INHOUD - The LearningBox · Het multiplexsysteem van de RENAULT Laguna II bestaat uit vier...
Transcript of INHOUD - The LearningBox · Het multiplexsysteem van de RENAULT Laguna II bestaat uit vier...
HET MULTIPLEXSYSTEEM 3
DE BENZINEMOTOREN 11
ABS TEVES MARK 60 44
TEMPERATUURREGELING 69
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR 85
RUITENWISSER VOORMET REGENSENSOR 93
AUTOMATISCH SLUITENVAN DE RUITEN EN HET OPEN DAK 96
MOTOR F9Q 750 99
CONTROLESYSTEEM VAN DEBANDENSPANNING 106
VARIABELE STUURBEKRACHTIGING 113
AUTO ZONDER SLEUTEL 115
PARKEERHULP 137
XENONLAMPEN 142
DE SPRAAKMAKER EN HET INSTRUMENTENPANEEL 148
INHOUDINHOUD
3
HETMULTIPLEXSYSTEEMHET MULTIPLEXSYSTEEM
ALGEMEENHet multiplexsysteem verzorgt de uitwisseling van informatie tussen de verschillende rekeneenheden via eenelektrische verbinding (BUS) die ze onderling verbindt.
Het multiplexsysteem van de RENAULT Laguna II bestaat uit vier multiplexnetwerken
- Een multiplexnetwerk van de auto dat twaalfrekeneenheden onderling verbindt.- Een eigen multiplexnetwerk voor het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP).- Een eigen multiplexnetwerk voor de ruitbediening met sneltoets en het memory systeem van debestuurdersstoel.- Een multimedia multiplexnetwerk.
A Eigen multiplexnetwerk ruitbediening met sneltoetsB Eigen multiplexnetwerk ABS opname element
stuurwielhoekC Multimedia multiplexnetwerkD Multiplexnetwerk tussen de systemen
A
B C
D
203Ruitbedieningbestuurder
204Ruitbediening
passagier
1094Rekeneenheid
ABS
583Opname
element hoekstuurwiel
1127Videodisplay
1125Centrale
communicatieeenheid
662Rekeneenheidnavigatiesysteem
1110-Vignet
portieren
1088Stuurkolomgrendel
756Rekeneenheid
airbag
119Rekeneenheidautomatischetransmissie
120Rekeneenheidinspuitsysteem
997Rekeneenheid
LPG
247Instrumenten-
paneel
363Spraak-maker
419Controle-
eenheid van deairconditioning
645Huis met
hulporganeninterieur
4
Het multiplexnetwerk van de auto
Er worden 25 frames uitgewisseld over het multiplexnetwerk, voor ongeveer 300 parameters.
De betreffende rekeneenheden zijn :
A Logisch niveau = 0B Logisch niveau = 1C Logisch niveau = 0
U volt
2.5 V
0
0
CAN H
CAN L
(CAN H – CAN L)
3.5 V
1.5 V
2 V
t
tA
B
C1
De multiplexnetwerken bestaan uit tweegedraaide elektrische koperdraden.
De twee draden heten " CAN High" en "CANLow ". Let op zij mogen niet worden verwisseld.De informatie wordt verstuurd in de vorm vanelektrische signalen tussen 2,5 volt en 3,5 voltvoor het " CAN High " en tussen 1,5 volt en2,5 volt voor het " CAN Low ".Als het spanningsverschil 0 volt is, is hetlogische niveau 0, als het spanningsverschil2 volt is, is het logische niveau 1.
- de rekeneenheid van het inspuitsysteem,- de rekeneenheid van de automatische transmissie.- de rekeneenheid van het LPG-systeem,- de rekeneenheid van het ABS,- het huis met hulporganen interieur,- stuurkolomgrendel,
- de rekeneenheid van airbag,- de rekeneenheid van de airconditioning,- het instrumentenpaneel,- de centrale communicatie eenheid (portierenen controlesysteem van de bandenspanning),- het vignet van de portieren,- de rekeneenheid van de spraakmaker.
De eigen multiplexnetwerken
Twee functies op de RENAULT Laguna II hebben een eigen multiplexnetwerk :
- De functie van het stabiliteitsprogramma.Verbinding tussen het opname element stuurwielhoek en de rekeneenheid van het ABS.
- De functie van de ruitbediening met sneltoets.Verbinding tussen de elektronische modules van de voorportieren (alleen als de bestuurdersstoel een geheugenheeft).
Het multimedia multiplexnetwerk
Het " multimedia multiplexnetwerk " is het multiplexnetwerk tussen de centrale communicatie eenheid, derekeneenheid van het navigatiesysteem en het videodisplay.
5
SAMENSTELLING VAN EEN FRAME VAN HET MULTIPLEXNETWERKVAN DE AUTOEen frame bestaat uit drie hoofdbestanddelen :
- Codering van de naam van de parameters (bijv. : motortoerental).- Codering van de waarde van de parameters (bijv. : 2 000 tr/mn).- Codering van de prioriteit (bijv. : hoge prioriteit).
Een frame kan verschillende parameters bevatten.
Bijvoorbeeld: een frame dat wordt verstuurd door de rekeneenheid van het inspuitsysteem bevat de volgendezeven parameters :
- motortoerental,- gemiddeld effectief koppel,- wens van de bestuurder/wens verzorgd door snelheidsregelaar,- staat van de snelheidsregelaar,- vrijgave van de werking van de aircocompressor,- motorkoppel buiten berekening voor de automatische transmissie,- verwacht koppel.
Als verschillende rekeneenheden tegelijk een frame aanbieden, wordt alleen het frame met de hoogste prioriteitover het multiplexnetwerk verzonden. De frame met lagere prioriteiten worden later verzonden.
OPMERKING
Bepaalde frames worden periodiek verzonden (iedere 10 ms voor een frame van het inspuitsysteem). Andereworden verzonden als er iets gebeurt. Het frame afkomstig van de rekeneenheid van de airbag wordt verzondenbij een botsing om de brandstofpomp uit te schakelen, de portieren te ontgrendelen en het blokkeren van destuurkolom te verbieden.
STORING ZOEKEN IN HET MULTIPLEXNETWERK
1 Multiplexnetwerk
Het diagnoseapparaat
Bij het selecteren van de " Laguna II " als autotype,gaat het diagnoseapparaat altijd eerst naar eencontrole van het multiplexnetwerk.Bij een storing moet deze eerst worden hersteldvoordat wordt verdergegaan met het storing zoeken.Hiervoor moet een test worden uitgevoerd. Via dezetest kan een eventuele storing van hetmultiplexnetwerk worden gelokaliseerd.
Tijdens de uitvoering van de test :
- Ondervraagt het diagnoseapparaat derekeneenheden die zijn aangesloten op lijn K.- De rekeneenheden wisselen onderling testframesuit en sturen hun resultaten naar hetdiagnoseapparaat. Hiermee kunnen derekeneenheden worden ondervraagd die niet zijnaangesloten op lijn K.Zodra de test is afgelopen, toont het gereedschaphet resultaat door middel van drie schermen.
1
6
De verschillende schermen van het diagnoseapparaat
Het eerste scherm
: Lijs van de defecte segmenten.Deze zone geeft een defect segment weer.Het nummer van het/de verdachte segment(en) staat in de vierkant " A ".
: De niet gecontroleerde segmenten.Een rekeneenheid die niet beantwoord aan de diagnose van het gereedschap, staat in het vierkant " B ".Als er geen storing is, wordt op de RENAULT Laguna II alleen het segment " 0 " niet gecontroleerd.
: Resultaat van de test.In deze zone staat de uitslag van de test van het multiplexnetwerk door het diagnoseapparaat (bijv. : " bepaalderekeneenheden beantwoorden niet aan de diagnose, controleer hun voedingen voordat u een test uitvoert ").
Deze icoon geeft het verband tussen de nummers van de rekeneenheden en hun omschrijvingen.
R212 : dit nummer is van de verbindingsstekker tussen de kabelbundels van interieur en motor, onder deaccubak.
Het tweede scherm
Dit bestaat uit vier vensters waarvan twee nieuw zijn.
: De niet gedetecteerde rekeneenheden.In deze zone staat de lijst van de rekeneenhedendie niet beantwoorden aan de diagnose van hetgereedschap.
: De niet herkende rekeneenheden.In deze zone staan de rekeneenheden diebeantwoorden aan de diagnose van hetgereedschap. Zij horen echter niet bij de auto.
Dit bestaat uit vier vensters.
: Het schema van het netwerk.De structuur van het multiplexnetwerk verschiltvolledig van de structuur van de auto. Het geeft demaximale configuratie weer.
N.B.De defecte segmenten worden op een latereuitvoering van het diagnoseapparaat in roodweergegeven.
7
Het derde scherm
Dit bestaat uit vier vensters waarvan drie nieuw zijn.
: Lijst van rekeneenheden (vaninspuitsysteem, automatische transmissie....)
: Configuratie van de rekeneenheid van deairbag (aanwezig/afwezig).
: Configuratie van de rekeneenheid van hetABS (aanwezig/afwezig).
De structuur van het multiplexnetwerk is geprogrammeerd in de rekeneenheden van de airbag en van hetABS. Deze twee rekeneenheden zijn in alle RENAULT Laguna II aanwezig.
Voor iedere rekeneenheid uit de lijst, geeft de vermelding " aanwezig " of " afwezig " de configuratie aan vanhet multiplexnetwerk in de rekeneenheden van de airbag en van het ABS.
Met deze lijst kan het gereedschap onderscheid maken tussen een rekeneenheid die niet beantwoord aan dediagnose en een rekeneenheid die ontbreekt.
OPMERKING
Als de configuraties in de twee rekeneenheden niet gelijk zijn, verschijnt dit scherm aan het begin van hetstoring zoeken. In dat geval, is het nodig de configuratie te controleren en te corrigeren.
Configuratie van het multiplexnetwerk
Als de configuraties van het netwerk niet gelijk zijn, klikt u op een van de rekeneenheden van het ABS of vande airbag. Het diagnoseapparaat opent een configuratie van het multiplexnetwerk.
Voorbeeld : configuratie rekeneenheid van de airbag
: actuele configuratie van de rekeneenheid vanhet ABS
: actuele configuratie van de rekeneenheid vande airbag
: Gewenste configuratie van de rekeneenheidvan de airbagIn dit venster wordt de configuratie veranderd.
: Starten van de configuratie.
8
Kabelsplitsingen van het multiplexnetwerk
PLAATS VAN DE KABELSPLITSINGEN VAN HET MULTIPLEXNETWERK
PLAATS VAN DE KABELSPLITSING VAN LIJN K
Kabelsplitsing van lijn K
9
203Ruitbedieningbestuurder
204Ruitbediening
passagier
1094Rekeneenheid
ABS
583Opname
element hoekstuurwiel
1127Videodisplay
1125Centrale
communicatieeenheid
662Rekeneenheidnavigatiesysteem
1110-Vignet
portieren
1088Stuurkolomgrendel
756Rekeneenheid
airbag
119Rekeneenheidautomatischetransmissie
120Rekeneenheidinspuitsysteem
997Rekeneenheid
LPG
247Instrumenten-
paneel
363Spraak-maker
419Controle-
eenheid van deairconditioning
645Huis met
hulporganeninterieur
CONTROLE VAN DE MULTIPLEXBEDRADING
Het multiplexnetwerk heeft twee terminalweerstanden van 120 ohm.
De ene bevindt zich in de rekeneenheid van het inspuitsysteem, de andere in het huis met hulporganeninterieur.
Hun taak is het zuiveren van de elektrische signalen.
10
60 tot 120 ΩΩΩΩΩ
De weerstand, gemeten op de aansluitingen van de diagnose-aansluiting,varieert van 60 tot 120 ohm.
N.B.Alleen een storing op de twee weerstanden is zichtbaar als een storing op hetdiagnoseapparaat.
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
6 ednavleehegtehnedehneeneker-xelpitlum
hgiHNAClaangis laangisxelpmoctlov 5,3tottlov 5,2navgninnaps
41 ednavleehegtehnedehneeneker-xelpitlum
woLNAClaangis laangisxelpmoctlov 5,2tottlov 5,1navgninnaps
7 ednavleehegtehnedehneeneker
laangisesongaid0002K
11
ALGEMEENDe RENAULT Laguna II heeft de volgende motoren :
- Motor K4M met inspuitsysteem SAGEM 2000.- Motor F4P met inspuitsysteem SAGEM 2000.- Motor L7X met inspuitsysteem BOSCH ME 7.4.
Voor de controle van de kabelbundel naar de rekeneenheid van het inspuitsysteem worden de volgendeverlengblokken gebruikt :
- BOSCH ME 7.4 : " ELE 1613 " (128-polig).- SAGEM 2000 : " ELE 1590 " (112-polig).
LET OPHet is verboden om tests uit te voeren met een nieuwe inspuitrekeneenheid, want de rekeneenheidbehoudt levenslang zijn startvergrendelingscode.
Opmerking over het uitbouwen van een rekeneenheid van het inspuitsysteem.
De rekeneenheden van het inspuitsysteem zijn gemonteerd onder de accubak. Voor het uitbouwen ervanmoet de accubak worden uitgebouwd die is vastgezet met drie inbraakwerende bouten. Deze moeten daaromworden ingeboord en verwijderd met de trekker (MOT 1372).
DE BENZINE-MOTORENDE BENZINEMOTOREN
12
DE REGELING VAN HET KOPPEL
De inspuitsystemen hebben een gemotoriseerd smoorklephuis, waardoor het koppel van de motor kanworden beïnvloedt door andere rekeneenheden van de auto. Hij regelt de antiluchtverontreinigingssystemen(dampafzuiging, mengselregeling, EOBD-systeem). Hij regelt het motorkoppel op twee manieren :
- Ofwel via de ontstekingsvervroeging = Snelle koppelverandering.- Ofwel via de smoorklep = Langzame koppelverandering.
Verandering van het motorkoppel kan worden gevraagd door :
- de bestuurder,- de snelheidsregelaar,- de snelheidsbegrenzer,- het ABS-systeem (ESP/ASR/MSR),- de automatische transmissie,
De rekeneenheid van het inspuitsysteem bepaalt, afhankelijk van de verschillende parameters en met voorrangvoor de veiligheid, de optimale ontstekingsvervroeging en opening van de smoorklep.
wil van de bestuurder
snelheidsregelaar
snelheidsbegrenzer
rekeneenheid ABS
Rekeneenheid
inspuitsysteem
GEMOTORISEERDESMOORKLEP
ONTSTEKINGSVERVROEGING
Als verschillende systemen op hetzelfde tegengestelde koppelveranderingen vragen (minder of meer), bepaaltde rekeneenheid van het inspuitsysteem aan de hand van de prioriteit van de vragende rekeneenheden welkverzoek voorrang krijgt.
De prioriteiten zijn als volgt geklasseerd :
+ Hoog 1. Automatische transmissie.
2. ABS (ESP en ASR : vermindering van het koppel alleen, MSR :(verhoging van het koppel alleen).:
+ Laag 3. Bestuurder of snelheidsregelaar/begrenzer.
ððððð
ð
ðrekeneenheidautomatische transmissie
13
DE NIEUWE ACTUATOREN
t De gemotoriseerde smoorkleppen
Door de gemotoriseerde smoorklep wordt de beweging van de smoorklep afhankelijk van het stuursignaal datafkomstig is van de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
De gemotoriseerde smoorklep van het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4
Het verdraaien van de smoorklep (4) wordt verzorgd door een gelijkstroommotor (1) met een tandwielvertraging(2). Als de motor in de ene richting draait, gaat de smoorklep open. Hij gaat dicht als de motor de andere kantop draait.In rust, staat de smoorklep in een evenwichtsstand (iets open) dankzij een terugtrekveer (3) die in beiderichtingen werkt.Tijdens de werking voedt de rekeneenheid van het inspuitsysteem de elektromotor met een gemoduleerdepulserende stroom.De elektromotor krijgt op een van zijn aansluitingen (A) een gelijkstroom met een variabel potentiaal (0 volt of12 volt) van de rekeneenheid van het inspuitsysteem. Hij krijgt op zijn andere aansluiting (B), een gemoduleerdepulserende stroom (0 volt/12 volt) die ook geleverd wordt door de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
1 Elektromotor2 Vertraging3 Terugtrekveer4 Smoorklep120 Rekeneenheid inspuitsysteem
14
3 2
120A
B
14
Spanning op de aansluitingen vande motor
A Stationaire fase = sluiten van desmoorklep
B Niet-stationaire fase = openen vande smoorklep
D Duur van de voeding
Bij stationair toerental, levert de rekeneenheid een potentiaal van 12 volt op aansluiting A.Op hetzelfde moment, geeft hij massa-impulsen aan aansluiting B.De motor is in gesloten stand "gepolariseerd". Hoe groter de duur van de impuls, hoe verder de smoorklepzich sluit. De motor werkt in tegen de openingskracht van de veer.
Als de rekeneenheid de smoorklep wil openen (voorbij de mechanische ruststand), geeft hij een potentiaalvan 0 volt op aansluiting A en positieve impulsen op aansluiting B.De motor is in open stand "gepolariseerd". Hoe groter de duur van de impuls, hoe verder de smoorklep zichopent.De motor werkt in tegen de sluitingskracht van de veer.
Als de motor draait neemt de smoorklep, door de hoge frequentie van de signalen (ongeveer 2 000 Hz), eenevenwichtsstand in.
Details van de stekker
A B
D
D
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 4L/C laangisruutsrotompelkrooms
fotlov 21=laaitnetoptlov0
rotomgnideovpelkroomsedreesirotomeg
2 3M/C +laangisruutsrotompelkrooms
fotlov0=laaitnetoptlov21
ednereslupedreeludomeg()moorts
rotomlaangisruutspelkroomsedreesirotomeg
15
De gemotoriseerde smoorklep SAGEM 2000
De smoorklep (3) wordt bediend door een rotor (2), bestaande uit twee magnetische polen. Hij neemt eenevenwichtsstand aan die afhankelijk is van de magnetische polariteit de bepaald wordt door de voeding vande spoel (1).De voeding is een gemoduleerde pulserende gelijkstroom, gecombineerd met een omkering van de polariteit.
Wanneer aansluiting A een potentiaal van + 12 volt krijgt, ontvangt aansluiting B tegelijkertijd een potentiaal0 volt met dezelfde duur. De spoel is gepolariseerd om de smoorklep te openen.
Omgekeerd, wanneer aansluiting A een potentiaal van 0 volt krijgt, ontvangt aansluiting B tegelijkertijd eenpotentiaal +12 volt met dezelfde duur. De spoel is gepolariseerd om de smoorklep te sluiten.
De verschillende evenwichtsstanden van de smoorklep worden verkregen door de duur van de impulsen temoduleren.
N.B.In rust, staat de smoorklep in een evenwichtsstand (iets open) dankzij een terugtrekveer die in beiderichtingen werkt.
1 Spoel2 Rotor3 Smoorklep120 Rekeneenheid inspuitsysteem
120A
B
1
23
N
S
16
Sluiten (stuursignaal A) Sluiten (stuursignaal B)
O Duur van het openenF Duur van het sluiten
F
O O
F
Details van de stekker
LET OPAls we met een multimeter (ingesteld op gelijkspanning) de spanning meten op de aansluitingen van despoel, zien we een spanning dichtbij 0 volt, bij iedere stand van de smoorklep. Dit kan aanleiding zijn toteen verkeerde diagnose.
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
3 3M/B rotomlaangisruutsedreesirotomeg
pelkrooms
fotlov 0=laaitnetoptlov21
edreeludomeg()moortsednereslup
leopsednavAlaangisruutsedreesirotomegednav
pelkrooms
4 4M/B +laangisruutsrotompelkrooms
fotlov0=laaitnetoptlov21+
edreeludomeg()moortsednereslup
leopsednavBlaangisruutsedreesirotomegednav
pelkrooms
17
De bijzondere strategieën van de gemotoriseerde smoorkleppen
Test van de terugtrekveren (openen en sluiten)
BOSCH1. Bij het aanzetten van het contact, voedt de rekeneenheid even de motor van de gemotoriseerde smoorklepin de richting van openen. Hij controleert via het opname element van de smoorklepstand of de smoorklep inde ruststand terugkeert (door de terugtrekveer).2. Hij doet hetzelfde in de richting sluiten.
SAGEMBij het uitzetten van het contact stuurt de rekeneenheid de gemotoriseerde smoorklep aan in de richtingopenen en daarna sluiten om de terugtrekveer te testen.
N.B.Indien de rekeneenheden een storing constateren, gaan zij naar een noodprogramma.
De noodprogramma's van de gemotoriseerde smoorkleppen
Er zijn verschillende types noodprogramma's voor het gemotoriseerd smoorklephuis en zijn bediening.Al naar gelang de aard van een eventuele storing gaat de rekeneenheid naar noodprogramma's.Ieder van deze programma's veroorzaakt het oplichten van het waarschuwingslampje inspuitsysteem (prioriteit 1)op het instrumentenpaneel.
Correctie stationair toerental
Alleen bij het inspuitsysteem SAGEM 2000 kan het stationair toerental in de werkplaats worden gewijzigd.De wijziging is mogelijk in stappen van 16 tr/mn (maximum 144 tr/mn) met behulp van het diagnoseapparaat.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
ekjileppahcsneemeGnegnirots
gnithcileotnenegloveG
: 731 FDedreesirotomeg
pelkrooms
HCSOBpelkroomsedreesirotomegednavgnirutsnaaednignirotsenemegla: "feD3"
neefotlov 21 +naagnitiulstroknee,assamnaagnitiulstroknee,gnikerbrednoneejiBtehnavnethcilpotehtemdraapeggnirotsedtaag,gnirekkolbehcsinahcem
.ammargorpdoonneene1tietiroirpejpmalsgniwuhcsraawnevobteintmoklatnereotrotomtehnegitamlegernosilatnereotrianoitatsteH
.nm/rt 000 2
: 731 FDedreesirotomeG
pelkrooms
MEGASgnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein: "feD"
ejpmal+"1 TE"=nenjilodnammocedpoassamnaagnitiulstrokgnikerbrednopelkroomsedreesirotomegednavgnigithcarkebednignirots: "feD1"
ejpmal+"1 TE"=gnirekkolbehcsinahcemfonenjilodnammocedpoedreesirotomegednavnednatsetsretiuednavnekeoztehjibgnirots: "feD2"
pelkroomspelkroomsedreesirotomegednavgnirutsnaaednignirotsenemegla: "feD3"
nezelni: "feD6"
18
ekjileppahcsneemeGnetats
gnithcileotnenegloveG
dgoohrev: 830 TElatnereotrianoitats
.gninoitidnocriaedrooddgaarvegtdrowlatnereotrianoitatsdgoohrevtehslafeitcA
rianoitats: 930 TEgnilegerlatnereot
: naadlovtdrowneiaardrianoitatsroovnedraawroovednaaslafeitcA.deibegdletsegtsavneenilatnereotrotomnesolsaglaadep
netatsekeificepSHCSOB
gnithcileotnenegloveG
: 300 TEsag dnatspelkrooms
sol
.)"921 TE"(laadeptehnavsolsagtemnemokneerevoteoM
: 500 TElov dnatspelkrooms
sag
.)"821 TE"(laadeptehnavsaglovtemnemokneerevoteoM
ekjileppahcsneemeGsretemarap
gnithcileotnenegloveG
latnereotrotom: 600RP)nm/rt(
)nm/rt(latnereotrotomkjilekreW
dnekereb: 140RP)nm/rt(latnereotrianoitats
.latnereotrianoitatsdreemmargorpeG
leppokrotom: 801RP)mN(
,eissimsnartehcsitamotuaednavnerutsnaatehroovtkiurbeg,edraawednekereB.krewtenxelpitlumtehaivthcarbegrevo
ekeificepSHCSOBsretemarap
gnithcileotnenegloveG
: 281RP)%(gnitsalebrotom
.edraawednekereB
netatsekeificepSMEGAS
gnithcileotnenegloveG
: »111 TE«dnatsetsretiunezelni
pelkrooms
,negnizelniednavnessiwtehfomeetsystiupsnitehnavdiehneenekerednavnegnavrevtehjiBednavnenednatsmumixamnemuminimednavtiunezelnitehdiehneenekeredtreov
jibkoonednatsezedtreelortnocjiH¶.pelkroomsedreesirotomegednavdnatstsurehcsinahcem.njizfeitcataatsezedteom,gnikrewelamronedjiB¶.tcatnoctehnavnetteztiuteh
: »031 TE«edreesirotomeg
netolsegpelkrooms
.saglovnaatotsolsagnavfeitcA
: »131 TE«edreesirotomegnepopelkrooms
.saglovjibfeitcA
: »811 TE«edreesirotomeg
nipelkroomsammargorpdoon
.laadepsagfopelkroomsedreesirotomeggnirotsneetemnemazeT.pelkroomsemohpmill: »1 TE«
.gnikerbrednotiupsni: »2 TE«.dnatslaadepednekerebednaveitcurtsnocer: »3 TE«
.pelkroomsednavgninepoedsnergebl: »4 TE«
19
OPMERKING
De rekeneenheid BOSCH heeft geen stuurcommando voor de gemotoriseerde smoorklep.
Voorzorgen bij de gemotoriseerde smoorkleppen
- De gemotoriseerde smoorklephuizen zijn niet demonteerbaar.- Het is niet toegestaan de aanslagschroef te verdraaien.- Bij het vervangen van de rekeneenheid, bij het wissen van de ingelezen waarden of bij het vervangenvan het gemotoriseerde smoorklephuis, moeten de uiterste standen van het smoorklephuis worden ingelezen.
s'odnammocruutSMEGAS
gnithcileotnenegloveG
: 126 CAedreesirotomeg
pelkrooms
.sednoces 02ednerudeg)nekkilkraabrooh(gninepoenielkneetkaazrooreV
: )nerertemarap(300 PVtehnavnegohrev
latnereotrianoitats
.)nm/rt 61navneppatsni(latnereotrianoitatstehnavnegohrevtehroovtgroZ
"400PV"negalreV: )nerertemarap(
latnereotrianoitatstehnav
.gnigohrevneean,latnereotrianoitatstehnavnegalrevtehroovtgroZ
MEGASsretemarap¶ekeificepS gnithcileotnenegloveG
: »311RP«ednavdnatsednekereb
)°d(pelkroomsedreesirotomeg
ednavdnatsednekerebmeetsystiupsnitehnavdiehneenekeredrooDednavdnatsekjilekrewednaanjizkjilegteomezeDllE.pelkrooms
)2ne1nenabpelkroomsdnatsp: »111ne011 RP«(pelkrooms
edreesirotomeg: »811RP«)°d(galsnaaetsnevobpelkrooms
edreesirotomeg: »911RP«)°d(galsnaaetsrednopelkrooms
ednavnezelnitehjibedraawedreertsigeregdiehneenekeredrooDtehfodiehneenekerednavnegnavrevtehanpelkroomsednavnegalsnaa
.nedraawnezelegniednavnessiw
rianoitatsdnekereb: »550RP«)nm/rt(staalpkrewlatnereot
.edraaweitcerrocethcarbegnaastaalpkrewednI
laangisruuts-OCR: »220RP«)%(rianoitats
.dlevnektehnavtnupluntehnavethcizponetlaangisruutstehnavedraaW
eitcerrocelargetni: »240RP«)%(latnereotrianoitatstehnav
diehneenekerednavneguehegtehnineenegnirutsnaaednessutlihcsreV.)edraawelaedi(
-OCRfeitpada: »120RP«)%(rianoitatslaangisruuts
.dlevnektehnavtnupluntehnavgniviuhcsreV
20
t De nokkenasverstellers
De nokkenasverstellers zorgen voor een hoger vermogen en koppel door de openingstijd van de inlaatkleppen tevariëren.
Voor een maximaal vermogen, moet de hoek tussen de vooropening van de inlaatklep en de nasluiting van deinlaatkep (AOA/RFA) zo groot mogelijk zijn.
Bij een hoog toerental, profiteert de vulling van de cilinder van de traagheid van de stomende gassen, ondanksdat de zuiger omhoog gaat terwijl de inlaatklep nog open staat.
Bij een laag toerental daarentegen, zorgt een te laat sluiten van de inlaatklep ervoor dat de verse inlaatgassenworden teruggedrukt. Hierdoor ontstaat een aanzienlijk koppelverlies.
De nokkenasversteller vermindert de nasluiting van de inlaat (en vergroot de vooropening) bij lage en middentoerentallen.
. Des nokkenasverstellers van motor L7X:
De L7X-motor in de RENAULT Laguna heeft twee nokkenasverstellers in de inlaatnokkenaspoelies.
De uitlaatnokkenassen hebben Damper-poelies.
21
3
1 5
2
2
3
4
Elke versteller bestaat uit drie hoofdcomponenten :
- Een tandwiel met een schuine vertanding (1)dat vastzit aan de inlaatnokkenas (5).- Een tandwiel met een schuine vertanding (2)dat vastzit aan de aandrijfpoelie.- Een schuifwiel met dubbele schuine vertanding(3).
34
3
5
Als de bedieningselektroklep dicht staat, is deoliedruk nul. De veer (4) zet het schuiftandwiel (3)naar links.De nokkenas heeft een maximale vooropeningvan de inlaatklep. De motor heeft bij hogetoerentallen zijn maximale vermogen.
Wanneer de bedieningselektroklep open staat, komtde oliedruk via de nokkenas in de achterste kamer.Het schuiftandwiel (3) verplaatst zich naar rechtswaardoor de nokkenas draait ten opzichte van deaandrijfpoelie.De nokkenas heeft een minimale vooropeningvan de inlaatklep. De motor heeft bij lagetoerentallen zijn maximale koppel.
22
De nokkenasversteller van motor F4P:
De F4P-motor heeft een nokkenasversteller in de inlaatnokkenaspoelie.
De poelie bestaat uit twee onderdelen :
- Een wiel (1) met schoepen (2) dat vastzit aan de nokkenas (3).- Een cilinder met kamers (4) die vastzit aan de nokkenaspoelie (5).
1 Poelietrommel2 Bedieningselektroklep3 Nokkenasversteller
1 Schoepenwiel2 Schoep3 Nokkenas4 Cilinder met kamers5 Nokkenaspoelie6 Grendelplunjer7 Opening van de plunjer
1 2 3
6
1
2
7
45
3
23
Onder bepaalde omstandigheden stuurt de rekeneenheid de elektroklep aan. Deze laat motorolie onder druktoe via het hart van de nokkenas. De oliedruk arriveert vervolgens via het hart van het schoepenwiel (1) en hetgat dat door het lichten van de plunjer (7) vrijkomt. De oliedruk drukt dan de plunjer (6) omhoog, die dan hetschoepenwiel (1) vrijgeeft. De oliedruk kan als gevolg daarvan de schoepen aandrijven en daardoor de verstellerdraaien in de richting van een minimale vooropening van de inlaatklep.
Als de elektroklep geen voeding meer krijgt, gaan de schoepen door het draaien van de motor teug in hunbeginstand, waarna de plunjer (6) het geheel blokkeert in de stand van een maximale vooropening van deinlaatklep.
De bedieningselektrokleppen
Zij openen en sluiten de olietoevoer naar de nokkenasverstellers.
Stand zonder verstelling Stand met verstellingααααα
Bij de L7X-motor worden de twee elektrokleppengelijktijdig aangestuurd door de rekeneenheid vanhet inspuitsysteem.
1 Elektroklep (motor F4P)2 Elektroklep (motor L7X)
N.B.Als de elektrokleppen geen voeding meer krijgen,zetten de nokkenasverstellers de nokkenassenin de stand van een maximale vooropening vande inlaatklep, voor een maximaal vermogen.
2
1
24
Details van de stekker
Motor L7X
Motor F4P
Bijzondere omstandigheden
Voor de F4P-motor, wordt de nokkenasversteller aangestuurd als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :
- Motortoerental tussen 1500 en 4250 tr/mn.- Spruitstukdruk hoger dan 500 mb.- Koelvloeistoftemperatuur hoger dan 30 ºC.
Voor de L7X-motor, worden de nokkenasverstellers aangestuurd als aan de volgende voorwaarden wordtvoldaan :
- Koelvloeistoftemperatuur hoger dan – 40 ºC.- Luchttemperatuur hoger dan – 30 ºC.- Vertraging na de start 2 secondes.- Motortoerental tussen 1500 en 4250 tr/mn.- Geen storingen gedetecteerd.
OPMERKING
Als een bedieningselektroklep in de open stand vastzit of als een geblokkeerd is in de stand van demaximale vooropening, zorgt dit voor een onregelmatig stationair toerental en een te hoge spruitstukdruk.
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 Ajirpelkortkele
1G/Claangisruuts
relletsrevsanekkontlov0=laaitnetop
erednozjibedeiznedehgidnatsmo
2 Ajirpelkortkele
meetsystiupsnisialer>meetsystiupsni+
sialersdiehgilievtlov21=laaitnetop
gnideoveveitisop
1 Bjirpelkortkele
laangisruuts1F/C
Bjirrelletsrevsanekkonerednozjibedeiztlov0=laaitnetop
nëeigetarts
Bjirpelkortkele 2
meetsystiupsnisialerdiehgiliev
sialer>meetsystiupsni+tlov21=laaitnetop
gnideoveveitisop
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 meetsystiupsnisialer >meetsystiupsni+sialersdiehgiliev tlov21=laaitnetop gnideoveveitisop
2 2E/C laangisruutsrelletsrevsanekkon tlov0=laaitnetop erednozjibedeiz
nëeigetarts
25
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
HCSOBnegnirotS gnithcileotnenegloveG
pelkortkele: 091 FDjirrelletsrevsanekkon
A
pelkortkele: 191 FD"jirrelletsrevsanekkon
B
tehjib(assamnaagnitiulstrokfo)gnirutsnaaedsnedjitelortnoc(gnikerbredno: 00 C.)tcatnoctehnavnetteznaa
.)tcatnoctehnavnetteznaatehjibelortnoc(tlov21+naagnitiulstrok: 10 C".pelkortkeleednavgnirots: feD1"
.)nerutsnaatehsnedjit(00C"gnirotstnjihcsrev,tkrewteinhcsinahcemrelletsrevneeslAjibkurdkutstiurpsegohetneeroovtgrozneppelkortkeleednavdnatsneponignirekkolbneE
.latnereotrianoitats.bm023=kurdkutstiurps: netolsegeewteD -
.bm004=kurdkutstiurps: neponeE -.bm084=kurdkutstiurps: nepoeewteD -
MEGASnegnirotS gnithcileotnenegloveG
: »360 FD«relletsrevsanekkon
.assamnaagnitiulstrokfognikerbredno: »00 C«.tlov21+naagnitiulstrok: »10 C«
.gnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein: »feD«
jibkurdkutstiurpsegohetneeroovtgrozpelkortkeleednavdnatsneponignirekkolbneE.)bm513navstaalpnibm 063(latnereotrianoitats
ekjileppahcsneemeGnetats
gnithcileotnenegloveG
: »620 TE«laangisruuts
)s(relletsrevsanekkon
nedehgidnatsmoerednozjibedeiz
s'odnammocruutSHCSOB
gnithcileotnenegloveG
: 946ne846CAlaangisruuts
relletsrevsanekkon2°nne1°n
.nekkilkgnalsednoces01neppelkortkeleedtaaL
s'odnammocruutSMEGAS
gnithcileotnenegloveG
laangisruuts: 595CArelletsrevsanekkon
.nekkilkgnalsednoces01neppelkortkeleedtaaL
26
DE NIEUWE OPNAME ELEMENTEN
t Opname element gaspedaal
+
-
-
+
baan 1
Rekeneenheidinspuitsysteem
baan 2
Gas los
-Vol gas
167 ohm
1 064 ohm
202 ohm
1 028 ohm
182 ohm
1 028 ohm
1 409 ohm
926 ohm
De informatie over de stand van het gaspedaal ontvangt de rekeneenheid van het inspuitsysteem via eendubbele potentiometer. Hij heeft twee ongelijke weerstandsbanen. De eerste geeft een elektrische spanningdie het dubbele is van de tweede, waardoor de betrouwbaarheid van het systeem beter is.
27
Details van de stekker
N.B.Voor de met een snelheidsregelaar/begrenzer, heeft het opname element een zwaar punt aan het eindevan de slag.
Bijzonderheden over het opname element gaspedaal
Voor het vervangen van het opname element gaspedaal gelden geen bijzonderheden. De rekeneenheid neemtde waarde bij het aanzetten van het contact als referentiewaarde voor gas los.Als de bestuurder bij het aanzetten van het contact het pedaal indrukt, neemt de rekeneenheid de laatstingelezen waarde als referentiewaarde voor gas los.
1 Gas los2 Vol gas
—— baan 1—— baan 2
U (volt)
4,5
2,3
0,70,4
1 2
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 )hcsoB(3A/B)megaS(4F/A
retemoitnetop –2gnitsaleb tlov0=laaitnetop 2naabgnideoveveitagen
2 )hcsoB(1A/B)megaS(2H/A
retemoitnetop +laangis1gnitsaleb
=laaitnetoplebairavtlov5tot0nav
1naablaangistlov7,0=solsagjibstlov5,4=saglovjib
3 )hcsoB(1K/B)megaS(3H/A
retemoitnetop –1gnitsaleb tlov0=laaitnetop 1naabgnideoveveitagen
4 )hcsoB(1B/B)megaS(2G/A
retemoitnetop +1gnitsaleb stlov5=laaitnetop 1naabgnideoveveitisop
5 )hcsoB(1H/B)megaS(2F/A
retemoitnetop+2gnitsaleb stlov5=laaitnetop 2naabgnideoveveitisop
6 )hcsoB(2A/B)megaS(3F/A
retemoitnetop +laangis2gnitsaleb
=laaitnetoplebairavtlov5,2tot0nav
2naablaangistlov4,0=solsagjibtlov3,2=saglovjib
28
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaatekjileppahcsneemeG
negnirotsgnithcileotnenegloveG
tiucric: »521 FD«laadepretemoitnetop
1naab
tiucric: »621 FD«laadepretemoitnetop
2naab
HCSOB . »621 FD«ne »521 FD«
.assamnaagnitiulstrokfognikerbredno »00C« .»negomrevtkrepeb«ammargorpdoonne1tietiroirpejpmalsgniwuhcsraawtehtdnarbjibreiHtem1tieiroirpejpmalsgniwuhcsraawtehtdnarb,nebbehgnirotsneenenabeewtedneidnI
.)redruutsebeitamrofniseilrev(ammargorpdoongnillensrevednavevagreewednePSEejpmalsgniwuhsraawtehtdnarbneidnevoB
.leenapnetnemurtsnitehpotnjiwdrevtlov21+naagnitiulstrok »10C«
.)hcsoB(laangisdnegnahnemasno: »feD1«revtfeehgnirotsnee2naabneidnI .»00C«temtaarappaesongaidtehpo»621 FD«tnjihcs
.» FD1«tem»521 FD«navdlezegrevtaagtiDMEGAS
. »521 FD«gnideovednignirotsfo1naabnavassamnaagnitiulstrokfognikerbredno »0C«
tehnavnethcilpotehne»3TE«ammargorpdoonnavdlezegrev1naabnavtlov5.ejpmalsgniwuhcsraaw
navdlezegrev)»921 FD«tem(1naabnavtlov21+naagnitiulstrok »1CC«.ejpmalsgniwuhcsraawtehnavnethcilpotehne»3TE«ammargorpdoon
. »621 FD«.»521FD«= »0C«
.ejpmalsgniwuhcsraawtehnavnethcilpotehne»3TE«ammargorpdoonnavdlezegrevtaagtiD.)»921 FD«tem(1naabtlov21+naagnitiulstrok »1CC«
.ejpmalsgniwuhcsraawtehnavnethcilpotehne»4TE«ammargorpdoonnavdlezegrevtaagtiD
ekjileppahcsneemeGnetats
gnithcileotnenegloveG
dnats:821TEsaglovlaadepsag
.taatsdnatssaglovednilaadepsagtehslafeitcA
dnats:921TEsolsaglaadepsag
.taatsdnatssolsagednilaadepsagtehslafeitcA
ekjileppahcsneemeGsretemarap
gnithcileotnenegloveG
netemeg:211RP)°uofo%(dnatslaadep
.meetsystiupsnitehnavdiehneenekeredroodneizegedraaW
ekeificepSMEGASsretemarap
gnithcileotnenegloveG
nezelni:021RP)°(solsaglaadep
.nedraawnezelegniednavnessiwtehantcatnoctehnavnetteznaatehjibdreovegtiutdroW
gninnaps:051RP)tlov(1laadepkeoh
.tlov1tot0navmeetsystiupsnitehnavdiehneenekeredroodnezeleggninnapS.tlov5ne0nessuttrednarevedraawnetemegeD
gninnaps:151RP)tlov(2laadepkeoh
.tlov1tot0navmeetsystiupsnitehnavdiehneenekeredroodnezeleggninnapS.tlov5,2ne0nessuttrednarevedraawnetemegeD
negnirotsekeificepSMEGAS
gnithcileotnenegloveG
tiucric: »921 FD«laadepretemoitnetop
laadepretemoitnetopednavnenabednavgnahnemasednignirots: »feD«.ejpmalsgniwuhcsraaw+»3 TE«=1naabnavtlov21+naagnitiulstroK.ejpmalsgniwuhcsraaw+»3 TE«=2naabnavtlov21+naagnitiulstroK
.ejpmalsgniwuhcsraaw+»3 TE«=2naabnavtlov 5gnideovednignirotS.ejpmalsgniwuhcsraaw+»3 TE«=2naabassamnaagnitiulstroK
tiucric: »631 FD«/laadepsag
edreesirotomegpelkrooms
.sretemoitnetopeewtednavstlov 5gnideovednavassamnaagnitiulstrok: »feD1«
29
Details van de stekker
Hiermee worden de standen van deinlaatnokkenassen gecontroleerd. Op deze manierkan de rekeneenheid van het inspuitsysteem dewerkelijke vulling controleren bij de twee cilinderrijenen een eventuele mechanische storing detecterenop een van de nokkenasverstellers.
Deze twee opname elementen met " HALL "effectwekken een bloksignaal op, waarvan de vormafhangt van een schijf op het einde van de tweeinlaatnokkenassen.
Zij zorgen ook voor het synchroniseren van hetinspuitsysteem en de onsteking.
1 Opname element nokkenas2 Schijf
1
2
Opname elementen nokkenas (alleen L7X)
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
Ajir1
1B/Ctnemeleemanpoassam
B>Ajirsanekkontlov0=laaitnetop gnideoveveitagen
2 1C/Ctnemeleemanpolaangis
Ajirsanekkon=laaitnetoplebairav
tlov5tot0nav
laangiskolbxelpmoctgeltnemeleemanpoteH
tlov5navlaaitnetoptehnavdiehneenekerednav
naameetsystiupsnitehassam
3 2B/Ctnemeleemanpognideov
B>Ajirsanekkontlov5=laaitnetop gnideoveveitisop
Bjir1
1B/Ctnemeleemanpoassam
B>Ajirsanekkontlov0=laaitnetop gnideoveveitagen
2 2C/Ctnemeleemanpolaangis
Bjirsanekkon=laaitnetoplebairav
tlov5tot0nav
laangiskolbxelpmoctgeltnemeleemanpoteH
tlov5navlaaitnetoptehnavdiehneenekerednav
naameetsystiupsnitehassam
3 2B/Ctnemeleemanpognideov
B>Ajirsanekkontlov5=laaitnetop gnideoveveitisop
30
Bijzonderheden over de opname elementen van de nokkenassen
Voor het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4, brengt, bij een defect in het voorste opname element, het opnameelement van de achterste cilinderrij het inspuitsysteem in fase met de ontsteking.
Bij een defect in de twee opname elementen, worden de inspuitstukken en de bobines twee aan tweeaangestuurd (1-5, 2-6 en 3-4).
Voor het inspuitsysteem SAGEM 2000, wordt cilinder 1 op de volgende manier herkend :
1. De rekeneenheid neemt de verandering van de schijf op tijdens het afremmen op de motor.De parameters " PR 065 en 066 " (inlezen cilinder 1-4 en 2-3 cilinderherkenning 1) veranderen vanwaarde (na het wissen van de ingelezen waarden). Dit inlezen gebeurt door :
- Een afremmen op de motor met inspuitonderbreking in de 2e versnelling tussen 2 000 tr/mn en 2 400 tr/mngedurende ten minste 3 secondes.
- Een seconde afremmen op de motor met inspuitonderbreking in de 2e versnelling tussen 3 000 tr/mn en3 500 tr/mn (F4P) en tussen 2 000 tr/mn en 2 400 tr/mn (K4M) gedurende ten minste 2 secondes.
2. De rekeneenheid spuit eerst de cilinders 1-4 en 2-3 tegelijk in. Hij zorgt vervolgens voor een kleinemengselvariatie in een willekeurige cilinder (bijvoorbeeld cilinder 1). Als deze cilinder in de inlaatfase is, wordtde mengselvariatie opgemerkt door het opname element vliegwiel (verandering van de versnelling van detandschijf). De rekeneenheid leidt hieruit af dat de cilinder 1 inderdaad in de inlaatfase was, en kan vervolgensde inspuitstukken in de juiste volgorde (1-3 - 4-2) aansturen.
Als de mengselvariatie niet direct wordt opgemerkt door het opname element vliegwiel, was cilinder 4 in de" inlaatfase ".
Als de synchronisatie klaar is, zien we een verandering van de staat van " ET 014 " : herkenning cilinder 1 =actief.
Het afremmen op de motor is nodig na het wissen van de ingelezen waarden of het vervangen van derekeneenheid van het inspuitsysteem.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
HCSOBnegnirotS gnithcileotnenegleveG
emanpo:471FD1°nsanekkontnemele
emanpo:571FD2°nsanekkontnemele
navegatnomedreekrevneejibnetlov21+naagnitiulstroknee,gnikerbrednoneejib:10C.tnemeleemanponee
.assamnaagnitiulstrokneejib:00C
31
Details van de stekker
BOSCH
SAGEM
De smoorklepweerstanden
Deze werken volgens een zelfde principe. Dit zijnpotentiometers met dubbele banen die tegengesteldverlopen. Zij geven een elektrisch beeld van de standvan de smoorklep: Zij zijn ingebouwd in hetgemotoriseerd smoorklephuis.
1 Weerstandsbanen2 Cursors
12
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
3 3C/Ctnemeleemanpo-
edreesirotomegpelkrooms
tlov0=llaitnetopgnideoveveitagen
2ne1nenab
4 4B/C2retemoitnetoplaangis
edreesirotomegpelkrooms
0nav=laaitnetoplebairavtlov5tot
tlov3,4:solsagtlov7,0:saglov
5 4C/Cretemoitnetoptlov5+
edreesirotomegpelkrooms
tlov5=laaitnetopgnideoveveitisop
2ne1nenab
6 3B/C1retemoitnetoplaangis
edreesirotomegpelkrooms
=laaitnetoplebairavtlov5tot0nav
tlov7,0:solsagtlov3,4:saglov
.lsnaa°N ponetolsegnaA021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 4G/Btnemeleemanpo-
edreesirotomegpelkrooms
tlov0=llaitnetopgnideoveveitagen
2ne1nenab
2 3G/B1retemoitnetoplaangis
edreesirotomegpelkrooms
=laaitnetoplebairavtlov5tot0nav
tlov7,0:solsagtlov3,4:saglov
5 2G/Bretemoitnetoptlov5+
edreesirotomegpelkrooms
tlov5=laaitnetopgnideoveveitisop
2ne1nenab
6 3D/C2retemoitnetoplaangis
edreesirotomegpelkrooms
=laaitnetoplebairavtlov5tot0nav
tlov3,4:solsagtlov7,0:saglov
32
Bijzonderheden over de smoorklepweerstanden
Baan 1 van de smoorklepweerstand gebruikt de rekeneenheid van het inspuitsysteem als belangrijkste informatievoor het aansturen van de gemotoriseerde smoorklep.
Baan 2 controleert de juistheid van de informatie van baan 1.
BOSCH
Bij een storing in een van de twee potentiometers komt geen noodprogramma in werking en hetwaarschuwingslampje licht niet op.
Bij een storing in de twee banen, licht het waarschuwingslampje op en komt het noodprogramma " verliesinformatie bestuurder " in werking.
SAGEM
Bij een storing in de banen 1 en 2 komt het noodprogramma " limp home smoorklep " in werking.
Bij een kortsluiting aan + 12 volt op baan 2, komt het noodprogramma " beperkte opening van de smoorklep "in werking.
—— baan 1—— baan 2
U (volt)
4,5
0,7
1 21 Gas los2 Vol gas
33
De staten van de smoorklepweerstanden staan beschreven in het hoofdstuk " gemotoriseerde smoorklep ".
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
HCSOBnegnirotS gnithcileotnenegloveG
:731FDedreesirotomeG
pelkrooms
tlov21+naagnitiulstrokfo1naabnavgnikerbredno=edraawetsgoohjibroovlaangis:feD1.2fo1naabnav
assamnaagnitiulstrokfo2naabnavgnikerbredno=edraawetsgaaljibroovlaangis:feD2.2fo1naabnav
.poteinthcilleenapnetnemurtsnitehpoejpmalsgniwuhcsraawteH.ammargorpdoonneeG,nenabeewtedpofo)assamfotlov5(sretemoitnetopednavgnideovednignirotsneejiB
eitamrofniseilrevammargorpdoontehnepo1tietiroirpejpmalsgniwuhcsraawtehthcil.pokoothcilPSEejpmalsgniwuhcsraawteH.gnikrewnitmokredruutseb
MEGASnegnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:200FDretemoitnetop
pelkrooms
2ne1nenabnessutgnahnemas:feD1.sretemoitnetopednavgnideovekjileppahcsneemegedpognikerbrednofo
.DBOEreoveotthcultiucric:861FDsednoceselekneantnjihcsrevgnirotsezedrooDejpmalsgniwuhcsraaw+1TAATStemnemas2naabnavgnitiulstrokfognikerbredno:00C
tiucric:321FDdnatsreewpelkrooms
1naab
.ejpmalsgniwuhcsraaw+1TAATStemgnitiulstrokfognikerbredno:00C.ejpmalsgniwuhcsraaw+1TAATStemtlov21+naagnitiulstrok:10C
tiucric:421FDdnatsreewpelkrooms
2naab
.ejpmalsgniwuhcsraaw+4TAATStemtlov21+naagnitiulstrok:10C
ekjileppahcsneemeGsretemarap
gnithcileotnenegloveG
netemeg:710RPdnatspelkrooms
)°fo%(
.dnatspelkroomsednavdleeb
ekeificepSMEGASsretemarap
gnithcileotnenegloveG
netemeg:011RPdnatsreewpelkrooms
)°(1naab
"710RP"navsliateD
netemeg:111RPdnatspelkrooms
)°(2naab
"710RP"navsliateD
:611RProovdnatspelkrooms
)°(gnigithcarkebed
edreesirotomegeddiehneenekeredtruuts,negjirketleppokrotometsnewegtehmO.)dlevnek(edraawedlaapebneetemnaapelkrooms
sithcardpoedfopelkroomsednavsretemoitnetopedaivsneglovrevtreelortnocjiH.dreovegtiu
.edraawnezelegfatnemomtadpoedsi"611RP"ednavdnatsetsiujedmothcardponjizdiehneenekeredtgizjiw,sitcerrocteindnatsedslA
.)"710RP"(negjirketpelkrooms
34
REGELING VAN HET OPLICHTEN VAN DEWAARSCHUWINGSLAMPJES
Het aansturen van de lampjes verloopt via het multiplexnetwerk.
1 Lampje prioriteit 12 Lampje prioriteit 2
Het waarschuwingslampje inspuitsysteem (prioriteit 1) geeft een storing aan in de aansturing van degemotoriseerde smoorklep (potentiometers bij pedalen en smoorklep of smoorklepmotortje).Dit gaat vergezeld van de noodprogramma's : " beperkt vermogen ", " verlies informatie bestuurder ","inspuitonderbreking " of " limp home mechanisch " al naar gelang de storing en afhankelijk van het typeinspuitsysteem.
Het waarschuwingslampje ernstige storing (prioriteit 2) wordt alleen gebruikt voor een instrumentenpaneelvan het lage gamma voor het aangeven van een oververhitte motor (gekoppeld aan het "stop"-lampje).Het wordt niet gebruikt bij een instrumentenpaneel van het hoge gamma.
1
2
1 Koelvloeistoftemperatuur
Bij een instrumentenpaneel van het hoge gamma, wordt het vignet " motor te heet " gebruikt, in combinatiemet het vignet " STOP ".
N.B.De waarschuwing voor oververhitting van de motor wordt gegeven vanaf een koelvloeistoftemperatuurvan 118 °C.
1
35
DE MENGSELREGELING
t Algemeen
Het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4 heeft twee lambda sondes voor de mengselregeling, onafhankelijk vanelkaar voor de twee cilinderrijen.
De norm EURO 2000 stelt de controle van de vier katalysators niet verplicht, de twee lambda sondes bevindenzich bij de uitgang van de voorkatalysators.
De mengselregeling is effectief na een vertraging na starten van de motor, ongeacht de temperatuur van dekoelvloeistof.
Het inspuitsysteem SAGEM 2000 regelt het mengsel en controleert de katalysator op conventionele wijze.
Het activeren van de mengselregeling gebeurt na een startvertraging als de temperatuur van de koelvloeistofhoger 0 °C voor motor F4P en 10 °C voor motor K4M.
In beide gevallen wordt de regeling uitgeschakeld bij :
- Vol gas.- Snel accelereren.- Afremmen op de motor met gas los signaal.- Een defecte lambda sonde.
De mengselregeling heeft voor het " EOBD "-systeem (European On Board Diagnosis) een adaptieve " dubbeleregelkring " voor het verfijnen van de mengselregeling afhankelijk van de achterste lambda sonde.Bij het inspuitsysteem SAGEM 2000, verandert de staat " ET 027 " (dubbele mengselregelkring) als de functieactief is (warme motor).
t Verwarming van de lambda sondes.
De regelingen van de verwarming van de lambda sondes zijn geheel verschillend bij het inspuitsysteemSAGEM 2000 en het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4.
Voor het inspuitsysteem SAGEM 2000 zijn de voorwaarden voor de voeding :
- Spruitstukdruk onder een toerentalafhankelijke waarde.- Rijsnelheid lager dan 135 km/h.- Vertraging na starten van de motor afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur zonder gas los.
Voor het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4 zijn de voorwaarden voor de voeding :
- Accuspanning lager dan 15 volt.- Vertraging na starten van de motor 4 secondes.- Temperatuur van de lambda sondes geregeld op 750 °C (" PR 007 " = berekende waarde).
36
t Bijzonderheden van de diagnose van het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4
De diagnose van de mengselregeling van dit inspuitsysteem heeft de volgende bijzonderheden :
- De globale mengselcorrectie " PR 035 " verandert tussen 0,75 en 1,25.- De mengselcorrecties " PR 185 en 186 " worden voor de twee cilinderrijen onafhankelijk aangegeven enveranderen tussen 0,75 en 1,25.- De adaptieve mengselcorrectie stationair " PR 125 " verandert tussen – 5 % en + 5 %.- De adaptieve mengselcorrectie belast komt niet voor in de lijst met parameters.
Bij een storing waardoor een verkeerde mengselregeling ontstaat (storing in de ontsteking), schakelt derekeneenheid de mengselregeling uit.
N.B.Voor alle inspuitsystemen, moet na het wissen van de adaptieve mengselcorrecties, de rit worden gemaaktdie in de werkplaatshandboeken staat beschreven. Hierdoor kan de rekeneenheid de mengselregelwaardenweer centreren. Tijdens deze rit moet de slang van de dampafzuiging naar de motor worden afgesloten,om afzuiging van het dampabsorptievat te voorkomen (waardoor de meting van de rekeneenheid wordtverstoord).
HET EOBD (EUROPEAN ON BOARD DIAGNOSIS)
t Gedrag van het " EOBD "-lampje
Bij normale werking van het inspuitsysteem SAGEM 2000, brandt het EOBD-lampje 3 secondes bij het aanzettenvan het contact en dooft daarna.Voor het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4 gaat het lampje 3 secondes na het starten van de motor uit.
TER HERINNERING
Het EOBD-lampje op het instrumentenpaneel brandt als de rekeneenheid gedurende drie opeenvolgende ritteneen storing heeft geconstateerd.
Bij een de detectie van schadelijk ontstekingsuitval gaat het lampje direct knipperen.
Alle benzinemotoren hebben het " EOBD "-systeem.
37
t De door het systeem gecontroleerde elementen waardoor het lampje directgaat branden
Het EOBD-systeem laat het waarschuwingslampje branden bij :
- Ontstekingsuitval.- Storing van de katalysator.- Storingen van de lambda sondes.- Storingen van de mengselregeling.
Bij een EOBD-storing is de informatie die het diagnoseapparaat geeft (storingen, parameters, staten) specifiekvoor ieder inspuitsysteem.
Aanwezigheid van ontstekingsuitval (vervuilend of schadelijk)
BOSCH
De storingen " DF 111, 112, 113, 114, 185, 186 " : ontstekingsuitval o[ de cilinders 1, 2, 3, 4, 5 en 6 komenovereen met een storing op de zes cilinders.
SAGEM
- " DF 109 " : vervuilende ontstekingsuitval.- " DF 110 " :schadelijke ontstekingsuitval.
Om te zien welke cilinder defect is, raadpleegt u de staten " ET : 093, 094, 095, 096 ".
Diagnose van een of van de katalysators
BOSCH
Dit systeem stelt de diagnose bij de twee voorkatalysators.
- " DF 183 " : Katalysator n° 1 (voorste rij) test tijdens het rijden.- " DF 184 " : Katalysator n° 2 (achterste rij) test tijdens het rijden.
SAGEM
Bij een storing is het " DF 106 " : storing werking katalysator die verschijnt (test tijdens het rijden).
Diagnose van de voorste en achterste lambda sondes
BOSCH
In dit systeem worden zes storingen van de voorste lambda sondes gecontroleerd :
- " DF 204 " : veroudering voorste sonde rij A (voorste rij) test tijdens het rijden.- " DF 205 " : veroudering voorste sonde rij B (achterste rij) test tijdens het rijden.
- " DF 198 " : verwarming voorste lambda sonde n° 1 statische test.- " DF 199 " : verwarming voorste lambda sonde n° 2 statische test.
- " DF 178 " : voorste lambda sonde n° 1 statische test.- " DF 179 " :verwarming voorste lambda sonde n° 2 statische test.
In dit systeem worden twee storingen van de achterste lambda sondes gecontroleerd :
- " DF 180 " : achterste lambda sonde n° 1 statische test.- " DF 181 " : achterste lambda sonde n° 2 statische test.
SAGEM
Dit systeem laat het lampje alleen branden bij een storing van de voorste lambda sonde :
- " DF 102 " : storing werking lambda sonde test tijdens het rijden.- " DF 057 " : circuit voorste lambda sonde statische test.- " DF 018 " : circuit verwarming voorste lambda sonde statische test.
38
Diagnose van de mengselregeling (" fuel system ")
Deze diagnose controleert of de adaptieve mengselcorrecties niet voorbij een bepaalde drempel komen.
BOSCH
De systeem onderscheidt een storing van de mengselregeling tussen de twee rijen :
- " DF 202 " : brandstoftoevoer rij A statische test.- " DF 203 " : brandstoftoevoer rij B statische test.
SAGEM
De diagnose " DF 116 " : storing werking brandstofcircuit is niet van toepassing op deze uitvoering (zieconfiguratie " LC 067 "). Hij is voorzien in toekomstige uitvoeringen van het inspuitsysteem SAGEM 2000.
Elektrische storingen waardoor het " EOBD "-lampje oplicht
Bij de volgende storingen gaat het " EOBD "-lampje branden :
BOSCH
- " DF 045 " : circuit opname element spruitstukdruk.- " DF 084, 085, 086, 087, 160, 161 " : commando's inspuitstukken cilinders 1 t/m 6.- " DF 014 " : circuit commando dampafzuiging.
SAGEM
- " DF 014 " : circuit elektroklep dampafzuiging.- " DF 052 " : circuit inspuitstuk cilinder 1.- " DF 053 " : circuit inspuitstuk cilinder 2.- " DF 054 " : circuit inspuitstuk cilinder 3.- " DF 055 " : circuit inspuitstuk cilinder 4.- " DF 061 " : circuit bobine 1-4.- " DF 062 " : circuit bobine 2-3.
Elektrische storing die " EOBD " kunnen worden, mar waarbij het lampje niet gaatbranden (alleen SAGEM)
- " DF 003 " : opname element luchttemperatuur.- " DF 004 " : opname element koelvloeistoftemperatuur.- " DF 005 " : opname element spruitstukdruk.- " DF 006 " : pingeldetector.- " DF 008 " : circuit commando benzinepomprelais.- " DF 017 " : informatie signaal vliegwiel.- " DF 038 " : circuit verwarming achterste lambda sonde.- " DF 057 " : circuit verwarming voorste lambda sonde.- " DF 058 " : circuit achterste lambda sonde.- " DF 064 " : informatie rijsnelheid.- " DF 128 " : verbinding CAN automatische transmissie of robotversnellingsbak.- " DF 168 " : circuit luchttoevoer (gemotoriseerde smoorklep).
t De testomstandigheden tijdens het rijden
De testomstandigheden tijdens het rijden verschillen per inspuitsysteem.
39
BOSCH
BELANGRIJKBij een diagnose tijdens het rijden, zijn het verloop en het resultaat van de tests niet zichtbaar op hetdiagnoseapparaat. De rekeneenheid laat alleen de eventuele storingen zien.
Toch moeten de volgende inlezingen worden gedaan :
- Inlezen van de tandschijf van het vliegwiel.Dit inlezen gaat snel en automatisch en is niet mogelijk, uitvoerbaar en zichtbaar met het diagnoseapparaat.
- Inlezen van de adaptieve mengselcorrecties.
Voor het uitvoeren van deze inlezing moet de auto onder de volgende omstandigheden rijden :
Koelvloeistoftemperatuur hoger dan 70 ºC. Luchttemperatuur lager dan 55 ºC.- Dampabsorptievat losmaken.- De smoorklephoek mag afhankelijk van het motortoerental niet groter zijn dan.
60 % maximaal onder 800 tr/mn.70 % maximaal onder 1 200 tr/mn.
N.B.Bij het rijden met 90 km/h met 60 % motorbelasting gedurende 60 secondes, voert de rekeneenheid deverschillende tests uit.
SAGEM
BELANGRIJKBij een diagnose tijdens het rijden, zijn het verloop en het resultaat van de tests zichtbaar op hetdiagnoseapparaat.
Anders dan bij het inspuitsysteem SIRIUS 32, is het verloop te zien in het venster " STAAT " en niet " STORING ".
De volgende inlezingen moeten worden gedaan :
- Inlezen koppel/gas (" ET 014 " : herkenning cilinder 1).
De omstandigheden voor het inlezen staan in het hoofdstuk opname elementen nokkenas
- Inlezen adaptieve mengselcorrectie.
Voor deze inlezing moet worden gereden met bepaalde spruitstukdrukgebieden (zie het werkplaatshandboek).
- Inlezen van de tandschijf van het vliegwiel.
40
Voor een goede diagnose van de ontstekingsuitval, moet de rekeneenheid het inlezen van de vervorming vande tandschijf verfijnen. Dit inlezen is zichtbaar met " PR 063 en 064 " : inlezen tandschijf cilinder 1-4 en 2-3 ontstekingsuitval. Deze waarden veranderen ten opzichte van de waarden die u ziet na het wissen van deingelezen waarden.
Bovendien registreert de rekeneenheid in het bijzonder de toerentalveranderingen van de tandschijf bij stationairtoerental (" PR 067 " : inlezen tandschijf lage frequentie ).
Voor dit inlezen moet gedurende 25 minuten met de auto worden gereden.
Als de verschillende inlezingen zijn uitgevoerd en na uitzetten van het contact, worden de volgende staten" JA " :
- " ET 173 " : aanvraag diagnose OBD katalysator.- " ET 170 " : aanvraag diagnose OBD voorste lambda sonde.
De testomstandigheden voor ontstekingsuitval zijn :
- Koelvloeistoftemperatuur hoger dan – 7,5 °C.- Motortoerental lager dan 4 500 tr/mn.
De diagnose is permanent. Het is ook mogelijk de test " vervuilende ontstekingsuitval " uit te voeren bij stationairtoerental met alle verbruikers ingeschakeld, gedurende 10 minuten en 40 secondes.
De staat " ET 171 " : diagnose OBD ontstekingsuitval bezig, wordt " JA ".Bij een storing: de staten " ET 093, 094, 095, 096 " : ontstekingsuitval op cilinder 1, 2, 3 en 4 worden" ACTIEF ".
De testomstandigheden van de katalysator zijn :
- geen elektrische storing,- geen ontstekingsuitval,- inlezen uitgevoerd,- mengselregeling actief (hoofd- en dubbele kring),- motortoerental tussen 1 824 tr/mn en 3 712 tr/mn (F4P) en tussen 1 824 tr/mn en 4 000 tr/mn (K4M), koelvloeistoftemperatuur hoger dan 75 ºC,- rijsnelheid tussen 63 en 130 km/h,- spruitstukdruk tussen 430 en 650 mb (70 km/h in de 5e).
De test duurt 52 secondes.
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan :
De staat " ET 171 " : diagnose OBD katalysator : bezig wordt " JA ". De staat " ET 172 " : diagnose OBD katalysator : klaar wordt " JA ".
De testomstandigheden van de voorste lambda sondes zijn :
- geen elektrische storing,- geen ontstekingsuitval,- inlezen uitgevoerd,- mengselregeling actief (hoofd- en dubbele kring),- vertraging na starten van de motor 15 minuten, koelvloeistoftemperatuur hoger dan 75 ºC,- motortoerental tussen 1 824 tr/mn en 4 000 tr/mn (F4P) en tussen 1 632 tr/mn en 4 000 tr/mn (K4M),- spruitstukdruk tussen 328 en 750 mb,- rijsnelheid tussen 63 en 130 km/h.
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan :
De staat " ET 187 " : diagnose OBD voorste lambda sonde : bezig wordt " JA ". De staat " ET 172 " : diagnose OBD lambda sonde : klaar wordt " JA ".
41
t Nieuwe diagnose
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften, registreert de rekeneenheid BOSCH de afgelegde afstand vanafhet oplichten van het EOBD-lampje.
Deze informatie is zichtbaar op het diagnoseapparaat (" PR 181 ").
N.B.De rekeneenheid BOSCH registreert ook de afgelegde afstand vanaf het oplichten van dewaarschuwingslampje " storing prioriteit 1, storing prioriteit 2 en oververhitting van de motor ".
Deze informatie is zichtbaar op het diagnoseapparaat (" PR 137, 138 en 139 ").
De rekeneenheid SAGEM 2000 registreert alleen de afgelegde afstand vanaf het oplichten van hetwaarschuwingslampje prioriteit 1 (" PR 114 ").
Het uitschakelen van de waarschuwingslampjes van de storingen en het op nul terugzetten van dekilometertellers van de rekeneenheden gebeuren met behulp van het diagnoseapparaat.
HET MULTIPLEXSYSTEEM
De rekeneenheid van het inspuitsysteem is aangesloten op het multiplexnetwerk van de auto.
Bovendien staat hij in serie met eventuele rekeneenheden van de automatische transmissie of LPG.
Details van de stekker
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
BOSCH
A Rekeneenheid inspuitsysteemB Rekeneenheid automatische transmissie of LPG
CAN H
CAN L
CAN H
CAN LA B
42
Bij een storing in de multiplexverbindingen, geeft het diagnoseapparaat geen storing aan. De parameters en
de staten die via het netwerk worden overgebracht komen echter niet overeen met de conformiteitscontrole.
De volgende parameters gaan over het multiplexnetwerk :
- " PR 018 " : rijsnelheid (km/h) afkomstig van de rekeneenheid van het ABS.- " PR 044 " : opgenomen vermogen door de aircocompressor (Watt) afkomstig van deaircorekeneenheid.
De volgende staten gaan over het multiplexnetwerk :
- " ET 002 " : startvergrendeling, verzonden naar het huis met hulporganen interieur en daarnateruggestuurd door het huis met hulporganen interieur.- " ET 013 " : voorruitverwarming, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 038 " : verhoogd stationair toerental, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 141 " : vrijgave airconditioning, verstuurd naar de aircorekeneenheid.- " ET 191 " : verbinding inspuitsysteem/ABS.- " ET 025 " : verbinding inspuitsysteem/automatische transmissie.- " ET 026 " : verbinding inspuitsysteem/airconditioning.
SAGEM
Bij en storing in het multiplexnetwerk, kunnen de volgende storingen verschijnen, al naar gelag de uitrustingvan de auto :
- " DF 127 " : verbinding CAN airconditioning.- " DF 128 " : verbinding CAN automatische transmissie of robotversnellingsbak.- " DF 134 " : verbinding instrumentenpaneel.- " DF 132 " : voorruitverwarming.- " DF 130 " : ingeschakelde versnelling- " DF 131 " : koppelomvormer automatische transmissie.- " DF 082 " : verbinding benzine/LPG.
De volgende parameters gaan over het multiplexnetwerk :
- " PR 018 " : rijsnelheid (km/h) afkomstig van de rekeneenheid van het ABS.
.lsnaa°N netolsegnaApo021
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
-istilpslebakgn
HNAC
)hcsoB(3H/B)megaS(4A/C
HNAClaangis>leenapnetnemurtsni
diehneeneker
laangisxelpmoctlov 5,3tottlov 5,2navgninnaps
HNACtemgnidnibrevotuaednav
-istilpslebakgn
LNAC
)hcsoB(4H/B)megaS(3A/C
LNAClaangis>leenapnetnemurtsni
diehneeneker
laangisxelpmoctlov 5,2tottlov 5,1navgninnaps
LNACtemgnidnibrevotuaednav
-hneenekerdie
-nart.motuaGPL/.ms
)hcsoB(2C/A)megaS(4K/B
rotomHNAClaangislaangisxelpmoc
tlov 5,3tottlov 5,2navgninnaps
navHNACgnidnibrevraanotuaeddiehneeneker
GPLfo.msnart.motua
-hneenekerdie
-nart.motuaGPL/.ms
)hcsoB(2A/A)megaS(3K/B
rotomLNAClaangislaangisxelpmoc
tlov 5,2tottlov 5,1navgninnaps
ednavLNACgnidnibrevdiehneenekerraanotua
GPLfo.msnart.motua
43
- " PR 044 " : opgenomen vermogen door de aircocompressor (Watt) afkomstig van deaircorekeneenheid.
De volgende staten gaan over het multiplexnetwerk :
- " ET 002 " : startvergrendeling, verzonden naar het huis met hulporganen interieur en daarnateruggestuurd door het huis met hulporganen interieur.- " ET 004 " : stand P/N, afkomstig van de rekeneenheid automatische transmissie.- " ET 006 " : waarschuwingslampje (prioriteit 1), verzonden naar het instrumentenpaneel.- " ET 007 " : waarschuwingslampje oververhitting (prioriteit 2/oververhitte motor) verzonden naar hetinstrumentenpaneel.- " ET 013 " : voorruitverwarming, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 009 " : aanvraag airconditioning, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 038 " : verhoogd stationair toerental, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 143 " : rempedaal dubbel, afkomstig van de rekeneenheid van het ABS.- " ET 193 " : Geheugen onsteking airbag, afkomstig van de rekeneenheid van de airbag.- " ET 220 " : achterruitverwarming, afkomstig van de aircorekeneenheid.- " ET 024 " : aansturing compressor, verzonden naar de aircorekeneenheid.
N.B.Als een storing op een van de multiplexverbindingen verschijnt bij draaiende motor, blijft de motor draaien.Mar als de motor daarna wordt gestart, kan de startvergrendelingscode niet worden verzonden. In dit gevalstart de motor niet.
AANVULLENDE INFORMATIE
De rekeneenheid van het inspuitsysteem BOSCH ME 7.4 meet de temperatuur van de olie (" PR 183 "). Hijgebruikt deze informatie als aanvulling op de temperatuur van de koelvloeistof voor het bepalen van detemperatuur van de motor. Deze informatie kan ook dienen als referentie bij een storing in het opnameelement koelvloeistoftemperatuur.
Bij een storing in de circuits olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur en luchttemperatuur worden denokkenasverstellers uitgeschakeld en levert de motor dus minder vermogen
Bij de diagnose van het systeem SAGEM 2000 verschijnen de verschillende configuraties van de rekeneenheid.Bepaalde configuraties zijn afhankelijk van de calibratie (standaard configuratie), andere zijn afhankelijk vande uitrusting van de auto waarin de rekeneenheid is gemonteerd (persoonlijke configuratie). De persoonlijkeconfiguraties worden automatisch uitgevoerd bij het voor het eerst inschakelen van de rekeneenheid. Derekeneenheid herkent namelijk een aantal voorzieningen zelf.
Deze configuraties bestaan ook op het systeem BOSCH maar zijn niet zichtbaar op het diagnoseapparaat.
44
ABS TEVESMARK 60ABS TEVES MARK 60
HYDRAULISCH CIRCUIT VAN HET ’ABS
a Elektrokleppen inlaat voor links/rechtsb Elektrokleppen inlaat achter links/rechtsc Elektrokleppen uitlaat voor links/rechtsd Elektrokleppen uitlaat achter links/rechtse Accumulators lagedrukf Hydraulische pompg Motor hydraulische pompi Antiretourkleppen
1 Rempedaal2 Rembekrachtiging3 Hoofdremcilinder en remvloeistofreservoir4 Primair circuit5 Secondair circuit6 Hydraulische eenheid7 Wiel links voor8 Wiel rechts achter9 Wiel links achter10 Wiel rechts voor
1
2
3
45 6
87910
a
C
E
i
F
d
B
g
A
C
E
F
d
BM
i
45
1 Rembekrachtiger2 Diagnoseaansluiting3 Accu4 Opname element wielsnelheid5 Remschijf6 Multiplexnetwerk van de auto
- Instrumentenpaneel- Automatische transmissie- Inspuitsysteem
7 Rekeneenheid ABS8 Hydraulische eenheid9 Hydraulisch circuit10 Elektrisch circuit
t Ontluchten van het hydraulische circuit
Afhankelijk van de aan het systeem uitgevoerde werkzaamheden zijn er twee ontluchtingsmethodes mogelijk :
Het ontluchten van de hydraulische eenheid- De klassieke ontluchting.
De hydraulische eenheid moet worden ontlucht na het vervangen ervan. Dit ontluchten gebeurt met behulpvan het diagnoseapparaat.De klassieke ontluchting is nodig na een reparatie van het remsysteem (bijvoorbeeld : vervangen van dehoofdremcilinder).Na een proefrit met een ABS-regeling, controleert u de slag van het rempedaal. Als deze niet correct is, moetu de hydraulische eenheid ontluchten.
t De rekeneenheid van het ABS
Deze bevindt zich in de wielkuip links voor. Hij heeft een stekker met 47 aansluitingen. Hij kan apart van dehydraulische eenheid worden vervangen.
Dit moet bijzonder voorzichtig gebeuren, want na het verwijderen van de twee bevestigingsbouten, wordt dehydraulische pomp niet meer vastgehouden.
t Werking van het ABS
Het systeem is een gesloten circuit (retourcircuit via de hoofdremcilinder).Het heeft 2 elektrokleppen met 2 standen per wiel :
- 1 inlaatelektroklep open in rust (geen voeding),- 1 uitlaatelektroklep gesloten in rust.
De rekeneenheid ontvangt de signalen afkomstig van snelheidsopnemers bij de wielen voor en achter enstuurt de elektrokleppen aan van de hydraulische eenheid.
1
2
3
4
5
6
7
8
10
9
x 46
46
Na het vervangen ervan, moeten de volgende parameters worden geconfigureerd met het diagnoseapparaat :
- " VP 007 " : snelheidsmeterindex (64 alle types).- " CF 077 " : calibratie van het ABS/ESP (selectie van het motortype).- " CF 078 " : snelheidsregelaar met afstandsregelaar (met of zonder).- " CF 079 " : type versnellingsbak (automatische transmissie of handgeschakeld).- " CF 080 " : parametrage van de auto (selectie van het motortype).- " VP 003 " : inlezen van de stuurwielhoek (indien met ESP).
OPMERKING
Daarbij heeft de rekeneenheid van het ABS, met de rekeneenheid van de airbag, de structuur van hetmultiplexnetwerk van de auto in zijn geheugen. Zie voor de details het hoofdstuk " Multiplexsysteem ".
t Bijzonderheden van het ABS
Als de rekeneenheid van het ABS een vertraging constateert van meer dan 7,5 m/s2 en als de rijsnelheidhoger is dan 50 km/h, dan geeft hij het huis met hulporganen interieur, via het multiplexnetwerk, opdracht dealarmknipperlichten in te schakelen. Dit commando blijft actief tot de vertraging is afgenomen tot 3 m/s2.Vanwege wettelijke voorschriften, laat het huis met hulporganen interieur de alarmknipperlicht nog 2 secondesingeschakeld na afloop van het commando.
OPMERKING
Deze functie komt alleen in werking als de bestuurder het rempedaal indrukt. Als een richtingaanwijzeris ingeschakeld (rechts of links), is deze functie uitgeschakeld.
NOODSTOPBEKRACHTIGING (BAS)Uit onderzoekingen is gebleken, dat bij een noodstop veel bestuurders snel het rempedaal indrukken, maardat het te lang duurt voordat de maximale remkracht wordt bereikt. Door deze aarzeling van de bestuurderwordt de remweg langer. Om dit te voorkomen, neemt het systeem de snelheid op waarmee het rempedaalwordt ingedrukt en zorgt het direct voor de maximum remkracht. Een opname element registreert het indrukkenvan het pedaal. Als het zich snel verplaatst, stuurt de rekeneenheid een in de rembekrachtiger ingebouwdsysteem aan.Omdat de wielen door de maximum remkracht zouden kunnen gaan blokkeren, sluit de rekeneenheid de actieaf met een ABS-regeling. Met deze techniek kunnen aan het begin van de remweg kostbare meters wordengewonnen.
t Omschrijving
Om goed te kunnen werken gebruikt het systeem, naast de opname elementen bij de wielen, nog een aantalsensors en actuatoren die zijn ingebouwd in de rembekrachtiger :
- Een opname element voor de indruksnelheid van het rempedaal.- Een microcontact.- Een rem" booster ".
Om de werking van de noodstopbekrachtiging beter te kunnen begrijpen, zullen wij de verschillende sensorsen actuatoren een voor een onder de loep nemen.
47
Opname element indruksnelheid rempedaal
Taak
Dit meet permanent de snelheid waarmee het rempedaal wordt ingedrukt, om te bepalen of er van eennoodsituatie sprake is.
Presentatie
Dit is een sensor met een enkelbaans potentiometer.
Details van de stekker
Bijzonderheid van het opname element van de indruksnelheid van het rempedaal
Als er een storing is in deze sensor, kan de noodstopbekrachtiging niet in werking komen, maar de anderefuncties blijven gehandhaafd. De storing blijkt uit het branden van het waarschuwingslampje " SERVICE ".Bovendien kan het onafhankelijk van de rembekrachtiger worden vervangen.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 ednav7gnitiulsnaaSBAtehnavdiehneeneker
retemoitnetoptlov5+laadepmer
laaitnetop=tlov5+ednavgitsmokfaSBAdiehneeneker
2 ednav3gnitiulsnaaSBAtehnavdiehneeneker
retemoitnetoptlov5laadepmer
laaitnetop=tlov0ednavgitsmokfaSBAdiehneeneker
3 ednav5gnitiulsnaaSBAtehnavdiehneeneker
retemoitnetoplaangiSlaadepmer
gninnapselebairaVtlov5tot0nav
negnirotS gnithcileotnenegloveG
: 011 FDsrosnesgnideov
treetatsnocgnideovednignirotsneediehneenekeredslatnjihcsrevgnirotsezeD.)1 gnitiulsnaapotlov 21 +naagnitiulstrok: dleebroovjib(
tiucric: 111 FDgalstnemeleemanpo
laadepmertehnav
naafosulpnaa)CC(gnitiulstrokneefo)OC(gnikerbrednoneejibtnjihcsrevgnirotsezeD.3 gnitiulsnaapoassam
: 211 FDnavgalsgnahnemas
laadepmerteh
ed,tcatnocorcimtehnavnetatsednessutsilihcsrevneereslatnjihcsrevgnirotsezeD.raalekahcsthcilmeredne"retsoob"ed,rosneskurdmer
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tehnavgals: 930RPlaadepmer
nadreemtot0navtreeiravedraawezeD.)mm(retemillimnitkurdegtiuedraawneesitiD.)mm 03nadreemtein(mm 52
48
1 " Booster "2 Microcontact
1
2
Het microcontact
Taak
Dit informeert de rekeneenheid van het ABS dat het rempedaal is losgelaten door de bestuurder, om dewerking van de noodstopbekrachtiging te beëindigen.
OPMERKING
Om veiligheidsredenen, gebruikt de rekeneenheid niet de informatie van de remlichtschakelaar.
Presentatie van het microcontact
Dit is een schakelaar met twee standen.
RekeneenheidABS
pedaal los
pedaal ingedrukt
49
Details van de stekker
Bijzonderheid van het microcontact
Als er een storing optreedt in deze schakelaar, is de noodstopbekrachtiging uitgeschakeld. De andere functiesblijven actief.
OPMERKING
Het microcontact staat niet in de onderdelendocumentatie. De complete rembekrachtiger moet wordenvervangen.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Rem" booster "
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 ednav72gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBA
hctiwsorcim+laangiSfeitcarednilicmerdfooh
eitamrofni=tlov0neidnitkurdegnilaadep
eitamrofni=tlov7neidnisollaadep
2 ednav03gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBA
hctiwsorcim+laangiStsurrednilicmerdfooh
eitamrofni=tlov7neidnisollaadep
eitamrofni=tlov0neidnitkurdegnilaadep
3 ednav82gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBA
hctiwsorcim+rednilicmerdfooh
laaitnetop=tlov7gitsmokfa
SBAdiehneenekerednav
tdrowgnitemedslatemdreovegtiu
uteiz,rekketsnemonegsoledpotlov 7navstaalpni
tlov 21retemitlum
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric: 411 FDtcatnocorcim
regithcarkebmer
tehnavnegnitiulsnaaeirdedneidnifo)OC(gnikerbrednoneejibtnjihcsrevgnirotsezeD.nekamgnitiulstroktcatnocorcim
gnahnemas: 511 FDtehnavgals
laadepmer
ed,tcatnocorcimtehnavnetatsednessutsilihcsrevneereslatnjihcsrevgnirotsezeD.raalekahcsthcilmeredneretsoobed,rosneskurdmer
50
Werking van de rem" booster "
Dit is een elektromagneet. Bij een normale remming, is de bekrachtiging evenredig met de kracht die wordtuitgeoefend op het rempedaal. Hoe dieper het pedaal wordt ingedrukt, hoe meer lek uit kamer B naar deatmosferische druk er is, hoe groter de bekrachtiging is.Tijdens een noodstop, stuurt de rekeneenheid van het ABS de rem" booster " aan. Deze brengt de kamer Bdirect in verbinding met de atmosferische druk, ongeacht de op het rempedaal uitgeoefende kracht. In ditgeval is de bekrachtiging maximaal.
1 Kamer A2 Kamer B
12
Bron ITT
Details van de stekker
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
3 ednav13gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBA
navleops laangisruutsretsoobed
netsurnitlov 21edreeludomeg
eitcajibneslupassam
4 ednav71gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBA
retsoobednavleops+ gninnapskjilegtlov 21ednavgitsmokfaSBAdiehneeneker
51
Bijzonderheid van de rem" booster "
Bij en storing in de rem" booster ", worden alle functies (ABS, elektronische remkrachtverdeler,noodstopbekrachtiging, motorkoppelregeling) buiten werking gesteld. Hierbij gaan de waarschuwingslampjesbranden.
OPMERKING
Net als bij het microcontact, moet bij een storing de complete rembekrachtiger worden vervangen.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
t Werking van de noodstopbekrachtiging
Als de rekeneenheid een noodstop detecteert, via het opname element indruksnelheid rempedaal (voorbij deinschakeldrempel), stuurt hij de rem" booster " aan door hem aan massa te leggen. Deze opent een klepwaardoor de atmosferische druk in de achterste kamer komt. Hierdoor ontstaat een groot drukverschil tussende twee kamers en krijgt het systeem een maximum bekrachtiging. Wanneer de wielen dreigen te blokkeren,wordt de ABS-regeling geactiveerd.
Om een einde te maken aan de noodstopbekrachtiging, moet het rempedaal geheel worden losgelaten. Dezeinformatie krijgt de rekeneenheid via het microcontact. Hierdoor blijft de noodstopbekrachtiging in werking,ook als de bestuurder het rempedaal minder krachtig indrukt.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric: 311 FDpelkortkele
regithcarkebmer
eewtednessut)CC(gnitiulstrokneefo)OC(gnikerbrednoneejibtnjihcsrevgnirotsezeD.negnitiulsnaa
: 511 FDnavgalsgnahnemas
laadepmerteh
ed,tcatnocorcimtehnavnetatsednessutsilihcsrevneereslatnjihcsrevgnirotsezeD.raalekahcsthcilmeredne"retsoob"ed,rosneskurdmer
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
gnirevitca: 161 CAregithcarkebmer
.nedenebraantaaglaadepmerteH.dreevitcaegnedrow"retsoob"ednakodnammoctidteM
52
ELEKTRONISCH STABILITEITS PROGRAMMA (ESP).
t Waarvoor dient het elektronisch stabiliteits programma ?
De auto in kritieke situaties onder controle houden
OPMERKING
Bij onderstuur, geeft de rekeneenheid van het ABS aan de rekeneenheid van het inspuitsysteem opdrachthet motorkoppel te verminderen.
t Werkingsprincipe
Richting gekozen door de bestuurder
Berekening van de bedoeling van de bestuurder
Waarheen gaat de auto ?
Geconstateerde richting
Detectie van het RICHTINGSVERSCHIL
CORRECTIESREMMEN EN MOTOR
INSTABILITEITIN BOCHT :
ONDERSTUUR
INSTABILITEITIN BOCHT :
OVERSTUUR
ONTWIJKENVAN OBSTAKEL
53
t Hydraulisch circuit van het elektronisch stabiliteits programma
1 Rempedaal2 Rembekrachtiger3 Hoofdremcilinder en remvloeistofreservoir4 Primair circuit5 Secondair circuit6 Hydraulische eenheid7 Wiel links voor8 Wiel rechts achter9 Wiel links achter10 Wiel rechts voor11 Remdruksensor
1
2
3
4 5 6
87910
a
C
E
i
F
d B
g
A
C
E
F
d
B
11
k
M
hk
i
a Elektrokleppen inlaat voor links/rechtsb Elektrokleppen inlaat achter links/rechtsc Elektrokleppen uitlaat voor links/rechtsd Elektrokleppen uitlaat achter links/rechtse Accumulators lagedrukf Hydraulische pompg Motor hydraulische pompi Antiretourkleppeni Elektrokleppen voor isolatiek Elektrokleppen voor aanzuiging
Hydraulische werking van het elektronisch stabiliteits programma
De hydraulische eenheid is voor deze functie aangepast.Op het hydraulische schema zien we 4 nieuwe elektrokleppen :
- 2 elektrokleppen voor isolatie (i)- 2 elektrokleppen voor aanzuiging (k)
Wat gebeurt er in de regelfase van het ESP :
- De rekeneenheid stuurt de voeding aan van de elektroklep voor de isolatie (i), om het circuit te isolerenvan de hoofdremcilinder.- Hij stuurt vervolgens de voeding aan van de elektroklep voor de aanzuiging (k), zodat de hydraulischepomp vloeistof aanzuigt.
h
54
- Hij schakelt vervolgens de hydraulische pomp (h) in, om remdruk op te weken.- Hij stuurt vervolgens de voeding aan van de elektroklep van de inlaat bij het wiel tegenover het wiel datwordt afgeremd, om het te isoleren.- Hij regelt de remdruk bij het betreffende wiel door het aansturen van de elektrokleppen van de inlaat (a)of (b) en de uitlaat (c) of (d) zoals bij een ABS-regeling.
OPMERKING
De elektrokleppen voor de isolatie worden tegelijk aangestuurd, om te voorkomen dat de door dehydraulische pomp opgewekte druk terugkeert naar de hoofdremcilinder. Vervolgens worden deelektrokleppen voor de aanzuiging afzonderlijk aangestuurd afhankelijk van de betreffende tak van de X.
t Beschrijving van de componenten van het ESP
Het systeem gebruikt verschillende sensors en actuatoren :
- Een opname element stuurwielhoek.- Een opname element dwarsversnelling.- Een opname element snelheid bocht.- Een remdruksensor.- Een microcontact (gemeenschappelijk met de functie noodstopbekrachtiging).- Een rem" booster " (gemeenschappelijk met de functie noodstopbekrachtiging).- Een schakelaar om het systeem uit te schakelen.
Om de werking van het stabiliteitsprogramma beter te kunnen begrijpen, zullen wij de verschillende sensorsen actuatoren een voor een onder de loep nemen.
Opname element stuurwielhoek
Het stabiliteitsprogramma gebruikt het opname element stuurwielhoek voor het bepalen van de richtingwaarheen de bestuurder wil. Deze informatie wordt beschouwd als een commando van de bestuurder.
55
Taak
Het opname element meet de hoek en de draairichting van het stuurwiel.
Presentatie
Het is een optisch en magnetisch opname element dat is verbonden met een elektronische trap.
De gegevens van het opname element zijn :
- Hoekresolutie : 1,5°.- Minimale initialisatiehoek : 3 à 4,5°.- Maximumhoek voor het inlezen : +/– 15°.
Werking
1
2 3
5
12 3
6
1
6
5
47
8
1 Optische sensors2 Zenders3 Ontvangers4 Wiel met gaten5 Krans met gaten A6 Krans met gaten B7 Secondair wiel met magneet8 Vertanding
De 4 fotodiodes geven 4 signalen die de stand van het wiel met gaten vertegenwoordigen. Deze signalenworden overgebracht naar twee microprocessors in het opname element.De sensors kunnen hoeken meten van 0 tot 360°. Als het stuurwiel meer dan 360° wordt verdraait, begint demeting weer bij 0°.
Om te weten in welke omwenteling het stuurwiel is, is een aanvullende voorziening nodig.Bij elke hele omwenteling van het stuurwiel, wordt een secondair wiel aangedreven door de vertanding. Hetsecondaire wiel draait dan een zesde omwenteling. Op dit secondaire wiel zit een magneet. Zes HALL-effectopname elementen, onder tanden, zorgen ervoor dat de microprocessors elke omwenteling van het wielkunnen opmerken en dus weten in welke omwenteling het stuurwiel is.Deze informatie wordt overgebracht naar de rekeneenheid van het ABS via een eigen multiplexverbinding.
56
Details van de stekker
1 Venster2 Geel merkteken
Bijzonderheid van het opname element stuurwielhoek
Bij een storing van dit opname element, wordt alleen de werking van het ESP uitgeschakeld. De anderefuncties blijven gehandhaafd. Na het vervangen ervan, moet het worden ingelezen.
BELANGRIJKVoor het uitbouwen van dit opname element, moeten de wielen rechtuit staan. Het nieuwe opname elementwordt namelijk gecentreerd geleverd. Door het controlegaatje moet een geel merkteken zichtbaar zijn. In dezestand, neemt het opname element aan dat de bestuurder het stuurwiel minder dan een omwenteling heeftverdraaid. Als daarna met contact aan, het stuurwiel meer dan 4,5° (wat overeenkomt met ongeveer 1 cm aan deomtrek van het stuurwiel), ontwaakt het opname element.
1
2
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 HAM assam sissahcassam
2nav52gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
LNACnegielaangisPSErosnes
negielaangisxelpmocLNAC
3nav92gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
HNACnegielaangisPSErosnes
negielaangisxelpmocHNAC
4nav3gnitiulsnaa
rosnesezedHNACnegielaangis
PSErosnesHNACtnuhS
temtlavrevgnitiulsnaaezedRETSULCednavtsmoked
5 A503Fgnirekezgnirekezaivtcatnocan+
SBAunitnoctlov 21
57
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Opname element dwarsversnelling
Bij de introductie van de auto, is dit opname element onafhankelijk. Het stuurt zijn informatie naar derekeneenheid van het ABS vis een draadverbinding. Het wordt daarna gecombineerd met een opname elementsnelheid bocht in een gezamenlijk huis. Dit laatste wordt " CLUSTER " genoemd en stuurt zijn informatie overhet eigen multiplexnetwerk zoals de informatie van de stuurwielhoek.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
laangiS: 570 FDtnemeleemanpo
keohleiwruuts
laangistehtemtlavnemasteintnemeleemanpotehnavlaangistehslatnjihcsrevgnirotsezeD.thcobdiehlensnegnillensrevsrawdtnemeleemanpotehnav
nezelni: 780 FDtnemeleemanpo
keohleiwruuts
navrenezelnitehnewueinneeroodnegnavrevsitnemeleemanpotehslatnjihcsrevgnirotsezeD.dreovegtiusitein
neeg: 001 FDlaangisxelpitlum
keohleiwruutsnednozrev
.krewtenxelpitlumtehpognirotsedthcaegnotnjihcsrevgnirotsezeD
: 701 FDemanpoeitacifitnedi
leiwruutstnemele
.nezelnitehnavnereovtiurednoznegnavrevsitnemeleemanpotehslatnjihcsrevgnirotsezeD
emanpo: 801 FDtnemele
keohleiwruuts
navnereovtiuwueinporednozdreetnomedegsitnemeleemanpotehslatnjihcsrevgnirotsezeD.nezelniteh
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
: 330 RPkeohleiwruuts
.)°(nedargnitkurdegtiuedraawneesitiD
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
emanpo: 300 PVtnemele
keohleiwruuts
.keohleiwruutstnemeleemanpotehnavnezelnitehroovsieitarugifnocezeD.reedilavneponegnizjiwnaaedgloV
58
Presentatie van het opname element dwarsversnelling
Dit is een capacitief opname element. Het bevat twee condensators met variabele capaciteit.
Werking
Het stabiliteitsprogramma gebruikt het opname element dwarsversnelling samen met het opname elementsnelheid bocht voor het meten van de werkelijke bewegingsrichting van de auto.
Het opname element dwarsversnelling bestaat uit twee condensators met een gezamenlijk deel dat zichverplaatst onder invloed van een dwarskracht. Zij hebben elk een capaciteit waardoor zij een elektrischelading kunnen vasthouden.
TER HERINNERING
De capaciteit van een condensator is afhankelijk van de volgende drie parameters :
- de aard van de materialen,- het oppervlak van de platen,- de afstand tussen de twee platen.
59
De twee eerste parameter zijn constant. Door de afstand tussen de platen kan men de capaciteit van eencondensator variëren.De werking van dit opname element berust op dit laatste.
In rust, is de afstand aan weerskanten van hetbeweegbare deel gelijk (E = E). De capaciteit vanelk van de condensators is dus ook gelijk.
Details van de stekker
Als er een dwarsversnelling wordt uitgeoefend ophet opname element, beweegt het beweegbare deelzich naar een van de einden. De capaciteit tussende twee delen verandert. Hoe kleiner de afstand,hoe groter de capaciteit. Door het meten van deverandering in de capaciteit van de condensators,kan de rekeneenheid de dwarsversnelling afleiden.
Bijzonderheid van het opname element dwarsversnelling
Bij een storing van dit opname element, wordt alleen de werking van het ESP uitgeschakeld. Dit opnameelement kan afzonderlijk worden vervangen.
E E
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nav6gnitiulsnaadiehneenekered
SBAtehnav
tnemeleemanpolaangisgnillensrevsrawd
0navgninnapselebairaVtlov 5tot
tsurnitlov 5,2
2nav42gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1tnemeleemanpo tlov 0silaaitnetoptehnavgitsmokfaassam
SBAdiehneeneker
3nav62gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1tnemeleemanpo+ tlov 5silaaitnetoptehednavgitsmokfalaaitnetop
SBAdiehneeneker
60
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Opname element snelheid bocht
negnirotS gnithcileotnenegloveG
laangis: 380 FDtnemeleemanpo
gnillensrevsrawd
.tiztsavdeogteintnemeleemanpotehsla,"480 FD"temnemastnjihcsrevgnirotsezeD
tiucric: 480FDtnemeleemanpo
gnillensrevsrawd
naafosulpnaa)CC(gnitiulstrokneefo)OC(gnikerbrednoneeantnjihcsrevgnirotsezeD.assam
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
: 630 RPgnillensrevsrawd
.2s.mnitkurdegtiuedraawneesitiD
61
Werking
Dit is een micromechanisch systeem vanmonokristallijn silicium. Het bestaat uit tweestemvorken (een bekrachtigingsstemvork (1) en eenmeetstemvork (2)) met een verschillende massa eneen centraal deel.Het centrale deel (3) zit vast aan het huis van hetopname element.
1
2
3
Principe :
Een trillende massa die aan een beweging wordtonderworpen reageert iets later dan een massa dieniet trilt.
De rekeneenheid voedt het opname element. Ditlaatste stuurt een spanning naar de dubbelestemvork. De bekrachtigingsstemvork (1) resoneert,in tegenstelling tot de meetstemvork (2).Bij rechtuit rijden, ondergaat het opname elementgeen vervorming.
1
2
3
62
In een bocht, verplaatsen de meetstemvork (2) enhet huis van het opname element zich met de auto.Door zijn resonantie volgt de bekrachtigingsstemvork(1) de beweging met een geringe vertraging. Dedubbele stemvork tordeert.
Onder invloed van de vervorming wekt hetmonokristallijn silicium een stroom op.Deze wordt geanalyseerd door de elektronica in hetopname element en in de vorm van een variabelespanning naar de rekeneenheid gestuurd.
1
2
Het stabiliteitsprogramma gebruikt het opname element snelheid bocht samen met het opname elementdwarsversnelling voor het meten van de werkelijke bewegingsrichting van de auto.
Bijzonderheid van het opname element snelheid bocht
Bij een storing van dit opname element, wordt alleen de werking van het ESP uitgeschakeld.
Details van de stekker
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nav04gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
tnemeleemanpolaangisthcob
0navgninnapselebairaVtlov 5tot
tsurnitlov 5,2
2nav42gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1tnemeleemanpo tlov 0silaaitnetoptehnavgitsmokfaassam
SBAdiehneeneker
3nav62gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1tnemeleemanpo+ tlov 5silaaitnetoptehednavgitsmokfalaaitnetop
SBAdiehneeneker
63
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Remdruksensor
Taak
Dit geeft informatie over de remdruk aan de uitgang van de hoofdremcilinder aan de rekeneenheid van hetABS.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
laangis: 970 FDtnemeleemanpo
thcobdiehlens
.tiztsavdeogteintnemeleemanpotehsla,"080FD"temnemastnjihcsrevgnirotsezeD
tiucric: 080 FDtnemeleemanpo
thcobdiehlens
naafosulpnaa)CC(gnitiulstrokneefo)OC(gnikerbrednoneeantnjihcsrevgnirotsezeD.assam
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
keoh: 430 RPthcobnav
.s/°nedargnitkurdegtiuedraawneesitiD
64
Werking van de remdruksensor
Hij werkt volgens hetzelfde principe als het opname element dwarsversnelling.
Hij bestaat uit een condensator met een vast deel(1) en een beweegbaar deel (2) waarop de druk inde hoofdremcilinder inwerkt. In rust hebben de tweeplaten een gegeven afstand (E) en dus een gegevencapaciteit.
Als de remdruk toeneemt, verplaatst het beweegbaredeel, waardoor de afstand tussen de platen kleinerwordt (E > E1), en dus de capaciteit groter wordt.
Details van de stekker
Bijzonderheid van de remdruksensor
Bij een storing van dit opname element, wordt alleen de werking van het ESP uitgeschakeld.
1 2
E
1 2
E1
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nav04gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1rosnes kurdmer
tlov 0laaitnetopnavgitsmokfaassam
SBAdiehneeneker
2nav42gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1rosneslaangiskurdmer
0navgninnapselebairaVtlov 5tot
tlov 5,0=sollaadep
3nav62gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
1rosnestlov 5+kurdmer
tlov 5=laaitnetopednavgitsmokfalaaitnetop
SBAdiehneeneker
65
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
BELANGRIJKBij het vervangen van dit opname element, moet de holte (1) voor het inbouwen worden gevuld met remvloeistof,anders blijft er een luchtbel achter waardoor de meting wordt verstoord en de slag van het rempedaal langerwordt.
Microcontact
Taak
Dit opname element heeft hier als taak de informatie " remmen door de bestuurder " naar de rekeneenheidvan het ABS te sturen. Dit wordt gecontroleerd door middel van de remdruksensor, door een toename van dedruk bij de uitgang van de hoofdremcilinder.
1
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric: 880 FDrosneskurdmer
naafosulpnaa)CC(gnitiulstrokneefo)OC(gnikerbrednoneejibtnjihcsrevgnirotsezeD.assam
laangis: 901 FDkurdmerrosnes
)gnahnemas(
ed,tcatnocorcimtehnavnetatsednessutsilihcsrevneereslatnjihcsrevgnirotsezeD.)gnideovenretxe(raalekahcsthcilmeredne"retsoob"ed,rosneskurdmer
gnideov: 011 FDsrosnes
.treetatsnocgnideovednignirotsneediehneenekeredslatnjihcsrevgnirotsezeD
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
kurd: 530 RPfotsieolvmer
.rabnitkurdegtiuedraawneesitiD
66
Rem" booster "
Taak
De rem" booster " heeft hier als taak de remdruk te leveren die nodig is voor het kunnen werken van het ESP(voordruk), voor het vullen van de pomp in de ABS-eenheid en de reactietijd te verbeteren.
Schakelaar om het systeem uit te schakelen
Taak
Hiermee kan de werking van het stabiliteitsprogramma (ESP) en de tractiecontrole (ASR) worden uitgeschakeld.
Presentatie van de schakelaar om het systeem uit te schakelen
Dit is een drukschakelaar. Bij elke indruk, schakelt de rekeneenheid de functies in of uit.
OPMERKING
Als de functies zijn uitgeschakeld, brandt het lampje " ESP uit ".
Details van de stekker
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
BELANGRIJKLet op de aanwezigheid van een relais voor het onderbreken van de remlichten. Hiermee kan de rekeneenheidvan het ABS de remlichten uitschakelen tijdens een regeling door het stabiliteitsprogramma. De remlichtenmogen namelijk volgens de wet alleen branden als de auto remt. Een regeling door het stabiliteitsprogrammawordt niet beschouwd als remmen van de auto. Als de bestuurder remt, gaan de remlichten weer branden.
netatS gnithcileotnenegloveG
steot: 320 TEPSEtiu/naa
.tkurdegniteinsisteot: 2 TAATS.tkurdegnisisteot: 1 TAATS"
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1A A5.702Fgnirekezaivnethcitoorg+
sknilgnirekeztlov 21=laaitnetop
ednavgnithcilrevedroovraalekahcs
2A HAM assam tlov0=laaitnetopsissahcassam
1Bnav83gnitiulsnaa
diehneenekeredSBAtehnav
laangisruutsdlekahcsegtiuPSE
tlov 0fotlov 21laaitnetop,solsteot=tlov 21
tkurdegnisteot=tlov0
67
TRACTIECONTROLE (ASR)
TAAKHet doorslippen van de aangedreven wielen beperken waardoor de auto bij wegrijden en optrekken beteronder controle blijft.
t De sensors
Voor de werking gebruikt dit systeem uitsluitend de informatie van de snelheidssensors bij de wielen.
t De actuatoren
Het systeem stuurt de elektrokleppen aan van de hydraulische eenheid en/of beïnvloedt het motorkoppeltijdens de antidoorslipregeling
t Werking van de tractiecontrole
We moeten twee types doorslippen onderscheiden :
- Doorslippen op een ondergrond met symmetrische grip (de aangedreven wielen op dezelfde ondergrond).- Doorslippen op een ondergrond met symmetrische grip (de aangedreven wielen op verschillendeondergrond).
Met symmetrische grip
In dit geval slippen de twee wielen door met dezelfde snelheid. De rekeneenheid van het ABS/ESP beveelt, nahet detecteren van het doorslippen, de rekeneenheid van het inspuitsysteem het motorkoppel te verminderen,ongeacht de stand van het gaspedaal. Deze opdracht blijft actief tot de grip is hersteld.
1 Gaspedaal2 Opname element
wielsnelheid3 Rekeneenheid van het
inspuitsysteem
4 Remdruksensor5 Rekeneenheid ABS6 Gemotoriseerde
smoorklep7 Multiplex verbinding
68
Met asymmetrische grip
In dit geval slippen de aangedreven wielen door met verschillende snelheden (bijvoorbeeld een wiel op hetasfalt en een wiel op het gras).
Als een wiel dreigt te gaan doorslippen, beveelt de rekeneenheid van het ABS/ESP dat dit wiel wordt afgeremdtot de aandrijving vergelijkbaar is met de mate van grip (onafhankelijk van het indrukken van het gaspedaal).
Door de werking van het differentieel, wordt het teveel aan koppel overgebracht naar het wiel dat een beteregrip heeft. Als het afremmen onvoldoende effect blijkt te hebben, kan vervolgens het motorkoppel wordenverminderd.
OPMERKING
De tractiecontrole is bij iedere snelheid van de auto actief.
WIJZIGINGIn de toekomst zal op de RENAULT Laguna II de elektronische noodstopbekrachtiging worden vervangendoor een gelijkwaardig, geheel mechanisch systeem. Deze mechanische noodstopbekrachtiging wordt in hetFrans ADAM genoemd.
Deze verandering brengt een paar wijzigingen in het systeem met zich mee. De volgende onderdelen zijnverdwenen :
- Het opname element voor de indruksnelheid van het rempedaal.- Het microcontact- De rem" booster ".
Zoals we hiervoor hebben gezien, worden de rem" booster " en het microcontact gebruikt voor de functiesnoodstopbekrachtiging/ESP voor het verkrijgen van de maximum remwerking en de voordruk in het systeem.
Deze wijzigingen hebben betrekking op :
- Een wijziging in de hydraulische eenheid van het ABS.- Een opvoerregeling voor de hydraulische pomp.- Een wijziging van de hoofdremcilinder.
OPMERKING
De huidige systemen zijn niet verwisselbaar met de nieuwe systemen. Dit geldt voor de rekeneenheden,de hydraulische eenheden en de rembekrachtigers.
69
TEMPERATUUR-REGELINGTEMPERATUURREGELING
KOELEN VAN LUCHTRENAULT Laguna II gebruikt hetzelfde principe voor het koelen van de lucht als op de andere RENAULT-modellen (uitzetten/verdampen). De koude lucht ontstaat door het ontlasten van een vloeistof met hoge druk.Als deze de verdamper passeert, absorbeert hij de calorieën uit de lucht die door het systeem stroomt. Na hetverdampen van de vloeistof, wordt het gasvormige lage druk koudemiddel door de compressor omgezet ingasvormige hoge druk. Om de kringloop te sluiten, stroomt het gas door de condensor waarin het de afgeeftdie zijn opgenomen tijdens het verdampen en in de compressor.
Het ontlastventiel en de technologie van de compressor zijn veranderd.
1 Compressor2 Condensor3 Opname element hoge druk4 Ontlastopening5 Verdamper6 Accumulator / waterafscheider
1
2
3
4
5
6
70
12 1
4 5 3
A B
B
A
4
1 Buisopening2 Filter3 Inwendige verhoging4 Schroefwartel
t Ontlastventiel - buisvormige doorlaat
Dit is een gekalibreerde doorlaat, om de druk van het koudemiddel te ontlasten. Hij bevindt zich in de slangvoor de verdamper.
Anders dan bij het thermostatische ontlastventiel, zorgt hij alleen voor drukvermindering. De temperatuur venhet koudemiddel wordt dus niet meer gecontroleerd. Daarom is er een accumulator opgenomen in delagedruklijn, voor de compressor.
5 AfdichtingA Aanvoer hoge drukB Naar verdamper
71
t Accumulator
Net als de waterafscheider, zorgt de accumulator voor het filtreren van de ongerechtigheden in het circuit, hetdrogen van het koudemiddel en voor een bufferhoeveelheid om de volumevariaties op te vangen bij veranderingvan toerental en het in- en uitschakelen van de compressor. Door de buisvormige opening van het ontlastventielis echter niet alle vloeistof achter de verdamper verdampt. De accumulator vangt de eventuele vloeistofdeeltjesop en zorgt voor een correcte ontgassing van de vloeistof.
Plaats van de accumulator
De accumulator bevindt zich in het lagedrukcircuit, voor de compressor.
1 Ingang koudemiddel2 Uitgang koudemiddel3 Wartel vulstation4 Steun van filter
1 2
3
4
72
t Compressor met " geregelde " variabele cilinderinhoud (Compressor V5E)
Dit is en nieuwe compressor. Hij wordt toegepast op de motoren F9Q, F4P en K4M.
De compressor met variabele cilinderinhoud wordt geregeld door een door de rekeneenheid aangestuurderegelschuif. Door de stand van de regelschuif te veranderen, regelt de rekeneenheid de cilinderinhoud om hetkoelend vermogen aan te passen aan de door de gebruiker gewenste koeling. Het systeem koelt zoveel luchtals nodig is, zodat het daarna niet weer nodig is de lucht te verwarmen. Hierdoor verbruikt de compressorminder vermogen, waardoor het brandstofverbruik minder is bij ingeschakelde airconditioning.
A ZuigerB PlateauC CilinderD TussenstukE Voorste cilinderkopF Stekker koppelingG PoelieH AandrijfasI HulsJ GeleideasK HuisL TerugtrekveerM VerdeelplaatN Wartel hoge drukO Achterste cilinderkopP StangetjeQ Regelschuif
Q
A B C D E F
k J
g
h
iLM
N
O
P
73
Regelschuif voor de compressor
Deze wordt elektrisch aangestuurd. Hij krijgt een stuursignaal waarmee een drukverschil wordt ingesteld datovereenkomt met de stand van het plateau en dus met het vermogen van de compressor. Dit stuursignaalwordt verzorgd door een gemoduleerde pulserende stroom en de cilinderinhoud is afhankelijk van de cyclischeverhouding van dit signaal.De regelschuif wordt aangestuurd al naar gelang de temperatuur bij de uitgang van de verdamper en de drukin het hogedrukcircuit.
Bijzonderheid van het aansturen van de compressor
De compressor met geregelde variabele cilinderinhoud heeft geen beveiliging tegen te weinig vulling in hetcircuit, zoals de compressor met pneumatische variabele cilinderinhoud.
Een vermindering van de hoeveelheid koudemiddel wordt door de aircorekeneenheid namelijk opgevat alseen vermindering van het vermogen. Hij zal in dat geval de cilinderinhoud van de compressor gaan vergroten,om de koeling van het interieur op peil te houden. Dit is gevaarlijk voor de compressor die niet langer correctwordt gesmeerd.Er is daarom een strategie ontwikkeld voor een detectie van de vullingsgraad het koudemiddel om vastlopenvan de compressor te voorkomen.
Tijdens het rijden wordt een grenswaarde voor de vulling berekend. Als de auto ongeveer 90 km/h rijdt, houdthet systeem de cilinderinhoud van de compressor gedurende secondes op het maximum. Hieruit kan eendrukgrens worden afgeleid die afhankelijk is van de buitentemperatuur en van de snelheid van de ventilateurvan het interieur.
De compressor wordt stilgezet en het systeem wordt als defect beschouwd als tijdens een aantal opeenvolgenderitten onvoldoende vulling wordt geconstateerd.
OPMERKING
Met de test kan een kritieke vulgrens worden bepaald en in geen geval de vulhoeveelheid van hetaircocircuit. Hij kan niet als diagnose in de werkplaats worden gebruikt.
BELANGRIJKAfhankelijk van het motortype heeft de RENAULT Laguna II een compressor met een " pneumatische " of" geregelde " variabele cilinderinhoud. Bij het vervangen van het bedieningspaneel, moet u dit configurerenmet het diagnoseapparaat. De configuratie betreft het valideren van het motortype en dus van het typecompressor (wel of geen elektrische verbinding tussen het bedieningspaneel en de regelschuif van decompressor), evenals de aandrijfverhouding van de compressor.
Details van de stekker van de compressorkoppeling V5E
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
ehcsirtkelEgnikrew
negnikrempO
A
nav51gnitiulsnaadiehneenekered
ednavgninoitidnocria)rekketsetrawz(
+laangisruutsgnileppokocria
tlov 0laaitnetoptfeelkgnileppok=tlov 0
Btaalpgnirekez
etmiurrotomA029MF
gnirekezaivtcatnocan+raalekahcs
gnimrawrevtiurrethcatlov 21=laaitnetop
A029MFgnirekeztcatnocan+etmiurrotomtaalpgnirekeznav
74
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Details van de stekker van de elektroklep van de compressor V5E
netatS gnithcileotnenegloveG
: 300 TEroodnedobrevocriA
diehneenekertiupsni
ednavnelekahcsnitehtdeibrevmeetsystiupsnitehnavdiehneenekered:1 TAATS.rosserpmoc
rosserpmocednavnelekahcsnitehtaatsmeetsystiupsnitehnavdiehneenekered:2 TAATS".eot
:150 TEriagnimmetseot
gninoitidnoc
.naatsegeotsiegalcyced:1 TAATS.nedobrevsiegalcyced:2 TAATS"
:020 TElaangisruutsrosserpmoc
.gnileppokednavnerutsnaatehtemtrednarevtaatseD
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
gnileppok:120 CArosserpmoc
.druutsegnaagnileppok-ocriaedtdrowodnammoctidteM
sthcer:700 FCruuts
ruutssknil:800 FC"
ednavruutarepmetedletsegniedtmeen,gnigartrevneenetcatnoctehnavnetteztiutehaNednavstaalpedteommoraaD.revoredruutsebednavedraawedhcsitamotuareigassap
.dreerugifnocegnedrowleotssredruutseb
R5F/P4F=770 FC=870 FC"
T9G/Q9F/R4F/M4KX7L=060 FC"Y4V=270 FC"X9P=370 FC"
edlegeregfoehcsitamuenp(rosserpmocednavepyttehdiehneenekerocriaedteeweemreiH.)duohnirednilicelebairav
M4K=160 FC=260 FC"
Q9F/R4F/R5F/P4FT9G=360 FC"X7L=460 FC"Y4V=470 FC"X9P=570 FC"
ezedteM.nm/rt 000 6podsnergebsigninoitidnocriaednavrosserpmocednavlatnereotteHmehjihnaknerosserpmocednavlatnereottehtcaxediehneenekerocriaedteewgniduohrev
.nelekahcstiulatnereotmumixamtehnevob
°N-nitiulsnaa
g
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
A
ednav7gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
laangisruutsduohnirednilicelebairav
rosserpmoctlov 21/0=laaitnetop
edreeludomegmoortsednereslup
Btaalpgnirekez
A029MFetmiurrotom
gnirekezaivtcatnocan+raalekahcs
gnimrawrevtiurrethca
tlov 21=laaitnetop
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:030 FDgnileger
duohnirednilicrosserpmoc
etsavneerosserpmocedtfeeh,tkrewreemteinuaetalptehnavfiuhcslegeredslA.duohnirednilic
.duohnirednilicmumixamdnatsedni)OC(gnikerbrednoneejibtaatsduohniredniliceD
75
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
DE OPNAME ELEMENTEN
t Opname element aircodruk
Een opname element informeert de aircorekeneenheid permanent over de druk in het aircocircuit.
Deze informatie gebruikt de rekeneenheid voor :
- De beveiliging van de druk in het circuit.De compressor wordt ontkoppeld als de druk hoger is dan 27 bar en het systeem verbiedt het inschakelen ofontkoppelt het als de druk lager is dan 2 bar.
- Het berekenen van het door de compressor opgenomen vermogen (" info Pa ").De aircorekeneenheid berekent het opgenomen vermogen aan de hand van de informatie van deaircodruksensor en het toerental van de compressor. Deze informatie wordt gebruikt door de rekeneenheidvan het inspuitsysteem voor het anticiperen op de veranderingen in belasting die het gevolg zijn van het in enuitschakelen van de compressor.
- Het vragen van verhoogd stationair toerental.Om de prestaties van de airconditioning bij stationair toerental te verbeteren, en de hoge druk hoger is dan13 bar, verhoogt de rekeneenheid van het inspuitsysteem het stationaire toerental.
- Het aansturen van de koelventilateur.De koelventilateur wordt gebruikt voor een betere warmteafvoer bij de condensor, waardoor de prestaties vande airconditioning verbeteren. Bij dit systeem is het inschakelen van de koelventilateur afhankelijk van dedruk in het aircocircuit en van de rijsnelheid. De koelventilateur wordt uitgeschakeld als de auto sneller rijdtdan 70 km/h (tenzij de druk, ondanks de hoge snelheid, hoger dan 23 bar blijft).Als bij stilstaande auto de druk lager dan 19 bar is, draait de koelventilateur met lage snelheid. Als de drukhoger dan 19 bar is, wordt de hoge snelheid ingeschakeld.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:030 FDgnileger
duohnirednilicrosserpmoc
etsavneerosserpmocedtfeeh,tkrewreemteinuaetalptehnavfiuhcslegeredslA.duohnirednilic
.duohnirednilicmumixamdnatsedni)OC(gnikerbrednoneejibtaatsduohniredniliceD
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
gnileger:401 RPduohnirednilic
rosserpmoc
:)%(tnecorpnitkurdegtiuedraawneesitiDmuminimduohnirednilic=%001-.mumixamduohnirednilic=%0-
76
Details van de stekker
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
t Opname elementverdampertemperatuur
Dit heeft een " Negatieve Temperatuur Coëfficiënt ".Het is op ongeveer 20 mm van de verdampergeplaatst.
1
1 Temperatuurgevoeligeweerstand van de sensor
.lsnaa°N temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
A
ednav8gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
dnatsreewlegerrosruc tlov 0=laaitnetop
B
ednav11gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
rosneskurdocria+ tlov 5=laaitnetop
C
ednav3gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
rosneskurdocrialaangisnavlaaitnetoplebairav
tlov 5tot0
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:200 FDrosneskurdocria
.dlekahcsegtiugnikreW.thculeduoknaveitcudorpneegsudrosserpmocednavlaangisruutstehtpotS
sretemaraP, gnithcileotnenegloveG
kurd:610 RPleddimeduok
.rabnitkurdegtiuedraawneesitiD
netatS gnithcileotnenegloveG
:500 TE:leddimeduok
kurdredno:600 TE"
:leddimeduokkurdrevo
fogaalettiucrictehnikurdedsi,netatseewtezednavneetsaantnjihcsrev"1 TAATS"neidnI.goohet
77
Deze informatie gebruikt de rekeneenheid voor :
- Regeling van de hoeveelheid koude lucht.Door de temperatuur van de verdamper te weten, kan de aircorekeneenheid het koelend vermogen aanpassenaan de ingestelde temperatuur en het gevaar van condensvorming.
- Voorkomen van ijsafzetting bij de verdamper.De lucht wordt gekoeld als hij door de verdamper stroomt. Als de temperatuur lager dan 0 °C is, bevriest dewaterdamp uit de lucht op de wanden van de verdamper. Hierdoor wordt de luchtstroom belemmerd en is erdus geen ventilatie en geen warmteafvoer meer. Om dit verschijnsel tegen te gaan, wordt de voeding van decompressor onderbroken als de temperatuur dichtbij 0 °C is.
- Berekenen van de temperatuur van de lucht bij de uitgang van de airconditioning.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Details van de stekker
°N-tiulsnaa
gni
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
ehcsirtkelEgnikrew
negnikrempO
A
ednav82gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
ednosrepmadrev+laangisgninoitidnocria
laaitnetoplebairavtlov 5tot0nav
B
ednav91gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpotlov 0tietilawkthcul
tlov 0=laaitnetop
ednavgitsmokfaassamsiezeD.diehneenekerocria
temkjileppahcsneemegnetnemeleemanpoesrevid
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:020 FDtnemeleemanpo
-utarepmetrepmadrevru
:nedraawsgnirotsjiBregnalteinrosserpmocedtdrow,duohnirednilicedlegeregtemrosserpmocneejiB -
.edraawlegerneegnegnigilievebnegsiretnawdlekahcsegniednavgnikrewedpodeolvnineegresiduohnirednilicehcsitamuenptemrosserpmocneejiB -
.rosserpmoc
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
:300 RPruutarepmetrepmadrev
.C°nitkurdegtiuedraawneesitiD
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
tem:110FCruutarepmetrepmadrev
rednoz:210 FC"ruutarepmetrepmadrev
.tkiurbegnedrow"110 FC"odnammocteom,tfeehednosrepmadrevneemeetsystehslA
78
t Zonnesensor
Dit is een fotodiode. Een op een halfgeleider gemonteerde cel, verzwakt de meting als de zon in de hoogstestand staat en versterkt de meting als de zon op 45° staat (als de zon hoog staat is de invloed van dezonnestraling minder, doordat de zon niet door de ruiten schijnt).
Hij bevindt zich op het centrale deel van het dashboard.
Details van de stekker
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
ehcsirtkelEgnikrew
negnikrempO
1
ednav62gnitiulsnaaednavdiehneenekereredleh(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpotlov0ruutarepmetgnilartsennoz
diehgithcovtlov 0=laaitnetop
2
ednav91gnitiulsnaaednavdiehneenekereredleh(gninoitidnocria
)rekkets
rosnesennozlaangislaaitnetoplebairav
tlov 5tot0nav
79
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
t Opname element van de temperatuur en de vochtigheid van het interieur
Dit opname element bestaat uit :
- Een sensor voor de relatieve vochtigheid van het interieur (1) die een signaal levert met een frequentiedie afhankelijk is van de vochtigheid (5,8 KHz tot 7,3 KHz).- Een temperatuursensor met negatieve temperatuur coëfficiënt (2).- Een micromotor die een turbine aandrijft voor het ventileren de twee sensors (3), gevoed via een + nacontact.
1
2
3
Regeling van de vochtigheid en voorkomen van beslagen ruiten
De berekening van het gevaar van beslagen ruiten wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van deautomatische ontwaseming.De buitentemperatuur, de relatieve vochtigheid in het interieur en de hoeveelheid zonnestraling zijn parametersop basis waarvan het gevaar van beslagen ruiten wordt berekend.
Afhankelijk van dit berekende gevaar, kan de rekeneenheid:
- De airconditioning inschakelen.- Het koelend vermogen van de verdamper beperken.- De luchthoeveelheid naar de ontwasemingssleuven vergroten.- Het gebruik van de automatische kringloop beperken.- De elektrische ontwaseming van de ruiten automatisch inschakelen.
Het geheel is opgenomen in de spiegelvoet op hoofdhoogte voorin, om de temperatuur het beste te kunnenmeten en dicht bij de voorruit voor het meten van de relatieve vochtigheid.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
:620 FDrosnesennoztiucric
leevtehtleovruutarepmetedletsegniedtemnekelegreV.sretsooredtiuthculginiewtmokrE.naareduok
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
njihcsennoz:600 RP .)mm(retemillimnitkurdegtiuedraawneesitiD
80
Details van de stekker
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nenagropluhtemsiuH6rekketsettiwrueiretni
2A
gnirekezaivtcatnocan+raalekahcs
gnimrawrevtiurrethca
antlov21=laaitnetoptcatnoc
3 BM assam tlov 0=laaitnetop sissahcassam
4
ednav92gnitiulsnaaednavdiehneenekereredleh(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpolaangisruutarepmetnennib
0navlaaitnetoplebairavtlov 5tot
5
ednav62gnitiulsnaaednavdiehneenekereredleh(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpotlov0ruutarepmetgnilartsennoz
diehgithcovtlov 0=laaitnetop
6
ednav22gnitiulsnaaednavdiehneenekereredleh(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpolaangisdiehgithcov
elebairavtemlaangisnav(tlov 5/0eitneuqerf)zHK 3,7totzHK 8,5
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:700 FDtnemeleemanpo
ruutarepmetnennib
.ammargorpdoonnisignilegerruutarepmeteD.sejpeertsfjivtoteirdnavuaevintsavneetfeehruetalitneveD
.negnilletsniedtemneruutarepmetnetiubedtemtrednarevruutarepmetthculednemortstiueD.raabletsnitfjilbsthcer/sknillihcsrevteH
:raamnekrewtfjilbgnimesawtnoeDroodraawekjilekrewednadregohsteiruutarepmetetkiurbegedsi,ruutarepmetnetiubegaljiB -
.)thculsgnimesawtnoreem(taagrellensgnimesawtnoededroodraawekjilekrewednadregalruutarepmetetkiurbegedsi,ruutarepmetnetiubegohjiB -
ednavgnilekahcsniroodtidtreesnepmocrekiurbeged(taagremazgnalgnimesawtno.)rosserpmoc
tiucric:720 FDtnemeleemanpo
diehgithcov
.laamrontkjilgnikreweD.)thculrednim(tnëiciffesignimesawtnoehcsitamotuaeD
.diehgithcovednaatsapegnaareemteintdrowruutarepmeteD
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
:100 RPruutarepmetnennib
.C°nitkurdegtiutdrowezeD
diehgithcov:700 RP .)%(tnecorpnitkurdegtiuedraawneesitiD
81
t Opname element buitentemperatuur
Het opname element van de temperatuur bevindt zich in de buitenspiegel rechts.De informatie wordt opgenomen via het multiplexnetwerk. Hij wordt door het huis met hulporganen interieurop het netwerk gezet.
t Opname element koelvloeistoftemperatuur
Dit opname element wordt gebruikt door de rekeneenheid van het inspuitsysteem.De informatie wordt opgenomen via het multiplexnetwerk. Hij wordt door de rekeneenheid van het inspuitsysteemop het netwerk gezet.
Centraaldisplay
Huis methulporganen
interieur
Bedieningspaneelairconditioning
Opnameelement
temperatuurbuiten
Andereverbruikers
CAN
Opnameelement
temperatuurkoelvloeistof
Rekeneenheidinspuitsysteem
CAN
Andereverbruikers
Bedieningspaneelairconditioning
82
t Opname element luchtkwaliteit
Dit is een halfgeleider, gemonteerd bij de ingang van het luchtverdeelhuis. Hiermee worden koolmonoxyde enstikstofoxydes gemeten. Deze informatie wordt gescheiden verzonden via een modulerende pulserende stroomvan 39 Hz.
De informatie gebruikt de rekeneenheid voor de automatische kringloopfunctie. Als de gebruiker deze functieinschakelt, opent en sluit de luchtklep afhankelijk van de mate van luchtverontreiniging buiten.
1 Opname element luchtkwaliteit2 Membraan van gevoelig element
Het gevoelige element van de sensor is afgeschermd door een membraan dat gasmoleculen doorlaat, maarvocht en stof tegenhoudt.
1
1
2
83
Details van de stekker
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
5
ednav61gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpo+tietilawkthcul
tlov5=laaitnetop
6
ednav71gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpolaangisedyxonomlook
edreeludomegtemmoortsednereslup
tlov 5/0=laaitnetop)zH93eitneuqerf(
7
ednav81gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpolaangisedyxofotskits
edreeludomegtemmoortsednereslup
tlov5/0=laaitnetop)zH93eitneuqerf(
01
ednav91gnitiulsnaaednavdiehneenekeretrawz(gninoitidnocria
)rekkets
tnemeleemanpotlov0tietilawkthcul
tlov0=laaitnetop
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric:530 FDOCtnemeleemanpo
tiucric:630 FD"ONtnemeleemanpo
dlekahcsegtiusieitcnufpoolgnirkehcsitamotuaeD
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
:710 RPgnagnitietilawkthcul
OC
neegtfeegtaarappaesongaidtehraaM.)mpp(neojlimrepsejtleednitkurdegtiutdrowezeD.naadiehnee
:810 RPgnagnitietilawkthcul
ON
neegtfeegtaarappaesongaidtehraaM.)mpp(neojlimrepsejtleednitkurdegtiutdrowezeD.naadiehnee
netatS gnithcileotnenegloveG
:170 TEehcsitamotua
eitcnufpoolgnirk
.taatsezedtsaan"FEITCA"tnjihcsrev,sieitcanieitcnufpoolgnirkehcsitamotuaedslA
84
DE ACTUATOREN
t Motors van de luchtmenging
`Het systeem gebruikt gelijkstroommotors. Twee voedingsdraden sturen de motors aan door omkering van depolariteit. Iedere motor is verbonden met een controleweerstand.
t Motors van de luchtverdeling
`Het systeem gebruikt twee gelijkstroommotors. Een motor wordt gebruikt voor de kleppen hoofd/voeten enandere motor voor voorruitklep. De motors worden gestuurd door omkering van de polariteit.
t Motor van de kringloopklep
`Het systeem gebruikt een gelijkstroommotor. Hij wordt gestuurd door omkering van de polariteit en is open ofdicht. De voeding heeft en tijdschakeling.
t Ventilateurmotor
De motor van de ventilatie van het interieur wordt gevoed met een gelijkstroom via eenspanningsregelingsmodule. Deze laatste krijgt van de aircorekeneenheid een gemoduleerde pulserende stroomals informatie.
85
HUIS METHULPORGANENINTERIEUR
HUIS MET HULPORGANENINTERIEUR
FUNCTIES VERZORGD DOOR HET HUIS MET HULPORGANENINTERIEURHet huis met hulporganen interieur combineert een aantal functies. In de fabriek worden twee niveaus huizenmet hulporganen interieur gemonteerd. Het magazijn levert alleen de uitvoering van het hoge gamma.
De volgende tabellen horen elk bij een functie van het diagnoseapparaat waarmee het huis met hulporganeninterieur toegankelijk is.
t Startvergrendeling
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Schrijven/lezen van de card X X
Aansturen van de relais X X R 19 en R 23accessoires 1 en 2
Aansturen relais + na contact X X R 22
Aansturen van de startmotor X X R 21
Elektrische grendel X Xstuurkolom
Knop Start/Stop X X
Gecodeerde transponder/ X Xstartvergrendeling
86
t Regeling van de portieren
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Kaartlezer Renault-card X X
Specifiek commandoKnipperlichten X X voor knipperlichten
zijkanten
Handsfree systeemverbinding Jingle X
(elektronische claxon)
Handsfree systeemaanwezigheidssensors X
portierhandgrepen
Regeling Bijzonderheidvan de portieren/openen X uitvoeringbestuurdersportier alleen Groot-Brittannië
Regeling Uitschakelen bedieningvan de portieren/vergrendelen X openen van binnenuit
kind (elektrisch) van de portieren achter
Regelingvan de portieren/vergrendelen X X
tijdens het rijden
Regelingvan de portieren/ontgrendelen X X
bij botsing
Elektrisch slotvan achterklep X Xen achterruit
Schakelaar van handgreepvan achterklep X Xen achterruit
Schakelaars van sloten X Xvan portieren
t Regeling van de portierenvergrendelen/ontgrendelen X
(handsfree)
Systeem FM X X(afstandsbediening)
87t Verbindingseenheid
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Controlelampje openen portier(Vignet centraal display X X
of Carminat-scherm)
Vergrendelingslampje X Xportieren (LED portiervergrendeling)
Regeling van de portieren/ Bijzonderheidextra portiervergrendeling X van de uitvoeringen
Groot-Brittannië
Voeding tijdschakeling X X(binnenverlichting)
Binnenverlichtingvia Systeem FM X X
(afstandsbediening)
Verbinding alarm X X
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Schakelaar ruitenwissers/sproeiers X X
Ruitenwisser voor X X
Ruitenwisser achter X X
Lichtschakelaar X X
Ruitenwisser voor/ X Xmet regensensor
Knipperlichten X X
88
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Koplampsproeiers(koude landen Xof CODLAD)
Rijverlichting X
Diagnose ISO K 2000 X X Lijn K(diagnoselijn) Protocol 2000
Uitgang afknijpbeveiliging(vrijgave van de werking X X
ruitbediening)
Binnenverlichting X X
Alarmknipperlichten X X
Snelheidsverklikker X X Inschakelen zoemer(Arabië) vanaf 110 km/h
Regeling achteruit X X
Buitentemperatuur X X Alleen in °C
Controlesysteem defecte lampen(DEFIL) en remlichten X
(DEFSTOP)
Verbinding multifunctioneel Xmet de buitenspiegels
Verbinding multifunctioneel Xmet de stoel
Stuursignaal zoemer X Xin het instrumentenpaneel
Alarmknipperlichten X Xbij noodstopbekrachtiging
89
t Stuurbekrachtiging
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Variabele stuurbekrachtiging X
Functie UCH basis UCH hoog Opmerkingengamma gamma
Systeem FM X X(bandenspanning)
t Banden
90
INFORMATIE BESCHIKBAAR OP HET DIAGNOSEAPPARAAThier wordt alleen de diagnose behandeld van de verbindingseenheid.
OPMERKING
Het derde remlicht (lamp en diodes) wordt niet gecontroleerd door het huis met hulporganen interieur.
negnirotS gnithcileotnenegloveG
sialer: 701 FDroovnessiw
sialer: 801 FD"rethcanessiw
: .vjib(gnikerbrednonee,laangisruutstehnavnjiledpotlov 21 +naagnitiulstrokjibneellA.neizegtaarappaesongaidtehroodteintdrow)gnirekez
sialer: 901 FDgnithcilrevjir
nethcilsgnirekram
: .vjib(gnikerbrednonee,laangisruutstehnavnjiledpotlov 21 +naagnitiulstrokjibneellA.neizegtaarappaesongaidtehroodteintdrow)gnirekez
sialer: 011 FDnethcilmidgnithcilrevjir
: .vjib(gnikerbrednonee,laangisruutstehnavnjiledpotlov 21 +naagnitiulstrokjibneellA.neizegtaarappaesongaidtehroodteintdrow)gnirekez
sialer: 111 FDsreieorpspmalpok
: .vjib(gnikerbrednonee,laangisruutstehnavnjiledpotlov 21 +naagnitiulstrokjibneellA.neizegtaarappaesongaidtehroodteintdrow)gnirekez
tiucric: 211 FDsknilthcilmer
tiucric: 311 FD"sthcerthcilmer
.rekamkaarpstemneellA.gnirotsednavnenottehroovlaadepmertehpokurdneninethcilsgnirekramedlekahcS
.gnirotsedtnjihcsrevpmaletcefedneejiB
: 411 FDnethcilsgnirekram
.rekamkaarpstemneellA.gnirotsednavnenottehroovninethcilsgnirekramedlekahcS
.gnirotsedtnjihcsrevpmaletcefedneejiB
: 511 FDgnithcilrevneketneK
.rekamkaarpstemneellA.gnirotsednavnenottehroovninethcilsgnirekramedlekahcS
.nevegegnaateingnirotsedtdrowpmaletcefedneejiB
negnirekez: 611 FDnethcilsgnirekram
sthcernegnirekez: 711 FD"sknilnethcilsgnirekram
.rekamkaarpstemneellA
negnirekez: 811 FDnethcilmer
.rekamkaarpstemneellAgnirotsedmolaadepmertehpokurdneninethcilsgnirekramedlekahcs,naatcatnoctehteZ
.negitsevebet
tcatnoctsur: 911 FDroovressiwnetiur
edslasnekletnedrowfeitcateom50taatS.niroovressiwnetiuredlekahcs,naatcatnoctehteZ.nedrowfeitcanireewanraadnetaagdnatstsuredroodressiwnetiur
tcatnoctsur: 021 FDrethcaressiwnetiur
slasnekletnedrowfeitcateom60taatS.nirethcaressiwnetiuredlekahcs,naatcatnoctehteZ.nedrowfeitcanireewanraadnetaagdnatstsuredroodressiwnetiured
:121 FDnignirotsehcsinortkele
temsiuhtehrueiretninenagropluh
91
netatS gnithcileotnenegloveG
laangisruuts: 050 TErethcaressiwnetiur
rueiretninenagropluhtemsiuhtehrooddruutsegnaatdrowrethcaressiwnetiuredslafeitcA.)raalekahcsressiwedaivgnilekahcsnijibneella(
dnats: 481 TEraalekahcsressiwnetiur
lavretni
.taatsdnatslavretniedniraalekahcsressiwnetiuredslafeitcA
laangisruuts: 150 TEdiehlensegal
roovressiwnetiur
temsiuhtehrooddiehlensegaledtemdruutsegnaatdrowroovressiwnetiuredslafeitcA.rueiretninenagropluh
laangisruuts: 250 TEdiehlensegoh
roovressiwnetiur
temsiuhtehrooddiehlensegohedtemdruutsegnaatdrowroovressiwnetiuredslafeitcA.rueiretninenagropluh
laangisruuts: 881 TErooddiehlensegal
rosnesneger
edporetawrosnesnegerednetaatsdnatslavretniedniraalekahcsressiwnetiuredslafeitcA.dreetcetedegtfeehtiurroov
laangisruuts: 981 TErooddiehlensegoh
rosnesneger
poretawleevrosnesnegerednetaatsdnatslavretniedniraalekahcsressiwnetiuredslafeitcA.dreetcetedegtfeehtiurrooved
navdnats: 400 TEednavgnirlavretnied
ressiwnetiur
.rosnesnegerrednozs'otuajibraabkihcsebneellasitaatsezeD,886,816,875,845,0(dnats e4edtottsurnavtrednarevtaarappaesongaidtehpoedraaweD
.)diehneerednoz
tcatnoctsur: 500 TEroovressiwnetiur
taatsdiehlensegohfo,diehlensegal,dnatslavretniedniraalekahcsressiwnetiuredslafeitcA.nemokdnatstsuredninedalbressiwedslane
tcatnoctsur: 600 TErethcaressiwnetiur
ednidalbressiwtehslanetaatsrethcaressiwdnatsedniraalekahcsressiwnetiuredslafeitcA.tmokdnatstsur
laangisruuts: 230 TEroovreieorpsnetiur
.nekkortegtdrowraalekahcsressiwnetiurednaaslafeitcA
laangisruuts: 130 TErethcareieorpsnetiur
.dlekahcsegnisireieorpstiurrethcaedslafeitcA
laangisruuts: 320 TEnethcilmid
.taatsnethcilmiddnatsedniraalekahcsthciledslafeitcA
laangisruuts: 220 TEnethcilreppinkmrala
.dlekahcsegninjiznethcilreppinkmralaedslafeitcA
laangisruuts: 020 TEnethcilsgnirekram
.taatsnethcilsgnirekramdnatsedniraalekahcsthciledslafeitcA
laangisruuts: 920 TEsthcernethcilreppink
.dlekahcsegninjizsthcernethcilreppinkedslafeitcA
laangisruuts: 820 TEsknilnethcilreppink
.dlekahcsegninjizsknilnethcilreppinkedslafeitcA
laangisruuts: 581 TEnethcilmer
.rekamkaarpstems'otuaporaabkihcsebneellasitaatsezeD.tkurdegnisilaadepmertehslafeitcA
: 170 TEruutarepmetnetiuB
.yalpsidelartnectehnavgitsmokfarueiretninenagropluhtemsiuhtehroovedraaW.krewtenxelpitlumtehrevoeitamrofniezedtruutsrevrueiretninenagropluhtemsiuhteH
92
Het huis met hulporganen interieur combineert een groot aantal functies door de combinatie van een aantalrekeneenheden.Daarom moet niet alleen de configuratie van het huis met hulporganen worden genoteerd, maar ook die vande andere aanwezige functies. Het betreft de banden, de regeling van de portieren, de stuurbekrachtiging ende startvergrendeling.
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
: 260RPgninnapssgnideov
)tlov(diehneeneker
.gninnapsuccaednavedraaW
diehlensjir: 100RP)h/mk(
.krewtenxelpitlumtehrevoSBAtehnavdiehneenekeredrooddruutsrevedraaW
: 170RP)C°(ruutarepmetnetiub
.ruutarepmetnetiub"170 TE"navedraawedtemneerevotmoK
dnats: 400RPgnirlavretni
raalekahcsressiwnetiur
.rosnesnegertemotuajibtkeerbtnoeitcnuF.ressiwnetiurgnirlavretniednavdnats"400 TE"navnedraawedtemneerevotmoK
odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
tem: 916 FCrekkilkrevsdiehlens
ëibarArednoz: 816 FC"rekkilkrevsdiehlens
ëibarA
.h/mk011nevoblaangissdiuleG
tem: 106 FCgninnuR(gnithcilrevjir
)sthgilrednoz: 006 FC"
gninnuR(gnithcilrevjir)sthgil
.tcatnoctehnavnetteznaatehjibnednarbnaagnethcilmideD
tem: 496FCrekamkaarps
rednoz: 596FC"rekamkaarps
ednavnenethcilmerednavelortnoceitcnuf(rekamkaarpsneegresieitarugifnocrednoZ.)nethcilsgnirekram
tem: 696FCrosnesneger
rednoz: 696FC"rosnesneger
.tsavsilavretniteH.rosnesnegertemroovressiwnetiurneegresieitarugifnocrednoZ
93
RUITENWISSERVOOR METREGENSENSORRUITENWISSER VOOR
MET REGENSENSOR
DE REGENSENSORDe regensensor (1) is een elektronische eenheid met fotodiodes die zenden (E) en ontvangen (R). Hij bepaaltde hoeveelheid water door het analyseren van het tussen zijn fotodiodes teruggekaatste signaal.
Lichte regen Zware regen
1
E R E R
94
Als de bestuurder met de ruitenwisserschakelaar de stand automatisch wissen kiest, krijgt de regensensoreen + 12 volt op aansluiting A2 om de sensor in te schakelen. Het huis met hulporganen interieur ontvangtdeze informatie ook om een wisbeweging te laten maken.De regensensor krijgt de informatie rustcontact van de motor van de ruitenwisser voor op aansluiting B3 omde duur van het interval te berekenen. In ruststand, is het potentiaal op deze aansluiting 0 volt.Op aansluiting A1, stuurt de sensor een korte + 12 volt als er moet worden gewist. Afhankelijk van deregenintensiteit, stuurt de sensor een continue + 12 volt als er langzaam continu moet worden gewistBij hevige regenval stuurt de sensor een permanente + 12 volt op aansluiting B1 als er continu snel moetworden gewist.
t Detail van de 6-polige aansluiting
A
B
A1 A2 A3 B1 B2 B3
A RegensensorB Huis met hulporganen interieurA1 Stuurcommando lage snelheid door
de regensensorB1 Stuurcommando hoge snelheid door
de regensensorC Schakelaar aansluiting A1
D Motor ruitenwisser voor aansluiting 2stuursignaal rustcontact
C D
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
ehcsirtkelEgnikrew
negnikrempO
1A
temsiuHnenagropluh
eneorggnitiulsnaarekkets
23
rosnesneger+laangistiu/naa
roovressiwnetiurtlov21=laaitnetop
rosnesnegerednavgitsmokfanessiwroovslupmitcatnocantlov21+
tcatnocantlov21+nelavretnitemdiehlensegalroovtnenamrep
2A
temsiuHeniurbnenagropluh
rekkets01gnitiulsnaa
raalekahcs1Agnitiulsnaa
egallaangisruutssialerdjitdiehlensroovressiwnetiur
tlov21=laaitnetopgitsmokfatcatnocan
raalekahcsnav
3A
temsiuHnenagropluh
rekkets3A6tiwne2A6tiw
aivtcatnocan+raalekahcsgnirekezgnimrawrevtiurrethca
tcatnocantlov21+gitsmokfa
taalpsialer/gnirekez
rekkets=6:tneketeb2A6gnitiulsnaa;)rekketseredleh(6BGC
;gnidnibrevtiw=Agnidnibrevetrawz=B
gnitiulsnaa°2=2
1B
temsiuHnenagropluh
eneorggnitiulsnaarekkets
93
rosnesneger+laangisdiehlensegoh
roovressiwnetiur
tcatnocantlov21+navgitsmokfarosnesneger
roovtnenamreptcatnocantlov21+diehlenssiwegoh
2B BM assam tlov0=laaitnetopsissahcassam
3B
temsiuHnenagropluh
eneorggnitiulsnaarekkets
43ressiwnetiurrotom
2gnitiulsnaaroov
laangisruutstcatnoctsurressiwnetiur
diehneeneker/roov
tlov0=laaitnetopnavgitsmokfa
rotomressiwnetiur
tnemompoassamnaatcatnoctsurtehnav
95
t Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
BIJZONDERHEID VAN DE RUITENWISSER VOOR/RUITENWISSERACHTER1° Bij alle modellen, met of zonder regensensor, is de wissnelheid afhankelijk van de weerstand die wordtondervonden tijdens het wissen. Als de ondervonden weerstand (gegeven door de stroomsterkte in de motor)te groot is, schakelt het huis met hulporganen interieur automatisch naar de lagere wissnelheid.
2° Bij alle modellen, met of zonder regensensor, wist de ruitenwisser achter een slag als de ruitenwisser voorwerkt terwijl de achteruit wordt ingeschakeld (contact aan).
3° Bij een auto zonder regensensor, is de wissnelheid afhankelijk van de rijsnelheid (overgaan naar lagerewissnelheid als de auto stopt, en terug naar de normale wissnelheid zodra de auto weer rijdt).
netatS gnithcileotnenegloveG
egallaangisruuts: 881 TErosnesnegerrooddiehlens
.feitcanitfjilbjiH.thcardposiwneegnenagropluhtemsiuhtehtgjirk,gnikerbrednoneejiBettnenamrepmothcardponenagropluhtemsiuhtehtgjirk,+naagnitiulstrokneejiB
.feitcatfjilbjiH.naatnenamrepsudroovressiwnetiuredtehtruutsne,nessiw
egohlaangisruuts: 981 TErosnesnegerrooddiehlens
.feitcanitfjilbjiH.thcardposiwneegnenagropluhtemsiuhtehtgjirk,gnikerbrednoneejiBettnenamrepmothcardponenagropluhtemsiuhtehtgjirk,+naagnitiulstrokneejiB
jiH.diehlensegohedtemnaatnenamrepsudroovressiwnetiuredtehtruutsne,nessiw.feitcatfjilb
96
AUTOMATISCH SLUITEN VANDE RUITENEN VAN HET OPEN DAKAUTOMATISCH SLUITEN VAN DE RUITEN
EN VAN HET OPEN DAK
WERKING
Rekeneenheid open dak
Als de gebruiker langer dan 2 secondes drukt op de vergrendelknop van de RENAULT-card, stuurt het huismet hulporganen interieur een signaal voor het sluiten (150 ms massaverbinding) naar de elektronischecircuits van de ruitbediening en nar het open dak.
OPMERKING
Deze functie is alleen aanwezig bij de uitvoeringen met vier ruiten met sneltoets.
Als de gebruiker: druk op de ontgrendelknop van de RENAULT-card, open het portier, schakel + na contactin Het huis met hulporganen interieur stuurt een signaal voor het vrijgeven van de functie (massa) naar deelektronische circuits van de ruitbediening en van het open dak.
Rekeneenheid ruitbediening voor
97
DE ELEKTRONISCHE CIRCUITS VAN DE RUITBEDIENING
t Details van de stekker van de ruitbediening bestuurder
t Details van de stekker van de ruitbediening bestuurder 29 -polig(met geheugeninstelling van de bestuurdersstoel)
De twee ruitbedieningen voor zijn met elkaar verbonden via een eigen multiplexverbinding. Met deze verbindingkan de volgende informatie worden uitgewisseld :
- Bedienen van de ruit van de voorpassagier vanaf het bestuurdersportier.- Bedienen van de buitenspiegel aan passagierskant vanaf het bestuurdersportier.- Instellen van de spiegelstand die behoort bij de gebruikte RENAULT-card.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
3
raalekahcsgnineidebtiur
sknil(redruutseb2gnitiulsnaa)ruuts
nenepolaangisruutstiursreigassap tlov0=laaitnetop sissahcassam
8
raalekahcsgnineidebtiurporeigassap
reitropsredruutsebettiw3gnitiulsnaa
rekkets
netiulslaangisruutstiursreigassap tlov0=laaitnetop sissahcassam
01nenagropluhtemsiuh
rekkets8B3trawz
aivtcatnocroov+gnineidebtiur/gnirekez
tlov21+=laaitnetoptcatnocroov
roodnednozrevtaalpsialer/gnirekez
41
raalekahcsgnineidebtiur
sknil(redruutseb4gnitiulsnaa)ruuts
rekketsettiw
nenepolenslaangisruutstiursteotlens tlov0=laaitnetop sissahcassam
71 AM assaM tlov0=laaitnetop sissahcassam
91
diehneenekergnineidebtiur
reigassap91gnitiulsnaa
HNAClaangisreitropmeetsysxelpitlum laangisxelpmoc
71 AM assaM tlov0=laaitnetop sissahcassam
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1
raalekahcsgnineidebtiur
sknil(redruutseb4gnitiulsnaa)ruuts
laamronlaangisruutstiursteotlensnenepo
tlov0=laaitnetopsissahcassam
2
raalekahcsgnineidebtiur
sknil(redruutseb5gnitiulsnaa)ruuts
laamronlaangisruutstiursteotlensnetiuls
tlov0=laaitnetopsissahcassam
3 AM assaM tlov0=laaitnetopsissahcassam
4nenagropluhtemsiuh
rekkets8B3trawz
aivtcatnocroov+gnineidebtiur/gnirekez
tlov21+=laaitnetoptcatnocroov
ednavgitsmokfataalpsialer/gnirekez
6nenagropluhtemsiuH
eneorg22gnitiulsnaarekkets
njileireslaangiskadnepognineidebtiur
gnigilievebpjinkfatlov21/0=laaitnetop
gnikrewevagjirv=tlov0nedeibrev=tlov21
98
t Details van de elektrisch aansluiting van het elektronische circuit van hetopen dak
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
3AassaM tlov0=laaitnetop
gitsmokfaacinortkeleassamdiehneesgnineidebednav
2diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
1B
laangisruuts0TIBlaatigid ednavneggelassamnaaroodlaangisruuts
: negnidnibrevednellihcsrev1temnednobrev3ne2negnitiulsnaa: 1neletnak
1temnednobrev3gnitiulsnaa: 2neletnak1temnednobrev2gnitiulsnaa: 3neletnak
1temnednobrev3ne5negnitiulsnaa: 1nenepo1temnednobrev5gnitiulsnaa: 2nenepo
1temnednobrev2ne5negnitiulsnaa: 3nenepo1temnednobrev5ne4,2negnitiulsnaa: 4nenepo
1temnednobrev5ne4negnitiulsnaa: 5nenepo1temnednobrev5ne4,3negnitiulsnaa: 6nenepo
3diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
2B
laangisruuts1TIBlaatigid
4diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
3B
laangisruuts2TIBlaatigid
5diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
1A
laangisruuts3TIBlaatigid
7taalpsialer/negnirekeZ
ewualb2Sgnitiulsnaarekkets
notcatnocan+gnirekezaivtcatnocroov
>kadnepotnuhs
tlov21+=laaitnetoptcatnocroov
ednavgitsmokfataalpsialer/negnirekez
8 SBAdiehneeneker93gnitiulsnaa
laangisdiehlensjir tlov21/0=laaitnetop
kjileknahfatreeiraveitneuqerfdiehlensednav
9nenagropluhtemsiuH
eneorg22gnitiulsnaarekkets
njileireslaangiskadnepognineidebtiur
gnigilievebpjinkfatlov21/0=laaitnetop
gnikrewevagjirv=tlov0nedeibrev=tlov21
01 BM assaM tlov0=laaitnetop sissahcassam
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
3AassaM tlov0=laaitnetop
gitsmokfaacinortkeleassamdiehneesgnineidebednav
2diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
1B
laangisruuts0TIBlaatigid ednavneggelassamnaaroodlaangisruuts
: negnidnibrevednellihcsrev1temnednobrev3ne2negnitiulsnaa: 1neletnak
1temnednobrev3gnitiulsnaa: 2neletnak1temnednobrev2gnitiulsnaa: 3neletnak
1temnednobrev3ne5negnitiulsnaa: 1nenepo1temnednobrev5gnitiulsnaa: 2nenepo
1temnednobrev2ne5negnitiulsnaa: 3nenepo1temnednobrev5ne4,2negnitiulsnaa: 4nenepo
1temnednobrev5ne4negnitiulsnaa: 5nenepo1temnednobrev5ne4,3negnitiulsnaa: 6nenepo
3diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
2B
laangisruuts1TIBlaatigid
4diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
3B
laangisruuts2TIBlaatigid
5diehneesgnineidebgnitiulsnaakadnepo
1A
laangisruuts3TIBlaatigid
7taalpsialer/negnirekeZ
ewualb2Sgnitiulsnaarekkets
notcatnocan+gnirekezaivtcatnocroov
>kadnepotnuhs
tlov21+=laaitnetoptcatnocroov
ednavgitsmokfataalpsialer/negnirekez
8SBAdiehneeneker
93gnitiulsnaalaangisdiehlensjir
tlov21/0=laaitnetopkjileknahfatreeiraveitneuqerf
diehlensednav
9nenagropluhtemsiuH
eneorg22gnitiulsnaarekkets
njileireslaangiskadnepognineidebtiur
gnigilievebpjinkfatlov21/0=laaitnetop
gnikrewevagjirv=tlov0nedeibrev=tlov21
01 BM assaM tlov0=laaitnetop sissahcassam
99
MOTOR F9Q 750MOTOR F9Q 750
De motor F9Q Common Rail heeft de nieuwe hogedrukpomp BOSCH CP3 en een turbo met variabele geometrie.
DE TURBOCOMPRESSOR MET VARIABELE GEOMETRIE" MULTILAMELLEN "Met deze technologie wordt een snel opnemen vanaf lage toerentallen verkregen terwijl het rendement bijhoge toerentallen behouden blijft.
Bij lage toeren is een geringe hoeveelheid uitlaatgassen beschikbaar. De lamellen zijn gesloten (linker tekening)zodat de doorlaatopening klein is en de gassen daadoor sneller gaan stromen.Bij hoge toeren is de hoeveelheid uitlaatgassen uitlaatgassen groter. De lamellen staan open (rechter tekening)voor een maximum voeding van de turbine.De maximale turbodruk wordt geregeld door het rendement van de turbine te verkleinen door de lamellen tesluiten.
De regeling wordt uitgevoerd via een elektroklep die wordt aangestuurd door de rekeneenheid van hetinspuitsysteem.
100
DE POMP CP3Het bijzondere van de pomp BOSCH CP3 is de regeling van debrandstofhoeveelheid aan de lagedrukzijde, in tegenstelling tot de pomp CP1die de hoge druk regelt.Het is op deze manier mogelijk om de hoeveelheid op druk te brengen hoeveelheidafhankelijk te laten zijn van de behoefte. Alleen de hoeveelheid brandstof dienodig is voor het handhaven van de berekende druk in de hoofdinspuitbuis wordtop druk gebracht. Er is dus minder vermogen nodig om de pomp aan te drijven.
Vergeleken met pomp CP1 is het brandstofverbruik lager.Een ander voordeel is dat er in het retourcircuit geen brandstofkoeler nodig is. De brandstof wordt namelijkniet warmer, om dat de meeste afkomstig is uit het lagedrukcircuit.
t De belangrijkste componenten
De brandstoftoevoer wordt nu verzorgd door een door de motor aangedreven tandwielpomp. De druk ismechanisch afgeregeld tussen 4,5 en 6 bar.
1
2
1 Opbrengstactuator2 Voedingspomp
101
De opbrengstactuator
De opbrengstactuator regelt de hoeveelheid brandstof die moet op druk moet worden gebracht voor dehoofdinspuitbuis.Hij wordt aangestuurd met een gemoduleerde pulserende stroom, hoe sterker de stuurstroom, hoe kleiner deopbrengst.
BELANGRIJKOmdat de opbrengstactuator van de brandstof bijzonder gevoelig is voor verontreinigingen, mag hij nooitworden gedemonteerd.
Details van de stekker
A
Q
i
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
sjirg=Aniurb=Btrawz=C
1 sialersgnideov meetsystiupsni+ tlov21=laaitnetop
2tehnavdiehneeneker
meetsystiupsni1L/Bgnitiulsnaa
pelkortkelelaangisruutsgnilegerkurdfotsdnarb
tlov21fotlov0=laaitnetopednereslupedreeludomeg(
)moorts
102
De pomp CP3 heeft gedeeltelijk dezelfde opbouw als de pomp CP1 :
Een nokkenas (1) die wordt aangedreven door de motor, bedient afwisselend drie zuigers (2) door middel vaneen nokkenring (3).
Details van de pomp
Als de zuiger naar beneden gaat, opent de lagedrukvan de voeding die aankomt via opening B de klep(4). De brandstof vult de cilinder.
Bij het omhooggaan van de zuiger, sluit de klep, debrandstof wordt onder druk gezet en ontsnapt viaopening A.
t Pompprincipe
1
2
3
BA
4
103
BIJZONDERHEDEN
Anders dan bij systemen met de pomp CP1, die een noodprogramma hebben, stopt de motor bij ieder elektrischprobleem in de opbrengstactuator of het opname element druk.
OPLICHTEN VAN DE WAARSCHUWINGSLAMPJES
Als het lampje voor het voorverwarmen oplicht buiten de startfase is er een storing met prioriteit 1. Het wijst opstoringen in de opname elementen, de rekeneenheid of de startvergrendeling.Als het waarschuwingslampje prioriteit 2 knippert moet de motor worden gestopt. Het wijst op storingen in dedruk in de hoofdinspuitbuis, de verstuivers, de rekeneenheid.
TOERENTALCORRECTIE
Het stationair toerental kan worden gewijzigd met het diagnoseapparaat :
- Commando " CF 571 " om het toerental te verhogen.- Commando " CF 572 " om het te verlagen.
De correctie kan worden afgelezen met parameter " PR 035 " : correctie stationair toerental.Als de potentiometer bij het gaspedaal defect is, wordt het stationair toerental afgeregeld op 1 200 tr/mn.Als er geen samenhang is tussen de informatie van de stand van het gaspedaal en van het rempedaalcontact,wordt het toerental 1 250 tr/mn.Tijdens de werking van de koelvloeistofverwarmingselementen, wordt het stationair toerental afgeregeld op935 tr/mn.
104
INFORMATIE BESCHIKBAAR OP HET DIAGNOSEAPPARAATnegnirotserednozjiB gnithcileotnenegloveG
: 390FDruelortnocorcim
navnessiwtehangnirotsedslakjilegomteinsinererapeR.diehneenekerednignirotsenretnI.sigizewnaagonneguehegteh
.negnavrevdiehneenekeR
: 501FDedreesilibatseg
raalegersgninnaps
remrovmo: 090FDlaatigid/goolana
gnahnemas: 070FDtnemeleemanpo
leiwgeilv/sanekkon
nevohcsrev°21leiwgeilvtnemeleemanpotehnavlaangisnigebtehteom,gnikrewelamronjiBedslatnjihcsrevgnirotsezeD.sanekkontnemeleemanpotehnavtadnavethcizponetnjiz
ednavgnilletsfaedreekrevnee:njiznennukeD.tfeehedraawerednaneegniviuhcsrev.tnemeleemanpotcefednee,meirfjirdnaaessoletnee,eitubirtsid
eitamrofni: 270FDkurdfotsdnarb
.gaaletkurd: FED 1.goohetkurd: FED 2
.goohetlaangisruutsOCR: FED 3.dreekkolbegpelkortkele: FED 4
.gnirednimrevkurd: FED 5tehnavethcizponetsiubtiupsnidfoohednikurdednavpoolrevtehtkjilegrevdiehneenekered
.neretcetedetnegnirotsedmoodnammocruuts
: 380FDraalegerkurdfotsdnarb
.tcatnoctehnavnetteztiuanneduohgnideovtfjilbrotautcatsgnerbpoed: FED 1.tlov 21 +naagnitiulstrok: 1 CC
.assamnaagnitiulstrokfognikerbredno: 0 CC
tsgnerbpo: 680FDtcatnocnettezfaan
ednerudeg)latnereotrianoitatstehnadregal(neduoheglatnereotgaalneetfeehrotomeD.)eiloleevet,reviutsrevneejibkel(tcatnoctehnavnetteztiutehandjitetrok
gnahnemas: 880FDleiwgeilvlaangisofni
.)nm/rt 002 5(latnereotedlaapebdiehneenekeredroodmumixamtehnavgnidjirhcsrevO
gninnaps: 980FDrotasnednocednav
navgnirutsnaaedroovsreviutsreved
angnirotsedsladiehneenekeredgnavreV.gaaletfogoohetrotasnednocednavgninnapS.sigizewnaagonneguehegtehnavnessiwteh
eitamrofni: 801FD)lebbud(mer
edaivmeetsystiupsnitehnavdiehneenekerednigizewnaasimereitamrofnieD.)dreekegmofo(krewtenxelpitlumtehpogizewnaateinsiraam,gnidnibrevdaard
eitcnuf: 811FD-er/reznergebsdiehlens
raaleg
enatsegeottehnetiubtgilraalekahcsednavnekkurdnijibgninnapsedneretlusered: FED 1.)raalekahcsednidnatsreewneenavgnirots(deibeg
.laadepmernavnekkurdnirednoznedjirremazgnal,gnilegersnedjit: FED 2.nenehcsrevkjilegetnjizgniznergebnegnilegers'odnammoced: FED 3
105
OPMERKINGEN
- Tijdens een conformiteitscontrole, is het normaal dat de parameter " RCO drukregelklephoofdinspuitbuis " nul is. Deze parameter is alleen zichtbaar met pomp CP1.
- Ondanks dat er geen elektrische lagedrukpomp is met pomp CP3, is de staat " stuursignaal relaislagedrukpomp " standaard " ACTIEF " bij draaiende motor en bij het aanzetten van het contact.
- Een verstuiver die lekt via de retour verraadt zich door een abnormaal hoge brandstoftemperatuur(> 60 °C).
- Bij moeilijk of geheel niet starten of bij pompend stationair draaien, moet eerst worden gecontroleerdof er geen lucht in het brandstofcircuit zit. De pomp CP3 is hier bijzonder gevoelig voor.
netatserednozjiB gnithcileotnenegloveG
nelekahcstiu: 68TE-er/reznergebsdiehlens
raaleg
.gnilegersdiehlensedkjiledjittkeerbrednodiehneenekereD: netatsedneglovedtiutkjilbkaazrooeD
.tsrevrevteindiehlensjir: 1 TEkrewtenxelpitlummeelborp: nellaveggewdiehlenseitamrofnI
.gidlegnodiehlensjir: 2 TE.)meelborpneejibSBAtehdiehneenekerednaveitamrofniegiruekelliw(tcaxeteindiehlensjiR
.reznergeb/raalegersdiehlensgnirots: 3 TE.gnirutsnaaetcefeD
.diehlensjirednediehlensnegardegpoednessutlihcsrev: 4 TE.)gnigjits/gniladfa(neduohegnaanedrowteinnakdiehlensedletsegnI
.meetsystiupsnitehnavdiehneenekeredrooddreetcetedegmeelborp: 5 TEtehpodreetcetedegmeelborpneetfeehjihtnawtiueitcnufedtlekahcsdiehneenekereD
.meetsystiupsni
.laartuen: 6 TE.gidonlatnereotrianoitatsraanreekguret: leppoksdnatsreewneeG
.kab/rotomgnileppoktno: 7 TE.gidonlatnereotrotomgnirednimrev: redruutsebrooddleppoktnO
.elortnoceitcartthcardpo: 8 TE.SBAtehnavdiehneenekerroodnegardegpognirednimrevleppoK
.tkurdegnilaadepmer: 9 TE.nedjirnaagremazgnalliwredruutseB
.)Oloobmys(netrohcspoponkpokurd: 01 TE.leiwruutsredruutsebthcardpO
sretemaraperednozjiB gnithcileotnenegloveG
nikurd: 380RP)rab(siubtiupsnidfooh
.siubtiupsnidfoohkurdtnemeleemanporoodnetemegkurD
rotautcaOCR: 790RP)%(siubtiupsnidfoohkurd
."202RP"kjikeB.3PCpmoptemluntfjilbedraawezeD
edlegereg: 202RPtsgnerbpofotsdnarb
)s/3mm(
.pmopkurdegohednavgnagtiuedjibtsgnerbpoedsitiD.diehneenekerednavthcardpoednavdleebneetfeegretemarapezeD
.dreekegmonenegohrevkurdeddiehneenekeredliw,tdrowretorgtsgnerbpoedslA
lihcsrev: 780RPgnirkmootsroodthcul
neediehneenekeredtahcs,RGEdiehleeveohedgaarvegednelatnereottehnavkjileknahfA.edraawnetemegedtemezedtkjilegrevnediehleeveohthculedroov
nee,tiucrictaalnitehnavgnithcidfaethcelsneeroodnjiztkaazroorevnaklihcsrevtoorgneE.retemmoortsroodetpotsrevnee,retlifthcultpotsrev
106
CONTROLESYSTEEM VAN DEBANDENSPANNINGCONTROLESYSTEEM
VAN DE BANDENSPANNING
WERKING VAN DE VERSCHILLENDE COMPONENTEN
t Ventiel met ingebouwde druksensor
1 Microprocessor2 Druksensor3 Zendcircuit
4 Rijcontact5 Batterij6 Transponderspoel
1
2
3
4
5
6
107
Dit verzorgt op ieder wiel alle functies van een gewoon ventiel : voor het verhogen, verlagen en vasthoudenvan de bandenspanning.Het zendt de informatie over de bandenspanning uit, tezamen met een identificatiecode.
Het heeft :
- Een lithiumbatterijtje voor de voeding van de eenheid.- Een druksensor voor het meten van de bandenspanning.- Een transponderspoel voor het uitzenden van de identificatiecode tijdens de bekrachtiging met het gereedschap " MS 1607 " (inlezen van het ventiel).- Een microprocessor voor de verwerking van de informatie.- Een zendcircuit voor het verzenden van de spanningsinformatie naar de ontvanger.- Een rijcontact dat sluit vanaf 30 km/h onder invloed van de centrifugaalkracht.
N.B.De buitenkant van het ventiel is van aluminium en heeft geen rubber omhulsel, waardoor hij als antennewerkt.
Werking
De sensor meet, via een opening, regelmatig de spanning in de band.Om te kunnen bepalen welke band bij welk verzonden signaal hoort, zendt de sensor bovendien eenidentificatiecode uit, evenals een " ventielstaat ". Deze informatie wordt via een radiosignaal (433 Mhz)verzonden naar de ontvanger.
Er zijn vier " ventielstaten " mogelijk :
- Staat 1 : gedwongen verzending (bij inlezen met het gereedschap MS 1607).- Staat 2 : lek.- Staat 3 : snelheid > 30 km/h (informatie rijden).- Staat 4 : batterij zwak.
De verzending door de sensor is verschillend bij stilstaande auto of tijdens het rijden (met stilstaand wordt hierbedoeld, een rijsnelheid lager dan 30 km/h, de informatie wordt geleverd door het rijcontact) :
N.B.De rijcontrolewerking blijft nog 30 secondes na stilstand actief.
BELANGRIJKVoor een goede afdichting moet de ventielmoer met het juiste aantrekkoppel worden vastgezet.Omdat de materialen van een gewoon ventiel en van een sensorventiel verschillend zijn, mogen deventielmechanismes niet onderling worden verwisseld.Bij het monteren van een nieuwe band, moeten altijd de afdichtring, het mechanisme en het dopje van hetventiel worden vervangen.
h/mk03>VNEDJIR .netemegsednoces01eredeitdrowgninnapSteingnitemegirovednavethcizponetgnirednarevkurdedslatuunimrepsneegnidneztiU
.rabm 48nadsiregoh
h/mk03<VDNATSLITS .netunim51eredeigniteMsiregohteingnitemegirovednavethcizponetgnirednarevkurdedslaruurepsneegnidneztiU
.rabm 48nad
108
ONTVANGER
1 Antenne2 Microprocessor
Deze ontvangt de signalen die afkomstig zijn van de ventielen en geeft ze door aan het huis met hulporganeninterieur.Dit onderdeel is onder de carrosserie van de auto gemonteerd. Een ingebouwde antenne vangt de signalenop van de ventielsensors. De informatie wordt via een draadverbinding doorgegeven aan het huis methulporganen interieur.
t Details van de stekker
1
2
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
ehcsirtkelEgnikrew
negnikrempO
1
81gnitiulsnaatehnav001Prekketsnenagropluhtemsiuh
rueiretni
laangisoidarlaangisxelpmoc
tlov21/0
tehtgelregnavtnoedassamnaatlov21laaitnetop
3 CN acinortkeleassam tlov0=laaitnetop
4 05Fgnirekez tcatnocroov+tlov21=laaitnetop
tcatnocan
109
Signaal
WEERGAVEDe verschillende weergavemogelijkheden (auto met infoscherm) van de bandenspanning staan hieronderaangegeven in volgorde van belangrijkheid.
1 Druk OK2 Druk controleren3 Storing druk4 Storing druk5 Lek
N.B.Getoonde druk = absolute druk – 1 bar.In bepaalde gevallen kan een verkeerde spanning worden aangegeven. Met name tijdens het rijden in debergen waar de atmosferische druk lager is dan 1 bar.
Het frame dat circuleert tussen de ontvangeren het huis met hulporganen interieur bestaatuit twee delen :
- Een deel (1) met de gecodeerdeinformatie over de bandenspanning(identificatiecode, spanning, staat).- Een ontvangstbevestiging door het huismet hulporganen interieur (2) datherkenbaar is aan het verschil in amplitudevan het signaal.
110
t Storing sensor
Als een wiel ontbreekt op het display, wordt er vandit wiel geen informatie ontvangen.Als het huis met hulporganen interieur vijf keer vaneen wiel geen uitzending heeft ontvangen, waarvanminstens twee tijdens het rijden, verdwijnt deweergave van dat wiel van het display.
OPMERKING
Bij een auto van het lage gamma knippert hetwaarschuwingslampje van het controlesysteem van debandenspanning in het instrumentenpaneel bij eenstoring in de spanning. Het brandt vast bij een storingin het systeem (met name als een sensor ontbreekt).
Dit lampje is verbonden met de lampjes " STOP " en" SERVICE ", al naar gelang de ernst van het lek.
t Bandenspanning pas niet bij rijsnelheid
Het huis met hulporganen interieur heeft twee sets spanningen in het geheugen :
- Spanning voor lage snelheid.- Spanning voor hoge snelheid (hoger dan 160 km/h).
Als de bestuurder sneller rijdt dan 160 km/h, zonder dat hij de bandenspanning daarvoor heeft aangepast,geeft het instrumentenpaneel een waarschuwing.
OPMERKING
Het controlesysteem voor de bandenspanning kan worden uitgeschakeld met behulp van hetdiagnoseapparaat. Op die manier worden er geen foutmeldingen gegeven bij het monteren van wielenzonder sensors.In dit geval is de weergave van de op het vignet bevroren.
km/h
111
INFORMATIE BESCHIKBAAR OP HET DIAGNOSEAPPARAAT
negnirotserednozjiB gnithcileotnenegloveG
roovsnalabno: 100 FDsnalabno: 200 FD"
rethca
.)rab 5,0reevegno(saedposthcer/sknilgninnapsnednabnilihcsrevtoorG
",400 FD",300 FD: 600 FD",500 FD
srosnesleiw
.tiureemeitamrofnineegtdnezrosnesedneffertebed: FED 1.kawzsileitnevtehnijirettabed: FED 2"
regnavtno: 700 FD .rueiretninenagropluhtemsiuhtehtemteintreecinummocregnavtnoeD.gnikerbrednofognitiulstrok: "1 OC"
.regnavtnoednignirotsehcsirtkele: "FED"
: 900 FD",800 FDtesremozedocleitnev
)tesretniw(
gnirotsezed(tesnednabedneffertebedroovnezelegnisiedocelekneneegtadgnirotsezeD.)tietiroirpneegtfeeh
eitamrofni: 110 FDtkeerbtnodiehlensjir
edroovdiehlensjireitamrofniedtkiurbeggninnapsnednabednavmeetsyselortnocteH.nedjirlensetjibgniwuhcsraaw
gnirotsenretni: 310 FDHCU
tehangnirotsedslanegnavreV.dreetcetedegrueiretninenagropluhtemsiuhtehnimeelborP.sigizewnaagonneguehegtehnavnessiw
netatserednozjiB gnithcileotnenegloveG
,100 TE,200 TE",300 TE": 400 TE"taatsleitnev
rosnesedrevoeitamrofnitfeeGtehnavpluhebtemgnigithcarkebantiulaangisnegnowdegneetdnezrosnesed: "1 TAATS"
."7061SM"pahcsdeeregnetrabm48nadreemnavdreetatsnoceggnirednarevneetfeehrosnesed: "2 TAATS"
.gnitemegirovednavethcizpo.naaamehcsdneztiunjiztsapnetdjirotuaedtadtreetatsnocrosnesed: "3 TAATS"etrosnesednjiznederneeggamtid(kawzsirosnesednavjirettabed: "4 TAATS"
.)! negnavrev
totgnigien: 110 TEgninnapsegalet
totgnigien: 210 TE"gninnapsegohet
.gaaletfogoohetsineleiwreivednavedleddimegteH
ecivres: 500 TEpots: 600 TE"
meelborp: 310 TE"diehlens
nethcilpo: 510 TE"dnabekkelejpmal
.ammagegaltehnavs'otuaponeelladnabethcazgniwuhcsraaW
: 700 TEedreetceleseg
tesnednab
.rueiretninenagropluhtemsiuhtehnezelegnisieid)retniw,remoz(tesnednaB
112
sretemaraperednozjiB gnithcileotnenegloveG
,720 RP,820 RP",920 RP": 030 RP"
gninnapsnednab
eD.nezelnitehjibfouccaednavgnikerbrednoneeanrab5,3draadnatssiedraawezeD.dreesilautcaeggnidneztiuedneglovedjibtdrowgninnapsnednab
: 200 RPneverhcsegroov
egalgninnapsnednabniertroovdiehlens
: 300 RP"neverhcsegroov
egalgninnapsnednabniertrethcadiehlens
edraawezeD.h/mk 061totdiehlensneetemnedjirtehjibgninnapsneverhcsegroovedsitiD.lepmerdsgniwuhcsraawedroovdnelapebsi
: 100 RPneverhcsegroov
egohgninnapsnednabniertroovdiehlens
: 400 RP"neverhcsegroov
egohgninnapsnednabniertrethcadiehlens
edslA.h/mk 061fanavdiehlensneetemnedjirtehjibgninnapsneverhcsegroovedsitiDedmeetsystehtwuhcsraaw,h/mk 061nadrellenstdjirotuaednetsapegnaasiteingninnaps
.)diehlensmeelborp("h/mk"ejpmaltehnavnednarbnetaltehroodredruutseb
diehlensjir: 610 RP .tsapdiehlensedjibgninnapsedfonerelortnoctehroovretemaraP
,210 RP,310 RP",410 RP",120 RP",320 RP",,420 RP": 520 RP"
sedocleiw
.rueiretninenagropluhtemsiuhtehnavneguehegtehniteseklenavleiwklenavsedoC
-dnammoceitarugifnoCs'o
gnithcileotnenegloveG
: 200 FC",100 FCeitarugifnoc
.gninnapsnednabednavmeetsyselortnocrednozfoteM
annessiw: 100 ZRdnabnavnegnavrev
edtotrab 5,3poeztgnerbneneleiw4ednavneguehegtehninegninnapsednavnessiW.gnidneztiuedneglov
tehnavnessiw: 200 ZRneguehegsgnirots
.neguehegtehninegnirotsellanavnessiW
navnereovni: 900 PVneverhcsegrooved
negninnaps
.saeredeipodiehlensegalneegohroovgninnapsneverhcsegroovednavgniremmargorP
eitceles: 200 PVtesnednab
.nessapnaadnahedtemtesremozfotesretniW
: 200 CS",100 CSnezelni
.)s(edocleitnevreivednavfoneenavnezelnI
nednarb: 100CA .tengivneleenapnetnemurtsninavsejpmalednavnednarB
113
VARIABELESTUURBEKRACHTIGINGVARIABELE STUURBEKRACHTIGING
DOEL VAN DE VARIABELE STUURBEKRACHTIGINGDe meeste auto's hebben tegenwoordig stuurbekrachtiging voor een beter rijcomfort, met name tijden hetinparkeren.Een sterke bekrachtiging, die het parkeren vergemakkelijkt, maakt het sturen bij hogere snelheden echteronnauwkeurig. De ideale situatie is een sterke bekrachtiging bij lage snelheid en een geringe bekrachtiging bijhoge snelheid. Hiervoor zorgen systemen met een variabele stuurbekrachtiging.
1 Regelschuif2 Stappenmotor
REGELING VAN DEBEKRACHTIGINGBij de motor L7X wordt de bekrachtiging geregeld.Het huis met hulporganen interieur stuurt eenstappenmotor aan die een regelschuif verplaatstwaardoor de retouropbrengst van het stuurventielwordt aangepast.
Bij het aanzetten van het contact, gaat destappenmotor naar de uiterste stand dieovereenkomt met een maximale bekrachtiging(100 %) en stelt zich daarna in op de minimalebekrachtiging (0 %).
1
2
114
t Bijzondere omstandigheden
- Bij een storing in de informatie over de rijsnelheid, gaat het systeem over naar een basisbekrachtiging(35 %) zonder dat het waarschuwingslampje oplicht. Zodra de storing verdwijnt, herneemt het systeem zijnnormale werking.- Bij een kortsluiting of onderbreking van een fase van de stappenmotor, blijft deze stilstaan en hetwaarschuwingslampje " SERVICE " licht op. Als de storing verdwijnt, gaat de motor naar de basisbekrachtiging,en weer naar zijn normale werking bij het volgende aanzetten van + na contact.
Details van de stekker van de stappenmotor
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
negnirotS gnithcileotnenegloveG
enretni: 430 FDgnirotsehcsinortkele
HCU
tehangnirotsedslarueiretninenagropluhtemsiuhtehgnavreV.elortnocednerohebjibneeG.sigizewnaasdeetsgonnessiw
rotom: 530 FDelebairav
gnigithcarkebruuts
.rotomneppatsednavnedardednavneepognitiulstrokfognikerbrednO.daardeklenavtaatsedreelortnoC
gninnaps: 630 FDelebairavrotom
gnigithcarkebruuts
.)tlov 5,61tot5,9(eitnarelotednetiubgninnapsuccA
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
elaminim: 120 CAgnigithcarkeb
.)% 001(gnigithcarkebelaminimnavgalsnaaedraanrotomednavgnistaalpreV
,470 FCepyt: 570 FC"
gnithcirniruuts
.gnigithcarkebruutselebairavrednozfoteM
,670 FC: 380 FC"
remmunammargorp
.)7tot0(gnigithcarkebednavneremmargorP
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
A )81(HCU rotomesafodnammoc
gnideov)tlov21=laaitnetop(
gnideovedneglovneepokjileknahfaesafeklenav
gnithciriaardednav
B )31(HCUrotomesafodnammoc
C )2(HCUrotomesafodnammoc
D )3(HCUrotomesafodnammoc
E CNassam acinortkeleassam tlov0=laaitnetop sissahcassam
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
diehlensjir: 300 RP)h/mk(
gnirotsneegtdrowneejpmalneegtdnarb,diehlensjireitamrofniednignirotsneejiB.taarappaesongaidtehroodnevegegnaa
rotomdnats: 901 RP)%(gnigithcarkebruuts
edletsegnitehnavkjileknahfa,diehlensjiredtemtgjitsegatnecrepteH.ammargorpsgnigithcarkeb
115
AUTO ZONDERSLEUTELAUTO ZONDER SLEUTEL
REGELING VAN DE PORTIEREN
t Auto zonder sleutel
Werking
Als de gebruiker drukt op een van de knoppen van de RENAULT-card, zendt deze en gecodeerd signaal uit.Dit signaal wordt opgevangen door de kaartlezer, die het doorstuurt naar het huis met hulporganen interieur.Dit laatste controleert de code en vergrendelt of ontgrendelt de portieren als het de code herkent.
OPMERKING
Dit deel van het systeem heeft geen enkele invloed op de startvergrendeling.
1 RENAULT-card2 Kaartlezer RENAULT-card3 Huis met hulporganen interieur4 Grendelmotor van portieren, achterklep en tankdopklep
1
2
3
4
116
OPMERKING
De kaartlezer doet niets anders dan de code die de RENAULT-card uitzendt door te geven aan het huismet hulporganen interieur.
RENAULT-card
De RENAULT-card zendt een gecodeerd " radiosignaal " uit (433 MHz).Deze code bevat de volgende informatie :
- De identiteit van de gebruikte card.- De variabele code.- De gevraagde actie (vergrendelen of ontgrendelen).
De automatische synchronisatie
Als een card niet langer synchroon is, kan hij worden gesynchroniseerd worden door hem in de kaartlezer testeken (tot op de aanslag). Op dat moment stelt het huis met hulporganen interieur zich opnieuw in op de codedie de RENAULT-card uitzendt, op voorwaarde dat deze aan de auto is toegewezen.
OPMERKING
Een card is niet langer synchroon als zijn code niet langer binnen het acceptatiegebied van het huis methulporganen interieur ligt. In dat geval moet de auto worden geopend met de metalen noodsleutel of metde andere RENAULT-card.
Kaartlezer
Deze ontvangt het signaal afkomstig is van deRENAULT-card en geeft dit door aan het huis methulporganen interieur.
Hij heeft een ingebouwde ontvangstantenne.
117
Details van de stekker
Huis met hulporganen interieur
Het huis met hulporganen interieur ontvangt de code van de RENAULT-card via tussenkomst van de kaartlezeren vergrendelt of ontgrendelt de portieren als het de code herkent.
t Auto zonder sleutel met " handsfree functie "
6 Aanwezigheidssensors portierhandgrepen encontact in achterklep
7 Claxon
1 RENAULT-card2 Antennes in dak en achterste schildbumper3 Kaartlezer RENAULT-card4 Huis met hulporganen interieur5 Grendelmotor van portieren, achterklep en
tankdopklep
12
3
4
5
6
7
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nenagropluhtemsiuh6gnitiulsnaarueiretni
001Prekketsnavrezeltraakeissimsnartatad
tlov21/tlov1=laaitnetoplaangisdreedoceg
truutsgnidnibrevezedaiveitamrofnirezeltraaked
temsiuhtehraanrueiretninenagropluh
2 2Fgnirekezgnirekezaivtcatnocroov+
regnavtno/rednezroovtlov21=laaitnetop
tcatnoc
4nenagropluhtemsiuh91gnitiulsnaarueiretni
001Prekketsnav
eissimsnartatadnenagropluhtemsiuh
rueiretni
tlov21/tlov1=laaitnetoplaangisdreedoceg
truutsgnidnibrevezedaivnenagropluhtemsiuhtehraaneitamrofnirueiretni
rezeltraaked
5
nenagropluhtemsiuh -21gnitiulsnaarueiretni
101Prekketsnavlednergmolokruuts -
5gnitiulsnaa
gizewnaadrac+laangis
tiudractlov0=laaitnetoprezel
dractlov01=laaitnetopdnatsetsreepo
tdrowgnidnibrevezedaivpotraak"eitamrofnied
ednav"dnatsetsreedruutsrevrezeltraak
7nenagropluhtemsiuh1gnitiulsnaarueiretni
001Prekketsnavgalsnaapodrac+laangis
dractlov21=laaitnetopgalsnaapo
nidractlov0=laaitnetopdnatserednanee
tdrowgnidnibrevezedaivpotraak"eitamrofnied
ednav"galsnaadruutsrevrezeltraak
8 AN acinortkeleassam tlov0=laaitnetop sissahcassam
118
Werking
Werking van de handsfree functie.Zodra een van de optische sensors aan het huis met hulporganen interieur de vraagt om te ontgrendelen degebruiker pakt een van de portierhandgrepen) onderzoekt het huis met hulporganen interieur de omgevingvan de auto, om te zien of er een RENAULT-card aanwezig is. Dit zoeken gebeurt via speciale antennes dieverbonden zijn met de kaartlezer.Als een kaart aanwezig is, stuurt deze zijn code uit als antwoord naar het huis met hulporganen interieur. Ditgeeft opdracht de auto te ontgrendelen als het de RENAULT-card herkend als behorende bij de auto.De auto wordt vergrendeld als de card niet langer in de direct omgeving van de auto is. Het huis met hulporganeninterieur krijgt dan geen antwoord meer van de card, waarop het de auto vergrendelt.
OPMERKING
De handbediende werking is gelijk aan die zonder gebruik van de handsfree functie.
Handsfree RENAULT-card
Deze heeft een extra circuit voor het ontvangen van de radiosignalen. Dit circuit wordtgevoed door een speciale oplaadbare, maar niet demonteerbare accumulator.Wanneer de RENAULT-card zich in de buurt van de auto bevindt, ontvangt hij het signaaldat door het huis met hulporganen interieur via de antennes wordt uitgezonden, engebruikt daarvoor de energie uit de accumulator. Bij de beantwoording gebruikt deRENAULT-card de energie van het batterijtje om zijn code ut te zenden.
De antennes
Deze auto's hebben drie antennes :
1 Ontvangstantenne ingebouwd in de kaartlezer2 Zendantenne in het dak3 Zendantenne in de achterste schildbumper4 Coax-verbindingen
119
De zendantennes
Voor een goed dekkingsgebied zijn er twee :
- Een andere in de achterste schildbumper.
Details van de stekker
- Een antenne in de hemelbekleding.
Details van de stekker
De ontvangstantenne
Deze is ingebouwd in de kaartlezer, zoals bij de uitvoeringen van het lage gamma.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1rezeltraak
drac-TLUANER21gnitiulsnaa
eitnereferlaangisoidar
kawzgrelaangis
raabteemteinedtem
netarappaesongaid
2-TLUANERrezeltraak
6gnitiulsnaadraclaangisoidar kawzgrelaangis
raabteemteinedtem
netarappaesongaid
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
4rezeltraak
drac-TLUANER11gnitiulsnaa
laangisoidar kawzgrelaangisraabteemtein
edtemnetarappaesongaid
120
Aanwezigheidssensor
Dit geheel bestaat uit een :
- infrarood zender/ontvanger, schakelaar elektronische trap
Dit alles is ingebouwd in de handgreep voor hetopenen van het portier.
Taak
Zij geven de informatie " hand aanwezig " aan het huis met hulporganen interieur. Hiermee kan de autoworden ontgrendeld als de RENAULT-card wordt hekend als toegewezen aan de auto.
Aansluiting 3
Aansluiting 2Aansluiting 1
De zender stuurt permanent een infraroodstraal naar de ontvanger via de reflector aan de binnenkant van deportierhandgreep. Als een hand de handgreep beetpakt, wordt de straal onderbroken, en stuurt de elektronischetrap na verwerking van de signalen informatie naar het huis met hulporganen interieur dat wordt gevraagd om" portier ontgrendelen ".
OPMERKING
Na drie dagen, stopt de voeding naar de sensor. In dit geval is het de schakelaar die het huis methulporganen interieur vraagt om te ontgrendelen. Deze schakelaar wordt bediend als er aan deportierhandgreep wordt getrokken.
1 Reflector2 Infraroodzender3 Infraroodontvanger4 Schakelaar inhandgreep
Werking
121
Details van de stekker
OPMERKING
De achterklep heeft gen infrarood sensor, het huis met hulporganen interieur gebruikt de schakelaarvoor het openen om deze informatie te vervangen.
Claxon
Taak
De claxon waarschuwt de gebruiker bij het handsfree vergrendelen. Hij wordt aangestuurd door het huis methulporganen interieur.
Details van de stekker
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1
nenagropluhtemsiuhgnitiulsnaarueiretni
82001Prekketsnav
nerosnesdoorarfnilaangispeergdnahreitrop
tlov21=laaitnetoptsurni
tlov0=laaitnetopfotkapegteebpeergdnah
nekkortegtiu
sipeergdnahgnalozfotkapegteeb
tehsi,nekkortegtiutlov0laaitnetop
2 AM assaM tlov0=laaitnetopsissahcassam
3nenagropluhtemsiuh5gnitiulsnaarueiretni
101Prekketsnav
rosnesdoorarfni+peergdnahreitrop
tlov21=laaitnetoprosnesgnideov
tdrowgnideovezedotuaedsladlekahcsegtiu
siteinnegadraapneetemsiuh(tkiurbeg
rueiretninenagropluh)"yb-dnats"tdrow
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 11Fgnirekez gnirekezaivtcatnocroov+tlov21=laaitnetop
tcatnocroov
2 WM assaM tlov0=laaitnetopsissahcassam
3
temsiuh -nenagropluh22gnitiulsnaa101Prekkets
-alekahcsmolokruuts -41Fgnirekezaivra
noxalc+laangisruutsslatlov21=laaitnetop
tknilknoxalc
122
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Bij de diagnose van het systeem, moet u de " staten " en de " stuurcommando " gebruiken, naast de " storingen ".Op deze manier kunnen storingen worden opgespoord die niet altijd zichtbaar zijn op het scherm " storingen ".
netatS gnithcileotnenegloveG
: 600 TEreitropsredruutseb
nepo
.netcatnoctolsednavgitsmokfaeitamrofni,neporeitropfeitcA
: 700 TEreitropsreigassap
nepo
reitrop: 010 TEneporethcasthcer
sknilreitrop: 110 TEneporethca
pelkrethca: 500 TEnepo
.tiurrethcafopelkrethcaednavnenepojibfeitcA
laangisruuts: 710 TEpelkrethcanenepo
.tkurdegnisitiurrethcaedfopelkrethcaednavnenepotehroovraalekahcsedslafeitcA
steot: 510 TEnelednergrev
.)gnilednergrevreitropedroovraalekahcs(tkurdegnisiponklednergrevedslafeitcA
steot: 610 TEnelednergtno
.)gnilednergrevreitropedroovraalekahcs(tkurdegnisiponklednergtnoedslafeitcA
trok: 420 TEnekkurdni
dracponklednergrev
.dracednavponklednergrevedpokurdetroksnedjitfeitcA
trok: 620 TEnekkurdni
dracponklednergtno
.dracednavponklednergtnoedpokurdetrokanfeitcA
trok: 820 TEeerfsdnahnekkurdni
dracponk
.dracednavponkeerfsdnahedpokurdetrokanfeitcA
gnal: 520 TEnekkurdni
dracponklednergrev
.dracednavponklednergrevedpokurdegnalanfeitcA
gnal: 920 TEeerfsdnahnekkurdni
dracponk
.dracednavponkeerfsdnahedpokurdegnalanfeitcA
123
netatS gnithcileotnenegloveG
drac: 320 TEneresinorhcnys
.dreesinorhcnysegnedrowteomdracedslafeitcA
navlaangis: 020 TEnegnavtnodrac
.negnavtnosilaangisoidar)dnekebnofodnekeb(neereslafeitcA
navlaangis: 120 TEdreetpeccaegdrac
.tavebedocednekebneelaangisnegnavtnotehslafeitcA
eerfsdnah: 300 TE .dreevitcaegsieitcnufeerfsdnahedslafeitcA
ednidrac: 220 TEotuaednavtruub
edgnalozfeitcatfjilbjiH.siotuaednavtruubednidrac-TLUANEReerfsdnahedslafeitcAtehnakeitamrofniezedteM.)njizfeitcateomeitcnufeerfsdnahed(sitruubednidrac
ednavgnirotsneeleeutnevenedreelortnocegnedrowsennetnaednavdeibegsgnikked.droopsegponedrowsennetna
gnideov: 030 TEehcsitpo
srosnesreitrop
.negjirkgnideovnepergdnahreitropednavsrosnesedslafeitcA
ehcsitpo: 130 TEredruutsebrosnes
siraalekahcsedfonekorbrednosirosnessdiehgizewnaaednavlednubthciledslafeitcA.dreevitcaeg
ehcsitpo: 230 TEreigassaprosnes
ehcsitpo: 330 TErethcasknilrosnes
ehcsitpo: 430 TErethcasthcerrosnes
steot: 410 TEehcsirtkele
diehgilievrednik
.tkurdegnidiehgilievrednikraalekahcsfeitcA
: 210 TEreitropdiehgilievrednik
rethcasknil
.dreevitcaegsidiehgilievrednikedslafeitcA
: 310 TEreitropdiehgilievrednik
rethcasthcer
.dreevitcaegsidiehgilievrednikedslafeitcA
: 400 TEsnedjitgnilednergrev
nedjirteh
.dreevitcaegsinedjirtehsnedjitgnilednergrevehcsitamotuaedslafeitcA
steot: 530 TEmeetsysyromemleotssredruutseb
.tkurdegnimeetsysyromemsteotfeitcA
124
netatS gnithcileotnenegloveG
nedalpo: 100 CArotalumuccaednav
elamronjiB.tcatnocan +jibnedalegponedrowrotalumuccaednakodnammocruutstidteM.rotomedneiaardjibnedalegporotalumuccaedtdrowgnikrew
: 200 CAtehnavnelekahcstiu
ednavnedalporotalumucca
.tpotsegnedrowrotalumuccaednavnedalpotehnakodnammocruutstidteM
tem: 100 FCeitcnufeerfsdnah
nenagropluhtemsiuhtehnavnegnavrevtehandreovegtiunedrowneteomseitarugifnocezeD.rueiretni
rednoz: 200 FCeitcnufeerfsdnah
tem: 910 FCeerfsdnah
gnilednergrev
.dlekahcsegtiufodlekahcsegninedrowgnilednergreveerfsdnahednakseitarugifnocezedteM.nekrewnellavegellanitfjilbgnilednergtnoeerfsdnaheD
rednoz: 020 FCeerfsdnah
gnilednergrev
diulegneeg: 120 FCnoxalcsgnilednergrev
eerfsdnahedjibtwuhcsraaweiddlekahcsegtiunoxalcedtdrowodnammocruutstidteM.gnilednergrev
noot: 220 FCnoxalcsgnilednergrev
1 °n
.gnilednergreveerfsdnahedjibtwuhcsraaweidnezokegnootedtdrowodnammocruutstidteM.dreevitcaegnedrowreews'odnammocruutsezedtemjihnak,dlekahcsegtiusinoxalcedslA
noot: 320 FCnoxalcsgnilednergrev
2 °n
noot: 420 FCnoxalcsgnilednergrev
3 °n
noot: 520 FCnoxalcsgnilednergrev
4 °n
noot: 620 FCnoxalcsgnilednergrev
5 °n
ruutssthcer: 710 FC naveitacidniedreekrevneeresileiwruutstehnavstaalpednaveitarugifnocedreekrevneejiBsiuhtehnav(negnitiulsnaaednavnegnimmetsebeD.yalpsidelartnectehporeitropnepoteh
neejibdnellihcsrevnjiznetcatnoctolsedtemnednobrevnjizeid)rueiretninenagropluhtem.ruutssknilneeforuutssthcer
ruutssknil: 810FC
gnidaltset: 200 CSednavjirettabednav
drac
neegtdrowreraam,sithcelsfodeogjirettabedfoneizewnennukodnammocruutstidteM.nevegegegatnecrepsgnidal
gnidaltset: 100 CSrotalumuccaednav
ednavdrac
tdrowreraam,sithcelsfodeogrotalumuccaedfoneizewnennukodnammocruutstidteM.nevegegegatnecrepsgnidalneeg
125
t Werking
Identificatie van de RENAULT-card
1 RENAULT-card2 Kaartlezer3 Huis met hulporganen interieur4 Stuurkolomgrendel5 Rekeneenheid van het inspuitsysteem6 Instrumentenpaneel7 Rekeneenheid spraakmaker
—— Multiplexnetwerk (CAN van de auto)
—— " Klassieke" draadverbinding
—— Inductieve verbinding
STARTVERGRENDELING
1
2
3
4
5
6
7
1 Kaartlezer2 Huis met hulporganen interieur
- Als de gebruiker zijn RENAULT-card (waarin detransponder zit) tot aan de aanslag in dekaartlezer steekt, zendt het huis met hulporganeninterieur via de kaartlezer een commando naarde card om zich te identificeren.- Als gevolg van dit commando, stuurt de cardzijn identificatienummer naar het huis methulporganen interieur.- Als het identificatienummer wordt herkend doorhet huis met hulporganen interieur, stuurt dezehem een gecodeerd bericht (ook wel "challenge"genoemd).- De RENAULT-card decodeert dit bericht enstuurt weer een antwoord naar het huis methulporganen interieur.- Als het antwoord wordt herkend door het huismet hulporganen interieur, is de identificatie vande RENAULT-card gelaagd en gaat de procedureverder.1
2
126
Ontgrendelen van de stuurkolom
1 Huis met hulporganen interieur2 Stuurkolomgrendel
Na de identificatie van de RENAULT-card :
- Het huis met hulporganen interieur stuurt een codenaar de elektrische stuurkolomgrendel.- Als de stuurkolomgrendel de code herkent, ontgrendelthij zich.- Als het huis met hulporganen interieur de informatie" stuurkolom ontgrendeld " ontvangt, stuurt het het relais+ na contact aan en gaat de procedure verder.
2
1
Ontgrendelen van de rekeneenheid van het inspuitsysteem
Na het inschakelen van + na contact :
- De rekeneenheid van het inspuitsysteem stuurteen gecodeerd bericht (ook wel "challenge"genoemd) en zijn identificatienummer naar hethuis met hulporganen interieur.- Het huis met hulporganen interieur verifieert hetidentificatienummer.- Als dit laatste wordt herkend, stuurt het huis methulporganen interieur een antwoord naar derekeneenheid van het inspuitsysteem.- De rekeneenheid van het inspuitsysteemontgrendelt zich als het antwoord van het huismet hulporganen interieur goed is.
OPMERKING
- De informatie wordt uitgewisseld over hetmultiplexnetwerk.
- De startvergrendeling wordt weer actief bijhet uitschakelen van de + na contact.
2
1
127
t Kaartlezer
Taak
Hij dient als interface voor de communicatie tussen het huis met hulporganen interieur en de RENAULT-card.De twee verbindingen dienen :
- Voor het overbrengen van de informatie vergrendelen/ontgrendelen van de portieren.- Voor het overbrengen van de informatie voor de identificatie van de RENAULT-card voor destartvergrendeling.
Signaal gemeten op aansluiting 4Signaal gemeten op aansluiting 1
t Huis met hulporganen interieur
TaakHiermee kan :
- De RENAULT-card via de kaartlezer worden geïdentificeerd.- De code naar de stuurkolomgrendel worden gestuurd om hem te ontgrendelen.- Het relais + na contact worden aangestuurd (na identificatie van de card en controle of de stuurkolom isontgrendeld).- Het inspuitsysteem zich identificeren om de werking van de motor vrij te geven.
* Zie hoofdstuk " stuurkolomgrendel ".
128
t Stuurkolomgrendel
1 Stuurkolomgrendel
Werking
Ruststand (kolom vergrendeld)
1
1 Stuurkolompen2 Contact penvergrendeling3 Stuurkolom4 Contact pen ingetrokken5 Contact pen vergrendeld6 Stuurkolomgrendelpen
De pen (6) vergrendeld de stuurkolom (3). Het contact pen vergrendeld (5) is gesloten.
1
2
3
4 5
6
129
1 Stuurkolompen2 Contact penvergrendeling3 Stuurkolom4 Contact pen ingetrokken5 Contact pen vergrendeld6 Stuurkolomgrendelpen
-Het huis met hulporganen geeft opdracht aan de elektrische stuurkolomgrendel om zich te ontgrendelen. Ditgebeurt door het verzenden van een code ; als de grendel de code herkent, maakt hij de stuurkolom vrij.
Het contact pen ingetrokken is gesloten, de pen is vergrendeld en het contact pen geblokkeerd is gesloten.
OPMERKING
- Als de blokkering van de pen tijdens het rijden vrijkomt, lichten de waarschuwingslampjes " STOP " en" startvergrendeling " op, maar de stuurkolom vergrendelt niet.- Als een van de interne contacten defect is, licht het waarschuwingslampje " SERVICE " op.
De kolom blijft ontgrendeld :
- Als de card in de lezer zit.- Als de auto rijdt (rijsnelheid niet nul).- Als de airbagrekeneenheid defect of vergrendeld is.- Als de airbagrekeneenheid niet is aangesloten.- Na een ongeluk (als de airbag is geactiveerd).
Details van de stekker
1
2
3
45 6
Stand kolom ontgrendeld
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 CN acinortkeleassam tlov0=laaitnetopsissahcassam
2 52Fgnirekezaivseriossecca+
gnirekez
tlov21=laaitnetopdnatsetsreeedpodracedslarezelednisigalsnaaedpofo
tiaardrotomtratsedslaseriossecca+edtdrow
nekorbredno
3navkrewtenxelpitlum
otuaedHNAClaangis
=laaitnetoplaangisxelpmoCtlov5,3/tlov5,2
4nenagropluhtemsiuh9gnitiulsnaarueiretni
101Prekketsnav
odnammocruutskcolretni
tlov21=laaitnetopodnammocruutstehsnedjit
edtemneerevotmoklednergnep
5
temsiuh -rueiretninenagropluh
21gnitiulsnaa101Prekkets
rezeltraak -5gnitiulsnaa
gizewnaadrac+laangis
tlov0=laaitnetoprezeltiudrac
tlov01=laaitnetopdnatsetsreepodrac
gnidnibrevezedaiveitamrofniedtdrow
"dnatsetsreepotraak"rezeltraakednav
druutsrev
6navkrewtenxelpitlum
otuaedLNAClaangis
=laaitnetoplaangisxelpmoCtlov5,2/tlov5,1
130
t Rekeneenheid inspuitsysteem
t Zichtbare herkenning van de RENAULT-card
De rekeneenheden van het inspuitsysteem kunnenniet werken als zij geen code hebben ingelezen. Alseen code is ingelezen, kan deze niet meer wordengewist. Het is dus niet mogelijk een rekeneenheidte lenen voor een test.
Dit informeert het huis met hulporganen interieur datde versnellingsbak in neutraal staat. Als eenversnelling is ingeschakeld, kan niet worden gestart,tenzij het koppelingspedaal is ingedrukt.
TER HERINNERING
- Er is geen noodcode. Er is alleen een zogeheten " reparatiecode " die voor altijd aan de auto is toegekend enwaarmee een aantal werkzaamheden kan worden uitgevoerd.
- Het huis met hulporganen interieur wekt met maximaal 4 RENAULT-cards, waarvan 1 handsfree.
t Starten
Opname element neutraal (handgeschakelde versnellingsbak)
gnilednergrevtratsDEL rezelgnithcilreV
dgilievebotuagizewfadrac
zH1temtreppinktiu
dnekrehdracdlednergtnomolokruuts
nevegegjirvmeetsystiupsni
3ednerudeglaangistsavtiuanraadsednoces
tiu
dnekrehdracdlednergtnomolokruuts
dreedocegnofodgilievebmeetsystiupsni
podracgnalozlaangistsavgalsnaa
tiu
dnekrehteindraczH4temtreppink
galsnaapodracgnaloz
zH4temtreppinkgalsnaapodracgnaloz
dnednarb=)dnatsetsree(seriossecca+dnekrehdracteindracneteintiaardrotom(tiu=tcatnocan+
)dredjiwrev
anraadnetiuDELzH 1temdnereppink
tiu
131
Details van de stekker
Koppelingspedaalcontact
Dit informeert het huis met hulporganen interieur dat het koppelingspedaal is ingedrukt (einde slag). Als eenversnelling is ingeschakeld, kan worden gestart als het koppelingspedaal is ingedrukt.
Details van de stekker
OPMERKING
Voor de uitvoeringen met automatische transmissie, wordt de informatie P/N overgebracht via hetmultiplexnetwerk.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1
8gnitiulsnaaHCU-001PrekketsnethcilrethcA -
3gnitiulsnaa
laangisruutsnethciljirtiurethca
tlov21=laaitnetopdlekahcsegnitiurethca
2nenagropluhtemsiuHrekkets2Agnitiulsnaa
6BGCtcatnocan+ tlov21=laaitnetop
gnideoV
3nenagropluhtemsiuh7gnitiulsnaarueiretni
001Prekketsnav
laartuen+laangisedlekahcsegdnah
kabsgnillensrevtlov21=laaitnetop laartuenni
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nenagropluhtemsiuh
gnitiulsnaarueiretni001Prekketsnav62
neleppoktno+laangistlov21=laaitnetop
tlov0=laaitnetop
sollaadepsgnileppoklaadepsgnileppok
tkurdegni
2 AM assaM tlov0=laaitnetop sissahcassam
132
Start en stop knop
Details van de stekker
Waarschuwing card vergeten
De bestuurder wordt akoestisch en visueel gewaarschuwd als hij bij het uitstappen vergeet de card mee tenemen.
Werking
Het huis met hulporganen interieur stuurt de waarschuwingsopdracht naar het instrumentenpaneel (zoals bijde waarschuwing voor de vergeten verlichting). Dit stuurt vervolgens zijn zoemer aan. Deze functie is teconfigureren met het diagnoseapparaat.Dit waarschuwingssignaal wordt ook naar de kaartlezer gestuurd, die daarop begint te knipperen.
Na stilzetten van de motor, wordt deze waarschuwing bij de volgende omstandigheden geactiveerd :
card in de lezer (op de aanslag)en
openen van het bestuurdersportier.
De waarschuwing houdt op bij :
- Verwijderen van de RENAULT-card- Sluiten van het bestuurdersportier.- Weer inschakelen van + na contact.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1nenagropluhtemsiuh
gnitiulsnaarueiretni001Prekketsnav02
ponk+laangistiu/naa
tlov21=laaitnetoptkurdegniponk
2 2Fgnirekezaivtcatnocroov+
gnirekeztlov21=laaitnetop
tcatnocroovgnideoV
3nenagropluhtemsiuh
gnitiulsnaarueiretni001Prekketsnav11
ejpmallaangisruutseitativnitrats
tlov0=laaitnetopdnarettiw
thcilrevponknav
4nenagropluhtemsiuh3gnitiulsnaarueiretni
001Prekketsnav
ejpmallaangisruutsrotomedneiaard
tlov0=laaitnetopejpmalneorg
tdnarb
133
t Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
Bij de diagnose van het systeem, moet u de " staten " en de " stuurcommando " gebruiken, naast de " storingen ".Op deze manier kunnen storingen worden opgespoord die niet altijd zichtbaar zijn op het scherm " storingen ".
negnirotS gnithcileotnenegloveG
enretni: 930 FDgnirotsehcsinortkele
HCU
.gnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein=FED
tiucric: 040 FDdracraalekahcs
gizewnaa
.gnikerbrednO=O.CC
gnidnibrev: 240 FDrezeltraak>-HCU
: njiztid,tsetegnedrownegnidnibrevezednennukodnammocruutsneeteMnenagropluhtemsiuhtehnav001Prekketsednav6gnitiulsnaA>-rezelednav1gnitiulsnaA
.rueiretninenagropluhtemsiuhtehnav001Prekketsednav91gnitiulsnaA>-rezelednav4gnitiulsnaA
.rueiretni
tiucric: 340 FDlaartuenraalekahcs
.tlov 21+naagnitiulstroK=1.CC.assamnaagnitiulstrokfognikerbrednO=O.OC
tiucric: 440 FDgnileppokraalekahcs
.assamnaagnitiulstroK=1.CC.tlov 21+naagnitiulstroKfognikerbrednO=O.OC
tiucric: 540 FDpodracraalekahcs
galsnaa
.tlov 21 +naagnitiulstroK=1.CC
enretnI: 640 FDnignirotsehcsinortkele
lednergmolokruuts
tdrowlednergmolokruutsedtadrooV.gnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein=FEDrooD.dreelortnocegnedrowneduohdnabreveemreiheidnetatsellaneteom,negnavrev
.nenjihcsrevgnirotsezednaknegnidnibrevnignirotsedlaapeb
drac: 740 FDroodnemonegraaw
lednergmolokruuts
.gnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein=FED
: 840 FDkrewtenxelpitlum
.gnirotsehcsirtkeleedreecifitnedïeg-tein=FED
: 050 FDtcatnocan+sialer
.gizewnaateinsitcatnocan+edraamdruutsegnaatdrowsialerteh=FED.sialertehnavlaangisruutstehnavtlov 21 +naagnitiulstroK=1.CC
sialer: 150 FDrotomtrats
.sialertehnavlaangisruutstehnavtlov 21 +naagnitiulstroK=1.CC
+sialer: 250 FDseriossecca
.sialertehnavlaangisruutstehnavtlov 21 +naagnitiulstroK=1.CC
134
netatS gnithcileotnenegloveG
tlov 21+: »490 TE«tehnavtcatnoctsur
tcatnocansialer
.tcatnocan+netiub"feitcA"
drac: »380 TE«roodnemonegraawnenagropluhtemsiuh
.)seriossecca+temneerevotmokrezelnavdnatse1(gizewnaadracneidni"feitcA"
podrac: »480 TE«galsnaa
.tgilgalsnaaedpodracedsla"feitcA"
drac: »280 TE«gidleg
.)rueiretninenagropluhtemsiuhtehjibdnekeb(sideogdracednavedocedsla"feitcA"
drac: »611 TE«tcefed
.keozrednotehnaadroowtnaebteindracedsla"feitcA"
drac: »511 TE«dreedocegno
.dreedocegsiteinjihtadtdlemkeozrednotehjibdracedsla"feitcA"
: »590 TE«lednergmolokruuts
krew
evagreewedtlessiwdlednergtnosimolokruutsedslanetgilregalkurdedpodracedslA.rellensfeitcani/feitcatlessiwdreovegnisidracedreekrevneeslA.feitcani/feitcamaazgnal
: »901 TE«odnammoC
ednavnelednergrevmolokruuts
nelednergrevmolokruutsodnammoctehrueiretninenagropluhtemsiuhtehsla"feitcA"truutsrev
navnepp: »090 TE«dlednergrevlednerg
.dlednergrevsimolokruutsedsla"feitcA"
navnep: »190 TE«nekkortegnilednerg
.)seriossecca+nelekahcstiutottcatnocan+nav(dlednergtnosimolokruutsedsla"feitcA"
navnep: »290 TE«nenekkortegnilednerg
dnatsezednidreekkolbeg
.)kcolretni(feitcalapsdiehgilievnedlednergtnosimolokruuts"feitcA"
: »301 TE«ansialerlaangisruuts
tcatnoc
.druutsegnaatdrowtcatnocan+sialersla"feitcA"
tlovv 21 +: »501 TE«tcatnocan
.sigizewnaatcatnocan+sla"feitcA"
netrats: »701 TE«naatsegeot
.naadlovsinetratstehroovnedraawroovellanaasla"feitcA"
: »970 TE«rotomednaatslits
.rotomednaatslitsjib"feitcA"
rotom: »770 TE«negalsegfa
.rotomnegalsegfajib"feitcA"
rotom: »870 TE«nemonegeem
.)rotomtratsrood(nemonegeemtdrowrotomsla"feitcA"
: »670 TE«rotomedneiaard
.rotomedneiaard"feitcA"
dnats: »080 TE«foPniledneh
laartuenraalekahcs
.kabsgnillensrevedlekahcsegdnahroovlaartuenfoPnilednehneidni"feitcA"
135
netatS gnithcileotnenegloveG
dnats: 180 TEfoNniledneh
ednavraalekahcsgnileppok
edlekahcsegdnahroovtkurdegnilaadepsgnileppokfoNnilednehneidnifeitcA.kabsgnillensrev
: 211 TEdgilievebteinotua
.)ko=meetsystiupsni+molokruuts+drac(nevehegposignigilievebedslafeitcA
: 100 TEgnilednergrevtrats
.dgilievebsiotuaedslafeitcA
molokruuts: 390 TElednerg
.dlednergtnomolokfeitcA
: 690 TEnavedocedreekrev
lednerged
.lednergedrooddnekrehsiteinedocedslafeitcA
: 980 TElednergmolokruuts
dreedocegno
.tizrezelednidracneegreslafeitcA
: 111tEmeetsystiupsni
dreedocegno
.dreedocegsiteinmeetsystiupsnitehnavdiehneenekeredslafeitcA
: 880 TEednavponktiu/naa
rotom
.tkurdegnisiponkpots/tratsedslafeitcA
laangisruuts: 501 TErotomtratssialer
tiaardrotomtratsslafeitcA
odnammoc: 801 TEednavnelednergrev
molokruuts
.)seriossecca+netcatnocan+nelekahcstiu(molokruutsednavnelednergrevjibfeitcA
: 790 TEednavnelednergtno
teinmolokruutsnaatsegeot
tiudracednavneredjiwrevtehjibfeitcanitdrownedlednergtnosimolokruutsedardozfeitcA.)seriossecca+nelekahcstiu(rezeled
: 890 TEgnilednergrev
gabria: nedobrevdreevitcaeg
nevegegtfeehthcardpogabriaednavdiehneenekerednedlednergtnosimolokedslafeitcA.nezalbetpomeh
: 990 TEgnilednergrev
gnirots: nedobrevgabria
tfeehgnirotsneegabriaednavdiehneenekerednedlednergtnosimolokedslafeitcA.dreetcetedeg
: 101 TEgnilednergrev
>diehlens: nedobrev0
.silunteinotuaednavdiehlensednedlednergtnosimolokedslafeitcA
: 201 TEgnilednergrev
dracgnirots: nedobrevgizewnaa
.tfeehgnirots"neegizewnaadraceitamrofniedslafeitcA
136
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
navnetset: 809 CAtemsiuhgnidnibrevedrezeltraaknenagropluh
roovtkiurbegnedroweidtsetegnedrow)4ne1(nenjileewtednennukodnammocruutstidteM.rezeltraakednerueiretninenagropluhtemsiuhtehnessuteitamrofniednavnelessiwtiuteh
tem: 307 FCehcsitamotua
eissimsnartrednoz: 407 FC"
ehcsitamotuaeissimsnart
teH.rotomtratsednavnerutsnaatehtrednihrevretemarapezednaveitarugifnocedreekrevneE.dleppoktnosiretadfolaartuen,N/Pnavgidoneitamrofnitfeehrueiretninenagropluhtemsiuh
tem: 907 FCdracednavgnirekkolb
rednoz: 017 FC"dracednavgnirekkolb
tehtduoh,eissimsnartehcsitamotuatemnegnireovtiuedroovseitarugifnocelaicepsezedteM"P"niteinlednehruetcelesedgnaloztsavrezelednidracedrueiretninenagropluhtemsiuh
.taats
elortnoc: 920CSsdracednav
ednieiddracednavnezelegtiunedroweitamrofniedneglovednakodnammocruutstidteM: tizrezel
.)eerfsdnahdleebroovjib(dracepytteH -.)zHM334dleebroovjib(eitneuqerfetkiurbegeD -
.)edreedocegno/dreedocegdleebroovjib(dracednavtaatseD -.nezewegeototuaednaatein/lewdraC -
137
PARKEERHULPPARKEERHULP
Dit nieuwe systeem heeft als taak de bestuurder tijdens het achteruit rijden te waarschuwen voor een obstakel.Het zorgt voor een aanzienlijke vermindering van het aantal parkeerschades, die 54 % van alle schades vande auto vormen.
PLAATS
Dit detectiesysteem bestaat uit vier ultrasoonsensors (1) in de achterste schildbumper. Zij meten de afstandtussen de schildbumper en de eventuele obstakels.
Het heeft ook een rekeneenheid (2) in het achterste zijscherm rechts, en een zoemer (3) in het achterstezijscherm links.
1
3
2
138
WERKINGBij het inschakelen van de achteruit, wordt het systeem automatisch actief als het contact aan staat.Een geluidssignaal klinkt (gedurende 0,5 s) om de gebruiker erop te attenderen dat het systeem actief is. Deultrasoon detectors gaan de afstand meten tussen de auto en een eventueel obstakel. Bij het naderen vanhet obstakel (vanaf 150 cm) komt de akoestische waarschuwing in werking. De frequentie van het geluidssignaalneemt toe tot het continu is (vanaf ongeveer 25 cm).
DE ULTRASOON DETECTORS
De ultrasoondetector bestaat uit een rekeneenheid met vier zenders/ ontvangers.Hij bepaalt de afstand tussen de auto en een eventueel obstakel door het analyseren van de teruggekaatstesignalen. Bij het inschakelen van de achteruit, activeert de rekeneenheid de sensors. De informatie (activeringen antwoord) tussen de rekeneenheid en de sensors verloopt via dezelfde aansluiting.De plaats van iedere sensor in de achterste schildbumper bepaalt het dekkingsgebied van de detectie.
OPMERKING
Op de breakuitvoeringen zij de sensors vastgeklemd in houders die op de achterste schildbumper zijnvastgezet.De houders zijn verschillend en onderling verwisselbaar. Bij het vervangen van de schildbumper moetiedere houder in zijn betreffende uitsparing worden geplaatst die gemerkt zijn met centreernokjes (1).
1
139
t Details van de stekker
3-polige stekker (voorbeeld sensor links achter)
DE REKENEENHEID
De rekeneenheid in het achterste zijscherm rechts is van het merk Valéo. Hij heeft 2 12 -polige stekkers(waarvan een ongebruikt) en een 16 -polige stekker. Hij gebruikt de afstandsinformatie die afkomstig is vande sensors voor het aansturen van de zoemer. Het systeem wordt geactiveerd door de informatie van deachteruitversnelling (aansluiting 6 van de 16 -polige stekker). De informatie rijsnelheid (aansluiting 11 van de16 -polige stekker) is niet in gebruik.
DE ZOEMERDe zoemer in het achterste zijscherm links geeft de afstandsinformatie door aan de bestuurder door defrequentie van het geluidssignaal te veranderen (toon, volume, en uit zijn te programmeren met hetdiagnoseapparaat).Hij waarschuwt de bestuurder bij een storing in het systeem door een continu signaal (5 secondes).
°N.lsnaa
temnednobreV2221diehneeneker
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 ,rekketsegilop-2121.lsnaa
sknilrosnesetsnetiub+rethca tcatnocan¶tlov21=laaitnetop
2 ,rekketsegilop-215.lsnaa
rosnesetsnetiublaangisrethcasknil tlov01tot2=laaitnetop
laangisxelpmoc01tot2navdnerëirav¶
tlov
3 ,rekketsegilop-219.lsnaa
rosnesetsnetiubassamrethcasknil tlov0=laaitnetop acinortkeleassam
140
t Details van de stekker
2-polige stekker
INFORMATIE BESCHIKBAAR OP HET DIAGNOSEAPPARAAT
negnirotS gnithcileotnenegloveG
etsnetiub:200 FDsknilrosnes
reemfoneepo)CC/ + CC(assamnaafo+naagnitiulstroknee,)OC(gnikerbrednoneejiB.gnirotsezedtnjihcsrevsrosnes
neguehegtehnitdrowjihraam,nenewdrevsignirotsedardozfeitcareewtdrowmeetsysteH.draaweb
laztnalkeD.teingnirotsezedtnjihcsrev)naarbmemtkurdegni(tcefedhcsinahcemneejiBnetatsednieduteomlavegtidnI.dreetcetedegnedrowteinslekatsbotadnegalkrevore
.nerelortnocdnatsfaedreetoneg
etsnetiub:300 FDsthcerrosnes
etsnennib:400 FDsknilrosnes
etsnennib:500 FDsthcerrosnes
remeoz:600 FD remeozednav)CC/ + CC(assamnaafo+naagnitiulstrokfo,)OC(gnikerbrednojiB.gnirotsezedtnjihcsrev
jiH.tiurethcaednavnelekahcsnireewne-tiutehanfeitcareewsaptdrowmeetsysteH.neguehegtehnignirotsedtraaweb
:700 FDnavgninnapssgnideov
srosnesed
srosnesnoosartluednavfoneenavgnideovedenignirotsneejiB
gnirotS:880 FDdiehneeneker
."tiurethcaeitamrofni"6gnitiulsnaanavassamnaagnitiulstrokneejibtnjihcsrevgnirotsezeDtaarappaesongaidtehtemtsiwegnedrowneguehegtehteomgnirotsednavnenjiwdrevtehaN
.nerevitcaetreewmeetsystehmo
netatS gnithcileotnenegloveG
tiurethca:100TEdlekahcsegni
gnirotsneehtaarappaesongaidtehljiwret,teinmeetsystehtkrewtkeerbtnolaangistidslA.tfeegnaa
laangisruuts:200TEremeoz
tehnaveitarugifnocedreekrevneepotidtsjiwknilkdiulegneegljiwretfeitcataatsezedslA.remeozednavemulov
°N.lsnaa
temnednobreV2221diehneeneker
gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1,rekketsegilop-61
2.lsnaaremeozlaangisruuts tlov0=laaitnetop
elëitneuqesassamruuts
2,rekketsegilop-61
01.lsnaaremeoz+
tlov21=laaitnetoptcatnocan
141
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
dnatsfa:100RPsknilrosnesetsnetiub
)retemitnec(dnatsfa:200RP"
sknilrosnesetsnennib)retemitnec(
dnatsfa:300RP"rosnesetsnetiub
)retemitnec(sthcerdnatsfa:400RP"
rosnesetsnennib)retemitnec(sthcer
.dreelortnocegnedrowsrosnesednavgnahnemasednaksretemarapreivezedteM
ednekereb:500RPdnatsfaetstrok
.srosnesednavneeroodnetemegsieidnaadnatsfaetstrokedtfeegretemarapeD
:600RPnavgninnapssgnideov
srosnesed
.)tlov 21 +(tlovnitkurdegtiutdrowezeD
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
navemulov:100FCremeozed
.)neddim/lun/thcaz/diul/feitcani(remeozednavemulovsdiulegtehtlegerodnammoctiDpognirotselekneneegtnjihcsrevrE.tiumeetsystehtlekahcs"FEITCANI"eitarugifnocneE
.taarappaesongaidteh
:600FCgnilegernoot
remeozednavetgoohnootedtlegerodnammoctiD.zH000 1/zH005/zH666/zH008/zH002
eitacifitnedi:500FCotuaednav
.dnah47KanugaL/motua47KanugaL
.dnah47BanugaL/motua47BanugaL
142
XENON LAMPENXENONLAMPEN
HET CORRECTIESYSTEEM
2
1
3
De correctie bij de Laguna II is dynamisch, en bestaat uit de volgende elementen :
- 1 opname element hoogte van de carrosserie achter (1).- 1 opname element hoogte van de carrosserie voor met ingebouwde rekeneenheid (2).- 2 stelmotors (3).
143
Werkingsprincipe
Het systeem de bodemhoogte en vergelijkt deze met de referentiehoogte die het in zijn geheugen heeft .Afhankelijk van deze metingen, corrigeert het indien nodig de stand van de lichtbundel.
Het werkingsbereik van de dynamische correctie
Voor het uitvoeren van de dynamische correctie, gebruikt de rekeneenheid de informatie rijsnelheid voor hetberekenen van het versnellen en veranderingen van het versnellen van de auto.Met deze berekeningen, in combinatie met de meting van de wagenhoogte, kan de helling van de lichtbundelsindien nodig worden gecombineerd.
OPMERKING
Het snelheidssignaal van de auto is afkomstig van de rekeneenheid van het ABS (draadverbinding).
Het opname element wagenhoogte achter
Dit geeft een elektrisch beeld van de hoogte van de carrosserie achter.
Presentatie
Het is een inductief opname element gecombineerd met een elektronische trap.
eitairavepyT nekazroO eitceteD eitcerroC
HCSITATS otuaednavgnidalebednellihcsreV- aJaJ
HCSIMANYDednavdeolvnI"
"redruutseb
nemmeR- aJaJ
eitareleccA - aJaJ
HCSIMANYD"gewednavdeolvnI"
)...tag,lebboh(taatS - aJeeN
thcoB - eeN eeN
144
Details van de stekker
Werking
Het opname element met zijn elektronische trap levert een gemoduleerde pulserende stroom met een frequentie200 Hz.De impulsduur varieert afhankelijk van de gemeten bodemhoogte.
Het opname element met rekeneenheid
Het opname element met rekeneenheid verzorgt de volgende functies :
- Meten van de bodemhoogte voor.- Berekenen van de stand van de bodemplaat.- Aansturen van de stelmotors afhankelijk van de ontvangen informatie.- Diagnose van het systeem.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 AN acinortkeleassam tlov0=laaitnetopsissahcassam
5tehnav8gnitiulsnaatemtnemeleemanpo
diehneeneker
sthcertnemeleemanporethca
tlov5=laaitnetopgnideoveveitisop
6tehnav3gnitiulsnaatemtnemeleemanpo
diehneeneker
tnemeleemanpognagnirethcasthcer
edreeludomegtemmoortsedneresluptlov5/tlov0gninnaps
rethcatnemeleemanpotehnavtlov5laaitnetoptehtgel
temtnemeleemanpotehassamnaadiehneeneker
145
Details van de stekker
De stelmotors
Deze veranderen de stand van de lichtbundels afhankelijk van de opdracht van het opname element metrekeneenheid.
Zij bestaan uit :
- Een stappenmotor.- Een ingebouwde elektronische schakeling (voor het ontvangen van de informatie over de in te nemenstand).- Een systeem voor handbediening.
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 AN acinortkeleassam tlov0=laaitnetopsissahcassam
2 3Fgnirekez tcatnocan+tnemeleemanpognideov
diehneenekertem
3tehnav6gnitiulsnaa
tnemeleemanporethca
tnemeleemanpognagnirethcasthcer
edreeludomegtemmoortsedneresluptlov5 /tlov0gninnaps
rethcatnemeleemanpotehnavtlov5laaitnetoptehtgel
temtnemeleemanpotehassamnaadiehneeneker
4ednav93gnitiulsnaatehnavdiehneeneker
SBAdiehlensjirlaangis tlov 21/tlov 0laangiskolb
edtemtreeiraveitneuqerfeddiehlens
5ednav7gnitiulsnaagnitiulsnaa-esongaid
Knjilesongaid laangisxelpmoc
6 7Fgnirekez sknilthcilmid+ tlov 21=laaitnetopnethcilmidneidnitlov 21
nednarb
7ednav2gnitiulsnaa
srotomletsnelletsniodnammoc
pmalpok/tlov 0laangisdreedoceg
tlov 21
negjirkgnitiulsnaaezedaivthcardpoedsrotomletsed
eitcerrocedroov
8tehnav5gnitiulsnaa
tnemeleemanporethca
sthcertnemeleemanporethca
146
Details van de stekker
Stuurcommando voor het instellen van de koplamp (gecodeerd signaal)
De stelmotor ontvangt het commando om de stand van de koplamp te veranderen van het opname elementmet rekeneenheid (gecodeerd signaal). De elektronische schakeling van de stelmotor ontleedt dit commandoen stuurt de stappenmotor aan.
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 AM assaM tlov0=laaitnetopsissahcassam
2tehnav7gnitiulsnaatemtnemeleemanpo
diehneeneker
nelletsniodnammocpmalpok
tlov 21/tlov0=laaitnetoplaangisdreedoceg
3 3Fgnirekez tcatnocan+ tlov 21=laaitnetop gnideoveveitisop
sretemaraP gnithcileotnenegloveG
roovetgooh: 710RP ednootegìetgoohjib: dleebrooV.etgoohnetemegedtemgidernevetreeiravedraaweD.ìedraaw
etgooh: 810RPrethca
ìetgoohjib: dleebrooV.etgoohnetemegedtemgidernevedreekegmotreeiravedraaweD.îedraawednooteg
diehlensjir: 910RP
dnats: 020RPsrotomlets
.srotomletsedraandiehneenekerednavlaangistehtemneerevotmoK
dnats: 120RPtaalpmedob
.)emitlaer(dnatsnetemegedtemneerevotmoK
: 400RProovetgoohnigeb
.eitasilaitiniedsnedjittnakroovnaanetemegetgooH
: 500RPrethcaetgoohnigeb
.eitasilaitiniedsnedjittnakrethcanaanetemegetgooH
147
XENONLAMPENDe tot nu toe normaal gebruikte lampen hebben een gloeidraad van wolfraam.De gasontladingslamp werkt volgens een geheel ander principe. Tussen twee wolfraam elektroden wordt eenelektrische boog met een hoge lichtsterkte opgewekt en in stand gehouden. Zodra de elektrische boog totstand is gekomen, stijgt de temperatuur van de lamp zeer snel waardoor de lichtsterkte enorm toeneemt. Hetkwik en de halogenides verdampen, wat de karakteristieke blauwachtige witte kleur licht veroorzaakt.Een geperfectioneerde elektronische regeling van de spanning tussen de elektrodes is van groot belang;hiervoor zorgt de voorschakeleenheid..
Werking
Het ontsteken van de lamp is onder te verdelen in 4 fases :
- Opwekken van de boog (ionisatie van het gas door een ontlading met hoogspanning).- Zodra de boog tot stand is gekomen is er licht (dankzij het aanwezige xenon). Dit licht is 15 tot 20 % vande maximum lichtsterkte.- Toename van de lichtsterkte door het verdampen van kwik en metaalhalogenides als gevolg van detemperatuurstijging in de lamp.- Stabiele werking. Alle additieven zijn verdampt en de boog bereikt een stabiel niveau met de nominalelichtsterkte.
Bij iedere fase horen specifieke stuursignalen, spanningen en stromen. De voorschakeleenheid moet eenspanning leveren van 20 000 volt voor het starten en een spanning van ongeveer 80 volt voor de stabielewerking. Deze stuursignalen worden permanent gecontroleerd door een ingebouwde microprocessor.
OPMERKING
In de RENAULT Laguna II worden voor de dimlichten lampen type D2R gebruikt. Voor het vervangen vande lamp is het niet nodig de koplamp uit te bouwen, maar let wel op de veiligheidsvoorschriften.
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
eitarbilac: 010 CAdiehneeneker
emanponee,pmalpokneenaanedehmaazkrewandreovegtiunedrowteomerudecorpezeD.niertrethcafo-roovednavleedrednoneefotnemele
: 800 CAdnatsodnammocruuts
gaal: rotomlets
ninerekguretsrotomletsedtotthcawegnedrowteoms'odnammocruutsezednavnevegtehaN.)sednoces02reevegno(dnatsnigebed
: 700 CAdnatsodnammocruuts
gooh: rotomlets
: 210 CAdnatsodnammocruuts
negooh: rotomletsgaal
148
DE SPRAAKMAKEREN HETINSTRUMENTENPANEEL
DE SPRAAKMAKER EN HETINSTRUMENTENPANEEL
DE SPRAAKMAKERDe spraakmaker informeert de bestuurder bij een aantal storingen.Hij versterkt de visuele waarschuwing door de displays en de waarschuwingslampje van de instrumentenpanelenen het centrale display.
Plaats
Dit systeem bestaat uit :
- een rekeneenheid Ingebouwd in het instrumentenpaneel,- een spraakmaker op de dashboardbalk,- een rekeneenheid defecte gloeilampen in het huis met hulporganen interieur,- een speciale luidspreker onder het stuurwiel,- twee schakelaars om de functie uit te schakelen en berichten te herhalen.
De communicatie tussen het instrumentenpaneel en de spraakmaker verloopt via de multiplexverbinding vande auto.
OPMERKING
De functie spraakmaker is beschikbaar op auto's met een instrumentenpaneel van het hoge gamma.
Werking
Bij het aanzetten van het contact, verwerkt het instrumentenpaneel de verschillende informatie die verbandhoudt met deze functie.
149
Voorwaarden voor het verschijnen van de berichten
Dit zijn de berichten in een voor de Franse taal geconfigureerde auto.
nethcirebnekorpsegepyT tehroovnedraawrooVnenjihcsrev
roodgnirotsednaveitceteD
ed,retupmocdroobednebki,mokleWleenoitareposielortnoc
gnirotsneegneidnignilahrehpokurddreetcetedegsi
deogteinsisknilreitroprethcateHnetolseg
deogteinsisthcerreitroprethcateHnetolseg
netolsegdeogteinsisknilreitroproovteHdeogteinsisthcerreitroproovteH
netolsegnetolsegdeogteinsipelkrethcaeDnetolsegdeogteinsipakrotomeD
naatcatnocdiehlensjir ≥ h/mk51
ednoces1ednerudeggnirots
aivrueiretninenagropluhtemsiuHedroovevlahebkrewtenxelpitlum
pakrotom)gnidnibrevassam(tcatnocreitrop
pakrotomedroovneella
ednavnekamtsavtehnaakneDledrogotua
diehlensjir ≥ 52 h/mkdnatsfaedgelegfa ≥ gnirotsm005
ednoces1ednerudeg
tcatnocledrogotua)gnidnibrevassam(
nednarbnethciL nettezfatcatnoC ednednarbtemnenethcilsgnirekram
neporeitropsredruutseb
aivrueiretninenagropluhtemsiuHkrewtenxelpitlum
*tcefednethcilsgnirekraM*tcefedgnithcilrevneketneK
naatcatnocnaanethcilsgnirekram
sednoces4ednerudeggnirots
rueiretninenagropluhtemsiuH
*tcefedsthcerthcilmeR*tcefedsknilthcilmeR
naatcatnoclaadepmerpokurd
sednoces2ednerudeggnirots
rueiretninenagropluhtemsiuH
tcerid,tcefedgnikrew,tiucricmoortsdaaLtehgeelpdaar,nerelortnocnetal
ejkeobeitcurtsni
rotomedneiaardsednoces01ednerudeggnirotsnadnm/rt 004 = >
sednoces01
leenapnetnemurtsniacinortkele
tezegtsavnerdnaH tezegtsavmerdnaHdiehlensjiranraadlundiehlens
≥ h/mk 51
tcatnocmerdnah
muminimliepreieorpsnetiuR naatcatnocsednoces03ednerudeggnirots
rednezliepreieorpsnetiur)gnidnibrevassam(
tkrepebsuidareitca,evreserliepfotsdnarB naatcatnocliepfotsdnarb
DNEKEREB ≤ retil7
leenapnetnemurtsniacinortkele
,nerelortnoctcerid,muminimliepeilorotoMdnorgrednoelatnozirohpo
naatcatnoc leenapnetnemurtsniacinortkele
tcatnoc,nettezlitsotua,gaalkurdeilOejkeobeitcurtsnitehgeelpdaar,nettezfa
latnereotrotom ≥ nm/rt006 1kurdeilogniwuhcsraaw
tcatnockurdeilo
neodstein,litsotuaedtez,teehetrotoMtehgeelpdaar,rotomemrawjib
ejkeobeitcurtsni
rotomedneiaard ≥ sednoces02gniwuhcsraawanraad
ruutarepmetfotsieolvleok
tnemeleemanporuutarepmetfotsieolvleok
navdiehneeneker(meetsystiupsni)meetsystiupsniteh
neegeelpdaartcefedmeetsystiupsnirelaed-TLUANER
rotomedneiaardsednoces7meetsystiupsnignirotsnenm/rt 004 >
meetsystiupsnidiehneeneker
geelpdaar,tcefedgnigithcarkebpotsdooNrelaed-TLUANERnee
naatcatnocgnigithcarkebpotsdoonnignirots
tehnavdiehneenekermeetsystiupsni
meetsys-SBAdiehneeneker
,nemmerksuurbtein,tcefedmeetsysmeRtehgeelpdaar,litsotuaedtez
ejkeobeitcurtsni
naatcatnocednerudegliepfotsieolvmergnirots
sednoces 5 SBAgnirotsfosednoces 5ednerudeg
fo)tcatnocassam(liepfotsieolvmerNACaivSBA
150
* Tijdens deze berichten, brandt het waarschuwingslampje " SERVICE " tot aan het uitzetten van het contact. De berichtenin het geheugen klinken als op de herhalingstoets wordt gedrukt.
nethcirebnekorpsegepyT tehroovnedraawrooVnenjihcsrev
roodgnirotsednaveitceteD
keissalk,tcefedmeetsyspluhmeRneegeelpdaar,tkrewmeetsysmer
relaed-TLUANER
naatcatnocmeetsys-SBAdiehneenekergnirots
meetsys-SBAdiehneeneker
-TLUANERneegeelpdaar,tcefedPSErelaed
naatcatnocammargorpstietilibatsgnirots
tehnavdiehneenekermeetsystiupsni
meetsys-SBAdiehneeneker
dlekahcsegtiuPSE naatcatnocammargorpstietilibatsgnirots
tehnavdiehneenekermeetsystiupsni
meetsys-SBAdiehneeneker
neegeelpdaar,tcefedkabsgnillensreVrelaed-TLUANER
naatcatnoceissimsnartehcsitamotuagnirots
ehcsitamotuadiehneenekereissimsnart
neegeelpdaar,tcefedmeetsyslatsfeiditnArelaed-TLUANER
naatcatnoc rueiretninenagropluhtemsiuH
roovsthcergninnapsnednabpoteLgninnapsedreegirroc,laamronba
rethcasthcergninnapsnednabpoteLgninnapsedreegirroc,laamronbaroovsknilgninnapsnednabpoteLgninnapsedreegirroc,laamronba
rethcasknilgninnapsnednabpoteLgninnapsedreegirroc,laamronba
naatcatnocgninnapsgnirots
rueiretninenagropluhtemsiuHrosneskurd
roovsthcergninnapsnednabpoteLgninnapsedtceridreegirroc,laamronba
rethcasthcergninnapsnednabpoteLgninnapsedtceridreegirroc,laamronba
roovsknilgninnapsnednabpoteLgninnapsedtceridreegirroc,laamronba
rethcasknilgninnapsnednabpoteLgninnapsedtceridreegirroc,laamronba
naatcatnocgninnapsgnirots
rueiretninenagropluhtemsiuHrosneskurd
gnilednergrevreitropehcsitamotuAehcsitamotua,dlekahcsegni
dlekahcsegtiugnilednergrevreitrop
naatcatnoc rueiretninenagropluhtemsiuH
neegeelpdaar,tcefeddiehgilievredniKrelaed-TLUANER
naatcatnoc rueiretninenagropluhtemsiuH
151
Details van de stekkers
Met CARMINAT
1 Instrumentenpaneel2 Huis met hulporganen interieur3 Spraakmaker4 Centrale communicatie eenheid5 Luidspreker
Zonder CARMINAT
1 Instrumentenpaneel2 Huis met hulporganeninterieur3 Spraakmaker5 Luidspreker
Details van de 15-polige stekker van de spraakmaker(zonder CARMINAT)
1
2
3
4
5
1
2
3 5
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1 BM assam tlov0=laaitnetopsissahcassam
2nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
1B1
antlov21+=laaitnetoptcatnoc
edroodnednozrevtaalpsialer/gnirekez
3nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
3B4tcatnocan+
antlov21+=laaitnetoptcatnoc
edroodnednozrevtaalpsialer/gnirekez
6-51leenapnetnemurtsni
,rekketsegilop8gnitiulsnaa
HNAClaangisleenapnetnemurtsni
laangisxelpmoctottlov5,2navgninnaps
tlov5,3
HNACgnidnibrevraannednozrevotuanav
rekamkaarps
7-51leenapnetnemurtsni
,rekketsegilop31gnitiulsnaa
LNAClaangisleenapnetnemurtsni
laangisxelpmoctottlov5,1navgninnaps
tlov5,3
LNACgnidnibrevraannednozrevotuanav
rekamkaarps
01 3gnitiulsnaaoidarrekamkaarpslaangis
gnikerbrednooidar
tlov 0=laaitnetop
tehroovgnidnibrevassamjiboidarednavnekerbredno
thcirebnee
41ednav1gnitiulsnaa
rekerpsdiulrekerpsdiul+laangis
rekamkaarps
51ednav2gnitiulsnaa
rekerpsdiulrekerpsdiul-laangis
rekamkaarps
152
N.B.De taal kan worden geprogrammeerd met behulp van het diagnoseapparaat in het menu" instrumentenpaneel ". De beschikbare talen zijn :
- Frans. - Spaans.- Engels. - Nederlands.- Italiaans. - Portugees.- Duits. - Turks.Voordat deze programmering effectief is, moet de massakabel van de accu worden los- en weervastgemaakt.
Met deze programmering verandert alleen :
- De taal van de gesproken berichten.- De taal van de geschreven berichten.Voor het veranderen van de eenheden Kilometers/Mijlen, moet het instrumentenpaneel worden vervangen.De buitentemperatuur op het centrale display is altijd in graden Celsius.
Bijzonderheid van de caravanaansluiting
Op de stekker van het alarm (R325 aansluiting n° 4) is een caravanvoeding via zekering F26 (30 A) beschikbaar.Bovendien moet de verlichting van de caravan worden aangesloten op de achter met behulp van de aansluitkabeluit de trekhaakset.
HET INSTRUMENTENPANEEL
De afstand tot het olie verversen houdt rekening met de afgelegde afstand (30 000 km) maar ook met deverstreken tijd (2 jaar) sinds de laatste initialisatie.
De waarschuwing verschijnt twee maanden of 1 500 kilometer voordat de volgende verversing nodig is. Debestuurder wordt gewaarschuwd door het knipperen van het " sleutel"- symbool (30 secondes). Voorbij hetverwachte verversingsmoment knippert het " sleutel"-symbool bij ieder aanzetten van het contact permanent.
153
Details van de stekker van het instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel heeft twee stekkers.
15-polige stekker
30-polige stekker
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
2raalekahcsrekamkaarps3Agnitiulsnaa
raalekahcsnekerbrednorekamkaarps
tlov 0=laaitnetop"eitercsid"steot
5dnatsreewleger
gnithcilrevassam
=laaitnetoplebairavtlov6/0
6raalekahcsmolokruuts
7Bgnitiulsnaa
steot-laangisruutsezuekeitcnuf
retupmocdroobtlov 0=laaitnetop
retupmocdroobsteotslatlov0tkurdegni
siteinsteotslatlov21tkurdegni
8rekamkaarps
6gnitiulsnaa
HNAClaangisleenapnetnemurtsni
rekamkaarps
laangisxelpmoctlov5,2navgninnaps
tlov5,3tot
HNACgnidnibrevraannednozrevotuanav
rekamkaarps
01krewtenxelpitlum
HNACgnistilpslebak
HNAClaangisleenapnetnemurtsni
otua
laangisxelpmoctlov5,2navgninnaps
tlov5,3tot
HNACtemgnidnibrevotuaednav
11krewtenxelpitlum
LNACgnistilpslebak
LNAClaangisleenapnetnemurtsni
otua
laangisxelpmoctlov5,1navgninnaps
tlov5,3tot
LNACtemgnidnibrevotuaednav
21 gnitiulsnaa-esongaidlaangisesongaid
Knjillaangisxelpmoc
31rekamkaarps
7gnitiulsnaa
LNAClaangisleenapnetnemurtsni
rekamkaarps
laangisxelpmoctlov5,1navgninnaps
tlov5,2tot
LNACgnidnibrevraannednozrevotuanav
rekamkaarps
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
1rotomlednerg
reitropsredruutsebCgnitiulsnaa
tcatnoctols-laangisredruutseb
tlov 0=laaitnetop
tehnavnekkewtehroovedroovleenapnetnemurtsni."nereovnitraak"evagreew
2nenagropluhtemsiuH
9A6rekketsettiwrueiretnilaangisruuts
sthcerrezjiwnaagnithcirtlov 21/0=laaitnetop
3nenagropluhtemsiuH
8A6rekketsettiwrueiretnilaangisruuts
sknilrezjiwnaagnithcirtlov 21/0=laaitnetop
4nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
1B1
gnirekezaivucca+gnilednergrevreitrop
tlov 21+=laaitnetoptcatnocroov
5nenagropluhtemsiuH101Prekketsrueiretni
41gnitiulsnaa
-laangisruutsejpmalsgniwuhcsraaw
gnilednergrevtrats
tlov 21/0=laaitnetopelebairavtem
eitneuqerf
ejpmalsgniwuhcsraawgnilednergrevtrats
154
°N.lsnaa
temnednobreV gnivjirhcsmO)APS(
gnikrewehcsirtkelE negnikrempO
6tcatnocledrogotua
redruutseb
-laangisruutsejpmalsgniwuhcsraaw
ledrogtlov 0=laaitnetop
naaejpmal=tlov0tiuejpmal=tlov21
8nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
2B3
gnirekezaivnethcilmid+sknil
tlov 21+=laaitnetop
laangisruutsejpmalelortnoc
nethcilmid
9nenagropluhtemsiuH
3A3rekketsettiwrueiretnithciltoorg+laangisruuts tlov 21+=laaitnetop
laangisruutsejpmalelortnoc
nethciltoorg
11nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
4B3
+laangisruutsaivthcilrethcatsim
gnirekeztlov 21+=laaitnetop
laangisruutsejpmalelortnocthcilrethcatsim
21nenagropluhtemsiuH
2A1rekketsettiwrueiretnisialer/roovnethciltsim+ tlov 21+=laaitnetop
laangisruutsejpmalelortnocroovnethciltsim
31rednezliepreieorpsnetiur
Agnitiulsnaa
-laangisruutsejpmalsgniwuhcsraaw
liepreieorpsnetiurtlov 0=laaitnetop
siliepmuminimtehslatkiereb
411gnitiulsnaaomanyd
omanydmoortsdaal-laangisruuts
ejpmalsgniwuhcsraaw
tlov 0=laaitnetoptlov 21
ejpmalsgniwuhcsraawtiu
tlov0naaejpmalsgniwuhcsraaw
51raalekahcs
gnimrawrevleots1Agnitiulsnaa
laangisruutsejpmalelortnocgnimrawrevleots
tlov 0=laaitnetopnaaejpmal=tlov0tiuejpmal=tlov21
61nenagropluhtemsiuHrekketsetrawzrueiretni
3B4
gnirekezaivtcatnocan+eriossecca
tlov 21+=laaitnetoptcatnocan
edroodnednozrevtaalpsialer/gnirekez
81 rednezkurdeilo-laangisruuts
ejpmalsgniwuhcsraawkurdeilo
tlov 0=laaitnetopnaaejpmal=tlov0tiuejpmal=tlov21
91 tcatnocpakrotompakrotom-laangis
tcatnoctlov 0=laaitnetop
nepopakrotom=tlov21thcidpakrotom=tlov0
12rednezliepeilo
1gnitiulsnaa2laangis
rednezliepeilo
22gnitiulsnaatnemeleknat
1Atnemeleknat+laangis
laaitnetoplebairavtlov21/0=
dnatsreewelebairavlieptehnavkjileknahfa
42 BM assam tlov 0=laaitnetopsissahcassam
52gnitiulsnaatnemeleknat
1Btnemeleknat tlov 0=laaitnetop
62 2laangisrednezliepeilo1laangis
rednezliepeilo
72nenagropluhtemsiuH
3A3rekketsettiwrueiretnignirekezaivnethcitoorg+
skniltlov 21+=laaitnetop
laangisruutsejpmalelortnoc
nethciltoorg
82rekamkaarpsraalekahcs
1Agnitiulsnaaraalekahcs
rekamkaarpsnelahrehtlov 0=laaitnetop
"nelahreh"steot
92 tcatnocmerdnahlaangis
etcefed/tcatnocmerdnahnepmal
tlov 0=laaitnetopnaaejpmal=tlov0tiuejpmal=tlov21
03fotsieolvmer
2gnitiulsnaatcatnocliep
-laangisruutsejpmalsgniwuhcsraaw
liepfotsieolvmertlov 0=laaitnetop
naaejpmal=tlov0tiuejpmal=tlov21
155
Informatie beschikbaar op het diagnoseapparaat
netatS gnithcileotnenegloveG
antlov21+: 200 TEtcatnoc
.tcatnoctehnavnetteznaatehjibfeitcA
steot: 130 TEeitercsid
.eitercsidsteotednavnekkurdnijibfeitcA.rekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofni
steot: 330 TEnelahreh
.nelahrehsteotednavnekkurdnijibfeitcA.rekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofni
pakrotom: 810 TEnepo
.sinepopakrotomedslafeitcA.mralatehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofni
: 730 TEtcatnocledrogotua
.tiztsavteinredruutsebednavledrogotuaedslafeitcA.tengivelartnectehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
merdnah: 510 TEtezegtsav
.tezegtsavsimerdnahedslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
: 410 TEliepreieorpsnetiur
muminim
.silaaminimfotsieolvreieorpsnetiurednavlieptehslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
muminim: 910 TEliepfotsieolvmer
.silaaminimfotsieolvmerednavlieptehslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
: 850 TEmoortsdaalucca
.sitiucricmoortsdaaltehnignirotsneereslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
kurdeilo: 700 TE .sigaaletkurdeiloedslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
: 550 TEgnimrawrevleots
.sitkurdegnignimrawrevleotsednavraalekahcsedslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehroovtkiurbegeitamrofnI
: 650 TE-tarepmetfotsieolvleok
eitamrofnineeg: ruu
.sinegnavtnoteinruutarepmetfotsieolvleokednavlaangisxelpitlumtehslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehpoejpmaltehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
: 750 TE: kiurbrevfotsdnarb
eitamrofnineeg
.sinegnavtnoteinkiurbrevfotsdnarbtehnavlaangisxelpitlumtehslafeitcA
: 030 TEnavsteotezuekeitcnuf
retupmocdroobed
.sitkurdegniretupmocdroobednavsteotezuekeitcnufedslafeitcA.retupmocdroobedroovtkiurbegeitamrofnI
: 610 TEreitropsredruutseb
nepo
.sinetolsegdeogteinredruutsebednavreitroptehslafeitcA.tengivelartnectehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
raalekahcs: 400 TEnethcilsgnirekram
.taatsnethcilsgnirekramdnatsedniraalekahcsthciledslafeitcAtehpoejpmaltehne)gnithcilrevnetegrev(rekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
.leenapnetnemurtsni
eitamrofni: 800 TErednodiehlensjir
h/mk 51
.sinegnavtnoh/mk 51nadrednimdiehlensednavlaangisxelpitlumtehslafeitcA.)...nereitrop,merreekrap(rekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
eitamrofni: 110 TErednolatnereot
nm/rt 005
.sinegnavtnonm/rt 005rednolatnereotrotomtehnavlaangisxelpitlumtehslafeitcA.leenapnetnemurtsnitehnerekamkaarpsedroovtkiurbegeitamrofnI
negnirotS gnithcileotnenegloveG
tiucric: 700 FDtnemeleknat
navtreeiravtnemeleknattehnavdnatsreeweD.gnitiulstrokfognikerbrednogizewnaagnirotS.mho 053tot01
tiucric: 610 FDrednezliepeilo
treeiravtnemeleemanpotehnavdnatsreeweD.gnitiulstrokfognikerbrednogizewnaagnirotS.mho 02tot7nav
: 330 FDkrewtenxelpitlum
.krewtenxelpitlumtehnavtsetedtratS
156
Oplichten van het waarschuwingslampje SERVICE op het instrumentenpaneel
1° Het waarschuwingslampje (of het pictogram op het centrale display) " SERVICE " kan tegelijk oplichten metde volgende waarschuwingslampjes :
- Van het ABS.- Van de airbag.- Van de ruitensproeier (als optie en alleen op lage gamma).- Van het ESP (als optie en alleen op lage gamma).- Van het controlesysteem van de bandenspanning (als optie en alleen op lage gamma).
Als er een storing optreedt in een van deze systemen, brandt het waarschuwingslampje van het systeemsamen met het waarschuwingslampje " SERVICE ".
2° Het waarschuwingslampje (of het pictogram op het infoscherm) " SERVICE " kan afzonderlijk oplichten omaan te geven :
- Een storing in het systeem van de kinderveiligheid.- Een storing in de variabele stuurbekrachtiging.- Een storing in de stuurkolomgrendel.- Een storing in het relais na contact.- Een storing in de regeling van de ruitenwisser.- Een waarschuwing voor het oliepeil (tot het afzetten van het contact).- Bij uitval van het signaal tussen het huis met hulporganen interieur en het instrumentenpaneel (als hetsignaal terugkomt of bij het uitzetten van het contact dooft het waarschuwingslampje " SERVICE ").- Een defect in de noodstopbekrachtiging (BAS).
3° Bij de instrumentenpanelen van het " hoge gamma " met spraakmaker, brandt het pictogram " SERVICE " :
- Na detectie van een storing in de markeringslichten of de kentekenverlichting.- Na detectie van een storing van de remlichten rechts, links, of het verhoogde remlicht.
OPMERKING
Als het ABS-signaal langer dan 4 secondes ontbreekt, brandt het ABS-waarschuwingslampje afzonderlijk;het waarschuwingslampje of pictogram " SERVICE " brandt niet.
s'odnammoCseitarugifnoC
gnithcileotnenegloveG
ANUGAL: 270 FC37X: 170 FC"
.epytotuA
snarF: 660 FCslegnE: 370 FC"
snaailatI: 570 FC"stiuD: 470 FC"
snaapS: 670 FC"sdnalredeN: 770 FC"
seegutroP: 870 FC"skruT: 970 FC"
.rekamkaarpsednavlaaT
RAB: 960 FCISP: 070 FC"
.gninnapsnednabednavdiehneE
tem: 760 FCraalegersdnatsfa
rednoz: 860 FC"raalegersdnatsfa
.IIanugaLTLUANERedporaabkihcsebteinmeetsyS