Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41...

25
1 Informatieboekje bij de handelingsdelen van Nederlands in havo-4 Havo Muurhuizen 2013-2014

Transcript of Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41...

Page 1: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

1

Informatieboekje

bij de

handelingsdelen

van

Nederlands in havo-4

Havo Muurhuizen

2013-2014

Page 2: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 1

Inhoud

PTA Nederlands 2013-2014

2

Toelichting op het PTA – toetsen

3

Handelingsdelen en dossiers

4

Toelichting op de handelingsdelen in het PTA

5

Bijlage 1 – Het leesverslag

Richtlijnen voor het leesverslag 7

Leesverslag A – De romananalyse 8

Leesverslag B- Het gebruik van recensies en biografie 10

Leesverslag C – De persoonlijke verwerking

11

Bijlage 2 – De boekverslagen

Boekverslag 1 12

Boekverslag 2 12

Boekverslag 3 en 4: het duoboekverslag

13

Bijlage 3 – De documentatiemap

A – Instructie documentatiemap 14

B – Persoonlijk invulformulier documentatiemap

16

Bijlage 4 – De betogende voordracht

A – Instructies voor de betogende opdracht 17

B – Tips voor de betogende opdracht 18

C – Spreekplan voor de betogende opdracht 19

D – Beoordelingsformulier voor de betogende opdracht

21

Ruimte voor aantekeningen 23

Checklist: Overzicht van het leesdossier 24

Page 3: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

2

PTA voor het

vak Nederlands HAVO 2013/2015 leerjaar 4

methode Op Niveau en Laagland,

Literatuur en Lezer Aantal toetsen 16 herkansbaar 6

Perio-

de

Kolom-

kop

Omschrijving

Magister Lesstof

Eind-

termen

Soort

toets

Tijdsduur

in min.

Weging

rap

Weging

se

Herkansen

ja/nee

Week

nummer

4.1 Autobiografie Laagland Lit., 67,

145 E HA -

-

Nee 37

Brief Op Niveau, H1, 10-

23 C PW 45 1 Nee 39

Taalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41

Boek 1 Verslag klassikale

roman E HA - - - 44

Lezen Leesvaardigheid: Op

Niveau hfdst. 1 en 3 A PW 60 2 Ja 47

4.2 Taalverzorging 2 Op Niveau H5, 1-44 C PW 45 1 Nee 50

Boek 2 Boekverslag 2 E HA - - - 7

Boek 3-4 Boekverslag 3-4 E HA - - - 10

Literatuur 1 Historische letter-

kunde ME-17e

eeuw, Laagland Lit.

Cursus 8 E PW 60 2 Nee 11

4.3 Taalverzorging 3 Op Niveau H8, 1-18 C PW 45 1 Nee 14

Boekentoets 1 4 Romans en Laag-

land Lit. Cursus 1+2 E PW 90 2 Nee 15

Documap1 Onderzoek E HA - - - 17

Voordrachten Betogende voor-

dracht, Op Niveau

H3, 18-19; H4, 37;

blok FG B, D MO 10 1 Nee 23-24

Samenvatten Op Niveau H7,3-7 A PW 90 2 Ja 27

Regeling voor herkansingen Herkansingen zoals aangegeven

Berekening eindcijfer

>

Het eindcijfer is het gemiddelde van de eindcijfers van de

examenonderdelen Domein A t/m E.

Page 4: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

3

Toelichting op het PTA - toetsen

Brief

In een lesuur (week 39) schrijf je een brief waarvoor je een cijfer krijgt dat één keer meetelt.

Taalverzorging

In Op Niveau wordt in aparte hoofdstukken (hoofdstukken 2, 5 en 8) aandacht besteed aan

taalverzorging en taalbeschouwing. Deze stof wordt in iedere periode getoetst aan de hand

van een schrijfopdracht. Voorwaarde voor deelname aan deze toets is dat je de opdrachten

gemaakt en nagekeken hebt. (week 41, 50 en 14)

Teksttoets

De toets in de toetsweek van periode 1 (week 47) heeft betrekking op de theorie van

tekstanalyse en de gemaakte opdrachten uit Op Niveau, hoofdstukken 1 en 3. De theorie

moet je kunnen toepassen op een tekst waarover je vragen moet beantwoorden.

Historische letterkunde

In de tweede toetsweek (week 11) wordt een toets historische letterkunde afgenomen die

bestaat uit vragen over letterkunde in de Middeleeuwen en Renaissance.

Boekentoets

De boekentoets in periode 3 (week 15) is een schriftelijke toets van 90 minuten die twee

keer meetelt. De vier boeken die je hebt gelezen, de gemaakte leesverslagen én cursus 1 en

2 uit Laagland literatuur & lezer komen hierbij aan bod.

Je wordt geacht kennis te hebben van de onderdelen van de romananalyse. De gelezen

recensies zijn ook onderwerp van de toets en je moet vaardigheden hebben ontwikkeld met

betrekking tot het zelf schrijven van een recensie. Kortom, de onderdelen A, B en C van het

leesverslag (zie bijlage 1)komen terug in de toets.

Samenvatten

Tijdens het eindexamen in 2015 hoeft geen samenvatting meer gemaakt te worden. Dit

onderdeel komt echter wel aan de orde, zij het op een andere manier. Teksten en

tekstgedeelten moeten in ‘hoofdzaken’ uitgedrukt kunnen worden. Je moet de hoofdzaken

ook kunnen beoordelen. Beknopte samenvattingen van tekstgedeelten zullen nog wel

gevraagd worden. Tijdens de toets in toetsweek 3 (week 27) lees je daarvoor een flinke

zakelijke tekst die twee keer meetelt voor het schoolexamen.,

Betogende voordracht

Een belangrijk onderdeel van het schoolexamen is het toetsen van de mondelinge

taalvaardigheid (domein B). Daarvoor maken voordrachten, discussies of debatten

onderdeel uit van het PTA. Bij de betogende voordracht spreek je in duo’s tien minuten voor

de klas over een onderwerp dat je van tevoren in een groepje van vier hebt bestudeerd en

waar je materiaal over hebt verzameld in je documentatiemap (zie bij handelingsdelen). Je

moet door middel van een stelling met bijbehorende argumenten proberen je publiek te

overtuigen van jouw standpunt. Het cijfer telt in de vierde klas één keer mee.

Page 5: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 4

Je moet je documentatiemap bewaren want over hetzelfde onderwerp doe je in de vijfde

klas het schoolexamen discussie. Denk dus zorgvuldig na over het onderwerp dat je kiest.

Kijk voor informatie over (het schrijven van) een betoog ook op de site van Laagland:

www.laagland-online.nl > leerlingensite > Laagland Praktisch > 3 Betoog.

Handelingsdelen en dossiers

Alle handelingsdelen zijn van belang voor het schoolexamen. Ze moeten dan ook bewaard

worden tot aan het einde van de vijfde klas. De handelingsdelen worden samengevoegd in

een schrijfdossier (de documentatiemap) en een leesdossier (met o.a. de boekverslagen).

Ze vormen het uitgangspunt voor de (mondelinge) schoolexamens lezen / literatuur en

schrijven .

Beide dossiers moeten overzichtelijk zijn ingedeeld het duidelijk herkenbare onderdelen, ze

moeten getypt zijn in een uniform lettertype en een verzorgde lay-out hebben.

Het leesdossier bestaat uit de volgende handelingsdelen:

• De leesautobiografie (havo-4)

• de 4 boekverslagen van havo-4

• de 4 boekverslagen van havo-5

• de recensies van de gelezen boeken (havo 4+5)

• de stellingen over de gelezen boeken (havo-5)

• het eindverslag over alle gelezen boeken (havo 5)

• de literaire verwerkingsopdracht (havo-5)

• het poëzieverslag (havo-5)

• ook: de uitwerkingen van de literaire opdrachten uit Laagland, literatuur & lezer.

Het schrijfdossier (de documentatiemap) bestaat uit de volgende handelingsdelen:

• het onderzoek naar een stelling over een maatschappelijk probleem

• de verantwoording van je keuze, het onderwerp en je standpunt

• een overzicht van de gebruikte bronnen

• de aantekeningen voor de betogende voordracht over het onderwerp

• in havo-5 wordt dossier aangevuld met een (individueel uit te voeren) meer uitgebreid

onderzoek waarover ook een discussie gevoerd moet worden.

Page 6: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 5

Toelichting op de handelingsdelen in het PTA

Leesautobiografie

In een leesautobiografie vertel jij iets over je leeservaringen. Je leesbiografie is daarmee een

verslag van jouw persoonlijke leesgeschiedenis. Je gaat na welke verhalen, liedjes en

gedichten iets voor jou hebben betekend en waarom. Wat werd vroeger aan je voorgelezen,

wat las en lees je zelf? Wat is het mooiste dat je hebt gelezen? Lezen ze bij jou thuis veel?

Misschien heb je juist moeite met lezen? In je leesautobiografie kun je al je ervaringen en

opvattingen kwijt. Ga in gedachte maar eens terug naar je jeugdjaren, de basisschool, de

onderbouw of de mavo.

De leesautobiografie is getypt verslag in lettergrootte 12 en is minimaal één A4´tje (platte

tekst; dus zonder plaatjes en witregels). Bedenk een geschikte titel en maak gebruik van

tussenkopjes. Zorg voor een goede alineaverdeling

Kijk voor de opzet van de leesautobiografie eventueel ook op de site Laagland:

www.laagland-online.nl > leerlingensite > Laagland Praktisch > 5 leesautobiografie.

Boekverslag 1

Boekverslag 1 maak je over de klassikale roman. Je doet dit volgens de richtlijnen voor het

leesverslag (zie Bijlagen). Je maakt delen van het leesverslag samen met je docent en

medeleerlingen tijdens de lessen. Bij het eerste boek hoort geen verwerkingsopdracht.

Boekverslag 2

Boekverslag 2 maak je op dezelfde manier als boekverslag 1. Bij dit boek hoort wel een

verwerkingsopdracht. Je moet kiezen uit één van de opdrachten in de betreffende bijlage.

Kies een opdracht waar je al direct ideeën over hebt, die bij je boek past en waar je

voldoende over kunt schrijven. Denk niet te lang na over je keuze.

Welke opdracht je ook kiest, zorg ervoor dat je laat zien dat je het boek goed gelezen en

begrepen hebt. Dat wil zeggen dat het bij alle opdrachten van belang is dat je veel concrete

voorbeelden gebruikt uit het boek.

Duoboekverslag

De laatste twee boeken die je voor Nederlands in havo-4 moet lezen, verwerk je samen met

een klasgenoot. De boeken die jullie kiezen moeten eenzelfde thema hebben. Je maakt van

beide boeken een leesverslag volgens de richtlijnen voor het leesverslag. Deze taak kun je

makkelijk verdelen: de een maakt een verslag van boek A, de ander van boek B.

Daarnaast maak je samen een verwerkingsopdracht.

N.B. je moet natuurlijk wel beide boeken lezen; over allebei worden vragen gesteld op de

Boekentoets.

Page 7: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 6

Documentatiemap

In groepen van vier leerlingen doe je onderzoek naar een stelling. In periode 3 houd je in

duo’s een betogende voordracht over je stelling (zie bijlage 4, bladzijde 18). Het cijfer voor

die voordracht bestaat uit de beoordeling van de inhoud van de documentatiemap en van de

betogende voordracht zelf. Het onderzoek dat je daarvoor moet doen, moet als

handelingsdeel opgenomen worden in je schrijfdossier / documentatiemap Nederlands.

Ieder groepslid moet een compleet exemplaar van het verslag in zijn dossier hebben. In

periode 1 van havo 5 moet je m.b.v. dezelfde documentatiemap het schoolexamen

‘discussie’ doen. Bewaar je dossiers dus zorgvuldig.

Page 8: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 7

Bijlage 1 – Het leesverslag

Richtlijnen voor het leesverslag

In een leesverslag beschrijf je een door jou gelezen roman of verhaal (of verhalenbundel). Je

maakt van alle boeken van je leeslijst een leesverslag.

Elk leesverslag bestaat uit drie delen:

A. de romananalyse

B. de verwerking van recensies en het toevoegen van een biografie van de auteur

C. je eigen persoonlijke verwerking

Onderdeel A (de romananalyse) mag je van internet halen. Je zoekt een geschikte

romananalyse en bestudeert deze kritisch. Staan er geen fouten in? Is de analyse volledig?

Moet ik zelf aanvullingen doen of kan ik verschillende internetverslagen samenvoegen tot

één goed verslag? Komt het internetverslag overeen met de eisen die Muurhuizen aan de

romananalyse stelt? etc.

Onderdeel B en C moet je zelf maken volgens de richtlijnen die hierna volgen.

Voordat je begint aan het leesverslag moet je het volgende doen:

1. goedkeuring vragen aan de docent voor je romankeuze;

2. de gekozen roman lezen;

3. tijdig achtergrondinformatie verzamelen ( b.v. recensies, informatie over de auteur)

4. Achtergrondinformatie volgens de richtlijnen verwerken en gebruiken bij onderdeel A, B

en C.

In havo-4 worden vier boeken gelezen. Het eerste is een klassikaal boek, dat gezamenlijk

wordt gelezen. Het tweede is er een naar eigen keuze en wordt individueel gelezen. Het

derde en vierde boek kies je samen met een klasgenoot. De boeken hebben hetzelfde

thema. Het leesverslag (het duoboekverslag) mag gedeeltelijk gezamenlijk gemaakt worden.

Page 9: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 8

Leesverslag A - De romananalyse

Deel A van het leesverslag bestaat uit de volgende onderdelen:

1 De titelbeschrijving

Noteer achtereenvolgens: de naam van de schrijver, de titel van het boek,

eventueel ondertitel, naam van de uitgeverij, plaatsnaam (van waar de uitgever

is gevestigd), jaar van verschijning en eventueel de gelezen druk. Let op de

interpunctie en cursiveringen van de titel.

Bijvoorbeeld: Hart, M. ‘t. De kroongetuige. De Arbeiderspers,

Amsterdam/Antwerpen, 1994 (5e druk).

2 Het motto: volledig overnemen (niet te verwarren met opgedragen aan….).

Het motto (vaak een citaat uit een ander literair werk) heeft vaak betrekking op

het thema van de roman. Het motto moet je verklaren (evt. vertalen).

3 Genre: alleen de term roman is hierbij onvoldoende. (zie Laagland blz.13)

4 Een samenvatting van het verhaal: vat de inhoud van het verhaal beknopt

samen, een richtlijn is 100 tot 250 woorden. Schrijf op wat de belangrijkste

gebeurtenissen van het verhaal zijn, hoe het verloopt en afloopt.

Zorg dat je voldoende van het verhaal afweet om de boekentoets in periode 3

goed te kunnen maken. Zorg dus voor een gedegen samenvatting.

5 De personen: geef een volledige karakterbeschrijving van de belangrijkste

personen en hun onderlinge relaties. Dit onderdeel is belangrijk en moet je

uitgebreid behandelen. (zie Laagland blz. 23 en 24)

6 Perspectief/Vertelwijze: vermeld zo nodig ook welke betekenis het perspectief

heeft voor het verhaal. Geef dus aan waarom juist dit perspectief is gekozen,

wat is het effect ervan voor de lezer? (zie Laagland blz. 27 t/m 34)

7 Structuur van de roman: hoe zit het boek in elkaar? de opbouw in

hoofdstukken, delen, etc.

8 Tijd: chronologisch/niet-chronologisch, flashbacks/flashforwards,

tijdversnelling/tijdvertraging, verteltijd. (zie Laagland blz. 25)

9 Ruimte: Een verhaal speelt zich in een bepaalde tijd af en in een bepaalde

ruimte. Het begrip ruimte wordt gebruikt om de omgeving aan te duiden waar

de gebeurtenissen zich afspelen (plekken, plaatsen, streken, steden etc.).

(zie Laagland blz.24)

10 Thematiek: het belangrijkste thema van het verhaal en de uitleg ervan,

eventuele andere thema’s. Wat is de betekenis en/of de bedoeling van de

roman. (zie Laagland blz.19)

Page 10: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 9

11 Motieven: elementen die in een verhaal herhaald worden zijn motieven.

Bepaalde situatie, gebeurtenissen of gevoelens kunnen steeds terugkeren

(verhaalmotieven) of bepaalde woorden of uitdrukkingen kunnen herhaald

worden (leidmotieven). (zie Laagland blz. 26)

12 Titelverklaring: soms heeft een titel meerdere betekenissen!

13 Taalgebruik: modern/ouderwets, eenvoudig/ingewikkeld, beeldend/concreet,

etc.

Page 11: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 10

Leesverslag B - Het gebruik van recensies en biografie

Een recensie is een beoordeling van een literaire tekst, toneelvoorstelling of speelfilm. Het

doel van een recensie is dat je de lezer van jouw lees- of kijkervaring overtuigt. Op die

manier spoor je lezers van je recensie aan het boek wel of niet te lezen, wel of niet naar die

voorstelling of film te gaan. In de eerste plaats geef je jouw mening over de literaire tekst,

toneelvoorstelling of film, onderbouwd met argumenten. In de tweede plaats geef je

informatie over de inhoud, de verhaalopbouw en de achtergronden. Centraal in de recensie

staat dus het persoonlijk waardeoordeel van de recensent.

(zie ook Laagland, blz. 69)

1 Als je een recensie gebruikt, geef dan een goede titelbeschrijving van de

gebruikte recensie.

Bijvoorbeeld: D. Meijsing, Beter laat dan nooit, in: De Volkskrant, 21 september

2005.

2 Voor elke roman gebruik je minimaal twee goede recensies. Ben kritisch op de

kwaliteit van de recensies. Recensies via LiteRom zijn altijd goedgekeurd. Als je

twijfelt, raadpleeg je docent.

3 Voeg de recensies bij je leesverslag in je leesdossier.

4 Streep de belangrijkste zinnen aan en geef in de kantlijn aan wat de functie is

van de onderstreepte zinnen. Verwijs daarbij naar de onderdelen van de

romananalyse. Als er bijvoorbeeld in de recensie iets gezegd wordt over het

aspect tijd, zet dan in de kantlijn RA-tijd (romananalyse –tijd). Gebruik daarvoor

de volgende afkortingen:

RA-tijd (informatie over tijd)

RA-thema (informatie over een thema)

RA-personen (informatie over personen)

Let ook op de mening van de recensent en geeft die aan met:

ME+ = positieve mening

ME- = negatieve mening / kritische opmerking

5 Beantwoord voor elke recensie de vragen:

a) Wat is het uiteindelijke waardeoordeel van de recensent over het boek?

(positief, negatief, etc.)? Geef daarbij één of meer kenmerkende citaten uit

de recensie waaruit duidelijk de mening van de recensent blijkt.

b) Welke argumenten gebruikt hij daarbij?

c) Wat is de waarde van deze bron voor jou, m.a.w. wat ben je er wijzer van

geworden?

6 Biografie: Geef een korte biografie van de auteur die het door jou gekozen boek

geschreven heeft (dus geen biografie van de recensent!).

Page 12: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 11

Leesverslag C - De persoonlijke verwerking

Dit onderdeel is het belangrijkste onderdeel van je leesverslag. Onderdeel A en B vormen

een ondersteuning bij jouw eigen mening en argumentatie. Met name dit onderdeel is

belangrijk voor je schoolexamen. Dit moet dus uitgebreid (minimaal een ½ A4) worden

verwoord. De volgende vragen moeten daarvoor met goede redenen omkleed, worden

beantwoord. Gebeurt dat niet helemaal goed, dan kan de docent een aanvullende

verwerkingsopdracht geven.

1 Waarom/hoe heb je dit boek gekozen?

2 Wat vind jij van het boek dat je hebt gelezen? Verwerk in je antwoord minimaal

drie van de volgende zeven literaire argumenten.

soort argument voorbeeld

Structurele argumenten (over de

opbouw)

Typerend voor Eilandgasten is de structuur.

De hoofdstukken van de schoonmaakster

verbinden de andere verhalen met elkaar.

Vernieuwingsargumenten (over de

oorspronkelijkheid)

Natuurlijk is Mulisch niet de eerste schrijver

die het fenomeen Hitler door middel van

fantasie probeert te doorgronden. Maar zijn

aanpak is zonder meer verrassend te

noemen.

Realistische argumenten Doordat Giphart de euthanasie van zijn

moeder zo gedetailleerd beschrijft, wordt de

werkelijkheid van de gebeurtenis versterkt.

Intentionele argumenten (over de

intentie - bedoeling – van de schrijver)

Het is duidelijk dat Mulisch in Siegfried zijn

ideeën over schrijven en schrijverschap nog

eens uit de doeken wil doen.

Emotionele argumenten (over het

effect op de emoties en gevoelens van

de lezer)

Het gedeelte van de roman, waarin de

pleegouders van Siegfried hun verhaal

vertellen, is bijzonder spannend.

Morele argumenten (over de normen

en waarden van de samenleving)

Het einde van de roman maakt duidelijk dat

wie zijn doel ten koste van alles wil bereiken,

uiteindelijk met lege handen achterblijft.

Stilistische argumenten (over de stijl) De roman is zeer leesbaar. De zinnen zijn

helder gebouwd, de woordkeus is

betrekkelijk eenvoudig. Lastiger te volgen

zijn de filosofische uitspraken van Herter die

de verhaallijn af en toe doorbreken.

3 Reageer op de secundaire literatuur die je hebt verwerkt. Ben je het eens met de

uitspraken van de recensenten, waarmee wel, waarom niet enz. Werk hier met

citaten uit de recensies

Page 13: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 12

Bijlage 2 – De boekverslagen

Verwerkingsopdrachten bij boekverslagen

Boekverslag 1 Boekverslag 1 maak je over de roman die gezamenlijk / klassikaal wordt gelezen. Dit verslag

moet gemaakt worden volgens de richtlijnen voor het leesverslag (zie bijlage 2) maar alleen

deel A, de romananalyse. Je maakt delen van het leesverslag samen met je docent en

medeleerlingen tijdens de lessen. Bij het eerste boek hoort geen verwerkingsopdracht.

Boekverslag 2 Ook voor boekverslag 2 gelden de richtlijnen voor het leesverslag. Nu moeten de onderdelen

A (romananalyse) en B (recensies en biografie) gemaakt worden. Als verwerkingsopdracht

kies je één van de onderstaande opdrachten:

Welke opdracht je ook kiest, zorg ervoor dat je laat zien dat je het boek goed gelezen en

begrepen hebt. Dat wil zeggen dat het bij alle opdrachten van belang is dat je veel concrete

voorbeelden gebruikt uit het boek.

1 Waarom is het de moeite waard het boek dat jij gelezen hebt te bewaren, zodat

mensen het over 100 jaar nog kunnen lezen? Welke ideeën, gevoelens, problemen,

situaties en gebeurtenissen die in het boek beschreven worden, zijn van ‘alle tijden’

(en dus over 100 jaar nog steeds actueel of interessant)? Schrijf hierover een betoog

van ongeveer één A4’tje. Geef steeds concrete voorbeelden uit het boek.

2 Maak een toets voor het boek dat jij gelezen hebt. De toets die je maakt bestaat uit

10 waar/onwaar-vragen, 5 meerkeuzevragen (At/mD) en 5 open vragen. Zorg dat je

vragen stelt over onderdelen van de romananalyse. Als je de vragen gemaakt hebt,

geef je antwoord op de vragen.

3 Schrijf een brief aan de hoofdpersoon van het boek waarin je hem of haar adviezen

geeft. Wat houdt de hoofdpersoon bezig? Wat is zijn/haar probleem? Welke

ingrijpende gebeurtenissen maakt hij/zij mee? Ga hier in een brief van ongeveer één

A4’tje op in. Gebruik verschillende concrete situaties en voorbeelden uit het boek.

4 Zoek drie actuele artikelen die passen bij het thema van het boek dat je gelezen

hebt. Bespreek het verband tussen de artikelen en het thema, leg uit wat ze met

elkaar te maken hebben: zijn er overeenkomsten of verschillen; wat vind je van de

wijze waarop het thema in het boek aan de orde komt? Motiveer je antwoord aan

de hand van voorbeelden uit het boek, de artikelen en de realiteit. Gebruik hiervoor

ongeveer 400 woorden en voeg de artikelen toe.

Page 14: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 13

Boekverslag 3 – 4: het duoboekverslag

Ga voor het lezen van boek 3 en 4 (samen met een medeleerling) als volgt te werk:

1 kies een duopartner;

2 maak een keuze voor twee boeken over een bepaald thema;

3 laat de boeken goedkeuren door je docent;

4 controleer of er van elk boek twee recensies zijn;

5 verdeel de taken: wie gaat welk boek eerst lezen, en wie maakt over welk boek

een leesverslag;

6 voor het boek waarvan je het leesverslag niet hoeft te maken, schrijf je

natuurlijk wel je mening (leesverslag onderdeel C). Deze geef je aan je

duopartner zodat hij zijn leesverslag compleet kan maken;

7 maak samen de verwerkingsopdracht (zie hieronder)

8 kopieer het verslag en stop beiden een compleet verslag in het leesdossier.

De verwerkingsopdracht:

Kruip in de huid van een auteur: samen schrijven jullie het eerste hoofdstuk van een nieuwe

roman waarin de hoofdpersonen uit jullie twee boeken elkaar ontmoeten. De karakters van

de hoofdpersonen blijven zoals deze waren in de boeken die jullie gelezen hebben. Verder

heb je alle creatieve vrijheid: je bepaalt dus zelf het perspectief, de ruimte, de situatie,

eventuele bijfiguren, etc. Tot slot bedenk je een titel die past bij het hoofdstuk. De lengte

van het hoofdstuk is minimaal één A4’tje en maximaal twee A4’tjes (lettergrootte 12)

Page 15: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 14

Bijlage 3: - De documentatiemap

A - Instructie documentatiemap

In groepen van vier leerlingen doe je onderzoek naar een actueel maatschappelijk

onderwerp; je verzamelt hier informatie over en bedenkt een stelling die dat onderwerp

kritisch belicht. De map, waarin je o.a. je informatie en je aantekeningen bewaart voor de

betogende voordracht en de discussies, is een handelingsdeel van je (schrijf)dossier.

Ieder groepslid moet een compleet exemplaar van het onderzoeksverslag (zie hieronder) in

zijn dossier hebben. Om een goed verslag te maken volg je onderstaande stappen:

1 Vorm een viertal (lukt het niet een viertal te vormen, houd er dan rekening mee dat

één groepslid de presentatie van de stelling alleen moet doen);

2 Kies een actueel maatschappelijk probleem;

3 Bedenk een stelling bij dit maatschappelijke probleem. De stelling moet open (er is

geen kant-en-klare oplossing voor handen), controversieel (een onderwerp

waarover de meningen flink uiteen lopen) en actueel zijn.

4 Schrijf een inleiding voor het verslag. Daarin moeten de onderstaande drie punten

verwerkt worden:

• geef algemene informatie/uitleg over het probleem;

• geef aan waarom het onderwerp een probleem is;

• geef individueel je standpunt over de stelling. Ben je het met de stelling eens of

oneens en waarom?

5 Zoek per leerling twee betogende/beschouwende bronnen over het onderwerp.

Dat wil zeggen bronnen waarin meningen en argumenten staan. Controleer tijdig of

je niet dezelfde bronnen hebt als een ander groepslid (dat is niet de bedoeling);

6 Onderstreep in de bronnen (minimaal 1 A4 per bron) de argumenten die je voor en

tegen je stelling tegenkomt;

7 Bedenk na het lezen en onderstrepen van alle groepsbronnen met elkaar vier

hoofdargumenten voor en vier tegen de stelling. Ondersteun de argumenten met

goede voorbeelden, citaten van deskundigen, uitleg, etc. Elk uitgewerkt argument

staat op een apart A4´tje en is minimaal een half A4´tje lang;

8 Schrijf nu nog een keer individueel je standpunt. Ben je veranderd van mening nu je

meer van het probleem weet? Ondersteun je standpunt met argumenten. Je mag nu

dus je eigen mening geven en hoeft het niet met je groepsleden eens te zijn;

Page 16: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 15

9 Schrijf een evaluatie waarin je antwoord geeft op de onderstaande vragen:

• Hoe was de samenwerking?

• Wat heb je geleerd voor een volgende keer?

• Wat zijn de sterke en zwakke punten van het verslag?

10 Maak een bronvermelding van de gebruikte bronnen. Raadpleeg voor een correcte

bronvermelding Op Niveau informatieboek pagina 148.

11 De lay-out van het verslag moet verzorgd zijn. Dit houdt in dat het verslag er als een

eenheid uitziet en voorzien is van paginanummering.

Leg de samenwerking en de planning van je groep vast in het formulier dat op de volgende

bladzijde staat.

Ieder lid van de groep bewaart zijn eigen afsprakenformulier. Per groep moet één formulier

worden ingeleverd bij de docent.

Page 17: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 16

B - Persoonlijke invulformulier documentatiemap

Groepsleden:

1.

2.

3.

4.

5.

Maatschappelijk probleem:

Stelling:

Taakverdeling inleverdatum:

Taak

naam

datum

Inleiding schrijven

Standpunt vooraf schrijven individueel

Twee geschikte bronnen per leerling zoeken individueel

Bronnen lezen en onderstrepen individueel

Vier argumenten voor de stelling uitwerken samen

Vier argumenten tegen de stelling uitwerken samen

Standpunt achteraf schrijven individueel

Evaluatie schrijven

Bibliografie schrijven

Lay-out verslag verzorgen en uitprinten

Afspraken lay-out (lettertype, lettergrootte, etc):

Page 18: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 17

Bijlage 4 – De betogende voordracht

A - Instructie voor de betogende voordracht

1 Spreektijd is minimaal 9 minuten, maximaal 12 minuten. Voor tijdsoverschrijdingen

geldt de volgende aftrekregeling: 8-9 minuten = -1; 7-8 minuten = -2; 12-13 minuten

= -1/2; 13-14 minuten = -1; 14-15 minuten = -2. Leerlingen die alleen moeten

spreken, moeten minimaal 5 minuten en maximaal 7 minuten spreken. Verder geldt

voor hen dezelfde aftrek als voor duo’s;

2 Spreekbeurtcijfer is met name gebaseerd op 2 onderdelen: inhoud (echt betoog,

argumenten, tegenargumenten, weerleggingen, citaten) en presentatie. Beide

aspecten tellen even zwaar;

3 Je moet naast het zelf spreken ook 2 duo’s beoordelen. Voor deze beoordelingen

worden ook punten gegeven. De beoordelingen moeten minimaal voldoende zijn.

Dat houdt in dat je niet klakkeloos wat kreten opschrijft, maar de sprekers voorziet

van nuttige tips en opbouwende kritiek. Beoordelingspunten: 1 punt voor een

voldoende/goede beoordeling, 0 punten voor een slechte of geen beoordeling. Ben

je afwezig tijdens een beoordeling, dan moet je jezelf inplannen op een ander

beoordelingsmoment. Laat de docent dat weten;

4 Het middenstuk van je betoog bestaat uit minimaal 3 argumenten vóór en 3

argumenten tegen; met ontkrachtingen;

6 Je gebruikt minimaal 3 citaten van maximaal 1 minuut per citaat. Vergeet niet de

bron te noemen! Bijv. “Jip de Jong zegt in de Volkskrant van 13 januari 2005 dat …

(bla,bla,bla). Geef ook aan wat voor een functie Jip de Jong heeft. Je citaten moeten

je argumenten geloofwaardiger en betrouwbaarder maken;

7 Zorg voor functioneel bordgebruik;

8 Voor te laat ingeleverde spreekschema’s (zie volgende bijlage) en spreekplannen

wordt puntenaftrek toegepast.

N.B. Wie ziek is als de betogende voordracht gehouden moet worden, en niet is afgemeld,

krijgt het cijfer 1.0 vanwege ongeoorloofd verzuim. Is je duopartner ziek dan zul je de

betogende voordracht alleen moeten doen. Zorg er dus voor dat je beschikt over alle

informatie zodat je in geval van nood alleen kunt presenteren.

Page 19: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 18

B - Tips voor de betogende voordracht

Zie ook: www.laagland-online.nl > leerlingensite > Laagland Praktisch > 3 Betoog en

Op Niveau, paragraaf 53, pagina 73 en 74.

1 De toets spreekvaardigheid bestaat uit een betogende voordracht. Onder voordracht

verstaan we een voorbereide spreekbeurt van ongeveer 10 minuten waarin je een

onderwerp inleidt, uitwerkt en afsluit.

2 Om een goede voordracht te kunnen houden, heb je je gedocumenteerd. Je dient de

artikelen die je in je documentatiemap hebt verzameld, ook daadwerkelijk te

gebruiken.

3 Het spreekdoel van je voordracht is betogen.

4 Bij een betogende voordracht ga je uit van een aantrekkelijke stelling. Aanwijzingen

voor het formuleren van zo’n stelling vind je in par. 67, pagina 84 en 85 van Op Niveau

5 Om je doel te bereiken moeten inhoud, taalgebruik, presentatie en toon van je

voordracht zijn aangepast aan het beoogde publiek (medeleerlingen, docenten).

Meer informatie over publiekgericht spreken vind je in blok F van het informatieboek.

Met behulp van de ‘Schema publiekgerichtheid’ (paragraaf 4, pagina 12) en het

‘Beoordelen presentatie’ (paragraaf 59, pagina 78) kun je snel zien of je op het goede

spoor zit.

6 Het is raadzaam de opbouw en globale inhoud van de voordracht in een schema te

zetten. Een uitgewerkt voorbeeld van zo’n spreekplan vind je in paragraaf 54, pagina 75

en hieronder. Handig bij het opstellen van zo’n plan is ook blok C, paragraaf 15 t/m 21:

tekststructuren.

7 Het is vaak lastig een goed begin voor een voordracht te bedenken. Gebruik hierbij

altijd paragraaf 12 van Op Niveau. Daar vind je aanwijzingen voor het houden van een

pakkende inleiding.

8 Realiseer je dat een mondelinge presentatie heel wat anders is dan een schriftelijke

presentatie. Als je een tekst leest, kun je rustig even over iets nadenken, een pauze

inlassen, een stukje opnieuw lezen, of even een andere bron raadplegen. Dat kan

allemaal niet als je naar een voordracht luistert. Dit heeft consequenties voor degene

die de presentatie houdt. Als spreker kun je niet te veel informatie tegelijk aanbieden,

dien je de informatie dus te doseren. Verder probeer je natuurlijk de aandacht van de

luisteraar vast te houden door af en toe een aardig voorbeeld te geven of interessant

illustratiemateriaal te tonen. Je kunt ook beter spreken aan de hand van trefwoorden,

dan een uitgeschreven voordracht voor je hebben. Bij het voorlezen van (delen van) je

verhaal verliest het publiek snel de aandacht. Bovendien kost je dat punten want de

toets is een voordracht en geen voorleesbeurt!

Page 20: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 19

C - Spreekplan voor de betogende voordracht

Namen en klas

Onderwerp

centrale stelling

Publiek

Docent(e) en medeleerlingen

Gebruikte bronnen

voor citaten

1.

2.

Wie

Functie

Inleiding

Vóórargument 1

Vóórargument 2

Inhoud (kort)

Page 21: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 20

Vóórargument 3

Tegenargument

1 + ontkrachting

Tegenargument

2 + ontkrachting

Tegenargument

3 + ontkrachting

Slot/ conclusie

Page 22: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 21

D – Beoordelingsformulier voor de betogende voordracht

Beoordeling betogende opdracht

Namen duo: _____________________________________________________

Namen beoordelaars: _____________________________________________

_____________________________________________

Beoordeling van opbouw/inhoud:

denk daarbij aan: logische opbouw, geen “Mijn eerste voorargument is...”, goede uitleg van

informatie, kwaliteit voorargumenten/ tegenargumenten/ ontkrachtingen, minimaal 3 goede

citaten, deskundigheid sprekers, goede voorbereiding, boeiende inleiding, concluderend slot

Goede Punten Tips / punten ter verbetering

Page 23: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 22

Naam spreker 1:

Beoordeling van de Publiekgerichtheid:

denk daarbij aan: verstaanbaarheid, niveau taalgebruik (past het bij de spreker en publiek?), brengt de spreker het

betoog op een boeiende manier, contact met de klas, gebruik illustratiemateriaal/powerpoint/bord,

geïnteresseerde houding

Goede Punten Tips / punten ter verbetering

Naam spreker 2:

Beoordeling van de Publiekgerichtheid:

denk daarbij aan: verstaanbaarheid, niveau taalgebruik (past het bij de spreker en publiek?), brengt de spreker het

betoog op een boeiende manier, contact met de klas, gebruik illustratiemateriaal/powerpoint/bord,

geïnteresseerde houding

Goede Punten Tips / punten ter verbetering

Page 24: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 23

Ruimte voor aantekeningen

Page 25: Informatieboekje Nederlands 2013-14 2013_14.pdfTaalverzorging 1 Op Niveau H2, 1-50 C PW 45 1 Nee 41 Boek 1 Verslag klassikale roman E HA - - - 44 Lezen Leesvaardigheid: Op Niveau hfdst.

Havo Muurhuizen 24

Checklist: Overzicht van het leesdossier

Naam: Klas: H4

opdracht datum opmerkingen/ correctie goedkeuring

Leesautobiografie

Klassikale roman

auteur:

titel:

Boek 2 + verwerkingsopdracht

auteur:

titel:

Boek 3 / Duoboek +

verwerkingsopdracht

auteur:

titel:

Boek 4 / Duoboek +

verwerkingsopdracht

auteur:

titel:

Documentatiemap

Onderwerp:

Oefenbrief

Leeropdracht Laagland

Historische letterkunde

Oefensamenvatting

Paraaf voor compleet dossier