Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met...

40
Zomer 2014 Kwartaaluitgave van de Noordelijke Pomologische Vereniging Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d e lij k e P o m o l o g i s c h e V e r e n i g i n g

Transcript of Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met...

Page 1: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

Zomer 2014

Kwartaaluitgave van de Noordelijke Pomologische Vereniging

Ingrid Marie en Karin Schneider

Minikiwi’s of kiwibessen

Tuinkamers met leifruit

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

PomoLogo_fc.pdf 1 24-01-14 15:37

Page 2: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

De Pomospost is gedrukt op FSC-papier© en verstuurd in biologisch afbreekbaar plastic.De Pomospost is klimaatneutraal geproduceerd.

| POMOSPOST ZOMER 20142

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Ook in de natuur en in openbaar groen is veel eetbaar fruit te vinden.

Direct van genieten of snel verwerken. Dit is volgens velen het lekkerste fruit.

De ALV stond in het teken van bestuursuitbreiding en voorzitterskeuze.

Een lastige plaag voor alle fruitsoorten.

INHOUD

15ColofonPomospost is een kwartaaluitgave van Noordelijke Pomologische Vereniging

Postbus 157990 AA DwingelooWebsite: www.npv-pomospost.nl

Redactie PomospostJan Veel: eindredactie, pomologische onderwerpenMarianne van Lienden: redactie, bestuurszaken, boeken, culinairMarten Pelleboer: redactie, teeltAngela Wolbers: redactie, tekst correctie (www.blikoptaal.nl)

Contact PomospostBousemalaan 24, 9356 SC TolbertE-mail: [email protected].: 0594-549173

Aanleverdata kopij:Herfst 15/7, winter 15/10

LidmaatschapU ontvangt de Pomospost bij het lidmaat-schap van de NPV en dit kan op elk mo-ment ingaan. Het lidmaatschap kost € 30,- per jaar. Beëindiging van het lidmaatschap dient voor 1 december per e-mail of per brief doorgegeven te worden aan de leden-administratie.

Ledenadministratie: N. HovingaE-mail: [email protected]

Contributie en betalingenNL89INGB0000254692 t.n.v. Noordelijke Pomologische Vereniging te Assen

NPV-bestuurVoorzitter: Tamme KatuinE-mail: [email protected].: 0527-653699

Secretaris: Nico HovingaE-mail: [email protected].: 0513-646865

Penningmeester: Heim NagelhoutE-mail: [email protected] Tel.: 0525-682470

Leden: Roelf Koning, Marcel Tross, Jan-Willem van Nugteren, Charley Erkens, Annemiek Dorland (vicevoorzitter), Cees Verharen, Marianne van Lienden (documentatiecentrum)

Opmaak: Grafysk, FranekerDruk: SMG-Groep

Deze appels zijn te verkiezen boven de Sterappel.

316

Groene appelwants

Recepten met kersen

Verslag algemene ledenvergadering

Wildplukken

35 37

2013 CERTIF

IED

BY

Ingrid Marie of Karin Schneider

Page 3: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

In de regio

POMOSPOST ZOMER 2014 | 3

INHOUD

Adam leefde lang geleden, eenzaam in de tuin van Eden,met de zegen van de Heer,wat verlangt een mens nog meer.Hij liep lekker in zijn blootje,baadde zon en baadde pootje,in het water van de beek,zeven dagen in de week.

Adam leefde zonder zorgen,totdat hij op een zekere morgen,plotseling ontdekte datieder dier een vrouwtje had!Hij zei: “Heer, ik wil niet klagenmaar ik zou U willen vragenonderdanig en beleefd, of u ook voor mij een vrouwtje heeft.”

“Goed”, zei God, “Ik zal mijn best doen,maar dan moet je zelf de rest doen.Ik zal zorgen voor een vrouw,die haar leven deelt met jou.”Adam liep van pret te zingen,hij kocht twee verlovingsringen.“Prijs de Heer, ik krijg een wijfal kost het me een rib uit ‘t lijf”

En toen Adam lag te slapen.heeft de Heer de vrouw geschapen.‘t Was de droom van elke man.alles d’r op en alles d’r an.En ze leefden heel tevreden,samen in de tuin van Eden.

Totdat op zekere dag,Eva de boom met appels zag,Eva dacht: Wat kan het schaden,aan zo’n boom volgeladen.Ofschoon de Heer het mij verbiedt,mist men één, twee appels niet.Eva brandde van verlangentoen zij al dat fruit zag hangen,Ze nam een hap terwijl ze zei:“An apple a day keeps the doctor away.”

Toen was het gedaan met ‘t mooie leven,Het paradijs werd opgeheven.Door een appel, zo ik weet,werken wij ons nu in het zweet.Door het eten van die appel,werken wij ons nu te sappel.Het is daarom dat ik beweer:“Snoep verstandig, eet een peer.”

NPV-Nieuws 6De algemene ledenvergadering stond in het teken van de wisseling van bestuursle-den. Twee nieuwe leden traden toe tot het bestuur: Annemiek Dorland en Cees Ver-haren. Tamme Katuin volgde Charley Er-kens op als voorzitter. Charley blijft be-stuurslid met een nieuwe portefeuille: de deelname van de NPV aan het masterplan (samenwerking met o.a. provincie, ge-meente Westerveld en Fruithof). Besloten is tot een kleine contributieverhoging van 1 euro met ingang van 2015, onder andere vanwege de steun aan de Fruithof en de hogere portokosten.

Pomologie 9Ditmaal worden twee fruitsoorten be-handeld: minikiwi’s en de appel Ingrid Marie met haar mutant Karin Schneider. Minikiwi’s, ook wel kiwibessen genoemd, lijken veel op kruisbessen. Ze zijn net zo lekker, ze zijn ijzersterk en de planten blij-ven veel kleiner dan de ‘gewone’ kiwi. Ze kunnen daarom in elke tuin een plaats krijgen. Hier een inventarisatie van ras-sen. Ingrid Marie, en nog meer de mutant ervan, Karin Schneider, zijn als kerstappel beter geschikt dan de meer bekende Ster-appel: de smaak is beter, ze zijn langer houdbaar en minstens zo fraai.De spelling en naamgeving van fruitras-sen roept vragen op: hier het officiële standpunt.

Vraag en antwoord 17De vraag is hoeveel schade de rupsen van de wintervlinder geven. Veel schade, voor-al aan jonge bomen en er is weinig tegen te doen, maar de bomen gaan er niet dood van. Kippen in de boomgaard is een goede remedie. De naam Juttepeer is waarschijnlijk geen verbastering van jodenpeer, zoals een le-zer zich afvroeg.

Buitengeluiden 21Eerst een samenvatting van de lezing over het behoud van de diversiteit van oude ap-pelvariëteiten, gehouden op het symposi-um van POM Noord-Holland door Bert Visser (directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen).Vervolgens een portret van de tuin van Willem van Sonsbeeck, die in het Drentse Ansen zijn erf op een unieke wijze heeft vormgegeven. Hij heeft blokvormige tuin-kamers gemaakt door allerlei leivormen te gebruiken.

Kijk op de boom 26De begrippen mutaties, mutanten en klo-nen worden door elkaar gebruikt. Hier een ordening van deze begrippen en een nadere toelichting. In de fruitteelt is kennis van het grondwa-terpeil onmisbaar. In dit artikel leest u meer over grondwater in het algemeen en daarna wordt het toegespitst op de fruit-teelt.

Rijmpje

Regiovertegenwoordigers(informatie over NPV-activiteiten)

Friesland:Vacant

Groningen:Karin Edens, tel.: 050-5281399e-mail: [email protected]

Drenthe:Trudy Koopman, tel.: 0528-361941e-mail: [email protected]

Overijssel:Geert Bosma, tel.: 0561-441567e-mail: [email protected]

Noord-Holland:Annemiek Dorland, tel.: 0299-432125e-mail: [email protected]

Flevoland:Marten Pelleboer, tel.: 0320-223723e-mail: [email protected]

Gelderland en Utrecht:Rudolf Jan den Beer, tel.: 06-11003470Melissa Portugael, tel.: 06-54625850e-mail: [email protected]

Noord-Brabant en Limburg:Ger van Santvoort, tel.: 0493-492656e-mail: [email protected]

Zuid-Holland en Zeeland :Vacant

Informatie enten, determinatie en oude fruit rassen:Marten Pelleboer, tel.: 0320-223723e-mail: [email protected]

Informatie over ziekten en plagen in bomen en fruit:Marten Pelleboer, tel.: 0320-223723e-mail: [email protected]

Page 4: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 20144

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Nieuws

Oud perenras opnieuw op de marktFruitteler Theo Vogelaar uit het Zeeuwse Krabbendijke heeft het oude perenras Belle de Jumet op de markt gebracht onder de naam Ho-neybell. Dit ras was ooit door een emigrant meegenomen naar Nieuw-Zeeland en werd daar in een proeftuin ge-waardeerd vanwege de rode blos, smaak en het vroege pluktijdstip, met toch voor een vroege zomer-peer een redelijke productie. Het ras werd daar ook opgemerkt door Piet Vogelaar, die enkele hectares van het ras bij zijn bedrijf in Nieuw-Zeeland heeft geplant en er zeer te-vreden over was. Dit was de reden voor zijn neef, Theo Vogelaar, om dit ras in het Nederlandse klimaat te planten en te experimenteren met verschillen-de onderstammen. Na veel onder-zoek denkt hij de juiste combinatie gevonden te hebben voor de teelt. Hij heeft nu op de kwekerij een flink aantal bomen voor de verkoop staan. Theo denkt ook dat de peer

een aanwinst is voor het beperkte perenassortiment. De pluk komt tien dagen voordat de Triomphe de Vienne geplukt wordt. De groei is matig sterk en de peren lijken wat op Bonne Louise d Avranches.Belle de Jumet was ruim een eeuw geleden gekweekt door M. Lefebvre uit het Waalse plaats Jumet. Hij had hiervoor een Bonne Louise d’Avranches met een Durondeau gekruist. Op hoogstam kreeg de peer indertijd te weinig kleur en bleef ze vaak te klein. Op een zwak-ke onderstam blijkt ze nu beter te voldoen, al is een al te zwakke on-derstam niet geschikt, want de Bel-le de Jumet is zelf al een zwakke groeier. Voorlopig zijn bomen van dit ras nog niet voor particulieren te koop.

NPV 25 jaar

Oproep jubileumuitgaveTer gelegenheid van het 25-jarig jubileum schrijft de redactie een jubileumboekje. Dit boekje zal in het teken staan van een te-rugblik op de afgelopen jaren. Ook zal het een soort pomologische reisgids worden, want er zullen beschrijvingen in staan van boomgaarden met oude fruitsoorten die open staan voor bezoek.

De redactie zou in dit jubileumboekje ook graag de ervaringen van de leden met de NPV willen opnemen. Daarom willen we u het volgende vragen: Welke gedachte, associatie, ervaring komt bij u op bij het horen van het woord ‘NPV’? Waarom bent u lid geworden van de NPV? Wat is voor u de waarde van de NPV?

We hopen veel reacties binnen te krijgen. We zullen ze verwerken tot korte stukjes tekst (citaten). Als u uw naam en het be-ginjaar van uw lidmaatschap er liever niet bij vermeld ziet, wilt u dit dan aangeven?

Wilt u meedoen? Stuur uw reactie naar Marianne van Lienden, [email protected] of naar het postadres: NPV, postbus 15, 7990 AA Dwingeloo.

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Vere

nigi

ng

Page 5: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 5

Gebruik bestrijdingsmiddelen fruitteelt moet

drastisch omlaag

Hommels bedreigd

De komende tien jaar moet het ge-bruik van bestrijdingsmiddelen door fruittelers met 90 procent zijn afgenomen. Die afname moet voor-al bereikt worden door betere spuit-apparatuur te gebruiken. De Ne-derlandse Voedsel- en Warenauto-riteit controleerde vorig jaar honderd bedrijven en constateerde

overtredingen van de regels bij één op de drie fruittelers.Bij de controle van het gebruik van giftige stoffen speelt Waterschap Rivierenland een grote rol. Heem-raad Mathieu Gremmen: “We heb-ben een agrarisch meetnet. Met verfijnde apparatuur controleren we op verschillende plekken de wa-

terkwaliteit. Bij elke boomgaard ligt wel een sloot of watergang. Daarin komen mest- en bestrij-dingsmiddelen uiteindelijk terecht. Als we een overschrijding van de toegestane waarden constateren, sporen we de dader op en nemen we maatregelen.”

Bijna een kwart van de 68 Europese hommelsoorten, die net zo belangrijk voor de bestuiving van gewassen zijn als bijen, wordt met uitsterven be-dreigd. Bijna de helft van alle hom-melsoorten neemt in aantal af. Daar staat tegenover dat 13 procent van de soorten in aantal toeneemt. Dit blijkt uit een studie van de internationale natuurbeschermingsorganisatie

IUCN. Klimaatveranderingen, ver-schraling van het landschap en inten-sieve landbouw zijn volgens de onder-zoekers de voornaamste boosdoe-ners. Maatregelen om de achteruitgang van de hommels een halt toe te roepen zijn het aanleggen van bloemrijke akkerranden en ber-men.

Bijensterfte

bijzonder laag Imkers hebben de afgelopen winter minder volken verloren dan in de afgelopen jaren. Slechts 9,2 procent van de bijen-volken overleefde de winter niet. Een jaar geleden bedroeg de sterfte 13 procent en in winters daarvoor overleefde één op de vier volken de winter niet. Maar liefst 69 procent van de bijen-houders had deze winter hele-maal geen uitval. Als oorzaak van de lage bijensterfte werd ge-noemd dat geprobeerd was ook zwakke volken in leven te hou-den. Het wordt betwijfeld of de relatief warme winter ook een oorzaak voor de lage sterfte is, want de winter daarvoor was streng en toen was de sterfte ook laag.

Page 6: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

NPV NIEUWS

| POMOSPOST ZOMER 20146

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Verslag van de algemene ledenvergaderingDatum: Zaterdag 5 april 2014.Locatie: Dorpshuis Wilhelminaoord, Lin-

thorst Homanlaan 14, Wilhelmina-oord.

Aanwezige bestuursleden NPV: Charley Erkens, Nico Hovinga,

Heim Nagelhout, Tamme Katuin, Roelf Koning, Marcel Tross, Marian-ne van Lienden (notulen).

Aanwezige bestuursleden Fruithof: Inge Slieker, Jan Willem v. Nugteren.Aanwezig: 27 leden, inclusief het bestuur.

De dag bestond uit een huishoudelijk gedeelte in de ochtend en een fotopresentatie over de Limburgse hoogstamfruitboomgaarden ’s middags, verzorgd door Jean Slijpen van het Pomologisch Genootschap Lim-burg.

1. Opening en vaststelling agendaDe voorzitter heet iedereen van harte welkom. Charley Erkens zal straks de voorzittershamer overdragen aan de nieuwe voorzitter. Het is vandaag een groot gezel-schap met nieuwe gezichten. Er volgt een voorstelron-de.Aan de agenda wordt toegevoegd: contributieverho-ging.

2. Notulen algemene ledenvergadering op zater-dag 19 oktober 2013Naar aanleiding van een vraag uit de vergadering over de kosten van de Bataviagroep antwoordt bestuurslid Tamme Katuin dat er eerst duidelijkheid moet komen over wie wat betaalt. Marten Pelleboer legt uit dat de kosten verdeeld worden over drie organisaties: POM, FYF en NPV. Als de NPV eruit stapt, moeten de ande-ren meer betalen. Er moet eerst overlegd worden met de andere partijen. Griet Bergsma vraagt hoe hoog het bedrag is. Het gaat om 420 euro per jaar. Het komt op de agenda van de volgende ALV.Hiermee zijn de notulen vastgesteld, met dank aan de notulist.

3. Mededelingen en ingekomen stukkenEr zijn 2 berichten van verhindering: Albert Smedinga en Ria Olijslager.Er zijn geen ingekomen stukken.

4. Algemeen jaarverslag van de NPV, zie PomospostEr zijn geen op- of aanmerkingen.

5. Financieel verslag 2013 van de NPVDit wordt na de pauze behandeld.

6. Verslag van de kascommissie en benoeming nieuwe commissieAgendapunt vervalt, zie punt 5.

7. Presentatie financieel verslag 2013 en begroting 2014 FruithofInge Slieker, penningmeester van stichting de Fruithof, licht de cijfers van de Fruithof toe. Niet ter besluitvor-ming, alleen ter informatie. De Fruithof heeft liquide middelen, maar er worden nog uitgaven verwacht voor o.a. een oude trekker en een hek om de kweekhoek, die aan vervanging toe zijn en een shredder die manke-menten vertoont.

8. BestuursverkiezingAftredend is voorzitter Charley Erkens. Het bestuur stelt als nieuwe voorzitter Tamme Katuin voor. Tevens is er een voorstel tot uitbreiding van het bestuur. Anne-miek Dorland en Cees Verharen hebben zich kandidaat gesteld als bestuurslid. Er zijn geen tegenkandidaten ingebracht.Er wordt gevraagd waarom het bestuur zo groot moet zijn. Hierop wordt geantwoord dat dit nodig is voor de portefeuilleverdeling.Bestuurslid Tamme Katuin stelt zich voor. Er zijn geen tegenkandidaten ingebracht. Vervolgens wordt hij als voorzitter gekozen. De kandidaten Annemiek Dorland en Cees Verharen stellen zich voor. Cees wil de pr-kant versterken. Voor beide kandidaten zijn geen tegenkandidaten inge-bracht en daarom worden zij benoemd tot bestuurslid.Vervolgens reikt de voorzitter de voorzittershamer over aan de nieuwe voorzitter Tamme Katuin. Kandidaat Charley Erkens deelt vervolgens mede dat hij de belan-gen van de NPV zal behartigen in het Masterplan (het samenwerkingsverband in ontwikkeling) van de ge-meente Westerveld, de Tuinen van Frederiksoord

Page 7: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 7

(hierin zitten Stichting de Fruithof, de Gehandicapten-tuin en het Corso) en de provincie en daarom zal terug-keren als bestuurslid. Het is een nieuwe portefeuille, een ontwikkelproject. De NPV heeft er belang bij: de bomen op de Fruithof zijn ingebracht door de NPV. Griet Bergsma vraagt welke functie Marcel Tross en Heim Nagelhout in het bestuur van de Fruithof heb-ben. Zij hebben een volwaardige bestuursfunctie. Charley zit niet in het bestuur van de Fruithof, hij ope-reert zelfstandig. Omdat er geen tegenkandidaten zijn ingebracht, wordt Charley Erkens bestuurslid met een nieuwe portefeuille.

Financieel verslag 2013Na een korte pauze wordt dit agendapunt behandeld. De penningmeester deelt de financiële stukken uit en licht de voorlopige cijfers toe. De reden dat de cijfers nog zeer voorlopig zijn, is het boekhoudkundige sys-teem van Jans Koops, dat na diens overlijden in mei 2013 voortgezet moest worden. De boekhouder Stiene-ke van der Wal kreeg te maken met een achterstand van 7 maanden. In deze overgangssituatie heeft onder andere de verzending van de contributiebrief enige maanden vertraging opgelopen, met als gevolg veel aanmaningen. Er ontstond ook een betalingsachter-stand door de administratieve aanpassingen van de bankrekeningen. Er moesten bijvoorbeeld nog reke-ningen uit 2012 betaald worden. Er wordt gevraagd waarom niet gekozen is voor het systeem van automa-tische afschrijving. De penningmeester wil niet tegelij-kertijd twee systemen hanteren. Als de contributie dit jaar niet na 2 maanden betaald is, wordt de toezending van Pomospost stopgezet.Het aantal leden is 740, er zijn 41 nieuwe leden en 26 opzeggingen. Aan de inkomstenkant is er een achter-stand bij de contributiebetalingen en bij de adverten-ties. Aan de uitgavenkant is te zien dat het drukken van één Pomospost nog niet meegenomen is. Post 10 moet zijn: betalingsverkeer, het gaat om een bedrag van 750 euro, voor de contributiebrief inclusief portokosten. Naar aanleiding van post 13 wordt gevraagd wat het on-derhoud van de website kost. De webmaster en de boekhouder krijgen beide 1500 euro per jaar. De post Bataviagroep is apart geboekt. Op verzoek van de ver-gadering worden de bestuurskosten toegelicht: het be-treft notariskosten van de samenwerkingsovereen-komst met de Fruithof, 2 keer een ALV en 2 keer een

vergadering met de regiovertegenwoordigers, in Elburg en Nagele. Griet Bergsma vindt de bestuurskosten hoog. Er is een vraag over de kosten van het collectiebe-heer: m.i.v. 2013 krijgt de Fruithof 20% van de contribu-tie-opbrengst. Er wordt gevraagd waarom de begroting voor 2014 er niet bij staat, dat is gebruikelijk bij verenigingen. De begroting is vorig jaar oktober gepresenteerd en hoeft hier niet vermeld te worden.In de najaars-ALV worden de financiële stukken vast-gesteld. De kascommissie bestaat uit Janne Thijms en Angela Wolbers. In het herfstnummer van Pomospost en op de website worden ze gepubliceerd.

Agendapunt contributieverhogingVoorgesteld wordt een contributieverhoging van € 1,-. Reden: de toelage van de NPV aan de Fruithof. Verder heeft PostNL de portokosten verhoogd. Er wordt bij handopsteking gestemd: 18 leden zijn voor de contributieverhoging. Hiermee is het voorstel aan-genomen.

9. Rondvraag1. Er wordt opgemerkt dat er tegenstemmers zijn ge-

weest, terwijl er geen andere kandidaat was inge-diend. Goede opmerking. Zal de volgende keer an-ders gaan.

2. Een ander merkt op dat er op één papiertje voor allen gestemd had kunnen worden. Prima idee.

3. Er wordt gevraagd waar de informatie voor deze ver-gadering stond, deze was nergens te vinden, de noti-tie Fris en Fruitig was niet te vinden. Er wordt ver-zocht deze weer prominent op de website te zetten. Dit zal gebeuren.

4. Bij een bestuurswisseling mogen de secretaris en de penningmeester niet beide in 1 jaar aftreden, zie het rooster van aftreden: het staat voor 2015 gepland. Hiervoor is aandacht.

5. Er wordt gevraagd of er wat meer inhoudelijke zaken aan de orde gesteld kunnen worden in de volgende vergadering. Dit vindt het bestuur ook. Het wordt opgepakt.

6. Er is vandaag niets gezegd over de jubileumviering en de vragensteller heeft er ook niets over kunnen vin-den. Hoe staat het ermee? Hierop wordt geantwoord dat de jubileumappel is besproken in Pomospost voorjaar, er is een brief verstuurd naar leden die kwe-

Charley Erkens overhandigt de voorzittershamer aan Tamme Katuin.

Nieuw bestuurslid: Cees Verharen.

Page 8: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 20148

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

ker zijn en leden die kunnen enten, er wordt in de zo-mer een jubileumnummer van Pomospost uitge-bracht en er zal extra aandacht voor het jubileum zijn tijdens de Souvenirs van Eeuwen. Naar aanlei-ding hiervan vraagt Teun Kooistra of hij ook een brief zou kunnen krijgen over het enten. Hij krijgt alsnog een brief. Verder mist hij uitnodigingen voor bezoeken aan bijv. bijzondere tuinen. Zal zoveel mo-gelijk worden opgenomen in de Pomospost.

7. Wanneer kunnen leden op de Fruithof komen kij-ken? Elke woensdag werken de vrijwilligers daar.

8. Hoe staat het met de determineercursus? Het be-stuurslid Tamme Katuin deelt mee dat dit punt in de eerstvolgende bestuursvergadering wordt bespro-ken.

De voorzitter Charley Erkens sluit de vergadering en daarna sluit de nieuwe voorzitter Tamme Katuin de vergadering officieel. Deze bedankt Charley Erkens voor alles wat hij voor de vereniging heeft gedaan.

Nieuw bestuurslid stelt zich voorAnnemiek Dorland

In de afgelopen ledenvergadering ben ik be-noemd tot bestuurslid. Ik woon samen met mijn man en kinderen in de Beemster, Noord-Holland en wij hebben daar een collectie-boomgaard van ongeveer 200 soorten op 1,6 hectare grond. De boomgaard is 20 jaar gele-den door ons aangeplant met een brede wind-singel van vruchtdragende struiken en bomen. Wij zijn samen veel in de tuin bezig met snoeien, enten, oogsten en natuurlijk verwerken van de appels, peren, pruimen en walnoten. Ook hebben wij kleinfruit, zoals frambozen, zwarte en rode bessen, josta-, kruis- en wijnbessen. Kortom een grote pluktuin. Daarnaast ben ik regiovertegenwoordiger van de NPV en bestuurslid voor de fruitrassententoonstelling van de POMolo-gische Vereniging Noord-Holland. Annemiek Dorland

Op 2 september is er een excursie naar pomologisch interessante lo-caties in Zuidoost-Drenthe.

Dit najaar wordt door de Groep Noord gestart met een determina-tiecursus. Degenen die hiervoor be-langstelling hebben getoond, wor-den uitgenodigd om alvast de deter-minatiedagen bij te wonen.

Begin 2015 wordt een herhalings-cursus snoeien gegeven in Slochte-ren.

De bewonersgroep ‘Ons Park’ in de Blauwe Stad is aangeboden een snoeicursus te geven voor de boom-gaard van 100 oude fruitrassen die wordt aangeplant. Deze bewoners-groep heeft met haar boomgaard-project de Tine Clevering-Meijer

Prijs gewonnen (een aanmoedi-gingsprijs die is ingesteld door het Prins Bernard Cultuurfonds, afde-ling Groningen).

Er komt een eenvoudige website waarop de activiteiten staan ver-meld (voor de activiteiten in de ko-mende maanden, zie de agenda van dit nummer van Pomospost).

Mededelingen van de Vrienden van het Oude Fruit

Acht jaar geleden zijn wij begonnen met een kwekerij van historische fruitrassen en na drie jaar in om-schakeling te zijn geweest van een gangbare naar een biologische kwe-kerij, is het in september zo ver dat wij het EKO-keurmerk mogen voe-ren.

Dit vinden wij het moment om dit te vieren en we nodigen iedereen uit om er met ons een gezellige dag van te maken. Dit willen wij doen

met een open dag op 13 september 2014 van 10.00 tot 17.00 uur. Er zijn meerdere activiteiten, zoals boom-verzorging, verkoop van bomen in pot en info over buurtmoestuinen en over Velt (Vereniging Ecologi-sche Leef- en Teeltwijzen), rondlei-dingen over de kwekerij met uitleg over wat er daarop groeit en bloeit.

De Vrienden van het Oude Fruit verzorgen determinatie van meege-bracht fruit. Zij starten op deze dag

een determinatiecursus. Voor meer informatie over deze cursus en voor opgave kunt u bellen met Jan Woltema, 06-13988744.

Wij hopen jullie te zien op de kwe-kerij de Baggelhof, Baggelveld 2, 9312 VE Terheyl (Nietap). Tel. 06-11518397. Zie voor meer informatie onze website: www.baggelhof.nl.

Lubbert en Monica Dijk

Kwekerij Baggelhof houdt open dag

Page 9: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOLOGIE

POMOSPOST ZOMER 2014 | 9

Ze smaken prima, deze kleine haar-loze minikiwi’s ter grootte van een kruisbes. Je kunt ze direct van de klimplant eten en ze hoeven niet geschild te worden.

Minikiwiplanten zijn ijzersterk, woekeren niet, vrezen geen vorst en leveren emmers zoete bessen op. De plant is beter bestand tegen strenge vorst dan de gewone kiwi. De enige nadelen zijn dat de plant neigt naar beurtjaren en dat het plukken van de vele kleine vruchten arbeidsin-tensief is, maar voor het eigen ge-bruik is dat laatste geen probleem.

Wel zijn er de laatste jaren veel ras-sen geïntroduceerd en het is nog niet duidelijk welke ervan geschikt zijn voor ons klimaat. Goede rassen

moeten laat uitlopen vanwege het nachtvorstrisico, een leuk blosje hebben en gelijktijdig rijpen.

Herkomst De minikiwi (Actinidia arguta) of kiwibes is een oude fruitsoort uit Oost-Azië (China, Japan, Korea), die volgens onderzoek al in het Tertiair voorkwam. In 770 na Christus werd de minikiwi voor het eerst beschre-

ven. De plant werd al snel in Europa en Azië gecultiveerd, vooral in bota-nische tuinen. De oorspronkelijke naam was Mantsjoerijse kruisbes. Deze kiwisoort is beter geschikt voor ons klimaat dan de gewone kiwi.

Een botanisch verwante soort is de Siberische minikiwi (Actinidia ko-lomita). Deze heeft kleine, kale groene en erg zoete vruchten. De mannelijke planten plant men vaak om de decoratieve bladeren: wit, groen en rozepaars.

Minikiwi kweken is kinderspelDe teelt is erg makkelijk. Meer dan een zonnig stukje muur is niet no-dig om de bes te planten. De grond mag niet al te zuur zijn en moet vol-

doende vochtig zijn. De plant vraagt ’s zomers veel water. In een droge zomer kan het nodig zijn om extra water te geven. Een zeer be-schutte zonnige plaats op het zui-den is dan minder geschikt. De planten koop je in pot en je kunt ze het hele jaar door planten, hoewel herfst en lente de meest geschikte seizoenen zijn. Ze groeien prima op een half beschutte plek op het zui-

den of op het zuidoosten, over een pergola, tegen een hoge schutting van draad of langs een vrijstaande paal.

Minikiwi s zijn slingerplanten, die minder plaats en minder snoei vra-gen dan de gewone kiwi’s, want die kunnen al gauw een volledige gevel overwoekeren. De scheuten zijn korter en meer vertakt. Reken op 2 meter breedte per plant of per duo. Voor de bestuiving is het het beste om er twee bij elkaar te zetten, een mannelijke en vrouwelijke, net als bij kiwi’s (er bestaan ook al zelfbe-stuivende rassen). Plant ze tegen een muur, geef ze dan een klimsteun – ze kunnen niet op ei-gen kracht omhoog, zoals klimop.

Span om de 50 cm een gegalvani-seerde ijzerdraad horizontaal, zo’n 3 tot 5 cm van de muur, naar gelang de plaats die je hebt. Bind de hoofd-tak verticaal aan met een bindbuis, en top de zijscheuten een beetje in. Hou het jaar daarop twee sterke zij-takken (leggers) over, ter hoogte van de eerste horizontale draad, en bind ze vast.

Minikiwi of kiwibes

Bloesem van minikiwi. Verschillende kiwibessen.

POMOLOGIE

Page 10: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201410

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Uit die leggers groeien het derde jaar verticale scheuten: hou er daarvan aan weerszijden vier over en knip ze tot 60 cm in. Daaraan groeien de zij-takken, waarop na drie tot vijf jaar de eerste vruchten verschijnen.

Jaarlijks moet er flink gesnoeid worden, houd daarbij een paar lan-ge scheuten aan. Snoei kan het bes-te in het voorjaar plaatsvinden, voordat de plant uitloopt. Na zes jaar is een maximale opbrengst te verwachten.

Een minikiwi weerstaat vorst tot –30 °C, al kan een late lentenacht-vorst de jonge bloemknoppen jam-mer genoeg wel beschadigen en daarmee de oogst doen verminde-ren. Vanaf eind mei bloeit de kiwi-bes, met mooie witte tot roomkleu-rige bloemen, tot 3 cm diameter. Dat maakt hem meteen een mooie tuinplant.

Midden september zijn de eerste ki-

wibessen rijp. Dat is bijna twee maanden vroeger dan de klassieke kiwi’s. Ook al zijn de vruchten veel kleiner (tussen 3 en 5 cm), je kan ze wel zo in je mond stoppen, zonder ze te schillen. Ze smaken ook een stuk zoeter. Verwacht bij een vol-wassen kiwiplant een oogst van 20 kilogram.

Rijpe minikiwi’s trek je beter niet van de tak af (je kunt die beschadi-gen), maar knip ze af van de plant, al dan niet met een deel van de tak eraan, dat scheelt weer snoeiwerk later. Vers zijn ze het lekkerst. Rijpe kiwi’s kun je in de koelkast maxi-maal drie weken bewaren. De nog niet geheel rijpe, die tot jam en in desserts verwerkt kunnen worden, vele weken langer.

MinikiwirassenEr is een grote verscheidenheid aan vormen, kleuren en grootten van de verschillende rassen. Zo zijn er groene, rode en gele varianten van

bolrond tot eivormig. Verschillende van de onderstaande rassen zijn in België en Nederland bij gespeciali-seerde kwekers verkrijgbaar.

Actinitia arguta var. cordifolia is een botanische variëteit van de miniki-wi, afkomstig uit Japan en Korea. De planten hebben langere papier-achtige, hartvormige bladeren met paarse stelen. De bloemen zijn wit met paarse stampers. Goede pro-ductiviteit van ronde, zeer zoete vruchten, maar niet erg sappig. Minder productief.

Adam Mannelijk, bestuiver.

Ambrosia, ook wel Jumbo of Jumbo Verde genoemd, is een productief Italiaans ras dat van alle minikiwi’s de grootste vruchten geeft (10 tot circa 15 gram). De vruchten zijn groen tot groengeel van kleur en hebben een aangename zoetzure smaak. Dit ras draagt voornamelijk op lange scheuten.

Klimsteun voor minikiwi. Vruchten van minikiwi.

Snoei minikiwi na drie jaar. Streepjes: zomersnoei. Cirkeltjes: wintersnoei.

Verjongingssnoei van de minikiwi.

Page 11: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 11

Ananasnaja (6 tot 14 gram). Ook be-kend als Anna en vergelijkbare be-namingen. Eén van de bekendste rassen. De vruchten zijn overwe-gend groen, maar kunnen een rode blos hebben als ze aan de zon zijn blootgesteld. Goede productie met smakelijke vruchten die vanaf eind september rijpen.

Dr. Szymanowski. Hiervan bestaat zowel een mannelijke als een vrou-welijke plant. De laatste heeft groe-ne vruchten en is in september rijp.

Geneva Verte, nogal kleine vruch-ten: 4 tot 6 gram. Het is een pro-ductief Amerikaans ras van het Ge-neva Research Station (Genève/New York). Het vroegst rijpende ras met middelgrote vruchten die rood-bruin zijn gekleurd als ze zijn bloot-gesteld aan de zon. De smakelijke vruchten worden snel zacht en val-len bij rijping snel van de plant, vooral als de plant niet voldoende water ontvangt.

Issai, kleine vruchten, 2,5 tot 4,5 gram, soms groter. Een Japans ras, waarschijnlijk uit een kruising van Actinidia arguta met Actinidia po-lygama. In tegenstelling tot de meeste andere rassen is Issai twee-slachtig en daardoor zelfbestui-vend. Hij bloeit wat later dan ande-re minikiwirassen, waardoor hij als bestuiver van andere rassen minder geschikt is. Issai groeit minder krachtig dan de overige minikiwi-rassen en is daardoor geschikt voor kleinere standplaatsen. De plant komt snel in productie en kan al

vanaf het tweede jaar vruchten dra-gen. De vruchtdracht is echter ma-tig en de plant is alleen geschikt voor optimale standplaatsen. De goed smakende groene vruchten rijpen vanaf begin tot half septem-ber.

Julia, ook wel Sachsen-kiwi ge-noemd, is een ras dat in de deelstaat Saksen (Duitsland) is geselecteerd. Zeer productief. Goed smakende vruchten met de grootte van een hazelnoot.

Jumbo, zoete groene vrucht, half september rijp.

Ken’s Red, door de Nieuw-Zeeland-se veredelaar Ken Nobbs ontwik-keld uit een kruising van Actinidia arguta var. cordifolia met Actinidia melanandra. De vruchten hebben een gevarieerde kleurschakering van rood tot donkerrood in zowel het vruchtvlees als in de schil. De vruchten zijn redelijk groot en heb-ben een aangename smaak. Ze wor-den niet snel zacht. En vallen vaak snel van de struik zodra ze rijp zijn. Half september.

Maki ofwel Amdue is ook een vorm met rode, 2 tot 3 cm grote, vruch-ten. Dit ras is goed productief. De zoete vruchten hebben een goed aroma.

Meader female is een vrouwelijk ras dat is geïntroduceerd door Elwin Meader (Rochester - New Hamp-shire). Goede productie met smake-lijke middelgrote vruchten.

Meader male is een mannelijk ras, dat als bestuiver kan worden toege-past. Donkergroen sierlijk loof.

Nostino is een mannelijk ras, dat voor de bestuiving van vrouwelijke rassen kan worden gebruikt.

Polygama, 5 tot 9 gram. Nogal wis-selend van grootte. Plat rond, groen tot heldergroen met roodbruine dekkleur. Zoet aromatisch met lichtzure schil. Zeer productief.

Purpurna Sadowa is een Oekraïens ras dat is ontstaan uit een kruising van Actinidia arguta met Actinidia purpurea. Smakelijke middelgrote ovale vruchten, paars in de volle zon en groen in de schaduw.

Romeo is de mannelijke versie van de Sachsen-kiwi, die ook geschikt is voor de bestuiving van andere vrou-welijke rassen.

Sientibraskaya, groene vrucht. Eind augustus rijp.

Weiki, 4 tot 10 gram. Ook wel Bay-ern-kiwi of Weihenstephaner-kiwi genoemd, is een productief ras dat in Duitsland uit Ken’s Red. Smake-lijke, middelgrote groene vruchten met een rode blos, die bij rijpheid (oktober) niet van de struik vallen. De struik heeft ook een hoge sier-waarde omdat de donkergroene bladeren rode bladstelen hebben. Er bestaat ook een mannelijke vorm van Weiki, die geschikt is voor de bestuiving van vrouwelijke miniki-wirassen. Begin oktober.

Weima, mannelijk, goede bestuiver.

Minikiwi’s worden in Nederland slechts op enkele plaatsen professi-oneel geteeld. De onbekendheid van de bes en de arbeidsintensieve pluk maken het niet waarschijnlijk dat de teelt snel zal toenemen. Maar voor de particulier is de aanplant van de minikiwi zeker aan te beve-len.

Jan Veel

Teelt van kiwibes in containers in Randwijk.

Teelt van kiwibes in Randwijk.

Page 12: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201412

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Welke naam krijgt een fruitras en hoe spellen we die?Op het internet zie je dat er veel fouten worden geschreven in de plantennamen en ook is niet duide-lijk wanneer je hoofdletters of klei-ne letters moet gebruiken.

Internationaal geldt de Internatio-nal Code of Nomenclature for Culti-vated Plants (ICNCP). Deze regelt wereldwijd de naamgeving van cul-tivars (planten die gekweekt wor-den). Onderdeel van de regeling is het prioriteitsbeginsel. Dit zorgt er-voor dat elke plant slechts één cor-recte en geldige wetenschappelijke naam kan bezitten en dat de eerste wettige naam van na 1753 altijd voorrang heeft. Andere wetenschap-pelijke namen voor die ene plant worden dan synoniemnamen.

Belangrijke voordelen van het ge-bruik van wetenschappelijke namen zijn:• Slechts één naam voor één plan-

tensoort. Het voorkomt misver-standen.

• Universeel door alle plantkundi-gen en vakmensen overal in de wereld te gebruiken.

Alleen als door nieuwe botanische inzichten blijkt dat de naam foutief is omdat de plant tot een andere plantenfamilie behoort, wordt een naam gewijzigd. Bijvoorbeeld onze oude geraniums blijken pelargoni-ums te moeten heten.

Naamgeving in de landstaalDit principe geldt dwingend voor wetenschappelijke Latijnse namen. De vraag is of dit ook van toepassing is voor naamgeving in de landstalen. Daar werkt het principe niet goed omdat er geen wetenschappelijk fo-rum is die een bepaalde naam kan voorschrijven. Weliswaar kunnen overheidsinstanties voorstellen doen, maar de ‘markt’ gaat zijn eigen gang. Een bekend voorbeeld is de Schone van Boskoop, die in Neder-

land algemeen Goudreinette wordt genoemd. En als we teruggaan naar de eerste vermelding, dan stuiten we op het gegeven dat in oude pomolo-gische boeken en kwekerscatalogi namen en synoniemen door elkaar lopen en dat er allerlei spellingswij-zen worden gehanteerd. Een eerste vermelding blijkt later in de litera-tuur alleen nog als synoniem voor te komen. Knoop e.a. gebruiken soms een Nederlandse naam eerst en soms een Franse. Soms zien we soet en suur en renet in plaats van reinet-te.

Toch zijn ook hiervoor richtlijnen geformuleerd. De bovengenoemde internationale cultuurplantencode lost dit op met de richtlijn dat voor cultivars de oorspronkelijke lands-taal en de moderne spelling moet worden aangehouden. Als richtlijn geldt dan dat namen in de oude spel-ling als synoniemen gelden en de naam volgens de moderne spelling de handelsnaam wordt. We dienen daarom Beauty of Bath en Schöner von Nordhausen te gebruiken in plaats van Schone van Bath en Scho-ne van Nordhausen. Die laatste die-nen als synoniemen te gelden. De moderne spelling schrijft dus ook voor dat we Lunterse Pippeling en Rode Jopen schrijven en dat Lunter-sche Pippeling en Roode Joopen sy-noniemen zijn.

Fruitrassen krijgen tegenwoordig dus de handelsnaam van de taal van het land van herkomst, terwijl ze voor 1951 vertaald mocht worden in de eigen taal. Schone van Boskoop werd ooit bekend als Beauty of Bos-koop of Belle de Boskoop. Nu geldt dat de oorspronkelijke naam ge-bruikt moet worden, al trekt de han-del zich daar niets van aan: in het binnenland hebben we het vaak over de Goudrenet en in het buitenland heeft men het meestal simpelweg over Boskoop.

Dan is het probleem welke bena-ming het eerst gebruikt kan worden en welke als synoniem kan gelden. Het is weinig vruchtbaar om te dis-cussiëren over wat de ‘echte of ei-genlijke naam’ is van een vrucht. Het meest praktisch is om de naam-geving van de officiële Nederlandse rassenlijsten te gebruiken. Maar veel oude rassen komen daar niet in voor. Er zit dan niets anders op dan naast de gehanteerde naam tegelij-kertijd de vaak gebruikte oude syno-niemen erbij te vermelden, zodat ie-der weet welke vrucht we bedoelen.

Een nieuwe naam kan soms be-schermd zijn door het merkenrecht. Dat houdt in dat men fruit met deze nieuwe naam niet zonder toestem-ming van de merkenhouder op de markt kan brengen. Zo’n merknaam mag niet de naam van de moeder-boom hanteren. Elstar is bijvoor-beeld niet beschermd, ook niet als toevoeging. De mutant Elshof bij-voorbeeld mag alleen de merknaam Elshof dragen en niet Elstar Elshof heten. De naam Elstar geldt, evenals die van alle oude rassen, als beho-rend tot het publiek domein en kan niet als merknaam geclaimd wor-den. Ook mogen als merknamen geen Latijnse woorden gebruikt worden. Alle namen moeten in een moderne taal geformuleerd, al mo-gen verzonnen namen natuurlijk al-tijd...

Hoofdletter of kleine letter? Volgens de Nederlandse spellingsre-gels worden namen van appels, aardappels, druiven en andere vruchtenrassen in algemene teksten met een kleine letter geschreven: el-star, golden delicious, jonagold, jo-nathan, conference, doyenné du co-mice, gieser wildeman, chardonnay, corvina, gamay, merlot, sauvignon blanc. Een uitzondering geldt voor woorden die een aardrijkskundige of andere eigennaam aanduiden,

Page 13: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 13

bijvoorbeeld in de naam schone van Boskoop. In pomologische kringen wordt echter veel van deze officiële schrijfwijze afgeweken. Ook voor Pomospost hebben wij ervoor geko-zen om alle fruitnamen met hoofd-letters te schrijven vanwege de bete-re leesbaarheid.

In vakteksten (van biologen of in vakbladen bijvoorbeeld) worden vaak de volledige wetenschappelijke Latijnse namen gebruikt. De ge-slachtsnaam krijgt een hoofdletter, de soortnaam een kleine en de aan-duiding van een variëteit staat dan tussen aanhalingstekens geplaatst en krijgt wel hoofdletters: Malus do-

mesticus ‘Elstar’. Ook de toegevoeg-de naam van een mutant krijgt een hoofdletter. Maar of we nu Elstar of elstar schrijven, als we maar weten wat we bedoelen.

Jan Veel

De peer op de omslag

Clapp’s Favourite, of Clapps, zoals hij vaak kort genoemd wordt, is een bekende handpeer voor de late zomer, vroege herfst. De peer is vóór 1860 door Thaddeus Clapp in Dorchester (Massachusetts, USA) gewonnen.

Het is een grote geelgroene tot gele, lange peervormige vrucht met een vage, troebele oranje tot roodgele blos en wat vage rode strepen. De vrucht is overdekt met roestige tot rode stipjes. Verder is er weinig roest op de schil. Bijna smeltend vruchtvlees, sappig, rond het klokhuis wat korrelig, zoet en iets rins. De peer is meer of min-der aromatisch, afhankelijk van de grondsoort. Op zandgrond blijven de vruchten vaak smakeloos. Beter is voedzame vochtige grond. Ook zware koude grond is minder ge-schikt. Hij kan in harde toestand als compote- of stoofpeer gebruikt worden, kleurt dan geelwit bij het stoven. De boom groeit middel-sterk tot sterk en krijgt veel slap hangend hout. Hij komt laat op gang. Het kan wel 15 jaar duren

voordat een hoogstam gaat dra-gen, maar dan blijft hij goed en re-gelmatig dragen en kan daarom grote oogsten geven.

De soort is vatbaar voor schurft en is ook gevoelig voor aantasting door perenbloesemsnuitkever. Clapps werd vroeger, zowel door de handel als de consument, zeer gewaardeerd, maar is, zoals alle zomerperen, door de korte houd-baarheid uit de teelt verdwenen. Pluk- en consumptietijd ligt eind augus tus - begin september. De plukdatum mikt nauw. Ben je iets te vroeg, dan is de peer nog hard en smakeloos, pluk je iets te laat, dan gaat hij van binnen rotten.

Clapp’s Favourite met schurft.

Direct entenIn onze stad gebruik ik al een jaar of vier een stuk moestuin, waar ik ook fruitboompjes ent. Onlangs hoorde ik van een medetuinder, een Span-jaard, over een entmethode die ik nog niet kende. Deze Spanjaard ent volgens een methode die hij van zijn vader in Spanje geleerd heeft.

Ongeveer half tot eind maart neemt hij een eenjarig takje waarvan de bladknoppen nog in rust zijn. Hij snijdt er een stukje met drie ogen af. Dit snijdt hij aan en daarna snijdt hij een onderstammetje aan

en hij verbindt het direct volgens de bekende methode, plakenting of driehoeksenting. Vervolgens dekt hij de wonden af en zet het geënte boompje in de grond.

Voorwaarde voor deze methode is natuurlijk wel dat de soorten waar-van je ent, zich dicht bij de entplek bevinden. Het bijzondere van deze entmethode is dat het enthout, di-rect nadat het van de boom is ge-knipt, op de onderstam geënt wordt en niet in januari geoogst en in de koelkast bewaard wordt tot de ent-

tijd. (De enttijd is doorgaans pas in het begin van mei, als de sapstroom goed op gang is gekomen.)

Bij mij is dit gelukt met een Cox’s Orange Pippin op zaailingonder-stam. Misschien is dit een idee om eens uit te voeren in de collectie-boomgaard in Frederiksoord, waar veel soorten bij elkaar staan.

Peter van der Minne,

Deventer

[email protected]

Page 14: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201414

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Country Winery Voor verkoop van: * Resistente & bijzondere druivenplanten. * Bijzondere fruitplanten & oude fruitrassen. * BirdGard & Birdchaser vogelverschrikkers. * Nederlandse wijnen & wijnproducten. * Wijnproeverijen & cursussen. * Zorgkwekerij. Jipkesbeltweg 42 Nijverdal - Hulsen. Tel. 0548-623657, Mobiel: 06-38780384 www.Countrywinery.nl E-mail : [email protected] Geopend: donderdag, vrijdag en zaterdag van 10. 00 tot 17. 00 uur

VRUCHTBOMEN EN

KLEINFRUIT biologisch - dynamische KWEKERIJ DE VROLIJKE NOOT

Oosterbutenweg 2 8351 GH Wapserveen tel / fax 0521– 321580 www.devrolijkenoot.nl NL-BIO-01

skal 6148

verkoop van november tot mei vrijdag en zaterdag van 9.00 - 17.00 uur

overige dagen op afspraak

Snoeibedrijf De Boomgaard

T.050-5281399 M.06-25191441 [email protected]

www.snoeideboomgaard.nl

Voor: Deskundig snoeien van uw vruchtbomen Hulp/begeleiding bij snoeien (ook voor uw tuin) Snoeiadvies op maat Advies en onderhoud erfbeplanting Snoeicursus (individueel / groep) Meer….

VruchtboomkwekerijG. Snel

eigen kwekerij sind 1924

Het adres voor al uw vruchtbomen

breed assortimentook in zware bomenoude rassenkleinfruit, bessen enz.persoonlijk advies

bezoek onze website: www.fruitbomenkwekerij.nl

Huizerstraatweg 2 voor, Naardentelefoon: 035-5253712 / 06-22315559

Page 15: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 15

Karin Schneider.

Ingrid Marie. Karin Schneider.Ingrid Marie.

Ingrid Marie en Karin Schneider Het betere alternatief voor de Sterappel

Bij veel ouderen roept de naam Sterappel nostalgische gevoelens op en nog vaak wordt er gevraagd naar een boompje van de Sterap-pel. Als kind vonden we de rode ster zo mooi die je zag als je de ap-pel doorsneed. En de mooie rode kleur van de schil natuurlijk.

Maar de Sterappel heeft grote nade-len, want hij kan alleen op een ster-ke onderstam gedijen en draagt dan pas na een jaar of vijftien. Ook haalt de appel de kerst niet, terwijl ge-dacht wordt dat het een fraaie appel voor kerstmis is. Bovendien kan de fraaie rode kleur alleen door inten-

sieve zorg bereikt worden: tijdig plukken en dan uitspreiden op stro en van tijd tot tijd draaien in de zon.

Ingrid Marie en de donkerrode mu-tant ervan, Karin Schneider, zijn als kerstappels veel meer geschikt. Ui-terlijk lijken ze veel op de Sterappel: fraai donkerrood met witte stip-pen. Als je ze doorsnijdt, zie je ook rode stippen. Maar ze zijn wat lan-ger te bewaren, kleuren fraaier en smaken bovendien beter dan de Sterappel. Beide, Ingrid Marie en Karin Schneider, prefereren een koel en vochtig zeeklimaat. Dan krijgen ze hun lekkere Cox-aroma. Ze zijn vooral in gebieden rond de Oostzee veel aangeplant: Dene-marken, Zuid-Zweden, Noord-Duitsland (het Alte Land bij Ham-burg) en Polen. Bij ons is Ingrid Ma-rie vanaf de vijftiger jaren tot in de zeventiger jaren in de handel ge-weest. Tegenwoordig vinden we deze appel niet meer in onze win-kels.

Herkomst Het verhaal van de Ingrid Marie be-gint in de winter van 1908, die in Denemarken ongewoon streng was. Er heerste honger, mensen raakten verzwakt en er brak griep uit die veel mensen trof. Eén van de slachtoffers op maandag 9 maart was Ingrid Marie, dochter van Christine en Carl Madsen, een ge-respecteerde onderwijzer op de

dorpsschool van het gehucht Høed in de gemeente Glamsbjerg bij Flemløse op het Deense eiland Fu-nen. Het meisje werd slechts zes jaar oud. Volgens de overlijdensakte overleed ze na twee dagen aan de griep. Zij was door een leveraan-doening op vierjarige leeftijd al ver-zwakt. Ze werd begraven op het plaatselijke kerkhof van Flemløse, waar het familiegraf nog steeds be-staat.

Een zaailingappel kwam op tussen de frambozenstruiken van de tuin bij de dorpsschool. Toen deze in 1915 vruchten droeg, bleek dat ze heel goed smaakten en er ook fraai uitzagen. Carl Madsen nam contact op met de plaatselijke fruitteler M.H. Mose, die een paar vruchten naar de Deense pomoloog C. Mat-thiesen stuurde. Deze stelde voor om de appel naar de vindplaats van de appel te noemen: Glamsbjerg Reinet. De rouwende ouders wilden echter dat de appel naar hun doch-tertje werd vernoemd, zodat zij op die manier voort zou leven. Fruitte-ler Mose begon de Ingrid Marie te

Carl Madsen, vinder van de Ingrid Marie.

Page 16: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201416

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

verspreiden over het eiland Funen. Ze werden zo goed bevonden dat het ras al snel in heel Denemarken aangeplant werd en vandaaruit in Noord- en West-Europa. In Dene-marken is de appel in de winkels ook te koop als Høed Orange.

Als door een wonder leeft de geha-vende moederboom nog steeds, hoewel hij tientallen jaren verwaar-loosd is. Een groot deel van de kroon is bij een storm in 1958 afge-broken. Een kleine metalen pla-quette uit 1959 staat ernaast. De boom staat bij de voormalige school die nu een privéwoning is. Hij is vanaf de weg te zien. Het adres is: Høed Gamle Skole, Ebberupvej 27, bij Voldtofte, gemeente Glamsbjerg.

OuderbomenAltijd werd vermoed dat Ingrid Ma-rie een toevalszaailing was van Cox’s Orange en dit is bevestigd door recent Zweeds onderzoek. De vader blijkt de Deense appel ‘Guld-borg’ te zijn (genoemd naar een klein dorp op het eiland Lolland.

Ingrid Marie is later ook bekend ge-worden omdat het de vader is van onze Elstar (de moederboom daar-van is Golden Delicious). Andere nakomelingen zijn Alice, Aroma, Katje en Kim.

Karin Schneider Deze donkerrode mutant van In-grid Marie is rond 1950 gevonden op de kwekerij te Falster (Denemar-ken) van Axel Schneider en ver-noemd naar zijn dochter Karin Schneider. Een synoniem is Rode Karin Schneider. De soort is iets vruchtbaarder dan de gewone In-grid Marie.

Beschrijving In de beschrijving hierna gebruik ik het enkelvoud, want op het verschil in kleur na zijn de eigenschappen identiek voor de appels van Ingrid Marie en Karin Schneider.

Vrucht Kleine tot middelgrote vrucht, ge-lijkmatig rond en aan beide zijden iets afgeplat. De brede vlakke kelk-holte is wat geribd. De grote open kelk heeft opstaande blaadjes. De

steelholte is wijd, middeldiep en vlekkerig, netvormig grijsgroen be-roest. De steel is vrij lang, dun en houtig. De schil is glad, hard, vast en later zwak wasachtig. Aanvanke-lijk geelgroen, dan geel. Bij rijping krijgt de schil een krachtige donke-re bruinrode kleur die bij de Karin Schneider donker paars-rood kan worden. Op de schil zijn veel licht omrande stippen te zien. De vrucht is bedekt met een blauw waas. Vaak is er ook wat roest op de schil. De rode kleur kan ook onder de schil in het vruchtvlees te zien zijn. Het klokhuis is klein en uivormig.

Het crèmegele en soms wat groeni-ge vruchtvlees is grof van structuur, sappig, knappend en friszuur. Later wordt het droger, zachter en meli-ger. De smaak is mild wijnzuur, zoet en met een zwak Cox-aroma.

Oogst, rijptijd en bewaring De appels hangen meestal apart. Niet windvast. Daarom dienen ze tijdig geplukt te worden. Ze zijn plukrijp vanaf eind september tot begin oktober en kunnen kan al snel gegeten worden. Bij voorkeur dienen de appels op een koele en vochtige plaats in de buitenlucht bewaard te worden, anders rimpe-len ze snel en worden melig. Ze zijn dan bewaarbaar tot januari. Pas ge-plukte vruchten zijn het lekkerst. Regelmatige controle van bewaarde vruchten op slap worden en rotten is nodig. De oogst kan per boom, per regio en per jaar zeer uiteenlo-pend zijn.

Gebruik Prima handappel, die ook als sap-, moes- en taartappel te gebruiken is. Fraai op een fruitschaal.

Ziektegevoeligheid Goed gezond. Soms treden er bar-sten in de vruchten op, vooral de grote vruchten van jonge bomen, die daardoor snel aangetast worden door monilia en gaan rotten. Ten gevolge van het kleinvruchtigheids-virus waarbij veel appels te klein bleven, is hij na de zestiger jaren bij-na niet meer aangeplant (tegen-woordig zit dit virus in oude ker-senaanplanten in België). In 1975 is de Ingrid Marie daarom van de ras-

senlijst (van aanbevolen rassen) af-gevoerd. De vruchten van oudere bomen hebben weinig last van scheurtjes, maar blijven kleiner. De vruchten zijn enigszins gevoelig voor stip. Op nattere slechte gron-den is de soort enigszins kankerge-voelig.

Bloei en bestuivingDe boom bloeit middelvroeg met grote bloesems die sterk roze ge-kleurd zijn. De Ingrid Marie is rede-lijk zelfbestuivend, maar een be-stuiver vergroot de oogst. De bloe-men zijn matig vorstgevoelig. Goede bestuivers zijn Cox’s, James Grieve, Lombarts Calville.

Boom De appel kan zowel op sterke als zwakke onderstammen geteeld worden (M9 valt op lichte gronden af te raden, omdat er te veel te klei-ne en gebarsten vruchten voorko-men, die vruchtrot geven). Hij groeit matig sterk met rechtop-staande takken die zich sterk ver-twijgen. Op een sterke onderstam wordt het op den duur een grote boom met een brede dichtvertakte kroon. De boom draagt al snel, maar heeft last van beurtjaren.

Een hoogstam Ingrid Marie kan al-leen met lange ladders geplukt wor-den. Praktischer is het daarom een halfstam op een zwakkere onder-stam te kiezen.

Besluit Voor particulieren, vooral in de kustprovincies - in vochtige stre-ken krijgen ze het lekkerste aroma - zijn Ingrid Marie en Karin Schnei-der interessante rassen vanwege de gemakkelijke teelt, de goede smaak en de pracht van de vruchten.

Jan Veel

Plaquette bij moeder-boom van Ingrid Marie.

Moederboom Ingrid Marie.

Page 17: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 17

Een aantal jonge appel- en peren-boompjes hebben veel last van win-tervlinder. Wat gebeurt er als ik die niet behandel met een chemisch middel? Gaan de boompjes dood? Ik heb de boompjes met lijmstof be-handeld in oktober 2013, maar dit had weinig effect. Hoe kan ik pre-ventief behandelen tegen deze kwaal? Is VBC een optie?

Nee, ze gaan niet dood. Maar door-dat al het blad opgevreten wordt, wordt het assimilatieproces dusda-nig verstoord dat er voor 2015 geen gemengde knoppen gevormd kun-nen worden. Zo kom je in een nega-tieve spiraal terecht. Wij hebben dat in 2009 op de Fruithof meegemaakt en omdat het perceel erg groot is, moesten we gebruik maken van Ba-cillus Thuringiensis (alleen met spuitlicentie verkrijgbaar). Dat heb-ben we twee jaar achtereen ge-bruikt en dat hielp goed. Vorig jaar hoefden we het al niet meer te ge-bruiken tegen wintervlinder.

Ja, de ervaring met lijmstof is ver-schillend. Als men in buurt van ei-kenbomen zit, zullen er ook rupsen van de eikenbomen de fruitaanplant inwaaien. En het grote nadeel vind ik persoonlijk dat op dit moment (30 april), door het aanbrengen van die lijmband, de oorwurmen niet de boom in kunnen kruipen. Deze oor-wurmen zouden ook heel wat rups-jes kunnen verorberen (natuurlijke bestrijding).

Ik ben een tegenstander van het ge-bruik van VBC en waarom? Ik ben 40 jaar professioneel fruitteler ge-weest, opgegroeid met VBC (oude formuleringen nog) en de resultaten vielen vaak tegen. Hoe kwam dat? De boom moet als het ware gewas-sen worden met die VBC-bespuitin-gen (1000 liter spuitvloeistof omge-rekend per ha). Het zal duidelijk zijn dat niet alles even goed geraakt kan worden, zeker als de bomen wat ou-der zijn. Maar nu komt misschien nog wel het belangrijkste: het voor-komt ook dat de natuurlijke vijan-den zoals roofmijten en roofwant-sen, die ook op de bomen overwin-teren, uitkomen. Ik zou willen zeggen: denk hier eerst goed over na alvorens VBC in te zetten.

Is er dan niet iets dat tegen deze kwaal werkt? Ja, bekijk eens of er bij u de mogelijkheid is om kippen er-onder te laten lopen. Zij zullen de rupsen die op de grond vallen direct opeten. Daarmee voorkom je de schade van dit jaar niet, maar je zal moeten kiezen wat het beste bij je past. Als je de kippen niet los wilt la-ten lopen, zou een mobiele kippen-ren een oplossing kunnen zijn (die verplaats je elke dag een stukje). Ook werkt de inzet van kippen erg goed tegen zaagwespen en fruit-mot.

Marten Pelleboer

VRAAG EN ANTWOORD

Wat doe ik tegen schade wintervlinder?

Zomerrietpeer

Van één van onze lezers, Hans van Beeck Calkoen, kregen we de volgende reactie op het arti-kel over de Winterrietpeer en an-dere rietperen in het winternum-mer:

Mijn ervaringen in het verleden met de vruchten van de Zomer-rietperen dateren van enkele ja-ren terug, toen de boom nog vruchten gaf. Omdat het een erg hoge boom is, was het plukken van de vruchten lastig. Meestal vielen ze er rijp af. Ze zijn dan maar heel kort houdbaar en worden ook al aan de boom aan-getast door wespen en vogels. Ze zijn heel zoet en geurig. Rijp eind augustus begin september. Te verwerken als moes. Ze ko-ken meteen kapot. Rietperen-moes is heel geurig. In onze fa-milie werden ze vanouds als moes gegeven bij flensjes. Mijn zuster verwerkte ze een keer door het beslag, maar dan gaat veel van de geur verloren.

Mijn opmerkingen ten aanzien van de tekst van het artikel be-treffen de korte houdbaarheid en dat ze eind augustus al rijp zijn of de eerste week van sep-tember en dat je ze meteen moet verwerken.

Hans vroeg ook waar nog een boom van het ras te krijgen was en kreeg bericht terug dat deze bij kwekerij Baggelhof te Nietap in het assortiment staat (zie ad-vertentie in ons blad voor het adres).

Jan Veel

Page 18: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201418

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Wat is de oorsprong van de naam Juttepeer? Komt het van Jodenpeer of is het misschien afkomstig uit het Arabisch? In oude pomologische boeken heb ik nergens een mededeling over, of ver-klaring van, de herkomst van de naam kunnen vinden. De vraagstel-ler vermoedt dat de naam Juttepeer een verbastering zou zijn van ‘joden-peer’. Dit vermoeden kan te maken hebben met het feit dat de Juttepeer een bekende marktvrucht was, dat veel joden marktkooplieden waren en dat een van de synoniemen van Juttepeer ook Jodenpeer is. Dit is overigens een foutief synoniem, want deze naam hoort bij een ander perenras dat officieel Jodenpeer heet.

Het vermoeden dat Juttepeer van Jodenpeer komt, zou versterkt kun-nen worden door een andere toe-passing van ‘jutten’, namelijk in de uitdrukking Sint Juttemis, dat een verbastering zou kunnen zijn van ‘jo-denmis’. Sint Juttemis is een dag die nooit zal komen, want joden zullen natuurlijk nooit een mis vieren! Maar er is nog een heel andere verklaring voor Sint Juttemis, namelijk dat met de paus Sint Jut de vrouwelijke paus Johanna werd bedoeld, en een pau-zin zou nooit een mis krijgen.

Maar er is ook een argument dat juist tegen herkomst van het woord ’jodenpeer’ pleit. De Juttepeer werd namelijk al in de middeleeuwen in geschriften vermeld (in 1435 worden twee Jueteperen geleverd voor de boomgaard van de abdij van Averbo-de, bijvoorbeeld). De joden vestig-den zich pas na de middeleeuwen in wat grotere aantallen in de Neder-landen. En pas in latere eeuwen mochten ze openbaar op markten handeldrijven. Dit maakt het minder waarschijnlijk dat de middeleeuwse naam jut een verbastering van jood is.

De officiële naam is bovendien vol-gens de oudste Nederlandse woor-denboeken geen Juttepeer, maar simpelweg Jut. In Franse, Engelse en Duitse pomologische literatuur wor-

den verwante synoniemen als Yut, Yutte, Jutjes en Yat gebruikt, waarbij soms vermeld wordt dat de oor-sprong Hollands is (zie Leroy, Dicti-onnaire de Pomologie (Tome II, Poi-res, blz 762-763).

En het synoniem Jodenpeer/Juden-birne is overigens een van de vele sy-noniemen van de Jut, die verder geen van alle verwijzen naar Joden, zoals Belle Gabriele, Fondante Batave, Graue Sommer Butterbirne, Grise Bonne, Gute Graue, Poire de la Foret en vele andere.

Er zijn ook andere suggesties moge-lijk: een verbastering van oude Ger-maanse woorden als Jort = smal, of Lude/Jude = een harde plant.

In de stad Utrecht op de Neude be-stond er in oktober van oudsher een Juttenmarkt, waarvan de naam ver-wijst naar jutten = boerenknechten, dienstbodes werden jutjes genoemd. Op die markt konden ze zich aanbie-den voor een nieuwe baan. Later werden de jongemannen ook wel jennen genoemd en de meisjes jut-ten. Op de Jutjes- of Boerinnenza-terdag kwamen alle boerenmeiden die een dienst zochten, op de Neude staan, met een takje in de hand. Was de huur gesloten, dan brak men het takje. Mogelijk is die naam een over-blijfsel van het bovengenoemde woord Lude/Jude, dat ‘hard gewas’ betekent.

Er zijn nog andere mogelijkheden. Misschien is er een relatie met het in de twaalfde eeuw vermelde adellijke geslacht Jut, met de vrouwennaam Jut ( van Judith) of met de oude Ger-maanse volksstam Juten/Jutten, waarnaar het Deense Jutland is ge-noemd. En wie weet is er, zoals de schrijver suggereert, een relatie met het Arabisch. Of er een Arabisch woord is dat aan het woord jut ver-want is, zou iemand die Arabisch kent moeten weten, maar zo iemand ken ik niet.

Met jutten (zoeken op het strand) heeft de Juttepeer niets van doen, en ook niet met de kop-van-jut. De ker-misattractie ontstond in het einde

van de negentiende eeuw. In die tijd werd het nieuws beheerst door Hen-drik Jut, die een rijke weduwe en haar dienstmeid had vermoord en zich daarmee bij de bevolking niet geliefd had gemaakt. Bij de kermisattractie werd dan ook gezegd: “Verbeeld je maar dat het de kop van Jut is!”

Evenmin heeft de Juttepeer iets te maken met het Amsterdamse jutje, wat een verbastering is van joetje (bedrag van een tientje).

We moeten vrezen dat de oorsprong van de naam Juttepeer in de nevelen van de geschiedenis blijft gehuld. Net als van andere oude fruitrassen, die soms al in de middeleeuwen be-kend waren, zoals Dirkjespeer, Fop-penpeer, Haantjespeer, Louw-tjespeer en IJsbout.

Jan Veel

Juttepeer

Ik heb een stuk land gekocht en daar wil ik fruitbomen op zet-ten. Nu ligt er een verwaarloos-de sloot langs dat perceel en wil ik die sloot uit laten baggeren en de baggerspecie over de aan te leggen boomgaard uitbren-gen. Is dat een goed idee?

Bagger heeft wel bemestende waarde, maar in de bagger uit sloten in Nederland kunnen nog steeds verontreinigingen voor-komen, zelfs in agrarische gebie-den. We moeten denken aan koolwaterstoffen, zware meta-len en bestrijdingsmiddelen. Ernstig verontreinigde bagger-specie wordt afgevoerd naar speciale slibdepots en vervol-gens verwerkt. Het lijkt mij dan ook raadzaam om eerst die bag-gerspecie te laten onderzoeken op mogelijke verontreinigingen alvorens deze over het land uit te brengen. Misschien kan het waterschap u doorverwijzen naar een geschikt onderzoeks-bureau.

Marten Pelleboer

Bagger

Page 19: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 19

t/m 1 nov.: Kantexpositie ‘Kapelle 4t kant’. Fruit-teeltmuseum, Annie M.G. Schmidtsingel 1, Kapelle (ZL). Tentoonstelling van Lierse kant, naaldkant en kloskant, met als belangrijk thema fruit. Demonstraties. Info: www.zeelandzetkantinbeeld.nl.

13 juli: KERS 2014. 11e Euregionale kersen-happening. Landcommanderij Alden Biesen, Kasteel-straat 6, 3740 Bilzen, België. Fruitexpo met rondleidingen door historische Hertenberg-kersenboomgaard (6 ha) en andere activiteiten. Open van 10.00 tot 17.00 uur. Entree: gratis. www.boomgaardenstichting.be.

16 aug.: Luingehof, Borgsingel 9, Bierum. De Vrienden van het oude fruit, groep Noord, zijn aanwezig om uw fruit te determineren.

23 aug.: Cursus Ziekten en plagen in de fruit-tuin. POMologische Vereniging Noord-Holland. In IJs-clubgebouw Bamestra, Nicolaas Cromhoutlaan, tegen-over de Kerkhoflaan te Middenbeemster. Aanvang 9.00 uur. Aanmelden: [email protected].

23 aug.: Workshop zomersnoei appel- en pe-renbomen. Fruithof Frederiksoord. Tijd: 10.00-15.00 uur. Kosten: € 47,50. Aanmelden: [email protected].

23 aug.: Boerenerfdag. Locatie: Aardbeienkwe-kerij De Ruiter, Voompad 28, Genderen. De Vrienden van het oude fruit, groep Oost, zijn aanwezig om uw fruit te determineren.

27 aug.: Workshop zomersnoei appel- en pe-renbomen. Fruithof Frederiksoord. Tijd: 10.00-15.00 uur. Kosten: € 47,50. Aanmelden: [email protected].

31 aug.: Pruimentijd, Muiderslot. Pruimen proeven, tuinrondleidingen, kennis maken met bijzon-dere vergeten groente- en fruitrassen. 12.00 uur tot 17.00 uur. Herengracht 1, Muiden. Tel. 0294 256 262, www.muiderslot.nl.

5 - 7 sept:. Landlevendagen. Locatie: Openlucht-museum Arnhem, Hoeferlaan 4, Arnhem. De Vrienden van het oude fruit, groep Oost, zijn aanwezig om uw fruit te determineren.

Agenda 6 sept.: Open dag in de collectieboomgaard van de POMologische Vereniging Noord-Holland, Vol-gerweg 26, Midden-Beemster.

13 sept.: Open middag in de Abdijtuin, activi-teit van POMologische Vereniging Noord-Holland. Kaar-senmakerij, Vennewatersweg 27, Egmond-Binnen.13 sept.: Open dag Vruchtboomkwekerij De Baggelhof, Baggelveld 2, Nietap. De Vrienden van het oude fruit, groep Noord, zijn aanwezig om uw fruit te de-termineren.

17 sept.: Workshop snoeien van pruimenbo-men. Fruithof Frederiksoord. Tijd: 10.00-15.00 uur. Kos-ten: € 47,50. Aanmelden: [email protected].

19 sept.: Workshop snoeien van pruimenbo-men. Fruithof Frederiksoord. Tijd: 10.00-15.00 uur. Kos-ten: € 47,50. Aanmelden: [email protected].

20 sept.: Fruitcorso Tiel 2014. Appels, peren, no-ten, zaden, paprika’s en druiven, allemaal maken ze deel uit van de corsostoet die het derde weekend van septem-ber door de straten van Tiel trekt. Vanaf 13.00 uur. www.fruitcorso.nl.

19 - 21 sept.: Culinair Fraeylema. Locatie: Fraeyle-maborg, Hoofdweg 30, 9621 AL Slochteren. De Vrienden van het oude fruit, groep Noord, hebben een informatie-stand pomologie, determineren uw fruit en er is een klei-ne expositie van oude fruitrassen.

27 sept.: Bijenmarkt Eerbeek, Grand Café De Korenmolen, Kanaalweg 3, Eerbeek. De Vrienden van het oude fruit, groep Oost, zijn aanwezig om uw fruit te de-termineren.

27 sept.: Openluchtmuseum Themapark De Spitkeet, De Dunen 3, Harkema (Friesland). De Vrienden van het oude fruit, groep Noord, zijn aanwezig om uw fruit te determineren.

28 sept.: Appeldag Winterswijk. Locatie: Ver-enigingsgebouw Wilhelmina Kotten, Meester Meinen-weg 1, Winterswijk. De Vrienden van het oude fruit, groep Oost, zijn aanwezig om uw fruit te determineren.

4 en 5 okt.: Souvenirs van Eeuwen 2014. Tweejaar-lijkse tentoonstelling van oude fruitrassen en allerlei ac-tiviteiten rond het kweken, oogsten en verwerken van fruit. Met speciale aandacht voor het 25-jarig bestaan van de NPV en voor de jubileumappel, de Glorie van Holland. Plaats: Fruithof Frederiksoord, Majoor van Swietenlaan, Frederiksoord. www.fruithof-frederiksoord.nl.

Voor het workshopprogramma snoeien en enten van fruitbo-men in de Fruithof in Frederiksoord, zie de achterzijde van deze Pomospost.

KERS, kersen- tentoonstelling in Bilzen, België

Page 20: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

Marcel Tross Pomoloog

Advisering in: Aanleg en onderhoud Boomgaarden, boominspectie Vitaliteits-onderzoek Bodemanalyse Cultuurtechniek

Koeweidendijk 25, 7161 RJ Neede Telefax: 0545-293003, mobiel: 06-22330626

E-mail: [email protected] www. pomoloog.com

www.dewiltfang.nl

0346 - 218111 voor catalogus Postbus 41, 3738 ZL Maartensdijk

De Wiltfang Goed tuingereedschap per post

J. Bruin klimmaterialen

HOUTEN DRIEPOOTLADDERS LEVER-BAAR in 10, 11 en 12 sports

Buurt 21A, Postbus 19, 1679 ZG Midwoud

telefoon: 0229 - 201 212 e-mail: [email protected] www.bruinklimmaterialen.nl

Alternatieve Boomkwekerij

Boomkwekerij Hendrik ten Elsen

Wij geven u persoonlijk een deskundig en uitgebreid advies over het ruime assortiment oude vruchtboomrassen. U bent van harte welkom maar belt u eerst even. Tevens voor advies en uitvoering aanleg en onderhoud van boomgaarden.

tel.: 0545-293065 e-mail: [email protected] Kempersdijk 50A, 7161 RG NEEDE

Verkoop van onze produkten in Noord-Nederland wordt verzorgd

door kwekerij “de Baggelhof”. Voor info zie: www.baggelhof.nl

Bezoek ook onze website: www.tenelsen.nl

| POMOSPOST ZOMER 201420

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Oproep Glorie van HollandHeeft u een Glorie van Holland in de tuin? Ziet het ernaar uit dat u een goede oogst krijgt? Als u een deel van de appels wilt

afstaan, willen onze vrijwilligers ze graag verkopen op de Souvenirs van Eeuwen 2014 ten bate van de NPV.

Laat u het svp even weten aan Marianne van Lienden, tel. 0593-562222, [email protected]

Page 21: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 21

BUITENGELUIDEN

Symposium Met oude fruitrassen de toekomst in

Verslag van lezing over het bewaren van genetische bronnen

In de vorige Pomospost stond een verslag van de feestelijkheden ter gelegenheid van het 10-jarig be-staan van de boomgaard van de POMologische Vereniging Noord-Holland op 13 december 2013. De vereniging hield op die dag ook een symposium rond het thema ‘Met oude fruitrassen de toekomst in’.

De zaal was vol met tachtig geno-digden en belangstellenden die ge-interesseerd luisterden naar de voordrachten. De heer Bert Visser, directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van de Universiteit Wage-ningen, was een van de sprekers. Zijn voordracht ging over de activi-teiten van het CGN en over het be-houd van diversiteit op het gebied van oude appelvariëteiten in appel-collecties. Hieronder volgt hiervan een verslag.

De missie van het CGN Het CGN wil bijdragen aan het be-houd en duurzaam gebruik van ge-netische bronnen van gewassen, dieren en bomen. Daarmee wil het bijdragen aan voedselzekerheid, een meer duurzame productie, ont-wikkeling van het platteland en be-houd van het cultureel erfgoed.

Het centrum heeft al veel gedaan aan het opbouwen van zo breed mogelijke collecties van groenten, fruit en aardappelen. Ook zeldza-me landbouwhuisdierrassen en in-heemse bomen en struiken vallen onder het aandachtsgebied. Vaak vinden we oude rassen leuk of mooi. Maar ze zijn ook belangrijk voor het behoud van biodiversiteit

(verscheidenheid aan levensvor-men) en mogen daarom niet ver-dwijnen.

GenenbankEen van de activiteiten van het CGN is het behoud van de diversi-teit van gewassen. Door moderni-sering van de landbouw is de diver-siteit aan voedselgewassen enorm afgenomen. Ook zijn de gebieden waar wilde soorten groeiden, waar-onder ook de verwanten van onze cultuurgewassen, bedreigd geraakt door menselijke activiteiten en kli-maatsverandering.

Het CGN legt collecties aan van ge-wassen in een zogenaamde genen-bank: zakjes zaad van een bepaald ras of van wilde planten worden on-der gecontroleerde omstandighe-den opgeslagen. Dit wordt ex situ conservering genoemd. Daarnaast wordt levend materiaal in stand ge-houden. Als dit gebeurt op een boe-renbedrijf, wordt dit in situ conser-

vering genoemd. Zo beheert de Bo-tanische Tuin van de Radboud Universiteit in Nijmegen een uitge-breide levende collectie van wilde niet-knoldragende Solanaceae-soorten (Nachtschadefamilie, bij-voorbeeld tomaat, paprika). Deze collectie behoort tot de Stichting Nationale Plantencollectie en is uniek in de wereld. De Oranje LijstDe stichting De Oerakker heeft, sa-men met de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren, een nationaal in situ plan opgesteld om de aandacht te vestigen op al het werk dat gedaan wordt om het Ne-derlandse erfgoed levend te hou-den. Er is een Oranje Lijst opgesteld van ruim 5000 land- en tuinbouw-rassen die geteeld werden in de pe-riode vanaf 1850 tot aan de Tweede Wereldoorlog. De lijst is ‘oranje’ omdat deze rassen in hun voortbe-staan bedreigd worden. De lijst laat zien welke rassen nu nog in de han-del verkrijgbaar zijn. Ook staat erbij of ze in een genenbank bewaard worden en zo ja, welke.

De heer Bert Visser, directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland.

Page 22: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201422

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Daarnaast heeft het CGN, onder de vlag van De Oerakker, een boekje over deze Oranje Lijst opgesteld. Het beschrijft een 20-tal oude groente- en aardappelrassen uit de Oranje Lijst en geeft aan waar deze nog verkrijgbaar zijn. Want het gaat niet alleen om het bewaren van het erfgoed, maar vooral om het ge-bruik ervan.

Het plan is nu om de Oranje Lijst uit te breiden met een beschrijving van appelvariëteiten. De Oranje Lijst is doorzoekbaar en te down-loaden via www.oranjelijst.nl en het boekje hierover kan besteld worden per e-mail.

Verschillende appelcollectiesHet CGN beheert een eigen appel-collectie in Randwijk, met ongeveer 200 oude Nederlandse variëteiten. Diverse verenigingen en particulie-ren hebben in de afgelopen 25 jaar boomgaarden met historische fruitrassen aangeplant. Alle appel-collecties zijn min of meer toevalli-ge selecties uit Nederlandse appel-rassen. Er heeft uitwisseling van enthout plaatsgevonden, vaak als gevolg van individuele contacten tussen verzamelaars van oude fruit-rassen, bijvoorbeeld tussen Fruit-hof Frederiksoord, de POMologi-sche Vereniging Noord-Holland en Randwijk. Alle appelcollecties in Nederland maken met elkaar deel uit van het nationale erfgoed.

DNA-onderzoek appelsIn 2005 begon het CGN een onder-zoek waarbij 695 appelaccessies uit

verschillende Nederlandse collec-ties werden gekarakteriseerd. De collectie van de POMologische Ver-eniging Noord-Holland (POM NH) valt eronder en de collectieboom-gaard Fruithof Frederiksoord van de NPV is er ook één van.

Op de Fruithof verzamelden Hen-nie Rossel en Henk Houtman, bei-den pomologen, eerstgenoemde van de NPV, de andere van POM NH, en een vertegenwoordiger uit Wageningen het onderzoeksmate-riaal van de appelbomen. Ze verza-melden geen appels, maar bladeren. Daarna werd het DNA-materiaal in het laboratorium geïsoleerd en ge-analyseerd. Vervolgens werd het ge-bruikt om variatie in de DNA-volg-orde zichtbaar te maken.

Duplicaten en fouten in de benaming van appelvariëteitenOp basis van DNA-fingerprinting konden 475 van de 695 onderzochte accessies van elkaar worden onder-scheiden. Dit betekent dat 220 van de 695 onderzochte appelaccessies, ca. één derde, in principe overtollig is. Omdat veel duplicatengroepen bestonden uit materiaal met ver-schillende namen, wordt vermoed dat hier sprake is van synoniemen en van identificatie- en documenta-tiefouten. Duplicaten kwamen in mindere mate voor binnen collec-ties (33%) en in sterkere mate tussen collecties (67%).

Het CGN streeft naar verbeterde rasdeterminatie en -documentatie, naar veiligheidsduplicatie van uniek materiaal en naar het opspo-ren en verwijderen van interne du-plicaten.

Het doel van het onderzoek is niet alleen het in kaart brengen van de genetische diversiteit binnen en tussen Nederlandse appelcollecties. De data van dit onderzoek worden ook gebruikt bij het verifiëren en identificeren van rasnamen. Zo blijkt uit de DNA-analyse dat Rei-nette Rouge Etoilée en Sterappel genetisch identiek zijn. Omgekeerd is gebleken dat variëteiten met de-zelfde naam genetisch verschillend kunnen zijn. De Limburgse Belle-fleur bijvoorbeeld is een probleem:

de naam Bellefleur wordt voor meerdere verschillende appelrassen gebruikt.

Soms is er sprake van mutaties, d.w.z. dat de structuur van het DNA veranderd is. Meestal hebben muta-ties in het DNA weinig gevolgen: ze veranderen het genotype op een be-paalde plek, de DNA-volgorde van het individu die is geërfd van de ou-ders, maar niet het fenotype, het to-taal van alle waarneembare eigen-schappen (kenmerken) van een or-ganisme of individu. Het genotype

Zeldzame landbouwhuisdierrassenHet oud-Hollandse ras de Laken-velder is een voorbeeld van een zeldzaam landbouwhuisdierras. De Lakenvelder is een uniek en zeer zeldzaam Nederlands run-derras, dat al sinds 1200 na Chris-tus in ons land voorkomt en dat vooral herkenbaar is aan de witte band tussen de voor- en achter-poten om de borst en rug van een verder zwart of rood dier. De Lakenvelder is van origine een Nederlandse dubbeldoel-koe (voor de melk en het vlees) met opvallend beste benen, een goe-de vruchtbaarheid en een zeer hoge duurzaamheid. In de mid-deleeuwen kwamen Lakenvel-ders vooral op landgoederen voor. Dit leverde de Lakenvelder de bijnaam ‘kasteel- en parkrund’ op. Tegenwoordig lopen ze bij melkveehouders, hobbyboeren, natuurbegrazingsprojecten, zorgboerderijen en bedrijven met agrotoerisme.

Een van de Lakenvelders van een hobbyboer in Mantinge. Ze lopen begin april 2014 weer in de wei. Foto: Bart van Lienden

Verzamelen van blad voor het DNA-onderzoek.

Page 23: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 23

en de omgeving bepalen samen welk fenotype een appel bezit. Alle uiterlijke kenmerken samen zijn het fenotype.

Website gelanceerd In 2006 begon het CGN met een website: www.appelcollecties.nl. Deze geeft onder andere toegang tot een gemeenschappelijke data-base. Doel ervan is het bij elkaar brengen van de informatie over de afzonderlijke Nederlandse appel-collecties. Hierdoor ontstaat niet alleen een beter beeld van de sa-menstelling van de verschillende collecties, maar ook van de betrok-kenen op het gebied van appelcon-servering in Nederland. Daarnaast kan goed toegankelijke informatie over de verschillende collecties als hulpmiddel dienen bij het zoeken van materiaal van bepaalde rassen

en daarmee bijdragen aan de in-standhouding ervan. Op dit ogen-blik zijn er 2500 accessies van 16 verschillende appelcollecties in op-genomen.

Plannen voor de toekomstHet CGN gaat de gemeenschappe-lijke database met nieuwe gegevens aanvullen. Ook wil de organisatie het conserveringswerk efficiënter maken en de vergelijking van col-lecties en de samenwerking tussen collectiehouders verbeteren. En in de toekomst opnieuw samenwer-ken, bijvoorbeeld met een onder-zoek naar andere fruitsoorten.

Naast aantekeningen is gebruik gemaakt van onderstaande bronnen Rob van Treuren, Genenbanken, hoe en waarom. In: Pomospost, herfst 2007, blz.4-6.

• RobvanTreuren,Genenbanken: wat zit er in collecties? In: Pomospost, win-ter 2007, blz. 24-27. • RobvanTreuren,Genenbanken, hoe wordt omgegaan met gegevens? In: Po-mospost, voorjaar 2008, blz. 4-6. • De Oranje Lijst. Zeldzame groen-terassen in de etalage. Wageningen z.j., 46 blz.• Min.vanLNV,Second National Re-port on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture, The Netherlands, Den Haag 2008, 56 blz.

Met dank aan de heer Visser voor zijn aanvullingen bij de tekst en voor de schenking van het boekje over de Oranje Lijst aan het docu-mentatiecentrum van de NPV.

Tekst: Marianne van Lienden

Foto’s: Marten Pelleboer

Page 24: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201424

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Een strak gemaaid gazon met bloeiende leiperen, geplant in geo-metrische vormen, als windscher-men, met een strook zwarte grond eronder: het kan niet missen, be-stemming Dwingelerweg 8, Ansen bereikt.

Aan de keukentafel doet Willem van Sonsbeeck zijn verhaal: “Mijn wortels liggen in Zuid-Limburg. Mijn oom had een fruitbedrijf in Sittard. Op een platte wagen reden we naar de boomgaard in Schim-mert. Ik ruik de geuren van de ap-pels nog. Je kunt wel zeggen dat het mede uit nostalgie is wat ik hier ge-daan heb. Het heeft te maken met de herinnering aan het fruit van vroeger.”

Notre Dame d’Orsan als inspiratiebronJaren geleden las hij over een pro-ject in Midden-Frankrijk, Prieuré Notre Dame d’Orsan, waar twee

architecten een vervallen klooster kochten en gebouw en tuinen res-taureerden. Tegenwoordig is het een hotel en restaurant. Hij be-zocht de unieke tuin die inmiddels behoort tot de ‘Jardins Remarqua-bles de France’. Daar ontstond het idee van tuinkamers. In de moes-tuin, de potager, wordt hout van tamme kastanje toegepast, stam-bonen groeien aan stokken en leifruit is aangebonden aan buigza-me takken, alles van kastanjehout, een prachtig gezicht. Willem van Sonsbeeck zegt: “Daar wist ik: iets dergelijks wil ik! In de kleine weide voor de woonboerderij plant ik fruitbomen en die ga ik leiden. Ik heb advies gevraagd aan dé deskun-dige op dit gebied, Jan Freriks. In-formatie over geschikte fruitrassen en leivormen haalde ik ook uit een Franstalig boek, de Encyclopédie des formes fruitières door Jacques Beccaletto. Het werd een lange lijst van rassen die ik Freriks voorlegde voor commentaar. Ik kreeg een uit-gebreide reactie terug!”

Voortuin met tuinkamersHet tuinontwerp is van Michel Lafaille, de buurman van Jan Fre-riks. Lafaille is een veelzijdig man met een passie voor fotografie. Be-gonnen als toneelregisseur, ging hij op latere leeftijd landschapsarchi-tectuur studeren. Hij noemt zich zelf tuinfilosoof, publicist en schrij-ver. Onze gastheer vervolgt: “Zijn ontwerp met strakke blokvormige kamers en schermen, met zichtlij-nen vanuit het huis gezien, vond ik zo inspirerend, dat het ongewijzigd uitgevoerd is, op enkele praktische aanpassingen na. Bij de uitvoering heeft Marcel Tross me geholpen en geadviseerd. Jan Freriks wees mij op een van zijn meest getalenteerde leerlingen, zoals hij zei, Gert-Jan Rijstenberg. Gert-Jan was voorma-lig hovenier van landgoed Den Aalshorst in Dalfsen, waar een

groot aantal oude leifruitbomen staat. Jan Freriks had zijn eerste cursusmateriaal ook geschreven voor het werk in deze tuin. Gert-Jan heeft mij tot voor kort begeleid en ik heb veel van hem geleerd. Jan Freriks, Marcel Tross en Gert-Jan Rijstenberg, het zijn alle drie des-kundigen die ieder hun eigen speci-fieke achtergrond hebben en dat heeft mijn contact met hen juist zo interessant en waardevol gemaakt. Ieder van de drie benadert het vak vanuit een wat andere achtergrond, zodat zij elkaar in hun benadering aanvullen. Jan Freriks is de goeroe in de techniek van het leiden en weet perfect hoe verschillende ras-sen daarop reageren, met uiteinde-lijk productie (vanuit zijn verdere verleden) als vertrekpunt. Marcel Tross is de pomoloog pur sang. En Gert-Jan Rijstenberg is een gepassi-oneerde boomexpert die zich de techniek van het leiden onder de

Willem van Sonsbeeck bij zijn leifruitboomgaard.

Belgisch hekwerk.

Tuinkamers met leifruit in Ansen

Willem van Sonsbeeck bij zijn leifruit.

Page 25: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 25

Willem van Sonsbeeck bij zijn leifruitboomgaard.

vleugels van Jan Freriks eigen heeft gemaakt.”

AanlegDe grond moest verbeterd worden, want er was nooit iets aan gedaan. Er liepen ooit varkens in het weitje. De grond is tot 80 cm diepte open-gescheurd. Voor het planten is kalk en compost door de 35 cm diepe teellaag gemengd. Elke winter wordt oude champignonmest aan de voet van de bomen gelegd. On-vermoeibaar vervolgt Willem van Sonsbeeck zijn relaas: “De appel- en perenbomen zijn voor een groot ge-deelte geleverd door Bart Dequidt van biologische kwekerij De Linde nabij Ieperen (Vlaanderen). Ik werd voor 2 jaar oude bomen door Harrie van Noort van kwekerij De Vrolijke Noot naar hem doorverwezen. Ik heb er 120 in totaal, 20-25 verschil-lende rassen. Aan perenrassen staan er onder andere Bonne Loui-se d’Avranches, Conference, Beurré Six, Clapp’s Favourite en Josephine de Malines, en aan appelrassen Court Pendu Rosat, Alkmene en Jo-seph Musch. Harry van Noort heeft me ook geadviseerd over de keuze van de onderstammen; hij kent de grondstructuur in Ansen goed en

adviseerde voor appels M9, enkele op MM106, en voor peren Kwee A.”

De bomen zijn geplant in 2007, aan een open windleiding, dat wil zeg-gen aan draad dat op verschillende hoogten gespannen is tussen hou-ten palen. Vorig jaar hing er voor het eerst veel fruit aan.

De praktijk van het leiden Vanaf dag 1 begon de praktijk. Niet eenvoudig voor iemand die nooit een cursus snoeien van leifruit ge-volgd had. Welke vorm kies je voor de bomen? Je kunt onmogelijk den-ken: vandaag heb ik geen tijd of zin, het uitbuigen moet maar even wachten. Bij peren gaat het uitbui-gen wat gemakkelijker dan bij ap-pels. Daardoor zijn sommige, voor-al horizontale, gesteltakken bij ap-pelbomen niet alle helemaal strak uitgevallen. Maar dat heeft achter-af bezien ook zijn charmes: on-danks het dwingende leiden toont zich toch ook het natuurlijke groei-gedrag van het ras. Dat geeft de vorm iets karakteristieks, iets per-soonlijks, een boom met een ver-haal. Bij de opkweek van leifruit komt ook veel onderhoud kijken. ’s Zomers moet je iedere week de groei van de scheuten nalopen, ge-steltakken zo nodig aanbinden en eenjarige scheuten nijpen.

Na 7 jaar laten de fruitbomen zien dat de eigenaar niet alleen met veel liefde voor de natuur, maar ook met veel toewijding en doorzettingsver-mogen een vormenrijkdom bereikt heeft die verwijst naar het oude ambacht van het kweken van

leifruit. Niet alleen met klassieke vormen als de verschillende pal-metvormen en het dubbelschuine snoer, maar ook met moderne, al dan niet geometrische, siervormen als de cirkel en de golf, hier en daar ontstaan uit noodzaak: soms valt er een boom tussenuit en moet een gat opgevuld worden. Het toont de creativiteit van de eigenaar die het onconventionele een kans geeft. Hij heeft Sterappel bijvoorbeeld als boog geleid, heel bijzonder. Van hem hoeft het snoeiwerk ook niet altijd strak te zijn. Het is een con-cessie aan de uitgangspunten van de snoei van leifruit, maar hij is daar niet rouwig om: het zijn bo-men met karakter geworden.

Tekst: Marianne van Lienden

Foto’s: Marten Pelleboer

Cordon spiralé double.

Cordon spiralé double in aangepaste vorm

Palmette en carré in aangepaste vorm. Zesarmige palmette verrier.

Page 26: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201426

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

KIJK OP DE BOOM

Mutaties, mutanten en klonenSoms komt er in een boom een heel anders gekleurde vrucht voor of zien we een tak met anders gekleur-de vruchten. We hebben dan te ma-ken met een knop- of takmutant van een ras. Als we het hebben over een mutatie in de plantenwereld (fruitbomen) spreken we van een plotselinge verandering in een gen die erfelijk is. De rest van de boom is dan nog het oorspronkelijke ras. Vermeerderen we door oculeren of enten nu zo n knop- of takmutant, dan blijven de genetische eigen-

schappen van dat ras behouden. Anders gezegd, smaak en groeiwijze van de boom zijn hetzelfde, doch de kleur van de vrucht is anders.Dat is doorgaans ook het kenmerk waaraan wij een mutatie bij appels kunnen herkennen. In de professio-nele teelt zijn de mutanten het eerst in beeld gekomen bij de Schone van Boskoop. Enkele bekende Goudrei-nette-mutanten zijn: Lambrechts, Verheul, Vogelaar en de meest be-kende: Rode Boskoop Bieling, ook bekend onder de naam Schmitz Hübsch. Deze laatste is eigenlijk de

bekendste geworden omdat hij van de Goudreinetten het meest ge-kleurd is.

We kunnen ook stellen dat bij Jona-gold het ras van de ondergang is ge-red door mutatie. De ‘standaard’ Jo-nagold in de jaren 80/90 van de vo-rige eeuw had als nadeel dat het ras heel moeilijk op kleur kon komen en daardoor nogal eens te vroeg ge-plukt werd. De eerste mutant van Jonagold Wilmuta bracht daar al verandering in en snel daarop volg-

den er meer en betere mutanten, zoals Jonica, Jonabel, Jonagored en vele andere.

Wel wil ik nog opmerken dat de mutanten dezelfde gevoeligheid hebben voor bepaalde ziekten als de ‘moederboom’ (standaardras).

Bij Elstar kennen we hetzelfde ver-haal. Het ras is in 1975 professioneel aangeplant en al snel bleken er een paar knopmutanten te verschijnen. De eerste bij fruitteler Frans Elshof in Zeewolde. Hij noemde zijn mu-

tant dan ook Elshof. De tweede, voor zover mij bekend, is gevonden door fruitteler Michielsens in Ril-land Bath in Zeeland en deze kreeg de naam Red Elstar. Waren er nu grote verschillen tussen die twee mutanten? Eigenlijk niet. Grotere verschillen kwamen later, met on-der andere Elstar van Vliet die veel donkerder was. Het nadeel hiervan was dat deze mutant soms te vroeg geplukt werd en daardoor ook niet door de jodiumtest kwam. Bij een jodiumtest worden de vruchten overlangs doorgesneden. Op het vruchtvlees wordt met een kwastje wat jodium gestreken. Zo kan men zien in hoeverre het zetmeel omge-zet is in suiker. Blijft het vrucht-

Een nieuwe mutant van Elstar, de Elrosa.

Negatieve mutatanten.

Page 27: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 27

vlees donkerblauw gekleurd, dan is de vrucht onrijp.

In de fruitteelt gebruikt men ook de term kloon. Bij Golden Delicious en Conference komen gladde mutan-ten voor die in de handel klonen worden genoemd, bijvoorbeeld kloon Smoothee en Reinders.

Bij peren, geachte lezers, deed zich eenzelfde situatie voor. Tot aan de jaren 90 van de vorige eeuw werd er een gebronsde Conference ge-vraagd. Begin jaren 90 echter ging Engeland Conference-peren vragen die groen en glad moesten zijn. Vanaf dat moment is men gaan se-lecteren op groene en gladde Con-ference-selecties. Dat lukte natuur-lijk niet ineens en zo had onderge-tekende vier ‘klonen’ Conference op zijn bedrijf staan, die allemaal door hun gladheid en vorm ver-schilden.Dit zijn de positieve ontwikkelin-gen in mutaties en klonen, maar er zijn ook negatieve. Zo werd ik on-

langs gevraagd bij een boom in Ze-venhuizen, een Jacques Lebel, en daarbij was het oudere hout opval-lend ruw. Je zou in eerste instantie denken aan een ernstige aantasting door bloedluis, maar dan zou je ook een diepere beschadiging aantref-fen. Dan denk je aan een virus. Maar dat kon het ook niet zijn, want dan zouden in zo’n perceel meerdere aantastingen voorkomen. Nee, dat was niet het geval, er vond verder ook geen uitbreiding plaats. Plotseling herinnerde ik me één boom in een perceel Cox s Orange Pippin die vanaf de onderstam (oculatie) hetzelfde beeld gaf. Het betrof een ‘negatieve mutatie’. En zo ook bij de boom in Zevenhuizen. Komen er ook negatieve mutaties voor op vruchten? Jazeker. Ik heb ooit eens 7000 Golden Delicious Kloon A geplant, virus getoetst en daar zaten 70 exemplaren tussen die net Lunterse Pippelingen leken. ”Foutje, bedankt!” Ook hier was sprake van een negatieve mutatie. Alle 70 bomen zijn vernietigd en

vervangen door echte Golden De-licious kloon A.

Mutaties en klonen moet men niet verwarren met parthenocarpische vruchten. Dit zijn vruchten die een afwijkende vorm hebben omdat er geen bevruchting heeft plaatsge-vonden. Het is dus een uitgroeiing van het vruchtbeginsel. De vrucht is zaadloos. Dit komt veelvuldig voor bij perenrassen, zoals Confe-rence en Triomphe de Vienne, en zeker in jaren waarin de bloeiom-standigheden niet optimaal ge-weest zijn, zoals 2013.

Tot slot, is er iets nieuws onder de zon? Nee, ik denk het niet. Ik denk dat mutaties en klonen van alle eeuwen zijn, en soms plaatselijk een eigen leven zijn gaan leiden, een ei-gen naam kregen en dan weer, veel later, soms bij pomologen op de de-termineertafel belanden.

Marten Pelleboer

Parthenocarpische vruchten van de Conference.

Parthenocarpie bij Conference, geen klokhuis.

CitaatArtikelen en boeken over planten kunnen verhelde-rend zijn, maar dat is lang niet altijd het geval. Neem bijvoorbeeld eens een boek over het snoeien van fruit ter hand, en tien tegen één dat je na lezing nog min-der weet dan toen je begon. Het lijkt op papier zo een-voudig, maar de duidelijke schematische afbeeldin-

gen vol pijltjes en schuine streepjes die aangeven waar je de snoeischaar moet plaatsen uit de boeken verto-nen geen enkele overeenkomst met jouw fruitboom. Snoeien leer je alleen in de praktijk.

Uit: Romke van der Kaa. Verwilderen. Laat de plant het werk doen.

Amsterdam 2012. Blz 240.

Page 28: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201428

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

GrondwaterGrondwater is al het water dat zich onder het maaiveld bevindt. Grondwater is van belang voor de groei van planten en bomen, zowel in de natuur als in de landbouw en fruitteelt. Een te hoge stand maakt de landerijen onbegaanbaar en zal de flora doen ‘verdrinken’. Wortels krijgen geen zuurstof meer en de planten en bomen gaan dan dood.

De mens heeft in de geschiedenis altijd tegen te hoog water gevoch-ten, door te gaan wonen op terpen, en door water via greppels en sloten naar rivieren en zee af te voeren. Later werden beken en rivieren ge-kanaliseerd en afvoerkanalen ge-graven, zoals onder andere bij de vervening in Drenthe. In de veen-weide gebieden zijn ook polders droog gemalen. Een nadeel van ont-watering is dat het veenpakket in de bodem langzaam inklinkt en de bodem steeds verder daalt. Waar-door je de waterstand weer verder moet verlagen en in feite een steeds diepere put ontstaat.

Een ander nadeel van het snelle af-voeren van regenwater is verdro-ging. De grondwaterstand krijgt niet de mogelijkheid te stijgen om-dat het regenwater niet de bodem kan inzakken (inzijging). Diepere grondwaterlagen worden zo niet of in geringe mate aangevuld. Ook

wordt er door de industrie en de landbouw veel grondwater uit de diepere lagen onttrokken, soms wel tot meer dan 200 meter diep. De in-dustrie gebruikt dit grondwater als spoelwater en de landbouw heeft het nodig voor beregening van de gewassen.

Om de grondwaterstand in beeld te krijgen, wordt in Nederland in na-tuurgebieden het grondwater ge-meten door Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer en in de andere delen van het land door de water-schappen. De grondwaterstand wordt gemeten ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Dit referentiepeil is ontstaan in de 17e eeuw, om vat te kunnen krijgen op overstromingen en waterover-last die in die tijd vaak voorkwa-men. De gemiddelde vloedstand van het IJ werd toen Amsterdams Peil genoemd.

Vanaf 2005 meet ik, als vrijwilliger, voor Natuurmonumenten in Dren-the de grondwaterstanden op het Mantingerveld (in 2010 geautoma-tiseerd), Mantingerbos en –weiden en op De Klencke bij Oosterhesse-len. De waterstanden worden om de veertien dagen opgenomen en verwerkt door een professioneel bureau.

De natuurorganisaties streven vaak

naar een hoger waterpeil dan de landbouwers in een gebied, die met hun machines het land niet op kun-nen als het drassig is. Ook hebben natuurorganisaties het streven om water langer vast te houden als middel om de hoge waterstanden in de lagere gebieden te beheersen en de vernatting in natuurgebieden te bevorderen. Het water krijgt dan de gelegenheid om het grondwater in de diepere lagen aan te vullen.

Hier een voorbeeld: de toestand van de ondergrond bij het Mantin-gerzand, +18,2 m NAP, dus 18,2 me-ter boven NAP. Bij de Fruithof is de hoogte ca. +5 m NAP en bij Meppel +0,5 m NAP, het laagste niveau in Drenthe. Door de hygroscopische werking gaat de grondwaterstand (paars) gelijk op met de hoogte van de ondergrond.

Een bijzonderheid in Drenthe is de keileemlaag, een overblijfsel van de ijstijden, die min of meer ondoor-dringbaar is. Grondwater zakt daar zeer moeilijk doorheen. De neerslag en een deel van het grondwater worden dan ook door de greppels en sloten, al ontstaan bij de verve-ning en ontginningen, versneld af-gevoerd.

In natuurgebieden worden daarom de afvoerende sloten zoveel moge-lijk gedempt. Bijvoorbeeld de ‘mid-densloot’ in Deelgebied II (+16,4 m NAP), een natuurontwikkelingsge-bied, zal in de nabije toekomst wor-den aangepast. De Verlengde Mid-denraai blijft echter bestaan en zal ook, omdat hij door de keileemlaag is gegraven, water versneld blijven afvoeren. De Verlengde Middenraai heeft voornamelijk de functie van

Figuur 1: Grondwater in het Mantingerzand. Figuur 2: Peilbuizen.

Page 29: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 29

het afvoeren van water uit de land-bouwgebieden. En die functie moet blijven bestaan.

Met de waterpeilgegevens kunnen we de meest optimale stand berei-ken die zowel de natuurgebieden als de landbouw dient. Oppervlak-tewater uit de landbouwgebieden wordt ook zoveel mogelijk apart af-gevoerd en regenwater wordt in de natuurgebieden zo lang mogelijk vastgehouden.

In figuur 2 is te zien hoe een diepe en een ondiepe buis in de grond zijn geslagen. Het grondwatervlak wordt freatisch vlak genoemd en is het niveau dat wordt gemeten. De diepere buis gaat door de keileem-laag heen en meet daar de grond-waterstand.

Op de foto staat een meetpunt met twee peilbuizen, een diepe en een ondiepe buis. Aan het eind van het meetlint zit een hol buisje dat een

klokkend geluid maakt als dat het wateroppervlak raakt. In dit geval 1,42 m. Omdat de NAP-hoogte van de peilbuis bekend is, kan het wa-terniveau in aantal meters boven NAP worden uitgerekend.

Figuur 3 laat een momentopname zien. B1 t/m B9 zijn peilbuizen. Als het grondwaterniveau bij B1 t/m B6 hoog genoeg is, kan er bij B8 en B9 kwel optreden. Door kwel spoelen ook de mest en de residuen van be-strijdingsmiddelen uit en deze wor-den via de resterende sloten afge-voerd. Een bekend fenomeen waar gebruik wordt gemaakt van kwel, zijn de sprengen op de Veluwe.

Grondwater is belangrijk voor zo-wel landbouw als de natuur en door meten (meten is weten) kan een en ander worden gereguleerd. Natuur natter en landbouw droog genoeg.

Bart van Lienden

Meetpunt met twee peilbuizen.

Figuur 3: Stijghoogteprofiel van het grondwater onder en boven het keileem in Mantingerzand.

Vroeger werden fruitbomen ge-plant zonder dat er rekening ge-houden werd met de eisen die ver-schillende soorten, rassen en on-derstammen aan de gronden stelden. Vaak werd een perceel ge-kozen waarop landbouwgewassen slecht groeiden. En inderdaad, de grond moet al héél slecht zijn, wil er geen fruitboom op groeien. Vaak lukt het wel, vraag alleen niet hoe!

In de commerciële fruitteelt plan-ten we nu bij voorkeur op de beste grond met de beste ontwatering. Daarbij wordt niet alleen de boven-grond, maar ook de ondergrond (waar de meeste wortels zitten) op samenstelling en eigenschappen onderzocht. Daarna wordt een bo-demkaart samengesteld en worden richtlijnen gegeven voor het plant-schema. Een goede bodemkarte-ring is noodzakelijk. De grond ver-andert er niet door, maar men heeft veel meer kans de juiste rassen en onderstammen te kiezen. Immers, waar een Bonne Louise

d Avranches op kwee mislukt, zal bijvoorbeeld een Jonathan op een sterke onderstam het uitstekend doen. Op grond die totaal onge-schikt is voor kersen zullen prui-men het wellicht goed doen.

Aanplanten van fruitbomen op on-geschikte grond moet ten sterkste afgeraden worden. Als de grondwa-terstand te hoog is, neemt voor ap-pelbomen de kans op vruchtboom-kanker toe. Perenbomen verdragen korte tijd een natte grond, maar de kans op een bacterie in de knoppen (Pseudomonas Syringae, waardoor je dode knoppen krijgt), neemt wel toe. Bijvoorbeeld een ras als Zoete Brederode is daar erg gevoelig voor. Er zijn voorbeelden waarbij aan-plant op goede grond een tweemaal zo hoge opbrengst geeft als aan-planten op slechte grond.

VoorzorgsmaatregelenMaak op voorhand met een grond-boor een gat van 1 meter diep. Het grondwater zou dan lager dan 40

tot 60 cm moeten staan voor steen-fruit en appelbomen. Mocht het grondwater te hoog zijn, dan kan de aanleg van een drain uitkomst bieden. Is er geen afwateringssloot, dan zouden we met een grondboor een aantal gaten kunnen boren, ze-ker als er sprake is van een storende laag. Deze gaten vullen we met grint en zodoende wordt overtollig water naar de ondergrond afge-voerd. Deze methode kunnen we pleksgewijs of op het gehele perceel toepassen. Een alternatief kan zijn de bomen op ruggen planten, zodat de wortels niet in het water komen te staan.

De hoogste productie krijgt u op grond die goed ontwaterd is en een zomer- en een winterstand kent. Deze zomer- en winterstanden worden doorgaans door de water-schappen vastgesteld.

Marten Pelleboer

Grondwaterstanden en de fruitteelt

Page 30: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201430

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

De 10 geboden voor een boomgaard met grote natuurwaarde1. GrootEr is een positieve relatie tussen het aantal wilde die-ren- en plantensoorten en de oppervlakte van de boom-gaard. Vanaf 100 bomen tot 300 bomen en meer kan je het maximum aantal soorten verwachten.

2. Soortenrijk Waardevolle hoogstamboomgaarden bevatten meerde-re fruitsoorten, met een overwicht van appelbomen en perenbomen (holtes in en om de stam, valfruit in de winter).

3. Ruim plantverbandZo kan plaatselijk de zon ook de bodem bereiken. Toch moet het aantal bomen per hectare minstens 20 zijn, omdat anders het karakter van een besloten landschap onvoldoende groot is en de schade aan de bomen door té intensieve betreding door vee voor beschutting en als schuurpaal te groot wordt.

4. StructuurrijkDe ideale boomgaard bevat vele kleine landschapsele-menten zoals hagen, houtkanten, braamstruweel, rui-ge hoekjes en poelen. Een haag is interessant voor soor-ten als geelgors, zwartkop, merel, fazant, tuinfluiter, heggenmus, winterkoning en kneu. Ook het behoud van een wat ruige zoomvegetatie bevordert om tal van redenen sterk het belang van een hoogstamboomgaard voor dieren.

5. Rijk aan dood houtO.a. in de vorm van (snoei)houtstapels en houten (niet behandelde) weipalen; heel wat waardevolle plantjes, zwammen en klein dierenleven doen er hun voordeel mee.

6. BiocidenvrijDe boomgaard wordt niet met onkruidverdelgers en insecticiden behandeld of te zwaar bemest. Noodzake-lijk om een rijke variatie aan planten en dieren in de boomgaard te herbergen.

7. Extensief beweidBeweide hoogstamboomgaarden zijn het waardevolst voor vogels omdat mest en vee voor veel insecten zor-gen en omdat kort gras het foerageren op bodeminsec-ten en wormen sterk vergemakkelijkt. Paarden zouden negatiever zijn dan ander vee, omdat ze zich te onstui-

mig gedragen. Schapen zijn het best, omdat ze het minst bodemverdichting veroorzaken.

8. Aanwezigheid van nestkastenOmdat gemiddeld slechts 1% van alle hoogstambomen een geschikte nestholte voor de steenuil bevat, kunnen nestkasten het nestaanbod drastisch doen stijgen.

9. InplantingIn ruimer verband gelegen in een halfopen landschap met bos, hooiland of weiland.

10. Vrij om oud te wordenVanaf 30-40 jaar ontstaan pas holtes. Zo stijgt het aan-tal holtes vanaf een stamomtrek van 90 cm erg snel. Geen enkele boomsoort geeft overigens zo snel ge-schikte holtes als hoogstam appel- en perenbomen. Ook voor insecten als oorwurmen en hoornaar en voor (vleer)muizen en zelfs de steenmarter zijn holtes erg waardevol.

Wim Thijssen

(bron: brochure Hoogstamboomgaarden. Een praktische gids (2003).

Een uitgave van Regionaal Landschap Groene Corridor en Regionaal

Landschap Dijleland i.s.m. de Belgische Nationale

Boomgaardenstichting. Deze zeer informatieve brochure is gratis te

downloaden als pdf: zie http://www.rlzh.be/publicaties/brochures.

Page 31: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 31

ZIEKTEN&PLAGEN

Van de wantsen die schade veroor-zaken in boomgaarden is de groene appelwants de belangrijkste. Hij komt niet alleen op appel en peer voor, maar ook op alle bessensoor-ten, kers, perzik, pruim en fram-boos. Daarnaast komt de wants voor op wilg, els, meidoorn, roos, dahlia, margriet, paardenbloem, aardappel, chrysant en brandnetel. Sommige van deze planten zijn waardplanten voor de wants.

De volwassen wants legt in augustus tot begin september haar glanzend witte eitjes via een lenticel (een ademporie in de bast van een plant) onder de schors van jonge scheuten. Deze eitjes zijn moeilijk waar te ne-men, maar bij nauwkeurig kijken ziet men een klein bultje op de plek waar het eitje is gelegd.

Na overwintering in de boom ver-schijnen in april tot begin mei de eerste jonge wantsen. De jonge in-secten voeden zich, door middel van hun zuigsnuit, met voedingssappen uit de cellen van de bladeren, jonge twijgen en prille vruchten.

Na ongeveer vijf weken, waarin ze vijf maal vervellen, zijn ze volwassen. Voordat wantsen volwassen zijn, ver-laten ze de winterwaardplaats en gaan naar kruidachtige gewassen zoals paardenbloem, brandnetels en aardappels.

De tweede generatie die zich hierop ontwikkelt, vliegt in de nazomer weer terug naar de fruitbomen om daar de wintereieren af te zetten. Soms kan het voorkomen dat deze vlucht al in juli plaatsvindt en dan zullen de wantsen de jonge groeitop-pen beschadigen. Op de vruchten kan dan geen schade meer ontstaan, omdat de wants dan niet in staat is met zijn snuit de taaie schil te door-boren.

Bos- of veldwantsBos- of veldwantsen worden ook wel stinkwantsen genoemd. Er zijn meer dan tien soorten bekend met een re-delijk vergelijkbare levenswijze.

Het dekschild van deze wants is vrij fors, hard en ook bij jonge larven al zichtbaar aanwezig. De kleurschake-ring zit tussen groen en bruin, maar in een vroeg stadium is bruin de do-minante kleur.

HerkenningDe volwassen groene appelwants is ruim 2½ cm groot, een beetje plat en groen en zeer beweeglijk, maar hij vliegt weinig. De jonge wants die in april/mei geboren wordt, lijkt veel op bladluis, maar is veel sneller. Hij is geelgroen van kleur en draagt rood gepunte antennen. Na enkele vervel-lingen ziet men vleugelstompjes ver-schijnen.

SchadeTen gevolge van het steken en zuigen in bladeren en vruchten ontstaan er kleine bruine littekens. De aangesto-ken plekken blijven achter in de groei, waardoor misvorming van de vrucht, blad en scheuteinden op-treedt.

Vooral de misvormde vruchten kun-nen de kwaliteit van de oogst verla-gen. De wonden in de vruchten groeien uit tot enkele millimeters en worden grote bruine verkurkte plek-jes, soms diepe putjes. Deze schade moet men vooral niet verwarren met hagelschade die al in de maand mei kan plaatsvinden. De schade ver-schilt per jaar. Heeft men een vroeg voorjaar, dan kan de jonge vrucht al in een stadium verkeren dat de jonge wants niet meer met zijn snuit de schil kan doorboren en zal de schade beperkt blijven.

Uit recente onderzoeken is gebleken dat de jonge larven de schade aan jonge vruchtbeginsels vroeg plegen.

BestrijdingZorg dat er zo weinig mogelijk waardplanten staan zoals brandne-tels, chrysanten, Ribes, onkruid zo-als klein kruiskruid, bosschages en plaatsen waar vorig jaar consump-tieaardappelen zijn geteeld. Hou met name in het voorjaar de brandnetels kort.Marten Pelleboer

Grauwe Veldwants. Ernstige vorm van wantsenschade in appel.Groene appelwants.

Groene appelwantsLygocoris pabulinus L

Page 32: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201432

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Genetische verarming bij de moderne appelrassenDeel 1: Ziektegevoeligheid en inteelt

Een artikel over dit onderwerp van Hans-Joachim Bannier, een Duitse pomoloog in Bielefeld, was voor mij een openbaring. Het artikel stond in het Jahresheft 2013 van Pomologen-Verein e.V.

Omdat ik het zo’n bijzonder artikel vond, heb ik geprobeerd het voor de lezer te vertalen. Ik raad aan de vele illustratieve foto’s van de au-teur zelf te bekijken in het Jahres-heft 2013.

Het artikel begint met een pleidooi voor het naar waarde schatten en benutten van de vitale oude rassen voor verdere kruising. De huidige kweek in de fruitinstituten wereld-wijd produceert een menigte aan nieuwe appelrassen. De meeste zijn bedacht voor de professionele teelt. Als nevenproduct worden vele van deze rassen ook aangebo-den voor aanplant in openbaar groen (Streuobst) en liefhebber-steelt.

Als men de oorsprong van deze rassen nader gaat bekijken, wordt duidelijk dat wereldwijd de rassen van de laatste 90 jaar, inclusief de jongste schurftresistente rassen, van zes ‘stamrassen’ Golden Delici-ous, Cox Orange, Jonathan, McIn-tosh, Red Delicious en James Grie-ve afstammen. Doordat deze stam-ouders sterk ziektegevoelig zijn, heeft deze genetische engheid dra-matische gevolgen voor de vitali-

teit voor de huidige moderne fruit-teelt, waarbij in de vaktijdschriften het thema bescherming veruit de meeste ruimte inneemt.

De problemen met de moderne rassen worden pas zichtbaar als men afziet van behandelen, zoals de auteur in zijn proeftuin doet. Hij vergelijkt daarbij oude en mo-derne rassen.

Goed honderd jaar geleden had men in Duitsland 1000 in de litera-tuur beschreven rassen. In werke-lijkheid zal het aantal rassen nog veel groter geweest zijn, aangezien vele landrassen niet beschreven werden. Vele van deze rassen wa-ren te vinden in meerdere streken, andere enkel lokaal. Meerdere in Duitsland ontstane rassen hebben later internationale verbreiding gekregen. Anderzijds hebben ras-sen uit de wijdere wereld de weg naar ons gevonden. Aldus ont-stond een zeer veelzijdige rassen-pool van zeer verscheidene her-komst en grote genetische ver-scheidenheid, alsmede weerstand tegen ziekten en belagers.

Ook de huidige fruitkweek produ-ceert wereldwijd een veelheid van rassen, maar op één punt is er wel een groot verschil met vroeger. Een analyse door de auteur van de ge-netische afstamming van 500 marktrassen – meest Midden-Eu-ropese en Amerikaanse – toont

aan dat deze rassen in indrukwek-kende meerderheid afstammen van Golden Delicious, Cox Oran-ge, Jonathan, McIntosh, Red Deli-cious of James Grieve. Dit wil zeg-gen dat ze minstens één van deze rassen in hun stamboom hebben, zij het als ouder, grootouder of overgrootouder.

De auteur vond bij zijn onderzoek van 500 rassen wereldwijd – ge-kweekt tussen 1920 en heden – vol-gende voorouders:Zie de tabellen hieronder.

Voorouder Aantal rassen Percentage van Aantal alle rassen inkruisingen Golden Delicious 255 51,0 347McIntosh 174 34,8 252Jonathan 154 30,8 167Cox Orange 150 30,0 157Red Delicious 90 18,0 95James Grieve 75 15,0 101

Aantal rassen Aantal inkruisingen 207 1134 253 332 420 510 615 73 85 91 121 1310 0 of niet bekend

De zes voorouders van de moderne fruitrassen. Het aantal inkruisingen is bij sommige rassen groot.

Deze stamboom laat zien dat de Golden Delicious een belangrijke stamvader is van de moderne appelrassen.

Page 33: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 33

Duitse pomoloog Hans-Joachim Bannier.

Zes appelrassen bij de wereldwijde rassenteeltEen blik op de tabel maakt de bui-tensporige genetische verenging duidelijk. Het ras Golden Delicious, met 347 inkruisingen bij 255 van de 500 rassen, is bij meer dan de helft van de nieuwe rassen van de laatste 90 jaar wereldwijd de kampioen. Dit kunnen zowel inkruisingen zijn langs de vaders- als langs de moe-derskant.

Bij de kwekelingen van de eerste helft van de twintigste eeuw wer-den de ‘stamouders’ meestal direct ingekruist, hetzij als vader of als moeder. Voorbeelden: Alkmene (Duitsland, 1930): Olden-burg X Cox Orange.Kids Orange (Nieuw-Zeeland, 1924): Red Delicious X Cox Orange.

Bij de latere kwekelingen werden meer nakomelingen gebruikt. Voorbeelden: Gala (Nieuw-Zeeland, 1934): Kidds Orange (Red Delicious X Cox Oran-ge) X Golden Delicious.Sansa (Nieuw-Zeeland, 1969) Gala X Akane (Jonathan X Worchester Pearmain), dus vier ‘stamouders’ in de stamboom.

Toenemende genetische flessenhals en inteeltIn de laatste 30 jaar (in de USA 40 jaar) komen er steeds meer veelvul-dige inkruisingen voor van deze zes stamouders of hun nakomelingen. Daarmee ontstaat het effect van een ‘genetische flessenhals’.

Ook treedt er een steeds veelvuldi-gere inteelt op door het meervoudig inkruisen van een en hetzelfde ras of zijn nakomelingen. Het ras Pri-ma (USA, 1958) toont als voorou-ders in zijn stamboom 2 x McIntosh en 1 x Golden Delicious. Het ras To-paz (Tjechië, 1984, Rubin X Vanda) heeft als voorouders 2 x Golden De-

licious, 2x James Grieve en 1 x Jo-nathan en McIntosh. Het ras Santa-na (Nederland, 1998, Elstar X Pris-cilla) heeft als voorouders 2 x Golden Delicious, 1 x Red Delicious, Cox Orange en McIntosh. De spits betreffende cumulatie van erfenis van de zes stamouders is heden het nieuwste Tsjechische ras Merkur (Topaz X Rajka) met 5 x Golden De-licious, 3 x James Grieve, 2 x Jo-nathan en McIntosh en 1 x Cox Orange. In totaal zijn dit 13 inkrui-singen van de ‘stamouders’.

Ook de zogenaamde kolombomen (ballerina’s) zijn niet alleen alle-maal afstammelingen van een dwerggroei-kloon van het ras McIntosh (type Wijzik), maar ook door meervoudige inkruisingen van ’stamouders’ ontstaan. Een voorbeeld is Pomredrobust (Duits-land, 2003) die is ontstaan door in-kruising van 3 x Golden Delicious, 2 x McIntosh, 2 x James Grieve en 1 x Jonathan.

Of de Canadese kwekers van het ras Sumac (Vista Bella X Jerseymac) zich ervan bewust zijn dat het ras op een 7-voudige inkruising van McIntosh stoelt, mag wel betwijfeld worden. Doordat in de rassenlitera-

tuur alleen de ouderrassen staan en niet de complete stamboom, is die sterke dominantie van de immer gelijke voorouders op het eerste ge-zicht niet herkenbaar.

De ‘genetische flessenhals’ moet overigens nog enger ingeschat wor-den dan hier voorgesteld. Want uit het vergelijken van de genetische moleculen blijkt dat het ras James Grieve sterk verwant is met Cox Orange. Dit werd door Maggioni al in 1997 vermoed. De conclusie is dus dat bijna alle sinds 1920 gecre-eerde rassen te herleiden zijn tot het erfgoed van 5 (en niet 6) ‘stam-ouders’.

Slechts 19 van de 500 door de auteur onderzochte rassen stammen niet van de zogenaamde ‘stamouders’ af. Van deze 19 rassen kreeg slechts een zeer gering aantal marktwaarde. Een voorbeeld is de Engelse appel Discovery (Worcester Pearmain X Schone van Bath). In het huidige marktgebeuren gelden enkel nog de oude rassen Schone van Boskoop (Nederland, 1856/63) en Granny Smith (Australië, 1868). Deze zijn niet met de ‘stamouders‘ verwant. Ook het ras Braeburn niet (alhoe-wel sommige auteurs een afstam-ming van Cox Orange vermoeden).

Gelijkheid van uiterlijk en smaakHet voorhanden zijn bij de proef-stations wereldwijd van een veel-heid aan rassen betekent allerminst het ter beschikking hebben van een brede band aan erfelijke eigen-schappen. Dit ziet men ook bij het steeds meer gelijkende uiterlijk der vruchten. Men kan ze steeds moei-lijker uit elkaar houden.

Ook de dikwijls gehoorde klacht dat de huidige marktrassen ’alle-maal hetzelfde smaken’ heeft een reële grond. Rassen als Pinova, Gala en Golden Delicious verschillen weinig meer in smaak.

Genetische verarming ook bij de kweek van schurftresistentieZelfs de moderne, schurftresistente appelrassen zijn, wat uitgangsma-teriaal betreft, doorgaans nakome-

Ballerinabomen, oftewel kolombomen, zijn appelbomen die puur verticaal groeien. Ook veel ballerina’s zijn door meervoudige inkruisingen van stamouders ontstaan.

Page 34: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201434

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

lingen van de genoemde zes (of vijf) ‘stamouders’. De schurftresistentie wordt door inkruisen van wilde ap-pelrassen nagestreefd, waarbij de onderzoekers wereldwijd meestal met dezelfde wilde appel gewerkt hebben. ”Nagenoeg 95% van de hui-dige schurftresistente rassen stoe-len op de Vf-resistentie van Malus floribunda”, zo concludeerde F. Ruess. Dit leidde weer, ondanks alle inspanningen voor gezondere ap-pelrassen, tot genetische verar-ming.

De Vf-resistente rassen blijken in de praktijk lang niet zo stabiel als ge-hoopt was. Zo wordt de Vf- resis-tentie op het veld in Duitsland in-tussen in vele streken reeds door-broken doordat de schimmels zich aanpassen. Als eerste was dit bij het ras Prima in 1983 het geval. Ook bij

Topaz en Rubinola is dit, nauwe-lijks 10 jaar na hun lancering, het geval zodat zij net als de klassieke rassen behandeld dienen te wor-den.

“De doorbraak was mogelijk omdat de resistentie slechts steunt op 1 gen (…) en doordat de schimmel, door natuurlijke mutatie of aanpas-sing aan de rassen, de resistentie doorbroken heeft.” (M. Fischer, 2003). De onderzoekers reageren door te werken met tweevoudige (met de hulp van moleculaire gene-tica herkenbare) resistentie-genen. Andere onderzoekers, heden ten dage vooral in Zwitserland en in Nederland, zetten versterkt in op GMO (genetically modified orga-nism) om een resistentie-gen in de marktrassen in te bouwen. Er leek even een succes geboekt te zijn, maar uiteindelijk leidt de gen-tech-niek, zoals alle mono-genetische oplossingen, tot risico’s, tot een

steeds sterkere genetische verar-ming en draagt de gen-techniek het risico in zich van resistentie-door-braak door de schurftschimmels.

Daniel Willaeys

Zie ook mijn blog van 23 februari: Op ecologische manier tot nieuwe (appel)rassen komen. http://blog.seniorennet.be/fruit

(Wordt vervolgd in het herfstnummer van

Pomospost.)

Een perceel Braeburn.

Elstar op een perceel bij een fruitbedrijf.

Heeft u een leuk artikel voor de Pomospost? Of een tip voor de agenda?

Stuur uw tekst, samen met beeldmateriaal, naar [email protected]

* Foto’s 1024 pixels of hoger. Grote bestanden (boven 5 Mb) graag via www.wetransfer.com sturen.

Page 35: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 35

BOEKENWURM

Wat is er leuker dan eten uit de na-tuur? In de natuur, in het openbaar groen en langs paden en wegen groeien vruchten, bessen en noten die je rijp, vers en onbespoten kunt gebruiken voor allerlei gerechten.

Het boek begint met een algemeen hoofdstuk dat informatie bevat

over de plekken en het beste tijdstip om te gaan plukken, de spullen die je meeneemt om de oogst in te ver-voeren, de dieren die je kunt tegen-komen, bestuiving, het weer en ge-prikt en gestoken worden. Pleisters en zelfs een tekenpincet mogen niet ontbreken in de EHBO-doos.

De schrijver vermeldt bij de vos wel dat dit schuwe dier graag bosvruch-ten zoals bramen eet. Maar hij ver-meldt niet dat deze vruchten vaak laag bij de grond hangen waar vos-sen (en soms honden of katten) die besmet zijn met de vossenlintworm hun ontlasting deponeren. De vos-senlintworm is een kleine lint-worm die alleen voorkomt bij een deel van de vossen in Zuid-Limburg en Oost-Groningen. De kans op be-smetting is erg klein, maar de ver-schijnselen zijn zeer ernstig. Jaren later kan de lever ernstig aangetast worden. Het Voedingscentrum raadt voor eerdergenoemde gebie-den aan bosvruchten (bramen, frambozen en bosbessen), wilde paddenstoelen, valfruit zoals ap-pels en peren, of groenten uit de moestuin, grondig te wassen en te koken voor consumptie.

Het grootste deel van het boek be-staat uit beschrijvingen van 36 wil-de vruchten en noten die in Neder-land en België voorkomen. De vruchten worden ingedeeld in drie categorieën: ‘omfietsvruchten’, vruchten waar je een omweg voor maakt en die je het lekkerste vindt, ‘lekkere vruchten’ en ‘mwah-vruch-ten’ die niet heel erg lekker zijn, maar wel eetbaar. Bij de omfiets-vrucht wordt de appel als eerste ge-noemd. Helaas is de kans dat je wil-de appels tegenkomt, niet erg groot.

De schrijver raadt aan zelf een ap-pelboompje te planten en noemt de mogelijkheid de oude rassen aan te planten, het ‘lekkere appeltje uit je jeugd’.

Iedere beschrijving begint met drie kleurenfoto’s: een afbeelding van de boom of struik, de bloeiwijze en de vrucht. De schrijver geeft allerlei wetenswaardigheden over de ras-sen en soms is een deel van de in-formatie speciaal ‘voor kinderen’, dit staat bijvoorbeeld bij de gangen die de mineervlieg in het blad van de braam maakt.

De eetbare en de niet eetbare vruchten staan achterin in een in-dex met de Nederlandse naam en met de wetenschappelijke naam. Je kunt dan ook snel planten opzoe-ken in dit boek. Een minpuntje is dat de schrijver wel de aalbes of rode bes, maar niet de zwarte bes en de kruisbes noemt. Zwarte bes (Ribes nigrum) is een ‘echte’ wilde plant, deze kleine struik of heester komt voor in elzenbroekbossen, in Noordwest-Overijssel en ook in Drenthe. Het blad lijkt op dat van de rode bes. Wanneer er geen bes-sen aan zitten, is de struik te her-kennen aan de geur (blad fijnwrij-ven!), de bekende cassislucht. De kruisbes (Ribes uva-crispa) is een struik met dorens die al heel lang bekend is in de duinstreek en in kleigebieden (de Betuwe) vaak in knotwilgen groeit en niet op de grond.

Na de beschrijving van iedere vrucht volgen recepten, voorzien van kleurenafbeeldingen en zwart-wit-tekeningen die aan kinderteke-ningen doen denken. Het zijn er

Wilde vruchten en zaden plukken & bereiden

Wildplukken - de alternatieve fruittuin

Bord in het Bultpark in Lelystad.

Page 36: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201436

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

meer dan 100, dranken, jam, compote en moes, boterhambeleg, voor-, hoofd- en nagerechten, taart en koekjes, olie en azijn, zoetzuur, drogen, roosteren en pof-fen. De recepten worden ‘makkelijk’ ge-noemd, maar zijn dit niet altijd: appel-moes kan iedereen maken, maar voor echte mispelgelei – hier staat het recept voor mispeljam - heb je ervaring (en tijd) nodig.

In de inleiding staan goede tips, bijvoor-beeld over het bewaren van lege potjes, en het maken van leuke etiketten, als je ei-gengemaakte jam cadeau wilt geven. Han-dig is de receptindex achterin.

Bij de eetbare vruchten - de mwah-vruch-ten - ontbreekt de Amerikaanse Vogelkers (Prunus serotina). Deze struik komt voor-al voor op zandgrond, in het oosten van het land en in de duinen. Hij is bijna 100 jaar geleden aangeplant als bodemverbe-teraar in dennenbossen en wordt tegen-woordig beschouwd als invasief, bijna niet uit te roeien, en wordt in de volksmond bospest genoemd. Hij bloeit in mei met witte bloemen die in trossen zitten. De kleine bessen zijn eetbaar. Ze zijn alleen smakelijk wanneer ze rijp zijn; dan is de kleur zeer donkerrood, bijna zwart. Ame-

rikaanse vogelkersen kun je vers eten, al hebben ze een enigszins bittere smaak, maar ze zijn zeer dorstlessend. Je kunt er onder andere jam en sap van maken. Blad en pit zijn giftig. Het laatste hoofdstuk Hoe maak je je ei-gen fruittuin? geeft tips om van de eigen tuin een fruittuin te maken. De gekweek-te Lijsterbes, bijvoorbeeld Sorbus aucupa-ria var. moravica ‘Edulis’, kan aan de op-somming van geschikte fruitsoorten bij ‘Grote siertuin’ toegevoegd worden.

Op de los bijgevoegde uitvouwbare kaart, die geplastificeerd en stevig is, de Wild-plukkaart, vind je snel vruchten en zaden op de voorkant en op de achterkant blade-ren en bloemen met bijbehorende oogst-tijd, vindplaats en toepassing. Die kaart gaat dus ook mee op pluktochten.

De oogstkalender op de binnenflap van het boek toont 37 vruchten en zaden, in volgorde van rijptijd.

Ondanks enkele minpuntjes is het een zeer informatief en handzaam uitgegeven boek.

Marianne van Lienden

Fred Lorsheijd heeft een vervolg geschreven op zijn Handboek druiven uit 2003. De voornaamste aanleiding tot deze hernieuw-de uitgave is de grote bloei van de druiven-teelt en wijnbouw in de lage landen gedu-rende de laatste tien jaar. Veel druivenras-sen zijn de afgelopen jaren uit de teelt verdwenen en allerlei nieuwe druivenras-sen, die beter geschikt zijn voor ons kli-maat, werden geïntroduceerd. Door ons koelere klimaat lopen de druivenstokken later uit en hebben minder tijd om te groei-en, te bloeien en af te rijpen. Ook hebben we minder hitte, maar een langere daglengte dan in het zuiden. Het heeft dan ook geen zin om beroemde druivenrassen uit zuide-lijke streken aan te planten. Deze zullen hier niet rijp worden en een mindere kwali-teit vruchten en wijn geven. Ook is er bij zee vaker vochtige lucht, wat meer kans op

schimmelaantasting geeft. In dit boek wor-den die rassen beschreven die op tijd rijpen, van goede kwaliteit zijn en minder last van schimmels hebben. Enkele bekende oude rassen voldoen aan deze eisen, maar voor het merendeel zijn modernere rassen meer gewenst. De meer geschikte rassen worden voldoende uitgebreid behandeld om een verantwoorde rassenkeuze door de hobby-boer mogelijk te maken.

Andere aspecten, hoewel die minder aan verandering onderhevig zijn, komen ook weer op een praktische manier aan bod. Hoe je een wijngaard begint, de opkweekfa-se, de latere verzorging en de gewasbescher-ming, hoe je een wijngaard in stand houdt en natuurlijk ook hoe je wijn moet maken.

Deze prettig geprijsde uitgave is opnieuw

rijk geïllustreerd met vele tekeningen en fo-to’s.

Auteur: Fred LorsheijdIllustrator: Anke Nobel Uitgeverij: Tirion Natuur 2013, Utrecht160 pagina’s 1e druk ISBN139789052109008€ 19,95

Het nieuwe handboek DRUIVEN

Uitvouwbare wildplukkaart.

Titel: Wildplukken – de alternatieve fruittuin. Wilde vruchten en zaden plukken & bereidenAuteurs: Peter Kouwenhoven en Barba-ra PetersKNNV Uitgeverij, Zeist, 2014, 152 blz.ISBN: 978 90 5011 478 3Prijs: € 17,95

Page 37: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 37

CREATIEFCULINAIR

Recepten met kersen: niet ingewikkeld, vooral lekkerIn de maanden juni en juli valt het kersenseizoen. Ei-genlijk wordt gesproken van kersenweken, het zijn er acht in totaal in Nederland. De eerste kersenweek begint rond 1 juni. Vorig jaar begon de kersenpluk bij-na twee weken later, als gevolg van het koude voor-jaar. Voor de eerste week zijn nog steeds geen goede

commercieel bruikbare rassen beschikbaar, zodat het kersenseizoen feitelijk pas begint bij de tweede week. Zoete kersen worden over het algemeen vers ver-werkt en zure kersen worden verwerkt tot jam, sau-zen en bieren. Kersen geven niet alleen veel smaak en voedingsvezels, maar ook vitamine B¹.

Kersentaart Clafoutis aux cerises

Dit is een klassiek Frans dessert met niet ontpitte ker-sen in een zoet beslag, te vergelijken met pannenkoek-beslag, dat warm opgediend wordt. Vader en zoon Roux, beroemde Franse patissiers, ontpitten de kersen wel en ze doen dit met behulp van een tot lus omgebo-gen ijzerdraadje, hiervoor is wel enige handigheid ver-eist. Met een kersenontpitter gaan de kersen stuk en loopt het sap eruit. Perziken, bosbessen of blauwe bes-sen mogen ook worden gebruikt, in het najaar en de winter kunnen er peren of appels in.

Recept:Voor een (quiche)vorm met een diameter van 28 cm en 2 cm hoog. Voor 6 personen.

Ingrediënten voor het beslag• 240grbloem• 3eieren,gescheiden• ruim3dlmelkmetwater• 60grwittebasterdsuiker• snufjezout

Ingrediënten voor de vulling• 500grrijpezoetekersen• 2eetl.wittebasterdsuiker• 1eetl.cognacofkirsch(naarwens)• 15grboter

Verder• boteromintevetten• poedersuikeromtebestrooien

BereidingswijzeBeboter een ovenvaste vorm of schaal. Bestrooi de ker-sen (met of zonder pit, de pitten zorgen voor meer smaak) met 2 eetl. witte basterdsuiker en de cognac in een mengkom en laat ze ca. 30 minuten staan. Ver-warm de oven voor op 180°C.

Zeef de bloem met het zout in een kom. Voeg er de ei-dooiers aan toe en zo veel van het melk- watermengsel dat er een vloeibaar beslag ontstaat. Klop de eiwitten stijf met de rest van de suiker en schep ze door het be-slag. Giet het beslag in de vorm en schep de gemari-neerde kersen eroverheen. Verdeel de boter erover. Bak de taart in ca. 40 minuten in het midden van de oven tot hij stevig is en goudbruin. Serveer de taart warm, bestrooid met poedersuiker.Voorbereidingstijd: ca. 10 minuten.Bereidingstijd: ca. 40 minuten

Uit: Mary Berry, Smakelijk koken op zijn Frans, 1978, blz. 86

Page 38: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

Kersen in wording. Dit zijn morellen, lekker voor jam.

| POMOSPOST ZOMER 201438

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

KersenpannenkoekjesEen typisch Nederlands lunch- en nagerecht. Nu eens niet met spek en stroop, of hartig met kaas, maar voor de afwisseling met gehalveerde kersen.

Recept:Voor 4 personen.

Ingrediënten voor het beslag• 200grbloem• 4dlmelk• 1ei• snufjezout• 200grkersen• boter,margarineofzonnebloemolie• poedersuikeromtebestrooien(desgewenst)

BereidingswijzeDe bloem in een kom doen en wat zout toevoegen. Het ei met wat melk loskloppen, aan de bloem toevoegen

en met de rest van de melk tot een glad beslag roe-ren. De kersen wassen, van de steeltjes ontdoen, ontpitten en hal-veren. Boter of margarine in een koekenpan smel-ten en er beslag in gieten. Wat van de gehalveerde kersen op het beslag verdelen, de kersen licht indrukken en met wat beslag bedekken. De pannenkoekjes aan beide kanten bakken tot ze lichtbruin en gaar zijn. Voor het opdienen desge-wenst met poedersuiker bestrooien.

Page 39: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

POMOSPOST ZOMER 2014 | 39

Basisrecept voor jam met ‘geleisuiker 2:1’, dus 1 kg vruchten op 500 gr geleisuiker.Deze jam is minder zoet dan ‘ouderwetse’ jam met kristalsuiker waardoor de smaak van de vruchten be-ter tot zijn recht komt.

Bereidingswijze De kersen wassen, laten uitlekken, ontpitten en halve-ren. Het sap opvangen. Het vruchtvlees van de grape-fruit klein snijden. 1 kg vruchten afwegen en het meng-sel in een hoge roestvrijstalen pan snel aan de kook brengen en 5 minuten zachtjes laten koken of totdat de grapefruitstukjes zacht zijn. De geleisuiker toevoegen onder goed roeren, het geheel op hoog vuur snel aan de kook brengen en 3 minuten borrelend laten koken. De jam in schone, met soda uitgekookte en heet water om-gespoelde potten doen, de rand afvegen met een scho-ne doek, de potten goed afsluiten met een metalen schroefdeksel en ze 5 minuten op de kop zetten. Op de potten altijd een duidelijk en informatief etiket aan-brengen. De jam koel en donker bewaren. Ongeopend minstens 1 jaar houdbaar, na opening in de koelkast zetten.

Neem voor ‘ouderwetse’ kersenjam evenveel suiker als ontpitte kersen en kook een paar lepels vol pitten mee in een doekje. In het begin het geheel zachtjes laten ko-ken, later het vuur hoger zetten en goed blijven roeren. De totale kooktijd kan een half uur zijn. Als er een druppel jam aan de houten (roer)lepel blijft hangen, is de jam goed gegeleerd.

Voor 3 tot 4 potten, afhankelijk van de inhoudsmaat van de potten.

Marianne van Lienden

Ook een klassieker, wie is er niet gek op. Sommige vruchtensoorten, onder andere kersen en morellen, zijn vaak arm aan pectine. Jam van dergelijke vruchten stolt niet goed. Onrijpe en maar net rijpe vruchten be-vatten de meeste en beste pectine. Ook pitten zijn rijk aan pectine. Om ervoor te zorgen dat jam van zoete of overrijpe kersen toch stijf wordt, kunnen ze ge-combineerd worden met vruchten die rijk zijn aan pectine, bijvoorbeeld citrusvruchten of onrijpe kruis-bessen. Hier is gekozen voor grapefruit, omdat die niet al-leen voor voldoende pectine zorgt, maar ook een net iets frissere of pittigere smaak aan

zoete kersen of morellen geeft. Pitten kunnen mee-

gekookt worden in een dichtgebonden ‘neteldoeks’ lapje, d.w.z. van dun katoen, bij-voorbeeld (een deel van ) een oude zakdoek.

In dit recept is de verhouding ¾ kersen en ¼ grapefruit, maar als u niet zo van

bitter houdt, gebruik dan het vruchtvlees van navelsinaasappels.

Kersen-grapefruitjam

Kersenjam

Page 40: Ingrid Marie en - NPV...Ingrid Marie en Karin Schneider Minikiwi’s of kiwibessen Tuinkamers met leifruit 1 9 8 9 N P V 2 0 1 4 N o o r d elijke P o m o l g i s c h e V e r e n i

| POMOSPOST ZOMER 201440

1989

NPV 2014

Noordelijke Pomologische

Ver

enig

ing

Fruithof Frederiksoord

Workshops Fruithof FrederiksoordTelefoon: 0522-452333Mobiel: 06-23568123E-mail: [email protected]

Als het blad gevallen is heeft u goed zicht op de vorm van de fruitbomen en kunnen ze gesnoeid worden. In de NPV-boomgaard de Fruithof staan honderden hoogstambomen, het is één groot leslo-kaal. Je snoeit voor de levensverlenging van de boom en een rijke oogst. Dat is niet makkelijk maar beslist te leren. Welke takken moeten eruit, welke juist niet? Welk gereedschap moet je gebruiken?

Waar moet je op letten? Snoeien is een kunst op zich en heel boeiend. Op de Fruithof in Frederiksoord staan een kleine duizend fruitbomen, waaronder veel oude, bijna verdwenen rassen. Leden van de Noordelijke Pomo-logische Vereniging (NPV) hebben ze verzameld om de bijzondere appels en peren te bewaren voor de toekomst.

Workshops 2014 voor beter vruchtboomonderhoudin Fruithof FrederiksoordLeer zelf uw fruitbomen snoeien of vermeerderen op de Fruithof in Frederiksoord

Wij nodigen u uit, in de Fruithof te Frederiksoord!

23 en 27 augustus 2014: Workshop zomersnoei appel- en perenbomen.Tijd: 10.00-15.00 uur. Kosten: € 47,50.

17 en 19 september 2014: Workshop snoeien van pruimenbomen.Tijd: 10.00-15.00 uur. Kosten: € 47,50.

Alle workshops zijn inclusief: hand-out, koffie/thee en soep.

Nadere inlichtingen: www.fruithof-frederiksoord.nl of mail met Marjan Sorgdrager. Inschrijven bij voorkeur via e-mail: [email protected].