INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het...

43
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 3 Infrastructuur 11 4 Nederzettingen 14 5 Bevolking 18 6 Middelen van bestaan 19 7 Sociale en culturele 25 voorzieningen 8 Ontwikkeling 1850 - 1940 27 Bronnen 31 Bijlagen 33 HET OVERSTICHT Zwolle, mei 1990.

Transcript of INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het...

Page 1: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

INHOUDSOPGAVE

PAGINA

1 Ligging, grenzen en

omvang 2

2 Landschappelijke

structuur

3 Infrastructuur 11

4 Nederzettingen 14

5 Bevolking 18

6 Middelen van bestaan 19

7 Sociale en culturele 25

voorzieningen

8 Ontwikkeling 1850 - 1940 27

Bronnen 31

Bijlagen 33

HET OVERSTICHTZwolle, mei 1990.

Page 2: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

1 Ligging, grenzen enomvang

De plattelandsgemeente Tubbergenligt in het noorden van Twente. Inhet noorden grenst de gemeente aande Bondsrepubliek Duitsland, inhet oosten aan de gemeenteDenekamp, in het zuiden aan degemeenten Weerselo en Borne en inhet westen aan de gemeenten Almeloen Vriezenveen. Kaart 1 toont deligging van de gemeente Tubbergenin Twente.

Vroeger behoorde het grondgebiedvan de huidige gemeente bij hetrichterambt Ootmarsum, dat tevensDenekamp omvatte. Op 26 november1811 werden het stadsgerichtOotmarsum (de stad en naasteomgeving) en het gelijknamigerichterambt in tweeën gesplitst enontstonden de twee apartegemeenten Ootmarsum en Tubbergen.Laatstgenoemde gemeente omvattehet westelijke gedeelte van hetvoormalige richterambt Ootmarsum,te weten het dorp Tubbergen en debuurschappen Albergen, Fleringen,Geesteren, Haarle, Hezingen,Mander, Reutum, Tubbergen enVasse.

Tegenwoordig omvat de gemeentebehalve het bestuurlijke enadministratieve centrum Tubbergende zeven kerkdorpen met meer ofminder duidelijke geconcentreerdebebouwing Albergen, Geesteren,Mariaparochie/Harbrinkhoek,Langeveen, Vasse, Reutum, enFleringen en de buurschappenManderveen, Mander, Hezingen enHaarle.

Op 1 januari 1988 besloeg hettotale gemeentelijke grondgebiedvan de gemeente Tubbergen eenoppervlakte van 147,48 km2,waarvan 0,44 km2 binnenwaterbreder dan zes meter. De gemeente

Page 3: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

telde op die datum 18.251 inwonersen 5.136 woningen. Debevolkingsdichtheid en dewoningdichtheid bedroegen derhalverespectievelijk 124 inwoners en 35eenheden per km2 land. Tervergelijking: debevolkingsdichtheid per km2 landbedroeg op 1 januari 1988 inTwente als geheel 400, dewoningdichtheid per km2 land 149.

Page 4: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

2 Landschappelijke structuur

2.1. GeologieHet natuurlijke landschap in hetgrootste gedeelte van de gemeenteTubbergen kreeg in grote lijnenzijn huidige structuur in degeologische periode hetPleistoceen. Tijdens de op een nalaatste ijstijd in deze periode(het Saalien) werd het aanwezigefluviatiele materiaal door vanuithet noorden oprukkendelandijsmassa's opgestuwd. Erontstond met name in hetoostelijke deel van de gemeenteeen reliëfrijk landschap met alsgrootste gestuwde eenheden deheuvels van Tubbergen, Albergen enGeesteren. Het landijs zette eentaaie, stugge en nauwelijkswaterdoorlatende laag keileem (eenmengsel van keien, grind, zand enleem) af. Door het smeltwaterwerden grof zand en grind afgezet,voornamelijk in het westelijkegedeelte van de gemeente.

Tijdens de laatste ijstijd (hetWeichselien) in het Pleistoceenbereikten opnieuw als gigantischebulldozers vanuit het noordenvooruitschuivende landijslobbenons land niet. Wel heerste hiereen toendraklimaat. De bodem waspermanent bevroren (permafrost)waardoor tijdens dooiperioden hetsmeltwater niet in de bodem konwegzakken en daardoor in deheuvels erosiedalen vormde. Omdatde vegetatie gedurende de laatsteijstijd lange tijd ontbrak of inieder geval zeer schaars was,hadden de poolwinden vrij spel.Het gevolg was het optreden vanlangdurige zandverstuivingen, diehet aanwezige reliëfrijkelandschap toedekten metplaatselijk dikke pakkettendekzand. Het aanwezige reliëf werddaardoor minder uitgesproken, het

Page 5: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

kreeg een meer of minder sterkglooiend karakter.

moerassen, vennen en vochtigenatuurlijke graslanden.

In de gemeente Tubbergen vormendekzanden de meest voorkomendegrondsoort. Ze strekken zich ineen brede strook uit van noordnaar zuid. Waar de oudere,onderliggende gestuwde afzettingenaan de oppervlakte komen, zijn zedoor erosie verdwenen. Dat isbijvoorbeeld het geval bij deBraamberg en de Hezinger Esch, deGalgenberg, Tubbergen en Albergen.Elders zijn de heuveltoppen bedektmet dekzand, waardoor dekeileemlaag er in tact isgebleven. In tegenstelling tot deSallandse Heuvelrug, die vanwegehet ontbreken van een keileemdekgrotendeels bedekt is met heide ennaaldbomen, zijn de heuvels in degemeente Tubbergen geheel ingebruik als bouw- en/of weiland.De lemige structuur van de bodemop de gestuwde afzettingen houdthet regenwater beter vast en geeftde bodem een hogere vruchtbaarheiddan de grofzandige, keiigestructuur van de bodem op deSallandse Heuvelrug.

Na de ijstijden werd in hetHoloceen (de huidige geologischeperiode) het klimaat geleidelijkmilder, begon de zeespiegel alsgevolg daarvan de stijgen envormde zich bijna overal eengesloten vegetatiedek. Inlaaggelegen terreingedeelten(vooral in het noorden ennoordwesten van het gebied waarintegenwoordig Tubbergen ligt),waaruit het overtollige water nietweg kon vloeien, ontwikkelde zichin een zuurstofarm en drassigmilieu hoogveen. De laaggelegengebieden tussen de hogere grondenbestonden voornamelijk uit

De beken zetten in het Holoceenaan weerszijden van hun lopenlemig fijn zand met zavel- enkleidekken af. Deze beekkleienkomen onder andere in de meestzuidelijke punt van de gemeente(in het Broekslager Veld en Maten)in een bijna aaneengesloten vlaktevoor.

2.2. Bodemgesteldheid en landschapHet relièfrijke karakter van hetgrondgebied van de gemeenteTubbergen had het ontstaan vanverschillende bodemsoorten en(bijbehorende) landschapsvormentot gevolg. Daarbij heeft delandbouwende mens een belangrijkerol gespeeld.

Op de hoogste delen van hetlandschap werden vanaf ongeveer deKarolingische Tijd op de hogergelegen gronden permanente akkersaangelegd. Vanwege de betrekkelijkkleine arealen die voor permanenteakkerbouw geschikt waren, lagen debouwlanden van de verschillendeboeren in complexen bij elkaar.Door intensieve bemesting van debouwlanden met een mengsel vanheideplaggen (vanaf de achttiendeeeuw ook grasplaggen) enuitwerpselen van het veeontwikkelden zich op de hoogstegronden in de loop der tijd devruchtbare enkeerdgronden metcultuurdekken variërend van 30 tot50 cm dikte.

In de laagten rond de essen legdende boeren groenlandkampen aan,omdat natuurlijke wei- enhooilanden langs de sterkingesneden beekdalen ontbraken. Degroenlandkampen werden omringd

Page 6: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

door houtwallen, die dienst dedenals wildkeringen en alsperceelsa f scheidingen.

Woeste heide- en veengrondenvormden de derde belangrijke groepgebruiksgronden in het overwegendzelfvoorzienende agrarischebedrijf. De heidevelden strektenzich uit over de van nature alonvruchtbare zandgronden, dievanwege het afplaggen ten behoevevan de bereiding van potstalmestnog eens extra verschraalden.

Rond 1850 waren in de gemeenteTubbergen de bovengenoemde driesoorten gebruiksgronden, met elkeen eigen landschappelijkkarakter, overal nog duidelijkaanwezig. De hoofdzakelijk kleineescomplexen en de groenlandendomineerden rond de typischeesdorpen Tubbergen, Geesteren,Harbrinkhoek, Albergen, Fleringen,Reutum, Haarle, Mander, Vasse enHezingen. Ruim de helft van hetgemeentelijke grondgebied bestondtoen uit veldpodzolgronden(schrale zandgronden) enveengronden. De duidelijkstevoorbeelden van matenlandschappen(complexen groenlandkampen metvoornamelijk onregelmatigeblokverkaveling en een dichtpatroon van houtwallen) waren tevinden ten westen van Reutum, inde Mandermaten en ten westen vanVasse.

Hoewel in het oude Middeleeuwseontginningslandschap (de essen ende groenlandkampen) sinds 1850plaatselijk veel houtwallen zijnverdwenen, bouwlanden in weilandenzijn omgezet en de bebouwing istoegenomen, hebben er zich geengrote landschappelijke wijzigingenvoorgedaan. De Tubberger Esch, de

Fleringer Esch, de Reutumer Esch,de Mander Esch en de Hezinger Eschzijn nog steeds goed herkenbaar.Het kleinschaligecoulissenlandschap van degroenlandkampen komt in zeer gavetoestand nog voor ten westen vanVasse, ten westen van Reutum en inde Mandermaten.

De woeste gronden hebben na 1850wel belangrijke landschappelijkwijzigingen ondergaan. Deheidevelden en veengronden (al danniet uitgeveend) zijn ontgonnenten behoeve van voornamelijk deuitbreiding van het areaalgrasland. De noordoostelijkeheidevelden, onder andere deNoordelijke Manderheide, werdengedeeltelijk bebost. In dehoogveengebieden van Langeveen, deWeitemanslanden en de Pollenontwikkelden zich typischehoog veenon tginningslandschappenmet onregelmatige, voornamelijkstrookvormige verkavelingen. Inhet recentehoogveenontginningslandschap vanLangeveen was de verkavelingaanvankelijk kleinschalig, in deomgeving van de Weitemanslanden ende Pollen van meet af aanbetrekkelijk grootschalig. Een enander is veroorzaakt door verschilin tijd: in Langeveen is deontginning al voor 1850 begonnen,in de Weitemanslanden en De Pollenpas in 1928. Uit dezelfde tijddateren de ontginningen van hetAlberger- en Fleringerveld.

In een groot gedeelte van devoormalige heidevelden ontstondenheide-ontginninglandschappen. Inde Dopheide, de Veldhoek en hetAchterveld overheerst dezogenaamde verkaveling van demarkeverdelingen (relatief lange

Page 7: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

en smalle kavels) en in hetGeestersche Veld, in deTubbergerheide en de Vasserheideeen relatief rationeleverkaveling. In de Vasserheide enin de Noordelijke Manderheidebevinden zich enige grafheuvels.Opvallende landschappelijkeelementen in laatstgenoemde gebiedzijn verder nog twee ronde akkers.Deze liggen midden in deheidevelden en worden omringd doornaaldbos. Kaart 2 geeft eenoverzicht van de belangrijkste inde gemeente voorkomendegeologische formaties enbodemsoorten.

2.3. Bodembeheer en ontginningenVan oudsher was het grootstegedeelte van het grondgebied vande gemeente Tubbergen het eigendomvan de marke-organisaties. Ruim660 ha was in 1911 nog in hetbezit van de bewoners van hetlandgoed en havezate Herinckhave.In 1723 kwam dit goed in handenvan het geslacht VonBönninghausen, waarvan Christiantussen 1740 en 1743 het huidigehuis liet bouwen. Het huis isgerestaureerd nadat het in 1960door brand zwaar was beschadigd.In 1820 werd het landgoed van VonBönninghausen uitgebreid met debezittingen van de iets tennoorden van het dorp Tubbergengelegen havezate de Eeshof. Dezehavezate werd in 1839 het eigendomvan het geslacht Von Heyden. In1917 heeft er een verdeling van degoederen van de Herinckhaveplaatsgevonden, terwijl toenbovendien veel goederen verkochtwerden. Op het landgoed staantegenwoordig nog twee boerderijen,één gevestigd in het westelijkebouwhuis van de Herinckhave enboerderij Essenhuis. Verder staan

er op het landgoed bij de havezatenog een watermolen en een kapel inhet oostelijke bouwhuis van dehavezate. Op kaart 3 zijn zowel demarken van Tubbergen alsmede hetlandgoed Herinckhave (toestand ±1965) ingetekend.

Waren de meeste gronden in hetoude cultuurlandschap al in deMiddeleeuwen ontgonnen, in de loopvan de tweede helft van denegentiende eeuw volgde het incultuur brengen van verreweg hetgrootste deel van de nogresterende woeste gronden. Besloegomstreeks 1885 het oppervlakwoeste grond in de gemeenteTubbergen nog ruim 7.429 ha (58%van het totale gemeentelijkegrondgebied), tegenwoordig zijndaarvan nog maar enkele procentenover.

De oppervlakte cultuurgrondbreidde zich vooral sterk uit alsgevolg van de verdeling van degemeenschappelijke markegronden entoen de kunstmest aan het eindevan de negentiende, begintwintigste eeuw zijn intrede deed.Het hoogtepunt van demarkeverdelingen in Tubbergen vielin de periode 1850-1870. In dieperiode werden de marke-organisaties van Geesteren (1851),Mander (1857), Haarle (1858),Hezingen (1858) en Albergen (1861)ontbonden. De woeste gronden vande Drieschichtige Marke Mander,Geesteren en Vasse waren al in1847 verdeeld. De overige marken,Reutum, Tubbergen, Vasse enFleringen zijn respectievelijkontbonden in 1841, 1842, 1872 en1877. Bij de late ontbinding vande marke Fleringen heeft ondermeer de aanwezigheid van hetlandgoed Herinckhave een rol

Page 8: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

gespeeld.

Pas aan het einde van de vorigeeeuw kwam, onder meer als gevolgvan de genoemde introductie van dekunstmest de grootschaligeontginning (in de zin van hetgeschikt maken van gronden vooragrarische doeleinden) van dewoeste gronden en de verbeteringvan de bestaande cultuurgronden opgang. De kunstmest werd het eersttoegepast op braakliggendebouwlanden en op de graslanden.Vooral het oppervlak grasland namdaardoor fors toe. Zo werd in 1913in totaal 145 ha woeste grond incultuur gebracht, resulterend ineen toename van het areaalgrasland met 125 ha en een toenamevan het areaal bouwland met 20 ha.Pas vanaf 1922 vermelden degemeenteverslagen ook het omzettenvan woeste heidegronden in bos. Indat jaar was de verdeling van detotale toename van het oppervlakcultuurgrond met 132 ha als volgt:grasland 81 ha, bouwland 50 ha enbos 1 ha.

De ontginning van woeste grondenbereikte haar hoogtepunt in dejaren 1926-1928 toen in totaal636,53 ha heide- en veengrondenwerd omgezet in gras- en bouwland.In 1928 werden bijvoorbeeld deWeitemanslanden in eenontginningsmaatschappijingebracht. Daarna nam het tempovan de ontginningsijver af totgemiddeld ongeveer 90 ha per jaar.Gedurende de laatste decennia voorhet einde van de TweedeWereldoorlog concentreerde deontginning zich voornamelijk inhet zuiden en westen van degemeente en op de Vasser Heide.

Een opmerkelijke uitbreiding van

het areaal cultuurgrond vond vanafhet midden van de negentiende eeuwplaats als uitvloeisel vanverstoorde verhoudingen tussen hetrooms-katholieke deel van debevolking en de relatief zeerkleine groep Nederlandshervormden. Hervormdeneringdoenden konden aan hunroomse streekgenoten geen droogbrood verdienen, de werkkrachtenvan de kinderen uit groteprotestantse gezinnen werden doorde roomse boeren niet geaccepteerden "gereformeerde" keuterboertjeskwamen er bij het verpachten vangronden niet aan te pas. Om dehervormde boeren te helpen en omhet aantal lidmaten van dehervormde kerk in Tubbergen tedoen toenemen werd op initiatiefvan de toenmalige dominee R.Hattink met behulp van donaties,leningen etcetera door anderediaconieën op 6 september 1855 deFundatie Tubbergen gesticht. Dezestichting kocht in de gemeentewoeste gronden aan, ontgon deze enverpachtte ze vervolgens aanprotestantse boeren. Er kwamen alsgevolg daarvan nogal wat boerenuit aangrenzende streken inDuitsland naar Tubbergen. In 1978waren er nog 16 pachters vanzogenaamd los land van deFundatie, werden nog 12boerderijen in erfpacht uitgegevenen werden stukken grond van 1,5 hatot 2 ha verhuurd aan kleineboeren. In totaal beschikte destichting in dat jaar over 83 hagrond en had behalve bezittingenin Manderveen ook eigendommen inGeesteren, Harbrinkhoek enTubbergen.

2.4. WaterbeheersingHet probleem van de afwatering inde gemeente Tubbergen kan het best

8

Page 9: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

bezien worden in het kader van dealgemene waterhuishouding inTwente. Tubbergen ligt in destroomgebieden van de Regge, deVecht en de Dinkel.

Tot omstreeks 1925 was deafwatering in de gemeenteTubbergen zeer slecht. Er tradenzowel in de winter als in de zomerregelmatig overstromingen op. Dewaterleidingen waren te klein enhadden te veel kronkelingen om hetovertollige water efficiënt tekunnen afvoeren. Daar kwam bij datop veel plaatsen het water in debeken werd opgestuwd ten behoevevan de vele olie-, koren- enhoutzaagmolens.

Om de waterhuishouding in hetstroomgebied van de Regge teverbeteren, werd op 20 januari1884 het gelijknamige waterschapopgericht. Dit waterschap nam ophet gebied van de waterbeheersingde taken over van de marke-organisaties. Er werdenverschillende plannen opgesteld,maar tot uitvoering van denoodzakelijk geachteverbeteringswerken kwam het pas nade subsidiewet van 1892. Hetbelangrijkste doel van de eersteverbeteringsronde in het Reggedalwas het uitbannen van deoverstromingen in de zomer en hetbehouden van de wintervloeden.Deze werden vooralsnog geduldvanwege de regelmatige aanvoer vanvruchtbaar slib. De uitvoering vande verruimingen van de Reggegecombineerd met bochtafsnijdingenbegon in 1894 en duurde tot 1913.

In 1925 werd begonnen met eentweede verbeteringsronde in hetdal van de Regge. De Twentseboeren wilden toen ook af van de

overstromingen in de winter, omdatze algemeen van mening waren, datde vruchtbaarheid van de bodemvoortaan bevorderd moest wordendoor het toedienen van stal- envooral kunstmest. De uitvoeringvan de aan de nieuwe inzichtenaangepaste plannen leidde in degemeente Tubbergen tot een geheelnieuwe afwateringssituatie.

In de verbeteringsronde van 1925en later kreeg het gebied rondAlmelo, waar de meeste bekensamenkwamen, de grootste aandacht.Het water uit ongeveer 20.000 haverzamelde zich in het bekken vanAlmelo, terwijl het in principe(door middel van het graven vannieuwe kanalen en het verbeterenvan bestaande) direct naar hetwesten en noordwesten afgeleid konworden.

Voor de gemeente Tubbergen werd denieuwe afwatering als volgtgeregeld: 1) Het zuidoostelijkegebied, omvattende de ReutumerEsch, de Vasser Heide, Fleringen,Haarle, Oost-Albergen,Weemselerhoek en Kottehoek bleefvia de Baasdammerbeek,Haverkampsbeek, FleringerMolenbeek, de Loolee, deAlmelosche Aa, de Nieuwe Graven enExose Aa op de Boven Reggeafwaleren. Het middengedeelte enhet zuidwestelijke deel van degemeente waterde in het vervolgvia de Heinemansbeek, deLutkerbeek, de GeesterscheMolenbeek, de Itterbeek en deNieuwe Sloot af. De Eggepoelsbeek(uitmondend in de Heinemansbeek)speelde een belangrijke rol in deafwatering van het gebied tussende essen van Tubbergen enAlbergen. De genoemde stroompjesmondden uit in de Loolee en de

Page 10: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Schipsloot (gemeente Vriezenveen),welke het water via deHollandergraven, de Veencleidingen de gekanaliseerde Linderbeeknaar de Beneden Regge afvoerden.

Voor het noordelijke ennoordwestelijke deel van degemeente werd een geheel nieuweafwatering geconstrueerd. Hetovertollige water uit dit gebiedwerd niet langer naar de Reggeafgevoerd, maar direct naar deVecht. De buurschappen Mander,Manderveen en Langeveen waterdenin het vervolg via de Mosbeek, dePiasbeek, de Elzenbeek enEntherbeek af op de gekanaliseerdeBroekbeek en de Itterbeek. Beidelaatstgenoemde beken kregen doormiddel van het speciaal voor deontwatering gegraven GeesterscheStroomkanaal (1929 gereed)aansluiting op het bestaandeVriezenveensche Veenkanaal (1890-1907), dat verdiept en verbreedwerd. Uiteindelijk kwam hetovertollige water via het NieuweStroomkanaal (1929) en hetOverijsselsche Kanaal Almelo-DeHaandrik en het Mariënberg-Vechtkanaal in de Vecht.

Toen men in de jaren dertig inDuitsland tot ontginning van deomvangrijke aan de gemeenteTubbergen grenzende woestegebieden, die voor een deel viaTubbergse beken afwaterden,overging, kregen vooral Manderveenen Langeveen opnieuw te maken metgrote wateroverlast. Hetwaterschapsbestuur besloot tot hetgraven van extra waterleidingen enhet verbeteren van bestaande. In1942 werd met de uitvoering van deplannen begonnen.

Sinds 1969, toen het waterschap De

Regge en het in 1942 opgerichtewaterschap Beneden Dinkel werdensamengevoegd, valt de gemeenteTubbergen onder het werkgebied vanhet grote waterschap Regge enDinkel.

10

Page 11: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

3 Infrastructuur

3.1. WaterwegenDe Loolee, die nu nog ingekanaliseerde vorm het uiterstezuiden van het grondgebied van degemeente Tubbergen doorsnijdt, wasvroeger een van de schakels in hetnet van schipbeken van hetReggestelsel. Samen met deBornsche Schipbeek en deSchipsloot was de Loolee vooralvan betekenis voor deturftransporten uit de venen tennoorden van Almelo. Via dezevaarwegen werd in kleineplatgeboomde vaartuigen (zompen)turf vervoerd naar Zenderen ennaar Borne. Via de Loolee voerende schippers (aanvankelijkvoornamelijk afkomstig uit Borne,later uit Vriezenveen, terwijl erperiodiek sprake was vanconcurrentie van schippers uitGeesteren) naar 't Loo te Duider.Daar was het overslagpunt voorNoordoost-Twente. Een secundaireoverslagplaats lag binnen degrenzen van de huidige gemeenteTubbergen bij de brug over deLoolee in de weg Albergen-Zenderen(Demmerbrug).

Na 1832 nam de betekenis van descheepvaart over de Regge en deoverige onderdelen van hetReggestelsel af. Dit kan mede inverband gebracht worden met deaanleg van de straatweg van Zwollenaar Almelo die de Regge kruistebij Boomcate (Nijverdal). Boomcatewerd daardoor een overslagpunt bijuitstek. De opening van deOverijsselsche Kanalen rond hetmidden van de vorige eeuw en dekomst van de spoorlijnen na 1865luidden het definitieve einde vande schipbekenvaart in.

In het oorspronkelijkeOverijsselsche Kanalenplan van

11

Page 12: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

1847 was aanvankelijk voorzien inhet aanleggen van kanalen naar deDinkel, maar in 1848 en 1851werden deze eruit geschrapt. Eenkanaal van Almelo naar de Eems inDuitsland was uithandelsoverwegingen wel gewenst,maar de aanleg ervan werdvooralsnog te duur geacht. Pasingevolge een in 1876 te Berlijngesloten overeenkomst werd tenslotte toch nog een kanaal naarDuitsland aangelegd, en wel vanAlmelo naar de Vechte in Nordhorn(=Kanaal Almelo-Nordhorn). De toennog bevaarbare Loolee kreeg eenrechtstreekse aansluiting op hetnieuwe kanaal. In geval van hogewaterstanden kon die aansluitingdoor middel van schuiven wordengesloten. Op Nederlandsgrondgebied werd het kanaal in1889 opengesteld, op Duitsgrondgebied pas in 1904.

Bij de aanleg van het kanaalAlmelo-Nordhorn is in hetReutumerveld een dubbele ofgekoppelde schutsluis gebouwd. Hetkanaal was zo ontworpen dat bijelke schutting een zo kleinmogelijke hoeveelheid schutwaterverloren ging. Met name in drogezomers was strikte zuinigheid metwater geboden. Daarom kregen allesluizen exact gelijke afmetingenen een gelijk verval. In hetrelatief sterk hellendetracégedeelte binnen de gemeenteTubbergen was een sluis metdubbele schuthoogte noodzakelijk,maar volgens het uitgangsprincipeniet toepasbaar. Een gekoppeldesluis met twee schutkolken en driesluishoofden was de oplossing,omdat daardoor het verlies aanschutwater gelijk bleef aan datvan de overige sluizen in hetkanaal. Op het oostelijke

sluishoofd verrees een ophaalbrug.Binnen de gemeente lagen in totaalvijf ophaalbruggen. Bij deophaalbrug in de weg Tubbergen-Weerselo lag tevens een schutsluis(de Fleringersluis).

In feite kwam het kanaal Almelo-Nordhorn veel te laat, namelijknadat de spoorwegen detransportfunctie van de Twentsewaterwegen al grotendeels haddenovergenomen. Het kanaal kreegdaardoor alleen enige betekenisvoor het vervoer van kunstmest enturf tussen Almelo en Nordhorn ende afvoer van bakstenen van deverschillende steenbakkerijen diein Albergen en omgeving gevestigdwaren.

3.2. WegenHet verkeer tussen het dorpTubbergen en de omringendegemeenten en tussen deverschillende dorpen in degemeente Tubbergen onderling is inhet verleden nooit bijzonder grootgeweest. Daardoor behielden dedorpen lang hun eigen karakter.Pogingen omstreeks 1890 om eenstoomtramverbinding van Almelo viaTubbergen en Ootmarsum naarNeuenhaus in Duitsland aan teleggen, faalden. Geen beterresultaat was een soortgelijk planomstreeks 1920 beschoren, volgenswelke de TwentscheLocaalspoorwegmaatschappij zorgzou dragen voor de aanleg enexploitatie van een tramverbindingAlmelo- Tubbergen - Ootmarsum -Denekamp. De oude handelsroute vanAlmelo door noordelijk Twente naarde Duitse stadjes Nordhorn enNeuenhaus (onderdeel van deHessenroute Amsterdam-Hannover),die Albergen tot een belangrijkepleisterplaats hadden gemaakt, had

12

Page 13: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

toen reeds sterk aan belangingeboet. Het centrum van deindustriële activiteit wasverschoven naar plaatsen alsHengelo, Enschede en Oldenzaal diewel aansluiting op hetspoorwegennet kregen.

Tubbergen moest het dusuitsluitend hebben van hetwegverkeer. Bestaande wegen werdenvanaf 1850 bestraat of voorzienvan een verhard wegdek van gewalstzand en grind (macadamweg). Zokwamen achtereenvolgens tot standde straatweg Almelo-Albergen-Reutum-Ootmarsum (1850/1851), deweg Geesteren-Vriezenveen enGeesteren-Langeveen (1852), de wegTubbergen-Geesteren (1853), de opinitiatief van de heren van deHerinckhave voor het aantrekkenvan boeren uit Zenderen voor deGeesterse molen aangelegde wegdoor het Alberger Broek (1862), debegririting van de weg Tubbergen-Reutum (1863) en de kunstwegFleringen-Tubbergen-Lange veen(1864). Eveneens in 1864 werd eenaftakking van de weg Almelo-Ootmarsum naar Weerselo aangelegd.In 1855 kreeg Tubbergen door deaanleg van de straatweg van Almelonaar Uelsen in Duitslandaansluiting op de belangrijke vee-en graanmarkten van die tweeplaatsen, wat een gunstige invloedhad op de uitvoer van vet, roggeen wol. In het gemeenteverslag van1876 wordt deze positieve invloedvan de aanleg van de weg Almelo-Uelsen expliciet genoemd.

De structuur van het in de tweedehelft van de vorige eeuwaangelegde/verbeterdehoofdwegennet heeft na 1900 geenbelangrijke wijzigingen ondergaan.Wel werden na de Tweede

Wereldoorlog de meeste lokalewegen verhard. De belangrijksteinfrastructuurverbetering uit deperiode 1900-1940 was deverharding van de bestaandezandweg tussen Tubbergen enAlbergen.

13

Page 14: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

4 Nederzettingen

4.1. KerkdorpenVan de twaalf oorspronkelijkebuurschappen in de gemeenteTubbergen zijn er in de loop dertijd acht uitgegroeid tot grotereof kleinere kerkdorpen met iedereen eigen groep verzorgendemiddenstanders (winkeliers,ambachtslieden, etc.)- De oudstenederzetting is het kerkdorpAlbergen, gevolgd door het esdorpMander en de kerkdorpen Reutum enVasse. Alle vier worden reeds inde tiende eeuw in schriftelijkebronnen genoemd.

Waar de hoofdweg Almelo-Nordhornen de secundaire weg Zenderen-Tubbergen samenkomen, ligt de kernvan de parochie Albergen. Dezekern van het oorspronkelijkekransesdorp heet al eeuwenlangHet Klooster", vanwege het feit

dat er vroeger het St.Antoniusconvent stond. Op 28december 1333 werden de driebewoners van het hof Hobergen vanhorigheid ontslagen. Het erf werdop 28 november 1405 overgedaan aande Broeders des Gemenen Levens inhet Klerkenhuis te Zwolle. Aan hetbestaan van het klooster kwam in1721 definitief een einde. Derestanten van het klooster werdentoen verkocht en later afgebroken.

De kloosterlingen hebben in devijftiende, zestiende enzeventiende eeuw grote invloeduitgeoefend op hun omgevingdoordat zij op het gebied van delandbouw en het ontginnen vanwoeste gronden een voorbeeld warenvoor de boeren. Op de grens van demarken Albergen, Fleringen enTubbergen ligt nog steeds deMonnikenbraak, de hoger gelegenbouwlanden temidden van de lagergelegen broek- en heidegronden.

14

Page 15: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Op de plaats waar vroeger hetklooster stond, verrees in 1787 devoorganger van de huidige uit 1955daterende H. Pancratiuskerk. Ookin Albergen is pas na de TweedeWereldoorlog duidelijkekernvorming opgetreden.

Reutum was in 1850 nog duidelijkeen flankesdorp met eenlintvormige concentratie van debebouwing aan de westkant van deReutumer Esch. Daarna verdichttede structuur zich, voornamelijktussen de Ootmarsumseweg en desplitsing NieuweMatcrweg/Zoekeweg. Rond deparochiekerk van Reutum en Haarleaan de huidige Kerkstraat en deschool van Reutum trad na 1935beperkte maar duidelijkekernvorming op. De oorspronkelijkewaterstaatskerk uit 1818 is in1952 afgebroken en vervangen dooreen nieuwe kerk.

In de buurschap Vasse, die veelvan zijn oorspronkelijke karaktervan een kransesdorp heeftbehouden, is de kern Vasseontstaan. Rond 1850 tekenden zichde eerste contouren van deze kernaan de noordoostrand van de VasserEsch al af. Het attractiepuntwaren de kerk en de school. Tussen1850 en 1935 breidde de bebouwing(in beperkte mate) voornamelijkuit in het gebied ten noorden vande Denekamperweg en ten westen vande Hooidijk. Na 1935 is debebouwde kom alleen tennoordwesten van de bestaandebebouwing in geringe mateuitgebreid.

Het kerkdorp Tubbergen vormt hetcentrum van de gemeente, waar ookhet gemeentehuis staat. In debeginjaren van de gemeente werden

de gemeentelijke werken uitgevoerdvanuit het huis van deburgemeester. Op 11 augustus 1868werd de burgemeesterswoning geheeldoor brand verwoest. Op de plaatswaar momenteel het restaurant "'tOale Roadhoes" staat, werd in 1833de openbare dorpsschool gebouwd.Nadat dit gebouw in 1895 zijnoorspronkelijke functie verloor,werd het verbouwd en aangepast totgemeentehuis (1896). Op 8 augustus1930 legde de toenmaligeburgemeester van Tubbergen deeerste steen van een nieuwgemeentehuis, op de plaats van hetoude. Het huidige gemeentehuisdateert grotendeels uit 1967 en isin 1983 uitgebreid.

Het oudste archief-stuk waarin denaam Tubbergen voorkomt, is eenboedelverdeling door Egbert vanAlmelo tussen zijn kinderen,opgemaakt op 6 juni 1279. In hetnoordoosten van hetoorspronkelijke kransesdorp met deboerderijen rondom de grote esontwikkelde zich na 1280 rond eenin dat jaar gebouwd kapelletje eenkleine kern. Er vestigden zichveel landbouwers, terwijl rond dekerk ambachtslieden enneringdoenden hun zaken begonnen.Ook de niet agrariërs hielden inde meeste gevallen één of enkelekoeien. De woningen stonden schotsen scheef door elkaar. DeDorpsstraat, de Nieuwstraat en deKoffiesteeg (tegenwoordigOranjestraat) hadden een verhardwegdek bestaande uit kinderkopjes.Vlak voor de huizen lagenveldkeien.

In 1850 bestond het dorp uit éénhoofdstraat (de huidigeGrotestraat) met aan weerszijdendaarvan de verspreid liggende

15

Page 16: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

boerderijen en de woningen van deambachtslieden en de winkeliers.Het centrum van het dorp werdgevormd door de Pancratiuskerk.

Tussen 1850 en 1940 breidde debebouwing in Tubbergen zichnauwelijks uit, na de TweedeWereldoorlog juist vrij sterk. Inhet gebied dat omsloten wordt doorde Oranjestraat, de Grotestraat ende Almeloseweg verdichtte debebouwing zich, terwijl rondom dein 1945 bestaande bebouwde komgrotere en kleinere nieuwewoongebieden ontstonden.

Ten oosten van de Eeshof, aan denoordzijde van de Heinemansbeekverschenen sportvelden. Het huisde Eeshof (oorspronkelijk Eschedegeheten) werd in 1892 ingerichtals opleidingsgesticht voorverwaarloosde kinderen en kreeghet de naam Leogesticht. Nadat in1898 de opleiding overgeplaatstwerd naar Borculo kreeg de Eeshofin 1928 de functie van landbouw-en huishoudschool. Op 16 augustus1960 kwam het huis in bezit van deZusters van Denekamp die er eenklooster annex bejaardentehuis vanmaakten. Na een algehelerestauratie werd het huis in 1965als zodanig in gebruik genomen. DeEeshof is het geboortehuis van debekende Dr. Herman Schaepman(geboren op 2 maart 1844). Hij wasde oudste zoon van de toenmaligeburgemeester. Ter nagedachtenisaan de priester, politicus enletterkundige is op 11 augustus1927 aan de Almeloseweg, iets tenwesten van het dorp op deTubberger Esch een standbeeld vanhem onthuld.

Geesteren was in 1850 nog eenduidelijk voorbeeld van een los

esdorp, gekenmerkt door verspreidliggende boerderijen en hetontbreken van een echte dorpskern.De sterke spreiding van debebouwing hing nauw samen met hetverbrokkelde karakter van deescomplexen. De belangrijksteopenbare gebouwen in het overwegenagrarische dorp waren de rooms-katholieke H. Pancratiuskerk(1778) en de school (in 1810)vernieuwd. Rond de in de jaren1925/26 aan het kruispunt van dewegen Vriezenveen-Geesteren-Tubbergen en Langeveen-Harbrinkhoek gebouwde nieuwe kerktrad na de Tweede Wereldoorlogduidelijke kernvorming op. Daarbijheeft de komst in 1949/1950 van dekousenfabriek Ten Cate eenbelangrijke rol gespeeld. Erwerden in Geesteren speciaal voorde staffunctionarissen en depersoneelsleden woningen gebouwd.

De van oorsprong esnederzettingmet losse structuur zonderdorpskern Harbrinkhoek ligt in hetzuidwesten van de gemeente enbehoorde tot 1861 tot de markeAlbergen. De kerk van Harbrinkhoekis in 1918 gebouwd op Almelo'sgrondgebied. Rond de nieuwe"Mariaparochie" ontstond degelijknamige kleine kern diegedeeltelijk in de gemeente Almeloen gedeeltelijk in de gemeenteTubbergen ligt. De kleine kernHarbrinkhoek ontstond na 1952, tenwesten en zuidwesten van de schooldie in het centrum van de oudebuurschap Harbrinkhoek aan de wegnaar Tubbergen stond.

De buurschap Fleringen is, sinds1948, toen het een zelfstandigeparochie werd en er een schuur totnoodkerk werd verbouwd, hetjongste kerkdorp van de gemeente

16

Page 17: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Tubbergen. Voor die tijd kerktende Fleringers te Tubbergen,Albergen en Reututn. In 1959 volgdede legging van de eerste steenvoor de huidige kerk, die net alsin de overige kerkdorpen Tubbergenenige concentratie van debebouwing tol gevolg had. Totdathet proces van kernvorming zich inFleringen voordeed, kon dezenederzetting getypeerd worden alseen esdorp met rudimentaireomkransing.

In het noordelijke gedeelte van deFleringer Esch staat de eeuwenoudeKroezeboom. Elke nazomer wordtonder deze boom een oogst-danklofgehouden. In 1943 is er door deTwentse architect J. Jans eennieuwe uit Bentheimer zandsteen eneikenhout bestaande kapel gebouwd.De boom en enkele aren grond eromheen zijn eigendom van de rooms-katholieke kerk van Tubbergen.Voor 1795 werden er heimelijkrooms-katholieke eredienstengehouden.

Langeveen is het jongste kerkdorpin de gemeente. De nederzetting isrond 1845 ontstaan in hetNoordelijke Drieschichtiger Veenop de overgang van de hoge grondenvan Bruinehaar (gemeenteVriezenveen) naar de laag gelegenveengronden. In eerste aanleg wasLangeveen eenhoogveenrandontginningsnederzet-ting. Vanuit de ontginningsbasis(ter hoogte van de huidigeHeppenweg) werd het veenaanvankelijk in westelijkerichting ontgonnen. Aan de wegLangeveen-Tubbergen ontstond latereen tweede bewoningsas. Niet-lineaire uitbreiding van debebouwing dateert voornamelijk vanna 1940. Ook hier weer vond

kernvorming plaats rondom de kerk(1924-1925 gebouwd). De eerstekerk in Langeveen dateerde uit1843. In dat jaar woonden in deveennederzetting ongeveer 23gezinnen. Na de TweedeWereldoorlog is ook niet-lineairebebouwing gerealiseerd tussen deHardenbergerweg en deBruinehaarsweg.

4.2. BuurschappenDe esnederzettingen Mander,Hezingen en Haarle hebben tot opheden weinig van hunoorspronkelijke karakter, zoalsdat zich ongeveer anderhalve eeuwgeleden voordeed, verloren. Manderen Hezingen zijn nog steedsesdorpen met een hoofdzakelijklosse structuur en elk een kleingehucht bestaande uit enkeleboerderijen. Haarle is nog steedseen flankesdorp (langs dewestzijde van de Haarler Esch)zonder kern.

Manderveen is ongeveer even oudals Langeveen (voor 1840 stondener nog geen huizen in hetMandersche Veen. Samen metLangeveen behoorde Manderveen totde Drieschichtige Marke Mander,Vasse en Geesteren. Hoewel dejonge nederzetting in 1886 eenschool kreeg en er na de TweedeWereldoorlog zeer beperktekernvorming in het oorspronkelijkewegdorp plaatsvond, heeftManderveen nooit een eigen kerkgekregen. De stichting van deschool had wel de komst van enkelewinkels en bedrijven tot gevolg.

17

Page 18: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

5 Bevolking

5.1. Loop van de bevolkingTabel 1 geeft een overzicht van debevolkingsgroei in de gemeenteTubbergen tussen 1850 en 1940.Hoewel er ten tijde van de groteinternationale landbouwcrisis, dierond 1880 begon, een duidelijkestagnatie in de toename van aantalinwoners optrad, heeft de gemeenteevenals de meeste andere Twentsegemeenten volgens de tabel geenafname van de bevolking gekend.Een vertrekoverschot werd steedsgecompenseerd door een hooggeboorte - overschot.

5.2. Ruimtelijke spreidingVergelijking van de tabellen 2, 3en 4, die voor de jaren 1845, 1947en 1988 behalve het aantalinwoners ook de woningvoorraad peronderdeel van de gemeente geven,toont aan dat het aandeel van detotale gemeentelijke bevolkingwoonachtig in het dorp Tubbergentussen 1845 en 1947 slechts geringis toegenomen (van 7,7% tot 8,9%),in de periode daarna daarentegenjuist sterk. Op 1 januari 1988woonde 21% van de totale bevolkingvan de gemeente Tubbergen in hethoofddorp. In alle kernen samenwoonden in 1845 450, op 31 mei1947 2.482 en op 1 januari 1988ongeveer 11.550 personen (=respectievelijk 7,7%, 20% en 63%).

18

Page 19: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

6 Middelen van bestaan

6.1. Landbouw en verveenderijIn het begin van de vorige eeuwwerd het economisch leven in degemeente Tubbergen geheel beheerstdoor de verbouw van rogge enboekweit. De veeteelt stond indienst van de akkerbouw. Het toenmeest voorkomende boerderijtypewas het zogenaamde Hallehuis of"Los Hoes".

Gedurende de gehele negentiendeeeuw werd de situatie in delandbouw sterk beïnvloed door eenalgemeen tekort aan betaalbaremeststoffen. Vooral tijdens en nade verdeling van de markegrondenopenbaarde zich het schrijnendemesttekort; de boeren wilden dehun toebedeelde woeste gronden welontginnen, maar konden de voorlandbouwgronden vereistevruchtbaarheid niet op peilhouden.

De verbouw van rogge, boekweit,gerst, haver en later aardappelenvond vooral plaats op de hogergelegen zandgronden met de dikkecultuurdekken. Op de vruchtbaregronden langs de beken weidde hetvee. Veenboekweit was eenbelangrijk akkerbouwprodukt in deDrieschichtige marke vanGeesteren, Mander en Vasse. Dewoeste veengronden in deze markeleenden zich uitstekend voor deverbouw van dat akkerbouwgewas. Degebruikelijke teeltmethode was dievan de zogenaamdeveenbrandcultuur, waarbij debovenste laag van het veen stukgehakt en in brand gestoken werd.De vrijkomende as deed dienst alsmeststof.

Een belangrijke bron vanneveninkomsten voor de boeren vanmet name de Drieschichtige Marke

19

Page 20: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

vormde de vervening. Deze bereiktehet hoogtepunt tussen 1850 en 1870toen er ongeveer 400 ingezetenenvan de gemeente Tubbergen werkzaamin waren. Er was toen ongeveer1.500 hectare in vervening. Dehoeveelheid gestoken turf bedroegongeveer 200.000 ton per jaar.Toen de veenderij omstreeks dejaren negentig van de vorige eeuwin de veengebieden van de gemeenteTubbergen ten einde liep, werktenveel Tubbergse veenarbeiders al inde Duitse venen als hetGetelermoor en Itterbeckermoor. Deturf uit het noordwesten vanTubbergen werd afgevoerd langs deBroekbeek en de Itterbeek naar deSchipsloot en werd in Almelo op demarkt gebracht. Andere bronnen vanneveninkomsten waren debijenhouderij (samenhangend met deboekweit), de vlasteelt, enigehuisweverij en (na de ±1880) dewolhandel.

Vanaf ongeveer 1850 wordt deproduktie voor de markt steedsbelangrijker en leggen dezandboeren zich meer en meer toeop de bereiding van boter en deverkoop van vlees (vooral vanvarkens en schapen) en eieren. Metde boterbereiding voor de marktkon ook het mesten van varkenstoenemen, omdat de ondermelk en dekarnemelk, vermengd metaardappelen en roggemeeluitstekend varkensvoer vormde.Volgens de gemeenteverslagen wasde kwaliteit van de op deboerderij vervaardigde boter enandere zuivelprodukten echtergering.

Rond 1880 kreeg de opkomst van deveeteelt (in het bijzondere tenbehoeve van de fabrieksmatigeboterbereiding) extra impulsen.

Door het toentertijd als gevolgvan het opleggen van hoge tarievenop gemest vee wegvallen vanPruisen als belangrijk afzetgebiedvoor vleesprodukten en hetuitbreken van de landbouwcrisiswerd de verbouw van graangewassenen het mesten van vee steedsminder rendabel.

De prijzen van zuivelproduktenwaren tijdens de crisis redelijkstabiel gebleven, waardoor steedsmeer agrariërs op de veeteeltoverschakelden. Om de kwaliteitvan de boter te verhogen werdenspeciale boterfabrieken opgericht,vaak op coöperatieve grondslag. Deeerste coöperatievemelkverwerkingsfabriek inTubbergen, "De Vrijheid" werd op 4december 1893 in bedrijf gesteld.Een maand eerder had kruidenier enmeelhandelaar Koopman zijnroomboterfabriekje opgestart. In1916 werd er de coöperatievezuivelfabriek "De Eendracht"gebouwd. Deze in 1917 in gebruikgenomen zuivelfabriek istegenwoordig nog steeds ingebruik. In 1916 kreeg ookAlbergen een boterfabriek. Dezuivelfabriek "De Samenwerking" isin 1965 gesloten. Van debedrijfsgebouwen resteren nogenkele delen. Het totale aantalleden van de fabriek in Tubbergenbedroeg in 1944 ongeveer 840, datvan de fabriek te Albergenongeveer 240. Een groot deel vande ondermelk en de karnemelk gingin dat jaar nog steeds terug naarde boeren, die deze produkten alsvarkensvoer gebruikten.

Enerzijds waren de zuivelfabriekeneen reactie op de zwakkeconcurrentiepositie van deNederlands boter op de

20

Page 21: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

internationale markten en op hettoenemende belang van derundveehouderij, anderzijdsvormden de zuivelfabrieken eenbelangrijke stimulans voor deuitbreiding van de veeteelt. Ookde komst van de Boerenleenbankenbetekende een positieve invloed opde situatie in de landbouw. InVasse en Langeveen werden al in1907 parochiaal georiënteerdeboerenleenbanken opgericht.Albergen kreeg in 1908 eenBoerenleenbank, Tubbergen in 1913,Reutum in 1914 en Harbrinkhoek in1919.

Met name na de Tweede Wereldoorlognam de veeteelt en devarkenshouderij een hoge vlucht,zich uitend in een relatieveafname van het areaal bouwland tengunste van het areaal weiland, eentoename van het areaalvoedergewassen ten koste van hetareaal graangewassen en een sterkeverandering in het uiterlijk en desamenstelling van debedrij fsgebouwen.

Bestond in 1880 nog ruim 58%(3.456 ha) van het totaleoppervlak cultuurgrond (bouwland,weiland en tuingronden) uitbouwland, in 1938 bedroeg hetpercentage bouwland nog 40 (3.304ha) en het percentage weiland ruim60 (4.984 ha). Op 1 januari 1987besloeg het totale oppervlakcultuurgrond (bouwland, grasland,open grond, tuinbouwgewassen onderglas en braakland) in de gemeenteTubbergen 10.011 ha. Daarvanbestond 3.364 ha uit bouwland(31%) en 7.530 ha uit blijvend enpermanent grasland (69%).

In 1850 was bijna 100 procent vande totale beroepsbevolking van de

gemeente Tubbergen werkzaam in delandbouw. Daarna is dat percentageafgenomen van 75,9 in 1889 en 41,8in 1947 tot minder dan 20 op 1januari 1988.

6.2. Ambacht en industrieBelangrijke takken van nijverheidzijn er in de negentiende eeuw inde gemeente Tubbergen nietgeweest. Wel floreerde er hetmolenbedrijf. Vanwege het ervoorkomende reliëf en deaanwezigheid van veel beken werdeen groot deel van de molensaangedreven door water. Aan heteinde van de achttiende, beginnegentiende eeuw werkten er ingeheel Twente nog zo'n 30watermolens. Betekende de komstvan de windmolens vanaf ongeveer1300 al een gevoelige klap voor demolenaars van door wateraangedreven molens, de oprichtingvan het waterschap De Regge, sinds1957 "Regge en Dinkel" geheten,was dat in nog veel ergere mate.Molenbeken werden gereguleerd,sluizen afgebroken. In de gemeenteTubbergen zijn tot op heden echternog vier watermolens bewaardgebleven, de watermolen van hetlandgoed Herinckhave in Fleringen,watermolen De Mast, aan de weg vanVasse naar Ootmarsum en de tweewatermolens die de grootste rol inde geschiedenis van depapierindustrie in Twente hebbengespeeld: de "mölle" van Frans endie van Bels in Mander.

De waterkorenmolen, oorspronkelijktevens olie- en pelmolen op deFleringer Molenbeek staat directachter het kasteel. De molen, diesinds 1865 buiten gebruik was, isin 1989 gerestaureerd opinitiatief van de StichtingScholing, Restauratie en Innovatie

21

Page 22: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

in de Bouw in Overijssel (RIBO).In juni is de onderslagwatermolenbij de Herinckhave weer in gebruikgenomen als korenmolen.

De watermolen De Mast ligt op deOude Beek en is van ouds eenoliemolen geweest. Later werd demolen omgebouwd tot korenmolen,waaraan ook een bakkerij verbondenwas. In 1939 is De Mastgerestaureerd, het molenhuis in1942.

De watermolen van Frans en die vanBels (beide op de Mosbeek) vormende voorlopers van de in 1884opgerichte papierfabriek vanCramer te Wapenveld in Gelderland.Dr. Bernardus Kremer (laterCramer) stichtte in 1711 in Manderde eerste door waterkrachtaangedreven papiermolen. In 1780werd hier een tweede molen ingebruik genomen. Toen de fabricagevan papier met behulp vanwatermolens in Tubbergen op hethoogtepunt was, had Cramer inMander drie molens aan hetdraaien, die van Frans en Bels eneen derde molen. Hetgemeenteverslag over 1842 maaktmelding van vier papiermolens.Naast de papiermolens van Kramerwordt nog die van Meyer en Zn.(opgericht in 1825) genoemd. Derentabiliteit van de papiermolenswas als gevolg van het opkomen vande stoompapierfabrieken sinds 1840zeer matig. De kwaliteit van hetmet de hand vervaardigde,zogenaamde geschepte papier wasechter aanmerkelijk beter dan datvan het eerste in destoomfabrieken vervaardigdepapier, waardoor de papiermolenshun markt aanvankelijk nog wistente behouden.

De gemeenteverslagen van 1845 ende daarop volgende jaren vermeldenechter, dat de papiermolens inTubbergen met ondergang bedreigdwerden door een grote frauduleuzeuitvoer van lompen (de grondstofvoor de vervaardiging van papier)naar Duitsland. Om smokkel in hetalgemeen tegen te gaan, liep deweg Tubbergen-Uelsen dwars doorhet grenskantoor, dat hiertoe aanbeide zijden grote toegangsdeurenhad. Eenmaal binnen werden detransportmiddelen aan een grondigonderzoek onderworpen. De genoemdeweg loopt tegenwoordig langs hetin 1858 gebouwde grenskantoor. Hetgrenskantoor zelf is nog steedsaanwezig. Na een periode vaneconomische malaise in depapierfabricage in Twente had deFrans-Duitse oorlog in 1871 nogeen tijdelijke opleving in depapierindustrie tot gevolg. Na dieoorlog gingen als gevolg van hetopkomende nationalisme inDuitsland de grenzen voor onderandere papierprodukten dicht.Duitsland ging zelf papier enkarton maken, waardoor de molensvan Frans en Bels op den duur nietmeer konden concurreren. Cramerverplaatste zijn activiteiten naarWapenveld, waar hij in 1884 depapierfabriek van de heren VanGerrevink in Berghuizen kocht. Datbetekende het einde van depapiernij verheid in Tubbergen. Demolens van Frans en Bels kregenhun oorspronkelijke functies vancichorei- en korenmolen terug. Debovenslagmolens van Frans en Belszijn respectievelijk in 1943 en1960 gerestaureerd.

In de vier papiermolens vanTubbergen werkten in 1852 intotaal 12 volwassenen en 4jongens. In 1862 bedroegen die

22

Page 23: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

aantallen respectievelijk nog 7 en6. In 1863 werkten de molens nogslechts enkele dagen per week.

Van de vele windmolens die in 1850nog in de gemeente Tubbergenstonden, zijn er tegenwoordig nogdrie over, de in 1976gerestaureerde molen van Fleringen(daterend uit 1849, de in 1975gerestaureerde molen van Kienhuisin Geesteren (daterend uit 1867)en de windkorenmolen "De VierWinden" te Reutum (gebouwd in 1862en gerestaureerd in 1952).

Een kleinbedrijf dat zich tot nade Tweede Wereldoorlog heeftkunnen handhaven, is eencichoreibranderij en -malerij teAlbergen. Dezepaardencichoreimolen, die in 1813in bedrijf gesteld was, zette deproduktie voort tot 1950. Deaandrijving vond toen echter nietmeer plaats met behulp van paardenmaar met een elektromotor. In 1844werd nog een tweede cichoreimolenin gebruik gesteld. Deze wasverbonden aan de papiermolen vanMeyer en Zn. Er werkten in debeide cichoreibedrijfjes gemiddeldvier mensen.

Dankzij het voorkomen vanleemlagen in de buurschap Albergenkon daar voor plaatselijk gebruikin 1851 een steenfabrickje geopendworden door Anthony Lammers. In1852 kwam er nog een steenbakkerijbij. In 1925 werd de fabriek teAlbergen opgeheven. De genoemdesteenbakkerij uit 1852 was al kortna de oprichting opgeheven. Intotaal telde Albergen rond deeeuwwisseling driesteenbakkerijen.

Tot ongeveer 1863 was de

vervaardiging van textiel op veelboerenbedrijven een belangrijkenevenactiviteit. In Geesteren,Tubbergen en Fleringen waren rond1840 nog enkele calicotweverijengevestigd. De boeren en dearbeiders in de calicotweverijenwerkten voor buiten de gemeentegevestigde fabrikanten. Van 1853tot 1857 nam het aantalweefgetouwen in de gemeente af van120 tot 70 stuks. Daarna wordt erin de gemeenteverslagen niet meergesproken over de aanwezigheid vanwevers. Een deel van detextielarbeiders wisselde de spoelmet de spade terwijl anderen in defabrieken van de Twentsetextielcentra gingen werken. Metbetrekking tot de industriëlewerkgelegenheid werd Tubbergenmeer en meer een forensengemeente.Vooral de Almelose fabriekenoefenden een sterkeaantrekkingskracht uit oparbeiders uit voornamelijkHarbrinkhoek, Geesteren, Tubbergenen Albergen en in mindere mate oparbeiders uit Langeveen,Manderveen, Mander en Vasse.

In 1882 werd in Tubbergen een opde weverij georiënteerdeblauwververij van katoenen stoffenopgericht. In 1885 volgde deopening van nog twee vandergelijke bedrijven. Alle drie debedrijven beschikten over eenstoommachine. Er werkten in totaalongeveer 15 personen. Kort na 1900was het met de Tubbergseblauwververijen gedaan.

Tussen 1880 en 1890 was er nog eenstoomgrutterij, waar een drietalvolwassen mannen werkte. Deachteruitgang van deboekweitteelt, alsmede de invoervan goedkopere buitenlandse

23

Page 24: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

grutten heeft het bedrijfje teloordoen gaan.

In Harbrinkhoek is in 1934 eenkleine conservenfabriek opgericht,gebaseerd op de aldaar aanwezigetuinbouw. Het fabriekje droeg denaam Tweco (=TwentseConservenfabriek).

In 1947 was 30,2% van de totaleberoepsbevolking werkzaam in deindustrie. 6,6% werkte in desector handel, verkeer en hetbankwezen.

24

Page 25: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

7 Sociale en culturele

voorzieningen

7.1. Kerken en begraafplaatsenIn 1850 was ongeveer 95% van debevolking van de gemeenteTubbergen rooms-katholiek. Slechts160 mensen behoorden tot deNederlands hervormde kerk en 8 totde Israëlitische gemeenschap.

Tussen 1850 en 1947 is het aandeelrooms-katholieken in de totalegemeentelijke bevolking maarweinig afgenomen. Op 31 mei vanlaatstgenoemde jaar telde degemeente 11.037 rooms-katholieken(=ruim 90% van de totalegemeentelijke bevolking van 12.209personen. Het aandeel hervormdennam in dezelfde periode toe van 3%tot ruim 8%. Van de overigekerkelijke gezindten was in 1947de gereformeerde gemeente degrootste. Deze kerk telde in degemeente Tubbergen in dat jaar 82leden (=0,7% van de bevolking).

In 1850 telde de gemeenteTubbergen 6 kerken. In het dorpTubbergen stonden twee kerken, eenNederlands hervormde (1810) en eenrooms-katholieke (dePancratiuskerk). Verder stond ereen rooms-katholieke kerk inGeesteren (1820), één in Albergen(1841), één in Langeveen (eenkapelletje uit 1843), één inReutum (samen met Haarle) daterenduit 1818 en één in Vasse.Fleringen en Harbrinkhoek kregenzoals gezegd pas in het begin vande twintigste eeuw elk een eigenkerk.

Van de negen huidige kerken (achtrooms-katholieke en één Nederlandshervormde) dateren er vier uit deperiode 1850-1940, namelijk dekerk van Vasse (bebouwd tussen1871 en 1875, de toren in 1877),de kerk van Harbrinkhoek (de

25

Page 26: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Mariaparochie uit 1918), de kerkvan Langeveen (1924/25) en de kerkvan Geesteren (1925/26).

Elk van de negen kerkelijkegemeenten in Tubbergen heeft eeneigen begraafplaats. Met degemeente Vriezenveen isovereengekomen dat van de algemenebegraafplaats van Bruinehaargebruik kan worden gemaakt. Derooms-katholieke begraafplaatsenbevinden zich allemaal bij debetreffende kerken. Debegraafplaats van de Nederlandshervormde kerk ligt ten noordenvan het dorp Tubbergen aan deHardenbergerweg. Prehistorischegrafheuvels zijn te vinden op deGalgenberg te Hezingen, in hetManderse Streugebied, in hetHaarlerveld en in de Vasserheide.

7.2. ScholenIn 1850 telde de gemeenteTubbergen zeven scholen. Daarvanhad alleen de in 1837 geheelvernieuwde school te Vasse eenaangebouwde onderwijzerswoning. Descholen van Tubbergen (in 1833geheel vernieuwd), Geesteren(1846), Albergen (1830), Reutum(1847), Harbrinkhoek (1845) enFleringen (1841) hadden geenspeciale onderwijzerswoningen.Langeveen kreeg in 1851 een eigenschool zonder onderwijzerswoning.

Van de huidige 11 basisscholen,waaronder 1 protestantschristelijke en een bijzonderneutrale, en de 3 scholen voorvoortgezet onderwijs (Dr.Schaepman-mavo, Biologische Schoolen de L.H.N.O. Pax et Bonum)dateren alleen van de basisscholenenkele gebouwen uit de periode1850-1940, bijvoorbeeld de uit1920 daterende lagere school met

onderwijzerswoning te Albergen.

26

Page 27: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

8 Ontwikkeling 1850-1940

Typering:Kransesdorp.

Functie:Agrarische verzorgingskern.

Ruimtelijke ontwikkeling:In de eerste helft van de 19deeeuw omvat de dorpsstructuur vanTubbergen vrijwel uitsluitend denoord-zuid lopende Grotestraat,waarbij in de omgeving van de kerken in het gebied direct ten zuidendaarvan enige verdichting van debebouwing is opgetreden. In ditpatroon komt gedurende de verdere19de eeuw geen wezenlijkeverandering, slechts langs debestaande wegen ontstaat enigegemengde bebouwing in aansluitingop de oude kern.Deze ontwikkeling zet zich na deeeuwwisseling voort, waarbijechter vooral een sterke uitgroeivan woonbebouwing inzuidwestelijke richting, op deesgronden, tot stand komt langs deAlmeloseweg. Aan de oostzijde vanhet dorp, min of meer achter debebouwing langs de Grotestraat enten zuiden van het reeds eerderaangelegde gebied van de R.K.begraafplaats en pastorietuin,ontstaat omstreeks deeeuwwisseling een gebied metindustrie-bebouwing ten behoevevan de zuivelfabriek.De uitbreidingen gedurende deperiode tot 1940 blijven beperkttot de genoemde groei vangemengde- en woonbebouwing langsde bestaande wegen en incidenteleontwikkeling van andere functies.Eerst na 1945 komen structureleuitbreidingen rondom het dorp totstand. Daarbij komt het op eenaantal plaatsen in en aan de randvan de oude structuur totreconstructies.

27

Page 28: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Stedebouwkundige ontwikkeling Tubbergen

Kaart ca. 1850

i 4 f

28

Page 29: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart ca. 1900

29

Page 30: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart ca. 1940

rubhoiV

;'• fJ/p/^SA fi(>oj

Schaal : ca. 1:15000Bron : Topografische kaarten van Nederland

Kaart ca. 1850, verkend 1848Kaart ca. 1900, verkend 1901Kaart ca. 1940, verkend 1933

30

Page 31: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Legenda typologie

schaal 1:15.000

..J*-—~s. •.

K: o

- • - * • • • • • / •

-- k

TLTBBERGEN

- • . . "-• ••••• .T-7'«.»«.'ll:sfT-^ .1 * > " , ^O^-ï y>:-> t / / • f .

bestaande kern 1850

algemeen stedelijkingericht 1940

algemeen nietstedelijk ingericht 194

niet stedelijkevillabebouwing 1940

industriegebied 1940

groen gebied 1940

lineaire ontwikkeling1850 - 1940

na 1940 gereconstrueer

• . , \ • • ' • • • . • ' • • •

• « » • .

' • ' • " •

• • • • • • • • % .

, /

//i—'•'4—ó<:^

1 9 4 0 , kaart ca. 1988

Page 32: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

• " • • ;

•/•••

> • . • . • • : . • » : - •

I

Kaart c .

Page 33: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Bronnen

Literatuur Tubbergen en regio:•Bönninghausen, F. van, De TwentseRoggebouw (die TwentischeRoggenwirtschaft). Albergen, 1988.*Broek, A. van den, Bij deherdenking van het Honderdjarigbestaan der parochiekerk vanReutum en Haarle. Oldenzaal, 1918.•Gemeentegids Tubbergen. GemeenteTubbergen, 1989.*Greven, H., Geschiedenis vanTubbergen. van schaduw tot licht.Enschede, 1978.«Hesselink, van der Riet, T., Debodem vertelt, boven- enondergrondse vondsten in Albergenen omgeving. Albergen, 1989.*Hesselink, van der Riet, T., Dekerkgeschiedenis van Albergen enomstreken. Albergen, 1987.•Kanaal Almelo naar Pruisischegrens nabij Albergen. StichtingHeemkunde Albergen, Albergen,1986.•Kijk op Tubbergen. onderzoek naarde toekomstmogelijkheden van eenTwentse gemeente. E.T.I.O.,Zwolle, 1970.*Linden, P., van der, en H.R.Oosterveld, De landbouw in degemeente Tubbergen. Landbouw -Economisch Instituut, Den Haag,1978.•Markerecht van Albergen.Stichting Heemkunde Albergen,Albergen, 1979.*Oude Vrielink, J.G., OudeVrielink vertelt. Het leven,werken en folklore van ouders envoorouders. Tubbergen, 1986.*Oude Vrielink, J.G., Tubbergen inoude ansichten. Zaltbommel, 1969.*Smit, F. en B. Smithuis,Kerkelijke geschiedenis vanTubbergen. z.p.[Tubbergen], 1972.•Sociaal-economisch rapport van degemeente Tubbergen. E.T.I.O.,Zwolle, 1949.•Sociale kaart van de gemeente

31

Page 34: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Tubbergen. Stichting Overijssel,Zwolle, 1966.^Waardenburg, A.W.F., Hoort, en uwziel zal leven, beknoptegeschiedenis van de hervormdegemeente te Tubbergen. Tubbergen,1988.

Kaarten:*Bodemkaart van Nederland.Stiboka, Wageningen, 1985.*Kadastrale minuutkaart 1832,Rijksarchief Overijssel, Zwolle.^'Topografische kaart vanNederland, ca. 1850, 1900, 1935,1950, 1960, 1976 en 1985.Topografische Dienst Delft/Emmen.

Archieven:^Databank Universiteit vanAmsterdam, Vakgroep Socialegeografie, 1988.*Gemeente verslagen 1850-1940,Rijksarchief Overijssel, Zwolle*Verslagen van Gedeputeerde Staten1850-1940, RijksarchiefOverijssel, Zwolle.

32

Page 35: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Tabellen

Tabel 1

Loop van de bevolking in de gemeente Tubbergen tussen 1850 en 1940.

Jaar1) Aantal inwoners Index(1850=100)

1850 5.461 1001860 5.845 1071870 6.086 1111880 6.207 1141890 6.231 1141900 6.241 1141910 6.689 1221920 8.022 1471930 9.530 1751940 11.219 205

1) Cijfers per 31 december

Bron: Databank Universiteit van Amsterdam, 1988.

33

Page 36: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Tabel 2Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Tubbergen omstreeks1845.

Woningvoorraad1*

758152

15553

2255530684820

114

Gemeente Tubbergen 5.858 1.006

1) Cijfers bij benadering

Bron: Steden en dorpen in Overijssel, 1980 en Van der Aa, 1839-1849.

Onderdeel

Tubbergen (dorp)Tubbergen (verspreideFleringenAlbergenHarbrinkhoekGeesterenLangeveenHezingenManderVasseHaarleReutum

Aantal inwoners1)

450bebouwing) 475

340900310

1.300333190440300150670

Tabel 3Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Tubbergen op1 mei 1947.

Onderdeel Aantal inwoners Woningvoorraad

Tubbergen 1.083Albergen 401Vasse 222Geesteren 408Reutum 368Verspreide huizen 9.725Varende schepen 2

Gemeente Tubbergen 12.209 1.856(1.314)1)

1) (1.314) = aantal boerderijen en/of tuinderswoningen.

Bron: Uitkomsten van de volks- en beroepstelling van 31 mei 1947.

34

Page 37: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Tabel 4Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Tubbergen op1 januari 1988.

Onderdeel

Tubbergen kernTubbergen buitengebiedLangeveen kern en buitengebiedGeesteren kernGeesteren buitengebiedHarbrinkhoek/Mariaparochie kernHarbrinkhoek/Mariaparochie b.g.Albergen kernAlbergen buitengebiedFleringen kernFleringen buitengebiedReutum kernReutum buitengebiedManderveen kernManderveen buitengebiedVasse kernVasse buitengebiedWoonplaatsrayon Ootmarsum

Aantal inwoners1)

4.004710

1.3151.8521.9891.003

5561.6001.369

332377570613305304568561223

Woningvoorraad1)

1.2541913385484663061494773388792

1701678484

17615753

Gemeente Tubbergen 18.251 5.137

1) De genoemde aantallen zijn gemeentelijke opgaven; ze kunnen daardoor afwijken van deC.B.S.-cijfers.

Bron: Statistieken R.O.I., Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van degemeenten van Overijssel, 1988.

35

Page 38: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 1

DE LIGGING VAN DE GEMEENTE IN TWENTE

10km

Grenzen van TwenteGemeentegrenzen

Bron: Atlas van Nederland, deel 1, 1984.

36

Page 39: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 2

BODEMGESTELDHEID EN GEOLOGIE

/< x x ./ X x y v \

X X XV V V

f1

/

t

P

X XX

XX

X

-

/

7

7

?

V\

V

X X X j? - „

x x x x xx x x x x f x

' " ••I |--J|>-i*« |K * ,

III. - I x xx x x lx

x x

0 1 5km

Enkeerdgronden met cultuurdek van 30 - 50 cm dikteBeekeerdgrondenFijnzandige veldpodzolgrondenGrofzandige veldpodzolgrondenVeldpodzolgronden met veel terreindepressies zoals dobbenKleine geïsoleerde dekzandkop met ten minste 30 cm dik cultuurdekKeileemheuvel met zanddekVerschillende soorten veengrondStuwwal met keileemlaag beginnend tussen 40 en 120 cmErosiedalBebouwde kom van Tubbergen

Bron: Bodemkaart van Nederland, 1985.

37

Page 40: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 3

MARKEN EN HUIDIGE LANDGOEDEREN

/ MARKE HEZINGEN

Mander

DRIESCHICHTjGE MARKE GEESTEREN, MANDER

EN VASSE

2 3 4km

Huidige gemeentegrensMarkegrensRiviertjes en bekenLandgoed HerinckhaveHavezate Herinckhave

Bron: Grote Topografische Atlas van Nederland, 1987.

38

Page 41: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 4

INFRASTRUCTUUR ANNO 1984

HoofdwegOverige verharde wegenVoormalige waterweg

mTITfi Bebouwing

Bron: Grote Topografische Atlas van Nederland, 1987.

39

Page 42: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 5

GEMEENTE TUBBERGEN OMSTREEKS 1865

4

I

Bron: Gemeente-atlas van Nederland, 1971.

40

Page 43: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed en havezate Herinckhave. In 1723 kwam dit goed in handen van het geslacht Von Bönninghausen, waarvan Christian tussen 1740 en 1743 het huidige huis

Kaart 6

GEMEENTE TUBBERGEN OMSTREEKS 1972

0 1 2 3 4 5km

Bron: Topografische kaart van Nederland, 1974

41