Input oproep Nationale Onderwijsdialoog 2032

14
Een bijdrage van INSPIREZZO en HIEMSTRA & DE VRIES Input oproep Nationale Onderwijsdialoog #2032

Transcript of Input oproep Nationale Onderwijsdialoog 2032

Een bijdrage van INSPIREZZO en HIEMSTRA & DE VRIES

Input oproep Nationale Onderwijsdialoog #2032

Beste Sander,

Maandag 17 november, NPO 1, De Wereld Draait Door. Je doet een oproep. Wat ons betreft een zeer aansprekende en gedurfde oproep. Iedereen die zin, tijd en/of energie heeft om mee te denken over de toekomst van het onderwijs kan dit doen. Niet meer en niet minder. Je oordeelt niet, perkt niet in en laat het gebeuren. Vanuit de ambitie om samen te werken aan beter, toekomstbestendig onderwijs.

De reacties zijn overweldigend en divers. Van zeer kritisch “Staat twitterend Nederland straks aan de basis van het nieuwe curriculum?” tot lovend “Mooie en brede discussie over het onderwijs van de toekomst”. Wij voegen ons bij de laatste categorie. Het is een oproep die alles heeft waar wij in geloven. Hij past in het tijdsgewricht; bij een overheid die meer ruimte laat voor initiatieven uit de samenleving en een faciliterende en stimulerende rol inneemt. Leerkrachten oproepen om vooral te doen wat zij nuttig achten en andere dingen te laten. Geen aandacht voor het systeem, maar voor de bedoeling. Dat is de basis van (bouwen aan) beter onderwijs.

Je snapt het al. Wij hebben zin, tijd en energie om met je mee te denken en te doen. En we maken met deze bijdrage een begin. Om te komen tot goed onderwijs voor ieder kind, nu en in #2032.

Met vriendelijke groet,

Anna, Ferd, Joscha, Pol en Ton

Onze bijdrage

Je hart volgen en daarbij je hersens gebruiken

In onze bijdrage combineren we:

• onze betrokkenheid bij het onderwijs en de betekenis die dit heeft voor kinderen

• het werk van anderen dat ons inspireert

• onze expertise van veranderen en ‘onderwijs van onderop’

Hoe eenduidiger de inbreng, hoe scherper de ontwikkelingsrichting

Wij hopen dat onze bijdrage lijkt op die van anderen. Want delen is vermenigvuldigen. En delen maakt het initiatief krachtiger en de richting scherper.

Wij kijken we naar de inhoud (een curriculum voor de toekomst), naar de vorm (excellente leeromgeving op maat) en naar de manier waarop de verandering gerealiseerd kan worden (succesvol veranderen).

Curriculum voor de toekomst

Hoe willen we leven en werken in 2032?

Rutger Bregman stelt in de Correspondent de vraag ‘waarom het onderwijs zich wil aanpassen aan de trends van het moment, in plaats van de toekomst zelf vorm te geven?’. Terechte vraag: niemand weet hoe de samenleving er in 2032 uitziet. Wat we wel kunnen doen is de toekomst van onze samenleving beïnvloeden. Als we weten waar we naar toe willen, dan kunnen we de nieuwe professionals (zij gaan nu naar school) vaardigheden, kennis en inzichten eigen maken die onze toekomstige samenleving nodig heeft.

Mondiale autonome inwoners

Dat betekent ook dat het onderwijs verder gaat dan onze kinderen klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Martha Nussbaum is één van de grote denkers op dit gebied. Zij attendeert ons op de noodzaak van het opleiden van mondiale autonome burgers. Mondiale burgers hebben de skills die nodig zijn voor de arbeidsmarkt maar zijn bovenal adaptief, kritisch en weten welke waarden zij hebben. Het onderwijs heeft hen ondersteund bij het verkrijgen van al deze skills.

Breed kijken naar ontwikkeling

Meer dan cognitieve vaardigheden

Nu krijgen cognitieve vaardigheden veel aandacht. Vanuit ons huidige systeem is dit logisch. We toetsen onze kinderen op deze manier en de scores zijn een belangrijke maatstaf voor de kwaliteit van de school.

In 2032 (maar hopelijk eerder) hechten we net zo veel waarde aan andere vaardigheden. Voorbeelden zijn: fysieke, muzikale, creatieve en hulpverlenende vaardigheden. En om dit écht een kans te geven passen we hier ook onze toetsing op aan. Toetsing ziet er anders uit, we hebben meerdere vormen waarin we de ontwikkeling van jonge mensen zichtbaar maken.

Weten versus kunnen

Wat moeten we weten en wat moeten we kunnen in 2032? Moeten we in een tijd van Google en Big Data weten wat de hoofdstad van Uzbekistan is? Scholen zijn voortdurend de lesstof aan het toetsen op relevantie voor de toekomst. En nemen ruimte om hierover in gesprek te gaan.

Naar een lerende gemeenschap

Van leerplicht naar leerrecht

Alle kinderen vinden het leuk om te leren, te ontdekken en zich te verhouden tot anderen, dat leerrecht hebben ze. Scholen werken vanuit dit recht op leren en niet vanuit de plicht tot leren. Dat betekent dat docenten in hun vak meer aandacht geven aan de rol als mentor of begeleider. Zij zijn vaardig in het positief coachen van hun leerlingen (Marc Lammers en Marcel van Herpen).

Ieder kind zijn eigen leeromgeving

Scholen zijn in de toekomst lerende gemeenschappen. Daarin organiseren de instituties (scholen, jeugdzorg, sport, etc.) zich om de jongere en niet andersom! De kwaliteit van het onderwijs is excellent omdat we gebruik maken van talent en expertise van binnen én buiten. De beste docenten en trainers zijn vooral digitaal beschikbaar. Zo kan ieder die wil colleges volgen aan Harvard University en hockeytraining krijgen van Teun de Nooijer. De docenten en trainers die op school zijn, richten zich op de kinderen en wat nodig is voor hen om te leren. Denk bijvoorbeeld aan: voldoende zelfvertrouwen of een uitdagende doelstelling (ieder kind zijn eigen leeromgeving).

De school gaat nooit uit

We werken toe naar een 24/7 leeromgeving. Tekenen zijn zichtbaar in bijvoorbeeld MOOC of 1001 docenten. Deze continue leeromgeving heeft kenmerken als:

• Gebouwen zijn langer open. Het is een school én een gebouw met een wijk-leer-functie (sport, cultuur, muziek, bibliotheek, theater). Het is een fysieke plek voor leren in de breedste zin van het woord. De school als broedplaats.

• Er zijn minder vaste lesuren. Je volgt onderwijs op maat: en dat wat jij nodig hebt is beschikbaar. Dat kan klassikaal zijn, maar ook individueel. In navolging van 1001 docenten kan je kiezen uit verschillende (online) professionals die jou helpen iets te begrijpen of te beheersen in een stijl die bij jou aansluit.

• De ruimtes zijn ingericht op verschillende leerstijlen en didactische methoden. Dat betekent diversiteit in ruimtes die antwoord geven op de behoeften van docenten en leraren. Bijvoorbeeld een ruimte waar je in groepen kunt werken, ruimtes waar je individueel geconcentreerd kunt werken en ruimtes waar ontmoeting centraal staat (lounge achtig).

Naar een continue leeromgeving

Een goed begin is het halve werk

Deze nationale onderwijsdialoog levert prachtige inzichten op. Het optimaal gebruiken van deze inzichten slaagt als we de verleiding weerstaan om alle input om te zetten in papier, adviezen en rapporten. Ons advies:

• Geef ruimte aan de uitvoering, zij kunnen invulling geven aan de gewenste richting en verandering. Zeker als we hen niet afleiden met nieuwe Kamervragen, onderzoeken en regels maar in gesprek zijn en blijven over de beweging.

• Zoek niet naar eenduidigheid maar geef de ontstane energie richting door de inzendingen te bundelen tot een aantal leidende inzichten. Laat deze leidende inzichten gelden als inspiratie voor verbetering vanuit de scholen zelf: onderwijs van onderop.

• Stel niet de oplossing (bijvoorbeeld een multifunctioneel schoolgebouw) maar het achterliggende doel centraal. Laat in de uitvoering de concrete oplossingen ontstaan.

Organisatie van de verandering

Van papier naar gesprek

Als de Kamer behoefte heeft aan toelichting en meer inzicht, nodig inzenders uit om hun ideeën toe te lichten en geef zelf aan wat je aanspreekt, wat je stimuleert en wat je gaat doen. In gesprek en niet op papier. Zo krijgt de sector richting en ruimte om het zelf te doen. Daag scholen uit om hun bevindingen en ontdekkingen wereldkundig te maken. Zowel de succeservaringen als de ‘mislukte pogingen’.

Organisatie van de verandering

1. Daarom verandering! – Zorg dat helder is waarom het onderwijs beter moet.

2. Het geheel aan scenes maakt een goede film – We beginnen niet opnieuw, maak helder wat er is geleerd van het verleden en welke richting dat geeft voor de toekomst (= opbrengst deze dialoog).

3. Een consequent geheel – Zorg dat de interventies (gedrag, kaders, budgetten, etc.) en taal die wordt gebruikt in deze verandering passen bij de beoogde ontwikkeling .

4. Aanpak & potentie - Toets of de aanpak past bij de veranderpotentie van het onderwijs. Dus klopt de aanpak (omvang, duur en doorlooptijd) met de beoogde verandering en aan te wenden inzet?

5. Balans – Zorg voor evenwicht tussen wat de verandering vraagt van en biedt aan betrokkenen. Hoe is de verhouding tussen prestatie en plezier?

Vijf succesfactoren voor het realiseren van verandering

Succesvol veranderen

Daarom verandering

Focus op de vraag ‘waarom willen we het onderwijs beter’ als toelichting op wat anders moet. Het gaat om het schetsen van nieuwe perspectieven, inspiratie over waar het naar toe moet.

Het geheel aan scenes maakt een goede film

Leer van eerdere ervaringen over veranderingen in het onderwijs. Welke aanpak heeft eerder goed gewerkt? Welke niet? Voorkom bijvoorbeeld dezelfde moeilijkheden als bij de drie decentralisaties in het sociaal domein door niet het systeem op de voorgrond te stellen maar de ontwikkeling zelf. Op de achtergrond passen we met elkaar (waar nodig) het systeem geleidelijk aan op de nieuwe ontstane werkelijkheid in scholen. Het systeem volgt voortdurend de ontwikkeling.

Een consequent geheel

Organiseer en faciliteer nog meer dan nu de kennisuitwisseling. Er zijn al veel goede ervaringen met vernieuwingen. Zorg dat ze niet geïsoleerd blijven. Zet in op slimmer worden in ‘verbeteren’ en in ‘leren van elkaar?’ Maak opgedane kennis eenvoudiger toegankelijk voor scholen in de wetenschap dat iedere school een eigen dynamiek heeft en eigen varianten maakt .

Balans Er zijn zo veel goede en veelbelovende voorbeelden. Ons advies: stimuleer die, in plaats van ze mee te nemen in een grootschalige ‘iedereen aangaande’ verandering. Want werken vanuit diskwalificatie leidt nooit tot verbetering. Te veel energie gaat verloren met elkaar de maat nemen en het mobiliseren van tegenkracht. We hebben juist een land van 'opportunities' nodig. Binnen (ruime) kaders nodigen we uit om te experimenteren om het onderwijs van goed, naar beter, naar excellent te ontwikkelen.

Aanpak & potentie Aanvullend, laat de ambitie aansluiten bij de veranderkracht van de verschillende scholen, professionals en besturen. Iedereen heeft zijn eigen vertrekpunt en verandertempo. Sluit aan bij de energie die er is in de scholen zelf. Zo kan iedereen op zijn eigen niveau bijdragen aan de ontwikkeling die nodig is.

Tot zover. We hebben met veel plezier gewerkt aan deze input voor de nationale onderwijsdialoog. Natuurlijk zijn we benieuwd naar het vervolg.

We sluiten af waar we mee begonnen: we denken en doen graag met je mee en kunnen natuurlijk onze bijdrage aan je toelichten. Mocht je dus mensen zoeken die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen, laat het dan weten. Zonder tegenbericht gaan we door met het helpen van mensen in het onderwijs die het voortouw willen nemen of dit nu al doen.

Wij hebben ons de afgelopen jaren ingezet voor veranderbewegingen zoals Leraren met Lef en Directeuren met Durf. Het geeft ons veel energie om met zo veel scholen, ieder vanuit een eigen toekomstvisie maar binnen de invalshoeken van dit advies, te bouwen aan een mooie toekomst van het onderwijs.

Hartelijke groeten,

Anna, Ferd, Joscha, Pol en Ton

Tot slot