2

INHOUD INLEIDING ........................................................................................................................................................ 4

Vervolgtraject ‘Ontwikkelen van competenties als coach’ ............................................................................. 4

CONTEXT .......................................................................................................................................................... 5

Programma .......................................................................................................................................................... 5

begeleiders van de werkgroepen ........................................................................................................................ 7

deelnemers ......................................................................................................................................................... 9

vaststellingen .................................................................................................................................................... 10

WAT IS EEN GOEDE COACH VOOR …? ............................................................................................................. 12

Voor een ouder? ............................................................................................................................................... 12

voor een speler? ................................................................................................................................................ 13

voor een coach? ................................................................................................................................................ 14

voor het bestuur? .............................................................................................................................................. 15

conclusie............................................................................................................................................................ 16

1. Motiverend Coachen ................................................................................................................................. 16

2. Hard Skills .................................................................................................................................................. 17

3. Soft skills .................................................................................................................................................... 17

4. Sportfiguur ................................................................................................................................................ 17

DE COACH EN ZIJN PROFESSIONELE COMPETENTIES ...................................................................................... 18

Hoe kan de vbl helpen in het ontwikkelen van mijn competenties als coach? ................................................. 18

hoe kan de vts helpen in het ontwikkelen van mijn competenties als coach? ................................................. 19

hoe kan de club helpen in het ontwikkelen van mijn competenties als coach? ............................................... 20

conclusie............................................................................................................................................................ 21

3

EEN GOEDE TRAINER-COACH IS (EEN)…

4

INLEIDING

Op 11 november 2015 organiseerde de Vlaamse Basketballiga (VBL) in samenwerking met Creatief Coachen vzw een overlegplatform met de naam ‘Ontwikkelen van competenties als coach’. Op het overlegplatform werd met alle stakeholders van het basketbal en met externe deskundigen overleg gepleegd. Er werd gesproken over de rol van coaches binnen een club, over welke competenties een coach dient te bezitten/ ontwikkelen en hoe de verschillende actoren kunnen bijdragen tot het verder opleiden en begeleiden van coaches. De resultaten van het overlegplatform werden teruggekoppeld via verschillende kanalen. De zes werkgroep-begeleiders van het overlegplatform spelen daarin een centrale rol, ondersteunt door twee studenten uit de opleiding “Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen” van de Universiteit Gent, die binnen hun opleiding betrokken zijn met basketbal. Met deze aanpak willen we de uitkomsten diepgaander interpreteren en een veelzijdig resultaat presenteren. Op basis van deze besprekingen werden aanbevelingen geformuleerd die de krijtlijnen vormen voor een actieplan van de toekomst. Dit actieplan zal tevens geïntegreerd worden in het VBL beleidsplan 2017 - 2020. Het kan samen met het vorige actieplan omtrent het damesbasketbal, een stevige basis vormen voor de opwaardering van basketbal in de komende jaren! De aanbevelingen uit het overlegplatform vormen de ruggengraat van voorgestelde aanpassingen in de toekomst. In dit document kan u de situering van het overlegplatform en het merendeel van de aanbevelingen terugvinden. Het is vervolgens de taak van de Raad van Bestuur van de VBL keuzes te maken en prioriteiten aan te geven voor de uitvoering van deze aanbevelingen. Vervolgtraject ‘Ontwikkelen van competenties als coach’ 11 november 2015 Overlegplatform ‘Ontwikkelen van competenties als coach’ 19 november 2015 Nieuwsbrief met presentaties en foto’s overlegplatform Maart 2016 Verspreiden van de aanbevelingen na het overlegplatform Juni 2016 Actieplan coaches 2016-2017 Juli 2016 Eerste concrete actie vanuit de federatie voor coaches April 2017 Eerste progressienota vanuit de federatie. Deze wordt jaarlijks herhaald.

5

CONTEXT

PROGRAMMA

Het programma van het overlegplatform Keynote: Hoe kan je als coach je competentie verbeteren? Concept om vanuit federatie de coach te begeleiden in het ontwikkelen van competenties op verschillende vlakken JUKKA TIIKKAJA

Program director HAAGA-HELIA University of Applied Sciences

Head of coach education Finnish Ice Hockey Association

SESSIE 1: De coach en zijn professionele competenties Salongesprek tussen 3 sportprofessionals/toptrainers

BENNY MERTENS

High Performance Sport Coaching coordinator

Directeur sportkaderopleiding basketbal

Docent Vlaamse Trainersschool

Praktijk assistent basketbal UGent

Coach Dames Basketbal Deerlijk (1ste nationale)

Master LO - Trainer A basketbal

VALENTIJN PATTYN

Coach development Vlaamse Tennisvereniging

Master LO - Trainer A Tennis – Be Gold Trainer

BOB BROWAEYS

Sporttechnisch coördinator Voetbalfederatie Vlaanderen

Bondscoach U17 jonge Duivels

Trainer A voetbal – UEFA A licentie

6

CALL FOR ACTION 1 – Brainstorming SESSIE 2: De coach en zijn interpersoonlijke competenties Presentatie Positief coachen

STIJN VAN GESTEL

Workshop begeleider – specialist Positief coachen

Sportfunctionaris

Trainer ATAC

SESSIE 3: De coach en zijn intrapersoonlijke competenties Vraaggesprek met basketbalcoach over ontwikkeling zelfbeeld en zelfreflectie

YVES DEFRAIGNE

Coach Belfius Mons Hainaut

Docent Vlaamse Trainersschool

Trainer A basketbal

CALL FOR ACTION 2 – Brainstorming Samenvatting CALL FOR ACTIONS Netwerken en receptie

TIP De presentaties zijn terug te vinden op de website www.vlaamsebasketballiga.be/overlegplatformcoaches/presentaties

7

BEGELEIDERS VAN DE WERKGROEPEN

Bedankt Patrick Torrekens, Sven Van Assche, Jo Lesuisse, Mieke Catteeu, Joris Swillen en Isabel Tallir!

8

“GOOD TEAMS BECOME GREAT

ONES WHEN THE MEMBERS

TRUST EACHOTHER TO

SURRENDER THE ME FOR THE

WE” – PHIL JACKSON -

9

DEELNEMERS

In onderstaande grafiek vindt u het profiel van de deelnemers aan het overlegplatform.

Uit de gegevensverzameling blijkt dat de (jeugd)coördinatoren van clubs in de meerderheid aanwezig waren. Daarnaast kwamen ook trainers, voornamelijk van mannelijke teams, naar het overlegplatform. De verschillende provincies waren aanwezig op het overlegplatform. Het grootste aantal VBL-leden kwamen uit de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen (wat deels gekoppeld kan worden aan enerzijds de locatie, anderzijds het feit dat er in West-Vlaanderen ook bekercompetities georganiseerd werden op diezelfde dag). De leeftijd van de aanwezigen situeerde zich hoofdzakelijk in de categorie 35 tot 65 jaar. (71%)

Er bleek dat slechts één op de vier aanwezige deelnemers een vrouw was.

8% 8%

21%

12%

24%

9% 9% 9%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

5%

13%

42%

29%

11% 18 tot 25 jaar

25 tot 35 jaar

35 tot 50 jaar

50 tot 65 jaar

Ouder dan 65 jaar

78%

22%

Man

Vrouw

10

VASTSTELLINGEN

Op het overlegplatform werd op regelmatige tijdstippen gepeild naar de mening van het aanwezige publiek. Dit gebeurde aan de hand van vragen op een scherm waar digitaal op gestemd kon worden. Deze vragen peilden naar verschillende aspecten gelinkt aan het ontwikkelen van competenties als coach. Het geheel van de antwoorden kan gezien worden als een gevoelsthermometer. Uit de gevoelsthermometer komen verschillende zaken prominent naar voor in relatie met ‘de coach” en het functioneren van de coach. De gevoelsthermometer peilde als eerste naar het gevoel van competentie van de coach. Hier stelden we vast dat de aanwezigen op het overlegplatform zich allemaal competent voelden om een ploeg te coachen, met uitzondering van 3%. We dienen hierbij wel de kanttekening te maken dat niet alle niveaus van de competitie even goed vertegenwoordigd waren. Zo waren er veel ervaren coachen (zie ook curve leeftijd aanwezigen) aanwezig die zich door hun ervaring competenter voelen. Vanuit het basisidee: “ben ik competent als coach?” werden er verschillende relaties bevraagd die mogelijks een invloed hebben op dat competentiegevoel. Enerzijds de relatie coach-club, coach-VTS en als laatste de coach en zichzelf. Als eerste was er de relatie coach met zijn club. Hier werd gepeild naar de aanwezigheid van een opleidingsprogramma binnen de club. Dit kan een belangrijk houvast betekenen voor de coach in zijn handelen. Ongeveer 66% van de aanwezigen, gaven aan dat de visie van hun club zich vertaalt in een opleidingsprogramma, waarvan 38% deze zinvol vindt. Dit is alvast positief maar het toont ook aan dat er nog wat werkpunten zijn. Veel clubs zien al in dat er een structuur moet komen om de coaches te ondersteunen. Dit moet blijkbaar wel beter om er voor te zorgen dat iedereen hier graag en goed mee kan werken. Een andere unieke bevinding was het gebrek aan begeleiding uit de club bij het omgaan met ouders. Maar liefst 63% van de aanwezigen gaf aan dat de club hier niet genoeg ondersteunt! Als tweede kwam de relatie tussen de coach en VTS aan bod. De VTS vormt de basis van een goede coachopleiding. Het is “de leerschool” voor coaches en bijgevolg een belangrijk orgaan in het competentiegevoel van de coach. Dit wordt dan ook door 70% van de coaches bevestigd. Zij gaven aan de VTS-opleiding zinvol te vinden. Zorgwekkend is dat maar 48% van de aanwezigen aangaf de inhoud van de cursussen van de VTS zinvol te vinden. We stellen vast dat de meerderheid achter VTS staat maar dat de cursussen wel zullen moeten bijgeschaafd worden. Hiernaast gaf ook maar 40% aan het VBL licentiesysteem nuttig te vinden in zijn ontwikkelen als coach. De laatste relatie was tussen de coach en zichzelf. Hier werd een bevraging gedaan naar enkele belangrijke “competenties” als coach. 59% gaf aan heel sterk te zijn in communicatie. 58% gaf aan sterk te zijn in relatievaardigheden. 79% had reeds een sterkte-zwakte analyse van zichzelf gemaakt. 87% zegt notie te hebben van motiverend coachen. 40% geeft aan regelmatig te reflecteren over zijn/haar handelen en 44% gebruikt hiervoor een methode zoals videobeelden. 66% voelt zich bekwaam genoeg om zijn emoties op de wedstrijd in de hand te houden. Heel wat cijfers om aan te tonen dat het merendeel van de coaches zich bekwaam genoeg vindt in verschillende competenties om succesvol te handelen. Echter is er overal genoeg ruimte om te verbeteren en bij te leren, bijvoorbeeld als het gaat over goed en op een juiste manier reflecteren.

TIP De resultaten van de peiling is terug te vinden op de website www.vlaamsebasketballiga.be/overlegplatformcoaches/presentaties

11

WORKHOPS & SESSIES

12

WAT IS EEN GOEDE COACH VOOR …?

Vooraleer men kan spreken over competenties van coaches en hoe men deze kan ontwikkelen is het belangrijk om te kaderen wat deze competenties zijn. Binnen de eerste overlegsessie kwamen de verschillende aanwezigen samen om een antwoord te geven op de vraag: wat is een goede coach voor…? Hier zochten we vooral wat vanuit het standpunt van ouders, sporters, coaches en bestuur belangrijke competenties zijn die een coach moet hebben.

VOOR EEN OUDER?

13

VOOR EEN SPELER?

14

VOOR EEN COACH?

15

VOOR HET BESTUUR?

16

CONCLUSIE

Door het bevragen van de competenties die de ouders, spelers, coaches en het bestuur belangrijk achten in het coachen, zien we dat niet steeds dezelfde waarden terug komen. Hoewel er verschillen zijn, zijn er ook zaken die bij iedere groep te vinden zijn. Deze competenties zijn naar ons gevoel dan ook cruciaal. We ontdekken hier vier grote groepen waar de meeste waarden in al zijn vormen in te puzzelen zijn.

1. Motiverend Coachen

Wat prominent aanwezig is binnen alle functies zijn woorden als: waarden, motiveren, enthousiasme en positiviteit. Dit is tot op onze opluchting inderdaad terug gekomen in de groepsopdracht en valt allemaal te kaderen onder het motiverend coachen! Dat iedereen graag komt naar de club en de trainingen en wedstrijden , is natuurlijk van cruciaal belang voor een levenslange sportbeoefening. Dat dit niet enkel geldt voor de spelers maar ook belangrijk is voor ouders, de coachen zelf en het bestuur van een club is een belangrijk gegeven! Samen werken aan de sport en aan de club is de boodschap. Veel van de gastsprekers aanwezig op ons overlegplatform bevestigden ook deze trend. Zij boden dan ook oplossingen om dit beter te doen. Zo was er Stijn Van Gestel die workshops aanbiedt voor clubs en coachen om een “motiverende” clubsfeer te ontwikkelen. Clubs die geen idee hebben hoe hier aan te beginnen, kunnen bij hem terecht! Het theoretische(re) kader van de zelf-determinatie theorie die aan de basis ligt van motiverend coachen werd gebracht door Jukka Tiikkaja. Hij toonde aan hoe je deze kan omzetten in de praktijk. De unieke uiteenzeting was voor veel aanwezigen, een moment waar de pen niet stil gehouden werd! Onderstaande dia uit zijn presentatie kan al een mooi idee geven van de vele dimensies van motiverend coachen.

17

2. Hard Skills

Een andere overeenkomst die we ontwaren tussen de verschillende competenties, kunnen we “hard skills” noemen. Dit is een term uit het management waar zaken als vakkennis, teacher, psycholoog, pedagoog, didacticus en competent kunnen onder vallen. Het is dus eigenlijke de “bagage” die een coach nodig heeft. Wij denken dat binnen dit verhaal de VTS in al zijn aspecten een cruciale rol speelt. Al deze zaken komen aan bod in de cursus en worden dan ook aangeleerd. Het bevestigt ook de noodzaak van het bestaan van een instantie zoals de VTS waar deze “hard skills” aangeleerd kunnen worden.

3. Soft skills

De derde groep kunnen we “soft skills” noemen. Dit zijn vaardigheden zoals communiceren, leiderschap, open minded en enthousiast. Dit zijn intrinsieke en persoonsgebonden eigenschappen. Deze hebben een erg belangrijke invloed op hoe de coach overkomt en hebben in veel gevallen ook wel wat te maken met ervaring. Als we nadenken hoe we deze beter willen ontwikkelen, komen we op een hiaat in de opleiding. Deze komen in mindere mate aan bod in de opleidingen van de VTS, wat ook blijkt uit de eerder besproken resultaten van de gevoelsmeter. Communiceren met ouders wordt bijvoorbeeld onvoldoende benadrukt in de cursussen. Is het teachen van deze skills misschien iets wat we in rekening moeten nemen?

4. Sportfiguur

De laatste groep willen we introduceren als “sportfiguur”. Dit is een groep die wat zweeft tussen de andere 3 groepen maar bevat heel typische competenties die geassocieerd zijn met “de geest van sport”. Hier zien we vooral: clubliefde, fairplay, enthousiasme, competitief en gedreven. Dit zijn eerder persoonstypes, het bevorderen/optimaliseren van de vorige drie groepen zal dit medebeïnvloeden. Kortom we hebben nood aan een kwaliteitsvolle omkadering om alle competenties die bij “de coach” worden geplaatst, te ondersteunen. We moeten echter zien dat deze ondersteuning en begeleiding aan al de eisen voldoen om die competenties te ondersteunen. In de tweede sessie gingen we concreet op zoek naar antwoorden op de laatste vraag: wat moet er veranderen om de competenties van de coach verder te ontwikkelen?

18

DE COACH EN ZIJN PROFESSIONELE COMPETENTIES

In de tweede infosessie werden de competenties die we reeds vermeldden verder onder de loep genomen. We deden dit vanuit de 3 organen die momenteel de coach ondersteunen, namelijk de Vlaamse Basketballiga, Vlaamse Trainersschool en de basketbalclub. De vraag was simpel: hoe kunnen deze instanties helpen bij het ontwikkelen van mijn competenties als coach? De antwoorden leken vaak complex en moeilijk onder te brengen in één specifiek orgaan. Het duidt alleen maar op het feit dat een betere toekomst enkel is weggelegd wanneer de instanties samen werken met een collectieve visie en concrete doelen. Onderstaande aanbevelingen kwamen uit het overlegplatform naar voor en hebben we proberen plaatsen binnen een bepaald orgaan. Belangrijk is om in te zien dat verschillende competenties niet de verantwoordelijkheid zijn van één specifiek orgaan. Verschillende organen kunnen de krachten samenbundelen om de voorgestelde aanbevelingen te realiseren.

HOE KAN DE VBL HELPEN IN HET ONTWIKKELEN VAN MIJN COMPETENTIES ALS COACH?

1. De VBL treedt op als facilitator voor het overleg tussen de verschillende clubs en coaches. Dit kan op

verschillende niveaus en over diverse beleidsaspecten.

Doel: Stimuleren van de samenwerking tussen clubs, in dit geval op vlak van training en coaching

Enkele voorbeelden: good practices delen op overlegmomenten. Een jaarlijks overlegplatform geeft daar telkens de aanzet tot.

2. De VBL gaat samenwerken met topteams die internationaal succes hebben.

Doel: Het internationaal succes van clubs gebruiken ter promotie van de sport.

Enkele voorbeelden: trainers mogen achter de schermen kijken, trainers kunnen interactief communiceren met topcoachen, topcoachen delen hun know-how.

3. De VBL faciliteert de netwerking met clubs door meer te ondersteunen en minder te sanctioneren.

Doel: Spelelement terugbrengen en administratieve last verminderen.

Enkele voorbeelden: Beter georganiseerde wedstrijdvormen (U16Girls meer wedstrijden, U10 sneller in orde in Vlaams-Brabant), self-assesment tools voor coaches/clubs, beter uitwerken van spelvormen (3-3,4-4,5-5)

Meer interactie met basketters, weg van het administratieve imago.

4. De VBL organiseert trainingen binnen en door de VBL aangereikt concept, om coaches op te leiden

Doel: Coaches op een leuke manier laten kennismaken met coachspecifieke onderwerpen om zo coachen breder te scholen.

Mogelijke acties: Aanstellen van een mentor per provincie (inventariseren: per leeftijd, niveau,…), Open (interactieve) practices organiseren door (top) coaches van elk niveau

Reeds vast rooster maken met kijktrainingen in het begin van het seizoen.

5. De VBL faciliteert advieskanalen voor coaches.

Doel: Faciliteren van de informatie die correct en ter voordele is van de coach en de spelers.

Een platform ontwikkelen waar coaches terecht kunnen met problemen/vragen/feedback, bij oa ervaren/top-coaches, en interessant materiaal beschikbaar is.

To Do: VBL heeft een VBL-approved label waar alle materiaal dat beschikbaar is op internet/boeken/youtube of andere mogelijke kanalen kan gekeurd worden. Wanneer het VBL-approved is weet de coach dat het veilig/goed is om die materie te gebruiken.

19

6. De VBL helpt bij het opstellen van een voedingsbodem voor coaches.

Doel: Helpen/Ondersteunen van het opstellen van leerlijnen en het te geven materiaal aan spelers.

Bijvoorbeeld: Ideale suggestie leerlijn (per leeftijdscategorie), feedbackkanaal op leerlijnen, ondersteunen van praktische rollen, voorstel van eindtermen (per leeftijdscategorie), opvolgingssysteem voor coach, opvolging van talentvolle (jonge/beginnende) coachen

7. De VBL als stimulator van interne werking.

Doel: stimuleren van initiatief voor ontwikkeling talent binnen eigen club.

Voorbeelden: Stimuleren van X aantal interne clinics per maand, mentor-tutor model uitwerken, checklist bij het opvoeden van nieuwe coaches, opstellen en communiceren van attitudes van de “top”coach, VBL erkent de inspanning van de club bij het opleiden van nieuwe coaches (analoog naar de vergoeding voor het opleiden van spelers).

8. De VBL als controleur van eeuwig leren ism VTS.

Doel: Garanderen dat coaches aan hun niveau blijven voldoen en werken.

Aanbieden van credential systeem waar trainers credentials moeten halen om blijvend niveau te garanderen via bijscholingen, opfrissingscursussen, lezen boeken…

Momenteel geen opvolging na het behalen van een diploma. Meer begeleiding na het behalen van een diploma. Hier kan de combinatie met clubs gemaakt worden.

HOE KAN DE VTS HELPEN IN HET ONTWIKKELEN VAN MIJN COMPETENTIES ALS COACH?

1. De VTS als stimulator van eeuwig leren.

Doel: VTS voorziet mogelijkheden om op alle niveau’s bij te leren.

Voorbeelden: Meer bijscholingen voorzien op hoger niveau (trainer A(+)), Voorzien van themagroepen waarbinnen mensen met eenzelfde interesse in een doel/thema samengebracht worden, leerkampen waar extra info kan opgedaan worden, nieuw materiaal gratis voorzien.

Hulp bij het ontwikkelen van spelvormen.

Extra sportspecifiek materiaal aanbieden in de vorm van affiches, tijdschrift, posters…

Interactieve clinics

2. De VTS als controleur van eeuwig leren.

Doel: Garanderen dat trainer-coaches aan hun niveau blijven voldoen en werken.

Situatie: Trainer A is niet dezelfde Trainer A van vroeger. Hoe kan men ervoor zorgen dat leren blijft duren en men niet stopt na het behalen van de hoogste graad omdat “alles” zou geleerd zijn?

Aanbieden van credential systeem waar trainers credentials moeten halen om blijvend niveau te garanderen via bijscholingen, opfrissingscursussen, lezen boeken…

Momenteel geen opvolging na het behalen van een diploma. Meer begeleiding na het behalen van een diploma.

3. De VTS als boegbeeld van eigen filosofie.

Doel: Nieuwe tendensen in het sportlandschap ook in de praktijk toepassen als voorbeeld voor de trainer-coaches.

To Do: Motiverend coachen integreren in de structuur van de VTS. Bijvoorbeeld: Wegstappen van het schoolse karakter van de VTS, overstap naar blended leren op maat van het individu. (Autonomie ondersteunend, competentie ondersteunend, verbondenheid ondersteunend) een parcours op maat van de coach.

20

Vangnet voor coachen die moeilijk meekunnen in de huidige diploma-systeem.

Professionaliseren is een goede tendens maar niet vergeten dat coachen dit nog steeds voor hun hobby doen en hierbij ook werken.

Beter opvolging van het leerproces

Intakegesprek om de cursist te leren kennen.

Open mindset door docenten.

Verschuiving van verwachting die men heeft van de trainer qua niveau en competenties.

Aandacht voor soft skills in een opleiding.

4. De VTS antwoord op de vraag van de cursisten.

Doel: De VTS voorziet moderne en nieuwe opleidingen.

Bijvoorbeeld: Cursussen up-to-date en aantrekkelijk (nu niet het geval!),

Voorbeelden: Werken vanuit het praktische standpunt, meer werken in functie van concreet toepasbare zaken, opleiden vanuit context. Genoeg aandacht voor technische aspect in training en hoe men technische zaken kan aanleren aan spelers en hoe verschillende theorieën zoals motiverend coachen hierbij gebruikt kunnen worden.

FAQ delen met coaches

Aanbod opleiding soft skills (omgaan met ouders etc.)

Vraag naar diploma’s na Trainer A topsport.

Rekening houden met onderscheid initiator voor hoge doelen of lage doelen (nu ligt de focus bij initiator focus op U10).

Cursussen aanbieden aan kleinere groepen.

Meer e-learning/ meer individueel en dan in de lessen geen theorie maar heel praktisch en werken met de leerstof bv adhv casussen

Mogelijkheden voorzien voor buitenlandse cursussen.

HOE KAN DE CLUB HELPEN IN HET ONTWIKKELEN VAN MIJN COMPETENTIES ALS COACH?

1. De clubs stellen een competente jeugdsportcoordinator aan als basis voor de club.

Coach the coach: binnen de club persoon die coaches bijstuurt, clinics organiseert,…

2. De clubs stimuleren deelname aan clinics/bijscholingen door andere clubs of erkende organen.

De club zorgt voor een financiele tussenkomst/compensatie bij het deelnemen aan bijscholing.

De club stimuleert coaches voor het bijwonen van interne clinics van clubs en heeft zo extra kansen banden op te bouwen met andere clubs.

3. De clubs organiseren interne clinics/bijscholingen door gediplomeerde coaches uit de club.

Clubclinic waar iedereen een oefening voorbereid over 1 onderwerp, verschillende onderwerpen, daarop kan feedback gegeven worden onderling en op gebied van aanpak.

De club verplicht coaches om deel te nemen aan clinics (=deel van het ‘pakket’)

Headcoach neemt verantwoordelijkheid in het organiseren en geven van clinics.

4. De clubs stimuleert coachvergaderingen en het samenwerken tussen coachen.

Duidelijke coachvergadering met een doel en reflectie.

Menter-Tutor relaties opstellen met delen van best practices.

Coaches gaan samen in off-season op zoek naar informatie. Ieder krijgt zijn onderwerp waar zoveel mogelijk over gezocht moet worden. Op een afgesproken moment wordt dan onderling alle gevonden info “geteached”.

5. De clubs ondersteunen de begeleiding van nieuwe (beginnende) coaches.

21

Meer reflecties, intensievere begeleiding en opvolging van training als wedstrijdcoaching.

Tijdens off-season met groep coaches afspreken om elk een onderwerp dieper uit te werken en dan samen te komen om elkaar te ‘teachen’

6. De club stelt een duidelijke visie en missie op en zorgt dat deze voor alle leden heel duidelijk is.

De club ondersteunt het belang van bijscholen en geeft de coach duidelijk door dat het bij het pakket hoort.

7. De clubs moedigen spelers die stoppen met competitie aan om andere rollen op te nemen binnen hun club (Bv. Jeugdcoördinator)

Doel: behoud van ex-spelers door hen te motiveren andere functies zoals coach, bestuurslid of scheidsrechter op te nemen.

8. De clubs creëren onderling een flexibele samenwerking door gepaste structuren te creëren of aanwezige structuren los te laten.

Doel: Zoveel mogelijk spelers op het hoogst mogelijke niveau kansen te geven

Enkele voorbeelden: peer to peer overleg, eventueel werken met een zusterclub, samen clinics/bijscholingen organiseren, evaluatie van elkaar uitvoeren.

9. De clubs ondersteunen een interactie tussen ouders en spelers

Enkele voorbeelden: klankbord voor coaches

CONCLUSIE

Tot slot kunnen we weer terugkijken op een geslaagde editie van ons overlegplatform. Verschillende zaken zijn uitgeklaard en verduidelijkt. We willen hierbij onze krachten bundelen en samen met de besproken organen, het basket blijven vernieuwen. Kortom een mooie basketbaltoekomst in Vlaanderen!

22