infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse...

28
TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN Nr. 37 APRIL 2017 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 P802104 infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten

Transcript of infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse...

Page 1: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN

Nr. 37 • APRIL 2017 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104

infodag 2017 goede rapporten en

mooie vooruitzichten

Page 2: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Beste burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architecten Een nieuw nummer van GeniaaL na een drukke periode van SID-in’s, infobeurzen en infodagen die onzejonge potentiële studenten ondersteunen bij hun studiekeuze en hun toekomst. Hartelijk dank aan de talrijkemedewerkers voor de geleverde inspanningen tijdens deze infomomenten.

Een aspirant-student die door een gesprek met een informator ‘het licht heeft gezien’ en de opstap naar de ijkingstoets waagt … fantastisch toch.

Ook jij kan in dit nummer je wiskundekennis testen: doe de ijkingstoets!

In dit nummer blikken we onder andere terug op de P&O3-prijzen, een initiatief van de Alumni Ingenieurs KU Leuven om jonge ingenieurs in spe te ondersteunen. Een aantal teams haalde zelfs het regionale nieuws op ROB-tv.

Ondertussen is de visitatie door de Commission des titres d’Ingénieur (CTI) afgerond: een succesvolle primeur waarbij de burgerlijk- ingenieursopleidingen in Vlaanderen samen gevisiteerd werden. Alle werden geaccrediteerd. Een aantal heeft zelfs het EUR-ACE-labelgehaald. Proficiat aan allen die eraan mee gewerkt hebben. Een ware ‘facultaire’ instellingsreview avant la lettre …

We blikken ook terug op de jaarlijkse Existenz-week. Gedurende een week nemen de eerstemasterstudenten ingenieur-architecteen leegstaand gebouw onder handen en vormen dit om tot een prachtig eigen plekje. Dit jaar huisde Existenz in de oude stel-plaatsen van De Lijn aan het station van Leuven. Een dikke proficiat aan de burgerlijk ingenieur-architecten en het Existenz-team!

Tot slot laten wij enkele interessante beschouwingen bij ‘vrouwen en ingenieurswetenschappen’ op jullie los. Een lange maar positieve weg, zeker met de talrijke genderactiviteiten binnen de KU Leuven en onze faculteit.

Ja, GeniaaL toont opnieuw dat onze burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architecten in actie blijven.

Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen

Beste collega-alumniNa vijf jaar voorzitterschap van onze alumnivereniging is het tijd om de fakkel door te geven. In juni eindigtmijn mandaat en op onze volgende algemene vergadering verkiezen we dan ook een opvolger.

Er is heel wat gebeurd in die vijf jaar en daar blik ik graag kort op terug. Het allerbelangrijkste is natuurlijkde naamsverandering van VILv naar Alumni Ingenieurs KU Leuven, in het teken van de uitbreiding van onzewerking naar de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Aanleiding hiertoe was de integratie van deopleidingen industrieel ingenieur in de Vlaamse universiteiten en meer bepaald het feit dat ook in Brussel enGent hierdoor gemeenschappelijke alumniverenigingen ontstonden. Onrechtstreeks heeft dit ook geleid tot

de fusie tussen de Vlaamse ingenieursverenigingen VIK en KVIV tot ie-net, waarbij we als alumniverenigingen een belangrijke rolhebben gespeeld.

De voordelen van dit alles beginnen stilaan maar zeker duidelijk te worden. Wat onze eigen werking betreft, kunnen we dit werkings-jaar al heel wat meer forumavonden aanbieden. Van drie per jaar in het verleden zijn we geëvolueerd naar zes tot acht avonden,waarvan een deel in Leuven, maar ook een deel op de technologiecampussen verspreid over Vlaanderen. Dit geeft alumni die nietin de buurt van Leuven wonen, eindelijk de kans om aan meer activiteiten deel te nemen.

Ten slotte wil ik graag het team van vrijwilligers in de Raad van Bestuur bedanken om zich telkens weer in te zetten om onze activiteitenop te zetten en uit te voeren en om jullie op de hoogte te houden van wat er aan onze faculteit gebeurt via de nieuwsbrieven enons mooie tijdschrift GeniaaL. Dit tijdschrift is een mooie samenwerking met de faculteit, die ik ook van ganser harte wil bedankenvoor de samenwerking al die jaren, ook daar hebben we een fantastisch team van medewerkers! Maar ik wil vooral jullie bedankenwant zonder leden geen vereniging. Dank voor jullie steun en voor jullie aanwezigheid op onze activiteiten; daar doen we het uiteraard voor!

Gegroet en tot gauw!

Gert Sablon, voorzitter Alumni Ingenieurs KU Leuven

Nieuws uit de faculteit 3Dag van de Ingenieur & Open Bedrijvendag 5GeniaaL gedacht 6CTI visiteert de Faculteit Ingenieurswetenschappen 8-9Alumniprijswinnaars P&O 10-11Doctoraat Vincent Wolfs 12-13Spin-off EASICS 14-15Forumavond 16-17

Homo Technologicus: Intertwining of Technology and Humanity 18-19Reünie 1959 21Vrouwen en (ingenieurs)wetenschappen 22-23Getuigenissen van de VTK JobFair 24-25Existenz neemt het oude hart van De Lijn in Leuven in 26Zou jij slagen voor de ijkingstoets? 27Infodag 2017 28

INHOUD

Voorwoord

Page 3: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Nieuws

3

Prijzen, onderscheidingen, ...• Ronnie Belmans, gewoon hoogleraar aan het Departement

Elektrotechniek, werd op 10 februari 2017 aangesteld alsnieuwe bestuurder van de Vlaamse Energieregulator (VREG).

• Nele Moelans, hoofddocent BOF aan het Departement Materiaalkunde, en Marian Verhelst, tenure track docent BOF aan het Departement Elektrotechniek, ontvingen eenERC Starting Grant.

• Paula Moldenaers, gewoon hoogleraar aan het DepartementChemische Ingenieurstechnieken, werd op 14 februari 2017opgenomen als Fellow van de Society of Rheology voor haar‘outstanding contributions to the advancement of the Scienceof Deformation and Flow of Matter’.

• Dionys Van Gemert, emeritus gewoon hoogleraar aan hetDepartement Burgerlijke Bouwkunde, ontving de Signum Excellentiae, de gouden eremedaille van de Faculty of Civil Engineering van Brno University of Technology (Tsjechië).

• Nicolas Butzen, doctorandus aan het Departement Elektro-techniek, ontving namens het ISSCC Awards & RecognitionCommittee de ISSCC 2016 Distinguished-Technical-PaperAward voor zijn paper ‘A 94.6%-Efficiency Fully IntegratedSwitched-Capacitor DC-DC Converter in Baseline 40nmCMOS Using Scalable Parasitic Charge Redistribution’. De uitreiking vond plaats tijdens de ISSCC 2017 op 5 februari2017 in San Francisco.

http://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/nicolas-butzen-micas-esat-krijgt-isscc-2016-distinguished-technical-paper-award

• Team Eye to Eye (Sigrid Vangeneugden, Vincent Van Praeten Britt Van Rompaey) van het Departement Architectuur waseen van de twee winnaars van de ontwerpwedstrijd Deadline24,georganiseerd door Inter en het Vlaams gelijkekansenbeleid.Daarin namen negentien studententeams het tegen elkaar opin een strijd om het meest geslaagde universal design-ontwerp.De publieksprijs ging naar het KU Leuven-team Flat LandSyndrome, met uitwisselingsstudenten uit India (SiddharthThyagarajan, Kaushik Keshava Ramanuja en Rasya Kumar).

Surgical eye robot performsfirst precision-injection inpatient with retinal veinocclusionhttp://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/surgical-eye-robot-performs-first-precision-injection-in-patient-with-retinal-vein-occlusion

Alumni Ingenieursprijzen voor P&O3Tijdens de demodag P&O3 van 21 december 2016 heeft dealumnivereniging prijzen uitgereikt voor de beste projecten.Winnend project: Geopolymeren vaartuig (DepartementMateriaalkunde).Runner-up: 3D-gewelf (Departement Burgerlijke Bouwkunde).

http://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/alumni-ingenieursprijzen-voor-p-o3-1

PhD Defences 2016De Faculteit Ingenieurswetenschappen heeft de posters van de 142 verdedigde doctoraten 2016 gebundeld in een brochuredie ook online consulteerbaar is.

https://eng.kuleuven.be/english/phd/Historydefended/historydefendedphdprojects

Nieuwe departementsvoorzitterMartine Baelmans, gewoon hoogleraar, werd op 24 februari 2017verkozen tot nieuwe voorzitter van het Departement Werktuig kunde.Zij volgt op 1 augustus 2017 Dominiek Reynaerts op die dan zijntweede mandaat als voorzitter beëindigt.

Save the Date zondag 1 oktober 2017Open Bedrijvendag – Dag van de Ingenieur

De departementen Materiaalkunde en Chemische Ingenieurs -technieken openen hun deuren voor het grote publiek, in hetbijzonder voor hun alumni.

Annemie Caproens

Page 4: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

4

‘Take a look inside our chips ...’Sinds afgelopen zomer kunnen de onderzoekers van de AfdelingMICAS werken in een vernieuwd lab, het IC-Lab. Het oude lab inESAT I werd verlaten voor de nieuwe setting gelegen tussen ESAT Ien ESAT II. Tussen de auditoria R, L, C en de nieuwe ESAT2 foodcorner ligt het IC-Lab, in het epicentrum van de studenten activiteitop ESAT. Het biedt een inkijk in de test- en meetactiviteit die plaats -vindt op MICAS. Die inkijk is letterlijk te nemen: de grote raampartijmaakt het lab een schouwburg van toestellen en meetopstel lingen,opgedeeld in drie grote ruimtes: Technology Lab, LF-Lab(laagfrequent) en HF-Lab (hoogfrequent).

Op 30 november 2016 vond in het Departement Elektrotechniekde opening van het nieuwe IC-Lab plaats. Dit lab stelt de onder -zoekers van MICAS in staat om hun chips en sensors op te metenin een volledig vernieuwde setting, van DC- tot terahertz-frequenties.Gelegen op de trillingsvrije plaat van de vroegere cleanroom vormthet IC-Lab een mix van het oude en het nieuwe ESAT-gebouw.Wie tussen de twee gebouwen heen loopt, passeert achtereen -volgens het Technology Lab, LF-Lab en HF-Lab, elk met zijneigen doel.

Een korte inleiding door afdelingshoofd Wim Dehaene leert ons meer over het hoe en waarom van de opdeling van dit labo. Het Technology Lab heeft vooral een ondersteunende functie: de dicing apparatuur (wafers verzagen), de bonding en flipchip -apparatuur (methode om geïntegreerde circuits te verbinden met hun verpakking) en binnenkort ook de nieuwe FIB-machine(focused ion beam) zijn hierin ondergebracht, allemaal met alsdoel het meten van chips, geproduceerd in de nieuwste technolo -gieën, mogelijk te maken. Een klein deel van dit lab wordt zelfs in overdruk gebracht om de ‘vuile’ deeltjes buiten te houden.

Uiterst rechts ligt het laagfrequente lab: ‘In het laagfrequente labhebben we, om praktische redenen, alle apparatuur en metingenonder de 2 GHz ondergebracht,’ aldus Frederik Daenen, managervan het IC-Lab. ‘Door de opsplitsing kunnen studenten hierexperimenteren en kunnen we tegelijkertijd het veel gevoeligereHF-Lab afschermen.’

In het hoogfrequente lab vindt alle meetactiviteit boven de 2 GHzplaats. Momenteel betekent dat tot en met 2 THz. ‘Maar er wordtvoortdurend geïnvesteerd,’ zegt Patrick Reynaert, hoofd van hetmm-wave onderzoek op MICAS. ‘Onze recentste aankoop iseen 63 GHz oscilloscoop. Die vind je niet in het eerste het besteuniversitair lab.’

Ook de onderzoekers van MICAS vinden hun gading in het nieuwelab: ‘De koeling van het oude lab was moeilijk te temmen,’ zegt Hans Reyserhove, doctoraatstudent micro-elektronica. ‘De temperatuurschommelingen in het oude lab kwamen terugin mijn metingen, met alle gevolgen van dien. Het nieuwe lab isop dat vlak een grote vooruitgang.’

Een rondleiding toont de indrukwekkende nieuwe infrastructuur:grote werkbladen om aan prototyping te doen en genoeg plaatsom tientallen meetopstellingen te herbergen. We worden ingewijdin de wereld van de micro-elektronica aan de hand van een aantaldemo’s. Naast Steven Lauwereins, Luigi Brancato, Tristan Weydtsen Nicolas Butzen tonen Niels Van Thienen en Athanasios Ramkajhun opstelling. Niels toont de toekomst van goedkope hogedatarate-communicatie doorheen een plastic vezel, ‘Polymer Microwave Fiber’.Ondertussen converteert Athanasios live foto’s van de bezoekersmet zijn hogesnelheid-analoog-naar-digitaal converter.

‘Dankzij het nieuwe lab kunnen we blijven meedraaien aan detop van het micro-elektronica-onderzoek in de wereld,’ hoordenwe een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie.Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden op MICAS!

Hans Reyserhove

Nieuws

Het nieuwe IC-Lab.

Overzicht van het HF-Lab met werktafels en meetopstellingen.

Athanasios informeert de genodigden over zijn hogesnelheid-analoog-naar-digitaal converter.

Page 5: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Op 1 oktober 2017 zetten de departementen ChemischeIngenieurstechnieken en Materiaalkunde van de KU Leuvenhun deuren open voor het brede publiek. ChemischeIngenieurs technieken doet dit voor het eerst in de nieuwefaciliteiten van het Chem&Tech en Nanocentre complex.Deze nieuwe infrastructuur op de campus aan deCelestijnenlaan 200 werd in oktober 2015 officieel in gebruikgenomen. Het departement heeft de laatste jaren ook eenware metamorfose ondergaan qua bestaffing, onder meerdoor het afzwaaien van een hele generatie professoren.Deze werden vervangen door een nieuwe generatie jonge,internationale onderzoekers die net als de gevestigde waardenstaan te popelen om hun onderzoek aan het grote publiekvoor te stellen. De bezoeker wordt ondergedompeld in derijke geschiedenis van het departement en de opleiding totburgerlijk scheikundig ingenieur en ontdekt het unieke karaktervan de nieuwe faciliteit, waar onderzoek verricht wordt vanchemische synthese over grootschalige productie processentot het formuleren van eindproducten. Je kunt er kennis makenmet de nieuwste reactortechnologieën, gebaseerd op geluiden licht, om processen intenser en dus beter controleerbaaren duurzamer te maken. Daarnaast zal het duidelijk wordendat ook meer biochemisch en biotechnologisch gerichteprocessen een belangrijke plaats in het onderzoeks landschapvan het departement hebben opgeëist met onder meertoepassingen in biologische afvalwaterzuivering en in degezondheidszorg. Ook nieuwe scheidingstechnologieën,gebaseerd op membraanprocessen, zullen aan bod komen.Tenslotte kan een correcte productformulatie – van het makenvan een performante verf tot het 3D-printen van objecten -niet ontsnappen aan de wetten van de reologie met allerleimerkwaardige stromingsverschijnselen tot gevolg. Dat dit nietalleen op kleine schaal bestudeerd wordt zal duidelijk wordenin de piloothal. Een bezoek aan ons vernieuwde departementis dus zeker meer dan een uitstap waard. Naast een intellec -tueel wetenschappelijke verrijking hopen we er ook op sociaal

vlak een geslaagd evenement van te maken. Ook onze onder -zoekers en professoren (jong en oud) zullen aanwezig zijnom deskundige uitleg te geven en om bij te praten over langvervlogen (examen)tijden.

Een bezoek aan het Departement Materiaalkunde dompelt jeonder in de wondere wereld van de materialen: kijkend dooreen hogeresolutie-elektronenmicroscoop zal je de elemen -taire bouwstenen van onze materie ontdekken. Een teamvan jong en iets ouder zal je vertellen hoe onze creatievegeesten ervoor zorgen dat vliegtuigen steeds lichter en tochveiliger worden, dat batterijen steeds meer elektriciteit kunnenopslaan, dat medische implantaten steeds langer meegaan,maar ook steeds slimmer worden, dat jij en je kinderen meteen veilige fietshelm op pad gaan, dat je reiskoffer steedssterker en lichter wordt, … Speciale aandacht zal gaan naarhet produceren en recycleren van materialen op een duur -zamere manier, waarbij we ecologische en economischebelangen met elkaar trachten te verzoenen.

Wij onderwijzen ook de toekomstige materiaalkundigingenieurs. Zij zullen ervoor zorgen dat onze honger naarmaterialen gestild wordt, maar ook dat wij bewuster metmaterialen zullen omgaan en dat bedrijven de kans krijgenom nieuwe materialen te produceren, nieuwe toepassingenvan materialen te introduceren en afgedankte materialenefficiënter te recycleren. Waar materiaalkundig onderwijs inonze ogen voor staat en waarom het noodzakelijk is, zullenwij jou uitleggen aan de hand van een uiterst boeiend entoegankelijk hoorcollege. Terug naar de schoolbanken!

Na deze mentale arbeid kan je genieten van een natje en eendroogje in onze unieke machinehal. Bovendien kan je ookeen praatje slaan met een van de afgevaardigden van onzespin-offbedrijven. Zij zullen je met plezier vertellen hoe hunbedrijf gegroeid is vanuit activiteiten die ontplooid werdenbinnen de muren van ons departement.

Hierbij hopen wij van harte dat je een aangename enleerrijke ervaring rijker zal zijn, dat je ‘materiële’ zintuigenzullen geprikkeld worden, maar dat je ook elke dageventjes stil zal staan bij die kleine wonderen die deverschillende materialen jou telkens weer aanbieden.

Alvast van harte welkom!

Martine Wevers en Paula Moldenaers, voorzitters departementen Materiaalkunde en

Chemische Ingenieurstechnieken en hun teams

1 OKTOBER 2017:

Dag van de Ingenieur & Open Bedrijvendag

5

Page 6: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

GeniaaL gedacht

We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningenvan niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bodkomen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.

6

FantoompijnHerman Van Rompuy voelde de Brexit aan als fantoompijn,zo luidde het in een eerste reactie op de uitslag van het referendum, en inderdaad, scheiden doet lijden. Iets wat of iemand die er niet meer is, kan een groot gemis veroorzaken,een latent onbepaald ongemak, een soort zeurende knagendepijn, zeker als er een zeer intense band is geweest in de periodevóór het definitieve afscheid.

Ze vroeg zich af waar hij nu zou zijn. Zou hij zijn thuis gevondenhebben in een ander gezin? Misschien was hij nu wel op eenschip, op weg naar Afrika of misschien wel Indië. Zou hij haarvolledig uit zijn geheugen gewist hebben?

Ze herinnerde zich nog goed hun eerste kennismaking. Het was een zonnige woensdag in maart kort na de middag.Ze had het toen erg druk gehad want er moest nog vóór zesuur een projectvoorstel klaargestoomd worden en er was nogeen belangrijke POC-vergadering waar ze niet afwezig konblijven. Ze had hem dus wat aan zijn lot overgelaten die eerstenamiddag, maar ze was vastbesloten dat in de volgendedagen ruimschoots goed te maken en dat had ze ook gedaan.Ze had het grootste deel van de rest van de week uitgetrokkenvoor een grondige kennismaking.

In feite was het al veel eerder begonnen. Ze had hem via eeninternetsite leren kennen en als ze zijn profiel mocht gelovenvoldeed hij helemaal aan haar verwachtingen. Via de virtuelesnelwegen had ze al zijn eigenschappen, goede en mindergoede, tegen elkaar afgewogen en na heel wat geklik was hetalsof ze hem al een beetje kende. Altijd voorzichtig zijn wantdie websites zijn toch allemaal gepimpte glamour and make-believe. De schoenen die ze op deze manier besteld had, had ze ook moeten terugzenden. Dus, hem in de echte wereldleren kennen en aanraken, was the proof of the pudding.

In het begin was het verkennen en het testen of al zijn virtueleprofielbeloften wel correspondeerden met de realiteit voor haareen nog onwennig, wat aarzelend aftasten geweest. Natuurlijkhad hij zijn eigen regels en beperkingen. Hij was een nagenoeg

onbeschreven blad maar de lijntjes waartussen je kon schrijvenwaren wel getrokken en de marge was eindig. Weliswaar eenmarge breed genoeg zodat Fermat er het bewijs van zijn stellingwellicht kwijt zou hebben gekund, maar wel beperkt. Ze voeldehet meteen: ze zou hem volledig naar haar hand kunnen zettenwant hij reageerde meegaand en soepel op al haar verzoeken.Samson leek haar een koosnaam die perfect bij hem paste.

Maar hij was nog zo ontzettend maagdelijk! Haar eerste verzoeken waren op totale onkunde van zijn kant gestoten.Hij moest allereerst de nodige kennis opdoen en dat steldehaar ongeduldige natuur sterk op de proef. Maar hij leerdesnel: hoewel hij regelmatig een totale black-out kreeg tijdenshet proces, was het uiteindelijk allemaal goed gekomen.

Zijn soepelheid, aanpassingsvermogen, precisie en zijn enormgeheugen vormden zijn sterke aantrekkingskracht voor haar.Ze vertrouwde hem ook informatie toe waar ze normaal gesproken voorzichtig mee omsprong. Dat was zijn zwakkepunt. Kon ze hem daarmee wel voldoende vertrouwen? Hij kwamnatuurlijk met al haar relaties in contact, maar er waren ookvele contacten daarbuiten waar ze niet altijd weet van had. En er waren zeker zaken waarvan ze niet wou dat ze aan onbevoegden zouden worden meegegeven. Dergelijke dingenhad ze dan ook maar aan hem meegedeeld nadat ze eencode, zeg maar een paswoord, hadden afgesproken om die info extra te beschermen.

Vijf jaar had hun relatie standgehouden. Ze kende hem naeen tijd van binnen en van buiten, zijn kwaaltjes en zijn hebbelijkheden. Hij wist ongeveer alles over haar wat er overhaar te weten viel. Hij ging mee naar kantoor en het lab en hij bleef in haar buurt als ze een zeldzame avond vrij was en lui op de bank bij een zoutloos tv-programma zat in tedommelen. Ook was hij een trouwe reisgezel als ze de wereldafdweilde om op congressen over haar onderzoek te vertellen.Op de luchthaven kreeg hij altijd een speciale security -behandeling.

Page 7: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

7

Maar hoe hip en mee-met-zijn-tijd hij ook was bij hun eersteontmoeting, hij kon de steeds versnellende evolutie niet bijhouden. De maatschappij stelde almaar hogere eisen die hij niet altijd meer kon inlossen. Dat was een van zijn slechtereeigenschappen die ze wel van in het begin had ingecalculeerd:hij verouderde zeer snel. Een ander minpunt was dat hij regel-matig, eigenlijk quasi dagelijks, aan het infuus moest omnieuwe krachten op te doen. Dat was niet te vermijden. Zijn onrustige natuur, voortdurend op zoek naar informatie en de verwerking daarvan, vergde veel van zijn energie.

En vorige week was het dan zo ver, toevallig ook op eenwoensdag. Ze wist dat dit moment er ooit zou aankomen.Het afscheid was onvermijdelijk, maar het stemt toch altijdeen beetje droef en het is toch altijd een beetje pijnlijk. Een nieuwe laptop was in haar leven gekomen. Even aanpassenen wennen in het begin is niet uit te sluiten. Hoe fel ze zichsoms geërgerd had aan Samson, aan zijn traagheid op heteinde, zijn geswap met beperkt werkgeheugen, zijn verzwak-kende batterij, zijn lage schermresolutie, zijn overgewicht,toch miste ze zijn vertrouwde aanwezigheid, als een lichaams -deel dat er niet meer is.

Adhemar Bultheel

Adhemar Bultheel is professor-emeritus aan de Faculteit Ingenieurs wetenschappen, verbonden aan de

Afdeling Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde van het Departement Computerwetenschappen.

Hij heeft jarenlang opleidings onder delen in de toe gepaste wiskunde gedoceerd en is dan ook

een vaste waarde in de herinneringen van vele alumni.

© Joris Snaet

Page 8: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

8

CTI visiteert de Faculteit In

Voor de Faculteit Ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven,met een veelheid aan opleidingen (twee bachelors, twaalf mastersen zes master-na-masters), had dit tot gevolg dat elk jaar wel een aantal opleidingen in ‘visitatiemodus’ verkeerden. Dit genereerde heel wat werk, zowel inhoudelijk als logistiek.Voor elke opleiding werd immers een zelfevaluatierapport verwacht,geschreven door de betrokken docenten van de opleiding. De visitatiecommissies zelf hadden telkens ook niet-ingenieursals leden. Alhoewel dit laatste een voordeel kan zijn en een bredekijk kan garanderen, leidde dit in de praktijk vaak tot bemerkingenop onze opleidingen die door de betrokken professoren en de didactische staf niet altijd als relevant werden beschouwd.

Enkele jaren geleden nam de Faculteit Ingenieurswetenschappendaarom het initiatief om de visitaties te laten uitvoeren door deFranse organisatie Commission des Titres d’Ingénieur (CTI)(www.cti-commission.fr/). Dit bood verschillende opportuniteiten:

• CTI is een accreditatie-organisatie, specifiek voor ingenieurs -opleidingen. De leden van de bezoekende commissie redenerendan ook vanuit een ingenieurskijk op de opleiding, wat dekwaliteit van de visitatie ten goede komt;

• CTI kijkt naar het volledige vijfjarige traject dat een studentdoorloopt, bachelor- en masteropleidingen worden samengevisiteerd;

• CTI bezoekt ook de Faculteit Ingenieurswetenschappen alsgeheel, wat vanuit organisatorisch standpunt uiteraard eenflinke efficiëntiewinst betekent. Immers, inspanningen dievoordien elk jaar herhaald werden, kunnen nu gezamenlijkvoor alle opleidingen gemaakt worden;

• de vereisten die CTI stelt aan de voorbereidende documenten(het zelfevaluatierapport), zijn beperkter in omvang en meergericht op de specificiteit van ingenieursopleidingen.

De Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven,samen met de ingenieursfaculteiten van de universiteiten vanGent en Brussel, sloten daarom enkele jaren geleden met deNVAO een overeenkomst dat een visitatie, uitgevoerd door CTI,geldig was voor de accreditatie van onze programma’s. De ingenieursopleidingen aan de Franstalige universiteiten in België waren reeds eerder deze weg ingeslagen.

Deze eerste CTI-visitatie aan de Vlaamse universiteiten vondplaats in het voorjaar van 2016. De finale besluiten werdengepubliceerd in december 2016.

Sinds de jaren 90 waren visitaties en accreditaties van opleidingen aan de universiteiten verplicht in Vlaanderen. Deze visitaties werden waargenomen door de Nederlands-VlaamseAccreditatie Organisatie (NVAO). Elke opleiding werd om de acht jaar afzonderlijk gevisiteerd,waarna een besluit werd geformuleerd dat een aantal aanbevelingen bevatte dat tot verbeteringvan de betrokken opleiding kon leiden.

Page 9: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

9

genieurswetenschappen

Aanpak

In de aanloopfase naar de visitatie werd er uiteraard heel watvoorbereidend werk geleverd:

• voor elke masteropleiding werden de leerdoelen herbekekenvolgens het ACQA-kader. ACQA (Academic Competencesand Quality Assurance, eng.kuleuven.be/algemeen/ACQA)is een framework om academische competenties te definiëren,alsook een methodologie om curricula te beschrijven en teevalueren. ACQA werd ontwikkeld aan de Technische UniversiteitEindhoven en richt zich specifiek op ingenieursopleidingen.Deze oefening, waarbij de opleidingsonderdelen in elkcurriculum afgetoetst werden tegenover leerdoelen van de opleiding, gaf waardevolle inzichten in de structuur van onze programma’s en hielp om sterktes en zwaktes teidentificeren;

• elke ECTS-fiche – de officiële beschrijving van elk vak – werd onder de loep genomen, met speciale aandacht voorevaluatiecriteria. Dit gebeurt door docenten op een continuebasis, maar een aankomende visitatie vormt een goedegelegenheid om alles nog eens helder op te lijsten;

• een aantal bevragingen en focusgesprekken, zowel methuidige studenten als recente alumni, werd georganiseerd.Dit leverde valabele input om op te nemen in het rapport;

• voor vrijwel alle opleidingen werd een Industriële Adviesraadopgericht, met als doel de opleidingen te adviseren overuiteenlopende onderwerpen en een directe link te voorzienmet het afnemend veld. Samen met de Facultaire Senaatis het de bedoeling om in de toekomst op deze manierstakeholders nauwer te betrekken bij de opleidingen.

Het schrijven van het volledige zelfevaluatierapport startte ongeveeranderhalf jaar vóór de feitelijke visitatie. Voor elke opleiding werdeen korte SWOT-analyse gemaakt, alsook voor de faculteit alsgeheel. Het hele rapport werd in november 2015 aan CTIoverhandigd.

Visitatie en rapport

De visitatie zelf vond plaats in het voorjaar van 2016. De CTI-commissie was een hele week aanwezig op de campus in Heverlee.Verscheidene subcommissies hielden gesprekken met actoren(docenten, studenten, alumni, …) uit de verschillende opleidingen.Hoewel logistiek een hele organisatie verliep alles vlekkeloos doorde sterke inzet van de onderwijsondersteuners van de faculteit.

In juli 2016 ontving de faculteit een eerste versie van hetgedetailleerde visitatierapport, waarna er feitelijke verbeteringenmogelijk waren. De finale besluiten werden officieel bekend indecember 2016. Het zou ons hier uiteraard te ver leiden om alleaanbevelingen voor elk individueel programma op te sommen,maar enkele algemene aspecten willen we toch belichten:

• sterke punten zijn de sterk onderzoeksgedreven focus van de opleidingen; de leerlijn ‘probleemoplossen en ontwerpen’,die de ingenieursstudenten al vanaf het eerste jaar onderdompeltin een ingenieursaanpak; de ACQA-structurering om de leer -doelen en -resultaten van onze opleidingen in kaart te brengenen de sterke coherentie tussen onze bachelor- enmasteropleidingen;

• aandachtspunten en vatbaar voor verbetering zijn niet-technische competenties die studenten gedurende de studiesverwerven; het betrekken van externe stakeholders om onzeprogramma’s op te bouwen en vorm te geven en de opportu -niteiten om internationaal te werken door de centrale liggingvan Leuven in Europa.

Al onze masteropleidingen ontvingen een positieve evaluatie enalle tweejarige initiële masters hebben de mogelijkheid om eenEUR-ACE label (eurace.enaee.eu/) aan te vragen. Op basis vandit label kunnen de opleidingen geaccrediteerd worden, wat zekerde uitstraling van de opleidingen ten goede zal komen. Enkele master-na-masteropleidingen die onze faculteit organiseert, vallen hierniet onder omdat ze een eenjarige master zijn of niet exclusiefgericht zijn op ingenieursstudenten. Dit is echter een proceduralebeslissing die geen uitspraak doet over de kwaliteit van hetgeleverde onderwijs in de betreffende opleidingen.

Uiteraard is de faculteit zeer verheugd met deze besluiten die aan -tonen dat ons onderwijs sterk geapprecieerd en geëvalueerd wordt.

Toekomst

Sinds de beslissing genomen werd om de visitatie en accreditatiete laten uitvoeren door CTI is het legale kader in Vlaanderengewijzigd. De visitaties zijn voorlopig opgeschort door de Vlaamseoverheid en vervangen door een systeem van instellingsreviews.Elke instelling van hoger onderwijs moet nu aantonen dat deinterne kwaliteitszorg voor onderwijs voldoende is uitgebouwd,wat een voldoende voorwaarde vormt voor accreditatie van de programma’s.

Op basis van de toegekende EUR-ACE-labels kan wel eenadditionele accreditatie voor de opleidingen worden aange vraagd,wat de faculteit ook besloten heeft om te doen.

Samen met de andere burgerlijk-ingenieursfaculteiten in Vlaanderenberaden we ons nu over de toekomst. De vraag die zeker optafel ligt, is of we verder willen gaan met gezamenlijke visitatiesdoor CTI en dit in een zesjaarlijkse cyclus. De positieve ervaringenmet deze eerste CTI-visitatie zullen zeker een grote rol spelen inde verdere ontwikkelingen voor de visitaties en het monitorenvan de onderwijskwaliteit van onze ingenieursopleidingen.

Yolande Berbers, voormalig vicedecaan onderwijsPhilip Dutré, huidig vicedecaan onderwijs

Page 10: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Alumniprijswinnaars P

10

Met het ontwerp en de uitvoering van een 3D-gewelf kregenLaurent Balesse, Mathilde Brusselmans, Daan Buekenhout,Tim Callewaert en Seppe Creten (team BWK3A1) de runner-up prijs.

Zo stelt dit team zichzelf voor:

‘Iedereen vraagt zich ongetwijfeld weleens af wat er nu met aldie leegstaande kerken gebeurt. Wel, deze kerken krijgen eennieuwe functie. Wij tonen hiervan een modern en realiseerbaar

voorbeeld. Omwille van energiebesparingen ontwierpen wij,met behulp van het computerprogramma Rhinoceros, een gewelfdat binnen in een zijkapel van zo’n leegstaande kerk moet komente staan. Dit gewelf kan perfect dienstdoen als een vergader -ruimte. We hebben er een 3D-geprint schaalmodel van gemaakt.’

Uiteraard ook onze felicitaties voor begeleiders Nathalie VanRoy en L.E.B. Urrego en cotitularis prof. Dirk Saelens.

Runner-up: boog

Al vroeg in de opleiding ingenieurswetenschappen lerende studenten multidisciplinair in groep te werken in ontwerp -ateliers. De Faculteit Ingenieurswetenschappen van deKU Leuven heeft het vak ‘probleemoplossen en ontwerpen’als eerste ingenieursopleiding geïntroduceerd – met succesen navolging bij andere ingenieursfaculteiten. Als alumni - vereniging juicht Alumni Ingenieurs KU Leuven dezeonderwijsvorm toe en wil dan ook de best uitgewerkteopdrachten belonen met een prijs.

Jaarlijks wordt een 20-tal projecten uit de verschillendedepartementen verdeeld over groepen studenten uit detweede bachelorfase (derde semester). Zij moeten dan

met een beperkt budget aan de slag gaan om hun ontwerp - opdracht te realiseren. Ook moeten ze een degelijk verslagafleveren met zowel een literatuurstudie als een beschrijvingvan hun aanpak en realisatie.

De Alumni Ingenieursprijs bekroont een project op basisvan de demonstratie tijdens de demodag en het dagelijkswerk tot aan de demodag. Acht laureaten worden geselec -teerd door de academische begeleiders. Uit deze groepkomen dan een winnaar en een runner-up. Voor dewinnende groep wordt een bedrag van 100 euro voorelke deelnemer voorzien, voor de runner-up is dat 50 europer deelnemer.

Alumni Ingenieursprijs voor de algemene richting‘probleemoplossen en ontwerpen’

Page 11: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

&O

11

De groep MTM1B3 haalde deze keer de hoogste notering.Olivier Vandelaer, Pieter Vandensande, Wout Vandeweyer,Dominik Van Herck, Lars Vanmunster en Dieter Verbruggenontwierpen een geopolymeren vaartuig.

De teamleden ontwierpen een speedboot, aangedrevendoor een waterjet. Het lange en smalle ontwerp en de krachtige motor zorgen voor een supersnelle boot. De hele waterjet hebben ze zelf ontworpen en ge-3D-print uit plastics. De geopolymeren romp hebben ze zodun mogelijk gehouden wat leidt tot een ultralicht designvan slechts 2,3 kg. Zo probeerden ze de grote bootrace te winnen.

Uit de verslagen van de jury:

• ‘goede en uitgebreide toelichting’;• ‘illustratief demomateriaal’;• ‘de matrozenhoedjes maken het af’;• ‘uitnodigende en aantrekkelijke brochuretekst’;• ‘eerlijke zelfevaluatie’;• ‘elegant design’;• ‘innovatieve productiemethode (3D-printing)’.

De eer wordt natuurlijk gedeeld met de begeleiders Lukas Arnout, Thomas Lapauw en Aljaz Ivekovic en met cotitularis prof. Jef Vleugels.

Winnaars: matrozen

Page 12: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

12

Water managers face an enormous challenge. They must developand implement so-called ‘no-regret’ measures that are cost-effective and remain so on the longer term. Developing suchadaptive strategies is complex. The water landscape is formedby an intricate interplay of different processes, including hydrology,rivers, sewer systems and groundwater. Interfering in oneprocess affects others. In addition, water systems have alarge ecologic, economic and social value, necessitatingdecision making that goes beyond solely the water systemitself. Integrated approaches will unmistakably lead tosynergies and creative solutions, and might even benecessary to cope with the increasing extremes.

Models: from simple to complex… and back to simplification

Mathematical models are crucial for effective water management.With increasing computational power, these models havetransformed from simplistic empirical models, into highlydetailed representations of reality with a complex set ofunderlying equations. Since a few decades, hydrodynamicmodels that solve the de Saint-Venant equations have becomethe standard. However, their prolonged calculation times,rigidity and limited spatial extent impede their use for many

applications. Computational advances will not overcome theseobstacles in the next decades.

To achieve sufficiently fast and practicable models, these (oftenoverly) detailed models must be simplified. Only such strategicmodel reductions will lead to optimal management strategies.Withal, such simplifications are justifiable: the uncertainty onmodel inputs, such as rainfall, is often an order of magnitudelarger than the (additional) model uncertainty resulting from modelsimplifications. My PhD research focused on the developmentof such simplified approach for water quantity modelling of riversand urban drainage systems, also denoted as conceptualmodelling. Figure 1 presents the general aim of translatingdetailed hydrodynamic models into the simplified conceptual model.

Conceptual modelling à la carte

In my PhD research, I combined two simplification strategies.Firstly, a reductionist approach was applied. By adjusting the number of calculation nodes, the level of model detail canbe tuned to the intended application. For instance, damageprone flood areas are modelled in more detail, while lessrelevant processes are lumped. Secondly, more flexible modelequations are needed that can be solved faster. Conservation

Vincent Wolfs (°1988), connected to the

Hydraulics Section of the Department of Civil

Engineering, develops decision support tools

for water management. In January 2016,

he defended his PhD entitled ‘Conceptual model

structure identification and calibration for river

and sewer systems’ with professor Patrick

Willems as promotor. He developed a new

modelling approach combining data-driven

and physically based model structures. The very short calculation

times and modular approach make these models particularly well

suited for scenario analyses (e.g. climate change impacts, urbani -

sation) and optimisation. His PhD research was supported by an

IWT scholarship. He currently works on industry-driven research and

valorisation for companies and governments in the water sector.

Nature changes constantly, and so does our water landscape. Climate change increasesthe risk of both flooding and droughts. Winters become wetter, summers drier and withmore intense rainfall. The expanding urbanisation amplifies extremes, and increases the chance of floods and water crises further. Such water shortages are also a threat inBelgium: according to the European Environment Agency, only four European countrieshave a lower water availability.

Figure 1: Conceptual modelling framework with differentcomponents.

DOCTORAATSmart modelling for a future-proof water lan

Page 13: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

of mass (thus water) was strictly applied, but the equation ofconservation of momentum was emulated by simplified modelstructures. Hereto, I implemented a modular approach combininga plethora of equations. The approach includes traditionalhydrological structures, such as Muskingum routing (developedin 1938 but still applied in practice), structures from systemtheory, over machine learning techniques to fuzzy theory.These structures are identified and calibrated using thesimulation results of more detailed physically based models.Hence, the developed approach enables the engineer to buildtailored models, by allowing flexible aggregation of processeson different levels and combining the most fit model structures.This approach results in smarter models that are as simple aspossible, but still reliable and accurate.

To speed up calculations further, a discrete solution schemewith variable time step was implemented, similar to theRunge-Kutta method. The solver is tuned to automaticallydetect instabilities during simulations, and adjusts the calculationstep locally to remediate the instabilities. Finally, I developed asemi-automatic configuration software to create these modelsswiftly. This tool is compatible with the most popular modelpackages used in practice, so existing models can betransformed easily.

Conceptual models in action

Conceptual models are up to a million times faster thanconventional hydrodynamic models, enabling numerousapplications that require very short calculation times. For instance, these models were used to create flood probabilitymaps in real time along the Dender River. Using predicted(uncertain) rainfall and river measurements, flood probabilitiesare calculated 48 hours ahead. Figure 2 shows the probabilitymaps for the storm of November 2010: the system indicatesan increased risk of flooding up to 48 hours before flooding. The map showing the truly flooded areas matches that of the24-hour ahead prediction exceptionally well. Such systemsenable crisis managers to focus their actions to areas with thehighest risks.

For the Demer River, we went one step further. In collaborationwith other (PhD) researchers, a real-time intelligent control systemwas developed to minimise flood damage. Conceptual modelsplay a crucial role in determining the best control strategies ofhydraulic infrastructure due to their limited calculation times.Research showed that damage of major floods, such as inSeptember 1998, can be reduced up to 45% by using thepresent infrastructure more efficiently.

Conceptual models can also quantify the impact of trends,including climate change, through long term simulations. For instance, research showed that applying source controlmeasures can reduce floods significantly. In cities parks,sports fields and playgrounds can be used for temporarywater storage during extreme events (Figure 3).

The future

Action is needed to make our water landscape future proof.Water managers are responsible for developing and implementingsustainable and cost-effective strategies, while we as engineersmust deliver the required tools. Herein, models play a crucialrole. The developed approach delivers fast and scalablemodels, usable for different applications. However, the mainmodelling challenge is still ahead of us: combining andintegrating models and databases from different disciplines toyield an integrated and user-friendly decision support tool for sustainable water management. Meanwhile, you can seeon our website how the Hydraulics Section is working onmultiple fronts to create a climate-proof water landscape.

bwk.kuleuven.be/in-de-kijker/water-klimaatverandering-ingenieurs-op-zoek-naar-oplossingen

Vincent Wolfs

13

Figure 2: Predicted flood probabilities (green to red) along the Dender River versus the actual flooded area (blue).

Figure 3: Example of how open space in cities can be usedfor temporary rainwater storage and infiltration (in collabo -ration with the Department of Architecture – Figure: PhD Christian Nolf)

dscape: taking a step back to move forward

Page 14: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

14

Korte geschiedenis van EasicsEasics werd in 1991 opgericht als spin-off van de KU Leuven vanuit het Departement Elektrotechniek(ESAT), met name vanuit de beeldverwerkingsgroep van huidig ererector en associatievoorzitter AndréOosterlinck samen met imec. De vier initiatiefnemerswaren Dirk Callaerts, Jan Decaluwe, Ivo Vandeweerd en Jan Zegers. Zij brachten samen met de KU Leuvenen imec een startkapitaal van ongeveer 200.000 eurobijeen. De doelstelling van het bedrijf was het leverenvan ontwerpdiensten voor digitale ASIC’s (chips op maat) enFPGA’s (programmeerbare logica) voor telecommunicatie, digitalesignaal verwerking en consumentenelektronica. Twee grote klantenwaren Alcatel en Philips. Voor die bedrijven werkten ze aan diversetoepassingen, waaronder ISDN, ATM, Sonet/SDH, ADSL, VDSL en USB. High-speed communicatie zit het bedrijf nog steeds in de genen, tegenwoordig o.a. met hardware TCP/IP-oplossingen(zonder processor of software).

In 2000 werd Easics opgekocht door een grote Amerikaanse klant(TranSwitch). Van 2000 tot 2004 fungeerde het bedrijf als afdelingvan het beursgenoteerde TranSwitch. In de periode na de steileneer gang van de Nasdaqbeurs deelde Easics in de klappen.

Eind 2004 besloten Ramses Valvekens en Steven Coenen dan ookeen management buy-out te doen. Ze herstartten Easics als Vlaamsen onafhankelijk bedrijf. Ererector André Oosterlinck is thans voorzittervan de Raad van Bestuur en een van de oprichters, Jan Zegers, is eveneens bestuurder. Sindsdien schrijft het bedrijf opnieuw een groeiverhaal.

De wet van Moore in de evolutievan EasicsIn de beginjaren van Easics waren er grosso modo drie types van digitale IC-platformen:• standaard microprocessoren (marktleider Intel);• FPGA’s (marktleiders Xilinx en Altera – de laatste is nu

overgenomen door Intel);• ASIC’s: ‘chips-op-maat’.

Chiptechnologie was in die tijd relatief betaalbaar en heel watbedrijven maakten eigen ‘chips-op-maat’ in de meeste recentechiptechnologie. Voor high-end telecom en beeldverwerkings -toepassingen waren ASIC's immers de enige mogelijkheid.

Processoren en FPGA's waren niet krachtig genoeg,consumeerden te veel vermogen en hadden een tehoge stukprijs. Flexibiliteit vertaalt zich immers inextra transistoren en grotere circuits zijn duurder omte maken.

Intussen is er veel veranderd. Elke twee jaar kwamer een nieuwe generatie chiptechnologie waarbij detransistoren slechts half zo groot zijn als in de vorigegeneratie. FPGA- en processor producenten makenhiervan gebruik door telkens opnieuw componentenuit te brengen in de meest geavanceerde chip -

technologie (kleinst beschikbare transistoren). Omdat deopstartkosten voor chip productie steeds toenemen, wordenvandaag verre van alle ASIC's in de nieuwste technologiegeproduceerd. Zo wordt de aanvankelijk erg grote kloof tussenASIC's en programmeerbare chips (FPGA's en processoren)steeds meer gedicht. Programmeerbare chips hebben veel meertransistoren nodig dan de competitieve ASIC, maar compenserendeze handicap door piepkleine transistoren te gebruiken. Hierdoorgroeien stukprijs en rekenkracht van program meerbare chips enchips-op-maat in veel gevallen naar elkaar toe. Moderne FPGA'sen processoren bestaan uit transis toren die tientallen tot zelfshonderden malen kleiner zijn dan sommige ASIC's. Easics is hierinmeegegaan en het aandeel FPGA-ontwerp is dan ook aanzienlijkgegroeid ten opzichte van het ASIC-ontwerp. Dankzij state of theart FPGA's kunnen uitdagende toepassingen zoals deep learninggeïmplementeerd worden. En ASIC-ontwerpen situeren zichvandaag in twee onderscheiden categorieën: zij die de laatstenieuwe technologie gebruiken voor massamarkten zoalssmartphones (torenhoge opstartkosten kunnen afgeschrevenworden over gigantische series) en zij die gevestigde en betaalbaretechnologie gebruiken voor kleinere maar daarom niet minderinteressante markten.

Klanten en partnersDe klanten van Easics zijn enerzijds chipfirma’s die extra breinkrachtnodig hebben voor de chips die zij ontwikkelen (o.a. NXP en Maxim),en anderzijds fabrikanten die chips integreren in hun eindproducten.Een voorbeeld hiervan is TOMRA, een Noorse firma, die machinesontwikkelt die aan hoge snelheden voedingswaren screenen ensorteren. Bedoeling is alle slechte voedingswaren en niet-voedings -waren (bv. steentjes) te verwijderen via injectie van perslucht, een mooi voorbeeld van snelle en precieze beeldverwerking. Voor Cochlear werkt Easics aan chips voor hoorimplantaten. Easics ontwerpt ook stralingsharde chips die bovendien cryogenetemperaturen moeten kunnen weerstaan voor ESA, de Europeseruimtevaartorganisatie.

Onlangs ging ik op bezoek bij Ramses Valvekens, CEO van het bedrijf Easics voor een boeiende babbel omtrent het bedrijf, hemzelf en de verwachtingen die hij heeft voor jongeingenieurs en doctores. Ramses kwam aan het hoofd van Easics in 2005, nadat hij samen met Steven Coenen (CTO) een management buy-out had gedaan.

Aan het roer van spin-off Easics: een

Page 15: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

15

Easics werkt samen met andere spin-offs van de KU Leuven,waaronder ICsense en AnSem. Beide bedrijven zijn gespecialiseerdin het analoge chipontwerp, waar Easics het digitale ontwerp -gedeelte voor zijn rekening neemt. Bij Easics is intensecommuni catie noodzakelijk om vast te stellen wat de preciezewensen van de klant zijn. Jonge medewerkers krijgen dezeverantwoordelijkheid al vroeg in hun carrière. Daartoe werd de ‘Easics-Academy’ opgericht om intern de kennis optimaal te delen met iedereen.

Ramses binnen en buiten EasicsRamses vatte na zijn studies industrieel ingenieur de burgerlijk-ingenieursstudies aan en studeerde af in 1997. Intussen werkt hij twintig jaar bij Easics. Tijdens zijn studies trok hij met eenErasmusbeurs naar Grenoble voor zijn eindwerk. Hij liep eenzomerstage in Californië aan het Lawrence Livermore NationalLaboratory in het domein van FPGA’s en beeldverwerking.

Naast zijn activiteiten bij Easics is hij ook actief in de volgendegroeperingen:• lid van de Raad van Bestuur van DSP Valley, een cluster van

bedrijven en kennisinstellingen rond het thema van slimmeelektronische systemen;

• lid van de programmaraad voor Visionaire Seminaries bij LeuvenMindGate, een netwerkorganisatie die Leuven op de wereld -kaart zet als centrum van gezondheid, hightech en creativiteit;

• lid van de IOF-Raad (Industrieel Onderzoeksfonds) van de KU Leuven die middelen toekent voor valorisatiegerichtonderzoek.

Het vaderschap is een passie die veel van zijn tijd in beslag neemt.Daarnaast leest hij graag over wetenschap en techniek. Sinds kortis hij gepassioneerd door microscopie. Het microleven rondomons bestuderen, van kiezelwieren tot mosbeertjes, is eenboeiende bezigheid.

Doctoraat of niet?Het Easics-team telt vooral burgerlijk ingenieurs, naast een paardoctores en industrieel ingenieurs. De reden dat Easics vooralinzet op burgerlijk ingenieurs is omdat er verder gekeken moetenworden dan het pure ontwerpen zelf. De medewerkers moetengrenzen kunnen verleggen en de schaalbaarheid naar de toekomstal in een vroeg stadium meenemen. Er moet worden nagedachtover nieuwe technieken, bv. hoe softwaretechnieken gebruikenvoor hardware-ontwerp. Volgens Ramses is het voor eendoctorandus uitermate belangrijk een goed onderwerp te kiezendat later onmiddellijk bruikbaar is.

Voor doctores zijn diverse carrièremogelijkheden weggelegd:• doorgroeien aan de universiteit, maar hier is veel concurrentie;• docent worden aan een hogeschool. Hier zijn er meer

mogelijkheden, maar het blijft een beperkte markt;• werken bij grote onderzoeksinstellingen, een pad dat vele

doctores volgen;

• werken bij een groot bedrijf met een grote onderzoeksafdeling.Bij voorkeur sluit het onderwerp daar nauw bij aan;

• een startup realiseren aan de hand van de onderzoeks -resultaten. Dit impliceert dat men niet alleen een excellentonderzoeker moet zijn, maar ook moet beschikken overondernemersgenen.

Een groot aantal doctores komt ook terecht in jobs waar ze hunonderzoek opzij moeten zetten. Is het in dat geval echt nodig over een doctoraat te beschikken? Volgens Ramses wordt in deindustrie dikwijls gewerkt aan problemen die even complex zijn als bij een doctoraatsonderzoek. Alleen de tijdsdimensie - er moetsneller tot een oplossing gekomen worden - en de omgeving isanders. De klemtoon ligt op de oplossing en niet op het uitzoekenvan alle mogelijke gevallen waar het probleem zich kan voordoen ofalle randvoorwaarden. De kernboodschap van het verhaal is dat erdus goed moet nagedacht worden of men al dan niet aan een PhDbegint en in welk topic men zich zal gaan verdiepen!

SlotwoordTot slot beklemtoont Ramses dat hij gelooft in jonge mensen diebinnen Easics snel kunnen doorgroeien. Belangrijk daarbij zijncommunicatieve vaardigheden en de beheersing van het Engels.Leuven MindGate organiseert uitstekende workshops overtechnische-businesscommunicatie. Reizen naar het VerenigdKoninkrijk helpt natuurlijk ook.

Patrick Pype

ingenieur-ondernemer met hart en ziel

De Electroniade – Electronische Olympiade

In oktober 2016 heeft een Easics-team van vier mensen deeerste editie van de Electroniade gewonnen in Technopolis in Mechelen. Dit is een quiz met talrijke vragen rond elektronicaen wetenswaardigheden van de eerste transistor tot recenteelektronicasystemen, zowel technisch als historisch. Vandaardat initiatiefnemer Caeleste Easics uitnodigde de 2e editie teorganiseren. Die vindt plaats op donderdag 14 september2017 in Alma 2, net na de internationale European Solid-StateCircuits Conference (ESSCIRC), die dit jaar in Leuven wordtgeorganiseerd. De voertaal is zowel Nederlands als Engels engeïnteresseerden kunnen zich binnenkort inschrijven viawww.electroniade.org

Page 16: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

16

Een 50-tal deelnemers vond op 7 februari 2017 de weg naarESAT waar zij ondergedompeld werden in de fascinerende wereldvan de biomaterialen in dialoog met het lichaam. Eén sprekergaf verstek. Zo konden de twee andere sprekers hun onderwerpmeer uitdiepen: prof. Veerle Bloemen, docent Faculteit IndustriëleIngenieurswetenschappen en lid van Prometheus, en prof.Frank Luyten, directeur van het Skeletal Biology andEngineering Centre (SBC) en van Prometheus.

Veerle Bloemen ging op zoek naar de mogelijkheden vanbiomimicry als inspiratiebron voor het ontwerp van biologischgeïnspireerde materialen. Zij besprak de toepassing vanbiomaterialen als implantaat en als drager voor het gerichttoedienen van geneesmiddelen.

Biomaterialen als implantaat

Kritische botbreuken worden nu hoofdzakelijk nog geheelddoor bottransplantatie of door een medisch implantaat. Dat laatste bestaat uit een metaal en is dus geen biologischeoplossing. Recent is er toenemende aandacht voor weefsel -regeneratie met behulp van weefselengineering. De klinischetoepassingen zijn echter nog zeldzaam na 40 jaar experi -menteren. Wat is de uitdaging?

Natuurlijk weefsel bestaat uit cellen, geïncorporeerd in eenextracellulaire matrix van eiwitten (ECM) die dienst doet als draag -structuur (‘scaffold’). De natuurlijke draagstructuur van botbestaat uit hydroxylapatiet in een collageenmatrix. Typischeartificiële draagstructuren bestaan uit biologisch afbreekbarepolymeren, bioactief glas en keramiek, bioactieve hydrogels,waaraan groeifactoren (dit zijn stoffen die de celgroei bevorderen)toegevoegd worden. Ook natuurlijke materialen zoals zijde encollageen worden als draagstructuur gebruikt. In deze draag -structuren worden cellen ingeplant. De structuur en demechanische eigenschappen van de draagstructuur bevorderende preferentiële groei van bepaalde cellen. Zo stimuleren micro -groeven in de draagstructuur de elongatie en alignering vancardiomyocieten en bevorderen hydroxylapatietnanostructurende groei van beendercellen. Belangrijke criteria voor de keuzevan biomaterialen voor draagstructuren zijn reproduceer -baarheid en biocompatibiliteit.

Biomaterialen voor gerichtetoediening van medicijnen

Toediening van geneesmiddelen is geëvolueerd van oraletoediening naar toediening met gecontroleerde constantevrijgave (‘zero-order release’), bijvoorbeeld met omhulde tabletten.Door orale inname of door injectie bereikt maar een klein deelvan de medicatie het getroffen orgaan. Bij chemotherapiebereikt tot 99% van de medicatie de tumor niet.

Sinds kort wordt geëxperimenteerd met meer gerichte methodeswaarbij de medicatie preferentieel gericht wordt naar het tebehandelen orgaan of weefsel. Hierbij wordt gebruik gemaaktvan nanodeeltjes die de medicijnmoleculen inkapselen en diezich, met behulp van celspecifieke liganden aan de rand van dedeeltjes, of met magnetische positioneersystemen, preferentieelvasthechten aan en interageren met ziek weefsel, zodat hetgezonde omliggende weefsel gespaard wordt. Het doel van dezewijze van toedienen is de dosering meer uniform te maken endus de dosis en neveneffecten te verminderen. Het systeembevindt zich nog in een experimen teel stadium en de kost is nogheel hoog. Uitdagingen zijn type, grootte, vorm en oppervlakte -karakteristieken van de nanotransportvehikels (zoals liposomen,polymeermicellen) en biocompatibiliteit.

Veerle Bloemen eindigt met een pleidooi om de wijze waarop denatuur ‘dingen maakt’ als leidraad te nemen bij de ontwikkelingvan biomaterialen voor draagstructuren en voor gerichtetoediening van medicatie. Het schitterend mechanisme vande getimede zelforganisatie bij het openen van een bloem iseen voorbeeld om na te volgen, maar is nog lang niet ontrafeld.Het mechanisme van zelforganisatie van losse (nano)deeltjestot een geordende structuur is al goed gekend en biedt perspec -tieven voor weefselengineering en gerichte toediening vanmedicatie. De ontwikkelingsbiologie, bijvoorbeeld het effectvan een groeiplaat voor botontwikkeling, kan dienen als modelvoor 4D-printing van evolutieve draagstructuren (waarbij devierde dimensie de tijd is).

FORUMAVONDHoe belangrijk zijn biomaterialen voor

Met cellen geïmplan -teerde draag -structurenvoor bot-rege neratie.

Gerichte toediening van medicatie met behulp van nanodeeltjes.

Page 17: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Regeneratieve geneeskunde:van lab tot kliniek

Frank Luyten steekt van wal met een lijstje van drie radicaalnieuwe behandelingsmethoden die momenteel opgang maken:gentherapie (medicijnen die een recombinant nucleïnezuurbevatten), somatische celtherapieën (medicijnen die cellen ofweefsel bevatten) en producten op basis van weefsel engineering.Deze laatste worden combinatieproducten genoemd. Ze zijncombinaties van geneeskundige toestellen en ATMPs (AdvancedTherapy Medicinal Products). Zij vormen het onderwerp vanLuytens lezing.

Rode draad doorheen het verhaal is zijn uitspraak: ‘Wij ontwerpenhet product niet, wij ontwerpen het proces en het proces ishet product.’ Kenmerkend voor de spontaneïteit van de sprekeris zijn bewering dat 30% van alle behandelingen niet helpt.‘Dat geld zou beter kunnen gebruikt worden voor deontwikkeling van nieuwe therapieën die wel helpen.’

In de ontwikkeling van combinatieproducten onderscheidtFrank Luyten twee fasen: de preklinische (fundamenteel onder zoek, in vitro testen, in vivo testen) en de klinische fase(explora torische test, confirmatietesten). Daarna volgt eenmarktautorisatie (CE-markering). Onderstaande figuur toontde blauwdruk van het ontwikkelingstraject tot klinisch product.

Als voorbeeld gebruikt Luyten het herstel van een niet-helendeonderbeenbreuk. Waarom wordt hiervoor een celgerichteaanpak gevolgd? Voor kleine botdefecten bestaan goedebiomaterialen, zoals keramiek. Grote celloze implantaten zijnmoeilijk bruikbaar wegens problemen met het doordringenvan de cellen en met de vascularisatie. Celgebaseerde ATMPszijn voor deze grote implantaten de enige goede oplossing.

De huidige standaardoplossing voor grote botdefecten is de methode van Ilizarov, waarbij met behulp van een externebeugel het bot langzaam uitgerekt wordt waardoor het aangroeit,totdat het ontbrekende stuk bot overbrugd wordt en deoverblijvende breuk natuurlijk kan helen.

Het celgebaseerde combinatieproduct dat door de sprekeren zijn team ontwikkeld is, gaat uit van volgende elementen:van periost afgeleide cellen, een draagstructuur van calcium/fosfor/collageen, en groeifactoren. Succesvolle botvormingwerd bekomen in naakte muizen (35 mm3) en schapen (1.400 mm3). Onderzoek is bezig om tot een ATMP voor grote tibiadefecten van 3 tot 5 cm te komen.

Een verdere uitdaging die nu aangepakt wordt, is de ontwikkelingvan een levend 3D-implantaat. Bij deze techniek, ookaangeduid met de termen bioprinting of biomanufacturing,worden zogenaamde bio-inkten, bestaande uit levendecellen, een matrix en voedingsstoffen, als basismateriaalgebruikt in het printproces.

Parallel aan de beschreven ontwikkelingen en om opschalingtot een industrieel proces mogelijk te maken wordt er gewerktaan een aantal ondersteunende technologieën en apparaten,zoals bioreactoren, incubatoren, biosensoren, nano-CT-scanners voor niet-invasieve beeldvorming.

Opnieuw mochten we een boeiende avond meemaken,verzorgd door twee enthousiaste sprekers. Zij hebbenaangetoond dat KU Leuven op het vlak van weefsel -engineering op de wereldkaart staat.

Hendrik Van Brussel

17

de hedendaagse geneeskunde?

Veerle BloemenFrank Luyten

Heling van een groot botdefect in een schaap met een celgebaseerd implantaat.

Page 18: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Homo Technologicus: Intertwining of Technology

18

We meet on Skype, as a first obvious example of how ICTtechnology has shaped society, now making it possible to interact ona daily basis with people all over the world. Without this technology,this interview would have been impossible. We switch directly toEnglish, which is our natural language to speak about technology,although the interview will cover so much more than that. For Jan Rabaey, it is not a question whether technology will continueto evolve dramatically, the main question is how humanity will adapt.

What is the ‘Homo Technologicus’?

It is emphasizing how technology has always been part of theevolution of humanity as a whole. Evolution in society has alwaysbeen intertwined with technology, and defined how people andsociety evolve towards the next step. It started with the discoveryof fire, the wheel, ... With the introduction of information technology,society started to evolve much more rapidly. Technology clearlyinfluenced humanity and will continue doing so. The HomoTechnologicus is just a term to make that obvious influence explicit.

The last time I saw you delivering a presentation here inBelgium, you were talking about the ‘Human Intranet’.

The human intranet embraces the idea that you augment yourbody with all kind of wearables. Sensors, human brain interfaces,exoskeletons, … technology that connects directly to your senses,brain to improve the functionality of your brain and body. There arenumerous examples, going from enhanced vision, hearing, but alsobetter memory, faster thinking, or even faster walking and running.

Will the Human Intranet have the same profound impact onhumanity as that other internet that impacted our lives?

While there are step functions in how technology impactshumanity, overall it is a continuous process. The ability toaugment the human nature is revolutionary, yet it is alreadyhappening today. The human intranet is an incarnation of the swarm and the Internet of Things phenomena. However, it is now only in the early phases; sensors being built that are robust and consume very little power. And other technologiesare evolving rapidly. Of course, there is still a long way to go.

Can you give us some concrete examples of humanaugmentation?

We are using smart watches, smart band aids, hearing aids, and all kind of other sensors to measure our vital signs. This leadsto applications for both healthy and health-deprived peopleemerging at the same time. The easiest would be building sensorsthat understand how your body works, understanding nutrients,how your brain works. The second phase, where the main researchchallenges are today, is to use this information to interact withyour body. An example is to build exoskeletons that make itpossible to augment your natural motor system to move fasteror react better or faster. To make this possible it requires thetechnology to be as fast if not faster than human reaction times(which is the realm of 10s of milliseconds). This is not trivial from a technology perspective – latency is a real challenge.

Is the Homo Technologicus the result of the human intranet?

The human intranet is somehow an intertwining of technologyand biology. The Homo Technologicus goes a step further, and requires an understanding of human thinking and behaviour.Humanity goes beyond pure biology. It adds another layer,generally called cognition. Not just simply enhanced vision orhearing, not just interfacing with the brain, but truly interactingwith and shaping our vision and thinking, as an example.

Can you explain this a bit more?

Both the human brain and processors always have two components:data access and operations. Essentially, a computer reads in data,and operates on it, based on instructions fed from an instructionmemory. Humans also observe things, and act as a result of it.The process is basically the same. As such, humans and computerscould work on and process the same data, together, creating aself-augmented human if we can provide a tight link between the two. This is similar to the way we have multiple computersworking on the same data today - that is what we call parallelprocessing. We can imagine swarms of people and computersall working on and processing the same data, resulting in

KU Leuven engineer prof. Jan Rabaey from UC Berkeley is receiving an honorary doctorate from the Universiteit Antwerpen for his contributions to the field of electrical engineering and computer science. But his vision and enthusiasm reach a lot further, beyond engineering to neuroscience, biology and even humanity. The topic of his masterclass in Antwerp will be the ‘Homo Technologicus: Intertwining of Technology and Humanity’, essentially explaining us how you can impact and augment humanevolution, simply by being a passionate innovator and engineer.

Page 19: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

and Humanity

19

swarm-augmented human thinking, by combining multiplebrains and also computers in the process – one would call thatbrainstorming. Swarms of people and machines thinkingtogether is an interesting option for the future.

How will we have this interview in the future?

Now, you get the sound from your computer in a headset, listento my words and write down your interpretation. Then, you askthe next question, form the words, which are then sampled byyour microphone before they are sent to me. There is a lot ofinformation lost in each step, you do not hear some words,misinterpret some statements, or some packets are lost in thecommunication link between our computers. It would be moreefficient if the computer could first enhance the quality of thecommunication, this is already happening now with hearing aidsand speech enhancement. Audio is well developed, and thecomputer could actually directly write down what I say as part ofthe interview report. In the future, the computer could help you inunderstanding my words better, i.e. by giving context informationthat is not known to you. Similarly, your thoughts could bepicked up directly by the computer, giving more context to thenon-verbal content of my story, so that also the computer caninterpret my words better. This example focuses now on audio,which is well developed. In the future, there will be other andnovel sensors. Vision for instance, but also tactile sensors orbands that give you extra sensory information.

Computers will help us having a better conversation. Shall we ever have true conversations with computers?

Siri/Alexa are well known examples today. The underlying technologyis speech recognition and natural language processing. Siri isnot yet that smart though. Interacting with it is not that natural,yet it somehow manages to understand what you intend toconvey. Yet progress is accelerating – technologies such asSiri/Alexa have matured over the past five years after decades ofprofound research. The research community has now moved tothe next level. We want real conversations, having the computerinteract and converse like humans in dialogue-like settings and contexts.

If processors think with humans, they have to understandthe human brain. How far are we from fully understandingthe human brain and thinking process?

There has been tremendous progress over the past decade(s).Yet, not sure at all that we will understand the brain in the next20 years. There is still a lot hidden. Most importantly, we need to understand the processes underneath human understandingand cognition. The obvious main question thereafter is what you

intend to do with that understanding. First, we will cure diseases,which is possible if you truly understand what is going on in ahealthy or unhealthy brain. Then – of course - we will want tocreate extensions of the brain – desirable or not.

Can we talk about human technology?

Human technology is a different thing altogether. For me thequestion is how to make humanity better through technology.Can they evolve together? Think about artificial intelligence.Some people see it as a potential threat. Yet it does not have to be if it would complement humanity. It is very interesting toobserve how over the centuries technology has always shapedhumanity and humanity has shaped technology vice-versa.

KU Leuven, your Alma Mater, tops Reuters ranking of mostinnovative universities in Europe. How would KU Leuvencompare to UC Berkeley, and what makes it so different?

There is not that much of a difference. Some cultural differencesmaybe. UC Berkeley has a historically embraced unique mix of visionaries, innovators, deep thinkers and entrepreneurs. The same is emerging in many other places, and KU Leuven is definitely in that mix.

Talking about your Alma Mater: how should we seeengineering education towards the Homo Technologicus?

There is a growing influence from humanities and biomedicalsciences in our engineering curriculum at UC Berkeley. The intertwining of technology and humanities in education issomething we foster. The data science initiatives are examples of this: for instance, applying concepts of statistics, machinelearning and artificial intelligence to domains such as law,economics, history, astronomy, biology and neuroscience ... We are constantly changing our curriculum in Berkeley so thatthese interactions can be embraced, and help inspire a wholenew generation of students.

We are convinced that engineering and technology are clearlyintertwined with humanity. We are looking forward to see wherethis all may lead.

Sofie Pollin

Page 20: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

20

Page 21: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Voor de reünie 2016 van ons promotiejaar spraken wij af in‘De Oude Kantien’ waar wij - met het Kasteel van Arenbergals naaste buur - snel terug in de sfeer ‘van toen’ kwamen.

Negentien deelnemers schreven zich in met als collega’sMarcel Croon, Paul De Preter, Alfons Gielen, Leo Hellemans,René Hellemans, Marcel Natens, Paul Stefens, André Seneca,Georges Van Gucht en Jos Van Hemelen. De negen partnersdie erbij waren, maakten van onze samenkomst eenlevendige bedoening.

Dit jaar waren er ongewoon veel afmeldingen, een aantalomwille van gezondheidsredenen. Blijkbaar verbleven ookenkele collega’s in het buitenland. Anderzijds is er een collegadie elk jaar uit het buitenland naar Heverlee komt en eenandere jaargenoot die speciaal vroeger uit vakantie kwamom de samenkomst zeker niet te missen. Mevrouw VandenBroeck meldde ons dat Jan op 12 april 2016 overleden was.

Dankzij het prachtige herfstweer gebruikten wij het aperitiefop de binnenkoer van ‘douwekantin’, ideaal om met iedereeneen klapje te doen. Tijdens de lunch schilderde Jos VanHemelen uitvoerig de studentensfeer in 1959, toen wij onsdiploma behaalden; hierbij werd ook het professorenkorpsbecommentarieerd, met natuurlijk bijzonder veel aandachtvoor prof. Richard Van Cauteren die ons, naast thermo -dynamica, ook nog over menselijke en opvoedkundigefactoren sprak.

Paul De Preter, ook fotograaf van dienst, bracht de aange -kondigde ‘Dag van de Ingenieur’ ‘nieuwe stijl’ ter sprake:een activiteit van de vereniging ‘Alumni Ingenieurs KU Leuven’op 15 oktober 2016 in de KU Leuven TechnologiecampusGent (voormalige KaHo Sint-Lieven). In aansluiting daarmeegaf de gewezen KVIV-voorzitter aanvullende informatie over de samenwerking met de burgerlijk ingenieurs en deindustrieel ingenieurs, een thema waarbij, gezien hun ervaringin het hoger onderwijs, Paul Martens en Paul Stefensvolgend jaar nog aanvullend commentaar kunnen brengen.Het huidig reilen en zeilen van de Faculteit Ingenieurs -wetenschappen proberen wij enigszins van op afstand te volgen via ‘GeniaaL’, het ‘tijdschrift van de FaculteitIngenieurswetenschappen en Alumni Ingenieurs KU Leuven’.Hierin komen ook de studentenactiviteiten aan bod (wijdenken aan de VTK-periode in de Parkstraat in Leuven).

Tot slot vermelden wij graag dat onze groep en ookindividuele collega’s de stichting Hubi en Vinciane van Piet Van Assche steunen.

Voor onze reünie 2017 wordt naar een andere locatieuitgekeken. Georges Van Gucht stelde ‘De Abdijmolen,Abdij van Park, Heverlee’ voor.

Leo Hellemans

Reünie 1959

21

Page 22: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Vrouwen en (ingenieurs)wetensch

22

De 200e verjaardag van Augusta Ada Byron King, beter gekendals Ada Lovelace (1815-1852), dochter van de illustere Lord Byron,werd twee jaar geleden door computerwetenschappers eningenieurs in het algemeen uitbundig gevierd. Lady Lovelacewordt een van de vroegste ontwerpen van een mechanischecomputer toegeschreven, evenals het schrijven van het eerstecomputer programma. Hoewel het wiskundige talent van dejonge vrouw al vroeg werd opgemerkt door haar eigen moederen later door vertaalster Mary Somerville, had Ada geen formelehogere opleiding genoten. Vrouwen werden in de eerste helftvan de 19e eeuw zeer zelden toegelaten tot academischeopleidingen en instellingen, hoewel vrouwelijke wetenschappersal honderden jaren actief waren. Een geschiedenis van vrouwenin de weten schappen vertaalt zich daarom ook al snel in eengeschiedenis van opleidingen en instituten en de rol dievrouwelijke weten schappers hier al dan niet werdentoegelaten te spelen.

De eerste vrouw die met zekerheid vermeld kan worden metbijdragen aan de wiskunde en fysica is Hypatia van Alexandrië(355-415). Hypatia was de dochter van Theon van Alexandrië,filosoof en wiskundige aan het Mouseion, een van de grootstewetenschappelijke instellingen van de Oudheid. Al in haarkindertijd werd Hypatia onderwezen door haar vader in debasisprincipes van de filosofie, die toen nog werd geacht allewetenschappelijke disciplines te omvatten. De jonge filosofebleek al snel het wiskundig talent van haar vader te hebbengeërfd en kreeg een leerstoel toegewezen in de Platoonsefilosofie aan het Mouseion. Haar werk concentreerde zichrond geometrie en astronomie. Hypatia was geen lang levenbeschoren. In 415, een tijd van onlusten tussen christenen,joden en andersgelovigen, werd de dan 60-jarige filosofe opstraat gesleurd en gedood door fanatieke christenen, mogelijkomwille van haar ‘heidense’ geloof of omwille van haarpolitieke affiliaties.

Het begin van de middeleeuwen, ook wel de ‘Dark Ages’genoemd, wordt vaak gezien als de start van een periode van onwetendheid en een tijdelijk in de vergetelheid raken van de exacte wetenschappen. De rol van kloosters alslichtpunten in deze duisternis mag echter niet vergeten worden.De Kerk beleefde het hoogtepunt van haar macht en kloosterswerden centra van wetenschap en onderwijs. Vrouwen dieintraden in deze gemeenschappen, konden en mochten zichwijden aan de studie van allerlei wetenschappen en damesals Hildegard von Bingen verwierven faam als auteurs vanboeken over onderwerpen als geneeskunde en kosmologie.Naarmate de middeleeuwen echter vorderden, ging deopkomst van universiteiten in de 12e tot de 15e eeuwgepaard met een daling in mogelijkheden voor vrouwen omwetenschappen te studeren. Kloosters vormden niet langerde geijkte instituten voor studie en vrouwen mochten niettoetreden tot de jonge universiteiten. Enkele jonge vrouwenslaagden er per uitzondering toch in om toegelaten te wordentot academische instituten, vooral in Italië. Waarom adellijkedames in de wetenschappen in Italië dan weer wel geaccepteerdwerden is onduidelijk. Niet alleen universiteiten werden opgerichttijdens de late middeleeuwen, ook Academies van de Wetenschapverschenen over heel Europa, bijvoorbeeld de Royal Societyin Londen. Vrouwen buiten Italië zouden pas tot deze institutenverkozen worden vanaf het midden van de 20e eeuw. De Italiaanse Academies lieten dan weer sporadischverdienstelijke buitenlandse dames als lid toe.

De wetenschappelijke doorbraken in de 17e en 18e eeuw zorgdenervoor dat wetenschap modieus werd. Dames uit de hogereklassen werden aangemoedigd om zich hierin te verdiepen.Een nieuwe piste via dewelke vrouwen wetenschappenbestudeerden en bijdragen leverden waren de Franse salons.Dames van adel nodigden wetenschappers uit om over allerlei

Augusta Ada Byron King Hypatia van Alexandrië

Page 23: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

appen: een kleine geschiedenis

23

disciplines te komen sprekenop maandelijkse bijeen -komsten, in parallel met debeter gekende literaire salons.Populariserende boeken voorvrouwen over wetenschapbleken een gat in de markt,getuige de populariteit vande ‘Description of a NewWorld, called the BlazingWorld’ van MargaretCavendish (1623-1673),hertogin van Newcastle. Het boek, geschreven inromanvorm, vormt eenintroductie tot ‘naturalphilosophy’. Adellijke vrouwenschreven niet alleen populari -s erende werken, dames als

Emilie du Châtelet (1706-1749) leverden funda men telebijdragen aan de voortgang van wetenschappelijke kennis.Markiezin du Châtelet verwierf niet alleen faam als de maîtressevan Voltaire, maar ook als fervent aanhanger van Newton envertaalster van diens ‘Principia Mathematica’, nog steeds deFranse standaardvertaling van dit werk. Haar eigen boek, de ‘Institutions de physique’, zorgde voor een brede verspreidingvan de theorieën van Newton en Leibniz in Frankrijk. Terwijlvrouwen in Frankrijk participeerden aan de exacte weten -schappen door salons en theoretisch werk, waren Duitsevrouwelijke wetenschappers vooral bezig met de praktischetoepassing van wetenschappelijke principes. In Duitslandwaren niet de adellijke dames actief, maar de dochters enechtgenotes van ambachtslieden. De vrouwen kwamen in deambachten terecht via het eeuwenoude leer meester schap enwerden vaak al van jongs af aan onderwezen in het ambachtvan hun vader. Maria Winkelmann (1670-1720) bijvoorbeeldassisteerde haar echtgenoot bij zijn astrologisch onderzoeken werd de eerste vrouw die een komeet ontdekte. Mariaontwikkelde een kalender voor het Pruisisch hof, maar werdnooit toegelaten tot de Academie van Berlijn, herhaaldelijkeverzoeken ten spijt.

De aanwezigheid van enkele vrouwen aan Italiaanse universiteitenbleef verder duren tijdens de 17e en 18e eeuw, waaronderLaura Bassi (1711-1788) waarschijnlijk de bekendste is. Ze ontving haar doctoraat in de filosofie (die nog steeds nietformeel gescheiden was van de wiskunde) aan de universiteitvan Bologna in 1733 en werd snel daarna benoemd totprofessor in de fysica aan dezelfde instelling. Door haarbijdragen aan de mechanica werd ze toegelaten tot deAcademie van de Wetenschappen van Bologna.

De snelgroeiende en vertakkende wetenschappen haddenook nadelen voor vrouwen. Gepaard met de vooruitgang in

de kennis van anatomie en fysiologie werd vanaf de late 17eeeuw de discussie of mannen en vrouwen gelijke intellectuelecapaciteiten hadden steeds luider. De notie dat het vrouwelijkelichaam zich simpelweg niet leende tot de ‘harde’ en ‘mannelijke’wetenschappen won aan kracht. Vrouwen werden geleidelijkgeweerd uit het wetenschappelijk veld, tot zelfs de popularise -rende werken toe. Een van de weinige gebieden waar vrouwennog steeds bijdragen konden leveren, was dat van de botanie,dat als een geschikte bezigheid voor dames werd gezien. In de19e eeuw keerde het tij van de geschiedenis opnieuw en naar -mate vrouwenrechten en zelfs het stemrecht voor vrouwen ter sprake kwam, kwam de discussie rond de toetreding vanvrouwen tot universiteiten opnieuw naar boven. De universiteitenvan Cambridge en Oxford lieten geleidelijk vrouwen toe toteen aantal cursussen en examens in respec tievelijk de jaren1870 en 1880, maar weigerden nog steeds een diploma teverstrekken aan vrouwelijke studenten. De Universiteit vanLonden kende echter al in 1878 de eerste volle graad toe aaneen vrouwelijke student. Tot ongeveer 1915 werden apartelaboratoria voorzien voor vrouwen aan universi teiten. De VerenigdeStaten, mede dankzij een grote nood aan technisch geschooldemannen én vrouwen, waren ondertussen in een stroom -versnelling van vrouwelijke emancipatie terecht gekomen en in1885 werd Charlotte Angas Scott aan Bryn Mawr het eerstevrouwelijke hoofd van het universitair wiskundig departement.

Vrouwen zijn de laatste millennia afwisselend openlijk en latentaanwezig geweest in de wetenschappen. De maatschappelijkeomstandigheden en heersende ideeën over vrouwelijkecapaciteiten sloten of openden wetenschap, afhankelijk vande heersende mode en theorie. Het einde van de 19e eeuwbetekende een definitieve breuk met het verleden, toenvrouwen schoorvoetend werden toegelaten tot de bastionsvan wetenschappen in het Westen, de universiteiten.Vrouwelijke bijdragen aan academische projecten werdenechter niet altijd even gewaardeerd tot in de late jaren 60 van de vorige eeuw (of zelfs nog later). Hoewel vrouwelijkewetenschappers nog niet lang erkend worden als even -waardig aan hun mannelijke tegen hangers, is er geen twijfelover hun actieve participatie door de eeuwen heen.

Valérie Wyns

Emilie du Châtelet

Meer lezen:

Abir-Am, P., Outram, D. (eds.), Uneasy careers and intimate lives:women in science 1789-1979, New Brunswick, 1987

Labalme, P. (ed.), Beyond their sex: learned women of the European past, New York, 1984

Schiebinger, L., The mind has no sex? Women in the origins of modern science, Londen, 1989

Watts, R., Women in science: a social and cultural history, New York, 2007

Page 24: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

24

Sven, afstuderend masterstudentwerktuigkunde

‘Ik ben aan mijn laatste jaar werktuigkunde bezig. Daarom is hetheel belangrijk om hier naartoe te komen. Er zijn veel bedrijvenaanwezig en op die manier krijg je meteen een idee van hoe dearbeidsmarkt eruitziet.’

Dus je bent hier echt om een job te zoeken?

‘Eigenlijk vooral om uit te zoeken bij wat voor soort bedrijven ikwil gaan solliciteren dit semester. Dus eigenlijk om mij te informeren.’

Hoe is je indruk tot nu toe?

‘Zeer goed, ik heb op voorhand al af en toe aan een etentje metenkele bedrijven deelgenomen. Dan leer je ze nog beter kennen danhier, maar de JobFair is wel zeer goed om een ruim beeld te krijgen.’

En waarom denk je dat de JobFair zo’n succes is?

‘140 bedrijven, dat zegt genoeg … en je kunt vragen stellen overalles wat je wilt weten. Persoonlijk denk ik dat je een bedrijf nogbeter leert kennen op recepties en etentjes die ook vanuit VTK-Bedrijvenrelaties worden aangekondigd, maar het is wel goedom een overzicht te krijgen van het geheel.’

Katrien, afstuderend master studentburgerlijk ingenieur-architect

‘Ik volg de optie architectuurontwerp en studeer binnenkort af alsburgerlijk ingenieur-architect. Ik ben eigenlijk naar hier gekomenomdat de logische stap na mijn studies stage lopen is of gaan

werken in een architectenbureau. Ik weet echter nog niet of datecht is wat ik wil. Ik ben breder geïnteresseerd dan alleen maararchitectuur, dus ik kom hier de andere mogelijkheden verkennen.’

Wat vind je tot nu toe van de JobFair?

‘Voor mijn diploma zijn het vooral de aannemersbedrijven die hieraanwezig zijn, maar ik heb ook al bedrijven met 3D-printing endergelijke gezien. Op voorhand had ik er niet bij stilgestaan dater ook bedrijven uit die sectoren aanwezig zouden zijn. En dat isecht wel iets dat mij ook interesseert, dus ik ben aangenaam verrast(lacht). Ik had verwacht dat de JobFair sterk op de burgerlijkingenieurs gericht zou zijn. Dat is ook wat veel studiegenoten megezegd hadden. Ik heb uiteindelijk besloten om toch eens eenkijkje te komen nemen. Ik heb het gevoel dat ik overal welterecht kan en dat er echt ook wel opties zijn voor ons.’

Wat denk je dat aan de basis ligt van het succes achter de JobFair?

‘Ik denk vooral het feit dat het zo divers is, dat hier zoveel verschil -lende bedrijven aanwezig zijn. Je kunt vanuit elke specialisatierichtinghier terecht, zolang het maar met ingenieurswetenschappen temaken heeft. En je komt meteen in contact met bedrijven waarje anders niet de kans toe hebt. Ik denk dat dat een zeer grootvoordeel is.’

Sam, masterstudent bio-ingenieurs wetenschappen

Ik volg nu een tweede master: agro- and ecosystems engineeringen ben naar hier gekomen om een job te vinden. Ik vind het echtleuk dat hier veel internationale bedrijven zijn, want ik hoop ominternationaal te kunnen doorgroeien.’

Vrijdag 24 februari 2017 vond nogmaals een prachteditie van de VTK JobFair plaats in de Brabanthal in Leuven. De laatste jaren is deze jobfair zo gegroeid dat het aantal deel -nemende bedrijven een halt moet worden toegeroepen. We spraken enkele studenten enbedrijven aan, op zoek naar het geheim van het grote succes.

Getuigenissen van de VTK

Page 25: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

25

Hoe ben je hier eigenlijk terechtgekomen als bio-ingenieur?

Er is veel reclame gemaakt voor de JobFair. Ik ben eens op dewebsite gaan kijken waardoor ik merkte dat hier redelijk veelbedrijven zijn waar ik als bio-ingenieur in geïnteresseerd ben. En toen heb ik mij logischerwijs ingeschreven.

Waarom denk je dat de JobFair zo’n succes kent?

‘Ik vind dat er hier een mooi arsenaal aan bedrijven is samen -gebracht en ja, het is een grote beurs, groter dan die van debio-ingenieurs alleszins.’

En wat zijn tot nu toe jouw bevindingen?

‘Goed, mooi, vlot, allemaal positief eigenlijk.’

Thomas, alumnus, werkt bijTactical Advisory Group

‘Ik ben vorig jaar afgestudeerd als burgerlijk ingenieur en werksinds zes maanden bij Tactical Advisory Group.’

Wat vind je tot nu toe van de JobFair?

‘Ik ben nog maar net aangekomen, maar het is hier altijdaangenaam. Het is de ideale gelegenheid om je netwerk uit tebreiden, mensen te leren kennen. De beurs is trouwens zeergoed georganiseerd’.

Wat ligt volgens jou aan de basis van het succes achter de JobFair?

‘Ik denk gewoon het gegeven: zoveel verschillende bedrijven enzoveel studenten samen op één plaats. Vorig jaar stond ik aande andere kant en was ik blij dat ik op één plaats zoveel bedrijvenleerde kennen. Volgens mij is het een gemiste kans als je hierniet naartoe komt.’

Tot slot hebben we nog eenlaatste interview met Lukas De Backer, preses van VTK enmasterstudent ingenieur-architect.

In welke mate ben je als preses betrokken bij de organisatievan de JobFair?

‘Met de specifieke organisatie van de JobFair heb ik zelf niet zoveel te maken. Bedrijvenrelaties doet dat fantastisch. Uiteindelijkben je als preses vooral een boegbeeld van je kring. Zo weet ik welwat hier allemaal gaande is en help ik vooral door aanwezigen,bv. de decaan, te woord te staan. Er zijn ook altijd bedrijven diespecifiek naar mij vragen. Ze willen een praatje slaan met de

voorzitter van VTK. Meestal geven ze complimenten die ikgewoon doorspeel naar Bedrijvenrelaties.’

De JobFair is in de eerste plaats gericht op burgies, hoe staje daar zelf als archie tegenover?

‘Dat is natuurlijk een beetje spijtig, maar dat ligt gewoon aan demarkt. Als archie geïnteresseerd in stedenbouw en architectuur -ontwerp kun je hier weinig doen omdat die ontwerpbureausanders werken. Zij zijn niet op zoek naar een massa mensen. Ze selecteren zeer specifiek en dat gebeurt meestal op basisvan portfolio’s, ontwerpwedstrijden en stages. Als archiegeïnteresseerd in werven, bouwen, aannemen en vastgoed kom je hier zeker aan je trekken.’

Wat vind je van de JobFair 2017?

‘Ik denk dat het een groot succes is en dat we bijna aan de limiet zitten van ons kunnen. Een aantal details is voorverbetering vatbaar, maar de volgende jaren kunnen we dezemanier van werken wel aanhouden.

Het is prachtig, ik vind dit altijd een van de tofste evenementendie we organiseren, echt iets om trots op te zijn’.

Ben FidlersLeen Van Houdt

JobFair

Studenten en bedrijven zijn het erover eens:de JobFair is een uniek event omdat er zoveeldiverse bedrijven samengebracht worden.Het is en blijft een ideale plaats om contactte leggen met de bedrijfswereld en om tenetwerken.

Page 26: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

26

Naar jaarlijkse traditie organiseerde Existenz, de studentenorganisatie van de masterstudenten burgerlijk ingenieur-architect van de eerste fase, in maart haar Existenzweek op een locatie ‘in verandering’. Van 19 tot 23 maart 2017 veroverden zij de oude stelplaatsen van De Lijn. Tot enkelemaanden geleden werden de gebouwen gebruikt om de autobussen te wassen, te verven of te herstellen.In afwachting van een nieuwe bestemming voor de locatie toverde Existenz haar om tot een place-to-be voor studeren, ontwerpen, pauzeren met workshops (van beton over decopatch, 3D-printen tot tango), optredens, lezingen en radio-uitzendingen. Onze burgerlijk ingenieur- architecten zijn vanalle markten thuis.

Existenz neemt het oude hart van De Lijn in Leuven in

Page 27: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

27

Zou jij slagen voor de ijkingstoets?

Sinds juli 2013 organiseert de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven samenmet andere Vlaamse faculteiten en universiteiten twee keer per jaar in de zomer een ijkingstoets.De toets stelt schoolverlaters in staat om hun wiskundekennis te testen zodat zij beter kunneninschatten hoe zij aan de studie tot burgerlijk ingenieur beginnen: goed voorbereid of met nogwat extra inspanning. Dit jaar wordt de ijkingstoets op 5 juli en 18 september 2017 afgenomen.Inschrijven kan via www.ijkingstoets.be. Hoe zou jij het ervan afbrengen op de ijkingstoets?Dat kun je testen met deze twee vragen uit de ijkingstoets van september 2016.

De oplossingen vind je op www.ijkingstoets.be – klik op ir bij ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur)KU Leuven, en dan op ‘voorbeelden ijkingstoetsvragen’. Succes!

Page 28: infodag 2017 goede rapporten en mooie vooruitzichten · 2018. 4. 15. · we een kersverse onderzoeker zeggen op de afsluitende receptie. Drank en toekomst zijn duidelijk zekerheden

Infodag 2017Op zaterdag 18 maart 2017 ontvingen we meer dan 400scholieren en bijna 600 ouders op de jaarlijkse infodag opCampus Arenberg. Ze konden kiezen uit een gevarieerdprogramma: infosessies over de opleiding tot burgerlijk ingenieurof burgerlijk ingenieur-architect, infomarkten met demo’s overde verschillende opleidingen, informatie over de ijkingstoets,de studies, de studentendiensten en studie begeleiding, het studentenleven, … bezoek aan de ontwerp ateliers van deburgerlijk ingenieur-architect opleiding, aan de departementenChemische Ingenieurstechnieken,

Elektrotechniek, Materiaalkunde en Werktuigkunde, aan imecen aan FabLab.

We hopen de jongeren terug te zien bij de ijkingstoets op 5 juliof 18 september 2017 of zeker volgend academiejaar.

Meer info en foto’s vind je ophttp://eng.kuleuven.be/toekomstigestudenten/infodag-

ingenieurswetenschappen-18-maart-2017Nog vragen of suggesties? Mail gerust [email protected]

of [email protected]’s ©Judith Van Puyvelde

COLOFON

‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurs -weten schappen en Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkersvan de faculteit, alumni en studenten.

‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.

verantwoordelijke uitgever:

Michiel Steyaert

redactie:

Isabelle Benoit, Adhemar Bultheel,Annemie Caproens, Jelle De Borger,Elke Kalokerinos, Sigrid Maene,Liliane Pintelon, Patrick Pype,Gert Sablon, Michiel Steyaert,Hendrik Van Brussel, Yvan Verbakel,Yves Willems, VTK-Communicatie

redactieadres:

GeniaaLFaculteit IngenieurswetenschappenJelle De BorgerKasteelpark Arenberg 1 bus 22003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 89fax + 32 16 32 19 [email protected]

drukwerk:

Van der Poorten NVDiestsesteenweg 6243010 KESSEL-LOtel. + 32 16 35 91 50