Inhoudsopgave - Grafschaft Bentheim

15
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG Begeleidende brief bij de vergunningsaanvraag Verklaring omtrent de overname van kosten Verzoek tot onmiddellijke uitvoering Inhoudsopgave 1. Vergunningsaanvraag conform de Duitse federale wet inzake de bescherming tegen emissies (BImSchG) 1.1 Vergunningsaanvraag 1.1.1 Locatie van het windpark 1.1.2 Bouwkosten 1.2 Korte beschrijving 2. Kaarten/plattegronden 2.1 Topografische kaart 2.2 Officiële kaart 2.3 Kadastrale kaart 2.4 Officieel meetplan 2.5 Uittreksel uit het geldige bestemmingsplan 3. Windturbine en bedrijf 3.1.1 Technische gegevens 3.1.2 Specificaties 3.1.3 Beschrijving van het fundament 3.1.4 Beschrijving van de toren 3.1.5 Prefab betontoren 3.1.6 Afmetingen van de gondel 3.1.7 Doorsnede van de gondel 3.1.8 Eigen behoefte 3.2 Opbouw van de windturbine 3.3 Bedrijfsgebouw 4. Emissies en immissies 4.1 Geluidsniveau 4.2 Formulier voor de geluidsemissie 4.3 Prognose voor de geluidsemissie 4.4 Analyse van de slagschaduw

Transcript of Inhoudsopgave - Grafschaft Bentheim

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

Zetel van de vennootschap:

Begeleidende brief bij de vergunningsaanvraag Verklaring omtrent de overname van kosten Verzoek tot onmiddellijke uitvoering

Inhoudsopgave 1. Vergunningsaanvraag conform de Duitse federale wet inzake de

bescherming tegen emissies (BImSchG)

1.1 Vergunningsaanvraag

1.1.1 Locatie van het windpark

1.1.2 Bouwkosten

1.2 Korte beschrijving

2. Kaarten/plattegronden

2.1 Topografische kaart

2.2 Officiële kaart

2.3 Kadastrale kaart

2.4 Officieel meetplan

2.5 Uittreksel uit het geldige bestemmingsplan

3. Windturbine en bedrijf

3.1.1 Technische gegevens

3.1.2 Specificaties

3.1.3 Beschrijving van het fundament

3.1.4 Beschrijving van de toren

3.1.5 Prefab betontoren

3.1.6 Afmetingen van de gondel

3.1.7 Doorsnede van de gondel

3.1.8 Eigen behoefte

3.2 Opbouw van de windturbine

3.3 Bedrijfsgebouw

4. Emissies en immissies

4.1 Geluidsniveau

4.2 Formulier voor de geluidsemissie

4.3 Prognose voor de geluidsemissie

4.4 Analyse van de slagschaduw

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

6. Veiligheid van de windturbine

6.1 Technische beschrijving van de veiligheid van de windturbine

6.2 Technische beschrijving van de bliksembeveiliging

6.3 Technische beschrijving van het ijsdetectiesysteem

7. Arbeidsveiligheid

7.1 Arbeidsveiligheid

7.2 Arbeidsveiligheid, bescherming van personen en brandbeveiliging

8. Bedrijfsinstelling

8.1 Maatregelen bij de bedrijfsinstelling

8.2 Raming van de ontmantelingskosten

8.3 Ontmantelingsverplichting

9. Afval

9.1 Hoeveelheid afval tijdens de opbouw

9.2 Hoeveelheid afval in de toren

9.3 Hoeveelheid afval na de inbedrijfstelling

9.4 Afvoer

11. Omgang met waterverontreinigende stoffen

11.1 Waterverontreinigende stoffen

11.2 Gegevensbladen over waterverontreinigende stoffen

12. Documenten bij de aanvraag van de omgevingsvergunning en

brandbeveiliging

12.1 Aanvraag van de omgevingsvergunning

12.1.1 Bewijs van bevoegdheid voor het indienen van een

omgevingsvergunning

12.2 Typekeuring

12.3.1 Brandbeveiliging

12.3.2 Brandbeveiligingsconcept 12.4 Berekening van de grensafstand

12.5 Vergunningsaanvragen luchtvaartobstakels

13. Natuur, landschap & bodembescherming

13.1 Formulier natuurbescherming

13.2 Vakartikel over broedvogels en gastvogels

13.3 Vakartikel over vleermuizen

14. Milieuverdraagzaamheid

14.1 Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschaps-

behoud

15. Expertiserapport turbulentie

16. Expertiserapport bouwgrond

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

1.2 Korte beschrijving van het project

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG, vertegenwoordigd door de beherende vennoot, BVT Energie

Anlagen GmbH, is initiatiefnemer voor de opbouw van 6 windturbines in de deelgemeente Laar (perceel

105, 106 en 107) in het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft

Bentheim. Het windpark zal ten noordoosten van het dorp Emlichheim ontstaan. De 10 aanwezige

windturbines van het type Tacke TW 1.5s (GE Wind) zullen, op twee windturbines na, tot de voltooiing

van de werkzaamheden in het kader van de opbouw van de nieuwe windturbines ontmanteld worden.

1.2.1 Regionale ruimtelijke ordening en bestemmingsplan

Voor het opstellen van de regionale programma's voor de ruimtelijke ordening, in de Duitse deelstaat

Nedersaksen "Regionale Raumordnungsprogramme" (afkorting: RROP) genoemd, zijn de districten

evenals de regio Hannover en het samenwerkingsverband regio Braunschweig als bevoegde instantie

voor de regionale planning verantwoordelijk. Dienovereenkomstig heeft het district Grafschaft

Bentheim in 2001 een regionaal programma voor de ruimtelijke ordening opgesteld dat sinds 2002 van

kracht is. Dit regionale programma voor de ruimtelijke ordening bevat echter geen gedetailleerde

bepalingen en afzonderlijk aangewezen gebieden voor de opwekking van energie met behulp van

windturbines, en is dientengevolge niet relevant voor de planning van windturbines. Met de

actualisering van het regionale programma voor de ruimtelijke ordening werd in 2012 begonnen. Het

bijgewerkte programma dient gedetailleerde informatie over de opwekking van energie met behulp van

windturbines alsmede over voorkeursgebieden te bevatten, dient bij de planning echter geen

marktafschermende effecten te hebben. Het geactualiseerde regionale programma voor de ruimtelijke

ordening wordt momenteel niet voor 2018 verwacht.

Van doorslaggevend belang voor de planning van de locatie van het project is het gemeentelijke

bouwbeleid met het bestemmingsplan van het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim

(stand 14 november 2014).

Afbeelding 01: Fragment uit het bestemmingsplan van het gemeentelijke samenwerkingsverband

Emlichheim voor het windpark Emlichheim Nord.

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

1.2.2 Informatie over de windturbine

De initiatiefnemer van het project is voornemens 6 windturbines van de firma ENERCON van het type E-

115-1 G2 op te bouwen. Bij dit type windturbine gaat het om een windturbine met driebladige rotor,

actieve bladverstelling (pitchregeling), bedrijf met een variabel toerental en een nominaal vermogen van

3000 kW. De windturbine heeft een rotordiameter van 115,71 m en een naafhoogte van 149,08 m. De

totale hoogte van de windturbine bedraagt 206,86 m vanaf de bovenkant van het terrein.

Na beëindiging van de startprocedure van de E-115-1 G2 draait de windturbine in automatisch bedrijf

(normaal bedrijf). Tijdens bedrijf worden de windkarakteristieken continu berekend en worden het

rotortoerental, de bekrachtiging van de generator en het vermogen van de generator geoptimaliseerd.

De gondelpositie wordt dienovereenkomstig aangepast aan de windrichting en alle sensortoestanden

worden geregistreerd. Bij windsnelheden van minder dan 2,5 m/s kan geen stroom in het

elektriciteitsnet worden gevoed. De windturbine bevindt zich in dit geval in schommelbedrijf. Dit

betekent, dat de rotorbladen zoveel mogelijk uit de wind zijn gedraaid en de rotor langzaam draait of bij

volledige windstilte stil blijft staan. Vanaf een windsnelheid van 2,5 m/s en < 12 m/s draait de

windturbine in deellastbedrijf. Hierbij wordt het maximaal mogelijke vermogen aan de wind onttrokken.

Op of boven een windsnelheid van 12 m/s houdt de windturbine in vollastbedrijf het toerental van de

rotor door middel van de bladverstelling op de nominale waarde (ca. 12,4 omw./min.), en beperkt

hierdoor het vermogen tot de nominale waarde van 3000 kW. Vanaf een windsnelheid van 28 m/s

treedt de stormregeling in werking.

De windturbine E115-1 G2 beschikt over diverse veiligheidstechnische inrichtingen die de windturbine

continu in een veilig bedrijfsbereik houden. Naast de componenten voor een veilige stop van de

windturbines maakt ook een complex sensorsysteem deel uit van de veiligheidstechnische inrichtingen.

Dit sensorsysteem registreert continu alle relevante bedrijfstoestanden van de windturbine, en stelt

deze informatie via het afstandbewakingssysteem ENERCON SCADA ter beschikking. Als

veiligheidsrelevante bedrijfsparameters zich buiten een toegestaan bereik bevinden, draait de

windturbine met een gereduceerd vermogen of wordt de windturbine stopgezet.

Parameters van de windturbine ENERCON E-115-1 G2:

Nominaal vermogen: 3,0 MW

Naafhoogte: 149 m

Rotordiameter: 115 m

Toren: Prefab betontoren met stalen sectie

Fundamentoppervlak: 452 m²

De windturbine ENERCON E-115-1 G2 beschikt over een systeem voor de netaansluiting. Met behulp van

dit systeem wordt de door de generator opgewekte elektrische energie overeenkomstig de

voorschriften van de elektriciteitsbedrijven omgezet in wisselstroom.

Het gemiddelde benodigde oppervlak inclusief stelvlak van de kraan bedraagt ca. 3.517 m² per

windturbine.

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

1.2.3 Infrastructuur en ontsluiting

Het aangewezen gebied wordt via de rijksweg B403 en de Volzeler Feldweg ontsloten. De aanwezige

landbouwwegen zorgen voor de verdere ontsluiting van het gebied.

De aansluiting op het elektriciteitsnet van Westnetz wordt tot stand gebracht via een

transformatorstation. Tussen de windturbines en het netknooppunt worden ondergrondse 30 kV-kabels

geplaatst.

1.2.4 Brandbeveiliging

Voor de windturbines van ENERCON is een uitgebreid veiligheidsconcept opgesteld.

De brandweer kan de windturbines in geval van brand via de uitgebouwde toegangswegen goed bereiken.

1.2.5 Emissies

Met betrekking tot de geluidsisolatie is een geluidstechnisch onderzoek bijgevoegd dat de naleving van

de immissiegrenswaarden aantoont. De geplande 6 windturbines zijn, met het oog op de geluidsisolatie

en met inachtneming van de Duitse norm inzake geluidshinder (TA-Lärm), vergunningsplichtig.

In het kader van de regelmatig uit te voeren onderhoudswerkzaamheden dient de exploitant er zorg

voor te dragen dat de door het bedrijf van de windturbines veroorzaakte veranderingen van de

emissiewaarden snel vastgesteld en zo spoedig mogelijk verholpen worden. Indien tijdens de

bedrijfsduur van ca. 20 jaar onverwachts een overschrijding van de immissierichtwaarden wordt

vastgesteld, dient een wijziging c.q. aanpassing van de besturing van de turbine (beperking van het

maximale nominale vermogen c.q. reductie van het toerental van de rotor) op korte termijn uitkomst te

bieden tot andere, emissieverlagende maatregelen van technische aard gerealiseerd kunnen worden.

Om aan te tonen dat de aanbevolen richtwaarde voor de slagschaduw van 30 uur per jaar c.q. 30

minuten per dag met betrekking tot de invloed hiervan op woon- en kantoorruimten wordt

aangehouden, is een prognose bijgevoegd. In geval van een overschrijding van deze waarden zorgt een

in de windturbine gemonteerd en dienovereenkomstig geprogrammeerd automatisch

uitschakelsysteem ervoor dat de richtwaarden aangehouden worden.

1.2.6 Milieuvriendelijkheid en milieueffectbeoordeling

In verband met de voor de opbouw en het bedrijf van het windpark onvermijdbare ingrepen in natuur

en landschap alsook met het oog op de hieruit voortvloeiende compensatie- en herstelmaatregelen

wordt aan het voorstel een milieueffectrapport toegevoegd. In dit milieueffectrapport worden de

belangen van de bescherming van natuur en landschap uitgebreid onderzocht en worden de

vermoedelijke effecten op de relevante beschermde gebieden bepaald en beoordeeld. De reikwijdte van

het onderzoek is inhoudelijk en ruimtelijk o.a. op 29 februari 2016 in het kader van een verkennende

bijeenkomst vastgelegd.

In algemene zin dient opgemerkt te worden dat de door de opschaling van het windpark Emlichheim

Nord veroorzaakte ingrepen in natuur en landschap door de in het expertiserapport genoemde

maatregelen gecompenseerd kunnen worden. Het aanhouden van de wettelijke immissiegrenswaarden

BVT Windpark Emlichheim

GmbH & Co. KG

ter bescherming van personen tegen de door de windturbines veroorzaakte milieueffecten is

gewaarborgd.

17 juni 2016

Repowering Windpark Emlichheim-Nord

in het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim,

district Grafschaft Bentheim

Milieueffectrapport

met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Aanvrager:

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG

Tölzer Straße 2

82031 Grünwald

Duitsland

Dense & Lorenz

Büro für angewandte Ökologie

und Landschaftsplanung

Herrenteichsstraße 1

49074 Osnabrück

Duitsland

Tel. : (+49) 0541 / 27233 Fax : (+49) 0541 / 260902

[email protected]

Aanvrager: BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG

Tölzer Straße 2

82031 Grünwald

Duitsland

Auteur: Dense & Lorenz

Büro für angewandte Ökologie und Landschaftsplanung GbR

Herrenteichsstraße 1

49074 Osnabrück

Duitsland

Tel.: (+49) 0541 - 27233 | Fax: (+49) 0541 - 260902

[email protected]

Bewerking: Dipl.-Ing. Kay Lorenz (projectleiding)

Dipl.-Biol. Carsten Dense (fauna)

M. Eng. Eileen Müller (GIS)

Bron kaarten : Uittreksel uit de geografische basisgegevens van het Nedersaksische

Kadaster (Niedersächsische Vermessungs- und Katasterverwaltung), © 2016

Osnabrück, 17 juni 2016

Dipl.-Ing. Kay Lorenz

Landschaftsarchitekt bdla

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 2

0 Niet-technische samenvatting

0.1 Resultaten van het milieueffectrapport

Naar aanleiding van de formele vergunningsprocedure met openbare bekendmaking conform § 4 in

verbinding met § 10 van de Duitse federale wet inzake de bescherming tegen emissies (Bundes-

Immissionsschutzgesetz, BImSchG) dient een milieueffectrapport (MER) opgesteld te worden. De

aanvrager van de vergunning, BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG, legt hiermee en in

overeenstemming met § 6 van de Duitse wet inzake milieueffectrapportages (Gesetz über die

Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) de hiervoor relevante documenten met betrekking tot de

milieueffecten bij aanvang van de procedure voor.

Het projectgebied bevindt zich nabij de Nederlandse grens. Dientengevolge reiken enkele effecten van

het project tot op het Nederlandse grondgebied. In het bijzonder geldt dit voor de te beschermen

aspecten fauna (soortengroepen vogels en vleermuizen, biologische diversiteit), landschap (visuele

effecten) en mens (huisvesting, leefomgeving, landschappelijk herstel). In het kader van de

beschouwing van de te beschermen aspecten worden de inventarisatie alsmede de prognose van de

effecten derhalve zowel voor het Duitse als voor het Nederlandse effectgebied verricht. De samenvatting

van de te verwachten grensoverschrijdende milieueffecten van het project kan worden geraadpleegd

onder punt 0.2.

Projectbeschrijving:

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG is voornemens zes nieuwe windturbines in de gemeente Laar

(gemeentelijk samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft Bentheim) op te bouwen en te

exploiteren. In het kader van dit project dienen acht reeds bestaande windturbines ontmanteld te worden.

Twee windturbines zullen verder worden geëxploiteerd (zie kaart 1).

Voor het project zullen windturbines van het type E-115 van ENERCON worden gebruikt met een

naafhoogte van 149 meter, een rotordiameter van 115 meter en een totale hoogte van 206,50 meter. De

geplande windturbines beschikken over een vermogen van elk maximaal 3 MW. De reeds aanwezige

windturbines van het type Tacke met een naafhoogte van 85 m hebben een vermogen van elk maximaal

1,5 MW, zodat het windpark in staat is om een totaal maximaal vermogen van 21 MW op te wekken.

Milieueffecten, preventie, compensatie:

Naast een milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud zijn, met het oog op de van

toepassing zijnde soortenbescherming, aan de vergunningsaanvraag onder andere een vakartikel over

broed- en gastvogels (MOORMANN 2016) en een vakartikel over vleermuizen (DENSE & LORENZ 2016)

toegevoegd. Het onderhavige rapport heeft betrekking op deze documenten, de relevante uitspraken met

betrekking tot de soortenbescherming en de vereiste preventieve maatregelen worden eveneens

behandeld en toegelicht.

Voor de opbouw van de windturbines wordt primair intensief bewerkt akkerland en grasland gebruikt. Door

de fundamenten van de windturbines alsmede door de toegangswegen en de stelvlakken van de kranen

worden bepaalde delen van het oppervlak continu belast. De aan te brengen fundamenten zorgen voor

een volledige verzegeling van de grond. De stelvlakken van de kranen en de toegangswegen daarentegen

worden met een waterdoorlatend mineraal mengsel verhard.

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 3

Mogelijke verboden handelingen met betrekking tot de regelgeving inzake de soortenbescherming

kunnen door de realisatie van geschikte maatregelen worden verholpen. Hiertoe behoren onder andere

tijdelijk begrensde uitschakeltijden (vleermuizen) en tijdelijke regelingen voor de uitvoering van

bouwwerkzaamheden (vleermuizen, vogels). De met de realisatie van het project gepaard gaande

habitatverliezen en verstoringen van vogels worden door soortspecifieke onderhoudsmaatregelen en de

aanleg van grasland gecompenseerd. Hiervoor is een oppervlak van 2 ha op een afstand van ca. 1.000

meter beschikbaar.

Bij het onderzochte gebied betreft het geen Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde habitat-

/vogelbeschermingsgebied is het Natura 2000-gebied 033 "Bargerveen" (nummer NL2000002 (VR) +

NL2000002 (HR)) op Nederlands grondgebied, dat zich op een afstand van ca. 11 km ten noordoosten

van de projectlocatie bevindt.

Het noordelijke deelgebied van de voorkeurslocatie is op regionaal niveau van betekenis voor

broedvogels, het zuidelijke deelgebied is op lokaal niveau van betekenis. De onderzochte locaties ten

noordoosten van de Grens Aa (Nederland) zijn op nationaal niveau van betekenis, de locaties ten

noordwesten van de Grens Aa zijn op lokaal niveau van betekenis. De deelgebieden aan weerszijden van

het westelijke gedeelte van het Coevorden-Piccardiekanaal zijn op regionaal niveau van betekenis.

Voor gastvogels zijn delen ten noorden van de Grens Aa, voornamelijk bestaande uit agrarische gebieden

c.q. landbouwgrond, op regionaal niveau van betekenis voor kieviten en zilverreigers. Een deelgebied ten

zuidoosten van de voorkeurslocatie is op lokaal niveau van betekenis voor de toendrarietgans. De

betekenis van de overige oppervlakken van het onderzochte gebied, in het bijzonder de volledige

voorkeurslocatie, dient lager ingeschaald te worden.

In het onderzochte gebied kon de aanwezigheid van minimaal zes vleermuissoorten worden aangetoond.

Hierbij dient met name op de aantoonbare aanwezigheid van de kleine dwergvleermuis gewezen te

worden. De onderzoeken toonden een vrij geringe vleermuisactiviteit aan, lokaal kon echter ook, met

name bij verticale structuren, een verhoogde activiteit van enkele vleermuissoorten worden vastgesteld.

De met het project gepaard gaande effecten op het te beschermen aspect fauna worden, in het bijzonder

met betrekking tot de verstoring en het verlies van habitats voor weidevogels en tot het significant

verhoogde sterfterisico voor vleermuis- en vogelsoorten als gevolg van aanvaringen, als wezenlijk

ingeschat.

Onder dien voorwaarde dat de preventieve maatregelen voor vleermuizen en vogels worden

gerealiseerd, worden de met het project gepaard gaande milieueffecten op deze soortengroepen als niet

wezenlijk in de zin van de Duitse wet inzake milieueffectrapportages (Gesetz über die

Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) beoordeeld. Evenmin is er sprake van wezenlijke beperkingen met

betrekking tot de natuurcompensatieregeling.

Aan het bouwproject zijn bijkomende milieueffecten verbonden. Vanwege het onvermijdbare landgebruik

en het verlies van biotopen zijn naast het te beschermen aspect fauna ook de te beschermen aspecten

bodem en flora betroffen. Bij de opbouw van de windturbines worden de te beschermen aspecten bodem

en flora met een totaal oppervlak van 3,32 hectare belast. Een bodemoppervlak van 2.712 m² wordt door

de aan te brengen fundamenten van de windturbines volledig verzegeld, een oppervlak van 30.516 m²

wordt gedeeltelijk verzegeld voor de aanleg van nieuwe toegangswegen en stelvlakken. Na aftrek van de

door de ontmanteling van acht reeds bestaande windturbines ontstaande oppervlakken is er sprake van

een uitbreiding van het (gedeeltelijk) verzegelde oppervlak met 1,82 hectare.

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 4

De compensatiebehoefte voor het te beschermen aspect bodem komt voor de zes windturbines overeen

met een totaal oppervlak van 8.343 m². Voor het te beschermen aspect flora ontstaat dientengevolge een

compensatiebehoefte van 7.926 m². Deze compensatie wordt gerealiseerd door het behoud en de

extensieve beweiding van grasland in de nabijheid van water op perceel nummer 3, kavel 104 in de

deelgemeente Laar. De installatie van vier buizensystemen voor de toegangswegen leidt, in

overeenstemming met de natuurcompensatieregeling, tot compensatieplichtige maatregelen voor het te

beschermen aspect bodem. De compensatie geschiedt in het kader van de hierboven genoemde

maatregelen.

Aanvullend moeten struik-/boomhagen over een lengte van 143 meter vervangen worden. In samenspraak

met de stichting natuurbescherming Grafschaft Bentheim wordt, ten behoeve van een functionele

compensatie, een haagbeplanting op een alternatieve locatie uitgevoerd. De beraamde kosten worden

door de aanvrager overgenomen.

Met betrekking tot het te beschermen aspect water komt het door ontwateringsmaatregelen in de

bouwputten tijdens de bouwfase van de zes windturbines tot tijdelijke, niet wezenlijke dalingen van het

grondwaterniveau in de omgeving van de locatie van de windturbines.

De bouw van de meer dan 200 meter hoge windturbines zal het karakter van het landschap veranderen

en zodoende tot beperkingen van het landschapsgezicht leiden. De te verwachten milieueffecten worden

op basis van de richtlijn inzake natuurbescherming en windenergie (Naturschutz und Windenergie) van

de provincieraden van de deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden

met reeds aanwezige windparken in het effectgebied van het projectoppervlak (ca. 3 km). Door het

project zullen landschappelijke eenheden beperkt worden die over een zeer geringe, een geringe of een

gemiddelde landschappelijke waarde (waardeniveau) beschikken. Er zijn geen beschermde landschappen

of gebieden betroffen die van bijzondere betekenis zijn voor het landschapsgezicht. Aangezien reeds

windturbines aanwezig zijn, is er sprake van een voorbelasting van het landschap. Het project veroorzaakt

daarom geen wezenlijke nadelige milieueffecten in de zin van de Duitse wet inzake

milieueffectrapportages (Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) die verder reiken dan

de gebruikelijke omvang van de projectspecifieke milieubeperkingen van een windpark . In de zin van de

natuurcompensatieregeling dient van wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht uitgegaan te

worden. De functieverliezen die verband houden met het project, worden in het kader van de

natuurcompensatieregeling in aanmerking genomen en gecompenseerd.

Naar opvatting van de provincieraden van de Duitse deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) is een

compensatie c.q. een landschappelijke herstructurering (zie § 15, lid 2 van de Duitse federale wet inzake

natuurbescherming (BNatSchG)) van de wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht gezien de

geselecteerde bouwhoogten en de hiermee gepaard gaande impact van windturbines niet mogelijk.

Wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht worden derhalve gecompenseerd door middel van

een vergoeding conform § 15, lid 6 van de Duitse federale wet inzake natuurbescherming (BNatSchG).

Met inachtneming van het vastgelegde percentage van de vergoeding voor wezenlijke beperkingen van

het landschapsgezicht (1,08 % van de investeringskosten) bedraagt het totaal voor alle zes windturbines

€ 400.041,00. Voor één windturbine bedraagt het aandeel € 66.673,00.

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 5

Aanzienlijke effecten op het te beschermen aspect mens kunnen worden uitgesloten. Ter beoordeling van

de visuele effecten (slagschaduw, lichtreflecties, optische overlast) en de geluidsemissies zijn

afzonderlijke onderzoeken uitgevoerd (E-WIKOM GMBH 2016a+b; DENSE & LORENZ 2016). Dankzij

geschikte maatregelen (uitschakeling van de windturbine 's nachts) kunnen de wettelijke richt- en

grenswaarden met betrekking tot gebruik in kwetsbare omgevingen aangehouden worden. Bovendien

kan ervan worden uitgegaan dat de geplande windturbines de recreatieve functie van het gebied, dat

voornamelijk agrarisch gebruikt wordt en verkeersinfrastructureel vrijwel niet ontsloten is, niet wezenlijk

zullen beperken.

Wezenlijke effecten op de te beschermen aspecten klimaat en lucht kunnen worden uitgesloten.

Archeologische monumenten of vindplaatsen in de omgeving van de projectlocatie zijn niet bekend. De

voorschriften van de Duitse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Denkmalschutzbehörde) met

betrekking tot de meldingsplicht bij archeologische vondsten tijdens de graafwerkzaamheden worden

tijdens de planning en de uitvoering in acht genomen en behartigd (te beschermen aspecten

cultuurgoederen en overige materiële goederen).

Conclusie:

Geen van de vastgestelde milieueffecten vormt een dusdanige wezenlijke beperking dat de

milieuverdraagzaamheid van het project in het geding komt. De effecten kunnen door geschikte

preventieve, compenserende en vervangende maatregelen gecompenseerd worden, waardoor de

milieuverdraagzaamheid op basis van het deskundigenoordeel gewaarborgd is.

Met het oog op de bescherming tegen emissies dient de aanvrager in het kader van de

vergunningsprocedure aan te tonen dat aan de randvoorwaarden met betrekking tot de projectrealisatie

en de vermijding c.q. beperking evenals de compensatie van de milieueffecten, die voortvloeien uit het

milieueffectrapport en het begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud, wordt voldaan.

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 6

0.2 Grensoverschrijdende te verwachten milieueffecten van het project

Projectbeschrijving:

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG is voornemens zes nieuwe windturbines in de gemeente Laar

(gemeentelijk samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft Bentheim) op te bouwen en te

exploiteren. In het kader van dit project zullen acht bestaande windturbines ontmanteld worden. Twee

windturbines zullen verder worden geëxploiteerd (zie kaart 1).

Voor het project zullen windturbines van het type E-115 van ENERCON worden gebruikt met een

naafhoogte van 149 meter, een rotordiameter van 115 meter en een totale hoogte van 206,50 meter. De

geplande windturbines beschikken over een vermogen van elk maximaal 3 MW. De reeds aanwezige

windturbines van het type Tacke met een naafhoogte van 85 meter hebben een vermogen van elk

maximaal 1,5 MW. Het windpark is in staat om een totaal maximaal vermogen van 21 MW op te wekken.

Samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende milieueffectrapportages:

In de gemeenschappelijke verklaring inzake de samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende

milieueffectrapportages en grensoverschrijdende strategische milieubeoordelingen in de Duits-

Nederlandse grensregio door het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Duitse

Ministerie van Milieu, Natuurbescherming en Nucleaire Veiligheid (Bundesministerium für Umwelt,

Naturschutz und Reaktorsicherheit der Bundesrepublik Deutschland) uit 2013 is vastgelegd dat de

betrokkenheid van de openbaarheid van het betroffen buurland op basis van geschikte documenten

gerealiseerd dient te worden die, indien toepasbaar, een eigen paragraaf "Grensoverschrijdende te

verwachten milieueffecten van het project" bevatten.

Het projectgebied bevindt zich nabij de Nederlandse grens. Derhalve reiken enkele effecten van het

project tot op het Nederlandse grondgebied. Dit geldt in het bijzonder voor de te beschermen aspecten

fauna (soortengroepen vogels en vleermuizen, biologische diversiteit), landschap (visuele effecten) en

mens (huisvesting, leefomgeving, landschappelijk herstel). In het kader van de beschouwing van de te

beschermen aspecten worden de inventarisatie alsmede de prognose van de effecten derhalve zowel

voor het Duitse als voor het Nederlandse effectgebied verricht.

Beschermde gebieden in het Nederlandse deel van het onderzochte gebied

In het onderzochte deelgebied op Nederlands grondgebied konden geen Europese of nationale

beschermde gebieden vastgesteld worden. Het dichtstbijzijnde habitat-/vogelbeschermingsgebied is het

Natura 2000-gebied 033 "Bargerveen" (nummer NL2000002 (VR) + NL2000002 (HR)), dat zich op een

afstand van ca. 11 km ten noordoosten van de projectlocatie bevindt. Hierbij gaat het om een hervernat

hoogveengebied met waardevolle flora en vogelpopulaties.

Het gebied maakt bovendien deel uit van de Nederlandse "Ecologische Hoofdstructuur". De EHS, een

centraal onderdeel van de Nederlandse natuurbeschermingsstrategie, beschrijft het idee van een

landelijk en samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat belangrijke biotopen met elkaar dient te

verbinden.

Negatieve effecten op het te verwezenlijken beschermingsdoel van het bovengenoemde Europese

vogelbeschermingsgebied (zie punt 1.4.3) door de windturbines zelf of door het bedrijf hiervan kunnen

niet uit de onderzoeken worden herleid.

Voor het Nederlandse deel van het onderzochte gebied van het Windpark Emlichheim Nord is in het

geoportaal van de provincie Drente de volgende verwijzing naar het belang als gebied voor weidevogels

te vinden: "gebied van belang voor weidevogels (stand 20 november 2008). Status: compleet".

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 7

Te beschermen aspect dier:

In het kader van karteringen konden in het onderzochte gebied minstens 6 vleermuissoorten, 72

broedvogelsoorten en 20 gastvogelsoorten in kaart worden gebracht. Met betrekking tot de vogelsoorten

kan vastgesteld worden dat 53 van de 72 geregistreerde broedvogelsoorten in het onderzochte gebied

niet betroffen zijn. De onderzochte gebieden ten noordoosten van de Grens Aa (Nederland) zijn op

nationaal niveau van betekenis voor broedvogels, verder in westelijke richting zijn de gebieden slechts op

lokaal niveau van betekenis. Van waarde zijn hier de aanwezige populaties van grutto's, wulpen,

kieviten en veldleeuweriken. Voor gastvogels zijn delen ten noorden van de Grens Aa, voornamelijk

bestaande uit agrarische gebieden c.q. landbouwgrond, op regionaal niveau van betekenis voor kieviten en

zilverreigers (zie kaart 3 in bijlage 2).

Vogelsoorten met een verhoogde aanvaringskans zijn naast de veldleeuwerik veertien van de

aangetoonde gastvogelsoorten (zie tabel 12 en MOORMANN 2016). De realisatie van geschikte preventieve

maatregelen leidt echter tot een daling van het aanvaringsrisico tot onder de soortspecifieke significante

drempels.

Aanleg en gebruik van de toegangswegen en van de windturbines kunnen bovendien tot habitatverliezen

en verstoringen van vogels leiden. Om een verslechtering van de behoudenswaardige toestand van de

betroffen populaties te vermijden, worden ook te dezer zake geschikte maatregelen genomen. In het

bijzonder worden, ten behoeve van een duurzaam behoud van de lokale populatie van de kievit, voor

twee gedevalueerde gebieden geschikte compensatiegebieden beschikbaar gesteld (zie punt 5.2 en

5.4.5).

In het onderzochte gebied kon de aanwezigheid van minstens zes vleermuissoorten worden aangetoond.

De onderzoeken in een omtrek van 1.000 meter aan Nederlandse kant toonden een zeer geringe

totale activiteit. Er konden in totaal vier baltsplaatsen van de ruige dwergvleermuis, een vleermuissoort

met een hoger aanvaringsrisico, gedocumenteerd worden. In de omgeving van de Grens Aa kon bij wijze

van uitzondering ook een hogere intensiteit van vliegbewegingen van dwergvleermuis en

breedvleugelvleermuis worden vastgesteld. De significante verhoging van het sterfterisico voor

dwergvleermuizen, ruige dwergvleermuizen en rosse vleermuizen door een aanvaring / barotrauma

vormt het fundament voor de toepassing van geschikte preventieve maatregelen. Voor deze soorten kan

het aanvaringsrisico dankzij de vastlegging van uitschakeltijden tot onder de significante drempel

verlaagd worden.

Te beschermen aspect mens inclusief menselijke gezondheid:

Als door het milieu veroorzaakte effecten op de mens dienen in eerste instantie mogelijke beperkingen van

de gezondheid beschouwd te worden. Hierbij wordt de nadruk gelegd op geluidsemissies en optische

beperkingen (slagschaduw, lichtreflecties, dagbebakening, gevarenbebakening, optische overlast).

Wezenlijke effecten op het te beschermen aspect mens kunnen worden uitgesloten. Ter beoordeling van

de visuele effecten en de geluidsemissies werden onderzoeken uitgevoerd (E-WIKOM GMBH 2016a+b;

DENSE & LORENZ 2016). Voor emissiepunten op Nederlands grondgebied zijn vanuit geluidstechnisch

oogpunt geen aanvullende maatregelen noodzakelijk om aan de wettelijke richt- c.q. grenswaarden te

voldoen. Het dichtstbijzijnde woongebouw bevindt zich op een afstand van ca. 1.000 meter van

windturbine 01.

Bovendien kan ervan worden uitgegaan dat de geplande windturbines de recreatieve functies van het

gebied, dat voornamelijk agrarisch gebruikt wordt en verkeersinfrastructureel vrijwel niet ontsloten is, niet

wezenlijk zullen beperken.

BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord

Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud

Dense & Lorenz GbR 8

Te beschermen aspecten cultuurgoederen en overige materiële goederen

De uitspraken voor de ten noorden van de Grens Aa gelegen gebieden van de Nederlandse gemeente

Coevorden zijn ontleend aan het bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Coevorden

(zie afbeelding 6). De doelstelling met primaire betekenis is in kleinere gebieden het behoud en de

bescherming van archeologische waarden, bijv. van oude voorden, zandduinen of uitblazingen. In zijn

geheel bestaat een overlappende preventieve functie voor archeologische waarden. Met betrekking tot

de aanwezige archeologische waarden zijn geen grensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.

Te beschermen aspect landschap:

De bouw van de meer dan 206 meter hoge windturbines zal het karakter van het landschap veranderen

en zodoende tot beperkingen van het landschapsgezicht leiden. De te verwachten milieueffecten worden

op basis van de richtlijn inzake natuurbescherming en windenergie (Naturschutz und Windenergie) van de

provincieraden van de deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met

reeds aanwezige windparken in het effectgebied van het projectoppervlak (ca. 3 km).

Door het project zullen landschappelijke eenheden beperkt worden die over een zeer geringe, een

geringe of een gemiddelde landschappelijke waarde (waardeniveau) beschikken. Er zijn geen beschermde

landschappen of gebieden betroffen die van bijzondere betekenis zijn voor het landschapsgezicht.

Aangezien reeds windturbines aanwezig zijn, is er sprake van een voorbelasting van het landschap. Het

project veroorzaakt daarom geen wezenlijke nadelige milieueffecten in de zin van de Duitse wet inzake

milieueffectreportages (Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) die verder reiken dan de

gebruikelijke omvang van de projectspecifieke milieubeperkingen van een windpark. In de zin van de

natuurcompensatieregeling dient van wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht uitgegaan te

worden. De functieverliezen die verband houden met het project, worden in het kader van de

natuurcompensatieregeling in aanmerking genomen en gecompenseerd.

Wezenlijke effecten op de te beschermen aspecten flora, bodem, klimaat en lucht kunnen uitgesloten

worden.

Conclusie:

Geen van de vastgestelde milieueffecten vormt een dusdanige wezenlijke beperking dat de

milieuverdraagzaamheid van het project in het geding komt. De effecten kunnen door geschikte

preventieve, compenserende en vervangende maatregelen gecompenseerd worden, waardoor de

milieuverdraagzaamheid op basis van het deskundigenoordeel gewaarborgd is.

Met het oog op de bescherming tegen emissies dient de aanvrager in het kader van de

vergunningsprocedure aan te tonen dat aan de randvoorwaarden met betrekking tot de projectrealisatie

en de vermijding c.q. beperking evenals de compensatie van de milieueffecten, die voortvloeien uit het

milieueffectrapport, wordt voldaan.