Infobesitas 2012 - 01

7
VOORTBORDUREN OP DE ZORGSTANDAARD.............. EMOTIONEEL ETEN; LETTERLIJK EEN GROEIEND PROBLEEM...... PRIVACY IN DE APOTHEEK VAAK VER TE ZOEKEN....... OBESE EN WAT WE ERVAN VONDEN........................................ DE WAARDE VAN DIëTEN.............................................. BEWEGEN; VLIEGWIEL VOOR GEZONDER LEVEN.................... INFOBESITAS 25ste jaargang / nr. 1, 2012 In balans met jezelf en je overgewicht

description

De Infobesitas is een uitgave van de Obestas Vereniging en verschijnt vier maal per jaar.

Transcript of Infobesitas 2012 - 01

Page 1: Infobesitas 2012 - 01

Voortborduren op de zorgstandaard..............EmotionEEl EtEn; lEttErlijk EEn groEiEnd problEEm......priVacy in de apotheek Vaak Ver te zoeken.......obEsE En wat wE Ervan vondEn........................................de waarde Van diëten..............................................bEwEgEn; vliEgwiEl voor gEzondEr lEvEn....................

inFobEsitas25ste jaargang / nr. 1, 2012

in balans met jezelf en je overgewicht

Page 2: Infobesitas 2012 - 01

Belangenbehartiging

gEwicht in dE strijd gooiEnVoortbordurend op de zorgstandaard obesitas

Waarom is emancipatie van mensen met overgeWicht nodig?

onderZoeK Binnen de oBesitas vereniginghet pon heeft in novemBer 2011 de Zorgstandaard oBesitas (Zo) uitgeBracht. hiermee is een BelangrijKe stap geZet in de Zorg-ontWiKKelingen rondom oBesi-tas. daarna leeK het even stil te Worden. maar achter de schermen gaat het WerK geWoon door.

Wat doet het pon nu?in 2011 hebben we onze activitei-ten met behulp van een tweejarige subsidie van Vws kunnen voorzet-ten. in deze periode stonden een tweetal projecten centraal, name-lijk de ontwikkeling van een ‘gene-rieke zorgmodule voeding’ en het ontwikkelen van kwaliteitsindica-toren voor obesitas zorgverlening. • de zorgmodule voeding gaat

onderdeel uitmaken van meerdere zorgstandaarden waarbij voedingszorg onderdeel uitmaakt van de behandeling, inclusief adviezen voor goede voeding voor mensen die (nog) niet ziek zijn.

• de kwaliteitsindicatoren van de zorgstandaard obesitas moeten helpen om de kwaliteit van zorg in kaart te brengen én meet-baar te maken. daarmee kan, waar nodig, de zorg worden bijgestuurd.

op de pon-website staat het be-leidsplan 2011-2012 waarin je alles kunt nalezen. de obesitas Vereni-ging is een partnerorganisatie van het pon met Mieke van spanje als contactpersoon binnen het bestuur. Lizette hemmen vertegenwoordigt momenteel de vereniging bij de werkgroep over de kwaliteitsindi-catoren. inbreng van de ervarings-deskundigheid van de vereniging is daarmee geborgd.

KinderoBesitaswaar we ook druk mee zijn is de verdere uitwerking van zorg voor kinderen met ernstige obesitas. we willen daarvoor de aanbevelingen uit de cbo-richtlijn obesitas en de zorgstandaard doorontwikke-len naar een zorgprogramma voor ernstige kinderobesitas. dit zorg-programma moet vooral praktisch bruikbaar worden. hiervoor werkt het pon ook nauw samen met het programma ‘Jongeren op gezond gewicht’, onderdeel van het con-venant gezond gewicht. hierin staat op lokaal niveau de preventie van overgewicht en obesitas bij kinderen centraal.

samenWerKing voor Betere multi-disciplinaire Zorgop maandag 14 november, wereld diabetes dag, hebben de neder-landse diabetes Federatie (ndF), het platform Vitale Vaten en het pon een convenant gesloten en aangeboden aan arnold Moer-kamp, de directeur van het nieuwe kwaliteitsinstituut. het gaat om een inhoudelijke samenwerking. door de bundeling van krachten wordt voor circa vier miljoen mensen multidisciplinaire zorg beter en efficiënter ingericht. een belangrijk startpunt hierbij is afstemming van de inhoud en de implementatie

van de zorgstandaarden van de drie samenwerkende organisaties. op de pon-website is het volledige persbericht te vinden.

de plannen voor 2012naast de gezamenlijke activiteiten die het pon met de ndF en het platform Vitale Vaten gaat opstar-ten en uitvoeren, zullen in 2012 beide bovengenoemde projecten worden afgerond. Met de partner-organisaties gaan we in gesprek over de vormgeving en organisatie van de toekomstige activiteiten van het pon. dat wordt nog een hele uitdaging omdat eind 2012 de projectsubsidie vanuit Vws afloopt. gezien het belang van goede zorg voor leefstijl gerela-teerde aandoeningen hopen we nieuwe subsidiebronnen aan te kunnen boren. we gaan er in ieder geval ons best voor doen.

om zoveel mogelijk informatie te verzamelen gaat Janneke, naast literatuurstudie en gesprekken met deskundigen, in gesprek met een aantal leden van de vereniging. de oproep in de nieuwsbrief van oktober leverde een aantal spon-tane reacties op. Vier kandidaten uit alle hoeken van het land zijn bereid tot een uitgebreid gesprek. aan bod komen de dagelijkse ervaringen van dikke mensen.

Janneke is 26 jaar en zelf obees. aanvankelijk was dat voor haar een reden om juist niet met dit onderwerp aan de slag te gaan “ik wilde de schijnwerper niet

op mezelf richten”. tijdens een presentatie over stigmatisering bij overheidsbeleid merkte ze dat zelfs binnen haar eigen vakgebied de kennis over obesitas tekort schiet. Vooroordelen en aannames spelen op alle niveau’s. ook bij mensen met een goede opleiding die eigen-lijk over voldoende kennis zouden kunnen beschikken om een genu-anceerder oordeel te hebben. daar-door veranderde ze van mening en is ze bewust op zoek gegaan naar een opdracht waarin beeldvorming

over obesitas een rol speelt. “Mijn eerste kennismaking met de vereniging was via de website”, vertelt ze. “ik merkte dat er wordt gewerkt aan vernieuwing en ver-andering. het is een uitdaging om met dit onderzoek daaraan bij te dragen. samen met de voorzitter en de penningmeester van de obesitas vereniging heb ik de opdracht uit-gewerkt. emancipatie van obesitas richt zich, wat mij betreft, op ver-betering van de maatschappelijke positie van mensen met obesitas”.

tijdens de interviews zal ze horen wat dikke mensen daarbij zoal tegenkomen. “overigens moet

niet alleen de maatschappij veran-deren. ook de dikke mensen zelf moeten hun verantwoordelijkheid nemen”. aan het eind van het gesprek zegt ze. “obesitas is eigenlijk een heel verkeerde naam. het betekent letterlijk teveel eten, volproppen. Maar ja, het is heel moeilijk om dat nu nog te veranderen. geluk-kig zijn er maar weinig mensen die de moeite nemen deze letter-lijke betekenis op te zoeken.

iets toe te voegen aan het onderzoek van Janneke? reageer telefonisch (06-20961389) of via e-mail naar [email protected]

* humanistiek = een brede menswetenschap, die zich richt op vragen over levensbeschouwing, zingeving en de inrichting van de samenleving.

6

Info

besi

tas

- 1/

2012

7

Infobesitas - 1/2012

Door: Hanneke Noordam, Projectleider kwaliteit en

communicatie PON en de Infobesitas redactie

Door: de Infobesitas Redactie

De missie van het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) is het bevorderen van goede zorg voor volwassenen en kinderen

Iedereen die wat zwaarder is kent de problemen die samenhangen met overgewicht. Werkgevers geven bij gelijke geschiktheid de voorkeur aan

met obesitas. Naast goede zorg, is ook preventie een belangrijk aandachtspunt. Meer informatie? www.partnerschapovergewicht.nl.

slankere medewerkers. De huisarts neemt bepaalde klachten minder serieus en elke dag loop je de kans te worden geconfronteerd met aannames

en vooroordelen. Emancipatie is nodig. Maar hoe doe je dat?

Op de foto medewerkers van het PON, (v.l.n.r) Hanneke Noordam, Sanne Niemer, Jutka Halberstadt en Jaap Seidell

Janneke van den Brand

op dit moment is janneke van den Brand, student humanistiek, bezig met onderzoek binnen onze vereniging. met de gegevens uit haar onderzoek hopen we een adequaat antwoord te krijgen op de hierboven gestelde vraag.

“ Dikke mensen moeten ook zelf hun verantwoordelijkheid nemen”

Page 3: Infobesitas 2012 - 01

8 9

Info

besi

tas

- 1/

2012

Infobesitas - 1/2012

ArtikelArtikel

Een telefonisch interview met dr. Tatjana van Strien

Door Annemarie van Haaren

emotioneel eten; letterlijK een groeiend proBleem

tijdens haar promotieonderZoeK verBeterde tatjana van strien een tot dan toe geBruiKte vragenlijst voor een Beter onderscheid in eetgedrag, lijnen, het misluKKen van lijnen en het risico op de ont-WiKKeling van een eetstoornis. nu, 25 jaar later, vieren tatjana én de nederlandse vragenlijst voor eetgedrag (nve) een juBileum. een mooie gelegen-heid om in te gaan op de ontWiKKelingen die Zij in de voorBije KWart eeuW heeft geZien en voor de naBije toeKomst voorZiet.

succes verKlaardtatjana: “de vragenlijst is bedoeld als een instrument voor weten-schappelijk onderzoek. destijds zijn we uitgegaan van twee gang-bare theorieën over extern eten en emotioneel eten. Met de vragenlijst kun je een risico-inschatting maken voor verstoord eetgedrag. in de loop van 25 jaar onderzoek is aange-toond dat emotioneel (over)eten een steeds groter probleem wordt.”

comfort foodVolgens tatjana biedt emotioneel overeten een goede verklaring voor de snelle groei van het aantal mensen met (ernstig) overge-wicht. “teveel eten, als reactie op nare ervaringen en gevoelens zien we steeds vaker. emotioneel eten kan in veel gevallen worden teruggevoerd op de opvoeding. eten als troost, als beloning en als zoethoudertje. Veel mensen zullen zich daarin herkennen. we spreken niet voor niks van ‘comfort food’. goede hulp bij het herkennen en behandelen van verstoord eetgedrag komt niet van de diëtist maar van de psycholoog.”

emotioneel eten blijkt een wereld-wijd fenomeen. tatjana: “recente-lijk is onderzoek gedaan onder een groot aantal medewerkers van een bank. in het licht van de banken-crisis werd een duidelijk verband aangetoond tussen emotioneel eetgedrag en gewichtstoename. in andere landen worden vergelijkbare

resultaten gevonden. waar de na-tuurlijke reactie op stress resulteert in minder eetlust of helemaal niet kunnen eten, is het opmerkelijk dat we nu steeds vaker zien dat mensen onbehagen letterlijk ‘wegeten’.”

aanKomen met renteeen programma als obese (waar tatjana niet naar kijkt maar wel veel over heeft gehoord) draagt bepaald niet bij aan verbetering van de beeldvorming. “de sug-gestie wordt gewekt dat met goede voeding, voldoende beweging en een flinke portie wilskracht iedereen slank kan worden. dat levert heel wat ‘zie je wel’ reacties op. het programma besteedt nauwelijks

aandacht aan de emotionele kant van eten en dat is een gemiste kans. want het is veel moeilijker om de verloren kilo’s er de rest van je leven af te houden als je niet stil staat bij de redenen waarom je eet zoals je eet. in de praktijk komen de meeste lijners na korte of langere tijd met rente aan”. tatjana vreest dat het bij de deelnemers aan obese niet veel anders zal zijn.

de versnelling in de toename van het aantal mensen met ernstig overgewicht baart iedereen zorgen. toch resulteert dit nog te weinig in preventie. behandeling begint vaak pas als iemand al veel te dik is. de onderzoeksresultaten van tatjana

zouden een goede richtlijn kunnen zijn voor voorlichting en preven-tie en voor een snellere start met behandelingen op maat. een extra moeilijkheid is dat haar theorieën niet door iedereen worden gedeeld. tatjana: “er wordt door sommige collega’s beweerd dat emotioneel eten niet bestaat en dat individuen de verantwoordelijkheid voor hun dik zijn van zich afschuiven. Maar onze onderzoeken (van mij en van collega’s ) met hele grote aantallen patiënten en studenten hebben wel degelijk aangetoond dat obesitas en andere eetstoornissen met veel meer te maken hebben dan met wilskracht.”

eenZamer en Bangerde trend in emotioneel eten die zij in de afgelopen 25 jaar heeft zien groeien zet door. tatjana: “we leven in een ingewikkelde maatschappij. aan de ene kant is er sprake van

een grote prestatiedrang. aan de andere kant zien we dat de sociale cohesie (samenhang) afneemt en mensen steeds eenzamer en angstiger worden. Voor veel mensen bestaat het dagelijks leven uit steeds meer moeten en nauwelijks nog uit willen. de combinatie van carri-ère en gezin trekt een zware wissel op ouders wat resulteert in steeds meer scheidingen en kinderen die opgroeien in eenoudergezinnen. steeds vaker zijn buren geen vrien-den meer maar grote onbekenden. ouders en grootouders wonen ver weg. en elke dag worden we over-voerd met ellende en de gevolgen van de economische crisis die voor veel onrust en onzekerheid zorgt”.

een WereldWijde lijn-epidemienaast een wereldwijde obesitas epidemie ziet tatjana een bijna net zo gevaarlijke lijnepidemie die op steeds jongere leeftijd begint. daar zit volgens haar een belangrijk deel van het probleem. “kinderen zit-ten urenlang stil voor een beeld-scherm. ze bewegen steeds minder terwijl ze de hele dag toegang hebben tot een eindeloze stroom voedsel. Voor al deze kinderen ligt overgewicht op de loer. Maar dik zijn is nog steeds niet geaccepteerd en daarom beginnen kinderen steeds vroeger met lijnen. zij lopen een groot risico in een vicieuze cirkel terecht te komen omdat het natuurlijk evenwicht is verstoord. wat volgt is een leven lang lijnen, weer aankomen, lijnen…”

Korte termijn denKenterwijl alle signalen op rood staan doet de huidige overheid, onder

het mom van ‘eigen verantwoor-delijkheid’ aan korte-termijn-den-ken. “niet alleen het bezuinigen op allerlei vormen van hulpver-lening en beweegonderwijs maar ook het besluit om onderscheid te maken tussen lichamelijke en psychische aandoeningen is funest” zegt tatjana. Voor hulp bij psychische aandoeningen moet een veel hogere eigen bijdrage worden betaald. “erken dat de maatschappij erg ingewikkeld is geworden en dat niet iedereen die veelgeroemde ‘eigen verantwoordelijkheid’ aan kan. straks krijgt een hele gene-ratie de rekening voor dit beleid gepresenteerd.”

Vanwege het 25-jarig bestaan van de Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag is Tatjana van Strien regelmatig in het

nieuws. Zij houdt een warm pleidooi voor adequate hulp voor de groeiende groep zogeheten emotionele eters. In

haar boek ‘Afvallen op Maat’ staat zij uitgebreid stil bij de kenmerken van emotioneel (over)eten.

dr. tatjana van strien is universitair hoofddocent aan de radboud universiteit nijmegen. Zij is auteur van de nederlandse vragenlijst voor eet-gedrag (nve) die in vertaling over de hele wereld wordt gebruikt en waarvan onlangs ook een kind versie (nve-K) is verschenen.

“ Wie op goed geluk met lijnen begint loopt het risico uiteindelijk verder van huis te zijn.”

Page 4: Infobesitas 2012 - 01

12 13

Info

besi

tas

- 1/

2012

Infobesitas - 1/2012

Artikel

Door: Jolanda van der Lelie, coördinator modellenteam. Door: Mieke van Spanje

privacy in de apotheek

Sprekende mensen

tegenwoordig lijkt de apotheek meer op een winkel. je vindt er bijvoorbeeld zonnebrandcrèmes, verzorgingsproducten, vitamines en afslankproducten. al deze produc-ten liften mee op de status van de apotheek en krijgen daarmee, soms terecht, soms onterecht, een zweem van betrouwbaarheid mee. het zou goed zijn als ook apothekers het onderscheid tussen medicijnen en andere producten die vrij in de han-del zijn beter zouden benadrukken. nog afgezien van het feit dat je voor deze middelen in de apotheek vaak meer betaalt dan in een populaire drogisterijketen.

als het om medicatie gaat is er op dit moment maar één geneesmiddel voor obesitas. dit middel alli mag uitsluitend in de apotheek wor-den verkocht. het is niet op recept maar de apotheker hanteert wel een vragenlijst om te bepalen of het mag worden verstrekt. toch zijn er veel meer redenen voor mensen met obe-sitas om een apotheek te bezoeken. en dan blijken er nog veel zaken voor verbetering vatbaar.

Behoefte aan privacyzo is de mogelijkheid van privacy in apotheken vaak ver te zoeken terwijl een aantal producten hier wel om vra-gen. een afgeschermde ruimte waar je producten kunt afhalen zonder dat alle overige wachtenden meeluisteren en meekijken zou een goede zaak zijn. niet iedereen is hetzelfde maar veel mensen voelen zich minder op hun gemak als het gaat om advies over incontinentie-materialen, een ontluizingsmiddel, een crème tegen aambeien enzovoorts.

die ruimtes blijken er een aantal apo-theken wel te zijn maar meestal worden ze niet gebruikt. in een aantal gevallen zou het goed zijn als apothekers die mogelijkheid wat actiever zouden aanbieden in plaats van dat je er zelf om moet vragen. mijn ervaring is dat ik nooit op de mogelijkheid ben geat-tendeerd en, als ik er zelf al om vroeg, op weinig begrip mocht rekenen. Want apothekers lijken onder ‘privacy’ vooral het zorgvuldig omgaan met persoons-gegevens te verstaan. ook belangrijk, maar daarmee is de privacy lading bij lange na niet gedekt. apothekers mogen zich best wat meer inleven in

hun cliënten als het gaat om ‘gevoelige’ onderwerpen die je liever niet open en bloot wilt bespreken.

tijdens bovengenoemde bijeenkomst bleek dit een onderwerp wat al jaren speelt en waar weinig mee gedaan wordt. moeten cliënten dan maar zelf voor dit recht opkomen? de apothekers lijken te hangen tussen de status van professionele zorgverlener en winkelier. dit wordt steeds nadrukkelijker voel-baar. bijvoorbeeld in het verminderen van de openingstijden waardoor je voor een spoedrecept tijdens de avond of in het weekend eerst moet uitpuzzelen waar je de dienstdoende apotheek kunt vinden om vervolgens enorme afstan-den te overbruggen om er te komen.

mocht u er ook problemen mee hebben om, voor het oog en oor van alle andere wachtenden op de weegschaal te gaan staan of uw eetstoornis of incontinen-tieproblemen uit de doeken te doen, dan kan een subtiel verzoek om privacy misschien helpen.

Want sprekende mensen…….

sprekende Mensen ziJn te heLpen

In november 2010 presenteerde de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) een ‘Witboek

Farmacie’. In juni 2011 volgde een update. Centrale vraag daarbij was hoe betere samenwerking tussen patiëntenorganisaties en apothekers

tot kwaliteitsverbetering kan leiden. Genoeg ideeën, maar of er ook iets mee gedaan wordt?

het initiatief voor dit congres KWam van coBi rehaB, gespecia-liseerd in het ontWiKKelen van hulpmiddelen voor oBese mensen, met de Bedoeling een internatio-naal platform van desKundigen te creëren voor het ZieKteBeeld oBesitas. samen met ZWaartepuntzwaartepunt, een scholingsbureau waar het modellenteam van de obesitas vereniging intensief mee samenwerkt bij de scholing en training van werkers in de zorg, was uitgenodigd om een workshop te verzorgen. rianne Huijbregts zag het helemaal zitten om samen met mij deze workshop te gaan geven. niet zozeer om het gebruik van hulpmiddelen te tonen maar om te laten zien hoe je, uitgaande van het initiatief van de patiënt, beter kunt samenwerken. Voor alle niet-nederlandse deelnemers was het een eerste kennismaking met de uitgangs-punten van de Haptonomie. om te gaan staan bijvoorbeeld, wordt er niet aan de obese patiënt getrokken of geduwd maar wordt deze begeleid van zitten tot staan. dit gebeurt op een empathische wijze

waarbij de natuurlijke lichaamsbewe-gingen worden gevolgd. Voor de patiënt geeft deze aanpak een gevoel van zelfstandigheid. Je hebt zelf de regie in handen, pijnprikkels kun je hanteren en je bent zelf actief betrokken. Het is zoveel vriendelijker dan trekken en duwen. als model heb ik dit verschil al vaak mogen ervaren.

bij de workshop hoorde ook een oefe-ning met iedereen in de zaal. eerst werd de buurman geholpen om te gaan staan op de manier die men gewend was. Ver-volgens op de wijze waarbij het initiatief bij de patiënt ligt. iedereen kon zo zelf het verschil ervaren. Hetzelfde principe hebben we daarna toegepast om van lig tot zit te komen en om te rollen.

complimenten Het is ons blijkbaar goed gelukt de haptonomische begeleiding over te brengen. niet alleen na de workshop, maar ook de dag daarna werden we voortdurend gecomplimenteerd. Wie weet? misschien gaat onze manier van werken nu verder de wereld over! dat zou goed zijn voor alle partijen. in belgië

waren we al eens en ook daar zijn de contacten verder verbreed.

ervaringsdesKundigheid Weinig geBruiKtHet viel me op dat er verder weinig met de ervaringsdeskundigheid van obese mensen wordt gedaan. een patiën-tenvereniging zoals wij die hebben of iets wat daarop lijkt heb ik tijdens dit congres niet kunnen ontdekken. er is wel veel aandacht voor de bariatrische patiënt en er gebeurt veel op het gebied van onderzoek naar operaties, mogelijke tekorten en een leven lang supplemen-ten slikken.

Voor alle interessante sprekers die vernieuwende inzichten op verschillende terreinen hadden te melden verwijs ik naar: www.brc2011.com

Op 9 en 10 november jongstleden vond het Bariatric Rehabilitation Congress (BRC) 2011 plaats in Denemarken. Een internationaal congres waarin

Obesitas van alle kanten werd belicht. Naast sprekers uit tal van landen waren er fabrikanten die hun bedden, hulpmiddelen en toepassingen ter plekke

demonstreerden. Zwaartepunt verzorgde een workshop en Jolanda van der Lelie was erbij.

obees ModeL in kopenhagen

vroeger ging je naar de apotheeK voor een medicijn op recept van je arts of specialist. dat Werd Zorgvuldig voor je gemaaKt of in de juiste dosering en/of hoeveelheid voor je verpaKt. en daarBij Kreeg je desKundig advies over het geBruiK, de dosering en de BijWerKingen.

Zelf ooK de haptonomische aanpaK ervaren? Kom naar de ledenbijeenkomst op 31 maart voor het verhaal van de modellen, demonstraties en tips om het dagelijks leven met obesitas gemak-kelijker te maken

Page 5: Infobesitas 2012 - 01

24 25

Info

besi

tas

- 1/

2012

Infobesitas - 1/2012

Kinderhoek Kinderhoek

niEuws

voorbereidingen voor een zomer/themanummer kindErEn En ovErgEwicht

Het voornemen bestaat om hierover een speciale uitgave van de infobesitas samen te stellen. in dit themanummer willen we deskundigen en behandelcentra aan het woord laten. maar net zo belangrijk vinden we de ervaringsdeskundigheid van onze eigen leden. Heb je thuis of in je werk te maken met kinderen met overgewicht en ken je de problemen van dichtbij? ben je bereid bij te dragen aan de special. ook persoonlijke verhalen horen we graag. en als schrijven een probleem voor je is, dan doen wij dat voor je. met het verzamelde materiaal hopen we ook een goede basis te hebben voor een nieuwe folder ‘kinderen en overgewicht’. zo snijdt het mes aan twee kanten. mail naar [email protected].

vet

op 8 februari is in amsterdam het boek Vet gepresenteerd. een boek met verhalen van kinderen over obesitas; hoe kom je eraan en hoe kom je er vanaf.

Wie zijn deze kinderen? Wat vinden zij van zichzelf en hoe wordt er naar hen gekeken. Kan het ze lukken om af te vallen en welke hulp hebben ze daarbij nodig.

tekst: inger boxsem.Fotografie: Wout Jan balhuizen.isbn 978 90 215 502 7€ 21,95

uit de praktiJk

In elke infobesitas willen we aandacht besteden aan ouders en kinderen met problemen met overgewicht en obesitas. Het zijn praktijkvoorbeelden die we bewerken zodat ze wel herkenbaar maar niet traceerbaar zijn.

We hopen dat lezers zich in de voorbeelden herkennen en hierop willen reageren. Dat mag ook anoniem. Alda Haegens gaat voor ons de voorbeelden uit de praktijk verzamelen.

dit is het verhaal van ineKe, Bijna negen jaar. haar vader is overleden toen Ze vier jaar oud Was. ineKe heeft nog een oudere Broer. haar moeder heeft sinds tWee jaar een nieuWe partner die ooK Kinderen heeft. oma en opa passen vaaK op. ineKe en haar moeder Komen Bij mij voor advies en Begeleiding Wegens ernstig overgeWicht van ineKe. tijdens de eerste afspraaK Krijg iK nauWelijKs de Kans om met haar in gespreK te Komen. op elKe vraag die iK haar stel geeft haar moeder antWoord. ineKe Zit er stilletjes en teruggetroKKen Bij.

uit haar moeders verhaal komt het volgende beeld naar voren. thuis is er altijd koek en snoep in overvloed. niet alleen bij feestjes maar elke dag, als troost, afleiding of beloning. de maaltijden bij haar grootouders zijn overvloe-dig en de porties die voor de kinderen worden opgeschept zijn groot. eten laten staan is uit den boze. Het bord moet leeg.

de afgelopen twee jaar hebben moeder en doch-ter een diëtist bezocht maar dit heeft weinig resultaat gehad. Het is de diëtist blijkbaar niet gelukt een verandering in het eetgedrag te realiseren en ik wil erachter komen waar dit aan ligt. omdat het moeilijk blijft om met ineke in gesprek te komen besluit ik haar mee te nemen voor een wandeling. zonder tussenkomst van haar moeder of haar grootouders kan ineke haar eigen verhaal vertellen. de situatie thuis

met haar moeders nieuwe relatie zorgt voor spanning en ineke is niet opgewassen tegen de situatie waardoor ze blijft eten en snoepen. ze is blij met mijn tussenkomst en de mogelijkheid om vrij over de situatie thuis te praten. ik steun haar in haar voornemen om gezonder te gaan eten en meer te bewegen. ik beloof haar dit met haar moeder en grootouders te bespreken.

een goede zet blijkt de introductie van een werkboekje. daarin worden om te beginnen de afspraken vastgelegd die we met iedereen heb-ben gemaakt. deze afspraken geven ineke een steuntje in de rug en dragen bij aan het besef van haar moeder en grootouders dat het anders kan. in het werkboekje houden ineke en haar moeder bovendien bij hoe het gaat met eten en bewegen.

al na een aantal weken merk ik dat het beter gaat. de informatie in het werkboekje blijkt zeer verhelderend. ze zien resultaat en dat helpt om het aangepaste eten en bewegen vol te houden. sinds ze samen met het werkboekje aan de slag zijn gegaan, gaan ze ook anders met elkaar om. ineke krijgt nu de gelegenheid om haar verhaal te vertellen terwijl haar moeder luistert.

vraaggeen standaardWaarden voor vetverdeling Bij Kinderenvraag van fleur…Op de site van de Obesitas Vereniging schrijven

jullie een stukje over vetpercentage en vetverdeling. De waardes die erbij staan, zijn alleen van toepassing op volwassenen. Waarom zijn die waardes er niet voor kinderen?

… en antWoord van suZanneBeste Fleur,

Het vetpercentage geeft aan voor hoeveel procent het lichaam uit vet bestaat. Kinderen zijn nog in de groei en kunnen bij dezelfde leeftijd heel verschillend zijn in lengte en gewicht. Om te bepalen of een kind een gezond gewicht of overgewicht heeft, is het daarom belangrijk over een langere periode te kijken naar de verhouding tussen lengte en gewicht.

Voor volwassen zijn voor bepaalde leeftijdsgroepen streefwaarden opgesteld. Bij kinderen kan dit niet. Ze hebben regelmatig een groeispurt waardoor de verhouding tussen lengte en gewicht per leeftijd en per kind sterk kan wisselen. Daarom kijken wij als diëtist naar elk kind apart.”

Ik hoop je vraag zo goed beantwoord te hebben.

Met vriendelijke groet,Suzanne van HeusdenDiëtiste en vrijwilliger van de Nederlandse Obesitas Vereniging

Door: Alda Haegens

armE kindErEn sportEn nog stEEds tE wEinig

Kinderen uit arme gezinnen sportten in 2010 meer dan in 2008, maar nog steeds te weinig. dat is een conclusie uit de sCp-publicatie ‘Kun-nen meer kinderen meedoen’? Het vorige kabinet stelde in 2008 en 2009 40 miljoen euro beschikbaar om meer arme kinderen te laten meedoen aan sport en cultu-rele activiteiten. in 2010 is de groep kinderen die niet deelneemt aan vrijetijdsactiviteiten wel kleiner geworden, maar het doel om deze groep te halveren is niet bereikt.

Van de kinderen uit arme gezinnen is het aantal kinderen uit bijstandsgezinnen dat niet meedoet het meest afgenomen, namelijk met 9 procent, van 66.000 in 2008 naar 61.000 in 2010. Het sCp meent dat het beleid effectiever kan door het meer te richten op specifieke groepen kinderen. Verder denkt het sCp dat ouders die zelf niet actief zijn, hun kinderen ook niet stimuleren.

Bron: Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)

sport

kijkgroEn wordt gEbruikErsgroEnKinderen Krijgen meer ruimte om te spelen

de gemeente zwolle heeft het initiatief genomen om op meer plaatsen aantrekkelijke speelplekken te creëren voor kinderen. uitgangspunt daarbij is dat een gezonde en aantrekkelijke buitenomge-ving uitnodigt tot spelen en bewegen. Het draagt bovendien bij aan verbetering van de sociale

contacten en de veiligheid in een buurt of wijk. Kijkgroen wordt gebruikersgroen, bijvoorbeeld in de vorm van een speelveld.

de inwoners van de wijk, niet alleen de ouders maar ook de kinderen, mogen met ideeën en wensen komen. in het ontwerp wat vervolgens wordt uitgewerkt worden zoveel mogelijk bruik-bare suggesties meegenomen.de gemeente zwolle heeft met het project ‘zwolle gezonde stad’ aansluiting gekozen bij Jogg (Jongeren op gezond gewicht). Jogg is een initiatief om gezond eten en meer bewegen

gemakkelijker en aantrekkelijker te maken. Jogg projecten worden inmiddels in een groei-end aantal gemeenten in nederland opgezet en uitgewerkt. dat blijkt nodig. Het aantal kinderen met overgewicht neemt niet alleen toe maar begint ook al op steeds jongere leeftijd.

zwolle gezonde stad is een samenwerking van gemeente zwolle, ggd iJsselland, icare, travers, sportservice zwolle, de brede scholen, Hogeschool Windesheim, onderzoekscentrum preventie overgewicht zwolle (opoz) en het zwolse bedrijfsleven.

opKomen voor jeZelf Kun je leren!

Page 6: Infobesitas 2012 - 01

27

Infobesitas - 1/2012

Door: Melissa Albers

diëten WerKen!uit mijn studie blijkt dat vrijwel alle diëten zorgen voor gewichtsverlies. daarbij zorgen maaltijdvervangers, vooral in de eerste weken, voor het beste resultaat. uit de studie blijkt ook dat, hoe hoger het gewichtsver-lies in de eerste weken is, hoe groter het gewichtsbehoud op lange termijn zal zijn. daarmee lijken maaltijdver-vangers effectiever dan een dieet. zij zorgen voor een hogere dieettrouw en meer gewichtsverlies. de samen-stelling van de maaltijdvervanger is daarbij van belang. maaltijdvervangers met hoge eiwitgehalten geven sneller en langer een ‘vol’ gevoel. Hierdoor eet je minder tijdens een maaltijd (als je slechts een deel van de maaltijden door maaltijdvervangers verruilt). ook blijkt dat maaltijden die veel eiwit bevatten meer verzadigend zijn dan maaltijden met weinig eiwit.

Zonder Begeleiding groot risico op jojo-enondanks succesvol lijnen blijkt gemid-deld 80% van de mensen die op dieet gaan, na het beëindigen van de dieet-kuur, terug te vallen. zij eindigen met hetzelfde of een hoger gewicht dan bij de start van hun afvalpoging. Het volgen van een dieet is daarmee geen structurele oplossing. Het is hooguit een middel om gewicht te verliezen; een ‘eerste stap’. gewichtsbehoud bereik je pas door ná het dieet je voe-dings- en leefpatroon permanent aan te passen. daarbij is het van belang persoonlijke wensen en mogelijkheden goed en verantwoord in te passen. zo vergroot je de kans om na de dieetkuur niet terug te vallen in oude gewoon-ten, maar om nieuwe gewoonten aan te leren en te behouden.

begeleiding door een diëtist, eventu-eel in combinatie met langdurige (ver-volg)therapie, kunnen je helpen deze overstap te maken. Het inschakelen van professionele hulp en het volgen van therapie blijkt de belangrijkste voorwaarde voor succesvol gewichts-behoud. een therapie kan bestaan uit ondersteuning van een diëtist, leefstijlcoach, arts maar ook uit hulp van een psycholoog.

WelK dieet is het Beste voor mij?een vraag die ik met deze opdracht graag had beantwoord. maar het ontwikkelen van een zogenaamde ‘labelling tool’ bleek niet het ideale middel om te bepalen wat het werke-lijke effect van een dieet is. Het is niet mogelijk om een soort van ‘gouden standaard’ te formuleren. daarvoor zijn de resultaten te zeer afhankelijk van het individu. naast verschil-len in sekse, leeftijd en etniciteit heeft iedereen een eigen (medische) geschiedenis, (genetische) aanleg en lichaamssamenstelling. daarnaast spelen ook de psychische gesteldheid en de omgeving een grote rol. al deze zaken zijn van invloed op het effect van een dieet of afvalmethode. dit maakt het vrijwel onmogelijk om een conclusie te trekken over effectiviteit en toepasbaarheid in het algemeen.

indelen in categorieën Kan Wel men kan diëten en afvalmethoden rangschikken door ze in categorieën te plaatsen (zoals laagvet- of hoog-eiwitdieet, zie tabel 1). ook uit de effectiviteit en de mate waarin een methode verantwoord is of niet, kan een theoretisch advies voortvloeien. door bijvoorbeeld te kijken naar het

risico op het jojo- of jojo-plus effect, de samenstelling (o.a. het eiwit-, vet- en vezelgehalte), energetische waarde, de duur van het dieet en het al dan niet aanwezig zijn van ondersteu-ning en aanvullende adviezen (tijdens en na het dieet) gericht op leefstijlver-anderingen. maar een uitkomst over de mate waarin een dieet verantwoord is, zegt nog niets over het uiteindelijke effect. en het zegt ook niet of een dieet bij iemand past. dat blijkt pas als het dieet wordt toegepast.

daarom kom ik tot de conclusie dat het beter is om een instrument te kiezen dat inzicht geeft in welk dieet geschikt is voor een bepaald individu (=tail-oring, oftewel maatwerk) in plaats van

de ontwikkeling van een instrument dat diëten beoordeelt (=labelling).

dieettrouW Wordt vergroot door een dieet dat Bij je pastzoals eerder vermeld, zorgt in principe elk dieet voor gewichtsverlies. Het sla-gen van een dieet staat direct in verband met de mate van dieettrouw (ook wel compliance genoemd). en de mate van compliance is sterk afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van het indi-vidu. Hoe beter het dieet aansluit op de mogelijkheden en wensen van iemand, hoe hoger de dieettrouw. deze bevin-dingen kunnen de basis zijn voor het opstellen van een zogenaamde tailoring tool; een instrument dat aan de hand van sekse, leeftijd, ras, bmi, medische

geschiedenis, comorbiditeit, lichamelijke beperkingen, persoonlijke voorkeuren, dieetgeschiedenis en medicatiegebruik kan bepalen welk dieet het best bij iemand past.

conclusiediëten en maaltijdvervangers werken echt, maar afvallen is maatwerk. Wat voor de één werkt, blijkt bij een ander niet te werken. Het is de taak van profes-sionals om de consument een zo passend mogelijk advies te geven over een dieet of afvalmethode. de ontwikkeling en to-epassing van een tailoring tool kan daar-bij van grote waarde zijn. zelf ‘dokteren’ door het uitproberen van verschillende diëten is niet verstandig. Het leidt vaak tot tijdelijke of tegenvallende resultaten. de teleurstelling daarover werkt terugval in oude gewoonten in de hand. Hulp bij het vinden van een passende afval-methode en professionele ondersteuning tijdens en na de afvalperiode helpen bij het handhaven van het nieuwe gewicht. dit zijn de succesfactoren voor gewichts-behoud na gewichtsverlies.

ranKing the diet?de Waarde Van diëten biJ obesitas

Melissa Albers, studente diëtetiek compact aan de Haagse Hogeschool voerde de afstudeeropdracht ‘Ranking the diet’ uit. De gegevens uit dit artikel

zijn afkomstig uit haar onderzoek getiteld, ‘De waarde van diëten bij obesitas; kunnen diëten zorgen voor gezond en duurzaam gewichtsverlies?’

sonja BaKKer, doKter franK, montignac, soep, sap en atKins. er Zijn tal van diëten en afvalmethoden die de consument van alles Beloven. maar Wat Zijn de eigenschappen van deZe diëten en Wat doen Ze? is het mogelijK om een instrument te ontWiKKelen Waarmee je Kunt nagaan hoe verschillende diëten WerKen, ZoWel op de Korte als de lange termijn? en Kun je met dat instrument mensen helpen Bij de KeuZe voor een dieet dat Bij hem of haar past?

Naam dieet Calorieën per dag Overige kenmerken Voorbeelden

Energiebeperkt dieet

Minimaal 600 kcal minder dan huidige inname of de beperking in energetische waarde is gebaseerd op de persoonlijke energiebehoefte

Beperking in koolhydraten, vet en alcohol

Weight Watchers

Laagcalorisch dieet (LCD)

1000-1200 kcal (4,2-5,0 MJ) Dieet met maaltijdvervangers Shakes, repen en maaltijdvervangers van verschillende fabrikanten zoals Slimfast, Herbalife, Protislank, maar ook Sonja Bakker

Zeer laagcalorisch dieet (VLCD)

400-800 kcal (1,6-3,4 MJ) Op basis van maaltijdvervangers (hoog in eiwit, laag in koolhydraten en zeer laag in vet)

Modifast, Weight care, Prodimed, Cambridge

Laagvetdieet (LVD)

Alleen beperking in vetinname 10-25 en% vet Ornish, Zone

Hoogeiwit-, laag-koolhydraatdieet(HELKD)

Vaak <1600 kcal (6,7 MJ) 20 en% eiwit en < 40 gram koolhydraten

Dr. Frank, Atkins, Dukan, South Beach, Montignac

Overige diëten Energetische waarde niet bekend of met verschillende samenstellingen, aangepast op het individu

Hebben verschillende eigenschappen, afhangend van het dieet

Brooddieet, bloedgroepdieet

Afvalmethoden Energie-inname afhankelijk van de methode

Pillen, poeders, etc. die naast een bepaalde voeding worden gebruikt

Alli, Green coffee 800/1000, Obesimed, Bio HCG

Dieettrouw wordt vergroot door een dieet dat bij je pastZoals eerder vermeld, zorgt in principe elk dieet voor gewichtsverlies. Het slagen van een dieet staat direct in verband met de mate van dieettrouw (ook wel compliance genoemd). En de mate van compliance is sterk afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van het individu. Hoe beter het dieet aansluit op de mogelijkheden en wensen van iemand, hoe hoger de dieettrouw. Deze bevindingen kunnen de basis zijn voor het opstellen van een zogenaamde tailoring tool; een instrument dat aan de hand van sekse, leeftijd, ras, BMI, medische geschiedenis, comorbiditeit, lichamelijke beperkingen, persoonlijke voorkeuren, dieetgeschiedenis en medicatiegebruik kan bepalen welk dieet het best bij iemand past.

ConclusieDiëten en maaltijdvervangers werken echt, maar afvallen is maatwerk. Wat voor de één werkt, blijkt bij een ander niet te werken. Het is de taak van professionals om de consument een zo passend mogelijk advies te geven over een dieet of afvalmethode. De ontwikkeling en toepassing van een tailoring tool kan daarbij van grote waarde zijn. Zelf ‘dokteren’ door het uitproberen van verschillende diëten is niet verstandig. Het leidt vaak tot tijdelijke of tegenvallende resultaten. De teleurstelling daarover werkt terugval in oude gewoonten in de hand. Hulp bij het vinden van een passende afvalmethode en professionele ondersteuning tijdens en na de afvalperiode helpen bij het handhaven van het nieuwe gewicht. Dit zijn de succesfactoren voor gewichtsbehoud na gewichtsverlies.

Zowel de referenties als het volledige rapport kunnen worden opgevraagd bij de redactie via [email protected].

26

Info

besi

tas

- 1/

2012

‘ Hoe beter een dieet aansluit op de mogelijk heden en wensen van iemand; hoe hoger de dieettrouw.’

Page 7: Infobesitas 2012 - 01

32 33

Info

besi

tas

- 1/

2012

Infobesitas - 1/2012

Artikel

Veel mensen met overgewicht of obesi-tas krijgen te horen dat ze meer moeten bewegen om af te vallen.

Echter, veel mensen die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen val-len desondanks niet af. Ze komen soms zelfs aan.

Anderen komen gedesillusioneerd terug van de sportschool of het fitness centrum. Ondanks dat zij actief bewegen, lukt het niet om af te vallen.

Op 1 december vond in den Haag het NISB (Nederlands Instituut Sport en Bewegen) congres ‘Beweegkuur geeft vleugels’ plaats. Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport), Clemence Ross, NISB di-recteur en vertegenwoordigers van wetenschap en beroepsverenigingen schenen hun licht op de ontwikkeling, de waarde en de (toekomstige)

mogelijkheden van de beweegkuur. Mede door het vlotte dagvoorzitterschap van Toine van Peperstraten kijkt het NISB terug op een succesvolle dag.

Artikel

hEt bEstE voornEmEn voor 2012!regelmatig en VaaK genoeg trainen!

bEwEgEn; VliegWiel Voor gezonder leVen

om dat te bereiken beginnen veel mensen met lijnen en/of met sporten. na een aantal weken haken velen al af. dit artikel richt zich op diegenen die doorzetten. Want sporten is een kwestie van regelmaat en doorzetten. zowel lichamelijk actief zijn als intensieve training zijn belangrijk om gezond te blijven, een gezond gewicht te bereiken of te behou-den. Het is echter geen goed idee om één keer per week intensief te trainen en verder op de bank te blijven zitten. beter is het om wekelijks een aantal intensieve trainingen op verschillende dagen uit te voeren en ook op alle andere dagen actief te zijn. dat kan op heel veel manieren.

vetverBranding optimaliserenintensieve krachttraining en conditietraining zorgen ervoor dat het energieverbruik en daarmee de vetverbranding geoptimaliseerd worden. Wanneer je maar één keer per week intensief sport en de rest van de week niet actief bent, zijn de meeste trainingseffecten weggeëbd tegen de tijd dat de volgende trai-ning begint. bovendien maakt je daarmee ook geen optimaal gebruik van de door de training toegenomen mogelijkheid om energie en vet-

ten te verbranden tijdens lichte lichamelijke activiteiten zoals wandelen of fietsen.

Weerstandtraining vergroot de motorFitness heeft namelijk, naast dat er veel energie mee wordt verbruikt, twee bijkomende effecten die het afvallen makkelijker maken. ten eerste neemt het energieverbruik in rust en tijdens inspanning toe. dat heeft te maken met de toe-name in de spiermassa als gevolg van fitnesstrai-ning. spierweefsel verbruikt ook energie in rust. ga je dan ook nog meer bewegen dan kun je nog meer spiermassa activeren en dus meer energie verbruiken zonder dat het zwaarder aanvoelt. met andere woorden: door weerstandtraining wordt de motor groter en een grotere motor verbruikt meer brandstof. ten tweede heeft het lichaam na een goede in-tensieve training meer energie nodig dan dat er verbrand wordt in het fitnesscentrum. dit komt doordat het lichaam niet alleen moet herstellen van de training maar er ook voor moet zorgen dat het sterker en fitter wordt. dit kort ook energie. afhankelijk van de intensiteit van de training kan deze ‘herstelperiode een aantal uren duren, tot zelfs 48 uur. Het mes snijdt dus duidelijk aan twee kanten. ten eerste is er een vooruit-

gang in kracht en conditie. ten tweede kan het energieverbruik blijvend worden verhoogd. dit maakt het gemakkelijker om een gezond gewicht te bereiken en daarna te behouden. door de toename in kracht en conditie beweeg je mak-kelijker, wordt je bloeddruk verlaagt en het risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 verminderd.

regelmaat helpt regelmaat zorgt er bovendien voor dat een trainingsprogramma makkelijker is vol te houden. door op vaste dagen en tijden te trainen maak je er bewust tijd voor vrij en loop je minder risico dat de agenda alweer is volgelopen met andere afspraken waardoor je goede voornemens (alweer) in het gedrang komen. Volhouden van een strak trainings-schema is een belangrijk element voor succes!Verschillende beweegnormen en adviezen raden aan om minstens 30 minuten per dag actief te zijn en, verspreid over de week, drie keer één uur intensieve kracht- en conditie-training uit te voeren. als regelmatig sporten bij je goede voornemens hoort voor 2012, dan hoop ik dat bovenstaande adviezen je helpen bij een goede start!

de Balansde beweegkuur loopt momenteel op 141 locaties. Het doel is het bereiken van gezond-heidswinst met een bescheiden maar blijvend gewichtsverlies van minimaal 5% in de periode van een jaar. met een vangnet bestaande uit een fysiotherapeut, diëtist, leefstijladviseur en huisarts krijgen deelnemers een welkom steuntje in de rug bij het werken aan een gezonde leefstijl. uit de ervaringen van een aantal deelnemers in gesprek met beweegkuur manager patrick rijnbeek bleek een verschil tus-sen theorie en praktijk. ‘zeker in het begin had ik erg het gevoel dat ik er alleen voor stond. de diëtist wist niet wat de fysiotherapeut deed en omgekeerd. ik moest steeds hetzelfde verhaal vertellen,’ zei Frans stokhof. opstartproblemen horen erbij wanneer een nieuw programma met verschillende betrokken disciplines landelijk wordt uitgerold. betere samenwerking tussen alle betrokken zorgverleners is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. desondanks zijn de deelnemers vooral trots op elkaar en op het bereikte resultaat. ‘gewichts-verlies is mooi meegenomen, maar ik voel me er vooral lekkerder bij,’ was de stellige conclusie van greet van de beek.

dat er nog terrein te winnen is voor de obe-sitas Vereniging bleek uit de lezing van arno timmermans, voorzitter van het nHg (neder-landse Huisartsen genootschap). opmerkelijk in zijn verhaal was de positie van obesitas als risicofactor voor overige aandoeningen zoals hart en vaataandoeningen en diabetes, in plaats van als aandoening op zich. dat de behandeling grotendeels gestoeld is op het bereiken van gewichtsverlies, onderstreept de noodzaak voor erkenning van obesitas nog eens extra.

toeKomstperspectieftimmermans gaf aan dat 50% van de huis-artsen dagelijks beweegadvies geeft. bij het geven van advies is het erg belangrijk dat er ook doorverwezen wordt naar beweegaanbod in de buurt. met alleen de boodschap ‘u moet meer bewegen’ is niemand geholpen. een goed en sterk georganiseerde eerste lijn die

zorg, sport en ontspanning dicht bij de men-sen thuis brengt en verbindt, is essentieel. leo Kliphuis, voorzitter van de landelijke Vereniging georganiseerde eerste lijn(lVg) pleitte dan ook vurig voor gezondheidswinst door samenredzaamheid. goede gezondheid in de huidige maatschappij bereiken we door de handen ineen te slaan en mensen op weg te helpen.

het hoort Bij elK nieuW jaar. het voor-nemen om af te vallen. een voornemen dat soms nog Wordt versterKt door de extra Kilo’s die er tijdens de feestdagen Zijn BijgeKomen. afvallen, hoe sneller, hoe Beter!

het Beleid van het ministerie van vWs is al jaren gestoeld op de leus ‘laat de geZonde KeuZe de gemaKKelijKe Zijn’. ooK minister schippers, die de aftrap van het congres verZorgde, vertelde dat Zij dit Beleid Wil voortZetten. met een Budget van 70 miljoen per jaar geeft Ze prioriteit aan het stimuleren van loKa-le samenWerKing tussen Zorg en sport-aanBieders. ‘dichtBij de mensen thuis de sportieve netWerKen versterKen en Zo meer sport en BeWegen stimuleren,’ aldus schippers. dit houdt onder meer in dat het aantal Buurtsportcoaches de Komende jaren omhoog moet van 1000 naar 3000 stuKs.

door: roderick r. Voordouw msc. beelmateriaal: nisb/ Willem mes photography

Meer informatie over de beweegkuur en benieuwd naar het dagjournaal van het congres? Bezoek: www.beweegkuur.nl.

Fotografie Willem Mes Photography

“ Dichtbij de mensen thuis de sportieve netwerken versterken en zo meer sport en bewegen stimuleren”

door: susanne Kruizingabewegingswetenschapper obesitas Vereniging