Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

18
MHC BOMMELERWAARD

description

Informatiemap Jeugdcoaches

Transcript of Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

Page 1: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

MMHHCC BBOOMMMMEELLEERRWWAAAARRDD

Page 2: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 2

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Voorwoord

Het komt vaak voor dat u als ouder benaderd wordt om een team te gaan coachen cq te begeleiden om

dat u zo enthousiast staat aan te moedigen, of in een mogelijk (ver) verleden zelf heeft gehockeyd of

anderszins aan een teamsport heeft deelgenomen.

Tja, leuk maar dan, hoe pak ik dingen aan, wat moet er allemaal wel of niet geregeld worden, opstelling,

tactiek, spelregels etc. Poeh er komt wel heel wat op je af, als je ja zegt om een jeugdteam te coachen

dan wel te gaan begeleiden.

Geen nood! De MHC Bommelerwaard wil u graag op weg helpen, dus:

Deze informatiemap is bedoeld als ondersteuning voor de beginnende coaches cq begeleiders van

jeugdteams vanaf de D11-tallen,die (nog) weinig ervaring hebben in het coachen cq begeleiden van

jeugdteams. De informatie die in dit document is weergegeven is geen wet van hoe het moet.

Ik heb echter al 27 jaar ervaring opgedaan binnen het hele hockey gebeuren en ben destijds ook als

enthousiaste ouder begonnen, terwijl ik zelf was “opgegroeid” met het voetbalspelletje.

Van mini coach / begeleider, naar jeugdcoach (JHT) – (bondsscheidsrechter) ten slotte naar

gediplomeerd trainer/coach A, tja het wordt dus gewoon een passie voor niet alleen een spelletje maar

ook een geweldige levenservaring om met jeugd van diverse leeftijden en tenslotte senioren om te gaan

en deze trachten de goede richting op te krijgen.

Wel nu is het tijd om mijn ervaringen met u te delen om zodoende u als startende coach / begeleider op

weg te helpen, zodat niet alleen u het leuk gaat vinden, maar dat ook de kinderen die u gaat coachen /

begeleiden het hockeyspelletje vooral leuk gaan vinden.

Dus geen “hotstknotse begonia hockey” meer. Maar een beetje tactiek en hoe we met elkaar (dus ook

de ouders van de kinderen) omgaan (houding & Gedrag) etc.

Namens de Jeugd TC van MHC Bommelerwaard wens ik u veel plezierige wedstrijden toe en spreek de

hoop uit dat deze informatie u mogelijk nog enthousiaster maakt om een jeugdteam te (gaan) coachen /

begeleiden.

Page 3: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 3

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

1. Coachen

Het coachen van een jeugdteam is geen gemakkelijke taak. Een coach heeft doorgaans meerdere

rollen. Te onderscheiden zijn bijvoorbeeld de rol van leider, regelneef, vertegenwoordiger, deskundige.

De coach maakt geen deel uit van het team, maar hoort er wel bij. Zijn handelingen en gedragingen zijn

belangrijk en bepalend voor de sfeer, de speelwijze en het plezier dat de jeugd heeft. Steeds ook moet

een coach zich ervan bewust zijn dat hij werkt met allemaal verschillende kinderen, die verschillende

persoonlijkheid en fysieke eigenschappen hebben. Een persoonlijke benadering is daarom belangrijk.

2. Algemene aandachtspunten voor de coach

2.1 Team

Een team presteert beter dan 11 individuen. Probeer dus van die groep spelers een team te maken.

Niet alleen gaan de prestaties dan omhoog, ook het plezier van de groep neemt toe. Dit kun je

bijvoorbeeld doen door de nadruk te leggen op de groepsprestatie (niet die ene speler die zo goed is),

maar ook door dingen die minder of niks met hockey te maken hebben. Ga bijvoorbeeld eens met de

groep naar een hockey interlandwedstrijd of hoofdklasse wedstrijd kijken, of ga een keer wat met zijn

allen eten. Ook als team douchen na de wedstrijd en met zijn allen wat drinken na de wedstrijd kan daar

aan bijdragen.

2.2 De positie ten opzichte van de groep

Maak duidelijk dat je coach bent. Plaats jezelf daarmee boven de groep en niet middenin de groep. Als

coach heb je maar een aantal momenten dat je echt kunt beïnvloeden. Zorg er daarom voor dat het

team of de speler op dat moment ook echt naar je luistert.

Probeer als coach alle spelers overal bij te betrekken. Probeer te voorkomen dat één of meer spelers

buiten de groep vallen. Dit gebeurt nog wel eens bij keepers vanwege hun andere rol in het team.

2.3 Positie ten opzichte van ouders

Het zijn van coach vergt ook omgang

met de ouders van het team. Dit kan heel leuk zijn,

maar soms ook lastig. Ouders zijn vaak veel meer

gericht op winnen en presteren dan de kinderen zelf.

Zij richten al hun aandacht, negatief en positief op het kind. Zij

ervaren een misser van hun kind vaak als een persoonlijke fout.

Ouders die zich op die manier opstellen kunnen ‘schadelijk’ zijn

voor de hockey ontwikkeling van het kind. Probeer als coach de

ouders, uiteraard respectvol en beleefd, op de invloed die het

gedrag op het spelplezier en hockeyontwikkeling van het kind

heeft. Uiteraard kunnen dan suggesties gegeven worden over

hoe aanmoedigen wel kan: te weten positief en aanmoedigend

en te vragen de inhoudelijke aanwijzingen aan de coach

overlaten

Page 4: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 4

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

2.4 Taal

Probeer je taalgebruik aan te passen aan het niveau van de groep. Daarmee wordt bedoeld dat de

coach zich voor wat betreft hockeytaalgebruik aansluit bij de termen die op de training worden gebruikt

en de kinderen beter niet kan overladen met complexe begrippen die geen inhoudelijke lading hebben

door gebruik op de training.

Anderzijds heeft een coach een voorbeeldfunctie, ook wat taalgebruik betreft. Vloeken is bijvoorbeeld

uit den boze.

2.5 Gedrag spelers

Accepteer nooit onsportief gedrag in en buiten het veld van spelers. Spelers die zich niet kunnen

beheersen, haal je even naar de kant.

Coach is een rolmodel Rolmodel binnen en buiten het veld.

Dit zijn van rolmodel uit zich zowel in

gedrag als in taal, ten opzichte van spelers,

ouders, tegenstander en scheidsrechter.

Positieve aandacht

Positief coachen werkt. Opbouwende kritiek kan nuttig zijn. Geef geen kritiek tijdens het spelen.

Voorafgaand aan de wedstrijd en ook tijdens de rust kun je als coach aandachtspunten meegeven aan

een speler, niet tijdens het spel. Individuele opmerkingen werken daarbij beter dan algemene

aanwijzingen.

2.6 Trainer en coach

Het is ideaal wanneer trainer en coach dezelfde persoon zijn. Vaak zal dit echter niet zo zijn. Het is dan

heel belangrijk dat trainer en coach zeer regelmatig contact met elkaar hebben. Voor de trainer is het

belangrijk te weten hoe de wedstrijden verlopen, waarop moet worden getraind, hoe de strafcorners

verlopen en wie waaraan moet werken. Ook spreken trainer en coach met elkaar af welk

spelsysteem/spelsystemen getraind worden.

Page 5: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 5

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

3. Voorbereiding op de wedstrijd

3.1 Verzamel voorafgaand aan de wedstrijd op tijd (minimaal 30-45 minuten voor tijd). Maak in het

begin van het seizoen afspraken over op tijd zijn, afzeggen en het feit dat hockey een

teamsport is. Ruim van tevoren afzeggen is handig zodat je eventueel nog invallers kunt

regelen.

3.2 Bij een thuiswedstrijd ontvangt de coach de spelers, ouders en coach van de tegenpartij en

voorziet hen van een consumptie.

3.3 De wedstrijdbespreking is bedoeld om de opstelling, de strafcorner en de tactiek tijdens de

wedstrijd door te nemen. Behandel hierbij alleen wat ‘puntjes op de i’ en houd het positief, maar

zorg wel dat elke speler duidelijk weet wat zijn taken zijn tijdens de wedstrijd. Tijdens de training

worden mogelijke spelsystemen aangeleerd. Dit is teveel stof om nog eens tijdens de

voorbespreking door te nemen. Een ander belangrijk punt tijdens de voorbespreking is

motiveren. Motiveer en pep de spelers op voor de wedstrijd. Maar…houd de voorbespreking

dus kort. De aandacht verslapt snel. Let er voorafgaand aan de wedstrijd op dat alle spelers

een wedstrijdtenue inclusief scheenbeschermers dragen en geen grote sieraden dragen.

3.4 Eventueel kun je met een paar spelers nog een

speciaal punt doornemen om op te letten, of kun

je individueel nog een aanwijzing geven aan de speler.

4. Tijdens de wedstrijd

4.1 Tijdens de wedstrijd heeft de coach veel om op te letten: hoe wordt er gespeeld, wat gaat er

goed, wat gaat er minder goed, hoe kan ik de spelwijze aanpassen, wie wissel ik. Realiseer je

dat je in je eentje niet alles kunt zien. Probeer je te concentreren op het spel van je eigen ploeg.

Concentreer je in mindere mate op de tegenstander.

4.2 Regel is maximaal één spelers te wisselen, dus bijv. niet drie tegelijk. Laat spelers ook niet te

lang op de bank zitten. Maximaal een kwartier is daarbij de richtlijn. Vaker doorwisselen kan

positief werken, zeker ook conditioneel.

4.3 Elke wedstrijd is natuurlijk anders, maar er zijn wel situaties die vaker voorkomen. Onderstaand

een aantal daarvan:

4.3.1 Binnen vijf minuten staan we met 2-0 voor

Complimenteer de spelers voor hun voortvarendheid. Vanaf dit moment is het de tegenstander

die achter de feiten aanloopt. Nonchalance ligt echter op de loer en de tegenstander kan zich

ook hervinden. Coach je team dat ze op de ingeslagen weg voortgaan en beloon ze hiervoor.

Page 6: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 6

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

4.3.2 Binnen een minuut staan we met 1-0 achter

Soms een kwestie van dikke pech maar meestal het resultaat van ongeconcentreerd aan een

wedstrijd beginnen. Wijs kinderen hierop na de wedstrijd. Stimuleer de kinderen op het moment

zelf om gewoon door te gaan en de gemaakte afspraken na te leven. De wedstrijd duurt dan

nog ongeveer 65 minuten dus alle tijd om aan herstel te werken.

4.3.3 De tegenstander speelt op een wijze die we vooraf totaal niet voorzien hebben.

Haal enkele spelbepalende spelers kort na elkaar uit het veld en geef ze korte aanwijzingen.

Deze spelers hebben de taak de opdracht in het veld aan de andere spelers te communiceren.

4.3.4 Een van de spelers heeft moeite om de opdracht uit te voeren of krijgt geen grip op de directe

tegenstander. Haal de speler naar de kant en geef enkele aanwijzingen om hem/haar

vervolgens direct weer terug in het veld te brengen. Laat het vertrouwen zien dat je hebt dat

hij/zij wel degelijk de opdracht kan uitvoeren. Lang op de bank laten zitten frustreert de speler

en ondermijnt zijn/haar zelfvertrouwen.

4.3.5 De laatste vijf minuten

Nederlanders klagen vaak over het geluk van onze oosterburen in de laatste minuten van een

wedstrijd. Omgekeerd balen we vaak als Nederlander dat het op het laatst toch nog fout gaat.

Het antwoord is dat het vooral een mentale kwestie is. Je zelf oppeppen nog eenmaal alles te

geven in de laatste minuten.

4.3.6 Een speler misdraagt zich of speelt zeer individualistisch

Speler naar de kant halen en hem aanspreken op zijn gedrag.

4.3.7 Spelers klagen over de scheidsrechter

Terecht of onterecht het zal in de regel aan de situatie niets veranderen. Klagen tegen de

scheidsrechter zal hem eerder nog kritischer doen fluiten dan het omgekeerde. Spelers raken

door het gepraat uit hun concentratie en gaan slechter spelen. Vaak het effect dat thuisfluiters

willen bereiken. Maan uw team tot kalmte hoe moeilijk dat wellicht ook is. Wees als coach de

rots in de branding voor uw team en bewaar uw kalmte.

4.3.8 De tegenstander is veel te sterk

Gebruik de rust om het team een nieuwe uitdaging te geven. Zet de teller weer op nul en

probeer in de tweede helft een betere scoren te realiseren dan de uitslag van de eerste helft.

Ga niet teveel wijzigen in het team omdat het zelfvertrouwen ondermijnd en de spelers terecht

komen op plaatsen waar ze niet gewoon zijn te spelen. Vaak mist de actie volledig zijn effect.

4.3.9 De tegenstander is veel te zwak

Gebruik de ruimte om oefenpatronen uit de training in de praktijk te brengen. Coach je team niet

om zo snel mogelijk het volgende doelpunt te scoren maar om bijv. de bal van links naar rechts

te verleggen en de aanval via de vleugel op te zetten. Voorkom dat spelers gaan flierefluiten of

soleren. Dergelijk gedrag wreekt zich gelijk de volgende wedstrijd wanneer het er wel op aan

komt.

Page 7: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 7

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

4.4 In de rust

4.5 Na de wedstrijd

De wedstrijd is nog niet gedaan na het laatste fluitsignaal. Spelers druipen teleurgesteld af, of beter,

dolenthousiast na een onverwachte overwinning. De coach is de eerste persoon om verdriet te delen,

woede te kanaliseren of vreugde te relativeren. Er moet nog een aantal formele handelingen verricht

worden en MHC Bommelerwaard wil zich te allen tijde een sportieve tegenstander tonen en een goed

gastheer/vrouw zijn.

Na de wedstrijd kun je nabespreken, hoeft echter niet altijd.

Als coach schud je na de wedstrijd de hand van de collega-coach en bedank je de scheidsrechters, hoe

goed of slecht zij hebben gefloten. Ook zij doen dit in hun vrije tijd.

Na de wedstrijd (uit of thuis) is er altijd iets te drinken voor de teams in het clubhuis. Drink met je team

altijd een drankje met de tegenstander. Daarna is het pas douchetijd.

En dan is er ook altijd nog het wedstrijdformulier dat ingevuld moet worden.

Mocht je met individuele spelers nog iets willen nabespreken over de wedstrijd, wacht hier dan in ieder

geval even mee tot nadat de speler even tot rust is gekomen en iets heeft kunnen drinken. Houd de

opmerkingen daarna positief en zorg dat het punten zijn waaraan de speler kan gaan werken.

De rust is een goed moment om bij te sturen.

Vergeet echter niet dat de basis technisch en

tactisch wordt gelegd in de training; dit kun je niet

meer verbeteren tijdens de wedstrijd. Geef de

spelers eerst even rust en de tijd om wat te

drinken. Ook hier is het devies weer: houd het

positief en blijf aanmoedigend. Er moet nog een

helft worden gespeeld. Voorkom ook onderlinge

verwijten tussen de spelers. De rust is daarbij een

goed moment om te wisselen.

Page 8: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 8

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

5. Tactische zaken

5.1 De opstelling

Over het algemeen worden twee typen opstellingen gebruikt: 4-3-3 en 4-2-2. Daarbinnen zijn er allerlei

variaties.

4-3-3: keeper, laatste man, linksachter, rechtsachter, linksmidden, midden-midden, rechtsmidden,

linksvoor, midvoor, rechtsvoor

4-4-2: keeper, laatste man, linksachter, rechtsachter, linksmidden, 2X midden-midden, rechtsmidden, 2

spitsen

Het verschil tussen 4-3-3 en 4-4-2 ligt met name op het middenveld: er staan in 4-4-2 vier

middenvelders. De twee midden-middens kunnen naast elkaar spelen. Ook kunnen de twee voor elkaar

spelen. De voorste van de twee fungeert als hangende derde spits in de aanval, maar verdedigt wel

mee als middenvelder. De twee spitsen, ipv drie bij 4-4-3 kunnen zich verschillend opstellen. Dit is

afhankelijk van de situatie. Als bijvoorbeeld de aanvallende middenvelder mee opkomt door het midden,

kun je je voorstellen dat de ene spits naar rechtsbuiten trekt en ander naar linksbuiten. Als de bal meer

op de eigen helft is kunnen de spitsen als blok meebewegen naar de kant van het veld waar de bal

zicht bevindt. Bij 4-4-2 heb je meer stevigheid op het middenveld door de extra midden-midden.

Zie volgende pagina’s

Page 9: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 9

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

TACTISCHE ZAKEN NADER TOEGELICHT

Tactiek: 4-3-3 systeem

Veld 1 Veld 2

Balkant Helpkant

Schijnruimte

ewe

WIJ

ZIJ

Laatste man

op eigen helft.

mid-mid

op helft

tegenstander

RA op

eigen

helft.

RH op

helft

tegen-

stander

LA op

eigen

helft

LH op

helft

tegen-

stander

Op Veld 1 zie je, hoe je een tegenstander VAST

kan zetten. Het is uiteraard belangrijk dat een

ieder hier aan mee doet. Hierbij zijn 2 belangrijke

aspecten van belang te weten:

Zoals op de tekening aangegeven BALLIJNEN

DICHT ZETTEN en SCHIJNRUIMTE geven

Bij het veroveren van de bal, direct proberen via

mid-mid of laatste man (ik prevereer liever vrije

verdediger) de bal naar de Helpkant te spelen!!

Het 4-3-3 systeem:

Het is van belang dat een ieder zijn taak weet. De

belangrijkste hiervan zijn:

De drie spitsen laten zich net tot voor de middellijn

“zakken”. Op aangeven van achteruit gaan deze

de tegenstander “vast zetten”

De links-rechtsachter, voorstopper en mid-mid

spelen in de “mandekking”

De links en rechtshalf dienen het veld breed te

houden en spelen “zone dekking” dit wil zeggen zij

“pakken” de tegenstander op die in hun “zone”

komen, en zorgen er tevens voor dat zij bij het

gaan “vastzetten” van de tegenstander zij voor hun

man KOMEN!!

TAAKVERDELING BIJ UITSLAAN – VRIJE

SLAGEN – ZIJLIJN EN CORNERS.(zie veld 2)

Laatste man (vrije verdediger):

neemt alle vrije slagen vanaf kop cirkel en

centraal op het veld tot tegen de middellijn.

Rechtsachter(RA) -Linksachter(LA)

nemen alle vrije slagen langs de zijkant en vanaf

de zijlijn tot aan de middellijn.

mid-mid:

neemt alle vrije slagen centraal op middenveld

van middellijn tot aan cirkel tegenstander.

Rechtshalf(RH) – Linkshalf(LH)

nemen alle vrije slagen langs de zijkant vanaf de

zijlijn vanaf de middellijn. En de corners.

Indien snel gehandeld kan worden, ( bijv. de

spits(en) snel in vrij staande positie aanspelen)

kan uiteraard van bovenstaande worden

afgeweken.

Page 10: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 10

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Veld 3 Veld 4

Schijnruimt

e

Op veld 3 zie je hoe je, je op moet stellen in de

RUIT naar voren.

Als voorstopper de bal krijgt moet hij deze:

–outside- aannemen

en linker

reverse maken, hij heeft dan 2 opties, bal spelen

naar de opgekomen rechtsachter of als hij onder

druk komt terug spelen op de rechtsachter. In dat

geval dient laatste man zich ook weer aan te

bieden en wel zodanig dat er ook sprake is van

rugdekking.

Ten opzicht van andere systemen heeft dit

uitverdedigen 2 voordelen en 1 nadeel.

Voordeel:

het team heeft snel balbezit op de as van het

veld en dat is voor de tegenstander moeilijk te

verdedigen in de vervolgactie

de spits van de tegenstander wordt in een

“dwangpositie” gebracht

Nadeel:

balverlies in de achterste lijn levert wel direct

“gevaar” op.

Op veld 4 zie je wat wordt bedoeld met de

“platte” driehoek.

Het is van belang dat zowel de linker als de

rechter verdediger:

altijd de binnenkant afdekt !!!

Verder moet je proberen om “schijnruimte” te

geven, zodat tegenstander idee heeft om de

rechts cq linksvoor aan te kunnen spelen

Page 11: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 11

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

5.2 Taken per positie

5.2.1 De verdediging

In de verdediging wordt begonnen met de eerste fase in de aanvalsopbouw:

het uitverdedigen.

De laatste man en de voorstopper zijn bij balbezit afhankelijk van de manier waarop de andere spelers

positie kiezen en vrijlopen. Het centrum is vaak erg druk. Om een aanval op te bouwen zullen de

medespelers zich aan de flanken moeten aanbieden.

Het uitverdedigen moet altijd heel zeker gedaan worden en het liefst volgens vaste patronen. Probeer

patronen in te bouwen, want er mogen in de achterste linie geen fouten gemaakt worden:

Over links:

De linker-vleugelverdediger biedt zich aan de zijlijn aan. Deze krijgt daarna afspeelmogelijkheden naar

de links-midden, de midden-midden of de linkerspits.

Over rechts:

De rechter-vleugelverdediger biedt zich aan de zijlijn aan. Deze krijgt daarna afspeelmogelijkheden

naar de rechts-midden, de midden-midden of de rechterspits.

Na het uitverdedigen sluiten de spelers van de achterste linie bij de opbouw van de aanval. Met

aansluiten houdt de speler de bal in de gaten:

Balkant:

De voorstopper en de verdediger aan de balkant gaan mee naar voren.

Niet-balkant:

De laatste man en de verdediger aan de niet-balkant blijven iets terug en schuiven naar het centrum. Ze geven rugdekking aan het hele elftal.

Als de bal dus naar de andere zijde gaat, moet de verdediger omschakelen.

Bij niet-balbezit moeten tegenstanders gedekt en aangevallen worden:

De linkerverdediger pakt de rechterspits.

De voorstopper pakt de centrumspits.

De rechterverdediger pakt de linkerspits.

De achterste man geeft rugdekking aan de balkant.

Er zijn wat basis begrippen bij niet-balbezit:

Overtal verdediging: Een spelsituatie waarbij er meer verdedigers zijn dan aanvallers.

Mandekking: De vaste tegenstander (zie het lijstje hierboven) niet in balbezit laten komen.

Probeer om zelf in balbezit te komen. Toepassen bij overtal verdediging.

Zone mandekking: Iedere aanvaller (hoeft niet jouw vaste te zijn), die in jouw zone gebied

komt, ga je mandekken.

Man rugdekking: Als er geen overtal verdediging is, dan moet je als verdediger aan meerdere

dingen tegelijk denken. Je moet de tegenstander uitschakelen en je moet je medespelers

helpen, want we komen verdedigers tekort.

Rugdekking betekent: Een medespeler helpen!!

Page 12: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 12

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

5.3 Het middenveld

De opbouw naar de aanval verloopt bijna altijd via de middenlinie. Natuurlijk kun je aanvallers ook met

lange ballen direct aanspelen en zo de middenlinie overslaan. Voor de middenlinie zijn er minder vaste

patronen, hier moet je meer creatief zijn.

Het middenveld geeft altijd ondersteuning, of aan de aanval of aan de verdediging. De opstelling van de

drie of vier middenvelders hangt af van de sterkte van de tegenstander:

Als we niet weten hoe sterk ze zijn, kunnen we beginnen met een rechte lijn.

Als de tegenstander nogal sterk is, staat de midden-midden voor de twee andere midden-spelers. Die

moeten de verdedigers meer helpen.

Als wij sterker zijn, staat de midden-midden achter de twee andere midden-spelers. Die moeten de

aanvallers meer helpen.

5.3.1 Ondersteunen van de verdediging betekent:

Met de aanvallers zorgen voor een goede zone-verdeling en aansluiting, zodat er goed

gestoord kan worden als de tegenstander wil uitverdedigen.

Het maken van een goede keuze bij opkomende tegenstanders. Je moet kiezen tussen

mandekking of zone-mandeking.

Het uitvoeren van de tackle-back op de persoonlijke tegenstander. Als de tegenstander je heeft

gepasseerd probeer je alsnog in bezit van de bal je komen. Als de speler hem laat lopen heeft

de tegenstander een overtal-aanval.

Overnemen van tegenstanders.

Het uitschakelen van spelbepalende tegenstanders. Deze moet je een efficiënte dekking geven.

5.3.2 Ondersteunen van de aanval betekent:

Het vormen van een duidelijk aanspeelpunt voor de medespelers in de achterste linie

(communiceren!).

Het verzorgen van goede passes (voorzetten) naar de medespelers in de voorste linie.

Het aansluiten bij de aanvalsacties. Let op, bij balverlies meteen omschakelen naar de

verdedigende taken (zie hierboven).

Het opkomen in de voorste linie. Bij balverlies, schakelen!

De bal verleggen naar de andere zijde van het veld als er op deze zijde geen kansen zijn.

De middenlinie zet de grote lijnen uit voor de aanval.

Op het middenveld is er voortdurende wisseling van balbezit, voortdurende wisseling van balkant en

doen er zich steeds verrassende ruimtes en mogelijkheden voor.

Middenvelders moeten veelvuldig schakelen, van aanvallen naar verdedigen (storen) van verdedigen

naar aanvallen (opbouwen). Ook moet je van positie kunnen wisselen met medespelers, die even niet

op hun plaats staan.

Wisseling van balbezit kan soms heel onverwachts gebeuren. Middenvelders moeten verschrikkelijk

goed opletten, hebben een goede alertheid, reactievermogen, conditie, en snelheid. Je bent enorm in

het voordeel als je sommige dingen al ziet aankomen. Een stapje eerder is beter dan een stapje sneller.

Intelligente spelers met ervaring en spelinzicht beheersen het middenveld.

Page 13: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 13

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

5.4 De aanval

Bij balbezit in de achterste linie wordt uitverdedigd en begonnen met de aanvalsopbouw. De voorste

linie kiest positie, trekt ruimte en biedt zich aan.

Bij niet-balbezit op de helft van de tegenstander moet de voorste linie hard werken om weer in balbezit

te komen. Dit storen kan op verschillende manieren:

5.4.1 De afspeellijnen afschermen.

In hoog tempo storen en jagen als het erom gaat om snel in balbezit te komen. Hierbij moeten alle

aanvallers een tegenstander dekken, zodat de tegenstanders fouten gaan maken bij het afspelen.

Bij het verdedigen op de eigen helft helpen de linker- en rechter-spits met het afstoppen van de

opkomende verdedigers van de tegenstander. De centrumspits stoort de achterste man en dekt de

voorstopper.

5.4.2 Aanvallend geldt voor de voorste linie:

Scoren.

Initiatief en risico’s nemen. Veel proberen, af en toe succes.

Uit de dekking vrijlopen om aangespeeld te kunnen worden. Hierbij is de keuze van het moment

van versnellen en de communicatie erg belangrijk. Spitsspelers sprinten soms in de breedte, in

de diepte en vaak ook naar achteren.

Plaatswissels uitvoeren. Dit brengt de verdediging in de war.

Uitwijken naar opzij om ruimte te trekken voor opkomende medespelers.

Bij een aanval over de vleugel zo ver mogelijk doorgaan (‘de achterlijn halen’) en vervolgens

een voorzet geven. Over rechts doen we dat altijd. Over links moet je de bal vaak al eerder

afgeven of terugleggen.

Bij een aanval door het midden zo snel mogelijk de cirkel opzoeken via alleen spel of via korte

combinaties.

Op de volgende pagina’s nog e.e.a. over strafcorners

Page 14: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 14

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

2 VARIANTEN VOOR DE STRAFCORNER AANVALLEND

Ballijn

Looplijn speler

Deze speler staat zo opgesteld voor doorschietende bal

Veldje 1: Veldje 2:

1-2 combi door centrum de bal in één keer “veegen” Bal terug op aangever, deze (laag of Hoog

ligt aan of keeper ligt of niet) scoort op doel.

VELDJE 1 VELDJE 2

Deze speler staat zo opgesteld voor doorschietende bal

Page 15: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 15

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Analyse formulier

Wedstrijd: Datum: Uitslag:

Spelsysteem: 1-3-3-3 / 1-4-4-2 / anders, namelijk …………..

Opstelling:

Nr. Naam speler en positie

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

De strafcorner:

Opmerkingen:

Aanvallend verdedigend

Page 16: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 16

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Spelbepalende speler(s):

Opbouwende sterke / zwakke schakels:

Verdedigend sterke / zwakke schakels:

Onderschepping:

directe pass naar voren / individuele actie / balverplaatsing

Page 17: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 17

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Aanvallend

opbouw in grote lijnen

Opmerkingen:

Page 18: Informatiemap jeugdcoaches mhc bommelerwaard maart 2012 (am)

© Aad Mostert 18

MHC BOMMELERWAARD 2011/20112

Vrije slagen, standaard

situaties: