Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5....

32
-1-

Transcript of Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5....

Page 1: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-1-

Page 2: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-2-

Page 3: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-3-

Inhoudsopgave

1. Wat is het leerwerkhuis? 4

2. Jaarindeling schooljaar 2012-2013 6

3. Werken in het leerwerkhuis (lwh) 7

3.1 Weekplanning 7

3.2 Groene kaart 10

4. Wat neem ik mee bij de vakken? 11

5. Tips en Tricks 12

5.1 Een toets maken: 12

5.2Informatiezoeken 14

5.3 Omgaan met bronnen 15

5.4Werkstukenpresentatie 17

5.5Presentatievormen 18

5.6Mondelingepresentatie 27

5.7Timemanagement 28

6. Uitleen balie 31

Page 4: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-4-

1. Wat is het leerwerkhuis?

Het leerwerkhuis is een leer- en werkmethode binnen het Valuascollege in 3+4 basis en kader. Deze werkmethode helpt je met het ordenen van je huiswerk en bereidt je voor op het MBO.

Hoe is het leerwerkhuis ontstaan?

Enkele jaren geleden zijn dat we binnen de afdeling HTV bovenbouw VMBO tot de conclusie kwamen dat we onze lessen op een andere manier wilden gaan invullen.

We merkten dat de overgang tussen VMBO en MBO zo groot was dat het voor onze leerlingen nogal wat problemen opleverde. Wij deden alles samen met de leerling en op het MBO moest hij veel zelfstandig doen.

We hebben toen een bureau in de hand genomen die ons op weg konden hel-pen om onze manier van lesgeven aan te passen. We kwamen toen terecht bij natuurlijk leren een manier waarbij de leerling uitgedaagd wordt leuke op-drachten te gaan doen en dan zelf de daarbij behorende theorie tot zich zal nemen.

We werden geschoold in hoe een en ander op te zetten en gingen met het be-gin van het nieuwe schooljaar aan de slag. Tot de herfstvakantie lieten we alles op zijn beloop gaan al hoewel dit af en toe erg moeilijk was. Uiteindelijk bleek een en ander toch niet te passen bij onze leerlingen.

De volgende weken hebben we toch wat wijzigingen aangebracht en zijn we begonnen op de manier waar we nu mee bezig zijn, het leerwerkhuis.

1

Page 5: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-5-

Het leerwerkhuis van nu.

Iedere maandag krijg je een weekplanning via je mail. Hierin staat al het (huis)werk van die week.

Het meeste van het (huis)werk kun je op school maken.

Je theorievakken zijn verdeeld in 2 gedeeltes.

1. De workshop, meestal per vak 1 keer per week. De workshops worden gegeven in een theorielokaal, en er wordt naar gestreefd dit de eerste les van de week te laten zijn.

Hierin legt de docent van alles uit, over de opdrachten van de betref-fende week. Je gaat samen met hem/haar aan de slag. Je gaat dingen nakijken, je maakt toetsen e.d.

2. Het leerwerkhuisuur, meestal per vak 2 keer per week.

Hierin ga je zelf aan de slag met het huiswerk van het vak dat op het rooster staat. Je kunt aan een computer werken of aan een tafel.

Wanneer je vragen hebt over de stof, kun je dit vragen aan je docent. De docent gaat met jou eventueel ergens apart zitten en legt je nog een keer het werk uit of helpt je een begin te maken met de opdrach-ten.

Ook kan de docent met een groepje leerlingen aan een tafel gaan zit-ten om extra uitleg te geven over moeilijke stof.

Ben je klaar met het huiswerk van het vak, dan laat je dat altijd con-troleren door de docent. Hier heb je ook de groene kaart voor nodig. Is alles in orde, dan mag je aan het huiswerk van een ander vak gaan werken.

Page 6: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-6-

2. Jaarindeling schooljaar 2012-2013

week 34 Introweek week 5 periode 4

week 35 periode 1 week 6 periode 4

week 36 periode 1 week7 Carnavalsvakantie

week 37 periode 1 Stage 4BK week8 periode4

week38periode1 week 9 periode 4

week 39 periode 1 week 10 periode 4

week 40 periode 1 week 11 periode 4

week 41 periode 2 week 12 periode 5

week42herfstvakantie week 13 periode 5

week 43 periode 2 week 14 periode 5 Toetsweek klas 4

week 44 periode 2 week 15 periode 5

week 45 periode 2 week 16 periode 5

week 46 periode 2 week 17 Stage klas 3 / CSPE klas 4

week 47 periode 2 week18meivakantie

week48periode3 week19meivakantie

week 49 periode 3 Toetsweek klas 4 week 20 Stage klas 3 / CSE klas 4

week 50 periode 3 week 21 periode 6

week 51 projectweek 3+4 BK, geen lessen week 22 periode 6

week52kerstvakantie week 23 periode 6

week1 kerstvakantie week 24 periode 6

week 2 periode 3 week 25 Toets + poetsweek klas 3

week 3 periode 3 week 26 Vergaderweek/laatste week

week 4 periode 3 week27startzomervakantie Jaarplanning

2

Page 7: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-7-

3. Werken in het leerwerkhuis (lwh) 3.1 Weekplanning

Iedere maandag krijg je in je schoolmail het overzicht van je huiswerk van die week. Je print dit uit en bewaart dit in een mapje. Je kunt dan uitzoeken welke opdrachten voor jou zijn, bijvoorbeeld Duits of wiskunde, natuurkunde of economie, niet alle afdelingen hebben dezelfde vakken.

In je lwh lessen werk je aan het huiswerk van het vak dat op het rooster staat. Ben je klaar met dat huiswerk dan laat je dat controleren door de docent. Pas dan mag je aan ander huiswerk werken. Zorg er dus altijd voor dat je de boeken van het vak dat in je rooster staat bij je hebt, plus andere boeken van vakken waar je eventueel nog aan verder kunt werken!

Ook staat er in de weekplanning wanneer je een toets hebt en waarvan. Vaak wordt dit al een week van te voren aangegeven.

Als je voor jezelf een agenda wilt gebruiken voor het noteren van toetsen of andere belangrijke dingen, dan mag dat uiteraard. Ook staat al het huiswerk per vak in magister.

Al het werk dat op de weekplanning staat moet op vrijdag af zijn. Heb je het niet af, dan moet je extra op school blijven. Je mentor maakt hierover afspra-ken met je.

Wanneer je ziek bent, lessen gemist hebt, of je door een andere reden niet naar school kunt komen, dan kun je toch aan je huiswerk komen. Ook van-uit thuis kun je in je schoolmail. Je gaat naar de site van het Valuascollege; www.valuascollege.nl daarna druk je linksboven op de button van

Hierna kun je met je eigen naam en code inloggen en je mail bekijken. Uiter-aard kun je ook gewoon thuis inloggen in Magister.

Jij zelf bent verantwoordelijk voor je huiswerk, je planning en je groene kaart.

3

Page 8: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-8-

Weekplanner :

Na school heb je natuurlijk ook nog je eigen bezigheden: sport, muziekles, tv kijken, vrienden, gamen, enz. Het is belangrijk dat je een goed overzicht hebt van de tijd die aan huiswerk en je andere bezigheden besteedt.

• Maak een weekoverzicht van de tijden waarop je met huiswerk bezig wilt zijn. Denk eraan; huiswerk is voornamelijk leerwerk. Het meeste maakwerk doe je al op school, in de lwh-uren.

• Leer in blokjes van ongeveer 15 minuten. • Las na ieder half uur leren een korte pauze in.

Je kunt het schema als volgt maken:

Tijd MA DI WO DO VR ZA ZO15.15-15.30 huiswerk15.30-15.45 huiswerk15.45-16.00 pauze16.00-16.15 huiswerk16.15-16.30 huiswerk16.30-16.45 pauze16.45-17.00 huiswerk17.00-17.15 eten15.15-17.30 eten17.30-17.45 training17.45-18.00 training18.00-18.15 training18.15-18.30 training18.30-18.45 huiswerk18.45-19.00 huiswerk

Page 9: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-9-

Werken met een werkverdeler:

Een werkverdeler is een handige hulp bij het plannen van je huiswerk.

Je verdeelt een grote opdracht die je over twee of meer dagen af moet heb-ben, met behulp van een werkverdeler in kleinere delen.

Bijvoorbeeld:

Dag Vak: CKV1 Onderwerp + vragen bedenken2 Informatie zoeken3 Vragen beantwoorden4 Verslag lay-out maken5 Inleiding / slotwoord / inhoudsopgave schrijven

Je kunt het schema natuurlijk ook gebruiken om leerstof te verdelen als je een toets hebt. Zorg er dan voor, dat je alle stukjes stof op de laatste dag voor de toets nog een keer herhaalt.

Page 10: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-10-

3.2 Groene kaart

Iedere periode krijg je een groene kaart. Deze kaart is jou bewijs met betrek-king tot je gemaakte huiswerk.

Steeds als je een huiswerktaak af hebt laat je dit controleren en aftekenen door de docent. Alleen de docent van het betreffende vak kan het vak aftekenen.

Iedere week moet al het huiswerk van die week af zijn. Heb je dit niet af dan moet je extra op school blijven om je huiswerk af te maken.

Aan het einde van de week controleert jouw mentor of alles af is en de groene kaart dus helemaal afgetekend is.

Is dit zo, dan heb je prima gewerkt en probeer vooral zo door te gaan.

Bij sommige leerlingen zal dit niet zo gaan, je mentor gaat dan met jou in ge-sprek wat de oorzaak is van het niet afhebben van je taken. Samen ga je kijken hoe het de komende week beter zal gaan of dat er duidelijke oorzaken zijn voor het niet afhebben. Hierover worden vervolg afspraken gemaakt met je mentor.

Page 11: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-11-

4. Wat neem ik mee bij de vakken?

Leerwerkhuis

Talen

Wiskunde

Economie Biologie Natuur- en scheikunde

Gymnastiek

Maatschappijleer

CKV

Bouwtechniek

Handel en Administratie

HTV vaktheorie

Zorg en Welzijn

Een mapje voor je weekplanningen en je groe-ne kaart. Extra boeken om huiswerk te maken, wanneer je met een vak klaar bent

Boeken, etui, schrift of klapper

Boeken, etui, geo-driehoek, rekenmachine schrift of klapper met ruitjes van 1 cm

Boeken, etui, rekenmachine, schrift of klapper

Boeken, etui, schrift of klapper

Boeken, etui, rekenmachine, schrift of klapper

Wit shirt, zwarte broek. Sportschoenen met lichte zool zijn verplicht in de sporthal

Boek, etui, schrift of klapper

Etui, schrift of klapper

Potlood, vakkleding, veiligheidsschoenen

Etui

Etui, en werkboekjes

Etui

Bijeentoetszorgjezelfvooreentoetsblok!Je etui is natuurlijk áltijd gevuld! Ook zorg je ervoor, dat je altijd je mapje met groene kaart en weektaak bij je hebt!

4

Page 12: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-12-

5. Tips en TricksJe zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet hele-maal zeker weet hoe je zaken moet aanpakken. Op de volgende pagina’s vind je handigheidjes die je kunt gebruiken bij het maken van toetsen, grote op-drachten, verslagen, presentaties, huiswerkopdrachten enz.

5.1 Een toets maken:

Een toets bestaat meestal uit gesloten en/of open vragen. Elke soort vraag heeft een eigen manier van aanpak.

Meerkeuzevragen

Werk volgens het rondjessysteem:

• In de eerste ronde vul je de gemakkelijke vragen in en sla de vragen over waarop je het antwoord niet meteen weet eventjes over.

• In de tweede ronde maak je de wat moeilijkere vragen en de erg lastige vragen sla je even over.

• In de derde ronde vul je lastigste vragen in. • Controleer of je alle vragen hebt beantwoord.

Zoek het ‘beste’ antwoord en niet het 100% ‘perfecte’ antwoord.

• Eén van de antwoorden is duidelijk fout. • Een tweede (of derde) antwoord blijkt na even nadenken ook niet juist te

zijn. • Kies uit de twee antwoorden die overblijven welke het beste is.

5

Page 13: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-13-

Ga op je eerste indruk af.

• Als je goed bent voorbereid en je hebt de vraag zorgvuldig gelezen, dan is je eerste indruk vaak de beste.

• Verbeter je antwoord alleen als je het zeker weet. • Twijfel je, blijf dan bij je eerste keuze.

Open vragen

Lees eerst alle vragen rustig door en begin daarna pas met de eerste vraag.

Lees de vraag goed.

• Wat wil de leraar weten? • Wat moet je doen?

Maak de vraag.

• Blijf niet te lang ‘hangen’ als je de vraag lastig vindt.

Controleer je antwoorden.

• Staat alles erin? • Heb je alle vragen en deelvragen beantwoord? • Heb je de vragen in hele zinnen beantwoord?

Page 14: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-14-

5.2Informatiezoeken

Als je iets te weten wilt komen, gebruik je informatiebronnen. Welke bron je het beste kunt kiezen, hangt af van de vraag of vragen die je hebt. Wil je iets weten over de nieuwste trend in kapsels, dan kun je terecht in een tijdschrift dat daar over gaat. Ook kun je op internet terecht of bij iemand die er veel van af weet.

Voorbeelden van informatiebronnen

• Boeken, tijdschriften, kranten • Internetsites • Interview, enquête • Radio- en tv-uitzendingen • Dvd’s, cd-roms

Zoeken op internet

Er zijn veel manieren om op internet te zoeken. Er zijn sites met specifieke in-formatie voor scholieren. Algemene zoekmachines zoals Google geven zóveel resultaten dat het vaak moeilijk is om de juiste informatie te vinden.

Enkele manieren om op internet te zoeken:

• Zoekmachines: Google, Vindex, AltaVista, Firefox, Safari • Webindexen: nl.yahoo.com • Startpagina’s: startpagina.nl • Scholierensites: kennisnet.nl (via de zoekmachine davindi.nl) • Internetencyclopedie wikipedia.nl

Zoektermen

Maak de zoekterm zo nauwkeurig mogelijk, dan vind je de juiste informatie sneller.

• Koppel twee of meer woorden met AND of +. • Koppel twee of meer woorden met NEAR. Het programma zoekt dan

op woorden die bij elkaar in de buurt staan.• Zet de zoektermen tussen aanhalingstekens. Het programma zoekt dan

alleen die combinatie van woorden. Bijvoorbeeld “geschiedenis van haute cuisine”.

Page 15: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-15-

5.3 Omgaan met bronnen

Het is belangrijk dat je op een goede manier met informatiebronnen omgaat. Als je informatie hebt gevonden die je kunt gebruiken, moet je daarvan de bron opschrijven. Je maakt een bronvermelding.

Of je de informatie kunt gebruiken hangt af van het onderwerp en van de vra-gen die je daarbij hebt, maar heel belangrijk is ook of je de bron kunt vertrou-wen. Je let op de betrouwbaarheid.

Bronvermelding

De bronvermelding maakt duidelijk van wie de tekst afkomstig is, waar de tekst stond en van welke datum hij is. Wat je moet opschrijven in de bronver-melding?

Boeken

• Naam van de schrijver (voornaam of eerste letter ervan en achter naam) • Titel van het boek • Naam van de uitgeverij en plaats van uitgave • Jaar van verschijnen

Voorbeeld:

S. Andriessen. De lange weg naar Zweden. Uitgeverij Sinatra. Utrecht, 2008.

Page 16: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-16-

Kranten en tijdschriften

• Naam van de schrijver (voornaam of eerste letter ervan en achter naam) • Titel van het artikel • Naam van de krant of het tijdschrift (en het nummer) • Datum van verschijnen

Voorbeeld:

Jos Jacobsen. Mijn eerste dag in Japan. Pauze, nummer 9, september 2009.

Websites

• Naam van de schrijver (als die er bij staat) • Titel van de pagina • Datum van publicatie (als die er bij staat) • Het internetadres van de pagina(‘s) waarop de informatie staat; geef aan hoe je op de • bedoelde pagina terecht kunt komen (via)• Datum waarop je de informatie hebt geprint

Let op: Google is een zoekmachine en geen internetadres!

Page 17: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-17-

5.4Werkstukenpresentatie

Je krijgt de opdracht om over een bepaald onderwerp een werkstuk te ma-ken of er een PowerPoint-presentatie over te houden. Hoe kun je dit dan het beste aanpakken? Daar is een stappenplan voor.

Stappenplan

Stap 1: Oriënteren

• Lees de opdracht goed. • Wat is het onderwerp van het werkstuk? • Welke vragen moet je gaan beantwoorden? • Voor welk publiek (niet alleen je docent) maak je het werkstuk? • Hoe moet het werkstuk er uit zien? • Maak je het werkstuk met iemand samen of alleen? • Maak een planning; denk hierbij aan een goede werkverdeling.• Maak een woordspin bij het onderwerp. • Wat weet je zelf al over het onderwerp?

Stap 2: Informatie verzamelen

• Waar en bij wie kun je aan informatie komen over het onder-werp?

• Zoek informatie die je bij het onderwerp kunt gebruiken. • Zet op alle materialen de bronvermelding. • Verzamel afbeeldingen (illustraties en figuren) die je misschien

kunt gebruiken. • Verzamel alle informatie in een map (documentatiemap).

Stap 3: Informatie verwerken

• Lees je materiaal goed door en onderzoek wat je kunt gebruiken. • Schrijf de belangrijkste informatie op. • Beantwoord de vragen die je tijdens de oriënterende stap be-

dacht hebt.• Bepaal hoe je de hoofdstukken wilt indelen. Vaak kan dit per

vraag.• Verdeel je hoofdstuk netjes in verschillende alinea’s.

Page 18: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-18-

Stap 4: Afronden werkstuk

• Schrijf de inleiding. • Schrijf het slot. • Maak de bronnenlijst. • Zet het werkstuk in elkaar en maak de inhoudsopgave. • Maak een omslag (met onderwerp, naam/namen, klas, vak/vak-

ken en datum).

5.5Presentatievormen

Er zijn verschillende manieren waarop je een werkstuk of verslag kunt presen-teren. De volgende presentatievormen worden vaak gebruikt:

• PowerPoint-presentatie

• Posterpresentatie

• Brochure en folder

Op de volgende bladzijdes vind je in het kort wat meer informatie over de verschillende manieren van presenteren.

Page 19: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-19-

PowerPoint-presentatie

Een PowerPoint-presentatie bestaat uit een aantal dia’s met daarop korte in-formatie, waarbij je zelf ook belanrijke informatie vertelt. . Als je een goede PowerPoint presentatie wilt geven, zul je je goed moeten voorbereiden. Dit kun je doen door een goed verslag of werkstuk te maken.

In een goede PowerPoint presentatie moeten minimaal de volgende zaken te-rugkomen:

Startdia: onderwerp, naam/namen, klas, vak/vakken en inhoudsopgave. Wat ga je allemaal vertellen in de presentatie? Wat komt er allemaal aan bod?.

Per dia:

• weinig tekst: titel en trefwoorden in duidelijke, grote letters. Zorg voor duidelijke, begrijpelijke teksten.

• één of twee afbeeldingen. Gebruik een beperkt aantal duidelijke, begrij-pelijke schema’s of afbeeldingen (foto’s, tekeningen, schema’s, tabellen enz.).

• Logische volgorde van de onderdelen (lees- en kijkvolgorde). • Uitnodigend uiterlijk. • Verzorgd uiterlijk. • Goede taalverzorging: let op zinsbouw, spelling en het gebruik van hoofd-

letters, komma’s, punten, uitroeptekens enzovoort. • Zet op de laatste dia de bronnenlijst.

Page 20: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-20-

Presentatie

De informatie die jij tijdens de presentatie vertelt is een belangrijk onderdeel van de PowerPoint-presentatie. Je kunt op verschillende manieren vertellen (toelichten):

• Je vertelt bij een of meer dia’s en laat je publiek steeds tussendoor vragen stellen. .

• Je vertelt bij een of meer dia’s en stelt daarna vragen. • je vertelt bij een of meer dia’s en je laat je publiek aan het einde vragen

stellen.

Dia’s maken

• Zet niet te veel informatie op een dia. • Gebruik voor teksten minimaal lettergrootte 24, voor de titels en tus-

senkopjes een grotere letter, bijvoorbeeld 40 en 32. Zorg voor duidelijke afbeeldingen (illustraties en figuren).

Lay-out PowerPoint-presentatie

Een PowerPoint-presentatie bestaat altijd uit een aantal dia’s in een vastge-stelde volgorde, het ziet er dus altijd hetzelfde uit. De volgorde is als volgt:

• 1Startdia: onderwerp, naam/namen, klas, vak/vakken en datum. • Inleidende dia(’s) met hoofdvraag, deelvragen en opbouw van de presen-

tatie. • Inhoudsdia’s; gebruik per deelvraag een of meer dia’s. • Slotdia met conclusie/samenvatting en de werkwijze. • Dia met de bronnenlijst.

Page 21: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-21-

In het onderstaande schema staat netjes op een rijtje wat je allemaal per on-derdeel van de PowerPoint presentatie moet controleren:

Volgorde Heb je alles in de juiste volgorde gezet?

(Inhoudsopgave, Inleiding, Hoofdstukken, Slot, Bronnenlijst) Inhoud • Inleiding

- Heb je het onderwerp genoemd?

- Heb je de hoofdvraag genoemd?

- Heb je de deelvragen genoemd?

- Heb je de aangegeven wat je allemaal gaat bespreken in je presentatie?

• Kern

- Heb je alle deelvragen uitgewerkt?

- Heb je de hoofdvraag beantwoord?

- heb je alle onderdelen voldoende besproken?

• Slot

- Heb je een conclusie en/of samenvatting gegeven?

- Heb je verteld hoe je aan het werkstuk hebt gewerkt? Bronnen Heb je alle bronnen op de juiste manier vermeld?

Page 22: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-22-

Lay-out - Klopt het lettertype van de tekst?

- Kloppen de lettergroottes van titels, tussenkopjes en tekst?

- Heb je het juiste aantal regels overgeslagen na een titel, tus-senkopje en bij alinea’s?

- Klopt de regelafstand?

- Heb je de tekst overal links uitgelijnd?

- Moet er een bijschrift bij de afbeeldingen?

- Klopt de paginanummering? Publiek Heb je bij de inhoud en de taal rekening gehouden met het

publiek? Taalver-zorging

- Hoofdstuktitels en tussenkopjes?

- Goed geformuleerde zinnen?

- Taalgebruik?

- Hoofdletters en leestekens?

- Spelling?

Afronden PP-presentatie

Om de presentatie op een goede manier af te ronden en ervoor te zorgen dat je zeker niets vergeet kun je de volgende dingen doen:

• Zet de presentatie op een usb-stick. • Maak een spiekbriefje. • Oefen de presentatie.

Misschien is het handig om de presentatie eens te houden voor je ouders, een klasgenoot of een vriend. Zo kun je, samen met iemand anders, bekijken wat je eventueel nog moet oefenen, verbeteren of kunt aanpassen.Ook kan diegene je iets vertellen over de manier waarop je presenteert; bijvoorbeeld over je houding, of het houden van oogcontact.

Page 23: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-23-

Posterpresentatie

De posterpresentatie bestaat uit één of meer posters, waarbij jij zelf informatie vertelt. Deze presentatievorm is bedoeld om kleine groepen te informeren. Als je een goede posterpresentatie wilt geven, moet je je , net als bij de Power-Point presentatie, goed voorbereiden.

In een goede Posterpresentatie moeten minimaal de volgende zaken terugko-men

• Grote afmetingen: bijvoorbeeld 60 cm x 90 cm of 120 cm x 120 cm. • Weinig tekst: titel, trefwoorden in duidelijke, grote letters. Zorg voor

duidelijke, begrijpelijke teksten. • Niet te veel schema’s en afbeeldingen. Gebruik duidelijke,

begrijpelijke schema’s en afbeeldingen (foto’s, tekeningen, tabellen enz.).

• Logische, genummerde volgorde van de onderdelen (lees- en kijkvolg orde).

• Uitnodigend uiterlijk. • Verzorgd uiterlijk. • Goede taalverzorging: let op zinsbouw, spelling en het gebruik van

punten, komma’s hoofdletters, vraagtekens, enzovoorts. .• Maak een bronnenlijst die je uitdeelt.

JekuntdeposteropdezelfdemanierpresenterenalsdePowerPointpresen-tatie.

Page 24: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-24-

Brochure en folder

De basis voor een goede brochure of folder is een werkstuk dat je hebt ge-maakt. Een brochure bestaat uit minimaal acht pagina’s. Een folder bestaat meestal uit vier pagina’s.

In een goede folder / brochure vind je minimaal de volgende zaken terug:

• Folder: formaat A5 (= A4 dubbelgevouwen) en dubbelzijdig bedrukt. • Brochure: formaat A5 (= A4 dubbelgevouwen), dubbelzijdig bedrukt en met een duidelijke kaft. Net zoals bij een werkstuk moet je de pagina’s nummeren. • Niet teveel tekst, zeker bij een folder. Zorg voor duidelijke, begrijpe lijke teksten. • Een klein aantal schema’s en afbeeldingen. Gebruik duidelijke, begrij pelijke afbeeldingen (foto’s, tekeningen, tabellen enz.). • Logische volgorde van de onderdelen (lees- en kijkvolgorde). • Uitnodigend uiterlijk. • Verzorgd uiterlijk. • Goede taalverzorging: let op zinsbouw, spelling en het gebruik van punten, komma’s hoofdletters, vraagtekens, enzovoorts. .• Maak een bronnenlijst die je uitdeelt.

Presentatie

Na het uitdelen van de brochure/folder kun je het op de volgende manier bespreken: Je laat de folder/brochure doorlezen en laat je publiek vragen stellen. Je laat de folder/brochure doorlezen en stelt daarna vragen.

Page 25: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-25-

Lay-out werkstuk

De volgende onderdelen MOETEN altijd in een verslag zitten. De onderstaande indeling is de JUISTE voor al je verslagen.

Voorpagina Titel en bijpassend plaatje. Je eigen naam en klas. Het vak, de naam van de docent en de datum van afronding.

Inhoudsopgave Hoofdstukken en de paginanummers erbij.

Inleiding Waar gaat het werkstuk over? Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Wat zijn je verwachtingen van dit onderwerp / activiteit?

Hoofdstukken

Slot Je eigen mening over het onderwerp. Hoe is het werkstuk tot stand gekomen? Wat is goed en minder goed gegaan? Wat heb je van het werkstuk geleerd?

Page 26: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-26-

Achtergrondinformatie

Extra informatie over je onderwerp. Deze informatie mag je letterlijk van In-ternet overnemen. Je mag uiteraard ook folders, krantenartikelen e.d. hierop plakken.

Bronnenlijst

De letterlijke Internetlink waar je de informatie hebt gevonden.

Namen van mensen waar je informatie vandaan hebt gehaald.

Boeken / kranten / tijdschriften enz. noemen waar je informatie uit hebt ge-haald.

Extra aandachtspunten:

• Op ieder pagina staan paginanummers.• Lettergrootte 10, 11 of 12 voor de tekst in je verslag.• Je verslag zit in een mapje.• Algemene taalverzorging. (Dit betekent hoe je Nederlands schrijft; hele

zinnen, hoofdletters, komma’s, enz.)

Page 27: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-27-

5.6Mondelingepresentatie

Aandachtspunten bij de voorbereiding

• Voor welk publiek spreek je? • Waar houd je de presentatie? • Hoeveel tijd heb je om te presenteren? • Hoe ziet je presentatie er wat betreft indeling uit? (inleiding - middenstuk

- slot) • Welke hulpmiddelen kun je gebruiken? (digibord, laptop / beamer met

PowerPoint-presentatie;; white board met markers; flip-over met stiften)

Beoordelingscriteria

Wanneer je mondeling presenteert, kun je op de volgende onderdelen beoor-deelt worden.

• Inhoud • Er is een pakkende inleiding. • Er is een logische opbouw naar de kern van je verhaal. • Er is een goed slot. • De spreker gaat voldoende in op gestelde vragen enz. • Het publiek krijgt een duidelijk beeld van het onderwerp. • Taalgebruik / taalverzorging • De spreker spreekt duidelijk. • De spreker spreekt hard genoeg. • De spreker spreekt in een goed tempo. • De spreker spreekt in hele zinnen. • De spreker drukt zich goed en begrijpelijk uit. • De spreker heeft zijn taalgebruik afgestemd op het publiek.

Houding

• De spreker maakt oogcontact met het publiek. • De spreker leest niet voor. • De spreker straalt enthousiasme uit. • De spreker maakt zinvol gebruik van hulpmiddelen (bord, laptop /

beamer enz.).

Page 28: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-28-

5.7 Timemanagement

Je tijd goed indelen is erg belangrijk. Over het algemeen breng je je tijd op vier manieren door, zoals je hieronder in het schema met voorbeelden kunt zien.

Schema:

Mee

r bel

angi

jk

Veel haast

Minder belangrijk

GELE TIJDwekstuk vandaag inleverenMorgen ToetsVriend heeft problemenLekke band

RODE TIJDOnbelangrijke sms’enVienden zijn onlineOnbelangrijke telefoontjesNu is er uitverkoop

GROENE TIJDOpdracht over 5 dagen klaarAfspreken met vriendenWedstrijd spelenTijd voor hobby

ORANJE TIJDTe veel gamenEindeloos sms’enTe veel tv kijkenTijd verdoen

Geen haast

Het schema is onderverdeeld in belangrijke en minder belangrijke tijd. Bin-nen de belangrijke tijd en de minder belangrijke tijd zijn ook weer verdelingen gemaakt. Zo kun je, in een schema, heel overzichtelijk zien welke dingen echt moeten gebeuren (wat heeft er haast) en welke dingen wat minder dringend zijn (wat heeft er minder haast). Alle tijden kun je een kleurtje geven. Dit maakt de verdelingen nog duidelijker.

Page 29: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-29-

• Gele tijd

Belangrijke dingen die veel haast hebben. Er zijn altijd zaken die gedaan moe-ten worden, zoals een vriend helpen die problemen heeft. Maar er zijn ook veel activiteiten die je hebt opgespaard door je huiswerk uit te stellen. Veel zaken in de gele tijd betekent dat je vaak onder tijdsdruk moet presteren. Ge-volgen: stress en middelmatige prestaties.

• Rode tijd

Minder belangrijke activiteiten die veel haast hebben. Vooral zaken die be-langrijk zijn voor andere mensen, of dingen waarop je geen ‘nee’ kunt zeggen, omdat je bang bent dat je iemand voor het hoofd stoot. Gevolgen: gebrek aan discipline, je doet dingen omdat anderen het willen, minderwaardigheidsge-voel.

• Groene tijd

Belangrijke activiteiten die geen haast hebben. Deze veroorzaken problemen om uit te voeren, want je moet ze plannen. Een goede planning levert kwali-teit en zorgt ervoor dat je controle hebt. Gevolgen: evenwicht, goede presta-ties, minder ‘gezeur’.

• Oranje tijd

Minder belangrijke activiteiten die geen haast hebben. Zij zorgen voor gevaar! Je weet best wanneer je te veel tv kijkt of computerspellen speelt. Een beetje oranje mag best, maar te veel betekent verspilde tijd. Gevolgen: schuldge-voel, verslaving, gebrek aan verantwoordelijkheid.

Page 30: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-30-

Timemanagement betekent plannen!

Als je gaat plannen kijk je wat je moet doen en stel je prioriteiten; je kiest wat voor jou het (meest) belangrijk is.

Wil je meer groene tijd, dan zul je de tijd in de andere kleuren moeten ver-minderen.

• Begin met het inplannen van de groene tijd en daarna met de overige zaken.

• Besteed elke week een kwartier voor het inplannen van die week.• Pas je planning (agenda) dagelijks aan. • Streep geen groene tijd weg.

Als je je tijd goed verdeeld, voorkom je gestress en onvoldoendes. Een goede planning zorgt er bovendien ook voor, dat je meer tijd overhoudt voor leuke dingen, of voor werk. Plannen is moeilijk om te leren, maar wanneer je het goed kunt, zal je zien dat het je veel voordelen oplevert.

Trouwens, straks op het MBO verwachten ze niet anders van je. Daar is het de bedoeling dat je bijna alle tijd die je hebt zelf verdeelt en inplant. Hoe eerder je begint, hoe eerder je het onder de knie hebt.

Je kunt natuurlijk ook altijd je mentor om hulp vragen!

Page 31: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-31-

6 Uitleen balie

In lokaal 21.12 (zorg en welzijn lokaal) hebben we een uitleenbalie, waar leer-lingen en docenten (van bovenbouw Basis en Kader) diverse spullen kunnen lenen of kopen. Je kunt denken aan: pennen, snelhechters, knutselspullen, (gekleurd) papier, lijm en scharen.

Als je iets wil lenen of kopen is het de bedoeling dat je eerst met je docent overlegt of je naar het zorg en welzijn lokaal mag lopen.

Hier zal een bezoekerslijst worden bijgehouden zodat de docent kan controle-ren hoe lang je bent weggeweest en wat je geleend of gekocht hebt. Er wordt gewoon les gegeven dus je moet je netjes gedragen wanneer bij 21.12 bin-nen komt.

Denk aan:

• Kloppen en vragen of je naar binnen mag• Rustig praten• Rustig vragen naar dat wat je nodig hebt• Rustig reageren• Rustig het lokaal weer verlaten

De geleende spullen moeten ook weer netjes terug gebracht worden. Anders worden kosten in rekening gebracht.

6

Page 32: Inhoudsopgave - Valuascollege leerwerkhuis.pdf · groene kaart en weektaak bij je hebt! 4-12-5. Tips en Tricks Je zult steeds meer opdrachten tegenkomen, waarvan je misschien niet

-32-