORSCHRIFTEN

    Quantum™

    © 2016 Raymarine UK Limited87209-2Document nummer:03-2016Date:

    Nederlands (NL)

  • Mededeling over handelsmerken en octrooienRaymarine, Tacktick, Clear Pulse, Truzoom, HSB, SeaTalk, SeaTalkhs, SeaTalkng, Micronet, Raytech,Gear Up, Marine Shield, Seahawk, Autohelm, Automagic en Visionality zijn geregistreerde of geclaimdehandelsmerken van Raymarine België.FLIR, DownVision, SideVision, Dragonfly, Instalert, Infrared Everywhere en The World’s Sixth Sensezijn geregistreerde of geclaimde handelsmerken van FLIR Systems, Inc.Alle andere handelsmerken, handelsnamen of bedrijfsnamen die hierin worden vermeld worden alleengebruikt ten behoeve van identificatie en zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.Dit product is beschermd door octrooien, ontwerpoctrooien, aanhangige octrooien en aanhangigeontwerpoctrooien.

    “Fair use”-verklaringU mag voor eigen gebruik niet meer dan drie (3) exemplaren van deze handleiding afdrukken. U magniet meer exemplaren afdrukken of verspreiden en u mag de handleiding niet op enige andere maniergebruiken, waaronder zonder beperking het commercieel uitbaten van de handleiding of het geven ofverkopen van exemplaren hiervan aan derden.

    Software-updates

    Belangrijk: Ga naar de Raymarine-website voor de nieuwste softwareversie voor uw product.

    www.raymarine.nl/software

    ProducthandleidingenDe nieuwste versies van alle Engelse en vertaalde handleidingen kunnen als PDF worden gedownload via www.raymarine.nl.Controleert u alstublieft de website om te zien of u de meest recente handleiding hebt.

    Copyright ©2016 Raymarine UK Ltd. Alle rechten voorbehouden.

    DUTCHDocument number: 87209-2Date: 03-2016

    http://www.raymarine.com/software/http://www.raymarine.com

  • InhoudHoofdstuk 1 Belangrijke informatie ................... 7Gecertificeerde installatie ........................................... 7Uitgezonden vermogensdichtheid ............................... 8IEEE-verklaring ......................................................... 8ICNIRP-richtlijnen ...................................................... 8Binnendringen van water............................................ 8Disclaimer ................................................................. 8EMC-installatierichtlijnen ............................................ 8Veilige afstand tot kompas.......................................... 8Conformiteitsverklaring .............................................. 8Aansluitingen aan andere apparatuur.......................... 9Verwijdering van het product ...................................... 9Registratie garantie.................................................... 9IMO en SOLAS.......................................................... 9Radarlicenties ........................................................... 9FCC-kennisgeving - radar .......................................... 9Technische nauwkeurigheid........................................ 9Gebruiksinstructies .................................................... 9Bewaar uw Wi-Fi-wachtwoord .................................... 9

    Hoofdstuk 2 Document- en productinforma-tie .......................................................................... 112.1 Documentinformatie ............................................. 122.2 Meegeleverde onderdelen .................................... 132.3 Productoverzicht Quantum-radome ....................... 13

    Hoofdstuk 3 De installatie plannen.................... 153.1 Installatiechecklist ................................................ 163.2 Vereiste extra componenten ................................. 163.3 Compatibiliteit van het multifunctioneledisplay ...................................................................... 173.4 Softwarevereisten multifunctioneel display ............. 173.5 Benodigd gereedschap......................................... 183.6 Typische systemen............................................... 183.7 Productafmetingen ............................................... 193.8 Vereisten voor plaatsing ....................................... 193.9 Vereisten voor installatie van Quantum metalleen Wi-Fi ............................................................... 21

    Hoofdstuk 4 Kabels en aansluitingen(Quantum-model met RayNet)............................ 254.1 Quantum-modellen met alleen Wi-Fi...................... 264.2 Algemene kabelleiding ......................................... 264.3 Overzicht aansluitingen ........................................ 274.4 Voedingsaansluiting ............................................. 304.5 Netwerkverbinding ............................................... 32

    Hoofdstuk 5 Kabels en aansluitingen(Quantum-model met alleen Wi-Fi) .................... 355.1 Algemene kabelleiding ......................................... 365.2 Voedingsaansluiting ............................................. 37

    Hoofdstuk 6 Montage.......................................... 396.1 De scanner monteren........................................... 40

    6.2 Bescherming van de radarscanner —zeilschepen............................................................... 41

    Hoofdstuk 7 Systeemcontroles enprobleemoplossing ............................................. 437.1 Procedures na installatie ...................................... 447.2 Probleemoplossing............................................... 46

    Hoofdstuk 8 Onderhoud ..................................... 518.1 Onderhoud .......................................................... 528.2 Instructies voor het reinigen van de unit................. 52

    Hoofdstuk 9 Technische ondersteuning ........... 539.1 Productondersteuning en onderhoud voorRaymarine-producten ................................................ 549.2 Gebruiksinstructies............................................... 559.3 Productinformatie bekijken.................................... 55

    Hoofdstuk 10 Technische specificaties............. 5710.1 Technische specificaties ..................................... 58

    Hoofdstuk 11 Reserveonderdelen enaccessoires.......................................................... 5911.1 Accessoires Quantum radar ................................ 6011.2 Netwerkhardware ............................................... 6011.3 Typen netwerkkabelconnectoren ......................... 6111.4 RayNet naar RayNet-kabels en-connectoren ............................................................. 6211.5 RayNet naar RJ45-adapterkabels ........................ 63

    5

  • 6 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 1: Belangrijkeinformatie

    Gecertificeerde installatieRaymarine beveelt een gecertificeerde installatie aandoor een door Raymarine goedgekeurde installateur.Gecertificeerde installatie geeft het recht opuitgebreide productgarantievoordelen. Raadpleegvoor verdere informatie uw Raymarine-dealer enraadpleeg de aparte garantiekaart die bij uw productingesloten is.

    Waarschuwing: Productinstallatieen -bediening• Dit product dient geïnstalleerd enbediend te worden volgens demeegeleverde instructies. Wanneerdeze niet in acht worden genomen, dankan dat leiden tot persoonlijk letsel,schade aan uw schip en/of slechteproductprestaties.

    • Raymarine adviseert de installatiegecertificeerd te laten uitvoerendoor een goedgekeurdeRaymarine-installateur. Met eengecertificeerde installatie komt uin aanmerking voor uitgebreideregarantievoordelen. Neem contactop met uw Raymarine-dealer voormeer informatie en raadpleeg hetafzonderlijke garantiedocument dat metuw product is meegeleverd.

    Waarschuwing: PotentiëleontstekingsbronDit product is NIET goedgekeurd voorgebruik in een gevaarlijke/brandbareomgeving. Installeer dit product NIETin een gevaarlijke/brandbare omgeving(zoals een machinekamer of in de buurtvan brandstoftanks).

    Waarschuwing: Systemen metpositieve aardingSluit deze unit niet aan op systemen metpositieve aarding.

    Waarschuwing: VoedingsspanningWanneer u dit product aansluit op eenvoedingsspanning die hoger is dan degespecificeerde maximale waarde, kandit de unit permanent beschadigen.Raadpleeg de Technische specificatiesvoor de nominale spanning.

    Waarschuwing: Uitschakelen vande voedingZorg ervoor dat de voeding van het schipUIT is geschakeld voordat u begint methet installeren van dit product. Verbindof ontkoppel apparatuur NIET wanneerhet is ingeschakeld, tenzij anders wordtgeïnstrueerd in het document.

    Let op: VoedingsbeveiligingWanneer u dit product installeert, dientu ervoor te zorgen dat de voedingvoldoende beveiligt door een zekering ofautomatische stroomonderbreker met dejuiste waarde.

    Waarschuwing: HoogspanningenIn dit product kan sprake zijn vanhoogspanning. Verwijder eventuelebehuizing NIET en probeer geen toegangte krijgen tot interne componenten,tenzij de meegeleverde documentatie dituitdrukkelijk aangeeft.

    Waarschuwing: Gevaren vanradiofrequentiestralingDe radarscanner geeft elektromagneti-sche energie af op microgolffrequentiesdie schadelijk kunnen zijn, met name voorde ogen. Kijk NIET van dichtbij naar descanner. Zorg dat er geen personen in debuurt van de scanner zijn wanneer dezewordt ingeschakeld.

    De radar moet om veiligheidsredenenboven hoofdhoogte en buiten bereik vanpersonen worden geïnstalleerd.

    Waarschuwing: Wi-Fi-verbindingQuantumTijdens de installatie zijn er normaalgesproken constructies die van invloedzijn op het Wi-Fi-signaal. Voordat u deradar gebruikt om te navigeren, dient u debetrouwbaarheid van uw Wi-Fi-verbindingop open water en uit de buurt van andereschepen of constructies te testen.

    Let op: Service en onderhoudDit product bevat geen onderdelendie door de gebruiker kunnen wordenonderhouden. Alle onderhouds- enreparatiewerkzaamheden dienen doorgoedgekeurde Raymarine-dealers teworden uitgevoerd. Ongeautoriseerdereparaties kunnen gevolgen hebben vooruw garantie.

    Belangrijke informatie 7

  • Uitgezonden vermogensdichtheid• Er is op geen enkel punt sprake van eenvermogensdichtheid van 10 W/m2.

    • Er is op geen enkel punt sprake van eenvermogensdichtheid van 100 W/m2.

    IEEE-verklaringIEEE C95.1 – 2005 – norm voor veiligheidsniveaumet betrekking tot blootstelling van het menselijklichaam een radiofrequentie-elektromagnetischevelden, 3 kHz tot 300 GHz.

    ICNIRP-richtlijnenWanneer deze radar correct wordt geïnstalleerd engebruikt, voldoet het aan de volgende richtlijnen:ICNIRP-richtlijnen 1998 - Internationale Commissievoor bescherming tegen niet-ioniserende straling:richtlijnen voor de beperking van blootstellingaan tijdsafhankelijke elektrische, magnetische enelektromagnetische velden (tot 300 GHz) 1998.

    Binnendringen van waterDisclaimer voor binnendringen van waterHoewel de waterbestendigheidsclassificatie vandit product conform de vermelde IPX-norm is(raadpleeg de Technische specificaties van hetproduct), kan water indringen en vervolgens deapparatuur onklaar maken wanneer het productmet een hogedrukreiniger wordt schoongemaakt.Raymarine staat niet garant voor producten dieonder hoge druk worden schoongemaakt.

    DisclaimerRaymarine garandeert niet dat dit product foutvrijis, of dat het compatibel is met producten die zijngeproduceerd door een persoon of entiteit andersdan Raymarine.Raymarine is niet verantwoordelijk voorbeschadigingen of letsel veroorzaakt door uwgebruik van het product, of onvermogen het productte gebruiken, door de interactie van het product metproducten die zijn geproduceerd door anderen, ofdoor fouten in de informatie die wordt gebruikt doorhet product dat door een derde partij is geleverd.

    EMC-installatierichtlijnenApparatuur en accessoires van Raymarine voldoenaan de toepasselijke regels voor ElektromagnetischeCompatibiliteit (EMC) om elektromagnetischeinterferentie tussen apparatuur en het effect daarvanop de prestaties van uw systeem te minimaliseren.Correcte installatie is vereist om te garanderen datEMC-prestaties niet nadelig worden beïnvloed.

    Opmerking: In gebieden met extremeEMC-interferentie, kan enige lichte interferentieworden waargenomen op het product. Wanneer ditgebeurt, dient de afstand tussen het product en debron van de interferentie te worden vergroot.

    Voor optimale EMC-prestaties adviseren wij waarmogelijk om:• Raymarine-apparatuur en daaraan aangeslotenkabels:– ten minste 1 m (3 ft) verwijderd te houdenvan apparatuur of kabels die radiosignalenverzenden of dragen, zoals marifoons, kabelsen antennes. In het geval van SSB-radio's dientu de afstand te vergroten tot 2 m (7 ft).

    – meer dan 2 m (7 ft) verwijderd te houden vande baan van een radarstraal. Een radarstraalwordt normaal gesproken tot 20 graden bovenen onder het stralingselement verspreid.

    • Het product te voeden via een andere accu dande accu die wordt gebruikt voor het starten vande motor. Dit is van belang voor het voorkomenvan fouten en verlies van gegevens, hetgeen kanoptreden als de motor niet met een aparte accuwordt gestart.

    • Kabels te gebruiken volgens specificaties vanRaymarine.

    • Kabels niet af te snijden of te verlengen, tenzijdit in de installatiehandleiding nauwkeurig wordtbeschreven.

    Opmerking: Waar beperkingen met betrekkingtot de installatie een van de bovenstaandeaanbevelingen belemmeren, dient u altijd degrootst mogelijke afstand tussen verschillendeelektronische apparaten te garanderen omzodoende de best mogelijke omstandigheden voorEMC-prestaties te creëren in de gehele installatie.

    Veilige afstand tot kompasOm mogelijke interferentie met de magnetischekompassen van het schip te voorkomen dient u tezorgen voor voldoende afstand tot het product.Bij het kiezen van een geschikte plaats voor hetproduct zou u moeten proberen een zo grootmogelijke afstand te houden met eventuelekompassen. Normaal gesproken dient deze afstandminimaal 1 m (3 ft) te zijn in alle richtingen. Inkleinere schepen is het echter soms niet mogelijkhet product zo ver van een kompas verwijderd teplaatsen. In dit geval dient u er bij het kiezen vaneen plaats voor uw product voor te zorgen, dat hetkompas niet worden beïnvloed door het productwanneer het is ingeschakeld.

    ConformiteitsverklaringRaymarine UK Ltd. verklaart dat dit product voldoetaan de essentiële vereisten van R&TTE-richtlijn1999/5/EG.

    8 Quantum Radome

  • De originele Conformiteitsverklaring kunt ubekijken op de betreffende productpagina opwww.raymarine.com.

    Aansluitingen aan andere apparatuurVereiste voor ferrieten op niet-Raymarine-kabelsAls Raymarine-apparatuur aangesloten moetworden op andere apparatuur met een kabel dieniet door Raymarine geleverd is, MOET altijd eenontstoringsferriet geplaatst worden op de kabel bijhet Raymarine-apparaat.

    Verwijdering van het productVerwijder dit product in overeenstemming met deAEEA-richtlijnen.

    De richtlijn Afval van Elektrische enElektronische Apparatuur (AEEA) vereist derecycling van afval van elektrische en elektronischeapparaten.

    Registratie garantieOm uw Raymarine-product te registreren gaat u naarwww.raymarine.com en registreert u online.Het is van belang dat u uw product registreertom volledig gebruik te kunnen maken van allegarantievoordelen. In uw verpakking zit eenbarcode-etiket waarop het serienummer van de unitvermeld staat. U hebt dit serienummer nodig om uwproduct online te registreren. U dient het etiket voorlater gebruik te bewaren.

    IMO en SOLASDe apparatuur die in dit document beschrevenwordt, is bedoeld voor recreatieve maritieme-en werkvaartuigen welke niet vallen onder deInternational Maritime Organization (IMO) en Safetyof Life at Sea (SOLAS) Carriage regelgeving.

    RadarlicentiesVoor installatie en gebruik van deze radar moetmogelijk een licentie worden verkregen voor deapparatuur, de operator of het schip. U wordtnadrukkelijk geadviseerd de vereisten hiervoor nate vragen bij de licentieverstrekkende instantie ofde nationale dienst. In het geval van problemenkunt u contact opnemen met uw plaatselijkeRaymarine-dealer.

    FCC-kennisgeving - radarWijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuurdie niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd doorRaymarine Incorporated kunnen een overtreding

    vormen van de FCC-richtlijnen en de vergunningvan de gebruiker om de apparatuur te gebruikenongeldig maken.

    Technische nauwkeurigheidDe informatie in dit document was bij het ter persegaan naar ons beste weten correct. Raymarineis echter niet aansprakelijk voor eventueleonnauwkeurigheden of omissies. Daarnaastkunnen specificaties volgens ons principe vancontinue productverbetering zonder voorafgaandeopgave gewijzigd worden. Raymarine kandaarom niet aansprakelijk worden gesteld vooreventuele verschillen tussen het product en ditdocument. Raadpleeg de Raymarine website(www.raymarine.com) om na te gaan of u de meestrecente versie(s) hebt van de documentatie voor uwproduct.

    GebruiksinstructiesVoor meer gedetailleerde gebruiksinstructies vooruw product raadpleegt u de documentatie die metuw display is meegeleverd.

    Bewaar uw Wi-Fi-wachtwoordOm de radar te verbinden via Wi-Fi (draadloos) dientu de SSID en het wachtwoord van de unit te weten.Zowel de SSID als het wachtwoord staan vermeld ophet etiket met het serienummer aan de onderkant vande unit en op reserve-etiketten met serienummersdie in de verpakking zijn meegeleverd. U zoueen notitie kunnen maken van deze informatie endeze op een veilige plaats bewaren. U zou ook deverpakking van de radarscanner op een veilig plaatsmoeten bewaren, voor toekomstig gebruik.

    Belangrijke informatie 9

    http://www.raymarine.comhttp://www.raymarine.comhttp://www.raymarine.com

  • 10 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 2: Document- en productinformatie

    Inhoudsopgave• 2.1 Documentinformatie op pagina 12• 2.2 Meegeleverde onderdelen op pagina 13• 2.3 Productoverzicht Quantum-radome op pagina 13

    Document- en productinformatie 11

  • 2.1 DocumentinformatieDeze handleiding bevat belangrijke informatiemet betrekking tot de installatie van uwRaymarine-product.Het document bevat informatie die u helpt bij:• het plannen van uw installatie en ervoor zorgendat u alle benodigde apparatuur hebt;

    • het installeren en aansluiten van uw productals onderdeel van een groter systeem vanaangesloten maritieme elektronica-apparaten;

    • het oplossen van problemen en zo nodigontvangen van technische ondersteuning.

    Deze en andere documenten over Raymarine-producten kunnen worden gedownload inPDF-formaat op www.raymarine.nl.

    Van toepassing zijnde productenDit document is van toepassing op de volgendeproducten:

    Artikelnum-mer Naam

    Omschrij-ving

    E70210 Quantum™Q24C-radome

    Quan-tum™-radar-scanner metRayNet- enWi–Fi-aan-sluitingen.Geleverd meteen 10 mvoedingska-bel.

    E70344 Quantum™Q24W-radome

    Quantum™-radarscannermet alleenWi–Fi-aan-sluiting. Ge-leverd meteen 10 mvoedingska-bel.

    Speciale bundels en promotionele productenRaymarine kan soms bepaalde producten leverenals speciale "bundels", "sets" of "promotiemodellen".Deze bundels bevatten normaal gesproken extraaccessoires zoals kabels, en hebben meestal eenTxxxxx-artikelnummer. Voor deze bundelmodellenkunnen de meegeleverde onderdelen enartikelnummers enigszins afwijken van degene diein dit document worden genoemd. Het geleverdebasisproduct en de functies daarvan blijven echtergelijk aan wat in dit document is beschreven. Omer zeker van te zijn dat u de correcte documentatievoor uw product gebruikt, kunt u:• Het modelnummer van het basisproductraadplegen, dit kunt u vinden op het etiket op deachterkant of onderkant van uw product, of op eenRaymarine multifunctioneel display via de paginaDiagnose. Wees er zeker van dat het nummer

    overeenkomt met de nummers in de lijst in deparagraaf "Van toepassing zijnde producten" vanuw productdocumentatie.

    • U kunt ook contact opnemen met de verkoper vanuw product en de informatie opvragen. U wordtmogelijk om het serienummer van het productgevraagd, dit vindt u op de productverpakking enop het etiket op de achterkant of de onderkant vande unit.

    DocumentafbeeldingenUw product kan enigszins afwijken van deafbeeldingen in dit document, afhankelijk van hetproductmodel en de productiedatum.Alle afbeeldingen zijn alleen bedoeld ter illustratie.

    ProductdocumentatieDe volgende documentatie is van toepassing op uwproduct:

    OmschrijvingArtikelnum-mer

    Installatie-instructies Quantum™-radomeInstallatie van een Quantum™-radarscanneren aansluiting op een groter systeem vanmaritieme elektronica-apparaten.

    87209 /88055

    Montagemal Quantum™-radomeMontageschema voor oppervlakmontage vaneen Quantum™-radarscanner.

    87257

    Gebruiksinstructies LightHouse™-MFDGeeft meer informatie over het gebruikvan de Radar-toepassing voor a Series, cSeries, e Series, eS Series en gS Seriesmultifunctionele displays.

    81360

    GebruiksinstructiesVoor meer gedetailleerde gebruiksinstructies vooruw product raadpleegt u de documentatie die metuw display is meegeleverd.

    Gebruiksinstructies LightHouse MFDVoor de gebruiksinstructies voor uw MFD,waaronder de informatie over ‘Aan de slag’ en‘Systeemcontroles’ gebruikt u het pictogram vande gebruikershandleiding op het Home-venster.

    U kunt de LightHouse-gebruiksinstructies (81360)ook downloaden vanafde Raymarine-website:www.raymarine.nl/manuals

    12 Quantum Radome

    http://www.raymarine.comhttp://www.raymarine.com/manuals

  • 2.2 Meegeleverde onderdelenDe volgende items worden met uw productmeegeleverd.

    D13453-1

    4x4

    1

    2

    3

    Nummer Omschrijving Aantal1 Quantum™-radome 12 10 m (32,8 ft.)

    voedingskabel1

    3 M8-montageboutenmet borgringen enonderlegringen

    4

    4 Documentatiepakket(inclusief montagemal)

    1

    Opmerking: De lijst met onderdelen die met uwQuantum™-model zijn meegeleverd kan enigszinsafwijken van de hier gegeven lijst. Houdt u eralstublieft rekening mee dat Raymarine bepaaldeproducten soms als speciale "bundels", "sets" of"promotiemodellen" kan leveren, deze bevattensoms andere accessoires die afwijken van debasismodellen van het product die in dit documentworden beschreven. Ga naar Speciale bundels enpromotionele producten voor meer informatie.

    2.3 Productoverzicht Quantum-radomeDe Quantum™-radome is een compacte,halfgeleider-radarscanner, die gebruik maaktvan CHIRP-pulscompressie voor verbeterdebereikresolutie en mogelijkheid voor verbindenvia Wi-Fi om de installatie te vereenvoudigen. Incombinatie met een compatibel multifunctioneeldisplay biedt de Quantum™-scanner een op eenkaart lijkende weergave van het gebied rond uwschip, waardoor u andere schepen, boeien enlandeigenschappen zoals kustlijnen en heuvels kuntidentificeren.

    D13399-1

    De Quantum™-radome heeft de volgende functies:• Halfgeleidertechnologie (geen magnetron) voorverbeterde efficiëntie en snel opstarten.

    • Bereikprestaties tot 24 nm (afhankelijk van deplaats van installatie).

    • CHIRP-pulscompressie voor verbeterdeobjectbereikresolutie en minder ruis.

    • Gegevensverbinding via Wi-Fi, of (alleen E70210)Raynet-kabel.

    • Weergave van het radarbeeld en bediening viaeen Raymarine multifunctioneel display.

    • 24 RPM scannerrotatie.• Laag energieverbruik.• Werkt op 12 V of 24 V.• Waterbestendig conform IPX6.

    Meerdere Quantum radarscannersEr mag op ieder gegeven moment niet meer dan 1(één) Quantum™-radarscanner worden gebruikt opeen via een netwerk verbonden systeem.Als er meer dan één Quantum™ radarscanner isgeïnstalleerd op uw schip en u wilt deze tegelijkertijdgebruiken, mogen de multifunctionele displayswaarmee de scanners verbonden NIET via eennetwerk met elkaar zijn verbonden. Dit geldt zowelvoor Quantum™-scanners die met een kabel zijnverbonden als voor draadloze scanners.

    Document- en productinformatie 13

  • 14 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 3: De installatie plannen

    Inhoudsopgave• 3.1 Installatiechecklist op pagina 16• 3.2 Vereiste extra componenten op pagina 16• 3.3 Compatibiliteit van het multifunctionele display op pagina 17• 3.4 Softwarevereisten multifunctioneel display op pagina 17• 3.5 Benodigd gereedschap op pagina 18• 3.6 Typische systemen op pagina 18• 3.7 Productafmetingen op pagina 19• 3.8 Vereisten voor plaatsing op pagina 19• 3.9 Vereisten voor installatie van Quantum met alleen Wi-Fi op pagina 21

    De installatie plannen 15

  • 3.1 InstallatiechecklistInstallatie omvat de volgende werkzaamheden:

    Installatietaak1 Plan uw aanpak2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen3 Zet alle apparatuur op hun toekomstige plaats4 Leg alle kabels uit.5 Boor kabel- en montagegaten.6 Maak alle aansluitingen op de apparatuur.7 Zet alle apparatuur vast op zijn plaats.8 Zet het systeem aan en test het.

    StroomschemaEen stroomschema vormt een essentieel onderdeelvan de planning van een installatie. Het is ookhandig voor toekomstige uitbreidingen en onderhoudvan het systeem. Het stroomschema moet devolgende elementen bevatten:• Plaats van alle componenten.• Connectoren, kabeltypes, routes en lengtes.

    WaarschuwingenBelangrijk: Voordat u verder gaat dient u erzeker van te zijn dat u de waarschuwingen inhoofdstuk Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie vandit document hebt gelezen en begrepen.

    3.2 Vereiste extra componentenDit product maakt deel uit van eenelektronicasysteem waarvoor de volgendeextra componenten nodig zijn.• Compatibel Raymarine multifunctioneel display.Raadpleeg Compatibele multifunctionele displaysvoor een lijst met compatibele multifunctioneledisplays.

    • Optionele gegevenskabel (NIET van toepassingop het model met alleen Wi-Fi). RaadpleegHoofdstuk 11 Reserveonderdelen en accessoiresvoor de juiste kabels en adapters voor bestaandekabelinstallaties. (De Quantum™-scanner isgeschikt voor Wi-Fi en kan worden bediend zondereen fysieke gegevenskabel.)

    GebruiksinstructiesVoor meer gedetailleerde gebruiksinstructies vooruw product raadpleegt u de documentatie die metuw display is meegeleverd.

    Bewaar uw Wi-Fi-wachtwoordOm de radar te verbinden via Wi-Fi (draadloos) dientu de SSID en het wachtwoord van de unit te weten.Zowel de SSID als het wachtwoord staan vermeld ophet etiket met het serienummer aan de onderkant vande unit en op reserve-etiketten met serienummersdie in de verpakking zijn meegeleverd. U zoueen notitie kunnen maken van deze informatie endeze op een veilige plaats bewaren. U zou ook deverpakking van de radarscanner op een veilig plaatsmoeten bewaren, voor toekomstig gebruik.

    16 Quantum Radome

  • 3.3 Compatibiliteit van hetmultifunctionele display

    Compatibele multifunctionele displaysDit product is alleen compatibel metLightHouseTM-bestuurde Raymarine multifunctioneledisplays.

    LightHouseTM MFD's:Productmo-dellen

    Productmo-dellen

    a Series eS Series

    c Series gS Series

    e Series

    Multifunctionele displays zonder WiFiE70076 (a65) en E70077 (a67) a SeriesLightHouseTM-multifunctionele ondersteunen GEENWi-Fi-verbindingen. Deze displays zijn NIETcompatibel met producten die alleen via Wi-Fiverbinding maken.

    Incompatibele multifunctionele displaysDit product is NIET compatibel met de volgendeverouderde Raymarine multifunctionele displays.

    Verouderde MFD'sProductmo-dellen

    Productmo-dellen

    C-SeriesClassic C70,C80, C120

    RANGE

    CANCELOK

    IN

    OUT

    PAGE

    ACTIVE

    WPTSMOB

    MENU

    DATA

    E-SeriesClassic E80,E120

    A-SeriesClassic A50,A50D, A57D,A70, A70D

    C-SeriesWidescreenC90W,C120W,C140WE-SeriesWidescreenE90W,E120W,E140W

    G-serieGPM400

    3.4 Softwarevereisten multifunctioneeldisplayVoor gebruik van dit product moet uwRaymarine LightHouseTM-MFD werken metLightHouseTM-softwareversie 16 of hoger.

    Opmerking: U kunt de meeste recente MFD-software vinden op www.raymarine.nl/software.

    Let op: Software-updatesinstallerenHet software-updateproces voert uvoor eigen risico uit. Voordat u hetupdateproces start, dient u ervoor tezorgen dat u een back-up hebt gemaaktvan alle belangrijke bestanden.Zorg ervoor dat de unit een betrouwbarevoeding heeft en dat het updateprocesniet wordt onderbroken.Beschadigingen veroorzaakt dooronvolledige updates vallen niet onder deRaymarine-garantie.Door het software-updatepakket tedownloaden, gaat u akkoord met devoorwaarden ervan.

    Software-updatesDe software die op het product draait kan wordengeüpdate.• Raymarine brengt regelmatig software-updates uitom de productprestaties te verbeteren en nieuwefuncties toe te voegen.

    • U kunt de software voor uw product updatenmet behulp van een aangesloten en compatibelmultifunctioneel display.

    • Ga naar www.raymarine.com/software/ voorde meest recente software-updates en desoftware-updateprocedure voor uw product.

    • In geval van twijfel over de juiste procedurevoor het updaten van uw productsoftware kunt ucontact opnemen met uw dealer of de technischeondersteuning van Raymarine.

    De installatie plannen 17

    http://www.raymarine.com/software/http://www.raymarine.com/software/

  • 3.5 Benodigd gereedschapVoor het installeren van het product is het volgendegereedschap nodig:

    1

    2 3

    4

    5 6

    D1341 1-1

    Itemnummer Omschrijving Aantal1 Boormachine 12 3 mm boortje 13 10 mm boortje 14 Plakband 15 13 mm-dopsleutel 16 Momentsleutel 1

    3.6 Typische systemenOpmerking: De volgende afbeeldingen laten deverschillende producten zien die kunnen wordenaangesloten op een typisch systeem. Dezesystemen zijn alleen voorbeelden en kunnenafwijken van de door u geplande installatie.• Voor informatie over hoe u de producten aandient te sluiten raadpleegt u de sectie Kabels enaansluitingen voor uw Quantum-model.

    • Voor informatie over de beschikbare kabels enaccessoires gaat u naar hoofdstuk Hoofdstuk 11Reserveonderdelen en accessoires.

    Voorbeeld: basis radarsysteem (bekabeldegegevensverbinding)

    1

    2

    3

    12 / 24 V

    D13406-2

    Opmerking: Dit voorbeeld is NIET van toepassingop het Quantum™-model met alleen Wi-Fi.

    Nummer Omschrijving1 Multifunctioneel display2 Quantum™-radome3 RayNet-gegevenskabel

    Voorbeeld: basis radarsysteem (draadlozegegevensverbinding)

    1

    2

    3

    12 / 24 V

    D13410-2

    Nummer Omschrijving1 Multifunctioneel display2 Quantum™-radome3 Wi-Fi-datalink

    18 Quantum Radome

  • 3.7 Productafmetingen

    D13401-2

    1 2

    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    3

    1. Zij-aanzicht van de scanner.2. Achteraanzicht van de scanner.3. Onderaanzicht van de scanner.

    Afmeting Meting OmschrijvingA 116,0 mm (4,57

    in.)Afstand vanaf demiddenlijn van descanner tot devoorzijde van demontagevoet.

    B 355,0 mm(13,98 in.)

    Afstand vanaf deachterkant van demontagevoet totde voorzijde vande montagevoet.

    C 209,5 mm(8,25 in.)

    Hoogte van deradarscanner.

    D 319,5 mm(12,58 in.)

    Breedtemontagevoet(achterkant vande unit).

    E 541,0 mm(21,30 in.)

    Breedte van descanner.

    F 116,5mm (4,59 in.) Afstand van demiddenlijn tothet achterstemontagegat.

    G 233,0 mm(9,17 in.)

    Afstand tussen demontagegaten.

    H 27,5 mm (1,08 in.) Afstand vande middenlijntot het voorstemontagegat.

    I 141,5 mm(5,57 in.)

    Afstand tussenhet voorsteen achterstemontagegat.

    3.8 Vereisten voor plaatsingDe optimale hoogte voor de Quantum™-scanner iseen plaats die hoog genoeg boven de waterlijn isvoor een brede zichtlijn naar de horizon, maar nietzo hoog dat het negatief wordt beïnvloed door hetrollen en stampen van het schip.

    D11700-1

    De scanner moet ook op een plaats wordengemonteerd die aan de volgende voorwaardenvoldoet:• Boven hoofdhoogte.• Gemakkelijk toegankelijk.• Zo dicht mogelijk in de buurt van de middenlijnvan het schip.

    • Op een stevige en stabiele plaat, dat de scannergoed kan ondersteunen op zee.

    • Niet in de buurt van grote objectenzoals de flybridge, grote motorstacks,schijnwerpers, scheepshoorns, masten etc. (zieSchaduwgebieden en valse echo's voor meerinformatie).

    • Niet in de buurt van hitte en rook.• Op een afstand van ten minste 1 m (3 ft) van eenmagnetisch kompas of andere scanners.

    Schaduwgebieden en valse echo'sMonteer de radarscanner niet in de buurt van groteconstructies of apparatuur, zoals motorstacks,schijnwerpers, scheepshoorns of masten. Dergelijkeobjecten kunnen schaduwgebieden en valse echo'sveroorzaken. Als u de radarscanner bijvoorbeeldop een mast monteert, kunnen echo's van andereobjecten worden gereflecteerd door de mast. Nattezeilen kunnen ook schaduwgebieden veroorzaken,daardoor presteert de radar mogelijk slechter bijregen. Het is bijzonder belangrijk schaduwgebiedenrond het voorsteven te vermijden. Het verhogen ofzelfs verlagen van de radarscanner kan helpen dezeeffecten te verminderen.In schaduwgebieden achter de obstructie is destraalintensiteit lager. Er kan een blinde vlekontstaan als de straalintensiteit niet voldoende is omeen echo van een object te krijgen. Dit kan zelfs opkorte afstand gebeuren. Daarom moeten de breedteen de relatieve peiling van een schaduwgebiedtijdens de montage worden bepaald.

    De installatie plannen 19

  • U kunt schaduwgebieden en valse echo's mogelijkdetecteren op uw multifunctionele display. Zeesluierkan bijvoorbeeld worden gebruikt als goede indicatorvoor blinde hoeken. Donkere gebieden op hetradardisplay geven mogelijke schaduwgebiedenaan. Deze informatie moet worden opgehangen inde buurt van het display en operators moeten alertzijn op deze blinde vlekken.

    Montagehoek radarscannerZorg ervoor dat de roteerbeweging van deradarscanner parallel loopt met de waterlijn.De radarstraal van de radarscanner is ongeveer20° breed in verticale richting, om een goedeobjectdetectie te geven, zelfs als uw schip kantelten overhelt.

    10°

    10°

    D11359-2

    Schepen met een vlakke romp en enkele schepenmet verplaatsingsromp hebben een groterevoorstevenhoek wanneer het schip op kruissnelheidvaart. Dit kan de stralingshoek van de radarverhogen, waardoor objecten dicht in de buurtslecht worden gedetecteerd. Het kan nodig zijnte compenseren voor de verhoogde voorsteven,om optimale objectdetectie te garanderen. Dit kanworden gedaan door een keg of ringen te plaatsentussen het montageoppervlak en de voet van deradarscanner, zodat de radarstraal parallel blijft metde waterlijn wanneer de voorsteven van het schipomhoog komt op kruissnelheid.

    D13400-1

    1

    Nummer Omschrijving1 Keg of ringen

    Meerdere radarscanners — vereisten voorplaatsingBelangrijke overwegingen met betrekking totde plaats voor het installeren van meerdereradarscanners op hetzelfde schip.• Scanners dienen boven elkaar te wordengemonteerd, met een verticale afstand van tenminste 0,5 m (1,6 ft). Dit is van toepassing op alleplaatsen voor installatie op het schip.

    • Meerdere scanners moeten zo wordengemonteerd dat de interferentie tussen deverticale stralen van de 2 scanners wordtgeminimaliseerd.

    • U zou in ieder geval moeten proberen een zogroot mogelijke fysieke afstand aan te houden, ommogelijke interferentie te minimaliseren.

    20 Quantum Radome

  • 3.9 Vereisten voor installatie vanQuantum met alleen Wi-FiHoewel de Wi-Fi-prestaties zijn getest engoedgekeurd in uiteenlopende installatiescenario's,moet rekening worden gehouden met deonderstaande vereisten voordat u een plaats kiestvoor de Quantum™-radar.

    Wi-Fi

    SeaT alkhs

    Wi-Fi

    SeaT alkhs

    D13516-1

    In systemen met meerdere MFD's dient de radarte worden aangesloten op de MFD's die zich hetdichtste in de buurt ervan bevinden, of op de MFD'smet de meest optimale zichtlijn naar de radar.De maximale afstand tussen het MFD en de radarhangt af van de omgeving rond de installatie (bijv.obstakels en interferentie).

    Voorbeeld 1 — open lucht, zichtlijn in optimaleomstandigheden

    D13518-1

    100 m (328 ft)

    -23dBm -45dBm -65dBm -75dBm

    In optimale omstandigheden in de open lucht enmet een ononderbroken zichtlijn, is een betrouwbareverbinding mogelijk tot een afstand van 100 m (328voet). Er zijn echter vele factoren die hierop vaninvloed kunnen zijn, daarom dient voorafgaandeaan de installatie altijd een onderzoek van deomgeving te worden uitgevoerd. Voor betrouwbareWi-Fi-prestaties dient de signaalsterkte beter te zijndan –75dBm. Hoe dichter het signaal bij nul ligt, hoebeter de Wi-Fi-prestaties zijn (bijv. –40dBm is beterdan –75dBm). U kunt de mogelijke signaalsterkteop de gewenste locatie tijdens het onderzoek vande locatie voorafgaande aan installatie beoordelenmet behulp van een Wi-Fi Analyzer-app op uwsmart-apparaat.

    Voorbeeld 2 — signaal dat door een glazvezeldakgaat

    D13514-1

    15 m

    (49

    ft)

    -75d

    Bm

    In het bovenstaande voorbeeld was de maximaleafstand met acceptabele Wi-Fi-prestaties 15 meter(49 voet), door het zware glasvezeldak waar hetsignaal doorheen moet.

    Voorbeeld 3 — signaal dat door een zwareconstructie gaat

    3 m (9.8 ft)-75dBm

    D13515-1

    In het bovenstaande voorbeeld was de maximaleafstand met acceptabele Wi-Fi-prestaties 3 meter(9,8 voet), door het metalen dak waar het signaaldoorheen moet.Obstakels in de directe zichtlijn tussen de radar enhet MFD vergroten het effect op de Wi-Fi-prestaties.Het effect van ieder obstakel afzonderlijk is overhet algemeen minimaal, het totale effect is echtercumulatief. Obstakels kunnen onder andere devolgende zijn:• Scheepsconstructie — wanneer hetWi-Fi-signaal door schot of dak moet, wordende Wi-Fi-prestaties minder. Afhankelijk van hetmateriaal en de dikte van de constructie kunnende effecten groot zijn, een dik stalen schot kan hetWi-Fi-signaal bijvoorbeeld volledig blokkeren.

    • Radarmontage — het type installatie kan vaninvloed zijn op de prestaties, montage op eenmassief stalen plaat heeft bijvoorbeeld een grotereinvloed op de prestaties dan montage met balken.

    • Elektrische apparatuur en andere objecten— ieder object in de directe zichtlijn tussen deradar en het MFD kan van invloed zijn op deWi-Fi-prestaties. Elektrische, elektronische enelektromagnetische apparaten hebben een grotereinvloed dan meubilair.

    • MFD-installatie — de MFD-installatie kan deWi-Fi-prestaties eveneens beïnvloeden, als hetMFD bijvoorbeeld is ingebouwd in een stalenpaneel, vermindert dit de Wi-Fi-prestaties.

    De installatie plannen 21

  • Wi-Fi-signaalreflectieWanneer u een locatie vaststelt voor uw Quantumradar die wordt verbonden via Wi-Fi, is het belangrijkdat u rekening houdt met de effecten die uwomgevingen kan hebben op uw Wi-Fi-signaal. HetWi-Fi-signaal reflecteert of 'ketst af' op objecten inde buurt, waardoor het signaal een gemakkelijkereweg kan nemen. Hoewel uw verbinding hierdoorbetrouwbaar kan lijken, kan dit snel verslechterenzodra uw schip op open water komt.

    Voorbeeld

    1

    2

    D13519-1

    1. In dit voorbeeld ketst het Wi-Fi-signaal af op eenschip in de buurt en komt terug via de ramen opde brug, dit creëert een gemakkelijkere weg danvia het metalen dak.

    2. In dit geval wordt het Wi-Fi-signaal slechterwanneer het door het metalen dak moet. Dit isechter mogelijk de enige weg die het signaal kannemen op open water.

    D13520-1

    Waarschuwing: Wi-Fi-verbindingQuantumTijdens de installatie zijn er normaalgesproken constructies die van invloedzijn op het Wi-Fi-signaal. Voordat u deradar gebruikt om te navigeren, dient u debetrouwbaarheid van uw Wi-Fi-verbindingop open water en uit de buurt van andereschepen of constructies te testen.

    Vereisten voor plaatsing Wi-FiEr is een aantal factoren die van invloed kunnenzijn op de Wi-Fi-kwaliteit, het is belangrijk dat u deWi-Fi-kwaliteit op de gewenste locatie test voordatuw producten met Wi-Fi installeert.Afstand en signaalsterkeDe afstand tussen Wi-Fi-producten dient altijd zoklein mogelijk te zijn. Plaats niet op een afstand diegroter is dan de maximale afstand die is aangegevenvoor uwWi-Fi-product (de maximale afstand verschiltper apparaat).

    Wi-Fi-kwaliteit wordt minder naarmate de afstandgroter wordt, producten op grotere afstandontvangen dus minder bandbreedte van het netwerk.De verbinding van producten die worden geplaatstop een afstand aan de rand van het maximaleWi-Fi-bereik kan langzamer zijn, het signaal kanwegvallen of er kan mogelijk helemaal geenverbinding worden gemaakt.Zichtlijn en obstakelsVoor het beste resultaat dient het Wi-Fi-product eenvrije, directe zichtlijn te hebben naar het productwaarmee verbinding wordt gemaakt. Alle fysiekeobstakels kunnen het Wi-Fi-signaal verzwakken ofzelfs volledig blokkeren.De constructie van uw schip kan ook van invloed zijnop de Wi-Fi-kwaliteit. Metalen constructies en dakenverminderen de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal enkunnen het in sommige situaties blokkeren.Als het Wi-Fi-signaal door een schot gaat metdaarin voedingskabels, kan dit de kwaliteit van hetWi-Fi-signaal ook verminderen.Reflecterende oppervlakken zoals metalenoppervlakken, sommige soorten glas en zelfsspiegels kunnen de kwaliteit aanzienlijk verminderenen het Wi-Fi-signaal zelfs blokkeren.Interferentie en andere apparatuurWi-Fi-producten dienen op een afstand van tenminste 1m (3 ft) worden geplaatst van:• andere producten met Wi-Fi• producten die draadloze signalen uitzendenbinnen hetzelfde frequentiebereik

    • andere elektische, elektronische ofelektromagnetische apparaten die interferentiekunnen veroorzaken

    Interferentie van Wi-Fi-producten van anderemensen kan ook storing veroorzaken met uwproducten. U kunt een Wi-Fi-analyzer gebruiken omvast te stellen wel Wi-Fi-kanaal (niet gebruikt kanaalof door het kleinste aantal apparaten gebruiktekanaal) u het beste kunt gebruiken.

    Onderzoek van de locatie voorafgaande aaninstallatie — Wi-Fi AnalyzerVoordat u een Quantum radar installeert diewordt aangesloten via Wi-Fi, dient de locatie teworden onderzocht om er zeker van te zijn dat hetWi-Fi-signaal sterk genoeg is om een betrouwbareverbinding te garanderen.Wij adviseren u de locatie te onderzoeken metbehulp van een smart-apparaat en een Wi-FiAnalyzer-app (bijv. Wi-Fi Analyzer van Farproc voorandroid-toestellen).

    22 Quantum Radome

  • Wi-Fi

    SeaT alkhs

    Wi-Fi

    D13517-1

    1. Installeer de Wi-Fi Analyzer-app op uwsmart-apparaat.

    2. Schakel de Wi-Fi van uw MFD in: (Home-venster> Instellingen > Draadloze verbindingen >Wi-Fi > Wi-Fi: aan)

    3. Noteer de Wi-Fi-naam van het MFD(Home-venster > Instellingen > Draadlozeverbindingen > Wi-Fi > Wi-Fi delen >Wi-Fi-naam).

    4. Ga naar de plek die u hebt gekozen voor uwradar.

    5. Start deWi-Fi Analyzer-app op uw smart-apparaaten scan naar beschikbare netwerken.

    6. Stel vast hoe sterk het signaal is van hetWi-Fi-netwerk van uw MFD op de plaats waar ude installatie hebt gepland.

    Voor betrouwbare prestaties via Wi-Fi dient hetsignaal beter te zijn dan –75dBm, hoe dichter hetsignaal bij nul ligt, hoe beter de Wi-Fi-prestatieszijn (bijv. –40dBm is beter dan –75dBm).

    7. Als u een zwak of onderbroken signaal heeft,dient u dit verder te onderzoeken. Raadpleegalstublieft de Vereisten voor plaatsing Wi-Fi omvast te stellen wat de oorzaak wat het probleemkan zijn.

    8. Voor netwerken met meerdere MFD's herhaalt ude stappen 2 tot en met 7 voor ieder MFD in uwnetwerk.

    Onderzoek van de locatie voorafgaande aande installatie — Raymarine-appU kunt ook Raymarine-apps gebruiken, bijvoorbeeldRayControl of RayView, om de betrouwbaarheidvan de Wi-Fi-verbinding op de gewenste plaats voorde installatie te controleren.

    Wi-Fi

    SeaT alkhs

    Wi-Fi

    D13517-1

    1. Schakel de Wi-Fi van uw MFD in: (Home-venster> Instellingen > Draadloze verbindingen >Wi-Fi > Wi-Fi: aan)

    2. Schakel ‘Alleen weergeven’ of ‘Afstandsbedie-ning’ in vanuit het menu van de mobiele apps:(Home-venster > Instellingen > Draadlozeverbindingen > Wi-Fi > Wi-Fi delen > Mobieleapps).

    3. Noteer de Wi-Fi-naam van het MFD(Home-venster > Instellingen > Draadlozeverbindingen > Wi-Fi > Wi-Fi delen >Wi-Fi-naam).

    4. Ga naar de plek die u hebt gekozen voor uwradar.

    5. Gebruik uw smart-apparaat en zoek debeschikbare Wi-Fi-netwerken.

    6. Zoek het netwerk van uw MFD en controleer designaalsterkte die uw apparaat aangeeft.

    7. Als u een sterk signaal hebt, opent u een mobieleRaymarine-app zoals RayView of RayControlen controleert u hoe dit op de gekozen plekwerkt. Als u geen problemen ondervindt met deapp, kunt u doorgaan met de installatie.

    8. Als u een zwak of onderbroken signaal heeft,dient u dit verder te onderzoeken. Raadpleegalstublieft de Vereisten voor plaatsing Wi-Fi omvast te stellen wat de oorzaak van het probleemkan zijn.

    9. Voor netwerken met meerdere MFD's herhaalt ude stappen 1 tot en met 9 voor ieder MFD in uwnetwerk.

    Wi-Fi-signaalsterkteWi-Fi-signaalsterkte wordt gemeten indecibel-milliwatt (dBm). De signaalsterktevan het netwerk waarmee u bent verbonden wordtnormaal gesproken grafisch weergegeven met eenWi-Fi-symbool.Het signaalsterktebereik dat wordt aangegeven dooriedere balk wordt onafhankelijk vastgesteld doorde verschillende apparaatfabrikanten. Over hetalgemeen zijn de prestaties echter vergelijkbaar.

    D13521-1

    1/4 2/4 3/4 4/4

    • 1/4 — Kan de verbinding niet in standhouden, meestal samen met een zeer lageverbindingssnelheid (LightHouse™-MFD:–150dBm of slechter).

    • 2/4 — Verbinding verbreekt en komt terug,meestal samen met een lage verbindingssnelheid(LightHouse™-MFD: –80dBm tot –149dBm).

    • 3/4 — Betrouwbare verbinding met goedeverbindingssnelheid (LightHouse™-MFD:–70dBm tot –79dBm).

    • 4/4 — Betrouwbare verbinding, uitstekendeverbindingssnelheid (LightHouse™-MFD:–55dBm of beter).

    De installatie plannen 23

  • 24 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 4: Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet)

    Inhoudsopgave• 4.1 Quantum-modellen met alleen Wi-Fi op pagina 26• 4.2 Algemene kabelleiding op pagina 26• 4.3 Overzicht aansluitingen op pagina 27• 4.4 Voedingsaansluiting op pagina 30• 4.5 Netwerkverbinding op pagina 32

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet) 25

  • 4.1 Quantum-modellen met alleenWi-FiBelangrijk: Deze sectie is NIET van toepassingop Quantum-modellen met alleen Wi-Fi.Voor informatie die van toepassing is op uwproductmodel raadpleegt u de sectie Hoofdstuk5 Kabels en aansluitingen (Quantum-model metalleen Wi-Fi).

    4.2 Algemene kabelleiding

    Kabeltypen en -lengtesHet is belangrijk kabels te gebruiken van het juistetype en met de juiste lengte.• Tenzij anders aangegeven, dient u alleenstandaardkabels van het correcte type tegebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.

    • Zorg dat eventuele kabels die niet van Raymarinezijn, de juiste kwaliteit en kabeldikte hebben. Hetkan bijvoorbeeld zijn dat voor een langere loopvan de voedingskabel dikkere kabels nodig zijnom eventuele spanningsval in de kabelloop teminimaliseren.

    Leggen van kabelsKabel dienen correct geleid te worden voor optimaleprestaties en een lange levensduur.• Buig de kabels NIET te ver door. Zorg wanneermogelijk voor een minimale buigdiameter van 200mm (8 in)/minimale buigradius van 100 mm (4 in).

    100 mm (4 in)

    200 mm (8 in)

    • Bescherm alle kabels tegen fysieke schade enblootstelling aan hitte. Gebruik waar mogelijkverbindingsstukken of kabelbuizen. Leid kabelsNIET door bilges of deuren, of dicht langsbewegende of hete objecten.

    • Zet kabels vast met tiewraps of afbindkoord. Roleventuele extra kabel op en zet deze elders vast.

    • Gebruik een geschikte waterdichte doorvoerwanneer kabels door een open schot of dekgevoerd worden.

    • Leid kabels NIET vlak langs motoren ofTL-verlichting.

    Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van:• andere apparatuur en kabels,• hoge stroom voerende AC- en DC-voedingskabels,• antennes.

    TrekontlastingZorg voor een goede trekontlasting. Beschermconnectoren tegen trekbelasting en zorg dat dezetijdens extreme omstandigheden niet losgetrokkenkunnen worden.

    StroomkringisolatieVoor installaties die zowel AC- als DC-stroomgebruiken, is een goede stroomkringisolatie vereist.• Gebruik altijd scheidingstransformatoren ofeen aparte voedingsomzetter voor het latenwerken van PC's, processoren, displays enandere gevoelige elektronische instrumenten ofapparaten.

    26 Quantum Radome

  • • Gebruik altijd een scheidingstransformator voorWeather Fax audiokabels.

    • Gebruik altijd een RS232/NMEA-converter metoptische isolatie op de signaallijnen.

    • Zorg altijd dat PC's of andere gevoeligeelektronische apparatuur een daarvoor bestemdvoedingscircuit hebben.

    KabelafschermingZorg dat alle datakabels correct zijn afgeschermden dat de kabelafscherming intact is (d.w.z. nietgeschaafd doordat deze door een nauwe ruimtegetrokken is).

    Ontstoringsferrieten• Raymarine-kabels kunnen zijn voorzien van ofgeleverd zijn met ontstoringsferrieten. Dezezijn belangrijk voor correcte EMC-werking. Alsferrieten los van de kabels zijn meegeleverd(d.w.z. niet voorgemonteerd), dienen de ferrietenovereenkomstig de meegeleverde instructies teworden geplaatst.

    • Als een ferriet om welke reden dan ook dient teworden verwijderd (bijv. installatie of onderhoud),moet hij op zijn oorspronkelijke plaats wordenteruggezet voordat het product wordt gebruikt.

    • Gebruik alleen ferrieten van het juiste type,geleverd door Raymarine of door geautoriseerdedealers.

    • Wanneer er voor een installatie meerdere ferrietenmoeten worden geplaatst op een kabel, danmoeten extra kabelklemmen worden gebruikt omte voorkomen dat de connectoren te zwaar wordenbelast door het extra gewicht van de kabel.

    4.3 Overzicht aansluitingenGebruik de onderstaande informatie om deaansluitingen van uw product te bepalen.

    ConnectorWordtaangesloten op: Geschikte kabelsRayNet-netwerkof -apparaat.Niet vereist alsu verbinding maaktvia Wi-Fi.

    Raadpleeg hethoofdstuk Hoofd-stuk 11 Reser-veonderdelen enaccessoires.

    12 V /24 V-voeding.

    Meegeleverd metuw product.

    De voedings- en gegevensverbindingen bevindenzich aan de onderkant van de scanner, zoals te zienis op de onderstaande afbeelding.

    D13452-1

    12 / 24 V

    RayNet

    Typische scenario's voor het leggen van dekabelsEr zijn 4 typische scenario's voor het leggen vande kabels.

    Opmerking: De opties voor het leggen vande kabels zoals beschreven en getoond indeze sectie gaan ervan uit dat er een fysiekegegevensverbinding is gebruikt tussen uwradarscanner en het multifunctionele display(MFD). Als de scanner echter via Wi-Fi isverbonden met uw MFD, is geen fysiekeRayNet-verbinding nodig.

    1. Bekabeling voor een scanner die is gemonteerdop een plaat, met afzonderlijke kabels voorvoeding en gegevens.

    2. Bekabeling voor een scanner die is gemonteerdop een plaat, met de gecombineerde voedings-

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet) 27

  • en gegevenskabel van een bestaandeRaymarine digitale radarscannerinstallatie.Hiervoor is de A80308 Y-adapter vereist (nietmeegeleverd met de scanner).

    3. Bekabeling voor een scanner die is gemonteerdop een mast, met afzonderlijke kabels voorvoeding en gegevens.

    4. Bekabeling voor een scanner die is gemonteerdop een mast, met de gecombineerde voedings-en gegevenskabel van een bestaandeRaymarine digitale radarscannerinstallatie.Hiervoor is de A80308 Y-adapter vereist (nietmeegeleverd met de scanner).

    Leggen van de kabel — plaatmontageEr zijn 2 gebruikelijke scenario's voor installaties metplaatmontage.• Afzonderlijke voedings- en gegevenskabelsgebruiken.

    • Gebruik van een gecombineerde voedings-/gegevenskabel van een oudere Raymarinedigitale radarscanner. In dit scenario is de A80308Y-adapter vereist (niet meegeleverd met descanner).

    Afzonderlijke voedings- en gegevenskabelsgebruiken

    Opmerking: De opties voor het leggen vande kabels zoals beschreven en getoond indeze sectie gaan ervan uit dat er en fysiekegegevensverbinding is gebruikt tussen uwradarscanner en het multifunctionele display(MFD). Als de scanner echter via Wi-Fi isverbonden met uw MFD, is geen fysiekeRayNet-verbinding nodig.

    De onderstaande afbeelding laat de bekabeling zienvoor een scanner die is gemonteerd op een plaat,met afzonderlijke kabels voor voeding en gegevens.

    D13454-1

    2

    12 / 24 V

    1

    RayNet

    1. RayNet-gegevensverbinding.2. 12 V / 24 V-voedingsaansluiting.

    Opmerking:• Er wordt een afzonderlijke voedingskabelmeegeleverd met alle Quantum™Radar-modellen.

    • Niet alle Quantum™ Radar-modellen wordengeleverd met een RayNet-kabel. Ga naarhoofdstuk Hoofdstuk 2 Document- enproductinformatie voor meer informatie.

    • Raadpleeg de sectie 11.4 RayNet naarRayNet-kabels en -connectoren voor informatieover geschikte RayNet-kabels.

    Gebruik van een gecombineerde voedings-/gegevenskabel van een oudere Raymarinedigitale radar

    D13456-1

    12 / 24 V

    RayNet

    3

    4

    A80308

    1

    2

    Opmerking: De Y-adapterkabel is in werkelijkheidwit. Voor de duidelijkheid is het in de bovenstaandetekening in verschillende kleuren afgebeeld.

    1. RayNet-gegevensverbinding. Deze kabel maaktdeel uit van de A80308 Y-adapterkabel.

    2. 12 V / 24 V-voedingsaansluiting. Deze kabelmaakt deel uit van de A80308 Y-adapterkabel.

    3. A80308 Y-adapterkabel (niet meegeleverd metde scanner).

    4. Bestaande gecombineerde digitaleradar-voedings-/gegevenskabel.

    Leggen van de kabel — mastmontageEr zijn 2 gebruikelijke scenario's voor installaties metmastmontage.• Afzonderlijke voedings- en gegevenskabelsgebruiken.

    • Gebruik van een gecombineerde voedings-/gegevenskabel van een oudere Raymarine

    28 Quantum Radome

  • digitale radarscanner. In dit scenario is de A80308Y-adapter vereist (niet meegeleverd met descanner).

    Afzonderlijke voedings- en gegevenskabelsgebruiken

    Opmerking: De opties voor het leggen vande kabels zoals beschreven en getoond indeze sectie gaan ervan uit dat er en fysiekegegevensverbinding is gebruikt tussen uwradarscanner en het multifunctionele display(MFD). Als de scanner echter via Wi-Fi isverbonden met uw MFD, is geen fysiekeRayNet-verbinding nodig.

    De onderstaande afbeelding laat de bekabeling zienvoor een scanner die is gemonteerd op een plaat,met afzonderlijke kabels voor voeding en gegevens.

    D13455-1

    2

    12 / 24 V

    1

    RayNet

    1. RayNet-gegevensverbinding.2. 12 V / 24 V-voedingsaansluiting.

    Opmerking:• Er wordt een afzonderlijke voedingskabelmeegeleverd met alle Quantum™Radar-modellen.

    • Niet alle Quantum™ Radar-modellen wordengeleverd met een RayNet-kabel. Ga naarhoofdstuk Hoofdstuk 2 Document- enproductinformatie voor meer informatie.

    • Raadpleeg de sectie 11.4 RayNet naarRayNet-kabels en -connectoren voor informatieover geschikte RayNet-kabels.

    Gebruik van een gecombineerde voedings-/gegevenskabel van een oudere Raymarinedigitale radar

    D13457-1

    12 / 24 VRayNet

    A80308

    12

    3

    4

    Opmerking: De Y-adapterkabel is in werkelijkheidwit. Voor de duidelijkheid is het in de bovenstaandetekening in verschillende kleuren afgebeeld.

    1. RayNet-gegevensverbinding. Deze kabel maaktdeel uit van de A80308 Y-adapterkabel.

    2. 12 V / 24 V-voedingsaansluiting. Deze kabelmaakt deel uit van de A80308 Y-adapterkabel.

    3. A80308 Y-adapterkabel (niet meegeleverd metde scanner).

    4. Bestaande gecombineerde digitaleradar-voedings-/gegevenskabel.

    Verbindingen makenVolg de onderstaande stappen om de kabel(s) opuw product aan te sluiten. Als u van plan bent deWi-Fi-functie van de scanner te gebruiken om uwmultifunctionele display aan te sluiten, hoeft u alleeneen voedingskabel aan te sluiten op de scanner.

    Opmerking: Als uw schip al is uitgerust met eengecombineerde voedings-/gegevenskabel voordigitale radar, kunt u een Y-adapter (artikelnummerA80308) gebruiken om het bestaande uiteinde vande kabel aan te sluiten op de connectoren van descanner.

    1. Zorg ervoor dat de voeding van het schip isuitgeschakeld.

    2. Zorg ervoor dat het multifunctionele dat op descanner wordt aangesloten is geïnstalleerdovereenkomstig de installatie-instructies die bijdat apparaat zijn meegeleverd.

    3. Zorg ervoor dat de borgring van devoedingsconnector op de scanner ontgrendeld is.

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet) 29

  • 4. Plaats de voedingskabel en de optionelegegevenskabel in de voet van de scanner,zoals te zien is op de afbeeldingen in dezeparagraaf. De manier waarop u de kabels legthangt ervan af of u de scanner op een plaat ofop een mast bevestigt, en of u een Y-adaptergebruikt om een bestaande gecombineerdevoedings-/gegevenskabel voor digitale radargebruikt.

    5. Draai dat de voedingskabelconnector zo dat hetgleufje op één lijn is met het richtstreepje op deconnector.

    6. Druk de voedingskabelconnector helemaal in deconnector van de scanner.

    7. Draai de borgring met de klok mee totdat hijvergrendeld is (2 keer klikken).

    8. Druk de optionele gegevenskabel helemaal in debijbehorende connector van de scanner.

    9. Als u een Y-adapter gebruikt koppelt u deadapter met de bestaande gecombineerdevoedings-/gegevenskabel voor digitale radar.

    4.4 Voedingsaansluiting

    4

    3 12

    D13405-1

    Opmerking: Er is een Y-adapterkabel(artikelnummer A80308) verkrijgbaar voorbestaande installaties die al gebruik maken vaneen gecombineerde voedings-/gegevenskabel vaneen digitale of HD Color-radome. De Y-adaptersplitst de bestaande gecombineerde kabel in deafzonderlijke gegevens- en voedingsconnectorendie door de scanner worden gebruikt.

    Num-mer Omschrijving

    Wordt aangeslotenop:

    1 Voedingskabel. De voedingsconnectorvan het product.

    2 Rode kabel (plus) Positieve terminal vande voeding.

    3 Aansluiting op 12 V /24 V-voeding.

    Stroomvoorziening.

    4 Zwarte kabel (min) Negatieve terminal vande voeding.

    Waarde inline-zekering en thermischestroomonderbrekerDe volgende classificaties voor inline-zekeringen enthermische stroomonderbrekers zijn van toepassingop uw product:

    Waarde inline-zekeringWaarde thermischestroomonderbreker

    5 A 3 A (wanneer slechts éénapparaat wordt aangesloten)

    Opmerking:• De juiste waarde voor de thermischestroomonderbreker is afhankelijk van hetaantal apparaten dat u aansluit. Wanneer ude te gebruiken waarde niet zeker weet, kuntu contact opnemen met een geautoriseerdeRaymarine-dealer.

    • Er is mogelijk al een inline-zekeringgeplaatst in de voedingskabel van uwproduct, als dat niet het geval is dient ueen inline-zekering/stroomonderbreker aante brengen op de positieve draad van devoedingsaansluiting van uw product.

    Waarschuwing: Aarding is nietvereistDit product is volledig geïsoleerd en er isGEEN afzonderlijke aarding nodig.

    30 Quantum Radome

  • Verlengen voedingskabelHet product wordt geleverd met een voedingskabeldie indien nodig kan worden verlengd.• De voedingskabel voor iedere unit in uw systeemdient te worden gelegd als afzonderlijke 2-draadskabel uit één stuk vanaf de unit naar de accu ofhet distributiepaneel van het schip.

    • Raymarine adviseert een minimale draaddiktevan 14AWG (2,08 mm2) voor alle verlengkabels.

    • Onafhankelijk van de lengte van de verlengkabelvoor de voeding, dient u ervoor te zorgen dat deminimale spanning bij de stroomaansluiting vanhet product 10,8 VDC is bij een volledig lege accuop 11 VDC.

    Belangrijk: Houd er rekening mee dat sommigeproducten in uw systeem (zoals sonarmodules)op bepaalde momenten spanningspieken kunnenveroorzaken die van invloed kunnen zijn opde spanning die beschikbaar is voor andereproducten.

    VoedingsdistributieAanbevelingen en "best practice".• Het product wordt geleverd met eenvoedingskabel. Gebruik alleen de voedingskabeldie met dit product is meegeleverd. Gebruik GEENvoedingskabel die is bedoeld voor of meegeleverdmet een ander product.

    • Raadpleeg het hoofdstuk Voedingsaansluitingvoor meer informatie over hoe u de draden in uwvoedingskabel kunt identificeren en waar u zemoet aansluiten.

    • Zie hieronder voor meer informatie over deimplementatie van de meest voorkomendescenario's voor voedingsdistributie.

    Belangrijk: Bij de planning en het aanleggenvan de kabels dient u rekening te houden metandere producten in uw systeem, waarvan enkele(bijv. sonarmodules) hogere stroompieken kunnenvragen van het elektrische systeem van uw schip.

    Opmerking: De onderstaande informatie isalleen bedoeld als richtlijn om u te helpen uwproduct te beschermen. Het heeft betrekkingop de meest voorkomende voedingsscenario'sop schepen, maar NIET op alle scenario's. Alsu niet zeker weet hoe u de juiste beveiligingkunt aanbrengen, kunt u advies inwinnenbij een geautoriseerde Raymarine-dealer ofeen voldoende gekwalificeerde professionelemaritieme elektricien.

    Implementatie — directe aansluiting op de accu• De voedingskabel die met uw product ismeegeleverd, kan direct worden aangeslotenop de accu van uw schip, via een zekering ofstroomonderbreker met de juiste waarde.

    • De voedingskabel die met uw product ismeegeleverd beschikt mogelijk NIET over eenafzonderlijke aardingsdraad. Als dit het geval is,

    hoeven alleen de rode en de zwarte draden vande voedingskabel te worden aangesloten.

    • Als de meegeleverde voedingskabel NIET isvoorzien van een inline-zekering, MOET u eenzekering of stroomonderbreker met de juistewaarde aanbrengen tussen de rode draad en depositieve pool van de accu.

    • Raadpleeg de waarden voor inline-zekeringen inde documentatie van het product.

    • Als u de voedingskabel voor uw product wiltverlengen, dient u de adviezen over de specialeVerlengkabels voeding uit de productdocumentatiein acht te nemen.

    D13344-1

    A

    B

    A Aansluiten accu scenario A: geschikt voor een schipmet een gemeenschappelijk RF-aardingspunt. Als uwproduct in dit scenario is geleverd met een afzonderlijkeaardingsdraad, dan dient deze te worden verbonden methet gemeenschappelijke aardingspunt van het schip.

    B Aansluiten accu scenario B: geschikt voor een schipzonder een gemeenschappelijk aardingspunt. Als uwproduct in dit geval is geleverd met een afzonderlijkeaardingsdraad, dan dient deze direct te wordenverbonden met de negatieve pool van de accu.

    Implementatie — aansluiting op distributiepaneel

    D13348-1

    • Als alternatief kan de meegeleverde voedingskabelworden verbonden met een geschiktestroomonderbreker of schakelaar op hetdistributiepaneel of voedingsdistributiepunt vanhet schip.

    • Het distributiepunt dient te worden gevoed doorde primaire voedingsbron van het schip door een8 AWG (8,36 mm2) kabel.

    • In het ideale geval dient alle apparatuurte worden verbonden via afzonderlijkethermische stroomonderbrekers of zekeringenmet de juiste waarde en de passendestroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijkis en een stroomonderbreker wordt gedeeld door

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet) 31

  • meerdere apparaten, gebruikt u afzonderlijkeinline-zekeringen voor iedere stroomkring om tezorgen voor de benodigde beveiliging.

    • U dient altijd de aanbevolen waardenvoor stroomonderbrekers/zekeringen in deproductdocumentatie in acht te nemen.

    • Als u de voedingskabel voor uw product wiltverlengen, dient u de adviezen over de specialeVerlengkabels voeding uit de productdocumentatiein acht te nemen.

    Belangrijk: Houdt u er rekening mee dat de juistewaarde voor de thermische stroomonderbrekerafhankelijk is van het aantal apparaten dat uaansluit.

    AardingZorg ervoor dat u de adviezen voor aarding in deproductdocumentatie in acht neemt.

    Meer informatieRaymarine adviseert de 'best practice' in acht tenemen voor alle elektrische installaties op schepen,zoals vermeld in de volgende normen:• BMEA Gedragscode voor elektrische enelektronische installaties op schepen

    • NMEA 0400 Installatienorm• ABYC E-11 AC & DC Elektrische systemen opschepen

    • ABYC A-31 Acculaders en omvormers• ABYC TE-4 Beveiliging tegen onweer

    Waarschuwing: Aarding is nietvereistDit product is volledig geïsoleerd en er isGEEN afzonderlijke aarding nodig.

    4.5 NetwerkverbindingDe scanner moet zijn verbonden met een compatibelRaymarine multifunctioneel display (MFD), óf viaWi-Fi, óf via een fysieke RayNet-kabelverbinding.Nadat hij is aangesloten, kunnen op hetmultifunctionele display radarechogegevens wordenweergegeven.

    Via kabels (RayNet) verbonden multifunctioneeldisplayScanner verbonden met een multifunctioneel displayvia een RayNet-kabel.

    D13408-2

    12 / 24 V

    1

    2

    3

    Nummer Omschrijving1 Quantum™-radome (voor de duidelijkheid wordt

    hier alleen het gedeelte van de aansluitingen aande onderkant van de unit weergegeven).

    2 Aansluitingenpaneel van compatibel Raymarinemultifunctioneel display (voor de duidelijkheidzijn alleen de aansluitingen van de unit hierweergegeven).

    3 RayNet-gegevenskabel.

    Wi-Fi-verbinding multifunctioneel displayScanner verbonden met een multifunctioneel displayvia Wi-Fi.

    1

    2

    3

    12 / 24 V

    D13410-2

    Nummer Omschrijving1 Compatibel Raymarine multifunctioneel display

    met Wi-Fi.2 Quantum™-radome.3 Wi-Fi-datalink.

    32 Quantum Radome

  • Raadpleeg de sectie Hoofdstuk 7 Systeemcontrolesen probleemoplossing en de documentatie vanuw MFD voor meer informatie over het instellenvan de Wi-Fi-verbinding tussen uw MFD en deQuantum™-scanner.

    Configuratie met meerdere multifunctioneledisplaysEr kan een Raymarine-netwerkswitch wordengebruikt om de unit aan te sluiten op meer dan éénmultifunctioneel display.

    3

    54

    2 2

    1

    12 / 24 V

    2

    D13409-2

    Artikel Omschrijving1 Quantum™-radome (voor de duidelijkheid zijn

    alleen de aansluitingen aan de onderkant van deunit hier weergegeven).

    2 RayNet-kabel.3 RayNet-netwerkswitch.4 Aansluitingenpaneel van compatibel Raymarine

    multifunctioneel display (voor de duidelijkheidzijn alleen de aansluitingen van de unit hierweergegeven).

    5 Aansluitingenpaneel van extra compatibelRaymarine multifunctioneel display (voor deduidelijkheid zijn alleen de aansluitingen van deunit hier weergegeven).

    Voor meer informatie over de beschikbarenetwerkhardware en kabels gaat u naar Hoofdstuk11 Reserveonderdelen en accessoires.

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met RayNet) 33

  • 34 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 5: Kabels en aansluitingen (Quantum-model met alleenWi-Fi)

    Inhoudsopgave• 5.1 Algemene kabelleiding op pagina 36• 5.2 Voedingsaansluiting op pagina 37

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met alleenWi-Fi) 35

  • 5.1 Algemene kabelleiding

    Kabeltypen en -lengtesHet is belangrijk kabels te gebruiken van het juistetype en met de juiste lengte.• Tenzij anders aangegeven, dient u alleenstandaardkabels van het correcte type tegebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.

    • Zorg dat eventuele kabels die niet van Raymarinezijn, de juiste kwaliteit en kabeldikte hebben. Hetkan bijvoorbeeld zijn dat voor een langere loopvan de voedingskabel dikkere kabels nodig zijnom eventuele spanningsval in de kabelloop teminimaliseren.

    Leggen van kabelsKabel dienen correct geleid te worden voor optimaleprestaties en een lange levensduur.• Buig de kabels NIET te ver door. Zorg wanneermogelijk voor een minimale buigdiameter van 200mm (8 in)/minimale buigradius van 100 mm (4 in).

    100 mm (4 in)

    200 mm (8 in)

    • Bescherm alle kabels tegen fysieke schade enblootstelling aan hitte. Gebruik waar mogelijkverbindingsstukken of kabelbuizen. Leid kabelsNIET door bilges of deuren, of dicht langsbewegende of hete objecten.

    • Zet kabels vast met tiewraps of afbindkoord. Roleventuele extra kabel op en zet deze elders vast.

    • Gebruik een geschikte waterdichte doorvoerwanneer kabels door een open schot of dekgevoerd worden.

    • Leid kabels NIET vlak langs motoren ofTL-verlichting.

    Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van:• andere apparatuur en kabels,• hoge stroom voerende AC- en DC-voedingskabels,• antennes.

    TrekontlastingZorg voor een goede trekontlasting. Beschermconnectoren tegen trekbelasting en zorg dat dezetijdens extreme omstandigheden niet losgetrokkenkunnen worden.

    StroomkringisolatieVoor installaties die zowel AC- als DC-stroomgebruiken, is een goede stroomkringisolatie vereist.• Gebruik altijd scheidingstransformatoren ofeen aparte voedingsomzetter voor het latenwerken van PC's, processoren, displays enandere gevoelige elektronische instrumenten ofapparaten.

    • Gebruik altijd een scheidingstransformator voorWeather Fax audiokabels.

    • Gebruik altijd een RS232/NMEA-converter metoptische isolatie op de signaallijnen.

    • Zorg altijd dat PC's of andere gevoeligeelektronische apparatuur een daarvoor bestemdvoedingscircuit hebben.

    KabelafschermingZorg dat alle datakabels correct zijn afgeschermden dat de kabelafscherming intact is (d.w.z. nietgeschaafd doordat deze door een nauwe ruimtegetrokken is).

    Ontstoringsferrieten• Raymarine-kabels kunnen zijn voorzien van ofgeleverd zijn met ontstoringsferrieten. Dezezijn belangrijk voor correcte EMC-werking. Alsferrieten los van de kabels zijn meegeleverd(d.w.z. niet voorgemonteerd), dienen de ferrietenovereenkomstig de meegeleverde instructies teworden geplaatst.

    • Als een ferriet om welke reden dan ook dient teworden verwijderd (bijv. installatie of onderhoud),moet hij op zijn oorspronkelijke plaats wordenteruggezet voordat het product wordt gebruikt.

    • Gebruik alleen ferrieten van het juiste type,geleverd door Raymarine of door geautoriseerdedealers.

    • Wanneer er voor een installatie meerdere ferrietenmoeten worden geplaatst op een kabel, danmoeten extra kabelklemmen worden gebruikt omte voorkomen dat de connectoren te zwaar wordenbelast door het extra gewicht van de kabel.

    36 Quantum Radome

  • 5.2 Voedingsaansluiting

    4

    3 12

    D13405-1

    Opmerking: Er is een Y-adapterkabel(artikelnummer A80308) verkrijgbaar voorbestaande installaties die al gebruik maken vaneen gecombineerde voedings-/gegevenskabel vaneen digitale of HD Color-radome. De Y-adaptersplitst de bestaande gecombineerde kabel in deafzonderlijke gegevens- en voedingsconnectorendie door de scanner worden gebruikt.

    Num-mer Omschrijving

    Wordt aangeslotenop:

    1 Voedingskabel. De voedingsconnectorvan het product.

    2 Rode kabel (plus) Positieve terminal vande voeding.

    3 Aansluiting op 12 V /24 V-voeding.

    Stroomvoorziening.

    4 Zwarte kabel (min) Negatieve terminal vande voeding.

    Waarde inline-zekering en thermischestroomonderbrekerDe volgende classificaties voor inline-zekeringen enthermische stroomonderbrekers zijn van toepassingop uw product:

    Waarde inline-zekeringWaarde thermischestroomonderbreker

    5 A 3 A (wanneer slechts éénapparaat wordt aangesloten)

    Opmerking:• De juiste waarde voor de thermischestroomonderbreker is afhankelijk van hetaantal apparaten dat u aansluit. Wanneer ude te gebruiken waarde niet zeker weet, kuntu contact opnemen met een geautoriseerdeRaymarine-dealer.

    • Er is mogelijk al een inline-zekeringgeplaatst in de voedingskabel van uwproduct, als dat niet het geval is dient ueen inline-zekering/stroomonderbreker aante brengen op de positieve draad van devoedingsaansluiting van uw product.

    Waarschuwing: Aarding is nietvereistDit product is volledig geïsoleerd en er isGEEN afzonderlijke aarding nodig.

    Verlengen voedingskabelHet product wordt geleverd met een voedingskabeldie indien nodig kan worden verlengd.• De voedingskabel voor iedere unit in uw systeemdient te worden gelegd als afzonderlijke 2-draadskabel uit één stuk vanaf de unit naar de accu ofhet distributiepaneel van het schip.

    • Raymarine adviseert een minimale draaddiktevan 14AWG (2,08 mm2) voor alle verlengkabels.

    • Onafhankelijk van de lengte van de verlengkabelvoor de voeding, dient u ervoor te zorgen dat deminimale spanning bij de stroomaansluiting vanhet product 10,8 VDC is bij een volledig lege accuop 11 VDC.

    Belangrijk: Houd er rekening mee dat sommigeproducten in uw systeem (zoals sonarmodules)op bepaalde momenten spanningspieken kunnenveroorzaken die van invloed kunnen zijn opde spanning die beschikbaar is voor andereproducten.

    VoedingsdistributieAanbevelingen en "best practice".• Het product wordt geleverd met eenvoedingskabel. Gebruik alleen de voedingskabeldie met dit product is meegeleverd. Gebruik GEENvoedingskabel die is bedoeld voor of meegeleverdmet een ander product.

    • Raadpleeg het hoofdstuk Voedingsaansluitingvoor meer informatie over hoe u de draden in uwvoedingskabel kunt identificeren en waar u zemoet aansluiten.

    • Zie hieronder voor meer informatie over deimplementatie van de meest voorkomendescenario's voor voedingsdistributie.

    Belangrijk: Bij de planning en het aanleggenvan de kabels dient u rekening te houden metandere producten in uw systeem, waarvan enkele(bijv. sonarmodules) hogere stroompieken kunnenvragen van het elektrische systeem van uw schip.

    Opmerking: De onderstaande informatie isalleen bedoeld als richtlijn om u te helpen uwproduct te beschermen. Het heeft betrekkingop de meest voorkomende voedingsscenario'sop schepen, maar NIET op alle scenario's. Alsu niet zeker weet hoe u de juiste beveiligingkunt aanbrengen, kunt u advies inwinnenbij een geautoriseerde Raymarine-dealer ofeen voldoende gekwalificeerde professionelemaritieme elektricien.

    Implementatie — directe aansluiting op de accu• De voedingskabel die met uw product ismeegeleverd, kan direct worden aangeslotenop de accu van uw schip, via een zekering ofstroomonderbreker met de juiste waarde.

    • De voedingskabel die met uw product ismeegeleverd beschikt mogelijk NIET over eenafzonderlijke aardingsdraad. Als dit het geval is,

    Kabels en aansluitingen (Quantum-model met alleenWi-Fi) 37

  • hoeven alleen de rode en de zwarte draden vande voedingskabel te worden aangesloten.

    • Als de meegeleverde voedingskabel NIET isvoorzien van een inline-zekering, MOET u eenzekering of stroomonderbreker met de juistewaarde aanbrengen tussen de rode draad en depositieve pool van de accu.

    • Raadpleeg de waarden voor inline-zekeringen inde documentatie van het product.

    • Als u de voedingskabel voor uw product wiltverlengen, dient u de adviezen over de specialeVerlengkabels voeding uit de productdocumentatiein acht te nemen.

    D13344-1

    A

    B

    A Aansluiten accu scenario A: geschikt voor een schipmet een gemeenschappelijk RF-aardingspunt. Als uwproduct in dit scenario is geleverd met een afzonderlijkeaardingsdraad, dan dient deze te worden verbonden methet gemeenschappelijke aardingspunt van het schip.

    B Aansluiten accu scenario B: geschikt voor een schipzonder een gemeenschappelijk aardingspunt. Als uwproduct in dit geval is geleverd met een afzonderlijkeaardingsdraad, dan dient deze direct te wordenverbonden met de negatieve pool van de accu.

    Implementatie — aansluiting op distributiepaneel

    D13348-1

    • Als alternatief kan de meegeleverde voedingskabelworden verbonden met een geschiktestroomonderbreker of schakelaar op hetdistributiepaneel of voedingsdistributiepunt vanhet schip.

    • Het distributiepunt dient te worden gevoed doorde primaire voedingsbron van het schip door een8 AWG (8,36 mm2) kabel.

    • In het ideale geval dient alle apparatuurte worden verbonden via afzonderlijkethermische stroomonderbrekers of zekeringenmet de juiste waarde en de passendestroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijk

    is en een stroomonderbreker wordt gedeeld doormeerdere apparaten, gebruikt u afzonderlijkeinline-zekeringen voor iedere stroomkring om tezorgen voor de benodigde beveiliging.

    • U dient altijd de aanbevolen waardenvoor stroomonderbrekers/zekeringen in deproductdocumentatie in acht te nemen.

    • Als u de voedingskabel voor uw product wiltverlengen, dient u de adviezen over de specialeVerlengkabels voeding uit de productdocumentatiein acht te nemen.

    Belangrijk: Houdt u er rekening mee dat de juistewaarde voor de thermische stroomonderbrekerafhankelijk is van het aantal apparaten dat uaansluit.

    AardingZorg ervoor dat u de adviezen voor aarding in deproductdocumentatie in acht neemt.

    Meer informatieRaymarine adviseert de 'best practice' in acht tenemen voor alle elektrische installaties op schepen,zoals vermeld in de volgende normen:• BMEA Gedragscode voor elektrische enelektronische installaties op schepen

    • NMEA 0400 Installatienorm• ABYC E-11 AC & DC Elektrische systemen opschepen

    • ABYC A-31 Acculaders en omvormers• ABYC TE-4 Beveiliging tegen onweer

    Waarschuwing: Aarding is nietvereistDit product is volledig geïsoleerd en er isGEEN afzonderlijke aarding nodig.

    38 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 6: Montage

    Inhoudsopgave• 6.1 De scanner monteren op pagina 40• 6.2 Bescherming van de radarscanner — zeilschepen op pagina 41

    Montage 39

  • 6.1 De scanner monterenGebruik een locatie voor montage die:• Sterk genoeg is om Quantum™-scanner teondersteunen op zee.

    • Voldoet aan de vereisten die zijn beschrevenonder Positie van de scanner

    Daarna:1. Plak de mal met plakband op de montageplaat,

    zorg er daarbij voor dat de pijl op de mal in derichting van de voorzijde van het schip wijst.

    D13402-1

    2. Boor geleidegaten van 3 mm op de vier plaatsendie zijn aangegeven op de mal.

    3. Boor de gaten uit tot een diameter van 10 mm.4. Zet de Quantum™-scanner op zijn plek. Als u hem

    op een planerend schip plaatst, vul de achterkantvan de scanner dan op zodat de straal naar voreniets naar beneden wijst wanneer het schip stil ligt,om te compenseren voor het omhoog komen vanhet voorsteven bij kruissnelheid

    D13403-2

    1

    2

    Nummer Omschrijving1 Montageplaat, niet-planerend schip (waterpas)2 Montageplaat, planerend schip (typische

    planeerhoek weergegeven)

    5. Voordat u de scanner vastzet op de montageplaatdient u de voedingskabel (en optioneel degegevenskabel) aan te sluiten, waarbij u ervoorzorgt dat ze op de correcte manier zijn gelegd.Zie sectie 4.3 Overzicht aansluitingen voor meer

    informatie over het maken van verbindingen enhet leggen van kabels.

    6. Zorg ervoor dat de boutenminimaal 16 mm (0,63in.) en maximaal 22 mm (0,87 in.) in de voet vande scanner zitten (met ruimte voor ringen), zetde scanner vast met de meegeleverde 4 bouten,onderlegringen en borgringen. Gebruik wanneernodig geschikte opvullingen of extra ringen omhet gedeelte van de bouten dat in de voet van descanner zit te beperken.

    D13404-1

    7. Draai de bouten vast met een moment van15 Nm (133 lbf/inch).

    8. Bevestig een veiligheidskoord (niet meegeleverd)aan uw schip en bevestig het andere uiteindeaan de scanner op het bevestigingspunt zoals tezien is op de volgende afbeelding:

    1

    D13413-2

    Nummer Omschrijving1 Bevestigingspunt veiligheidskoord.

    Opmerking: Als u de radarscanner op eenzeilschip bevestigt, kan het nodig zijn deradarscanner extra te beschermen. Raadpleeg 6.2Bescherming van de radarscanner — zeilschepen.

    40 Quantum Radome

  • Meerdere Quantum radarscannersEr mag op ieder gegeven moment niet meer dan 1(één) Quantum™-radarscanner worden gebruikt opeen via een netwerk verbonden systeem.Als er meer dan één Quantum™ radarscanner isgeïnstalleerd op uw schip en u wilt deze tegelijkertijdgebruiken, mogen de multifunctionele displayswaarmee de scanners verbonden NIET via eennetwerk met elkaar zijn verbonden. Dit geldt zowelvoor Quantum™-scanners die met een kabel zijnverbonden als voor draadloze scanners.

    Meerdere radarscanners — vereisten voorplaatsingBelangrijke overwegingen met betrekking totde plaats voor het installeren van meerdereradarscanners op hetzelfde schip.• Scanners dienen boven elkaar te wordengemonteerd, met een verticale afstand van tenminste 0,5 m (1,6 ft). Dit is van toepassing op alleplaatsen voor installatie op het schip.

    • Meerdere scanners moeten zo wordengemonteerd dat de interferentie tussen deverticale stralen van de 2 scanners wordtgeminimaliseerd.

    • U zou in ieder geval moeten proberen een zogroot mogelijke fysieke afstand aan te houden, ommogelijke interferentie te minimaliseren.

    6.2 Bescherming van de radarscanner— zeilschepenEr zijn extra punten waar u rekening mee moethouden wanneer u de radarscanner op een zeilschipinstalleert.• Wanneer u de radarscanner op een mastmonteert, dient u te controleren of de unit nietwordt gehinderd door de zeilen, met name tijdenshet kruisen.

    • Afhankelijk van het type zeilschop en de indelingvan de zeilen, dient een bescherming voorde radarscanner op de mast te bevestigenals de zeilen of het tuig de radarscanner ofde montagebeugel raken. Zonder een goedebescherming, kunnen de radarmontagebeugel ende radar zelf ernstige beschadigingen oplopen.In extreme gevallen kan dit er toe leiden dat deradarscanner van de mast af wordt getrokken.Daarom wordt geadviseerd een extra beschermingvoor de radarscanner te monteren, apart van demontagebeugel.

    • Om te voorkomen dat de radarscanner naarbeneden valt nadat hij beschadigd is, MOEThet veiligheidskoord dat met de mastbeugelis meegeleverd goed worden vastgezet op demast en op de radarscanner, overeenkomstigde met de beugel meegeleverde instructies. Alser geen veiligheidskoord is meegeleverd met demontagebeugel, kunt u contact opnemen metuw plaatselijke dealer voor de juiste onderdelen.Bevestig GEEN andere apparaten op deradarscanner of de beugel.

    • Raymarine adviseert u jaarlijks te controleren ofde beugelmontagevoet, de veiligheidskoorden,de bescherming van de radarscanner en deradarscanner zelf in orde zijn en goed vastzitten(of vaker, afhankelijk van de omgevingsfactoren).Bevestigingsmaterialen dienen te wordenvervangen.

    De volgende afbeeldingen laten een voorbeeldzien van een installatie met een radarscannergemonteerd op een gebruikelijke montagebeugel,een op de mast bevestigde bescherming voor deradar (aparat van de radarmontagebeugel) enveiligheidskoorden:

    Montage 41

  • D13412-1

    1

    12

    1. Voorbeeld van een gebruikelijk veiligheidskoord.2. Voorbeeld van een gebruikelijke bescherming

    voor de radarscanner, apart van deradarmontagebeugel op de mast bevestigd.

    Opmerking: De op de bovenstaandeafbeelding getoonde bescherming is slechtseen voorbeeld. De exacte vorm en plaatsingvan de radarbescherming is volledig afhankelijkvan uw type schip, de indeling van de zeilen ende omgeving. Voor sommige schepen kan debescherming bijvoorbeeld het beste boven deradarscanner worden geplaatst, voor andereschepen eronder. Raymarine levert geenradarbeschermingen, maar aanbevolen wordteen bescherming te kiezen die direct op de mastwordt bevestigd en die volledig los staat van deradarmontagebeugel. Het kan nodig zijn eenspeciale radarbescherming op maat te latenmaken voor uw specifieke schip en omgeving.Neemt u alstublieft contact op met uw plaatselijkedealer voor advies.

    42 Quantum Radome

  • Hoofdstuk 7: Systeemcontroles en probleemoplossing

    Inhoudsopgave• 7.1 Procedures na installatie op pagina 44• 7.2 Probleemoplossing op pagina 46

    Systeemcontroles en probleemoplossing 43

  • 7.1 Procedures na installatieVoordat u het product in gebruik neemt, dient u hetvolgende te doen:• Mechanische controles.• Inschakelen en eerste instellingen.

    Mechanische controlesVoordat u het product inschakelt:• Zorg ervoor dat:– Alle bevestigingsbouten volledig zijnvastgedraaid en de correcte borgringen zijngeplaatst.

    – Alle verbinding goed vastzitten.– Alle verbindingskabels goed zijn bevestigd enwanneer nodig beveiligd.

    • Vraag uw plaatselijke geautoriseerdeRaymarine-installateur om de installatie tecontroleren.

    De radarscanner aansluiten via RayNetNadat u alle relevante voedings- engegevensverbindingen hebt gemaakt zoalsbeschreven in de paragraaf Kabels en aansluitingen,kunt u de Radar-toepassing op een compatibeldisplay gebruiken om eerste tests uit te voeren.Voor gedetailleerde instructies over hoe u de eerstetests kunt uitvoeren, raadpleegt u het hoofdstukRadar-toepassing in de gebruiksaanwijzing van uwdisplay.

    Opmerking: Als u een radarscanner hebt metalleen Wi-Fi, raadpleegt u de paragraaf EenQuantum radar koppelen met Wi-Fi voor informatieover het verbinden van een MFD via Wi-Fi.

    Een Quantum radar inschakelenDoe het volgende wanneer de radarscanner isuitgeschakeld en aangesloten op een compatibelmultifunctioneel display (MFD):1. Start de Radar-toepassing op het MFD.

    Er wordt een bericht weergegeven om aan tegeven dat een radarscanner is uitgeschakeld of"niet verbonden".

    2. Selecteer Aan in het bericht op het scherm.De radar start op in standbymodus.

    3. Nadat de radar is ingeschakeld, selecteert u Txom het zenden van de radar te starten.

    Radarecho's worden nu weergegeven op hetscherm.

    Een Quantum radar koppelen met Wi-FiAls uw radarscanner een Wi-Fi-verbindingondersteunt, kunt u verbinding maken met eenLightHouseTM-MFD die ook Wi-Fi ondersteunt.Tijdens het koppelen, worden de Wi-Fi-gegevensvan alle MFD's waarvan Wi-Fi is ingeschakeld naarde Quantum radar verzonden. De volgende keer

    dat de Quantum radar wordt uit- en ingeschakeld,maakt hij automatisch verbinding met het MFD methet sterkste signaal.

    Opmerking:1. Tijdens de eerste keer dat u de instellingen

    configureert, hebt u 10 minuten om de radarmet uw MFD te verbinden. Als er binnen dietijd geen verbinding wordt gemaakt, schakeltde radar automatisch over naar slaapmodus.Als dat gebeurt schakelt u de radar uit en weerin om hem uit de slaapmodus te halen enverbinding te maken.

    2. Via een netwerk verbonden MFD's waarvanWi-Fi pas wordt ingeschakeld na de eerstekoppelperiode, sturen Wi-Fi-gegevens naar deradar wanneer hun Wi-Fi wordt ingeschakeld.

    1. Schakel de voeding van uw MFD('s) in.2. Zet het MFD aan en schakel de Wi-Fi-verbinding

    in met de MFD's die het sterkste signaal hebben,zoals u hebt vastgesteld tijdens het onderzoekvan de locatie voorafgaande aan de installatie.Normaal gesproken zijn dit de MFD's die hetdichtst in de buurt zijn van en/of met de meestoptimale zichtlijn naar de radar).

    3. Schakel de voeding van uw radarscanner in.4. Selecteer Quantum radar in het menu Externe

    apparaten op het MFD: (Home-venster >Instellingen > Systeeminstellingen > Externeapparaten > Quantum radar).

    5. Selecteer Koppelen Quantum radar.6. Wanneer daarom wordt gevraagd, selecteert u

    OK om de Wi-Fi-verbinding van uw MFD in teschakelen.

    7. Voer de SSID van de radar in (bijv.Quantum_1234567) in het veld SSID enhet wachtwoord (bijv. 901589f5) in het het veldWachtwoord.Raadpleeg de sectie Bewaar uwWi-Fi-wachtwoord voor informatie overhet opzoeken van uw SSID en wachtwoord.

    44 Quantum Radome

  • Belangrijk:• Zorg ervoor dat de SSID en het wachtwoordexact worden ingevoerd zoals vermeld staat ophet etiket met het serienummer dat met de radaris meegeleverd.

    • De SSID bestaat altijd uit het woord "Quantum",gevolgd door een onderstrepingsteken "_",gevolgd door het 7-cijferige serienummer, (bijv.Quantum_1234567).

    8. Selecteer Verbinding maken.

    De eerste keer dat verbinding wordt gemaakt kantot 2 minuten duren.

    9. Selecteer OK in de pop-up Verbinding geslaagd.10.Open een Radar-toepassingspagina.

    11. Controleer of de radar die vermeld staat op depop-up voeding/zenden de radar is waarmee uzojuist hebt gekoppeld.

    12.Als de correcte radar is vermeld, selecteert u Tx(zenden).

    13.Als de vermelde radar niet de radarscanner iswaarmee u zojuist hebt gekoppeld, selecteert ude correcte radar in het menu: Menu > Radarselecteren: en selecteert u