Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

22
DE ONTVEDERDE VOGEL Katrina van Grouw

description

De ontvederde vogel - Katrina van Grouw 9789052109398 Met 385 spectaculaire tekeningen is De ontvederde vogel veruit het rijkst geïllustreerde boek over de anatomie van vogels dat ooit verschenen is. De vogels zijn niet alleen ontvederd, maar vaak zelfs letterlijk tot op het bot uitgekleed. De vogelskeletten worden afgebeeld in de natuurlijke houding van de soort: een scharrelend hoentje, een zwemmende pinguïn en een havik plukkend aan zijn prooi. De ondersteunende teksten zijn verhelderend en zeer onderhoudend. Met humor legt de auteur uit wat de relatie is tussen de bouw van een vogel, zijn levensstijl en de evolutie die hij doorgemaakt heeft. De ontvederde vogel is een must voor iedereen die houdt van vogels, van tekenkunst of beide.

Transcript of Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Page 1: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

DE

ON

TV

ED

ER

DE

VO

GE

LK

atrina van Grouw

ISBN 978-90-5210-939-8

www.tirion.nl

In samenwerking met

Wat gaat er schuil onder het vederdek van

een vogel? Alle vogelsoorten stammen af

van dezelfde voorouder, maar dat betekent niet

dat ze allemaal structureel hetzelfde zijn. Met 385

tekeningen van 200 soorten is De Ontvederde Vogel

een rijk geïllustreerd boek over vogelanatomie,

dat een verfrissend origineel inzicht biedt in wat

er schuil gaat onder het gevederde oppervlak.

De vogels worden afgebeeld in levensechte hou-

dingen, terwijl ze zich bezighouden met gedrag

dat typerend is voor de soort: een onderwater-

afbeelding van het skelet van een jagende duiker,

het spierstelsel van een zwemmende pinguïn en

een ontvederde sperwer die zijn prooi plukt.

Waarom zijn pinguïns groter dan alken? En wat

is het verschil tussen vleugelklauwen en vleu-

gelsporen? Door de relatie te leggen tussen de

anatomie van vogels en hun levensstijl en evolutie,

worden deze en vele andere vragen op simpele en

heldere wijze beantwoordt.

De Ontvederde Vogel is een mijlpaal in de populaire

vogelliteratuur en een must voor iedereen die van

vogels of vogelkunst houdt!

Katrina van Grouw is een voormalig conservator

van de ornithologische collectie van het londense

national History Museum, een preparateur en een

ervaren vogelringer en een succesvol beeldend

kunstenaar die afgestudeerd is aan het Royal Col-

lege of Art.

Zij is de auteur van Birds, een historisch overzicht

van vogelkunst, dat is gepubliceerd onder haar

meisjesnaam Katrina Cook. de totstandkoming

van De Ontvederde Vogel is de vervulling van een

levenslange ambitie.

DEONTVEDERDE VOGEL

Katrina van Grouw

van Grouwtest-PPB-NL-II.indd 1 22-01-14 14:42

Page 2: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

de ontvederde vogel

van Grouwtest1-NL.indd 1 21-01-14 14:04

Page 3: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

de ontvederde vogelKatrina van grouw

Tirion naTuur

van Grouwtest1-NL.indd 2 21-01-14 14:04

Page 4: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

de ontvederde vogelKatrina van grouw

Tirion naTuur

Grote AlbAtros

Diomedea exulansSkelet.

van Grouwtest1-NL.indd 3 21-01-14 14:04

Page 5: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

dit boek is gepubliceerd doortirion UitgeversPostbus 13288

3507 lg Utrechtwww.tirion.nl

© 2013 tekst en illustraties: Katrina van grouw

vertaling en productie nederlandse editie: ger Meestersredactie: Hein van grouw

ISBn 978 90 5210 939 8 nUr 435

voor het eerst gepubliceerd in de verenigde Staten in 2013 door Princeton University Press, 41 William Street, Princeton, new Jersey 08540

oorspronkelijke titel: The Unfeathered Bird

© 2013 Princeton University Press, new Jersey© 2014 voor de nederlandse taal: tirion Uitgevers, Utrecht

niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

van de uitgever.

no part of this book may be reproduced in any form by print, photocopy, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher.

Kleine smArAGdbreedbeK

Calyptomena viridisSchedel.

van Grouwtest1-NL.indd 4 21-01-14 14:04

Page 6: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

viii Dankwoord

x Over de namen

xii Inleiding

Deel een: generiek

2 De romp 8 De kop en hals 14 De poten 19 De vleugels en staart

Deel twee: specifiek

30 I Accipitres 32 Gieren 35 Roofvogels 44 Uilen

52 II Picae 54 Papegaaien 58 Toerako’s en andere 62 IJsvogels 65 Neushoornvogels en aanverwanten 70 Toekans en baardvogels 74 Spechten 80 Kolibries

84 III Anseres 86 Eendachtigen / Gedomesticeerde

eendachtigen 104 Pinguïns 114 Duikers 119 Futen 124 Albatrossen, stormvogels en stormvogeltjes 132 Keerkringvogels en fregatvogels

136 Pelikanen 139 Genten 144 Aalscholvers en slangenhalsvogels 150 Meeuwen, sterns, schaarbekken en jagers 154 Alken

162 IV Grallae 164 Flamingo’s 167 Reigers 173 Schoenbekooievaar 174 Ooievaars, ibissen en lepelaars 181 Kraanvogels 185 Rallen 190 Kagoe 192 Steltlopers

202 V Gallinae 205 Hoenders / Gedomesticeerd pluimvee 220 Hoenderkoeten 223 Hoatzin 226 Struisvogel, kiwi’s en andere loopvogels 237 Tinamoes 239 Trappen 242 Zandhoenders 244 Dodo en Rodriguessolitaire

248 VI Passeres 250 Duiven / Gedomesticeerde duiven 258 Nachtzwaluwen 263 Gierzwaluwen 266 Zangvogels

284 Register

fff

~ Inhoud ~

van Grouwtest1-NL.indd 7 21-01-14 14:04

Page 7: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

viii

~ Dankwoord ~

dit boek begon 25 jaar geleden. opgedeeld bestaan die jaren ruwweg uit: vijf jaar onschuldig onderzoek, niet wetende waar dit toe zou leiden; één moment van inspiratie; vijftien jaar hopen iemand anders er-

van te overtuigen dat het een goed idee is, en nog enkele jaren van héél hard werken.Uitgevers zijn als bussen – eerst komt er in eeuwigheden niet één en vervolgens komen er twee snel

na elkaar. Zo ging het ook in dit geval. dus gaat mijn dank als eerste uit naar Ian langford van langford Press, omdat hij de eerste uitgever was die geloofde in De ontvederde vogel, hoewel deze relatie het uiteindelijk niet werd. en natuurlijk mijn hartelijke dank aan robert Kirk van Princeton University Press, omdat hij de tweede was. de dag van onze toevallige ontmoeting was voor mij inderdaad een gezegende dag. Het zou hier onpraktisch zijn om iedereen bij Princeton die me heeft geholpen en gesteund te bedanken, maar redacteur Jennifer Backer, ontwerper lorraine Betz doneker en productiebegeleider Mark Bellis verdienen een speci-ale vermelding.

In dit stadium moet ik de lezers ervan verzekeren dat er tijdens het maken van dit boek geen enkele vogel schade werd berokkend. Ik vertrouwde geheel op de welwillendheid van vogels om op natuurlijke wijze te sterven op plaatsen waar ze konden worden gevonden en op de welwillendheid van een groot aantal mensen die ze voor mij wilden oprapen, en ook op mensen die mijn onsmakelijke activiteiten tolereerden.

Kenneth James Ferguson, mijn eerste langetermijnpartner, zat opgescheept met stinkende dampen en een flat vol zeevogels, en ik vrees dat hij nooit is hersteld van het incident met de zwaan op de huiskamer-vloer. dave Butterfield maakte het de missie van zijn leven om elke vogel die in de Schotse Hooglanden stierf te verzamelen – en hij verborg ze allemaal in de vrieskist, gelabeld als taarten die van de buren waren. Brian etheridge van de rSPB Highland region schonk me de vogels die dave Butterfield had gemist. Mark dugda-le toonde zijn inzet door tot aan zijn middel in een stinkend Afrikaans moeras te waden om me een rottende pelikaan te leveren. en david norman en Ian Wallis deden al het papierwerk, zodat ik hem legaal kon impor-teren in het verenigd Koninkrijk. Andere vogels die dood werden aangetroffen, werden aan me doorgegeven door david Bolton, Keith grant, Peter Potts, Jill Ford en Sue rowe. van de aardige lucy garrett kreeg ik een al lang dode keerkringvogel als een souvenir van een aantal verafgelegen eilanden in de Indische oceaan. en Adrian Skerrett probeerde dapper een dode fregatvogel voor me te vinden op de Seychellen.

norman McCanch, wijlen de grote don Sharp, Barry Williams, James dickinson en met name Bas Perdijk – allen professionele preparateurs – gaven veel exemplaren aan mij door uit hun eigen ingevroren voorraad. Bas heeft me op talloze andere manieren geholpen, met het verstrekken van hulpmiddelen en ma-terialen, en leende me, samen met Johan Bink, een krat vogelschedels. Ik leende ook schedels van richard Smith, John gale en george Beccaloni. Barry’s zoon, luke Williams, stelde vrijwillig zijn keverkolonies ter beschikking om de kleinste vogelsoorten schoon te maken. en natuurlijk is er de nieuw-Zeelandse prepara-teur noel Hyde, die toevallig een verse kiwi had op het moment dat ik er een nodig had.

dan zijn er de vogelhouders, duivenmelkers, pluimveehouders en andere hoeders van inheemse en exo-tische vogels: Hans Bulte, Craig Stanbury, taco Westerhuis, Colin ronald, Kees verkolf, theo Jeukens, Hans ringnalda en Campbell Murn van de Hawk Conservancy trust. Al dawes en david Waters van de great Bustard group ruilden een druipende zak vol rottende trappensoep voor een prachtig schoongemaakt en weer in elkaar gezet skelet voor hun educatieve tentoonstelling; mijn man ik en werden ondertussen be-handeld alsof het de koninklijke familie was die op bezoek kwam. en ik kan Scott dyason niet vergeten, de struisvogelboer die geen spier vertrok toen ik hem om reservelichaamsdelen vroeg. Ik mag natuurlijk mijn moeder niet vergeten, die al die jaren veel van deze vogels in haar vrieskist heeft bewaard en ze zelfs onder-bracht bij de buren toen haar eigen vrieskist kapotging. Mam paste ook op mijn hond Feather tijdens mijn ontelbare museumbezoeken.

Ik kreeg ook veel hulp in een meer gebruikelijke vorm. Martin Spink en Jonathan eames, de eigenaren

van Grouwtest1-NL.indd 8 21-01-14 14:04

Page 8: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

van twee van mijn tekeningen, waren zo vriendelijk om ze uit hun lijsten te halen, zodat ze konden worden gescand. david Miller – onderwaterschilder – gaf mij meer onderwaterfoto’s van alken dan ik me kon voor-stellen. en elke keer dat mijn stapel tekeningen zijn opbergdoos ontgroeide, stuurde lisa, de vrouw van da-vid, me meer dozen per aangetekende post. dank ook aan Sophie Wilcox, de bibliothecaris van het edward grey Institute in oxford, en Alison Harding in tring. en een hele reeks collega’s en vrienden die me tot aan de streep hebben aangemoedigd.

Al mijn tekeningen zijn gemaakt naar werkelijke exemplaren. Foto’s heb ik soms gebruikt als extra refe-rentie, maar nooit in de plaats van de echte vogel. Waar mogelijk tekende ik naar skeletten die thuis speciaal voor het boek waren geprepareerd. op die manier kon ik zeker weten dat er geen botten ontbraken en dat de vogel de juiste houding kreeg. Maar het was onvermijdelijk dat ik soms niet anders kon dan museum-exemplaren gebruiken. Speciale dank gaat dan ook uit naar Malgosia nowak-Kemp en Matt lowe die me toestemming gaven om de wetenschappelijke collecties van de universiteitsmusea van respectievelijk oxford en Cambridge herhaaldelijk te bezoeken en me daar zo welkom deden voelen; georges lenglet in Brussel, Christine lefèvre in Parijs en Jo Cooper en mijn echtgenoot Hein bij de ornithologische collecties van het natural History Museum in tring en in zijn voorgaande baan als collectiebeheerder van vogels en zoogdie-ren in leiden.

dank ook aan david Willard van het Field Museum in Chicago voor het uitlenen en verzenden van ver-schillende exemplaren naar het verenigd Koninkrijk. die hulp wordt zeer gewaardeerd. en tom trombone, Paul Sweet, Peter Capainolo en Matt Shanley voor het verstrekken van foto’s van exemplaren uit het Ame-rican Museum of natural History in new York. last but not least, dank aan Kaitlin evans van het Bishop Museum op Hawaï – het spijt me dat je honingeters op het laatst nog vervangen werden door vanga’s.

echtgenoten en partners zijn de steunpilaren achter elk boek. Zij zijn het die de huishoudelijke taken overnemen, steun aanbieden, de tranen opdweilen, eindeloos de resultaten bespreken en advies geven, stro-men door stress opgeroepen beledigingen moeten doorstaan en hun eigen leven moeten pauzeren alsof dat minder belangrijk zou zijn. Mijn eigen man, Hein van grouw, heeft dat allemaal gedaan en nog veel meer. Zoveel meer.

Als dit wordt aangekondigd als een groots boek in plaats van een goed boek, is dat vanwege Hein. Hij heeft het verschil gemaakt. Hein nam al het prepareren voor zijn rekening, zodat ik mijn tijd kon gebruiken om te schrijven en te tekenen. Hij kookte en reinigde de botten en hij zeefde de trappensoep. Hij zette die bijna vijftig skeletten in mooie, levendige en accurate houdingen in elkaar. Hij plukte en vilde de vogels en zette ze op Audubon-draden, zodat ik ze kon tekenen. Hein stelde ook voor om gedomesticeerde vogels op te nemen en schakelde veel van zijn eigen contacten en collega’s in om aan voorbeelden van zeldzame rassen te komen waarvan de skeletanatomie vrijwel onbekend is.

Steeds weer deelden we in de opwinding bij het voor onszelf ontdekken van een aantal weinig bekende anatomische kenmerken. Met Hein aan mijn zijde werd mijn taak een avontuur en ik legde mijn lat hoger en hoger.

Als een boek kan worden omschreven als een werk van liefde, dan is dit het – mijn 25 jaar liefde voor mijn idee, onze wederzijdse liefde voor vogels en de liefde van mijn man voor mij..

ix

van Grouwtest1-NL.indd 9 21-01-14 14:04

Page 9: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

x

~ Over de namen ~

Hier en daar in De ontvederde vogel verwijs ik naar vogelgroepen (taxa genoemd) met hun wetenschap-pelijke namen. Hoewel ik heb geprobeerd dit waar mogelijk toe te lichten in de tekst, vond ik het toch

nuttig hier een paar woorden te besteden aan de verschillende groepen en hoe deze te herkennen. niet alle onderverdelingen worden in het boek gebruikt, maar ik heb ze hier toch maar opgesomd.

rIJK— Animalia: alle dieren.StAM— vertebrata: dieren met een ruggengraat (zoogdieren, vogels, reptielen, enz.).KlASSe— Aves: alle vogels.orde—eindigend op – iformes: bijv. de Anseriformes (eendachtigen en hoenderkoeten).FAMIlIe—eindigend op – idae: bijv. de Anatidae (eendachtigen = ganzen, zwanen en eenden).onderFAMIlIe—eindigend op – inae. Alleen grote en diverse families zijn onderverdeeld in onder-families en tribes: bijv. Anatinae (de eenden).trIBUS—eindigend op – ini; bijv. Anatini (de grondeleenden).geSlACHt—begint altijd met een hoofdletter. ook wel genus genoemd, meervoud – genera: bijv. Anas (een groep van sterk op elkaar lijkende grondeleenden). Soort—begint altijd met een kleine letter. Wordt altijd voorafgegaan door de geslachtsnaam of de tot een letter afgekorte geslachtsnaam (wanneer dit niet tot onduidelijkheid leidt). Zie de geslachtsnaam en de soortnaam als de achter- en voornaam: bijv. Anas platyrhynchos of A. platyrhynchos (de wilde eend).onderSoort of rAS— een geografisch te onderscheiden populatie van een bepaalde soort. deze wordt geschreven als de derde naam en begint ook met een kleine letter: bijv. A. p. platyrhynchos. deze populatie leeft in het grootste deel van de Palearctische en nearctische regio’s. dit was de ondersoort die in 1758 door linnaeus werd beschreven en omdat het de eerste was die werd beschreven draagt hij dezelfde naam als de soort en wordt daarom ook wel de nominaat genoemd.

linnaeus was de eerste die een systeem gebruikte om organismen een geslachts- en soortnaam te geven (de binomiale nomenclatuur = twee namen). tot dan waren dieren en planten alleen bekend onder beschrijvende namen die van gebied tot gebied varieerden, zodat het onmogelijk was te weten of je het over dezelfde soort had. Het was een geniaal idee. latijn werd gekozen als een taal die universeel kan worden begrepen (hoewel de meeste vogels gelatiniseerde versies van griekse namen hebben). Het systeem is nog steeds in gebruik en levert een degelijke, uniforme, eenduidige identiteit voor alle levende dingen.Althans, dat is de Heilige graal waarnaar alle taxonomen streven.

In de praktijk gaat het iets anders. Wetenschappelijke namen zijn in een constante staat van onduide-lijkheid, steeds veranderend, volgens de meest recente taxonomische theorieën en methoden. en totdat we ondubbelzinnig de verwantschap van elke soort of populatie kennen, zal de wetenschappelijke nomenclatuur blijven evolueren. Soms is de trend om groepen samen te voegen, waardoor er minder soorten zijn met meer ondersoorten, soms om ze te splitsen in een groter aantal soorten. dus zelfs met wetenschappelijke namen is het belangrijk om te weten welke school van denken wordt gevolgd.

Hoewel ik altijd een strikt vrijblijvende houding ten aanzien van taxonomie ingenomen heb, is de no-menclatuur die in De ontvederde vogel wordt gevolgd die van de derde editie van de Howard & Moore Complete Checklist of the Birds of the World, bewerkt door edward C. dickinson (2003).

van Grouwtest1-NL.indd 10 21-01-14 14:04

Page 10: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Kraanvogels

De gelijkenis tussen kraanvogels en de andere vogels met lange poten en een lange hals – de ooievaars en reigers – is niet meer dan oppervlakkig. Kraanvogels behoren van oudsher niet tot de orde Ciconii-

formes, maar tot de Gruiformes, die ze delen met de veel kleinere rallen en andere op de grond foeragerende vogelfamilies. Sommige van de leden zijn sterk aan water gebonden, andere zijn vogels van dorre graslanden en zelfs woestijnen.

De kraanvogels zelf hebben eveneens uiteenlopende habitatvoorkeuren. Degene die gewoonlijk in het water waden zijn vaak wat groter, en hebben een langere nek, snavel, poten en tenen, terwijl de Jufferkraanvo-gel, de kleinste en op de steppe levende soort, korte tenen heeft om snel te lopen en een kortere snavel voor het foerageren op zaden en insecten.

Bij bijna alle kraanvogels is de achterteen klein en boven de grond verheven. Bij de beide soorten kroon-kranen is hij echter langer, zodat ze in bomen kunnen roesten. Kroonkranen vertegenwoordigen de meest primitieve tak van de familie. Ze zijn beperkt tot Afrika en zijn, in tegenstelling tot andere kraanvogels, van nature niet bestand tegen koude klimaten.

Kraanvogels zijn lang en een ondersoort van de Saruskraanvogel is zelfs de langste van alle vliegende vogels. Ze hebben verhoudingsgewijs langere poten en een kortere snavel dan ooievaars en hebben een for-ser lichaam en een rechtere nek dan reigers, zonder de onderscheidende Z-vormige knik. Zoals ooievaars en flamingo’s vliegen kraanvogels met hun nek gestrekt. Sommige soorten ondernemen lange trektochten, maar ze maken in mindere mate gebruik van thermiek dan ooievaars en vertrouwen meer op de actieve vlucht of op lange glijperioden, althans nadat ze voldoende hoogte hebben gewonnen. De vleugels, die zeker lang en breed zijn, hebben dus niet dezelfde afmetingen als die van ooievaars, hun onderarm is slechts iets langer dan de bo-venarm en het oppervlak van de vleugelpennen is iets kleiner.

De binnenste armpennen van kraanvogels zijn niettemin verlengd – maar alleen voor sierdoeleinden. Bij de staande vogel zijn ze ofwel gebogen, waarmee ze lijken op de tournure van een ouderwetse jurk, of ze hangen naar beneden, en dan lijken ze op een lange, puntige staart. De echte staart is echter vrij klein en gaat meestal volledig verborgen onder de extravagante veren van de vleugels.

De kop van de kraanvogels is ook sterk geornamenteerd, hetzij met gespecialiseerde veren, lellen of op-blaasbare zakken, of met kale plekken rode huid. Deze plekken kunnen worden gevuld met bloed om de kleurintensiteit te verhogen, of samengetrokken worden door onderliggende spieren. Kraanvogels leven buiten het broedseizoen in groepen en zijn sterk afhankelijk van visuele sociale signalen. Van al hun complexe, geritu-aliseerde handelingen en houdingen is niets zo betoverend om te zien als hun gewoonte om te ‘dansen’.

Kraanvogels ‘dansen’ na de geringste aanleiding. Alle soorten doen het, en hoewel het gedrag niet exclusief voor kraanvogels is, doet geen enkele andere vogel het met zoveel inzet. Zelfs van kleine kuikens is waargeno-men dat ze buigen, springen, onstuimig rondrennen en kleine voorwerpen in de lucht gooien.

Ze hebben ook een uitgebreid repertoire aan vocale communicatie. Elke roep heeft een precieze betekenis, gemeenschappelijk voor alle kraanvogelsoorten, hoewel de daadwerkelijke geluiden specifiek voor elke soort zijn. Het trompetterende geluid van een groep kraanvogels is een van de meest aansprekende geluiden in de hele natuur en is op grote afstand hoorbaar. De vergelijking met het geluid van een trompet is geen toeval. De roepen van kraanvogels dragen bijzonder ver en worden geproduceerd met hun eigen blaasinstrument – een verlengde luchtpijp –, met windingen op dezelfde manier als bij door de mens gemaakte muziekinstrumenten. Het is echter de vraag of het op dezelfde manier werkt als een blaasinstrument of door resonantie binnen het borstbeen, zoals de klankkast van een snaarinstrument.

Ongeveer zestig vogelsoorten uit een grote verscheidenheid aan ordes hebben een verlengde luchtpijp, ver-

181

van Grouwtest5-NL.indd 9 20-01-14 13:21

Page 11: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

182

Jufferkraan

Anthropoides virgoBorstbeen met opgerolde luchtpijp langs de voorrand.

trOmpetkraanvOgeL

Grus americanaBorstbeen, gedeeltelijk geopend, om de opgerolde luchtpijp bin-nen het bot van de kiel te laten zien.

van Grouwtest5-NL.indd 10 20-01-14 13:21

Page 12: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

183

grIJze krOOnkraan

Balearica regulorumSchedel.

van Grouwtest5-NL.indd 11 20-01-14 13:22

Page 13: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Jufferkraan

Anthropoides virgoSchedel.

moedelijk in verband met de akoestische voordelen – de vogel lijkt zo immers groter –, hoewel de grote hoe-veelheid ‘dode lucht’ binnen de luchtwegen een nadeel is. Natuurlijk moet een lange luchtpijp ergens onderge-bracht worden in het lichaam en bij veel soorten vormt hij windingen of lussen in de nek of borstkas of direct onder de huid van de borst en buik. Bij kraanvogels is hij echter opgerold in het botweefsel van de kiel van het borstbeen, dat breed is en voor een grotere sterkte versmolten is met het vorkbeen. (Bij sommige zwanensoor-ten is hij op soortgelijke wijze ondergebracht in het borstbeen, maar hun vorkbeen is niet versmolten met de kiel.)

Er is een directe correlatie tussen de lengte van de luchtpijp en de klank en het volume van de geprodu-ceerde harmonieën. Aan het ene einde van de schaal staan de kraanvogels met de kortste luchtpijp, de Juffer-kraan en de Paradijskraanvogel, die geluiden produceren met weinig resonantie; aan het andere einde staat de toepasselijk genaamde Trompetkraanvogel, die de langste luchtpijp en de meest indringende roep heeft. Hun luchtpijp vormt een dubbele lus over de gehele lengte van het borstbeen, terwijl die van de Jufferkraan alleen in een ondiep kuiltje aan de voorkant van de kiel zit.

De primitievere kroonkranen missen al deze kenmerken. De luchtpijp is niet bijzonder verlengd en gaat rechtstreeks naar hun longen, en hun vorkbeen maakt derhalve ook geen contact met de kiel van het borst-been. Kroonkranen zijn niettemin zeer luidruchtig en kunnen nog steeds uit de verte worden gehoord door de resonerende eigenschappen van opblaasbare keelzakken.

184

van Grouwtest5-NL.indd 12 20-01-14 13:22

Page 14: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Rallen

Rietvelden en graslanden zijn dichtbegroeide plekken; de planten staan er dicht op elkaar. Om daartussen te leven en ongezien tussen de stengels door te sluipen, moet je zo dun zijn als een ral. Hoewel ze vanaf

de zijkant gezien een hoog, kipachtig silhouet hebben, verdwijnen rallen vrijwel als je ze van voren bekijkt. Hun hele lichaam is zijdelings samengedrukt, alsof ze zijn gedroogd tussen de bladzijden van een boek.

Naast de langsnavelige echte rallen, die in modder en ondiep water peuren, omvat de familie ook de kwartelkoningen, die hun kortere snavel gebruiken om insecten van vegetatie te pikken, en de meer op het water levende meerkoeten en waterhoentjes, die grotendeels herbivoor zijn. De grootste van deze, van het geslacht Porphyrio, gebruiken hun hoge en krachtige snavel om stengels af te knippen om te foerageren op de zachte, vlezige lagere delen. Ze kunnen deze zelfs met hun voeten grijpen, ze zien er dan uit als een grote paarse en niet zo behendige papegaai.

De snavel van de rallen is nogal afgeplat aan de zijkanten, net als de vogel zelf, en helt vanaf de schedel in een hoek naar beneden. De meerkoeten en waterhoentjes dragen ook een opvallend rood of wit voor-hoofdsschild op hun kop, dat ze gebruiken voor de balts en als communicatiemiddel. Dit is geen benig aan-hangsel op de schedel, maar bestaat puur uit vetweefsel.

De poten van rallen zijn lang en enorm sterk. De lange dijbenen plaatsen de knieën goed naar voren onder het lichaam om de vogel een horizontale houding tijdens het lopen te geven. De tenen zijn ook lang. Ze verspreiden het gewicht van de vogel tijdens het wandelen over modder of drijvende vegetatie, en de ver-hoogde achterteen helpt bij het balanceren. De meerkoeten zijn van alle rallen het meest aan water gebonden en zijn de enige leden van de familie die zwemmen en duiken in open water. Net als andere in zoet water duikende vogels stuwen ze zich onder water met de voeten voort, hoewel ze af en toe ook hun vleugels ge-bruiken. Hun voeten hebben geschubde lobben van huid tussen de teenkootjes aan elke zijde van de tenen: één paar op de achterteen, twee op de binnenste teen, drie op de middenteen en vier op de buitenste. Bij het zwemmen worden deze lobben achter de tenen gevouwen als de voeten naar voren worden gebracht, om de weerstand te verminderen, maar ze openen weer als de voeten in de arbeidsslag tegen het water naar achte-ren worden geduwd.

Sommige soorten zijn voorzien van een kleine vleugelklauw op het puntje van hun ‘duim’. Hoewel dit eigenlijk alleen maar nuttig is voor kuikens om door vegetatie te klauteren, kan hij nog steeds aanwezig zijn bij adulte vogels.

Met bijna 150 soorten is de rallenfamilie veruit de grootste in de orde Gruiformes en het is een van de meest kosmopolitische van alle vogelfamilies. Ze hebben een bijzonder brede verspreiding op afgelegen, oce-anische eilanden; enigszins verwonderlijk als je bedenkt dat rallen zwakke vliegers zijn, met korte vleugels, nauwelijks een staart en nogal weinig aerodynamische proporties – niet geholpen door hun gewoonte om met bengelende poten te vliegen. Hun borstbeen is klein, met een ondiepe kiel, het vorkbeen is slank en natuur-lijk is de schoudergordel als geheel verhoudingsgewijs kleiner dan bij de meeste vogels. Niettemin trekken verschillende soorten elk jaar over aanzienlijke afstanden en individuen duiken met een verrassende frequen-tie op als blijkbaar uit koers geraakte langeafstandsdwaalgasten. De Afrikaanse Purperkoet is bijvoorbeeld de enige tropische Afrikaanse vogel die regelmatig wordt waargenomen in Europa. Maar rallen kunnen ook zwemmen en ze zijn sterke lopers, en daarom hebben ze een goede kans om te overleven als ze onderweg ergens moeten landen.

De meeste soorten zullen het vliegen waar mogelijk vermijden. De vogels die op roofdiervrije eilanden aankomen en die koloniseren, zullen daarom gemakkelijk overgaan op een niet-vliegend bestaan en zeer snel, althans in evolutionaire termen, hun vliegvermogen helemaal verliezen. Hun vleugels en vliegspieren dege-

185

van Grouwtest5-NL.indd 13 20-01-14 13:22

Page 15: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

purperkOet

Porphyrio porphyrioSkelet.

186

van Grouwtest5-NL.indd 14 20-01-14 13:22

Page 16: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

troMpEtparadijsKraai

Phonygammus keraudreniiVogel in baltshouding met huid verwijderd om de buitengewone windingen van de luchtpijp te tonen.

278

van Grouwtest7-NL.indd 26 21-01-14 14:47

Page 17: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

grotE BEo

Gracula religiosaSkelet.

279

van Grouwtest7-NL.indd 27 21-01-14 14:47

Page 18: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Register

wildE EEnd

Anas platyrhynchosSkelet.

Aalscholver 145, 146– 147Aasgier 34Accipiter nisus 40, 41Actophilornis africanus 198Aegolius acadicus 49Aethia psittacula 157Afrikaanse Meeuw 251Alca torda 158, 160Alcedo atthis 62, 63Alk 158, 160Amazona amazonica 55Amerikaanse Fregatvogel 132, 134– 135Amerikaanse Schaarbek 153Amerikaanse Zeearend 38Anarhynchus frontalis 193Anas clypeata 92Anas platyrhynchos (gedomesticeerde variëteit)

87, 96, 99Anas platyrhynchos 4– 5, 6– 7, 16– 17, 20– 21, 94,

95, 97, 284, 287Andean Condor 31Anhinga melanogaster 149Anser anser (gedomesticeerde variëteit) 101Anser anser 100Anser anser x Anser cygnoides 103Anser cygnoides (gedomesticeerde variëteit) 87,

101, 102Anser cygnoides 100Anthropoides virgo 182, 184Apenarend 38Appelvink 274Aptenodytes forsteri 110– 111Apteryx australis 234– 235Apus apus 263, 264Ara chloropterus 56Ardea cinerea 168– 169, 171Arenaria interpres 193Artamella viridis 276Auerhoen 206Australische Uilnachtzwaluw 262

Balaeniceps rex 172Balearica regulorum 183Bergeend 91Blauwe Pauw voor- en achterzijde omslag,

202– 203, 204Blauwe Reiger 168– 169, 171Blauwkeelbaardvogel 73Boerenzwaluw 267Bontbekplevier 193

284

van Grouwtest7-NL.indd 32 21-01-14 14:47

Page 19: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

Bosuil 47, 48, 49Boszangervink 275Botaurus stellaris 170Branta bernicla 89Branta Canadensis 89Brilduiker 91Bruine Visuil 45, 46Brune Muisvogel 61Bucephala clangula 91Buceros bicornis 66, 67, 68Budgerigar 57Buizerd 39Burhinus oedicnemus 200Buteo buteo 39

Cacatua moluccensis 53Cactusgrondvink 275Calyptomena viridis ivCamarhynchus crassirostris 275Camarhynchus pallidus 275Campephilus principalis 75Canadese Gans 89Caprimulgus europaeus 19, 258, 259, 260,

261Carduelis carduelis 274Carduelis chloris 274Casuarius casuarius xi, 236Cereopsis novaehollandiae 88Certhidea olivacea 275Ceyx fallax 64Ceyx melanurus 64Charadrius hiaticula 193Chauna torquata 221, 222Chinese Knobbelgans 87, 101, 102Chionis albus 200Ciconia ciconia 176– 177Coccothraustes coccothraustes 274Coeligena torquata 83Colius striatus 61Columba livia (domestic variety) 249,

251, 255, 256, 257Columba livia 252– 253Columba palumbus 9, 22– 23, 24– 25, 27Coracias benghalensis 69Coragyps atratus 33Corvus corax 271Corvus frugilegus 271, 272– 273Corythaeola cristata 60Cygnus columbianus 87Cygnus olor 85

Dacelo novaeguineae 64Demoiselle Crane 182, 184Dendrocopos major 76, 77Dikpootmoa xiiiDiomedea exulans ii– iiiDodo 245Driepotige kip 212Drieteendiksnavelmees 270Drieteenspecht 75Dubbelhoornige Neushoornvogel 66,

67, 68Dubbeltandbaardvogel 73Dwergpinguïn 105

Eider 90Ekster 26, 268– 269Engelse Kropper 256Engelse Modena 255Ensifera ensifera 82Eos rubra 54Erithacus rubecula 280, 281, 282Eudyptula minor 105Euryceros prevostii 276Eutoxeres Aquila 82Ezelspinguïn 106– 107, 108, 109

Falco peregrinus 38Falculea palleata 276Fazant 206, 208– 209Filipijnse Dwergijsvogel 64Fluitzwaan 87Fratercula arctica 156, 157Fregata magnificens 132, 134– 135Fringilla coelebs 274Fulica atra 187, 188– 189Fuut 120– 121, 122– 123

Gallinago gallinago 199Gallinula chloropus 3Gallus gallus (gedomesticeerde variëteit)

212, 213, 214, 215, 216, 217, 218Gallus gallus 210– 211Gavia stellate 114, 115, 116– 117, 118Gedomesticeerd Pluimvee (ongespecifi-

ceerde variëteit) 218Gedomesticeerde ganzen - hybriden 103Gekraagde Inkakolibrie 83Geospiza conirostris 275Geospiza fuliginosa 275Geospiza magnirostris 275

Geospiza scandens 275Gierzwaluw 263, 264Goudvink 274Gracula religiosa 279Grauwe Franjepoot 198Grauwe Gans 100Griel 200Grijze Kroonkraan 183Groene Specht 75, 78Groenling 274Groenvleugelara 56Grote Albatros ii– iiiGrote Baardvogel 73Grote Beo 279Grote Bonte Specht 76, 77Grote Cactusvink 275Grote Grondvink 275Grote Jager 152Grote Trap 240, 241Grus Americana 182

Haaksnavelkolibrie 82Haaksnavelvanga 276Haematopus ostralegus 197, 198Haliaeetus leucocephalus 38Hamerhoen 217Hamerkop 172Helmhokko 217Helmkasuarie xi, 236Helmparelhoen 15, 217Helmvanga 276Hirundo rustica 267Hoatzin 224, 225Hoendergans 88Hollands Kuifhoen 217Hollandse Kuifeend 99Hop 69Houtduif 9, 22– 23, 24– 25, 27Houtsnip 199

IJsvogel 62, 63Indische Loopeend 87, 96Indische Nimmerzat 175Indische Scharrelaar 69Indische Slangenhalsvogel 149Ivoorsnavelspecht 75

Jan-van-gent 139, 140– 141, 142Japanse Kriel 214

285

van Grouwtest7-NL.indd 33 21-01-14 14:47

Page 20: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

286

Kaalkopkiekendief 37Kagoe 191Kalkoen 206Keizerspinguïn 110– 111Kerkuil 50, 51Ketupa zeylonensis 45, 46Kievit 196Kleine Grondvink 275Kleine Smaragdbreedbek ivKluut 194– 195, 198Knobbelzwaan 85Kokmeeuw 151Koningsgier 33Krombekeend 99Kruisbek 274Kuifhoenderkoet 221, 222Kwaker 99

Lagopus lagopus 207Larus ridibundus 151Laughing Kookaburra 64Lelieloper 198Lepelaar 180Leptoptilos crumeniferus 176– 177Leucochloris albicollis 81Limosa fedoa 193Loxia curvirostra 274Lybius bidentatus 73

Macrocephalon maleo 217Macronectes giganteus 125Maleo 217Malteser Kipduif 257Maraboe 176– 177Marmergrutto 193Meerkoet 187, 188– 189Megalaima asiatica 73Megalaima virens 73Melanitta nigra 90Meleagris gallopavo 206Melopsittacus undulates 57Mergus serrator 90, 91Middelste Zaagbek 90, 91Milvus migrans 38Moderne Engelse Vechtkriel 215Moerassneeuwhoen 207Molukkenkakatoe 53Monniksgier 33Morus bassanus 139, 140– 141, 142Musophaga violacea 59

Mycteria leucocephala 175Nachtzwaluw 19, 258, 259, 260, 261Neophron percnopterus 34Neurenberger Bagadet 251Noordse Pijlstormvogel 128– 129Numenius arquata 193Numida meleagris 15, 217

Oceanites oceanicus 131Ooievaar 176– 177Oorgier 34Opisthocomus hoazin 224, 225Oranjevleugelamazone 55Oriolia bernieri 276Otis tarda 240, 241

Pachyornis elephantopus xiiiPampahoen 238Pandion haliaetus 36Papegaai-alk 157Papegaaiduiker 156, 157Paradoxornis paradoxus 270Parus caeruleus 41Pauwstaartduif 249Pauxi pauxi 217Pavo cristatus voor- en achterzijde om-

slag, 202– 203, 204Pelecanus onocrotalus 12– 13, 137, 138Pezophaps solitaria 246Phaethon aethereus 133Phaethon lepturus 134– 135Phalacrocorax carbo 145, 146– 147Phalaropus lobatus 198Pharomachrus mocinno 61Phasianus colchicus 206, 208– 209Phoenicopterus ruber 163, 165, 166Phonygammus keraudrenii 278Pica pica 26, 268– 269Picoides tridactylus 75Picus viridis 75, 78Pimpelmees 41Pinguinus impennis 159Pithecophaga jefferyi 38Platalea leucorodia 180Plegadis falcinellus 178– 179Podargus strigoides 262Podiceps cristatus 120– 121, 122– 123Polyboroides typus 37Porphyrio porphyria 186Probosciger aterrimus 10

Puffinus puffinus 128– 129Purperkoet 186Putter 274Pygoscelis papua 106– 107, 108, 109Pyrrhula pyrrhula 274

Quetzal 61

Raaf 271Ramphastos toco 70– 71, 72Raphus cucullatus 245Recurvirostra avosetta 194– 195, 198Reuzenalk 159Reuzenstern 152Reuzentoekan 70– 71, 72Reuzentoerako 60Rhynchotus rufescens 238Rhynochetos jubatus 191Rode Flamingo 163, 165, 166Rode Lori 54Rodriguessolitaire 246Roek 271, 272– 273Roerdomp 170Rood Kamhoen 210– 211Roodborst 280, 281, 282Roodkeelduiker 114, 115, 116– 117, 118Roodsnavelkeerkringvogel 133Roodsnaveltok 69Rosse Vanga 276Rotgans 89Rotsduif 252– 253Roze Pelikaan 12– 13, 137, 138Rynchops niger 153

Sagittarius serpentarius 42Sarcoramphus papa 33Scheefsnavelplevier 193Schetba rufa 276Schoenbekooievaar 172Scholekster 197, 198Scolopax rusticola 199Scopus umbretta 172Secretarisvogel 42Sikkelvanga 276Slechtvalk 38Slobeend 92Somateria mollissima 90Spechtvink 275Sperwer 40, 41Spheniscus demersus 112– 113

van Grouwtest7-NL.indd 34 21-01-14 14:47

Page 21: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

287

wildE EEnd

Anas platyrhynchosSkelet.

Steenloper 193Steppezandhoen 242, 243Stercorarius skua 152Sterna caspia 152Streptopelia decaocto 40Strix aluco 47, 48, 49Struisvogel 227, 228– 229, 230, 232– 233Struthio camelus 227, 228– 229, 230, 232–

233Sulawesi-dwergijsvogel 64Syrrhaptes paradoxus 242, 243

Tadorna tadorna 91Tetrao urogallus 206Thalassarche melanophrys 126, 127Tockus erythrorhynchus 69Torgos tracheliotus 34Tringa tetanus 193Trompetkraanvogel 182Trompetparadijskraai 278Tulagans 101Tureluur 193Turkse Tortel 40Tyto alba 50, 51

Upupa epops 69Uria aalge 155, 160

Vanellus vanellus 196Vanga curvirostris 276Vegetarische Vink 275Vink 274Violette Toerako 59Visarend 36Vleeskuiken 213Vultur gryphus 31

Waterhoen 3Watersnip 199Weense Kortsnavel Tuimelaar 251Wenkbrauwalbatros 126, 127Wilde Eend 4– 5, 6– 7, 16– 17, 20– 21, 94,

95, 97, 284, 287Wilsons Stormvogeltje 131Witkeelkolibrie 81Witkopvanga 276Witstaartkeerkringvogel 134– 135Wulp 193

Zaaguil 49

Zeekoet 155, 160Zijdehoen 216Zuidelijke Reuzenstormvogel 125Zuidereilandkiwi 234– 235Zuidpoolkip 200Zwaangans 100Zwaardkolibrie 82Zwarte Ibis 178– 179Zwarte Kaketoe 10Zwarte Vanga 276Zwarte Wouw 38Zwarte Zee-eend 90Zwartvoetpinguïn 112– 113

van Grouwtest7-NL.indd 35 21-01-14 14:47

Page 22: Inkijkexemplaar De ontvederde vogel

DE

ON

TV

ED

ER

DE

VO

GE

LK

atrina van Grouw

ISBN 978-90-5210-939-8

www.tirion.nl

In samenwerking met

Wat gaat er schuil onder het vederdek van

een vogel? Alle vogelsoorten stammen af

van dezelfde voorouder, maar dat betekent niet

dat ze allemaal structureel hetzelfde zijn. Met 385

tekeningen van 200 soorten is De Ontvederde Vogel

een rijk geïllustreerd boek over vogelanatomie,

dat een verfrissend origineel inzicht biedt in wat

er schuil gaat onder het gevederde oppervlak.

De vogels worden afgebeeld in levensechte hou-

dingen, terwijl ze zich bezighouden met gedrag

dat typerend is voor de soort: een onderwater-

afbeelding van het skelet van een jagende duiker,

het spierstelsel van een zwemmende pinguïn en

een ontvederde sperwer die zijn prooi plukt.

Waarom zijn pinguïns groter dan alken? En wat

is het verschil tussen vleugelklauwen en vleu-

gelsporen? Door de relatie te leggen tussen de

anatomie van vogels en hun levensstijl en evolutie,

worden deze en vele andere vragen op simpele en

heldere wijze beantwoordt.

De Ontvederde Vogel is een mijlpaal in de populaire

vogelliteratuur en een must voor iedereen die van

vogels of vogelkunst houdt!

Katrina van Grouw is een voormalig conservator

van de ornithologische collectie van het londense

national History Museum, een preparateur en een

ervaren vogelringer en een succesvol beeldend

kunstenaar die afgestudeerd is aan het Royal Col-

lege of Art.

Zij is de auteur van Birds, een historisch overzicht

van vogelkunst, dat is gepubliceerd onder haar

meisjesnaam Katrina Cook. de totstandkoming

van De Ontvederde Vogel is de vervulling van een

levenslange ambitie.

DEONTVEDERDE VOGEL

Katrina van Grouw

van Grouwtest-PPB-NL-II.indd 1 22-01-14 14:42